maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij...

148
Student Mirjam Enderlé Studentennummer 403830 NHL e-mailadres ende1401@[email protected] Opleiding Lerarenopleiding Omgangskunde Traject Deeltijd Code TE.ECS.Dt.PP.14.D- Visie,ber&eth Toetseenheid 7 EC’s Deelbeoordeling individueel& groepsopdracht Startjaar september 2014 Begeleider Diny Klink Examinator Diny Klink

Transcript of maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij...

Page 1: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

Student Mirjam Enderlé

Studentennummer 403830

NHL e-mailadres ende1401@[email protected]

Opleiding Lerarenopleiding Omgangskunde

Traject Deeltijd

Code TE.ECS.Dt.PP.14.D-Visie,ber&eth

Toetseenheid 7 EC’s

Deelbeoordeling individueel& groepsopdracht

Startjaar september 2014

Begeleider Diny Klink

Examinator Diny Klink

Inleverdatum Juni 2016

Door het inleveren van dit product verklaar ik dat het product eigen werk is en dat het vrij is van plagiaat.

Page 2: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Inleiding

Dit is het eindverslag voor het thema Opvoeden & begeleiden. De lezer leest in dit verslag vooral hoe de begeleiding is van zorgleerlingen binnen het onderwijs en in het bijzonder op de school waar ik lees geef; de Noorderpoort te Groningen.

Wanneer ik afwijk van de verwachte route zoals beschreven in het beoordelingsformulier leg ik dit vooraf uit. De casus die ik beschrijf gaat over jongeman van 19 jaar waarvan zijn naam fictief is.

Veel leesplezier.

2

Page 3: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Inhoud

InhoudInleiding..................................................................................................................................................2

Inhoud....................................................................................................................................................3

Individueel Voorwerk.............................................................................................................................3

Casus......................................................................................................................................................6

Opvoedingstheorieën.............................................................................................................................9

Observeren...........................................................................................................................................13

Begeleidingsplan..................................................................................................................................14

Uitvoering handelingsplan plus veranderingen & reflectie..................................................................21

Theorie begeleidingsplannen...............................................................................................................24

Droste effect.........................................................................................................................................26

Werkwijze multidisciplinair Team Noorderpoort.................................................................................27

Eindreflectie.........................................................................................................................................31

Groepsreflectie.....................................................................................................................................34

Zelfbeoordelingsformulier....................................................................................................................36

Nawoord...............................................................................................................................................38

Literatuurlijst & Bronvermelding..........................................................................................................39

Bijlagen.................................................................................................................................................40

voorbeeld observatieformulieren.....................................................................................................40

Voorbeeld begeleidingsplannen.......................................................................................................42

Evaluatieformulier Bop Noordepoort...............................................................................................50

Zelfbeoordelingsformulieren............................................................................................................51

Mailverkeer......................................................................................................................................54

Kennisbasis.......................................................................................................................................56

3

Page 4: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Individueel voorwerk

Het vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate van aansluiting bij specifieke vragen van studenten. In mijn vorige baan als hulpverlener heb ik veel met jongeren gewerkt met allerlei gedragsproblemen echter 10 jaar geleden. Ik merk dat de ontwikkeling (alleen al gekeken naar de nieuwe DSM) snel gaan en daarmee ook je kijk en de manier van omgaan met jongeren (studenten) veranderd. Dit is een van de onderliggende leerprocessen voor mij in dit thema. Met nieuwe informatie en kennis over gedragsproblemen en specifieke vragen van studenten een juiste aanpak kunnen creëren en daarmee kunnen werken. Het grote verschil is dat mijn kennis en vaardigheden liggen in een zorgcontext, een omgeving waarin je in de rol zit van hulpverlener. Binnen het onderwijs wordt je geconfronteerd met jongeren en hun specifieke gedragingen die ik vanuit de rol van docent/coach moet bekijken. Hieruit vloeit ook wel een persoonlijk leerdoel uit:

Ik kan bewust vanuit mijn rol als docent/coach interveniëren bij specifieke leervragen van studenten en weet door te verwijzen en of gebruik te maken van de “zorgstructuur” van de organisatie.

Vanuit een hulpverlenersrol (mijn tweede natuur) ligt er een risico: wat verder door gaan in gesprekken en ondersteuning. Een zekere mate van beroepsdeformatie is mij ook niet vreemd, ik maak soms snel en inschatting van het probleem en handel daar dan ook uit. In mijn eigen analyse dicht ik soms studenten ook al een niet vastgestelde diagnose toe.

Verder werk ik bij dit thema vooral aan de volgende competenties:

Pedagogisch competent Vakinhoudelijke en didactisch competent Competent in samenwerking met de omgeving Competent in reflectie en professionele ontwikkeling

Specifiek wil ik graag op de volgende prestatie indicatoren letten die behoren bij deze competenties die uit het profielschets komen van de leraar omgangskunde:

Pedagogisch competent

2.6 Signaleert problemen op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling en leerproblemen en reageert hier adequaat op.

2.12 Speelt in op de leefwereld van de leerling in het MBO en begeleidt leerlingen met problematisch gedrag.

Door bewust aan het werk te gaan vanuit deze competentie, “verplicht” ik mezelf om vanuit mijn nieuwe rol als docent naar de student en zijn leerproblemen te kijken. En niet vanuit de deskundigheid

4

Page 5: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

als hulpverlener. Overigens de ervaring die ik heb opgedaan als hulpverlener kan ik goed gebruiken in deze nieuwe context.

Vakinhoudelijke en didactisch competent

3.6 Vormt zich door observatie, evaluatie en gesprekken met leerlingen een beeld van de mate waarin leerlingen zelfstandig en zelfverantwoordelijk kunnen leren en stimuleert hen daarin

3.27 Analyseert diverse problemen van leerlingen in het praktijkonderwijs met behulp van theoretische kennis uit de psychologie, sociologie, pedagogiek, communicatiekunde en ethiek.

3.28 Herkent het verband tussen de MBO-leerling, de problematiek en de theoretische kennis uit de sociale wetenschappen en past die toe in het omgaan met leerlingen.

Vooral het leerproces om diverse problemen van leerlingen te koppelen aan theorieën en daardoor een gedegen en verantwoord plan en of interventie te kunnen doen.

Competent in samenwerking met de omgeving

In het algemeen ben ik binnen dit thema bezig om contacten te leggen met meerdere disciplines binnen school, o.a. het Bat, SLB, er, vakinhoudelijke docenten, de manager en het leerbedrijf van de student. Ik zie de samenwerking vanuit de driehoek: student ( ook zijn primaire leefomgeving), school en werkveld. Door de uitvoering leer ik veel en ben ik bezig met samenwerking met de omgeving. Aandachtspunten voor mij zijn:

Vastleggen van informatie Soms wat sneller mensen er bij betrekken

Competent in reflectie en professionele ontwikkeling

Op alle gedragsindicatoren onder deze competentie valt te ontwikkelen. Ik zie deze competentie ook meer als een doorlopende leerlijn in mijn ontwikkeling binnen het vak Docentschap! Door nieuwe dingen te doen, vergroot ik mijn kennis en kunde en krijg meer inzichten door reflectie. Daarnaast word ik door meer ervaring in het onderwijs ook steeds taakvolwassener om uiteindelijk vanuit een authentieke manier vorm te geven aan onderwijsontwikkelingen en mijn vakmanschap!

5

Page 6: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

CasusDe casus die ik beschrijf gaat over de periode van september 2015 tot aan begin januari 2016

De casus gaat over Raf een jongen van 19 jaar. Ik geef Raf op een dag 6 uur les, waarvan 2 uur vakinhoudelijk en de overige 4 uur in de rol van zijn BPV-docent. Als BPV-docent ben ik extra gefocust op de ontwikkeling van de studenten. Hoe gaat het op stage, lukt het met de opdrachten die uitgevoerd moeten worden op stage, en welke bevorderlijke en belemmerende factoren komen op het pad van de student. Tijdens deze 4 uur heb ik individueel contact met de studenten maar ook groepsgewijs omdat ik soms instructie geef of juist een verdiepende theorie behandel. Daarnaast ben ik in deze 4 uren ook vooral bezig hoe de groep zich vormt en hoe de groep een middel kan zijn om uiteindelijk goed te kunnen leren, zowel als groep maar vooral ook als individu. Ik doe veel aan groepsdynamische leeractiviteiten binnen deze 4 uur. In deze BPV uren zie ik en hoor ik veel van de studenten dus ook van Raf.

Raf is nu tweede jaars MZ student, niveau 3. Hij zit in een klas met 15 andere studenten waarvan de leeftijden tussen 17 en 28 jaar liggen. De groep is afgelopen september samengesteld op basis van een bestaand groepje en de rest van de studenten kwamen of met een verlenging van hun studie hier terecht of waren afgestroomd van niveau 4 naar niveau 3. Zo ook Raf. Doordat het tempo en het appel op zelfstandigheid groot was op niveau 4 is het Raf uiteindelijk niet gelukt om over te gaan naar het tweede leerjaar niveau 4.

In de klas valt het mij op gelijk al vanaf het begin dat Raf vaak een tafel alleen en het liefst midden in het lokaal uitzoekt. Er was in het begin weinig tot niets aan contact met andere studenten. En als er contact was dan was dat met een mede-studente en redelijk conflictueus. Dat is de laatste tijd verbeterd en zie ik Raf vooral reageren op anderen en soms ook actief mee doen in de lessen. De groep reageert soms sterk non-verbaal op Raf en waarschijnlijk komt dit omdat Raf op een hele speciale manier zijn vragen stelt. Soms vanuit een filosofische beredenering, stel je nou voor dat….. en of juist vanuit het nieuwsgierige jonge kind, die niet tevreden is met een antwoord en dus doorgaat.

Vanuit mijn observaties en het contact wat ik met Raf heb zowel op school als daarbuiten op stage valt me 1 ding erg op. Raf heeft een nonchalante houding (handen in de zakken en of onderuit hangend op zijn stoel) en met een blik die je het beste kan omschrijven als “traag” en “ik hoor je wel maar ik kan er niets mee”. Vraagt in de lessen veel om herhaling of juist niet en komt dan ook niet tot een actieve werkhouding. Zijn planning is niet sterk en het komt geregeld voor dat hij voor het “verdongen” feit staat dat hij nog maar 24 uur heeft om een examenwerkstuk in te leveren. Daar tegen over staat dat Raf goed in staat is om onder tijdsdruk te werken en daarbij laat zien dat hij zich goed kan focussen. Hij levert dan goed onderbouwt prachtige producten in. In zijn manier van

6

Page 7: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

weergave (op papier) laat hij zien dat hij slim is en goed verbanden ziet en zaken kan analyseren en interpreteren. Dit doet hij op een niveau wat niveau 4 waardig is.

De laatste tijd maak ik me zorgen over Raf, zijn gezichtsuitdrukking is wat star en hol, ziet er wat bleekjes uit en valt naar mijn idee af. Tussen neus en lippen door vraag ik Raf zo nu en dan hoe hij geslapen heeft, wat hij in het weekend heeft gedaan. De rode lijn die ik ontdek in zijn antwoorden is dat hij laat gaat slapen, vroeg op en in de weekenden veel aan het chillen is met vrienden en als DJ in kroegen draait. Ik merk ook op dat het invloed heeft op zijn leerresultaten, hij is minder actief aanwezig in de klas en op stage krijg ik te horen dat Raf wat afwezig met handen in zakken zijn activiteiten uitvoert. Hij zit voor een tweede inlever moment van een belangrijk examen onderdeel. Bij de eerste keer kwam het net goed met veel sturing vanuit mij en andere collega’s. Het tweede moment dreigt te gaan mislukken.

In twee uitgebreide gesprekken met Raf vertelt hij dat hij in de weekenden af en toe blowt en dat hij thuis vooral met zijn moeder hierover in discussie gaat. Moeder zegt: dit is niet goed voor jou, voor je hersens en functioneren, pas er mee op”. Raf zegt en alcohol dan? Daar krijgen ze een discussie over want moeder drinkt wel eens wijn in de weekend soms wel meer dan 1 glaas geeft Raf aan. Zijn opmerking in het gesprek was ook , wanneer zij gaat stoppen met drinken dan ga ik stoppen met blowen. Daarnaast heeft hij een vriendin die antiroken&blowen is, hij voelt druk van beide vrouwen.

Ondertussen heb ik collega’s gevraagd hoe ze Raf de laatste tijd ervaren en ik hoor eigenlijk het zelfde beeld dan wat ik heb van Raf. Daarnaast geven collega’s aan dat hij onder hun lessen veel op de gang en of kantine is bij zijn vriendin die op precies dezelfde dagen les heeft. Onderling appen ze blijkbaar elkaar dat het tijd is om een toiletgang te doen en komt vervolgens niet meer terug. Daarnaast levert Raf geen producten op tijd in en komt nog wel eens te laat. Zijn aanwezigheid is goed, verzuimt eigenlijk nooit van school.

Dit is het moment dat ik een aanmelding doe bij het Bat, het begeleidings-advies team van de Noorderpoort januari 2016. Dit in overleg gedaan met de SLB’er van Raf. Normaliter doet een SLB,er de aanvragen voor het Bat. De reden dat ik dit nu doe vanuit mijn rol als BPV-docent is dat ik Raf redelijk goed op mij netvlies heb staan en daarnaast heb ik aangegeven dat ik dit wil doen zodat ik de opdracht van Opvoeden en Begeleiden ook goed kan uitvoeren.

