Media Theorie - Master SamVatting - New Media

download Media Theorie - Master SamVatting - New Media

of 11

Transcript of Media Theorie - Master SamVatting - New Media

New media || The key concepts || Nicholas Gane & David BeerGemaakt door: Eva Hekman, Marloes Vriend & Marissa Verdel || Edit: Asefeh..

Hoofdstuk 1. Inleiding: Ideen over nieuwe mediaConcepten zijn centra van beweging, elk op zichzelf en ieder met betrekking tot alle anderen (Gane & Beer, 2008, p. 1) Het boek behandelt zes concepten om nieuwe media te bestuderen ; 1. Netwerk 2. Informatie 3. Interface 4. Archief 5. Interactiviteit 6. Simulatie Deze vormen slechts de basis voor een analyse van de hedendaagse gemeenschap en cultuur. Het boek behandelt concepten die computers en informatie in sociale wetenschap plaatsen. De concepten zijn materieel, maar ook metaforen en processen. Als concepten bruikbaar willen zijn, moeten ze flexibel zijn, vooral als ze ons de technologische transformaties willen laten bijhouden die het sociale leven en cultuur tegenwoordig vormen. Waarom gebruik maken van concepten? Concepten zijn de basisinstrumenten van het denken dat ons in staat stelt om digitale technologien te bestuderen samen met complexe sociale en culturele veranderingen die digitale technologien veroorzaken, gekoppeld zijn aan digitale technologien of het gevolg zijn van digitale technologien, afhankelijk van je standpunt. Concepten vallen onder de epistemologie. De epistemologie is een tak van de filosofie die zich bezighoudt met onderliggende fundamenten en structuren van kennis. Deleuze en Guattari onderscheiden drie hoofdtypen van conceptueel werk: v Universele concepten zijn encyclopedische definities die tot doel hebben het geven een vaste universele betekenis te geven.. o Echter, is dit een botsing, omdat concepten nooit een vaste betekenis hebben. Ze bevatten vaak meerdere betekenissen die niet tot een vaste definitie te vormen zijn. In het boek gaat het er dan ook niet om een vaste definitie voor de concepten te zoeken. Maar om meerdere betekenissen te laten botsen met elkaar.. v Verhandelbare concepten zijn concepten gericht zijn op de productie van ideen die enkel worden gewaardeerd om hun economische waarde. o Deze markt concepten, die in dienst zijn van de kapitalistische markt, hebben enkel economische waarde. Het gaat in dit verband vaak om ideen en merken. v Pedagogische concepten zijn experimenteel van aard en maken gebruik van concepten door in een flexibele, open manier van onderzoek problemen aan te pakken wanneer ze zich voordoen. o In deze Pedagogy of the concept vindt er een feedback loop plaats tussen concepten en de realiteit die ze proberen te vatten. Concepten moeten enige relatie hebben met de wereld waarin ze gebruikt worden. Concepten zijn intensities. Problemen stimuleren conceptueel werk, en geeft het zo waarde en betekenis. Problemen zorgen er soms voor dat er nieuwe manieren van denken moeten worden gebruikt. Wat wordt verstaan onder nieuwe media? Er wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen digitale communicatie media en oudere analoge technologien. Echter, tussen analoog en digitaal bestaat ook veel continuteit. Een centraal figuur is Lev Manovich die stelde dat de technologie van vroege cinema veel overeenkomende trekjes had met die van digitale media. Hij stelt dat het verkeerd is dat oude media continuous was en nieuwe media discrete. Wat voor hem nieuwe media nieuw maakt is de numerieke code, ofwel binaire code. Kortom: Manovich stelt dat nieuwe media nieuw zijn omdat zij werken via de productie en verwerking van numerieke (overwegend binaire) codes.

1

New media || The key concepts || Nicholas Gane & David BeerGemaakt door: Eva Hekman, Marloes Vriend & Marissa Verdel || Edit: Asefeh..

Feldman schetst hierbij een aantal belangrijke kenmerken van digitale media v Digitale media maken de manipulatie van gegevens in ongekende mate mogelijk. Door meer manipulatie van informatie of data worden digitale technologien als interactieve media gezien. Je kan jezelf afvragen of digitale technologien van natura interactief zijn. v Digitale media kunnen gekoppeld worden aan elkaar en zo worden verbonden in netwerken die enorme geografische ruimtes met relatief gemak kan overspannen. v Digitale media is dense (dicht, gebonden). Dit heeft te maken met miniaturisering. Dit is mogelijk door processen van compressie (compression). Grote digitale bestanden kunnen gemakkelijk worden opgeslagen en gedeeld. Computers hebben de mogelijkheid om alle media tot nu toe in zich te dragen. Die verschillende media kunnen in een enkel medium worden geplaatst. Dit wordt weer mede mogelijk gemaakt door binaire codes. De hoeveelheid gegevens die digitale media verwerken worden steeds groter. v Digitale media is onpartijdig (impartial). Om al die media te gebruiken is slechts de computer nodig. Er vindt nog steeds miniaturisering plaats, namelijk computers die steeds kleiner, maar wel steeds sterker worden en zelfs intelligenter. De concepten die besproken worden in deze samenvatting In hoofdstuk twee bekijken we het concept netwerk. Een netwerk is een infrastructuur die computers en externe apparaten met elkaar verbindt en die, als gevolg, communicatie mogelijk maakt of toegang tot gegevens. In het hoofdstuk zullen drie belangrijke sociologische benaderingen van netwerken worden beschouwd: - De netwerksamenleving en het kapitalisme van het netwerk door Manuel Castells. - De sociale netwerk benaderingen van denkers zoals Barry Wellman. - De actor-netwerk theorie van Latour en Law. Samenvatting Concepten stellen ons in staat om de onderliggende dynamiek van het nieuwe media tijdperk te bekijken. Concepten hebben vaak een complex en omstreden verleden en meer dan n betekenis. Er zijn belangrijker historische en technische verbindingen tussen oude (analoge) en nieuwe (digitale) media technologien en het is om deze reden dat het idee van nieuwe media omstreden is.

