MEERJARIG ONDERNEMINGSPLAN 2020 - 2025 - OVAM...ONDERNEMINGSPLAN 2020 - 2025 1 2 INHOUD DEEL 1:...

20
MEERJARIG ONDERNEMINGSPLAN 2020 - 2025

Transcript of MEERJARIG ONDERNEMINGSPLAN 2020 - 2025 - OVAM...ONDERNEMINGSPLAN 2020 - 2025 1 2 INHOUD DEEL 1:...

  • MEERJARIGONDERNEMINGSPLAN

    2020 - 2025

    1

  • 2

    INHOUD

    DEEL 1: BIJDRAGEN AAN DE TRANSITIE NAAR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE 5

    DEEL 2: DE EUROPESE EN INTERNATIONALE UITDAGINGEN VAN CIRCULAIRE ECONOMIE 7

    DEEL 3: DEMATERIALISEREN VAN MAATSCHAPPELIJKE BEHOEFTEN EN SLUITEN VAN MATERIAALKRINGLOPEN 9

    DEEL 4: HERSTEL VAN BODEMDIENSTEN EN BODEMZORG 13

    DEEL 5: DATA EN INFORMATIE ORGANISEREN OM ONZE DIENSTVERLENING TE OPTIMALISEREN 15

    DEEL 6: DE OVAM FUNCTIONEERT VOLGENS DE PRINCIPES VAN EEN PERFORMANTE EN INNOVATIEVE ARBEIDSORGANISATIE 17

  • 3

    MISSIE EN VISIE:EEN AMBITIEUS AFVAL-, MATERIALEN- EN BODEMBELEID ALS BOUWSTENEN VOOR DE CIRCULAIRE ECONOMIE”De OVAM richt haar blik op de lange termijn. Tegen 2050 leven we immers met 9,7 miljard mensen op onze planeet. Daarmee komen het klimaat, de open ruimte en de natuurlijke grondstoffen in het gedrang. Eén van de oorzaken is onze lineaire economie. Dat wil zeggen dat materialen zich in één lijn bewegen van begin naar einde: van ontginning naar bewerking, vervolgens naar de productieketen van een product tot verkoop en consumptie, om tot slot op de afvalberg terecht te komen. De lineaire manier waarop we in Vlaanderen omgaan met materialen is verantwoordelijk voor ongeveer 60% van onze totale broeikasgasemissies. We zijn ervan overtuigd dat de oplossing schuilt in de omslag naar een circulaire economie. Daarbij hergebruiken we in-genomen ruimte, gaan we bewust om met materialen en dragen we bij aan de oplossing voor de klimaatproblematiek. We creëren kringlopen die in principe eeuwig kunnen blijven draaien om in onze behoeften te voorzien. Samen met onze part-ners bieden we ondersteuning om in de praktijk stappen vooruit te zetten naar een circulaire economie. De OVAM geeft vorm aan het afvalstoffen-, bodem- en materialenbeleid. We zorgen voor het beleidskader dat de Vlaamse bedrijven en de Vlaming stimuleert om materiaal- en bodembewust te produceren en consumeren. De circulaire economie loopt als rode draad doorheen deze thema’s.

    Als overheidsorganisatie houden we de vinger aan de pols om tijdig te kunnen inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen. We zorgen voor een open dialoog met onze partners en maken onderbouwde beleidskeuzes. We leren op een actieve manier onze doelgroepen en sectoren beter kennen en hun handelingsperspectief te achterhalen. Zo kunnen we een op maat gemaakt instrumentarium uitwerken dat hen moet sturen en stimuleren. Intern werken we volgens de principes van een performante en innovatieve arbeidsorganisatie en volgens de thema’s in onze beleidsverklaring Maatschappelijk Verant-woord Ondernemen. Op die manier verzekeren we een optimale dienstverlening.

