melkveebedrijf_FEB_2016_Pag 22-23

2
22 | WWW.MELKVEEBEDRIJF.BE /  NR 2  /  FEBRUARI 2016  /  REPORTAGE Simpel diergezondheid én bewustzijn verbeteren Tekst en beeld: Rob van Ginneken Met een simpele pennenstreep zet Arno Verstappen een vinkje op een registratieformulier. Zo weten de veehouder en zijn dierenarts welke aandoeningen er daadwerkelijk op het bedrijf spelen, ook als de dieren niet behandeld worden. Deze registratie vormt de basis voor bedrijfsdoelstellingen en houdt de dierenarts en veehouder scherp. In het ruim bemeten strohok in de transitiestal van Arno Verstappen doet een vaars zich te goed aan wat ruwvoer en krachtvoer dat voor het voerhek ligt. Op de roosters ligt de nageboorte van de vaars die enkele uren eerder een stierkalfje geworpen heeft. De veehouder en zijn dierenarts Niels Groot Nibbelink kijken tevreden naar de vaars, die in ieder geval de eerste uren van haar lactatie de gewenste transities doormaakt. “De komende dagen blijft ze nog in het strohok”, legt de veehouder uit. Hij geeft de verse dieren graag veel rust en laat ze na twee dagen bij het koppel. Vinkjes zetten Maar ook in het vervolg van de lactatie volgt Verstappen heel nauwgezet zijn koeien en wordt elke aandoening genoteerd. Het is het gevolg van de aanpak die Verstappen samen met dierenarts Niels Groot Nibbelink is gestart in oktober 2014. Groot Nibbelink legt uit: “We hebben in onze praktijk VC Someren een registratiemethode geïntroduceerd om in beeld te krijgen wat de incidentiegraad is van aandoeningen. Het blijkt namelijk dat veel aandoeningen niet geregistreerd worden, bijvoorbeeld als er geen antibioticabehandeling is toegepast.” Groot Nibbelink neemt als voorbeeld koeien die aan de nageboorte blijven staan of witvuilers. “Deze aandoe- ningen zie je niet altijd terug in het registratiesysteem, maar kunnen wel een belangrijke indicatie zijn dat de weerstand een betere ondersteuning behoeft tijdens de transitieperiode. Het turflijstje is gericht op het regis- treren van transitieziekten, aandoeningen bij de kalveren, kreupelheid en reden van opruimen. De incidenties die geregistreerd werden, zijn ook belangrijke gespreksstof bij de twee- of vierwekelijkse bedrijfsbezoeken.” Tijdens de uitleg van Niels knikt Verstappen regelmatig. “Vanaf het moment dat ik over een managementsysteem beschikte, registreer ik praktisch alles. Dat wil echter niet zeggen dat een aandoening niet is voorgekomen. Bijvoorbeeld een kalf dat dun op de mest is geweest en een paar dagen water heeft gekregen. Er staat weliswaar geen behandeling tegenover, maar je wilt dat toch zoveel mogelijk voorkomen.” Groot Nibbe- link: “We krijgen dat soort aandoeningen in beeld door een simpel vinkje te zetten. Zo hebben we een reëel beeld van de aandoening en maken we een plan van aanpak. Het is een continu verbeterproces van diergezondheid.” Van het verbeterproces maakt ook evaluatie een belangrijk onderdeel uit. “Hoewel ik goed registreerde, volgde ik niet altijd op hoe behandelingen uitpakten of hoe ingrepen ook daadwerkelijk resultaat hadden”, is Arno’s eerlijke analyse. “Dat gedeelte neemt Niels nu op zich.” Niels stemt in: ”Natuurlijk komen niet elke 4 weken als ik bij Arno aan tafel zit, dezelfde onderwerpen ter sprake, maar na een aanpassing kijken we na een periode wel of het effect gehad heeft op basis van de registraties die Arno doet.” Praktische oplossingen Momenteel volgt de dierenarts twee ‘problemen’ op Verstappens melk- veebedrijf. De veehouder heeft naar zijn mening te veel klauwproblemen en er zijn te veel kalveren die diarree doormaken. Inmiddels heeft de melkveehouder het gebruik van een voetenbad tot een tweewekelijkse routineklus verheven. “Voorheen had ik moeite met een voetbad omdat ik niet wist hoe ze door het voetbad moesten lopen. Dit leverde veel stress op bij de dieren, maar in samenspraak met Niels heb ik nu een route gevonden waarlangs de koeien stressvrij door het voetenbad kunnen lopen. En ook passen we de maatvoering van de boxen iets aan, zodat de koeien com- fortabeler liggen”, vertelt Verstappen, terwijl een mestrobot zijn rondjes maakt over de roosters. “Maar ook het aantal kalveren met diarree is nog te groot”, zegt Niels Groot Nibbelink. In het verleden paste Verstappen een vaccinatie toe, maar die bleek niet geheel sluitend te zijn. Een aantal kalveren kreeg alsnog diarree, waarop Verstappen stopte met de vaccinatie. Dat uitte zich ook in de registratie “Maar het aantal kalveren met diarree is momenteel nog te groot. Dus wellicht dat ik nu weer ga starten met een vaccinatie om toch preventief te werken.” Betere droogstand Het vaccineren tegen diarree past in de bedrijfsfilosofie van Verstappen, die graag preventieve maatregelen neemt om diergezondheidsproblemen te voorkomen. Zo worden alle droog te zetten koeien voor het droogzetten op een ander rantsoen gezet om de melkgift te laten dalen. En na het droogzetten verhuizen ze naar de transitiestal die enkele jaren geleden verrees op het erf. Met ruime ligboxen voor de kalfkoeien en een groot strohok vormt het de ideale opstart van de lactatie, net zoals het rantsoen gebalanceerd is samengesteld. Het rantsoen bestaat uit 18 kilogram maïs, 4 kilogram stro en snoepsiroop. Verstappen voert handmatig soja bij, zodat hij de koeien elke dag twee- maal in beweging ziet komen. Daarnaast voert hij nog een prestarter aan w REPORTAGE De vaars die ’s ochtends gekalfd had, stond ’s middags te eten en was de nageboorte al kwijt.