2

New media || The key concepts || Nicholas Gane & David BeerGemaakt door: Eva Hekman, Marloes Vriend & Marissa Verdel || Edit: Asefeh..

Hoofdstuk 2: Een nieuwe vorm van organisatie Het woord netwerk is een stijlfiguur. De betekenis van het woord netwerk is verschoven van de informatica, van engineering en analyse van de verbindingen tussen computers en diverse ondersteunende apparaten, naar de sociale wetenschappen. In de sociale wetenschappen betekent het woord netwerk een nieuwe maatschappelijke vorm van organiseren, die wordt gekenmerkt door: v Een individualistische cultuur v De versnelde mobiliteiten van mensen, goederen, kapitaal, tekenen en informatie over de hele wereld. Netwerk kent als concept vele betekenissen, dit maakt het moeilijk te gebruiken. Het concept netwerk is een trope. De betekenis van het woord is verschoven van een netwerk in de wetenschap van computers, naar sociale wetenschap, waar het te maken heeft met individualisme en de mobiliteit van mensen, kapitaal, informatie enzovoort. Wat wordt verstaan onder een netwerk? Digitale media draait om netwerken, omdat nieuwe media technologien zo met elkaar verbonden kunnen worden. Een simpel antwoord op de vraag wat een netwerk precies is = een infrastructuur die computers met elkaar verbindt en aan externe apparaten. Hierdoor kunnen gebruikers dan communiceren en informatie uitwisselen. Netwerken zijn er echter in vele soorten en maten. Ze kunnen wereldwijd, maar ook lokaal zijn. Netwerk is afhankelijk van topologie, dit hangt af van hoeveel computers er in contact staan met elkaar, en ook de manier waarop ze met elkaar in contact staan. Het simpelste arrangement is een star topology. Dit houdt in dat n computer het centrum is. Een ring topology stelt computers in staat contact met elkaar te zoeken via directe buren. Ingewikkelder is bijvoorbeeld een topology die volledig in contact staat, dus alle computers staan in direct contact met elkaar. Dit komt zelden voor omdat, zoals Shay het noemt, deze verbindingen extreem en duur zijn. Tegenwoordig komt vaak een gecombineerde topology voor. Dat is een combinatie van alle andere. Een LAN is een lokaal netwerk. Een WAN is een netwerk dat een groter gebied beslaat. Een netwerk onderscheidt zich door een onderliggende architectuur of topologie. Netwerken kunnen worden ingedeeld in categorien op basis van hun algemene vorm. Een netwerk is dus geen enkele structurele vorm. Om een netwerk goed te laten verlopen zijn regels of protocols nodig. Deze zijn vooral nodig om verschillende computers in hetzelfde netwerk te krijgen. Er zijn meta-regels nodig voor de open communicatie tussen verschillende systemen. Een voorbeeld is http. Er is niet n protocol voor een complex netwerk. Het zijn lagen van protocollen. Het meest bekend is het open systems interconnection reference model (OSI model). Het systeem bestaat sinds de jaren zeventig en deelt netwerksystemen in aparte, maar passende lagen. De laag aan de oppervlakte is die wij het meeste zien. Daaronder zitten er nog zes, namelijk presentatie, sessie, transport, netwerk, data link en fysiek. Binnen deze lagen zitten protocollen, zodat deze lagen met elkaar kunnen communiceren. Een voorbeeld van netwerken die bij elkaar moeten passen is de Musical Instrument Digital Interface (MIDI). Er zijn een heleboel verschillende digitale instrumenten, maar deze interface zorgt ervoor dat ze allemaal met elkaar gelinkt kunnen worden. Hier zijn dus protocollen voor nodig. Er kan echter ook gekozen voor het niet laten passen van de netwerken, zo ontstaat er een barrire. Zo kunnen bijvoorbeeld bepaalde telefoons alleen een bepaalde provider gebruiken. De Netwerkmaatschappij Castells is van mening dat netwerken sociale structuren zijn. Een netwerk is een open structuur, in staat om zich uit te breiden zonder grenzen. Netwerken zijn een nieuwe vitaliteit in het informatietijdperk, vooral wanneer ze worden aangedreven door nieuwe informatietechnologien. Deze technologien transformeren netwerken doordat zij een ongekende combinatie van flexibiliteit en taakuitvoering, gecordineerde besluitvorming en gedecentraliseerde uitvoering mogelijk maken. Zo ontstaat een maatschappelijke vorm die wordt gekenmerkt door een transformatie van tijd en ruimte in tijdloze tijd en een ruimte van stromen. Tijdloze tijd is een gecomputeriseerde tijd gecreerd door machines die met elkaar werken en communiceren met snelheden ver boven de zintuigelijke waarnemingen van hun gebruikers. Dit gaat gepaard met de opkomst van een ruimte van stromen waarin plaatsen loskomen van hun culturele, historische en geografische betekenis en herintegreren in functionele netwerken.

3

New media || The key concepts || Nicholas Gane & David BeerGemaakt door: Eva Hekman, Marloes Vriend & Marissa Verdel || Edit: Asefeh..

