Oriëntatie Hoofdstuk 4 | Nederland na 1945: cultuur en ... · cultuur en mentaliteit Oriëntatie....

24
§ 5 | Oriëntatie 77 1 a In de jaren 60 begon de welvaart snel te stijgen. Mensen konden apparaten kopen die voor die tijd heel luxe waren. Welke apparaten waren dat? Televisie, wasmachine, auto, stof zuiger. b Zet de gebeurtenissen in chronologische volgorde. A Online films kijken. B Tweede Wereldoorlog. C Tweede feministische golf. D Wederopbouw, de periode waarin de oorlogsschade in Nederland werd hersteld. E Ontstaan van een jeugdcultuur. De juiste volgorde is: B, D, E, C, A. 2 In de jaren 50 was het heel bijzonder, als een gezin een auto bezat. Tegenwoordig is dat niet meer bijzonder. Hoe komt dat? De welvaart is in zestig jaar toegenomen. Daardoor kunnen meer mensen een auto betalen. 3 Bekijk in je handboek de foto in de oriëntatie. a Wat zie je op de foto? Jongens die met hun brommers racen. b Deze jongeren profiteerden van de toenemende welvaart aan het eind van de jaren 50. Waaraan kun je dat zien? Ze hebben een brommer. c Wat zouden ouderen in de jaren 50 van deze vrijetijdsbesteding hebben gevonden? Leg je antwoord uit. Dat vonden ze waarschijnlijk maar niks; het is veel te gevaarlijk om zo op straat te racen. 4 Bekijk de grafiek in je handboek aan het begin van het hoofdstuk. a Hoeveel uur per dag zijn jongeren tussen 13 en 19 jaar bezig met internet? Meer dan 3,5 uur (215 minuten). b Vul de tweede kolom van het schema in. Vul hier in hoeveel minuten per dag jongeren tussen 13 en 19 jaar in 2014 besteedden aan elk medium. Medium Jongeren 13-19 jaar (2014) Jij Tv kijken 124 Radio luisteren 86 Internetten 215 Krant lezen 5 Tijdschrift lezen 7 c Vul de derde kolom van het schema in. Vul hier in hoeveel minuten per dag jij aan elk medium besteedt. d Vergelijk de ingevulde kolommen. Wat valt je op? Bij welk medium is het verschil tussen jou en de gemiddelde jongere het grootst? Je eigen antwoord. 5 In dit hoofdstuk oefen je met het geven van je eigen mening. In de jaren 50 moesten jongeren zaterdags om 24.00 uur thuis zijn. En de volgende dag moesten ze mee naar de kerk. Wat vind je daarvan? Leg je antwoord uit. Je eigen antwoord, bijvoorbeeld: stom, want of je meegaat naar de kerk moet je als jongere zelf kunnen bepalen. Hoofdstuk 4 | Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit Oriëntatie

Transcript of Oriëntatie Hoofdstuk 4 | Nederland na 1945: cultuur en ... · cultuur en mentaliteit Oriëntatie....

§ 5 | Oriëntatie 77

1 a In de jaren 60 begon de welvaart snel te stijgen. Mensen konden apparaten kopen die voor die tijd heel luxe waren. Welke apparaten waren dat?

Televisie, wasmachine, auto, stof zuiger. b Zet de gebeurtenissen in chronologische volgorde.

A Online films kijken.

B Tweede Wereldoorlog.

C Tweede feministische golf.

D Wederopbouw, de periode waarin de oorlogsschade in Nederland werd hersteld.

E Ontstaan van een jeugdcultuur.

De juiste volgorde is: B, D, E, C, A.

2 In de jaren 50 was het heel bijzonder, als een gezin een auto bezat. Tegenwoordig is dat niet meer bijzonder. Hoe komt dat?

De welvaart is in zestig jaar toegenomen. Daardoor kunnen meer mensen een auto betalen.

3 Bekijk in je handboek de foto in de oriëntatie.

a Wat zie je op de foto?

Jongens die met hun brommers racen. b Deze jongeren profiteerden van de toenemende welvaart aan het eind van de jaren 50. Waaraan kun je dat zien?

Ze hebben een brommer. c Wat zouden ouderen in de jaren 50 van deze vrijetijdsbesteding hebben gevonden? Leg je antwoord uit.

Dat vonden ze waarschijnlijk maar niks; het is veel te gevaarlijk om zo op straat te racen.

4 Bekijk de grafiek in je handboek aan het begin van het hoofdstuk.

a Hoeveel uur per dag zijn jongeren tussen 13 en 19 jaar bezig met internet?

Meer dan 3,5 uur (215 minuten). b Vul de tweede kolom van het schema in. Vul hier in hoeveel minuten per dag jongeren tussen 13 en 19 jaar in 2014 besteedden aan elk medium.

Medium Jongeren 13-19 jaar (2014)

Jij

Tv kijken 124 Radio luisteren 86 Internetten 215 Krant lezen 5 Tijdschrift lezen 7

c Vul de derde kolom van het schema in. Vul hier in hoeveel minuten per dag jij aan elk medium besteedt.

d Vergelijk de ingevulde kolommen. Wat valt je op? Bij welk medium is het verschil tussen jou en de gemiddelde jongere het grootst?

Je eigen antwoord.

5 In dit hoofdstuk oefen je met het geven van je eigen mening. In de jaren 50 moesten jongeren zaterdags om 24.00 uur thuis zijn. En de volgende dag moesten ze mee naar de kerk. Wat vind je daarvan? Leg je antwoord uit.

Je eigen antwoord, bijvoorbeeld: stom, want of je meegaat naar de kerk moet je als jongere zelf kunnen bepalen.

Hoofdstuk 4 | Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit

Oriëntatie

Hoofdstuk 4 | Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit78

| Intro

1 Bekijk HB bron 1. Waarvoor werd deze afbeelding in 1947 gebruikt?

A Als kunst voor aan de muur.

B Als oproep voor gezinnen om samen te eten.

C Als oproep voor vrouwen om te gaan werken.

D Als reclame voor soep.

2 Lees de intro en bekijk HB bron 2.

a Om welke reden zouden veel mensen dit geen kunst hebben gevonden?

Soepblikken zijn gewoon in de winkel te koop. b Wat bereikte Andy Warhol met deze schilderijen van soepblikken?

A Hij maakte duidelijk hoeveel hij van zijn moeder hield.

B Mensen ging meer soep kopen, hij maakte reclame.

C Mensen gingen nadenken over wat hij bedoelde met dit schilderij.

D Mensen kregen meer gevoelens bij soep.

| Verwerking

1.1 | Puinruimen en vooruitkijken

3 a Om welke reden noemen we de jaren 1945-1950 de periode van de wederopbouw?

Dit was de periode na de Tweede Wereldoorlog waarin de oorlogs- schade in Nederland werd her- steld. b Wat voor soort hulp kreeg Nederland van de Amerikanen tijdens de wederopbouw?

Economische hulp in de vorm van geldleningen, spullen, grondstof- fen en levensmiddelen.

4 a Om welke reden woonden na de Tweede Wereldoorlog soms meer gezinnen in één huis?

Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren veel huizen beschadigd en vernield. Er was woningnood. b Om welke reden begon de Nederlandse overheid toch met het herstellen van beschadigde fabrieken en wegen?

A Dat zou zorgen voor meer banen en meer handel. Zo werd er geld verdiend om bijvoorbeeld huizen te bouwen.

B De lonen waren laag en dus konden de meeste mensen geen huis betalen. Daarom werd er niet gebouwd.

C Fabrieksdirecteuren hadden een beter contact met de minister dan gewone mensen. Daardoor kregen zij uiteindelijk voorrang.

D Vooral jonge gezinnen hadden geen woning, maar dat was niet zo erg. Zij woonden gezellig bij hun ouders op zolder.

1.2 | Consumptie en massacultuur

5 a Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde.

A De lonen stegen een beetje.

B Zo bleven ook de prijzen laag.

C De welvaart nam toe.

D De overheid en bedrijven maakten loon- afspraken.

De juiste volgorde is: D, B, A, C. b Noem een voordeel van de lage lonen voor de economie van Nederland.

Het buitenland kon goedkoop Ne- derlandse spullen kopen. Daardoor werd in Nederland geld verdiend. Of: de werkloosheid was laag.

§ 1 | De maatschappij verandertHoofdstuk 4 | Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit

Basis

§ 1 | De maatschappij verandert 79

c Noem een nadeel van de lage lonen voor de economie van Nederland.

De bevolking had weinig geld en kon dus niet veel kopen. Dat was min- der goed voor de economie.

6 a Wat is een consumptiemaatschappij?

A Een maatschappij waarin bedrijven en de overheid afspraken maken over de lonen.

