Mei 2011 GELUK? - WordPress.com2. Duur van het genot 3. Zekerheid van het genot 4. Nabijheid van het...

14
Definitiemacht HOMINES DUM DOCENT DISCUNT |sinds 2007| NON SCHOLAE SED VITAE DISCIMUS Jaargang 4, nummer 2 Mei 2011 Rik Hoogendam over studeren in de VS Meester Staal over de langstuurdeerboete Een impressie van de Lio-dag GELUK? Wat Anne Frank ons nog kan leren over geluk? En verder: Geluk zit in kleine dingen? Is geluk maakbaar?

Transcript of Mei 2011 GELUK? - WordPress.com2. Duur van het genot 3. Zekerheid van het genot 4. Nabijheid van het...

Page 1: Mei 2011 GELUK? - WordPress.com2. Duur van het genot 3. Zekerheid van het genot 4. Nabijheid van het genot 5. Het aantal genotsmoment-en 6. Zuiverheid, vrijheid van pijn 7. Reikwijdte

De

finitie

ma

cht

HOMINES DUM DOCENT DISCUNT |sinds 2007| NON SCHOLAE SED VITAE DISCIMUS

Jaargang 4, nummer 2Mei 2011

Rik Hoogendam over studeren in de VS

Meester Staal over de langstuurdeerboete

Een impressie van de Lio-dag

GELUK?

Wat Anne Frank ons nog kan leren over geluk?

En verder:

Geluk zit in kleine dingen?

Is geluk maakbaar?

Page 2: Mei 2011 GELUK? - WordPress.com2. Duur van het genot 3. Zekerheid van het genot 4. Nabijheid van het genot 5. Het aantal genotsmoment-en 6. Zuiverheid, vrijheid van pijn 7. Reikwijdte
Page 3: Mei 2011 GELUK? - WordPress.com2. Duur van het genot 3. Zekerheid van het genot 4. Nabijheid van het genot 5. Het aantal genotsmoment-en 6. Zuiverheid, vrijheid van pijn 7. Reikwijdte

Geachte lezer,

Na veel bloed, zweet en tranen is het ons gelukt om jullie weer een nieuwe Definitiemacht te kunnen presenteren.

Dit keer hebben wij voor het thema geluk gekozen, zoals je gelezen hebt op de prachtige voorkant, ontworpen door Tobias Couturier. Een thema waarover veel te schrijven valt en dat blijkt ook maar weer uit de artikelen die wij toe-gestuurd kregen, waarvoor dank. Dus, veel leesplezier toegewenst.

Pim van Rossum - Hoofdredacteur (lijkt meer dan dat het is) van ‘De Definitiemacht’

P.S. Binnenkort gaan wij jullie nog benaderen om nog een artikel aan te leveren, voor het derde nummer van dit jaar.

Redactioneel InhoudHet Vraagstuk: Geluk zit in de kleine dingen 4

De maakbaarheid van geluk 6

De Les van Anne Frank 7

Studeren in de U.S. of A. 8

Impressie Lio-dag 10

Meester Staal 12

Brief aan Louise Fresco 14

Definitiemacht | Mei 2011 | Pagina 2 en 3

ColofonDEFINITIEMACHT: De periodiek van de lerarenopleiding Maatschappijleer aan de HvA. Gemaakt door en voor studenten en docenten. De Definitiemacht is een instrument om contact tussen verschillende jaren te bevorderen en een platform om elkaar te informeren over maatschap-pelijke kwesties.

UITGAVE: Jaargang 4, nummer 2 | Mei 2011, Amsterdam | oplage :80

ONDER REDACTIE VAN: Hoofdredacteur: Pim van RossumRedactie: Wesley van der KnaapVormgeving: Tobias CouturierBijdrages van: Wesley van der Knaap, Lieke Hoendervanger, Muhammed Cagli, Rik Hoogendam, Iren Nauta, Sander Lochtenberg en Meester Staal.

Met dank aan: Mieke Bernaerts, Berend-Jan Mulder, Broer van der Hoek, Erik ter Beek, Hessel Nieuwelink, Janneke Nieuwesteeg, Harry Wester-berg, OCÉ copyshop, Nirvana, Radiohead, het koffiezetapparaat.

Kopij en opmerkingen: Mocht u uw artikel graag in de Definitiemacht zien staan of heeft u opmerkingen over een uitgave, zend die dan naar: [email protected]

© Maatschappijleer HvA MMXI alle rechten voorbehouden.

Page 4: Mei 2011 GELUK? - WordPress.com2. Duur van het genot 3. Zekerheid van het genot 4. Nabijheid van het genot 5. Het aantal genotsmoment-en 6. Zuiverheid, vrijheid van pijn 7. Reikwijdte

Morele filosofieIn de filosofie lijken geluk en moraal nauw met elkaar ver-bonden. We hebben het voor-namelijk over de betekenis van het goede leven, de ethiek. Binnen de morele filosofie van Aristoteles overheersen de begrippen bestemming en doel, datgene waartoe wij op aarde zijn. Volgens deze grote denker is het kunnen ervaren van geluk het einddoel, alle menselijke handelingen zijn immers gericht op geluk. Ge-luk is het goede voor de mens omdat we het zoeken omwille van geluk en niet omwille van iets anders. Ofwel: geluk bezit een intrinsieke waarde, het is namelijk een nastreven-swaardig doel op zich. Over dat wat ons gelukkig maakt moeten we filosoferen, an-ders zouden we niet kunnen

Het Vraagstuk: Geluk zit in de kleine dingen...

