Meekijken over de schouder van.. Dirk Jan Visser
description
Transcript of Meekijken over de schouder van.. Dirk Jan Visser
Nagorno-Karabach, de meeste mensen zul-
len er hun atlas bij moeten pakken. De van
Azerbeidzjan afgescheiden regio, de-facto een
onafhankelijke republiek, wordt niet erkend.
Over de oorlog tussen 1991 en 1994 werd
nauwelijks bericht, de internationale gemeen-
schap trekt zich weinig aan van het lot van de
nog altijd 600.000 Azerbeidzjaanse en 200.000
Armeense vluchtelingen. David is een van hen.
Door zijn leven, en dat van anderen te docu-
menteren wil Dirk-Jan een voor velen onbe-
kend conflict inzichtelijk maken.
‘Voor mij is het belangrijk om in de foto-
grafie persoonlijke verhalen te vertellen die
symbool staan voor grote politieke en econo-
mische ontwikkelingen. Hoe verhouden deze
mensen zich tot dit hele grote verhaal? Door
hun verhalen bij elkaar te brengen en van con-
text te voorzien krijg je niet alleen een helder
beeld van wat daar is gebeurd, maar ook een
menselijk beeld. Ik hoop dat mensen naden-
ken over hoe wíj ons zouden verhouden in zo’n
conflict. Van de een op de andere dag krijg je
ruzie met de buren, of eigenlijk heb je geen
ruzie, maar word je vertelt dat je ruzie moet
maken met de buren. Gedreven door natio-
nalisme en de drang naar onafhankelijkheid
word je plotseling aangezet tot haat. Wat doe
je dan?’
het penaltygebied. Toch wordt hier gevoetbald.
En fanatiek getraind, getuige de foto op de
volgende pagina. Terwijl een schim in de ach-
tergrond zijn voeten tegen de grond gedrukt
houdt, laat een jongen – een puber nog – zijn
romp ver boven de grond zweven. De handen
naast het hoofd, tanden op elkaar. Zijn blik,
gericht op een punt in de verte, verraadt dat
het verstand even op nul is gezet. Zwevend
boven de grond, vereeuwigd in rauw zwart-wit,
lijkt de tijd stil te staan.
Was het maar waar. Binnenkort wordt
David Martirosyan 18 en dan is het gedaan
met zijn voetbalcarrière. David is geboren in
Stepanakert, een stad in de van Azerbeidzjan
afgescheiden regio Nagorno-Karabach. Zijn
vader Vartan, ook een getalenteerde voetbal-
ler, heeft hij nooit gekend. Vartan kwam nooit
terug uit de oorlog. Het is twintig jaar later
en over enkele maanden zal David de conse-
quenties van het sluimerende conflict aan den
lijven ondervinden. De UEFA en FIFA erkennen
Nagorno-Karabach niet en dus is het Armeen-
se voetbalteam FK Karabakh
Stepanakert uitgesloten van betaald voetbal.
‘Alleen als je heel goed bent kun je in Armenië
gaan voetballen,’ vertelt Dirk-Jan. ‘Maar dat
halen de meeste jongens niet, want iedereen
moet twee jaar in dienst. Ik heb geen verstand
van voetbal, maar volgens mij zijn de jaren
tussen je 18e en 20e cruciale jaren voor voet-
ballers.’
MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN..
Dirk-Jan Visser
Of het nu een voetbalteam in balling-
schap is, de vluchtelingen uit Zimbabwe
Exodus, de illegale migranten uit Status
Undocumented, of de burgers in Bagdad
uit Our Life zijn, Dirk-Jan Visser richt
zijn camera vaak op de underdog,
vertelt de verhalen van hen die vergeten
dreigen te worden. Een portret in drie
delen van een geëngageerde docu-
mentairemaker die alles wil weten en
begrijpen.
Deel 1 – Activist met een camera
Dirk-Jan Visser maakt mooie foto’s. Maar dat
zal hem eigenlijk een worst wezen, het publiek
moet iets opsteken van zijn projecten. ‘Vrede zal
ik er niet mee stichten, maar ik kan op zijn minst
mensen proberen te informeren.’ In de Noorder-
licht galerie in Groningen is momenteel zijn
tentoonstelling Offside te zien, over twee voet-
balteams uit conflictgebied Nagorno-Karabach.
