Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

158
Erasmushogeschool Brussel – Universitaire Associatie Brussel Departement Toegepaste Taalkunde Amaury Van Kenhove Charlotte Van Houtte EEN ONDERZOEK NAAR HET GEBRUIK VAN TWITTER DOOR VLAAMSE JOURNALISTEN: EXPLORATIEF ONDERZOEK & ONLINE ENQUÊTE. Masterproef ingediend voor het behalen van de graad van Master in de Journalistiek Promotor : Jan Jagers Academiejaar : 2010-2011

description

Een onderzoek naar het gebruik van Twitter door Vlaamse journalisten

Transcript of Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

Page 1: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

Erasmushogeschool Brussel – Universitaire Associatie

Brussel

Departement Toegepaste Taalkunde

Amaury Van Kenhove

Charlotte Van Houtte

EEN ONDERZOEK NAAR HET GEBRUIK VAN TWITTER DOOR

VLAAMSE JOURNALISTEN:

EXPLORATIEF ONDERZOEK & ONLINE ENQUÊTE.

Masterproef ingediend voor het behalen van de graad van

Master in de Journalistiek

Promotor : Jan Jagers Academiejaar : 2010-2011

Page 2: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

2

Abstract

In deze masterproef onderzoeken we het gebruik van de sociale netwerksite Twitter

door Vlaamse journalisten. Journalistiek staat in de 21e eeuw voor heel wat

uitdagingen en het werk van journalisten maakt hierdoor ook een hele revolutie mee.

De sociale netwerksite Twitter zou een hulpmiddel kunnen zijn voor journalisten in

de uitoefening van hun beroep in de digitale kennismaatschappij waarin we vandaag

leven. Wij gaan in deze masterproef dieper in op de functies die deze site heeft voor

nieuwsmedia en journalisten. We onderzoeken tevens de manier waarop sociale

media vandaag de dag worden gebruikt door deze beroepsgroep. Het potentieel van

sociale media in het algemeen wordt ook grondig nagegaan. Op basis van analyses

van tweets van Vlaamse journalisten en van hun antwoorden op vragen over hun

sociale mediagebruik in een door ons uitgevoerde online enquête concluderen we

welke toekomst sociale media in de Vlaamse journalistiek tegemoet gaan. Globaal

gezien blijkt dat in de eerste helft van 2011 slechts een klein deel van de Vlaamse

journalisten al aanwezig op Twitter en dat het medium dus nog groeipotentieel heeft

in ons land. Toch zijn er reeds vrij veel enthousiaste gebruikers die volgens ons een

kritische massa kunnen bereiken, waardoor Twitter een vaste waarde op de

redactievloer zou kunnen worden in Vlaanderen.

Page 3: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

3

Persbericht

Vlaamse journalisten in Twitterland: a match made in heaven?

Twitter en Facebook zijn tegenwoordig niet meer weg te slaan uit de actualiteit. Deze

sociale netwerksites brengen meer en meer nieuws naar buiten en ook journalisten

ontdekken stilaan de wonderen van deze nieuwe media. Maar in hoeverre kunnen

journalisten deze media gebruiken en hoe doen ze dat het best? Twee studenten van

de Erasmushogeschool Brussel zochten het uit.

Amaury Van Kenhove en Charlotte Van Houtte, twee studentes Journalistiek aan de

Erasmus Hogeschool Brussel, probeerden in hun masterproef de link tussen Vlaamse

journalisten en sociale media te onderzoeken. Welke journalisten gebruiken sociale

media en vooral op welke manier?

In hun literatuurstudie en gingen ze nog uit van een maximaal scenario, door alle

sociale netwerksites erin te betrekken. Maar uiteindelijk kozen ze ervoor om enkel het

gebruik van Twitter door journalisten onder de loep te nemen.

Ze deden dit op twee manieren. Enerzijds analyseerden ze gedurende de maanden

februari en maart 2011 de tweets van meer dan 170 journalisten. Anderzijds

probeerden ze aan de hand van een online enquête met bijna 130 journalisten inzicht

te krijgen in het gebruik van sociale media door journalisten, vooral het gebruik van

Twitter.

Uit de analyse van tweets blijkt dat dat de Vlaamse journalist een actief wezen is op

Twitter, die zijn account actief gebruikt om reclame te maken voor zijn job (op welke

manier dan ook), om nieuwsgerelateerde dingen te bespreken en om contact te houden

met collega’s. Daarnaast gebruikt hij/zij Twitter ook als een hulpmiddel. Om vragen

te stellen, mensen te zoeken die hem/haar kunnen helpen bij een journalistieke

opdracht enzovoort.

Uit de online enquête blijkt dat de meeste journalisten nog steeds de verschillende

mogelijkheden van Twitter aan het testen zijn. Maar hun houding tegenover het

Page 4: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

4

sociale medium is toch overwegend positief: men spoort collega’s aan om het uit te

proberen en reageert voornamelijk positief op de gegeven stellingen. Zo’n

ingesteldheid zorgt er volgens ons voor dat Twitter nog groeipotentieel heeft bij

journalisten in ons land.

Deze masterproef is waarschijnlijk maar het begin van het onderzoek naar het

Twittergebruik bij Vlaamse journalisten. Een onderwerp dat zich zeker leent voor

verdere opvolging.

Contactgegevens:

• Amaury Van Kenhove: 0473389513, [email protected],

twitter.com/amoorie

• Charlotte Van Houtte: 0494805719, [email protected],

twitter.com/charlotte_vh1

Page 5: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

5

Dankwoord

Wij willen graag de volgende personen bedanken voor de hulp die zij boden om deze

masterproef tot een goed einde te brengen.

Onze promotor Jan Jagers (@janjagers) & coördinator Wilfried Mostinckx.

Ex-journalist en media relations expert Frank De Graeve (@fdgraeve) voor zijn hulp

op vele vlakken en de aanlevering van ideeën tijdens een lange rit van Zellik naar

Gent na het mediadebat van BJIT (waarvoor ook nog eens dank).

Interviewees Pol Deltour, Ivan De Vadder (@vadderi) , Lisbeth Imbo (@lisimbo),

Patrick Van Gompel (@pvangompel) en Bart Eeckhout (@barteeckhout) voor hun

eerlijke mening over Twitter en het gebruik ervan in de journalistieke wereld. En

daarnaast ook alle journalisten die onze enquête invulden en die ongeweten en

misschien ongewild deel uitmaakten van ons exploratief onderzoek. Daarnaast

uiteraard ook alle journalisten die het belang van Twitter in hun beroep begrijpen en

dus de basis van dit onderzoek vormen.

Philippe Borremans (@HoratioNelson) voor de suggestie om surveygizmo.com te

gebruiken om onze online enquête af te nemen. Dit is een heel handige ‘tool’

gebleken, die bovendien gratis was, die ons een heel eind op weg heeft gezet bij ons

kwantitatief onderzoek.

En uiteraard ook iedereen die op Twitter – maar ook daarbuiten – bemoedigende

woorden sprak, interesse toonde voor ons onderzoek en (soms zelfs zonder het te

weten) meehielp aan deze masterproef door interessante links te sturen en handige

opmerkingen te maken.

Page 6: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

6

Inhoudstafel

EEN ONDERZOEK NAAR HET GEBRUIK VAN TWITTER DOOR VLAAMSE

JOURNALISTEN: 1

EXPLORATIEF ONDERZOEK & ONLINE ENQUÊTE. 1

Abstract 2

Persbericht 3 Vlaamse journalisten in Twitterland: a match made in heaven? 3

Dankwoord 5

Inhoudstafel 6 Maatschappelijke relevantie 8 Wetenschappelijke relevantie 9

Literatuurstudie 10 Inleiding 10

Wat is Twitter? 10 Gebruikers 11 Kritiek 14

Probleemstelling & uitgangspunt 17 Sociale media en hun impact op ons dagelijks leven 19 Journalistiek in de 21e eeuw: veranderingen ten gevolge van de digitale

kennismaatschappij 21 Facebook en Twitter en hun journalistieke waarde 24 Onderzoek naar het gebruik van sociale media/Twitter bij journalisten 27

Empirie 37 Inleiding 37 Onderzoeksdesign & methode 37 Steekproef 38 Exploratief onderzoek 39

Inleiding 39 Procedure 39 Onderzoeksvragen en opzet 39 Resultaten 41 Conclusies exploratief onderzoek 47

Online enquête 49

Page 7: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

7

Inleiding 49 Procedure 49 Onderzoeksvragen en opzet 50 Resultaten 50 Conclusies online enquête 70

Conclusies 72 Beperkingen 72 Algemene conclusies uit het empirisch onderzoek 75 Hoe ziet de journalistieke wereld in België er de komende jaren uit? 76 Aanbevelingen voor verder onderzoek 79

Bibliografie 80

Bijlagen 86 Resultaten kwalitatief onderzoek 86 Lijst van Vlaamse journalisten op Twitter 86 Interview Pol Deltour 93 Online enquête: vragen 96 Online enquête: resultaten 106 Interview Ivan De Vadder (De Zevende Dag – VRT) 152 Interview Lisbeth Imbo (De Ochtend – Radio 1, VRT) 154 Interview Patrick Van Gompel (Het Nieuws – VTM) 156 Interview Bart Eeckhout (De Morgen) 157

Aantal woorden (uitgezonderd bijlagen): 22.060

Aantal woorden (bijlagen inbegrepen): 31.757

Aantal pagina’s (uitgezonderd bijlagen): 85

Aantal pagina’s (bijlagen inbegrepen): 157

Page 8: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

8

Waarom dit onderzoek?

Maatschappelijke relevantie

Twitter is een sociale netwerksite die opgericht werd in oktober 2006. Het startte

aanvankelijk als een onderzoeksproject binnen het Amerikaanse bedrijf Odeo.

Sindsdien is de opmars van de site niet meer te stuiten. De hele wereld is in de ban

van Twitter. Heel wat ‘celebrities’ hebben mee gezorgd voor die enorme populariteit.

Het fenomeen is intussen ook in Europa ingeburgerd. Heel wat belangrijke

prominenten vinden meer en meer de weg naar Twitter. Dit is ook het geval in de

media en de journalistiek. Heel wat (grote) kranten , televisie- en radiostations hebben

een account op Twitter. In deze moderne tijd is dit ook belangrijk want we leven nu

eenmaal in een digitaal tijdperk. Het is belangrijk dat de media interactief

communiceren met hun luisteraars of lezers. Een treffende voorbeeld van het belang

van interactiviteit wordt aangegeven in een artikel op de site Poynter, gespecialiseerd

in de journalistiek (Sonderman, 2011, 24 mei). In dat artikel wordt uitgelegd waarom

de gerenommeerde krant The New York Times zijn Twitteraccount (@nytimes)

‘bemand’ – voorheen was de account enkel een automatische feed van artikels die

online verschijnen (‘the normal cyborg approach’), dit is ook het geval bij alle grote

Belgische media aanwezig op Twitter (bijvoorbeeld: De Tijd, De Morgen, De

Redactie – VRT). Er wordt met andere woorden geopteerd om echte redacteurs te

laten tweeten én om hen te laten reageren op reacties van lezers en Twitteraars, ze

geloven erin dat die ‘interactive approach will be more effective’. Uit eerdere

experimenten – want zo noemt de krant het – , onder andere bij The Wall Street

Journal, blijkt dat deze aanpak het inderdaad beter doet: ‘what we’ve seen by

measuring it closely, is that human-powered feeds do much, much better than

automated ones, by any relevant metric’. Deze bevinding kan al een eerste les zijn

voor Vlaamse media en journalisten (cfr. infra).

Het medium Twitter heeft dus redelijk wat voordelen te bieden (en niet enkel aan de

journalistiek). Het is een bron van nieuws (of kan er één zijn/worden), hoe meer

mensen je volgt, hoe meer je kan te weten komen wat er in de wereld gebeurt. We

zien ook meer en meer dat kranten en televisiestations hun nieuws van Twitter halen.

Kranten als De Morgen en Metro publiceren ‘tweets’ in hun kranten.

Page 9: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

9

Twitter is ook snel, want je kan het op ieder moment van de dag raadplegen en er een

bericht van 140 tekens op posten. Deze eigenschap is vooral een voordeel voor

journalisten. Die hebben bijna altijd een laptop of smartphone bij dus wanneer ze

belangrijk nieuws willen naar buiten brengen, kunnen ze dit gemakkelijk doen via

Twitter. Het gebeurt dan ook vaak dat journalisten scoops via Twitter op de wereld

loslaten. Journalisten gebruiken Twitter ook vaak als nieuwsbron. Wanneer er ergens

ter wereld een grote ramp gebeurt, zijn er heel vaak mensen die over die ramp

rapporteren via Twitter (dit is een soort van burgerjournalistiek). Dit kan handig zijn

voor journalisten als ze verschillende invalshoeken nodig hebben voor de

nieuwsberichtgeving.

Via Twitter kunnen journalisten ook met collega’s communiceren . Wij willen in deze

masterproef onderzoeken in welke mate Twitter is ingeburgerd onder journalisten en

of deze er al voldoende gebruik van maken. We willen bovendien te weten komen of

het voor hen een belangrijk medium is voor hun job.

Wij willen op voorgaande vragen een antwoord krijgen door zowel een kwantitatieve

bevraging te doen naar hun gebruik van Twitter alsook een kwalitatieve

inhoudsanalyse van de tweets door deze journalisten te maken.

Wetenschappelijke relevantie

In onze wetenschappelijke analyse willen we vooral onontgonnen gebied aanpakken.

In ons land is er nog zogoed als geen wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het

gebruik van Twitter. Laat staan het gebruik van Twitter door journalisten. In de VS

daarentegen, daar zijn er al verschillende studies gepubliceerd over Twitter. Wij

willen vooral deze studies analyseren en kijken of Twitter daar al meer als een

volwaardig medium wordt beschouwd en welke rol Twitter speelt in de maatschappij.

Dan willen we natuurlijk kijken hoe de situatie in ons land is. Want journalisten

kunnen (volgens ons) in de toekomst een voortrekkersrol spelen om Twitter meer en

meer te laten inburgeren in de media.

Het onderzoek dat Quadrant Communications (De Graeve, 2009 & 2010) reeds

uitvoerde, vormt een goede basis voor ons onderzoek. In 2009 luidde het nog ‘

Belgische journalist loopt niet warm voor social media’, maar dit was in 2010 al

gekeerd naar ‘Gebruik van social media bij Belgische journalisten voorbije jaar

verdubbeld’. Enkel deze trend was voor ons al een drijfveer om een wetenschappelijk

onderbouwde studie aan dit onderwerp te wijden.

Page 10: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

10

Literatuurstudie

Inleiding Wanneer we er de actualiteit op naslaan is het duidelijk: sociale media zijn overal.

Facebook, Twitter, het pas gelanceerde GooglePlus, ... we worden er bijna dagelijks

via verschillende kanalen mee geconfronteerd. Wij focussen in deze paper in het

bijzonder op Twitter, een zogeheten microblog – al vinden velen deze term al

achterhaald. De makers omschrijven het als ‘social networking and microblogging

service utilising instant messaging, SMS or a web interface’ (Twitter, 2011). Maar

wat is Twitter nu precies en hoe werkt het?

Wat is Twitter?

Twitter is een sociale netwerksite die we velen een microblog beschrijven. Onder een

sociale netwerksite (of sociaal medium) verstaan we het volgende: ‘social media, the

term commonly referring to blogs and social network sites online, haven been

heralded as ushering in a change allowing worldwide, networked communications

instantaneous. Such media describe the online practices that utilize technology and

enable people to share content, opinions, experiences, insights and media themselves’

(Lariscy, Avery, Sweetser and Howes, 2009).

Het medium werd in 2006 opgericht door de Amerikaanse softwareontwikkelaars

Jack Dorsey, Biz Stone en Evan Williams. Het startte als een onderzoeksproject

binnen het Amerikaanse bedrijf Odeo, maar ondertussen is het in een korte tijd

uitgegroeid tot een wereldwijd medium. Twitter laat zijn gebruikers toe om in 140

lettertekens om het even welke informatie te delen met de buitenwereld. Op de

‘about’-pagina van Twitter.com wordt Twitter beschreven als een ‘real-time

information network powered by people all around the world that lets you share and

discover what’s happening now’ (Twitter, 2011).

In de masterproef van Annelies Boddez (2010) vonden we de volgende bevinding:

‘Twitter is een netwerk dat de uitwisseling van digitale boodschappen, met

een maximale lengte van 140 lettertekens, toelaat in real time. Er komt dus

geen moderatie of uitstel aan te pas en dat is een belangrijke eigenschap,

omdat informatie daardoor zeer snel verspreid kan worden via het netwerk.

Door de real time publicatie volgen de boodschappen elkaar in chronologische

Page 11: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

11

volgorde op. Ze worden dus niet gewogen volgens populariteit of andere

criteria.’

Iedereen kan gratis, en heel gemakkelijk, een account aanmaken met bijhorende

accountnaam. Vervolgens kan iedere gebruiker zijn account personaliseren met een

korte biografie, zo zien andere gebruikers een korte omschrijving van de persoon

achter de account. Iedere account maakt ook gebruik van een profielfoto. Wanneer dit

allemaal achter de rug is, kan de gebruiker boodschappen de wereld insturen onder de

vorm van ‘tweets’, zo worden twitterberichten in het algemeen genoemd. Wat men

juist uitdrukt in 140 tekens, daar is de gebruiker volledig vrij in. Aanvankelijk vroeg

Twitter naar ‘What are you doing?’, zodat Twitter in het begin vooral een opsomming

van statusupdates was. Ondertussen is de hoofdvraag vooral ‘What’s happening?’.

Om deel uit te maken van de Twittergemeenschap is het belangrijk om naast het

posten van tweets, ook het eigen netwerk uit te breiden naar keuze. Daarmee wordt

bedoeld dat de gebruiker kiest welke accounts hij wil volgen. Als een gebruiker

iemand volgt op Twitter, kiest die er consequent voor dat alle tweets van die account

in zijn time line verschijnen. Deze time line is een verzameling van alle tweets van de

accounts die gevolgd worden door de gebruiker. De Twittergebruiker kan op zijn

beurt door andere account gevolgd worden.

Een Twittergebruiker kan bij het aanmaken van zijn profiel ervoor kiezen om een

publiek of een gesloten profiel te hebben. Wanneer iemand kiest voor een publiek

profiel (wat bij de meeste accounts het geval is), kunnen ook mensen zonder account

de tweets van de gebruiker bekijken. Dit is een opmerkelijk verschil met die andere

grote sociale netwerksite Facebook. Daar kan je, door de nieuwe privacy-instellingen,

meestal enkel iemand zijn profiel bekijken als die positief heeft gereageerd op een

vriendschapsverzoek. Deze eigenschap zorgt ervoor dat Twitter een grote bron aan

informatie is voor iedereen die het wenst te gebruiken/raadplegen. Twitter heeft dus

een zeer open karakter.

Gebruikers

Sinds de oprichting in 2006, heeft Twitter al een lange weg afgelegd op het vlak van

populariteit. Hoeveel gebruikers er juist gebruik maken van de microblogsite, is

moeilijk te schatten. Er duiken geregeld tegenstrijdige berichten op. Op een

persconferentie in april 2010 bevestigde het team van Twitter officieel dat ongeveer

Page 12: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

12

105 miljoen gebruikers zich toen reeds hadden geregistreerd. Dagelijks zouden daar

volgens hen nog 300 000 nieuwe profielen bijkomen.

Volgens een artikel op Businessinsider.com (Carlson, 2011, 31 maart) zijn er minder

gebruikers dan dat Twitter ons wil doen geloven. Op de ‘about’-pagina staat te lezen

dat Twitter ondertussen 175 miljoen geregistreerde gebruikers heeft. Maar de vraag is

of al deze accounts wel actief gebruik maken van Twitter?

Facebook liet al weten dat hun site maandelijks door 600 miljoen mensen wordt

bezocht. De helft daarvan bezoekt de site zelfs iedere dag. Twitter geeft daarvan geen

cijfers.

Het artikel kreeg na onderzoek inzicht in de API (Application Programming Interface,

een verzameling definities waarbinnen computerprogramma's met elkaar

communiceren) van Twitter. Daarbij werd vooral gekeken naar de

followers/following-statistieken. Daaruit bleek dat 119 miljoen accounts één of meer

andere accounts volgen. Ook zijn er 85 miljoen accounts met één of meer volgers. Als

we deze cijfers vergelijken met de 175 miljoen accounts die Twitter zelf claimt, blijkt

dat er 56 miljoen gebruikers nul accounts volgen en dat er 90 miljoen Twitteraccounts

zijn zonder volgers.

Maar met deze informatie hebben we nog altijd geen antwoord op de vraag hoeveel

actieve accounts er zijn op Twitter. Laten we stellen dat een actieve Twittergebruiker

10 accounts volgt. Hoeveel zijn er dan precies? De API-data toont aan dat er 56

miljoen gebruikers 8 of meer accounts volgen. 38 miljoen volgen 16 accounts of meer

en slechts 12 miljoen gebruikers volgen meer dan 64 accounts.

Page 13: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

13

Het is dus vooralsnog moeilijk in te schatten hoe groot het bereik van Twitter juist is.

Ook omdat er ook heel wat niet-geregistreerde gebruikers zijn die de Twittersite

bezoeken.

De onderzoeksorganisatie Pew Internet & American Life Project schreef een rapport

over de Amerikaanse gebruikers van Twitter. Lenhart en Fox (2009, pp.3-9, uit

Boddez, 2010) constateren dat twittergebruikers een groep vormen die zich

interesseert voor mobiele media. Meerbepaald gaan deze mensen meer dan gemiddeld

online met hun gsm. Die gsm gebruiken ze ook opmerkelijk vaker om sms’en te

verzenden. Hun nieuws en informatie consumeren ze tevens vaak via hun gsm. De

vaststelling dat gebruikers van social network services over het algemeens ook graag

informatie delen met anderen gaat ook op voor twittergebruikers. ‘For many Twitter

users, learning about and sharing relevant and recent nuggets of information is a

primary utility of the service.’

Aanhangers van Twitter wijzen er op hoe waardevol het sociale netwerk kan zijn. Zo

wordt vaak verwezen naar de voorbeelden van hoe twittergebruikers sneller op de

hoogte waren van nieuwsverhalen dan de klassieke media (Leonard, 2009 uit Boddez,

2010). Op de website van Twitter staat een relativerende, doch positieve boodschap.

Page 14: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

14

Twitter kan zijn gebruikers geïnformeerd houden over wat hen interesseert en kan hen

allerlei waardevoldde informatie laten ontdekken. Soms draagt Twitter breaking news

aan, soms slechts nieuws over plaatselijke gebeurtenissen.

Kritiek

Twitter heeft natuurlijk ook tegenstanders. Critici van het communicatiekanaal

hebben te kennen gegeven dat Twitter vooral een verzameling is van nutteloze

berichten over welke boeken men graag leest of over wat iemand aan het eten is.

Er komt ook heel wat kritiek op het feit dat er veel ruis zit tussen de nieuwsberichten.

Daarmee willen critici vooral bedoelen dat er wel degelijk nieuwsberichten te vinden

zijn op Twitter, maar evengoed duizenden nutteloze berichten.

Twitterterminologie

De komst van Twitter zorgde niet alleen voor een nieuw sociaal medium, het bracht

ook een heel nieuw jargon met zich mee. Diegenen die niet vertrouwd zijn met het

medium, snappen waarschijnlijk niet waar twitteraars onder elkaar over bezig zijn.

Laten we het jargon eens onder de loep nemen.

Twitter heeft ervoor gezorgd dat er heel wat nieuwe woorden in de samenleving

opduiken. Vaak worden deze woorden voorafgegaan door het prefix “tw-“. Mensen

die gebruik maken van Twitter worden vaak Tweople, tweeps, twitteraars, tweets,

tweethearts, ... genoemd.

De berichten die deze mensen lanceren op Twitter worden tweets genoemd. Wanneer

deze persoon ook de tweets van andere accounts volgt, dan followt hij deze accounts.

Deze tweets verschijnen dan dagelijks in zijn timeline. Deze timeline is een

verzameling van alle andere twitteraars die deze persoon volgt. Wanneer een

gebruikers gevolgd wordt door andere account, dan heeft hij followers. Wanneer een

persoon niet meer geïnteresseerd is in een bepaalde account, kan die op ieder moment

unfollowen.

Wanneer een gebruiker contact wil leggen met een andere account, dan kan dit op

twee manieren. Met kan iemand rechtstreeks aanspreken door de twitternaam

voorafgegaan door een “@”-teken in het bericht te plaatsen. Dit bericht kan de andere

persoon dan lezen in zijn mentions. Dat is een kolom waar iedere account de berichten

Page 15: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

15

kan lezen waarin hij vermeldt is geweest door andere personen. Men kan een andere

account ook een privé-bericht sturen, een Direct Message (vaak afgekort door DM)

genaamd. Dit bericht is niet openbaar en kan enkel gestuurd worden naar een andere

persoon als hij/zij jouw account volgt.

Wanneer een gebruiker van Twitter in zijn timeline een interessante tweet leest, kan

hij die verspreiden onder zijn followers door het bericht te retweeten (vaak afgekort

door RT). De naam van de persoon die het originele bericht plaatste blijft erbij staan

maar jouw followers kunnen zien het door jou geretweet is. Vaak gaat het om een

quote, een link naar een webpagina, een oproep. Bij dat laatste wordt dan vaak

gevraagd om het bericht zoveel mogelijk te retweeten. Meestal schrijft men dan

“RT=nice”. Volgens Kwak, Lee, Park en Moon (2009) bereikt een retweet minstens

1000 Twittergebruikers, zonder dat het uitmaakt hoeveel followers de persoon heeft

die het bericht retweet. Een retweet wordt als snel door andere followers geretweet.

Dat zorgt voor een snelle verspreiding van de informatie na de eerste retweet.

Op Twitter zijn er ook heel wat accounts die niet actief zijn. Deze personen worden

lurkers genoemd. Een lurker is iemand die de tweets van andere personen volgt maar

zelf nooit een tweet post.

Tenslotte kunnen tweets worden opgewaardeerd met een hashtag, dit gebeurt door het

“#”-teken. Met een hashtag kunnen personen een tweet labellen. Meestal verwijzen

deze hashtags naar evenementen of onderwerpen die actueel zijn. Men kan ook om

het even welk woord of uitspraak als hashtag gebruiken. Wanneer men dan op deze

hashtag klikt, komt men automatisch op een twitterfeed. Dat is een pagina waar alle

andere tweets met dezelfde hashtag verschijnen. Ook discussies tussen twitteraars

kunnen makkelijker op gang komen dankzij het gebruik van een hashtag (Eliot, 2009,

uit Boddez, 2010).

Twitter zorgt er ook voor dat twitteraars evenementen organiseren waar deze

personen samenkomen om elkaar te ontmoeten. Zo’n evenement wordt een Twunch

genoemd. Zo’n Twunch kan door om het even wie worden georganiseerd. Meestal

maken deze personen dan reclame op Twitter voor hun bijeenkomst. Een bekend

voorbeeld daarvan is de TwunchQ van Minister Vincent Van Quickenborne. Als

fervente twitteraar kan hij natuurlijk niet achterblijven.

Page 16: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

16

Als we de terminologie bekijken, kunnen we besluiten dat de Twittergemeenschap

een snelgroeiende groep is in onze samenleving, die vasthoudt aan zijn eigen jargon

en openstaat voor nieuwe dingen (bijvoorbeeld een Twunch). Twitter heeft dus heel

wat potentieel, als het juist gebruikt wordt.

Waarom Twitter?

In deze steeds meer gedigitaliseerde maatschappij duiken er steeds meer en meer

sociale netwerksites op. Facebook is nog steeds de grootste die er te vinden is. Dus

lijkt het ook logisch dat er onderzoek naar wordt gedaan. Wij kozen bewust omdat

niet te doen. Waarom wij precies voor Twitter kozen als onderzoeksonderwerp en niet

voor Facebook, willen we duidelijk maken in de volgende paragrafen.

Facebook is volgens ons meer geschikt voor persoonlijk gebruik (vakantiekiekjes en

dergelijke, anderen beschouwen het als vreemd als er geen foto’s op jouw profiel

staan, bij Twitter kijkt niemand hier van op) terwijl je op Twitter weinig van je

persoonlijkheid hoeft te laten zien, maar wel actief kan zijn. Mini-case ter illustratie:

Tim Vander Mensbrugghe post vaker en sneller zijn artikels voor Apache.be op zijn

Twitter dan op z’n Facebook. Hieruit leiden we af dat Twitter voor hem (een

onderzoeksjournalist) een relevanter medium is.

Twitter heeft zijn waarde als nieuwsmedium al meerdere keren bewezen. Een

voorbeeld uit ons land: de eerste foto’s van de treinramp in Buizingen verschenen op

Twitter en bijgevolg kon een groot publiek meteen de ernst van de zaak inschatten.

