memorie van - Ingelmunsterdoc.ingelmunster.be/gis/plannen/pub/Gentstraat... · die zich langsheen...
Transcript of memorie van - Ingelmunsterdoc.ingelmunster.be/gis/plannen/pub/Gentstraat... · die zich langsheen...
memorie vantoelichting
2 r u p g e n t s t r a a t n o o r d | j a n u a r i ‘ 1 0 | w v i
Inleiding
Beslissing tot opmaak1.
In de gemeenteraad van 29 november 2005 werd be-
slist tot opmaak van het BPA “Gentstraat-Noord”.
Bij gemeenteraadsbeslissing van 29 maart 2006 werd
de wvi aangesteld als ontwerper van het BPA.
Gezien de recente ontwikkelingen inzake het GRS van
Ingelmunster, dat ter goedkeuring werd voorgelegd
aan de Bestendige Deputatie, wordt op heden overge-
gaan tot de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan,
in plaats van een BPA.
Motivering tot opmaak2.
De aanleiding tot opmaak van het gemeentelijk ruimte-
lijk uitvoeringsplan “Gentstraat-Noord” zijn:
De noodzaak over een stedenbouwkundig kader <
te kunnen beschikken voor de bedrijven langs het
kanaal ten oosten van de Kanaalstraat
Reconversie van de sites “Desmaco” en “West <
Vlaamse Mokette”, dit in het licht van een woon-
project.
De wens om het restaurant “’t Goed ter Couteren” <
op zijn huidige lokatie te bestendigen en ontwikke-
lingsmogelijkheden te bieden.
De noodzaak tot vervanging van de verouderde, <
nog vigerende stedenbouwkundige voorschrif-
ten en principes van het BPA Gentstraat (KB
06/02/1976).
In uitvoering van GRS3.
Door de inwerkingtreding van het decreet van 19 <
mei 1999 houdende de organisatie van de ruim-
telijke ordening op 1 mei 2000 en overeenkomstig
Art. 187 van dit decreet kunnen door de gemeente
Ingelmunster geen procedures tot opmaak of her-
ziening van algemene en bijzondere plannen van
aanleg meer worden opgestart overeenkomstig de
artikelen 12 tot en met 34 van het decreet betref-
fende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22
oktober 1996. Vanaf de goedkeuring van het GRS
zijn de artikelen 37 tot en met 40 en 48 tot en met
53 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de
organisatie van de ruimtelijke ordening van toe-
passing. Deze artikelen behandelen de opmaak
van de ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s), in
het bijzonder van gemeentelijke ruimtelijke uitvoe-
ringsplannen (GRUP’s).
De opmaak van het RUP Genstraat-Noord kadert <
binnen het ontwerp van GRS, definitief aanvaard
door de gemeenteraad van en goedgekeurd door
de Bestendige Deputatie 19 december 2006..
Bij de maatregelen en acties is de opmaak van <
het RUP “Mokette” ingeschreven. “Het betreft
een lokaal project voor stedelijk wonen/stedelijke
voorzieningen gericht op de aanwezigheid van het
kanaal” (GRS, RD p. 63).
Verder worden de elementen uit het richtingge- <
vend gedeelte van het GRS en van toepassing op
onderhavig RUP meegenomen in de planontwikke-
ling (zie verder).
Feitelijke ruimtelijke context
Situering1.
Ingelmunster is gelegen in het centrum van de <
provincie West-Vlaanderen tussen de steden Roe-
selare (westen) en Kortrijk (zuiden), maakt deel
uit van het arrondissement Roeselare en wordt
begrensd door:
In het noorden en oosten: de gemeente Meule- <
beke
In het zuidoosten: de stad Harelbeke <
In het zuidwesten: de gemeente Lendelede <
In het westen: de stad Izegem <
kaart situering Ingelmunster
3w v i | j a n u a r i ‘ 1 0 | r u p g e n t s t r a a t n o o r d
De gemeente maakt deel uit van de industriële as <
die zich langsheen het kanaal Roeselare - Leie
heeft ontwikkeld. Deze zone bestaat uit twee sterk
verstedelijkte gebieden met name, het gebied
Roeselare (Roeselare, Izegem, Ingelmunster) in
het westen en het gebied Waregem (Waregem,
Wielsbeke, Oostrozebeke) in het oosten, en is
te beschouwen als een geïndustrialiseerd stede-
lijk netwerk op provinciaal niveau. Bovenlokale
verbindingswegen die de gemeente doorkruisen
zijn de N 50, de N 357 en de N 399. De spoorver-
binding Kortrijk - Roeselare loopt in het zuidwesten
over het grondgebied van Ingelmunster.
De E 403 (Kortrijk-Brugge) is geselecteerd als een <
verbindingsweg op Vlaams niveau. Dankzij de
ligging van Ingelmunster op minder dan 10 km van
drie op- en afritcomplexen op de E 403 heeft de
gemeente gemakkelijk toegang tot het nationaal,
maar ook internationaal netwerk van autosnelwe-
gen. De E 403 brengt Ingelmunster in onmiddel-
lijke verbinding met Brugge & de E 40 en Kortrijk &
de E 17.
Het plangebied wordt begrensd door: <
In het noorden: de Zuidkaai, het jaagpad en het <
Kanaal Ingelmunster - Izegem
In het oosten: de ring rond het centrum van <
Ingelmunster (N 50)
In het zuiden: de Gentstraat <
In het westen: de Kortrijkstraat met het Stati- <
onsplein
Het op te maken GRUP heeft een oppervlakte van
circa 33 ha 12 a 22 ca
Bestaande ruimtelijke struc-2.
tuur
Nederzettingstructuur2.1.
De noordelijk helft van de kern heeft een duidelijke <
kernconfiguratie, met een centrumbebouwing. Die
bestaat uit aaneengesloten bebouwing langs de
Kortrijkstraat en het Statieplein. Tegenover het
statieplein bestaat de nederzettingsstructuur uit
aaneengesloten bebouwing . Ook winkels, horeca
en andere primaire voorzieningen komen sterk
geconcentreerd voor binnen deze centrumbe-
bouwing. De bebouwing bestaat in hoofdzaak uit
rijwoningen met 2 of 3 bouwlagen met zadeldak.
Meer en meer komen appartementsgebouwen
voor, die qua schaal en voorkomen geïntegreerd
zijn in de aaneengesloten bebouwing. Langs de
Gentstraat en de Lysbrugstraat vindt men dezelfde
bouwtypologie terug. Aaneengesloten bebouwing
met handelaars, een decoratiezaak en schoenhan-
del.
In de Handelsstraat en de Oudstrijdersstraat is <
een woningbouwgebied met kleinschalige woon-
bebouwing. De verkaveling VK 078.329 werd
goedgekeurd 06/01/1967 en bestaat hoofdzakelijk
uit open- en halfopen bebouwing met 1 of 2 bouw-
lagen met een zadeldak of plat dak.
Het plangebied is gelegen binnen de begrenzing <
van het Stationsplein, de Gentstraat, de ring (N 50)
en de Zuidkaai. De randen maken deel uit van het
BPA Gentstraat-Zuid. Deze omvat overwegend
residentiële bebouwing, onder de vorm van zowel
open, halfopen als aaneengesloten bebouwing.
Ten zuiden van het plangebied komt eveneens
op diverse plaatsen verweving van verschillende
functies voor.
Natuurlijke structuur2.2.
Er zijn geen biologisch waardevolle gebieden <
geselecteerd. Buiten het plangebied aan de
Noordzijde van het kanaal is een gedeelte van het
gebied ingekleurd als biologisch (zeer) waardevol.
Biologische waarderingskaart
Verkeersstructuur2.3.
Bovenlokale verbindingswegen die de gemeente <
doorkruisen zij de N 0, de N 357 en de N 399. De
E 403 (Kortrijk-Brugge) is geselecteerd als een
verbindingsweg op Vlaamse niveau. Dankzij de
ligging van Ingelmunster op minder dan 10 km van
drie op- en afritcomplexen op de E 403 heeft de
gemeente gemakkelijk toegang tot het nationaal,
maar ook internationaal netwerk van autosnelwe-
gen. De E 403 brengt Ingelmunster in onmiddel-
lijke verbinding met Brugge & de E 40 en Kortrijk &
de E 17.
De spoorverbinding Kortrijk - Roeselare loopt in <
het zuidwesten over het grondgebied van Ingel-
munster.
4 r u p g e n t s t r a a t n o o r d | j a n u a r i ‘ 1 0 | w v i
In de buurt zijn verschillende haltes voor de bus- <
sen van de Lijn. De halte ‘Station’ ligt in de onmid-
delijke buurt van het plangebied, ook de halte
‘Kennedystraat’ is vlot bereikbaar.
Wegenkaart
Openbare vervoersstructuur
Er lopen verschillende fietsroutes aan de rand van <
het plangebied:
Zuidkaai : hoofdfietsroute <
Kortrijkstraat - Stationsplein: bovenlokale fiets- <
route
Ringlaan : lokale fietsroute <
Fietsroutenetwerk
2.4. Agrarische structuur
Landbouwtyperingskaart:
Het grootste gedeelte van het plangebied is <
aangeduid als een gebied met lage waardering
volgens de landbouwtyperingskaart. Oostwaarts
gesitueerd voorbij de Lysbrugstraat is het gebied
gecategoriseerd als een gebied met lage waarde-
ring.
GAS (Gewenste agrarische structuur)
Het plangebied is niet ingekleurd op onderhavige <
GAS-kaart.
Landbouwtyperingskaart
GAS-kaart (gewenste agrarische structuur)
5w v i | j a n u a r i ‘ 1 0 | r u p g e n t s t r a a t n o o r d
Landschappelijke structuur2.4.
Ankerplaatsen
Er zijn geen ankerplaatsen in het plangebied.
Lijninfrastructuur
De Mandelbeek ten noorden van het plangebied <
vormt een lijninfrastructuur doorheen het land-
schap.
Puntrelict
In de buurt van het plangebied, is de herberg <
‘kapelhof’ een puntrelict, dit puntrelict is gelegen
buiten het plangebied.
Kaart lijninfrastructuur
Economische structuur2.5.
Aan het kanaal zijn een aantal grootschalige be- <
drijven gevestigd. Voeders Hendrickx - Haeck en
Westhoekveen compostverwerking. R. Defreyne
metaalconstructie is een reeds uitgedoofd bedrijf,
de site wordt momenteel verhuurd aan een meu-
belzaak. De bedrijfssites ‘Desmaco’ en ‘Mokette’
zijn bedrijven die reeds uitgedoofd zijn. Deze
gebieden zijn reconversie gebieden. De bedrijven
voeders Hendrickx - Haeck en Westhoekveen zijn
verenigbaar met hun omgeving omwille van hun
ligging langs en het gebruik van het kanaal.
Fysisch systeem2.6.
De Mandelvallei bestaat uit een brede band, dwars <
door de gemeente en deelt de eigenlijke kern mid-
dendoor. De entiteit “Mandelvallei” te Ingelmun-
ster, maakt op een hoger schaalniveau deel uit van
de entiteit “kanaalstrook, langsheen het kanaal
Roeselare - Leie” Deze entiteit loopt door over
de verschillende gemeenten gelegen langs het
kanaal, van Roeselare tot in Ooigem (Wielsbeke).
Ze bestaat uit een aaneenschakeling van uiteen-
lopende structuren die samen één geheel in relatie
met het kanaal vormen. Zo zijn er allerhande
bedrijventerreinen (terreinen voor milieubelastende
industrie, regionale bedrijventerreinen met open
karakter, KMO-zones,...) maar ook woonkernen en
natuurgebieden aan gehecht. Tussen deze ver-
schillende structuren komt verspreid open ruimte
voor.
kaart waterstructuur
Toeristisch - recreatieve struc-2.7.
tuur
‘t Goed ter Couteren’ is een restaurant, feestzaal, hotel
gelegen in het plangebied. ‘t Goed ter Couteren heeft
de wens zijn lokatie te bestendigen door zijn ligging
langs het kanaal en het jaagpad.
6 r u p g e n t s t r a a t n o o r d | j a n u a r i ‘ 1 0 | w v i
Juridische ruimtelijke struc-
tuur
Juridisch kader1.
Gewestplan1.1.
Het plangebied is gelegen binnen volgende bestem-
mingszones volgens het gewestplan Roeselare -Tielt
(KB 17/12/1979):
Woongebied <
Gemengd woon- en industriegebied <
Groengebied <
Binnen het plangebied werden een gewestplan- <
herzieningen doorgevoerd, waarbij de reservatie-
strook voor de omleiding (Ring) werd vervangen.
Met de gewestplanwijziging van 15/12/1998 werd <
de reservatiestrook voor de Kanaalweg ten noor-
den van het kanaal geschrapt. Deze wijzigingen
kaderen in de visie om de harde sectoren aan de
vallei van de Mandel te onttrekken (bedrijvigheid,
verkeer) en de ruimte te laten voor zachte secto-
ren.
Gemengd woon- en industriegebied
Deze gebieden zijn bestemd voor wonen en voor <
de andere in artikel 5.1.0 van het KB van 1972
bedoelde functies alsmede voor de instandhouding
en de gerechtvaardigde uitbreiding van de bedrij-
ven die er gevestigd zijn.
Wanneer die bedrijven hun huidige bedrijfsac- <
tiviteiten niet meer voortzetten en geen andere
activiteiten die tot dezelfde bedrijfssector behoren,
uitoefenen, krijgt het betrokken gebied uitsluitend
en definitief de bestemming van woongebied.
De groengebieden:
zijn bestemd voor het behoud, de bescherming en <
het herstel van het natuurlijk milieu.
Gewestplan
BPA’s1.2.
Het plangebied is gelegen binnen het BPA Gent- <
straat, goedgekeurd bij KB van 06/02/1976. Het
BPA beoogde indertijd in grote lijnen de realisatie
van een sociaal huisvestingsproject, evenals de
ontwikkeling van bedrijvigheid langs het kanaal en
de reservatie van een zone voor openbare gebou-
wen aansluitend op de bestaande school.
Een ontwerp-wijziging (besluit tot in herziening- <
stelling bij MB van 15/09/1998) wou het volledige
bestemmingsplan aanpassen en verschillende
voorzieningen detailleren ten gevolge van de
nieuwe ruimtelijke evoluties die zich hadden
voorgedaan. Naar aanleiding van het openbaar
onderzoek op dit ontwerp werden echter diverse
bezwaren ingediend. Ook rekening houdend met
een arrest van de Raad van State over het bedrijf
de Westvlaamse Mokette (WVM), werd besloten
niet meer verder te gaan met het ontwerp.
De gemeente opteerde bijgevolg in eerste instantie <
om het BPA Gentstraat volledig op te nemen in
het plannenregister, om te vermijden dat o.a. de
zonering van verschillende bedrijven, die binnen
het BPA een geëigende zone hebben, komt te ver-
vallen in gevolge aanvullende stedenbouwkundige
voorschriften van het gewestplan Roeselare -Tielt.
Deze vraag tot volledige opname is aanvaard op
20/04/2001, met uitsluiting van de delen van zone
6 bestemd voor ambachtelijke bedrijfsgebouwen,
gesitueerd in gemengd woon- en industriegebied
volgens het gewestplan.
Aanpassing van het BPA van 1976, gelet op de <
verouderde stedenbouwkundige voorschriften,
drong zichtechter op.
Het BPA werd in twee delen opgedeeld, gezien de <
complexiteit, vooral omwille van de problematiek
van de bedrijvigheid langs het kanaal.
In een eerste fase is het gedeelte ten zuiden van <
de Gentstraat aangepakt, waar de problematiek
in hoofdzaak rond wonen is te situeren. Dit BPA
Gentstraat-Zuid werd goedgekeurd bij MB van
29-02-2004.
Ten oosten van het plangebied ligt het BPA Gent- <
straat-Oost. Het BPA voorziet in een bestemming
van een speelbos, gekoppeld aan het jaagpad
langs het kanaal, een invulling van een voormalige
hoeve als jeugdinfrastructuur, een bestendiging
van een bestaande horecazaak en de uitbreiding
van een bestaand bedrijf.
7w v i | j a n u a r i ‘ 1 0 | r u p g e n t s t r a a t n o o r d
BPA
Vogelrichtlijngebieden, RAMSAR, 1.3.
Habitatrichtlijngebieden
Het plangebied is niet gelegen in één van in de titel
vermelde gebieden.
Beschermde monumenten, land-1.4.
schappen en dorpsgezichten
Beschermde monumenten1.4.1.
Binnen het plangebied zijn geen beschermde monu-
menten gelegen.