Aristoteles

Vraag aan diegene naast je waartoe hij of zij op deze aardbodem is gekomen en een gros van de mensen zal deze vraag beantwoorden met het (kunnen) ervaren van een gelukkig leven. Tot dusver een aardige over-eenstemming, maar een vraag als: “Wat maakt het leven gelukkig?” is daarentegen van heel andere orde. Immers: wat maakt geluk?Voor de één betekent dit het ervaren van liefde, vri-jheden of het kunnen genieten van een zonnige namid-dag. De ander ervaart geluk meer vanuit het materiële, het hebben van een grachtenpand, een vakantiewon-ing met zwembad of een garage vol Hummers. Ofwel: de bepaling van dat wat wij onder geluk verstaan is niet eensgezind. In dit artikel gaan wij opzoek naar deze betekenis, een kader om te kunnen spreken over dat gelukzalige gevoel waarvan wij dachten dat het ons werkelijk gelukkiger had gemaakt.

zeggen dat geluk het ultieme doel is. Alsnog geloofde Aris-toteles dat er aan zekere ma-teriële voorwaarden moest worden voldaan om tot ge-luk te komen. Deze voor-waarden maakt de filosofie van Aristoteles enigszins elitair, gezien het hebben van goede vrienden, maar ook rijkdom en politieke macht noodzake-lijk zouden zijn. Als wij Aris-toteles moeten geloven dan kan een hedendaagse schoon-maker, die niet tot nauwelijks in staat is het politieke systeem wezenlijk te beïnvloeden, niet hetzelfde geluk ervaren als bijvoorbeeld een topamb-tenaar, bewindspersoon of academicus.

Geluk is gelijk aan genotIn het Hellenistische tijdperk borduurde Epicurus verder

op de filosofie van Aristoteles. Evenals Aristoteles meende hij dat geluk hét doel van het leven zou zijn. Deze Griekse filosoof maakte echter een belangrijke kant-tekening en stelde geluk gelijk aan genot. Ofwel: de mens zou alleen moeten handelen als dat genot opleverde. Dit ver-langen liep langs een tweetal vormen van genot. Enerzijds bestaat er zoiets als het natu-urlijke verlangen, gesimplifi-ceerd als zijnde immateriële soorten genot. Anderzijds kent men onnatuurlijke verlangen, de materiële zijde, ofwel het hebben van de in de inleiding beschreven vakantiewoning en andere vormen van ma-teriële rijkdom. Volgens Epicu-rus moest aan de noodzake-lijke natuurlijke verlangen worden voldaan. Hieronder valt onder meer het verlan-gen naar nachtrust en voed-sel, men zou kunnen spreken

Wesley van der Knaap

Page 5: Mei 2011 GELUK? - WordPress.com2. Duur van het genot 3. Zekerheid van het genot 4. Nabijheid van het genot 5. Het aantal genotsmoment-en 6. Zuiverheid, vrijheid van pijn 7. Reikwijdte

van de basisbehoeften van de mens. Daarnaast kent men niet-noodzakelijke natuurli-jke verlangen, waarvan de seksuele behoefte een bekend voorbeeld is. Epicurus meende dat onnatu-urlijke verlangens niet bev-redigd hoeven te worden om genot te ervaren. Dit zijn im-mers verlangens zonder natu-urlijke grenzen. Daarnaast kan bijvoorbeeld hebzucht tot pijnlijke gevolgen leiden.Ook het verlangen naar bi-jvoorbeeld seks, volgens Epi-curus een niet-noodzakelijk verlangen, kan onbevredigd blijven. Het bevredigen van seksuele lusten mag dan wel intens genot opleveren, mensen raken daardoor be-trokken in relaties die door-gaans meer pijn dan genot veroorzaken. Opvallend is de negatieve in-stelling van Epicurus, waar-mee de filosoof eigenlijk be-weert dat genot en dus geluk de tegenhanger van pijnlijke ervaringen zijn. Ofwel: geluk is de afwezigheid van pijn.

De categorieën van gelukDe opvatting dat genot het enige is dat waarde kan heb-ben is bekend onder de naam Hedonisme. Dat het nastreven van dit geluk niet egoïstisch hoeft te zijn blijkt uit de so-ciaal Hedonistische visie van Bentham. Geluk wordt vol-gens Bentham bepaald door de grondregel: zoveel mogeli-jk geluk voor zoveel mogelijk mensen. Het berekenen van geluk verliep volgens Ben-tham langs een zevental cat-egorieën: 1. Intensiteit van het genot2. Duur van het genot3. Zekerheid van het genot4. Nabijheid van het genot5. Het aantal genotsmoment-en6. Zuiverheid, vrijheid van pijn7. Reikwijdte van het genot

Wanneer je als student moet kiezen tussen studeren voor filosofie of borrelen in De Keet met medestudenten, scoren deze activiteiten divers op bovengenoemde schaal. Stu-deren scoort hoog op 2, 5 en 7 (als anderen er baat bij hebben dat je het tentamen

haalt) terwijl borrelen hoog scoort op 1, 3, 4 en 6. Welke keuze maakt ons leven als stu-dent werkelijk gelukkig?

Minder is meerVandaag de dag kunnen wij spreken over een nieuwe vorm van filosofie, waarbij geluk gezocht wordt in kleine dingen: het minimalisme. De grote inspirator van deze be-weging is Amerikaan Leo Ba-bauta, auteur van The Power of Less en The Simple Guide to a Minimalist Life. De auteur meent dat het een misvat-ting is dat het bezit van spul-len gelijk staat aan geluk. In werkelijkheid, zegt hij, is het precies andersom: spullen zor-gen voor onnodig veel stress. Een minimalist vraagt zich voortdurend af: wat is écht es-sentieel? Het gaat in de eerste plaats niet om geld, maar om ultieme vrijheid. Volgens Leo Babauta zijn beperkingen een voorwaarde voor vooruit-gang: ze dwingen je anders te denken, om creatief te zijn. De essentie van het minimal-isme is tevreden zijn in het heden, met dat wat je nu hebt. Alleen dan zal men het geluksgevoel kunnen ervaren.