Note: er gaan trouwens geluiden op dat wij als BPV-docenten graag ook de rol van SLB,er in een willen hebben. Een SLbér (studieloopbaanbegeleider) ziet de student een keer in de week, doordat ze in de klas komt. Daarnaast eens in de zoveel tijd heeft de student een individueel gesprek met de SLB,er. Door het weinig contact en daardoor soms ook moeilijker om een relatie op te bouwen met de student is de SLB,er vaak nog “afhankelijk” van de BPOV-docent. Om elkaar goed op de hoogte te houden overleggen SLB,er en ik elke week. De precieze werking en de verantwoordelijkheden van SLB,er en BPV-docent en de werkwijze van het BAT kom ik later op terug in dit verslag.

Vooraf aan de aanvraag voor ondersteuning door het Bat heb ik het volgende gedaan:

Raf op de hoogte gesteld van mijn gedachten en daarmee mijn advies om ondersteuning aan te vragen bij het Bat. Vooral ook gekeken of Raf dit zelf ook wil. Raf is tevens zelf

7

Page 8: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

verantwoordelijk voor het informeren van ouders in dit stadium en gevraagd omdat te doen. Gezegd bij vragen vanuit ouders kunnen ze mij bereiken op….

Het Bat op de hoogte gesteld dat de aanvraag via mij komt als BPV-docent en daarbij de reden (schoolopdracht)

Toestemming gaan team coördinator om het op deze wijze op te pakken in het kader van mijn opleiding.

Het LBS (leerling volg systeem) helemaal doorgelezen en opvallende aspecten genoteerd. Collega’s in een vergadering aangegeven dat er een aanvraag richting Bat gaat voor Raf Uitgelegd in de vergadering dat we van de geëigende route ( SLB,er vraagt aan) af stappen in

verband met mijn schoolopdracht. Extra met de stage van Raf in overleg geweest

8

Page 9: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

OpvoedingstheorieënOp basis van alleen de casus, dus het contact wat ik heb met Raf en mijn observaties wordt de koppeling van een opvoedtheorie met de casus een gedachte van mij. Om zorgvuldig daarmee om te gaan (want door te koppelen maak ik aannames heb je het hele systeem nodig van Raf).

Vanaf 18 jaar stellen we de student zelf verantwoordelijk voor informatie naar ouders toe. Op alle gebieden: hoe de schoolstructuur er uit ziet, wat de student leert, wanneer ze op stage gaan etc, maar ook wanneer de student belemmerende factoren tegen komt in het leren. Naarmate ik verder in het traject kwam met Raf, het Bat en de gesprekken met ouders ( 1 keer live en 1 keer telefonisch) kreeg ik meer beeld bij het systeem van Raf. Nog niet genoeg om met volle overtuiging en met recht aan Raf een opvoedingstheorie te koppelen aan de casus. Ik koppel dus op basis van dat wat ik zie, hoor, meemaak en interpreteer op basis van levenservaring.

De noord-amerikaanse psychologe Diane Baumrind is de bedenker van een van de opvoeding theorieën die verschillende opvoedingsstijlen weergeven.

Leerlingen komen samen in een klas met ieder een andere achtergrond. Ze zijn verschillend gevormd. Elk leerling heeft een andere opvoedingsstijl gehanteerd. Maccoby en Martin (1983) twee onderzoekers hebben een ordening in de verschillende stijlen van Baumrind aangebracht waardoor er nog helderende inzichten ontstaan in de verschillende opvoedingsstijlen.

Zij zijn er vanuit gegaan dat de verschillende opvoedingsstijlen gebaseerd zijn op 2 dimensies:

Responsiviteit: de mate waarin ouders gevoelig zijn voor de behoefte van hun kind, begrijpend en ondersteunend of juist vooral op zich zelf gericht

Demandingness: de mate waarin ouders structuur bieden en van hun kinderen verwachten dat zij verantwoordelijkheid nemen en zich naar geldende regels zich gedragen, of juist helemaal niet.

Hier worden de volgende 4 opvoedingsstijlen op gebaseerd:

Warmte en genegenheid staat voor responsiviteit en sturing voor demandingness in dit schema.

9

Page 10: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Permissief/toegeeflijk: ouders stellen weinig eisen maar zijn wel betrokken. Ze zijn tolerant, grijpen weinig in en zien controle als inperking van de vrijheid van het kind. Het kind leert hierdoor zich niet te houden aan regels en voorschriften. Ze vinden het moeilijk om zichzelf te beperken of verantwoordelijkheid voor anderen te dragen.

Permissief/onverschillig (laissez-fair): ouders stellen weinig eisen aan hun kind en zijn weinig geïnteresseerd en betrokken. Ze weten niet wat hun kind drijft. Dit leidt bij het kind tot gebrek aan zelfcontrole en zelfvertrouwen.

Autoritair: ouders stellen eisen en grenzen en verwachten dat hun kind de regels naleeft. Ze proberen het gedrag te controleren door te straffen. Er is weinig overleg. Dit kan leiden tot initiatiefloos, weinig sociaal. Weinig zelfvertrouwen

Autoritatief/democratische: ouders moedigen zelfstandigheid bij hun kinderen aan maar stellen ook eisen en grenzen aan hun gedrag. Ze overleggen veel met hun kind, hun houding is warm en getuigt van zorg. Het kind ontwikkelt zich tot sociaal competente mensen met zelfvertrouwen en verantwoordelijkheidsgevoel.

Raf komt uit een hardwerkend boeren gezin met nog 2 broers. Een warm nest en dat blijkt uit hoe moeder vooral over haar zoon praat en vader vaak aangeeft “die jongen komt er wel” Vader zit ( een aanname) vooral op de 3 R, rust, regelmaat en reinheid en afspraak is afspraak. Het boerenleven is hard werken en een grote verantwoordelijkheid. Wanneer het bedrijf slecht en of juist goed gaat treft het gelijk het gezin. Een hoge mate van arbeidsethos en verantwoordelijkheidsgevoel en discipline zijn waardens van vader in de opvoeding. Moeder is warm en toegeeflijker in alle opzichten en houdt (aanname) meer rekening met de omstandigheden waarin Raf zit. IK denk dat er een mix van autoritaire en democratische stijl binnen de opvoeding van Raf aanwezig is. Raf is een hele sociale jongen, kiest ook bewust voor de zorg. Hij is grappig en warm in contact. Daarnaast zie je dat Raf moeite heeft met zelfstandig leren en de wijze waarop ik bijv. klassenmanagement inzet. Voor Raf is dit soms te soft, het meedenken aan oplossingen en inspraak. Raf vraagt soms ook om hle strikte regelgeving. Op stage kwamen de volgende leerpunten naar voren die hier misschien ook deels te maken hebben: toont niet veel initiatieven terwijl bij opdracht Raf goed in staat is om het uit te voeren.

Doordat Raf kenmerken heeft van ADD is het natuurlijk heel mooi en krachtig dat er veel warmte in de opvoeding zit (democratisch). In mindere mate goed lijkt me wanneer er teveel nadruk gelegd wordt in overleg (eigen ervaring ook binnen de lesgroep). Raf vindt dit moeilijk weet niet goed waar hij aan toe is en wat er verwacht wordt van hem. Hij gaat dwalen en verliest zijn concentratie voor veel dingen. Thuis vertelt hij heeft hij geregeld conflicten omdat hij taken en of verantwoordelijkheden voor bepaalde activiteiten niet uitvoert. Kan zijn dat dit door de “dekmantel van de liefde” ook niet heel duidelijk en als een “soort van regel” wordt gesteld. Daar in tegen zie ik ook verzetbij Raf bij sommige regels. Zijn vaak regels waarvan hij de noodzakelijkheid niet ziet en of niet snapt. Ik kan me voorstellen dat dit een effect is vanuit de opvoedingsstijl van vader. Zo is het en niet anders, zo gaat het en niet anders. Herkenbaar vanuit mijn eigen opvoeding en ook herkenning op het gedrag van Raf: in discussie willen gaan over de regel of juis de regel zo vervormen dat ie lekkerder past!

10

Page 11: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Om een ander opvoedingsperspectief in de casus van Raf te gebruiken wil ik graag Freinet aanhalen. Dat is de theorie die ik voor de individuele opdracht met Marcelle heb uitgewerkt. Aan het begin van dit hoofdstuk heb ik aangegeven dat het moeilijk is om in de casus van een Raf een theorie er op “los te laten”. De verschillende opvoedingsstijlen kan ik redelijk toeschrijven naar Raf zijn situatie ook al maak ik daarin gebruik van aannames. De theorie van Freinet wil ik inzetten om tot de conclusie te komen dat de keuze voor onderwijs door de leerling zelf en of ouders van cruciaal belang is voor de verdere ontwikkeling van het kind/leerling.

Célestin Freinet (1896-1966) was een Franse onderwijzer. Was zelf erg geïnteresseerd in de natuur om hem heen. Hij woonden en werkte op het platteland waar in zijn ideeën gevoed werd door de natuur. Later toen hij als onderwijzer ging werken op een school combineerde hij zijn ideologie met de praktijk: hij constateerde dat de kinderen in zijn klas niet of nauwelijks interesse hadden in leren. Hij zocht naar andere werkwijzen. Samen met de kinderen ging hij op pad buiten de school de natuur in. Hij ging met de kinderen de omgeving bekijken en bezocht bedrijfjes in het dorp. Door deze ervaringen ontwikkelde Freinet samen met de kinderen uit zijn klas en collega´s technieken: Ervaringen van kinderen vormen het uitgangspunt voor het onderwijs De organisatie van het klassenleven/groepswerken meer in handen van de kinderen ligt Kinderen leren van de ervaringen van andere kinderen, volwassenen, culturen enz.

De leraar is er vooral om diepte en structuur aan te brengen.

Freinet onderwijs gaat vooral uit van lerend ontdekken. Door te experimenteren, te onderzoeken en te ontdekken leer je pas echt. Het onderwijs vertrekt dus ook vanuit de ervaringen van het kind en vindt niet plaats aan de hand van vaste methodes. Het leerwerk wordt gezamenlijk door de kinderen en de leerkracht vastgesteld.

Het freinetonderwijs ontleent zijn oorspronkelijke uitgangsprincipes aan de leertheorie ‘het Constructivisme’ deze leertheorie gaat uit ervan uit dat leerlingen hun eigen nieuwe kennis construeren en niet kant en kaar in de hoofden van leerlingen wordt gegoten. De leerling bezit van zichzelf de wens om dingen uit te zoeken (intrinsieke motivatie). Wat de leerling kan hangt samen met zijn ontwikkeling en vaak ook met de rijping die per leeftijd zal verschillen. Reflectie, zelfcorrectie en feedback van anderen stimuleren het leren.

Dit is een stukje uit onze hand-out van de presentatie die we hebben gegeven. In deze presentatie hebben we het ook gehad over voordelen van de Freinet onderwijs en eventuele nadelen. Wanneer ik kijk naar Raf zullen de volgende onderdelen hem positief bevorderen in zijn leren:

De kleine klassen hierdoor kan hij goed ondersteund worden in zijn leer en groeimogelijkheden. Door de kleine klassen kan aan Raf zijn leerprobleem nog veel meer in de klas gewerkt worden. Op deze wijze wordt je als leerling niet uit je omgeving gehaald en bestempeld als een zorg leerling.

Het freinetonderwijs ontleent zijn oorspronkelijke uitgangsprincipes aan de leertheorie ‘het Constructivisme’ deze leertheorie gaat uit ervan uit dat leerlingen hun eigen nieuwe kennis construeren en niet kant en kaar in de hoofden van

11

Page 12: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

leerlingen wordt gegoten. Reflectie, zelfcorrectie en feedback van anderen stimuleren het leren. Het tegenwoordige onderwijs op de MBO is competentiegericht. Dit heeft veel raakvlakken met het sociaal-constructivisme. Door tijdsdruk, grote klassen en eisen ( kwalificatiedossiers) worden de uitgangspunten van het competentiegericht onderwijs soms bedreigd. Ik denk dat de vorm onderwijs best past bij Raf, vooral omdat hij zelf op zoek gaat naar kennis. Dit vergroot zijn zelfvertrouwen en eigenwaarde. Tegelijkertijd is dit ook een valkuil wanneer er onvoldoende tijd is voor ondersteuning in de klas bij de wijze van leren. Weinig tijd voor reflectie en feedback wat vooral beide instrumenten zijn om (verder) te kunnen leren.

Nadelig aan het onderwijs van nu voor Raf is toch wel de grote van de les groep. Verschillende docenten met verschillende (opvoedings) stijlen. In het onderwijs wordt er toch nog te snel uit gegaan van het feit dat leerlingen weten hoe ze zelfstandig en samenwerkend kunnen leren. Dit zijn vooral de momenten waarop Raf afdwaalt.

OP basis van deze punten zou ik veel meer naar een omgeving toewerken en of kijken voor Raf, waarin een warme benadering, met voldoende sturing op zelfredzaamheid in leren en kleinere groep om zodoende hem minder te “isoleren” van de reguliere onderwijs. Dit doet beroep op het gehele onderwijssysteem.