In de nabijheid van het plangebied bevinden zich ech-
ter wel enkele van deze elementen:
Kasteel de Plotho de Montblanc, beschermd bij KB <
24-04-1974, gelegen ten noorden van het kanaal
Toren van de Sint-Amandskerk, beschermd bij KB <
14-10-1975, gelegen ten noorden van het kanaal
Herberg Kapelhof, beschermd bij MB 16-01-1987, <
gelegen ten zuiden van de Gentstraat
Sint-Amanduskerk, parochiekerk met cultuurgoe- <
deren en omgeving, beschermd bij MB 20-11-2001
Beschermde landschappen1.4.2.
Binnen het plangebied zijn geen beschermde land-
schappen gelegen.
In de nabijheid van het plangebied bevinden zich ech-
ter wel:
Landschap gevormd door het park van het kasteel <
de Plotho de Montblanc, beschermd bij KB van 20-
06-1947, gelegen ten noorden van het kanaal
Beschermde dorpsgezichten1.4.3.
Binnen het plangebied, noch in de omgeving, zijn <
beschermde dorpsgezichten gelegen
Kaart beschermde landschappen
Bouwkundige erfgoed1.4.4.
Binnen het plangebied zijn twee markante gebouwen
gelegen die opgenomen zijn in de inventaris van het
bouwkundig erfgoed.
Handelstraat nr. 1 (rechts ervan). Maalderij uit XX <
a, drie traveen en drie bouwlagen onder paral-
lelle zadeldaken (straat, mechanische pannen).
Rechthoekige muuropeningen onder betonnen
latei; boven de schuifpoort, laadvensters en katrol.,
aanpalende rest van XIX d- maalderij onder lager
zadeldak (straat, Vlaamse pannen): boven de
deur, getrapt dakvenster met laaddeur; getoogde
muuropeningen o.m. kelderramen.
Inventaris bouwkundig erfgoed
Nr. 37. Voormalige weverij met ‘kasteeltje’ en fa- <
brieksgebouwen. In 1901 opgestart als “juteweverij
J. De Ven” (Menen), tijdens W.O. I Duitse was-
serij, vanaf 1930 “jutespinnerij Lagae”, van 1956
tot begin van de jaren 1980 vlasspinnerij, heden
opslagplaats van het “turfbedrijf Westhoekveen”.
Eclectisch ‘kasteeltje’/ landhuis van 1901 n.o.v. <
van G. Moerman (Halluin). Ruime, beboomde tuin
met o.m. imposante rode beuk; hoge gietijzeren
hekken tussen bakstenen postamenten.
8 r u p g e n t s t r a a t n o o r d | j a n u a r i ‘ 1 0 | w v i
Verspringend grondplan en verhoogde begane <
grond; typerend spel van (geknikte) wolfs- en
schilddaken (leien) met opengewerkte dakspan-
ten, overkragende dakranden, dakkapellen en
hoge schoorstenen. Nu uniform witgeschilderde
baksteenbouw, doch voorheen met sterk geldende
afwisseling van witgeschilderde gecementeerde
vlakken, en hoekkettingen en omlijstingen van
donkerrode baksteen cf. prentbriefkaart. In het
oog springende hoger opgetrokken trappenhuis,
destijds bekroond met vorstkam; trap met giet-
ijzeren leuning, en bordes voor de rondboogdeur
onder afgewolfd zadeldakje op sierlijke korbelen.
Veranda onder gelijkaardige afdekking aanslui-
tend bij het balkonnetje van het brede bovenven-
ster. Rondbogige en getoogde muuropeningen.
Verzorgd houtwerk, grotendeels behouden o.m.
roedeverdeling met verspringende geleding. La-
tere aanbouw aan de W.- zijde, ter vervanging van
de destijds aansluitende wintertuin.
Bewaarde interieurelementen: trappenhal met <
vloer van cementtegels, marmeren plint, en
rondbogen op doorgetrokken imposten; houten
slingertrap; l. van de trappenhal, twee salons met
marmeren schouwen en plafonds met uitgewerkte
kooflijsten en stucwerkversiering rond de luchters.
Achterliggende XX a- weverij onder sheddaken (n <
straat, mechanische pannen). Rode baksteenbouw
verlevendigd d.m.v. banden en strekken van witte
sierbaksteen. Tevens nieuwe opslagruimte
Inventaris bouwkundige erfgoed
Waterwingebieden1.5.
Binnen het plangebied zijn geen waterwingebieden <
gelegen. Aan de overzijde van het kanaal zijn twee
waterwingebieden gelegen.
Waterwingebieden
Atlas der Buurtwegen1.6.
Binnen het plangebied is een buurtweg gelegen, <
deze is grotendeels reeds officieel afgeschaft.
De buurtwegen zijn chemin nr 40, chemin nr 5 en <
sentier nr 69.
Het behoud van de huidige buurtweg is opgeno- <
men onder zone 10 van de voorschriften.
Atlas der buurtwegen
Verordeningen1.7.
Gemeentelijke verordening met 1.7.1.
betrekking tot het overwelven
van baangrachten.
In dit reglement staat beschreven dat het overwel- <
ven van baangrachten (grachten langs wegen) in
principe verboden is. Slecht in een aantal uitzon-
derlijke gevallen wordt het toch toegelaten. Hier-
voor is steeds de toestemming van de gemeente
vereist.
Gemeentelijke verordening met 1.7.2.
betrekking tot waterhuishou-
dingsmaatregelen bij het uitvoe-
ren van verkavelingen.
In dit reglement staat beschreven dat de water- <
afvoer na het uitvoeren van een verkaveling niet
mag wijzigen ten opzichte van de toestand ervoor.
9w v i | j a n u a r i ‘ 1 0 | r u p g e n t s t r a a t n o o r d
Hiertoe moeten, indien noodzakelijk, de nodige
voorzieningen aangelegd worden (buffer, overdi-
mensionering buizen,…). Dit reglement heeft de
bedoeling om de oorzaken van waterlast zoveel
mogelijk te elimineren.
Gemeentelijke verordening be-1.7.3.
treffende het vellen van hoog-
stammige bomen.
Dit reglement bepaalt dat voor het vellen van <
hoogstammige bomen (stamomtrek op 1.00 m. bo-
ven de grond minimum 30 cm., of boom minimum
7.00 m. hoog ) een stedenbouwkundige vergun-
ning moet aangevraagd worden bij het College van
Burgemeester en Schepenen.
Gewestelijke stedenbouwkundige 1.7.4.
verordening inzake hemelwater-
putten, infiltratie- en buffervoor-
zieningen en gescheiden lozing
van afvalwater en hemelwater
(goedgekeurd bij BVIR van 1 ok-
tober 2004)
De verordening bevat minimale voorschriften <
voor de lozing van niet-verontreinigd hemelwa-
ter, afkomstig van verharde oppervlakken. Het
algemeen uitgangsprincipe hierbij is dat hemel-
water in eerste instantie zoveel mogelijk gebruikt
wordt. In tweede instantie moet het resterende
gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd
of gebufferd, zodat in laatste instantie slechts een
beperkt debiet vertraagd wordt afgevoerd. Ook de
plaatsing van de overloop van de hemelwaterput
en de infiltratievoorziening dient aan dit principe te
beantwoorden.
Vergunningen2.
Verkavelingsvergunning2.1.
In het plangebied zijn verschillende verkavelingen <
gelegen:
VK 078.329 dd. 06/12/1967: een verkaveling <
van 40 loten, met zowel open als halfopen be-
bouwing bestaande uit 1 bouwlaag en een dak,
2 bouwlagen (en een dak).
VK 078.329 dd. 28/09/1973: <
VK 522.1039 dd 31/01/1986 <
Vk 078.329 dd. 30/01/1987 <
36007/3603 dd. 18/03/2005. <
VK 500/36007/1039 dd 29/02/2008 <
De bepalingen (tekstueel en grafisch) van de ver- <
kaveling VK 078.329 dd. 06/12/1967, VK 5221039
dd. 31/01/1986 , VK 078.329 dd 16/03/1973, VK
522.1039 dd 31/01/1986,voor die percelen die
gelegen zijn binnen het plangebied van onderhavig
GRUP, worden opgeheven bij goedkeuring van
onderhavig GRUP.
De verkaveling 36007/3603/V/2005/53 dd <
18/03/2005 en VK 500/36007/1039 dd.
29/02/2008 blijft gelden, owv de recente goedkeu-
ringsdatum.
Vergunningstoestand honden-2.2.
club
De gemeente vindt geen vergunningen terug om- <
trent de bestaande toestand van de hondenclub.
de motivatie voor het behouden van de honden- <
club is terug te vinden onder gewenste structuur-
planopzet, achteraan de MVT.
planningscontext
op Vlaams niveau1.
RSV1.1.
Ingelmunster is binnen het RSV gecategoriseerd <
als gedeeltelijk behorend tot het regionaalstedelijk
gebied Roeselare. Bovendien maakt de gemeente
deel uit van het stedelijk netwerk op Vlaams ni-
veau regio Kortrijk.
Visie op landbouw, bos en na-1.2.
tuur, regio Leiestreek
In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan <
Vlaanderen (RSV) stelt de Vlaamse overheid een
ruimtelijke visie op voor landbouw, natuur en bos
voor de regio Leiestreek. Deze visie zal de basis
vormen voor het opmaken van concrete afbake-
ningsplannen voor landbouw-, natuur- en bosge-
bieden stand van zaken (19/11/2008)
De Vlaamse overheid heeft, in overleg met ge- <
meenten, provincies en belangengroepen, een
ruimtelijke visie opgesteld voor de regio Lei-
estreek.
Hierin geeft de overheid aan hoe zij de open <
ruimte in deze regio de komende jaren ruimtelijk
wil zien ontwikkelen en welke acties ondernomen
kunnen worden om dit te realiseren. U kunt dit al-
les nalezen in de eindnota van gewenste ruim-
telijke structuur en uitvoeringsprogramma’ (maart
2008).’
Op basis van deze nota en de adviezen van de <
betrokken gemeenten, provincies en belangen-
groepen, nam de Vlaamse regering op 24 oktober
2008 een beslissing over de herbevestiging van de
10 r u p g e n t s t r a a t n o o r d | j a n u a r i ‘ 1 0 | w v i
agrarische gebieden en het operationeel uitvoe-
ringsprogramma, mits “technisch nazicht”. (pdf).
Na technisch nazicht kwam er een mededeling <
met een aantal aangepaste documenten op de
Regering op 14 november 2008
Het plangebied van onderhavig GRUP is gelegen <
in deelruimte 3 “zuidelijke Leievallei”.
Onderhavig GRUP is niet gelegen binnen één van <
de actiegebieden.
De Mandevallei, het kasteelpark, de Mandelhoek <
en de Lokkebeekvallei in Ingelmunster wel.
Deze elementen bevinden zich ten oosten en <
ten noorden van het plangebied van onderhavig
GRUP.
Het plangebied is niet gelegen binnen een herbe- <
vestigd agrarisch gebied.
Herbevestiging agrarisch gebied
Afbakening Regionaal Stedelijk 1.3.
gebied Roeselare
De Vlaamse regering heeft op 21 november 2008 <
het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbake-
ning Regionaalstedelijk Gebied Roeselare defini-
tief vastgesteld. Dit plan voert een aantal aanpas-
singen door aan de bestemmingen en de geldende
stedenbouwkundige voorschriften in delen van de
gemeenten Ardooie, Hooglede, Izegem, Ingelmun-
ster, Roeselare en Staden.
Met dit plan heeft de Vlaamse Regering over twee <
zaken beslist:
(1) een afbakeningslijn die aangeeft waar de ste- <
delijke ontwikkeling van Roeselare in de toekomst
kan gebeuren.
(2) aanpassingen aan de stedenbouwkundige <
voorschriften op verschillende locaties om nieuwe
ruimte te creëren voor wonen, werken, verkeersin-
frastructuur stadsbossen en stedelijk groen.
Ten zuiden van Ingelmunster en ten westen van <
de N 50 wordt de lijn bepaald door het feit dat
de overgang tussen open ruimte en bebouwd
gebied ter hoogte van deze wijken nog vrij
duidelijk aanwezig is en door het feit dat zowel
Ingelmunster - Zuid als de Kasteelwijk in Izegem
ruimtelijk en functioneel behoren tot de oostelijke
woonlob van het regionaal stedelijk gebied. In de
open ruimte ten zuiden komt weliswaar verspreide
bebouwing voor maar is er ook nog belangrijke
landbouwactiviteit. De lijn volgt de grens van de
aaneengesloten bebouwing van de Hoevewijk, de
Vierbunderwijk en de Kasteelwijk. Tussenin wordt
de lijn vastgelegd op de zuidelijke grens van de
percelen langs de N 357 die een regionaalstede-
lijke verbindingsweg is.
Door deze deelname aan het regionaalstede- <
lijk gebied is Ingelmunster ook geselecteerd als
economisch knooppunt. In economische knoop-
punten moet de bestaande bundeling behouden
en waar mogelijk versterkt worden. Op die manier
ontstaat een trendbreuk waarbij de verspreiding
van de tewerkstelling wordt tegengegaan. Nieuwe
economische activiteiten van regionaal belang en
herlokalisatie van bestaande regionale bedrijven
worden geconcentreerd in de economische knoop-
punten.
Het onderhavig RUP is niet gelegen binnen een <
specifiek deelgebied en RUP.
11w v i | j a n u a r i ‘ 1 0 | r u p g e n t s t r a a t n o o r d
Op provinciaal niveau2.
PRS2.1.
PRS West-Vlaanderen2.1.1.
Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West- <
Vlaanderen is op 12 juni 2001 definitief vastgesteld
door de provincieraad. Het PRS is goedgekeurd
bij Ministerieel Besluit van 6 maart 2002.
De visie en de gewenste ruimtelijke ontwikkeling <
geschetst in het PRS sluit aan bij het Ruimtelijk
Structuurplan Vlaanderen en geeft een nadere uit-
werking en invulling aan de elementen die vragen
om een samenhangend beleid over de gemeen-
telijke grenzen heen. De bindende bepalingen
vormen het kader voor de maatregelen waarmee
de provincie de gewenste structuur wil realiseren.
Elementen van ruimtelijk beleid 2.2.
op provinciaal niveau die bepa-
lend zijn voor Ingelmunster
Ingelmunster behoort naar < gewenste neder-
zettingsstructuur tot het “stedelijk netwerk op
Vlaams niveau Regio Kortrijk”. De toepassing
van een bundeling van wonen, werken en voor-
zieningen naar stedelijke gebieden, van lokale
voorzieningen naar kernen, industriële activiteiten
en distributiefunctie op de lijninfrastructuur moet
voorkomen dat de stedelijke gebieden en kernen
aaneenrijgen tot één stedelijk gebied.
Binnen dit gebied behoort de kern van Ingelmun- <
ster tot het regionaalstedelijk gebied van Roese-
lare, geselecteerd als structuurondersteunend
hoofddorp. De taakstelling voor de regionaalste-
delijke gebieden Brugge, Oostende, Roeselare en
Kortrijk samen, in de periode 1991-2007, wordt
volgens de hypothese van het ontwerp PRS West-
Vlaanderen geschat op 28 600 woningen.
Het is de bedoeling dat de woningbehoefte voor <
Roeselare, Izegem en Ingelmunster volledig
wordt gerealiseerd binnen de afbakening van het
regionaalstedelijk gebied. De ontwikkeling van het
binnengebied als woningbouwgebied kadert in het
te voeren aanbodbeleid voor woningen en klein-
handel binnen de regionaal stedelijke gebieden.
Wat de < gewenste ruimtelijke structuur bedrij-
vigheid betreft zou Ingelmunster, als gemeente
buiten een economisch knooppunt recht kunnen
hebben op een lokaal bedrijventerrein van max.
5 ha. Maar aangezien delen van Ingelmunster tot
het regionaalstedelijk gebied Roeselare vallen,
bestaat er ook een mogelijkheid een bijkomend
aanbod aan regionale bedrijventerreinen te reali-
seren, afhankelijk van de werkgelegenheid en de
draagkracht van de omgeving. Specifieke bedrij-
venterreinen voor watergebonden activiteiten zijn
volgens het PRS verder te voorzien in samenhang
met het kanaal Roeselare - Leie.
Naar < gewenste ruimtelijke structuur kleinhan-
del richt het beleid zich op het tegengaan van
een verdere uitzwerming van detailhandel over de
stadsrand en in het buitengebied. Een verweving
van nieuwe kleinhandelzaken met de nederzet-
tingsstructuur staat voorop. Aan verbindingswegen
en op knooppunten van verbindingswegen buiten
de kernen van het buitengebied en buiten de
stedelijke gebieden worden geen nieuwe, ruimte-
lijk geïsoleerde kleinhandelsbedrijven ingeplant.