Tot slotWaarschijnlijk heeft iedere student zich wel eens afgevra-agd wat geluk nu betekent. Maar welke denker kan deze vraag nu echt beantwoorden? Is Aristoteles ons te elitair? Is Epicurus ons te zwartgallig? Is Bentham ons te omslachtig? Misschien moeten wij maar gaan voor Babauta. Dat is in ieder geval goed voor de por-temonnee.

Definitiemacht | Mei 2011 | Pagina 4 en 5

Maakt liefde gelukkig?

Page 6: Mei 2011 GELUK? - WordPress.com2. Duur van het genot 3. Zekerheid van het genot 4. Nabijheid van het genot 5. Het aantal genotsmoment-en 6. Zuiverheid, vrijheid van pijn 7. Reikwijdte

Over de vraag of geluk maakbaar is, is het te kort door de bocht en naïef om te beweren dat geluk aangeboren is en dat geluk alleen de juiste persoon treft. De therapeut en de psychiater draaien over-uren in plaats van spreekuren en worden geconfronteerd met onvrede en wanho-pige zoektochten naar geluk.

Met geld, “hoe word ik gelukkig”-boeken, medicijnen, homeopathie, oefeningen en erover praten kom je al een heel eind. Hierbij spelen wilskracht, doorzettingsvermogen en hopen een hele grote rol. Stilstaan bij hoe zwaar de dingen die je wel hebt, wegen tegen de dingen die je niet hebt.De mens is een gezelligheidsdier of anders ge-formuleerd de mens is een kuddedier. Al is het puur om je eigen geluk te delen. Omgaan met anderen maakt ons gelukkig. Daarom wordt gedacht dat extraverte, meer naar buiten ger-ichte mensen gelukkiger zijn dan introverte mensen. Zij maken gemakkelijker contacten en hebben daardoor gemiddeld meer vrienden. De hoeveelheid vrienden zegt overigens niets over de kwaliteit van de contacten. De vriend-schappen van een introvert persoon hoeven aan kwaliteit niets onder te doen aan die van de extraverte medemens, maar over het alge-meen blijkt dat mensen zich bij het hebben van meerdere contacten gelukkiger voelen.

Het glas half vol of het glas half leeg?Niemand zal waarschijnlijk verbaasd opkijken van het feit dat optimisten gelukkiger zijn dan pessimisten. Optimisten hebben van nature de neiging een tegenslag als een uitdaging te zien en hebben hoop en geloof in een betere toe-komst. Deze houding zorgt voor zelfvertrouw-en, in jezelf en in de wereld. En het hebben van vertrouwen is een belangrijke bron voor het

ervaren van geluk. Daarnaast blijkt uit onder-zoek dat het creëren van positieve gedachten leidt tot een positief gevoel en dat leidt vaak weer tot positief gedrag en positieve ervaringen. We spreken hier van het principe: self-fulfilling prophecy. Dat wat je verwacht gaat ook ge-beuren. Helaas geldt dat andersom vaak ook voor de pessimist. Iemand die verwacht dat iets niet gaat lukken, heeft grote kans dat het ook niet lukt en wordt op die manier bevestigd in zijn pessimistische gedachten en heeft voor zich-zelf alle reden om pessimistisch te blijven.

Daarnaast kan de wetenschap niet genegeerd worden met de gedachte dat het gevoel van geluk iets mystieks en ongrijpbaars is, de weten-schap bewijst immers wat voor het geluksgevoel zorgt en hoe je dit gevoel verlengt. Geluk is bij-na een wetenschappelijk verschijnsel geworden. Vergeet daarbij nooit dat geluk niet van buite-naf komt maar dat je het in je “binnenste” moet kunnen dromen. Het is niet iets wat we zien of aanraken, of wat anderen voor ons doen. Het is wat we er zelf van maken. Daarbij moet je bij het streven naar geluk de lat niet te hoog leggen, want als je faalt zal het je juist ongelukkig maken. Geluk is maakbaar met alleen al een glimlach. Uiteindelijk blijft ge-luk een puur, totaal onverwachts gevoel wat je het liefst met beide handen zou willen vast gri-jpen, maar wat op dat gerealiseerde moment al lang weer gevlogen is.

Wil je weten hoe gelukkig jij bent kijk dan op www.gelukwijzer.nl en wil je weten hoe je gelukkig wordt, kijk dan op www.generatienooitgenoeg.nl.

De maakbaarheid van geluk Lieke Hoendervanger

-Optimisten hebben van nature de

neiging een tegenslag als een uitdag-ing te zien en hebben hoop en geloof

in een betere toekomst. -

Page 7: Mei 2011 GELUK? - WordPress.com2. Duur van het genot 3. Zekerheid van het genot 4. Nabijheid van het genot 5. Het aantal genotsmoment-en 6. Zuiverheid, vrijheid van pijn 7. Reikwijdte

Een les van Anne Frank

“Fietsen, dansen, fluiten, de wereld inkijken, me jong voelen, weten dat ik vrij ben, daar snak ik naar.” Aldus Anne Frank op 23 februari 1944. Waarom nemen wij daar geen genoegen mee? Waarom willen wij tegenwoordig altijd meer en meer en zijn wij nooit tevreden over ons leven? Waarom klagen wij zoveel? Waarom denken wij alleen nog maar aan onszelf en niet aan anderen? Waarom maken wij ons tegenwoordig zo boos om de kleinste dingen en kunnen wij tegenwoordig niet eens meer ‘eerlijk’ glimlachen? Waarom vergeten wij wel eens dat we het hier ‘heel makkelijk’ hebben in tegenstelling tot veel andere landen?