Castells gebruikt deze theorie van netwerken om het hedendaags kapitalisme te beschrijven en analyseren. Hij stelt dat de netwerkmaatschappij fundamenteel een kapitalistische maatschappij is. Netwerken delen namelijk dezelfde logica als die ligt in het hart van het kapitalistische systeem. Hij betoogt dat de netwerksamenleving gebaseerd is op een verschuiving van gemeenschappen naar MEcentred netwerken. Dit is een individuele sociale vorm waarin individuen zich positioneren om persoonlijk gewin te maximaliseren. Castells noemt dit een nieuw patroon van sociabiliteit gebaseerd op individualisme en nieuwe media biedt de technische infrastructuur voor de ontwikkeling hiervan. Castells stelt dat binnen de network society er geen hechte, sociale relaties meer zijn. Iedereen richt zich meer op zichzelf. Netwerken worden opgebouwd door een individu en werken door een individu. Men plaatst enkel anderen binnen dat netwerk als anderen potentieel hebben. Communicatienetwerken met de computer spelen een grote rol in deze samenleving. Castells argument over nieuwe media is, dat het niet individualistische netwerken heeft laten ontstaan, maar de technische infrastructuur heeft geboden om het te ontwikkelen en misschien zelfs erger te maken met de tijd. Netwerken worden ook steeds meer in het dagelijkse, sociale leven gebruikt volgens hem. Manuel Castells is minder genteresseerd in het netwerk als iets technologisch, maar kijkt er naar als metafoor voor de sociale relaties, die eigenlijk ook technologisch zijn. Echter, Castells kijkt vooral naar de netwerken die open zijn, decentraal en individueel. Ze zijn dus niet hirarchisch in zijn redenering. Hij noemt het idee van network society, waar we timeless time en spaces of flows hebben. Deze timeless time is de tijd dat de computers communiceren met elkaar. Er is slechts tijd voor constant communicatie, niets anders. McLuhan zag dit al gebeuren bij de opkomst van elektronische technologien. Actie en reactie vinden bijna gelijktijdig plaats. De spaces of flows bestaan uit nodes en hubs, die vormen de communicatie en de activiteiten in een netwerk. Castells stelt hier dus dat een netwerk iets fysieks is geworden. Echter, dit fysieke aspect verschilt niet van de technologie waaruit een netwerk normaal bestaat. En het zijn open systemen, als daar protocollen voor zijn. Castells stelt dat dergelijke protocollen punten van macht en controle zijn. Castells stelt dat netwerken geen center hebben, hierdoor worden sommige nodes , een soort aanknopingspunten, belangrijker dan andere. Het ligt eraan welke functie ze hebben. Nodes worden belangrijker naarmate ze meer informatie opnemen en het efficinter doornemen. De nadruk ligt hierdoor op het gemis van systematische dominantie, en dat netwerken competitief zijn. Terwijl er in de praktijk wel degelijk bepaalde punten in een netwerk meer privileges hebben dan anderen. Misschien zijn de netwerken niet zo open als ze lijken, aangezien ze worden aangestuurd door sociale actoren. Maar naarmate het netwerk is geprogrammeerd, werkt het voor zichzelf. Sociale netwerk analyse De sociale netwerk analyse (SNA) neem een meer empirische benadering om de manier waarop actoren werken en zich verbinden binnen de netwerken. Deze benadering houdt zich minder bezig met de technologische structuren van netwerken op zich. Het basis idee is om de relaties tussen en onder mensen te bekijken als de basiseenheden van de sociale structuur. Deze benadering maakt gebruik van het idee om nieuwe vormen van menselijke connectiviteit te presenteren. De nadruk ligt op wiskunde, maar het belangrijkste punt is de kwaliteit van de relaties die bestaan tussen knooppunten. Dit geeft een gedetailleerd verslag van de sociale netwerk topologie van de samenleving. Een analyse van sociale netwerken bestond al voor de nieuwe media. Echter, onder andere Barry Wellman wil dit soort analyse juist linken aan nieuwe media technologien. Het internet in het bijzonder. De benadering van Wellman en Berkowitz lijkt op die van Castells. Echter, ze kijken niet naar de netwerkgemeenschap op zich, maar naar relaties als de basis voor sociale structuur. Het gaat dus niet uit van een groep of gemeenschap, maar de relatie tussen verschillende aanknopingspunten in een netwerk. Deze benadering is redelijk wiskundig en kwantitatief. Echter, ze gaan ook op de kwalitatieve kant in, en dit mist Castells volledig, terwijl het wel belangrijk is. Er zijn meerdere redenen voor de opleving van sociale netwerkanalyse in de nieuwe media. Ten eerste door de groei van internet als een communicatiemiddel zijn er meer mogelijkheden voor datacollectie van sociale netwerkdata. Echter, dit is niet slechts toe te schrijven op het internet. Ten tweede is er opnieuw interesse in de definitie en meting van netwerkrelaties in het licht van de media van het sociale leven door informatiecommunicatie technologien, zoals het internet. Hier gaat het vooral om het feit dat internet wordt ingepast in onze dagelijkse rituelen. Hier zijn schrijvers Wellman en Haythornthwaite heel belangrijk. Online relaties zijn ook niet los te zien van het echte leven, maar een deel van bredere sociaal netwerk relaties. Castells stelde dat mensen niet meer verbonden worden in hechte gemeenschappen, maar meer een cirkel om zich heen verzamelen. Het is op het individu gericht. Voor Wellman en Berkowitz is dit anders, voor hen is de kwaliteit en dichtheid van relaties, samen met de connecties en posities van dergelijke relaties binnen bredere sociale netwerken belangrijk. Voor Wellman zijn vooral de soort banden heel erg belangrijk, en die banden versterken dan weer netwerken, zowel online als offline. Echter, het opkomen van het internet wil niet zeggen dat de relaties van het individu minder sterk zijn, ze veranderen slechts van