B Een maatschappij waarin mensen door massamedia snel op de hoogte zijn van allerlei gebeurtenissen.

C Een maatschappij waarin mensen geld sparen om spullen te kunnen kopen.

D Een maatschappij waarin mensen spullen kopen die ze niet echt nodig hebben.

b Welke drie producten passen goed bij een consumptiemaatschappij?

□ Auto’s.

□ Bioscoopbezoek.

□ Eten en drinken.

□ Kleding en schoenen.

□ Radio en televisie.

7 a Vlak na de Tweede Wereldoorlog veranderde de Amerikaanse samenleving. Welke drie veranderingen waren er?

Er werden veel kinderen geboren. De welvaart nam toe. De mensen kregen meer vrije tijd. b Wat deden de Amerikanen met hun geld en hun vrije tijd? Twee antwoorden zijn goed.

□ Ze gingen naar de film.

□ Ze lazen meer boeken.

□ Ze speelden meer spelletjes.

□ Ze luisterden naar muziek.

8 a Welke drie producten passen bij het begrip massacultuur?

□ Een bioscoopbezoek.

□ Een muts die je oma gebreid heeft.

□ Een schilderij van Rembrandt.

□ Een spijkerbroek.

□ Een tv-uitzending.

b In Nederland groeide in de jaren 50 de welvaart. Ook hier ontstond een massacultuur. Leg uit hoe de groei van de welvaart dat mogelijk maakte.

Mensen kregen meer geld en tijd voor bijvoorbeeld bioscoopbezoek, popconcerten en mode.

9 a Bekijk en lees HB bron 4. Welke invloed had deze Amerikaanse film op veel Nederlandse jongeren?

Ze gingen zich net zo kleden en gedragen als James Dean in die film deed. b Wat zouden volwassenen in de jaren 50 van dit soort films hebben gevonden? Leg je antwoord uit.

Volwassenen vonden dit soort films waarschijnlijk niks, want kinderen kwamen in opstand tegen hun ouders.

10 Bekijk WB bron 1. Geef vijf voorbeelden van amerikanisering in onze samenleving.

Bijvoorbeeld: T-shirts, spijker- broeken, caps, hoodies, sneakers.

Bron 1 Amerikanisering.

Hoofdstuk 4 | Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit80

1.3 | Informatie wordt steeds belangrijker

11 Bekijk en lees HB bron 3. Welke standpunten horen bij Philips en welke bij tegenstanders van de televisie? Vul het schema in.

Standpunt Philips Tegen-standers van de televisie

Televisieprogramma’s geven veel interessante informatie.

x

Televisie veroorzaakt allerlei onfatsoenlijke toestanden.

x

We moeten zuinig leven. Hier moeten we geen geld aan uitgeven.

x

12 Bekijk HB bron 6. In de jaren 60 werd de zesdaagse werkweek afgeschaft en waren veel mensen ook op zaterdag vrij.

a Wat gingen mensen in hun vrije tijd doen?

Op vakantie, uitstapjes maken. b Leg uit dat meer vrije tijd goed was voor de economie.

Mensen gaven geld uit aan leuke uitstapjes, vakantie of bijvoorbeeld een caravan.

13 Gebruik de leertekst en WB bron 2. Hoe was het in de jaren 50? En hoe is het nu? Vul het schema in en vergelijk zo beide periodes.

Bron 2 De opkomst van de telefoon in Nederland.

Telefoons in Nederland

Het is 1955. De meester van groep 7 heeft 35 leerlingen in zijn groep. Als hij vraagt wie er thuis telefoon heeft, steken zo’n drie kinderen hun vinger op. Rond 1965 is de welvaart al enigszins toegenomen. Er zijn heel wat meer mensen die een telefoon hebben. De wachtlijsten voor een vaste telefoonaansluiting zijn een stuk langer geworden.Begin 1970 heeft bijna ieder huis een vaste telefoonaansluiting. Vrij naar: mens-en-samenleving.infonu.nl.

| Samengevat

14 Gebruik de leertekst. Welke periodes (vanaf 1945) horen bij de ontwikkelingen in het schema? Vul het schema in.

Jaar Ontwikkeling in Nederland

1945- 1950

Wederopbouw van Nederland.

Tweede helft jaren 50

Mensen gaan meer verdienen en sparen voor luxegoederen.

Vanaf eind jaren 50

Amerikanisering van de Nederlandse cultuur.

Jaren 60

De welvaart neemt nog meer toe, de consumptiemaatschappij ontstaat.

Eind jaren 80

De informatiemaatschappij ontstaat.

Jaren 50 Nu

Televisie en vrije tijd

Bijna niemand had een tv. Mensen lazen een boek of luis- terden naar de radio.

Veel mensen hebben meerdere tv’s in huis. Terwijl je kijkt, heb je vaak ook een tweede scherm bij de hand.

Computer en werk

Computers bestonden nog niet. Er werd nog gewerkt met type- machines.

Met computers gaat het werk veel sneller.

Internet en contact

Mensen gingen bij elkaar langs, soms hadden mensen telefoon.

Mensen houden makkelijker contact via internet.

§ 1 | De maatschappij verandert 81

| Toepassingsopdracht

Je bekijkt verschillende reclames. Zo zie je de ontwikkeling van de consumptiemaatschappij en de informatiemaatschappij door de jaren heen.

15 Bekijk HB bron 1 nog eens.

a Wie is de doelgroep van deze reclame?

A Huismannen.

B Huisvrouwen.

C Jongeren.

b Welk voordeel biedt Campbell’s soep boven zelfgemaakte soep?

Deze soep is makkelijk klaar te maken en je houdt dus meer vrije tijd over. c In 1947 was Nederland nog druk bezig met de wederopbouw. Nederlanders waren er toen nog niet aan toe om Campbell’s soep te eten. Leg uit waarom ze daar nog niet aan toe waren.

Kant-en-klare maaltijden zijn duur- der. Tijdens de wederopbouw had- den mensen in Nederland weinig geld te besteden.

16 Bekijk HB bron 3. In 1952 kostte een televisie 750 gulden. Dat zou nu ruim € 2.600 zijn (= 6.300 gulden).

a Wie probeerde Philips in de jaren 50 te verleiden met zijn reclames voor televisies?

A Huismannen.

B Huisvrouwen.

C Jongeren.

D Werkende mannen.

b Lees WB bron 3. Wie zouden vooral ‘met afgrijzen’ over de Amerikaanse televisie hebben gepraat? Onderstreep de juiste groepen en leg je antwoord uit.

Vooral huisvrouwen / jongeren /

werkende mannen, want zij vonden seks en

misdaad onfatsoenlijk.

Bron 3 Fred Knol was in 1948 tv-omroeper van Philips. Philips zond toen als proef uitzendingen uit.

Foute televisie

Eind jaren 40 werd druk gediscussieerd over televisie, terwijl slechts enkelen een programma hadden gezien. Veel tegenstanders van televisie baseerden zich alleen op de berichten uit Amerika. Fred Knol: ‘Men hoorde dat in Amerika misdaad en seks op tv waren. Daar waren toen al veel programma’s waar men hier met afgrijzen naar keek.’Vrij naar: npogeschiedenis.nl.

17 Bekijk HB bron 4 nog eens.

a Beschrijf de jongen op deze poster uit de jaren 50.

Het is een nonchalante jongen met een spijkerbroek, een stoer jack en een vetkuif. Hij rookt een sigaret. b Wie wordt er met deze poster aangesproken?

A Huismannen.

B Huisvrouwen.

C Jongeren.

D Werkende mannen.

18 Bekijk HB bron 5. Voor welke groep is deze reclame bedoeld?

A Voor huisvrouwen.

B Voor jongeren.

C Voor ouderen.

D Voor werkenden.

19 Gebruik HB bron 1 t/m 6. Dit zijn niet allemaal advertenties. Welke advertenties of producten in deze bronnen passen bij de consumptiemaatschappij? En welke passen bij de informatiemaatschappij? Sommige passen bij allebei. Zet de nummers van de bronnen op de goede plek.

consumptiemaatschappij 1, 2, 4, 6 informatiemaatschappij - allebei 3, 5

Hoofdstuk 4 | Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit82

Hoe reageerden mensen vroeger op een gebeurtenis of een situatie? Deden ze dat net zoals wij of heel anders? In deze paragraaf ga je bronnen bekijken om dat te onderzoeken.

1 Gebruik HB bron 1 en het stappenplan van WB bron 1. In WB bron 1 staan een paar vragen die handig zijn als je je wilt inleven in een andere tijd.

a stap 1: In welke tijd en op welke plaats speelt de bron?

Deze bron speelt in de stad Amsterdam , in het jaar 1956 .b stap 2: Wat laat de bron zien over het leven van de mensen in die tijd? Twee antwoorden zijn goed.