Anne Frank heeft mij aan het denken gezet en ik besef dat ik eigenlijk heel gelukkig moet zijn met het feit dat ik een on-derdak heb, dat ik een vader en moeder heb die alles voor mij, mijn zusje en broertje overhebben, dat ik eten en drinken heb, dat ik naar buiten kan en mag genieten van mijn leven, dat ik naar school kan gaan en ken-nis kan opdoen zodat ik misschien later wat voor de maatschappij kan betekenen en dat ik vrienden heb waar ik kracht en moed uit kan putten. Dit lijken ding-en die vanzelfsprekend zijn, die bij het leven ‘horen’, maar vergeten we niet dat heel veel mensen dit niet eens hebben?

Het volgende citaat las ik paar weken terug ergens op het internet, “Niet wanneer je veel dingen bezit (of veel wil bezitten), maar wanneer je behoefte hebt aan ‘weinig’ word je gelukkig.” Ik denk dat hier een kern van waarheid in zit...

Definitiemacht | Mei 2011 | Pagina 6 en 7

Muhammed Cagli

Page 8: Mei 2011 GELUK? - WordPress.com2. Duur van het genot 3. Zekerheid van het genot 4. Nabijheid van het genot 5. Het aantal genotsmoment-en 6. Zuiverheid, vrijheid van pijn 7. Reikwijdte

Studeren in the U.S. of A. (deel 1)

‘Wat ga je daar dan helemaal doen?’ vroegen mensen mij voor ik ging. Nou, de minoren die ze op de HVA aanboden vond ik allemaal een beetje veel ‘vakdidactiekkerig’ (vakdidactiek 27, vakdidactiek in het kwadraat, vakdidac-tiek tot de macht, vakdidactiek in het Berbers en vakdidactiek-yoga). Ik ben dus ongeveer een jaar voor aanvang eens gaan kijken of ik niet iets in het buitenland kon doen. Dat kon! Vervolgens ben ik (helaas als enige van de hele ‘educatieve hogeschool’) via ISEP (International Student Exchange Program) naar een over-zeese bestemming gegaan: Rhodes College – de ‘Harry Potter school’ in Memphis, Tennessee. Helga Jaburg van het International Office heeft me goed geholpen. Ga daar langs voor meer informatie.Voor het ISEP uitwisselprogramma moest ik 8 universiteiten uitzoeken uit een lijst van een paar honderd. ‘Rhodes College’ was mijn 4e keus geloof ik. Ik had deze school uitgekozen omdat hij ten eerste prachtig is, ten tweede omdat hij erg goed te boek staat op het gebied van Inter-nationale Betrekkingen (IR) en ten derde om-dat Memphis écht Amerika is, maar dan anders. Wij Europeanen zouden misschien eerder kiezen voor New York of ergens in Californië of Florida, en minder snel voor het armere, natuurlijk vol met rednecks zittende zuiden. Men praat altijd veel onzin over deze contreien, en ik wou hier dan ook wel heen om het beeld wat te kunnen nuanceren ‘voor de mensen thuis’. Nou mensen thuis, dat had ik niet hoeven doen, want alle vooroordelen zijn wáár. De mensen zijn hier dik, gelovig, nep-vriendelijk, republikeins, anti-communistisch, zwart of racist, of zwart en rac-ist, praten met een hillbilly accent en hebben al-lemaal een pick-up truck met een jachtgeweer. Nee, even serieus; de mensen zijn hier heel

vriendelijk en niet nep, maar écht vriendelijk. Buiten campus kan je de typische Amerikaanse stereotypen wel vinden, maar erg overdreven is het niet. De Amerikanen maken zelf graag grapjes over het zuiden, net zoals wij wel eens doen over de provincie. Op de school zitten, net als hier, zowel zeer geprivilegieerde studenten als studenten uit armere gezinnen en alles er tussen in. De school is best prestigieus, dus duur voor Amerikanen; zo’n $40.000 per jaar, maar met beurzen en meer financiële regelingen kan je er op komen. Als je maar goede cijfers hebt gehaald op high school. Als je via ISEP naar de VS gaat, betaal je ongeveer €3,500. Dat is voor kosten en inwon-ing (incl. elke dag 3 maaltijden). Het collegegeld is al betaald door de Amerikaan waarmee jij ‘uitwisselt’.

Toen ik half januari aankwam was het 2 weken lang t-shirt weer, daarna begon het te vriezen. Dat scheen zeer ongewoon te zijn en daarom lag alles een volledige week plat. Studenten en professors van buiten campus konden gewoon

Zit je er over te denken om in het buitenland te studeren? Doen! Vorig jaar heb ik mijn minor in de Verenigde Staten gedaan. Daar heb ik een aantal reisverslagen ge-schreven voor de website waarbenjij.nu. Dit is een aangepaste versie van mijn eerste verslag om een beetje een indruk te geven. Wie weet staat het volgende deel – dat meer een verhaal is dan een verslag – in de volgende Definitiemacht.

Rik Hoogendam

Page 9: Mei 2011 GELUK? - WordPress.com2. Duur van het genot 3. Zekerheid van het genot 4. Nabijheid van het genot 5. Het aantal genotsmoment-en 6. Zuiverheid, vrijheid van pijn 7. Reikwijdte

Definitiemacht | Mei 2011 | Pagina 8 en 9

de school niet meer bereiken. Het was ijsglad, en zoals je misschien weet; Amerika is een auto-land. Met besneeuwde wegen, blijft er niet eens een gebrekkig alternatief als de NS over. Het was ook hele gekke sneeuw; er zat een ijskorst omheen zodat het leek of er eenzelfde gefritu-urd laagje op de bodem zat zoals om al het eten hier. Campus eten is best OK, maar als je buiten campus eet dan is het fried okra, fried jalapeno peppers, fried shrimp, fried chicken en fried chilli cheese dips. Ik ben wel een fan van Amerikaans eten. Je kan overigens ook voor gemiddeld $10 ‘normaal’ uit eten.De minor die ik heb gedaan heeft B.J. voor de vorm ‘Amerikaanse politieke theorieën’ ge-noemd, maar de vakken die ik heb gevolgd zijn: - International Politics Since ‘45- International Relations Theory- American Political Thought- Recent History of the US En natuurlijk het opwekken van krachten om de natuurwetten te overschrijden.