    Om dit te realiseren schuift de OVAM een ambitieuze aanpak in zes doelstellingen naar voor:

  • 4

  • 5

    1 BIJDRAGEN AAN DE TRANSITIE NAAR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE

    Vlaanderen Circulair als centraal platform

    Vlaanderen Circulair bestaat uit relevante Vlaamse overheidsinstanties, beroepsfederaties, verenigingen, steden en gemeenten, burgers en kennisinstellingen. In het voorjaar van 2020 treedt een nieuw beleid voor Vlaanderen Circu-lair in werking. Daarbij onderscheiden we verschillende deeltransities: materialen, water, voeding en biomassa zijn prioritaire thema’s. De OVAM trekt het materialenluik en coördineert vanuit Vlaanderen Circulair de overige thema’s. Verder moeten we de lessen die we de vorige jaren leerden, verankeren in het beleid met nieuwe businessmodellen en economische kansen.

    Vlaanderen als partner en regelgever in de overgang naar een circulaire economie

    We maken een roadmap circulaire economie met doelstellingen voor het gebruik van grondstoffen. Deze roadmap brengt in kaart hoe we onze produc-tie- en consumptiesystemen meer circulair kunnen organiseren. Daarbij houden we rekening met de beperkte ruimte, de symbiose tussen industriële actoren en partners in productie- en consumptie- ketens, de werkgelegenheid en het investeringsbeleid.

    De OVAM en Vlaanderen Circulair willen een beleid ont-wikkelen dat circulaire projecten aanmoedigt en de drempels wegneemt. Dat doen we onder meer via Open Calls voor innovatieve projecten, proeftuinen waar onderzoek en ondernemen hand in hand gaan, green deals, regelluwe innovatieruimtes en experimentele projecten. Vlaanderen Circulair zorgt er voor dat belof-tevolle pilootprojecten kunnen uitgroeien tot gangbare praktijken en we mobiliseren extra financiële middelen

    HOE PAKT DE OVAM DIT AAN?

    WAAROM IS DIT BELANGRIJK?De overgang van een lineaire naar een circulaire economie komt tegemoet aan een aantal uitdagingen: zo veel mogelijk natuurlijk kapitaal behouden en herstellen, bijdragen aan een oplossing voor de klimaatverandering, bedrijven een duurzame toekomst geven, mee werkgelegenheid creëren en de strijd tegen sociale ongelijkheid aangaan.

    Het biedt onze bedrijven kansen om te innoveren: door nieuwe ondernemingsmodellen, nieuwe producten die beter recycleerbaar, herbruikbaar en herstelbaar zijn en nieuwe partnerschappen onder meer voor uitwisseling van grond-stoffen en energie... Op die manier kunnen de bedrijven beter inspelen op de behoeften van zowel hun klanten als de maatschappij en kunnen ze het verschil maken met (buitenlandse) concurrenten.

    voor de circulaire economie. Naast deze concrete acties moeten we ook het draagvlak voor de circulaire eco-nomie verbreden. Dat doen we door diverse opleidin-gen te organiseren, doelgroepgerichte sensibilisering, ondersteuning via infoloket en e-platformen, weten-schappelijk onderzoek, co-creatie en nudging (mensen stimuleren om hun gedrag op een bepaalde manier te wijzigen). Ook onze actieve communicatie moet de bre-dere beweging naar circulaire economie versterken.

    We passen de criteria om vergunningen, erkenningen, subsidies… te verkrijgen zo aan, dat ze circulariteit op lange termijn bevorderen. Dit gebeurt in samenspraak met VLAIO, lokale besturen en andere relevante entitei-ten. Ook gebruiken we op Vlaams niveau overheidsaan-kopen als instrument om producten met recyclaten te stimuleren.

  • 6

    Het Steunpunt Circulaire Economie verenigt momenteel onderzoekers van de KU Leuven, de Uni-versiteit Gent, de Universiteit Antwerpen, het Onder-zoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA) en VITO. Momenteel ligt de focus op de verdere ontwikke-ling van de indicatoren voor circulaire economie. Daar-naast onderzoeken zij de sociaaleconomische effecten, zodat de overheid de circulaire economie beter kan monitoren en stimuleren.

    Naast een brede aanpak en ondersteuning van circu-laire economie, komt circulaire economie ook terug in de thema’s afval en materialen, de productie en con-sumptie van goederen en diensten, bouwen en ruimte, de waterkringloop, biomassa en het voedselsysteem. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de minister bevoegd voor Economie en Landbouw.