□ Politiebewaking bij de bioscoop was normaal.

□ De bioscoop was populair in die tijd.

□ Mensen waren heel nieuwsgierig naar de rock-’n-roll-film.

□ Jongeren gingen zelden naar de film.

c stap 3: Wat kun je zeggen over de populariteit van de film?

Muziek en films uit Amerika waren heel populair. d stap 4: Leef je in. Waar was de politie bang voor?

De politie was bang voor relletjes.

2 Gebruik HB bron 1 en 2.

a Welke muzieksoort en dansstijl was volgens HB bron 1 en 2 heel populair bij jongeren in die tijd? (stap 2)

De rock-’n-roll. b In HB bron 2 beschrijft de krant de kleding van de jongeren tijdens het kampioenschap. Waarom deed ze dat? (stap 2)

A De kleding was onbekend.

B De kleding was ouderwets voor die tijd.

C Het was kleding van arbeiders.

D De kleding viel op en was afkomstig uit Amerika.

Bron 1 Stappenplan.

Je inleven

Als je mensen en/of situaties van vroeger beter wilt begrijpen, dan moet je je kunnen inleven in die personen en de tijd waarin zij leefden. De volgende vragen helpen daarbij.• stap 1: Waar en in welke tijd speelt de

gebeurtenis op de bron zich af?• stap 2: Hoe leefden de mensen in die tijd? Wat gebeurt er op de bron dat typisch is voor die

tijd? Wat deden mensen, welke kleren en kapsels droegen ze?

• stap 3: Hoe dachten de mensen toen? Wat was toen normaal? Wat was er aan het

veranderen?• stap 4: Leef je in. Probeer je in te leven in de personen of de situatie

van de bron. Op welke manier dachten en deden mensen anders in die tijd dan tegenwoordig?

c HB bron 1 en 2 laten zien wat jongeren in de jaren 50 speciaal en geweldig vonden. Bedenk waarom ze dat vonden. (stap 4)

A De jaren 50 waren tot die tijd sober en grijs geweest.

B Films kijken en muziek luisteren was tot die tijd weinig populair.

C Mensen waren blij dat er geen nieuwe oorlog kwam.

D Nederlanders vinden iets al gauw speciaal of geweldig.

d De danswedstrijd in Krasnapolsky verliep goed volgens De Telegraaf. Waarvoor waren veel mensen van tevoren bang? (stap 4)

De wedstrijd had door het wilde dansen uit kunnen lopen op relletjes.

3 Gebruik HB bron 3.

a In welke tijd en op welke plaats speelt de bron? (stap 1)

In 1964 in Scheveningen.

§ 2 | Je inlevenHoofdstuk 4 | Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit

Historisch denken

§ 2 | Je inleven 83

b Wat was toen normaal? Twee antwoorden zijn goed. (stap 3)

□ In die tijd werd de politie ingezet om de orde te handhaven bij dit soort concerten.

□ Vechtpartijen bij popconcerten waren toen heel normaal.

□ De politie was bang dat de jeugd de tent zou afbreken.

□ Jongeren waren gewelddadig in de jaren 50.

c Wat veranderde er in het gedrag van jongeren? Onderstreep de juiste woorden. (stap 3)

Jongeren gingen zich losser / minder los

gedragen. Jongeren trokken zich meer / minder

van hun ouders aan.

d Hieronder staan vier uitspraken over jongeren en veranderingen. Welke uitspraak past bij de bron? (stap 3)

A Jongeren wilden meer genieten van het leven en meer plezier maken.

B Jongeren gingen minder naar de kerk.

C Jongeren kregen meer vrije tijd en meer geld te besteden.

D Jongeren gingen langer naar school en volgden hogere opleidingen.

4 Gebruik HB bron 3 en 4. Je gaat oefenen met stap 1 en 2.

a In welke tijd spelen beide bronnen? (stap 1)

In de jaren 60. b Wat deden jongeren in die tijd volgens beide bronnen? (Stap 2)

HB bron 3: Jongeren gingen naar popconcerten.

HB bron 4: Jongeren hingen in groepjes rond op straat.

c Welke twee uitspraken zijn juist? (stap 2)

□ In de jaren na de oorlog was er veel te doen voor jongeren.

□ In de jaren 50 schreven ouderen jongeren de wet voor.

□ In de jaren 60 zorgde de houding van jongeren voor onrust.

□In de jaren 60 werden alle jongeren provo of nozem.

d Wat valt je op aan de kleding van de jongeren die naar het concert van de Stones gingen? (stap 2)

Ze waren behoorlijk netjes gekleed: je ziet bijvoorbeeld jongens met jasjes en stropdassen

5 Gebruik HB bron 5.

a Waar gaat HB bron 5 over? (stap 1)

Over een popfestival in Rotterdam in 1970. b Welke jongerengroep past bij deze bron? (stap 2)

A Provo’s.

B Hippies.

C Gabbers.

D Nozems.

c Was de gebeurtenis op de bron normaal voor die tijd of juist niet? Leg je antwoord uit. (stap 3)

Niet normaal, want het was het eerste popfestival in Nederland. d Welke uitspraak over HB bron 5 past het beste bij de meeste ouders in de jaren 70? (stap 3)

A De jeugd heeft nog nooit zoveel vrijheid gehad: geweldig!

B Als oudere vind ik dit soort festivals prachtig!

C Ik verbied mijn dochter om naar zo’n festival te gaan.

D Vanaf nu moet elke stad zo’n festival voor jongeren organiseren.

Hoofdstuk 4 | Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit84

| Intro

1 Bekijk HB bron 1 en 2 goed. Je gaat eerst informatie uit de foto’s halen. Gebruik nog geen andere kennis. Vul het schema in.

2 Gebruik HB bron 1 en 2 en de intro in je handboek.

Noem twee overeenkomsten tussen hippies en gabbers.

Ze houden allebei van muziek en ze gebruiken beiden drugs.

| Verwerking

3.1 | Jong zijn in de jaren 50

3 a Hoe was het leven in Nederland in de jaren 50? Maak de juiste combinaties.

A Vrije tijd 1 Zes dagen

B Werkweek 2 Woonden bij hun ouders

C Op zondag 3 Lage lonen, zuinig leven

D Te besteden geld 4 Kerk en familiebezoek

E Jongeren 5 Spelletjes, radio

De juiste combinaties zijn: A5, B1, C4, D3, E2. b Sociale controle betekent dat mensen elkaar in de gaten houden. Onderstreep de juiste woorden.

In de jaren 50 was de sociale controle groter

/ kleiner dan nu. Familie, vrienden en buren

hielden elkaar meer / minder in de gaten. Sociale

controle zorgt ervoor dat mensen snel / pas laat

hulp krijgen, als dat nodig is. Niemand / Iedereen

weet namelijk wat er bij de buren gebeurt. Een

nadeel is dat je veel / weinig privacy hebt.

c Hoe zou jij het hebben gevonden om in de jaren 50 jong te zijn? Leg je antwoord uit.

Je eigen antwoord, bijvoorbeeld: ik zou dat niet leuk vinden, want je werd meer in de gaten gehouden en er was minder te doen.

4 Eind jaren 50 nam de welvaart toe. Welke vier gevolgen had dit voor de jongeren in Nederland?

□ Ze konden op zichzelf gaan wonen.

□ Ze konden veel sparen.

□ Ze moesten zich goed aan de regels van volwassenen houden.

□ Ze kregen meer geld te besteden.

□ Ze konden langer naar school gaan.

□ Ze mochten zelf bepalen wat ze kochten.

§ 3 | Jongeren willen een eigen levenHoofdstuk 4 | Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit

Basis

HB bron 1 HB bron 2

Wie zijn er gefoto- grafeerd?

Jongens en meisjes

Jongens

Welke kleren dragen ze?

Spijkerbroe- ken, T-shirts en bonte kle-ding, doeken op het hoofd

Trainings- jack, T-shirt, petje op, ontbloot bovenlijf

Hoe is de haar-dracht van de jongens?

Lang haar en baarden

Kortgescho-ren, geen baarden

Wat doen de jongeren?

Ze zitten op de grond

Ze dansen

§ 3 | Jongeren willen een eigen leven 85

5 De toegenomen welvaart had nog meer gevolgen waarvan jongeren profiteerden. Zet de volgende woorden op de juiste plek: op school • koopgedrag • sociale controle • vrije tijd.

Mensen gaan in steden wonen, waar minder

sociale controle is.

Massamedia en reclame hebben invloed op het

koopgedrag van jongeren.

Jongeren zitten langer op school . Jongeren die werken hebben meer

vrije tijd . Jongeren

hebben meer invloed op elkaar.

