Marc Mittelmeijer - swvdeliemers.nl SWV VO De Liemers 12... · 20-05-2011: De ministerraad heeft...

67

Transcript of Marc Mittelmeijer - swvdeliemers.nl SWV VO De Liemers 12... · 20-05-2011: De ministerraad heeft...

13.10 uur Opening

13.20 uur Passend onderwijs

13.50 uur AMK

14.00 uur Workshopronde I

15.00 uur Pauze

15.15 uur Workshopronde II

16.15 uur Slotwoord

16.30 uur Sluiting

Marc Mittelmeijer

Corinne Sebregts

Meer leerlingen uit het VSO naar het regulier onderwijs. Welke leerlingen (met welke kenmerken) naar welke school? Wie bepaalt dat?

Twee SWV’en met eigen dynamiek en ontwikkelweg. Een uniforme werkwijze van het bestuur is niet aan de orde.

Quadraam moet gaan samenwerken met PO, VSO, gemeenten en jeugdzorginstellingen (regionaal ondersteuningsplan

Docenten moeten onderwijs en begeleiding bieden aan een populatie met grotere zorgbehoefte. Welke scholing is nodig?

Keuzes maken t.a.v. thema’s die voortkomen uit implementatie Passend Onderwijs

Standpunten bepalen voordat derden tot keuzes dwingen

Bestuur als regievoerder, input vanuit de eigen scholen

Governance

Onderwijsarrangementen

Financien

Professionalisering

Projectleider: Paul Kanters

Doel: Bepalen van beleidskaders voor vormgeving van Passend Onderwijs

Thema’s: ◦ Besturing Quadraam

◦ Organisatie en structuur SWV’en

◦ Bovenschoolse processen en procedures

Projectleiders: Ward Habets en Kim van de Belt

Doel: onderwijszorgprofielen en regionaal ondersteuningsplan opstellen

Thema’s: ◦ Basiszorg

◦ Extra zorg

◦ Bepalen leerlingkenmerken die scholen ‘aankunnen’

◦ Profiel per school

Projectleider: Martin Kruis

Doel: adviseren en ondersteunen t.a.v. gevolgen Passend Onderwijs

Thema’s: ◦ Onderzoek naar huidige kosten basis- en extra

zorg

◦ Organiseren en regisseren overleg tussen scholen

◦ Oplossingen om basis- en extra zorg te bekostigen

Projectleider: VOC

Doel: docenten en leidinggevenden informeren en professionaliseren/scholen

Thema’s: ◦ Inhoudelijke scholing op basis van

onderwijszorgprofielen

◦ Begeleiding en ondersteuning ‘op maat’ bij vormgeving Passend Onderwijs

Leden: Maarten Delen, Maarten van de Louw, Harald Wiggers, Léon Lucas, Marc Mittelmeijer

Doel: ◦ Leden worden geïnformeerd

◦ Leden geven input op ontwikkelingen

◦ Leden communiceren met SE’s

Advies- en Meldpunt Kindermishandeling

Kim van de Belt

20-05-2011: De ministerraad heeft ingestemd met het wetsvoorstel verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.

Professionals zijn verplicht om met een meldcode te gaan werken wanneer ze beroepshalve te maken hebben met een signaal van huiselijk geweld of kindermishandeling.

1. In kaart brengen van signalen

2. Collegiale consultatie & zo nodig raadplegen AMK

3. Gesprek met de cliënt

4. Wegen van het geweld of kindermishandeling

5. Beslissen: hulp organiseren en/of melden

Signaleren kindermishandeling: hoe doe ik dat?

Wat kan ik doen met een signaal?

Wat is mijn verantwoordelijkheid als docent en waar

stopt deze?

Hoe kan ik ondersteund worden?

Informatie werkwijze AMK

Verdieping kennis signalering kindermishandeling

Waarden en normen en belemmeringen

Ondersteuning van docenten

Bespreken van zorgen met leerling en/of ouders

Handelingsmogelijkheden bij signalen

Gebruik van meldcode

Confrontatiegesprek met ouders

Meer dan 1/3 van de kinderen in het VO heeft te maken met kindermishandeling.

