Een Antilliaanse vrouw komt binnen Een Antilliaanse vrouw komt binnen om een uitkering aan te vragen. om een uitkering aan te vragen.

Ze wordt gevolgd door 15 kinderen. Ze wordt gevolgd door 15 kinderen. "WOW", zegt de ambtenaar,"WOW", zegt de ambtenaar, "zijn die allemaal van u?" "zijn die allemaal van u?"

"Ja, allemaal van mij." zegt de "Ja, allemaal van mij." zegt de moeder, die deze vraag al duizend moeder, die deze vraag al duizend

keer heeft beantwoord..keer heeft beantwoord..

Ze draait zich om naar de kinderen Ze draait zich om naar de kinderen en beveelt: en beveelt:

"Sascha, ga zitten!", en alle kinderen "Sascha, ga zitten!", en alle kinderen gaan zitten. gaan zitten.

"Zo", zegt de ambtenaar,"Zo", zegt de ambtenaar, dan vullen we nu samen dan vullen we nu samen

de aanvraag in.de aanvraag in. Ik heb de namen van alle kinderen Ik heb de namen van alle kinderen

nodig."nodig."

"Dit hier is de oudste, hij heet "Dit hier is de oudste, hij heet Sascha.“Sascha.“

"Goed, en de volgende?" "Goed, en de volgende?" "Deze hier heet ook Sascha." "Deze hier heet ook Sascha."

De ambtenaar fronst de De ambtenaar fronst de wenkbrauwen, zucht,wenkbrauwen, zucht,

en schrijft verder. en schrijft verder.

De volgende zoon heet ook Sascha, De volgende zoon heet ook Sascha, net zoals de volgende vier....net zoals de volgende vier....

Dan is de oudsteDan is de oudste dochter aan de beurt. dochter aan de beurt. Zij heet ook Sascha. Zij heet ook Sascha.

"Goed," zegt de ambtenaar, " ik "Goed," zegt de ambtenaar, " ik neem aan dat alle kinderen Sascha neem aan dat alle kinderen Sascha

heten?"heten?"

"Ja, dat maakt de zaak "Ja, dat maakt de zaak makkelijker.... man“makkelijker.... man“

zegt de moeder. zegt de moeder.“Als de kinderen moeten opstaan “Als de kinderen moeten opstaan

om naar school te gaan, om naar school te gaan, roep ik:roep ik:

'Sascha, opstaan!', en wanneer het 'Sascha, opstaan!', en wanneer het avondeten klaar is, roep ik ook alleen avondeten klaar is, roep ik ook alleen

'Sascha, eten!' en dan komen alle 'Sascha, eten!' en dan komen alle kinderen aangelopen. kinderen aangelopen. Wanneer een Wanneer een van de kinderen de straat op rent, van de kinderen de straat op rent,

roep ik alleen maar 'Sascha, stop!' en roep ik alleen maar 'Sascha, stop!' en alle kinderenblijven staan. alle kinderenblijven staan.

De kinderen allemaal 'Sascha' De kinderen allemaal 'Sascha' noemen, was het beste idee, dat noemen, was het beste idee, dat

ik in jaren heb gehad. ik in jaren heb gehad. De ambtenaar denkt even na en De ambtenaar denkt even na en

vraagt dan bedenkelijk:vraagt dan bedenkelijk:

. "En wat als je maar een kind . "En wat als je maar een kind wil roepen en wil roepen en

niet de hele groep?“niet de hele groep?“"O, dat is heel eenvoudig, dan "O, dat is heel eenvoudig, dan

roep ik gewoon de achternaam!"roep ik gewoon de achternaam!"