12

Page 13: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Er wordt vanuit de Noorderpoort niet echt gewerkt met standaard observatieformulieren. De Slb,er is verantwoordelijk om alle informatie te bundelen en daar een observerende en signalerend beeld van te maken. Het grappig is dat in mijn casus al een observatie zit. Van de docenten en met name de

ObserverenSLB,er en de BPV-docent wordt verwacht dat zij een participerende observatie kunnen doen, in hun lessen en individuele begeleiding. Er wordt gekeken binnen een totale context (lesgroep, ochtend, middag etc) met bepaalde specifieke punten. Deze punten hanteert elke docent en worden bij elke voortgangsoverleg (na elke periode) gehanteerd.

Leerhouding Aanwezigheid Resultaten Bijzonderheden (belemmerende& bevorderende factoren

Participerende observatie

Participerende observatie is een onderzoeksmethode waarbij jij als docent in dit geval probeert een nauwe band op te bouwen met de groep en het individu. De methode bestaat voornamelijk uit het meedoen met juist de allerlei dagelijkse activiteiten (dus gewoon les geven) in de natuurlijke omgeving van diegene die je observeert. Deze methode komt oorspronkelijk vanuit de antropologie en is een wetenschappelijke kijk op de mens op allerlei gebieden zoals fysiek, cultureel, sociaal.

Ik besef me wel dat er veel “gevraagd” wordt van beginnende en jonge docenten in het onderwijs. Wanneer je net begint ben je met hele andere dingen bezig, bijv. klasse management, hoe breng ik mijn les goed inhoudelijk over, doet iedereen een beetje “leuk” mee etc. Het staat elke docent vrij om wel gestructureerd observaties te doen. Daarin kan het BAT je ook in ondersteunen. Ik merk vanuit mijn achtergrond als hulpverlener is observeren een tweede natuur geworden. Ik kijk altijd met een bepaalde “methodische” blik naar de studenten. Met methodisch bedoel ik wat zie ik, waarin vooral, hoe is het gedrag, welk impact heeft dit op de student zelf en zijn omgeving etc.

Kortom ik heb er voor gekozen om op mijn vaardigheid van participerend observeren te vertrouwen en is de casus zoals ik hem heb beschreven in dit verslag ook het uitgangspunt geweest voor de aanvraag extra ondersteuning door het Bat. In de bijlage zitten voorbeelden van observatieformulieren.

13

Page 14: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Begeleidingsplan

Het begeleidingsplan heb ik in overleg met het Bat zelf geschreven. De afstemming was vooral van belang omdat er een rolverwarring onstond door mijn leeractiviteiten. Normaliter doet de SLB,er van de desbetreffende student een aanvraag bij het Bat. Een begeleider van het Bat gaat in gesprek met de student (vaak is daar de SLB,er bij aanwezig) en maakt op basis van het gesprek, de eerdere observaties het begeleidingsplan.

Voor mijn leeractiviteit ten behoeve van dit thema opvoeden & begeleiden heb ik het volgende voorbesproken met SLB,er, een begeleider van het Bat:

dat ik als BPV-docent de aanvraag voor Raf indien bij het Bat tegelijkertijd het gesprek (in aanwezigheid van een begeleider van het Bat) met Raf voer. Het begeleidingsplan schrijf onder “supervisie van begeleider Bat Het tweede gedeelte van het begeleidingsplan: extra begeleiding en ondersteuning op school

door begeleidings & advies team heeft een begeleider van het Bat ingevuld. De reden hiervoor is dat de afspraken die gemaakt moeten worden gelijk geaccordeerd kunnen worden door Bat en desbetreffende docent, Slb,er en of andere betrokkenen. Het is tevens een urenverantwoording die vanuit het Bat voorgelegd wordt aan de manager.

de tussenevaluatie met ouders en Raf wordt uitgevoerd door de begeleider van het Bat, en ben ik aanwezig ipv de Slb,er.

Begeleidings- & ondersteuningsplan BOP Studentgegevens

ID-nummer People Soft xVoornaam, achternaam xGeboortedatum 15/12/1997

Opleiding Noorderpoort

Opleiding SAW Maatschappelijk Zorg niveau 3

14

Page 15: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Niveau BOLLeerjaar 2School / locatie Noorderpoort Verlengde Vissersstraat 20BOP opgesteld door Mirjam Enderle Datum opgesteld 11-01-2016

Registratiegegevens BOP (t.b.v. registratie PS door Backoffice)

Code arrangement (aankruisen wat van toepassing is) Begindatum Einddatum□ BAT-A1 BAT-A2 X BAT-A3 11-01-2016 01-08-2016□ REC-1 □ REC-2 □ LWOE □ KAIRO BAT- A 3

Akkoordverklaring BOP

Partijen verklaren zich akkoord met dit begeleidings- & ondersteuningsplan (BOP) als bijlage van de onderwijsovereenkomst voor de looptijd van de extra ondersteuningsactiviteiten of zolang er aanleiding is deze ondersteuning aan te bieden. Hierbij geldt een wederzijdse inspanningsverplichting

Namens de toelatingscommissie NoorderpoortNaam:

Handtekening:

Datum:StudentNaam:

Handtekening:

Datum:

Ouder / verzorger (indien 18-)Naam:

Handtekening:

Datum:

15

Page 16: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Aanleiding en doel BOPAchtergrondgegevens:(Bijzonderheden, medicatie, diagnose, indicatie(s) bijv. LGF, PGB, Wajong, aanwezigheid, thuissituatie, ingrijpende gebeurtenissen, vooropleiding en overdrachtsdossier, zelfbeeld, opleidingsbeeld, beroepsbeeld, sterke kanten?).

Positieve punten:Raf gaat met plezier naar school en geeft aan de opleiding Maatschappelijk Zorg leuk te vinden. Hij heeft goede inbreng tijdens de lessen. Hij is kritisch en stelt vragen. Raf is sociaal en gaat op een prettige manier met anderen om. Ouders zijn betrokken bij Raf zijn voortgang en willen hem hierin ondersteunen. Raf staat open voor begeleiding.

Diagnose:Raf heeft een VP-kloof waardoor hij moeite heeft met overzicht creëren en houden. Moeder vertelde dat Raf een verschil van 25 punten heeft en zijn performaal IQ hoger is (VP-kloof). De symptomen bij Raf zijn vergelijkbaar met ADD.

Huidige situatie:Het is belangrijk dat Raf ervoor zorgt dat hij zijn spullen voor elkaar heeft, dit zorgt voor rust. Hier is Raf zelf verantwoordelijk voor. Raf kan soms wat laks overkomen in de klas, het is belangrijk dat Raf hier feedback op krijgt, zodat Raf zich hier bewust van is. Het is belangrijk dat Raf het aan geeft als hij iets niet snapt, docenten merken dat hij dit af en toe ook wel doet. Raf moet er alert op zijn dat hij gemotiveerd en gefocust blijft, ook als het tempo (te) snel gaat en hij het niet meekrijgt. Het is aan Raf om dit bespreekbaar te maken en de feedback om te zetten in concreet gedrag. Raf staat open voor feedback en correcties in de klas, dit maakt dat hij hierin goed te ondersteunen is.

Raf geeft aan dat het plannen en organiseren voor hem moeilijk is. Hij heeft vooral moeite om zich aan een planning te houden. Het is voor Raf moeilijk om zijn planning aan te passen wanneer er nieuwe situaties ontstaan. Op dat moment is er chaos bij hem. Het omschakelen vindt hij heel lastig en hij heeft hierin ondersteuning nodig. Moeder zegt dit te herkennen.Daarnaast vindt Raf het lastig om nieuwe informatie te verweken. Hij voelt dan een bepaalde druk in zijn hoofd. Dit kan ervoor zorgen dat hij blokkeert. Raf geeft aan dat hij goed kan werken, indien alles 100% voor hem duidelijk is.Raf denkt soms moeilijk als het gaat om bepaalde opdrachten, hij heeft herhaling nodig om de opdracht goed te snappen en aan de slag te kunnen.Ondersteuning vanuit zijn netwerk is belangrijk. Het is belangrijk dat ouders goed op de hoogte zijn van zijn programma en taken. Raf blijft verantwoordelijk voor zijn leerproces en het informeren van ouders over zijn programma op school.

Daarnaast geeft Raf aan graag zich zelf uit te willen dagen om zijn schoolwerk naar een niveau hoger te tillen. Raf wil graag laten zien wat hij kan, hierin heeft hij de regie. Op deze manier kan Raf onderzoeken hoe hij zich zelf het beste kan motiveren en stimuleren. Raf kan hierdoor ook laten zien hoe zelfstandig hij kan werken.

Privé situatieRaf woont thuis met ouders en twee broers. Een broer is uit huis. Thuissituatie is goed. Ouders zijn betrokken met schoolvoortgang van Raf en willen op de hoogte gebracht worden door school betreffende zijn voortgang, hierin is Raf verantwoordelijk voor.Raf heeft een vriendin, hij is veel samen met zijn vriendin en vrienden in zijn vrije tijd.

Raf blowt niet meer zegt hij, Raf merkt dat hij hierdoor meer gefocust is in zijn hoofd. Daarnaast omschrijft hij dat hij nuchterder kan denken. Hij heeft hierdoor iets meer rust in zijn hoofd.

16

Page 17: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Ondersteuningsvraag:Raf heeft behoefte aan ondersteuning bij het volgende:

Ik wil graag leren om een goede realistische planning te maken en me daar aan te houden. Ik wil graag leren om op tijd aan te geven als ik herhaling nodig in de uitleg Ik graag leren mezelf te blijven concentreren tijdens de lessen of mezelf weer te herpakken als ik

merk dat ik afgeleid ben. Ik wil graag leren om feedback te ontvangen en deze om te zetten in acties en-/ of concreet gedrag. Ik wil graag leren de regie te nemen in mijn eigen leerproces en hierin keuzes maken welke goed zijn

voor mijn eigen ontwikkeling.

Doelstelling van extra begeleiding/ondersteuning:(Welke specifieke doelen worden gedurende de afgesproken periode met de inzet van extra ondersteuning en / of begeleiding beoogd?SMART formuleren s.v.p.!) Aanvulling door Raf in het hier en nu?

Vanaf Maart 2016 heeft Raf structuur in zijn schoolzaken; denk aan structureel gebruik van een planning, een agenda, Nelo en LBS.

Vanaf Maart 2016 lukt het Raf om realistische tijdsinschattingen te maken als het gaat om zijn planning.

Vanaf Mei 2016 lukt het Raf om hulp te vragen tijdens de les als hij de opdracht of de instructie niet begrijpt

Vanaf Mei 2016 lukt het Raf om 90 % van de feedback die hij ontvangt tijdens de lessen en de coaching- gesprekken om te zetten in concrete acties en gedrag.

Vanaf juni 2016 heeft Raf de regie in handen wat betreft zijn eigen leerproces en neemt verantwoordelijkheid voor zijn eigen ontwikkeling.

17

Page 18: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Extra begeleiding en ondersteuning op school door Begeleiding & Advies Team (BAT)Coördinatie en / of uitvoering i.s.m. met eventuele interne en externe begeleiders ter ondersteuning van student en onderwijsteam

Actie: Door wie: Gemiddeld aantal uren per week:

Studieloopbaan- / sociaal-emotionele begeleidingBijv. motiverende gesprekken, afstemming met externe partners, beknopt loopbaanadvies

Gesprek met Raf over hoe het gaat op school en stage m.b.t. dagelijkse

gang van zaken, het plannen en organiseren en de complexe

opdrachten.- Kom je op tijd/ spullen

voor elkaar?- Heb je feedback

ontvangen/gevraagd?- Hoe ben je hier mee

omgegaan?- Hoe verloopt het contact

met docent?- Hoe verloopt het contact

met medeleerlingen?- In hoeverre vraag ik om

hulp/ herhaling waar nodig?

- Bij lastige situaties Raf uitdagen om zelf

oplossingen te bedenken en dit met hem te

bespreken- Met Raf bespreken hoe

we kunnen zien dat Raf goed zicht heeft op eigen

ontwikkeling en de verantwoording hierin.

Bespreken wat vooral ook positief verloopt.

Studentbegeleider PAO

Slber

45 minuten per drie weken

Een uur in 4 weken

18

Page 19: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Pedagogisch-didactische ondersteuningBijv. voorlichting aan stagebegeleider, klas en/of onderwijsteam over beperking en leren, training studievaardigheid

Wekelijks hulp bij plannen en organiseren van zijn schoolwerk en

hulp bij het maken van zijn huiswerk indien nodig een extra

instructie en aandacht voor zijn zelfvertrouwen.

Docent plannen en organiseren

Wekelijks anderhalf uur

SLB’er op de hoogte brengen van

VP- Kloof en ondersteuningsbehoefte

Studentbegeleider

PAO, samen met Raf

Eenmalig gesprek a

45 minuten

Fysieke ondersteuningBijv. afspraken rond verzorging, medische aspecten, tijd, ruimte, hulpmiddelen en / of extra toets- & examenfaciliteiten en faciliteitenpasTOTAALGemiddeld aantal uren extra begeleiding &

ondersteuning per week door BAT / school

BAT-A1= ½ u. p. weekBAT-A2= 1 u. p. weekBAT-A3= 2 u. p. week

BAT-A3= 2 u.p. week_________________

Planning evaluatiegesprek(ken) BOP:

Datum: Samen met:April 2016 Raf, ouders, Slber en studentbegeleider Passend Onderwijs

Note: evalueren wordt met direct betrokkenen gedaan zoals Raf, ouders, begeleider Bat en de Slb,er. De laatste is verantwoordelijk om tijdens het VGO het team docenten te informeren. Daarnaast is het LBS, het leerlingenvolgsysteem een belangrijk informatiebron voor de rapportage over voortgang en evaluatie van extra ondersteuningsaanbod.