Een ander internationaal voorbeeld is de opkoop van Twitter-accounts door grote

nieuwsbedrijven (Breaking News Online van Michaël Van Poppel werd bijvoorbeeld

opgekocht door MSNBC). Nog een ander voorbeeld is het feit dat sinds dit jaar

Google tweets in de zoekresultaten weergeeft. Op Facebook kan nieuws onmogelijk

zo snel verspreid worden als op Twitter, retweeten is een fluitje van een cent en je kan

zoeken op woorden in de zoekrobot van Twitter. Bij Facebook is dit niet mogelijk: je

kan niet zoeken in statussen van mensen op Facebook of zelfs je vrienden op

Facebook. Bij Twitter moet je ook niet bevriend zijn met iemand om die persoon zijn

profiel te zien (tenzij zijn profiel als beschermd staat ingesteld, dit is bij een miniem

aantal accounts het geval). Je kan bijvoorbeeld gewoon een naam intypen in de

zoekrobot en het gehele profiel van die persoon met alle tweets van hem of haar

Page 17: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

17

onmiddellijk bekijken. Tenslotte bevordert het feit dat men op Twitter met hashtags

werkt de snelle verspreiding van nieuwsfeiten.

Op Twitter hoef je geen vriend te zijn om iemands tweets te lezen, je hoeft de persoon

niet te kennen en je hoeft hem enkel volgen. Zelfs als je dit niet doet kan je door

retweets of zoekacties gemakkelijk iedereen zijn posts lezen. Op Twitter kan je

dingen zetten (links en foto’s delen) zonder dat je eigen persoon erin vervat zit, het

hoeft met andere woorden niet over jezelf te gaan, terwijl dit op Facebook meer het

geval is (zit dichter op je huid). Op Facebook moet je wel bevriend om berichten van

iemand te volgen, zeker nu met de nieuwe privacyinstellingen (daarbij komt ook nog

eens dat op Facebook je ook kan instellen dat niemand je kan vinden via Google of de

zoekrobot op Facebook. Op Twitter kan je iedereen vinden, als je de juiste naam

ingeeft. Dit had zeker een belemmering geweest van ons onderzoek en daarom kozen

we ervoor om in onze exploratieve analyse ons te concentreren op Twitter.

Tenslotte kozen we voor Twitter om onze focus erbij te houden. We hebben

gedurende de maanden februari en maart de tweets van 172 journalisten geanalyseerd.

We achtten het onmogelijk dat deze journalisten ons ook allemaal op Facebook

zouden geaccepteerd hebben om mee te werken aan het onderzoek. Dat had zeker een

belemmering geweest. De keuze voor Twitter heeft ons niet belemmeringen

opgeleverd.

Probleemstelling & uitgangspunt De digitale revolutie die we het laatste decennium hebben meegemaakt en waar we

ons nog steeds in bevinden, heeft belangrijke verschuivingen in onze maatschappij

veroorzaakt, alle geledingen zijn erdoor beïnvloedt. Dit geldt dus uiteraard ook voor

de mediawereld en in het bijzonder de journalistiek. Onderstaande afbeelding

(Demarez & Dejonghe, 2009) toont de dynamiek die een veranderende maatschappij

door de digitale revolutie ondergaat.

Page 18: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

18

We zien ondermeer dat de digitalisering voor verschillende uitdagingen zorgt. De

consument wordt erdoor overdonderd en wordt daardoor weer veeleisender, maar ook

de sociale netwerken worden als een uitdaging beschouwd. Met deze evoluties

indachtig formuleren wij hier onze probleemstelling. De veranderde ICT-omgeving

zorgde en zorgt ervoor dat de journalistieke wereld aan heel wat verandering

onderhevig is. Met sociale media en een consument die nieuws veel sneller en veel

correcter wil met de journalist zelf wel mee evolueren. We zien in de actualiteit steeds

meer berichten op duiken dat journalisten zich meer en meer tot sociale media

(moeten) wenden. Krantenartikels met koppen als ‘Journalisten moeten nieuwe

kunstjes leren’ (De Standaard Online, 2010, 10 december) en ‘Why Twitter matters

for media organisations’ (Rusbridger, 2010, 19 november) doen beseffen dat de

journalistiek een geheel nieuwe richting aan het inslaan is: die van de integratie van

sociale media in hun beroepswereld. Deze masterproef stelt daarom ook volgende

probleemstelling voorop: zijn Vlaamse journalisten reeds ingeburgerd in sociale

media, gebruiken ze die en zoja, gebruiken ze die voor professionele redenen? Wij

Page 19: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

19

proberen aan de hand van 2 onderzoeken (cfr. infra) deze probleemstelling te

beantwoorden en een toekomstbeeld te schetsen voor de Vlaamse journalistiek.

Sociale media en hun impact op ons dagelijks leven

Sinds de opkomst van de verschillende social media is hun opmars nauwelijks te

stuiten. Facebook, My Space, Twitter, Tumblr, ... zijn alomtegenwoordig in onze

maatschappij. Bovendien zorgt de opmars van smart phones en tablets ervoor dat we

deze social media altijd en overal kunnen bekijken.

Legrand (2011) beschrijft in een recent artikel de invloed van Facebook, Twitter en de

Ipad op onze dagelijkse bezigheden. ‘Twitter, Facebook en tabletcomputers staan

voor iets veel fundamentelers: een voortdurende, alomtegenwoordige verbondenheid

met onlinedatabanken en netwerken, waarbij u teksten, beelden, geluid en video’s

uitwisselt met de hele wereld. Of u het wilt of niet, u leeft voortaan in een heel

ecosysteem van sociale media: blogs, netwerken, forums, diensten om muziek,

presentaties en video’s te delen.’

Zijn deze sociale media dan echt alomtegenwoordig? Met Facebook gaat het

inderdaad die richting uit. Het begon als een online netwerk waar alle Harvard-

studenten zich bij konden aansluiten, vervolgens werden dat zowat alle studenten ter

wereld, vervolgens de twenty somethings en sinds dit jaar hebben mensen van alle

leeftijden, rangen en standen de weg naar Facebook gevonden. Met Twitter staat het

nog niet zo ver maar het netwerk groeit snel, volgens Legrand. Niet alleen de

(doorgaans) jeugdige fans van Justin Bieber, maar ook professionelen willen hun ei

kwijt in berichtjes van 140 karakters.

Volgens het Amerikaanse onderzoeksbureau Forrester Research, gebruikten in het

tweede kwartaal van 2008 75 procent van de internetsurfers Social Media door zich

aan te sluiten bij sociale netwerksites, blogs te schrijven of door reviews te geven op

online winkels. Dit is een groei van 57 procent in vergelijking met 2007. Deze groei is

niet enkel te vinden bij tieners, ook leden van Generatie X (nu 35-44 jaar oud) waren

actief aanwezig. Het is daarom ook toegelaten te concluderen dat sociale media een

Page 20: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

20

revolutionaire trend voorstelt die veel onlinebedrijven zou moeten interesseren

(Kaplan, Haenlein, 2009).

Deze revolutie in onze maatschappij zorgt er ook voor dat doorgaans onaantastbare

geachte bedrijven zich stilaan zorgen moeten beginnen maken. ‘Google waande zich

onklopbaar in het zoeken op het net. Maar tegenwoordig willen we vooral weten waar

nu, op dit eigenste moment, de conversatie over gaat, en dan is zoeken op Twitter

voor een snel toenemend aantal onderwerpen relevanter (Legrand, 2011).

‘Historically, companies were able to control the information available about them

through strategically placed press announcements and good public relations

managers. Today, however, firms have been increasingly relegated to the sidelines as

mere observers, having neither the knowledge nor the chance to alter publicly posted

comments provided by their customers (Kaplan, Haenlein, 2009).’ In tegenstelling tot

vroeger kan de consument via verschillende netwerken zijn ongenoegen uiten over

een bedrijf. Men kan berichten en video’s razendsnel verspreiden via Facebook en

Twitter. Denken we daarbij maar aan de vele tweets die het voorbije jaar de

wantoestanden (vertragingen, stakingen, incidenten) bij de NMBS aanklaagden. Dit

kan al snel voor heel wat imagoschade zorgen.

Maar niet alleen bedrijven moeten opletten voor de opkomst van sociale media, ook

journalisten bezinnen zich beter over hun taak. Volgens Legrand waren die

journalisten ooit de onmisbare tussenschakel om de opinies van experts bij het

publiek te brengen. Tegenwoordig richten die experts zich rechtstreeks tot dat publiek

via blogs, Facebook en Twitter. Mensen zien de wereld voortaan door de ogen van

hun netwerk, niet door die van een of andere redactie.

En dat netwerk is dankzij de smart phones en tablets altijd dichtbij. ‘De tijd dat

internet in huis beperkt was tot een hoekje van uw bureau lijkt al een eeuwigheid

geleden. Draadloos breedband is de norm geworden, en waar u vroeger nog een

laptop naar de sofa moest zeulen, volstaat het nu om uw tabletscherm ter hand te

nemen’ (Legrand, 2011).

Page 21: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

21

We kunnen dus besluiten dat sociale media een grote impact hebben op onze

samenleving. Als steeds meer mensen deel uitmaken van de digitale maatschappij

moeten grote bedrijven daarop inspelen. Laten we daarbij ook de grote

mediabedrijven niet vergeten. Sociale media zorgen voor een vernieuwing in het

medialandschap en deze bedrijven moeten zorgen dat ze mee zijn met deze trend.

Daarom zien we ook in Vlaanderen dat grote mediabedrijven zoals de VRT, VMMa,

SBS Belgium wel degelijk sociale media omarmen. Ze zijn vertegenwoordigd op

Facebook, hebben een Twitteraccount en integreren interactie met het publiek in hun

programma’s. Bijvoorbeeld, bij de aankondiging van veel VRT-programma’s wordt

gevraagd om de discussie aan te gaan op Twitter tijdens het programma. Bij die

aankondiging wordt ook de officiële hashtag van het programma meegegeven. VTM

en VRT hebben ook accounts op Twitter waar ze reclame maken voor de

nieuwsartikels op hun site met de link erbij. Dit zorgt er ook voor dat steeds meer

journalisten de weg vinden naar Twitter en andere sociale media. Dit kan de digitale

gemeenschap, steeds op zoek naar nieuws, alleen maar ten goede komen.

Journalistiek in de 21e eeuw: veranderingen ten gevolge van de digitale

kennismaatschappij

Buijs (2008, p. 105) omschrijft in zijn boek ‘Journalistieke kwaliteit in het

crossmediale tijdperk’ de problematiek waarmee de journalistiek vandaag

geconfronteerd wordt. ‘Internet is niet meer weg te denken in de journalistiek. Het

maakte nieuwe en veel snellere manieren van informatiegaring mogelijk. Archieven

en databanken zijn van grote afstand te raadplegen, experts zijn wereldwijd te traceren

en via e-mail gaat de correspondentie met informanten razendsnel. Er staat tegenover

dat de herkomst en betrouwbaarheid van informatie op het web vaak moeilijk te

achterhalen is. Die grenzeloze informatierijkdom schept daardoor tegelijkertijd een

druk om voortdurend in de gaten te houden of informatie bruikbaar is en hoe die

gecontroleerd zou kunnen worden. En dat terwijl het steeds belangrijker is om nieuws

zonder dralen te publiceren, omdat anders de concurrentie ermee aan de haal gaat. Het

controleren van feiten en het toepassen van wederhoor komen erdoor in het gedrang.

De informatieschat die snel en eenvoudig via de computer op het bureau van de

journalist belandt, kan ook ten koste gaan van de noodzaak om zelf op pad te gaan om

nieuws te zoeken en gebeurtenissen te verslaan.’ Ook Van der Linden (2010, p. 2)

Page 22: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

22

omschrijft de situatie op deze manier in zijn eindproject: ‘Er vindt een ontwikkeling

plaats van een nieuw soort journalist. Iedereen kan aan nieuwsgaring doen en het

nieuws direct verspreiden. [...] Het grote gevaar is echter dat iedereen zomaar dingen

online kan plaatsen en dat nieuws zeer snel wordt opgepikt.’ De veranderingen die de

digitale revolutie heeft teweeg gebracht in de journalistiek wereld hebben zowel voor-

en nadelen. Tsui (2009, p. 53) analyseert de situatie als volgt: ‘while journalism seems

to benefit from technological developments in news gathering (digital and smaller

cameras, digital voice recorders, convergent technology), distribution (the internet,

satellite), and exhibition (the world wide web, colour print, mobile phones), there is

also a sense that technology is responsible, partially or wholly, for a devaluation of

journalistic standards – amateur bloggers who do not adhere to practices of fat-

checking, deadlines that become shorter or even continuous because the internet is

“always on”, sloppier writing, and more inaccuracies.’ Digitalisering kan dus wel

degelijk een bedreiging vormen voor de journalistiek, volgens sommigen.

Uiteraard is ook de nieuwsconsument veranderd (zie ook: Hermida, 2010, p. 303), de

volgende quote van Bart De Waele (@netlash, een populaire twitteraar) op zijn blog

geeft de nieuwe mentaliteit van de lezer/kijker goed weer, volgens ons. ‘Tijdens de

week verwacht ik factueel , up-to-date, snel nieuws. Just the facts. Verdieping en

duiding, dat is voor tijdens het weekend, als ik daar de tijd voor neem. Die feiten

verwacht ik real-time. Als er nu iets gebeurt, wil ik dat nu weten. Niet morgen’ (uit

Van der Linden, 2010, p. 4). De snelheid van het nieuws in de 21e eeuw en de daarbij

horende fouten die kunnen gemaakt worden, lijken hierdoor haast onvermijdelijk.

De ‘revolutie’ in de journalistiek viel samen met het begin van de jaren 2000. ‘Enkele

jaren geleden leek het wel alsof de klassieke media en hun journalisten op een

zijspoor werden gezet, bloggers en burgerjournalisten namen hun taak over’

(Deckmyn, 2010, 10 december). Vandaag de dag blijkt dat klassieke media niet

verdrongen zijn, de nieuwe en oude vormen zijn complementair aan elkaar geworden.

De media zitten volgens Flip Voets, secretaris van de Raad voor de Journalistiek, nog

in een leerproces. Volgens hem zullen internet en de laatste nieuwe media er niet voor

zorgen dat de klassieke media verdwijnen, maar dat de berichtgeving correcter zal

worden (Haegeman, 2010 in Van der Linden, 2010, p. 2). Dat de nieuwe

mediavormen voor verandering zullen blijven zorgen blijkt ook uit het feit dat er bij

vele mediabedrijven convergentie is opgetreden en dat de ‘concurrerende’ bedrijven

Page 23: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

23

daar niet altijd even blij mee zijn. Zo zijn dagbladuitgevers allesbehalve opgetogen

over de trend waarbij we meer en meer zien dat de openbare omroepen een

goeduitgebouwde nieuwssite met video en audio gratis aanbieden, terwijl bezoekers

van sites van kranten moeten betalen voor dezelfde content (Soete, 2010, 5 maart).

Het laatste woord is in de vele discussie die hier rond leven nog niet gezegd.

De journalist moet in de 21e eeuw ook een duizendpoot zijn. Hij doet de research,

gaat op pad, moet soms zelf monteren, ... Hij moet nu van alle markten thuis zijn

(Buijs, 2008, p. 111), al blijkt dat dit niet altijd positief is (cfr. infra). Een grote druk

die vroeger minder aanwezig was, zo blijkt uit een studie van de Britse universiteit

van Cardiff. Die toonde aan dat journalisten steeds meer nieuws moeten produceren

in minder tijd. Met een ongeveer gelijk aantal, moeten Britse journalisten nu drie maal

zoveel nieuws produceren als 20 jaar geleden. Uit het onderzoek blijkt verder hoe dit

onvermijdelijk leidt to een grotere afhankelijkheid van ready-made nieuws’ (Van

Leuven & Bourgeois, 2010). Dit zou zich kunnen veruitwendigen door een toevlucht

naar sociale media, waar vaak nieuws (kant en klaar) wordt aangegeven door

burgerjournalisten, maar vooralsnog is dit nog niet het geval (cfr. infra). Een terechte

opmerking hier omtrent: ‘journalisten hebben een haat-liefdeverhouding met het

internet: het zorgt voor problemen, maar ze kunnen tegelijkertijd niet meer zonder’

(Buijs, 2008, p. 105). Deze quote toont nogmaals de dubbelzinnige situatie aan waarin

journalisten zich bevinden de dag van vandaag. Het monopolie van de professionele

journalist is verdwenen, maar hij blijft nodig als hij iets doet wat het publiek niet kan,

volgens Michaël Opgenhaffen, docent media en journalistiek aan de Lessius

Hogeschool in Antwerpen (De Standaard Online, 2011, 10 juni). Daarom, besluit hij,

dat een journalist zich vandaag moet kunnen onderscheiden, bijvoorbeeld door zich

als expert te profileren. En je moet tijd krijgen om te werken, want precies aan tijd om

iets grondigs uit te spitten ontbreekt het de gewone internetgebruiker.

Een andere paradox die het nieuwe millennium met zich mee heeft gebracht is de

volgende: ‘er wordt minder aan nieuwsgaring gedaan, maar wat er wordt

geproduceerd, vindt zijn weg in méér media’ (Buijs, 2008, p. 116). Deze

mulitmedialisering wordt echter niet door iedereen positief onthaald. Buijs vindt het

onwaarschijnlijk dat ze een kwaliteitsverbetering inhoudt, omdat deze nieuwe

journalistiek ‘zich minder op de inhoud (het ‘wat’) en meer op het ‘hoe’ en vooral op

Page 24: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

24

het ‘hoe snel’ concentreert’. Volgens wetenschapper Deuze (2009, uit Hermida, 2010,

p.299) is er dan ook ‘a shift from individualistic, top down, monomedia journalism to

team based, participatory media journalism’.

Facebook en Twitter en hun journalistieke waarde

Sociale media zijn niet meer weg te denken uit de huidige maatschappij en al zeker

niet uit de online wereld. Op bijna elke site die je bezoekt bevindt zich wel een ‘Like-

button’ of is er de mogelijkheid om de informatie op allerhande manieren te delen met

wie je maar wil. We beschreven hierboven al dat er heel wat functies zijn die ook een

handige toepassing kunnen zijn in de beroepswereld van journalisten. Maar helaas

zijn er ‘few academic studies [that] focus on how journalists use – or do not use-

social media as a whole’ (Weaver Lariscy, Johnson, Sweeter, & Howes, 2009). Het

belang dat sociale media hebben in de journalistiek wereld kunnen we echter wel

afleiden uit het aantal berichten dat ons bereikt via online media. Zo was er in het

Verenigd Koninkrijk onlangs een relletje over twitterende journalisten in de

rechtszaal (De Standaard Online, 2010, 15 december), is er bij Skynews een

correspondent die bijhoudt welke nieuwsontwikkelingen er gemeld worden op Twitter

(Kiss, 2009, 5 maart), de directie van de Britse openbare omroep BBC zei onlangs te

willen dat de journalisten meer met nieuwe media moeten bezig zijn (Reynolds, 2011,

14 juli), enzovoort.

Uit de interviews die we deden (cfr. infra) met enkele ‘hard core’ twitterende

journalisten (cfr. supra) blijkt wel dat zij sociale media een belangrijke peiler vinden

in hun job. De Morgenjournalist Bart Eeckhout vind zelfs dat deze media ‘veel

diverser, rijker, sneller dan de traditionele media’ zijn. ‘Je kan natuurlijk niet alleen

op Twitter vertrouwen maar het is een belangrijke indicator van wat belangrijk zou

kunnen worden en het is een belangrijk nieuw kanaal dat je kan combineren met de

traditionele kanalen.’ Er is dus enthousiasme, maar tegelijkertijd dient men ook

voorzichtig er mee om te gaan. ‘Sociale media [...] zijn laagdrempelige, (semi-)

openbare bronnen. Er kan gebruik van worden gemaakt voor journalistieke doelen,

om informatie te verzamelen of bronnen aan te boren. Maar informatie die je er op

plaatst, kan ook door anderen worden gezien en gebruikt’ (Vandermeersch, 2011).

Uiteraard kunnen we in deze masterproef de mogelijke negatieve gevolgen van

Page 25: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

25

sociale media niet uit de weg gaan. Journalist Tim F. Van der Mensbrugghe beschrijft

het in een blogpost op de mediakritische site Apache.be als volgt: ‘het internet, een

pest en een zegen’. Hij neemt er Luc Van der Kelen, politiek commentator bij het

Laatste Nieuws, op de korrel wanneer die zich afvraagt of journalisten, politici en

politicologen niet moeten werken. Zijn antwoord daarop luidt: ‘Dat sociale

netwerksites een journalistieke tool kunnen zijn neemt Van der Kelen niet in

overweging. Hij is ervan overtuigd dat Facebook en Twitter enkel dienen om je

privéleven in de etalage te plaatsen. Maar zeker Twitter geeft journalisten de

mogelijkheid om direct én in alle openbaarheid in contact te komen met collega’s,

professoren, bedrijfsleiders, politici en lezers. De discussies zijn vaak stevig en de

kritiek van ‘gewone’ Twitteraars zit er vaak patat op.’ Van Aalten (2010, p. 58) ziet

het ook zo: ‘of [het] nu altijd even zinvol is of niet [...], al die ‘mediatentakels’ geven

wel een interessante politieke weerkaart van politici. Ze informeren de follower direct,

niet via spindoctors, woordvoerders of partijgenoten. Het is voor de journalist een

mogelijkheid om zelfs over de schouder mee te kijken en over bepaalde onderwerpen

– zelfs met de beperking van 140 tekens – meer nuance te krijgen.’ Deze opmerking

geldt volgens ons zelfs niet enkel voor politici, maar ook voor allerhande

maatschappelijke gebeurtenissen en belangrijke figuren.

In het verleden verdienden Twitter en Facebook ook al hun strepen bij rampen en

ongevallen. Bij de crash van een vliegtuig in de Hudson-rivier in New York werden

getuigenissen van zowel passagiers als omstaanders de wereld ingestuurd via Twitter

(Boddez, 2010, p. 24; Weaver Lariscy, Johnson, Sweeter, & Howes, 2009, p. 314) en

ook bij de revoluties in Egypte en Tunesië speelde ze en niet te verwaarlozen rol

(Hensen, 2011, 21 februari). Een groot voordeel dat bij al deze gebeurtenissen

meespeelde was de snelheid van het medium. Nederlands journalist Olaf Koens

schrijft het in een blogpost op denieuwereporter.nl (2008, 1 juni) zo neer: ‘Ik volg een

aantal mensen die bij dagblad ‘De Pers’ werken. Soms lees je nieuws op Twitter voor

het online staat bij ‘De Pers’. Onbewust doe ik hetzelfde. Wanneer ik voor het ANP

een selectie maak van het Russische nieuws haal ik de interessante links er uit en

plaats ze op Twitter. Er zit zeker anderhalf uur tussen dat moment en het moment

waarop een redactie dat ANP bericht online zet. Zulke tijdswinst kan doorslaggevend

zijn.’ In Nederland zien we een veel snellere adaptatie van het medium dan in

Vlaanderen, maar wat Koens hier zegt kan op termijn ook bij onze journalisten

Page 26: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

26

ingeburgerd geraken. In het empirisch gedeelte van deze masterproef komen we op dit

topic terug (cfr. infra). Snelheid kan uiteraard ook een nadeel zijn: de journalistieke

code schrijft namelijk voor dat bronnen gecheckt en gedubbelcheckt worden, maar in

dit geval kan dit inderdaad een gevaar inhouden. Onjuiste informatie geven door te

snel te willen zijn is ook bij ons al meerdere malen voorgekomen (cfr. infra). Maar

daar staat dan weer tegenover dat er steeds meer nieuws moet geproduceerd worden

in minder tijd (cfr. supra). Een andere afweging bij de kritiek over de snelheid wordt

geciteerd door Van Aalten (2010, p. 59). ‘Sommige redacties zijn bang de boot te

missen rondom een actuele gebeurtenis en stellen in blinde paniek een artikel of

reportage samen, vaak opgevuld met ‘deskundigen’ en archiefmateriaal, maar geen

journalist heeft uiteindelijk echt veldwerk uitgevoerd. Dan zou je beter een

Twitterstream tijdens een debat kunnen gebruiken als invalshoek.’ Er moet dus een

constante afweging gemaakt worden wanneer over het snel zijn gaat.

Maar hetgeen duidelijk is, is dat de journalist zal moeten mee-evolueren met z’n tijd.

Hij zal op een gepaste manier aanwezigheid op sociale media moeten tonen en de

informatie op en correcte manier moeten gebruiken. De journalistiek heeft m.a.w.

zeker niet afgedaan in het digitale tijdperk, hij zal zich wel nieuwe vaardigheden

moeten aanmeten (Deckmyn, 2010).

Weaver Lariscy, Johnson, Sweeter, & Howes deden in 2009 (p. 315) onderzoek naar

de mogelijke functies van Twitter voor journalisten (zie ook: Rusbridger, 2010, 19

november & Hermida, 2010, p. 299). Veel van de op voorhand opgegeven

antwoorden werden niet vaak gebruikt en in het algemeen werd aangegeven door de

journalisten dat ‘they did not feel social media improved their work’, maar ook dat

‘they do not appear to oppose it’. Als we mogen afgaan op de getuigenissen van

journalisten die we hierboven reeds citeerden, kunnen we stellen dat de houding

tegenover sociale media ondertussen veranderd is. Dat blijkt ook uit de studie die

Cision in 2010 uitvoerde. Onderstaande afbeelding toont dat Britse journalist het

belang van sociale media niet meer onderschatten in hun werk.

Page 27: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

27

Eveneens gebruiken deze journalisten ook vaak sociale media om eigen werk te

promoten. Om te verifiëren hoe het gebruik in Vlaanderen is, voerden we onze twee

onderzoeken uit (cfr. infra).

Twitter kunnen we volgens Hermida (2010, p.301) dus beschouwen als een vorm van

‘ambient journalism’: ‘an awareness system that offers diverse means to collect,

communicate, share and display news and information, serving diverse purposes’.

Een systeem dat zijn waarde voor de journalistieke wereld dus nog zal kunnen

bewijzen, volgens sommigen.

Onderzoek naar het gebruik van sociale media/Twitter bij journalisten

Gezien sociale media nog niet heel lang bestaan, is er ook bijzonder weinig

wetenschappelijk onderzoek over te vinden. Vooral over Twitter is er weinig te

vinden. ‘The relative newness of micro blogging means there is limited academic

literature on the impact on journalism’ (Hermida, 2010, p. 299).

In 2009 werkten Dejin Zhao en Mary Beth Rosson van Pennsylvania State University

aan volgend onderzoek: ‘How and why people Twitter: the use that micro-blogging

plays in informal communication at work.’

‘Micro-blogs, a relatively new phenomenon, provide a new communication channel

for people to broadcast information that they likely would not share otherwise using

Page 28: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

28

existing channels (e.g., email, phone, IM, or weblogs). Micro-blogging has become

popular quite quickly, raising its potential for serving as a new informal

communication medium at work, providing a variety of impacts on collaborative work

(e.g., enhancing information sharing, building common ground, and sustaining a

feeling of connectedness among colleagues). This exploratory research project is

aimed at gaining an in-depth understanding of how and why people use Twitter - a

popular micro-blogging tool - and exploring micro-blogs potential impacts on

informal communication at work.’ Dit werk is vooral een exploratief

wetenschappelijk onderzoeksproject waarmee de wetenschappers in de eerste plaats

een inzicht probeerden te krijgen in de manier waarop en waarom mensen Twitter

gebruiken. Ook het onderzoek van Kwak, Lee, Park & Moon (2010) was van

verkennende aard. Ze claimen zelfs ‘the first quantitative study aon the entire

Twittersphere and information diffusion on it’ te zijn. Ze gingen in deze studie na hoe

het sociale medium precies functioneerde, met de narduk op retweets en trending

topics, en besluiten de studie met de woorden ‘our work is the first step towards

exploring the great potentials of this new platform’ en ze kregen hier wel degelijk

gelijk in.

Het meest recente onderzoek over sociale media en journalisten, is dit van Oriella.

Oriella PR Network is een alliantie van 15 communicatiebureau’s uit 20 verschillende

landen. Sinds vier jaar brengt dit bureau ieder jaar een ‘annual Oriella Digital

Journalism Study’ op de markt. Op 18 mei 2011 verscheen hun nieuwste editie. ‘This

is the fourth time we have carried out such the project, since launching in 2008 and

this year’s study yielded the most interesting results to date. A key trend (and what

became the main talking point at our launch event in London this morning) was the

extent to which social media has infiltrated the newsroom. Het onderzoek werd

gevoerd onder bijna 500 journalisten uit 15 verschillende landen wereldwijd. Voor de

eerste keer werd gevraagd op welke schaal sociale media worden gebruikt op de

nieuwsredacties. Op de vraag welke middelen er gebruikt worden om op zoek te gaan

naar nieuwe verhalen, zijn de antwoorden het volgende:

• 47 procent van de ondervraagden gebruikt Twitter

• 35 procent zoekt toevlucht bij Facebook

• 30 procent haalt het van blogs die hen bekend zijn

Page 29: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

29

• 42 procent haalt het van blogs die hen nog onbekend waren

• 61 procent baseert zich op informatie van PR-bureaus

• 59 procent haalt zijn informatie van bedrijfswoordvoerders

Welke middelen worden gebruikt om bestaande verhalen te checken?:

• 32,5 procent gebruikt Twitter

• 25 procent haalt het van Facebook

• 27,5 procent haalt het van blogs die hen bekend zijn

• 27,7 procent haalt het van blogs die hen nog onbekend waren

• 61 procent baseert zich op informatie van PR-bureaus

• 57 procent haalt zijn informatie van bedrijfswoordvoerders

Welk middel zou u het eerst kiezen om een nieuwsitem te researchen?:

• 21,5 procent kiest voor een persbericht

• 20, 5 procent houdt het bij interviews met bedrijfswoordvoerders

• 7 procent zoekt zijn toevlucht bij PR-bureau’s

• 4 procent gebruikt Twitter en Facebook

• 12 procent gebruikt andere nieuwsmedia

Tenslotte werd er ook gevraagd welke formats er online worden aangeboden op de

nieuwssites:

• 55 procent van de ondervraagden zegt dat hun artikel Twitter Feed kreeg: op

de site verscheen een vakje met tweets die reageerden op artikels die op de site

werden gepubliceerd. Dat is een stijging van 15 procent ivm vorig jaar.