Een Armeense kerk torent uit boven een toe-
getakelde grasmat. De diepe zandkuil voor het
armzalige doel lijkt eerder een afgraving dan
Merdakan -Azerbaijan: The family house of Elshad Khudadatov, coach of the youth team of FK Qarabagh Agdam situated in Merdakan, a former Sovjet sanatorium which is now occupied by IDP’s from Qarabagh and the militarized zone.
MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. DIRK JAN VISSER
Baku -Azerbaijan: FK Qarabagh Agdam is training in the Tofiq Ismayilov stadium in the neighbourhood of Surakhani preparing for the match against Twente for qualifications in the Europa league.
MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. DIRK JAN VISSER
dig los. Daarvoor moest wel ik leren en durven
autonomer te werken. Daar ben ik al langer
mee bezig, maar dat Bas me daar in stimu-
leerde gaf me heel veel rust.’
Tegelijkertijd is Offside wel degelijk een jour-
nalistieke documentaire, waarin je beide kan-
ten van het verhaal belicht.
‘Ik merk dat ik vaak de kant van de underdog
kies, dat was ook zo bij dit verhaal. We begon-
nen bij de Azerbeidzjanen, de verliezers in dit
verhaal. Maar langzamerhand werd duidelijk
dat we iets met beide kanten moesten doen.
Niet omdat ik geloof in objectieve journalis-
tiek, maar wel omdat ik vond dat beide kanten
belicht moesten worden. We zijn toen niet
alleen terug naar Azerbeidzjan gegaan, maar
hebben ook verhalen in Nagorno-Karabach en
Armenië gemaakt.’
Daarbij probeer je niet objectief te zijn?
‘Nee. Hoe je het ook wendt of keert, ook al
In eerste instantie vertrok Dirk-Jan in 2009
samen met schrijver Arthur Huizinga naar
Azerbeidzjan om een verhaal te maken over
FK Qarabağ Agdam, de voetbalclub in bal-
lingschap die momenteel in de hoofdstad
Baku is gevestigd, maar verlangt naar een
terugkeer naar haar thuisbasis in Agdam.
‘Een parel van een verhaal natuurlijk, een
voetbalclub in ballingschap. Arthur belde me
in 2009 dat Agdam tegen Twente had geloot
in de voorrondes van de Europe League. Dat
was een mooie aanleiding om er een verhaal
over te maken. Voetbal interesseert me
helemaal niet, ik ben eerder anti-voetbal. Wat
mij fascineerde was dat die mensen het de
hele tijd hadden over een plek die niet meer
bestaat en een tijd die voorbij is.’
Het terugverlangen naar die lang vervlogen
tijd kwam ook tot uiting in de talloze foto’s van
vroeger die de Agdam spelers en supporters
het tweetal meegaven. ‘Bij terugkomst hadden
we heel veel archieffoto’s van toen Agdam nog
een stad was. Toen we door die stapel blader-
derden, dachten we; hier zit meer in.’ Maar
wat precies, was niet direct duidelijk. Pas toen
Artur en Dirk-Jan via via bij Bas Vroege van
Paradox terecht kwamen, kreeg het project
meer richting. ‘We hebben heel uitvoerig met
Bas gepraat en hij heeft ons een paar hele
goede handvatten gegeven om verder te gaan.
Vooral in het nadenken over andere manieren
van werken heeft hij me erg gestimuleerd.’
Op welke manier?
‘Hij opperde onder andere dat het interessant
zou zijn om het persoonlijker te maken en
van alles te verzamelen. Dat klinkt misschien
heel voor de hand liggend voor veel fotogra-
fen, maar ik kom uit de hoek van de klassieke
geëngageerde reportage- en nieuwsfotogra-
fie waarin je in 6 of 8 beelden een eenduidig
verhaal vertelt. Ik ben nog steeds een klas-
sieke, geëngageerde fotograaf, maar op een
gegeven moment kwam het besef dat je ook
op een andere manier met beeld kunt omgaan
en onderwerpen zo op verschillende manieren
kunt benaderen. Je kunt heel feitelijk, maar
ook heel poëtisch schrijven. Door die poëzie
kun je nieuwe lagen, verdieping aanbrengen.