Het PRS selecteert in het buitengebied enkel “te
herstructureren kleinhandelslinten”, namelijk klein-
handelslinten die buiten de stedelijke gebieden
en de kernen structuurloos tot ontwikkeling zijn
gekomen. In Ingelmunster komen deze niet voor.
Kleinhandelslinten in kernen, overige woonconcen-
traties en overige kleinhandel in de open ruimte
worden door de gemeenten geselecteerd.
Naar < gewenste structuur voor toerisme en
recreatie toe, valt Ingelmunster buiten de gese-
lecteerde toeristisch-recreatieve netwerken (een
gebiedsdekkende samenhang van lijnelementen
en knooppunten, gekaderd binnen landschappe-
lijke en functionele ruimtelijke gebieden).
Algemene ontwikkelingsperspectieven die gelden <
voor het buitengebied, gelden voor Ingelmunster.
De aandacht berust hier voornamelijk op het kwali-
tatief ontwikkelen van het recreatief medegebruik,
rekening houdende met de ruimtelijke draagkracht.
Bij het uitwerken van een < gewenste ruimtelijke
structuur van verkeer en vervoer bestaat een
belangrijke taak voor het provinciaal niveau er in
tot een selectie te komen van de secundaire we-
gen, met een verdere subcategoriesering van de
secundaire wegen in drie types (I, II en III) .
De N 399 van Ingelmunster (N50) tot de Holein- <
destraat in Tielt, de N35 van Tielt (N37) tot Deinze
(N409), de N 50 van Kortrijk (R8) tot de N 399 in
Ingelmunster, de N36 van Izegem tot de N 43 (Ha-
relbeke), de N 357 vanaf de N 50 (Ingelmunster)
tot de aansluiting met de N 382 (Oostrozebeke /
Ingelmunster) nader te bepalen en de N 382 in
ontwerp vanaf de N 43 (Waregem) tot de aanslui-
ting op de N 357 (Ingelmunster/Oostrozebeke)
nader te bepalen, zijn geselecteerd als secundaire
I. Verbinding op bovenlokaal niveau voor alle
vervoersmodi over de weg (autoverkeer, openbaar
12 r u p g e n t s t r a a t n o o r d | j a n u a r i ‘ 1 0 | w v i
vervoer, fietsverkeer) primeert hier. Hun maasver-
kleinende functie, die ze nu nog vaak uitoefenen,
is in principe niet langer gewenst. Deze wegen
hebben tevens nog een verzamelende functie,
en noodzakelijkerwijs, een toegang verlenende
functie.
Geselecteerde wegen als < secundaire weg II van
belang zijn de N 50 van Ingelmunster (N 399) tot
Oostkamp en de N 327 van Wingene tot Tielt (N
37). Hier primeert de verzamelfunctie op boven-
lokaal niveau voor de verschillende vervoersmodi
autoverkeer, openbaar vervoer en fietsverkeer.
Deze wegen zijn slechts in tweede instantie
verbindend. Het toegang verlenen neemt hier nog
meer toe dan in de categorie secundair I.
Het kanaal Roeselare - Leie is geselecteerd als <
secundaire waterweg. Secundaire waterwegen
vervullen een ontsluitingsfunctie naar het hoofdwa-
terwegennet.
Gebiedsgerichte benadering2.3.
De visie van de provincie over de verschillende <
deelstructuren wordt gebiedsgericht vertaald naar
verschillende deelruimten. Ingelmunster is gelegen
in de “Middenruimte”. Deze ruimte omvat de
stedelijke gebieden Roeselare, Tielt en Torhout.
Veel aandacht gaat naar een verweven geïndu-
strialiseerde landbouw. Deze heeft in het verleden
immers reeds geleid tot een specifiek landschap
met veel nieuwe elementen. Het beleid dat op
provinciaal niveau beoogd wordt en van belang is
voor Ingelmunster bestaat uit het concentreren van
dynamische activiteiten in de stedelijke gebieden
en de specifieke economische knooppunten, het
versterken van de stedelijke gebieden met extra
aandacht voor zoeklokaties voor openluchtrecre-
atieve groene domeinen, het uitbouwen van een
multifunctioneel kanaal, een ontsluiting van de
regio ten zuiden van Tielt via de N 399 realiseren
en ten zuiden van de as Roeselare-Tielt verlaten
spoorwegbermen laten fungeren als ‘natuurlijke
aders’.
Op gemeentelijk niveau3.
GRS3.1.
Hieronder worden de belangrijkste elementen uit <
het richtinggevend gedeelte van het GRS weerge-
geven, van toepassing op onderhavig RUP.
Gewenste natuurlijke en land-3.1.1.
schappelijke structuur
Ruimte voor water
Belangrijke nieuwbouwprojecten dienen de <
watertoets te ondergaan om te voorspellen of de
toegenomen verharde oppervlakte elders overstro-
mingsrisico inhoudt. Wanneer belangrijke opper-
vlakten verhard worden met voor water ondoorla-
tende materialen, dient bijkomende waterberging
voorzien binnen het project. Het is belangrijk dat
het water zo veel mogelijk infiltreert in de bodem
en niet te snel af stroomt. Een snelle aanvoer van
hemelwater in de waterlopen kan immers tot over-
stromingen in de Mandelvallei leiden.
Hiervoor kan verder gewerkt worden op de ge- <
meentelijke verkavelingsverordening betreffende
waterhuishoudingsmaatregelen bij de aanleg van
verkavelingen. Daarnaast kan bij andere nieuw-
bouwprojecten dan verkavelingen in het kader van
de bouw- en/of milieuvergunning, waterhuishou-
ding als een voorwaarde worden opgelegd (RD p.
12)
Kleine groenruimten in de bebouwde kern
Binnen de bebouwde zone is het wijkgroen hooguit <
beperkt tot lijn- en puntvormige elementen, zoals
laanbeplanting en heesters op een pleintje. Ze
worden als stedelijk groen behouden, maar bieden
13w v i | j a n u a r i ‘ 1 0 | r u p g e n t s t r a a t n o o r d
door hun geringe oppervlakte weinig potenties
voor natuurontwikkeling.
Bij het ontwikkelen van nieuwe wijken is de <
verweving en inrichting van nieuwe groenruimten
noodzakelijk. (RD p. 12)
Gewenste nederzettingsstructuur3.1.2.
Werken aan het stedelijk weefsel van
Ingelmunster
Naast deze site beschikt de gemeente over een <
tweede potentie om het stedelijke weefsel gron-
dig aan te pakken. Het betreft de site “Mokette”,
gelegen tussen het kanaal en de Oudstrijderstraat,
in het bouwblok achter de Gentstraat. Deze site
is gelegen in een gemengd woon- en industriege-
bied. Bij stopzetting van de bedrijvigheid, komt er
wonen in de plaats. Deze omzetting is een lokale
bevoegdheid.
Beide sites kunnen vastgepakt worden om te <
werken aan het stedelijk weefsel van Ingelmunster
(hogere dichtheid, vernieuwende woontypolo-
gieën) (RD p.19)
Aanbieden gedifferentieerd woningaan-
bod
De gemeente is van oordeel dat toepassen van <
deze lineaire maatregel binnen alle nog te ontwik-
kelen woongebieden groter dan 1 ha niet wense-
lijk is, en geen garantie biedt voor een optimale
ruimtelijke ordening. Zij zal dan ook een gemeen-
telijk woonplan opmaken, teneinde ondermeer de
potenties van de verschillende gebieden aan te
tonen om bovenstaande menging te realiseren,
af te toetsen, en te differentiëren van gebied tot
gebied.
Tot zolang dit woonplan niet is opgemaakt, zal de <
gemeente de in het PRS opgenomen verhoudin-
gen bij de ontwikkeling van alle woongebieden
groter dan 1 ha respecteren. (RD p. 20)
Dichtheidsdifferentiatie
Uitgangspunt is een verdichtingsprincipe toe te <
passen die in harmonie te brengen is met de
bestaande dichtheid van het ruimtelijk samenhan-
gend geheel waarin een site zich bevindt, waarbij
wel een minimale stedelijke dichtheid van 25
woningen per ha gerespecteerd wordt.
Algemeen wordt er gestreefd naar een gemiddelde <
verhoging van 5 woningen per hectare per deelge-
bied. Zo ontstaat een verdichting die aansluit bij de
bestaande dichtheid. Een al te grote schaalsprong
naar dichtheid wordt als zo vermeden.
Voor enkele deelgebieden, zoals de site “Mokette”, <
de site “Monument en de “stationsomgeving”
wordt, omwille van hun grote potenties voor stede-
lijke ontwikkeling op vlak van wonen en hun ligging
nabij het station, een hoge dichtheid opgelegd,
sterk afwijkend van de bestaande dichtheid van
het ruimtelijk samenhangend geheel waartoe ze
behoren. (RD p. 22)
Voor de site “Mokette” is deze richtdichtheid in de <
tabel op p. 22 van het richtinggevend gedeelte
vastgelegd op 30 wo/ha.
Kwalitatieve woonomgeving
Richtdichtheden zijn echter geen doel op zich. <
Verdichten zonder kwaliteitsbewaking is immers
gedoemd om te mislukken.
Kwalitatieve randvoorwaarden moeten hand in <
hand gaan met bovenvermelde richtdichtheden.
Tegenover een hoge densiteit moet een kwalita-
tieve inrichting van de woonomgeving staan.
Vooreerst dient het openbaar domein een kwali- <
tatieve inrichting te krijgen, met aandacht voor de
zwakke weggebruiker, kwalitatief en duurzaam
materiaalgebruik, multifunctioneel gebruik van de
publieke ruimte (bv. parking wordt basketbalveld),
voldoende groen- en speelvoorzieningen, groen-
aanplant langs de wegenis, …. .
Bovendien moeten bij het nastreven van de ge- <
wenste dichtheden bouwvormen worden gehan-
teerd die belangrijke aanwezige binnentuinen in
reeds dichtbebouwde gebieden vrijwaren en die in
de projecten zelf de nodige tuinen, daktuinen en
groene terrassen voor de verschillende woningen
en functies inbrengen om hun leefbaarheid op het
gewenste hoge kwaliteitsniveau te brengen.
In elk geval zullen voor het realiseren van de <
beoogde dichtheden aantrekkelijke woningtypolo-
gieën moeten worden gebruikt, zowel traditionele
vormen zoals brede rijhuizen, koppelbouw, … als
nieuwe vormen zoals stedelijke villa’s, patiowo-
ningen, intelligent geschakelde woningen, ruime
dakwoningen boven bedrijfs- of handelsruimtes,
gestapelde duplexwoningen, kwalitatieve stapel-
bouw met voldoende private of semi-private bui-
tenruimte (gemeenschappelijk tuin en individuele
ruim bemeten terrassen), woonerven, … .
De wijze waarop deze kwaliteitszorg te realiseren <
is, is op te nemen in een uitvoeringsinstrument.
(RD p. 23)
Gewenste economische structuur3.1.3.
Op kaart 6 van het richtinggevend gedeelte is de <
stationsomgeving aangeduid als centrumgebied
met een sterke verweving van functies.
14 r u p g e n t s t r a a t n o o r d | j a n u a r i ‘ 1 0 | w v i
Gewenste recreatieve en cultu-3.1.4.
rele structuur
Uitbouw kanaal als structurerend element
voor toerisme en recreatie
Het toeristisch-recreatief aspect van het kanaal <
dient te worden versterkt.
De uitbouw van de Mandelvallei als drager voor <
natuur en landschap moet gepaard gaan met het
versterken van de functionele en recreatieve lang-
zaam verkeersverbindingen langsheen het kanaal
en het versterken/ontwikkelen van recreatieve
polen, geënt op de toeristische as van het kanaal.
Recreatieve en toeristische functies, al dan niet op
heden reeds bestaand, worden gelinkt aan het ka-
naal. Nieuwe toeristisch-recreatieve routes worden
aangetakt aan deze oost-west gerichte lineaire
structuur. Nieuwe of bestaande recreatieve polen
worden ontwikkeld of worden versterkt (speelbos,
festivalweide, watersport langsheen het kanaal,
paardenmanège, cafés, restaurant, aanlegsteigers
pleziervaart, jeugdmogelijkheden, …). In die optiek
moeten omschakelingen van bestaande functies
naar een toeristisch-recreatieve functie onder-
steund worden. (RD p. 34)
Op kaart 7 van het richtinggevend gedeelte is het <
“’t Goed ter Coutere” aangeduid als een toeris-
tisch-recreatieve voorziening.
Gewenste verkeers- en vervoers-3.1.5.
structuur
Afbouwen doorstroming N 50 d
De N 50 d (Bruggestraat-Stationstraat-Kort- <
rijkstraat) en de N 357 (Oostrozebekestraat-West-
straat) zijn respectievelijk de belangrijkste noord-
zuid en oost-west-assen doorheen het centrum
van de gemeente. Het zijn historisch de verbin-
dingswegen doorheen de gemeente. Het voltooien
van de Ring rond de kern van Ingelmunster heeft
gezorgd voor een ontlasting van de verkeersdrukte
in het centrum van Ingelmunster in noord-zuid
richting. Ook in oost-westrichting is werk aan de
winkel. Het centrum dient enkel toegankelijk te
zijn voor bestemmingsverkeer. De invalswegen
dienen zodanig ingericht dat de vooropgestelde
snelheid kan afgedwongen worden. In deze optiek
is het belangrijk een aantal ontbrekende ‘poorten
tot het centrum’ (o.a. Izegemstraat) verder uit te
bouwen. Zie ook ‘definiëren toegangspoorten’ bij
entiteit ‘kern Ingelmunster’. Belangrijke aandacht
dient eveneens uit te gaan naar de veiligheid van
de zwakke weggebruikers en het realiseren van
veilige oversteekplaatsen ter hoogte van de kruis-
punten. (RD p. 38)
Op kaart 8 van het richtinggevend gedeelte zijn de <
N 50 en de Gentstraat aangeduid als assen voor
bestemmingsverkeer (met tonnagebeperking).
Gewenste structuur entiteit 3.1.6.
”kern”
Kernversterking door ontwikkeling van
goed gelegen binnengebieden
Bij het ontwikkelen van nieuwe woonwijken legt de
gemeente aan de verkavelaars een aantal verplichtin-
gen omtrent de inrichting op. Het gaat om volgende
zaken:
De woonwijk dient onmiddellijk volgens het zone <
30 principe ingericht te worden,
De wijk dient voorzien te worden van comfortabele <
fiets- en voetgangersdoorsteken,
Indien er voetpaden aangelegd worden, dient dit <
conform de toegankelijkheid voor mindervaliden,
De ontsluiting dient gespreid te worden, zodat er <
geen doorgaand autoverkeer mogelijk is,
Er moeten voorzieningen worden aangebracht <
voor het residentieel parkeren (RD p. 40)
Stedelijke invulling sites Monument en g
Mokette
De bedrijven WVM en Desmaco zijn beide gesi- <
tueerd ten zuiden van het kanaal en hebben de
bestemming ‘industriegebied met nabestemming
wonen’ op het gewestplan. Indien deze bedrij-
ven hun activiteiten definitief stopzetten, wordt
een woonproject voorzien op de site. Gezien de
potentiële verankering aan het kanaal en de lig-
ging nabij het centrum van de gemeente, opteert
Ingelmunster om een analoog stedelijk woonpro-
ject te voorzien op de site “Mokette” als op de site
‘Monument’.
Op beide sites dient een kwalitatieve verdichting <
te gebeuren van het stedelijk weefsel. De schaal
en draagkracht van de omgeving en zijn bewoners
dient hierbij genomen als uitgangspunt. Voor de
invulling van de sites zullen gedifferentieerde en
innovatieve verdichtende woningtypologieën moe-
ten worden ingezet. Sommige (centrale) plekken
(park, nieuwe stedelijke publieke ruimte, ….) zullen
een densere bouwvorm verdragen, op andere
plekken (achter bestaande woonlinten) zullen
grondontsloten woningen of tussenvormen dienen
worden ingezet teneinde een gedragen dichtheids-
beleid te kunnen realiseren.
Kwalitatief verdichten kan enkel mits er aandacht <
wordt besteed aan kwalitatieve, structurerende en
leesbare publieke ruimtes. Deze dienen te functi-
oneren als drager van de projecten, en dienen te
worden verknoopt met het bestaande weefsel.
15w v i | j a n u a r i ‘ 1 0 | r u p g e n t s t r a a t n o o r d
De twee projecten worden gezien als een raster <
met diverse maaswijdtes, elke met hun specifieke
invulling. Laag versus hoog. Grondontsloten woon-
gelegenheden versus stapelvormen. Strips versus
eilanden.