• 54 procent biedt blogs aan die door eigen journalisten zijn geschreven. Dat is

een stijging van 6 procent.

• 48 procent plaatst videoclips online. Dit cijfer is gestegen met 8 procent.

De conclusie luidde toen als volgt: sociale media worden vooral gebruikt door

journalisten om op zoek te gaan naar nieuwe verhalen en om bestaande verhalen te

Page 30: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

30

checken. Hoewel Twitter en Facebook nog maar miniem (4 procent) worden gebruikt

als eerste middel om onderwerpen te researchen, is het wel opvallend dat deze sociale

netwerksites ertussen staan. Dit was de voorbije jaren niet het geval in deze studie.

Sociale media krijgen meer en meer invloed op het werk van journalisten. Deze

gebruiken niet alleen blogs en Twitter voor hun research maar ook om hun artikels te

publiceren. Mediabedrijven die wensen om boven andere bedrijven uit te steken,

moeten ervoor zorgen dat hun verhalen en berichten zorgvuldig worden

gecommuniceerd naar hun doelgroep bijvoorbeeld met behulp van Twitter en

video’s.

Toch waarschuwt deze studie ook de mediabedrijven. Ze moeten zich beschermen

tegen de digitale maatschappij. Een misplaatste tweet of vals bericht kan er al snel

voor zorgen dat deze bedrijven in een mediastorm terechtkomen waar ze eigenlijk

niets mee te maken hebben. Maar die wel voor schade kan zorgen aan het imago. Ze

moeten dus zorgvuldig omgaan met deze nieuwe manieren van communicatie.

Eind 2010 schreeft Niall Harbison, oprichter van Simply Zesty, een social media-

agentschap, een handleiding waarin hij 10 tips geeft aan journalisten hoe ze Twitter

kunnen gebruiken.

Enkele voorbeelden:

• ‘Linking to articles’: De auteur raadt journalisten aan om op hun

Twitteraccount links te plaatsen naar de artikels die zij geschreven hebben.

Het helpt om duidelijk aan te kondigen waar het artikel over gaat.

Page 31: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

31

• ‘Creating community’: Journalisten moeten Twitter gebruiken om een groot

netwerk uit te bouwen. Hoe groter het netwerk, hoe meer informatie

beschikbaar is voor de journalist en hoe meer mensen je kan bereiken met

jouw ideeën.

• ‘Unparalleled research’: Door Twitter te gebruiken, hebben journalisten

toegang tot een real time zoekmachine van mensen over de hele wereld. Deze

zoekmachine kan de journalist vertellen wat de mening van miljoenen mensen

is over één onderwerp in een bepaald land. Ze kunnen bovendien hun netwerk

vragen stellen waar een zoekmachine als bijvoorbeeld Google geen antwoord

kan op geven.

Onderzoek uit Vlaanderen

In 2010 kwam het Gentse onderzoeksbureau Quadrant Communications naar buiten

met een onderzoek over het gebruik van sociale media door journalisten. Het

onderzoek vond plaats in september 2010. 1800 journalisten kregen een uitnodiging

voor de enquête via mail. 489 van hen vulden de enquête in. De voornaamste

resultaten worden hier onder kort opgelijst.

Twitter:

• 18 procent gebruikt Twitter voor professionele doeleinden. Dat is een

verdubbeling ivm 2009

• 7 procent volgt enkel accounts op Twitter zonder zelf tweets te posten

Page 32: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

32

• 3 procent gebruikt het persoonlijk

• 72 procent gebruikt het niet

Blogs:

• 20 procent vindt dat blogs nieuws verschaffen

• 22 procent vindt het achtergrondinformatie

• 58 procent is niet akkoord met de stelling dat blogs nieuws verschaffen

LinkedIn:

• 12 procent gebruikt LinkedIn voor profesionele doeleinden

• 25 procent gebruikt het om contacten te onderhouden

• 20 procent gebruikt het voor persoonlijk gebruik

• 43 procent gebruikt het niet

Facebook wordt door ons niet vermeld bij de resultaten omdat de vraag in de enquête

was of PR-mensen journalisten konden contacteren via Facebook, en dit doet volgens

ons hier niets ter zake. We kunnen concluderen dat slechts een minderheid van de

journalisten in België al gebruik maakt van sociale media maar dat de cijfers ieder

jaar stijgen. De resultaten kunnen volgend jaar volledig anders zijn.

Wat zijn volgens het onderzoek de redenen waarom voorlopig een minderheid van de

journalisten gebruik maken van sociale media:

• Journalisten hebben geen vertrouwen in nieuwe technologieën

• Veel journalisten zijn tegen het mixen van hun professioneel leven en

priveleven.

• De transparante natuur van sociale media tegen de manier waarop journalisten

werken.

• Ervaring journalisten wantrouwen hypes

Waarom zouden journalisten sociale media moeten gebruiken volgens het onderzoek:

Page 33: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

33

• Het is een handige tool om informatie te verkrijgen: LinkedIn om experts,

rapporten en discussies te zoeken. Twitter om nieuws te zoeken, feedback te

krijgen, bronnen te checken. En Facebook om vox pops te bekijken, getuigen

te zoeken, ...

• Een journalist kan sociale media gebruiken om het publiek te tonen waar

hij/zij mee bezig is. Dit kan door artikels te posten, reageren op de

actualiteit,...

In 2011 presenteerde De Standaard Online-journalist Bart Van Belle zijn visie over

Twitter en Facebook voor journalisten op de Nacht Van De Journalistiek (Brussel),

enkele belangrijke bevindingen worden hier onder opgelijst:

Twitter (als nieuwsbron):

• Vaak sneller dan reguliere media of organen: bijvoorbeeld: aardbevingen

Mexico, China; aanslagen in Mumbai; Noodlanding in Hudsonrivier

• Niet altijd even betrouwbaar nieuws: moet gechekt worden

• Twitter is een extra bron

• Eenvoudig te updaten

• Sneller dan blogs en traditionele media

Tips om Twitter te gebruiken:

• Vrijwel alles kan in 140 tekens

• Volg en word gevolgd

• Volg de juiste mensen

• Tweet niet alleen over het werk

• Eerst de tweets, dan het artikel

• Vraag input en/of feedback aan je lezers.

• Eerst zijn is belangrijk

• Hou rekening met neutraliteit en objectiviteit

Facebook (gebruik voor journalisten):

• Maak een zo volledig mogelijk profiel

• Bouw een netwerk (vrienden, collega’s,...)

• Promoot artikels via Facebook

Page 34: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

34

• Post ook andere interessante zaken

• Vertel de lezer dat je op Facebook zit

• Lees en reageer

• Maak kennis met je lezers

• Post Twitter-updates ook op Facebook

Tips om Facebook te gebruiken:

• Post artikels en video’s

• Reageer op artikels/statusupdates van andeen

• Wees alert voor valse profielen

• Kijk hoe andere media/journalisten Facebook inzetten

• Waak over je privacy-instellingen

Conclusies:

• Twitter en Facebook dienen vooral om de zichtbaarheid van je medium te

vergroten

• Op Twitter en Facebook valt voor weinig mediabedrijven weinig geld te

verdienen

• Twitter en Facebook kunnen wel bezoek aan de website opleveren

• Nieuwe media vragen een aangepaste werkwijze

• Vertrouw niet zomaar alles wat je leest

• Ook op Facebook en Twitter vertegenwoordig je je medium

• Journalistieke principes gelden ook op Twitter en Facebook

• Zorg dat mensen eenvoudig jouw artikels kunnen delen op sociale netwerken

Tenslotte zijn er nog twee masterproeven die onderzoek deden naar het gebruik van

sociale netwerksites door journalisten.

De belangrijkste conclusies uit het onderzoek van Annelies Boddez (2010):’

Journalistieke nieuwsgaring via Twitter: onderzoek bij de redacties van Apache, De

Tijd en de Wereld Morgen’:

‘Enerzijds blijkt dat Twitter een bron is die een alarmfunctie heeft en die bevestigt dat

er iets aan de hand is. In het geval van Buizingen en Mumbai kregen de journalisten

Page 35: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

35

van De Tijd een eerste en heldere indruk over de nieuwsverhalen door informatie te

vernemen via Twitter.’

‘Anderzijds wordt er ook wel eens vertrokken vanuit een gerucht dat via Twitter de

ronde doet, maar niet kan bevestigd worden door andere bronnen. Dan is het niet zo

dat het Twitterbericht niet kan bevestigd worden omdat de andere media achterlopen

maar omdat het Twitterbericht fout is.’

‘We kunnen daaruit de conclusie trekken dat Twitter en de klassieke nieuwsbronnen,

Reuters of Belga, complementaire tools zijn om aan nieuwsgaring te doen. Twitter

krijgt dan een soort van alarmfunctie, als het nieuws eerst op het Twitternetwerk

opsteekt. De andere nieuwsbronnen moeten het nieuws dan in een volgende fase

weten te bevestigen of te ontkrachten.’

Uit haar onderzoek blijkt dat slechts één van de drie redacties nieuws op Twitter wist

te halen (De Tijd).

Belangrijkste conclusies uit het onderzoek van Katrien Wittemans (2009): ‘Het

gebruik van sociale netwerksites bij journalisten’:

‘Bij aanvang van het onderzoek kozen we voor een uses and gratifications aanpak.

We zochten naar de motivaties van de journalisten voor het gebruik van sociale

netwerksites. We kozen voor de uses and gratifications-theorie omdat deze theorie

zeer vaak geciteerd wordt bij het onderzoek naar het gebruik van nieuwe media en

internettoepassingen in het bijzonder. Op basis van de uses and graficiations-theorie

gingen we na of journalisten sociale netwerksites gebruiken, waarom ze dat

doen en wat het uiteindelijk oplevert voor de journalistieke praktijk.’

‘Zoals reeds in onze literatuurstudie aangehaald, somde Allan Mills (26.10.2004) acht

motivaties aan waarom we gebruik maken van virtuele gemeenschappen. Die

motivaties vonden we deels ook terug bij de journalisten: zo delen journalisten via de

sociale netwerksites delen, ze werken mogelijk samen aan hetzelfde project (cfr. het

contact met collega’s via de sociale netwerksites), er wordt kennis gecreëerd, de

journalisten kunnen met andere mensen communiceren en middelen delen.’

Page 36: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

36

‘Zoals ook bleek uit internetonderzoek bij journalisten (Paulussen, 2007, pp. 222-

223), zijn journalisten nog te weinig vertrouwd met de mogelijkheden van het

internet. Ook onze beperkte bevindingen passen hier in. Journalisten kennen en

gebruiken sociale netwerksites, maar ze doen dat slechts in beperkte mate. Het

gebruik is vooral privé, professioneel worden de mogelijkheden niet uitgebuit.’

‘We kunnen wel vaststellen dat in het verlengde van nieuwe media en

internettoepassingen (Paulussen, 2004, p. 226-227), sociale netwerksites voorlopig

nog niet echt ingang vinden in de journalistieke praktijk. Al moeten we steeds blijven

vermelden dat we slechts verkennend onderzoek deden en er dus geen

veralgemeenbaarheid mogelijk is.’

Uit deze masterproef blijkt dat er in 2009 weinig journalisten gebruik maakten van

sociale media bij het uitoefenen van hun job. In onze masterproef wordt het duidelijk

dat dit ondertussen heel sterk geëvolueerd is.

Page 37: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

37

Empirie

Inleiding Op basis van de literatuur over sociale media en journalistiek vonden wij het

opportuun om ons in dit onderzoek toe te spitsen op twee aspecten van Twitter. Aan

de ene zijde gaan we dieper in op de inhoud: waarover wordt gepraat, hoe wordt het

medium gehanteerd en wat kan er afgeleid uit de time lines van twitterende

journalisten? Deze vragen worden beantwoord in het exploratieve onderzoek, hetgeen

het eerder kwalitatieve luik van de empirie vormt.

Hoe journalisten denken over Twitter en hoe zij hun gebruik omschrijven, wordt

geanalyseerd in het tweede luik van dit empirisch gedeelte. Deze gegevens werden

verzameld door middel van een online enquête. Dit kwantitatieve gedeelte vormt

volgens ons een ideale aanvulling op het kwalitatieve gedeelte. De gekozen

onderzoekstechnieken, onderzoeksvragen en resultaten worden hieronder uitvoerig in

de twee eerder besproken luiken uitgezet.

Onderzoeksdesign & methode In onze verkennende literatuurstudie gingen wij uit van een maximaal scenario: we

betrokken er alle sociale netwerksites in en gingen na of er reeds onderzoek gedaan

werd naar het gebruik ervan bij journalisten. In het empirische gedeelte van deze

masterproef zullen wij onze focus vernauwen. Bij de kwantitatieve bevraging, een

online enquête bij de Vlaamse twitterende journalisten die we voor onze kwalitatieve

studie volgden op Twitter, die we uitvoerden, gaan we na of de conclusies uit de

literatuurstudie stroken met de opinies van Vlaamse journalisten.

Naast het kwantitatieve gedeelte wordt de focus nog vernauwd en concentreren we

ons op het medium Twitter. De methodologie die we hiervoor willen gebruiken is de

volgende: we analyseren berichten van journalisten die we volgen op Twitter

gedurende 2 maanden, februari en maart 2011, en we registreren enkele zaken die ons

later een beeld kunnen schetsen hoe en hoe actief Twitter gebruikt wordt in de

journalistiek in ons landsgedeelte.

Deze gegevens zijn natuurlijk snel gedateerd (cfr. beperkingen, supra). Het gemiddeld

aantal tweets per dag werden ook berekend door de online tool tweetstats.com, zo

konden we zien hoe actief Twitter wordt gebruikt en zelfs per maand bekijken

Page 38: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

38

hoeveel tweets er werden gepost. Hieronder plaatsten we een voorbeeld van een

resultaat bekomen door tweetstats.com.

Uiteraard houden we ook de twitteraccounts van de media waarvoor de journalisten

werken in het oog om te zien welk nieuws er doorsijpelt, hetzij van journalist naar

medium, hetzij omgekeerd.

Steekproef Op Twitter kan iedereen kenbaar maken wie en/of wat hij is in 140 tekens, in een

zogenaamde ‘bio’. De meeste gebruikers vullen hier hun job en/of hobby’s en passies

in. Zo kwamen we terecht bij heel wat journalisten, die we in een aparte lijst van

gevolgde ‘tweeps’ opnamen. De journalisten die we volgden gedurende de maanden

februari en maart zijn dus gebruikers van wie we aan de hand van hun ‘bio’ wisten dat

ze journalisten zijn. In de bijlage werd de volledige lijst van gevolgde journalisten

opgenomen met voornaam en naam (indien bekend), naam van de Twitteraccount en

de werkgever (indien opgegeven in de ‘bio’). Uiteraard is dit onderzoek niet

allesomvattend, want tijdens het onderzoek ondervonden we dat steeds meer

journalisten de weg vonden naar het medium Twitter. We kunnen dus niet stellen dat

àlle Vlaamse twitterende journalisten in dit onderzoek werden opgenomen, de lijst is

zeker niet volledig. Maar volgens ons is de steekproef wel een goede weerspiegeling

van de twitterende Vlaamse journalist.

We probeerden ook rekening te houden met het opnemen van journalisten werkzaam

in verschillende mediabedrijven, zodat we geen oververtegenwoordiging zouden

krijgen van één bepaalde werkgever (bijvoorbeeld: heel wat VRT-journalisten vonden

Page 39: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

39

al de weg naar Twitter, terwijl VTM-journalisten nog niet zo talrijk aanwezig zijn).

Stapsgewijs hebben we dus onze steekproef zo kunnen vastleggen. Uiteindelijk telde

de lijst 172 te volgen journalisten. (de volledige lijst is opgenomen in de bijlage)

Exploratief onderzoek

Inleiding

Het eerste luik van het empirisch gedeelte van deze masterproef bestaat uit een

analyse van tweets van journalisten gedurende de maanden februari en maart 2011.

Met dit onderzoek wilden we het gedrag van journalisten op Twitter bekijken. Wij

beschrijven in dit deel de procedure van dit deel van ons onderzoek, de vragen en

opzet en presenteren uiteindelijk de resultaten en conclusies.

Procedure

In het kwantitatieve gedeelte – de online enquête – was het vooral onze bedoeling om

te weten te komen hoe journalisten tegenover Twitter en andere sociale media staan.

In dit deel wilden we onderzoeken hoe journalisten zich gedragen op Twitter en

waarvoor ze Twitter juist gebruiken. Aan de hand van een recent onderzoek van

Quadrant Communications over sociale media, kwamen we terecht bij een lijst met

journalisten op Twitter. Deze lijst bevatte meer dan honderd accounts. We hebben de

lijst grondig gecontroleerd, zo konden we zien of de accounts nog actief waren en of

ze wel degelijk van Vlaamse journalisten waren. Nadien konden we aan de slag met

onze lijst en zochten we manieren om ze nog uit te breiden. Omdat veel journalisten

op Twitter meestal ook hun andere collega-journalisten volgen op Twitter, konden we

stelselmatig onze lijst groter maken. Tijdens het onderzoek waren er ook heel wat

journalisten die lid werden van Twitter en daardoor konden we hen ook opnemen in

onze lijst. In Twitter heb je de mogelijkheid om een lijst te maken met accounts. Zo

kan je voor iedere categorie een lijst maken bijvoorbeeld vrienden, familie, collega’s

enzovoort. Op deze manier konden we onze journalisten in één lijst zetten zodat we

enkel hun tweets te zien kregen.

Onderzoeksvragen en opzet

Aangezien veel journalisten heel actief zijn op Twitter, hadden we een grote

hoeveelheid informatie die we moesten verwerken. Aan de hand van tien categorieën

konden we per journalist zijn/haar persoonlijk Twittergedrag analyseren:

Page 40: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

40

• Aantal tweets (sinds lid van Twitter): daardoor konden we zien of de journalist

sinds het creëren van zijn account veel of weinig getweet heeft.

• Following: hoeveel accounts volgt de journalist? Hoe meer accounts worden

gevolgd, hoe meer informatie naar je toe komt.

• Followers: hoeveel volgers heeft de journalist? Hoe meer volgers, hoe meer

invloed op Twitter. Zijn/haar tweets hebben een groter bereik.

• Gemiddeld aantal tweets/dag (tijdens de gevolgde maanden): zo konden we

concreet zien hoe actief de journalist was tijdens de twee maanden dat we

hem/haar volgden.

• Gemiddeld aantal tweets/2 maanden: idem met het vorige.

• Tweeten met collega’s: hebben de journalisten op Twitter interactie met hun

collega’s? Zo konden we ook zien waarover ze met elkaar communiceren.

• Reclame voor journalistiek werk: Maakt de journalist op zijn/haar

Twitteraccount reclame voor eigen werk, werk van collega’s of zijn werkgever

in het algemeen?

• Scoops: zorgen de journalisten voor scoops op hun Twitteraccount? Dat wil

zeggen dat ze het nieuws sneller op Twitter zetten dan op het medium

waarvoor ze werken.

• Retweets van Tweeps: retweeten de journalisten vaak tweets van andere

mensen? Zo ja, van wie?

• Vergelijking actualiteitsgebonden tweets versus privétweets: tweeten de

journalisten vooral nieuws of ook tweeten ze ook privédingen?

• Opvallende kenmerken aan deze gebruiker: zijn er tijdens de gevolgde

maanden opvallende dingen die we opmerken bij deze gebruiker?

Bovendien hebben we vier interviews gedaan met journalisten die heel actief zijn op

Twitter: Lisbeth Imbo (Radio 1, VRT), Ivan de Vadder (De Zevende Dag, VRT), Bart

Eeckhout (De Morgen) en Patrick Van Gompel (Het Nieuws, VTM). Zo konden we

aan de hand van een face-to-face –interview hun Twittergedrag te weten komen. Die

antwoorden kunnen we dan aan het gedrag van andere collega-journalisten linken. De

lijst met journalisten en de bijhorende categorieën werden integraal opgenomen in de

bijlage.

Page 41: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

41

Resultaten

Nadat we de tweets in de verschillende categorieën onderbrachten, hebben we ervoor

gekozen om vooral bepaalde categorieën onder de loep te nemen. Deze zijn:

• Gemiddeld aantal tweets/dag

• Aantal tweets tijdens de gevolgde maanden

• Tweeten met collega’s

• Reclame voor journalistiek werk

• Scoops

• Vergelijking actualiteitstweets-privetweets

Zo kunnen we het beste een beeld schetsen van het twittergedrag van de Vlaamse

journalisten.

Gemiddeld aantal tweets per dag

Heel actief op Twitter (2 tweets/dag of meer): 52 van de 172 journalisten tweet twee

keer of meer per dag. Dat is 30, 2 procent van onze lijst.

Actief op Twitter (1 tweet per dag maar minder dan 2 tweets per dag): 32 van de 172

journalisten posten gemiddeld 1 tweet per dag maar minder dan twee. Dat is 18,6

procent van onze lijst.

Page 42: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

42

Weinig actief op Twitter (minder dan 1 tweet/dag): 69 van de 172 journalisten, die

we volgden, posten minder dan 1 tweet per dag. Dat is 40,1 procent van onze lijst.

Deze journalisten zijn dus weinig actief op Twitter.

De overige 11, 1 procent tweetten niet (Het kan zijn dat zijn enkel mensen volgen op

Twitter zonder zelf iets te posten) of hun tweets zijn beschermd (dan kan je hen enkel

volgen als zij daarvoor toestemming geven).

48,8 procent van onze lijst gevolgde journalisten post minstens 1 tweet per dag in de

gevolgde periode. We kunnen daaruit afleiden dat bijna de helft van de Vlaamse

journalisten die we volgden dagelijks actief zijn op Twitter. Ook Ivan de Vadder

gebruikt Twitter dagelijks:

‘Ja, maar ik maak graag een onderscheid tussen de drie manieren waarop ik Twitter

gebruik. Ten eerste gebruik ik Twitter als een nieuwsbron. Twitter staat permanent op

en vermits ik niet alleen veel volgers heb maar ook veel mensen volg, krijg ik

daardoor eigenlijk een extra nieuwsbron van kranten, mensen, instellingen,

enzovoort. De tweede manier is zelf dingen posten op Twitter, berichten meegeven,

links publiceren. En het laatste is voor het programma De Zevende Dag. Op het

moment dat de De Zevende Dag op tv te zien is, proberen we de discussie op gang te

brengen onder de kijkers (met de hashtag #7dag). Dat zijn de drie manieren waarop

ik Twitter gebruik. Dus ten eerste als bron. Het staat permanent op, van wanneer ik

opsta tot wanneer ik ga slapen. Het tweede is zelf posten, maar doe ik niet iedere dag.

Er zitten soms enkele dagen tussen. En het twitteren met De Zevende Dag, is enkel op

zondag.’

Aantal tweets tijdens de gevolgde maanden

Aan de hand van het gemiddeld aantal tweets per dag die we hierboven bespraken

hebben we al een duidelijk beeld hoe actief de journalisten Twitter gebruiken. Als we

deze categorie bekijken zijn er vijf namen die opvallen.

@schellevis: 1728 tweets

@vandepotgerukt: 1415 tweets

Page 43: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

43

@andremeganck: 1254 tweets

@abeelec: 1215 tweets

@ezraeeman: 880 tweets

Deze vijf accounts zijn de actiefste journalisten tijdens de twee gevolgde maanden.

• @schellevis: Joost Schellevis, journalist die werkt voor de informaticawebsite

Tweakers.net. Deze website, met ook een drukbezocht forum, richt zich vooral

op de gevorderde computergebruiker. Hij tweet voornamelijk persoonlijke

zaken. Zijn Twitteraccount bestaat sinds mei 2007.

• @vandepotgerukt: Tom Lievens, Hij is columnist bij Apache. be. Hij werkt

ook als correspondent in Spanje voor VRT-Radio (vooral Radio 1) en schrijft

occassioneel voor De Morgen. Tijdens de protesten in Spanje van de

afgelopen maanden was hij heel actief op Twitter. Zo konden veel mensen de

situatie op de voet volgen. Staat ook bekend om zijn snedige tweets. Hij zit

sinds september 2009 op Twitter.

• @andremeganck: André Meganck, hij werkt voor Sporza. Hij tweet

voornamelijk wielernieuws. Tijdens wielerwedstrijden tweet hij allerlei info.

Zoals bijvoorbeeld: welke renners zitten in een ontsnapping, wat is hun

tussenstand, de winnaar, top 10, enzovoort. Hij zit sinds mei 2010 op Twitter.

• @abeelec: Chris Van Den Abeele, werkt als VRT-journalist. Hij geeft in zijn

tweets vooral zijn mening over dingen die hem opvallen in de media. Vaak

zijn het grappige opmerkingen. Zijn Twitteraccount bestaat sinds oktober

2010.

• @ezraeeman: Ezra Eeman, werkt voor het VTM-journaal. Zijn tweets hebben

vooral met zijn job als journalist te maken. Hij maakt vooral reclame voor het

VTM-nieuws. Zijn Twitteraccount bestaat sinds juli 2009.

Page 44: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

44

Tweeten met collega’s

26 van 172 journalisten tweeten nooit met collega’s. Dat is 15, 1 procent van de

gevolgde lijst journalisten. Maar de meesten van hen die niet met collega’s

communiceren op Twitter, tweeten ook in het algemeen niet veel. De overige

journalisten communiceren met hun collega’s op Twitter, al dan niet vaak.

Reclame voor journalistiek werk

Deze categorie kan breed geïnterpreteerd worden. Met reclame voor hun journalistiek

werk bedoelen we bijvoorbeeld: de journalist plaatst een link naar een site waarop zijn

bijdrage te zien/horen, lezen valt. Of hij laat weten waarmee hij bezig is, wie hij gaat

interviewen enzoverder. Het kan ook zijn dat de journalist gewoon reclame maakt

voor het medium waar hij/zij voor werkt:

@timverheyden (Tim Verheyden)

Werkloosheidscijfers lager dan verwacht in US. Wall Street opent stuk beter

dan gisteren. Wantrouwen blijft wel nog #wallstreet @hetnieuws

Twitter wordt door veel gebruikers als een ideaal ‘personal branding’-instrument,

maar we merken op dat dit fenomeen weinig voorkomt onder de twitterende

journalisten die we volgden. Er zijn heel wat journalisten die graag van hun

Twitteraccount gebruik maken om toch enige vorm van reclame te maken voor hun

journalistiek werk. De meeste doen dit door hun werkgever regelmatig te vermelden

aan de hand van een hashtag bijvoorbeeld: #hetnieuws #vtm, #Demorgen,

#Destandaard, ...

VTM-journalist Patrick Van Gompel beschrijft hoe hij dit ziet:

‘Ik gebruik het vooral om mijn volgers te enthousiasmeren over onze eigen

programma’s. Hetzij voor onze radiozenders, als ik daarop bijvoorbeeld geïnterviewd

wordt over één of ander onderwerp. Ofwel voor de reportages die ik maak voor het

nieuws. Het is dus eigenlijk eerder wervend dan om het grote haantje uit te hangen

om te tonen wat ik allemaal weet.’

Page 45: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

45

In veel mindere mate gebeurt het dat journalisten specifiek een link plaatsten naar hun

eigen geschreven artikel of eigen montage.

Scoops

In deze categorie wilden we vooral kijken of journalisten ook voor scoops zorgen op

Twitter. Dat wil zeggen: als ze sneller nieuws op hun Twitteraccount plaatsen dan dat

het nieuws naar buiten gebracht door hun werkgever. Enkele voorbeelden:

• Op 6 maart 2011 tweet De Standaard-journalist Peter De Lobel dat Fernand

Koekelberg zijn ontslag geeft. Het nieuws staat eerder op zijn twitteraccount

dan op de site van De Standaard

• Katrien Verstraete (journaliste De Tijd) schrijft op Twitter dat Bart De Wever

de boodschap ‘curieuzeneuzemosterdpot’ op een blad heeft geschreven om de

fotografen beet te nemen. Zij schrijft het om 15u58. (Het komt pas op

deredactie.be om 17u02. Het verschijnt op De Standaard online om 16u32.)

Op de Tijd.be verschijnt het om 16u54.

• Om 12u20 retweet Ivan De Vadder (vrtnieuws, De Zevende Dag) het nieuws

van BBC-journaliste Anna Adams dat Julian Assange uitgeleverd wordt aan

Zweden. Het nieuws staat pas op deredactie.be om 12u25.

• Jan Debackere (journalist De Morgen) tweet op 19 februari dat Phillipe

Geubels een contract getekend heeft bij Woestijnvis. Het nieuws staat eerst op

zijn account voor het op de site van De Morgen verschijnt.