Je bent niet verplicht tot melden maar wel tot het werken met de meldcode.

Verwenning is ook een vorm van kindermishandeling.

Schakel het AMK in voor Advies.

Ilse Koenders Candea College

Rinus van de Kerkhof Liemers College

Ilse Thiele Symbion

Kim van de Belt coördinator SWV

Eindproduct: Meldcode per school, aangepast op de zorgstructuur.

Aan directieleden:

• Vaststellen Meldcode

• Verspreiden meldcode onder personeel

• Scholen personeel

Aan leden zorgteam en docenten:

• Breid je kennis uit

• Verspreid je kennis

Ilse Koenders

Rinus van de Kerkhof

Ilse Thiele

Eric Robbers en Peter Kickken

Maarten van de Bent, Johan Hijnberg, Alice Wolterinck

E E N V E R D E R E K E N N I S M A K I N G M E T D E T R A J E C T G R O E P E N O P H E T C A N D E A E N

L I E M E R S C O L L E G E .

Trajectgroepen

Voor Wie?

1) Leerlingen met een complexe problematiek op sociaal emotioneel, gedragsmatig en/of cognitief gebied die niet goed functioneren in de reguliere setting.

2) Leerlingen bij wie aanpassingsproblemen worden verwacht bij de overgang van het basisonderwijs (of een andere vorm van onderwijs) naar het voortgezet onderwijs.

Kenmerken

• Adaptief : onderwijs op maat • Individuele begeleiding • Rustige werkomgeving • Kleine setting • Gestructureerd werken • Planmatig werken • Intensief contact met ouders

Doel van de trajectgroep

• De leerling uit een verstoorde onderwijssituatie halen. • Hem of haar een zo veilig mogelijk onderwijsklimaat

bieden. • Diagnose stellen door de orthopedagoge. • Een persoonlijk onderwijskundig en pedagogisch

trajectplan maken.

Einddoel: • De leerling op de juist plaats krijgen (terug in eigen klas

of op een andere school, opleiding, instelling).

De leerling: doelen en werkwijze

• Elke leerling heeft eigen doelen. De trajectgroep ondersteunt de leerling bij het bereiken van deze doelen. Hoe?: • Hulp bij plannen & organiseren • Voor- en nabespreken van de dag • Het oefenen van specifieke vaardigheden (samenwerken,

zelfstandig werken, etc.) • Individuele begeleiding door een orthopedagoog

Leerling kenmerken

• Verstoorde gezinssituatie • Gedragsstoornissen • Zware motivatie problemen • Angststoornissen • Verslaving • Depressies • Hechtingsstoornissen

Casus

Opdracht

Formuleer SMART* één lange termijndoel, gerelateerd aan bovenstaande casus. Dit doel is onderdeel van het IHP , gebruikt in de trajectgroep.

Formuleer SMART* twee korte termijndoelen en beschrijf vervolgens activiteiten om deze doelen te behalen. Deze doelen zijn onderdeel van het IHP, gebruikt in de trajectgroep.

SMART

Wat is een doel? Een gewenste en duidelijke omschreven situatie die op een vooraf vastgesteld tijdstip bereikt moet zijn. Wat is een activiteit? Concrete acties die nodig zijn om het doel te behalen. Wat is resultaat? Concrete gevolgen van de acties die voortkomen uit de doelstelling Smart De meest gebruikte manier om goede doelen te maken is de SMART methode. SMART staat voor: S = Specifiek M = Meetbaar A = Acceptabel R = Realistisch T = Tijdgebonden

Resultaten en discussie

Einde

Angelieke Post en Hans van Kol

Zorgconferentie

19 april 2012

Symbion te Didam

Presentatie

Angelieke Post en Hans van Kol

Candea College te Duiven

Lesgeven: (Ned, Engels, MM)