Een gemengde ontwikkeling, waarbij niet-woon- <
functies (gemeenschapsvoorzieningen zoals
kinderopvang, buurtwinkels, beperkte horeca, …)
op maat van de kern van Ingelmunster verweven
worden met de woonfunctie is mogelijk. Deze
worden opgehangen aan de nieuwe stedelijke
publieke dwarsruimte .
In het in 2005 gefinaliseerde project Canal Link is <
een aanzet voor de ontwikkeling van deze gebie-
den gegeven.
Bij de site ‘Mokette’ dienen de woningtypologie <
en vormgeving de beeldkwaliteit van het kanaal
te versterken. Het concept van “wonen langs het
kanaal” dient gerealiseerd door de woningen effec-
tief te richten op dit kanaal en zijn groene oevers.
Er dient eveneens een dichtheid van minimaal 30
woningen per ha gerealiseerd. (RD p. 40-41)
Twee evenwaardige ontwikkelingspo- g
len
De stationsomgeving en de markt dienen ingericht <
als twee evenwaardige ontwikkelingspolen.
De stationsomgeving dient ontwikkeld als intense <
woon-werkomgeving, met een ontwikkeling van
stapelbouw, handelszaken en horeca op een
verantwoorde manier. Specifieke aandacht dient
gevestigd op de inrichting van de publieke ruimte,
die een aantrekkelijke plek moet te zijn om te
vertoeven. De stationsomgeving dient, naast de
markt, de tweede evenwaardige ontwikkelingspool
te worden van de kern.
Naast het creëren van een aantrekkelijke, aange- <
name stationsomgeving moet er ook aandacht ge-
geven te worden aan de overstapvoorzieningen en
de wacht accommodatie. Het wachten op de trein
of bus dient in een aangename sfeer te kunnen
gebeuren. Tevens is er in een stationsomgeving
behoefte aan voldoende parkeermogelijkheden
voor auto’s en fietsen. Verder moet er aandacht
gegeven worden aan de vormgeving van de pu-
blieke ruimte in het algemeen en in het bijzonder
aan een groen karakter ervan. (RD p. 42)
Definiëren toegangspoorten g
Toegangspoorten tot Ingelmunster situeren zich <
in het noorden en het zuiden van de gemeente,
namelijk daar waar de Ring samenkomt met res-
pectievelijk de Bruggestraat en de Kortrijkstraat en
in het oosten van de gemeente bij de samenkomst
van de Oostrozebekestraat met de Ring, de Meu-
lebekestraat met de Ring en de Gentstraat met de
Ring. In het westen van de gemeente verloopt de
toegang eerder diffuus langsheen de Weststraat
en de Izegemstraat. In navolging van het goedge-
keurde mobiliteitsplan zijn langs de Izegemstraat
wel verkeersremmende maatregelen gepland en
is het de bedoeling ook daar een poorteffect te
creëren.
De bestemming ‘parkgebied’ in het zuiden van de <
gemeente leent zich uitstekend om een toegangs-
functie waar te maken. Structurerende wegen
gelegen tussen 2 toegangspoorten dienen herin-
gericht met het oog op de verkeersveiligheid en
verblijfsgebieden.
Bestaande, historisch gegroeide bedrij- g
ven in de kern op een ruimtelijk verant-
woorde manier op eigen terrein verder
laten ontwikkelen
Voor een aantal bestaande, historisch gegroeide <
en vaak relatief grootschalige bedrijven die gele-
gen zijn in de kern van Ingelmunster en verweven
zijn met de woonomgeving, dient een ruimte-
lijke oplossing gezocht om deze bedrijven in de
toekomst de mogelijkheid te bieden zich verder te
kunnen handhaven op hun huidige terreinen, mits
een maximale integratie voorzien wordt naar de
woonomgeving toe. Voor bedrijven gelegen binnen
centrumweefsel kan onderzoek gebeuren naar
creatieve manieren van optimale integratie waarbij
zo weinig mogelijk nuttige oppervlakte verdwijnt.
Bij stopzetting van de huidige activiteiten kunnen
slechts die activiteiten in de plaats komen die
verweefbaar zijn met de woonomgeving of dient de
site te worden gereconstrueerd tot een kernver-
sterkend woonproject, waar naast wonen ook
kernondersteunende activiteiten zijn toegelaten.
gewenste structuur entiteit 3.1.7.
“Mandelvallei”
In Ingelmunster zijn er duidelijk 4 parallelle structu- <
ren aanwezig, met name van noord naar zuid
Weststraat - Oostrozebekestraat <
Mandel <
Kanaal <
Izegemstraat - Gentstraat <
Er zijn weinig ruimtelijke linken tussen deze paral- <
lelle structuren, elk drager van bepaalde functies.
Specifieke platformen voor stedelijke ontwikkeling
dienen de 4 parallelle structuren aan elkaar te
rijgen.
16 r u p g e n t s t r a a t n o o r d | j a n u a r i ‘ 1 0 | w v i
groene platformen <
De ontwikkeling van natuurlijke noord-zuid <
gerichte elementen staan hier voorop
speelbos : linkt de structuur geënt op de Gent- <
straat aan het kanaal (zie kanaal structurerend
voor toerisme en recreatie)
noord-zuid gerichte tangent Izegemwegel : linkt <
het kanaal, de Mandelvallei en de Oostrozebe-
kestraat met elkaar en met de noordoostelijke
woonontwikkelingen langs de 11 Juli Singel.
via de Izegemwegel wordt een beperkte na- <
tuurverbinding tussen de Mandelvallei en het
Ardooieveld gerealiseerd, linkt dus de Mandel-
vallei met het Ardooieveld.
blauwe platformen <
De ontwikkeling van gemeenschaps- en toe- <
ristische/recreatieve voorzieningen staan hier
voorop.
Markt-Kasteelpark-Kanaal : linkt het kanaal via <
het kasteelpark met de ontwikkelingen op de
markt.
rode platformen < :
De ontwikkeling van woongelegenheden, al <
dan niet verbonden met kerngebonden functies,
staat hier voorop.
Site Monument : linkt de structuur geënt op de <
Oostrozebekestraat aan de Mandelvallei, indien
mogelijk verder zuidelijk aan het kanaal. Deze
site kan pas ontwikkeld worden na een goedge-
keurd BPA/GRUP Molenhoek voor de betreffen-
de site, gekoppeld aan BPA/GRUP Zandberg
en na de herlokalisatie van Monument naar het
bedrijventerrein Zandberg (zie verder ‘stedelijke
invulling’). Bovendien geven beide GRUP’s
uitvoering aan een nog op te maken gewestelijk
GRUP in het kader van de afbakening van het
regionaalstedelijk gebied Roeselare.
Site Mokette: linkt de structuur geënt op de <
Gentstraat aan het kanaal. Deze site kan pas
ontwikkeld worden na het stopzetten van de
huidige aldaar gevestigde bedrijvigheid of een
deel ervan (zie verder ‘stedelijke invulling’).
WU kanaal : linkt de structuur geënt op de Ize- <
gemstraat aan het kanaal. Dit gebied kan pas
ontwikkeld worden op lange termijn (reserve-
gebied) en bij een aantoonbare behoefte. Deze
behoefte kan zowel lokaal zijn als een bijko-
mende taakstelling van bovenlokaal niveau op
het vlak van wonen inhouden.
Het reservegebied Ringlaan-Bruggestraat krijgt <
wat timing van aansnijding betreft, voorrang.
De woningtypologie en vormgeving dienen de
beeldkwaliteit van het kanaal te versterken. Het
concept van “wonen langs het kanaal” dient ge-
realiseerd door de woningen effectief te richten
op dit kanaal en zijn groene oevers.
De stationsomgeving : linkt de structuur geënt <
op de Gentstraat-Izegemstraat aan het kanaal.
mobiliteitsplan3.2.
Op 8 juli 1998 keurde de gemeenteraad het mobi- <
liteitsconvenant goed. Het mobiliteitsconvenant is
een samenwerkingsakkoord tussen het ministerie
van de Vlaamse Gemeenschap en de lokale be-
sturen omtrent het verkeers - en mobiliteitsbeleid.
Deze goedkeuring omvatte onder meer de opmaak <
van een mobiliteitsplan voor de gemeente. Het
plan werd opgemaakt door de groep Planning uit
Brugge.
Het mobiliteitsplan is opgebouwd uit drie delen: <
De oriëntatienota werd goedgekeurd door de <
auditcommissie op 12 november 2001.
De synthesenota werd voorlopig conform ver- <
klaard door de PAC op 9 september 2002.
Het beleidsplan werd goedgekeurd door de <
PAC op 9 februari 2004.
Momenteel wordt een sneltoets opgemaakt, deze <
zal behandeld worden door de PAC op 20 april
2009.
GNOP3.3.
Het bosje in de oksel van kanaal en centrumbrug <
behoort tot het gebiedsgericht actieplan “Mandel-
as”. Een gebiedsgericht actieplan werd opgesteld
voor de Mandel-as (gebied rond Mandel en Vaart)
en dit vooral wegens het feit dat het erkend natuur-
reservaat en het kasteelpark belangrijk en centraal
gelegen zijn in de gemeente, wegens het feit dat in
dit gebied positieve samenwerking op korte termijn
kon verwacht worden en wegens het feit dat grote
delen in groen- en of parkgebied volgens het ge-
westplan gesitueerd zijn.
Volgende doelstellingen staan centraal in de uit- <
werking van het actieplan:
bewerkstelligen van natuurontwikkeling <
specifieke aandacht voor de functioneel-recrea- <
tieve ontsluiting
afstemming op geplande huisvestingsprojecten <
als woonuitbreiding
afstemmen op mogelijke verkeersontsluiting <
langsheen Kanaaloever-Noord
voldoende fasering voor termijnen en koste- <
nomvang voor realisatie.
Verder zijn geen specifieke maatregelen opgenomen
voor de percelen liggende in onderhavig GRUP.
17w v i | j a n u a r i ‘ 1 0 | r u p g e n t s t r a a t n o o r d
Voorstudies
Canel Link3.4.
Het project maakt deel uit van een studie in het kader
van Canel Link
Hierin worden aan aantal projecten onderzocht, <
die een bijdrage leveren aan een structurele visie
op de ontwikkeling van de betreffende gemeentes
en de plaats van het kanaal daarin.
De geformuleerde projecten vallen uiteen in drie grote
hoofdstukken
Het ontwikkelen van een bijzonder stuk in het <
kanaallanschap tot ‘een park in de kanaalstad’.
Het herrijken van de relatie tussen het kanaallan- <
schap en het omliggende rooster. In deze hoofd-
stukken gaat het om het definiëren van randen,
bruggen, paden en passages.
In de studie wordt voorgesteld een groot land- <
schapspark te creëren, waarvan de vallei van de
Mandel, de landschappelijke basislaag vormt.
Tussen Izegem en Ingelmunster liggen midden in <
het kanaallandschap een aantal gronden, ingeslo-
ten tussen de parallelle lijnen van Mandel, kanaal
en spoor. Ze zijn ruimtelijk overgedimensioneerd
maar functioneel ondergeprogrammeerd. Ze zijn
centraal gelegen maar worden marginaal gebruikt.
De ruimte rond het kanaal ligt vandaag vooral op <
de achtergrond, in tweede bouworde, achter de
linten die zich aan beide zijden van het kanaal
uitstrekken.
Het bedrijf van onderhavig plangebied komt op <
korte termijn in aanmerking voor reconversie.
De gebouwen op de site zijn ruimtelijk weinig <
interessant, waardoor wordt gekozen voor een
integrale herontwikkeling.
Tussen Izegem en Ingelmunster bevindt zich een <
bijzonder landschap die we kunnen opvatten als
een park, doorsneden door het kanaal en gekleurd
door het industriële segment dat het heeft achter-
gelaten.
Het eigenzinnig parklandschap dat we willen ont- <
wikkelen, is niet het park in de traditionele zin van
het woord. De naam park gebruiken we in de eer-
ste plaats als de duiding voor een aantal principes
doe de open ruimte rond de Mandel laten verande-
ren tot iets bijzonders, tot een andere ruimte.
De ontwikkeling van zone 4 en 7 , van onderhavig <
plangebied sluiten op deze visie aan.
De relatie van Ingelmunster met het kanaal is een <
soort non-relatie. Historisch ligt het dorp aan de
noordzijde van de Mandelvallei.
De industriële ontwikkeling van het territorium <
heeft ook in Ingelmunster zijn sporen nagelaten.
Je vindt in het hart van de gemeente een aan-
tal grote industriële vestigingen. De industriële
vestigingen eisen een plek op tussen alle andere
ruimtelijke ingrediënten, zonder het karakter van
de gemeente te overheersen.
De verschillende elementen en sferen is één van <
de basistrekken die Ingelmunster tekenen.
Studie Canal Link
Dorpskernvernieuwing3.5.
De gemeente Ingelmunster heeft een studieopdracht
uitgeschreven voor de heraanleg van de dorpskern,
door de herwaardering van haar publiek domein De
gemeente wil met deze opdracht de dorpskern op-
waarderen en de straat en het publiek domein terug-
geven aan de bevolking..
De heraanleg van de dorpskern heeft volgende doel-
stellingen:
Het verfraaien van de publieke ruimte als hefboom <
en stimulans voor de eigen investeringen van
particulieren op het vlak van handelsactiviteiten en
woonprojecten.
Oplossen van verkeerstechnische aspecten die de <
mobiliteit in en rond de kern van de gemeente ten
goede komen.
Creëren van een identiteit en herkenbaarheid voor <
de kern van de gemeente door de vormgeving
van het openbaar domein, rekening houdend met
de aanwezige karakteristieke elementen zoals
de kerk, het kasteel en omliggende parken en de
kanaalomgeving.
De centrumbrug over het kanaal en zijn integratie in
de omgeving rond het kanaal maken deel uit van deze
studie.
Het trace van de brug wordt verlegd. Het traject <
voor de overspanning van de Mandelvallei wordt
verlegd van de Stationsstraat naar de sporen toe,
zoals gesuggereerd in de studie Canal Link. Er
ontstaat meer ruimte voor aanloopstroken van de
brug. Een dynamisch perspectief in de passage
over de brug toont afwisselend het station, de
vallei, beide dorpshelften, het kanaal, het kas-
teeldomein, de Mandel en de Valoratoren. Het
perspectief vanaf de Kortrijkstraat wordt niet langer
geblokkeerd door het landhoofd van de brug, maar
18 r u p g e n t s t r a a t n o o r d | j a n u a r i ‘ 1 0 | w v i
de straat duikt letterlijk de groene vallei in. Over
het oude traject van de steenweg heen ontstaat
een wederzijds uitzicht van de ene dorpshelft naar
de andere, door het groen van de vallei heen. De
essentie van Ingelmunster centrum gevat in 1 blik.
De brug wordt verhoogd met 1.4m zodat de contai- <
nerterminal van Wielsbeke bereikbaar wordt voor
zwaar vervoer.
De nieuwe brug zorgt voor een haalbare hellings- <
graad voor fietsers.
De barrièrewerking die ontstaan is tussen beide <
gemeenten, door het kanaal, dient weggewerkt.
De ontwikkeling van de parzone kadert binnen deze
studie.
Dorpskernvernieuwing
Een nieuwe dorpsbrug in en over 3.6.
het kanaal
De brug die het kanaal oversteekt wordt omge- <
vormd tot een brug die de hele ruimte van het
kanaal en de vallei oversteekt. Onder de brug
wordt ruimte vrijgemaakt die een grotere dimensie
geeft aan het kanaal.
De dorpsbrug van Ingelmunster is gelegen op de <
oude steenweg die Brugge met kortrijk verbindt.
De grote verkeersstroom die deze noord-zuidroute
volgt is reeds geruime tijd naar de ringweg aan de
oostkant van Ingelmunster afgeleid. De nieuwe
brug wordt verhoogd, zodat de containerterminal
die wordt gebouwd op de grens van roeselare en
Izegem toegankelijk wordt gemaakt voor schepen
met een hoge stapelhoogte.
Op de zuidoever van het kanaal kan de bestaande <
groenstructuur (park in de oksel van kanaal en <
centrumbrug) verlengd worden over de volledige
lengte van het traject onder de vorm van een park.
In dit groen raster worden de diverse woonvormen
ter hoogte van de nieuw te ontwikkelen site ‘de
Mokette’ ingeschoven.
Een nieuwe stedelijke publieke ruimte, opgehan- <
gen aan de nieuwe dwarse noord-zuid gerichte
doorsteek, fungeert als dwarsdoorsnede op het
stedelijk weefsel.