4

New media || The key concepts || Nicholas Gane & David BeerGemaakt door: Eva Hekman, Marloes Vriend & Marissa Verdel || Edit: Asefeh..

vorm, maar ze kunnen nog steeds zeer hecht zijn. En ten tweede moeten virtuele gemeenschappen niet los gezien worden van offline gemeenschappen. Dit omdat virtueel vaak iets voortzet wat offline al bezig was. Sociale netwerkanalyse gaat uit van menselijke connecties gemaakt via nieuwe media in plaats van via protocollen, hardware en informatiestromen. Dus meer vanuit het menselijke dan het technische. Nieuwe media netwerken moeten de mogelijkheid openen van nieuwe connecties tussen menselijke actoren, zodat ze sociaal worden. Er zijn parallellen te ontdekken tussen technische en sociale netwerken, namelijk dat ze verbindingen leggen. Echter, de sociale netwerkanalyse mist het feit dat sociale netwerken wel degelijk te maken hebben met technologien. Die maken dergelijke menselijke connecties mogelijk en bepalen misschien de verschillende topologies Kortom; Deze theorie impliceert dat de gemeenschap niet afneemt in de netwerksamenleving maar verandert van vorm. De redenen hiervoor zijn dat hoewel gendividualiseerde relaties online kunnen floreren, doet het internet niet noodzakelijkerwijs af aan de handhaving van sociaal hechte en sterke banden. Virtuele gemeenschappen dienen niet gesoleerd te worden behandeld van het topologie van het netwerk in de samenleving in bredere zin. Dit omdat er veel contact online is tussen mensen die elkaar ook persoonlijk zien. Bij deze benadering ontbreekt de wijze waarop dergelijke netwerken deze verbindingen mogelijk maken en de manieren waarop sociale netwerken zijn opgebouwd door diverse technologien. De actor netwerk theorie De Actor Netwerk Theorie (ANT) komt het beste naar voren in een werk van John Law en John Hassard met als centrale vraag het verband tussen het technische en het sociale samen met menselijke en niet-menselijke connectiviteit . Volgens John Law zijn er twee belangrijke aspecten. Een nadruk op de semiotiek van de materialiteit of op de relationele materialiteit. Dit is het idee dat de rationaliteit van tekenen wordt opgeheven uit de semiotiek en uitgebreid tot de analyse van materile vormen, zoals alledaagse voorwerpen (Gane en Beer, 2008, p. 28). Ze zijn dus niet slechts te gebruiken op taal. En het tweede aspect is een interesse in performativiteit. Dit betreft de manier waarop entiteiten worden wat ze zijn door hun verbindingen met andere entiteiten. Law stelt dat er twee manier zijn om om te gaan met het concept netwerk v Het eerste is een netwerk zien als een redelijk neutraal begrip dat meerdere connecties aan kan duiden. Dit lijkt op de benadering van de social network analysis. Erop aandringen dat de term een beschrijving is die de analyse van verschillende patronen van connectie en verschillende topologische mogelijkheden mogelijk maakt. Of : v Stellen dat de notie van het netwerk zelf een vorm van ruimtelijkheid is. Dit heeft de neiging te beperken. Deze tweede optie is meer kritisch en zegt juist dat netwerken grenzen opleggen en voor homogenisering zorgen. Voor Law is het probleem dat bij een netwerk alle wezens als gelijkwaardig worden beschouwd, omdat ze allemaal met elkaar in contact kunnen staan. Hij wil weg van het idee van een netwerk en meer richting de heterogeniteit van wezens, samen met een nadruk op de complexiteit van relaties. Bruno Latour is agressiever op dit gebied. Ten eerste stelt Latour dat het woord netwerk hedendaags te gemakkelijk in de mond wordt genomen. Hierdoor wordt het als het ware immuun voor analyse. Ten tweede stelt hij dat een netwerk zeer technisch is, en moeilijker te begrijpen dan men denkt. Een netwerk kan zo veel meer betekenen. Daarom is het volgens Latour zo moeilijk te begrijpen. Latour maakt gebruik van Deleuze en Guattari en hun rhizome (een complex systeem van wortels die met elkaar horizontaal in contact staan). Hier wordt volgens hem duidelijk dat netwerken altijd veranderlijk zijn en connecties aangaan met verschillende wezens. Er zijn geen grenzen. Hierdoor krijgen netwerken dynamiek en zijn er vele mogelijkheden. Wezens worden gevormd en veranderd door elke connectie die ze aangaan. Voor Latour komt dit gegeven in gevaar, doordat er bijna een overdosis aan connecties plaatsvindt. Hij wil network dan ook vervangen door het tegenovergestelde, het work-net. Echter, hij komt op zijn woorden terug en dit komt omdat hij Tarde aanhaalt. Wat daar belangrijk is, is het markeren van verschillende soorten flows. Voor Latour is het werk van Tarde vooral belangrijk, omdat hij let op details. Alledaagse wezens en objecten die gevormd en getransformeerd worden door relaties met elkaar. Nog belangrijker vindt hij Tardes benadering van het sociale. Dat vooral het type connectie belangrijk is voor sociaal contact. Latour ziet sociaal niet als een scherm waarop actoren en wezens worden geprojecteerd,

5

New media || The key concepts || Nicholas Gane & David BeerGemaakt door: Eva Hekman, Marloes Vriend & Marissa Verdel || Edit: Asefeh..