Academisch was het een echte uitdaging. Vooral IR Theory was lastig. Een tekst van Hugo

de Groot in het Nederlands lezen is al moeilijk (is namelijk letterlijk vertaald uit het latijn), laat staan in het Engels. Maar als je niet louter afstu-deervakken kiest (4e jaars), is het goed te doen. Nog een tip als je vakken moet kiezen: 101, 108 vakken etc. zijn eerstejaars vakken en die zijn echt te makkelijk voor ons. Kies 200, 206 vak-ken etc. om het jezelf niet te moeilijk te maken en kies 300 en 400 vakken voor de uitdaging. 500 en hoger kan je waarschijnlijk niet kiezen want dat is voor ‘graduates’. Ik heb ontzettend veel geleerd en de professors waren stuk voor stuk echt heel goed. De sfeer was ongeveer als volgt; we hadden bij Recent Hist. of the US een stel artikelen moeten lezen over het Amerika in de 50’s; conformisme, anti-communisme, stereotype vrouwonvriendelijke en racistische adds (beroemde auto, cola en stof-zuiger reclames), McCarthyisme, etc. De gezel-lige dikke zwarte professor zei: ‘Ya’ll know that movie Rebel without a cause? Just three of you? Ok, let’s have a movie night. I’ll open up Burrow Hall and provide pizza and some LEGAL drinks (knipoog). I’ll take care of it.’ Een zeer informele en gezellige avond volgde, maar de film en de tijd van de film werden ook zeer uitvoerig be-sproken om je er een zo goed mogelijk beeld bij te geven. Je moet je voorstellen dat dat werd gedaan door een zwaarlijvige zwarte man die vol ‘soul’ en in een soort gospelkerk-achtig ritme les gaf over een vervlogen en enigszins rare tijd vlak na de oorlog. En die tijd begon te leven.

-Nee, even serieus; de mensen zijn hier

heel vriendelijk en niet nep, maar écht vriendelijk.

-

Page 10: Mei 2011 GELUK? - WordPress.com2. Duur van het genot 3. Zekerheid van het genot 4. Nabijheid van het genot 5. Het aantal genotsmoment-en 6. Zuiverheid, vrijheid van pijn 7. Reikwijdte

Maandag 28 maart ben ik, in gezelschap van hogerejaars Laila en Jaap en docent-en Mieke en Janneke (en op aandringen van Berend Jan) naar de jaarlijkse Lio-dag maatschappijleer geweest. Deze dag is in het leven geroepen voor alle Lio-stagiairs van de eerste- en tweedegraads lerarenopleidingen maatschappijleer , om vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische nieuwigheden en weten-swaardigheden uit te wisselen. Daar-naast is het de uitgelezen mogelijkheid om toekomstige collega’s te ontmoeten uit het ganse land.Een paar dagen na het bezoek aan Brabant stuurde Mieke mij een e-mail met de vraag of ik een impressie van de Lio-dag wilde schrijven voor Definitiemacht. Nu was ik al langer van plan om een stuk voor dit schitterende blad te schrijven, dus nu had ik meteen een stok achter de deur om het ook echt te doen. Er stonden echter een aantal aanwijzingen in de mail van Mieke wat ik beter wel en niet op kon schrijven en wat wel en niet interessant zou zijn voor jullie lezers.

Zo vond Mieke het niet zo’n goed idee om te lang uit te wijden over de lunch. Normaal gesproken zou het niet in mij opgekomen zijn hier dieper op in te gaan. Maar als je tegen mij zegt dat ik iets beter niet kan doen…

De lunch was uitermate goed verzorgd. Ja, dat kunnen die Bourgondische Brabanders wel. Een lange tafel vol met rijk belegde pistoletjes, bolletjes en krentenbollen, diverse stukken vers fruit en genoeg jus d’orange, melk, koffie en thee om een olifant in te verdrinken. Er was dan ook een heel uur ingeroosterd voor ons om een poging te wagen deze weldaad aan paradijseli-jk voedsel in zijn geheel te verorberen. Dat is he-laas net niet gelukt, maar het scheelde niet veel.

Deze editie van Definitiemacht gaat over het thema ‘Geluk’. Ik dacht dat ik wist wat geluk

was, maar ‘geluk’ is misschien nog te zacht uit-gedrukt voor het hemelse gevoel dat ik had na het nuttigen van deze tongstrelende maaltijd. Misschien kun je dat gevoel het beste omschri-jven als het gevoel wat je hebt nadat iemand je een flinke oppepper gegeven heeft. Het gevoel dat je er weer even tegenaan kunt. Je hebt meer energie, meer zelfvertrouwen. Een soort gevoel van onoverwinnelijkheid. Je denkt even dat je de hele wereld aankunt. Zelfs het vervolg van de Lio-dag in Tilburg. Maar er was één dappere spreker die weerstand bood en dat gevoel als een kundig Samoeraikrijger in een mum van tijd neersabelde.