19

Page 20: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Feedback begeleidingsplan en Reflectie

Het plan heb ik als concept laten lezen door een begeleider van het Bat en de Slbér van Raf. De feedback die ik daar op kreeg heb ik of in ontvangst genomen en of aangepast.

Helder plan Integer beschreven Gestuurd op eigen verantwoordelijkheid van Raf Doelen niet heel concreet (aangepast met behulp van Slb,er) Eerst alle doelen op 1 datum gezet, deze nu verspreid, waardoor slagingskans groter wordt

en Raf meer succeservaringen opdoet.

Door dat ik in het verleden veel persoonlijk plannen heb geschreven voor cliënten in de zorg, was de methode en de manier van beschrijven mij niet vreemd. Dit heeft mij geholpen in deze opdracht want naast mijn reguliere werkzaamheden als Bpv-docent, Slb,er en vakdocent voelde dit als een hele grote extra opdracht. Uiteindelijk door mijn ervaring van kijken naar het individu, essenties snel ergens uit kunnen halen en bekend zijn met het schrijven van plannen bleef het voelen als extra taak maar ging het me vlotjes af. Bij de start van dit thema merkte ik “weerstand” bij de individuele opdracht. Wanneer iets oppak kan ik daar volledig in “verdwijnen” omdat ik me helemaal verbind met dat wat ik aan doen ben. Ik voelde al gelijk dat tijdsdruk en draagkracht bij de uitvoering van de opdracht mij nog weleens parten kon gaan spelen. Deze gedachten mogen er zijn, vooral in de situatie waarin ik zit, net een nieuwe baan, ken de organisatie nog niet zo goed en richt me vooral op lesgeven en de leer en ontwikkelprocessen van de studenten. Echter ik vervormde deze gedachte gelijk in: he bah weer iets doen wat ik al zo vaak heb gedaan alleen in een andere context. Daar zat mijn weerstand. Voortdurend moeten bewijzen wat ik in huis heb en wat gepaard gaat met heel veel extra uren. Het duurde even voordat ik kon omdenken en mezelf kon motiveren tot actie. De belangrijkste verandering in mijn denken is: ja inderdaad ik ga deze aankomende tijd veel laten zien wat ik kan. En dat mag ook want ik zit in een leersituaties. Dat is best fijn. Daarnaast ik heb zelf gekozen voor de opleiding en heb dus ook indirect ja gezegd tegen de inhoud en de onderwijs regels. Dus ook mijn verantwoordelijkheid om gemotiveerd aan de slag te gaan en te blijven. Uiteindelijk aan de slag merkte ik gelijk al op hoe fijn het is op je eens bewust te zijn van dit soort processen en handelingen. Tevens vond ik het zeer speciaal om zo intensief betrokken te zijn bij een student. Wat een diepgang hebben Raf en ik aangebracht in onze onderwijsrelatie. Ik merk dat Raf veel opener en actiever is geworden in het contact, durft hulpvragen te stellen en is “ouderwets” vrolijk. Ik ben me weer heel bewust geworden dat “relatie voor de prestatie” gaat. Het investeren in contact vertrouwen en betrouwbaarheid doet het leren van de student “ glanzen”. Ik ben trots op Raf en op zijn mede-studenten. Door als BPV-docent zo intensief bezig te zijn met een student heeft dit ook impact op de rest van de groep.

En heel belangrijk, mijn collega (officieel Slbér van Raf) heeft mij ontlast door beschikbare tijd aan mij te geven en zij nam lessen van mij over. Dikke dank Berthe.

20

Page 21: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Uitvoering handelingsplan plus veranderingen & reflectie

De uitvoering van het plan loopt goed. In de gesprekken die ik heb sowieso een keer in de 4 weken zoals afgesproken in het begeleidingsplan hebben we het over de volgende punten:

Kom je op tijd/ spullen voor elkaar? Heb je feedback ontvangen/gevraagd? Hoe ben je hier mee omgegaan? Hoe verloopt het contact met docent?

Hoe verloopt het contact met medeleerlingen? In hoeverre vraag ik om hulp/ herhaling waar nodig?

Bij lastige situaties Raf uitdagen om zelf oplossingen te bedenken en dit met hem te bespreken

Met Raf bespreken hoe we kunnen zien dat Raf goed zicht heeft op eigen ontwikkeling en de verantwoording hierin.

Raf is zeer gemotiveerd en heeft een grote mate van draagkracht en leervermogen. Het leren, de ontwikkeling gaat in een hoog tempo. Heel af en toe merk je verslapping als het gaat om spullen op orde te hebben. Het is tijdens de les prettig werken met Raf juist omdat het corrigeren en of feedback goed opgepakt wordt. Soms wordt Raf wat te amicaal in zijn omgaan met mede-studenten maar ook vooral naar mij toe en andere collega’s. Hierop geeft ie zelf aan dat hij zich steeds meer vertrouwd wordt en gezien wordt waardoor hij zichzelf kan zijn. Voor mij betekent dit dat ik degene ben die daar grenzen aan moet stellen en daarnaast voorbeeld gedrag kan laten zien hoe je je vrij kan voelen maar niet over grenzen van anderen hoeft te gaan. Tijdens de uitvoer van het plan merk ik op dat dit ook wat doet met de rest van de klas. Ik ben bewust bezig met de groepsfases van deze klas. Doordat Raf in het begin zoveel conflicten had (en ook andere) ben ik gestart met groepsdynamische activiteiten. Van simpel een “kringgesprek” over stage tot aan luisteroefeningen en vertrouwens oefeningen. Ik heb de groep zelfs meegenomen in de theorie van de groepsfases en dit gekoppeld naar hun eigen fase en hoe zien jullie dat terug in eigen groep en wat hebben jullie dan nodig. Prachtig proces was dat. Terwijl ik dit nu schrijf zijn we al een stuk verder. De groep is meer groep, durven verhalen aan elkaar te vertellen, samen klassikaal een opdracht uitvoeren en ontspannende activiteiten ondernemen.

De tussenevaluatie is op dit moment nog niet geweest. Deze was gepland halverwege april echter door ziekte van de begeleider van het Bat is deze verzet na de mei vakantie. Ik heb besloten om dit niet meer te nemen in het verslag, wel ben ik aanwezig bij de tussenevaluatie. Na deze evaluatie trek ik mij weer terug en neemt de SLb,er mijn taak weer over, zodat alles weer conform de route en verantwoordelijkheden loopt. In de bijlage zit een lege evaluatieformulier wat de Noorderpoort (Bat) gebruikt bij dit soort (tussen) evaluaties.

21

Page 22: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Waarneembare veranderingen

Raf is opener en actiever in het leggen en hebben van contact. Hij neemt het initiatief om een hulpvraag te stellen.

Hij zoekt contact met de medestudenten voor ondersteuning of neemt zelfs het voortouw in samenwerkend leren. Informeel is Raf ontspannener naar medestudenten. Maakt grappen sluit soms aan en zit niet vaak meer alleen in het midden van het lokaal. Soms doet Raf dit bewust zodat hij zich kan afsluiten tijdens het zelfstandig werken. Hij ziet dan alleen maar de docent en merendeel van de studenten zitten dan achter hem. Plannen en organiseren van opdrachten en eindwerkstukken gaat steeds beter. Doordat Raf een keer in de week naar een Plan& organiseer bijeenkomst gaat (individueel) leert hij zijn eigen structuren en systemen kennen. Dit gaat hem helpen om uiteindelijk zelf te gaan plannen en organiseren. Samen met Raf heb ik intensief contact met zijn stage gehad en loopt nog steeds. Tijdens een tussenevaluatie van stage in april gaf de werkbegeleider aan dat ze zichtbaar verandering zag in het gedrag van Raf:

Hij overlegt en plant met haar zijn opdrachten Hij is actiever in houding, staat minder met zijn handen in zijn zakken, heeft een opener blik

en toont initiatief. Toont aan dat hij zich verantwoordelijk voelt voor het werk maar ook voor zijn eigen leren Communicatiever geworden

Concentratie tijdens de lessen is soms nog wat lastig. Raf geeft zelf aan dat het dan vooral s’middags gebeurt. Is ook wel wat ik zie, lijkt op nog niet een juiste balans gevonden in inspannen en ontspannen. Tijdens dit traject heeft Raf zijn relatie verbroken met zijn vriendin. Hij geeft aan dat hij hier zichtbaar van opgeknapt. De sfeer rondom haar en de druk vanuit haar (depressieve klachten) haalde hem uit zijn kracht en hij verloor daar focus door. Hij ging er zelfs weer meer door blowen.

Gekeken naar de doelen,

Vanaf Maart 2016 heeft Raf structuur in zijn schoolzaken; denk aan structureel gebruik van een planning, een agenda, Nelo en LBS.

Vanaf Maart 2016 lukt het Raf om realistische tijdsinschattingen te maken als het gaat om zijn planning.

Vanaf Mei 2016 lukt het Raf om hulp te vragen tijdens de les als hij de opdracht of de instructie niet begrijpt

Vanaf Mei 2016 lukt het Raf om 90 % van de feedback die hij ontvangt tijdens de lessen en de coaching- gesprekken om te zetten in concrete acties en gedrag.

Vanaf juni 2016 heeft Raf de regie in handen wat betreft zijn eigen leerproces en neemt verantwoordelijkheid voor zijn eigen ontwikkeling.

is Raf mooi aan het ontwikkelen. Vooral op het punt van het omzetten van de feedback in concreet gedrag laat hij heel goed zien. Raf geeft nu zelf aan dat hij graag van de extra ondersteuning af wil juist omdat hij bang is voor “pamperen” en dat hij vervalt in oud gedrag. Het label van extra ondersteuning vind hij voor zichzelf ook niet motiverend terwijl hij juist heel gemotiveerd aan de slag is. Hij wil wel graag de bijeenkomsten van plannen& organiseren behouden want dit heeft hij nog

22

Page 23: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

echt nodig. Een van zijn sterke punten van Raf is dat hij goed kan kijken naar zichzelf (reflecterende vermogen) en dit traject vergroot zijn reflectie vaardigheden. Mooi.

Zijn aanvraag tot stoppen met extra ondersteuning wordt meegenomen in de tussenevaluatie.

Reflectie

Mooi proces van uitvoeren, het individuele pad met Raf en tegelijkertijd de impact op de groep. Het leuke vond ik dat ik deze twee parallel processen uiteindelijk in een heb kunnen brengen. Vanuit het systemisch denken is het ook krachtig om tegelijkertijd iets te doen met de context, dus de lesgroep van Raf. Ik moet eerlijk waar bekennen dat ik van te voren daar niet over na heb gedacht. Dit hoort ook wel bij mij, ik maak gebruik van de processen die ontstaan en terwijl ik er me bezig ben zie ik ook de verbanden in het groter geheel en kan ik het onderwijskundige ook nog eens beargumenteren. Ik laat in mijn werk veel mijn intuitie spreken en zet daar op in, sterker dan dat ik van te voren alles plan. In dit geval geeft dit body aan het proces van Raf en aan de totale lesgroep. Ondanks de weerstand die ik in het begin had over de opdracht heb ik het met plezier gedaan. Plezier ontstaat bij mij als ik veel bewegingsruimte heb, dat ik zelf kan invullen hoe ik het denk te willen handelen. En dat ik heb ervaren!

23

Page 24: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Theorie begeleidingsplannen

Wie wil zorgen dat de leerlingen niet uit de boot vallen, moet zich afvragen uit welke boot ze dan vallen en of de kwaliteit van die boot er misschien iets mee te maken heeft.

(Naar leeman en Wardekker (2004, p. 6-7)

De bovenstaande uitspraak kwam ik tegen in het boek; Handelingsgericht werken: een handreiking voor school. De uitspraak spreekt mij aan omdat vaak in het onderwijs door allerlei redenen, gelijk gekeken wordt naar de leerling zelf, zijn systeem, de groepssamenstelling etc. Gechargeerd gezegd, pas wanneer er we met een multi-disciplinaire bril naar gaan kijken krijgt ook de docent de ruimte om de ruimte om naar zijn of haar manier van lesgeven te kijken. Het leren van een leerling is een totaal plaatje, alles moet soepel verlopen en iedereen draagt daar en steentje aan bij. Om te zorgen dat leerlingen gelijke kansen kunnen krijgen om hun eigen talenten te ontplooien en vooral te gaan zien zullen wij als onderwijsinstanties juist in staat moeten zijn om gedifferentieerd en “ongelijk” onderwijs te bieden. En dat is geheel niet eenvoudig in deze tijd. Lesgroepen zijn tegenwoordig groot en de niveauverschillen lijken ook steeds grotere te worden. Veel leerlingen hebben een behoorlijke “rugzak” die extra ondersteuning nodig hebben. Tegelijkertijd doordat het onderwijs steeds sterker en kwalitatief beter is ingericht op studenten met zogenaamde rugzakjes, zie je (deels hierdoor) ook een toename van aanvragen bijv. bij het BAT. Het gevaar van een goedwerkende multi-disciplinaire systeem is dat we leerlingen gaan zien vanuit “afwijkend en belemmerend gedrag voor hun zelf en of omgeving (lesgroep). Ik denk dat we als docent goed in staat moeten zijn om leerbelemmeringen in eerste instantie binnen het lessysteem moeten kunnen “tackelen”. Ik besef me wel dat tijd, grote van de lesgroep, ruimte, de wijze van lesgeven van invloed zijn op deze manier van kijken. Er zullen een aantal rand voorwaardelijke zaken georganiseerd moeten worden in het onderwijs waardoor je binnen je lesgeven je ook bezig kunt houden met “dwalende” studenten waar in principe niet zoveel mis mee is, maar wel extra aandacht en differentiatie binnen de lessen voor nodig is. Ook dit is een mooi onderwerp voor het onderzoek in de praktijk die ik nog moet doen.