Deel uit maken van het management team

leerweg KB/BB/SB

Aanwezig op de Helpdesk, een plaats

waar leerlingen altijd terecht kunnen

“Een worsteling naar meer”

Programma

1 werksituatie

2 beginsituatie

3 toetsing

4 acties

5 plannen

6 Zeeuws principe

Onze leerlingen

SB BB KB

Cito percentiel Cito

percentiel

taal nvt taal 19

rekenen nvt rekenen 20

score nvt score 524

Achterstand Achterstand

Begr. Lezen 40% Begr. Lezen 33%

Lezen 30% Lezen 29%

rekenen 36% rekenen 20%

spelling 33% spelling 24%

IQ 84 IQ 88

verbaal 85 verbaal 89

perfomaal 85 perfomaal 89

Soc. emo.

problemen

82% Soc. emo.

problemen

36%

Leerpleinen: Z@P en Challenge

• Leerlingen werken zelfstandig aan

zelfgekozen taken die de leerkrach-

ten gemaakt hebben.

• Uitnodigende opstelling.

• Meerdere groepen bij elkaar.

• Meerdere docenten.

• Werken met een planner

• Controle door vakdocent

Voordeel

• Leerkracht heeft gelegenheid om

individuele hulp te bieden

• Leerkracht heeft gelegenheid om groeps-

instructie te geven

• Dit geldt ook voor

de Remedial Teachers.

Meijerink is de norm Van onze belasting en voor onze belasting is de commissie Meijerink ingesteld die de gewenste kwaliteit van ons onderwijs in een waarde heeft uitgedrukt. Dit betreft Taal/Nederlands en Rekenen/Wiskunde Het eindniveau van de basis- school wordt weergegeven met 1F. Het eindniveau van het VMBO is vervolgens vastgelegd met 2F.

Als dan Meijerink de norm is, passen we in zoverre ons onderwijs aan, dat we aan deze norm kunnen voldoen.

Die doelstelling wordt bemeten door de

afname van CITO-toetsen.

Daar is een na te streven vooruitgang, zichtbaar te maken.

Startgegevens

verzameld door

Brigitte Bullée

Contactpersoon BOVO

(basisonderwijs – voortgezet

onderwijs)

Overzicht geordende gegevens:

Roep

naam Ge

sla

cht

Ta

al

Re

ke

ne

n

Info

rma

tie

ve

rwe

rkin

g

We

reld

ori

en

tati

e

Sta

nd

aa

rdsc

ore

LVS TL LVS SP LVS BL LVS RE LWO

O T

L

LWO

O S

P

LWO

O B

L

LWO

O R

E

LWOO IQ RT Bij start

Merel v 12 6 2 9 518 M8B M8A M8D M8D 8 0 21 10 83;85;84 x geen bijzonderheden

Jaron m 1 21 10 18 518 M8C M8D M8D M8C 21 26 27 11 82;88;80 x dyslexie

Kim v 10 19 19 34 524 M8D M8D M8C 20 13 27 7 93;96;91 RE en SP Taalondersteuning

Celine v 20 35 16 20 529 M8C M8C M8C x x x x x BL en SP leesondersteuning

Dylan m 18 2 16 17 521 M8D M8E M8D M8D 12 12 8 21 85;90;83 SP geen bijzonderheden

Eerste keuze tot hulp

• Leerlingen waarvan de basisschool

aangeeft dat er eigenlijk onmiddellijk hulp

gegeven moet worden.

• RT maakt groepen of deelt individueel in.

• Streven is om in

week 2 te starten.

Toets muiswerk

• In de tweede week afname testsuites van

Muiswerk.

• Geeft informatie over taal en rekenen

Vier groepen

1 Individuele RT

2 Groepsinstructie

3 Interventiegroep

Nederlands

4 Iedere leerling werkt

aan een eigen oefen-

programma

Oefenschema Muiswerk Nr. Naam: Nr.