Het advies van Mieke was om niet al te veel uit te wijden over deze spreker. Nu waren de andere sprekers ook niet echt om over naar Definitiemacht te schrijven, daarom doe ik dat ook niet, maar deze spreker was een geval apart. Wellicht alleen al omdat de beste man de auteur is van het voor onze opleiding natu-urlijk onmisbare boek Politiek voor dummies. Daarom was het op voorhand al moeilijk deze man, genaamd Eddy Habbe Jansen, serieus te nemen. Maar hij deed ook totaal geen moeite in zijn lezing om dit vooroordeel bij zijn publiek weg te nemen. Daarentegen had hij blijkbaar net het boek Cabaret voor dummies gelezen en dan vooral de paragraaf over de kracht van de herhaling. Op een quasi grappige wijze probeerde Eddy ons duidelijk te maken dat politiek niet enkel belangrijk is (zoals de niet zeldzame politieke fanatici van onze oplei-ding veelal van mening zijn) en ook niet enkel saai (zoals een klas collectief reageert als voor het eerst het onderwerp politiek aangesneden wordt in de les). Maar nee, beste mensen: poli-

Impressie Lio-dag Tilburg: Je had erbij moeten zijn!Iren Nauta

-Wat kunnen de huidige derdejaars

volgend jaar verwachten en waarom is het het waard om heen te gaan?

-

Page 11: Mei 2011 GELUK? - WordPress.com2. Duur van het genot 3. Zekerheid van het genot 4. Nabijheid van het genot 5. Het aantal genotsmoment-en 6. Zuiverheid, vrijheid van pijn 7. Reikwijdte

Definitiemacht | Mei 2011 | Pagina 10 en 11

tiek is belangrijk… én saai! Dat was de inlei-ding, kern én conclusie van zijn betoog. Moeilijk te omschrijven wat een pathetische vertoning Eddy Habbe Jansen tentoonspreidde. Je had er bij moeten zijn. Vandaar waarschijnlijk dat Mieke mij adviseerde hier niet al te lang op in te gaan.

Het advies van Mieke was om toch vooral wel in te gaan op het inhoudelijke belang van de Lio-dag. Wat kunnen de huidige derdejaars volgend jaar verwachten en waarom is het het waard om heen te gaan?

Daar kan ik kort over zijn: de workshops. Ieder-een volgt op de Lio-dag drie workshops en ik moet zeggen dat ik ze alle drie leerzaam vond. De eerste was van Ton Olgers, mede auteur van het heilige Handboek Vakdidac-tiek Maatschappijleer. Zijn workshop ging over het omgaan met de veelgehoorde opmerking ‘Maar meneer/mevrouw, dat mag ik toch ge-woon zeggen, dat is nou eenmaal mijn men-ing. U vindt iets anders. Ieder zijn mening.’ Punt uit, discussie gesloten. Volgens de leerling dan. Ton maakte duidelijk in de workshop dat de manier waarop leerlingen een mening zien, is

te vergelijken met smaak. En over smaak valt niet te twisten. Dus mag je volgens de leerling niets over zijn of haar mening zeggen, want dat is iets van hem of haar zelf en daar mag je niet aankomen. ‘Als je aan mijn mening komt kom je aan mij.’ Hoe ga je hiermee om als docent? Door de leerling te laten zien dat een mening niet hetzelfde is als smaak, maar is opgebouwd uit argumenten. Leerlingen confronteren met hun eigen, vaak niet steekhoudende, argu-menten werkt daarbij erg goed.

De tweede en derde workshop die ik ge-kozen had waren beide een presentatie van een werkvorm. De eerste over politiek en de tweede over Congo, als voorbeeld van een mondiaal vraagstuk. Die ga ik hier niet uitvo-erig bespreken, je had erbij moeten zijn. En dat is tevens wat ik jullie adviseer op het moment dat jullie de uitnodiging voor de Lio-dag 2012, 2013 of 2014 krijgen: je moet erbij zijn. Vooral de workshops vond ik erg leerzaam en ik heb er alle vertrouwen in dat andere opleidingen Tilburg zullen overtreffen in het kiezen van de juiste sprekers. Al viel er wel een hoop te lachen. En dat is ook wat waard.

Deze zomer is bij het Instituut voor Publiek en Politiek een boek verschenen waarop docenten maatschappijleer lang hebben gewacht:

het Handboek vakdidactiek maatschappijleer. Het hand-boek is ontwikkeld door het Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken en is te bestellen en te downloaden op:

http://www.publiek-politiek.nl/

Advertentie

Page 12: Mei 2011 GELUK? - WordPress.com2. Duur van het genot 3. Zekerheid van het genot 4. Nabijheid van het genot 5. Het aantal genotsmoment-en 6. Zuiverheid, vrijheid van pijn 7. Reikwijdte

Waarom studeren geen marktproduct is... Het kabinet Rutte zoekt 18 miljard aan bezuinigingen. Eén miljard moet onder andere worden opgehoest door het hoger onderwijs. Staatssecretaris Zijlstra, het hoger onderwijs heeft niet eens minis-teriële aandacht, houdt stug aan het be-drag vast en is wars van welk tegenargu-ment dan ook.

Het kabinet eist dat Nederland bij de top vijf van de mondiale kenniseconomieën moet gaan behoren. In het regeerakkoord staat dat: “Ned-erland de ambitie heeft om te behoren tot de top vijf van kenniseconomieën. Dit vraagt om versterking van de kwaliteit van het onderwijs en bevordering van hogere prestaties. In alle opleidingen komt de kerntaak van het geven van goed onderwijs in voldoende contacturen centraal te staan. Management en staf zijn hi-eraan dienstbaar. Vakmensen moeten hun vak kunnen uitoefenen. De overhead wordt be-perkt, er komt meer ruimte voor vakmanschap in het onderwijs. Om te komen tot meer excel-lent onderwijs is meer structuur en focus op ken-nis nodig. Er wordt toegewerkt naar een ab-solute kwaliteitsnorm waarbij de toegevoegde waarde zwaarder meeweegt. Ieder talent telt, of het nu jongeren betreft met een beperking, de gouden handen in het beroepsonderwijs of de knappe koppen op de universiteit”.