maar als complexe en dynamische connecties die analytisch werk en details nodig hebben. De actoren zijn actief. Een netwerk is een set van connecties die actief moeten worden gemaakt. Latour stelt dat er aan de oorsprong van de sociologie twee tradities waren: - Een traditie zag het sociale als een speciaal deel van de werkelijkheid - Een andere traditie zag dat wat telt in het sociale is het type van de verbindingen die worden gemaakt. In dit verband is het woord netwerk nog nuttig voor zover het de sociologie orinteer in de richting van de analyse van verbindingen en associaties. Voor Latour ligt de waarde van de actor- netwerk theorie in het opsporen van associaties zodat zij de beweging van het sociale zichtbaar maken. Een goede ANT is een verhaal, beschrijving of stelling waarin alle actoractief zijn. Conclusie Dit hoofdstuk heeft vier verschillende benaderingen van het concept network gegeven: 1. Het woord kwam uit de informatica en werd gebruikt voor technische structuren. Netwerken hebben verschillende topologien en zijn alleen in staat om te werken als protocollen zijn getroffen om een soepele crossplatform communicatie te waarborgen. 2. Manuell Castells gebruikt het concept als een metafoor voor een nieuw type van de kapitalistische samenleving die meer flexibel, gedecentreerd en gendividualiseerd is dan eerdere vormen. 3. De sociale netwerk analyse gebruikt het idee van het netwerk als een representatieve vorm om opkomende vormen van connectiviteit tussen mensen op verschillende schalen in beeld te brengen. De nadruk ligt op de wijze waarop computernetwerken sociale vormen zijn geworden in plaats van technische vormen. 4. Actornetwerk theorie kijkt naar de verbindingen tussen menselijke en niet-menselijke entiteiten. Ze dringen erop aan dat het de rol is van de sociale wetenschappen om verbindingen te maken tussen de entiteiten en te analyseren wat deze mogelijk maakt, samen met de effecten die ze zouden kunnen brengen. De vraag is nu of het concept moet worden gebruikt als een beschrijvend of methodologische woord of in plaats daarvan moet worden gebruikt om problemen aan te leveren en verbinding tussen entiteiten te maken als onderdeel van een actief programma van onderzoek? In de praktijk is het moeilijk netwerk als een concept van netwerk als een beschrijving van materile vorming te scheiden. Een reden hiervoor is dat analyses van maatschappelijke en culturele verschijnselen in termen van netwerken een metafoor van technische oorsprong oproepen. Om dit concept niet te overbelasten moet het behoren tot een breder netwerk van concepten die samen nuttig zijn in de analyse van de vele facetten van de hedendaagse samenleving en cultuur. Opsomming: v vanaf het midden van jaren negentig gingen er nieuwe concepten en metaforen voor het woord netwerk van computerwetenschap naar sociale theorie en mediastudies v netwerken worden vaak gezien als iets decentraals van vorm, maar zijn in de praktijk erg gestructureerd en worden geregeerd door verschillende protocollen. v Het concept van netwerk kan gebruikt worden om te denken aan veranderende structuren en dynamiek van de hedendaagse kapitalistische gemeenschap (Castells) v Het is mogelijk om sociale structuren te theoretiseren in termen van relaties of connectiviteit (social network analysis) v Er moet ook aandacht worden besteedt aan de manieren waarop connecties worden gelegd tussen mensen, technologien en objecten (actor network theory).

6

New media || The key concepts || Nicholas Gane & David BeerGemaakt door: Eva Hekman, Marloes Vriend & Marissa Verdel || Edit: Asefeh..

Hoofdstuk 3 information We leven in een gemeenschap gebaseerd op informatie. Industrialisatie maakt plaats voor informatie. Information science Een beginpunt om naar informatie als concept te kijken is het essay The Mathematical Theory of Communication door Claude Shannon. Het is gedateerd, maar heeft nog steeds invloed. Shannon ziet communicatie als iets bouwkundigs. Het is belangrijk om hoe communicatie tot stand komt te scheiden en boven het de betekenis van communicatie te stellen. Het is dus af te vragen hoe berichten verstuurd kunnen worden, zonder dat men weet wat er in komt te staan. Communicatie wordt hier heel wiskundig benaderd. Het basisidee is dat een meting van informatie wordt geproduceerd wanneer een bepaalde boodschap wordt gekozen uit een set van mogelijke variabelen. Het is dus belangrijk dat een systeem werkt door bepaalde variabelen in zich te dragen die op een bepaalde manier met elkaar verbonden kunnen worden. Dit kan dus allemaal heel statistisch gebeuren. Shannon stelt: hoe complexer een systeem van boodschappen, hoe groter de keuze van mogelijke tekens is. Daarmee is ook de hoeveelheid informatie die het systeem aan kan en kan genereren veel groter. Shannon ziet de manier waarop een informatiesysteem werkt als de betekenisgever. Volgens Shannon zijn de basiscomponenten van communicatiesystemen wiskundig, en het zijn er vijf. De informatiebron, de transmitter, het kanaal, de ontvanger, en de eindbestemming. De informatiebron is mens of machine, en die bepaalt de vorm van het bericht dat gecommuniceerd wordt. De transmitter past het bericht zo aan dat het door een bepaald kanaal past, als een signaal. Echter, via dat kanaal kan er noise bij het bericht komen, waardoor het kan veranderen. Er kan een deel van het bericht verloren gaan. Hierdoor kan het bericht wel veel meer vormen gaan aannemen. Dit kan alleen als men het statistisch bekijkt. De ontvanger zet het bericht weer in elkaar vanuit het signaal zodat het aan kan komen op de plaats van bestemming. Warren Weaver noemt drie verschillende niveaus van analyse voor de studie van communicatie.Het eerste is technische problemen van communicatie, en stelt de vraag: hoe accuraat komt het bericht aan? Het tweede betreft semantiek, en stelt de vraag: hoe dichtbij komen de overgebrachte symbolen bij de daadwerkelijke boodschap? Het derde is meer sociologisch, en vraagt: hoe effectief zorgt het bericht voor gedrag, ofwel respons.

