Mediageschiedenis - Samenvatting - Massacultuur en media (Frank van Vree)

6
 Samenvatting - Massacultuur en media (Frank van Vree) – MG – 2011/2012 !"#$%#$$& ()*#+$ ,$#+- . /*&)**% --" #$ 012 3 ,$#+-4$(56+$#$"+( 3 7+$8+"4$" 9:;;<9:;9 ! /=>?%+46) @ A%=>B=C ,$#+-./*&)**% D 888E#=*B&$F+"#(>%=#*5)+="(E5=F  ! ,-#$ B? G1- H$IF-" " Telkens weer heeft de introductie van nieuwe technieken en communicatievormen impulsen gegeven aan de gedachte dat de media een directe en onweerstaanbare invloed uitoefenen op de massa van weerloze ontvangers. Film werd eerst afgekeurd, maar later als goed propagandamiddel gezien. Men gelooft in almachtige media door de massa als doelwit, maar ook manipulatie. Echter, er kwamen op een gegeven moment zo veel stations en programma’s, dat manipulatie door één beweging of persoon onmogelijk leek. Marshall McLuhan staat weer aan het begin van herwaardering van machtige media. Wie een cultuur wil leren kennen moet haar media bestuderen. Lyotard stelt dat door de hoeveelheid informatie er versnippering heeft plaatsgevonden in de westerse cultuur. We moeten ons niet alleen richten op de inhoudelijke en institutionele aspecten van media, maar ook op de context waarbinnen media functioneren. Eenwording en modernisering Tussen 1870 en 1914 herschiep Nederland van agrarische samenleving in een moderne industriële natie. In deze tijd werden de fundamenten gelegd voor de samenleving. Modernisering ging hand in hand met eenwording. Er was eerst een ware tijd, elke plek had een andere, er waren tijdzones met verschil van enkele minuten van stad tot stad. Dit was handig met langzame verbindingsmiddelen, maar niet met snelle verbindingen als de treinen die opkwamen, 5 min waren ook weer 5 minuten.. al snapt de NS daan nu nog steeds niet veel van! Echter, toen dit dus versnelde, werden de tijden verwarrend. Er kwam naast het tijdensysteem ook een spoortijd. Lokale eigenaardigheden maakten al snel plaats voor nationale patronen. Nederland werd in die tijd pas een geheel op geografisch, politiek en economisch gebied. Economische verbanden en een verbetering van vervoers- en communicatienetwerken droegen bij aan de eenwording. Ottoland kende een familie van boeren die het voor het zeggen hadden. De vaste landarbeiders en dagloners hadden weinig in te brengen. In de tweede helft van de negentiende eeuw werd het dorp afhankelijk van externe ontwikkelingen en maatregelen. Het rijk en de provincie gingen zich met het bestuur bemoeien en kiesrecht gooide ook roet in het eten van de boeren. Economisch gezien moesten de producten eerst naar de fabriek voordat ze naar de winkel gingen. In de kerk ging het er ook niet meer aan toe zoals vroeger. De boeren verlieten de kerk en richtten een gereformeerde kerk op. Alle andere steden uit die tijd maakten een soortgelijke verandering door. Verhoudingen werden zakelijker en onpersoonlijker, nieuwe sociale groepen en steden groeiden in rap tempo. Abraham Kuyper richtte de orthodox-protestantse zuil op en buitte de techniek van moderne massaorganisatie beter uit dan wie dan ook. Traditionele aspecten werden opengebroken. Massapers en openbaar leven Er ontstond een moderne massacultuur die zich uitte in allerlei verenigingen, organisaties en bonden. De omvorming van het openbare leven zie je het best terug in de drukpers. Er was sprake van sterk groeiende oplagen (massaficatie) en een toenemende verscheidenheid aan titels en doelgroepen (diversificatie en segmentering), maar ook verandering qua inhoud. In 1869 werd het dagbladzegel afgeschaft. Zo verschenen er meer dagbladen. Ook qua boeken, omdat de bevolking groeide en er meer mogelijk was. Sommige uitvindingen hadden ook een revolutionaire uitwerking op de krant en het tijdschrift als zodanig: telefoon, telegraaf enzovoort. Er waren ook economische ontwikkelingen,