  • 7

    WAAROM IS DIT BELANGRIJK?De overgang van een lineaire naar een circulaire economie komt tegemoet aan een aantal uitdagingen: zo veel mogelijk natuurlijk kapitaal behouden en herstellen, bijdragen aan een oplossing voor de klimaatverandering, bedrijven een duurzame toekomst geven, mee werkgelegenheid creëren en de strijd tegen sociale ongelijkheid aangaan.

    Het biedt onze bedrijven kansen om te innoveren: door nieuwe ondernemingsmodellen, nieuwe producten die beter recycleerbaar, herbruikbaar en herstelbaar zijn en nieuwe partnerschappen onder meer voor uitwisseling van grond-stoffen en energie... Op die manier kunnen de bedrijven beter inspelen op de behoeften van zowel hun klanten als de maatschappij en kunnen ze het verschil maken met (buitenlandse) concurrenten.

    1 DE EUROPESE EN INTERNATIONALE UITDAGINGEN VAN CIRCULAIRE ECONOMIE

    2

    Op Europees of internationaal niveau willen we mee de juridische en socio-economische voorwaarden creëren die de overgang naar een circulaire economie in Vlaanderen een impuls geven. Dit doen we op drie manieren:

    • via klassieke beleidsbeïnvloeding op Europese en internationale fora; • via internationale samenwerking; • door de Europese projectwerking uit te breiden met oog op innovatie en kennisopbouw.

    HOE PAKT DE OVAM DIT AAN?

    We dragen de kennis en kunde die in Vlaanderen aanwezig is actief uit om zo onze eigen internati-onale zichtbaarheid en beleidsimpact te vergroten. We gaan daarvoor op zoek naar opportuniteiten en werken samen met goed geplaatste partners.

    We werken internationaal samen rond circulaire economie, waarbij we onze expertise en kennis overbrengen. We gebruiken dit ook om wereldwijd de omslag naar een circulaire economie te helpen realiseren.

  • 8

  • 9

    WAAROM IS DIT BELANGRIJK?Zoals we al hebben aangehaald, heeft onze inefficiënte lineaire economie een negatieve impact op de uitstoot van broeikasgassen en op de grondstoffenvoorraden. De circulaire economie kan een oplossing bieden. Enerzijds gaan we op zoek naar manieren om onze maatschappelijke behoeften in te vullen met minder en efficiënter gebruik van mate-rialen doorheen de hele keten. Anderzijds stimuleren we het sluiten van de productieketen. Dat wil zeggen dat we de waarde van de materialen die zich reeds in de keten bevinden zo min mogelijk verloren laten gaan (bv. door recyclage, hergebruik, enz.).

    Via de circulaire economie willen we de materialenvoetafdruk van de Vlaamse consumptie verminderen met 30 % tegen 2030 (Vizier 2030) en met 75 % tegen 2050 (Visie 2050).

    1 DEMATERIALISEREN VAN MAATSCHAPPELIJKE BEHOEFTEN EN SLUITEN VAN MATERIAAL- KRINGLOPEN

    3

    HOE PAKT DE OVAM DIT AAN?

    Materiaalbewust bouwen en verbouwen

    We geven voor de komende legislatuur prioriteit aan de volgende thema’s.

    Via de TOTEM-tool stimuleren we een accurate en ge-bruiksvriendelijke bepaling van de materiaalimpact van gebouwen en kunnen we de ecologische voetaf-druk van gebouwen verlagen. We werken een materia-lenpeil uit om de milieu-impact van materialen in een gebouw te bepalen. Dit koppelen we idealiter aan het energiepeil. We zorgen ervoor dat data over materialen vlot kunnen worden gekoppeld aan nieuwe technieken, om preventie en herstellingen gerichter uit te voeren. In 2021 en 2022 loopt bovendien het tweede deel van de proeftuin Circulair Bouwen om innovatie in bouw- en afbraaktechnieken te bevorderen. Met de resultaten kunnen we hergebruik van materialen en aanpasbaar-heid van gebouwen maximaal stimuleren in de over-gang naar een circulaire bouweconomie.