Transcript of melkveebedrijf_FEB_2016_Pag 22-23

Page 1: melkveebedrijf_FEB_2016_Pag 22-23

22 | WWW.MELKVEEBEDRIJF.BE  /  NR 2  /  FEBRUARI 2016  /  REPORTAGE

Simpel diergezondheid én bewustzijn verbeterenTekst en beeld: Rob van Ginneken

Met een simpele pennenstreep zet Arno Verstappen een vinkje op een registratieformulier. Zo weten de veehouder en zijn dierenarts welke aandoeningen er daadwerkelijk op het bedrijf spelen, ook als de dieren niet behandeld worden. Deze registratie vormt de basis voor bedrijfsdoelstellingen en houdt de dierenarts en veehouder scherp.

In het ruim bemeten strohok in de transitiestal van Arno Verstappen doet een vaars zich te goed aan wat ruwvoer en krachtvoer dat voor het voerhek ligt. Op de roosters ligt de nageboorte van de vaars die enkele uren eerder een stierkalfje geworpen heeft. De veehouder en zijn dierenarts Niels Groot Nibbelink kijken tevreden naar de vaars, die in ieder geval de eerste uren van haar lactatie de gewenste transities doormaakt. “De komende dagen blijft ze nog in het strohok”, legt de veehouder uit. Hij geeft de verse dieren graag veel rust en laat ze na twee dagen bij het koppel.

Vinkjes zettenMaar ook in het vervolg van de lactatie volgt Verstappen heel nauwgezet zijn koeien en wordt elke aandoening genoteerd. Het is het gevolg van de aanpak die Verstappen samen met dierenarts Niels Groot Nibbelink is gestart in oktober 2014. Groot Nibbelink legt uit: “We hebben in onze praktijk VC Someren een registratiemethode geïntroduceerd om in beeld te krijgen wat de incidentiegraad is van aandoeningen. Het blijkt namelijk dat veel aandoeningen niet geregistreerd worden, bijvoorbeeld als er geen antibioticabehandeling is toegepast.” Groot Nibbelink neemt als voorbeeld koeien die aan de nageboorte blijven staan of witvuilers. “Deze aandoe-ningen zie je niet altijd terug in het registratiesysteem, maar kunnen wel een belangrijke indicatie zijn dat de weerstand een betere ondersteuning behoeft tijdens de transitieperiode. Het turflijstje is gericht op het regis-treren van transitieziekten, aandoeningen bij de kalveren, kreupelheid en reden van opruimen. De incidenties die geregistreerd werden, zijn ook belangrijke gespreksstof bij de twee- of vierwekelijkse bedrijfsbezoeken.”