Transcript of Mediageschiedenis - Samenvatting - Massacultuur en media (Frank van Vree)

5/10/2018 Mediageschiedenis - Samenvatting - Massacultuur en media (Frank van Vree) - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mediageschiedenis-samenvatting-massacultuur-en-media-frank-van-vree 1/6

 

Samenvatting - Massacultuur en media (Frank van Vree) – MG – 2011/2012

OnderdeelstudieMedia&CultuuraandeUvA–Mediageschiedenis–Viewingen2011/2012

Copyright©DropboxMedia&[email protected] MadebyEvaHekman

1

Telkens weer heeft de introductie van nieuwe technieken en communicatievormen

impulsen gegeven aan de gedachte dat de media een directe en onweerstaanbare invloed

uitoefenen op de massa van weerloze ontvangers. Film werd eerst afgekeurd, maar later

als goed propagandamiddel gezien. Men gelooft in almachtige media door de massa als

doelwit, maar ook manipulatie. Echter, er kwamen op een gegeven moment zo veel

stations en programma’s, dat manipulatie door één beweging of persoon onmogelijkleek. Marshall McLuhan staat weer aan het begin van herwaardering van machtige

media. Wie een cultuur wil leren kennen moet haar media bestuderen. Lyotard stelt dat

door de hoeveelheid informatie er versnippering heeft plaatsgevonden in de westerse

cultuur. We moeten ons niet alleen richten op de inhoudelijke en institutionele aspecten

van media, maar ook op de context waarbinnen media functioneren.

Eenwording en modernisering

Tussen 1870 en 1914 herschiep Nederland van agrarische samenleving in een moderne

industriële natie. In deze tijd werden de fundamenten gelegd voor de samenleving.Modernisering ging hand in hand met eenwording. Er was eerst een ware tijd, elke plek

had een andere, er waren tijdzones met verschil van enkele minuten van stad tot stad.

Dit was handig met langzame verbindingsmiddelen, maar niet met snelle verbindingen

als de treinen die opkwamen, 5 min waren ook weer 5 minuten.. al snapt de NS daan nu

nog steeds niet veel van! Echter, toen dit dus versnelde, werden de tijden verwarrend. Er

kwam naast het tijdensysteem ook een spoortijd. Lokale eigenaardigheden maakten al

snel plaats voor nationale patronen. Nederland werd in die tijd pas een geheel op

geografisch, politiek en economisch gebied. Economische verbanden en een verbetering

van vervoers- en communicatienetwerken droegen bij aan de eenwording.

Ottoland kende een familie van boeren die het voor het zeggen hadden. De vaste

landarbeiders en dagloners hadden weinig in te brengen. In de tweede helft van de

negentiende eeuw werd het dorp afhankelijk van externe ontwikkelingen en maatregelen.

Het rijk en de provincie gingen zich met het bestuur bemoeien en kiesrecht gooide ook

roet in het eten van de boeren. Economisch gezien moesten de producten eerst naar de

fabriek voordat ze naar de winkel gingen. In de kerk ging het er ook niet meer aan toe

zoals vroeger. De boeren verlieten de kerk en richtten een gereformeerde kerk op. Alle

andere steden uit die tijd maakten een soortgelijke verandering door. Verhoudingen

werden zakelijker en onpersoonlijker, nieuwe sociale groepen en steden groeiden in rap

tempo. Abraham Kuyper richtte de orthodox-protestantse zuil op en buitte de techniek

van moderne massaorganisatie beter uit dan wie dan ook. Traditionele aspecten werden

opengebroken.

Massapers en openbaar leven

Er ontstond een moderne massacultuur die zich uitte in allerlei verenigingen, organisaties

en bonden. De omvorming van het openbare leven zie je het best terug in de drukpers.