Dat is voor mij ook zo met deze manier van
met fotografie bezig zijn. Het is niet zwart-
wit(lacht) nou ja het is wel zwart-wit, maar het
is geen eenduidig verhaal. Bij Offside hoefde ik
niet in 8 foto’s een verhaal te vertellen, maar
heb ik de vrijheid genomen om uit te waaieren
naar verschillende deelonderwerpen, om in
zowel kleur als zwart-wit te werken en ook
archieffoto’s te gebruiken. In die zin laat ik het
eenduidige journalistieke beeldverhaal volle-
Nagorno Karabakh: The military zone between Azerbaijan and Nagorno Karabakh, seen from the Karabakh side . This zone, also called the line of contact in Azerbaijan and frontline in Armenia was formed after the cease fire between Armenia and Azerbaijan in 1994 and now forms the border line between Azerbaijan and the militarized zone, occupied by the Karabach army, supported by Armenia. Here an opbservation post only 200 meters away from the Azerbaijani side
MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. DIRK JAN VISSER
hem natuurlijk wel verteld over het project en
ik heb op verschillende reizen fotoprints en
HEMA boekjes voor hem meegenomen. Dat
vind ik soms lastig van journalistiek. Jij hebt je
westerse bagage, weet wat documentaire is,
wat de impact is van journalistiek. Hij is su-
perintelligent, maar toch vraag ik me wel eens
af of hij de gevolgen volledig overziet. Ik denk
dat we het wel goed ingeschat hebben, maar
je weet het niet.’
In je andere project, Status Undocumented,
ben je erg persoonlijk betrokken bij je onder-
werp en is het onderwerp ook betrokken bij
jouw project. Zoals de Guineese Mabintou die
je naar Nederland haalde om een lezing te
geven. Is er een bepaalde manier waarop je je
tot je onderwerp verhoudt?
‘Voor mij is die rol tussen fotograaf en onder-
werp niet zo belangrijk. Ik sta er weinig bij stil.
heb je de intentie om objectief te zijn, jij bent
de boodschapper en beziet de wereld vanuit
je eigen referentiekader. Wat en hoe je iets of
iemand fotografeert is al subjectief. Maar ik
geloof wel in hoor en wederhoor. Zowel de Ar-
meniërs als de Azerbeidzjanen hebben schuld
aan het vreselijke conflict. Het gaat erom dat
mensen speelbal zijn van de politiek, tegen
elkaar zijn opgezet terwijl ze een gedeelde
cultuur en geschiedenis hebben. Dat werd
steeds duidelijker.
Wij zijn op een gegeven moment zelfs re-
gelmatig ingezet als een soort boodschap-
pers tussen mensen die elkaar al twintig jaar
niet hadden gezien. Dan kwamen we ergens
en moesten we uitgebreid vertellen over hoe
het met hun oude vriend of buurman ging en
lieten we foto’s van hen zien.’
Dan ben je bijna een vredesactivist?
‘Als iemand zegt dat ik een activist ben, vat ik
dat op als een compliment.’
Dat activisme, de wens om mensen bij elkaar
te brengen, spreekt ook uit de opzet van het
boek. Van beide kanten vertellen de foto’s en
teksten aangrijpende, persoonlijke verhalen.
In korte kaderteksten worden daarnaast de
gemeenschappelijke delers tussen de bevol-
kingsgroepen voor het voetlicht gebracht; de
muziek, sterke drank en paarden. De teksten
zijn niet alleen in het Engels maar ook in het
Armeens en Azerbeidzjaans opgetekend.
Willen jullie met het boek teruggaan? De
mensen daar met dit project laten inzien dat
ze zoveel gemeen hebben?