Noorderpoort heeft er voor gekozen om met een bepaalde begeleidingsplan te werken. Een begeleidingsplan moet passen bij de visie en missie van school. Daarnaast moet een begeleidingsplan zo op gesteld zijn dat de kwaliteit getoetst kan worden door bijv. externe kwaliteitsbeoordelaars. In de zorg zie je vaak dat organisaties een HKZ keurmerk hebben. Een van de belangrijke onderdelen die kwalitatief goed moeten zijn, is het gebruik van ondersteuningsplannen en de toepasbaarheid en relevantie ervan. Een begeleidingsplan heeft daarom een belangrijk aspect waaraan dit moet voldoen:

Een methodische cyclus; je gaat te werk volgens vooraf een samengesteld plan. Het plan voorziet je van informatie die (organisatiegebonden) op een bepaald manier. In iedergeval is een behgeleidingsplan zo opgesteld dat je weet om wie het gaat (persoonsbeschrijving), waarom het gaat (probleemanalyse) wat de leerling zelf aan het probleem wil gaan doen (hulpvraag) hoe te doen,

24

Page 25: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

(doelen SMART) en wanneer ben je tevreden, evaluatie. Het werken met deze plannen doe je op een methodische wijze.

Een begeleidingsplan biedt het volgende:

Extra ondersteuning leerling Afstemming met alle betrokkenen Verbetering voor leerling, lesgeven, ontwikkeling docenten Kwaliteit van onderwijs

Een voorbeeld van methodisch werken is de PDCA-cyclus:

Je maakt een plan (volledig met beschrijving en doelen en evaluatie) Je voert het uit ( aan de slag met de doelen en de wijze waarop je dit moet doen) Je controleert de voortgang ( voortdurend evalueren) Je stelt bij, en gaat weer opnieuw in de cyclus

Deze manier van methodische werken zie je bijna overal in terugkomen in wat voor plan dan ook. Organisaties hebben een strategisch plan die over meerdere jaren kan gaan. Door middel van de PDCA cyclus wordt een strategisch plan een dynamisch geheel en niet een onbeweegbaar document die uiteindelijk tot niets leidt. Eigenlijk is een PDCA cyclus een manier van blijven kijken en handelen volgens afspraken en maar ook anticiperen op dat wat er komen gaat. Een mooi en krachtig methodiekje die je figuurlijk zo in je broekzak zo mee kan nemen. Met andere woorden niet moeilijk toe te passen is in eenvoud, echter de kunst is om het juist te gebruiken en te gaan doen.

25

Page 26: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Droste effect

Een droste effect is een visueel effect waarbij de afbeelding een verkleinde versie van zichzelf bevat. Voor de verkleinde versie geldt weer hetzelfde. (wikipedia.)

Uit dit thema heb ik het volgende vooral geleerd als docent:

De leerling in zijn totale systeem (systemische benadering) De impact van een individuele route (leerling) en de les groep De wijze van samenwerken met meerdere betrokkenen bij specifieke leervragen Het elkaar informeren en rapporteren Open communiceren (transparantie) Een ander belangrijk punt niet geleerd wel weer bewust mee bezig geweest is je eigen

socialisatie en daaraan gekoppeld je opvoeding

Als ik naar de bovenstaande punten kijk zijn dit hele belangrijke aspecten die ik leerlingen mee wil geven in het ontwikkelen tot een professionele beroepsbeoefenaar. Als student heb je straks een maar een belangrijk instrument in de uitvoering van het beroep en dat is JEZELF. Het weten waar je vandaan komt (socialisatie & opvoeden en begeleiden), wat dat zegt over je verdere ontwikkeling en kijk op jezelf zijn onderwerpen in mijn lessen. Daarnaast vind ik het van belang dat leerlingen leren te zien dat zij onderdeel zijn van systemen. Deze systemen zullen zij als beroepsbeoefenaar ook moeten herkennen in hun werk. Eigenlijk spreekt het voor zich. Alle bovenstaande pubten passeren weer de revue in de lessen die wij als docent van de opleiding SAW verzorgen. Daarnaast breng jezelf als docent natuurlijk ook wat mee. En dat vindt ik nog veel belangrijker en dat is het voorbeeld gedrag. Hoe gedraag je jezelf voor de les groep, hoe spreek je de leerlingen aan, hoe maak je duidelijk dat dingen niet geaccepteerd zijn. Hoe laat je zien hoe je omgaat bij een conflict en of dilemma, etc. Ik zet mezelf vaak in als oefenmateriaal en trek dit dan tegelijkertijd ook door naar hun toekomstige praktijk c.q. hun stage. Bijv. communiceren, transparant. Op het moment dat ik niet helder communiceer, weet de leerling niet wat hij kan verwachten en stel je nou voor dat je dit op je werk doet ion contact met ouders? Wil je deze beroepsbeoefenaar zijn. Mooie gesprekken levert dit altijd op. In alles wat ik doe zie ik een Droste effect. Het lijkt op een 2 spiegels tegenover elkaar.

26

Page 27: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Werkwijze multidisciplinair Team Noorderpoort

De Noorderpoort is een ROC die verspreid zit over de gehele provincie Groningen, met standplaatsen zoals Groningen, Stadskanaal, Winschoten en zelfs Assen. Ik ben werkzaam aan de Noordepoort SAW (sociaal-agogisch werk) die gevestigd is op de locatie Zorg en Welzijn aan de Verlengde Visserstraat in Groningen. De begeleiding & ondersteuning aan studenten is opgedeeld in:

Basisbegeleiding

Is bedoeld voor alle MBO studenten. Deze begeleiding biedt vakinhoudelijke ondersteuning en loopbaanbegeleiding (SLB,er). Docenten zijn verantwoordelijke voor de vakinhoudelijke begeleiding (leerprocesbegeleiders) Een BPV-docent begeleidt de student en is in het bijzonder verantwoordelijk voor de stage en de beroepspraktijkvorming. Als BPV-docent heb je een vaste klas waaraan ook een SLB-docent (studieloopbaanbegeleider) is gekoppeld. Zij/hij is de “mentor” van de klas. Alle leer & ontwikkel informatie over studenten zowel positief (wordt te weinig gedeeld), belemmeringen die alle docenten zien van de studenten worden doorgespeeld naar de SLB,er. De SLB,er coacht de leerling bij het leren, stuurt op zelfinzicht en bewustwording (reflecteren) en bij het richting geven aan de studie. De voortgang over studie en stage worden regelmatig ( elke periode, bij belemmeringen extra) besproken tussen student en SLB,er.

Wanneer er specifieke problemen ontstaan en of aanwezig zijn, is de SLB,er verantwoordelijk voor tijdige melding, registratie, communicatie & afstemming en /of interne doorverwijzing naar het BAT, begeleidings- en advies team

Extra begeleiding

Extra begeleiding, specialistische begeleiding en begeleiding met externe hulp kunnen worden ingezet bij specialistische vragen.

De SLB,er kan bij noodzakelijkheid en specialistische begeleiding een beroep doen op het BAT. Voor inhoudelijk afstemmen zonder student en juist het doorverwijzen van student naar het BAT. Bij het BAT werken een aantal begeleiders die extra ondersteuning (kortdurend, begeleidingstraject) kunnen bieden aan de student. Bijvoorbeeld ondersteuning bij het plannen en organiseren. Soms is er aanvullend onderzoek of aanvullende begeleiding nodig op psycho-sociaal gebied, loopbaan en beroepskeuze en of specifieke leerbelemmeringen. Het BAT zorgt dan voor specialistische begeleiding, en bepaalt ook of de Noorderpoort zelf of juist een externe samenwerkingspartner deze specialistische begeleiding oppakt. Een onderdeel van de Noorderpoort die ingeschakled kan worden door het BAT bij specialistische begeleiding is het SDV, Stduenten Dienst Verlening.!

SDV biedt ondersteuning aan op:

Studie- en/of beroepskeuze Leermoeilijkheden

27

Page 28: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Leer- en of gedragsproblemen Specifieke leerbelemmeringen Studie en handicap

Wanneer de begeleiding door de Noorderpoort niet voldoende is, werkt het Noorderpoort samen met externe organisaties. De begeleiders van het BAT zijn gemachtigd en verantwoordelijk om door te verwijzen. De samenwerkingspartners zijn:

ZVJG, Zorg voor Jeugd Groningen. Dit is een signaleringssysteem dat bedoelt is om problemen bij kinderen en jongeren in een vroegtijdig stadium te signaleren en vervolgens de coördinatie van zorg te organiseren. Het doel is om de zorg aan de jongeren beter op elkaar af te stemmen

Plusvoorziening, bedoeld om de uitval van overbelaste jongeren tegen te gaan. VSV Groningen, Vroegtijdig School Verlaten

Daarnaast kan het BAT advies opvragen bij GGZ en maatschappelijk werk en de student en ouder adviseren en voorlichten over de mogelijke externe ondersteuning.

Schematisch weergegeven

28

Page 29: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

LBS

Vanaf 2012 werkt het Noorderpoort met het leerlingenvolgsysteem afgekort LBS. (systeem Magister). De belangrijkste reden hiervoor dat de Noorderpoort het belangrijk vindt om te werken met transparante onderwijsinformatie. Het vastleggen van alle relevante informatie van een leerling in een systeem geeft een beter beeld van de actuele situatie, wat effectief werkt. Tevens voorkomt het extra werk om verspreid informatie , het is dus efficiënt. Kortom het LBS voorziet in een effectieve en efficiënte communicatie tussen de student, de docent en de ouders en of verzorgers. Vanuit verschillende rollen binnen het onderwijs kan men gebruik maken van het LBS. Er wordt vanuit welke rol je vervult tegelijkertijd bekeken waar je toegang overkrijgt. Dit voor de privacy van de student te kunnen waarborgen.

De volgende onderdelen zijn in het LBS te onderscheiden:

NAW gegevens van de student De aan- en afwezigheid Toets resultaten Logboek* Lesroosters Maken van afspraken Agenda

*logboek; is een belangrijk onderdeel binnen het LBS. Vooral de BPV-docent en de SLB,er vorzien het logboek van informatie over de voortgang van de student op alle gebieden:

Voortgangsgesprekken Notities over houding, gedrag, samenwerking, gesprekken met ouders etc. Weergave van gesprekken en voortgang stage (BPV) Rapportage van de medewerkers van het BAT en eventueel SDV Verwijzing naar BAT, of TRON, taal en rekenen ondersteuning) Voortgang trajecten BAT en TRON Besluiten van de periodiek voortgangsoverleg

Eigen ervaring:

Ik werk enige tijd als docent en als SLB,er veel met het LBS. Ik merk vooral de effectiviteit op. Het is een krachtig transparant middel om informatie op te halen en te delen. Tijdens SLB-gesprkken geeft het de student ook rust wanneer het LBS er bij gepakt wordt. Informatie sluit op elkaar aan en de student hoeft niet 100 keer hetzelfde verhaal te houden. Een systeem is altijd afhankelijk van mensenwerk. Om het effectief te houden zal elke docent het LBS ook op deze wijze moeten gebruiken, dus het delen van de informatie. Door tijdsdruk en overvolle inhoudelijke agenda’s merk ik op, ook bij mezelf dat het invoeren in het LBS een lage prioriteit heeft. Het is een signaal waar ik echter zelf nog niet iets bewust mee gedaan. Brengt me wel op een idee, bijv. voor werkplekleren 4;

29

Page 30: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

het onderzoek, dit onderwerp te gaan gebruiken en te onderzoeken. Daarnaast is een systeem een systeem wat soms gewoon niet (mee) werkt. Virussen, te grote toename van deelnemers op het systeem, storing etc., maakt het niet altijd efficiënt.