Er was sprake van sterk groeiende oplagen (massaficatie) en een toenemende

verscheidenheid aan titels en doelgroepen (diversificatie en segmentering), maar ook

verandering qua inhoud.

In 1869 werd het dagbladzegel afgeschaft. Zo verschenen er meer dagbladen.

Ook qua boeken, omdat de bevolking groeide en er meer mogelijk was. Sommige

uitvindingen hadden ook een revolutionaire uitwerking op de krant en het tijdschrift alszodanig: telefoon, telegraaf enzovoort. Er waren ook economische ontwikkelingen,

5/10/2018 Mediageschiedenis - Samenvatting - Massacultuur en media (Frank van Vree) - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mediageschiedenis-samenvatting-massacultuur-en-media-frank-van-vree 2/6

 

Samenvatting - Massacultuur en media (Frank van Vree) – MG – 2011/2012

OnderdeelstudieMedia&CultuuraandeUvA–Mediageschiedenis–Viewingen2011/2012

Copyright©DropboxMedia&[email protected] MadebyEvaHekman

2

opbloei van handel, scheepvaart en landbouw. De industrialisatie mondde uit in een

krachtig en evenwichtig groeiproces. Meer ruimte voor investeringen en consumptie.

Door een verbetering in levensomstandigheden werden meer kranten gekocht. Het aantal

titels groeide, wat wijst op verscheidenheid van de inhoud en publieksgroep en het duidt

op de snelle groei van de oplage, op massificatie en uniformering van leesgedrag. De

interesse verschoof van buitenland naar binnenland. De drukpers speelde, kortom, eensleutelrol in de vorming van een nieuw besef van tijd, plaats en gemeenschap. De

vorming van moderne naties was niet mogelijk zonder massamedia.

Pers en ideologie

De opkomst van de moderne massapers viel samen met de gloriejaren van het

liberalisme. Het dagblad was een soort opvoeding, men las over het dagelijkse leven. De

eenwording en modernisering van Nederland had de tegenstellingen niet weg kunnen

werken. De tegenstellingen werden juist groter en duidelijker, door de opkomst van

partijen en bonden. Religieuze en politieke stromingen riepen eigen organen in het leven

voor emancipatie en versterking. Abraham Kuyper had de Standaard als krant. De rolvan de pers moest volgens hem leidend en beschouwend zijn. De Standaard heeft het

beeld dat antirevolutionairen van zichzelf en de wereld hebben grotendeels bepaald.

Recht voor Allen was een socialistische krant. Het uitgeven en colporteren ervan was een

daad van verzet en propaganda. Taal en inhoud van Recht voor Allen voedden het

zelfbewustzijn van de werkenden en socialisten op een nog niet eerder vertoonde wijze

en schaal. De pers was bij uitstek het medium waardoor nieuwe maatschappelijke

verbanden ontstonden en konden worden gecreëerd. Onder invloed van de verzuiling en

de emancipatie van de arbeidersklasse zouden de banden tussen kranten en politieke en

kerkelijke stromingen steeds nauwer worden.

Een verzuild land

Na de eerste wereldoorlog was er sprake van pacificatie, continenten kwamen dichterbij

elkaar te staan, dit zou een halve eeuw model staat voor de Nederlandse politiek. De

overheid trad in veel gevallen slechts op als makelaar en financier, terwijl zij het feitelijke

werk liefst overliet aan de verzuilde organisaties en instellingen.

De protestanten en katholieken hadden de meeste aanhang. In de tweede helft

van de jaren twintig kwam er massaproductie, die werd onderbroken door de recessie.

De politiek leek hier niet echt tegen opgewassen. De politieke en sociale organisaties

waren maatschappelijk hecht verankerd. Bijna alle dagbladen waren verbonden aan een

kerk, partij of beweging. Dit pakte positief uit. Nederlandse dagbladen moesten het

hebben van de abonnementen. De media was een machtig wapen waarmee de strijd omde geesten kon worden beslecht.