Tijdens de uitleg van Niels knikt Verstappen regelmatig. “Vanaf het moment dat ik over een managementsysteem beschikte, registreer ik praktisch alles. Dat wil echter niet zeggen dat een aandoening niet is voorgekomen. Bijvoorbeeld een kalf dat dun op de mest is geweest en een paar dagen water heeft gekregen. Er staat weliswaar geen behandeling tegenover, maar je wilt dat toch zoveel mogelijk voorkomen.” Groot Nibbe-link: “We krijgen dat soort aandoeningen in beeld door een simpel vinkje te zetten. Zo hebben we een reëel beeld van de aandoening en maken we een plan van aanpak. Het is een continu verbeterproces van diergezondheid.”

Van het verbeterproces maakt ook evaluatie een belangrijk onderdeel uit. “Hoewel ik goed registreerde, volgde ik niet altijd op hoe behandelingen uitpakten of hoe ingrepen ook daadwerkelijk resultaat hadden”, is Arno’s eerlijke analyse. “Dat gedeelte neemt Niels nu op zich.” Niels stemt in: ”Natuurlijk komen niet elke 4 weken als ik bij Arno aan tafel zit, dezelfde onderwerpen ter sprake, maar na een aanpassing kijken we na een periode wel of het effect gehad heeft op basis van de registraties die Arno doet.”

Praktische oplossingenMomenteel volgt de dierenarts twee ‘problemen’ op Verstappens melk-veebedrijf. De veehouder heeft naar zijn mening te veel klauwproblemen en er zijn te veel kalveren die diarree doormaken. Inmiddels heeft de melkveehouder het gebruik van een voetenbad tot een tweewekelijkse routineklus verheven. “Voorheen had ik moeite met een voetbad omdat ik niet wist hoe ze door het voetbad moesten lopen. Dit leverde veel stress op bij de dieren, maar in samenspraak met Niels heb ik nu een route gevonden waarlangs de koeien stressvrij door het voetenbad kunnen lopen. En ook passen we de maatvoering van de boxen iets aan, zodat de koeien com-fortabeler liggen”, vertelt Verstappen, terwijl een mestrobot zijn rondjes maakt over de roosters.“Maar ook het aantal kalveren met diarree is nog te groot”, zegt Niels Groot Nibbelink. In het verleden paste Verstappen een vaccinatie toe, maar die bleek niet geheel sluitend te zijn. Een aantal kalveren kreeg alsnog diarree, waarop Verstappen stopte met de vaccinatie. Dat uitte zich ook in de registratie “Maar het aantal kalveren met diarree is momenteel nog te groot. Dus wellicht dat ik nu weer ga starten met een vaccinatie om toch preventief te werken.”

Betere droogstand Het vaccineren tegen diarree past in de bedrijfsfilosofie van Verstappen, die graag preventieve maatregelen neemt om diergezondheidsproblemen te voorkomen. Zo worden alle droog te zetten koeien voor het droogzetten op een ander rantsoen gezet om de melkgift te laten dalen. En na het droogzetten verhuizen ze naar de transitiestal die enkele jaren geleden verrees op het erf. Met ruime ligboxen voor de kalfkoeien en een groot strohok vormt het de ideale opstart van de lactatie, net zoals het rantsoen gebalanceerd is samengesteld.Het rantsoen bestaat uit 18 kilogram maïs, 4 kilogram stro en snoepsiroop. Verstappen voert handmatig soja bij, zodat hij de koeien elke dag twee-maal in beweging ziet komen. Daarnaast voert hij nog een prestarter aan

w R E P O R T A G E

De vaars die ’s ochtends gekalfd had, stond ’s middags te eten en was de nageboorte al kwijt.