Via een nieuwe fiets- en voetgangersbrug kan een <
verbinding gemaakt worden met het inbreidings-
project de Mokette op de zuidoever van het
kanaal. <
De brug maakt deel uit van de dorpskernvernieu- <
wing.
gewenste structuur/planop-
zet
Concepten (projectzone)1.
De Mandelvallei als drager voor 1.1.
natuur en landschap
Op het grondgebied van Ingelmunster is het <
de bedoeling de vallei van de Mandel te laten
ontwikkelen tot een groene omgeving waar de
landschappelijke en recreatieve componenten
de hoofdrolspelers zijn (zie ook visie afbakening
RSGR). Ingelmunster wenst in de eigenlijke
vallei van de Mandel (= noorden van het kanaal)
bijkomend de economische bedrijvigheid te mini-
maliseren (watergebonden bedrijvigheid wordt wel
toegelaten) en de woonfunctie te relateren aan het
kanaal (wonen aan het water).
Met de gewestplanwijziging van 15/12/1998 is het <
milieubelastend industrieterrein ten oosten van de
Ringlaan en ten noorden van het kanaal gewijzigd
in deels natuurgebied, deels reservaatgebied en
deels gebied voor gemeenschapsvoorzieningen/
openbare nutsvoorzieningen. Ook de reservatie-
strook voor de Kanaalweg ten noorden van het
kanaal werd geschrapt. Deze wijzigingen kaderen
in de visie om de harde sectoren aan de vallei van
de Mandel te onttrekken (bedrijvigheid, verkeer) en
ruimte te laten voor zachte sectoren.
19w v i | j a n u a r i ‘ 1 0 | r u p g e n t s t r a a t n o o r d
rol jaagpad in functie van het 1.2.
kanaal als toeristisch, recreatief
element
Uitbouwen kanaal als structurerend element voor toe-
risme en recreatie
Het toeristisch-recreatief aspect van het kanaal <
dient te worden versterkt. De uitbouw van de
Mandelvallei als drager voor natuur en landschap
moet gepaard gaan met het versterken van de
functionele en recreatieve langzaam verkeersver-
bindingen langsheen het kanaal en het versterken/
ontwikkelen van recreatieve polen, geënt op de
toeristische as van het kanaal. Recreatieve en
toeristische functies, al dan niet op heden reeds
bestaand, worden gelinkt aan het kanaal. Nieuwe
toeristisch-recreatieve routes worden aangetakt
aan deze oost-west gerichte lineaire structuur.
Nieuwe of bestaande recreatieve polen worden
ontwikkeld of worden versterkt (parkzone, speel-
bos, festivalweide, watersport langsheen kanaal,
paardenmanège, café’s, restaurant, aanlegstei-
gers pleziervaart, jeugdmogelijkheden, …). In die
optiek moeten omschakelingen van bestaande
functies naar een toeristisch-recreatieve functie
ondersteund worden.
Langs het jaagpad is de kwaliteit van het kanaal- <
landschap nog voelbaar aanwezig. Je kan er on-
gestoord wandelen of met de mountainbike rijden.
De ruimte rond het kanaal is intern perifeer.
Op de zuidelijke kanaaloever wordt een nieuwe as, <
die de Kanaalstraat met de Handelsstraat verbindt,
toegevoegd tussen bestaande percelen langs de
Oudstrijdersstraat en nieuwe percelen. Dwars
hierop zorgen doorsteken tussen de bouweilanden
voor een goede verknoping met het jaagpad.
Het behouden en stimuleren van bermen en bo- <
menrijen langs het jaagpad draagt bij tot een visu-
ele en ecologische verdichting van het landschap.
Deze elementen worden ingezet om de verbinding
met het omliggende kanaal te versterken en dit in
ecologisch en functioneel opzicht.
Het kanaal is eveneens een lijnvormig, toeristisch, <
recreatief element dat gebruikt wordt als functione-
le (en recreatieve) fietsverbinding. De fietsverbin-
ding kort bij het kanaal blijft bestaan, terwijl er toch
mogelijkheden worden geboden om de economi-
sche ontwikkelingen, door middel van bestaande
en watergebonden bedrijvigheid te laten functio-
neren. Er zijn mogelijkheden om de economische
ontwikkelingen te verzoenen met een veilige, vlotte
en kwalitatieve voetgangers- en fietsverbinding
langs het kanaal.
parallelle wegen als structure-1.3.
ren element voor kernontwikke-
ling
In Ingelmunster zijn er duidelijk 4 parallelle structuren
aanwezig, met name van noord naar zuid
Weststraat - Oostrozebekestraat <
Mandel <
Kanaal <
Izegemstraat - Gentstraat <
Er zijn weinig ruimtelijke linken tussen deze paral- <
lelle structuren, elk drager van bepaalde functies.
Specifieke platformen voor stedelijke ontwikkeling
dienen de 4 parallelle structuren aan elkaar te
rijgen.
De ontwikkeling van natuurlijke noord-zuid gerichte <
elementen staan hier voorop:
De ontwikkeling van de parkzone langs het kanaal. <
De ontwikkeling van woongelegenheden, al dan niet
verbonden met kerngebonden functies staat voorop
De site Mokette: linkt de structuur geënt op de <
Gentstraat aan het kanaal. Deze site kan pas
ontwikkeld worden na het stopzetten van de huidig
aldaar gevestigde bedrijvigheid.
ontwikkelingsperspectieven wa-1.4.
tergebondenbedrijvigheid, in de
vallei van de Mandel
In de gewenste ruimtelijke structuur voor de <
Middenruimte (RD p 241) van het PRS staan de
beleidsopties geformuleerd om het kanaal Roe-
selare-Leie uit te bouwen als een multifunctioneel
Hiervoor dienen lokaties gevrijwaard exclusief voor
de vestiging van watergebonden activiteiten.
In het voorliggend plan wordt zone 12 bestemd <
voor bestaande bedrijfsactiviteiten met nabestem-
ming. Dit gebied wordt gevrijwaard voor waterge-
bonden activiteiten. Indien zich nieuwe bedrijvig-
heid binnen het plangebied wil vestigen, betreft dit
watergebonden bedrijvigheid, zodat de potenties
van het kanaal maximaal benut worden.
De site van Westhoekveen en veevoeders Hen- <
drix-Haeck zijn gelegen langs het kanaal.. Indien
de bedrijfsactiviteit(en) op termijn worden stopge-
zet, kunnen enkel watergebonden bedrijven zich
op deze site vestigen, nieuwe niet- watergebonden
bedrijven komen niet in aanmerking om zich op de
huidige bedrijfslokaties te vestigen. De bestaande
bedrijven kunnen behouden blijven. Het veevoe-
dersbedrijf Hendrix-Haeck en de loods kunnen
behouden blijven en in functie van de behoeften
uitbreiden.
20 r u p g e n t s t r a a t n o o r d | j a n u a r i ‘ 1 0 | w v i
wonen op de rand van de vallei1.5.
Op de rand van de groene enclave in het hart van <
Ingelmunster, achter het lint en de residentiële ver-
kavelingen zijn een aantal bedrijven gevestigd die
vandaag reeds leegstaan of op termijn in aanmer-
king komen voor herontwikkeling.
De reconversie van deze sites biedt de mogelijk- <
heid het residentiële weefsel verder te verdichten
en tegelijk de structuur van het groene hart van de
gemeente verder te zetten.
Om tot een coherent ruimtelijke ontwikkeling te <
komen moet voorbij de grenzen van de bestaande
sites gekeken worden. Dit is noodzakelijk om tot
de nodige aansluiting te komen met het aanpa-
lende weefsel.
Nieuwe ontwikkelingen op deze lokatie moeten <
aan de Mandel opnieuw wat ruimte geven en een
redelijke verdeling tussen bebouwde en onbe-
bouwde ruimte in acht nemen.
De oefening is het makkelijkst te realiseren als <
deze niet gebeurd op perceelniveau, maar buiten
de perceelsgrenzen wordt uitgevoerd. Zo wordt
een totaalproject gerealiseerd en krijgt men een
beeld van het wonen langs het kanaal.
dichtingsdifferentiatie1.6.
Uitgangspunt is een verdichtingsprincipe toe te <
passen die in harmonie te brengen is met de
bestaande dichtheid van het ruimtelijk samenhan-
gend geheel waarin de site zich bevindt, waarbij
wel een minimale stedelijke dichtheid van 25
woningen per ha gerespecteerd wordt.
Algemeen wordt er gestreefd naar een gemiddelde <
verhoging van 5 woningen per hectare per deelge-
bied. Zo ontstaat een verdichting die aansluit bij de
bestaande dichtheid. Een al te grote schaalsprong
naar dichtheid wordt als zo vermeden.
Voor enkele deelgebieden, zoals de site “Mo- <
kette”, de site “Monument en de “Stationsomge-
ving” wordt, omwille van hun grote potenties voor
stedelijke ontwikkeling op vlak van wonen (zie ook
“afbakening regionaalstedelijk gebied Roeselare” )
en hun ligging nabij het station, een hoge dicht-
heid opgelegd, sterk afwijkend van de bestaande
dichtheid van het ruimtelijk samenhangend geheel
waartoe ze behoren. (RD p. 22)
Omwille van de grote potentie voor stedelijke <
ontwikkeling op vlak van wonen en de ligging nabij
het station is de richtdichtheid van de site vastge-
legd op 30 wo/ha.
kwalitatieve randvoorwaarden1.7.
Richtdichtheden (30 wo/ha) zijn echter geen doel <
op zich. Verdichten zonder kwaliteitsbewaking is
immers gedoemd om te mislukken.
Kwalitatieve randvoorwaarden moeten hand in <
hand gaan met bovenvermelde richtdichtheden.
Tegenover een hoge densiteit moet een kwalita-
tieve inrichting van de woonomgeving staan.
Vooreerst dient het openbaar domein een kwali- <
tatieve inrichting te krijgen, met aandacht voor de
zwakke weggebruiker, kwalitatief en duurzaam
materiaalgebruik, multifunctioneel gebruik van de
publieke ruimte (bv. parking wordt basketbalveld),
voldoende groen- en speelvoorzieningen, groen-
aanplant langs de wegenis, …. .
Bovendien moeten bij het nastreven van de ge- <
wenste dichtheden bouwvormen worden gehan-
teerd die belangrijke aanwezige binnentuinen in
reeds dichtbebouwde gebieden vrijwaren en die in
de projecten zelf de nodige tuinen, daktuinen en
groene terrassen voor de verschillende woningen
en functies inbrengen om hun leefbaarheid op het
gewenste hoge kwaliteitsniveau te brengen.
In elk geval zullen voor het realiseren van de <
beoogde dichtheden aantrekkelijke woning typolo-
gieën. moeten worden gebruikt, zowel traditionele
vormen zoals brede rijhuizen, koppelbouw als
nieuwe vormen zoals stedelijke villa’s, patiowo-
ningen, intelligent geschakelde woningen, ruime
dakwoningen boven bedrijfs- of handelsruimtes,
gestapelde duplexwoningen, kwalitatieve stapel-
bouw met voldoende private of semi-private bui-
tenruimte (gemeenschappelijk tuin en individuele
ruim bemeten terrassen), woonerven, … .
basislaag 1.8.
Het basisthema dat in deze projecten naar voor <
komt, is het ontwikkelen van de tweede bouworde
achter de bestaande linten en dit op een manier
die zich inschrijft in het bestaande weefsel.
Deze diepe percelen bieden een aantrekkelijke <
woonlokatie omwille van de onmiddellijke aanwe-
zigheid van de groene context van de vallei.
Het project wil vermijden dat langs het hele kanaal <
forse gebouwen komen te staan. Deze gebouwen
overheersen de context dusdanig dat de speci-
fieke, wat anonieme sfeer die deze ruimtes juist zo
bijzonder maakt, meteen in het gedrang brengen.
Om die reden is gezocht naar woonvormen in
compacte laagbouw, met enkele hogere accenten,
die op een interessante manier tussen het lint en
de vallei in gaan zitten.
21w v i | j a n u a r i ‘ 1 0 | r u p g e n t s t r a a t n o o r d
2. 3. 4.
22 r u p g e n t s t r a a t n o o r d | j a n u a r i ‘ 1 0 | w v i
plankeuzes (projectzone)5.
De voorstellen zijn geen ultieme projecten die op <
deze plekken dienen te worden gerealiseerd. Ze
geven echter in meest concrete vorm uitdrukking
aan een aantal ruimtelijke principes die bij de
ontwikkeling van deze sites in rekening moeten
worden genomen.
Ook tonen zij de kwaliteit die op deze lokaties, <
mits in achtname van deze principes, gerealiseerd
zou kunnen worden.
Voorts laten deze projecten zien hoe, door zorgvul- <
dig met deze site om te springen, vanuit concrete
deelprojecten een bijdrage kan worden geleverd
aan de ontwikkeling van het kanaal Izegem-Ingel-
munster.
Het project is een verlengde van de studie, Eu- <
ropese Interreg IIIB-project Canal Link die werd
gemaakt om de gebiedsvisie te verfijnen in het
deelgebied Izegem-Ingelmunster.
ontwerpend onderzoek (pro-6.
jectzone)
zuidzijde van het kanaal6.1.
Bij de ontwikkeling aan de zuidzijde van het kanaal <
moet gezocht worden naar een verdeling van open
en bebouwde ruimte.
De structuur van het park en het jaagpad blijven <
voelbaar in het project.
De bewoning moet achter de bomenrij, wat achter- <
uit geplaatst worden. Zodat een groene strook vrij-
gehouden wordt waarlangs het jaagpad doorloopt.
Dit uitgangpunt levert een eenvoudige structuur <
op.
Een aantal nieuwe woningen vormen een com- <
pacte ‘lijnverkaveling’ die achter de bestaande
verkaveling wordt ingeschoven.
De globale vorm van deze verkaveling wordt ge- <
structureerd door de wisseling van kavelvormen en
de zorgvuldige ontwikkeling van de randen.
De ‘lijnverkaveling’ vormt een schakel tussen de <
bestaande verkaveling en de verdichting langs het
kanaal.
infrastructuur6.2.
De auto ontsluiting is niet structuurbepalend maar <
‘ad hoc’.
De helft van de woningen hebben hun ontsluiting <
via de noordkant, de andere helft via de zuidkant.
De meergezinswoningen worden via dezelfde <
infrastructuur ontsloten. Een ondergrondse par-
keergarage zorgt voor parkeergelegenheid. De
ondergrondse parkeergarage heeft een tweede
in- en uitrit ter hoogte van de Handelsstraat, zo
kan één van de drie grote bouwblokken langs de
Handelsstraat ontsloten worden en is er minder
interne hinder op het terrein.
De woningen voorzien parkeergelegenheden op <
eigen terrein.
Bovengronds parkeren voor bezoekers is beperkt <
toegelaten.
De bestaande verkaveling kan de nieuwe verkave- <
ling bereiken, via een doorsteek voor voetgangers.
Daardoor zijn de achterliggende wooneenheden
van de bestaande en nieuwe verkaveling be-
reikbaar langs de achterzijde. Hierdoor wordt de
porositeit van het weefsel versterkt.
grond- en pandendcreet6.3.
Op vergunningenniveau zal rekening gehouden <
worden met het grond- en pandendecreet.
23w v i | j a n u a r i ‘ 1 0 | r u p g e n t s t r a a t n o o r d
Ontsluiting
Wenselijke groenstructuur
Publiek domein
24 r u p g e n t s t r a a t n o o r d | j a n u a r i ‘ 1 0 | w v i
Type woningen
Minimale wooneenheden
Maximale wooneenheden
25w v i | j a n u a r i ‘ 1 0 | r u p g e n t s t r a a t n o o r d
26 r u p g e n t s t r a a t n o o r d | j a n u a r i ‘ 1 0 | w v i
grafische aanduiding bouwhoog-6.4.
te/woondichtheid
Voor het bepalen van de toegelaten dimensione- <
ring van de bebouwing, is gekeken welke grens-
stellingen noodzakelijk waren om nieuwbouwpro-
jecten te verweven met het bestaand bouwweefsel
en de potentiële locatie langs het kanaal optimaal
in te vullen.
Een sterke differentiatie naar bouwhoogte is het <
resultaat van deze oefening.
Het aantal toegelaten bouwlagen zijn grafisch <
bepaald op het bestemmingsplan.
x is hierbij het minimum aantal volle bouwlagen. <
y is hierbij het maximaal aantal bouwlagen <
z is hierbij het aantal toegelaten bijkomende <
bouwlagen onderdaks of, in geval van platte
daken, achteruitgeschoven onder een hoek van
45 °. In geval van hellende daken, dient de
dakhelling maximaal 50 ° te zijn.