    We stimuleren bij de bouwsector een drastische ommezwaai naar materiaalbewust en veranderings-gericht (ver)bouwen. We werken daarom samen met de sector een routeplan uit. Deze werkagenda Circu-lair Bouwen vullen we in vanuit de leerlessen uit de Green Deal en Proeftuin Circulair Bouwen. De resulta-ten implementeren we in ons beleid en moeten leiden tot nieuwe businessmodellen en aangepast gedrag. Op die manier willen we de materiaalintensiteit van het bouwproces verlagen.

    Het selectief slopen van gebouwen en infrastructuur moet in de toekomst de standaardpraktijk zijn. Tegen 2024 moeten we de gescheiden bouw- en sloopafval-stromen zo hoogwaardig mogelijk hergebruiken of re-cycleren. Daarvoor passen we de wetgeving aan voor sloopopvolging en de ondersteuning van de werking van het sloopbeheerorganisme Tracimat. We voorzien ook de nodige instrumenten voor een betere geschei-den inzameling of (na)sortering.

  • 10

    Versterken van het asbestafbouwbeleid

    De OVAM voorziet een actief asbestafbouwbeleid. Het doel is om de risicovolle asbesthoudende materialen tegen respectievelijk 2034 (de meest risicovolle asbest- toepassingen zoals asbestcement daken en gevelbe-kleding en niet-hechtgebonden toepassingen) en 2040 (alle andere asbestproducten in slechte staat) af te bouwen. We voorzien hierbij de nodige ondersteuning voor handhaving. We stemmen het asbestafbouwbeleid af op de realisatie van de Vlaamse beleidsdoelstellingen rond woningkwaliteit, renovatie en energieprestatie van gebouwen.

    In Vlaanderen zouden gebouwen en infrastructuur ouder dan 2001 nog zo’n 2,3 miljoen ton aan asbesthou-dende toepassingen bevatten. Er zijn een aantal factoren die maken dat asbest voor de OVAM een prioriteit is:

    • gezondheidsrisico’s wegwerken;• energiezuinige vernieuwing na de verwijdering van asbest; • sloopmaterialen terug in de kringloop brengen en zo duurzame, circulaire gebouwen en renovaties

    mogelijk maken; • ontstaan van nieuwe ruimte door de sloop van asbesthoudende gebouwen in buitengebieden.

    We voeren het actieplan asbestafbouw verder uit met prioriteit voor de meest kwetsbare doelgroepen en met het accent op ontzorging. Ter ondersteuning van spe-cifieke doelgroepen, zoals scholen, sociale huisvesting, welzijn en landbouw, voeren we bestaande sectorpro-tocollen uit en sluiten weer nieuwe af. We ondersteu-nen ook verder de bestaande en nieuwe asbestaf-bouwprojecten van lokale besturen om asbestafbouw voor burgers veilig, betaalbaar en makkelijker te maken. We evalueren de voortgang van het asbestafbouw- beleid in 2022 en bekijken daarbij de verwijderingsplicht voor private eigenaars. Voor de uitvoering van het asbestafbouwbeleid voorzien we extra middelen.

    We voorzien de eerste asbestattesten eind 2021, in aanloop naar de verplichting bij verkoop vanaf 2022. Deze attesten moeten de koper beschermen. Hiervoor werken we de regelgeving verder uit. We bepalen de voorwaarden voor ‘gecertificeerd asbestdeskundige inventarisatie’ en stimuleren de controle van deze certificaten, zodat er enkel kwaliteitsvolle asbest- inventarissen opgesteld worden.

  • 11

    Verzekeren van waardebehoud voor biomassa

    Om biomassareststromen zo hoogwaardig mogelijk in te kunnen zetten, moeten we eerst een efficiënte selectieve inzameling installeren. Tegen eind 2023 zijn de nodige maatregelen van kracht om in heel Vlaan- deren zo veel mogelijk keukenafval en voedselresten te weren uit het huishoudelijk en bedrijfsrestafval. Dit is een belangrijke maatregel om de recyclage-doelstellin-gen en klimaatambities in 2030 te kunnen halen.

    De overgang naar een duurzamer, circulair voedsel- en biomassasysteem vraagt dat we grondstoffen en produc-ten zo hoogwaardig mogelijk inzetten en dat we geen voedsel verspillen. We werken daarvoor samen met de sector een nieuw actieplan ‘Biomassa en voedsel circulair 2021-2025’ uit.