3.2 | Jeugdculturen door de jaren heen

6 Zet de jeugdculturen in chronologische volgorde.

A Gabbers

B Hippies

C Nozems

D Provo’s

E Punkers

De juiste volgorde is: C, D, B, E, A.

7 a Welke drie zinnen passen bij een jongeren- of jeugdcultuur?

□ Eigen kleding, kapsel en manier van leven.

□ Hard werken en veel sparen.

□ Je goed aan de regels van volwassenen houden.

□ Leven volgens je eigen normen en waarden.

□ Luisteren naar de adviezen van je ouders.

□ Luisteren naar je eigen muziekvoorkeur.

□ Niet op straat zoenen.

b In 1963 had een op de drie jongens een brommer. Leg uit dat jongeren met een brommer vrijer waren.

Ze konden makkelijker verder weg, bijvoorbeeld naar een stad, een feest of dancing.

8 a Bekijk HB bron 3. Nozem is de afkorting voor: Nederlands onderdaan (burger) zonder enige moraal (geweten). Wat past bij deze uitleg van nozems?

A De brommers die ze kochten van het geld dat ze zelf hadden verdiend.

B De leren jacks en spijkerbroeken die ze droegen.

C Hun omgangsvormen waren anders dan normaal.

D Hun muziekkeuze voor bijvoorbeeld Elvis Presley.

b Bekijk HB bron 5. Leg uit hoe de provo’s met de witkar een beter milieu wilden bereiken.

Ze wilden vervuilende auto’s in Amsterdam vervangen door elektrische witkarren. c Hippiejongens en -meisjes droegen vaak tweedehandskleding. Leg uit dat dit goed paste bij hun manier van leven.

Op die manier verzetten zij zich tegen de consumptiemaatschap- pij en het hergebruik van kleding is goed voor het milieu. d Bekijk en lees HB bron 6. Punkers droegen vaak zwarte kleren met spreuken op hun rug, zoals ‘No Future’. Leg uit waarom dat paste bij hun manier van leven.

Ze waren teleurgesteld over de werk- loosheid en de woningnood en hadden geen vertrouwen in de toekomst.

9 a Geef twee voorbeelden van veranderingen die provo’s en hippies in de jaren 60 wilden.

Bijvoorbeeld: ze wilden dat er auto- vrije steden kwamen en dat er een einde kwam aan de milieuvervuiling, aan de (kern)wapenwedloop, de oorlog in Vietnam en aan de luxe van de consumptiemaatschappij.

Hoofdstuk 4 | Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit86

b Geef twee voorbeelden van veranderingen die punkers in de jaren 80 wilden.

Ze wilden een woning. Ze waren tegen kruisrakketten en het leger.

3.3 | Hoe de samenleving veranderde

10 Bekijk WB bron 1.

a In Nederland was sprake van ontkerkelijking. Wanneer begon het aantal kerkgangers in Nederland te dalen?

Vanaf het einde van de jaren 50. b Leg uit dat je niet per se ongelovig bent, als je niet meer naar de kerk gaat.

Je kunt wel in God geloven en tege- lijkertijd niet meer naar de kerk gaan.

Bron 1 Godsdiensten in Nederland 1958-2004 (in procenten).

Bron: Jos Becker en Joep de Hart, Godsdienstige veranderingen

in Nederland.

11 a In de jaren 50 leefden de meeste Nederlanders in gezinsverband. Sinds de jaren 60 en 70 komen er steeds meer eenpersoonshuishoudens. Hoe hebben jongeren gezorgd voor de groei van eenpersoonshuishoudens?

Ze gaan eerder het huis uit, gaan langer naar school, trouwen later en hebben andere relatievormen.

b Gebruik HB bron 1, 2 en 6. Leg uit dat deze bronnen voorbeelden zijn van individualisering.

Op deze bronnen kleden jongeren zich opvallend anders. Ieder individu kan zich tegenwoordig op zijn eigen manier kleden, zonder dat daar kritiek op komt.

12 Lees WB bron 2.

a Leg uit dat het LAKS een voorbeeld is van democratisering voor scholieren.

Leerlingen beslissen mee over het Leerlingenstatuut. b Noem een belangrijke taak van het LAKS.

Het verzamelen van klachten bij de examens, voorstellen doen over de zwaarte van bepaalde vragen.

Bron 2 Scholieren krijgen invloed.

Het LAKS

Eind jaren 60 dwongen studenten met bezettingen en acties inspraak af op universiteiten. Ook middelbare scholieren gingen zich organiseren. In 1984 werd het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) opgericht. Het eerste resultaat van het LAKS was het Leerlingenstatuut. Leerlingen beslisten voortaan in het Leerlingenstatuut mee over de schoolregels. Ook kwam er voor leerlingen een klachten- en informatiecentrum. Het LAKS verzamelt klachten over eindexamens. Het LAKS mag zelfs voorstellen doen om bepaalde vragen anders te laten meetellen.Bron: LAKS 20 jaar.

13 a Noem drie belangrijke veranderingen in de Nederlandse samenleving vanaf de jaren 60.

Ontkerkelijking, individualisering en democratisering. b Geef aan of je deze veranderingen positief of negatief vindt. Geef ook een goed argument bij je mening.

Bij deze vraag gaat het om je eigen mening. Daarom is er geen voor- beeldantwoord gegeven.

§ 3 | Jongeren willen een eigen leven 87

| Samengevat

14 Vanaf de jaren 50 protesteerden jongeren tegen de maatschappij.a Op welke manier protesteerden nozems?

Door niet te gehoorzamen, plezier te maken en te doen wat ze wilden. b Om welke reden protesteerden hippies op een heel andere manier dan punkers?

Hippies geloofden in ‘love and peace’ en ‘flower power’. Hun protesten waren vreedzaam. Punkers hadden geen vertrouwen in de toekomst en gebruikten geweld bij hun protesten.

| Toepassingsopdracht

Jeugdculturen zijn er nu nog steeds en iedereen vindt dat heel gewoon. In deze opdracht ga je bepalen welke jeugdcultuur uit de jaren 50 tot 90 bij jou past.

15 a Welke twee onderwerpen vind jij heel belangrijk? Onderstreep.

consumptiemaatschappij /milieuvervuiling /

plezier maken /politiek / woningnood

b Welke kleding zou jij willen dragen? Onderstreep.

een leren jack / een trainingspak / een wit

spijkerpak / tweedehandskleding

c Hoe denk je over de volgende uitspraken? Met welke uitspraken ben je het eens? Onderstreep.

Die klimaatverhalen zijn minder erg dan ze zeggen

/ Je kunt prima met je liefje bij je ouders op zolder

wonen. / Problemen kun je goed met geweld

oplossen. / Het is onzin om alles steeds nieuw te

kopen. / Gewoon een beetje lol trappen, dat is het

doel van het leven.

d Bekijk WB bron 3. Met welke jeugdculturen ben jij het eens? Pak een markeerstift en markeer bij elke uitspraak de jeugdculturen die het met jou eens zijn.

e Welke jeugdcultuur heb je het meest gemarkeerd? Onderstreep.

nozems / provo’s / hippies / punkers / gabbers

f Kijk nog eens naar je antwoord op vraag a. Tel de onderwerpen die je hier hebt onderstreept, twee keer mee. Kijk dan nog eens naar WB bron 3. Welke jeugdcultuur heb je nu het meest onderstreept?

nozems / provo’s / hippies / punkers / gabbers

Bron 3 Hoe verschillende jeugdculturen denken.

Onderwerp Bewering Eens / Geen mening

Niet eens

Milieuver-vuiling

Die klimaat- verhalen zijn minder erg dan ze zeggen.

Nozems, punkers, gabbers

Hippies, provo’s

Woning-nood

Je kunt prima met je liefje bij je ouders op zolder wonen.

Gabbers Nozems, hippies, provo’s, punkers

Consump-tiemaat-schappij

Het is onzin om alles steeds nieuw te kopen.

Hippies, provo’s, punkers

Nozems, gabbers

Plezier Gewoon een beetje lol trappen, dat is het doel van het leven.

Nozems, gabbers

Hippies, provo’s, punkers

Hoofdstuk 4 | Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit88

| Intro

1 Bekijk HB bron 1 en 2.

a Wat zie je op HB bron 1?

Een vrouw die het huishouden doet.b Welk werk heeft de vrouw op HB bron 2?

Ze is automonteur. c Vergelijk HB 1 met HB bron 2. Welke verandering laten deze foto’s zien?

Vrouwen blijven niet meer thuis om het huishouden te doen, maar hebben een baan (hier in een beroep dat meestal door mannen wordt gedaan).

2 Lees de intro.

a Wat zou de oplossing van het raadsel zijn?