Het minimaal en maximaal aantal te realiseren <
wooneenheden zijn eveneens grafisch bepaald op
het bestemmingsplan, per deelzone ( a-b )
De bezettingsgraad in procent is eveneens <
grafisch bepaald op het bestemmingsplan, per
deelzone
Grafische aanduiding bouwlagen
Infrastructuur Aquafin6.5.
In de afgebakende zone is een belangrijke infrastruc-
tuur van Aquafin gelegen, zo o.m. de leidingen 96.548a
en 96.548B.
De infrastructuur ligt deel om openbaar domein, deels
op privaat domein.
Binnen de erfdienstbaarheidszone gelden volgen-
de voorwaarden,
behoudens voorafgaande instemming van Aquafin, <
mag binnen de erfdienstbaarheidszone niet over-
gegaan worden tot: het oprichten van gebouwen of
gesloten lokalen.
het wijzigen van maaiveldniveau <
het opstapelen van goederen of materialen met <
een gewicht groter dan 1 ton per m².
het heien van palen of piketten in de grond die de <
buis kunnen beschadigen
het rijden over de buis met rollend materiaal met <
een aslast zwaarder dan 12 ton, incluis mechani-
sche graaftuigen
het planten van diepwortelende struiken en/of <
bomen.
Verder zijn zowel binnen als buiten deze zones alle
uitgravingen of ontgrondingen, welke de stabiliteit van
de grond of de ondergrond waarin de rioolwaterzui-
veringsinfrastructuur zich bevindt in het gedrang zou
kunnen brengen, eveneens verboden.
Tevens ligt er een erfdienstbaarheid van toe- en door-
gang zodat het toezicht, onderhoud en de eventuele
herstellingen niet in het gedrang komen.
Er dient voor werken in zone 4 en zone 9 steeds ad-
vies gevraagd aan Aquafin.
2-3
2-3
2-2^1
2-2^1
27w v i | j a n u a r i ‘ 1 0 | r u p g e n t s t r a a t n o o r d
nabestemming wonen6.6.
In zone 5 zijn een aantal bedrijven actief. Wan- <
neer de bedrijfsactiviteit in deze zone wordt stop-
gezet, heeft deze zone ‘wonen’ als nabestemming.
Voor iedere zone zijn een aantal ontwerpschetsen <
opgemaakt om de minimale en maximale dichtheid
in deze gebieden vast te leggen en te toetsen aan
de ruimtelijke context, omgevingsfactoren, vorm
van het terrein, ...
Per zone is een minimale en maximale dichtheid <
vastgelegd.
De deelzones kunnen ontwikkeld worden in <
verschillende fasen, per fase dient de minimale
woondichtheid gegarandeerd.
Deelzone 5D: 0.43 ha
In deze deelzone kunnen een aantal geschakelde <
woningen opgericht worden onder de vorm van
eengezinswoningen. Er is eveneens een bestaan-
de woning gelegen binnen het plangebied.
Deelzone 5D : variant 1
Het ontwerp behoud de reeds bestaande wonin- <
gen langs de Gentstraat. De typologie binnen dit
plangebied bestaat uit half open en open bebou-
wing. De rest van het plangebied wordt volgens
de bestaande toestand verder ingevuld met ge-
schakelde wooneenheden, geschakeld per 2 of 3.
Wanneer een kangoeroewoning , een woning voor <
een bejaarde of voor een alleenstaande wordt
opgericht kunnen een aantal kleinere woningen
binnen het plangebied opgenomen worden zodat
alsnog, door menging van verschillende type
wooneenheden, de minimum dichtheid van 25 ha
kan gerealiseerd worden
Deelzone 5D: variant 2
Schetst een grotere dichtheid binnen het plange- <
bied. De ontsluiting van het plangebied situeert
zich ter hoogte van de Gentstraat. De gescha-
kelde wooneenheden, in de Gentstraat worden
behouden of vervangen. Dezelfde typologie van
geschakelde woningen wordt verder ontwikkeld
binnen het plangebied. Iedere woning beschikt
over een private tuin.
Gezien de ingesloten context van het plangebied <
is het niet aangewezen meergezinswoningen te
realiseren binnen het plangebied. Er zou teveel
overlast en inkijk ontstaan, naar de bestaande
woonomgeving toe, wat de privacy niet kan
garanderen. Volgens naastliggende ontwerpschet-
sen wordt dan ook vastgesteld dat een kleinere
dichtheid moet gerealiseerd worden in dit gebied.
In dit plangebied kan, verwijzend naar de ontwerp-
schetsen een miniale dichtheid van 15 wo/ha en
een maximale dichtheid van 20 wo/ha vastgelegd
worden binnen het plangebied.
Deelzone 5D: 23 wo/ha: Variant 1
Deelzone 5D: 25 wo/ha: Variant 2
Deelzone 5A: 0.72 ha
In deze deelzone kunnen een aantal geschakelde <
woningen opgericht worden onder de vorm van
gestapelde eengezinswoningen, waarbij 2 eenge-
zinswoningen boven elkaar opgericht worden om
te komen tot een verdichting van 25 wo/ha
Deelzone 5 A : variant 1
Een extra inrit kan via de Gentstraat voorzien wor- <
den. Via de Handelsstraat zijn een aantal nieuw in
te planten wooneenheden reeds ontsluitbaar.
De huidige trage weg kan blijven bestaan en geeft <
een meerwaarde aan de percelen door de bereik-
baarheid van de achtertuinen.
Een nieuwe inrit kan een aantal geschakelde <
wooneenheden ontsluiten.
Binnen de zone kan een variatie in volumewerking <
en aantal bouwlagen ontstaan, waardoor nieuwe
typologieën mogelijk worden.
28 r u p g e n t s t r a a t n o o r d | j a n u a r i ‘ 1 0 | w v i
Deelzone 5 A : 0.93 ha
In deze deelzone kunnen een aantal geschakelde <
woningen opgericht worden onder de vorm van
gestapelde eengezinswoningen, waarbij 2 eenge-
zinswoningen boven elkaar opgericht worden. om
te komen tot een verdichting van 25 wo/ha
Deelzone 5 A: 20 à 25 wo/ha: variant 1
Deelzone 5 A : variant 1
Een aantal koppelwoningen worden ontsloten via <
de Handelsstraat.
De huidige trage weg kan verbreed worden tot een <
volwaardige ontsluiting. Koppelwoningen, per 2 of
per 4 geschakeld, naast of boven elkaar gescha-
keld zorgen voor een menging van typologieën
binnen het plangebied.
Binnen de zone kan een variatie in volumewerking <
en aantal bouwlagen ontstaan.
2 eengezinswoningen kunnen boven elkaar opge- <
richt worden.
Volgens bovenliggende ontwerpschetsen kan een <
miniale dichtheid van 25 wo/ha vastgelegd worden
binnen het plangebied.
Deelzone 5B: 0,93 ha:
In deze deelzone kunnen een aantal geschakelde <
woningen opgericht worden onder de vorm van
gestapelde eengezinswoningen, waarbij 2 eenge-
zinswoningen boven elkaar opgericht worden om
te komen tot een verdichting van 25 wo/ha
Deelzone 5 A: 20 à 25 wo/ha: variant 2
Deelzone 5B: 0,93 ha: variant 1
In deze zone wordt een extra ontsluiting voorzien <
via de Gentstraat. Een aantal in te planten wonin-
gen kunnen ontsloten worden via de Kanaalstraat
en de Oudstrijdersstraat..
Er is gekozen voor een nieuwe typologie waarbij <
woningen per 2 geschakeld , deze eenheden kun-
nen eveneens vervangen worden door meerge-
zinswoningen, per 4 gekoppeld, zodat verticaal
gekoppelde eenheden, eveneens mogelijk zijn.
Niet iedere woning hoeft te beschikken over een
eigen terrein, een minimale buitenruimte dmv een
terras is wel vereist. Gemeenschappelijke tuinen
zijn eveneens mogelijk. Door de gekozen typolo-
gie en de variatie in volumes en bouwlagen kan
een grotere dichtheid bereikt worden.
Volgens onderliggende ontwerpschetsen kan een <
miniale dichtheid van 25 wo/ha vastgelegd worden
binnen het plangebied.
Deelzone 5B: 23 à 25 wo/ha: variant 1
29w v i | j a n u a r i ‘ 1 0 | r u p g e n t s t r a a t n o o r d
Deelzone 5C:0.65 ha
Deze deelzone heeft door zijn ligging langs het kanaal
een hoge woonkwaliteit. Het gebied sluit aan op de te
ontwikkelen projectzone (zone 4). In deze zone kun-
nen een aantal meergezinswoningen opgericht wor-
den om te komen tot een verdichting van 25 wo/ha.
Er wordt voorgesteld om aan te sluiten op de <
conceptvisie van zone 4. Langs het kanaal kun-
nen meergezinswoningen opgericht worden van
maximaal 4 bouwlagen.
De vsiuele relatie met het kanaal en de zichtlijnen <
vanuit het achterliggende gebied dienen behouden
te blijven.
Er dient voldoende publieke ruimte aanwezig <
te zijn , niet iedere wooneenheid kan voorzien
worden van een private tuin, private terassen zijn
noodzakelijk per wooneenheid.
In deze zone wordt gestreefd naar een dichtheid <
van 25 wo/ha. Een grotere dichtheid is niet moge-
lijk owv een reeds bestaande woning binnen het
plangebied en de configuratie van het terrein.
Deelzone 5C :25 wo/ha: variant 1
Deelzone 5C :25 wo/ha: variant 2
Deelzone 5C :25 wo/ha: variant 2
30 r u p g e n t s t r a a t n o o r d | j a n u a r i ‘ 1 0 | w v i
behoud hondenclub6.7.
Algemeen6.7.1.
Volgens het huidig, geldend bpa is de hondenclub <
gelegen, deels in woonzone, deels in parkzone.
Het clubgebouw is opgericht in woonzone. De <
recreatieve voorzieningen voor de hondenclub,
zoals een grasveld met een aantal losse spelcon-
structies zijn gesitueerd in de parkzone.
De hondenclub is momenteel niet vergund. <
Onderzoek en afwegen mogelijke 6.7.2.
locaties voor de hondenclub
Vanuit de visie uit het GRS en de logica van het bun-
delen van activiteiten komen slechts twee alternatieve
locaties in Ingelmunster naar voor die een specifiek
recreatief karakter hebben.
De eerste locatie die we afwegen is het gemeente- <
lijk sportcentrum.
De tweede locatie is het toeristisch-recreatief <
knooppunt Aviflora.
De huidige oppervlakte van de hondenclub bedraagt
3000 m². Gelet op de actviteiten die reeds op beide
terreinen zijn ondergebracht is er geen ruimte be-
schikbaar op een van deze locaties om de hondenclub
onder te brengen.
In tweede instantie wordt in het GRS het kanaal ver-
meldt als structurerend element voor toerisme en re-
creatie. Op de twee alternatieve locaties is er geen
ruimte beschikbaar is. De hondenclub zit op zijn hui-
dige locatie niet onmiddellijk op een slechte locatie.
Af te wegen locaties
Samenvatting6.7.3.
De hondenclub is niet vergund maar reeds een <
aantal jaren gevestigd op deze lokatie.
Er werd in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan <
van Ingelmunster geen afweging gemaakt van
zonevreemde recreatie
De inplanting van de hondenclub voldoet aan het <
GRS, en is een locatie met een specifiek recrea-
tief karakter.
In de toelichtingsnota wordt aangegeven dat er <
geen mogelijkheden zijn voor herlokalisatie aan
de hand van een onderzoek en afweging van
mogelijke lokaties voor de herlokalisatie van de
hondenclub.
Tot op heden is nog geen hinder vastgesteld ten <
op zichte van de woonomgeving of de naastlig-
gende parkzone. (parkeerproblematiek, geluid,
geur, milieuhinder, ...)
In de optiek dat de bestaande hondenclub aansluit <
op een bestaande woonomgeving en momenteel
niet hinderend is voor de omgeving (woonzone
- parkzone). Aangezien de huidige hondenclub
niet hinderend is voor zijn omgeving (ruimtelijk
- geluidshinder - milieuhinder - parkeerproblema-
tiek - ...) en er uit de afweging blijkt dat er op het
grondgebied van Ingelmunster twee alternatieve
locaties zijn, maar op deze locaties geen ruimte
beschikbaar is.
In de optiek van voorgaande alinea’s is het beter de
hondenclub te behouden en te bestendigen op zijn
huidige lokatie mits een aantal specifieke voorwaar-
den op te leggen ten opzichte van de park- en woon-
omgeving. In het voorliggend RUP werden specifieke
voorschriften opgesteld, zodat het terrein van de hon-
denclub, in zijn huidige toestand kan behouden blij-
ven, het terrein maakt deel uit van de parkzone, maar
er worden in een zone voor overdruk faciliteiten gebo-
den om de bestaande toestand van de hondenclub te
bestendigen.
Er werden een aantal voorwaarden opgelegd, om <
de overlast naar de parkzone te beperken. Aan-
gezien de hondenclub een recreatieve functie is,
die samen met de parkzone en de private horeca-
activiteit aansluit op de recreatieve zone langs het
jaagpad, die een parallelle structuur vormt met het
kanaal, is deze functie inpasbaar in zijn omgeving.
31w v i | j a n u a r i ‘ 1 0 | r u p g e n t s t r a a t n o o r d
Het gebied is bestemd voor specifieke recreatie, <
voor de exploitatie van een hondenclub.
Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig <
of nuttig zijn voor het realiseren van de bestem-
ming zijn toegelaten. Gebouwen zijn enkel toege-
laten in de woonzone.
Enkele specifieke werken en handelingen zijn <
eveneens toegelaten. Het aanbrengen van klein-
schalige infrastructuur, gericht op het al dan niet
toegankelijk maken van het gebied, recreatief me-
degebruik in functie van de hondenclub, waaron-
der het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden
voor niet-gemotoriseerd verkeer. De instandhou-
ding, het herstel en de ontwikkeling van de natuur,
het natuurlijk milieu en van de landschapswaarden
. Constructies zoals speeltoestellen en losse con-
structies in functie van de hondenclub zijn binnen
deze zone toegelaten.
Het onbebouwd karakter van het gebied dient <
behouden te blijven, zodat er maximale integratie
is met de parkzone.
Conclusie6.7.4.
In het GRS staat het kanaal vermeldt als structu- <
rerend element voor toerisme en recreatie. Er is
geen andere ruimte beschikbaar in Ingelmunster,
met een specifiek recreatief karakter..
De hondenclub zorgt niet voor overlast naar de <
omgeving toe.
Er werden in het RUP specifieke eisen vastgelegd <
zodat de hondenclub zich ruimtelijk inpast in de
omgeving.
Men kan concluderen dat de hondenclub het best <
gevestigd blijft op zijn huidige lokatie.
Recreatieve structuur langs het kanaal
Toetsing
watertoets7.
algemeen7.1.
Het decreet d.d. 18.01.2003 betreffend het alge- <
meen waterbeleid legt een aantal verplichtingen
op, o.m. de zogenaamde watertoets. Art. 8 pa-
ragraaf 2 stelt o.m. dat de overheid bij het nemen
van een beslissing (over een vergunning, een plan
of een programma) rekening moet houden met de
relevante door de Vlaamse regering vastgestelde
waterbeheersplannen. Indien er nog geen water-
beheersplannen zijn vastgesteld door de Vlaamse
regering, moet er eveneens rekening gehouden
worden met art. 8, paragraaf 1 tweede lid. Bij
twijfel dient advies gevraagd te worden aan de
door de Vlaamse regering aangewezen instantie,
de waterbeheerders.
Het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006 mbt de <
watertoets, is van kracht en wordt toegepast sinds
november 2006 voor de toepassing van vergun-
ningsaanvragen.
De voor de watertoets relevante kaarten zijn geac- <
tualiseerd. Er zijn een 6 - tal verschillende kaarten
beschikbaar.
Onderstaande kaart situeert de site t.o.v. de over- <
stromingsgevoelige gebieden. Het RUP is niet
gelegen in een ‘effectief overstromingsgevoelig
gebied’.
32 r u p g e n t s t r a a t n o o r d | j a n u a r i ‘ 1 0 | w v i
Overstromingsgevoelige gebieden
In het NW is een deel in het plangebied afgeba- <
kend als ‘mogelijk overstromingsgevoelig’. Deze
zone is op het bestemmingsplan bestemd als
parkzone.
De rest van de planzone is ‘niet overstromingsge- <
voelig’.