30

Page 31: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Eindreflectie

Het moment van een eindreflectie is voor mij altijd het moment van pfffffff, het is bijna volbracht. Ik kijk terug op een moeizame start wat toen ik eenmaal was gestart veranderde in een mooi proces waar ik me mee kon verbinden. Doordat ik deze opdracht ook echt in de praktijk kon verwezenlijken ontstond er van alle klanten een soort van wederzijdse aantrekkelijkheid binnen (mijn) het leren. Door een draagvlak te creëren voor mijn opdracht was iedereen waar ik mee zou gaan samenwerken enthousiast. Belangrijk hierin was dat het zo transparant mogelijk weggezet en gecommuniceerd werd omdat er rolverwisselingen werden gedaan. Dit was ook het advies van mijn coördinator waar ik als eerste deze opdracht heb besproken met mijn idee. In dit hele traject van samenwerken met collega’s (multidisciplinair team) heb geen belemmeringen ondervonden en andersom ook niet. Soms waren agenda’s de vertragende factor en dat maakte mij af en toe wat onrustig omdat ik het graag allemaal wilde uitvoeren en eigenlijk in tijd niet achter wilde gaan lopen omdat er meer activiteiten en werk lag dan alleen deze opdracht. Dit kreeg ik ook wel eens te horen in de wandelgangen als feedback: rustig aan, tijd kun je niet naar je hand zetten, wat je wel kan doen is zelf rustig blijven. Wanneer ik het druk heb (vaak beleving) zie je dat terug in mijn lopen. Ik ga dan heel snel lopen door de gangen. Een aandachtspunt die ik graag meeneem want het straalt wat uit. Niet alleen naar collega’s maar ook naar studenten die over de gangen lopen en “rondhangen”

Een directe collega van mij zorgde soms voor extra tijd door lessen van mij over te nemen zodat ik in gesprek kon gaan of het begeleidingsplan kon schrijven. Aan dit soort gebaren kan ik afleiden hoe belangrijk het is om draagvlak te creëren waarmee ik bezig ben en wat ik wil bereiken en wat ik daar ongeacht een leersituaties al vanuit mezelf kan bijdragen. Een voorbeeld is dat ik in samenwerking met het Bat het ondersteuningsplan heb geschreven op basis van vertrouwen en op eerdere ervaringen van mij. Ik heb heel zelfstandig kunnen werken.

De keuze voor de casus Raf was voor mij snel gemaakt. Raf ken ik al vanaf september 2015 en zag het voor mijn ogen gebeuren dat het minder goed met hem ging. Ik was er vanuit mijn rol als BPV-docent nauw bij betrokken maar ook vanuit menselijkheid. Ik zag een leuk in de kiem een mooie aankomende professional veranderen in een ongemotiveerde, vertraagde en ongeorganiseerde student. Dat deed appel op mijn “hulpverlenershart” en toch ook gewoon mijn menselijkheid. Ik zag ook duidelijk dat het niet een ongeïnteresseerdheid was maar dat er meer aan de hand was. Dat bleek later ook gezien de informatie die we kregen vanuit de ouders en dossier.

Waar ik vooral bewust (geleerd) van ben geworden tijdens deze opdracht:

De samenwerking met het Bat. Ik was natuurlijk op de hoogte van het Bat en had ook wel eens vanuit mijn rol als Slb,er van andere studenten korte overleggen. Echt daadwerkelijk samenwerken en de essentie van hun werk als begeleidings- en advies team heb ik nu zelf ervaren. Biedt me vooral een raamwerk van wat er allemaal mogelijk is aan ondersteuning voor studenten. Het geeft me inzicht hoe je gesprekken voert in het daglicht van eigen verantwoordelijkheid en een passende ondersteuning. Vanuit mijn soms sprekende hulpverlenershart wil ik nog wel eens op het randje van overnemen zitten als het gaat om eigen verantwoordelijkheid en eigen initiatief. Door er verschillende mensen bij te betrekken heb ik gezorgd voor een zo goed mogelijk objectief beeld en

31

Page 32: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

mijn zorg meer gedeeld. Daarnaast heb ik juist in dit traject ervaren hoe belangrijk LBS is. Informatie delen en rapporteren is onontbeerlijk voor de voortgang en zelfs voor het zien te voorkomen van irritaties. Het parallel proces die er ontstond tussen het begeleidingsplan van Raf en de totale klas heeft mij nog meer bewuster gemaakt van systemische beïnvloedingen. Tegelijkertijd een bevestiging heo krachtig het is om de groep als middel te gebruiken voor individuele trajecten.

Gekeken naar mijn POP (voorwerk) heb ik daadwerkelijk veel gewerkt aan de competentie :

Pedagogisch competent

2.6 Signaleert problemen op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling en leerproblemen en reageert hier adequaat op.

2.12 Speelt in op de leefwereld van de leerling in het MBO en begeleidt leerlingen met problematisch gedrag.

Door bewust aan het werk te gaan vanuit deze competentie, “verplicht” ik mezelf om vanuit mijn nieuwe rol als docent naar de student en zijn leerproblemen te kijken. En niet vanuit de deskundigheid als hulpverlener. Overigens de ervaring die ik heb opgedaan als hulpverlener kan ik goed gebruiken in deze nieuwe context.

competent in samenwerking met de omgeving

In het algemeen ben ik binnen dit thema bezig om contacten te leggen met meerdere disciplines binnen school, o.a. het Bat, SLB, er, vakinhoudelijke docenten, de manager en het leerbedrijf van de student. Ik zie de samenwerking vanuit de driehoek: student ( ook zijn primaire leefomgeving), school en werkveld. Door de uitvoering leer ik veel en ben ik bezig met samenwerking met de omgeving. Aandachtspunten voor mij zijn:

Vastleggen van informatie Soms wat sneller mensen er bij betrekken

Vakinhoudelijke en didactisch competent

3.6 Vormt zich door observatie, evaluatie en gesprekken met leerlingen een beeld van de mate waarin leerlingen zelfstandig en zelfverantwoordelijk kunnen leren en stimuleert hen daarin

3.27 Analyseert diverse problemen van leerlingen in het praktijkonderwijs met behulp van theoretische kennis uit de psychologie, sociologie, pedagogiek, communicatiekunde en ethiek.

3.28 Herkent het verband tussen de MBO-leerling, de problematiek en de theoretische kennis uit de sociale wetenschappen en past die toe in het omgaan met leerlingen.

Vooral het leerproces om diverse problemen van leerlingen te koppelen aan theorieën en daardoor een gedegen en verantwoord plan en of interventie te kunnen doen.

Toekomstige Ontwikkelpunten

32

Page 33: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Wat ik uit dit traject haal en kan koppelen aan vakinhoudelijke en didactisch competent zijn is dat ik soms te sterk mijn intuitie laat gelden en op processen mijn inhoud vorm geef. Ik weet van mezelf dat ik in staat ben om van te voren een gedegen analyse te kunnen maken van de noodzakelijke stappen en of interventies. Ik had bij wijze van spreken vooraf aan het individuele traject van Raf al kunnen bedenken dat er ook iets nodig was in de lesgroep. Ik moet mezelf wat meer dwingen tot didactische (vooral in de voorbereiding) uitvoering!

Tot slot, de samenwerking leergroep was minimaal echter goed en voldoende. Zie voor refelctie het volgende hoofdstuk

33

Page 34: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Groepsreflectie

Times flies when you have fun!

Een uitspraak die voor mij nu heel toepasselijk is voor deze opdracht. De tijd is voorbij gevlogen en omdat de opdracht uit meerdere dingen bestond, hebben we als groep besloten om ons eerst te verdelen in de tweetallen. De tweetallen op basis van de presentaties. Mijn “wederhelft ”was Marcelle. De samenwerking verliep goed en effectief en vooral plezierig. Ondanks dat de momenten van “live” elkaar zien, was het contact via telefoon heel krachtig. Marcelle is een fijne en stimulerende sparringpartner, waar ik fijn mee kan “filosoferen ”over het leven en over de opdracht. De totale groep voor deze opdracht heeft elkaar nauwelijks ontmoet juist omdat de tijd heel snel ging. Ook hierin was de afstemming onderling prima en daadkrachtig. Op basis van vertrouwen en ruimte aan elkaar geven hebben wij gestalte gegeven aan de opdracht. Afstemming via de mail, telefoon of even snel via de wandelgangen. Het allerbelangrijkste is dat ik heb ervaren dat ik de ruimte mocht nemen om het op mijn eigen manier te doen. Dit leverde geen spanning op. Volgens mij heeft dit heel erg te maken dat wij allen elkaar goed kennen maar ook durven om ons zelf te zijn en het op een eigen manier te doen. Ook al wijkt dit soms af van formele termijnen en of opleidingseisen. Dit maakt voor mij dat ik me erg senang voelde binnen deze samenwerking. Het ging van nature!!!

Dank Wieteke en Marcelle.

Ik vergeet hierbij dat Eline tijdens deze periode van samenwerking een andere keuze heeft gemaakt: te stoppen met de opleiding. Dit heeft echter geen impact op mijn leren gehad deels omdat ik me nooit zo laat leiden door veranderingen, dit kan namelijk altijd gebeuren en ik verhoud me daar toe. Daarnaast was het in de periode dat we in duo’s samenwerkte. Eline was niet mijn directe partner. Dat was wat anders voor Wieteke! Vanuit mijn perspectief vind ik dat Wieteke hierin het erg goed heeft ondervangen, zonder zich afhankelijk te voelen van een duo is zij verder gegaan. Krachtig.

Het was een plezierige samenwerking, voor herhaling vatbaar!

Reflectie Marcelle

Mijn samenwerking was met Mirjam en Wieteke. Met Mirjam heb ik de voorbereiding voor de presentatie gehad. Ik heb via mail en telefoon contact met haar gehad over de theorie die we moesten uitwerken. Die momenten waren heel waardevol. Waarin Mirjam en ik een klik hadden is de manier dat we al pratende onze visie konden onderbouwen en de presentatie vormgeven. De onderwerpen die we moesten behandelen leenden zich niet voor een kort en bondige uitleg . Het heeft mij geholpen erover te praten, mijn visie te delen en daarop feedback te krijgen zodat het inzichtelijker voor mij werd. Mirjam is voor mij meer als een open en lerend persoon naar voren gekomen. Ik heb haar in het begin van onze samenwerking laten weten dat ik door de kennis waarover zij beschikt, best wel tegen haar opkijk en ik me dan automatisch onderdanig opstel. Door dit uit te spreken en de

34

Page 35: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

daaropvolgende gesprekken met haar en het feit dat zij zichzelf ook meer kwetsbaar heeft opgesteld, heb ik mijzelf ook meer durven te positioneren. Ik weet van mijzelf dat ik kaders nodig heb om binnen te werken. Heel bijzonder vond ik dan ook dat door deze samenwerking ik wat losser aan het werk ben geweest. Een mooie wisselwerking vond er plaats. Bedankt Mirjam. Ik heb echt genoten van onze samenwerking en uiteindelijk de presentatie voor de klas.

Met Wieteke heb ik voornamelijk contact via de mail gehad en dat vond de laatste maand pas plaats. Omdat we onze eigen tijd bepalen voor het maken van dit verslag kan dat soms het werktempo van de ander in de weg zitten. We hebben dit met elkaar, inclusief Mirjam, besproken. Wat dan wel weer een bijzonder effect had was, dat wanneer een van ons iets over de mail een vraag had of iets ter beoordeling verzond dat de ander dan toch ook werd geactiveerd. Wieteke is duidelijk in haar feedback en stelt zich tevens lerend op. Ik wil haar een compliment geven voor het feit dat de presentatie goed is gegaan ook al was ze niet voorbereid op de bijdrage die Eline had uitgewerkt.

Bedankt Wieteke en Mirjam voor de samenwerking!

Reflectie Wieteke

Ik heb ten allen tijde kunnen rekenen op het groepje waar ik mee werkte. Eline is gestopt met school dus daar zal ik niet over schrijven. Omdat ik de presentatie met Eline deed en Mirjam met Marcelle is mijn en onze focus eerst naar de voorbereiding hiervan gegaan dus we hebben ons in tweetallen opgesplitst. Tevens zijn er dagen uitgevallen op school en hebben weinig tot geen onbegeleide dagen gehad en wij hebben dit als groepje anders opgelost. We hebben duidelijk met elkaar afgesproken dat er geskyped, gemaild, ge-appt en afgesproken kan worden als er vragen of hulp nodig is. Iedereen zit nu in een ander proces qua leren en afmaken van producten en dat begrijpen wij van elkaar. Ik kan altijd rekenen op Marcelle en Mirjam en daarom kunnen wij als groep dit met elkaar afspreken. Als er nood aan de man is staan wij er als groep. Je zult dus ook niet veel notulen terugvinden van de gehele groep maar een gedeelte van mij en Eline in onze samenwerking voor de presentatie. Ook dit is maar twee keer voorgekomen omdat er weinig contactmomenten zijn geweest voor dit vak. Ik kan een heel langdradig verhaal op gaan hangen maar de situatie is zoals die is, namelijk in een goed vertrouwen op elkaar kunnen bouwen en dat kan ik met Marcelle en Mirjam. Beide dames bezitten kwaliteiten en inzichten waar ik veel van kan leren en zet deze ook in als het moment daar is.

35

Page 36: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Zelfbeoordelingsformulier

Opvoeden en begeleiden (Zelf)beoordeling:

Student: voeg 2 exemplaren van deze lijst toe aan je verslag, waarvan 1 zelf ingevuld.