Het is dus wel degelijk zo dat er scoops zijn op Twitter. In januari 2011 plaatste Ivan

De Vadder ook al een scoop op Twitter. Hij had er het volgende over te zeggen:

‘U zorgde als journalist meermaals voor een scoop op Twitter, zoals toen u tweette

dat Johan Vande Lanotte zijn ontslag gaf als koninklijk bemiddelaar. Doet u dat

bewust?’

‘Ja en nee. Ik doe het er niet om, als dat de vraag is. Maar ik doe het wel bewust. Ik

heb op dat moment informatie en de snelste manier om die informatie door te geven,

Page 46: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

46

is op dat moment Twitter geworden. Dus heb ik het ook op die manier meegegeven. Ik

had op dat moment één bron, een bron waar ik wel honderd procent zeker van was,

maar om zeker te zijn, heb je die tweede bron nodig. Mijn collega’s van radio en

televisie hebben ook gewacht tot ze die tweede bron hadden. Twitter laat mij toe om

op basis van die ene bron, die ik honderd procent vertrouwde en die later ook

bevestigd is gebleken, die informatie toch mee te geven. ‘

VTM-journalist Patrick Van Gompel houdt er een andere mening op na:

‘Ik zou nooit zo dom zijn om een dikke primeur eerst op Twitter te verkopen en die

daarna pas in uw eigen nieuwsuitzending te stoppen. Dat vind ik vrij dom. Maar ik

denk dat het ook iets is dat journalisten en redacties zichzelf nog moeten aanleren.

Dat het nog zelfcorrigerend zal werken.’

De meningen over scoops op Twitter zijn dus verdeeld. Het risico dat kwakkels op

deze manier snel verspreid worden is niet uit te sluiten maar we wensen hierbij wel op

te merken dat het bij de klassieke media ook niet te vermijden valt. De affaire

Cortebeek, waarbij valse e-mails over zijn ontslag bij het ACV werden verspreid door

De Standaard en de VRT, is hier een voorbeeld van.

Vergelijking actualiteitsgebonden tweets en persoonlijke tweets

Als we deze categorie bekijken kunnen we toch stellen dat 43 procent van de

journalisten hun tweets voornamelijk nieuwsgerelateerd zijn. Ze geven nieuws mee,

reageren op nieuwsfeiten die ze gelezen of gezien hebben of postten zelf links naar

het nieuws.

Er zijn daarnaast ook journalisten die enkel over persoonlijke zaken tweeten, namelijk

21 procent van onze lijst. Bijvoorbeeld: waar ze gaan eten, wat ze die dag/avond gaan

doen, waar ze op vakantie gaan. Al dan niet met een foto erbij gevoegd.

Page 47: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

47

Toch zijn er ook heel wat journalisten die naast nieuws soms ook over persoonlijke

zaken tweeten, een mix van beide dus. Dit is bij 24 procent van de gevolgde

journalisten het geval.

VRT-journaliste Lisbeth Imbo gebruikt haar Twitteraccount meestal beroepsmatig:

‘Ik vind het een zeer snel medium geworden om dingen te weten te komen. Er zitten

heel wat journalisten op die bijvoorbeeld tweeten dat Elio Di Rupo bij de koning zit.

Als ik thuis ben, kan ik dat op deze manier goed volgen. Anderzijds zitten er ook veel

commentatoren en politici op Twitter die op dingen reageren. Ze zien bijvoorbeeld

iets op Terzake en reageren daarop. En vaak kan je dat dan gebruiken in een

interview met een tegen- of medestander. Het is ook een handig opzoekmedium

geworden. Als ik iets wil weten over een bepaalde uitspraak van iemand maar niet

meer goed weet van wie het was, dan plaats ik het op Twitter. En dan krijg je meestal

wel binnen het halfuur een antwoord.’

Conclusies exploratief onderzoek

Als we alle categorieën nog eens onder de loep nemen kunnen we tot de volgende

conclusies komen:

• De onderzochte Vlaamse journalisten zijn nogal actief op Twitter, 48,8

procent plaatst minstens één tweet per dag op zijn account.

• 15,1 procent tweet nooit met collega’s, maar van die 15,1 procent tweetten de

meesten in het algemeen dan ook niet vaak.

• Heel veel journalisten maken reclame voor hun journalistiek werk: door een

link te plaatsen naar hun bijdrage, door reclame maken voor hun werkgever,

door te vermelden wie ze gaan interviewen of waar ze op dat moment mee

bezig zijn voor hun job. Twitter is dus zeker een sociaal medium die

journalisten gebruiken voor hun job

• Scoops: Verschillende journalisten hebben in de gevolgde maanden een scoop

op Twitter geplaatst. Wanneer dit gebeurde, merk je ook dat er onmiddellijk

een discussie gestart wordt. Het nieuws verspreidt zich als een lopend vuurtje.

Dit was bijvoorbeeld het geval toen ex-bisschop Roger Vangheluwe een

exclusief interview gaf aan het nieuwsmagazine ‘Vlaanderen Vandaag’ (VT4).

Page 48: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

48

Journalisten kwamen via Twitter te weten dat het interview gaande was en de

massale verontwaardiging bracht een grote discussie op gang op Twitter. Ook

het feit dat VT4 de scoop had en VTM de beelden onrechtmatig gebruikte,

waren voer voor discussie tussen verschillende journalisten zoals Ivan De

Vadder, Lisbeth Imbo, Eric Goens, Kathleen Cools, ... (bron De Standaard

online, 14 april 2011)

• De meeste journalisten die wij onderzochten gebruiken hun Twitteraccount

voor nieuwsgerelateerde tweets. Ze geven een link mee die naar het nieuws

leidt, ze discussiëren erover met andere, ze geven hun mening erover

enzovoort.

Alle bovenstaande conclusies verenigd kunnen we stellen dat de Vlaamse journalist

een actief wezen is op Twitter, die zijn account actief gebruikt om reclame te maken

voor zijn job (op welke manier dan ook), om nieuwsgerelateerde dingen te bespreken

en om contact te houden met collega’s. Daarnaast gebruiken ze Twitter ook als een

hulpmiddel. Om vragen te stellen, mensen te zoeken die hun kunnen helpen bij een

journalistieke opdracht enzovoort. In de algemene conclusie vergelijken wij deze

resultaten met die van de online enquête (cfr. infra).

Page 49: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

49

Online enquête

Inleiding

Het tweede luik van het empirisch gedeelte van deze masterproef bestaat uit een

online enquête uitgevoerd in april en mei 2011. De enquête werd uitgevoerd om de

exploratieve analyse van de tweets aan te vullen en omdat we wilden nagaan hoe

journalisten zelf tegenover dit medium staan. Wij beschrijven in dit deel de procedure

van dit deel van ons onderzoek, de vragen en opzet en presenteren uiteindelijk de

resultaten en conclusies.

Procedure

Als aanvulling op het kwalitatieve gedeelte leek het ons opportuun om, op basis van

de conclusies uit de literatuurstudie, enkele vragen op te stellen die inzicht konden

geven op de ingesteldheid van de journalisten die Twitter gebruiken. De vragen

werden verder opgelijst, er werd gekozen voor een mix van open en gesloten

(meerkeuze) vragen. De vragen peilden naar de redenen waarom het medium wordt

gebruikt en naar de manier waarop de journalist zelf vindt dat hij het medium

gebruikt. Wij probeerden onze vragenlijst zo logisch mogelijk in te delen (cfr. supra)

door te beginnen met enkele algemene socio-demografische vragen en vragen over

sociale media. Daarna werd er gepeild naar het Twittergebruik, de manier waarop en

vooral waarom men het gebruikt, om dan af te sluiten met enkele statements over

Twitter die we hebben opgepikt tijdens het schrijven van deze masterproef1.

Het opstellen van de vragenlijst gebeurde via de online ‘tool’ Surveygizmo. We

hielden het totaal van de vragen op 36, zodat de tijd om de enquête in te vullen ook

niet te lang werd. Om ons onderzoek ruchtbaarheid te geven postten we de links naar

ons onderzoek regelmatig op ons profiel, maar op Twitter kunnen enkel de mensen

die jou volgen je tweets zien en aangezien niet elke journalist die we wilden bereiken

ons volgt, moesten wij ook nog andere methodes gebruiken. We werden hierbij

geholpen door andere Twittergebruikers die onze link hadden ‘geretweet’ en door

journalisten die de enquête hadden ingevuld, die de link dan op hun beurt hadden

verspreid onder collega’s. In totaal werden onze verschillende tweets die journalisten

1 Zo is de stelling ‘elke journalist zou een Twitteraccount moeten hebben’ geponeerd door Ivan De

Vadder tijdens het BJIT-debat in Zellik.

Page 50: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

50

aanspoorden om onze enquête in te vullen 70 keer geretweet, door zowel journalisten

die het reeds invulden, als door bevriende twitteraars. Enkele journalisten konden we

ook bereiken met ‘Direct Messages’ (een berichtsysteem op Twitter waarbij je korte

berichten kan sturen naar je volgers) en we merkten wel dat we hierop redelijk wat

respons kregen2.

Onderzoeksvragen en opzet

Zoals reeds eerder vermeld wilden we een logische volgorde opstellen en ervoor

zorgen dat onze enquête niet te lang duurde om te beantwoorden, daarom mikten we

op 10 minuten invultijd. Toen we de enquête online hadden geplaatst kregen we toch

nog enkele opmerkingen. Zo tweette Michael Opgenhaffen (@MichOpgenhaffen ) dat

we beter een richttijd van 5 minuten hadden gebruikt en de socio-demografische

vragen achteraan hadden geplaatst. De enquête stond toen reeds online en was al door

enkelingen ingevuld, dus vonden we het niet opportuun nog zaken te veranderen,

maar het voordeel van Twitter wordt hiermee nogmaals geïllustreerd: de directe

feedback kan heel wat kennis en informatie opleveren.

De vragenlijst met mogelijke antwoorden werd integraal in de bijlage (cfr. infra)

opgenomen vanwege de lengte ervan.

Resultaten

In dit gedeelte bespreken we de belangrijkste resultaten van de enquête per onderdeel.

Het aantal respondenten dat een specifiek antwoord aangaf wordt steeds aangegeven

door N=. Het totale aantal respondenten is 128, dus N=128.

Socio-demografische gegevens

In dit gedeelte vroegen we de respondenten hun geslacht, geboortejaar, woonplaats,

werkgever en opleiding op te geven.

Geslacht

78,5 procent (N=102) van de respondenten was een man, 21,5 procent (N=28) een

vrouw.

2 De boodschap stuurden we op deze manier de wereld in:

Beste journalist op Twitter, heeft u 10 min. tijd om onze enquête over Twitter voor onze thesis in

te vullen? Bedankt! http://bit.ly/e0y04l

Page 51: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

51

Woonplaats

De respondenten gaven bij woonplaats de gemeente/stad aan waar ze wonen. Wij

sommen de resultaten op per provincie uit privacyredenen.

Resultaten per provincie:

• Brussel: 17

• Antwerpen: 42

• Oost-Vlaanderen: 41

• West-Vlaanderen: 11

• Vlaams-Brabant: 14

• Limburg: 3

De meeste Twitterende journalisten wonen dus in Antwerpen of Oost-Vlaanderen, al

geven deze resultaten weinig meerwaarde aan de onderzoeksresultaten.

Geboortejaar

Deze antwoorden groepeerden we per decennium met als doel de analyse te

vergemakkelijken. Uiteraard is dit een zeer arbitraire indeling, maar uiteindelijk is

leeftijd niet allesbepalend voor dit onderzoek.

Resultaten per leeftijdscategorie:

• Jaren ’50: 3 respondenten bevinden zich in deze leeftijdscategorie

• Jaren ’60: 17

• Jaren ’70: 36

• Jaren ’80: 69

Page 52: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

52

• Jaren ’90: 3

Het grootste deel van de actieve Twitterende journalisten is dus dertiger of veertiger

(82% van de respondenten). Deze cijfers liggen in de lijn van het algemene profiel

van de Vlaamse journalist (Deltour, P., 2010).

Freelance of vaste loondienst

We bevroegen, naast de werkgever van de journalist in kwestie, ook of de journalist

freelancer of vaste werknemer is. De antwoorden op deze open vraag waren niet altijd

eenduidig – sommige respondenten vulden hier enkel hun werkgever in – maar

globaal kunnen we besluiten dat de werknemers in loondienst in de meerderheid zijn.

• Freelance: 33 respondenten gaven dit antwoord aan

• Vaste loondienst: 93

• Andere/weet niet: 2

Medium waarvoor de journalist werkt/werkgever

Ook hier liepen de antwoorden sterk uiteen. Totaalcijfer komt niet overeen met het

aantal respondenten omdat sommigen meerdere media opgaven.

Page 53: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

53

1. TV & radio (in willekeurige volgorde)

• VRT: 24 (uiteenlopende media: Radio1, Sporza, Canvas, nieuwsdienst,

Radio2)

• VTM: 14 (Q-music, nieuws, VMMA)

2. Print (in willekeurige volgorde)

• De Morgen: 7

• Het Laatste Nieuws: 5

• Het Nieuwsblad: 2

• Knack: 7

• De Tijd (Mediafin): 8

• De Standaard: 2

• Story: 2

3. Andere: 28 (Flair, Humo, Clickx, Klasse, Libelle, Ché, ...)

Opleiding

• Universitair: 56,3% (N=71)

• Hoger onderwijs (korte type): 25,8% (N=32)

• Hoger onderwijs (lange type): 10,2% (N=14)

• ASO: 2,3% (N=4)

• Andere: 5,5% (N=7)

Page 54: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

54

Richting en graad van het hoogste behaalde diploma:

De meest voorkomende studierichtingen liggen in de lijn van het beroep: journalistiek

(18 respondenten) en communicatiebeheer of –wetenschappen (15 respondenten).

Daarnaast zijn er ook redelijk wat respondenten die talen studeerden. De antwoorden

op deze vraag lopen alweer sterk uiteen, waardoor volledige cijfers moeilijk kunnen

weergegeven worden.

Interpretatie van deze resultaten:

Twittergebruikers zijn een veelal hooggeschoold en mannelijk publiek. We vroegen in

dit gedeelte eveneens om de Twitternaam op te geven (optionele vraag), maar om

privacyredenen werden de antwoorden hierop weggelaten.

Vragen over het gebruik van sociale media in het algemeen

In deze reeks vragen peilden we naar het gebruik van sociale netwerksites: welke

worden door journalisten het vaakst gehanteerd en waarom? We gaven enkele

belangrijke, uit de literatuur afgeleide antwoorden op, maar er bestond ook de vrijheid

om andere sites of redenen op te geven.

Op welke sociale netwerksites heeft u een account?

• Twitter: uiteraard 100%, we wilden enkel journalisten bereiken die Twitter

gebruiken (N=128)

• Facebook: 93% (N=120)

• LinkedIn: 76% (N=98)

• Eigen blog: 36% (N=47)

• Sociale bookmarking sites: 22,5% (N=29)

• Tumblr: 21,7% (N=28)

• MySpace: 19,4% (N=25)

• Google Buzz (ondertussen vervangen door Google+): 13,2% (N=17)

• iTunes Ping: 13,2% (N=17)

• Andere: 12,4% (N=16)

Page 55: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

55

Bij de categorie ‘andere’ bestond de mogelijkheid om zelf een antwoord aan te vullen.

15 respondenten maakten hiervan gebruik. De ingevulde antwoorden lopen sterk

uiteen. We zetten daarom de ingevulde sites op een rijtje hieronder, we vulden zelf de

functie van de sites in kwestie aan tussen haakjes.

• Disqus.com (commentarenplatform waarbij je een community bouwt)

• Hyves.nl (populaire Nederlandse netwerksite vergelijkbaar met Facebook en

Netlog)

• Last.FM (sociale netwerksite die gebruikers op basis van muzieksmaak met

elkaar verbind)

• Netlog.be (de Vlaamse versie van Facebook)

• Posterous.com (een ‘publishing platform’ dat je posts op verschillende sociale

media integreert in een blog)

• Quora.com (een sociale netwerksite die gebruikers toelaat op de vragen van

medegebruikers te antwoorden en hen zelf vragen te stellen)

• Yammer.com (een sociale netwerksite die werknemers van bedrijven

groepeert en zo, naar eigen zegge, corporate communicatie verbetert)

• Friendfeed.com (een sociale netwerksite die alle updates van alle vrienden van

verschillende sociale netwerksites aggregeert)

• Second Life (virtuele wereld waarin je contact kan leggen met andere virtuele

versies van echte personen)

• Soundcloud.com (een sociale netwerksite die muzikanten en dj’s toelaat om

muziek up te loaden en te delen met vrienden)

Page 56: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

56

• Soup.io (een eenvoudige blogsite in de stijl van Tumblr), Evernote.com

(notitietool, eigenlijk geen echte sociale netwerksite) en Flickr.com (site waar

foto’s kunnen gedeeld worden)

• Twitxr (een site waarbij je direct foto’s kan delen met vrienden op

verschillende sociale netwerksites)

• Youtube (sociale netwerksite rond video), Instagram (iPhoneapplicatie die je

toelaat foto’s met een netwerk te delen en ze te bewerken met filters) en

Foursquare.com (locatiegebaseerd sociaal netwerk en smartphone applicatie

waar je op plaatsen moet inchecken en dat kan delen met vrienden)

• 2 respondenten gaven als antwoord ‘(te) veel om op te noemen’ aan

Welke sociale netwerksites gebruikt u het meest en waarom?

Deze vraag bestaat uit twee delen: eerst moest de respondent op basis van de

meerkeuzeantwoorden uit de vorige vraag een keuze maken uit de opgegeven sociale

netwerksites en vervolgend diende men via een puntensysteem (1, 2 en 3) de

belangrijkste redenen voor gebruik opgeven. We zien dat de ranking van de sites

ongeveer de lijn volgt van de antwoorden op de vorige vraag: de sites waar de

meerderheid een account op heeft worden ook het vaakst gebruikt. Let wel: we

hielden er rekening mee dat sommige respondenten slechts 1 of 2 sociale netwerken

actief gebruiken. Het tweede en derde luik van deze vraag was dan ook optioneel en

werd dan ook niet door alle respondenten ingevuld, we geven de aantallen dan ook

per vraag weer. Daarnaast werd ook rekening gehouden met journalisten die Twitter

niet in hun top drie van meest gebruikte sites geplaatst hadden. Voor hen werd een

extra vraag (optioneel en dus niet door iedereen ingevuld) gecreëerd, waardoor ze

alsnog de redenen van gebruik voor Twitter konden opgeven3.

Ranking

1. Twitter

2. Facebook

3. LinkedIn

4. Eigen blog

3 Voor deze resultaten zijn er geen cijfers voorhanden van het aantal respondenten die de bepaalde sociale netwerksite op 1, 2 of 3 plaatste.

Page 57: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

57

5. Social bookmarking site

6. Tumblr

7. Google Buzz

8. MySpace

9. iTunes Ping

10. Andere

Voornaamste redenen van gebruik van de sociale netwerksite op de eerste plaats

De antwoorden op deze vraag gelden op de site die de journalist aangaf het meeste te

gebruiken. In de meeste gevallen gaat het hier om Twitter, maar dit geldt niet voor

alle antwoorden. Helaas bestond de mogelijkheid niet om hier een opsplitsing te

maken, maar zoals we verder zullen zien liggen de antwoorden zeer vaak in dezelfde

lijn, er is dus zeker sprake van interne consistentie.

1. Nieuwsgaring: voor 60,8% is dit de belangrijkste gebruiksreden (N=79)

2. Nieuws delen: 47,7% (N=62)

3. Op de hoogte blijven van activiteiten van kennissen, vrienden en collega’s:

40% (N=52)

4. Persoonlijke bedenkingen over nieuwsfeiten of nieuwsberichten uiten: 30,8%

(N=40)

5. Conversaties voeren en discussiëren: 23,8% (N=31)

6. Meningen van burgers over nieuwsfeiten te weten komen (vox pop): 23,1%

(N=30)

7. Om inspiratie op te doen voor mijn programma of artikel: 19,2% (N=25)

8. Getuigen en ervaringsdeskundigen zoeken: 12,3% (N=16)

9. Om mezelf als journalist in de markt te zetten: 10,8% (N=14)

10. Om afspraken te maken: 3,8% (N=5)

11. Andere: 3,1% (N=4)

Bij de antwoordcategorie ‘andere’ bestond de mogelijkheid om zelf een

gebruiksreden op te sommen. 4 respondenten deden dit en de reden kunnen we

samenvatten als ‘amusement’.

We merken dus een duidelijke aftekening van de top drie op, want na die top drie zakt

het percentage naar 30%. We kunnen dus stellen dat Twitter voornamelijk gebruikt

wordt om de actuele stand van zaken te volgen, de drie voornaamste gebruiksredenen

Page 58: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

58

hebben allemaal daarmee iets te maken. Zichzelf als journalist in de markt zetten is

geen populaire gebruiksreden. ‘Personal branding’, zoals dit vaak omschreven wordt,

is voor vele gebruikers een belangrijke gebruiksreden, maar blijkbaar (nog) niet voor

de gemiddelde Vlaamse journalist op Twitter.

Bart Eeckhout (De Morgen) beschrijft het als volgt:

“Het is een belangrijke kans die het medium ons als journalist geeft. Zo kunnen we op

Twitter reclame maken voor stukken die we zelf gemaakt hebben. Ik probeer zelf ook

zo fair te zijn om ook het werk van collega’s van andere redacties aan te prijzen, ook

al gebeurt het niet zo vaak. Maar het is zo dat hetgeen ik doorstuur aan artikels,

daarvan 90 procent van onze eigen redactie komt. Het werkt een beetje als een soort

reclamebord voor het werk dat wij hier leveren.”

Voornaamste redenen van gebruik van de sociale netwerksite op de tweede plaats

Deze vraag peilde naar de sociale netwerksite die, naast Twitter, het vaakst gebruikt

wordt. Op basis van de eerder vermelde ranking is het antwoord op deze vraag

Facebook, de vraag werd ingevuld door 124 respondenten.

Deze antwoorden verschillen op bepaalde vlakken van de antwoorden op de vorige

vraag. De volgorde verschilt essentieel: hier is, in de lijn met wat de literatuur

uitwijst, het sociale en vriendschappelijke belangrijker dan op Twitter. Slechts op de

tweede plaats (en allemaal even belangrijk) komen de actualiteitsgebonden functies.

De volgorde van de functies verschilt niet veel met de antwoorden op de vraag die

peilde naar de functies van Twitter.

1. Op de hoogte blijven van activiteiten van kennissen, vrienden en collega’s:

voor 45,2% is de belangrijkste gebruiksreden (N=56)

2. Persoonlijke bedenkingen over nieuwsfeiten of nieuwsberichten uiten &

nieuws delen & nieuwsgaring: elk 32,3% (N=120, voor elke antwoord apart:

N=40)

3. Conversaties voeren en discussiëren: 23,4% (N=29)

4. Om mezelf als journalist in de markt te zetten: 20,2% (N=25)

5. Meningen van burgers over nieuwsfeiten te weten komen (vox pop): 16,9%

(N=21)

Page 59: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

59

6. Getuigen en ervaringsdeskundigen zoeken & om inspiratie op te doen voor

mijn programma of artikel: beiden 13,7% (N=17)

7. Om afspraken te maken: 9,7% (N=12)

8. Andere: 6,5% (N=8)

Ook hier bestond de mogelijkheid om zelf een reden in te vullen bij de categorie

‘andere’. Het gros van de antwoorden hier is ‘vrije tijd’ en ‘om persoonlijke redenen’.

‘Achtergrondinfo verzamelen’ en ‘netwerken en contacten onderhouden’ werden ook

opgegeven.

Voornaamste redenen van gebruik van de sociale netwerksite op de derde plaats

Uit de ranking (cfr. infra) blijkt dat LinkedIn de derde meest door journalisten

geraadpleegde sociale netwerksite is. Deze site heeft een specifiek doel (professioneel

netwerk uitbreiden) en hier verwachtten we dus andere resultaten dan Twitter en

Facebook. De verwachtingen werden ingelost. Deze vraag werd ingevuld door 114

respondenten.

1. Om mezelf als journalist in de markt te zetten: voor 43% is dit de belangrijkste

gebruiksreden (N=49)

2. Op de hoogte blijven van activiteiten van kennissen, vrienden en collega’s:

31,6% (N=36)

3. Nieuws delen en persoonlijke bedenkingen over nieuwsfeiten of

nieuwsberichten uiten: 21,9% (N=50, voor elk antwoord apart: N=25)

4. Getuigen en ervaringsdeskundigen zoeken: 17,5% (N=20)

5. Andere: 13,2% (N=15)

6. Nieuwsgaring: voor 12,3% (N=14)

7. Om afspraken te maken: 10,5% (N=12)

8. Conversaties voeren en discussiëren: 8,8% (N=10)

9. Om inspiratie op te doen voor mijn programma of artikel: 7,9% (N=9)

10. Meningen van burgers over nieuwsfeiten te weten komen (vox pop): 4,4%

(N=5)

De antwoorden die bij deze vraag bij ‘andere’ werden geplaatst kunnen we

samenvatten als ‘netwerken’. Anderen gebruiken het ook nog om ‘jobmogelijkheden

te exploreren’ of ‘foto’s te verdelen’.

Page 60: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

60

Voornaamste redenen van gebruik van Twitter indien deze site niet opgenomen werd

in de top 3

Hier peilden we weer naar de gebruiksredenen van Twitter. De vraag werd ingevuld

door 16 respondenten, dit wil dus zeggen dat 16 personen Twitter niet in hun top 3

van meest gebruikte netwerksites hadden geplaatst. De belangrijkste redenen die zij

aangeven liggen in de lijn van de antwoorden die de journalisten gaven op de vraag

waarom zij de sociale netwerksite die zij in de ranking op 1 plaatsten het meest

gebruiken. De drie belangrijkste redenen zijn dezelfde voor deze vragen.

1. Nieuwsgaring: voor 81,3% is dit de belangrijkste gebruiksreden (N=13)

2. Nieuws delen: 62,5% (N=10)

3. Persoonlijke bedenkingen over nieuwsfeiten of nieuwsberichten uiten & op de

hoogte blijven van activiteiten van kennissen, vrienden en collega’s & om

inspiratie op te doen voor mijn programma of artikel: elk 25% (N=12, voor elk

antwoord apart: N=4)

4. Om mezelf als journalist in de markt te zetten & meningen van burgers over

nieuwsfeiten te weten komen (vox pop): beiden 18,8% (N=6, voor elk

antwoord apart: N=3)

5. Conversaties voeren en discussiëren & getuigen en ervaringsdeskundigen

zoeken & om afspraken te maken & andere: 6,3% (N=2, voor elk antwoord

apart: N=1)

1 persoon gaf bij de categorie ‘andere’ het antwoord ‘geen in het rijtje’ aan.

Vragen over het gebruik van Twitter

Sinds wanneer heeft u een Twitteraccount?

We maakten voor deze vraag geen vooropgestelde antwoorden. We turfden de

antwoorden op de

volgende manier:

• Eind 2006: 2

• Begin 2007: 7

Page 61: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

61

• Eind 2007: 2

• Begin 2008: 5

• Eind 2008: 5

• Begin 2009: 19

• Eind 2009: 14

• Begin 2010: 19

• Eind 2010: 15

• Begin 2011: 7

• Weet niet: 3

We zien dat de grootste piek in 2009 en 2010 ligt, het moment dat de site voor het

grote publiek begon te ‘boomen’.

Persoonlijk of privégebruik van Twitter?

Twitter enkel gebruiken voor persoonlijke doeleinden, komt als journalist niet vaak

voor (7,8%, N=11). De meeste respondenten gebruiken het medium voor beide (50%,

N=65). 42,2% (N=54) gaf aan Twitter enkel te gebruiken voor professionele

doeleinden.

Page 62: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

62

Op welke manier gebruikt de respondent zijn Twitteraccount het meest?

De meerderheid (67,2%, N=87) gebruikt Twitter zowel om zelf zaken te posten, als

om interessante mensen te volgen. 21,9% (N=27) gebruikt de site enkel om de laatste

reden, hetgeen we ‘passief’ noemden, hij of zij post zelf geen tweets. 10,9% (N=14)

gebruikt het dan weer enkel om zelf te tweeten.

Heeft de respondent 1 of meerdere accounts op Twitter?

De meerderheid houdt het bij 1 account, bijna 80% (N=102). 20% (N=26) heeft

meerdere accounts. Bij deze 20% vroegen we door naar de beweegredenen voor het

hebben van 2 of meer accounts. De volgende vraag luidde daarom: ‘Heeft u meerdere

account zodat u uw publieke persoonlijkheid van uw private kan scheiden?’. 40%

antwoordde ‘ja’ daarop, 60% ‘neen’. Bij die 60% vroegen we om een andere reden op

te geven. Veel antwoorden hierop liggen ongeveer in dezelfde lijn, we namen de

volledige lijst op in de bijlage (bij de antwoorden op de respectievelijke vraag). We

Page 63: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

63

merken vooral op dat journalisten ook steeds meer voor hun bedrijf/programma

tweeten, zo gaven enkele respondenten aan voor hun magazine of programma te

tweeten. Een krantenjournalist kan bijvoorbeeld de ‘feed’ van z’n krant onderhouden,

maar tegelijkertijd ook zijn eigen, persoonlijke account hebben. Een redacteur bij een

nieuwsprogramma kan bijvoorbeeld via de Twitteraccount van zijn programma de

gasten van vanavond aankondigen, maar ook persoonlijk tweeten via zijn eigen

gebruikersnaam. Andere hebben een extra account ter ontspanning, terwijl de andere

zegt hem te gebruiken voor ‘specialisatie’. Twee accounts hebben wordt in deze

gevallen dus als nuttig beschouwd. Volgens ons is dit een fenomeen dat nog zal

toenemen in de toekomst.