A De chirurg vergist zich; de zwaargewonde jongen is niet zijn zoon.

B De moeder van de zwaargewonde jongen is ook chirurg.

C De vader is bij bewustzijn gekomen en gaat weer aan het werk.

D De zwaargewonde jongen heeft twee vaders.

b Bereken hoeveel procent van de chirurgen in het jaar 2000 vrouw was.

Dat was (42 : 820) x 100% = 5,1%. c Wat vind je van dat percentage? Leg je antwoord uit.

Dat vind ik hoog / laag, want je eigen antwoord, bijvoorbeeld: laag, want in 2000 hadden vrouwen veel kansen om door te leren en te werken en toch hebben weinig vrouwen dit beroep.

| Verwerking

4.1 | Mannen- en vrouwentaken

3 Welke twee zinnen passen bij gezinspolitiek?

□ Belastingvoordeel wanneer de man als enige een baan heeft.

□ Het afschaffen van wetten die bepalen dat vrouwen worden ontslagen, als ze trouwen.

□ Nederlanders wilden na de oorlog vooral in familieverband leven.

□ Mannen en vrouwen hebben vaste taken in de samenleving.

4 Wat past bij het rollenpatroon in de jaren 50?

A Vader doet het huishouden, moeder heeft een deeltijdbaan.

B Vader en moeder doen samen het huishouden en hebben beiden een deeltijdbaan.

C Vader en moeder werken beiden buitenshuis, moeder doet de meeste huishoudelijke taken.

D Vader werkt buitenshuis en verdient het geld, moeder zorgt voor het gezin.

5 Wat deden jongens en meisjes in de jaren 50? Vul het schema in.

§ 4 | De vrouwenbewegingHoofdstuk 4 | Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit

Basis

Jongens/mannen

Meisjes/vrouwen

Soort opleiding Leerden een vak

Leerden om een gezin te verzorgen

Werk tot het huwelijk

Werkten buitens- huis

Werkten buitens- huis

Werk na het huwelijk

Werkten buitens- huis

Deden het huishou- den

§ 4 | De vrouwenbeweging 89

4.2 | De eisen van meisjes en vrouwen

6 Wat was een direct gevolg van de toegenomen welvaart in de jaren 60?

A De economische groei zorgde voor meer banen.

B Handige vrouwen gingen naast het huishouden werken.

C Huishoudelijk werk werd makkelijker, vrouwen hielden tijd over.

D Vrouwen gingen meer werken.

7 Bekijk en lees HB bron 4.

a Wie heeft de actie op HB bron 4 georganiseerd?

De actiegroep Dolle Mina. b Wat was dat voor een actiegroep?

Een groep vrouwen die gelijke rechten wilde voor man en vrouw. c Wat wilde Dolle Mina met deze actie bereiken?

Dat er crèches kwamen, zodat moeders konden blijven werken. d Welke drie problemen kwamen getrouwde vrouwen met kinderen eind jaren 60 tegen, als ze bleven werken?

□ Er was geen kinderopvang.

□ Er was meer werk dan ze aankonden.

□ Ze kregen kritiek, omdat ze werkten terwijl ze ook moeder waren.

□ Ze verdienden minder dan hun mannelijke collega’s.

□ Ze werden ontslagen als ze bij de overheid werkten.

8 Voor welke vier punten streden meisjes en vrouwen tijdens de tweede feministische golf?

□ Voor algemeen kiesrecht.

□ Voor gelijke kansen in opleiding.

□ Voor beëindiging van het rollenpatroon.

□ Voor gelijke kansen op werk en gelijke lonen.

□ Voor de pil en het recht op abortus.

4.3 | De positie van de vrouw

9 a Vóór 1970 nam de regering twee maatregelen, waardoor meisjes en vrouwen meer kansen kregen. Welke maatregelen waren dat?

In 1955: het afschaffen van de wet die vrouwen ontsloeg als ze trouwden. In 1968: een nieuwe onderwijswet, waardoor meisjes een betere opleiding kregen. b Leg uit dat economische groei ook een oorzaak was van de verbetering van de positie van vrouwen.

Er was veel vraag naar arbeid. Het zou dus handig zijn als vrouwen gingen werken.

10 Bekijk HB bron 5.

a Welke verandering laat deze poster uit 1980 zien?

Het meisje wil tandarts worden, maar haar vader dacht meer aan tandartsassistente. b Wat wilde de regering bereiken met dit soort posters?

De regering wilde duidelijk maken dat meisjes tot net zoveel in staat zijn als jongens en dat ze hun kansen moeten grijpen.

11 De regering probeerde meer vrouwen aan het werk te krijgen. Daarom pasten ze positieve discriminatie toe. Wat hoort bij positieve discriminatie?

A Als een man en een vrouw werk even goed kunnen doen, krijgt de vrouw de baan.

B Een vrouw krijgt langer de tijd voor haar sollicitatiegesprek dan een man.

C Niemand mag een vrouw uitschelden.

D Vrouwen krijgen meer loon dan mannen.

Jongens/mannen

Meisjes/vrouwen

Soort opleiding Leerden een vak

Leerden om een gezin te verzorgen

Werk tot het huwelijk

Werkten buitens- huis

Werkten buitens- huis

Werk na het huwelijk

Werkten buitens- huis

Deden het huishou- den

90

12 De tweede feministische golf veranderde de positie van meisjes en vrouwen in de samenleving. Leg dit met drie voorbeelden uit.

Vrouwen gingen langer naar school. Ze bleven werken na hun huwelijk. Moeders die werkten, werden geaccepteerd.

| Samengevat

13 a Zet de veranderingen voor meisjes en vrouwen sinds de jaren 60 in het schema.

b Noem een overeenkomst tussen het leven van vrouwen van vóór en na de jaren 60.

Bijvoorbeeld: vrouwen deden zowel vóór als na de jaren 60 meer in het huishouden dan mannen.

Hoofdstuk 4 | Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit

Situatie vóór de jaren 60 Verandering sinds de jaren 60

Kansen: opleiding Naar de huishoudschool.

Dezelfde opleidingskansen als jongens.

Economisch: lonen Ze verdienden niet zelf geld en waren afhankelijk van hun man.

Gelijke lonen voor gelijke arbeid.

Sociaal: rollenpatroon Mannen werkten en verdien- den geld, vrouwen zorgden voor het huishouden en de kinderen.

Het rollenpatroon is bijna verdwenen, meisjes en jongens zijn gelijkwaardig. Dat vrouwen werken is heel normaal.

Sociaal: huishouden Vrouwen besteedden heel veel tijd aan het huishouden.

Vrouwen besteden veel min-der tijd aan het huishouden, maar nog wel meer dan man-nen.

§ 4 | De vrouwenbeweging 91

| Toepassingsopdracht

In deze opdracht onderzoek je wetten die de positie van vrouwen en mannen veranderden.

14 Lees WB bron 1.

a Welke bron past het best bij de gedachte dat vrouwen handelingsonbekwaam waren?

A HB bron 4.

B HB bron 5.

C HB bron 6.

b Volgens WB bron 1 had de man ‘wel wat beters te doen.’ Wat werd daarmee bedoeld?

Hij moest werken om geld te verdienen voor zijn gezin. c Wat veranderde er na 1956 aan de positie van de vrouw?

A Met mondelinge toestemming kon ze nu zelf van alles regelen zonder haar man.

B Ze kon financiële zaken regelen zonder schriftelijke toestemming van haar man.

C Ze kon gaan werken om de kost te verdienen voor haar gezin.

d Wat veranderde na 1956 aan de positie van getrouwde mannen en vrouwen?

Man en vrouw werden meer gelijk- waardig aan elkaar.

Bron 1 Vrouwen en mannen hebben een andere rol.

Handelingsonbekwaam

Vóór 1956 werden vrouwelijke ambtenaren en leraressen na hun huwelijk ontslagen. Als ze getrouwd waren, hadden vrouwen niks meer te zeggen over hun eigen geld. Ze konden geen verzekering afsluiten en geen bankrekening openen zonder schriftelijke toestemming van hun man. Vrouwen waren ‘handelingsonbekwaam’, zoals dat toen heette. Alleen voor de dagelijkse boodschappen kreeg de vrouw huishoudgeld en de goedkeuring van de echtgenoot. Want, zo schreef het tijdschrift Vrij Nederland in 1949: ‘… de man kan moeilijk de hele dag thuisblijven om bakker en melkboer te betalen. Hij heeft wel wat beters te doen.’Vrij naar: historiek.com.

15 Lees WB bron 2. Tot 1971 was scheiden heel moeilijk.

a Wat probeerde Elly met haar brief te bereiken?

