Materialiteitstabel belastingdienst: Objectieve maatstaf voor rechtsgelijkheid in het toezicht?
22
Materialiteitstabel belastingdienst Objectieve maatstaf voor rechtsgelijkheid in het toezicht? W.T.B. Peters RA RE, september 2014
-
Upload
arbutus-software-inc -
Category
Business
-
view
239 -
download
2
Transcript of Materialiteitstabel belastingdienst: Objectieve maatstaf voor rechtsgelijkheid in het toezicht?
Materialiteitstabel belastingdienst
Objectieve maatstaf voor rechtsgelijkheid in het toezicht?
W.T.B. Peters RA RE, september 2014
De tabel
Bron: Controleaanpak Belastingdienst (CAB), pagina 23 http://download.belastingdienst.nl/belastingdienst/docs/cab_dv4221z1fd.pdf
De tabel: grafisch
Onderkant: voor kleine organisaties
Midden: voor klein tot middelgrote organisaties
Bovenkant: voor grote tot zeer grote organisaties
De tabel ontleedt
Onderkant
Materialiteit lineair afhankelijk van omzet
Ingezoomd op
omzet 0 – 300K
Materialiteit lineair afhankelijk van omzet
• Tot omzet van 300K:
– Materialiteit is 5% van omzet
• Dit lijkt een logisch concept, is dat voor de rest van
de materialiteitstabel dan anders…? Ja!
omzet materialiteit
0 K 0
50 K 2.500
100 K 5.000
150 K 7.500
200 K 10.000
250 K 12.500
300 K 15.000
Midden
Materialiteitssprongen
De materialiteit verspringt sprongsgewijs bij
het stijgen of dalen van de omzet
Materialiteitssprongen
• Materialiteit in het midden van de tabel is niet lineair afhankelijk van omzet
• De tabel is hier opgebouwd uit lagen
• Door laagsgewijze opbouw tabel ontstaan “materialiteitssprongen”
• Gevolg: klein beetje méér/minder omzet leidt tot forse sprong in materialiteit
• Voorbeeld 1:
– Omzet 2,1 mln → Materialiteit 60K
– Omzet 2,2 mln → Materialiteit 120K
• Voorbeeld 2:
– Omzet 69,9 mln → Materialiteit 900K
– Omzet 70 mln → Materialiteit 1.500K
• Materialiteit bepaalt hoeveelheid controlewerk
= aantal steekproefposten
• Relatie: verdubbeling materialiteit =
halvering controlewerk! (en omgekeerd)
Materialiteitssprongen
• Ander gevolg van de laagsgewijze opbouw materialiteitstabel:
– Binnen een laag worden alle bedrijven “over één kam geschoren”, ondanks forse
verschillen in omzet
• Voorbeeld 1:
– Omzet 1 mln → Materialiteit 60K
– Omzet 2,1 mln → Materialiteit 60K
• Voorbeeld 2:
– Omzet 35 mln → Materialiteit 900K
– Omzet 69,9 mln → Materialiteit 900K
• Dus: dubbel zo grote omzet, toch gelijke materialiteit…(?!)
• Het is de vraag of organisaties met dergelijke verschillen in omzet administratief
organisatorisch gelijk moeten worden behandeld
Bovenkant
Materialiteit onafhankelijk van omzet
• Vanaf 140 mln omzet is er een vast materialiteitsbedrag van 3 mln
• Ofwel: een landelijke opererende organisatie met 140 mln omzet wordt
gelijkgesteld aan een multinational met een miljardenomzet…
• Gevolg: hoeveelheid controlewerk (=aantal steekproefposten) bij zeer
grote organisaties is onrealistisch groot
– Controlemedewerkers voeren noodgedwongen subjectieve reducties door
om tot realistische omvang te komen
– Is dit niet in strijd met het objectieve karakter dat de tabel juist moet
uitstralen?
Conclusies
• Materialiteitstabel hinkt op verschillende gedachten
– Kleine organisaties: materialiteit lineair afhankelijk van
omzet
– Middelgrote organisaties: materialiteit laagsgewijs
afhankelijkheid van omzet
– Groot tot zeer grote organisaties: géén afhankelijkheid
van omzet
• Dit leidt tot allerlei ongewenste effecten!