De richtlijnen voor de watertoets houden rekening <
met een differentiatie van Vlaanderen in 3 types,
volgens hun graad van gevoeligheid voor grond-
waterstroming
Onderstaande kaart situeert de site t.o.v. grondwa- <
teroverstromingsgevoelige gebieden.
Grondwaterstroming
Het grootste deel van het plangebied valt onder <
type 2: matig gevoelig.
Onder de matig gevoelige gebieden moet er ad- <
vies gevraagd worden aan de bevoegde advies-
instantie indien er een ondergrondse constructie
gebouwd wordt met een diepte van meer dan 5 m
en een horizontale lengte van meer dan 100 m.
Een deel van het gebied is zeer gevoelig. Dit <
situeert zich vooral in de parkzone en ter hoogte
van het jaagpad, in relatie tot her kanaal. Indien
er in deze zone een ondergrondse constructie
gebouwd wordt met een diepte van meer dan 3 m
of een horizontale lengte van meer dan 50 m dient
advies aangevraagd te worden bij de bevoegde
adviesinstantie.
De kaart met de gebieden die gevoelig zijn voor <
grondwaterstroming ten behoeve van de water-
toets werd opgemaakt om te kunnen nagaan
in welke gebieden er minder of meer aandacht
moet uitgaan naar de effecten van ingrepen op de
grondwaterstroming.
Onderstaande kaart situeert de infiltratiegevoelig- <
heid van de site.
Infiltratiegevoeligheid
Het grootste deel van het plangebied is gecatego- <
riseerd als infiltratie gevoelig gebied. De kaart met
infiltratiegevoelige bodems werd afgeleid van de
bodemkaart.
De kaart werd opgemaakt om te kunnen nagaan <
in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemel-
water kan infiltreren naar de ondergrond. Infiltratie
van hemelwater is belangrijk omdat daardoor de
oppervlakkige afstroming en dus ook de kans op
wateroverlast afneemt.
Hieruit kan men op maken dat de aanleg van infil- <
tratievoorzieningen of waterdoorlatende verhardin-
gen in deze zones zinvol is.
33w v i | j a n u a r i ‘ 1 0 | r u p g e n t s t r a a t n o o r d
beschrijving van de watergere-7.2.
lateerde aspecten
Zoals voorzien in het decreet op Integraal Wa- <
terbeheer werd het plangebied afgetoetst op de
watergerelateerde aspecten. Hieronder wordt
beschreven welke aspecten van het project een
effect kunnen hebben op het integrale water- en
natuursysteem.
De realisatie van het RUP brengt een verhoging <
van de verharde oppervlakte in de omgeving met
zich mee.
projectzone7.3.
Enerzijds wordt dit gecompenseerd door de <
plaatsing van hemelwaterputten, in overeenstem-
ming met de normen vastgelegd in de geldende
gewestelijke stedenbouwkundige verordening. Zo
wordt hemelwater hergebruikt.
In het bouwproject is een gescheiden stelsel voor- <
zien waarbij het verzamelde regenwater of geïnfil-
treerd of gebufferd wordt met vertraagde lozing.
Het regenwater afkomstig van de straten en daken <
brengt een zeer miniem risico op grondwaterver-
ontreiniging met zich mee. Er dienen geen bijko-
mende maatregelen genomen te worden.
Voor het afvoeren van het regenwater van de aan <
te leggen wegenis dient men het overtollige hemel-
water op te vangen in een voldoende gedimensio-
neerd reservoir, teneinde dit regenwater voldoende
te kunnen opvangen.
De afvoer van het regenwater dient te gebeuren <
volgens de regel ‘code van goede praktijk’.
Bespreking projectzones
zone 1: Zone voor halfopen en aaneengesloten <
bebouwing met uitsluiting van meergezinswonin-
gen.
In deze zone worden bouwmogelijkheden geboden
en hedendaagse voorschriften opgesteld voor de be-
staande bebouwing,
zone 2: Zone voor aaneengesloten bebouwing <
met inbegrip van meergezinswoningen:
In deze zone worden bouwmogelijkheden geboden
en hedendaagse voorschriften opgesteld voor de be-
staande bebouwing,
zone 3: Zone voor eengezinswoningen onder de <
vorm van halfopen en open bebouwing
In deze zone worden bouwmogelijkheden geboden
en hedendaagse voorschriften opgesteld voor de be-
staande bebouwing,
zone 4: zone voor reconversieproject <
zie MVT p 27-32
zone 5: zone voor bestaande bedrijfsactiviteit <
In deze zone worden voorschriften opgesteld voor de
bestaande bedrijvigheid, deze zones hebben wonen
als nabestemming. De nabestemming kan ontwikkeld
worden in fasen. Als mogelijke ontwikkelingen worden
een aantal voorbeeldschetsen opgenomen in de MVT.
p 32-33
zone 6: zone voor horeca <
De bestaande horeca staat in functie van het kanaal
en de parkzone als toeristisch, recreatief element.
zone 7: parkzone (met faciliteiten voor bestaande <
hondenclub)
Het behoud van de bestaande hondenclub en de park-
zone worden toegelicht in de MVT p 34
zone 8: woonzone met belangrijk tuinaspect <
Deze zones hebben een belangrijk tuinaspect, die
het groen dorpskarakter van Ingelmunster verster-
ken. deze zones hebben een privaat karakter. Het
is belangrijk deze zones niet te verdichten, maar zijn
groene hoofdstructuur te behouden. In deze zones
mogen een beperkt aantal woningen opgericht wor-
den, specifiek bepaald per deelzone. De identiteit van
de zone, en de kwalitatieve bomen dienen maximaal
behouden te worden.
zone 9: zone voor openbare wegen en daarbijho- <
rende vrije ruimten
zone 10: trage weg <
Deze weg is bestemd voor fietsers, voetgangers en
voor lokaal verkeer. Het bereiken van de garages,
gelegen in de achtertuin van zone 2 geeft een meer-
waarde aan het gebied.
zone 11: zone voor handelsactiviteiten <
Er worden voorschriften opgesteld voor de bestaande
handelsactiviteit, een zaak voor schoenen en sportkle-
dij. Andere handelzaken kunnen zich op termijn even-
eens vestigen binnen deze zone. Zone 11 is gelgen in
een gemengd gebied waar een gemengd weefsel van
wonen en werken wordt gestimuleerd.
zone 12 : zone voor bedrijfsactiviteiten <
De site van Westhoekveen en veevoeders Hendrix-
Haeck zijn gelegen langs het kanaal. De site kan blij-
ven dienst doen voor watergebonden bedrijvigheid.
34 r u p g e n t s t r a a t n o o r d | j a n u a r i ‘ 1 0 | w v i
Indien de bedrijven op termijn worden stopgezet en er
geen watergebonden bedrijven zijn die zich op deze
site kunnen vestigen, komen niet - watergebonden be-
drijven eveneens in aanmerking om zich op de huidige
bedrijfslokaties te vestigen. (MVT p 25 )
Ruimtebalans
Oppervlakte zone 1: Zone voor halfopen en <
aaneengesloten bebouwing met uitsluiting van
meergezinswoningen.
3 ha 22 a 24 ca <
Oppervlakte zone 2: Zone voor aaneengesloten <
bebouwing met inbegrip van meergezinswoningen:
1 ha 55 a 40 ca <
Oppervlakte zone 3: Zone voor eengezinswonin- <
gen onder de vorm van halfopen en open bebou-
wing
4 ha 99 a 96 ca <
Oppervlakte zone 4: zone voor reconversieproject <
4 ha 10 a 94 ca <
Oppervlakte zone 5: zone voor bestaande be- <
drijfsactiviteit
3 ha 01 a 78 ca <
Oppervlakte zone 6: zone voor horeca <
51 a 22 ca <
Oppervlakte zone 7: parkzone (met faciliteiten voor <
bestaande hondenclub)
1 ha 31 a 44 ca <
Oppervlakte zone 8: woonzone met belangrijk <
tuinaspect
2 ha 49 a <
Oppervlakte zone 9: zone voor openbare wegen <
en daarbijhorende vrije ruimten
6 ha 01 a 21 ca <
Oppervlakte zone 10: trage weg <
11 a <
Oppervlakte zone 11: zone voor handelsactivitei- <
ten
98 a 62 ca <
Oppervlakte zone 12 : zone voor bedrijfsactivitei- <
ten
4 ha 70 a <
Planproces
beslissing tot opmaak1.
voorontwerp2.
adviesprocedure2.1.
Het voorontwerp werd op 10/01/2009 voor advies
overgemaakt aan de gewestelijke stedenbouwkundige
ambtenaar, aan de deputatie en aan de onderstaande
adviserende instanties:
Provincie West-Vlaanderen, DRUM <
Agentschap RO –Vlaanderen, Directie Coördina- <
tie- Werking
De gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar, <
Agentschap RO Vlaanderen van het Vlaamse
Ministerie, Departement Ruimtelijke Ordening,
Woonbeleid en Onroerend Erfgoed - Ruimtelijke
Planning
Het Agentschap Natuur en Bos <
Het Agentschap Economie <
Het Departement Ruimtelijke Ordening, Woon- <
beleid en Onroerend Erfgoed en het agentschap
Wonen Vlaanderen
Het Departement Leefmilieu, Natuur en energie <
De Scheepvaart, Waterwegen en Zeekanaal <
Het Agentschap infrastructuur <
De Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn <
Dienst Veiligheidsrapportage <
Gecoro Ingelmunster <
plenaire vergadering2.2.
Het voorontwerp werd besproken op de plenaire <
vergadering dd.10/02/2009 , waarvan een verslag
in bijlage.
35w v i | j a n u a r i ‘ 1 0 | r u p g e n t s t r a a t n o o r d
Het voorontwerp werd aangepast aan de opmer- <
kingen van de adviezen.
Er werd na de plenaire vergadering nog advies <
gevraagd voor het voorontwerp RUP Gentstraat
Noord, aan Aquafin. Geen advies ontvangen
bespreking adviezen3.
Verenigbaarheid met het RSV
• De woondensiteit in andere mogelijke reconversie-
gebieden ( zones 5,8,11,12) zijn niet vastgelegd. In-
dien afgeweken wordt van het richtcijfer van 25 wonin-
gen per ha dient dit gemotiveerd.
In het reconversieproject wordt per deelzone een mini-
mum en maximaal aantal wooneenheden vastgelegd
worden zodat er voldoende garanties zijn voor de rea-
lisatie van de woondensiteit.
Per deelzone van zone 5 wordt de dichtheid vastge-
legd aan de hand van een aantal motivatieschetsen
in de MVT. In de meeste deelzones worden meerge-
zinswoningen toegelaten om de dichtheid te verhogen.
Door de vorm van het terrein en de mogelijke fasering
in ontwikkeling is het niet altijd mogelijk een dichtheid
van 25 wo/ha te realiseren.
In zone 8 is het aantal bijkomende wooneenheden
vastgelegd, zodat het tuinaspect en het dorpskarakter
van deze zone behouden blijft.
Voor zone 11 en 12 is de nabestemming wonen ge-
schrapt.
Overeenstemming PRS
Er wordt rekening gehouden in de visievorming met de
selectie van het kanaal als recreatieve en ecologische
infrastructuur van bovenlokaal belang.
Er wordt in de visievorming rekening gehouden met de
Mandelvallei als natuurverbindingsgebied.
De visies (Canal Link) die dit verduidelijken worden
best ook weergegeven in de toelichtingsnota. Zo
wordt de relatie van de ontwikkeling van het centrum
ten noorden en ten zuiden van het kanaal best ver-
duidelijkt en wordt het beter in zijn ruimere context
geplaatst.
De visie van Canal link wordt verduidelijkt in de toe-
lichtingsnota. De link met het kanaal en de dorpskern-
vernieuwing is eveneens aangevuld in de toelichtings-
nota.
25% regel voor sociale huisvesting volgens het PRS:
Er wordt met het principe rekening gehouden.
De vertaling in het RUP is nog onvoldoende: de deel-
zone voor sociale woningbouw is niet op het plan
weergegeven en dient aangeduid te worden. Er is
geen duidelijkheid over het totaal aantal woningen dat
wordt gerealiseerd volgens de voorschriften waardoor
niet duidelijk is of min. 25% van het aantal eenheden
sociaal zal zijn.
De deelzone voor sociale woningbouw wordt afgeba-
kend op het bestemmingsplan. de deelzone die werd
vastgelegd is dezelfde zone die in het onteigenings-
plan is opgenomen, waar de sociale bouwmaatschap-
pij de onteigenende macht is.
Er is duidelijk ingeschreven dat 25% van het aantal te
realiseren wooneenheden, te realiseren sociale huur
of koopwoningen zijn. De voorschriften voor soci-
ale woningbouw in zone 4 zijn aangevuld.- Voor deze
deelzone wordt het minimum aantal te realiseren so-
ciale wooneenheden bepaald. Dit aantal kan worden
verminderd met het aantal sociale woningen dat in de
rest van het plangebied wordt gerealiseerd.
Toetsing aan het GRS
• De motivering voor de planopties van de honden-
school ontbreken. Hoe past de ontwikkeling van de
hondenschool binnen de visie van het GRS.
De hondenschool is niet opgenomen in het GRS. De
lokatie van de hondenclub is de bestendiging van de
situatie bestaande toestand. Herlokalisatie is niet mo-
gelijk. De motivering is opgenomen in de toelichtings-
nota. De voorschriften zijn verfijnd.
• Het RUP bevat in de voorschriften voor de zone 9
weinig aandacht voor de rol van het jaagpad in func-
tie van het kanaal als toeristisch-recreatief element, of
voor de functionele relatie tussen de bedrijven in zone
12 en het kanaal.
De rol van het jaagpad en de toeristisch-recreatieve
functie zijn aangevuld in de toelichtingsnota. Er zijn
enkele voorschriften aangevuld ter verduidelijking.
• Zone 7 wordt niet gekaderd in de lopende dorps-
kernvernieuwing (met o.a. een nieuwe brug over het
kanaal).
De kadering is aangevuld in de memorie van toelich-
ting.
• Een verdere onderbouwing van de MVT binnen de
ruimere context van de Mandelvallei en het kanaal zijn
eveneens gewenst.
De context van de Mandelvallei en het kanaal zijn aan-
gevuld in de toelichtingsnota.
• De inpassing van de bestaande bedrijfs- en han-
delsactiviteiten in het woonweefsel wordt best onder-
zocht, mogelijkheden om de ruimtelijke inpassing te
verbeteren dienen maximaal te worden benut.
In de zones voor bedrijfs- en handelactiviteiten zijn
bouwvrije zones en bufferzones voorzien.
De bouwvrije strook van de bedrijfs- en handelsacti-
viteiten wordt geheel of gedeeltelijk omgezet in een
buffer naar de woonzone(s) toe zodat de ruimtelijke
inpassing maximaal wordt benut.
36 r u p g e n t s t r a a t n o o r d | j a n u a r i ‘ 1 0 | w v i
Het jaagpad wordt in een aparte deelzone gespecifi-
ceerd, hier worden eveneens een aantal voorschriften
gekoppeld.
Er worden nog een aantal opmerkingen gegeven in-
verband met de planinhoud, toelichtingsnota, voor-
schriften, water en mobiliteit. Deze opmerkingen zijn
terug te vinden in het verslag van Mr. Koen Joye en
werden mondeling overlopen tijdens de plenaire ver-
gadering.
Met deze opmerkingen wordt rekening gehouden wor-
den in het voorstel ‘ontwerp RUP Gentstraat-Noord’.
Bijkomende opmerking aan de hand van de binnenge-
komen, schriftelijke adviezen:
Schriftelijk advies: Dienst Veiligheidsrapportering
• Er dient geen ruimtelijk veiligheidsrapport opge-
maakt.
• Advies gunstig: Geen opmerkingen
Schriftelijk Advies: Agentschap Natuur en Bos
• De nevenbestemming van zone 7 is moeilijk te
verenigen met de hoofdbestemming ‘een hondenclub
met bijkomende voorzieningen’. Het bouwen van een
clubhuis, cafetaria in parkgebied lijkt ons inziens in
strijd met het groene karakter van het gebied.
• Het meent dat het voorzien van een parking gekop-
peld aan het park en de hondenclub, niet wenselijk
zijn.
• Gevraagd wordt om de zone 7 verder uit te werken
en te definiëren, indien deze nevenactiviteit toegelaten
wordt.
De hondenschool is al een hele tijd aanwezig in het
gebied. De bestemming is een vertaling van de be-
staande toestand. Er worden hieraan een aantal voor-
waarden gekoppeld voor de ruimtelijke inpassing van
de hondenschool in de parkzone zodat deze nevenbe-
stemming zorgt voor zo weinig mogelijk overlast in de
parkzone. De motivering voor de hondenschool wordt
bekeken, zone 7 wordt duidelijker gedefinieerd en ge-
specificeerd.
