media.scholieren.net · Web viewHoe ouder je word lijmstof verdwijnt uit de botten zijn minder...

10
1.1 Lichaam: 206 beenderen/botten skelet/beenderenstelsel Schedel: botten in je hoofd. De schedel wordt gedragen door je wervelkolom. De wervelkolom loopt van je romp naar beneden tussen je heupbeenderen door. Wervels: de botten in de wervelkolom Heubeenderen vormen samen je heupen of je bekken. Ze zitten aan de langste botten van je lichaam vast: de dijbeenderen in je bovenbenen.

Transcript of media.scholieren.net · Web viewHoe ouder je word lijmstof verdwijnt uit de botten zijn minder...

Page 1: media.scholieren.net · Web viewHoe ouder je word lijmstof verdwijnt uit de botten zijn minder buigzaam en breke snellen dan Bij kinderen. Door de dubbele s vorm kan de wervelkolom

1.1

Lichaam: 206 beenderen/botten skelet/beenderenstelsel

Schedel: botten in je hoofd. De schedel wordt gedragen door je wervelkolom. De wervelkolom loopt van je romp naar beneden tussen je heupbeenderen door.

Wervels: de botten in de wervelkolom

Heubeenderen vormen samen je heupen of je bekken. Ze zitten aan de langste botten van je lichaam vast: de dijbeenderen in je bovenbenen.

Page 2: media.scholieren.net · Web viewHoe ouder je word lijmstof verdwijnt uit de botten zijn minder buigzaam en breke snellen dan Bij kinderen. Door de dubbele s vorm kan de wervelkolom

In je onderbeen zit aan de voorkant je scheenbeen en aan de achterkant je kuitbeen. Je onderbeen heeft dus 2 botten.

Opperarmbeen: zit in je arm aan je schouderblad vast

Je onderarm heeft ook 2 botten. Aan de kant van de pink zit je ellepijp en aan de kant van je duim het spaakbeen.

Je armen en benen noem je ook wel je ledematen.

Functies skelet:

1. Stevigheid geven zonder botten zou je lichaam in elkaar zakken.

2. Vorm geven de botten van je schedel bepalen de vorm van je hoofd.

3. Bescherming geven je hersenen liggen beschermt in je schedel. In je bortskas liggen kwetsbare organen zoals je hart en je longen.

4. Beweging mogelijk maken aan je botten zitten spieren vast. Dankzij de spieren kunnen botten bewegen.

De meeste botten zijn hard. Het grootste deel van het bot bestaat uit been.

Been bestaat uit beencellen die in ringen groeien maakt het bod stevig.

In je botten zitten ook bloedvaatjes en zenuwen. Via de bloedvaatjes krijgen de beencellen de stoffen die ze nodig hebben. Door de zenuwen kun je pijn voelen in je botten.

Page 3: media.scholieren.net · Web viewHoe ouder je word lijmstof verdwijnt uit de botten zijn minder buigzaam en breke snellen dan Bij kinderen. Door de dubbele s vorm kan de wervelkolom

Beenmerg zit in de holle ruimte in het middenstuk van het bot. Beenmerg bevat in lange botten vet.

Beencellen maken een stevige stof met veel kalk en een beetje lijmstof. Die stof ligt tussen de beencellen. De kalk maakt je botten hard en de lijmtof maakt je botten buigzaam.

Kraakbeen: zacht en buigzaam. Bestaat uit groepjes kraakbeencellen met daartussen een geleiachtige stof. Deze geleiachtige stof bestaat uit veel lijmstof en heel weinig kalk.

De ribben met kraakbeen zitten aan het borstbeen vast.

Het skelet van een pasgeboren baby bestaat bijna helemaal uit kraakbeen en is zeer buigzaam. Het is niet stevig hierdoor kunnen babys niet staan.

Verbening: hoe ouder je wordt hoe meer het kraakbeen verandert in been.