Dat ze kon scheiden en opnieuw trouwen. b Mensen vonden fatsoen in de jaren 50 heel erg belangrijk. Hoe verhinderde de wet Elly om fatsoenlijk te leven?

Elly schrijft dat ze graag netjes getrouwd zou willen zijn met de man van wie ze houdt. c Leg uit dat de scheidingswet van 1971 een overwinning was voor vrouwen én mannen.

Zowel man als vrouw kan heel ongelukkig zijn in een huwelijk. Vanaf 1971 konden ze makkelijker scheiden en een nieuw leven opbouwen.

Bron 2 In 1954 wordt Elly verliefd. De liefde is wederzijds, maar Elly is al getrouwd met Johannes. Al 25 jaar leeft ze niet meer met hem samen, maar scheiden kan ze niet.

Ongeneeslijk krankzinnig

In haar brief van 5 april 1955 aan de minister van Justitie vraagt Elly of er voor haar geval een uitzondering kan worden gemaakt. Haar man Johannes is al sinds jaren wegens ongeneeslijke krankzinnigheid opgenomen in een instelling. Ze wil een nieuw, beter leven opbouwen met haar nieuwe liefde. ‘En nu ik ouder word, zou ik graag opnieuw netjes getrouwd willen zijn.’Vrij naar: hetverhalenarchief.nl.

§ 5 | Je eigen mening geven 93Hoofdstuk 4 | Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit92

Kun je een mening of oordeel hebben over mensen of een gebeurtenis vroeger? Ja, dat kan! Maar dan moet je wel onderzoek doen naar de ideeën van toen, om de mensen van toen te begrijpen. Hoe dat werkt, ga je in deze paragraaf oefenen.

1 Gebruik HB bron 1 en het stappenplan WB bron 1. In het stappenplan staan een paar vragen die handig zijn als je je mening gaat geven. Je gaat oefenen met vragen stellen bij HB bron 1.

a stap 1: In welke tijd en op welke plaats speelt de bron?

Rond 1930, de plaats is onduidelijk. b stap 2a: Welke informatie geeft de bron?

Een agent geeft een boete aan twee vrouwen die een kleed uitkloppen. c stap 2b: Geeft de bron een feit of een mening?

Een feit / mening.

d stap 3: Hoe dachten de mensen toen over gezag? Twee antwoorden zijn goed.

□ Als je veel boetes uitdeelt, dan houden mensen zich wel aan de wet.

□ De orde moet gehandhaafd worden, anders gaat het mis.

□ Huisvrouwen moeten veel boetes van de politie krijgen.

□ Mensen trokken zich niks aan van de wet of de politie.

□ Vóór 22.00 uur moet je in je bed liggen.

e stap 4: Geef je eigen mening over de bron.

Ik vind bijvoorbeeld: ik vind het raar dat de politie zich bezighoudt met vrouwen die kleedjes kloppen. f stap 5: Leg uit waarom je dit vindt: wat zijn je argumenten?

Ik vind dat, omdat bijvoorbeeld: omdat ik kleedjes kloppen geen ernstige overtreding vind.

Bron 1 Stappenplan.

Je eigen mening geven

De volgende stappen helpen je om je eigen mening te geven en deze met argumenten te onderbouwen.• stap 1: Waar en in welke tijd speelt de

gebeurtenis op de bron zich af?• stap 2: Welke informatie geeft de bron? a Welk verhaal vertelt de bron? b Geeft de bron feiten of meningen?• stap 3: Hoe dachten de mensen toen? Wat was toen normaal? Wat was er aan het

veranderen?• stap 4: Geef je mening over de bron in een

duidelijke zin. Bedenk wat je zelf vindt van de antwoorden op

stap 2 en 3. Zeg duidelijk wat je vindt.• stap 5: Leg uit waarom je dit vindt: wat zijn je

argumenten? Let bij het geven van argumenten op het

volgende. - Past het argument bij je mening? - Is het een goed argument?

2 Gebruik HB bron 2.

a Welke informatie geeft HB bron 2? (stap 2)

A Er brak vaak brand uit tijdens het draaien van een film.

B Groepjes mannen in uniform controleerden de zitplaatsen tijdens de film.

C In de bioscoop zaten veel mensen in uniform.

D Mensen zaten nooit op de goede plek in de bioscoop.

b Vonden mensen het vóór de Tweede Wereldoorlog normaal, als het licht aanging tijdens de film? Leg je antwoord uit. (stap 3)

Ja, want het licht ging regelmatig aan voor een controle. Mensen waren daaraan gewend. c Geef je eigen mening over wat je leest in de bron. (stap 4)

Bijvoorbeeld: strenge controle vind ik wel oké, dat zou tegenwoordig ook wel wat meer mogen.

§ 5 | Je eigen mening gevenHoofdstuk 4 | Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit

Historisch denken

§ 5 | Je eigen mening geven 93Hoofdstuk 4 | Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit92

d Leg uit waarom je dit vindt: wat zijn je argumenten? (stap 5)

Ik vind dat, omdat bijvoorbeeld: omdat de kans kleiner is dat mensen dingen doen die niet mogen, als je streng controleert.

3 Gebruik HB bron 3.

a In welke tijd speelt de bron en op welke plaats? (stap 1)

Eind jaren 40, Philips in Eindhoven. b Welke informatie geeft de bron? Twee zinnen zijn goed. (stap 2)

□ Bij Philips werd vaak ingebroken.

□ De beveiligers bij Philips hadden uniformen aan die gezag uitstraalden.

□ Philips had veel beveiligers in dienst.

□ Philips had veel politie in dienst.

c Eind jaren 50 en begin jaren 60 kwam er veel kritiek op zulke uniformen. Bedenk een reden waarom mensen na de Tweede Wereldoorlog andere uniformen wilden. (stap 3)

De uniformen leken veel op uniformen van de nazi’s.

4 Gebruik HB bron 4 en 5.

a In welke tijd spelen de bronnen? (stap 1)

Bron 4: 1967-1980; bron 5: jaren 70 en 90. b Hoe dachten de mensen toen over de politie en over het leger? Drie antwoorden zijn goed. (stap 3)

□ De politie moest niet agressief optreden.

□ De politie moest zo aardig mogelijk zijn voor de burgers.

□ De politie moest zoveel mogelijk zijn tanden laten zien.

□ De politie was overbodig geworden.

□ Er waren geen voorschriften voor de haardracht in het leger.

5 Gebruik HB bron 6.

Straalt politie op rollerskates gezag uit volgens jou? Leg je antwoord uit. (stap 4 en 5)

Je eigen antwoord.

6 Gebruik HB bron 7. Waarom zijn agenten blij met het nieuwe politie-uniform? Onderstreep de juiste woorden en vul de ontbrekende woorden in. (stap 2)

Agenten willen meer / minder actie op straat /

kantoor. Het oude pak was niet praktisch en straalde weinig gezag uit.

7 Gebruik HB bron 3, 4, 6 en 7.

a Vat samen hoe de politie sinds het begin van de 20e eeuw is veranderd. (stap 3)

Voor de oorlog tot de jaren 50 had de politie veel gezag.

In de jaren 60 en 70 had de politie weinig gezag: agenten moesten vooral hulp verlenen.

In de jaren 90 had de politie nog niet heel veel gezag (rollerskates dwingen geen gezag af).

In 2012 wil de politie meer gezag op straat en krijgt daarvoor een ander uniform. b Welke bron past bij jouw mening over het gezag dat de politie moet hebben en uitstralen? Leg je antwoord uit. (stap 4 en 5)

Je eigen antwoord.

Hoofdstuk 4 | Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit94

Bron 1 De verzuilde Nederlandse samenleving was al ver voor de Tweede Wereldoorlog ontstaan.

| Intro

1 Prinses Irene trouwde met een Spaanse prins. Om welke reden was de regering daar niet blij mee?

Hij was katholiek.

2 Bekijk HB bron 2.

a Waaraan zie je dat dit gebouw een kerk is? Noem twee dingen.

Aan de ramen (die zijn van een kerk) en aan de vorm van de muren. b Wat is er met de kerk gebeurd?

De kerk is tot woonhuis omgebouwd.

| Verwerking

6.1 | Verzuiling

3 Bekijk WB bron 1. Welke vier zinnen zijn juist?

□ Arbeiders van verschillende zuilen waren lid van dezelfde vakbond.

□ Binnen de protestantse zuil waren er verschillende politieke partijen.

□ De KVP was een liberale partij.

□ De liberale zuil had minder organisaties dan de andere zuilen.

□ Socialisten en liberalen stuurden hun kinderen naar openbare scholen.

□ Verkennerij was een vereniging voor katholieke jongens.

4 Leg uit waarom de doorbraak mislukte.

De meeste (christelijke) men- sen stemden op de partij van de eigen zuil, net als voor de oorlog.