Page 2: melkveebedrijf_FEB_2016_Pag 22-23

WWW.MELKVEEBEDRIJF.BE /  NR 2  /  FEBRUARI 2016  /  REPORTAGE | 23

de koeien die in de laatste fase van de droogstand zitten. Dat de veehouder dagelijks tweemaal de verse koeien moet gaan halen om ze over het erf naar de robot te leiden, neemt hij voor lief. “Ik laat ze pas bij het koppel als ik zeker weet dat ze voldoende hersteld zijn van het kalven.”

Verstappen geeft aan dat de extra arbeid zich wel moet uitbetalen, maar tot op heden is dat ook zo. Uit de registratie blijkt dat er het afgelopen jaar bijna geen koeien aan de nageboorte zijn blijven staan en dat melkziektes nau-welijks voorkomen. Monitoring heeft de veehouder ook geleerd om dieren met een hoog risico op ketose preventief te behandelen. “Als ik een koe zie die het risico loopt op ketose, dan geef ik hem voor afkalven een bolus in.”

WinstGebaseerd op de incidentiegraad van aandoeningen, lijkt de aanpak van Groot Nibbelink en Verstappen vruchten af te werpen. De bewustwor-ding van Verstappen is verder toegenomen en ook de dierenarts heeft zijn cijfers voor het bedrijfsgezondheidsplan, waarop zij gecontroleerd worden, paraat. Maar zijn er ook absolute cijfers verbeterd? Volgens Groot Nibbelink zijn de resultaten niet altijd in absolute kengetallen te vatten omdat er niet één aspect, bijvoorbeeld vruchtbaarheid, uitgelicht wordt. “We houden de verbetercyclus in stand door telkens problemen te signa-leren en daar een plan van aanpak op te formuleren. Een groot deel van de kengetallen die we bijhouden, moeten ook eens per jaar worden vermeld bij incidentie dierziekten op het bedrijfsgezondheidsplan. Het maandelijks bijhouden van deze kengetallen geeft bij de jaarlijkse opstellen van het BGP een nauwkeuriger beeld van de aandoeningen die hebben gespeeld.”

Volgens de dierenarts zouden veel veehouders er baat bij hebben als ze in beeld hebben hoe vaak een aandoening daadwerkelijk voorkomt, ook al hoeft er niet gelijk een behandeling aan gekoppeld te zijn. “De accep-tatiegraad onder veehouders is groot. Sommige aandoeningen worden beschouwd alsof het erbij hoort, terwijl ze te voorkomen zijn”, aldus Groot Nibbelink, die aangeeft dat registreren van de aandoening al voldoende is. “Het gaat er niet om welk dier een aandoening heeft gehad, maar om de incidentie van de aandoening. Een simpel vinkje zetten is in dat geval een drempel die een stuk lager ligt dan een digitale registratie. Het is eigenlijk terug naar de jaren 80, toen op 12 maanden-lijstjes aandoeningen gere-gistreerd werden.”

Om toch een beeld te krijgen van de gezondheid van de veestapel van Ver-stappen, laat de veehouder zijn tussenkalftijd zien. Dat beslaat 390 dagen. Het celgetal van 171 is ook naar tevredenheid. Het antibioticaverbruik ligt met 1,26 DD/DJ erg laag, niet in de laatste plaats omdat Verstappen de aanloop naar de droogstand heel serieus neemt en dus succesvol selectief droogzet. “De wil om dingen te verbeteren is bij mij groot en daarom waardeer ik de extra service waarbij Niels mij ondersteunt om de diergezondheid te verbeteren”, zegt de veehouder. “Het doorbreekt de bedrijfsblindheid van ons beiden”, besluit de dierenarts.

Bedrijfsprofiel

ArnoVerstappen(45),linksopdefoto,heeftinmaatschapmetzijnvrouwEllyeenmelkveebedrijfmet100koeieninSomeren.Degemiddeldeproductievandeoverwegendzwartbonteveestapelbedraagt9.185kilogrammelkmet4,44procentveten3,56procenteiwit.Bijhetbedrijfhoort31haland,verdeeldin20procentmaïsen80procentgras.NielsGrootNibbelink(41)isdierenartsbijhetrundveeteamvanVeterinairCentrumSomeren.

Someren

Brede ligplaatsen en schone roosters: de klauwproblemen moeten in combinatie met het voetbad minder worden.

De kalveren liggen in een geïsoleerd en geventileerd strohok, gescheiden in leeftijdsgroepen. Er is geen kuchje te horen.