Meetkunde

4
 Meetkunde: Vormleer Les 1: lijnen en hoeken Les 2: evenwijdigen en loodrechten Les 3: de vlakke figuren LES 1: Lijnen en hoeken DOELSTELLINGEN De cursief gedrukte doelstellingen gelden vanaf het vijfde leerjaar DOMEIN 3: MEETKUNDE 3.1 Vormen beschrijven, herkennen, construeren, benoemen en classificeren. De leerlingen kunnen volgende begrippen correct hanteren: o rechten lijnen (rechten) en kromme lijnen (krommen, gebogen lijnen) o evenwijdige en snijdende rechten en lijnen o zijde, hoek, hoekpunt, benen van een hoek o rechte hoek scherpe hoek, stompe hoek o lijnstuk, punt, diagonaal o loodrecht, loodlijn, horizontaal, verticaal, schuin o lengte (basis), breedte (hoogte) De leerlingen kunnen met behulp van een tekendriehoek, een geodriehoek of een rolliniaal volgende meetkundige objecten tekenen: o snijdende en evenwijdige rechten o hoeken o rechte, scherpe en stompe hoeken De le er li ng en ku nnen de sy mbo le n voor lo od re chte st an d en evenwijdigh eid lezen, noteren en gebruiken. DOMEIN 2: METEN 2.7 Meten van hoeken De leerlingen kunnen hoeken ordenen volgens grootte. De leerlingen kunnen hoeken vergelijken met een rechte hoek (een tekendriehoek, een zelfgeplooide rechte hoek,...) De leerlingen kennen de maateenheid van hoekgrootte (graad) en het daarbij horende symbool (°). De leerlingen kunnen hoeken meten met een graadboog (een geodriehoek) en het meetresultaat noteren.

Transcript of Meetkunde

Page 1: Meetkunde

5/9/2018 Meetkunde - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/meetkunde-559ca2c2e3774 1/4

Meetkunde: Vormleer

Les 1: lijnen en hoekenLes 2: evenwijdigen en loodrechten

Les 3: de vlakke figuren

LES 1: Lijnen en hoeken

DOELSTELLINGENDe cursief gedrukte doelstellingen gelden vanaf het vijfde leerjaar

DOMEIN 3: MEETKUNDE

3.1 Vormen beschrijven, herkennen, construeren,

benoemen en classificeren.

De leerlingen kunnen volgende begrippen correct hanteren:o rechten lijnen (rechten) en kromme lijnen (krommen, gebogen

lijnen)o evenwijdige en snijdende rechten en lijneno zijde, hoek, hoekpunt, benen van een hoeko rechte hoek scherpe hoek, stompe hoeko lijnstuk, punt, diagonaalo loodrecht, loodlijn, horizontaal, verticaal, schuino lengte (basis), breedte (hoogte)

De leerlingen kunnen met behulp van een tekendriehoek, eengeodriehoek of een rolliniaal volgende meetkundige objectentekenen:

o snijdende en evenwijdige rechteno hoekeno rechte, scherpe en stompe hoeken

De leerlingen kunnen de symbolen voor loodrechte stand enevenwijdigheid lezen, noteren en gebruiken.

DOMEIN 2: METEN

2.7 Meten van hoeken

De leerlingen kunnen hoeken ordenen volgens grootte.

De leerlingen kunnen hoeken vergelijken met een rechte hoek (eentekendriehoek, een zelfgeplooide rechte hoek,...)

De leerlingen kennen de maateenheid van hoekgrootte (graad) enhet daarbij horende symbool (°).

De leerlingen kunnen hoeken meten met een graadboog (eengeodriehoek) en het meetresultaat noteren.

Page 2: Meetkunde

5/9/2018 Meetkunde - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/meetkunde-559ca2c2e3774 2/4

De leerlingen kunnen met behulp van een graadboog (eengeodriehoek) een hoek van een bepaalde grootte (tot 180°)tekenen.

De leerlingen weten dat een rechte hoek 90° meet.

De leerlingen weten dat een kwartdraai 90°, een halve draai 180°

en een volledige draai (cirkel) 360° meet.Elke tafelgroep heeft een blad gekleurd papier en WB1. De kinderenvoeren de volgende opdrachten uit:

• Ieder van jullie groep tekent één punt op het gekleurde blad en geef deze een naam aan de hand van een hoofdletter:A, B C, D, E, F, G, H, I, J, K, L, M, N, O, P, Q, R, S, T, U, V, W, X, Y, Z

(Zorg dat je de punten ver genoeg uit elkaar tekent.)

• Ieder van jullie groep verbind nu elk 2 punten met een (rechte of gebogen) lijn.

• Wat kunnen jullie vertellen over jullie figuur? Probeer zoveel mogelijkte vertellen over hoe jullie vlakke figuur er uitziet. (vertel iets overde hoeken, de zijden, ….) zodat straks een andere groep jullie figuurmakkelijk kan herkennen.

………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………….

• Knip jullie vlakke figuur uit en stop deze nu in de enveloppe en hangdeze aan het bord.

De leerkracht haalt de briefomslagen op, voegt 2 eigen omslagen toe,haalt de vlakke figuren eruit en hangt ze op het bord. Elke figuur wordt

voorzien van een nummer.

Page 3: Meetkunde

5/9/2018 Meetkunde - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/meetkunde-559ca2c2e3774 3/4

Groep 1 leest hun beschrijving en de overige groepen moeten de juistefiguur trachten te vinden en schrijven dit op hun blad. Zelfde voor groep 2,3, 4, ….

De resultaten worden klassikaal besproken.

Wat kan je vertellen over de hoeken van een figuur?

Hoeken worden gevormd door 2 snijdende rechte lijnen (=de benen)Hoeken kunnen scherp (<90°) recht (=90°) of stomp (>90°) zijn.

Wat kan je vertellen over de zijden van een figuur?

Zijden kunnen even lang zijn.Zijden kunnen loodrecht of evenwijdig zijn.

Opdrachtenblad 1

• Wat kunnen jullie vertellen over jullie figuur? Probeer zoveel mogelijkte vertellen over hoe jullie vlakke figuur er uitziet. (vertel iets overde hoeken, de zijden, ….) zodat straks een andere groep jullie figuurmakkelijk kan herkennen.

………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………….

………………………………………………………………………………………………………………

Page 4: Meetkunde

5/9/2018 Meetkunde - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/meetkunde-559ca2c2e3774 4/4

……………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………….

• Vul in

Omschrijving groep 1 past het best bij figuur …………

Omschrijving groep 2 past het best bij figuur …………

Omschrijving groep 3 past het best bij figuur …………

Omschrijving groep 4 past het best bij figuur …………