‘Ja, we geloven dat er oprecht interesse in el-
kaars verhaal is, dat mensen over elkaar wil-
len lezen. Als de ene groep het over de ander
heeft dan zijn het allemaal beesten, dat wordt
ze continue verteld. Zodra het over individuen
gaat, zijn mensen geïnteresseerd. Uiteindelijk
hoop ik dat mensen, nou niet nader tot elkaar
komen, dat is overdreven, maar wel dat er een
soort onderling bewustzijn komt. Dat ze weer
beseffen: we drinken dezelfde drank, luisteren
dezelfde muziek. Maar het is een controver-
sieel project. Ik denk niet dat we met open
armen worden ontvangen. Ik ben soms ook
wel bang dat mensen er problemen mee kun-
nen krijgen.’
Hoe ga je daarmee om? Heb je daar met de
hoofdpersonen over gesproken?
‘Ik maak me vooral zorgen om een jongen, een
vluchteling die heel openhartig is geweest.
Hij heeft geen toegang tot internet, is niet
te bereiken, dus konden we het uiteindelijke
verhaal niet aan hem voorleggen. We hebben
Barda - Azerbaijan: Naile Mamedova (68) fled in 1993 from the village of Nemirli in Nagorno Karabag to the Barda region in Azerbaijan. Together with her son Yasen and her daughter in law she build her own house out of mud bricks where later her two grandchildren Ramin (14) and Kenan (8) where born. Because the family was able to sustain themself and took their own initia-tive the government is not willing to give the family a settlement house. These houses where only build for the refugees living in tents and trains.
MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. DIRK JAN VISSER
Wil je dan ook actief met het boek de boer op
en bij beleidsmakers en uitvoerders, NGO’s en
vredesbewegingen langs?
‘Ik geloof niet zo in vredesbewegingen, maar
ik wil het zeker graag onder de aandacht bij
beleidsmakers brengen.’
Het gaat je er dus niet zozeer om dat mensen
zien dat je mooie foto’s maakt, maar dat het
impact heeft. Als dat niet gebeurt, is het pro-
ject dan mislukt?
‘Ja. Ik bedoel, het is een heel mooi boek ge-
worden en we hebben bijgedragen aan de
geschiedschrijving. Dat vind ik een interessant
gegeven. Maar ik zou het wel heel mooi vinden
als het een spin off krijgt. Dat is ook echt de
intentie van het boek.’
Je hebt al veel mooie publicaties gehad, je
werk wordt internationaal erkend en je hebt al
flink wat prijzen gewonnen. Maar op je websi-
te schrijf je dat je belangrijkste prestatie uit je
carrière tot nu toe is dat je Zimbabwe project
heeft bijgedragen aan de herziening van het
Zuid-Afrikaanse asielbeleid.
Ja, dat vind ik echt belangrijk. Prijzen interes-
seren me helemaal niets.
Dus je bent eigenlijk een activist met een
camera?
Ja, maar wel een met heel veel nuances.
Wordt vervolgd..
Beeld © Dirk Jan Visser
Tekst © Eefje Blankevoort
Op een gegeven moment raak je gefasci-
neerd door iemands leven, iemands verhaal
en spreek je de intentie uit dat op te tekenen.
Natuurlijk overleg je met iemand, maar ik ben
uiteindelijk wel diegene die de vorm bepaalt.
Met Mabintou pakte dat bijvoorbeeld heel
goed uit. Die vindt het een heel mooi project
en is er erg bij betrokken. Toen ik haar voor
de tentoonstelling en lezing naar Den Haag
haalde, sprak zij zelf ook. Dat was zeer heftig,
heel emotioneel. Dat voelde heel goed.’
Is het een meerwaarde voor een project dat
de hoofdpersoon blij is met hoe je hun verhaal
hebt opgetekend? Of wil je vooral een goed
verhaal voor een publiek maken?
‘Ik vind het tof als de mensen over wie het
gaat het goed vinden of ontroerd raken, maar
het belangrijkste is dat het aankomt bij het
publiek. Wil je een oplossing voor een klotesi-
tuatie, zoals in Nagorno-Karabach, dan zullen
mensen er eerst iets van af moeten weten.
Zonder kennis kan er ook geen begrip zijn, en
zonder begrip geen oplossing.’
Agdam region / Azerbaijan / Guzanli