Naam: Nr. Naam:

1 Basis werkwoord-

spelling

5 Woordkennis 1 nt2

15 RW getallen 1

2 Basis spelling

12 Basis grammatica

16 RW verhoudingen 1

3 Begrijpend Lezen 2

13 Uitdrukkingen 1 17 RW meten en meetkunde 1

4 Leestekens

op maat

14 Schoolwoorden

nt2

18 RW verbanden 1

Nr:

1 15 14 13 16 5 2 17 4 12 18 3

38

A B C D E F G H I J K L

39

L A B C D E F G H I J K

40

K L A B C D E F G H I J

41

J K L A B C D E F G H I

Toetsen CITO

• Toets 0: oktober leerjaar 1

• Toets 1: april leerjaar 1

• Toets 2: april leerjaar 2

• Toets 3: april leerjaar 3

CITO in beeld

Uitslag CITO

• Geeft weer waar de afdeling en vakken staan

• Zorgt voor nieuwe indeling van de RT

nieuwe individuele hulp

nieuwe groepshulp

• Interventiegroep Nederlands blijft bestaan

Actie in SB/BB: Lezen

• Methode: Zuid-Vallei

• Differentiatie in spellende- en radende lezer

• Vastgesteld door toets (EMT) (Klepel) (AVI)

• Doel halen van AVI 9 eind leerjaar 1

• Oefenen 1x 15 minuten

• Tussentoets in december

• Eindtoets in juni

Actie in SB/BB: Rekenen

• Methode: werkbladen uit rekenboek basisond

• Geen differentiatie in leerstof

• Geen instaptoets maar voor iedereen

• Oefenen 1x 15 minuten

• Doel: Ondersteuning wiskunde

• Tussentoets in december.

• Eindtoets in juni

Na de kerstvakantie

Vier groepen:

• 1 Technisch lezen

• 2 Begrijpend lezen

• 3 Rekenen basis

• 4 Rekenen plus

• Elke leerling werkt 2 x 15 minuten op het Z@P-plein

Actie in KB:

• Bekend van de basisschool

• Niet zo leuk gevonden

• Andere opzet

• Doelgericht (doelen Cito)

• Actuele onderwerpen

• Video-ondersteuning

Actie in KB:

• Niet zo bekend van de basisschool

• Actualiteit

• Doelgericht m.n. procenten en breuken

• Lezen om rekeninformatie om te zetten

• Redactiesommen komen later in examen

• Nadeel hoog begrijpend leesgehalte

• Voordeel leesoefening Nederlands

Plannen/discussie

• Elke week een vast leesuur

• Vakwoorden foutloos schrijven

• Verder verwerken “CITO-norm”

• Nieuwsbegrip en Nieuwsrekenen voor

iedere leerling invoeren in SB en BB

• Meer onderzoek in de afdelingen naar resultaten, welbevinden maar vooral mogelijkheden

Doel: Zeeuws principe

Marc Mittelmeijer

Inventarisering van vragen die leven:

Ambulant begeleiders: Tegenstrijdig: - afrekening op resultaten - ieder kind een kans Wat is als AB-er je toekomst, waar wordt er mag gebruik gemaakt van je expertise? Expertise over cluster 4 dreigt verloren te gaan, over een paar jaar is het weer nodig! Er zijn vragen rond indiceren en toewijzen, hoe gaat dat verlopen?

Hoe bereik je collega’s Gaan we het wel redden? Beleid vs. Praktijk Hoe kunnen we kinderen in grote groepen genoeg aandacht geven. Zelf als er genoeg kennis is, zijn er wel mogelijkheden om de kennis toe te passen. Redden we het implementeren op tijd? Hoe pakken we dit aan? Hoe krijg ik het in de les voor elkaar? Hoe krijg je als docent de ruimte om individuele aandacht te geven. Mogelijkheden om te differentiëren. Welke leerling kun je wel/niet opnemen in het regulier onderwijs? Zelfredzaamheid is wel een probleem bij veel leerlingen. Dit zou een criteria moeten zijn.