Hoe vaak maakt u gebruik van Twitter? (meerkeuzevraag)

Het merendeel van de ondervraagde journalisten gebruikt het medium al vrij intensief

en raadpleegt het meerdere keren per dag (72,7%, bijna drie vierder). 16,4% geeft aan

er dagelijks gebruik van te maken. Dat wil dus zeggen dat bijna 90% van onze

respondenten Twitter minstens 1 maal per dag raadpleegt. Dit houdt natuurlijk

verband met de vluchtigheid van het medium, om mee te zijn met de actualiteit is het

aangewezen om de site op dagelijkse basis te bekijken. Uiteraard kan dit resultaat ook

een vertekening in de resultaten opleveren, want niet iedere Vlaamse Twitterende

journalist kent het medium al genoeg om het dagelijks te hanteren. We houden hier

rekening mee in het gedeelte ‘beperkingen’ (cfr. infra). De overige 10% van de

respondenten gebruikt het medium significant minder: 7% meerdere keren per week,

1,6% wekelijks, 0,8% meerdere keren per maand en 1,6% maandelijks.

We kregen in verband met deze vraag een terechte opmerking op Twitter van

journalist @bergbosburcht (Frank Willemse). Hij zei ons: ‘Resultaten al gedateerd

Page 64: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

64

nog voor je ze had neergeschreven. Ik gebruik Twitter al helemaal anders dan 3

maanden geleden’ (link naar tweet!). Uiteraard heeft hij hier gelijk, zoals we al

aangaven: er kwamen steeds meer journalisten bij tijdens ons onderzoek en die leren

de site allemaal maar geleidelijk aan kennen. Het gebruik van de site evolueert dus

snel en de gebruikers bijgevolg ook. We houden met deze opmerking ook rekening in

het gedeelte ‘beperkingen’ (cfr. infra).

Hoe actief vindt u zichzelf op Twitter?

Deze vraag geeft ons een interessante vergelijking met de vorige vraag. Ongeveer

90% gaf aan de site minstens dagelijks te raadplegen, maar slechts 1/4e van de

respondenten noemt zichzelf echt actief op de site. 35,2% vindt zichzelf eerder actief,

20,3% neutraal (noch actief, noch passief). Ongeveer 20% vindt van zichzelf dat hij

of zij de site (eerder) passief gebruikt. In het algemeen wijzen deze antwoorden in

vergelijking met de antwoorden op de vorige vraag uit dat de journalisten van zichzelf

vinden dat ze het medium nog actievere kunnen gebruiken.

Op welke manier raadpleegt u Twitter het meest?4

1. Op het werk op mijn pc/laptop

2. Thuis op mijn pc/laptop

3. Op mijn mobiele telefoon

4. Op mijn tabletcomputer (bijvoorbeeld: iPad)

4 Voor deze resultaten voorhanden van hoeveel respondenten een bepaald antwoord aangaven.

Page 65: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

65

5. Andere (bij deze categorie was er de mogelijkheid om zelf een

gebruikersplatform op te geven, maar dit werd door geen enkele respondent

gedaan)

Welke mensen volgt u het meest?

1. Opiniemakers binnen mijn vakgebied: 90,6% (N=118)

2. Collega’s: 85,9% (N=110)

3. ‘Feeds’ van kranten/persbureaus/bedrijven (N=78)

4. Kennissen en vrienden: 55,5% (N=73)

5. Opiniemakers buiten mijn vakgebied (N=67)

6. Andere (N=12)

Ook hier kregen respondenten de mogelijkheid om bij ‘andere’ zelf een antwoord op

te geven. Bekende mensen zijn over het algemeen populair op Twitter en dat blijkt

ook uit de aangegeven antwoorden, ook atleten horen volgens ons bij deze categorie.

Daarnaast zien we dat Twitter ook ter ontspanning wordt gebruikt aangezien

sommigen duidelijk geen band moeten hebben met de gevolgde persoon, maar hem

of haar gewoon grappig, origineel en interessant kan vinden om hem of haar te volgen

op Twitter. De volledige lijst van antwoorden op de categorie ‘andere’ is te vinden in

de bijlage bij de antwoorden op de respectievelijke vraag.

Collega’s aansporen om te tweeten?

De ene helft van de respondenten (48,5%, N=63) doet dit, de andere helft (51,5%,

N=67) niet. 54 respondenten konden al 1 of meerdere collega’s overtuigen.

Page 66: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

66

Kwalitatieve antwoorden op deze vraag zijn voer verder onderzoek, ook onze

interviewees werden hier niet over bevraagd.

Policy omtrent Twittergebruik op het werk?

Steeds meer doken in de actualiteit berichten op over hoofdredacteurs die hun

journalisten regels opleggen omtrent het gebruik van sociale media. Een voorbeeld

hiervan is de blogpost van de Belgische NRC-hoofdredacteur Peter Vandermeersch

(2010, 14 april). Hij beschrijft hierin argumenten die voor en tegen een algemene

code inzake het gebruik van sociale media op de redactie pleiten en besluit dat het niet

toegestaan is om ‘interne informatie over de krant of NRC Media te plaatsen of te

bespreken’ en dat het niet verstandig is om ‘operationele informatie te plaatsen’. Ook

de NOS in Nederland heeft een zogenaamd ‘Twitter-reglement’ (Overdiek, 2009).

Ook in ons land blijken er wel op één of andere manier al regels op de redacties te

zijn, dat blijkt uit de resultaten van deze vraag. 1 vierde (N=32) geeft aan dat er reeds

(ongeschreven?) regels zijn omtrent het gebruik van Twitter op de werkvloer. 9,4%

(N=12) weet het niet en 65,6% (N=84) zegt dat er (nog) geen ‘policy’ is in zijn of

haar mediabedrijf.

Optioneel kon aangegeven worden wat die ‘policy’ juist inhoudt. De volledige lijst

van antwoorden werd opgenomen in de bijlage, maar over het algemeen kunnen we

stellen dat er vanuit het mediabedrijf aangeraden wordt om voorzichtig te zijn. We

merken op dat de werkgever vooral zaken adviseert, zonder die echt in een

‘reglement’ te gieten. Wat duidelijk is, is dat de VRT daarentegen een goed

Page 67: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

67

uitgewerkte code heeft die de journalistieke deontologie integreert. Negatieve

uitlatingen tegenover het huis en subjectiviteit zijn daarbij ten strengste verboden.

Woorden (of gelijkaardige antwoorden) als ‘aandachtig’, ‘bewust mee omgaan’ en

‘loyaliteit’ zien we vaak terugkomen. De journalisten worden dus vooral geacht om

de deontologie die op hen van toepassing is door te trekken naar de sociale media.

Andere opvallende antwoorden: iemand die zegt dat het gebruik aangemoedigd wordt

en andere respondenten die ook aangespoord worden om hun medium via Twitter

beter te profileren. Werkgevers beginnen met andere woorden het belang van dit

medium voor de journalistiek in te zien en nemen al behoorlijke initiatieven om

richtlijnen te geven over het gebruik ervan op de werkvloer.

Een mooi voorbeeld van hoe een mediabedrijf en haar werknemers tegenover het

persoonlijk gebruik van sociale media staan, vonden we terug in Joost (mei 2011,

p.2), het bedrijfsblad van de VRT. In dit blad wordt elke maand een poll opgenomen

die werd ingevuld door de werknemers. Op de vraag ‘Mag je als medewerker op

Facebook of Twitter je mening over de VRT de vrije loop laten?’ werd met 82

procent (N=197) ‘nee’ geantwoord en slechts 18 procent vind dit wel kunnen (N=43).

Het is dus belangrijk om het eigen huis niet in een negatief daglicht te plaatsen, al

kunnen we hier niet uit concluderen dat dit voor elk mediabedrijf geldt.

Scoops op Twitter?

Eén derde van de respondenten postte al eens een scoop, deelde het nieuws op Twitter

vooraleer hij/zij het nieuws op een andere manier deelde met het publiek, 67% niet

We vroegen aan de 33% die positief op deze vraag antwoordde hoe vaak zij dit doen,

de resultaten worden samengevat in de volgende grafiek (46 respondenten

beantwoordden deze optionele vraag)

Page 68: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

68

Hoewel het steeds meer gebeurd, kunnen we niet stellen dat het al sterk ingeburgerd

is: drie vierde post scoops maximum enkele keren per maand. In het exploratieve

onderzoek werd deze functie al uitvoerig besproken (cfr. supra).

Stellingen

We legden de respondenten drie stellingen voor die het belang van Twitter in de

journalistieke wereld onderstrepen en vroegen of men akkoord ging of niet. We

plaatsen per stelling een taartdiagram met de procenten per antwoordmogelijkheid en

bespreken de resultaten aan het eind van dit gedeelte.

Volgens recente berichten is er steeds minder aandacht voor buitenlands nieuws.

Twitter kan deze trend keren.

Journalisten houden op hun Twitteraccount best hun private en professionele leven

gescheiden.

Page 69: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

69

Elke journalist zou een Twitteraccount moeten hebben.

Samenvatting van deze resultaten

Wanneer de antwoorden op de stellingen samenvatten kunnen we stellen dat er toch

nog vaak ‘geen mening’ of ‘neutraal’ geantwoord wordt. Ongeveer één vierde gaf

telkens aan ‘neutraal’ te staan tegenover de stelling. Uiteraard kan er niet gesteld

worden dat dit steeds dezelfde respondenten waren.

We kozen in dit onderzoek expliciet voor uitspraken die Twitter positief voorstellen

en het nut ervan benadrukken. Globaal zien we dat journalisten toch eerder positief

staan tegenover dit medium, er is een groter percentage dat ‘(eerder) akkoord’

antwoordt dan ‘(eerder) niet akkoord’. Bij de laatste stelling gaat dit zelfs over bijna

60%. Volgens ons wijst dit uit dat de bevraagde journalisten Twitter als een

meerwaarde beschouwen voor hun beroep. Uiteraard moeten we ook hier nuanceren:

de respondenten zijn journalisten die Twitter reeds (volop) gebruiken, waardoor het

bijna logisch wordt dat zij positief staan tegenover het medium. Een bevraging

uitvoeren bij journalisten die Twitter niet kennen of gebruiken zou evengoed

tegengestelde resultaten kunnen genereren. Verder onderzoek hier rond is dus

aangewezen (cfr. infra).

Weggelaten vragen in deze analyse

Page 70: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

70

Omwille van privacyredenen lieten we in de resultaten enkele vragen en antwoorden

erop weg. Zo konden respondenten optioneel hun Twitternaam en e-mailadres

opgeven, maar namen wij dit niet op in deze paper. Ook het aantal volgers en

gevolgden werden gevraagd, maar voor de uiteindelijke analyse hadden deze

gegevens weinig relevantie en, zo merkten we op, niet elke respondent heeft deze

getallen even correct ingevuld.

Conclusies online enquête

Deze kwantitatieve bevraging heeft een duidelijk beeld kunnen schetsen van de

motivatie voor het gebruik van Twitter door Vlaamse journalisten. De belangrijkste

‘learnings’ worden hier onder geschetst. Een vergelijking met de gemiddelde Vlaamse

beroepsjournalist volgt in de algemene conclusie (cfr. infra).

Profiel van de gemiddelde Vlaamse twitterende journalist

De bevraging van socio-demografische gegevens laat ons toe een beeld te schetsen

van de gemiddelde journalist die twittert. Hij is mannelijk, geboren in de jaren ‘80 en

raadpleegt Twitter op dagelijkse basis. Hij werkt in vaste loondienst en heeft zijn

hogere studies afgerond.

Hoe gebruikt de gemiddelde Vlaamse twitterende journalist sociale media?

De respondent is blijkbaar goed thuis in de wereld van de sociale media, bijna

iedereen heeft naast een Twitter- ook een Facebookaccount. Naar het gebruik van

sociale media in het algemeen werd niet gepeild, er kunnen dus geen uitspraken

gedaan worden over de intensiviteit van het gebruik van sociale netwerksites. We zien

dat verschillende sites verschillende functies vervullen in het leven van een journalist.

Ook al is er een af en toe overlapping tussen de drie meest gebruikte sites, Twitter,

Facebook en LinkedIn, toch kunnen we zeggen dat ze elk een specifiek imago hebben

en dus voor elke site aparte motivaties bestaan om ze te gebruiken.

Hoe gebruikt de gemiddelde Vlaamse twitterende journalist Twitter?

De respondenten zijn overduidelijk nog steeds de verschillende mogelijkheden van

het medium aan het testen. De meerderheid sloeg één à twee jaar geleden aan het

twitteren, de periode dat Twitter bekend werd voor het grotere publiek. Twitter wordt

Page 71: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

71

wel op verschillende manier gebruikt: er zijn respondenten die het louter in het

professionele leven gebruiken, anderen voor privédoeleinden en daarnaast merkten

we ook zowel passief als actief gebruik op. Een duidelijke lijn in het gebruik is dus

moeilijk te trekken, daarvoor zal het medium waarschijnlijk nog meer ingeburgerd

moeten geraken bij de beroepsgroep.

De attitude tegenover het sociale medium is toch overwegend positief: men spoort

collega’s aan om het uit te proberen en reageert voornamelijk positief op de gegeven

stellingen. Zo’n ingesteldheid zorgt er volgens ons voor dat Twitter nog

groeipotentieel heeft bij journalisten in ons land. De situatie dient met andere

woorden steeds opgevolgd te worden, verder in deze masterproef doen wij dan ook

aanbevelingen voor verder onderzoek in dit gebied.

Page 72: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

72

Conclusies

Beperkingen

De twee verschillende gevoerde onderzoeken hebben naast enkele interessante

bevindingen, uiteraard ook beperkingen met zich meegebracht. Doordat we een

exploratieve studie uitvoerden, kon niet elk aspect onderzocht worden en waren er

ook zaken die onmogelijk konden betrokken worden in onze studie. Hieronder

sommen we, in lijstvorm, enkele belangrijke beperkingen van ons onderzoek op. Deze

beperkingen betekenen echter niet dat het onderzoek waardeloos is geweest.

- De allereerste beperking van ons onderzoek is de tijdspanne: onderzoek

uitvoeren over een langere periode is altijd aangewezen, maar wij moesten

rekening houden met een tijdslimiet, waardoor we de analyse niet langer

konden rekken dan twee maanden. In verder onderzoek zou een studie van zes

maanden een vollediger beeld kunnen schetsen van het journalistieke

Twitterlandschap.

- Doordat het medium nog maar 5 jaar bestaat is er slechts weinig

wetenschappelijke literatuur om handen over dit onderwerp. De aanwezige

literatuur is ook overwegend Amerikaans en de conclusies daaruit zijn dus

vaak niet door te trekken naar de situatie in ons land, of zelf in Europa. We

hebben wel de indruk dat het aantal onderzoeken naar dit medium in Europa

gestaag groeit. Een toekomstig onderzoek dat zich toespitst op het uitspitten

van al deze literatuur kan ook voor dit medium een grote meerwaarde

betekenen.

- De vluchtigheid van het medium brengt verschillende beperkingen met zich

mee. Ten eerste verandert het gebruik ervan danig snel (cfr. de opmerking van

Frank Willemse, supra), onderzoek kan hier moeilijk op inspelen. Door deze

snelheid is ook het aantal onderzoeksvariabelen dat kan opgenomen worden in

een onderzoek beperkt. Timelines van mensen die vaak tweeten veranderen

danig snel, dat er moeilijk op in te spelen valt.

- Twitter groeit snel en dat beschouwen we (deels) als een beperking: steeds

meer journalisten vonden tijdens ons onderzoek de weg naar Twitter,

Page 73: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

73

waardoor we nooit een volledige lijst van journalisten hadden kunnen maken.

Indien het onderzoek nu zou uitgevoerd zou men rekening moeten houden met

een veel grotere steekproef. De lijst van journalisten die tot nu toe aanlegden

telt bijvoorbeeld al meer dan 300 twitterende journalisten. Een steekproef van

500 respondenten lijkt ons dan ook haalbaar voor verdere analyses.

- Een andere beperking is het feit dat we niet altijd rekening konden houden met

oververtegenwoordiging. We hadden het idee om ervoor te zorgen dat in ons

onderzoek niet teveel journalisten van één bepaald mediabedrijf opgenomen

werden, maar dit was niet altijd mogelijk. Zo konden we bijvoorbeeld

vaststellen dat er meer journalisten van de VRT en De Standaard actief

aanwezig zijn op Twitter dan van andere mediabedrijven.

- Het aantal verschillende aspecten dat we konden analyseren was ook beperkt.

Zo hadden wij er bijvoorbeeld ook aan gedacht om het aantal scoops en

conversaties met collega’s te registreren, maar door de tijdspanne van twee

maanden in achting te nemen, wat al een hele tijd is naar Twitternormen, was

dit bijna onbegonnen werk. De constante stroom van en bijgevolg de grote

hoeveelheid aan informatie maakt het dus moeilijk om de vele functies en

aspecten van het medium bij het onderzoek te betrekken. We hebben dus, op

basis van efficiëntie, keuzes moeten maken.

- Een andere beperking van dit onderzoek is dat het niet veralgemeenbaar is

voor het gehele land. We waren beperkt, door taal en de voorgenoemde

beperkingen, en konden daardoor enkel het Nederlandstalige deel van de

journalistieke Twitterpopulatie voor onze rekening nemen. Verder onderzoek

naar het Franstalige deel en het volledige Belgische journalistieke

Twitterlandschap is dan ook aangewezen (cfr. infra). Niet enkel om een

exhaustiever beeld kunnen schetsen, maar ook om verschillen en gelijkenissen

in gebruik en perceptie bloot te leggen.

- In het begin van dit onderzoek hadden we het idee om de scoops die op

Twitter gepost worden heel nauwgezet te worden, maar hier is alweer de

snelheid van het medium de spelbreker. Je kan moeilijk 24 op 24 je

Twitterfeed volgen en alles even nauwgezet analyseren. Zodoende was het

bijna onmogelijk om elke tweet van elke gevolgde journalist gelezen te

hebben. Het oorspronkelijk doel was om scoops te ontdekken en te weten te

komen, aan de hand van de sites van de media waarvoor de journalist in

Page 74: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

74

kwestie werkt, hoeveel sneller de journalist het bericht wereldkundig maakte

dan het ‘officiële’ medium, namelijk de site. Dit was door verschillende reden

bijna onmogelijk en vormde uiteraard ook een probleem voor freelancers. Een

kanttekening die we hierbij moeten plaatsen is het feit dat sommige sites een

twitterfeed op de home page zetten, met geïntegreerde tweets van journalisten

die voor de site werken (bijvoorbeeld Karl Vannieuwkerke (@vannieuwkerke)

bij sporza.be), en dat er via deze journalisten en ‘feeds’ nieuws op de site

komt te staan, dat nog niet is bekend gemaakt op de site zelf. Om deze twee

aspecten te synchroniseren is er dus duidelijk nog wat werk aan de winkel.

- Het feit dat we niet kozen voor diepte-interviews (behalve de interviews met

Lisbeth Imbo, Ivan De Vadder, Patrick Van Gompel en Bart Eeckhout) met

fervente twitterende journalisten kan door sommigen misschien ook als een

beperking worden beschouwd. Wij hadden de vrees dat ons onderzoek op die

manier te uitgebreid zou worden en enkel een ‘hard core’ publiek (en het

gebruik van het medium door dat publiek) in de kijker zou zetten. Wij kozen

met andere woorden bewust voor een online enquête omdat we zo meer

meningen en mensen konden bevragen en een vollediger beeld zouden kunnen

schetsen van de gemiddelde Vlaamse twitterende journalist. Voor verder

onderzoek raden wij natuurlijk diepte-interviews aan, omdat deze een grote

schat aan informatie kunnen opleveren als het gaat over het dagelijkse gebruik

van Twitter en de integratie ervan op de journalistiek werkvloer.

- Ten slotte kunnen op voorhand opgegeven antwoorden ook als een beperking

worden aanzien. Wij kozen ook hier echter bewust voor de techniek van

gesloten meerkeuzevragen om de analyse van de vele informatie die zou

gegenereerd worden door de online enquête te kunnen overzien. De lengte van

het onderzoek door open vragen ook aanzienlijk verlengd worden en bijgevolg

veel respondenten ook doen afhaken. Aangezien de bedoeling was om meer

dan 100 respondenten te bereiken, was deze keuze dus bewust en op basis van

literatuur ingegeven. Achteraf hebben we opgemerkt dat de opgegeven

antwoorden af en toe onvolledig waren, zo vergaten we Youtube op te geven

bij de vraag over de accounts op sociale netwerksites, maar anderzijds is het

moeilijk om hierin volledig te zijn. De open categorie ‘andere’ komt (deels)

tegemoet aan deze beperking en heeft regelmatig boeiende antwoorden

opgeleverd (cfr. supra). Hierbij willen we ook graag opmerken dat we bij de

Page 75: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

75

verwerking van de resultaten criteria (bijvoorbeeld: je bent een actieve

Twitteraar vanaf minimum 1 tweet per dag) hanteerden die door andere

onderzoekers misschien anders geformuleerd zouden worden, uiteraard dienen

we hier te zeggen dat deze arbitrair zijn.

Ondanks deze beperkingen leverde de studie heel wat interessante resultaten en

inzichten voor de toekomst op.

Algemene conclusies uit het empirisch onderzoek

Journalisten in Vlaanderen lijken steeds meer gewonnen te zijn voor het idee van

sociale media die geïntegreerd worden op de werkvloer. In het gehele Vlaamse

medialandschap zagen we tijdens ons onderzoek heel wat mensen die Twitter eens

wilden uitproberen en account aanmaakten. Die trend zal zich volgens ons ook blijven

doorzetten bij journalisten. Eind augustus telde de lijst die initieel gebruikt werd om

journalisten te volgen al bijna 400 Twitterende journalisten, en die lijst is zeker niet

compleet.

Er zijn echter nog dingen die beter moeten gereguleerd worden vooraleer

mediabedrijven het medium Twitter volledig kunnen omarmen. We zien dat elk

bedrijf hier afzonderlijk wel mee bezig is. Een zogenaamde Twittercode op de

redactievloer zal uiteindelijk onmisbaar worden. Veel regels worden vandaag enkel

mondeling overgebracht, maar een geschreven reglement over het gebruik van sociale

media wordt de komende jaren onmisbaar in de journalistiek (zie ook: Van der

Linden, 2010, p. 13 – 14). De precedenten in het buitenland (BBC, NRC en NOS, cfr.

supra) kunnen voor vele mediabedrijven in ons land een voorbeeld en leidraad

vormen voor het eventueel uitwerken van zo’n code of ‘policy’.Dit staat eveneens in

verband met het brengen van scoops op Twitter. Vandaag de dag kunnen we hier nog

vraagtekens bij plaatsen. Zorgt zoiets niet voor een conflict met de werkgever, voelt

deze zich niet buitenspel gezet, zorg je er zo niet voor dat andere media het verhaal

‘pikken’, en zo verder?

Wat ook opviel in het onderzoek is dat niet iedereen geneigd is om over te gaan tot

het plaatsen van een scoop op Twitter. Fervent Twitteraar Ivan De Vadder liet ons

weten dat hij nog niet op de vingers werd getikt hier voor. Volgens ons zal het aantal

journalist dat dagelijks tweet, of Twitter checkt, enkel stijgen, maar het medium lokt

tot op de dag van vandaag nog verdeelde reacties uit. Zo zagen we ook bij de

Page 76: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

76

antwoorden op de stellingen bij de online enquête: nog niet iedereen kan het er voor

opbrengen om onverdeeld positief te zijn over het medium. De meesten houden de

boot dus een beetje af en verwachten dat, als Twitter echt waardevol is in het beroep,

dit zichzelf wel zal uitwijzen. Maar een significant deel van de journalisten wiens

time lines we analyseerden proberen toch actief te zijn en gebruiken het medium voor

verschillende redenen. Een moeilijkheid op dit vlak blijft echter het persoonlijke

aspect: hoeveel kan je als publiek figuur van jezelf bloot geven op sociale media. Ook

dit zal volgens ons in de toekomst een belangrijke evenwichtsoefening worden, waar

het belang van sociale media in de journalistiek van zal afhangen. ‘The significance of

Twitter as a news and information platform will be largely influenced by its adaption,

both in journalism and other spheres’ (Hermida, 2010, p.304).

In hoeverre lijkt de gemiddelde Twitterende Vlaamse journalist dan op de gemiddelde

Vlaamse journalist? Hij blijkt iets jonger te zijn dan de gemiddelde Vlaamse

journalist, maar heeft een vrij gelijklopend profiel. ‘De gemiddelde journalist is nog

altijd een blanke man van middelbare leeftijd’, aldus onderzoek Steve Paulussen van

het Centre for Journalism Studies (De Standaard Online, 2010, 27 oktober). Hij is ook

hoogopgeleid, wat ook aansluit bij het profiel van de journalist in ons land. De

Vlaamse gemiddelde journalist blijft ook steeds meer achter zijn bureau zitten –

hetgeen deels te wijten is aan de technologie, misschien is het daarom dat hij steeds in

grotere getale aanwezig is op Twitter. Hoe het publiek zal evolueren kunnen we

helaas niet voorspellen, maar we verwachten dat de jongere generatie journalisten de

oudere generatie zal moeten leren om te gaan met nieuwe sociale media, zelfs al zijn

zij daar niet meteen voor gewonnen. Wij hopen dat dit onderzoek journalisten die nog

niet overtuigd waren een drempel doet overstappen en hen ertoe aanzet om Twitter

toch eens te proberen.

Hoe ziet de journalistieke wereld in België er de komende jaren uit?

Sociale media en technologie zullen volgens ons aanwezig blijven op de redactievloer

en zullen dan ook heel wat investeringen vergen in de toekomst. ‘Adequate social

media staffing is important because it means the difference between an automated

feed of headlines that people don’t respond to, or a customized approach that

encourages an engaged, online community’ (Sondermann, 2011, mei 24). Vlaamse

media dienen dus onder andere te investeren in redacteurs die full time bezig zijn met

Page 77: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

77

het monitoren van sociale media én die bij voorkeur ook andere medewerkers en

collega’s opleiden – zoals webredacteur van De Standaard Bart Van Belle reeds doet.

De journalist mag zich niet toeleggen op slecht 1 medium, werd een tijd geleden nog

gedacht (De Standaard Online, 2010, 27 oktober). Vandaag hangt men eerder het idee

aan dat als we echte goede journalistiek willen, op elk platform experts nodig hebben.

Openbare omroepen lijken met andere woorden steeds meer gewonnen voor het idee

dat een journalist zich het best toelegt op één medium dat hij onder de knie heeft (De

Standaard Online, 2011, 10 juni). Zodoende zouden Twitterende journalisten een ‘ras’

apart kunnen worden, zonder hun collega’s die niet zoveel voor het medium voelen te

verdringen. Daar hoort ook bij dat een journalist zichzelf en zijn expertise meer in de

markt zal moeten zetten – hetgeen zeker geldt voor freelancers. Paulussen bevestigd

dit: ‘zelf het heft in handen nemen en zeggen: dit ben ik, dit is mijn profiel’, daarmee

wordt je opgemerkt. Twitter kan volgens ons deze profilering nog versterken, want

hoewel journalisten het medium vandaag nog net vaak gebruik voor personal

branding, zullen we dit in de toekomst wel meer zien voorkomen, ons inziens.

Daarnaast zullen Twitterfeeds op sites steeds meer aanwezig zijn en eventueel

constant gemonitord door een ‘Twitterredacteur’. CNN gaf hier al het voorbeeld bij

de overstromingen in Haïti, begin 2010 (Boddez, 2010, p. 25). Het onderscheid tussen

niet-geverifieerde UGC (‘user generated content’) en de eigen, geverifieerde

verslaggeving werd wel duidelijk gemaakt, waarop werd overspoeld door bezoekers.

‘The Guardian-journaliste Mercedes Bunz (2010, 14 januari) besluit dat een

nieuwsstation de aanpak van CNN zeker kan overdoen. Naast de gewone

berichtgeving wordt het bij rampen een nieuwe taak van de journalist om een contact

te leggen met de slachtoffers ter plaatse.’ Wij zien vandaag reeds zo’n beweging op

gang komen, vooral bij ingrijpende gebeurtenissen, zoal het interview dat ex-bisschop

Vangheluwe gaf aan VT4 en bij de ramp van 18 augustus in Kiewit op het

Pukkelpopfestival (cfr. infra). Er zullen voor- en tegenstanders blijven, maar hopelijk

kunnen de sociale media steeds meer hun nut bewijzen op allerhande manieren. De

hulp die geboden werd via deze netwerken na de ramp op Pukkelpop op 18 augustus

2011, is hier slechts een mogelijk voorbeeld van (Terzake, 2011).