Naam student:Mirjam Enderle

Naam beoordelaar: Handtekening beoordelaar:

Datum:mei 2016

Oordeel OpmerkingenTitelpagina O V GInleiding O V GInhoudsopgave O V GOpdrachten toegevoegd O V GBladzijde nummering O V GLiteratuurlijst/bronverm O V GNawoord O V GZelfreflectieform. ingevuld O V GBijlagen O V GLay-out van het verslag O V G

Uitgevoerde opdrachten Aanwe-zig

Beoor-

deling

Opmerkingen

1. Individueel voorwerk: Uitwerking competenties / bekwaamheidseisen / per-soonlijke leerdoelen waaraan je wilt werken.

JaU G V O

Staat in wat er gevraagd wordt. Ben niet heel smart en concreet in het verwoorden van leerdoelen.

2. Beroepsproduct: (opdr.4c)a. Casusbeschrijving en

Koppeling 2 opvoeding theorieën

b. Theorie over observeren, observatieverslag en ingevuld observatieformulier

c. Theorie over handelingsplannen en begeleiden, uitgewerkt handelingsplan en bijgesteld met feedback (school, klas, ouders, stage, etc. omgeving)

d. Uitvoering handelingsplan en reflectie op uitvoering.

e. Evt. ontwikkeld materiaal voor in klassesituatie, beschrijving effecten. Droste effect: vertaling naar werkveld MBO student.

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

U G V O

U G V O

U G V O

U G V O

U G V O

Casus beschreven in combinatie met observatie. Deze casus is levendig en observerend beschreven. Voldoet aan de werkwijze zoals op de Noorderpoort en er is voldoende objectieve informatie om een begeleidingsplan samen te stellen. Het gedeelte van observeren is volgens NHL eisen niet compleet in het verslag doe ik daar een verantwoording over.De uitvoering is beschreven er is duidelijk geschetst welke afstemming er plaats heeft gevonden. Wat ik niet apart heb beschreven maar wel heb gedaan is, zijn de groepsdynamische activiteiten in de klas. Daar heb ik leer-activiteiten voor gebruikt. Het droste-effect is beschreven

36

Page 37: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

3. Beroepsproduct voorwerk en bijlages:

a. Uitwerking ZAT team / bureau TAB etc. van de werkplek

b. Uitwerking leerlingvolgsysteem van de school

c. 2 voorbeelden van observatieformulieren en 2 van methodische handelings begeleidingsplannen in bijlage

Ja U G V O

Een heldere uitleg van de route van het BAT en het LBS systeemDe bijlage is voorzien van observatieformulieren en begeleidingsplannen

4. Kennisbasis (opdr. 4d)Ja U G V O

Een uitgebreide kennisbasis

5. Individuele eindreflectie van Opvoeden en Begeleiden, met koppeling naar voorwerk. (opdr. 4e)

Ja/Nee U G V OMeerdere keren in het verslag op onderdelen gereflecteerd. Eind reflectie is gekoppeld aan het voorwerk

6. Groepsreflectie: verslagen / reflecties van de bijeenkomsten, zowel inhoudelijk als over groep en conclusie.

Ja/Nee U G V OEr is gereflecteerd door een ieder, er zitten mailtjes van onze afstemming in de bijlagen

Beoordelingsnorm:NB. Alle 10 onderdelen moeten aanwezig zijn, en onderdeel 1, 2 en 5 moeten voldoende zijn.

Uitmuntend Alle onderdelen uitmuntend

Minimaal 3 goed, rest uitmuntend

Goed 70 % of meer goed, rest voldoende

Minimaal 7 opdrachten goed, rest voldoende

Voldoende Alle tussenliggende situaties

Onvoldoende 30% of meer onvoldoende

3 opdrachten of meer onvoldoende

Eindoordeel opvoeden en begeleidenU G V O

Opmerkingen:

37

Page 38: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

NawoordBij de start van dit thema was het enorm zoeken naar motivatie, tijd en verbinding. Eenmaal gestart verdween mijn weerstand en dit is ten goede gekomen aan dit eindproduct. Ik heb met plezier samengewerkt met Raf en alle andere betrokkenen. De verbinding met bijv. het Bat vanuit mijn docentschap is vergroot en de organisatielijnen zijn veel scherper geworden. In vele opzichten heeft dit thema mij dichterbij het vakmanschap “leraar” gebracht. Het mooie aan het hel traject vond ik de flexibiliteit van iedereen. Van collega tot aan ouders en Raf zelf.

Dank jullie wel voor de samenwerking en de tijd!

Mirjam

38

Page 39: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Literatuurlijst & Bronvermelding

Boeken

Trix van Lieshout. , Pedagogische adviezen voor speciale kinderen, uitgeverij Bohn Stafleu van Loghum, 2009 laatste druk, ISBN: 978-90-3136-283-7

Profileren., Methodisch Begeleiden SAW 3 & 4., Uitgeverij Angerstein, laatste druk 2009, ISBN: 978-90-85240-82-2

Pameijer, N. ,Beukering, T. , Lange, S. ,Handelingsgericht werken: een handreiking voor het schoolteam, Uitgeverij Acco, 2001 laatste druk, ISBN: 978-90-334-7599-3

Geerts, W. ,Kralingen, R. , Handboek voor leraren, uitegverij Coutinho, laatste druk 2014, ISBN: 978-90-469-0250-9

Winkels, J. , Hoogeveen, P., Het didactische werkvormen boek,Uitgeverij Koninklijke van Gorcum, laatste druk2014, ISBN: 978-90-232-5276-4

Websites en links

www.noorderpoort.nl

http://www.bing.com/images/search?q=afbeeldingen+opvoeden+en+begeleiden&view

http://www.bing.com/images/search?q=voorbeelden+van+PDCA+cyclus&id

https://nl.wikipedia.org/wiki/Droste-effect

39

Page 40: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Bijlagen

voorbeeld observatieformulierenObservatieformulier gedrag leerlingenNaam:_______________________Datum:______________________

Concentratie: Contact met onderwijsgevenden:0 kan met aandacht luisteren0 kan niet met aandacht luisteren0 kan de aandacht bij het werk houden0 kan de aandacht niet bij het werk houden0 is erg onrustig/beweeglijk0 taakspanning is voldoende0 heeft een geringe taakspanning

0 is open en spontaan0 is verlegen en teruggetrokken0 vraagt om aandacht0 is meegaand0 is niet erg meegaand0 zoekt geborgenheid0 kan omgaan met kritiek0 kan moeilijk kritiek verdragen0 past zich gemakkelijk aan0 heeft moeite zich aan te passen0 kan brutaal reageren0 heeft behoefte aan bevestiging

Zelfvertrouwen: Motivatie:0 durft in de klas nauwelijks vragen te stellen0 durft in de klas gerust vragen te stellen0 overschat zich zelf0 onderschat zichzelf0 is faalangstig

0 is zich bereid in te zetten voor taken0 zet zich niet graag in voor taken0 weinig inzet en doorzettingsvermogen0 toont goede inzet en doorzettingsvermogen

Werkhouding: Zelfstandigheid:0 werktempo ligt laag0 werktempo is voldoende/hoog0 heeft zelden huiswerk af0 brengt geen spullen mee0 is snel tevreden met geleverd werk0 stelt eisen aan geleverd werk0 heeft aansporing nodig om te werken

0 vraagt veel aandacht tijdens het werk0 weinig aandacht nodig tijdens het werk0 gedraagt zich niet volgens leeftijd0 vraagt snel hulp bij problemen0 heeft bij opdrachten veel aanwijzingen nodig0 heeft bij opdrachten weinig aanwijzingen nodig

Huiselijk omstandigheden: Werkverzorging:0 niet werkbaar0 werkbaar0 stimulerend

0 schrijft slordig en onleesbaar0 het werk ziet er verzorgd uit.0 het werk ziet er niet verzorgd uit.

40

Page 41: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

0 remmend 0 schrijft netjes

Contact met medeleerlingen:O laat zich niet door anderen intimideren 0 wordt vaak geplaagd0 laat zich niet intimideren 0 houdt weinig rekening met anderen0 is dominerend 0 houdt rekening met anderen0 is teruggetrokken 0 kan moeilijk met anderen samenwerken0 reageert behoorlijk agressief 0 kan goed met anderen samenwerken0 reageert rustig 0 plaagt anderen

41

Page 42: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Voorbeeld begeleidingsplannen

Alfa college Groningen

Persoonsgegevens deelnemerNaam:Adres:Postcode en Woonplaats:Telefoon:Geboortedatum:E-mailadres:Sofinummer:

Naam ouder 1:Telefoon:Naam trajectbegeleidster:Telefoon:Indicatiegegevens deelnemerCluster: Informatie bi j Rieta, Anja of AB-er bekendCvI nummer: ,,Indicatie afgegeven op: ,,

Indicatie afgegeven door: ,,

Geldig tot: ,,

42

Page 43: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Gegevens BVE-instellingNaam BVE-instelling: ROC Alfa-CollegeAdres: Kluiverboom 3Postcode en woonplaats: 9732 KZ

GroningenContactpersoon: R. MooibroekTelefoon: 050-5973100E-mailadres: [email protected] REC/VSONaam REC/VSO: RENN4 ( bij een cluster 4 indicatie, dus gedragsproblemen, kan ook

REC2 of 3 zijn bij bv. Gehoorproblemen)Adres: Schweitzerlaan 6 (ligt dus ook aan cluster)

Postbus 8091Postcode en woonplaats: 9702 KB

GroningenContactpersoon: E.R. Tehupeiory (sinds 1-4-2008) of andere AB-erTelefoon: 06-25269247E-mailadres: [email protected]

HandelingsplanBetreft periode: 1-8-2007 tot 1-8-2010 (3 jaar vanaf start schooljaar)Sector: Unit invullen, bv. Economie en DienstverleningOpleiding: Opleiding + niveauBOL/BBL:BOL voltijd of deeltijd:Leerjaar/klas:

43

Page 44: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Afspraken handelingsplan

Beginsituatie (onderwijsbeperkingen en gevolgen daarvan voor het bereiken van de onderwijsdoelstellingen/het behalen van het diploma)

Het is handig om vooraf wat algemene informatie over de handicap of beperking van de leerling te hebben voordat je het handelingsplan gaat invullen.Dit kun je vaak van de ambulante begeleider krijgen, via het dossier of via de orthopedagoog (Jorien, Rieta)

Voorgeschiedenis: Je kunt hiervoor de informatie uit het Acting-intakeverslag of uit het vorige handelingsplan gebruiken. Ook het onderwijskundig rapport (OKR, indien aanwezig) bevat veel informatie. Probeer er altijd achter te komen hoe de betreffende handicap bij deze leerling eruitziet. Dus wat betekent bv. PDD-NOS of ADHD voor deze leerling in de klasse of stage situatie.

Beschermende factoren; Het is goed om in een handelingsplan te vermelden wat een leerling goed kan. Je kunt dit ook de leerling zelf/ ouders of AB-er vragen. Het verslag krijgt anders zo’n negatieve lading en soms vergeten we zelf ook nog wel eens dat er ook veel positieve kanten zijn.

Huidige situatie; Wat zie je als coach op dit moment? Aanwezigheid, houdingsaspecten, concentratie, (toets) resultaten, motivatie maar ook woonsituatie, externe hulpverleningsinstanties, contact coach-leerling etc.

Doelen: Formuleer de doelen zo concreet en simpel mogelijk samen met de leerling en/ of ouders en AB-er (denk aan zo‘n 3 doelen).Bv.

X heeft een voldoende voor toets .. aan het eind van blok 1 X werkt samen met 2 klasgenoten aan 3 presentaties gedurende blok 2 X heeft een stageplaats, waar de begeleiders rekening houden met de PDD-NOS van X Alle docenten van X weten hoe ze moeten handelen als X brutaal is, of als X het overzicht

kwijt is, of als X claimend gedrag heeft, of als X zich terugtrekt Alle docenten kennen de PDD-NOS benadering bij X en hanteren deze benadering. X is elke dag op tijd op school en heeft pen, agenda, map en uitgewerkte opdrachten bij zich De docenten van X weten hoe de slechthorendheid van X hem belemmert in het leren,

stagelopen en omgaan met klasgenoten X werkt op school geconcentreerd en planmatig aan zijn opdrachten. X heeft een duidelijk overzicht van wat er van hem verwacht wordt aan opdrachten, toetsen,

enz. in blok 2. X vertelt aan zijn coach hoe hij zijn opdrachten, werkstukken, verslagen en toetsen heeft

ingepland voor blok 3 Enz.

44

Page 45: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Maatregelen (t.b.v. het reduceren/wegnemen van de onderwijsbeperkingen)Formuleer met behulp van de doelen de acties. Doe dat eerst globaal.Bv.

docenten en BPV-begeleiders worden voorbereid op de komst van de leerling. Evt. hulpmiddelen/aanpassingen worden geregeld.

de leerling heeft een vast aanspreekpunt op school. Deze persoon (meestal de coach) brengt docenten en BPV-begeleiders op de hoogte van de achtergrond van de leerling. Verder houdt hij hen op de hoogte van de ontwikkelingen van de leerling, m.n. bij nieuwe situaties, zoals bij de start van de opleiding, bij een BPV-periode, bij een nieuwe klas/coach of bij speciale activiteiten (werkweek, excursies)

docenten, BPV-begeleiders en klasgenoten krijgen handvatten voor de begeleiding en benadering van de leerling.

45

Page 46: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Inzet BVE-instellingWat? Wie? Formatie/BudgetHier komen de concrete acties van coach, docenten, stagecoördinator, OM’er, enz. Geef de frequentie, duur en inhoud aan, als dat nodig is.