Over de invulling en grenzen liepen de meningen uiteen. Aan de ene kant had je

de traditionele liberale kranten, deze hadden wel principes, maar geen formele bindingen

met een partij. Aan de andere kant had je de zuivere partijbladen, zoals Het Volk. Deze

kranten hadden nauwe verhoudingen met een partij en die hadden gevolgen voor het

functioneren van de kranten. De dagbladen verbonden met ARP en CHU waren typisch

verzuild. Ze functioneerden voor de partij. Katholieke dagbladen waren aan de kerk

verbonden. Ze waren vaak in particuliere handen en waren het meest verzuild. Vooral

loyaliteit was belangrijk, en die werd ook beloond, maar nooit gecontroleerd. Voor de

politieke partijen, kerken en verenigingen vormden de media niet alleen een instrument

om propaganda naar buiten toe te bedrijven maar vooral ook om de consensus in eigen

kring te organiseren.

5/10/2018 Mediageschiedenis - Samenvatting - Massacultuur en media (Frank van Vree) - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mediageschiedenis-samenvatting-massacultuur-en-media-frank-van-vree 3/6

 

Samenvatting - Massacultuur en media (Frank van Vree) – MG – 2011/2012

OnderdeelstudieMedia&CultuuraandeUvA–Mediageschiedenis–Viewingen2011/2012

Copyright©DropboxMedia&[email protected] MadebyEvaHekman

3

 

Repressie en regressie

De politieke en kerkelijke autoriteiten wilden hun achterban bijeen houden, maar waren

ook bang voor de macht van de media zelf. Er heersten stemmen die de pers aan banden

wilden leggen. Er werd gepleit voor preventieve censuur en voor een uitbreiding van de

gronden voor strafrechtelijke vervolging achteraf. De vrijheid van drukpers maakte dit

lastig.

Film en radio kregen wel maatregelen, zoals Centrale Filmkeuring. Hierdoor

kregen vernieuwende films weinig kans. Tussen de wereldoorlogen in was er sprake van

stagnatie. Op cultureel gebied zelfs teruggang. De kunsten moesten volgens Thorbecke

hun eigen plekje in de maatschappij verdienen, de overheid hield zich angstvallig afzijdig

van alles wat cultureel was. Veel vermaak werd verboden. De naargeestige

bekrompenheid werd niet altijd zo ervaren. De meeste mensen waren gewend dat hun

politieke en culturele leven binnen grenzen lag. De krant was vaak opgebouwd vanuit

geld van de arbeiders zelf, dus het moest wel goede kwaliteit leveren. De journalisten

namen hun baan uiterst serieus. Er waren wel eens conflicten, maar deze werden nooitgroots.

Oorlog en bevrijding

De stagnatie en zelfgenoegzaamheid die zo kenmerkend waren voor het geestelijke en

politieke klimaat in het verzuilde Nederland van de jaren dertig, bepaalden in belangrijke

mate de houding van de bevolking en de gezagsdragers na de Duitse inval. De grote

meerderheid was op de hoogte, echter de gesloten subculturen niet. Hierdoor werd

Nederland door de bezettende autoriteiten meegesleurd in samenwerking. We verloren

de meeste Joden. Na 1943 werd het in Nederland ook duidelijk, doordat vanaf toen een

totale oorlog was begonnen. Mannen werden dwangarbeiders. De Nederlanders kwamen

in opstand, ging massaal in verzet. De verharding van de oorlog en de Duitse tegenslag

aan het oostfront leidden tot een versterking van de illegaliteit, waarvan ook de kranten

profiteerden.

Iedereen moest de radio inleveren, hier speelden kranten op in. Kranten werden

naar het einde van de oorlog optimistischer en kregen een vorm van nieuwsbulletin.