Weaver en Shannon zijn allebei van mening dat niveau n het belangrijkste is, omdat het aanzet tot de volgende niveaus. Het technische aspect is dus het belangrijkste. Men moet de theorie van Shannon zien door de ogen van mediatheoretici. Kijk naar McLuhan die stelde dat the medium is the message. Shannon en Weaver gaat het meer om een signaal dat wiskundig omgezet kan worden. McLuhan stelt dat het medium afhankelijk is van de technologie, het vormt dan ook de inhoud. Hij focust op de veranderingen in menselijke relaties door communicatie, dit ligt tussen humanisme en de machine als heerser in. Friedrich Kittler stelt dat media onze situatie bepaald. Daarom moet het geanalyseerd worden. Dit is niet gemakkelijk, om drie redenen. Ten eerste omdat de meeste geschiedenis opgeborgen is, omdat het militair was. Ten tweede kunnen media slechts beoordeeld worden via andere media, wat de technologien erbij betrekt. En ten derde is de nieuwe media vooral in binaire code, die alleen computers begrijpen. Volgens Kittler wordt betekenis mogelijk gemaakt door technologie. Kittler wil de historische noodzaak onderzoeken, samen met de structuren van communicatie en begrip die ze mogelijk maken. Het is in overeenkomst met Weaver en Shannon. Kittler gaat echter nog verder, namelijk information materialism. Dit kijkt naar hoe informatie en communicatiesystemen samensmelten. Het gaat uit van een analyse van media. Kittler en McLuhan vinden overeenkomst. De primaire focus van mediatheorie is de materile structuur van communicatietechnologien en de veranderingen die deze doorvoeren in cultuur. De computers worden het middelpunt van analyse. Om te kijken naar media als een opslagplaats voor informatie. Informatie wordt zo iets materieels. Information and informatics Katherine Hayles is het niet met Shannon eens dat informatie statistisch moet worden benaderd. McLuhan analyseert de connectie van verschillende media met het menselijke lichaam, en ziet media als een verlenging van het menselijke lichaam. Echter, er wordt weinig aandacht geschonken aan het menselijke lichaam of de kapitalistische cultuur. Haraway is bekend om haar manifest over cyborgs. Voor Haraway is een belangrijke functie van de hedendaagse wereld het ontstaan van nieuwe decentrale vormen van macht die zich bevinden in netwerken van intelligente informatiesystemen, en die hun weg vinden naar vrije tijd en plezier. Ze praat over een informatics van dominantie. Alles kan volgens haar gecodeerd worden als informatie. Ze wil wetenschap en biologie samenbrengen. Door bepaalde codes zou het kunnen voorkomen dat elke interface met elkaar te linken is. Genetische codes worden gemengd met andere genetische codes, of zelfs binaire codes. En natuurlijk de

7

New media || The key concepts || Nicholas Gane & David BeerGemaakt door: Eva Hekman, Marloes Vriend & Marissa Verdel || Edit: Asefeh..