De verbening gaat verder en al snel vindt je alleen nog maar kraakbeen in de uiteinden: de groeischijven. De groeischijven in het plaatje zijn met wit omcirkeld. Groeischijven maken nieuw kraakbeen beenderen worden langer je groeit

Als de groeischijven verbeend zijn stopt de lengtegroei

Hoe ouder je word lijmstof verdwijnt uit de botten zijn minder buigzaam en breke snellen dan

Bij kinderen.

Door de dubbele s vorm kan de wervelkolom in elkaar worden geduwd en veren. tussen de wervelszitten kraakbeenschijven dankzij de vorm van je wervelkolom en door de kraakabeen schijven schut je hoofd niet bij ieder stap.

Elke wervel bestaat uit:

een wervellichaam het gedeelte dat stevigheid geeft aan de wervelkolom

een wervelgat hierin ligt het ruggenmerg en bestaat uit zenuwcellen

uitsteeksels

Lichaamshouding: de manier waarop je staat, zit en beweegt.

Bij een goede lichaamshouding heb je een rechte rug, alleen dan blijft de wervelkolom in de juiste dubbele S-vorm.

Til je vaak met een gebogen rug dan beschadigen op den duur de kraakbeenschijven of puilen ze tussen de wervels uit. Hierdoor kunnen wervels klem komen te zitten hernia.

Page 4: media.scholieren.net · Web viewHoe ouder je word lijmstof verdwijnt uit de botten zijn minder buigzaam en breke snellen dan Bij kinderen. Door de dubbele s vorm kan de wervelkolom

Je kunt door verkeerd tillen ook last krijgen van de spieren in je rug.

Scoliose: een vergroeiing van de wervelkolom. Hij heeft dan 1 of 2 bochten naar de zijkant en vaak is de werelkolom om zijn as gedraaid hierdoor raken zenuwem bekneld en worden de spieren verkeerd belast.

Bij tillen met een rechte rug worden kraakbeenschijven gelijkmatig belast.

De wervelkolom bestaat uit:

halswervels borstwervels lendenwervels heiligbeen staartbeen

Borstkas wordt gevormd door”

ribben borstbeen borstwervels

Page 5: media.scholieren.net · Web viewHoe ouder je word lijmstof verdwijnt uit de botten zijn minder buigzaam en breke snellen dan Bij kinderen. Door de dubbele s vorm kan de wervelkolom

2.2

Je hebt in je skelet 4 soorten verbindingen:

1. Je armen en benen bewegen door gewrichten en spieren. Gewrichten zijn de meest beweeglijke verbindingen tusseen botten. Kunnen bewegen

2. Je ribben zitten met kraakbeen aan je borstbeen vast. Kraakbeen is buigzaam. Kan een beetje bewegen

3. Soms zijn botten vergroeid (vergroeing) tot een geheel dat je niet kunt bewegen. Het heiligbeen bestaat uit 5 aan elkaar gegroeide wervels. Kan niet bewegen

4. Je schedel bestaat uit een aantal platte beenderen beenderen die stevig aan elkaar vast zitten. = naadverbinding Kan niet bewegen

De gewrichtsknobbel draait in de gewrichtskom. Op de gewrichtsknobbel en in de kom zit een dun laagje kraakbeen (groen) hierdoor slijt het bot niet en kan het goed draaien.

Gewrichtskapsel: houd de botten bij elkaar en beschermt het gewricht (oranje). Het is een taai vlies om het gewricht. Het gewrichtskapsel maakt ook gewrichtssmeer (paars) hierdoor beweegt het gewricht soepel.

Het kniegewricht en de enkel zijn extra verstevigd door gewrichtsbanden.

In je arm heb je 3 soorten gewrichten:

1. kogelgewricht (die is het meest beweeglijk) zit in je schouder. De ronde knobbel (kogel) draait in de kom van je schouderblad .