We merken ook op dat mediaorganisaties steeds nieuwsgieriger worden naar wat er

precies over hen wordt gezegd op sociale media én dat ze reacties bekijken, maar ook

willen uitlokken. Zo zien we dat de VRT-omroepsters vaak al een hashtag

(bijvoorbeeld: #dasm, voor het spelprogramma De Allerslimste Mens Ter Wereld,

Page 78: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

78

heel populair op Twitter) meegeven, voor wie op Twitter wil discussiëren en zijn

mening geven over het programma. Ook liet de VRT al een onderzoek uitvoeren, in

samenwerking met Insites, naar ‘hoe en waar er precies gecommuniceerd wordt op de

sociale medianetwerken’ (Vandermeersch, 2011). Volgens ons zal deze interesse en

nieuwsgierigheid enkel stijgen en zullen verschillende media (radio, TV, print, ...)

meer en meer experimenteren met de mogelijkheden die sociale media hen bieden. Op

termijn zullen zulke bedrijven wel gaan moeten investeren in software als al deze

informatie zal moeten gemonitord worden, zo is dit bij de VRT reeds het geval, staat

in het bedrijfsmagazine Joost te lezen.

Sociale media zullen zeker en vast de traditionele media niet vervangen, noch in de

hoedanigheid van een bron, noch in de hoedanigheid van een publicatie. Maar ze

zullen wel complementair zijn aan de traditionele kanalen, nog meer dan vandaag het

geval is. ‘While social media is playing an increased role in the journalist’s day-to-

day life, personal contacts remain one of the leading sources for stories and fact

checking’ (Cision, 2010). Al kunnen we hierbij ook opmerken dat meer en meer

persoonlijke contacten via Facebook en Twitter verlopen, zodat ze toch een

belangrijke rol zullen spelen.

‘The growing volume of content on micro-blogging networks suggests that one of the

future directions for journalism may be to develop approaches and systems that help

the public to negotiate and regulate this flow of awareness information, facilitating

the collection and transmission of news’ (Hermida, 2010, p. 302). We kunnen niet

volledig voorspellen hoe de toekomst van de journalistiek er zal uitzien in ons land,

maar aan de hand van verder onderzoek en een vinger aan de pols kan deze situatie

worden opgevolgd. De rol van de journalist zal ongetwijfeld anders zijn dan vroeger:

‘journalists would be seen as sense-makers, rather than just reporting the news’

(Hermida, 2010, p. 304). Maar we durven toch te zeggen dat, mits enige

voorzichtigheid, de toekomst voor sociale media in de journalistiek er rooskleurig

uitziet. Niemand kan voorspellen dat Twitter een medium is dat eeuwig populair zal

blijven, maar momenteel evolueert de situatie in het voordeel van deze sociale

netwerksite. Journalisten wiens nieuwsgierigheid na het lezen van dit onderzoek is

gewekt, raden wij aan om op eigen tempo Twitter en al zijn functies te ontdekken.

Een eigen manier vinden om het te integreren in het journalistieke beroep is cruciaal,

want er zijn verschillende manieren van gebruik – hetgeen bleek uit deze studie –, dus

Page 79: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

79

de site kan ook op verschillende manieren voor verschillende mensen en redacties een

journalistieke betekenis krijgen.

Aanbevelingen voor verder onderzoek

Onze onderzoeken waren zeker niet allesomvattend of volledig, maar kunnen zeker

nog aangevuld worden. De beperkingen die we hierboven opsomden moeten

weggewerkt worden en er kan meer en vollediger onderzoek komen door bijvoorbeeld

alle Twitterende Belgische (en niet enkel Vlaamse) journalisten op te nemen. Verder

onderzoek is volgens ons noodzakelijk, omdat de toekomst van Twitter nog steeds

onzeker is, het medium verandert aan een sneltempo en de manieren waarop

journalisten het medium gebruiken en betrekken in hun beroep moet blijven

opgevolgd worden. Hieraan kunnen ze toekomst ook nog heel wat experteninterviews

toegevoegd worden, want uiteraard konden we niet elke journalist apart spreken over

zijn ervaringen en opinies. Naast de snelheid van het medium zelf, is ook de literatuur

die er te vinden is over dit onderwerp niet bij te houden. Of dit verder onderzoek

makkelijker, of net moeilijker maakt, laten we in het midden. Markopoulos et al.

(2009, uit Hermida, 2010, p. 302) geven aan wat een belangrijke vraag voor de

toekomst zal zijn: ‘the question for journalism professionals and researcher is how

individuals assign meaning to information from others, how they selectively attend tot

his information and how intentions are assigned to the information. Daarnaast is het

volgens Hermida (p. 303) ook nodig om te onderzoeken en dus te bepalen ‘how far

Twitter, as an awareness system for news, is contributing to the creation or

strengthening of social bonds’. De materie is nog niet volledig uitgespit en

verrassende resultaten in dit onderzoeksgebied zijn zeker mogelijk. Dit geldt niet

enkel voor de journalistiek, maar alle geledingen van de samenleving. Twitter heeft

volgens ons nog een lange weg te gaan en kan dus een interessant onderzoeksdomein

vormen in de wetenschap. Zo is het onder andere nog belangrijk ‘to explore in greater

depth the qualities of micro-blogging – real time, immediate communication,

searching, link-sharing and the follower structure – and their impact on the way news

and information is communicated’ (Hermida, 2010, p. 304).

Page 80: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

80

Bibliografie

Boddez, A. (2010). Journalistieke nieuwsgaring via Twitter: kwalitatief onderzoek bij

de redacties van Apache, De Tijd en De Wereld Morgen. Brussel: Erasmus

Hogeschool.

Brisbane, A. S. (2011, maart 12). A COcktail Party With Readers. Opgeroepen op

maart 25, 2011, van The New York Times:

http://www.nytimes.com/2011/03/13/opinion/13pubed.html

Buijs, K. (2008). Journalistieke kwaliteit in het crossmediale tijdperk. Amsterdam:

Boom Onderwijs.

Carlson, N. (2011, maart 31). How Many Users Does Twitter REALLY Have?

Geraadpleegd op 21 augsutus 2011 op het World Wide Web:

http://www.businessinsider.com/chart-of-the-day-how-many-users-does-twitter-

really-have-2011-3

Cision. (2010). 2010 Survey on Social Journalism. UK: Cision.

De Graeve, F. (2009). Belgische journalist loopt niet warm voor social media. GEnt:

Quadrant Communications.

De Graeve, F. (2010). Gebruik van sociale media bij Belgische journalisten voorbije

jaar verdubbeld. Gent: Quadrant Communications.

De Graeve, F. (2011). Belgian journalists and social media. BJIT (pp. 1 - 33). Brussel:

Quadrant Communications.

De Standaard Online (hrt) (2010, 15 december) Twitteren in Britse rechtszaal mag.

Geraadpleegd op het World Wide Web op 13 juni 2011:

http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20101215_084

Page 81: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

81

De Standaard Online (wdp) (2011, 14 april). Massale verontwaardiging op Twitter.

Geraadpleegd op 20 augustus 2011 op het World Wide Web:

http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20110414_167

De Standaard Online. (2011, juni 10). Journalist zijn in het TWitter-tijdperk.

Geraadpleegd op het World Wide Web op 13 juni 2011:

http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=1I3B8G4U

Deckmyn, D. (2010, december 10). Journalisten moeten nieuws kunstjes leren.

Geraadpleegd op het World Wide Web op 10 december 2010:

http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=TG33GD60

Demarez, L. & Dejonghe, E. (2009). Inleiding tot de nieuwe

communicatietechnologieën. Deel 1. Gent: Universiteit Gent.

edl. (2011, februari 11). "10 miljard voor Twitter? Een enorm risico". Metro , p. 6.

Greenslade, R. (2011, mei 19). Twitter is essential for journalists - but they still rely

on the PR machine. Opgeroepen op mei 23, 2011, van The Guardian:

http://www.guardian.co.uk/media/greenslade/2011/may/19/twitter

Hartley, S. (2011, januari 20). Journalism students in Leeds hear from data expert.

Opgeroepen op februari 24, 2011, van The Guardian:

http://www.guardian.co.uk/leeds/2011/jan/20/leeds-community-news-hub-data-

journalism-simon-rogers

Hensen, Chris (2011, 21 februari). Elke revolutie heeft haar Twitter. De Standaard, p.

26.

Hermida, A. (2010). Twittering the news. The emergence of ambient journalism.

Journalism Practice , 4 (3), 297 - 308.

Page 82: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

82

How long have you been tweeting (n.d.). Geraadpleegd op 20 augustus op het World

Wide Web: www.howlonghaveyoubeentweeting.com

Kaplan, A. M., & Haenlein, M. (2010). Users of the world, unite! The challenges and

opportunities of Social Media. Business Horizons (53), 59 - 68.

Kiss, J. (2009, 5 maart). Sky News appoints Twitter correspondent... Geraadpleegd op

het World Wide Web op 13 juli 2011:

http://www.guardian.co.uk/media/pda/2009/mar/05/twitter-socialnetworking1

Koens, O. (2008, 1 juni). Twitter als journalistiek medium. Geraadpleegd op het

World Wide Web op 13 juli 2011: http://www.denieuwereporter.nl/2008/06/twitter-

als-journalistiek-medium/

Kwak, H., Lee, C., Park, H., & Moon, S. (2010). What is Twitter, a Social Network or

a News Media? WWW 2010: 19th international conference on World wide web (pp.

591 -600). New york: ACM.

Legrand, R. (2010, december 24). Hype of revolutie? Zijn Facebook, Twitter en de

iPad echt zo baanbrekend als we onszel wijsmaken? De Tijd , p. 41.

Oriella PR Network. (2010). Digital Journalism Study 2010. Blogs, Apps and

Paywalls - How the Digital World is Changing the Way Journalists and Publishers

Work. UK: Oriella Network.

Oriella PR Network. (2011). The state of journalism in 2011. Oriella PR Network

Digital Journalism Study. UK: Oriella PR Network.

Overdiek, T. (2009, juli 10). Twitter en de NOS, de Notitie. Geraadpleegd 21 op

augustus 2011 op het World Wide Web:

http://weblogs.nos.nl/hoofdredactie/2009/07/10/twitter-en-de-nos-de-notitie/

Piryns, P. & Van Humbeeck, H. (2010, 27 oktober). Journalisten in tijden van

internet. De Standaard, p. 38.

Page 83: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

83

Reynolds, N. (2011, 14 juli). Social media guidance for BBC journalists.

Geraadpleegd op het World Wide Web op 13 juli 2011:

www.bbc.co.uk/blogs/bbcinternet/2011/07/social_media_guidance_for_bbc.html

Reynolds, P. (2011, februari 23). A glimpse of journalism's future. Opgeroepen op

februari 24, 2011, van BBC News Middel East: http://www.bbc.co.uk/news/world-

middle-east-12536855

Rusbridger. (2010, november 19). Why Twitter matters for media organisations.

Opgeroepen op februari 13, 2011, van The Guardian:

http://www.guardian.co.uk/media/2010/nov/19/alan-rusbridger-twitter

Soete, H. (2010, 5 maart). Openbare omroepen afslanken om kranten te redden?.

Geraadpleegd op 21 augustus 2011 op het World Wide Web:

http://www.dewereldmorgen.be/artikels/2010/03/05/openbare-omroepen-afslanken-

om-kranten-te-redden

Sonderman, J. (2011, mei 24). Why The New York Times replaced its Twitter 'cyborg'

with people this week. Geraadpleegd op 29 mei 2011op het World Wide Web:

www.poynter.org/latest-news/media-lab/social-media/133431/new-york-times-tries-

human-powered-tweeting-to-see-if-users-value-the-interaction/

Surveygizmo (n.d.). Geraadpleegd op 1 maart 2011 op het World Wide Web:

www.surveygizmo.com

Terzake. (2011, augustus 19). Sociale media verdienen hun sporen op rampweide.

Geraadpleegd op 21 augustus op het World Wide Web:

http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/mediatheek/programmas/terzake/2.17109/2.1

7110/1.1091152

Tsui, L. (2009). Rethinking Journalism Through Technology. In B. (. Zellier, The

changing faces of journalism: tabloidization, technology and thruthiness (pp. 53 -

55). New York: Routledge.

Page 84: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

84

Tweetstats (n.d.). Geraadpleegd op 13 april 2011 op het World Wide Web:

www.tweetstats.com

Twitter (2011). Geraadpleegd op het World Wide Web: www.twitter.com

van Aalten, T. (2010). Crossmediale journalistiek. Den Haag: Boom Lemma.

Van Belle, B. (2009). Twitter en Facebook voor journalisten. Opgeroepen op februari

13, 2011, van Slideshare: http://www.slideshare.net/bartvanbelle/twitter-en-facebook-

voor-journalisten-1654333

Van der Linden, W. (2010). Hoe journalisten bereiken via Social Media? Gent:

Artevelde Hogeschool.

Van der Mensbrugghe, T. F. (2011, januari 12). Het internet, een pest en een zegen.

Opgeroepen op februari 24, 2011, van Apache:

http://www.apache.be/nvdr/2011/01/12/het-internet-een-pest-en-een-zegen/

Van Leuven, S., & Bourgeois, V. (2010, september). Kant-en-klaar-nieuws:

journalistiek in een pakketje. De Journalist , september 2010.

Vandermeersch, P. (2011, april 14). Wat kan een redacteur van NRC op Twitter if

Facebook? Opgeroepen op april 14, 2011, van NRC:

http://weblogs.nrc.nl/hoofdredacteur/2011/04/14/wat-kan-een-redacteur-van-nrc-op-

twitter-of-facebook/

Vermeersch, B. (verantwoordelijke uitgever) (april 2011). Poll: mag je als

medewerker op Facebook en Twitter je mening over de VRT de vrije loop laten?, uit

Joost. Brussel: VRT.

Vermeersch, B. (verantwoordelijke uitgever) (mei 2011). Wie niet weg is, is getweet?

De #VRT en soci@le medi@, uit Joost. Brussel: VRT.

Page 85: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

85

Weaver Lariscy, R., Johnson, A., Sweeter, K. D., & Howes, P. (2009). An

examination of the role of online social media in journalists' source mix. Public

Relations Review , 314 -316.

Page 86: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

86

Bijlagen

Resultaten kwalitatief onderzoek Deze resultaten werden bijgevoegd in een apart excel-bestand dat op de bijgeleverde

cd-rom te raadplegen is.

Lijst van Vlaamse journalisten op Twitter

Deze journalisten vormden de populatie in ons kwalitatief onderzoek. Wij volgden

hun tweets gedurende de maanden februari en maart.

Naam Journalist Twitternaam Werkgever

Ezra Eeman ezraeeman VTM Nieuws

Bregt Vermeulen B_R_E_G_T Sport/Voetbalmagazine

Hannah Hannah__ freelance sport journaliste

Riadh Bahri Riadh_B Terzake

Jasmin Dielens dielenj Terzake

Thomas Siffer tsiffer Story (Sanoma)

Freek Braeckman freek_braeckman VRT-nieuws

Sven Pichal svenpichal Radio 1

Koen Dedobbeleer koendedobbeleer De Tijd

Ward Daenen warddaenen De Morgen

Maarten Weynants maartenweynants ?

Bart Van Rossom bartvanrossom De Persgroep

Wouter Temmerman twoutert freelance

Kurt Desplenter fotokurt freelance persfotograaf

Björn Soenens bsoenensvrt VRT-nieuws (chef tv)

Page 87: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

87

Filip Joos filipjoos Sporza

Eva Keustermans LadyZucchini freelance bij o.a. Flair

Dries Bervoet dbervoet De Tijd

Frederik Tibau frederiktibau Data News

Elke Van Huffel suzieqjew Goedel.tv & freelance

Dennis van den Buijs dvdbuijs VRT-nieuws

Kristin Stoffels kristinstoffels freelance

Tom Boudeweel tomboudeweel Sporza

Elke De Pourcq elebridith hln.be, nina, goedgevoel

Lennart Segers lennartsegers VRT - Radio 2

Luc Blyaert blyaert Data News (hoofdredacteur)

Stijn Vlaeminck stijnvlaeminck Sporza

Jan Gerits janradio VRT-nieuws

Annelies Vaneechoutte avaneech Klasse

Roel verrycken roelverrycken De Tijd en L'Echo

Ben Serrure benserrure De Tijd

Wouter Verschelden woverschelden De Morgen

Renaat Schotte wielerman Sporza

Lisbeth Imbo lisimbo VRT-nieuws (Radio 1: De Ochtend)

Karl Vannieuwkerke Vannieuwkerke Sporza

Tim Pauwels pauwelt VRT-nieuws

Nicolas Vlaeminck nicvlaeminck Reyers Laat

Goedele Devroy goedeledevroy VRT-nieuws

Pascal Dossche Pdossche VRT-nieuws (Vandaag & Villa Politica)

Michael Desmet michaeldesmet VTM-nieuws

Page 88: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

88

Frederik De Swaef swaef Story (hoofdredacteur)

Stijn C? stijnaco ?

Gerlinde De Bruycker gerlindeDB Metro

Johny Van Sevenant sevenaj VRT-nieuws

Nathalie Janssens nathjanssens De Morgen

Eldrid Deleu edeleu Metro

C? Demulder demulderc Metro

Jan Herregods Jherregods Metro

Roel Wauters rwauters Metro

Kathleen Cools coolskat Terzake

Xavier Taveirne ksavjee VRT-nieuws (Radio 1: Vandaag)

Melanie De Vrieze MVDjournalist & mdevrieze freelance bij o.a. De Morgen & De Tijd

Andre Meganck andremeganck Sporza

Marc Van de Looverbosch marclooverbosch VRT-nieuws

Hans Deridder hansderidder De Persgroep

Kurt Vansteeland kurtvansteeland De Tijd

Faroek Özgunes faroekozgunes VTM-nieuws

Roland Legrand rolandlegrand De Tijd en L'Echo

Koen Fillet filletk VRT-nieuws

Tine Peeters peeterst De Morgen

Pieter Blomme blommepieter De Tijd

Chris Van den Abeele abeelec VRT-nieuws

Katrien Verstraete katrienver De Tijd

Frederik Delaplace fdelaplace De Tijd en L'Echo

Nicholas Lataire licholaslataire VTM-nieuws (hoofdredacteur)

Page 89: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

89

Walter Pauli walterpauli De Morgen

Bert Heyrman bertheyrman VRT-nieuws

Han Soete hansoete DeWereldMorgen.be

Tom Van de Weghe tomvandeweghe VRT-nieuws

Michaël Van Droogenbroeck mvdroogenbroeck VRT-nieuws

Peter Gorlé petergorl HLN

Wim Lecluyse dso_wle De Standaard

Valerie Droeven beeniequeen De Standaard

Bart Dobbelaere bartdobbelaere De Standaard

Jeroen Wils jeroenwils VTM-nieuws

Wim Winckelmans wwinckelmans De Standaard

Hilde Van Gool hvangool freelance

Michiel Galle Migalle HLN

Wouter Van Driessche wvandriessche De Standaard

Jeroen Verelst jeroenverelst De Morgen

Kim Clemens kimcle HLN

Eddy Eerdekens eddyeerdekens Knack

Tim F. Van der Mensbrugghe mensbrugghe freelance

Veerle Van Den Broeck dropje ?

Steven Samyn Samynwetstraat De Morgen

Wim Verdoodt wimverdoodt Jobat (hoofdredacteur)

Katrien Stragier katrienstragier HLN

willy De Backer 3eintelligence freelance

Marc Dirix marcdirix freelance

Stinus G? stinusg Maks.be

Page 90: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

90

Debbie Pappyn classetouriste freelance

Elke Pattyn elkepattyn VTM-nieuws

Jonathan Cooman natanoj ?

Kristof Nuyens theDMM ?

Brecht Decaluwé caluweski freelance

Floris Van Cauwelaert florisvc freelance

Tim Verheyden timverheyden VTM-nieuws

Yves Delepeleire ydelepeleire De Standaard

Isabel Albes italbers De Standaard

Tom Lievens vandepotgerukt Apache.be

Sven De Hondt ilduderino freelance

Bart Haeck barthaeck De Tijd

Peter De Groote peterdegroote De Tijd

Pascal Seynhaeve pascalseynhaeve Koppen (eindredacteur)

Maarten Goethals maartengoethals De Standaard

Sara Van boxstael saravbox VRT-nieuws (Radio 1: De Ochtend)

Tom Vandenbuclke tomvandenbulcke Sporza

Sven Vonck svonck Netto (De Tijd)

Kenneth D. kennethdee VTM & Kanaal Z

Kris Hoflack krishoflack VRT-nieuws (hoofdredacteur)

Vicky Van Den Bergh vickyvdb Reyers Laat

Thomas Mels thomasmels De Morgen

Bart Brinckman brinckie De Standaard

Robin Broos robinbroos Sanoma Magazines

San F. Yezerskiy sanfyezerskiy columnist bij deredactie.be & apache.be

Page 91: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

91

Bob Vermeir bobvermeir VRT-nieuws (Radio 1: De Ochtend)

Jonas Muylaert jonasmuylaert VRT-nieuws (Radio 1: De Ochtend)

Lauwke Vandendriessche lauwkevdd VRT-nieuws (Radio 1: De Ochtend)

Annelies Hemelsoet ahemelsoet VRT-nieuws (Radio 1: De Ochtend)

Yves Desmet yvesd De Morgen

Yves Ponnette ponnety VRT-nieuws

Sam ? De Standaard

Rob Heirbaut heibar VRT-nieuws

Maarten De Gendt maartndegendt Vlaamse Overheid

Peter De Lobel peterdelobel De Standaard

Tiany Kiriloff BelmodoTiany Glam it, Belmodo.tv

Gilles De Coster Gdcoster Radio 1

Kristof D'Haene Kristof_dhaene VTM-nieuws

Katrien De Leeuw Katriendeleeuw Freelance Tv-Story

Dirk Deferme Dirk_Deferme journalist VTM/2be

Ides Debruyne Idesdebruyne Fonds Pascal Decroos

Patrick Van Gompel Pvangompel VTM-nieuws

Harald Scheerlinck Harald1989 Q-music

Jozef Schildermans Jozefs Data News, Diskidee, ...

Bart Stoffels Bartstoffels Pc Magazine België & Nederland

Ivan De Vadder vadderi VRT-nieuws, 7de dag

Eric Goens Ericgoens VTM-nieuws

Brecht Decaestecker BrechtDC De Morgen

Raphael Cockx Raphaelcockx De Tijd, L'Echo, ...

Koen Vervloesem Koenvervloesem Data News, Pc-magazine

Page 92: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

92

Jan Martynowski Martynowski Het Nieuwsblad

Pieter Suy Pietersuy De Tijd

William Visterin Wvisterin Smart business

Ludovic Van Hee Ldvcvh Het Laatste Nieuws

Bart Van Belle Bartvanbelle De Standaard Online

Dominique Deckmyn Ddeckmyn De Standaard

Kristof Tilkin Ktrane Humo

Pieter Dumon Pdumon De Morgen

Bea Ercolini Beaercolini Elle Belgium

Stefan Grommen Sgrommen Data News

Stefaan Werbrouck Swerbrou Knack Focus

Jan Debackere Jandebackere Het Nieuwsblad

Jamie Biesemans Jamiebiese Atomsk

Sam Feys Samfeys De Morgen

Stef Gyssels Stefgyssels Smart business

Davy Geens Davygeens De Standaard

Raf Weverbergh Rafweverbergh Humo

Ines Minten Inesminten Theatermaggezien

Lesley De Muynck Lesleydemuynck Sporza

Christoph Meeussen meeussc VRT-Nieuws

Jan Homble jan_homble VRT

Philip Heymans philip_heymans VRT-nieuws

Frank Willemse bergbosburcht HLN

annemarie geleinse annegeleijnse freelance

Hanse Vanderspikken Spikizi Klasse

Page 93: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

93

Pieer-Jan Van Leemputten pieterjanvl ZDNet.be

Elisa Hendriksdottir elisazetrecht De rechtzetting

Eline Delrue elinedelrue De Morgen

Matthias De Vliegher matthDV De Beiaard

Stijn Hosdez hosdez freelance bij AVS

Lars Ruysseldijck russeldijck De rechtzetting

Wim De preter wdp1970 De Standaard

Karsten Lemmens karst De Standaard

Tom Peeters topeeters De Tijd

Mathieu Dams DonDams P-Magazine

Stefaan Werbrouck swerbrou Knack Focus

Kim Wouters kim_wouters online?

Joost Schellevis schellevis tweakers.net

Interview Pol Deltour

Op 24 maart bij het BJIT-debat over journalisten en sociale media (bij Roularta in

Zellik) interviewden we deelnemer aan het debat en nationaal secretaris van de

Vlaamse Vereniging van Journalisten, Pol Deltour.

Vragen die we vooraf hadden voorbereid:

• Zijn er volgens u al veel journalisten die Twitter gebruiken?

• Worden er al richtlijnen gegeven door werkgevers of door de VVJ omtrent het

gebruik van Twitter?

• Wat is volgens u het belang van Twitter in de journalistieke wereld?

• Is er bij de VVJ al een standpunt over het gebruik van sociale netwerksites

door journalisten?

• Hoe ziet u de toekomst van de sociale media en de journalistiek?

• Is de journalistiek veel veranderd door de opkomst van sociale media volgens

u?

Page 94: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

94

• Vindt u de opkomst van sociale media en het gebruik hiervan door

journalisten een goeie zaak?

• Wat zou u twitterende journalisten als raad meegeven?

• Zijn er ook nadelen verbonden aan het gebruik van sociale media door

journalisten? En wat zijn dan volgens u de belangrijkste voordelen?

Het uitgeschreven interview dat we deden met hem over zijn mening omtrent het

gebruik van Twitter door journalisten.

Mr. Deltour zijn er volgens u al veel journalisten die Twitter gebruiken voor hun

journalistiek werk?

Ja, dat is een gemakkelijke vraag want ik kan verwijzen naar het onderzoek dat ze

hier gepresenteerd hebben (debat BJIT). Ik denk dat dat de meest concrete gegevens

zijn die we hebben. Het is een onderzoek van Quadrant communications, pr-bureau.

Nu dat is serieus gebeurd en het resultaat was 1 op 3 journalisten, die actief Twitter

gebruiken. Dat is een verdubbeling op korte tijd. Dus het aantal stijgt maar ze zitten

nog altijd niet aan een meerderheid. Het blijft toch een minderheid.

Dus het belang van Twitter in de journalistiek wereld is volgens u nog minimaal?

Ja, het blijft voorlopig beperkt. Maar het is aan het toenemen, dat is ook belangrijk.

Maar om nu te zeggen dat elke journalist systematisch alle mogelijke tweets zit te

volgen, dat is niet het geval. Ik denk dat, dat blijkt ook uit die cijfers, het gros van de

journalisten nog altijd voortgaat op de klassieke bronnen van het nieuws zoals

persconferenties, persberichten die met een e-mail worden bezorgd of op een andere

manier. Ik denk dat er ook heel vaak met officieuze bronnen wordt gewerkt en dat is

dan per definitie niet in een tweetvorm. Dus dat blijft domineren, dat is wel duidelijk.

Hoe ziet u de toekomst? Hoe ziet u de situatie evolueren?

Ik denk dat er op korte tijd nog meer gebruik zal gemaakt worden van Twitter als

bron. Ik vraag mij alleen af of dat dat echt een structureel gegeven is. Ik wil echt niet

tekenen voor hoe de situatie zal zijn binnen 5 jaar. Het zou mij niets verwonderen dat

Twitteren zo een medium is dat zichzelf ondergraaft, gewoon omdat het teveel wordt,

te snel gaat en te onbetrouwbaar wordt. Als je ziet hoeveel er getweet wordt, hoeveel

Page 95: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

95

ruis daarop zit. Het is mega. De non-informatie waar je niets mee bent. Plus de

informatie die vals blijkt te zijn. Oké, dan zegt men hier dat het voordeel van Twitter

is dat je het ook heel snel gecorrigeerd kan worden. Maar intussen heb je wel die

foute informatie gehad. Is de correctie dan wel nog correct, enzovoort. Het is allemaal

heel ‘flou’ wat daar gebeurt. Het zou mij toch niets verwonderen dat op de lange

termijn dat het dan zal blijken dat er toch weer meer gebruikt gemaakt wordt van heel

klassieke methoden van informatievergaring, wat erop neerkomt dat met rechtstreeks

contact heeft met een bron, dat men mensen spreekt, interviews afneemt. Dat men

mensen ziet in plaats van anonieme getweet om die informatie te krijgen.

Is er bij de VVJ al veel gesproken over sociale media? Wat is jullie standpunt?

Echt heel formele standpunten daarover hebben we niet. Tenzij voorlopig gaan we

geen nieuwe investeringen doen in nieuwe codes en nieuwe regels. Uiteindelijk

stellen we vast dat nieuwe media, dat is meer van hetzelfde. Uiteindelijk is dat een

beetje de lijn waarop we nu zitten. Het is allemaal zo nieuw niet zoals het dikwijls

voorgesteld wordt. Oké, het gaat sneller, het is veel massaler en intensiever maar op

zich is het niet nieuw. De problemen die we tegenkomen zijn dezelfde als vroeger, ze

stellen zich misschien wat intenser. Maar het zijn uiteindelijk dezelfde problemen.