    Ook producten uit de natuur, waaronder biomassa en reststromen uit het bos, natuur- en landschaps- beheer, kunnen waardevolle grondstoffen vormen voor een biogebaseerde economie. We optimaliseren de bio-massaketen uit bos-, natuur- en landschapsbeheer door lokale en regionale valorisatie en zetten hiervoor onderzoeks- en pilootprojecten op.

    Kunststoffen worden op dit moment nog te spilzuchtig en laagwaardig ingezet. Daarom lanceren we in 2020 het actieplan ‘kunststoffen’. De krachtlijnen zijn een efficiënter gebruik van kunststoffen, meer selectieve in-zameling, meer recyclage en meer afzet voor recyclaten. We maken het financieel interessanter om kunststoffen apart te houden voor recyclage en de niet-recycleerbare kunststoffen van de markt te weren.

    We pleiten voor extra investeringen in de nodige sorteer- en recyclagecapaciteit, met focus op de kunst-stofketen. Zo zorgen we ervoor dat Vlaanderen evo- lueert tot een toonaangevende recyclagehub in Europa. Daarnaast pleiten we binnen Europa voor een verbod op het gebruik van microplastics in cosmetica, verzor-gings- en onderhoudsproducten. We vragen ook een bredere aanpak van wegwerpproducten, ongeacht het materiaal waaruit ze gemaakt zijn. Het Europees Parle-ment kwam al in 2019 tot een akkoord over een Euro- pese richtlijn met nieuwe afspraken over het gebruik van eenmalige plastics. Deze richtlijn zetten we de komende legislatuur om in wetgeving.

    Specifiek voor verpakkingen voert de Vlaamse regering alle afspraken in het Verpakkingsplan 2.0 uit. Tegen 2025 moeten alle verpakkingen die op de markt komen herbruikbaar, recycleerbaar of composteerbaar zijn. Eind 2023 is er een tussentijdse evaluatie met daar-aan gekoppelde consequenties. We zorgen ervoor dat de verpakkingssector zijn ambitieuze engagementen nakomt en onze focus ligt op handhaving. Ook de

    Materiaalimpact van productketens verlagen (op internationaal niveau)

    andere betrokken sectoren moeten actief en financieel bijdragen aan de strijd tegen zwerfvuil. We stimuleren een actief overleg tussen voedings- en verpakkings- industrie, lokale overheden en horeca om slimmere en afvalarme ondernemingsmodellen te ontwikkelen voor consumptie buitenshuis. We rollen tegen eind maart 2021 een uniform P+ systeem uit om meer huis-houdelijk verpakkingsafval uit kunststof selectief in te zamelen. We sluiten ook een Green Deal tussen over-heid en distributie om het aandeel wegwerp en niet- recycleerbare verpakkingen op de markt te vermin- deren.

    We starten voor een selectie van producten (zoals matrassen, AEEA, batterijen, luiers en textiel) een ketenaanpak, onder andere via convenanten. De sectoren moeten producten slimmer ontwerpen, zodat ze langer meegaan en makkelijker herstelbaar, herbruikbaar en recycleerbaar zijn. We stimuleren her-stelling van producten en hergebruik van onderdelen. We bevorderen circulair ontwerp en circulaire aan- kopen binnen instrumenten zoals de aanvaar-dingsplicht en green deals. Knelpunten als product-normering, labeling etc. maken we bespreekbaar bij de bevoegde federale ministers. We onderzoeken hoe we de aanvaardingsplicht van verschillende stromen beter kunnen afstemmen tussen de gewesten, voor een uniform beleid over heel België.

  • 12

    We voorzien een nieuw uitvoeringsplan voor lokaal materialenbeheer. Tegen 2030 willen we de selectieve inzameling van afval met het oog op recyclage doen toenemen van 69 tot 77,5 %. Tegen 2030 moeten we minstens 50 % van de recycleerbare fractie van huis-houdelijk en bedrijfsafval bijkomend recycleren. Dit willen we realiseren door een betere selectieve inza-meling en recyclagetrajecten voor prioritaire stromen. Er liggen belangrijke opportuniteiten in de stromen organisch-biologisch afval, kunststoffen, papier en karton en textiel.