Echter, van een doorbraak van de vooroorlogse verhoudingen in de media was geen

sprake. Sommigen wilden een ‘nationaal herstel’, wat niet werd doorgevoerd, maar toch

bleef leven. Wat de aanhangers met elkaar verbond, was hun afkeer van de

verlammende verdeeldheid en passiviteit van de jaren dertig en hun streven naar een

morele verheffing van de natie. Echter, de scheidslijnen van de Nederlandse politiek

bleken taaier dan verwacht. Uit deze tijd dateert de term verzuiling dan ook. Watresteerde van de drang tot vernieuwing was een bereidheid tot maatschappelijke

ordening en een actieve overheidspolitiek op sociaal en economisch gebied. Socialisten

en katholieken gingen samen en de bemoeienis van de overheid vergrootte zich.

Wederopbouw en geestelijke verheffing

Tussen 1945 en 1960 noemt men het ook wel restauratie. Echter, Nederland ging niet

terug naar het bestel van voor de oorlog. Er waren spanningen tussen en binnen de

partijen. Vanaf 1945 gingen we vermaak afkijken van Amerika. Niet iedereen was er blij

mee en uitte zorgen om de jeugd.

5/10/2018 Mediageschiedenis - Samenvatting - Massacultuur en media (Frank van Vree) - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mediageschiedenis-samenvatting-massacultuur-en-media-frank-van-vree 4/6

 

Samenvatting - Massacultuur en media (Frank van Vree) – MG – 2011/2012

OnderdeelstudieMedia&CultuuraandeUvA–Mediageschiedenis–Viewingen2011/2012

Copyright©DropboxMedia&[email protected] MadebyEvaHekman

4

De demoraliserende Tweede Wereldoorlog en een nieuwe confrontatie baren

zorgen, maar ook de vervlakking, vereenzaming en verloedering die de moderne

massasamenleving met zich meebracht. De samenleving werd op het hart gedrukt dat de

nieuwe materiële welvaart dienst moest doen voor culturele verheffing.

Voor de oorlog stelde de overheid zich passief op tegenover cultuur, na de oorlog

kwam er actieve bemoeienis. De overheid vond dat het volk zijn kracht moest herwinnendoor persoonlijkheidsvorming en versterking van de gemeenschapszin. Kunst en

onderwijs moesten daaraan dienstbaar worden gemaakt en de staat had daarin een

belangrijke functie te vervullen (Van der Leeuw). De calvinisten vonden cultuur slechts

versiersel, van der Leeuw ging hier tegen in. Er was geen herstel zonder aanvaarding van

christelijke en humanistische waarden en geen morele verheffing zonder verbreiding van

kunst en wetenschap.

De televisie kwam in rap tempo op in Amerika, dit maakte hoeders in Nederland

duidelijk dat dit medium wel eens de zwaarste beproeving zou kunnen betekenen. Alle

slechte eigenschappen van de massacultuur werden op de televisie geprojecteerd. Op 2

oktober 1951 was de eerste televisie-uitzending in een kerk in Bussum ( in hoorcollege

wordt gezegd Hilversum). J. Cals was staatssecretaris en samen met hem waren er velen

bezorgd over het geestelijke welzijn van de bevolking. Als de televisie goed geleid zou

worden, zou het kunnen leiden tot cultuurverspreiding en culturele opbouw. Eind 1951

werd er een Televisieraad in het leven geroepen, die zou het nieuwe medium bestuderen

en zich met de sociaal-culturele en pedagogische aspecten bezighouden. Televisie moest

de cultuurwaarden levend maken, maar ontspanning ook verheffen. De onderzoekers

bevestigden dat het gezinsleven bevorderd werd, het uitgaan minder werd, er van

verslaving geen sprake was. Het viel erg mee.

Men vond dat mensen niet écht meer samen waren, de vertrossing in de jaren

zeventig. Iedereen luisterde naar de Tros, omdat dat luchtig vermaak was en het niet

echt gebonden was aan een zuil of geloof. Het zijn geluiden die behoren tot detelevisiemythe. Deze mythe verloor pas haar kracht onder invloed van de

verveelvoudiging van informatiekanalen in de jaren tachtig.