6.2 | Samen werken aan de wederopbouw

5 Bekijk WB bron 2.

a Leg uit dat de bron past in de periode na de Tweede Wereldoorlog.

In die periode waren mensen heel spaarzaam en leefden ze sober. b In welke tijd verdwenen de salarisverdeeldozen steeds meer uit de huishoudens in Nederland? Leg je antwoord uit.

In de jaren 60, want toen gingen de lonen omhoog en steeg de welvaart. Er hoefde dus minder gespaard te worden.

Bron 2 Huisvrouwen in de jaren 50 verdeelden het salaris van hun man in de salarisverdeeldoos: kleding, gas en licht, huishoudelijke artikelen, vakantie, verzekering enzovoort.

§ 6 | Verzuiling en ontzuiling van NederlandHoofdstuk 4 | Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit

Verrijking

§ 6 | Verzuiling en ontzuiling van Nederland 95

6 Na de oorlog regeerde in Nederland jarenlang een rooms-rode coalitie. Welke partij in deze coalitie was rooms en welke rood?

De KVP was rooms en de PvdA was rood.

7 Lees WB bron 3.

a Tegen welke ideeën hadden de bisschoppen bezwaar?

Tegen socialistische ideeën. b Welke drie beweringen over het mandement zijn juist?

□ Katholieken mochten geen lid worden van de VARA.

□ Katholieken mochten geen lid worden van socialistische of liberale organisaties.

□ Katholieken mochten niet geabonneerd zijn op een socialistische krant.

□ Katholieken mochten niet op de PvdA stemmen.

□ Katholieken moesten zo min mogelijk naar de VARA luisteren.

Bron 3 In 1954 werd in de katholieke kerken de volgende brief van de bisschoppen voorgelezen. Zo’n brief heet een mandement.

Het bisschoppelijke mandement

De bisschoppen schreven: ‘Wij vinden dat een katholiek geen lid mag zijn van socialistische verenigingen, niet naar een socialistische vergadering mag gaan, geen socialistische krant mag lezen en niet naar de VARA mag luisteren.’Vrij naar: Het Bisschoppelijk Mandement (1954).

8 De overheid begon in de jaren 50 met de opbouw van de verzorgingsstaat.

a Voor wie ging de overheid zorgen? Drie antwoorden zijn goed.

□ Voor arbeidsongeschikten.

□ Voor jongeren.

□ Voor moeders.

□ Voor ouderen.

□ Voor zieken.

b In de jaren 50 groeide de welvaart in Nederland. De lonen gingen omhoog en de overheid ontving meer geld via de belastingen. Leg het verband uit tussen de groei van de belastinginkomsten en de opbouw van de verzorgingsstaat.

Met het geld van de belastingen kon de overheid de uitkeringen betalen aan zieken, werklozen, arbeidsongeschikten en ouderen.

6.3 | Ontzuiling

9 Bekijk HB bron 5.

a Welke godsdienst hebben de meeste kerkverlaters in de 20e eeuw?

De protestanten: in 1899 was nog bijna 50% van de bevolking protestants, in 1995 was dat nog maar ruim 10% van de bevolking. b Aan het eind van de jaren 60 steeg het aantal kerkverlaters sterk. Wat heeft dat te maken met het gedrag van jongeren in die tijd?

Jongeren gingen hun eigen weg. Ze gingen minder naar de kerk en kwamen in opstand tegen het gezag van hun ouders, de overheid en de kerk.

Hoofdstuk 4 | Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit96

10 Wat waren oorzaken van de ontzuiling in Nederland? Vier antwoorden zijn goed.

□ De overheid begon met de opbouw van de verzorgingsstaat.

□ De PvdA werkte niet meer samen met een andere partij.

□ Het aantal werklozen daalde na de oorlog.

□ Jongeren kregen een betere opleiding en verdienden meer geld.

□ Jongeren trokken zich minder aan van wat ouderen of de kerk zeiden.

□ Op tv keken mensen naar programma’s van andere zuilen.

11 Bekijk en lees HB bron 6. Hoewel de samenleving voor een groot deel is ontzuild, zijn er nog steeds resten van verzuiling te vinden.

a Welke aanwijzing voor ontzuiling vind je in de bron?

De socialistische en katholieke vakbond zijn samengegaan. b Waaruit kun je opmaken dat er nog resten van verzuiling zijn blijven bestaan?

De protestantse vakbond deed niet mee aan de fusie en bleef zelfstandig.

| Samengevat

12 Hieronder staan drie bestaande organisaties. Leg in één zin uit wat deze organisaties te maken hebben met het begrip ‘verzuiling’:• de omroepvereniging VARA;• de Peppels, een protestants-christelijke

basisschool in Boxmeer;• RKSV Exelcior ’20, een katholieke voetbalclub

uit Schiedam.

Alle drie de organisaties waren vroeger verbonden aan een zuil: de VARA aan de socialistische, de school aan de protestantse en de voet- balclub aan de katholieke zuil.

| Toepassingsopdracht

In deze opdracht ga je onderzoek doen naar twee kranten die nog steeds bestaan: de Volkskrant en Trouw.

13 Gebruik WB bron 4 en 5.

a Maak met voorbeelden uit de teksten duidelijk dat de Volkskrant en Trouw verzuilde kranten waren.

De Volkskrant was een katholiek dagblad en behoorde daarmee tot die zuil. Trouw was vooral voor mensen die ARP stemden en behoorde dus tot de protestantse zuil. b Maak ook met voorbeelden uit de teksten duidelijk dat beide kranten tegenwoordig ontzuild zijn.

De Volkskrant gebruikt de onderti- tel ‘katholiek dagblad voor Neder- landers’ niet meer. Trouw besteedt nu ook aandacht aan andere gods- diensten dan het protestantisme.

Bron 4

De Volkskrant

De krant bestaat sinds 1 oktober 1921. In de Tweede Wereldoorlog verscheen de Volkskrant niet. Na de oorlog werd de Volkskrant een belangrijke landelijke krant. In de jaren 60 verdween de ondertitel ‘katholiek dagblad voor Nederlanders’. Veel jongeren en mensen die voor verandering van de samenleving waren, gingen de krant lezen.

Bron 5

Trouw

Het eerste nummer van Trouw verscheen in maart 1943. Het was een illegale verzetskrant. Na de oorlog werd de krant vooral gelezen door mensen die stemden op de ARP. Tegenwoordig besteedt de krant aandacht aan allerlei vormen van godsdienst.

§ 7 | Examenopdrachten 97

Deze trainer bestaat uit 16 vragen. Hiervoor kun je maximaal 27 punten halen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten een goed antwoord oplevert. Schrijf je antwoorden op een apart antwoordblad. Schrijf bij meerkeuzevragen alleen de goede letter op.

Gebruik HB bron 1.1p 1 Hieronder staan vier oorzaken voor de ontzuiling.

Welke oorzaak herken je in de bron?A De welvaart neemt toe.B Meer mensen volgen meer en hoger onderwijs.C Jongeren gehoorzamen steeds minder aan kerk, ouders en school.D De regering begint met de opbouw van de verzorgingsstaat.

Gebruik HB bron 2.2p 2 → Welke twee begrippen passen goed bij deze bron? Kies uit: amerikanisering •

informatiemaatschappij • massacultuur • individualisering. Doe het zo: Het begrip … (noem begrip) past goed, want … (geef argument). 2p 3 Hieronder staan vier uitspraken over hoe de televisie de samenleving veranderde.

→ Zet achter iedere uitspraak of die juist is of onjuist.Doe het zo: Uitspraak A is juist/onjuist (maak een keuze).A Door de televisie kregen Nederlanders informatie van mensen over de hele wereld.B De televisie heeft de verzuiling versterkt.C Door de televisie luisterden mensen nooit meer naar de radio.D De televisie kreeg een belangrijke plek in de huiskamer van de Nederlanders.

3p 4 Maak op je antwoordblad een schema met drie kolommen.→ Welke woorden passen bij welke jeugdcultuur? Vul de volgende begrippen op de juiste plaats in: autovrije steden • communes • studenten • love and peace • rock-’n-roll • tweedehandskleding • vetkuiven • werkende jongeren • milieu.

Doe het zo:

Nozem Provo Hippie

2p 5 Wat waren drie oorzaken van de opkomst van de jeugdculturen?A De wederopbouw van Nederland.B Stijgende welvaart en hogere lonen.C Mensen kregen meer vrije tijd.D Sociale controle.E Jongeren gingen langer naar school.

Gebruik HB bron 3.2p 6 The Beatles maakten popmuziek.

→ Leg uit waarom veel Nederlandse ouders bang waren voor de gevolgen, toen The Beatles in Nederland kwamen spelen.