Dus voorlopig houden we vast aan de klassieke code die we hebben en waar eigenlijk

al veel instaat. Om maar niet te zeggen alles instaat. Dat we informatie moeten

checken, dat we betrouwbare informatie moeten brengen, dat we de privacy moeten

respecteren. Ook heel belangrijk, als het gaat over nieuwe media. Dat we bijvoorbeeld

ook geen racistische nonsens verspreiden.

Is er in de journalistiek dingen veranderd door de opkomst van sociale media?

Ja, dat denk ik wel. Heel veel zelfs. Wat de fundamentele principes betreft niet, maar

wat de gradatie betreft. Wat de intensiteit betreft, is er veel veranderd. En vooral de

snelheid is iets wat er bij gekomen is. De versnelling van het nieuws. Het is

gigantisch. Plus ook de massaliteit van informatie. Vroeger hadden we echt te maken

met een informatieschaarste, moesten we echt op zoek gaan naar informatie. Nu

wordt het ons toegeworpen, we worden er door overstelpt. Het betekent ook dat de

klemtoon een beetje aan het verschuiven is, niet dat dat totaal nieuw is maar je ziet

nuanceverschuivingen. Vroeger was het meer een opdracht om op zoek te gaan naar

Page 96: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

96

informatie, om informatie boven te spitten. Op dit moment is het meer de bedoeling

om in het oerwoud die tsunamie van informatie te selecteren. Die verschuiving van

bovenspitten naar selectie. Wat niet belet dat je nog altijd zelf op zoek moet gaan.

Want uiteindelijk welke informatie komt op je af? Informatie die aangeboden wordt.

Heel vaak informatie van reclameagentschappen, PR-bureaus, politici of bedrijven die

zelf iets willen verklaren. Dat is niet altijd de waarheid. Als je echt de waarheid wilt

kennen dan moet je echt op zoek gaan. Dat blijft ook een opdracht. Maar op dit

moment is het heel belangrijk om goed te kunnen selecteren.

De sociale media hebben dus ook voor moeilijkheden gezorgd?

Ja, voor een stuk wel. Je zou kunnen zeggen voor een stuk gemakkelijker. De

informatie wordt je toegeworpen maar zeker ook voor een stuk moeilijker. Als je ziet

hoeveel desinformatie ertussen zit. Zoveel onwaarheden en die moet je eruit filteren.

Online enquête: vragen

In dit gedeelte bevindt zich de enquête in haar geheel, zoals de journalisten en

respondenten ze te zien kregen op http://www.surveygizmo.com

Beste journalist,

In het kader van onze masterproef willen wij nagaan op welke manieren Twitter

wordt gebruikt door Vlaamse journalisten. Hiervoor doen wij zowel een kwalitatief

onderzoek (het volgen van tweets van Vlaamse journalisten gedurende 2 maanden) en

een kwantitatief onderzoek (deze online enquête). Aangezien u actief bent op Twitter

zouden wij graag hooguit 10 minuten van uw tijd willen vragen om deze enquête in te

vullen. Uw mening is nuttig en interessant voor andere journalisten en voor de

wetenschap. Indien uw collega's ook op Twitter zitten, mag u hen altijd aansporen om

ook deze enquête in te vullen. U heeft hier nog tot eind april de tijd voor. Bedankt!

Charlotte Van Houtte

Amaury Van Kenhove

Studenten Master Journalistiek aan de Erasmus Hogeschool Brussel.

Page 97: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

97

Socio-demografische gegevens

1.) Geslacht

( ) Man

( ) Vrouw

2.) Geboortejaar

____________________________________________

3.) Woonplaats

____________________________________________

4.) Werkt u als freelancer of in vaste loondienst?

____________________________________________

5.) Specifieer medium (De Morgen, Het Nieuwsblad, Knack, VTM, VRT (één), VRT

(Canvas). Geef als freelancer het medium aan waarvoor u de meeste bijdragen levert.

____________________________________________

6.) Opleiding

( ) Geen diploma middelbaar onderwijs

( ) BSO

( ) TSO

( ) ASO

( ) Hoger onderwijs korte type

( ) Hoger onderwijs lange type

( ) Universitair

( ) Andere

7.) Specifieer de richting en graad van uw hoogst behaalde diploma

____________________________________________

Page 98: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

98

8.) Twitternaam (optioneel):

____________________________________________

Algemene vragen over sociale netwerksites

9.) Op welke van de onderstaande sociale netwerksites heeft u een account?

[ ] FaceBook

[ ] LinkedIn

[ ] Twitter

[ ] Tumblr

[ ] Google Buzz

[ ] MySpace

[ ] iTunes Ping

[ ] Sociale bookmarking site (bijvoorbeeld Digg, Delicious, ...)

[ ] Eigen blog

[ ] Andere

10.) Welke van de aangeduide sociale netwerksites gebruikt u het meest? Maak een

top drie van de sites die u in de vorige vraag aangaf (de site waarvan u het meest

gebruik maakt plaatst u bovenaan).

_______FaceBook

_______LinkedIn

_______Twitter

_______Tumblr

_______Google Buzz

_______MySpace

_______iTunes Ping

_______Sociale bookmarking site (bijvoorbeeld Digg, Delicious, ...)

_______Eigen blog

_______Andere

11.) Wat zijn de voornaamste redenen voor het gebruik van de sociale netwerksite die

u in de vorige vraag op 1 plaatste? (duid maximum 3 antwoorden aan)

Page 99: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

99

[ ] Nieuwsgaring

[ ] Meningen van burgers over nieuwsfeiten te weten komen (vox pop)

[ ] Getuigen en ervaringsdeskundigen zoeken

[ ] Persoonlijke bedenkingen over nieuwsfeiten of nieuwsberichten uiten

[ ] Reactie op persoonlijke bedenkingen

[ ] Discussie uitlokken

[ ] Conversaties voeren en discussiëren

[ ] Nieuws delen

[ ] Op de hoogte blijven van de activiteiten van kennissen, vrienden en collega's

[ ] Om te weten wat er leeft en wat er te gebeuren valt

[ ] Om mezelf als journalist in de markt te zetten

[ ] Om afspraken te maken

[ ] Om inspiratie op te doen voor mijn programma of artikel

[ ] Andere

12.) Wat zijn de voornaamste redenen voor het gebruik van de sociale netwerksite die

u in vraag 8 op 2 plaatste? (duid maximum 3 antwoorden aan)

[ ] Nieuwsgaring

[ ] Meningen van burgers over nieuwsfeiten te weten komen (vox pop)

[ ] Getuigen en ervaringsdeskundigen zoeken

[ ] Persoonlijke bedenkingen over nieuwsfeiten of nieuwsberichten uiten

[ ] Reactie op persoonlijke bedenkingen

[ ] Discussie uitlokken

[ ] Conversaties voeren en discussiëren

[ ] Nieuws delen

[ ] Op de hoogte blijven van de activiteiten van kennissen, vrienden en collega's

[ ] Om te weten wat er leeft en wat er te gebeuren valt

[ ] Om mezelf als journalist in de markt te zetten

[ ] Om afspraken te maken

[ ] Om inspiratie op te doen voor mijn programma of artikel

[ ] Andere

13.) Wat zijn de voornaamste redenen voor het gebruik van de sociale netwerksite die

u in vraag 8 op 3 plaatste? (duid maximum 3 antwoorden aan)

Page 100: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

100

[ ] Nieuwsgaring

[ ] Meningen van burgers over nieuwsfeiten te weten komen (vox pop)

[ ] Getuigen en ervaringsdeskundigen zoeken

[ ] Persoonlijke bedenkingen over nieuwsfeiten of nieuwsberichten uiten

[ ] Reactie op persoonlijke bedenkingen

[ ] Discussie uitlokken

[ ] Conversaties voeren en discussiëren

[ ] Nieuws delen

[ ] Op de hoogte blijven van de activiteiten van kennissen, vrienden en collega's

[ ] Om te weten wat er leeft en wat er te gebeuren valt

[ ] Om mezelf als journalist in de markt te zetten

[ ] Om afspraken te maken

[ ] Om inspiratie op te doen voor mijn programma of artikel

[ ] Andere

14.) Indien u Twitter niet aangaf als één van uw 3 meest gebruikte sociale

netwerksites vult u deze vraag in. Sla deze vraag over als u de voornaamste redenen

van gebruik van Twitter al aangaf in één van de vorige vragen.

Wat zijn de voornaamste redenen voor het gebruik van Twitter? (duid maximum 3

antwoorden aan)

[ ] Nieuwsgaring

[ ] Meningen van burgers over nieuwsfeiten te weten komen (vox pop)

[ ] Getuigen en ervaringsdeskundigen zoeken

[ ] Persoonlijke bedenkingen over nieuwsfeiten of nieuwsberichten uiten

[ ] Reactie op persoonlijke bedenkingen

[ ] Discussie uitlokken

[ ] Conversaties voeren en discussiëren

[ ] Nieuws delen

[ ] Op de hoogte blijven van de activiteiten van kennissen, vrienden en collega's

[ ] Om te weten wat er leeft en wat er te gebeuren valt

[ ] Om mezelf als journalist in de markt te zetten

[ ] Om afspraken te maken

[ ] Om inspiratie op te doen voor mijn programma of artikel

Page 101: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

101

[ ] Andere

Vragen over uw Twitteraccount

15.) Sinds wanneer heeft u een Twitteraccount? (maand + jaartal, bijvoorbeeld: mei

2007)

____________________________________________

16.) Hoeveel Twitteraars volgt u?

____________________________________________

17.) Door hoeveel Twitteraars wordt u zelf gevolgd?

____________________________________________

18.) Gebruikt u Twitter voornamelijk voor

( ) Professionele doeleinden?

( ) Persoonlijke doeleinden?

( ) Zowel professionele als persoonlijke doeleinden?

19.) Op welke manier maakt u het meest gebruik van uw Twitteraccount?

( ) Actief (om zelf tweets te posten (nieuws delen/artikels promoten/eigen

bedenkingen geven op nieuws- en andere feiten))

( ) Passief (om op de hoogte te blijven van wat er gebeurt door uw tijdslijn van tijd tot

tijd te checken, maar zelf niks of weinig te posten ('lurker'))

( ) Zowel actief als passief

20.) Heeft u één of meerdere Twitteraccounts?

( ) Eén

( ) Meerdere

21.) Indien u er meerdere heeft, is dat dan om uw publieke persoonlijkheid van uw

private te onderscheiden? (sla deze vraag over indien u maar één account heeft)

( ) Ja

Page 102: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

102

( ) Nee

22.) Indien uw antwoord op de vorige vraag 'nee' is, wilt u hier dan de juiste reden

aangeven? (sla deze vraag over indien u maar één account heeft)

____________________________________________

23.) Hoe vaak maakt u gemiddeld gebruik van uw Twitteraccount (zowel actief als

passief)?

( ) Meerdere keren per dag

( ) Dagelijks

( ) Meerdere keren per week

( ) Wekelijks

( ) Meerdere keren per maand

( ) Maandelijks

( ) Minder dan één keer per maand

24.) Hoe actief vindt u zichzelf op Twitter?

( ) Actief

( ) Eerder actief

( ) Neutraal

( ) Eerder passief

( ) Passief

25.) Op welke manieren raadpleegt u uw Twitteraccount voornamelijk? (1 staat voor

het meest belangrijk; 5 voor het minst belangrijk; duid niets aan als het antwoord niet

op u van toepassing is)

_______Thuis op mijn pc/laptop

_______Op het werk op mijn pc/laptop

_______Op mijn mobiele telefoon

_______Op mijn tabletcomputer (bijvoorbeeld: iPad)

_______Andere

Page 103: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

103

26.) Welke mensen volgt u voornamelijk op Twitter? (meerdere antwoorden

mogelijk)

[ ] Collega's

[ ] Kennissen & vrienden

[ ] Opiniemakers binnen mijn vakgebied

[ ] Opiniemakers buiten mijn vakgebied

[ ] ‘Feeds’ van kranten/persbureaus/bedrijven

[ ] Andere

27.) Spoort u collega's aan om een account op Twitter aan te maken of niet?

( ) Ja

( ) Nee

28.) Indien uw antwoord op de vorige vraag 'ja' was vult u deze vraag in. Was uw

antwoord 'nee', dan slaat u deze vraag over.

Heeft uw oproep al collega's overtuigd? (antwoord met ja of nee en geef eventueel

een voorbeeld)

____________________________________________

29.) Heeft u van uw werkgever richtlijnen gekregen over Twitter? Is er met andere

woorden een 'policy' omtrent Twittergebruik?

( ) Ja

( ) Nee

( ) Weet niet

30.) Indien uw antwoord op de vorige vraag 'ja' was vult u deze vraag in. Was uw

antwoord 'nee' dan slaat u deze vraag over.

Wat houdt die 'policy' dan concreet in?

____________________________________________

Page 104: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

104

31.) Heeft u al eens een scoop op Twitter gepost vooraleer u het nieuws op een andere

manier deelde met uw publiek?

( ) Ja

( ) Nee

32.) Indien uw antwoord op de vorige vraag 'ja' was vult u deze vraag in. Was uw

antwoord 'nee' dan slaat u deze vraag over.

Hoe vaak post u scoops op Twitter vooraleer u ze op een andere manier met uw

publiek deelt?

( ) Meerdere keren per dag

( ) Dagelijks

( ) Meerdere keren per week

( ) Wekelijks

( ) Meerdere keren per maand

( ) Maandelijks

( ) Minder dan één keer per maand

Stellingen

33.) Volgens recente berichten is er steeds minder aandacht voor buitenlands nieuws.

Twitter kan deze trend keren.

( ) Akkoord

( ) Eerder akkoord

( ) Neutraal

( ) Eerder niet akkoord

( ) Niet akkoord

34.) Journalisten houden op hun Twitteraccount best hun private en professionele

leven gescheiden.

( ) Akkoord

( ) Eerder akkoord

( ) Neutraal

Page 105: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

105

( ) Eerder niet akkoord

( ) Niet akkoord

35.) Elke journalist zou een Twitteraccount moeten hebben.

( ) Akkoord

( ) Eerder akkoord

( ) Neutraal

( ) Eerder niet akkoord

( ) Niet akkoord

36.) Heeft u nog opmerkingen of vragen met betrekking tot deze enquête? Noteer ze

hieronder (optioneel).

Bedankt voor het invullen van onze enquête.

Vul hieronder uw e-mailadres in indien u op de hoogte wil gehouden worden van de

resultaten van dit onderzoek (optioneel).

E-mailadres:

____________________________________________

Bedankt voor uw medewerking.

Charlotte Van Houtte (@charlotte_vh1)

Amaury Van Kenhove (@amoorie)

Studenten Master Journalistiek aan de Erasmus Hogeschool Brussel.

Page 106: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

106

Online enquête: resultaten

In dit gedeelte worden de resultaten uit SurveyGizmo weergegeven. We lieten, uit

respect voor de privacy van de respondenten, de twitternamen, woonplaatsen en e-

mailadressen weg.

Geslacht

Value Count Percent %

Man 100 78.1%

Vrouw 28 21.9%

Statistics

Total Responses 128

Geboortejaar

Count Response

1 1795

1 1955

1 1957

1 1959

Page 107: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

107

Count Response

1 1960

1 1961

1 1962

1 1963

4 1964

3 1966

1 1967

3 1968

2 1969

1 1970

2 1971

2 1972

2 1973

2 1974

4 1975

5 1976

10 1977

3 1978

4 1979

6 1980

7 1981

Page 108: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

108

Count Response

12 1982

5 1983

14 1984

5 1985

7 1986

6 1987

3 1988

4 1989

1 1991

1 1992

1 72

Werkt u als freelancer of in vaste loondienst?

Count Response

1 Data News

1 Data TestLab (Data News, DiskIdee, Computable, 6minutes, Lan Magazine etc.)

2 De Standaard

2 De Tijd

1 De Tijd (Mediafin)

Page 109: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

109

Count Response

1 DeWereldMorgen.be

1 FL

3 Freelance

1 Freelance (De Morgen, Humo)

11 Freelancer

1 Goedele op dinsdag / Mine Magazine

1 HET NIEUWS vtm

1 Het Televisiehuis (VRT)

1 Klasse

1 Krant van West-Vlaanderen

2 Loondienst

1 Metro

1 Metro NL

1 Q-music en freelance

1 Radio 1

1 Roularta Media Group (Knack.be/Trends.be)

2 VRT

8 Vast

3 Vaste Loondienst

16 Vaste loondienst

2 freelance

Page 110: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

110

Count Response

14 freelancer

1 in vaste loondienst

8 loondienst

16 vast

19 vaste loondienst

1 vervangcontract

1 vrt (sporza.be)

1 vtm

Specifieer medium (De Morgen, Het Nieuwsblad, Knack, VTM, VRT (één), VRT

(Canvas),...). Geef als freelancer het medium aan waarvoor u de meeste

bijdragen levert.

Count Response

1 13, personeelsblad vlaamse overheid

1 4cast media

1 APPeL

1 Canvas (Reyers Laat)

1 Canvas, televisie

1 Ché-magazine

2 Clickx

Page 111: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

111

Count Response

1 DMix

1 Data News

1 Data News,DiskIdee

1 De Beiaard

5 De Morgen

1 De Morgen, De Tijd, zesta, HRMagazine, Media Marketing

1 De Standaard

1 De Standaard Online

4 De Tijd

1 De morgen

1 Energeia.nl

1 Flair

1 Gameplay

1 Gameplay Magazine

1 Gazet van Antwerpen

1 HUMO

2 Het Laatste Nieuws

1 Het Laatste Nieuws / De Morgen

1 Het Laatste Nieuws, Radio 2, VRT Beeld, Belga

1 Hr media

1 Jobat.be

Page 112: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

112

Count Response

1 Klasse

3 Knack

1 Knack Focus

1 Knack Weekend

1 Krant van West-Vlaanderen

1 Libelle/sQills

1 Magazine

1 Mediafin

1 Mediafin (Netto/De Tijd)

1 NOS

1 Netties.be

1 Nieuwsblad

1 P-magazine, Ché

1 Passe-Partout en Focus-WTV

1 Q-Music

1 Q-music

1 Radio 1

1 Radio 2

1 Radio1

1 Roularta

2 Smart Business Strategies

Page 113: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

113

Count Response

1 Sport.be, Het Nieuwsblad

1 Sport/Voetbalmagazine

1 Sporza-tv

1 Story

1 Story Magazine

1 Tijd

1 Trends

1 VMMA nieuws Qmusic JoeFM Belga Audio

1 VMMa (radionieuws Qmusic - JoeFM)

6 VRT

1 VRT (Canvas - nieuwsdienst)

1 VRT (Cobra.be)

1 VRT (De Ochtend)

1 VRT (Radio)

1 VRT Canvas

1 VRT Nieuws (radio)

1 VRT Nieuwsdienst

1 VRT-radio

2 VTM

1 VTM - Telefacts

1 VTM Nieuws

Page 114: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

114

Count Response

1 Veto

1 Vlaamse Media Maatschappij

1 Vmma radionieuws

2 Vtm

1 Vtm nieuws

1 extrasport.be

1 het laatste nieuws

1 kanaalZ

1 knack

1 radio 1

1 radio1

1 vrt nieuwsdienst

1 vrt sporza

1 vtm

Opleiding

Value Count Percent %

ASO 3 2.3%

Hoger onderwijs korte type 33 25.8%

Page 115: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

115

Hoger onderwijs lange type 13 10.2%

Universitair 72 56.3%

Andere 7 5.5%

Statistics

Total Responses 128

Specifieer de richting en graad van uw hoogst behaalde diploma

Count Response

1 -

1 A1 Pers & Voorlichting

1 A1 Toegepaste Communicatie

1 ASO

1 BA Journalistiek

1 BaNaBa Audiovisuele Communicatie

1 Bachelor Bedrijfsbeheer optie Marketing + derde jaar journalistiek radio & tv

4 Bachelor Journalistiek

1 Bachelor Pers & Communicatie (Journalistiek)

1 Bachelor Taal- en Letterkunde

1 Bachelor communicatiebeheer

1 Bachelor in de journalistiek

1 Bachelor journalistiek

Page 116: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

116

Count Response

1 Bachelor leerkracht secundair onderwijs

1 Bacherlor in de Journalistiek

1 Communicatiebeheer

1 Communicatiebeheer - optie Pers & Voorlichting

1 Communicatiebeheer - optie journalistiek

1 Communicatiebeheer bachelor

1 Communicatiebeheer, optie pers

2 Communicatiewetenschappen

1 Communicatiewetenschappen, licentie

1 Communicatiewetenschappen- Master Journalistiek

1 Economie (licenties, of masters heet dat tegenwoordig denk ik)

1 GAS Culturele Studies

2 Germaanse Talen

1 Germaanse Talen (Grote onderscheiding)

1 Germaanse Talen N-E

1 Germaanse talen + Meertalige Bedrijfscommunicatie

1 HBO journalistiek (nederland)

1 Handel

3 Journalistiek

1 Journalistik -bachelor

1 Kandidaat Audiovisuele Kunsten

Page 117: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

117

Count Response

1 Kandidatuur Geschiedenis-Wijsbegeerte

1 Lic. Germaanse Talen Nederlands Engels

1 Lic. Vertaler

1 Licenciaat (Master) Romaanse Talen

1 Licenciaat Germaanse Talen

1 Licenciaat Geschiedenis

1 Licenciaat Romaanse taal- en letterkunde

1 Licenciaat rechten

1 Licentiaat Communicatiewetenschappen

1 Licentiaat Germaanse Talen

1 Licentiaat Germaanse Talen (Engels-Nederlands), onderscheiding

1 Licentiaat Germaanse filologie

1 Licentiaat Germaanse talen

1 Licentiaat Kunstwetenschappen onderscheiding

1 Licentiaat communicatiewetenschappen

1 Licentiaat in de diplomatieke wetenschappen

1 Licentiaat. Geschiedenis (= master)

1 MBA

1 MaNaMa Radio- en TV-Journalistiek

1 Master Audiovisuele Kunsten: Schrijven

1 Master Communicatiewetenschappen

Page 118: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

118

Count Response

1 Master Communicatiewetenschappen VUB

1 Master Culturele Studies

1 Master Germaanse

5 Master Journalistiek

1 Master Taal- en Letterkunde

1 Master Taal- en letterkunde

1 Master in Cinematography en Postgraduaat Journalistiek

1 Master in Multimedia Sports Journalism

1 Master in de Communicatiewetenschappen

1 Master in de Geschiedenis

1 Master in de Vergelijkende Moderne Letterkunde

1 Master journalistiek

1 Master na Master

1 Master taal en letterkunde: Germaanse Talen

1 Master talen

1 Media- en Informatiekunde Postgraduaat

1 Meester in de Audiovisele Kunsten - Radio

1 Menswetenschappen ASO

1 Moderne geschiedenis, licentiaat

1 Onderscheiding Politieke en sociale wetenschappen optie communicatiewetenschappen

1 PBA Journalistiek

Page 119: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

119

Count Response

1 Pers en voorlichting

1 Pol & Soc Wet / Communicatiewetenschappen

1 Postgrad Journalistiek

1 Professionele Bachelor Journalistiek

1 RITS radio

1 RITS/RADIO

1 Student Journalistiek

1 TEW

1 TEW, Filosofie

1 Toeg. comm.

1 Wijsbegeerte

1 X

2 bachelor journalistiek

1 bedrijfscommunicatie

1 communicatiebeheer, optie journalistiek

1 communicatiemanagement, bachelor

2 doctoraat politieke en sociale wetenschappen

1 germaanse filologie

1 geschiedenis bachelor

1 graduaat

1 humaniora

Page 120: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

120

Count Response

1 licentiaat Geschiedenis

1 licentiaat communicatiewetenschappen

1 licentie | master

1 manama erasmushogeschool Brussel

2 master

2 master communicatiewetenschappen

1 politieke wetenschappen

1 rechten

1 sociologie

1 speciale licentie fiscaliteit

Op welke van de onderstaande sociale netwerksites heeft u een account?

Value Count Percent %

FaceBook 118 92.9%

LinkedIn 97 76.4%

Twitter 127 100%

Tumblr 28 22%

Google Buzz 17 13.4%

MySpace 25 19.7%

Page 121: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

121

iTunes Ping 16 12.6%

Sociale bookmarking site (bijvoorbeeld Digg, Delicious, ...) 29 22.8%

Eigen blog 46 36.2%

Andere 16 12.6%

Statistics

Total Responses 127

Welke van de aangeduide sociale netwerksites gebruikt u het meest? Maak een

top drie van de sites die u in de vorige vraag aangaf (de site waarvan u het meest

gebruik maakt plaatst u bovenaan).

Item Total

Score1

Overall

Rank

Twitter 1210 1

FaceBook 1053 2

LinkedIn 570 3

Eigen blog 256 4

Sociale bookmarking site (bijvoorbeeld Digg, Delicious, ...) 91 5

Tumblr 82 6

Google Buzz 26 7

MySpace 23 8

iTunes Ping 11 9

Andere 1 10

Total Respondents: 1 Score is a weighted calculation. Items ranked first are valued higher

than the following ranks, the score is the sum of all weighted rank

Page 122: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

122

Item Total

Score1

Overall

Rank

counts.

Wat zijn de voornaamste redenen voor het gebruik van de sociale netwerksite

die u in de vorige vraag op 1 plaatste? (duid maximum 3 antwoorden aan)

Value Count Percent %

Nieuwsgaring 78 60.9%

Meningen van burgers over nieuwsfeiten te weten komen (vox pop) 30 23.4%

Getuigen en ervaringsdeskundigen zoeken 16 12.5%

Persoonlijke bedenkingen over nieuwsfeiten of nieuwsberichten uiten 39 30.5%

Conversaties voeren en discussiëren 31 24.2%

Nieuws delen 60 46.9%

Op de hoogte blijven van de activiteiten van kennissen, vrienden en collega's 51 39.8%

Om mezelf als journalist in de markt te zetten 13 10.2%

Om afspraken te maken 5 3.9%

Om inspiratie op te doen voor mijn programma of artikel 25 19.5%

Andere 4 3.1%

Statistics

Total Responses 128

Wat zijn de voornaamste redenen voor het gebruik van de sociale netwerksite

die u in vraag 10 op 2 plaatste? (duid maximum 3 antwoorden aan)

Page 123: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

123

Value Count Percent %

Nieuwsgaring 39 32%

Meningen van burgers over nieuwsfeiten te weten komen (vox pop) 21 17.2%

Getuigen en ervaringsdeskundigen zoeken 17 13.9%

Persoonlijke bedenkingen over nieuwsfeiten of nieuwsberichten uiten 39 32%

Conversaties voeren en discussiëren 29 23.8%

Nieuws delen 38 31.1%

Op de hoogte blijven van de activiteiten van kennissen, vrienden en collega's 55 45.1%

Om mezelf als journalist in de markt te zetten 24 19.7%

Om afspraken te maken 12 9.8%

Om inspiratie op te doen voor mijn programma of artikel 17 13.9%

Andere 8 6.6%

Statistics

Total Responses 122

Wat zijn de voornaamste redenen voor het gebruik van de sociale netwerksite

die u in vraag 10 op 3 plaatste? (duid maximum 3 antwoorden aan)

Value Count Percent %

Nieuwsgaring 13 11.6%

Meningen van burgers over nieuwsfeiten te weten komen (vox pop) 5 4.5%

Getuigen en ervaringsdeskundigen zoeken 19 17%

Page 124: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

124

Persoonlijke bedenkingen over nieuwsfeiten of nieuwsberichten uiten 24 21.4%

Conversaties voeren en discussiëren 10 8.9%

Nieuws delen 23 20.5%

Op de hoogte blijven van de activiteiten van kennissen, vrienden en collega's 36 32.1%

Om mezelf als journalist in de markt te zetten 48 42.9%

Om afspraken te maken 12 10.7%

Om inspiratie op te doen voor mijn programma of artikel 9 8%

Andere 15 13.4%

Statistics

Total Responses 112

Indien u Twitter niet aangaf als één van uw 3 meest gebruikte sociale

netwerksites vult u deze vraag in. Sla deze vraag over als u de voornaamste

redenen van gebruik van Twitter al aangaf in één van de vorige vragen. Wat zijn

de voornaamste redenen voor het gebruik van Twitter? (duid maximum 3

antwoorden aan)

Value Count Percent %

Nieuwsgaring 13 81.3%

Meningen van burgers over nieuwsfeiten te weten komen (vox pop) 3 18.8%

Getuigen en ervaringsdeskundigen zoeken 1 6.3%

Persoonlijke bedenkingen over nieuwsfeiten of nieuwsberichten uiten 4 25%

Conversaties voeren en discussiëren 1 6.3%

Nieuws delen 10 62.5%

Page 125: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

125

Op de hoogte blijven van de activiteiten van kennissen, vrienden en collega's 4 25%

Om mezelf als journalist in de markt te zetten 3 18.8%

Om inspiratie op te doen voor mijn programma of artikel 4 25%

Andere 1 6.3%

Statistics

Total Responses 16

Sinds wanneer heeft u een Twitteraccount? (maand + jaartal, bijvoorbeeld: mei

2007)

Count Response

1 06/2010

1 10/12/2010

1 12 maart 2009

1 2008

4 2009

1 2010

1 22 09 2009

1 3 jaar

1 30 juni 2010

1 April 2007

1 December 2007

Page 126: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

126

Count Response

1 Een dik jaar, precieze datum herinner ik me niet

1 Februari 2011

1 Februari, 2009

1 Geen idee

1 Geen idee eigenlijk. Kan je dat checken? Ik denk 2007-2008

2 Januari 2009

2 Juli 2009

1 Juli 2010

1 Juni 2009

1 Maart 2007

1 Maart 2010

2 Maart 2011

1 Mei 2008

2 November 2006

1 Oktober 2008

1 Oktober 2010

1 September 2010

1 april 2008

3 april 2009

6 april 2010

1 augustus 2008

Page 127: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

127

Count Response

1 december 2008

2 december 2009

3 december 2010

1 februari 2010

2 februari 2007

3 februari 2009

2 februari 2010

1 februari 2011

1 jan 2011

1 januari 2007

2 januari 2009

2 januari 2011

6 juli 2009

2 juli 2010

2 juni 2007

5 juni 2009

2 juni 2010

2 maart 2007

3 maart 2009

2 maart 2010

5 maart 2011

Page 128: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

128

Count Response

1 mei 2007

1 mei 2008

10 mei 2009

1 mei 2010

2 mei 2011

2 nov 2009

1 oktober 2008

3 oktober 2009

2 oktober 2010

1 sept 2010

1 september 2008

5 september 2010

1 sinds december 2007

1 weet ik niet

Hoeveel Twitteraars volgt u?