De jaren zestig

De geestelijke verheffing maakte plaats voor maatschappelijke en culturele ontplooiing

van ieder individu, een eis, waarin zowel rationalistische als romantische elementen

herkend kunnen worden. Men had in de jaren ’60 genoeg middelen en tijd om aan deze

eis te voldoen, en zelf geluk te zoeken. Een goed voorbeeld is de anticonceptiepil. Het

stuitte vooral katholieken tegen de borst. Er voltrokken zich veranderingen in de media

en de kerk. ‘andersdenkenden’ kwamen nu bij elkaar en keken elkaar normaal aan.

Het tweede concilie van het Vaticaan bracht verandering en die werd omarmd. In

de jaren zestig kwam echter al een einde aan de bemoeienis van de kerk. Er vond

vernieuwing plaats in de kerk, en daarmee ook een kleine leegloop van kerken. In de

protestantse kerk werden de veranderingen niet erg openbaar getoond. Vooral bij de

Trouw was dit te merken, deze werd vrijer en nam een koerswending. Vanaf de jaren

zestig kwamen er veel veranderingen in het medialandschap. De kranten werden opener.

In katholieke en protestantse media prees iedereen het bisschoppelijke mandement,

terwijl er binnensmonds wel werd geklaagd. Critici werden de grond in geboord. Er waren

in de jaren vijftig maar weinig bladen die ontsnapten uit het keurslijf. Depolitisering,

geheimhouding en handhaving van hiërarchische verhoudingen hadden niet gewerkt

zonder de media.

5/10/2018 Mediageschiedenis - Samenvatting - Massacultuur en media (Frank van Vree) - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mediageschiedenis-samenvatting-massacultuur-en-media-frank-van-vree 5/6

 

Samenvatting - Massacultuur en media (Frank van Vree) – MG – 2011/2012

OnderdeelstudieMedia&CultuuraandeUvA–Mediageschiedenis–Viewingen2011/2012

Copyright©DropboxMedia&[email protected] MadebyEvaHekman

5

Het was een cultuur van ondoorzichtigheid. De dagbladen waren bij uitstek de

vertolkers van deze cultuur. De media werd tussen 1959 en 1966 onafhankelijker, mede

door de televisie. De ontzuiling ging gemakkelijker bij dagbladen dan bij de omroep.

Deze ontwikkeling werd onmiskenbaar versterkt door de schaalvergroting en concentratie

en de toenemende professionalisering van de journalistiek. Het was de tijd van

mediarellen. De reacties op de val van het kabinet-Cals tonen haarscherp aan dat departijen niet meer konden rekenen op de vanzelfsprekende steun van verwante media.

Een culturele revolutie

De jaren zestig waren als het ware een waterscheiding. Er was een culturele revolutie

gaande, die in de jaren zeventig pas echt symptomen zou vertonen. De kern van de

verandering: het verdwijnen van het geloof dat morele of politieke principes belichaamd

zijn in instituties als kerk, staat, partij en gezin.

Het was een complex veranderingsproces, waaraan een aantal ontwikkelingen vooraf 

gingen. Zoals het einde van de rooms-rode coalitie ruimte maakte voor een

onafhankelijkere opstelling links van het centrum. De Koude Oorlog luwde. De VS hadeen enorme vitaliteit, gesymboliseerd door een jonge president. Stijgende consumptie en

sociale mobiliteit, groeiende deelneming aan het onderwijs. Deze aspecten verruimden

allemaal de individuele mogelijkheden en stimuleerden de bereidheid tot verandering.

Ook geografische mobiliteit speelde een rol. Televisie en radio introduceerden waarden

en normen enzovoort die vaak zouden uitgroeien tot symbool van de geest van

opstandigheid. De Amerikaanse massacultuur had de meest blijvende

aantrekkingskracht. Nederland was een jeugdig land, waarin de jeugd in de jaren zestig

ontplofte. In de jaren vijftig was al het nodige aan de hand, zoals ontkerkelijking.

Groepen werden al onafhankelijk voor 1960, die behoorden tot de non-conformistische

traditie. Er loopt ook nog een dunne lijn van voormalig links verzet naar de vernieuwers.