Je zou verwachten dat er extra gelden geïnves-teerd zullen gaan worden in het hoger onder-wijs. De werkelijkheid is geheel anders.

Het kabinet bestuurt het land in de eerste plaats door ‘management by speech’. Bewindslieden praten veel in slagzinnen en het herhalen van deze slagzinnen. Dit is een bekende wijze van reclamevoeren uit de marketing literatuur. Frappé, frappé toujours frappé [beuken, beu-ken, steeds maar blijven beuken] in de hoop dat de mensen de slagzinnen gaan overnemen als zijnde de juiste definitie van de werkelijkheid. “Als het zo vaak gebruikt wordt dan moet het

toch wel kloppen, anders zouden ze dat toch niet doen?” is een veel gehoorde en gehoopte reactie van mensen. In de tweede plaats bestu-urt het kabinet ons land door het benoemen van zondebokken als metafoor voor alles wat niet navolgenswaardig is.

De eerste manier van besturen zien we in het hoger onderwijs terug in het veelvuldig gebruik van het woord excellent. Zo zijn er excellente docenten, excellente studenten en natuurlijk excellente opleidingen. Excellent betekent uit-zonderlijk, dus praktisch door niets of niemand te realiseren. Excellent betekent dus het uit-sluiten van de overgrote meerderheid van de mensen en opleidingen. De eenling of enkele opleiding krijgt alle aandacht en middelen en de rest is een verliezer of eigenlijk heeft men te weinig gedaan om ook uitzonderlijk te worden.

De twee manier van besturen is die van het zoeken en benoemen van zondebokken. In het hoger onderwijs is de kleine zondebok de studiestaker, maar de grootste zondebok de langstudeerder. De zondebokken worden ten-toongesteld als het voorbeeld van uitstek van mensen die niet alleen misbruik maken van ge-meenschapsgeld, maar dit ook willens en wetens doen. Zij moeten publieke gestraft worden en wel met een malussysteem. Je moet meer gaan betalen als men van grondrechten gebruik blijft maken en de aanspraak op anderen neemt in de tijd af.

Beide manieren van besturen laten zien dat dit kabinet op een wel zeer platte manier kijkt naar mens en samenleving, namelijk door de bril met specifieke economische glazen; de wereld vol-gens de principes van de homo economicus. Dit mensbeeld gaat uit van het principe dat alles wat een prijs heeft verdeeld wordt volgens het principe van de rationaliteit van de efficiëntie, dat wil zeggen een maximale opbrengst tegen de geringste kosten.

Page 13: Mei 2011 GELUK? - WordPress.com2. Duur van het genot 3. Zekerheid van het genot 4. Nabijheid van het genot 5. Het aantal genotsmoment-en 6. Zuiverheid, vrijheid van pijn 7. Reikwijdte

Definitiemacht | Mei 2011 | Pagina 12 en 13

...en de jongere binnen het hoger onderwijs geen homo economicus.

De drogreden achter het gebruik van het woord excellentie is dat het excelleren van de excel-lenten de samenleving als geheel ten goede zal komen. Dit is een wensdenken, dat juist door sociaal-wetenschappelijke onderzoeken niet gestaafd worden. Het komt de samenleving als totaliteit meer ten goede als niet de excellenten excelleren, maar als men de slechte docenten, slechte studenten en slechte opleidingen beter laat presteren. Elk onderwijskundig onderzoek wijst uit dat studenten beter presteren door goede docenten, ongeacht het niveau. Dus meer investeren in de niet-excellenten levert veel meer toegevoegde waarde op dan alles naar de excellenten toe te schuiven.De studiestakers of langstudeerders straffen of dreigen middels een malussysteem gaat van de

veronderstelling uit dat de mens altijd als een homo economicus rationeel handelt. De mens is echter een sociaal kuddedier dat zich primair laat leiden door de keuzes van anderen en ko-rte termijn emoties kleuren vaker beslissingen in dan de lange termijn ratio. Studiekeuzes, bi-jvoorbeeld, worden veelal emotioneel gemaakt, waarbij een goed gevoel leidend is. Alleen deze argumenten pleiten er al voor om het malussys-teem als onrealistisch aan de kant te schuiven. Veel belangrijker is echter dat bij doorvoering van de maatregel het aantal studenten zal afnemen, wat betekent dat de samenleving minder opgeleid wordt, wat leidt tot een daling op de ‘human development index’. Niet doen dus.

Maar alleen kritiek leveren is voor de meester ook te mager. Naar zijn mening moet studeren gezien worden als een noodzakelijkheid die hoort bij bepaalde levensfasen. Het moment in het leven van de jongere waarin deze kennis maakt met de wereld van de volwassenen en de daarbij behorende sociale verantwoordeli-jkheid. Dit blijft altijd een proces van vallen en weer opstaan. Als samenleving zullen we moe-ten accepteren dat opstaan altijd komt na het vallen. Het lijkt in deze tijd wel haast uitgesloten om als jongere nog te mogen vallen; verkeerde keuzes te maken, verliefd te worden of het volledig op te gaan in voor een buitenstaander onbenullige zaken. Positieve en negatieve er-varingen, net zoals successen en mislukkingen horen bij het echte leven. Juist deze ervaringen maken je als mens rijper dus wijzer.

Ook het onderwijs moet hieraan bijdragen. Laat cultuur historisch zien hoe men in het verleden en heden geprobeerd heeft om een betere wereld voor haar bewoners te maken. Laat de gevaren zien van het utopisch denken, waarin men de mens aan theorieën probeert aan te passen. Wapen jongeren tegen te een-voudig oplossingen en vooral tegen slagzinnen en simpele theoretische vooronderstellingen. Tegen woorden als excellent of malussysteem. Leer jongeren zich te verzetten tegen utopisten, zoals de bewindslieden van dit kabinet.

