Met de referentieniveaus naar schoolsucces

7
Met de referentieniveaus naar schoolsucces Zo stuurt u op taal- en rekenresultaten Corine Ballering René van Drunen

description

 

Transcript of Met de referentieniveaus naar schoolsucces

32354

Leerlingen die goed lezen en rekenen, presteren beter op school én daarbuiten. Het is dus van groot belang dat alle leerlingen uitgedaagd worden tot goede taal- en rekenprestaties. Het referentiekader taal en rekenen is daarbij een belangrijk hulpmiddel.

Maar hoe voert u het referentiekader in? Hoe bereidt u uw leerlingen voor op de taal- en rekentoetsen? Welke vaardigheden vraagt dit van uw leraren? Dit boek maakt inzichtelijk welke rol bestuurders, schoolleiders, middenmanagers, taal- en rekencoördinatoren, lees- en rekencoaches en leraren hebben.

Duidelijk wordt dat effectief personeelsbeleid, met daarin de gesprekscyclus, een cruciale voorwaarde is voor het succesvol invoeren van het referentiekader. De direct leidinggevenden van leraren hebben een sleutelrol in het sturen op taal- en rekenresultaten: zij kunnen de verschillende kwaliteiten en functieniveaus van leraren op een effectieve manier inzetten.

Het boek is een krachtig pleidooi om het personeelsbeleid in scholen verder te ontwikkelen. Alleen zo zal het taal- en rekenniveau verbeteren. De uitgave bevat kant-en-klare instrumenten die schoolleiders en middenmanagers helpen hun rol op een goede manier inhoud te geven.

9 789065 086440

René van Drunen studeerde sociale geografie aan de Universiteit van Amsterdam en is, na een loopbaan als leraar en schoolleider, sinds 2001 principal consultant bij CPS. Van Drunen begeleidt veel scholen bij de professionalisering van hun personeelsbeleid. Hij is FUWA-gecerticifeerd en ondersteunt scholen bij het construeren van functie- bouwwerken (OP/OOP) die gericht zijn op ontwikkeling en resultaatvergroting. Er staan verschillende publicaties over personeelsbeleid op zijn naam, met name over beoordelen en belonen.

Corine Ballering studeerde Engels en algemene taalwetenschap aan de Rijksuniversiteit Leiden. Zij heeft gewerkt als docente Engels en CKV1. Sinds 2001 werkt zij bij CPS als adviseur, projectleider, trainer, coach en auteur. Corine Ballering begeleidt scholen bij de invoering van het referentiekader, het verhogen van de leeropbrengsten, het verbeteren van de didactische kwaliteiten van docenten en taalbeleid.

Met de referentieniveaus naar schoolsucces

Zo stuurt u op taal- en rekenresultaten

Met de referentieniveaus naar schoolsucces Zo stuurt u op taal- en rekenresultaten

Corine BalleringRené van Drunen

CPS_Beleidsboek_omslag_DEF.indd 1 14-11-11 17:04

InhoudInleiding 7

Samenvatting en aanbevelingen 10

Hoofdstuk 1: Het referentiekader taal en rekenen 16 1.1 Onderwijsambities en het referentiekader 17

1.2 Het referentiekader taal en rekenen 20

1.2.1 Achtergrond 20

1.2.2 Inhoud van het referentiekader 23 1.2.3 Wettelijke veranderingen 28

1.2.4 Reactie van scholen op het referentiekader 35

1.2.5 Scenario’s van het steunpunt taal en rekenen vo 39

1.3 Ambities realiseren 42

1.3.1. Acht succesfactoren 43

1.3.2 De quick scans taal en rekenen 43

1.3.3 De rol van de leraar 44

1.3.4 Effectief onderwijs 45

1.3.5 Opbrengstgericht werken 48

1.3.6 Doorlopende leerlijn realiseren 49

1.4 Vragenlijst voor schoolleiders 50

Hoofdstuk 2: Personeelsbeleid en hogere opbrengsten 52 2.1 Het strategische niveau: de school 53