De non-conformistische traditie en demografische overwicht van jongeren geven aanwaarom de Provo succesvol was. Het was geen puur Amsterdams verschijnsel, maar

spreidde zich langzaam uit over Nederland. Tussen 1966 en 1973 deden de jongeren hun

mond open en kwamen in opstand.

Voorbij de euforie

In de jaren zestig was er een radicale ommekeer in maatschappelijke verhoudingen, dat

gepaard ging met optimisme. In de jaren zeventig bereikte deze stemming haar

hoogtepunt. Den Uyl trad aan in 1973. Terwijl de uitgaven opliepen en van de overheid

daadkracht werd gewenst, vertoonde de internationale economie tekenen van vertragingen verstoring. De energieprijzen stegen, werkloosheid steeg daarmee ook en er moest

bezuinigd worden. In de jaren tachtig was het optimisme verdwenen. De recessie zorgde

voor verpaupering in de steden. Iedereen was in die tijd op zichzelf aangewezen.

Het land was meer dan ooit afhankelijk van de internationale economische en

politieke ontwikkelingen en stond ook in cultureel opzicht midden in de wereld. De

materiële omstandigheden waren ondanks het pessimisme toch goed. Toch was er een

gevoel van ontnuchtering en ontgoocheling door immateriële problemen en minder

concrete behoeften. Men wil overzicht en duidelijkheid.

5/10/2018 Mediageschiedenis - Samenvatting - Massacultuur en media (Frank van Vree) - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mediageschiedenis-samenvatting-massacultuur-en-media-frank-van-vree 6/6

 

Samenvatting - Massacultuur en media (Frank van Vree) – MG – 2011/2012

OnderdeelstudieMedia&CultuuraandeUvA–Mediageschiedenis–Viewingen2011/2012

Copyright©DropboxMedia&[email protected] MadebyEvaHekman

6

De emancipatie van de krullenjongen

De ontwikkeling van de media kent vele begrippen. De wortels van professionalisering en

schaalvergroting reiken verder terug dan de jaren zestig. Steeds grotere investeringen

en verbetering van transport en infrastructuur leidden tot gedwongen fusies en

concernvorming. Men was bang dat de democratie werd uitgehold, maar de redactionele

onafhankelijkheid werd juist groter.

Schaalvergroting leidde niet alleen tot grotere redacties, maar ook tot

professionalisering journalisten. De journalisten wilden erkenning voor hun beroep. De

 journalisten wilden de beroepsgroep ook zuiveren. In de jaren vijftig waren de

 journalisten nog als kinderen van de kranten en omroepen. Vanaf de jaren zestig pikten

ze dit niet meer. Er kwam emancipatie van de Nederlandse journalistiek. In de jaren

zeventig moesten ze hun positie opnieuw bepalen. Na het verdwijnen van de euforie en

onder druk van de recessie kwam de nadruk rond 1980 weer te liggen op de

professionele aspecten van de journalistiek.

Epiloog: journalistiek als glijmiddelDe introductie van de computer en andere technische mogelijkheden oefende invloed uit

op de interne verhoudingen binnen de dag- en weekbladpers. De markt kwam onder druk

te staan door huis-aan-huisbladen en ander drukwerk, maar ook door audiovisuele

media. Deze dreiging heeft de pers bevochten met kwaliteitsverbetering.

Van de omroep kan niet hetzelfde gezegd worden, maar de veranderingen zijn

daar ingrijpender geweest. De stroom aan informatie van de televisie is overweldigend.

Het is voor de kijker onmogelijk grip te krijgen op alle informatie. Zakelijke belangen

kunnen met gemak in programma’s worden gemengd. De televisie dreigt uit te groeien

tot een glijmiddel voor commerciële belangen. De ideologische gebondenheid van de

media en de onderdanigheid van de journalisten uit vroegere decennia lijken te zijningeruild voor nieuwe vormen van dienstbaarheid.