Dus staatssecretaris Zijlstra en met hem het hele kabinet bedreig jongeren niet met woorden als excellentie of financiële straf, maar daag hen uit en stel hen in staat om te vallen in het leven, maar veel belangrijker om als beter mens weer op te staan.

Sapientia vincit

-De mens is echter een sociaal kud-dedier dat zich primair laat leiden

door de keuzes van anderen.-

Page 14: Mei 2011 GELUK? - WordPress.com2. Duur van het genot 3. Zekerheid van het genot 4. Nabijheid van het genot 5. Het aantal genotsmoment-en 6. Zuiverheid, vrijheid van pijn 7. Reikwijdte

Geachte mevr. Fresco,Ik schrijf u naar aanleiding van uw eerder uitgesproken Kohnstammlezing, 25 maart jl. waar ik als tweedejaars

student aan de docentenopleiding Maatschappijleer, in het kader van het Studium Excellentieprogramma van de

Hogeschool van Amsterdam bij aanwezig mocht zijn en waarvoor ik gevraagd ben een reactie op uw lezing te for-

muleren. Bij deze heeft u haar ontvangen.

In uw lezing stelt u dat wetenschap haar gezag in hoge mate heeft verloren, en meningen op gelijke voet staan

met wetenschappelijke kennis. Hoewel ik u in grote lijnen kan volgen in deze argumentatie bied ik u mijn nederige

invalshoek aan die het geheel wellicht in een iets ander daglicht stelt. In het bijzonder uw aanhalen van de actual-

iteiten rondom de Japanse kerncentrales.

Laat ik voorop stellen dat de mens een wezen is dat samen met andere mensen leeft teneinde zijn overlevings-

kansen te vergroten. Voor die samenleving is vertrouwen nodig, wat de sociale mens vanuit zijn instinct zou moeten

bezitten, en, aangezien wantrouwen een pessimistische verwoording is van het hebben van een kritische blik, zou ik

daarmee kunnen stellen dat de sociale mens, net als andere groepsdieren zoals honden en apen, bij uitstek onge-

schikt is voor het beoefenen van wetenschap. Dat terzijde.

Het groepsmatig leven van de mens, teneinde zijn veiligheid te verzekeren, manifesteert zichzelf op allerlei mani-

eren. Een van de meest bijzondere manieren is politiek; waar vertrouwen en wantrouwen elkaar ontmoeten. Het

instituut van politiek, de overheid, heeft daarom ook maar één doel: de veiligheid van haar leden waarborgen. Bi-

jkomstige media daarin, c.q. economie, internationale samenwerking, verzorgingsstaatarrangementen, wetenschap

enzovoorts, worden daarbij gehanteerd, maar let wel: zij zijn niet meer dan media. In een strijd tussen, bijvoorbeeld,

veiligheid en economie, zou veiligheid immer moeten zegevieren.

De wetenschap is, in relatie tot politiek, ook niet meer dan een medium, en als zijnde een medium is zij begrensd

tot een inlichtende rol. Zij kan enkel kennis verschaffen inzake de feiten, de risico’s en de mogelijke gevolgen van

politieke besluiten, maar dient nimmer in moreel oordeel te treden. Die rol is weggelegd voor filosofen, ethici, en bij

uitstek de politici en burgers zelf. Waar, in het geval van het opwekken van kernenergie, de wetenschap ons kan

inlichten over de gevolgen, en risico’s die daarmee gepaard gaan, is het niet aan de wetenschap om te oordelen of

die risico’s en gevolgen aanvaardbaar zijn of niet.

Ik zeg u dit vanwege uw volgende woorden: “Pessimisme en irrationaliteit groeien in omgekeerd evenredige ver-

houding met wetenschappelijke kennis. Zoals we ook nu weer zien met de kernramp in Fukushima, legt een zakeli-

jke, statistische benadering van risico’s geen enkel gewicht in de schaal ten opzichte van de subjectieve beleving. We

weten niets meer zeker en onze onzekerheid maakt ons steeds banger. […] In het debat gaat het steeds vaker om

het ergste dat ons kan gebeuren, niet om realistische kansen.” Ik zal u eerlijk zeggen dat ik het voorbeeld Fuku-

shima misschien wel het meest ongelukkig gekozen voorbeeld vind dat u mogelijkerwijs had kunnen kiezen, om-

dat het zo goed het tegenargument ondersteunt. In Fukushima is uitgegaan van de meest realistische kansen: een

gemiddelde aardbeving van ongeveer kracht zeven op de schaal van Richter, waarop zij een veiligheidsnetwerk

aanbrachten dat deze kracht aankon. Wat zij kregen was echter het ergst denkbare scenario: een aardbeving van

bijna kracht negen op de schaal van Richter, en op de koop toe een gigantische vloedgolf. Hadden zij niet het meest

realistische scenario, maar het ergst denkbare scenario als richtlijn genomen voor de overweging om wel of niet, dan

wel hoe zwaar beveiligd een kerncentrale te bouwen, dan had een gigantische milieuramp zoals deze zich momen-

teel voltrekt wellicht voorkomen kunnen worden.

Laat mijn boodschap aan u deze zijn: hoe waardevol de wetenschap ook is in het politieke debat, zij heeft een

adviserende, noch besluitvormende rol, maar een inlichtende rol, en is in het maatschappelijk debat niet meer dan

een medium om de veiligheid, de zekerheid en het welzijn van ons, en onze kinderen, mee af te wegen. Uiteindelijk

besluit de klant, niet de kruidenier, noch de weegschaal, of het een onsje meer of minder mag zijn.

Hoogachtend,

Sander Lochtenberg