    Samen met alle actoren versterken we de sorteer- boodschappen via verschillende communicatie- strategieën. We voorzien ook de nodige handhaving en ondersteuning op maat op lokaal niveau (o.a. via samenwerkingsverbanden, visitaties, lerend netwerk en proefprojecten). Om het bedrijfsrestafval te vermin-deren, ontwikkelen we onder meer een code van goe-de praktijk voor een betere bronsortering in combina-tie met sturende maatregelen op maat. Zo wordt het ook voor bedrijven interessanter of gemakkelijker om recycleerbare stromen selectief in te zamelen dan om gemengd restafval aan te bieden.

    De milieuheffingen hielpen de afgelopen decennia het gedrag van burgers en bedrijven zodanig te sturen dat de hoeveelheid restafval gedaald en recyclage verhoogd is. Daarom onderzoeken we tegen 2021 of het wenselijk is om de afvalheffing te actualiseren. De afvalverwerkingscapaciteit in Vlaanderen stemmen we af op maat van de circulaire economie. Een circulaire economie betekent dat Vlaanderen zich moet voor- bereiden op een gefaseerde afbouw van afval- verbranding.

    We voeren de strijd tegen zwerfvuil op. Concreet zet-ten we via de Mooimakers (samenwerking OVAM, Fost Plus en de VVSG) het beleid tegen zwerfvuil en sluik-storten verder met gepaste extra beleidsmaatregelen, samen met de doelstellingen die in het uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen en gelijkaardig bedrijfs- afval staan. Daarbij leren we maximaal uit de opgedane ervaringen.

    Verminderen van restafval door circulair materialenbeheer

  • 13

    WAAROM IS DIT BELANGRIJK?Een minimale bodemkwaliteit is essentieel voor goed functionerende kringlopen van water en voedingsstoffen, een aangename leefomgeving en een gezonde voeding. Dit is een kritische succesfactor om een circulaire economie mogelijk te maken en de gevolgen van de klimaatverandering mee op te vangen. Hiervoor stimuleren we het verder herstel van verontreinigde bodems, in de eerste plaats bij particulieren, oude bedrijfslocaties en stortplaatsen. Daarnaast garande-ren we de bodemkwaliteit via de nodige bodemzorg. Zo stimuleert de OVAM innovatie, herstel van bodemdiensten en maximaal hergebruik van de bodem.

    1 HERSTEL VAN BODEMDIENSTEN EN BODEMZORG4

    HOE PAKT DE OVAM DIT AAN?

    De OVAM wil dat tegen 2036 elke risicogrond in Vlaan-deren is onderzocht en daar waar nodig de sanering van historische verontreinigingen is opgestart. Dat doen we door een overkoepelende coördinatie en op basis van een prioriteringsmodel. We schakelen een versnelling hoger om tegen 2028 alle oriënterende bo-demonderzoeken uit te voeren en stimuleren verder bodemonderzoek- en sanering. We ondersteunen be-drijven en ontzorgen de burger door een aanpak op maat. De OVAM zorgt met haar ambtshalve optreden voor oplossingen voor mensen, verenigingen, bedrijven of besturen.

    We herontwikkelen brown- en blackfields en stort-plaatsen in het kader van circulair ruimtegebruik. Door stortplaatsen te betrekken in de circulaire eco-nomie, zijn ze een voorraad aan materialen, energie en land. Samen met lokale en bovenlokale besturen en andere partners gaan we op zoek naar terreinen waar verplichtingen nodig zijn in het kader van het bodem- decreet (bv. een bodemsanering). Daar kunnen we dan tegelijk een maatschappelijke meerwaarde creëren rond duurzaam gebruik met aandacht voor circulariteit en bodemzorg. We bieden daarbij oplossingen op maat om de partners te ondersteunen.

    We stimuleren het bewustzijn rond historisch verontreinigde waterbodems en doen voorbereidend onderzoek via een aantal Europese onderzoeksprojec-ten. De sanering van historisch verontreinigde water-bodems is immers nodig voor een verhoogde kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater en de ontwikke-ling van groenblauwe netwerken. Verder ligt onze focus op de verhoogde circulaire toepassing van bagger- en ruimingsspecie, waarin de overheden een voorbeeldrol opnemen.