2.1.1 Opbrengstgericht werken en het referentiekader 56

2.2 Het tactische niveau: het middenmanagement 62 2.2.1. De middenmanager 62

2.2.2 De taal- en rekencoördinator 64

2.2.3 Teams, afdelingen en secties 66

2.3 Het operationele niveau: de leraar 69

Beleidsboek_binw_DEF.indd 3 14-11-11 17:10

4

Hoofdstuk 3: Verschillen in de kwaliteiten van leraren en de invoering van de referentieniveaus 72

3.1 Goede en excellente leraren 73

3.2 Verschillen in kwaliteit en lerarenfuncties 76

3.2.1. Drie componenten van het leraarschap 77

3.2.2 Van start naar ervaren: de goede leraar 79 3.2.3 Een excellente leraar: het topniveau 80

3.2.4 Wat mag ik verwachten van leraren op de verschillende functieniveaus? 81

3.3 Wat mogen leraren verwachten van de organisatie? 84

3.4 Sturen van de verschillen in teams 85

3.5 Aansturen en beoordelen 86

3.6 Hoe wordt excellentie beloond? 87

Hoofdstuk 4: Actoren in alle sectoren 90 4.1 De interne toezichthouder 91

4.2 Het bestuur 92

4.3 De directie/schoolleiders 94

4.4 De middenmanager 95

4.5 De vaksectie (vo en mbo) 96

4.6 De interne begeleider (po) 98

4.7 De taal- of rekencoördinator 98

4.8 De taal-/lees-/rekencoach 100

4.9 De leraar 101

4.10 Wie doet wat? 103

Beleidsboek_binw_DEF.indd 4 14-11-11 17:10

5

Bijlage 1: Format taalbeleidsplan 107

Bijlage 2: Format rekenbeleidsplan 119

Bijlage 3: Checklist leiderschapstaken in een taalverbetertraject 133

(voortgezet onderwijs)

Bijlage 4: Rol van de interne begeleider in effectief rekenonderwijs 135 (basisonderwijs)

Bijlage 5: Rol van de interne begeleider in effectief leesonderwijs 140

(basisonderwijs)

Bijlage 6: Rol van de schoolleider in effectief rekenonderwijs 145 (basisonderwijs)

Bijlage 7: Rol van de schoolleider in effectief leesonderwijs 149 (basisonderwijs)

Bijlage 8: Vensters voor Verantwoording 153

Bijlage 9: Format persoonlijk ontwikkelplan (POP) 156

Bijlage 10: De leerwijzer 162

Bijlage 11: Voorbeeld functioneringsgesprek 175

vragen over vakinhoudelijke ontwikkeling

Literatuur 168

Beleidsboek_binw_DEF.indd 5 14-11-11 17:10

7

InleidingDe komende jaren krijgen scholen te maken met ingrijpende wijzigingen op het gebied van taal en rekenen. In het Actieplan Beter Presteren: opbrengstgericht en ambitieus (OCW, 2011) staat de ambitie om de leerlingprestaties te verbeteren en om meer aandacht te hebben voor excellentie en voor een opbrengstgerichte manier van werken in een ambitieuze leercultuur. Veel leraren en alle leidinggevenden krijgen hier-mee te maken. De resultaten van het taal- en rekenonderwijs werken door in de resultaten bij de overige vakgebieden. De invoering van de referentie-niveaus is dus een hulpmiddel voor scholen om de opbrengsten van hun onderwijs te verhogen. Helaas denken nog veel scholen dat de referentie-niveaus alleen bedoeld zijn om de resultaten van zwakke leerlingen te verbeteren. Het is echter van belang dat scholen bij het opzetten van hun taal- en rekenbeleid álle leerlingen uitdagen om tot betere prestaties te komen. Alleen dan zal ook het niveau van de goede en excellente leerlingen omhoog gaan.

Het referentiekader is ook een hulpmiddel om de doorlopende leerlijn van primair naar voortgezet onderwijs, van vmbo naar mbo en van voortgezet onderwijs naar hbo/wetenschappelijk onderwijs te verstevigen. Daarom richt dit boek zich op iedereen die een rol heeft bij de invoering van de referentiekaders in het primair onderwijs (po), het voortgezet onderwijs (vo) en het middelbaar beroepsonderwijs (mbo): van taal- en reken coördina - toren, via teamleiders en directie, naar bestuurders en toezichthouders.