opkomst van cyborgs, wezens die niet geheel mens, dier of machine zijn. Er is geen duidelijke scheiding meer tussen natuur en cultuur. Door overeenkomende talen en codes komen alle levensvormen in een field of difference. Hier kunnen heterogene wezens elkaars interface overnemen omdat ze dezelfde structuur delen. Informatie is volgens Haraway een nieuw instrument van vertaling dat natuurlijke en culturele grenzen wegvaagt door alle elementen onder een overeenkomende code te plaatsen. Haraway gebruikt het statistische gegeven dat het menselijke lichaam ook grenzen heeft en een bepaalde code. Maar ze stelt ook dat interfaces over kruisen en daardoor over de grenzen van systemen gaan. Biologische wetenschap en informatiewetenschap gaan door elkaar lopen. Hier is de code of informatie heel belangrijk. Het is nooit simpelweg biologisch of cultureel, maar iets ertussen in. Voor Haraway is informatie een code die binnen de fysieke structuren van technologische media en lichamelijke systemen met elkaar worden vermengd. Er komt een universele code, maar hierdoor vind homogenisering plaats. Informatie zorgt voor n enkele code, waardoor andere codes en systemen wegvallen. De heterogeniteit wordt vervangen door homogeniteit. Hiermee heeft ze raakvlakken met Baudrillard. De instrumental power, de homogeniteit, kan bedreigd worden door verzet, het verstoren van communicatie. Hayles stelt dat informatie altijd op een of andere manier materieel is. Het wordt altijd belichaamd. Ze zet dan ook vraagtekens bij het scheiden van lichaam en geest. Hayles is het eens met Haraway op het punt dat aan media gedacht moet worden als een connectie tot de lichamelijke praktijken waardoor informatie de materile wereld in wordt gebracht. Het begrip informatica speelt hier een rol in. Hayles refereert naar informatica als de onafscheidelijkheid van informatie van een keur aan materile settings en praktijken. Er zijn volgens Hayles vier assen waarlangs analyse van informatie kan lopen. Ten eerste de connectie met het ontstaan van nieuwe vormen van kapitalistische financin en cultuur. Ten tweede de wisselwerking tussen hardware en software om netwerkstromingen van informatie mogelijk te maken. Ten derde, het ontstaan van vormen van actueel leven die gebonden zijn aan de versnelling van informatietoegang en uitwisseling. En als laatste de connectie van informatie aan het menselijke lichaam en leefruimte. Hayles kijkt vooral naar de belichaming van informatie. Haraway kijkt naar genetische codes en de wisselwerking daartussen. Information society and critique De informatiegemeenschap van vandaag focust op productie, uitwisseling en consumptie van informatie, die het artikel is van nieuwe vormen van kapitalisme. Vanaf de midden jaren negentig, door de komst van het internet, werd deze gemeenschap gebruikelijk. Het is ironisch, want Castells noemt het wel een informatiegemeenschap, maar besteedt weinig aandacht aan het concept informatie. Castells gebruikt het begrip informatiegemeenschap liever niet, omdat het, het digitale tijdperk slecht weergeeft. Het is inderdaad waar dat het moeilijk als universeel te beschouwen is. Niet overal loopt die ontwikkeling gelijk. Echter, dat hij het liever niet gebruikt, geeft aan dat het moeilijk te verklaren is wat informatie nou precies inhoudt. Castells maakt een onderscheid tussen informatie en kennis. Het is bij Castells echter moeilijk het onderscheid te maken. Hij definieert kennis als een set van georganiseerde statements van feiten of ideen. En informatie definieert hij als data die georganiseerd en gecommuniceerd is. Waar ligt het onderscheid? Castells koppelt kennis aan communicatie. Castells roept meer vragen dan antwoorden op. Zijn bronnen om kennis en informatie te definiren komen van het tijdperk voor internet. Aangezien er technologische ontwikkelingen hebben plaatsgevonden is het misschien tijd om een andere definitie voor kennis en informatie te geven. Dit is precies het punt wat Lyotard maakt. Hoe veranderen kennis en informatie door nieuwe communicatie technologien en hoe zijn deze veranderingen gekoppeld aan de dynamiek van de kapitalistische markt. Net als Castells stelt Lyotard dat kennis een informational commodity, ofwel een informatief koopwaar wordt. Echter, hij gaat verder op dit idee, namelijk dat kennis informatie wordt die kleiner wordt voor de nieuwe kapitalistische marktplaats. Het past nu in bits, zodat ze door de computer heen kunnen, waardoor data sneller uitgewisseld kan worden. Dit ligt dicht bij McLuhan, namelijk dat informatie een code is die non-discursief van vorm is en welke geproduceerd is om geconsumeerd te worden door mensen alsof ze machines zijn. Voor Lyotard is informatie kennis geproduceerd voor de versnelde kapitalistische marktplaats; het is goedkoop om te produceren, gemakkelijk uit te wisselen en snel om te consumeren en weg te gooien. Kennis is discursief, ofwel redenerend. En informatie is een collectie van snelbewegende bits. Scott Lash maakt dit onderscheid ook, en focust op de vorm die informatie aan moet nemen om gemaakt te worden door de digitale communicatiemedia. Informatie is tegenwoordig snel en gemakkelijk. Het is meer een presentatie dan een representatie. Informatie bestaat uit bytes die met de tijd van betekenis kunnen veranderen. Echter, deze bytes op zich kunnen net zo goed niets betekenen. Het gaat om het reconstrueren van deze bytes en de informatie als geheel. Informatie is dan ook altijd in-formatie. Het gaat om de beweging van data of codes via een keur aan verschillende communicatiemedia, en om de strijd om een vorm of narratief te vinden om dergelijke bewegingen begrijpelijk te maken. Het is moeilijk om kritiek op informatie te hebben, aangezien het allemaal in een sneltreinvaart gaat. Lash stelt dat kritiek van binnenuit het dominante informatiesysteem moet komen. Volgens Lash moet cultuur en sociaal herdacht worden, aangezien die niet meer zo gemakkelijk los van elkaar te zien

8

New media || The key concepts || Nicholas Gane & David BeerGemaakt door: Eva Hekman, Marloes Vriend & Marissa Verdel || Edit: Asefeh..

zijn. Het culturele en sociale zijn beide technologisch geworden. De culturele superstructure is deel geworden van de economische base. Kritiek heeft geen voeten meer in de aarde, aangezien er tegenwoordig eigenlijk niets meer buiten de technologie bestaat. Lash stelt dat sociale theorie van nieuwe media theorie moet leren. Die stellen nieuwe media niet enkel als centrum, maar volgen deze media ook in het worden van een technologische vorm in zichzelf. Theorien worden zelf technologien. Hij komt het met begrip informationcritique. Dit bevat kritiek van informatie waar geen onderscheid is tussen de kritiek en het object. Het komt van binnenuit. Case study: facebook Facebook heeft een snelle groei doorgemaakt. Het hart van facebook is het persoonlijke profiel. Het wordt opgezet door de gebruiker en bevat persoonlijke informatie. Deze gegevens zijn belangrijke informatieve bronnen die connecties tussen mensen mogelijk maken. En het is van economisch belang. Er is een commodificatie van informatie gaande. De informatie die wij ter beschikking stellen, wordt gebruikt voor economische doeleinden. Conclusion De meest voor de hand liggende conclusie is dat informatie geen simpele definitie heeft. Het draagt meerdere betekenissen in zich. Geen enkele definitie van informatie is compleet. Zo is de definitie van cybernetische theoretici als Shannon en Weaver niet compleet, omdat het niet op het dagelijkse leven van toepassing is. Dit geldt tot zekere hoogte ook voor mediatheoretici als McLuhan, Kittler en Hayles. Theorien over een informatiegemeenschap, zoals Castells die voorstelt, mist ook een duidelijke definitie van informatie. Er zijn meerdere definities, en het zou logisch zijn om deze dan alle tezamen te nemen, maar die definities komen voort uit allerlei verschillende invalshoeken en standpunten. Chapter summary - er is weinig aandacht besteedt aan het concept informatie die ten grondslag liggen aan hedendaagse argumenten over de informatiegemeenschap. - In de vroege informatiewetenschap en cybernetische theorie is informatie gedefinieerd in wiskundige of statistische termen (Shannon en Weaver) - Hier tegenover staat het materieel maken of belichamen van informatie (Kittler, Hayles) - Informatie is het belangrijkste koopwaar van vooruitstrevend kapitalisme (Lyotard) - Kritische theorie, en meer fundamenteel het idee van kritiek, moet opnieuw geconstrueerd worden om te kijken of het waarde heeft in het informatietijdperk (Lash)

9

New media || The key concepts || Nicholas Gane & David BeerGemaakt door: Eva Hekman, Marloes Vriend & Marissa Verdel || Edit: Asefeh..