§ 7 | ExamenopdrachtenHoofdstuk 4 | Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit

TrainerTrainer

Hoofdstuk 4 | Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit98

Gebruik HB bron 4.1p 7 Op deze bron zie je een moderne hippie.

Welke twee kenmerken van de hippies uit de jaren 60 zie je in de bron?A Haardracht en het dragen van kleurrijke kleding.B Hasj roken en muziek maken.C Muziek maken en het dragen van kleurrijke kleding.D Hasj roken en haardracht.

Gebruik HB bron 5.1p 8 Welk kenmerk van democratisering past bij deze bron?

A Burgers willen zelf bepalen wat ze met hun leven doen.B Burgers willen inspraak.C Burgers willen meebesturen.D Burgers willen meer rechten voor jongeren.

2p 9 → Vergelijk jongeren uit de jaren 50 met jongeren van tegenwoordig. Wat is volgens

jou de belangrijkste verandering in hun levens? Geef je eigen mening met een argument.

2p 10 Welke twee oorzaken passen bij de tweede feministische golf?A Steeds meer meisjes volgden hoger onderwijs.B Vrouwen wilden ook stemrecht.C Vrouwen vonden dat ze minder kansen hadden dan mannen.D Mannen deden nooit iets in het huishouden.E De regering stimuleerde vrouwen door positieve discriminatie.F Mannen verdienden met hetzelfde werk meer dan vrouwen.

Gebruik HB bron 6.2p 11 → Welke bekende actiegroep voor vrouwenemancipatie organiseerde dit soort acties?

1p 12 → De volgende wetten veranderden de positie van vrouwen. Zet de wetten in chronologische volgorde.A Abortus werd toegestaan in Nederland.B Vrouwelijke ambtenaren en onderwijzeressen werden niet meer ontslagen als ze trouwden.C Echtscheidingen werden eenvoudig te regelen.D Mannen en vrouwen verdienden voortaan hetzelfde loon als ze dezelfde baan hadden.

Bron 1 Uitspraak van een vrouw.

De tweede feministische golf is een mooie tijd geweest voor vrouwen. We zijn er alleen niks mee opgeschoten. Nog steeds hebben Nederlandse vrouwen niet dezelfde kansen als mannen. Bovendien zijn de rollenpatronen niets veranderd en is de overheid niet geïnteresseerd in vrouwen. Jammer, maar helaas.

Gebruik WB bron 1.

2p 13 → Geeft deze bron een feit of een mening? Leg je antwoord uit.

Gebruik WB bron 1.1p 14 → Ben je het eens met de uitspraken in de bron? Geef een argument voor je mening.

2p 15 Leg uit dat de leiders van de zuilen wel moesten samenwerken om het land te kunnen regeren.

1p 16 Noem een voorbeeld van een verzuilde organisatie die tegenwoordig nog bestaat.rn

§ 8 | Wat moet je kennen en kunnen? 99

Wat veranderde er in Nederland na 1945 in de manier van leven en denken?

Vul de juiste woorden in en onderstreep de juiste woorden.

De maatschappij verandert

In Amerika en Nederland ontstond een cultuur

waaraan iedereen mee kon doen: de

massacultuur . Amerikaanse gewoonten

en gebruiken beïnvloedden de Nederlandse cultuur.

Er was sprake van amerikanisering .Vlak na de Tweede Wereldoorlog werkten mensen

in Nederland niet / hard en leefden ze zuinig.

De lonen waren laag / hoog en er waren veel /

weinig spullen te koop.

In de tweede helft van de jaren 50 konden mensen

sparen en de eerste luxegoederen kopen. Nederland

werd een consumptiemaatschappij . De televisie droeg bij aan de ontwikkeling van

een informatiemaatschappij .

Jongeren willen een eigen leven

Eind jaren 50 gingen jonge mensen hun eigen

keuzes maken: er ontstond een jeugdcultuur .

Door de stijgende welvaart konden jongeren

langer / korter naar school gaan en hadden ze

minder / meer vrije tijd. Ze kregen minder / meer

invloed op elkaar.

Mensen gingen in steden wonen, waar minder

sociale controle is.

Vanaf de jaren 60 wilden mensen op hun eigen

manier leven en zelf uitmaken wat ze belangrijk

vonden. Deze manier van denken en doen heet

individualisering . Burgers kregen

steeds meer invloed op de besluitvorming; er was

sprake van democratisering .Mensen gingen niet of minder naar de kerk; dat

heet ontkerkelijking .

De vrouwenbeweging

Eind jaren 60 nam de welvaart af / toe en waren

er meer / minder banen. Zo ontstonden er meer /

minder banen voor vrouwen. Vrouwen voerden

actie voor:

- gelijke / meer kansen in opleiding en werk;

- invoeren / beëindiging van het rollenpatroon;

- gelijke / verschillende beloning bij gelijk werk.

In Nederland begon zo de tweede feministische golf .

In de jaren 80 voerde de regering een nieuwe regel

in. Vrouwen kregen voorrang bij banen, als ze net

zo geschikt waren als mannelijke kandidaten. Dat

heet positieve discriminatie .

Verzuiling en ontzuiling van Nederland

De Nederlandse samenleving was een groot deel

van de 20e eeuw verdeeld in groepen die ieder

hun eigen politieke of godsdienstige overtuiging

hadden. Dit verschijnsel heet verzuiling . Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkten de

verschillende groepen samen tegen de bezetter.

Sommige mensen hoopten na de oorlog op een

doorbraak .

Door de toenemende welvaart in de jaren

60 konden radio’s en tv’s worden aangeschaft.

Door deze massamedia maakten mensen

kennis met gedachten en ideeën van andere

zuilen . Het individu werd belangrijker

dan voldoen aan de verwachtingen van de zuil.

§ 8 | Wat moet je kennen en kunnen?Hoofdstuk 4 | Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit

TrainerAfsluiting

§ 5 | Je eigen mening geven PBHoofdstuk 4 | Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit100

Het begrip dat hierbij past is

individualisering . Vanaf de jaren 60

verdwenen veel verzuilde organisaties. Ze hadden

steeds minder invloed. Dat heet ontzuiling .

| Chronologie

Gebruik de tijdbalk in je handboek.

a Geschiedkundigen laten de tijd van wereldoorlogen eindigen in 1950. In dat jaar laten ze de tijd van televisie en computer beginnen. Geef hiervoor een reden.

Tot ongeveer 1950 was Nederland druk bezig met de wederopbouw: het herstellen van de schade van de Tweede Wereldoorlog. Daarna nam de welvaart toe en konden mensen meer spullen kopen.

b Het tijdvak van televisie en computer is nog niet afgelopen. We leven zelf in dit tijdvak. Om welke reden kun je moeilijk zeggen welke gebeurtenissen van nu belangrijk zijn voor later?

We kunnen nu nog niet goed zien welke gebeurtenissen van nu invloed hebben op het leven in de toekomst.

| Extra

De uitspraken hieronder laten zien hoe de cultuur en mentaliteit van Nederland na 1945 veranderden. Bij wie hoort welke uitspraak?

Zet de volgende personen op de juiste plek in het schema: Dolle Mina • eigenaar van een tv in de jaren 50 • hippie • huisvrouw uit de jaren 60 • katholiek uit de jaren 50 • leerling van de moedermavo • nozem • tegenstander van de scheidingswet van 1971.

Uitspraak Persoon

Ik wil domweg gelukkig zijn, zonder me druk te maken om gedoe als vast werk, een gezin of de toekomst. Dat is namelijk allemaal vervelend.

Nozem

Het schoonmaken van het huis gaat nu veel sneller en zo heb ik meer tijd voor leuke dingen.

Huisvrouw uit de jaren 60

Ik heb stiekem een brood bij een protestantse bakker gekocht.

Katholiek uit de jaren 50

Alles is zo nieuw, zo sprankelend en zo vol leven … Je kunt de zindering in de lucht voelen.

Hippie

Waarom zijn er geen openbare toiletten voor vrouwen? In een café kunnen we niet zomaar terecht, want we worden als vrouwen niet geacht in cafés te komen. Bovendien moet je dan eerst wat drinken. En dan heb je het misschien al in je broek gedaan ...

Dolle Mina

Schandalig dat die man weg is bij zijn gezin! Tegenstander van de scheidingswet van 1971

Mijn vrouw was het heel gauw beu, want de kamer zat elke avond vol met buren en kennissen. En als het afgelopen was: iedereen naar huis en wij maar afwassen.

Eigenaar van een tv in de jaren 50

Ik wilde echt een diploma halen en daarmee verdergaan. Maar er waren ook dames die gewoon voor de lol gingen.

Leerling van de moedermavo