    De OVAM neemt haar regierol op en ontwikkelt een duidelijk beleidskader voor een kwaliteitsvol bodem-beleid. We evalueren en actualiseren het kwaliteits-zorgsysteem voor bodemsaneerders, omdat zij in dat beleid betrouwbare partners zijn.

    Bodemsanering

  • 14

    Een gezonde bodem levert veel ecosysteemdiensten voor mens en omgeving. We onderzoeken hoe we (bodem)ecosysteemdiensten, (bodem)biodiversiteit en innovatie door natuurlijke oplossingen een plaats kun-nen geven in ons bodemsaneringsbeleid. Om de waarde van bodem en land in de circulaire economie aan te tonen en te valideren, werken we een instrument uit. Zo verhogen we het bewustzijn rond bodemzorg.

    Bodemzorg

    Om de bodemdiensten maximaal te behouden of te herstellen en optimaal hergebruik van de bodem te realiseren, werken we integrale oplossingen uit rond het hergebruik van bodemmaterialen. De overheden nemen hierbij hun voorbeeldfunctie op. We werken beleidsvoorstellen uit om bijkomende restverontrei-niging te voorkomen en beheren de bestaande rest- verontreiniging optimaal.

    Recent worden we geconfronteerd met twee nieuwe uitdagingen. Meer en meer krijgen we te maken met diffuse bodemverontreiniging, zonder duidelijk aan-wijsbare bron. Vaak werd die veroorzaakt door allerlei kleinschalige ambachtelijke activiteiten, waarvan de gegevens over de bron of de oorzaak verloren zijn ge-gaan. De OVAM gaat nu de gegevensbronnen van diffu-se bodemverontreiniging inventariseren, zorgt voor een plan van aanpak en start met gerichte meetcampagnes.

    De OVAM werkt ook een plan van aanpak uit voor de selectie en opvolging van de meest prioritaire ‘contaminants of emerging concern’. Dit zijn wei-nig bekende verontreinigende stoffen in de bodem en het grondwater, waarvan de risico’s dus niet duidelijk zijn. We zorgen ervoor dat de belangrijkste (groepen van) stoffen worden aangepakt via bodembeheer en bodemsaneringspraktijk.

  • 15

    WAAROM IS DIT BELANGRIJK?Een kwaliteitsvolle ICT- en informatiestrategie is cruciaal voor een optimale dienstverlening en om het eigen beleid te monitoren. We onderbouwen ons beleid met data en delen onze inzichten met onze stakeholders. Daarnaast gebruiken we de beschikbare technologieën om onze interne werking te stroomlijnen.

    1 DATA EN INFORMATIE ORGANISEREN OM ONZE DIENSTVERLENING TE OPTIMALISEREN

    5

    HOE PAKT DE OVAM DIT AAN?

    We heroriënteren de manier van data-inzameling van afvalstoffen, door te focussen op transparan-tie, de administratieve lasten te doen dalen en het verzamelen en verwerken van gegevens maximaal te automatiseren. Verder ontwikkelen we indicato-ren voor de thema’s bouw, productketens en circu-laire economie. Daaraan kunnen we doelstellingen koppelen, waarmee we beleidsmaatregelen kunnen evalueren en externen kunnen informeren en sen-sibiliseren. Verder willen we ook ons bodemzorg- beleid voeden met beschikbare data rond bodem.

    Via de digitale ontsluiting van data en ontwikke-ling van tools ondersteunen en sensibiliseren we burgers, lokale besturen en bedrijven. Denk maar aan het asbestattest, Cirkeltips, de benchmarktool en het Vlaams symbioseplatform. Ook bodem- informatie blijven we verspreiden als motor voor de realisatie van ons beleid. Denk daarbij aan het bodemattest, waarmee we de nieuwe eigenaars beschermen.

    De OVAM stimuleert de maximale digitalisering van haar processen, zowel voor de externe dienst- verlening als voor de interne werking. We gaan ook actief op zoek naar de bijkomende mogelijkheden die nieuwe technologieën bieden.