CHECKLIST NIEUWE MEDIA: ken ik ze wel?!?! Succes maandag bikkels.. love u all!! v Deleuze en Guattari Hfst 1: onderscheidt drie hoofdtypes concepten: - Universele concepten zijn encyclopedische definities die tot doel hebben het geven een vaste universele betekenis te geven.. - Verhandelbare concepten zijn concepten gericht zijn op de productie van ideen die enkel worden gewaardeerd om hun economische waarde. - Pedagogische concepten zijn experimenteel van aard en maken gebruik van concepten door in een flexibele, open manier van onderzoek problemen aan te pakken wanneer ze zich voordoen. v Lev Manovich: Hfst 1: Nieuw aan digitale media is de binaire code Hij stelt dat het verkeerd is dat oude media continuous was en nieuwe media discrete. Manovich stelt dat nieuwe media nieuw zijn omdat zij werken via de productie en verwerking van numerieke (overwegend binaire) codes. v Manuel Castells: Hfst 1: Nieuwe media moeten sociale netwerken vormen 1. 2. 3. 4. Digitale media maakt manipulatie nodig Interfaces kunnen overgenomen worden door ander media Digitale media is dense Processen van compressie - Ziet netwerken als sociale structuren - Kijkt niet naar techniek maar naar relatie - Open netwerken zijn decentraal, individueel - Network Society, Timeless time & Spaces of Flows - Netwerken hebben geen centrum, maar sommige nodes zijn wel belangrijker dan anderen. - Maakt een onderscheid tussen informatie en kennis - Informatie = data die georganiseerd en gecommuniceerd zijn - Kennis = georganiseerde statements of van feiten of ideen.

Hfst 2:

Hfst 3:

v Marschall McLuhan: Hfst 2: - Spaces of flows bestaat uit nodes en hubs. - Actie en reactie bijna op zelfde moment - Protocollen zijn punten van macht en controle. Hfst 3: - Informatie is een code, non discursief geproduceerd voor mensen alsof ze machines zijn.

v Wellman en Borkowitz: Hfst2: - Kijken niet naar netwerken als een geheel maar naar relaties als basis voor sociale structuur. - Wiskundig, kwantitatief maar ook kwalitief - Wellman: Online relaties niet los te zien van het echte leven. - Dichtheid van relaties is belangrijk In tegenstelling tot Castells zeggen deze heren dat relaties niet minder sterk worden, maar gewoon veranderen. Virtuele gemeenschappen zijn een aanvulling op het dagelijks leven. v John Law en John Hassard: Hfst 2: - Actor Netwerk : Twee aspecten 1. Semiotics of materiality Tekens van semiotiek kunnen ook op voorwerpen toegepast worden 2. Interesse in performativity Hoe worden mensen mensen wanneer ze met elkaar omgaan

10

New media || The key concepts || Nicholas Gane & David BeerGemaakt door: Eva Hekman, Marloes Vriend & Marissa Verdel || Edit: Asefeh..

v Bruno Latour: Hfst 2:

- Netwerk wordt te makkelijk in de mond genomen. - Het wordt immuun voor analyse - Netwerken zijn ook veel te technisch - Er zijn geen grenzen, en alles staat met elkaar in contact - Alledaagse wezens worden getransformeerd door hun contacten met elkaar.

v Claude Shannon: Hfst 3:

- The mathematical theory of communication - Communicatie als bouwkunde - Vijf basiscomponenten van een communicatie systeem: informatiebron, transmitter, kanaal, ontvanger, eindbestemming - Noise kan zorgen dat het bericht anders aankomt dan dat het verstuurd werd.

3 Niveaus in de analyse: 1. Technisch probleem van communicatie, hoe accuraat komt een bericht aan 2. Semantiek, hoe dichtbij komen de overgebracht symbolen bij de daadwerkelijke boodschap 3. Sociologisch, hoe effectief zorgt het bericht voor een respons.

v Friedlich Kittler: Hfst 3: De media bepaald onze situatie, moet historisch onderzocht worden maar dit is niet goed mogelijk: 1. Media was lange tijd van het leger en dus afgeschermd 2. Media kan slecht beoordeeld worden via andere media. 3. Nieuwe media zijn vooral binaire codes die wij niet begrijpen. Information materialism: samensmelting van informatie en communicatiesystemen. v Katherine Hayles en Harraway: Hfst 3: - Cyborgs, connectie media en lichaam - Informatiesystemen vinden hun weg naar buiten - Alles kan gecodeerd worden als informatie - Wetenschap en biologie komen samen - Geen scheiding natuur en cultuur meer - Heterogene wezens / doordat er n code komt - Maar informatie zal altijd belichaamd zijn of materieel zijn. v Lyotard: Hfst 3: Hoe veranderd kennis en informatie door nieuwe technologien? En hoe veranderd hierdoor de kapitalistische markt? Informatie wordt verkoopbaar. Informatie is goedkoop te produceren, makkelijk uit te wisselen en te consumeren en daarna weg te gooien. Kennis is discursief (redenerend) v Lash: Hfst 3: Focust op vorm die informatie aanneemt in digitale systemen. Het gaat om het reconstrueren van bytes, niet het lezen van bytes zelf. Cultuur en het sociale zijn samen n geworden. Superstructuren en base lopen door elkaar.

11