Visie van Marc en opmerkingen van collega’s:

aantallen In totaal hebben we 250 klassen op de 3 scholen in de Liemers. Er zijn 181 leerlingen cluster 4, 39 leerlingen cluster 3. Dit betekent dat er 50-60 leerlingen bij komen in het regulier onderwijs. Dit is 1 leerling per 5 klassen erbij.

Organisatie

Expertise opbouwen en inhuren. Ben je gericht op de leerling of op het overbrengen van de stof. Is er een gemeenschappelijke visie wat dit betreft? Als team/school moet je je organisatie anders vormgeven om de leerling meer aandacht te geven. Hierbij kun je denken aan: meer rust, bijv. door blokuren, minder docenten op een klas. Bij blokuren al meer tijd/aandacht voor de leerling.

Belangrijk is ook de interactie leraar- leerling. De leerling heeft behoefte aan: relatie met leerkracht, goede didaktiek, goed klassenmanagement. Klassenmanagement: bij de deur staan, op bord schrijven. Er moet een goede leeromgeving zijn waarbij structuur duidelijk is. Goede inrichting onderwijs, pedagogiek. Onderwijsbehoeften van kinderen: moet je bij aansluiten, goed kijken waar behoefte aan is. Maar vakkenpakket, normen halen, drukke leerlingen kunnen moeilijk concentreren op leerpleinen. Kinderen hebben meer afwisseling in prikkels dan vroeger en zelfstandig werken kan op lagere leeftijd nog niet altijd.

Teams: zorgen dat elk team expertise heeft. Je moet als team verantwoordelijk worden. Samen overleggen: wat is het, hoe gaan we het doen. Leidinggevenden ook aansturen op goed klassenmanagement en overleg in teams, bij elkaar binnen kijken/ondersteunen. Interventie: - elkaar scherp houden - meekijken in de les - naar elkaar publiceren -> openheid In teams werken helpt. Bij elkaar kijken en elkaars kwaliteiten benadrukken en van elkaar leren. Dit is nodig om het passend onderwijs te handelen.

Professionalisering van docenten is nodig. Het vraagt veel van docenten. Ondersteuning richten op leerlingen en docenten. De mentor speelt een belangrijke rol en moet adequaat kunnen handelen. Het is mogelijk de leerlingen op te vangen als je docenten extra ondersteunt met extra materiaal. De docent moet handvatten hebben en ondersteuning voelen. SMOK: docenten voelen zich niet gesteund door school/team en durven gedrag niet aan te sturen. Tip AB-er: bij leerlingen met gedragsproblemen moet je heel duidelijk aangeven: welk gedrag wens je en hoe ga je het vormgeven. Docenten moeten elkaar ondersteunen en een afdeling moet duidelijk beleid hebben wat er gebeurt als je gedrag niet tolereert.

Onderwijsvisie, onderwijsbeleid en passend onderwijs samen is goed voor de hele school.

Indicatiestelling zorgt voor hoge financiële kosten. Het moet geen automatisme zijn om leerlingen naar arrangementen te sturen omdat het de school niets kost. Deze worden bovenschools gefinancierd. Margriet zegt dat er steeds meer vragen komen of etiketten weg gehaald kunnen worden omdat leerlingen hun beperkingen gaan inzien bijv. leerlingen met autisme die bepaalde studies niet meer kunnen doen.

We moete anders gaan denken. We moeten het systeem an sich veranderen om deze kinderen op te vangen. Niet kijken hoe het past in het huidige systeem.

Marc Mittelmeijer

De vijf punten over passend onderwijs die vandaag naar voren kwamen zijn:

Klassenmanagement (de docent voor de klas moet goed kunnen differentiëren)

Organisatie (hoe organiseren we het onderwijs zodat alle leerlingen goed onderwijs krijgen)

Infrastructuur (op wie kan een docent terugvallen)

Schoolcultuur (een open, samenwerkingsgerichte cultuur)

Professionalisering van het personeel