  • 16

  • 17

    WAAROM IS DIT BELANGRIJK?Een voorwaarde om deze ambitieuze doelstellingen te kunnen realiseren, is een sterke organisatie. De kern van onze werking zijn onze werknemers en de manier waarop we hun talenten en capaciteiten inzetten om onze doelstellingen te bereiken. De OVAM gaat daarom aan de slag met onderbouwde en doordachte principes om een efficiënte organisatie met een uitstekende dienstverlening aan te bieden.

    1 DE OVAM FUNCTIONEERT VOLGENS DE PRINCIPES VAN EEN PERFORMANTE EN INNOVATIEVE ARBEIDSORGANISATIE

    6

    HOE PAKT DE OVAM DIT AAN?

    We stellen een strategisch personeelsplan op met speciale aandacht voor diversiteit. Ook het mobi-liserend loopbaanbeleid stemmen we af op dit strategisch personeelsplan. Binnen de organisatie stimuleren we levenslang leren en we bespreken groeimogelijkheden op basis van een doordacht ontwikkelingsplan. We mobiliseren onze medewer-kers om de eigen ontwikkeling in handen te nemen en mee te groeien met onze personeelsbehoeften. We houden hierbij steeds rekening met de brede context van de Vlaamse Overheid.

    Ook het welzijn van elke medewerker is belangrijk voor een sterke en aantrekkelijke organisatie. Dit meten we aan de hand van indicatoren die de basis vormen voor ons welzijnsbeleid.

  • 18

  • 19

    Dit begint bij een kwaliteitsvolle planning. We blijven onze processen optimaliseren, met speciale aandacht voor risicomanagement en procesdocumen-tatie. Zo implementeren we het risicomanagement- systeem dat we de voorbije jaren hebben uitgewerkt en evalueren de praktische toepassing ervan. We werken een bedrijfscontinuïteitsplan uit. Dit plan beschrijft de werkwijze in tijden van incidenten en crisissen, om de activiteiten van de OVAM zo snel mogelijk opnieuw op te starten.

    We bouwen ook het prestatiemanagement verder uit tot een performant systeem voor planning, opvolging en evaluatie. Bij de opvolging komt naast de prestaties ook ontwikkeling aan bod.

    Tot slot actualiseren we het belanghebbenden- management op strategisch niveau om zo draagvlak te creëren voor onze beleidsdoelstellingen.

    We updaten onze communicatiestrategie. De OVAM wil met haar communicatie het volgende bereiken:

    • Haar dienstverlening bekendmaken (tools, produc-ten, richtlijnen, sorteerboodschappen,…).

    • Sensibiliseren en informeren rond kernthema’s.

    • Een draagvlak creëren voor nieuw en ambitieus beleid op ‘onze’ thema’s.

    We identificeren verschillende prioritaire thema’s. Rond die thema’s werkt de OVAM strategische communi- catieplannen uit die verschillende beleidsmaatregelen op lange termijn ondersteunen met specifieke acties of campagnes. Verder optimaliseren we ook de interne informatiedoorstroming.

    De OVAM werkt mee aan de uitbouw van een slanke, efficiënte overheid. Wat betreft financieel beheer kantelen we daarom de OVAM-boekhouding in bij ORAFIN. Daarnaast streven we naar een verdere effi-ciëntieverhoging door een overname van onze gebou-wen en facility door Het Facilitair Bedrijf.

    We voeren tot slot onze vijf prioritaire thema’s uit de beleidsverklaring Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen uit:

    • we reduceren onze hoeveelheid restafval;

    • in onze aankoopprocessen houden we rekening- met duurzaamheidscriteria;

    • we streven naar een reductie van onze CO2- uitstoot en primair energieverbruik;

    • we volgen het welzijn van de OVAM-medewer-kers op aan de hand van een welzijnsmeter;

    • we stimuleren onze medewerkers om hun woon-werkverkeer te organiseren volgens het STOP-principe.

    We werken op een efficiënte, effectieve, integere en kwaliteitsvolle manier.

  • 20

    Openbare Vlaamse AfvalstoffenmaatschappijStationsstraat 110

    2800 MECHELENT 015 284 284F 015 203 275

    [email protected]

    V.U. Danny Wille, Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij, Stationsstraat 110, 2800 MECHELEN - D/2020/5024/06