Oplossing
• Nieuwe tabel nodig? Néé!
– Onderkant: handhaven
– Midden: lineair verbinden onder- en bovengrenzen van de verschillende
materialiteitslagen
– Bovenkant:
• Doortrekken principe van materialiteitslagen en verbinden onder- en
bovengrenzen, bijvoorbeeld:
– Omzet 140-280 mln → materialiteit 3 mln (2,14%*omzet ondergrens)
– Omzet 280-560 mln → materialiteit 5 mln (1,79%*omzet ondergrens)
– Omzet 560-1.120 mln → materialiteit 9 mln (1,61%*omzet ondergrens)
– Omzet 1,120-2.240 mln → materialiteit 14 mln (1,25%*omzet ondergrens)
– Daarna 1,25%*omzet
Oplossing (onderkant en midden)
Verbinden onder- en bovengrenzen van de materialiteitslagen (voor formule zie bijlage)
Oplossing (onderkant en midden)
• Door lineair verbinden onder- en
bovengrenzen worden de
ongewenst materialiteitssprongen
voorkomen
• Voorbeeld 1:
– Organisatie met omzet 1,56 mln →
Materialiteit 88K* i.p.v. 60K (zie
figuur hiervoor)
• Voorbeeld 2:
– Organisatie met omzet 69,9 mln →
Materialiteit 1.498K* i.p.v. 900K
* Voor formule berekening materialiteit, zie bijlage.
Oplossing (bovenkant)
• Uitbreiding tabel met extra
materialiteitslagen zorgt voor
min of meer gelijke controlelast
bij grote tot zeer grote
organisaties
• Materialiteit kan wel zeer groot
worden
• Voorbeeld:
– Organisatie met omzet 600 mln
→ Materialiteit 9,3 mln
• Of dit acceptabel is, is een
politieke keuze…
• Maar is het alternatief,
subjectieve reduceren door
controlemedewerkers beter?
Bijlage
Formule berekenen materialiteit tussen boven- en ondergrens:
𝑀 = 𝑀𝑜𝑔 +𝑂 – 𝑂𝑜𝑔 ∗ 𝑀𝑏𝑔 – 𝑀𝑜𝑔
(𝑂𝑏𝑔 − 𝑂𝑜𝑔)
Waarbij:
M = Materialiteit
O = Omzet
Mog = Materialiteit ondergrens
Mbg = Materialiteit bovengrens
Oog = Omzet ondergrens
Obg = Omzet bovengrens
20
Bijlage
21
Voorbeeld:
organisatie met omzet van 1,56 mln
𝑀 = 𝑀𝑜𝑔 +𝑂 – 𝑂𝑜𝑔 ∗ 𝑀𝑏𝑔 – 𝑀𝑜𝑔
(𝑂𝑏𝑔 − 𝑂𝑜𝑔)
𝑀 = 60 𝐾 +1,56 𝑚𝑙𝑛 – 1 𝑚𝑙𝑛 ∗ 120 𝐾 – 60 𝐾
(2,2 𝑚𝑙𝑛 − 1 𝑚𝑙𝑛)
𝑀 = 60 𝐾 +0,56 𝑚𝑙𝑛 ∗ 60 𝐾
1,2 𝑚𝑙𝑛
𝑀 = 88 𝐾 (𝑖. 𝑝. 𝑣. 60 𝐾)
Waarbij:
M = Materialiteit
O = Omzet
Mog = Materialiteit ondergrens
Mbg = Materialiteit bovengrens
Oog = Omzet ondergrens
Obg = Omzet bovengrens
Materialiteit 88 K bij
verbinden onder- en
bovengrens +
toepassen formule
Materialiteit
60 K bij strikt
volgen tabel
Ondergrens:
omzet 1 mln,
materialiteit 60K
Bovengrens:
omzet 2,2 mln,
materialiteit 120K
Omzet organisatie
1,56 mln