De voorschriften van zone 7 werden aangepast. Er
zijn geen gebouwen meer toegelaten binnen het plan-
gebied. Het oprichten van parkeervoorzieningen bin-
nen deze zone is eveneens, niet toegelaten. Binnen
een afgebakende deelzone zijn faciliteiten voor de
hondenclub toegelaten, op recreatief vlak, zoals een
aantal losse speeltoestellen.
Schriftelijk Advies: Departement Leefmilieu, Natuur en
Energie
• Aangezien het hier gaat om een economisch
knooppunt, gelieve te verhelderen waarom waterge-
bonden bedrijvigheid die verenigbaar is met het ach-
terliggende woongebied geen prioriteit krijgt boven het
voorgenomen woonproject.
• Zone 12: Vraag voor motivatie om een zone voor
watergebonden bedrijven om te zetten naar woonzo-
ne
Op p 17 in de MVT is de visie van het GRS opgeno-
men. In het GRS is gekozen om het bouwblok achter
de Gentstraat om te zetten naar een woongebied.
In zone 12 heeft een watergebonden activiteit nog
steeds de voorkeur, de visie is eveneens aangevuld in
de toelichtingsnota..
• Vraag is of het open ruimte karakter van de rivier-
vallei niet structurerende kan uitgewerkt worden. Vb.
Ecostad en de Waterstad in het RSV van de Stad Ant-
werpen.
Hierover is een studie gemaakt in het kader van ‘Canal
link’, deze studie wordt verduidelijkt in de MVT.
• Gelieve meer gegevens op te nemen mbt de open-
bare vervoersvoorzieningen.
De fietsroutes en bushalten zijn toegevoegd in de
MVT.
• Gelieve aan te geven dat groendaken toegelaten
zijn.
• Gelieve het woord ‘duurzaam’ te nuanceren.
• De inplanting en de oriëntatie dienen in de mate van
het mogelijke op een zongerichte manier te gebeuren,
zodat er optimaal gebruik kan gemaakt worden van
passieve zonnewarmte.
De groendaken en de oriëntatie worden opgenomen in
de algemene voorschriften.
Parkeernorm:
Een minimale parkeernorm van 1.2 parkeerplaatsen
per wooneenheid is hoog. Dit principe geldt evenzeer
voor een handelsactiviteit Een minimale parkeernorm
van 2 parkeerplaatsen in zone 4 is eerder hoog. Aan-
gezien de nabijheid van het station pleiten we voor
een maximale parkeernorm. Parkeerbehoefte: zie
vademecum duurzaam parkeerbeleid. Het is ook aan-
bevolen een duurzaam bedrijfsvervoerplan als ver-
gunningsvoorwaarde op te nemen bij de aanvraag tot
verdere vergunningen.
In Ingelmunster is het nodig voor het woon- werkver-
keer te pendelen naar omliggende gemeenten en ste-
den. De visie van de gemeente is om het parkeren
zoveel mogelijk op te vangen op eigen terrein om geen
overlast te veroorzaken op de openbare weg. de par-
keernorm voor handelszaken werd aangepast.
• Gelieve te verduidelijken waarom men een maxi-
male woondichtheid oplegt. Woningen van 40 wo/
ha ondersteunen het openbaar vervoer. We bevelen
eveneens aan dat het behalen van gemiddeld 4 bouw-
37w v i | j a n u a r i ‘ 1 0 | r u p g e n t s t r a a t n o o r d
lagen wordt gestimuleerd. Het is aanbevolen niet zo
strikt om te springen met het aantal woongehelen.
Volgens het GRS is een minimum dichtheid van 25
WO/ha vastgesteld. Om de woondichtheden in even-
wicht te houden verhogen we enkel de dichtheid in
potentiële gebieden, zoals de reconversiezone. We
streven eveneens naar voldoende woonkwaliteit en
groene ruimte. Om de verhouding van bebouwde en
niet-bebouwde ruimte te behouden is een maximale
woondichtheid vastgelegd. 4 bouwlagen is op een
aantal specifieke plaatsen toegelaten. Door rekening
te houden met de omliggende bebouwing, en de pri-
vacy te respecteren kunnen 4 bouwlagen niet overal
toegelaten worden.
• Het is gewenst dat in zone 5a en 5b meergezins-
woningen worden toegelaten.
Er worden meergezinswoningen toegelaten in ver-
schillende deelzones van zone 5 zodat een verdich-
ting kan ontstaan binnen het plangebied.
• Zone 7: Het is in deze groenzone aanbevolen
slechts een bebouwingswijze toe te laten die de on-
dergrond minimaal wijzigt en met minimale middelen
kan verwijderd worden.
In zone 7 is geen nieuwe bebouwing meer toegela-
ten.
• Zone 8: Het is aan te raden dat zone 8 publiek toe-
gankelijk wordt.
Deze zones zijn in privaat bezit. De gemeente wil
het dorpskarakter behouden. Er is voldoende publiek
groen voorzien ter hoogte van het kanaal, het recon-
versiegebied en de parkzone.
• Zone 9: voorschriften verder aanvullen
De voorschriften werden verder aangevuld, er wordt
eveneens een onderscheid gemaakt tussen het jaag-
pad en de zone voor openbare wegenis.
Voorliggend RUP wordt gunstig geadviseerd.
Schriftelijk Advies: Wegen en verkeer West-Vlaande-
ren, Sectie Exploitatie en Beheer
Zone 4:
• Er wordt indicatief aangeduid dat er een fiets- en
voetgangersontsluiting zal gerealiseerd worden naar
de Handelstraat. Er zou op deze plaats eveneens een
in- en uitrit aangelegd worden voor de ondergrondse
parkeergarage. Bij de inrichting dient er een duidelijke
scheiding te zijn tussen beide ontsluitingen.
• De erfstraat kan beter niet ontsloten worden op
deze in- en uitrit.
• Het bouwblok het dichtst bij de Handelsstraat kan
langs de Handelsstraat ontsluiten via één in- en uitrit
en de twee andere bouwblokken kunnen elk via één
in- en uitrit ontsluiten naar de “erfstraat”.
• Bij de aanleg van het woonerf dient ook rekening
gehouden te worden met de inrichtingsvoorwaarden
van een woonerf.
Er wordt zoveel als mogelijk rekening gehouden met
bovenstaande opmerkingen.
Zone 9:
• Het plangebied wordt volledig omgeven door een
fietsroutenetwerk. Op het bestemmingsplan kan er
beter een indicatieve deelaanduiding voor het fietsrou-
tenetwerk aangebracht worden.
Het fietsroutenetwerk wordt aangeduid op de MVT, er
zijn eveneens specifieke voorschriften bepaald voor
het jaagpad zodat deze recreatief gebruikt wordt.
Zone10:
• Indien er gemotoriseerd verkeer gebruik maakt van
de weg, kan die niet omschreven worden als voet-
weg.
zone 10 wordt een trage weg ipv een voetweg
Zone 12:
• Het verkeer kan via de Lysbrugstraat geleid worden
naar de Gentstraat en van de Gentstraat verder naar
het hoger verkeersnet.
Het verkeer wordt inderdaad geleid naar de Lysbrug-
straat
Algemeen:
• Het is aangewezen een minimaal aantal fietsenstal-
lingen te voorzien in verhouding tot de aangeboden
parkeerplaatsen, dicht bij toegangen van bouwblok-
ken en bedrijfsactiviteit.
Voor de meergezinswoningen, de zone voor hande-
lactiviteiten en de reconversiezone wordt een fiets-
staanplaats opgenomen in de voorschriften.
• De ontsluitingen van de parkeerruimtes op eigen
terrein, dienen beperkt tot 1 in- en uitrit van max. 6m.
Hier wordt niet op ingegaan.
Schriftelijk Advies: Vlaamse Vervoermaatschappij, De
Lijn
• Advies gunstig: geen opmerkingen
Schriftelijk Advies: Wonen West-Vlaanderen
• Aandacht voor sociaal en betaalbaar wonen. Vraag
om de woningen bescheiden te houden en de moge-
lijkheden van sociale huisvesting te onderzoeken.
• Advies gunstig.
Er is in het plan voldoende aandacht voor betaalbaar
en sociaal wonen. Er worden in de reconversiezone
25% sociale woningen voorzien. Zie eveneens op-
merkingen provincie omtrent sociale woningbouw
Schriftelijk Advies: VMM
38 r u p g e n t s t r a a t n o o r d | j a n u a r i ‘ 1 0 | w v i
• Er zijn een aantal milderende matregelen opgeno-
men om mogelijke effecten op jet watersysteem ten
gevolge van de toekomstige ontwikkelingen te milde-
ren.
• De aanleg van toekomstige ondergrondse con-
structies kan eventueel een bronbemaling met zich
meebrengen.
• Advies gunstig mits rekening wordt gehouden met
de milderende maatregelen.
De milderende maatregelen zijn opgenomen in het
RUP.
Schriftelijk Advies: Gecoro, Ingelmunster
• Geen opmerkingen, advies gunstig
Er werd eveneens advies gevraagd aan aquafin.
Aquafin heeft de erfdienstbaarheden doorgegeven,
deze werden aangevuld op het plan bestaande toe-
stand
Ontwerp4.
Het plan werd aangepast naar aanleiding van de weer-
houden opmerkingen van de plenaire vergadering, zie
voorliggende voor wat betreft de doorgevoerde wijzi-
gingen.
voorlopige vaststelling4.1.
Voorlopige vaststelling Gemeenteraad
19 mei 2009
openbaar onderzoek4.2.
Openbaar onderzoek:
Het plan lag ter inzage van17 juni 2009.tot 17 augus-
tus 2009
Er werden 5 bezwaren ingediend en een advies van
de provincie West-Vlaanderen
advies CORO4.3.
Behandeling bezwaren in de gemeentelijke commissie
voor ruimtelijke ordening (GECORO):
.7 september 2009
Er werden 5 bezwaren ingediend en een advies <
van de provincie West-Vlaanderen. Deze bezwa-
ren werden behandeld in de gecoro van 7 sep-
tember 2009. De behandeling van de bezwaar-
schriften en het advies van de gecoro zijn terug te
vinden in bijlage.
Het document werd aangepast volgens het advies <
van de gecoro en de provincie West-Vlaanderen.
advies, provincie West-vlaande-4.3.1.
ren (13 augustus 2009)
Zone 5 met als nabestemming wonen, Er werd <
hier een dichtheid van 25 wo/ha vastgesteld.
Aangezien gebied 5D ingesloten ligt werd hier een
lagere dichtheid vastgelegd. Deze gegevens wer-
den aangepast in de MVT p27 en in de SV. onder
zone 5, 1.5 werden de voorschriften aangepast
van zone 5D. Er zijn geen meergezinswoningen
toegelaten, kangoeroewoningen, zorgwoningen
en bejaardenwoningen zijn wel toegelaten. De
term kangoeroewoningen wordt verduidelijkt in
de toelichtende kolom (SV p37) Op p 42 wordt
toegelicht waarom hier gestreefd wordt naar een
dichtheid tussen de 15 en 20 wo/ha. Voor de
andere deelgebieden is de dichtheid verhoogt naar
25 tot 30 wo/ha.
De economische ontwikkeling langs het kanaal <
wordt verzoend met het blijven bestaan van een
fietsverbinding kort bij het kanaal. De deelzone
wordt doorgetrokken over het volledige jaagpad
en de selectie wordt verordenend vertaald. Zone
9, de voorschriften onder 1.2. (SV p 60) werden
eveneens aangevuld. Motorisch verkeer ter
hoogte van bestaande en nieuwe bedrijvigheid is
beperkt toegelaten voor de economische en wa-
tergebonden ontwikkelingen langs het kanaal. De
trage weg is een toeristisch, recreatief element en
een functionele en recreatieve fietsverbinding. De
voetgangers- en fietsverbinding langs het kanaal
dient op een veilige en kwalitatieve manier te zor-
gen voor een vlotte verbinding.
Zone 12 voor bestaande bedrijfsactiviteit krijgt <
verordenend een nabestemming als watergebon-
den bedrijvigheid. de voorschriften onder 1.4 en
2.3. (SV p 68 en p 70) werden aangepast naar
watergebonden bedrijvigheid zodat de nieuwe be-
drijvigheid watergebonden bedrijvigheid betreft en
de potenties op dit vlakt maximaal worden benut.
(MVT p19)
De erfdienstbaarheid van Aquafin wordt grafisch <
aangeduid op het bestemmingsplan en in de
39w v i | j a n u a r i ‘ 1 0 | r u p g e n t s t r a a t n o o r d
legende. Er wordt toegelicht wat de erfdienstbaar-
heid juist betekent.
De 25% sociale woningbouw en het onteigenings- <
plan, werden niet meer toegevoegd aan het RUP,
aangezien ondertussen het grond- en pandende-
creet van toepassing is. De sociale woningbouw
zal op vergunningen niveau geregeld worden
door het grond en pandenbeleid en gerealiseerd
worden door de sociale huisvestingsmaatschappij
de Mandelbeek.
Aangezien geen afweging werd gemaakt voor <
zonevreemde recreatie in het GRS. Alle mogelijke
locaties voor de herlocalisatie van de hondenclub
werden afgewogen. Er kwamen twee locaties in
aanmerking. In de MVT p30 worden deze locaties
afgewogen en de mogelijkheid tot herlocalisatie
onderzocht. De conclusies zijn hier eveneens
terug te vinden. De hondenclub is reeds be-
staand en veroorzaakt geen parkeerproblematiek
of overlast naar de woonomgeving en het reeds
bestaande parkgebied. (SV p 52-53)
Advies gecoro (7 september 4.4.
2009)
Aanpassingen nav de ingediende 4.4.1.
bezwaarschriften
De kolom toelichting is enkel bedoeld voor toelich- <
ting/verduidelijking en wordt vervangen door de
term ‘toelichtend’.
De term onder 3.1. van de algemene bepalingen <
wordt vervangen door ‘vrijwaren van de ruimtelijke
kwaliteit. (SV p2 )
De definitie vloeroppervlakte wordt verplaatst naar <
de verordenende voorschriften. (SV p7)
3.2.Verordenen: de in nevenbestemming toege- <
laten bestemmingen naast de woonbestemming
kunnen enkel gerealiseerd worden als deze niet
teveel hinderend zijn of niet teveel overlast veroor-
zaken naar de woonomgeving toe en de privacy
respecteren. De term ‘hinder’ wordt verduidelijkt in
de toelichtende kolom. (SV p3)
De 25 % regel voor sociale woningbouw wordt uit <
het RUP gehaald, samen met het toegevoegde
onteigeningsplan omdat ondertussen het grond-
en pandendecreet van kracht is. Op vergun-
ningenniveau zal het grond- en pandendecreet
toegepast worden. (SV p25)
Het begrip ‘woonerf’ werd aangevuld in de veror- <
denende en toelichtende voorschriften (SV p25)
De bouwvrije strook is grafisch aangeduid op het <
plan . ter hoogte van de Kanaalstraat dienst een
bouwvrije strook van 5.0m in acht genomen te
worden (SV p26)
De in- en uitrit van de ondergrondse parking wordt <
verduidelijkt in de toelichtende voorschriften (SV
p26)
In navolging van het bezwaarschrift van Aquafin <
werd de pijpleiding grafisch aangeduid op het
bestemmingsplan en aangevuld in de voorschriften
onder 1.8 (SV p27, p35). Het onteigeningsplan
werd niet meer toegevoegd.
De clustering van de 4 wooneenheden wordt ver- <
duidelijkt in de toelichting onder 2.2. (SV p28)
De indicatieve aanduiding voor traag verkeer werd <
grafisch toegevoegd op het bestemmingsplan en
verduidelijkt in de toelichting van 2.9 (SV p32)
Onder 2.10 inrichting van de niet-bebouwde ruimte <
werd het onderscheid gemaakt tussen de publieke
en de openbare ruimte. Er werd aangevuld ‘de
parkzone dient een openbaar karakter te hebben
en publiek toegankelijk te zijn’ (SV p33)
De woning in de Kanaalstraat, die deel uitmaakt <
van de projectzone, wordt toegevoegd aan de
bestemmingsvoorschriften van zone 3.
De VK 36007/3603/V/2500/53 blijft gelden omwille <
van de recente goedkeuringsdatum.
besprekingen adviezen/bezwa-4.5.
ren en aanpassingen document
Behandeling in zitting van:.........................
Advies:...................................
definitieve vaststelling4.6.
Definitieve vaststelling Gemeenteraad:
...............................
Goedkeuring bestendige Deputatie:
..............................