2. je elleboog is een scharniergewricht het is de verbinding tussen ellepijp en opperarmbeen. De ellepijp kan in een richting heen en weer bewegen

3. je kunt je onderarm draaien dankzij een rolgewricht. Het is de verbinding tussen spaakbeen en ellepijp

in je duim zit tussen de handwortelbeentjes en het middenhandbeentje een zadelgewricht dankzij het zadelgewricht kun je kleine dingen oppakken en vasthouden.

Page 6: media.scholieren.net · Web viewHoe ouder je word lijmstof verdwijnt uit de botten zijn minder buigzaam en breke snellen dan Bij kinderen. Door de dubbele s vorm kan de wervelkolom

2.3

Je hebt ongeveer 600 spieren in je lichaam. Spieren bestaan uit een groot aantal spriervezels (=spiercellen). Spiervezels zitten in groepjes bij elkaar in sprierbundels. Om elke bundel zit een taai vlies. Deze vliezen zijn aan het uiteinde van de spier samengevlochten tot een of meer pezen. Pezen zijn taai, stevig en niet elastisch. De pezen binden de spieren stevig aan je skelet.

Als een spier samentrekt, trekken de spiervezels samen de spier wordt korter.Een spier levert meer kracht als er meer spiervezels samentrekken.

De armbuigspier (biceps) en de armtrekspier (triceps) werken samen aan een bewigeng het zijn antagonisten.

Wat kun je allemaal trainen: Spierkracht kracht van de spiervezels samenLenigheid hoelang je je spieren kunt makenCoordinatie hoe goed spierbewegingen op elkaar zijn afgestemdUithoudingsvermogen hoelang je spieren het kunnen volhouden

Hart: grote holle spier die gevuld is met bloed. Zit niet aan het skelet vast. Het hart raakt niet vrmoeid omdat er tussen elke 2 hartslagen en pauze zit. In die tijd raakt het hart zijn afvalstoffen kwijt. Als je hart samentrekt word het bloed door je bloedvaten gepompt.

2 soorten spieren in de verteringsorganen in de wand van je maag, sokdarm en darmen: kringspieren en lengtespieren.

Je hartspier en de spieren in je verteringsorganen zijn onwilekeurige spieren, ze werken vanzelf.

Skeletspieren zitten aan je botten vast en zijn willekeurigen spieren. Je kunt beslissen of ze samentrekken of niet.

Page 7: media.scholieren.net · Web viewHoe ouder je word lijmstof verdwijnt uit de botten zijn minder buigzaam en breke snellen dan Bij kinderen. Door de dubbele s vorm kan de wervelkolom

2.4

Blessue: een beschadiging aan een bot, spier of gewricht. Ze kunnen ontstaan door een valpartij of als je te lang achter elkaar dezelfde beweging uitvoert. Dan gebruik je spieren en gewrichten te zwaar overbelasting

Botbreuk: een veelvoorkomende blessure. Een arts zet de botstukken daarna komt er gips omheen zodat ze botstukken niet kunnen verschuiven. Tijdens de periode in het gips maken beencellen extra been aan de de buitenkant van de breuk botstukken komen aan elkaar vast te zitten.

Gewrichtsblessures:

1. de gewrichtsknobbel schiet uit de gewrichtskom ontwrichting (uit de kom).

2. Enkel verstuiken: de botten blijven op hun plaats maar het gewricht zwelt op. Het gewrichtskapsel en de gewrichtsbanden rekken te ver uit.

3. Voetbalknie: kraakbeen in het kniegewricht scheurt.

Spierblessures:

1. Spierpijn: als er veel afvalstoffen in de spieren achterblijven.

2. Spierkneuzing: spiervezels en bloedvaatjes in de spier zijn stuk.

3. Spierkramp: een spier trekt plotseling samen.

4. Spierscheuring: er ontstaat een scheurtje in de vliezen om de spierbundels.

5. Zweepslag: een plotselinge spierscheuring.

Om je lichaam tegen gewrichtsblesures te beschermen kun je gewrichten intapen met een soort linnen plakband. Een warming-up vooraf en een cooling- down na het sporten voorkomt blesures.