Maar uiteindelijk is het de leraar voor de klas die zorgt voor beter taal- en rekenonderwijs. Tussen leraren onderling zijn grote verschillen: in kwali-teiten en intussen ook in functieniveaus. Dit boek besteedt veel aandacht aan de manier waarop scholen van die verschillen tussen leraren optimaal gebruik kunnen maken. Daarbij is het personeelsbeleid, met daarin de gesprekscyclus, de cruciale factor. Als een school de opbrengsten wil verhogen, zullen er resultaatgerichte plannen op alle niveaus moeten komen: een schoolplan met heldere doelen voor het taal- en rekenbeleid met de vertaling naar de teams of afdelingen. Leraren geven aan welk aandeel zij kunnen leveren in de realisering van deze plannen.

Inleiding

Beleidsboek_binw_DEF.indd 7 14-11-11 17:10

8

De gesprekscyclus is het handvat hiervoor, met resultaatafspraken, moni-toring en evaluatie of beoordeling van die afspraken. De gesprekscyclus is het hart van actief personeelsbeleid en dus een essentieel onderdeel van de opbrengstgerichte school. Daarmee heeft de leidinggevende middenmanager een krachtig analyse- en sturings- instrument in handen. Hierdoor kan hij ten volle gebruikmaken van de kwaliteiten en functies die in zijn team aanwezig zijn. En alleen zo kunnen de ambities waargemaakt worden om tot betere prestaties te komen.

Met dit boek willen we een bijdrage leveren aan de verbetering van de taal- en rekenresultaten in Nederland en wel door een verdere professionalisering van het personeelsbeleid in de scholen. Door actief personeelsbeleid creëren scholen een aantrekkelijke en inspirerende werkomgeving met een resultaatgerichte cultuur.

LeeswijzerHeeft u geen tijd om op korte termijn dit boek te lezen? Dan is de managementsamenvatting de oplossing. Hiermee kunt u de kern van dit boek en de aanbevelingen van de auteurs snel tot u nemen. Zij is ook bruikbaar als achtergrondmateriaal bij overleg binnen uw school over dit onderwerp.

In hoofdstuk 1 wordt de achtergrond van het referentiekader taal en rekenen belicht en het belang ervan voor alle leerlingen: sterke, zwakke en gemiddelde leerlingen. Ook wordt kort ingegaan op de opbouw van het referentiekader. Vervolgens schetsen we de grote veranderingen die in po, vo en mbo op stapel staan (eindtoetsen, examens, aanpassingen in de uitslagregel, tussentijdse toetsen). Het hoofdstuk sluit af met een schets van de rol die het referentiekader speelt in de doorgaande leerlijn po-vo, vmbo-mbo en vo-hbo/wo.

Hoofdstuk 2 gaat over de taken en verantwoordelijkheden bij de invoering van de referentieniveaus. We maken onderscheid tussen de verantwoordelijk-heden op strategisch niveau (interne toezichthouder, bestuurder), tactisch niveau (directie, middenmanager) en operationeel niveau (de leraar). De middenmanager is de schakel tussen nieuw beleid en de werkvloer; hij vertaalt de beleidsmaatregelen naar de werkvloer. De gesprekscyclus is hierbij het belangrijkste middel.

Beleidsboek_binw_DEF.indd 8 14-11-11 17:10

9Inleiding

In hoofdstuk 3 bespreken we de verschillen in kwaliteiten tussen leraren. Hoe kunt u bij het behalen van de taal- en rekendoelen zo optimaal mogelijk gebruikmaken van die verschillen? Hoe kunt u als leidinggevende eisen stellen aan leraren in verschillende functies en met verschillende kwaliteiten? En hoe kunt u leraren de ruimte geven om hun kwaliteiten zo goed mogelijk in te zetten?

Hoofdstuk 4 is een samenvatting van de rollen die alle actoren hebben bij de invoering van de referentieniveaus. U kunt dit ook als naslagwerk gebruiken.

De bijlagen tot slot bevatten veel praktische instrumenten en concrete handvatten. Deze bijlagen zijn ook digitaal beschikbaar op www.cps.nl/metdereferentieniveausnaarschoolsucces

Corine BalleringRené van Drunen

Beleidsboek_binw_DEF.indd 9 14-11-11 17:10