Count Response

4 100

1 104

Page 129: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

129

Count Response

2 106

1 107

1 1082

1 115

1 1151

2 120

1 125

2 130

1 132

1 133

1 1340

1 135

1 140

1 151

1 1518

1 152

1 154

1 156

1 157

1 160

1 164

Page 130: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

130

Count Response

1 165

2 169

1 173

1 174

2 177

1 1774

2 180

1 181

1 183

1 191

1 192

1 193

1 194

2 196

1 198

1 200

1 2001

1 201

1 21

2 215

1 220

Page 131: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

131

Count Response

1 221

1 227

1 232

1 236

1 237

1 239

1 241

1 260

1 267

1 269

1 275

1 279

1 28

1 290

1 297

1 3

2 300

1 306

1 319

1 33

1 331

Page 132: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

132

Count Response

1 341

1 344

1 350

1 358

1 359

1 36

1 360

1 37

1 374

1 378

1 379

2 384

1 407

1 421

1 439

1 45

2 450

1 489

1 492

1 500

2 526

Page 133: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

133

Count Response

1 531

1 541

1 544

1 559

1 578

1 588

1 605

1 614

1 622

1 63

1 650

1 711

1 766

1 789

1 848

1 85

1 87

1 88

1 9

1 90

1 92

Page 134: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

134

Count Response

1 94

1 95

1 955

1 97

1 98

Door hoeveel Twitteraars wordt u zelf gevolgd?

Count Response

1 100

1 1005

2 108

1 1100

1 111

1 1122

1 1144

2 120

1 1200

1 123

2 127

Page 135: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

135

Count Response

1 1312

2 134

1 1365

1 140

1 141

1 1450

1 1459

3 1500

1 151

1 1550

1 1584

1 16000

1 163

1 165

1 17

1 1700

1 172

1 1843

1 185

1 186

1 188

Page 136: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

136

Count Response

1 190

1 1917

1 193

1 1949

1 2000

1 2097

1 213

3 22

1 223

1 224

1 225

1 230

1 2300

1 232

1 240

1 250

1 260

1 284

1 2900

1 3

1 30

Page 137: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

137

Count Response

1 312

1 321

1 3250

2 344

1 350

1 3588

2 364

1 37

1 376

1 38

1 3838

1 395

2 40

2 400

1 406

1 42

1 429

2 44

1 442

1 45

1 450

Page 138: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

138

Count Response

1 458

1 46

1 465

1 5

2 50

3 500

1 506

1 507

1 530

2 54

1 56

2 57

1 609

1 617

1 62

1 65

1 69

1 708

1 74

1 75

1 76

Page 139: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

139

Count Response

1 800

1 82

1 84

1 846

1 85

1 856

1 87

1 880

1 92

1 93

1 939

1 94

1 95

1 950

Gebruikt u Twitter voornamelijk voor

Value Count Percent %

Professionele doeleinden? 54 42.2%

Persoonlijke doeleinden? 10 7.8%

Page 140: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

140

Zowel professionele als persoonlijke doeleinden? 64 50%

Statistics

Total Responses 128

Op welke manier maakt u het meest gebruik van uw Twitteraccount?

Value Count Percent

%

Actief (om zelf tweets te posten (nieuws delen/artikels promoten/eigen bedenkingen

geven op nieuws- en andere feiten)) 14 10.9%

Passief (om op de hoogte te blijven van wat er gebeurt door uw tijdslijn van tijd tot tijd te

checken, maar zelf niks of weinig te posten ('lurker')) 28 21.9%

Zowel actief als passief 86 67.2%

Statistics

Total Responses 128

Heeft u één of meerdere Twitteraccounts?

Value Count Percent %

Eén 101 79.5%

Meerdere 26 20.5%

Page 141: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

141

Statistics

Total Responses 127

Indien u er meerdere heeft, is dat dan om uw publieke persoonlijkheid van uw

private te onderscheiden? (sla deze vraag over indien u maar één account heeft)

Value Count Percent %

Ja 14 40%

Nee 21 60%

Statistics

Total Responses 35

Indien uw antwoord op de vorige vraag 'nee' is, wilt u hier dan de juiste reden

aangeven? (sla deze vraag over indien u maar één account heeft)

Count Response

1 OP ene account al mijn artikels, andere zowel privaat als publiek

1 Voor @storymagazine

1 Voor werk en hobby, enkele accounts heb ik om te hebben

1 We hebben ook onpersoonlijkse nieuwsfeeds van onze nieuwsorganisatie

1 een gedeelde twitteraccount voor het programma en een persoonlijke twitteraccount

Page 142: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

142

Count Response

1 specialisatie

1 twitteraccounts voor eigen websites

1 gemakkelijker om maar op 1 account echt actief te zijn; andere account enkel om postings te

vermelden

Hoe vaak maakt u gemiddeld gebruik van uw Twitteraccount (zowel actief als

passief)?

Value Count Percent %

Meerdere keren per dag 93 72.7%

Dagelijks 21 16.4%

Meerdere keren per week 9 7%

Wekelijks 2 1.6%

Meerdere keren per maand 1 0.8%

Maandelijks/minder dan een keer per maand 2 1.6%

Statistics

Total Responses 128

Hoe actief vindt u zichzelf op Twitter?

Page 143: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

143

Value Count Percent %

Actief 32 25%

Eerder actief 45 35.2%

Neutraal 26 20.3%

Eerder passief 19 14.8%

Passief 6 4.7%

Statistics

Total Responses 128

Op welke manieren raadpleegt u uw Twitteraccount voornamelijk? (1 staat voor

het meest belangrijk; 5 voor het minst belangrijk; duid niets aan als het

antwoord niet op u van toepassing is)

Item Total

Score1

Overall

Rank

Op het werk op mijn pc/laptop 439 1

Thuis op mijn pc/laptop 407 2

Op mijn mobiele telefoon 360 3

Op mijn tabletcomputer (bijvoorbeeld: iPad) 124 4

Andere 40 5

Total Respondents: 1 Score is a weighted calculation. Items ranked first are valued higher

than the following ranks, the score is the sum of all weighted rank

counts.

Welke mensen volgt u voornamelijk op Twitter? (meerdere antwoorden

mogelijk)

Page 144: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

144

Value Count Percent %

Collega's 110 85.9%

Kennissen & vrienden 71 55.5%

Opiniemakers binnen mijn vakgebied 116 90.6%

Opiniemakers buiten mijn vakgebied 65 50.8%

Feeds van kranten/persbureau's/bedrijven 78 60.9%

Andere, namelijk:

Sportmannen (2 respondenten)

Wildvreemden met leuke tweets

Artiesten

Celebrities

Gelijkgestemde zielen

Getalenteerde mensen met originele tweets

Humoristische accounts

Interessante, grappige mensen

Mensen die grappig en origineel zijn

Personaliteiten

Wielermilieu

12 9.4%

Statistics

Total Responses 128

Spoort u collega's aan om een account op Twitter aan te maken of niet?

Value Count Percent %

Page 145: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

145

Ja 62 48.4%

Nee 66 51.6%

Statistics

Total Responses 128

Indien uw antwoord op de vorige vraag 'ja' was vult u deze vraag in. Was uw

antwoord 'nee', dan slaat u deze vraag over. Heeft uw oproep al collega's

overtuigd? (antwoord met ja of nee en geef eventueel een voorbeeld)

Count Response

1 3

1 @nespressolover

1 JA

7 Ja

1 Ja, al enkele! :-)

1 Ja, maar heb al gemerkt dat wie niet uit zichzelf op twitter gaat eerder een lurker wordt

1 Ja, tientallen

1 Ja.

2 Nee

1 Praktijk heeft 't uitgewezen :p

27 ja

1 ja (2 collega's)

Page 146: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

146

Count Response

1 ja (lezers van mijn e-zine)

1 ja 3 collega's

1 ja bv marcpeirs

1 ja collega's

1 ja voetc

1 ja, mijn eindredacteur

1 ja, soms

1 ja, twee collega's

1 ja. Meer en meer sporza-journalisten komen door mijn aandringen op Twitter

1 ja. ze kunnen nuttige informatie krijgen van opiniemakers

3 nee

1 nog niet

1 Ja, geef regelmatig interne cursussen Twitter. Iederene wordt dan verondersteld een account aan te

maken.

Heeft u van uw werkgever richtlijnen gekregen over Twitter? Is er met andere

woorden een 'policy' omtrent Twittergebruik?

Value Count Percent %

Ja 32 25%

Nee 84 65.6%

Page 147: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

147

Weet niet 12 9.4%

Statistics

Total Responses 128

Indien uw antwoord op de vorige vraag 'ja' was vult u deze vraag in. Was uw

antwoord 'nee' dan slaat u deze vraag over. Wat houdt die 'policy' dan concreet

in?

Count Response

1 Bewust omgaan met

1 Gebruik wordt aangemoedigd

1 Let op wat je tweet aangezien veel journalisten

1 Mensen op de hoogte houden van nieuws in Story

1 Op een gezonde manier inschatten welke werkgerelateerde dingen niet mogen getweet worden.

1 Opletten met politieke of al te persoonlijke statements/geen aanstootgevende opmerkingen

1 Opletten met wat je schrijft over nieuwsfeiten of de VRT

1 Opletten voor objectiviteit. Medium niet geschikt voor nieuwsgaring.

1 Professionele doeleinden

1 Twitter wordt aangemoedigd om nieuws te delen en zo de krant te profileren

1 Wees discreet, besef dat je van het huis bent.

1 aandachtig zijn

1 algemene communicatie-policy VRT (cfr mail Tony Coppers)

Page 148: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

148

Count Response

1 bedrijf niet schaden

1 dat het uiteraard delicaat is over programma's van de VRT te twitteren

1 deontologische code

1 geen persoonlijke mening

1 gezond verstand gebruiken en de regels toepassen die normaal gelden voor journalisten

1 http://weblogs.nos.nl/hoofdredactie/2009/07/10/twitter-en-de-nos-de-notitie/

1 loyaliteit

1 niet negatief over eigen huis; objectief blijven tov politieke uitspraken

1 niets zeggen wat je niet zou zeggen in je huidige professionele functie

1 oppassen met gekleurde berichten over nieuwsfeiten

1 richtlijnen

1 richtlijnen over inhoud en beantwoorden van tweets in naam van het bedrijf

1 sinds een maand is er een "charter voor social media" op de vrt

1 voorzichtig zijn met gevoelige info, bewust zijn dat je ook op twitter ds vertegenwoordigd

1 voorzichtig zijn met persoonlijke meningen

1 voorzichtigheid

1 Geen inhoudelijke informatie vrijgeven over artikels. Persvoorstellingen niet vermelden tot het

embargo op het artikel is vervallen

1 Als ambtenaar is er een deontologische code die gevolgd dient te worden, zowel IRL als via sociale

media

1 Goed overwegen op de tweet de werkgever niet schaadt. Geen kritiek op collega's van eigen bedrijf.

Page 149: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

149

Heeft u al eens een scoop op Twitter gepost vooraleer u het nieuws op een andere

manier deelde met uw publiek?

Value Count Percent %

Ja 43 33.6%

Nee 85 66.4%

Statistics

Total Responses 128

Indien uw antwoord op de vorige vraag 'ja' was vult u deze vraag in. Was uw

antwoord 'nee' dan slaat u deze vraag over. Hoe vaak post u scoops op Twitter

vooraleer u ze op een andere manier met uw publiek deelt?

Value Count Percent %

Meerdere keren per week 2 4.3%

Wekelijks 8 17.4%

Meerdere keren per maand 8 17.4%

Maandelijks/minder dan een keer per maand 11 23.9%

Minder dan één keer per maand 17 37%

Statistics

Total Responses 46

Page 150: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

150

Volgens recente berichten is er steeds minder aandacht voor buitenlands nieuws.

Twitter kan deze trend keren.

Value Count Percent %

Akkoord 20 15.6%

Eerder akkoord 35 27.3%

Neutraal 48 37.5%

Eerder niet akkoord 15 11.7%

Niet akkoord 10 7.8%

Statistics

Total Responses 128

Journalisten houden op hun Twitteraccount best hun private en professionele

leven gescheiden.

Value Count Percent %

Akkoord 33 25.8%

Eerder akkoord 29 22.7%

Neutraal 29 22.7%

Eerder niet akkoord 27 21.1%

Niet akkoord 10 7.8%

Page 151: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

151

Statistics

Total Responses 128

Elke journalist zou een Twitteraccount moeten hebben.

Value Count Percent %

Akkoord 49 38.3%

Eerder akkoord 35 27.3%

Neutraal 30 23.4%

Eerder niet akkoord 6 4.7%

Niet akkoord 8 6.3%

Statistics

Total Responses 128

Heeft u nog opmerkingen of vragen met betrekking tot deze enquête? Noteer ze

hieronder (optioneel).

Count Response

1 Steeds bereid tot duiding bij antwoorden indien jullie dat nuttig vinden

1 Succes met het verwerken van de resultaten.

1 Succes!

Page 152: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

152

Count Response

1 Thuis en werk loopt als freelancer nogal door elkaar. Ik werk immers zeer vaak van thuis uit.

1 veel succes!

1 Ik heb niks gelezen over het al dan niet anoniem houden van de resultaten? Hopelijk wel? Met alle

formulieren samen beschikken jullie nu over een pak waardevolle informatie :-) + Zeer benieuwd

naar het resultaat.

1

Vraag 33: De aandacht voor buitenlands nieuws zal niet veranderen door Twitter. Commercieel

gezien is het veel interessanter om nieuws te brengen vanonder de kerktoren, dat verkoopt tenminste.

Ironisch genoeg vind ik als regiocorrespondent dat er inderdaad veel meer buitenland in de krant en

op televisie moet. Maar zoals zovelen die op dat vlak op hun honger blijven zitten in de Belgische

media, wend ik mij tot het internet (BBC, Al Jazeera, The Independent, etc.). Als de vraag naar

buitenland nieuws er niet is vanuit de doelgroep, zal Twitter niet zomaar die hele evolutie op gang

brengen. My two cents.

1 Ik werk bij een Franstalige krant (L'Echo, zusterkrant van De Tijd), maar als Brusselaar ben ik ook

een Vlaamse journalist.

1

Twitter is een kleiner wereldje dat Facebook. Hogeropgeleiden, meer professioneel, meer opinion

leaders. Dus je denkt meer na wat daar neer te schrijven. Omdat het het beeld dat over je bestaat kan

kleuren. Dat maakt je soms scherper, soms weer voorzichtiger. Je wil vaak met een tweet een steen

in de kikkerpoel gooien. Op Facebook vaak meer huis-tuin-keuken.

1 Twitter is goed als teaser, maar er zit in mijn ogen veel te veel ruis op om het als een echt

communicatie- of researchkanaal te beschouwen. Ook door het gebrek aan context en het vaak

ondoordacht posten van informatie om toch maar de eerste te zijn. Veel succes met jullie thesis!

Interview Ivan De Vadder (De Zevende Dag – VRT) Naar aanleiding van onze thesis hebben we Ivan De Vadder (De Zevende Dag-VRT)

geïnterviewd over zijn Twittergedrag.

Hoelang zit u al op Twitter?

Een goeie vraag, ik denk iets meer dan twee jaar. April 2009, dacht ik.

Page 153: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

153

Gebruikt u dagelijks Twitter?

Ja, maar daarvoor moet ik even een onderscheid maken tussen de drie manieren

waarop ik Twitter gebruik. Ten eerste gebruik ik Twitter als een nieuwe bron. Twitter

staat permanent op en vermits ik niet alleen veel volgers heb maar ook veel mensen

volg, krijg ik daardoor eigenlijk een extra nieuwsbron van kranten, mensen,

instellingen, ga zo maar verder. Dat is een manier om het te gebruiken. De tweede

manier is zelf dingen posten op Twitter, berichten meegeven, linken meegeven

enzovoort. En het derde gebruik dat wij nogal intensief doen is rond het programma

De Zevende Dag. Dus op het moment van De Zevende Dag proberen we de discussie

op gang te brengen. Dat zijn de drie manieren waarop ik Twitter gebruik. Dus een: als

bron. Het staat permanent op, van wanneer ik opsta tot wanneer ik ga slapen. Het

tweede is zelf posten maar doe ik niet iedere dag. Er zitten soms enkele dagen tussen.

En het twitteren met De Zevende Dag, is enkel op zondag.

U beschouwt Twitter dus als een volwaardige nieuwsbron?

Ja, maar met het voorbehoud dat je eraan moet geven. Zoals je iedere nieuwsbron

onder voorbehoud moet nemen. Bijvoorbeeld een officiële nieuwsbron als Reuters of

Belga, zijn gecertifieerde nieuwsbronnen en als die iets uitzenden mag je er vanop aan

dat die informatie juist is. Tenzij zij zelf fout zijn natuurlijk, dan kan je er weinig aan

doen. Kranten kunnen ook fouten maken. En dan heb je nog de volgende categorie:

gewonen mensen. Daar horen politici bij maar ook watchers, mensen die werken in

het politieke veld. Je moet dat allemaal goed kunnen inschatten. Twitter is als

nieuwsbron volwaardig maar het vergt meer werk van de journalist dan de klassieke

nieuwsbronnen die allemaal op dezelfde lijn zitten. Bij Twitter moet je soms dingen

met een korrel zout nemen en dus opnieuw gaan checken op het moment dat je als

journalist ermee aan de slag gaat.

Vindt u dat journalisten Twitter mogen gebruiken voor hun job?

Ik vind dat ze dat moeten doen. Steeds meer collega-journalisten zitten nu ook op

Twitter: Joel De Ceulaer, Rik Van Cauwelaert, Karl Vandenbroek. Mensen die

sowieso al een opiniërende mening hebben in het politieke landschap, die nu gebruik

maken van Twitter. Ze verwijzen, ze linken naar hun normale activiteiten en op die

manier zitten ze op Twitter. Ik vind dat iedereen het moet doen, omwille van de twee

richtingen. Het ook als nieuwsbron gebruiken. Ik ken collega’s bij ons op de

Page 154: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

154

buitenlandredactie die niet op Twitter zaten op het moment dat de Arabische lente

startte in Tunis, Tunesië en Egypte. Terwijl wij van De Zevende Dag, waar we

allemaal sindsdien op Twitter zitten, wij waren veel sneller met wat daar gebeurde,

dan de collega’s die gebruik maakten van de officiële bronnen. Dat is stom. Je moet

die twee combineren en alert blijven voor die nieuwe evolutie.

U zorgde als journalist meermaals voor een scoop op Twitter, zoals toen u

tweette dat Johan Vande Lanotte zijn ontslag gaf als koninklijk bemiddelaar.

Doet u dat bewust?

Ja en nee. Ik doe het er niet om, als dat de vraag is. Maar ik doe het wel bewust. Ik

heb op dat moment informatie en de snelste manier om die informatie door te geven,

is op dat moment Twitter geworden. Dus heb ik het ook op die manier meegegeven.

Om heel correct te zijn, ik had op dat moment één bron. Een bron waar ik wel

honderd procent zeker van was, maar strikt genomen journalistiek, heb je die tweede

bron nodig. Mijn collega’s van radio en televisie hebben ook gewacht tot ze die

tweede bron hadden. Twitter laat mij toe om op basis van die ene bron, die ik honderd

procent vertrouwde en die later ook bevestigd is gebleken, die informatie toch mee te

geven.

Wordt u dan niet op de vingers getikt door uw werkgever voor uw scoop?

Nee, want het is een persoonlijk instrument. Mensen volgen mij natuurlijk wel omdat

ik journalist ben bij de VRT. Maar het is niet de officiële Twitteraccount van de VRT.

Want die is namelijk ook gebonden aan de klassieke regels van de journalistiek.

Mocht ik als officiële twitteraar hebben gefunctioneerd, dan zou ik ook gewacht

hebben op die tweede bron.

Hoe ziet u de toekomst van Twitter?

Verdergaan op de manier waarop we bezig zijn. Maar nogmaals op de drie manieren

die ik in het begin voorstelde. En dan vooral als tweedescherm-toepassing. Mensen

twitteren vaak terwijl ze naar televisie aan het kijken zijn.

Interview Lisbeth Imbo (De Ochtend – Radio 1, VRT)

We deden hetzelfde met Lisbeth Imbo (De ochtend-Radio 1)

Page 155: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

155

Hoelang zit u al op Twitter?

Vorig jaar, net voor de verkiezingen. Dus ongeveer een jaar.

Gebruikt u Twitter dagelijks?

Als ik thuis ben wel, ik heb geen smart phone of als ik op vakantie ben, dan doe ik het

niet. Maar als ik thuis ben, dan hou ik Twitter wel in de gaten.

Waarom gebruikt u juist Twitter?

Om verschillende redenen, ik vind het een zeer snel medium geworden om dingen te

weten te komen. Er zitten heel wat journalisten op die bijvoorbeeld dan twitteren dat

Elio Di Rupo bij de koning zit. Als ik thuis ben, kan ik dat dan heel goed volgen.

Anderzijds zitten er ook wel wat commentatoren en politici op die op dingen

reageren. Ze zijn bijvoorbeeld iets op Terzake en reageren daar dan op. En vaak kan

je dat dan gebruiken in een interview met een tegen- of medestander. Het is ook een

handig opzoekmedium geworden. Als ik iets wil weten over een bepaalde uitspraak

van iemand maar niet meer goed weet van wie het was, dan plaats ik het op Twitter.

En dan krijg je meestal wel binnen het halfuur een antwoord.

Vindt u dat journalisten Twitter mogen gebruiken voor hun job?

Natuurlijk, je moet alle media en mogelijkheden gebruiken voor je job. Het zou dom

zijn om uit principe voor iets af te sluiten. Zolang je de dingen slim gebruikt, idem

met Youtube. Zoals met de revoluties in Syrië en Libië, worden vaak Youtube-

filmpjes gebruikt. En je zegt er dan wel bij dat het ongechekt materiaal is. Maar het

zou al te gek zijn mocht je niet gebruiken omdat het van Youtube komt. Een journalist

moet alles gebruiken wat hij kan gebruiken. Als er een tweet komt van bijvoorbeeld

Gwendolyn Rutten en je weet dat het de account is van Gwendolyn Rutten. Waarom

zou je dat dan niet mogen gebruiken?

Beschouwt u Twitter als een nieuwsbron?

Zoals zoveel andere nieuwsbronnen. Het is een nieuwsbron waar je wel moet mee

opletten. Het is iets makkelijker als je een communiqué rechtstreeks van de premier

krijgt. Bij twitter moet je opletten maar dat moet je bij vele nieuwsbronnen doen. Het

is zeker een van de nieuwe bronnen die je kan gebruiken.

Page 156: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

156

Hoe ziet u de toekomst voor twitter?

Ik denk dat het nog zal groeien. Zoals dat met Facebook ook was. Dan zal er ook wel

een moment komen dat het wat vermindert en zal er wel weer iets nieuws komen.

Maar voorlopig is het wel nog aan een groei bezig. Tv-programma’s beginnen er nu

ook actiever mee te werken. In Villa Vanthilt is er zelf een volledige rubriek. Ik denk

dat dat zeker nog gaat toenemen. Voor programmamakers is het een zeer instant

medium om contact te hebben met die kijkers. Een zeer makkelijke manier om dingen

te signaleren. Bijvoorbeeld als consument. Ik denk dat veel mensen het nog moeten

ontdekken.

Interview Patrick Van Gompel (Het Nieuws – VTM)

Hoelang zit u al op Twitter?

Ik denk drie maanden.

Waarom gebruikt u juist Twitter?

Ik gebruik het vooral om mijn volgers te enthousiasmeren over onze eigen

programma’s. Hetzij voor onze radiozenders, als ik daarop bijvoorbeeld wordt

geïnterviewd over één of ander onderwerp. Ofwel voor de reportages die ik maak

voor het nieuws. Het is dus eigenlijk vooral eerder wervend dan om het grote haantje

uit te hangen om te tonen wat ik allemaal weet.

Beschouwt u Twitter als een nieuwsbron?

Niet echt als een bron. Maar je weet wel vrij snel wat er leeft op redacties bij

journalisten. Daarom weet je nog niet wat er leeft bij de mensen maar wel wat er op

de redacties leeft.

Het is wel zo dat er steeds sneller nieuws op Twitter staat dan bijvoorbeeld op

de klassieke nieuwssites.

Ja en dat begrijp ik niet goed. Ik zou nooit zo dom zijn om een dikke primeur eerst op

Twitter te verkopen en die dan pas in uw eigen nieuwsuitzending te stoppen. Dat vind

Page 157: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

157

ik vrij dom. Maar ik denk dat het ook iets is dat journalisten en redacties zichzelf nog

moeten aanleren. Dat het nog zelfcorrigerend zal werken.

Bent u zelf al overtuigd van het nut van Twitter?

Ik vind het wel boeiend. Ik kijk er veel op. Ik denk toch dat je er veel mensen mee

kan ontmoeten. Bronnen dan, of beroepshalve interessante mensen. Ik denk ook dat

Twitter de meer zakelijke versie is van het huis, tuin, keuken, familiegeleuter op

Facebook, dat blijkbaar al in verschillende landen bij vele miljoenen mensen op de

zenuwen begint te werken.

Interview Bart Eeckhout (De Morgen)

Gebruikt u Twitter dagelijks?

Zeker, ik mag mijzelf stilaan een verslaafde Twitterjunkie noemen. Ik probeer zelf

actief te zijn, vooral voor professionele doeleinden. Wat wil zeggen dat ik stukken

van collega’s of mezelf probeer aan te wijzen of te verspreiden op Twitter. Ik gebruik

het vooral ook passief, ik beschouw het als een belangrijke nieuwsbron voor mijn job

als journalist.

Waarom gebruikt u juist Twitter?

Die nieuwsbronfunctie is voor mij nog nieuw en verassend. Het voordeel van Twitter

is dat je zelf je nieuwsbronnen samenstelt. Dat je zelf kan bepalen wie je volgt en wie

je interessant genoeg vindt om berichten van binnen te krijgen. Wat maakt dat de

vorm die het nieuws krijgt anders is dan de officiële vorm die je krijgt op de

traditionele wijze bijvoorbeeld via telexen, nieuwsagentschappen enzovoort. Die

werken vooral heel institutioneel. Dat wil zeggen dat vanuit studies, overheden

officiële berichten maken. Het voordeel aan Twitter is dat het zich niets moet

aantrekken van die instituties. Dus mensen uit de hele wereld die toevallig op mijn

volgerslijst staan, kunnen mij nieuws aanbrengen. Bovendien heb ik in de praktijk

gemerkt, voornamelijk ook door het werk van collega’s, dat Twitter als alarmfunctie

bij groot nieuws extreem veel sneller werkt dan de traditionele nieuwskanalen. Bij

grote gebeurtenissen van de de laatste maanden is het wel een paar keer zo geweest

dat ik als eerste op de redactie gealarmeerd was omdat ik toevallig op Twitter zat te

Page 158: Masterproef Charlotte Van Houtte & Amaury Van Kenhove

158

kijken. Bijvoorbeeld bij de aardbeving in Japan, heb ik als eerste de nieuwschef

gealarmeerd dat er iets belangrijks aan de hand was.

U beschouwt Twitter dus als een nieuwsbron?

Zeker weten. Veel diverser, rijker, sneller dan de traditionele media. Je kan natuurlijk

niet alleen op Twitter vertrouwen maar het is een belangrijke indicator van wat

belangrijk zou kunnen worden en het is een belangrijk nieuw kanaal dat je kan

combineren met de traditionele kanalen.

Ik heb gemerkt dat u vaak reclame maakt voor u stukken in De Morgen en voor

collega’s. Waarom doet u dat?

Het is een belangrijke kans die het medium ons als journalist geeft. Zo kunnen we op

Twitter reclame maken voor stukken die we zelf gemaakt hebben. Ik probeer zelf ook

zo fair te zijn om ook het werk van collega’s van andere redacties aan te prijzen, ook

al gebeurt het niet zo vaak. Maar het is zo dat hetgeen ik doorstuur aan artikels,

daarvan 90 procent van onze eigen redactie komt. Het werkt een beetje als een soort

reclamebord voor het werk dat wij hier leveren.