- Bv. elke week 20 minuten coachgesprek over de planning van de leerling (leerling laat planning zien)

- Vast aanspreekpunt en contactpersoon voor leerling, docenten, BPV begeleiders, groepsgenoten en 2e lijn begeleiding

- Regelmatig individuele gesprekken met de leerling

- Signaleren van belemmeringen (school en BPV) en passende maatregelen nemen

- Zorgen voor voldoende hulpmiddelen en ondersteuning

- Contact houden met alle betrokkenen- Contact en afstemming met tweedelijns

begeleiding- Indien nodig leerling individueel

begeleiden bij theorie- Stagebegeleiding

Coach

Coach

Coach

Coach en docententeam

Coach i.s.m. AB-er

Coach

Coach i.s.m. AB-er

Coach of AB-er

Het beschikbare budget (hoeft geen bedrag te staan)

Inzet REC/VSOWat? Wie? Formatie/BudgetHier komen de concrete acties van de ambulant begeleider(rijtje hieronder kun je gewoon laten staan, indien nodig moet a.b.-er hier aanpassing in doen).

- Indien nodig/ gewenst voorlichting geven over de beperkingen van de student aan docenten, klasgenoten en stage.

- Indien nodig/ gewenst begeleiding van de coach m.b.t. de rugzak leerling bij uitvoering van dit handelingsplan.

- Contacten onderhouden met alle betrokkenen.

Ambulant begeleider Het beschikbare budget

46

Page 47: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

- Signaleren van belemmeringen voor de leerling (school en stage).

EvaluatieWanneer? Wie? Hoe?

- 2x per jaar

- Indien nodig

Leerling, ouders, coach, orthopedagoog en ambulant begeleiderLeerling, ouders, coach, orthopedagoog en ambulant begeleider

Op afspraak; evaluatie handelingsplan en bijstelling daarvanE-mail, telefoon

Akkoordverklaring deelnemer

Handtekening deelnemer (en ouder als de deelnemer jonger is dan 18 jaar):

Naam deelnemer: __________________________Naam ouder: ________________________Datum: ______________________

Akkoordverklaring BVE-instelling

Handtekening contactpersoon BVE-instelling:

Naam contactpersoon: ___________________________________Datum: _____________________________________

Akkoordverklaring REC/VSO

Handtekening contactpersoon REC/VSO:

Naam contactpersoon: _____________________________________Datum: _____________________________________

Bijlagen:

□ Indicatiebeschikking□ Samenwerkingsovereenkomst BVE-instelling en REC/VSO

47

Page 48: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Begeleidingsplan NoorderpoortID-nummer People SoftVoornaam, achternaamGeboortedatum

Opleiding Noorderpoort

OpleidingNiveauLeerjaarSchool / locatieBOP opgesteld door Datum opgesteld

Registratiegegevens BOP (t.b.v. registratie PS door Backoffice)

Code arrangement (aankruisen wat van toepassing is) Begindatum Einddatum□BAT-A1 □BAT-A2 □BAT-A3□ REC-1 □ REC-2 □ LWOE □ KAIRO

Akkoordverklaring BOP

Partijen verklaren zich akkoord met dit begeleidings- & ondersteuningsplan (BOP) als bijlage van de onderwijsovereenkomst voor de looptijd van de extra ondersteuningsactiviteiten of zolang er aanleiding is deze ondersteuning aan te bieden. Hierbij geldt een wederzijdse inspanningsverplichting

Namens de toelatingscommissie NoorderpoortNaam:

Handtekening:

Datum:StudentNaam:

Handtekening:

Datum:

Ouder / verzorger (indien 18-)Naam:

Handtekening:

Datum:

48

Page 49: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Aanleiding en doel BOP

Achtergrondgegevens:

Sterke kanten;

Vooropleidingen;

Heden;

Thuissituatie;

Ondersteuningsvraag:(Wat geeft de student incl. informatie uit overdracht aan als benodigde extra ondersteuning en / of begeleiding om het diploma te kunnen behalen?)

Doelstelling van extra begeleiding / ondersteuning:(Welke specifieke doelen worden gedurende de afgesproken periode met de inzet van extra ondersteuning en / of begeleiding beoogd?SMART formuleren s.v.p.!)

Extra begeleiding en ondersteuning op school door Begeleiding & Advies Team (BAT)Coördinatie en / of uitvoering i.s.m. met eventuele interne en externe begeleiders ter ondersteuning van student en onderwijsteam

Actie: Door wie: Gemiddeld aantal uren per week:

Studieloopbaan- / sociaal-emotionele begeleidingBijv. motiverende gesprekken, afstemming met externe partners, beknopt loopbaanadvies

-

Pedagogisch-didactische ondersteuningBijv. voorlichting aan stagebegeleider, klas en/of onderwijsteam over beperking en leren, training studievaardigheid

Fysieke ondersteuningBijv. afspraken rond verzorging, medische aspecten, tijd, ruimte, hulpmiddelen en / of extra toets- & examenfaciliteiten en faciliteitenpas

TOTAALGemiddeld aantal uren extra begeleiding & ondersteuning per week door BAT / schoolBAT-A1= ½ u. p. weekBAT-A2= 1 u. p. weekBAT-A3= 2 u. p. week

BAT-A2= 1 u. p. week

49

Page 50: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Planning evaluatiegesprek(ken) BOP:

Datum: Samen met:

Evaluatieformulier Bop Noordepoort

Evaluatie BOP Begeleidings- & Ondersteuningsplan

ID-nummerAchternaam (student)VoornaamGeboortedatum

Looptijd huidige BOPOpgesteld door (BAT)

Aanwezig bij het evaluatiegesprek:

Doelen Welke zijn behaald en welke (nog) niet?SMART formuleren s.v.p.!)

Samenwerking Hoe verliep dit tussen student, ouders, school en evt. ambulant begeleider?.

Aanpassingen BOP Doelen en (extra) ondersteuning voor de komende periode?.

Conclusie:

50

Page 51: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

o Er wordt een (vervolg) BOP* opgesteld voor de periode tot

o Er wordt geen (vervolg) BOP opgesteld, omdat

Handtekening voor akkoord: Datum:

Contactpersoon BAT Student: Ouder/verzorgerindien student < 18

Zelfbeoordelingsformulieren

Opvoeden en begeleiden (Zelf)beoordeling:

Student: voeg 2 exemplaren van deze lijst toe aan je verslag, waarvan 1 zelf ingevuld.

Naam student:

Naam beoordelaar: Handtekening beoordelaar:

Datum:mei 2016

Oordeel OpmerkingenTitelpagina O V GInleiding O V GInhoudsopgave O V GOpdrachten toegevoegd O V GBladzijde nummering O V GLiteratuurlijst/bronverm O V GNawoord O V GZelfreflectieform. ingevuld O V GBijlagen O V GLay-out van het verslag O V G

Uitgevoerde opdrachten Aanwe-zig

Beoor-

deling

Opmerkingen

4. Individueel voorwerk: Uitwerking competenties / bekwaamheidseisen / per-soonlijkse leerdoelen waaraan

JaU G V O

51

Page 52: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

je wilt werken.

5. Beroepsproduct: (opdr.4c)f. Casusbeschrijving en

Koppeling 2 opvoedingstheorieen

g. Theorie over observeren, observatieverslag en ingevuld observatieformulier

h. Theorie over handelingsplannen en begeleiden, uitgewerkt handelingsplan en bijgesteld met feedback (school, klas, ouders, stage, etc. omgeving)

i. Uitvoering handelingsplan en reflectie op uitvoering.

j. Evt. ontwikkeld materiaal voor in klassesituatie, beschrijving effecten. Droste effect: vertaling naar werkveld MBO student.

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

U G V O

U G V O

U G V O

U G V O

U G V O

6. Beroepsproduct voorwerk en bijlages:

d. Uitwerking ZAT team / bureau TAB etc. van de werkplek

e. Uitwerking leerlingvolgsysteem van de school

f. 2 voorbeelden van observatieformulieren en 2 van methodische handelings begeleidingsplannen in bijlage

Ja U G V O

4. Kennisbasis (opdr. 4d)Ja U G V O

5. Individuele eindreflectie van Opvoeden en Begeleiden, met koppeling naar voorwerk. (opdr. 4e)

Ja/Nee U G V O

6. Groepsreflectie: verslagen / reflecties van de bijeenkomsten, zowel inhoudelijk als over groep en conclusie.

Ja/Nee U G V O

Beoordelingsnorm:NB. Alle 10 onderdelen moeten aanwezig zijn, en onderdeel 1, 2 en 5 moeten voldoende zijn.

Uitmuntend Alle onderdelen uitmuntend

Minimaal 3 goed, rest uitmuntend

Goed 70 % of meer goed, rest voldoende

Minimaal 7 opdrachten goed, rest voldoende

Voldoende Alle tussenliggende situaties

Onvoldoende 30% of meer onvoldoende

3 opdrachten of meer onvoldoende

Eindoordeel opvoeden en begeleiden

52

Page 53: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

U G V O

Opmerkingen:

Mailverkeer

Wieteke Aal 21 mrt. (3 dagen geleden)

aan mij, Marcelle

Dag dames,

Nou gestruikeld over het begeleidingsplan maar in zoverre geprobeerd in te vullen. Willen jullie kijken waar er aanvullingen nodig zijn en feedback geven?

Thanxxxxx

Mirjam Enderle <[email protected]> 21 mrt. (3 dagen geleden)

aan Wieteke, Marcelle

He Wieteke,

Mooi hoor, volledig plan. geen aanvullingenBij het laatste kopje thuis rijst er een vraag bij me op: worden er specifieke afspraken gemaakt met ouders vanuit school? bijv, oudergesprek????? 

Voor de rest zou ik zeggen, niets meer aan doen.

Jee hee wat zijn jullie alle twee retegoed bezig#bewondering!

liefs Mir

53

Page 54: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Marcelle Warkor 20 mrt. (4 dagen geleden)

aan Wieteke, mij

Hai ladies,

Bijgevoegd treffen jullie mijn ingevulde GLOOTmodel aan.Het invullen van dit schema heb ik aan de hand van gesprekken met de SLB'er en een door mijzelf ingevuld observatieschema opgesteld. (niet bijgevoegd)

Dit zijn mijn vragen aan jullie:

1. is het Glootmodel al een soort van handelings- of begeleidingsplan? (zie vraag 4 van opdracht 4C, studiewijzer). of moet ik hierover een nieuw format aanleveren, zoiets als een overeenkomst tussen docent (school) en leerling?

2. Ik heb zelf geen gesprekken gevoerd met decaan/ouder of iemand van bureau TAB; ik heb alle gegevens ontvangen via de SLB'er; dat is toch wel voldoende?

3.Ten aanzien van het Droste-effect (zie vraag 7 van opdracht 4C). HOe maak ik de koppeling van de leerling die de opleiding Sociaal Werk doet naar het werkveld. Misschien zie ik het te moeilijk?? Ik dacht de leerling komt straks wellicht in contact met iemand, bv. in een jeugdhonk, die zijn opleiding niet meer ziet zitten en de brui er aan geeft. De werkvorm die ik kan gebruiken: kwaliteitenspel??

4. Ten aanzien van vraag 9; hoe pakken jullie dit op? Puur op het proces of een protocol? Of ga je iedere discipline af om uitleg te vragen?

5. Tsja en dan toch een vraag over de POP en de reflectie. Als ik kijk naar de leerdoelen voor dit thema heeft het veelal te maken met mijn visie op begeleiding. Ik loop dan vast als ik wil voldoen aan de indicatoren die onder de competenties hangen. Vb.: 2.2c Ik herken en houd rekening met verschillen tussen leerlingen; concreet leerdoel: ik zal door kennis opdoen van de verschillende opvoedtheorieën / gedrags-/leerstoornissen, lesstof kunnen aanbieden dat hiermee rekening houdt? 

Nou zeg het maar. Ik maak het misschien wel te groot. Vandaar  graag jullie feedback of

feedforward. 

Liefde!!

X Marcelle

Oh ja, we moeten elkaar ook weer feedback geven over onze samenwerking......do not forget!

Mirjam Enderle <[email protected]> 21 mrt. (3 dagen geleden)

aan Marcelle, Wieteke

Hoi Marcelle,

Per vraag denk ik met je mee:

54

Page 55: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

1   Ja het glootmodel kun je gebruiken als een soort van begeleidingsplan. Wanneer je een voorbeeld van school hebt kun je die ook gebruiken ipv het glootmodel. Maar je hebt het al ingevuld dus ik zou van daaruit verder gaan.

2  is voldoende omdat je niet in de gelegenheid bent ( geweest) om deze gesprekken te voeren. Met uitleg en beargumentatie waarom je het zo hebt aangepakt werkt altijd verhelderd en is voldoende.

3  naar mijn idee is het Droste effect:Je werkt zelf bijv, soms met leerlingen met bepaalde specifieke hulpvragen en of problematieken. Dat pak je aan dmv bijvoorbeeld de casus en het handelingsplan waar je nu mee bezig bent.. Leerlingen die jij les geeft kunnen op dezelfde wijze te maken krijgen met mensen/jongeren die specifieke hulpvragen en of problematieken hebben waar ze mee om moeten kunnen gaan. Droste effect is dus vanuit jou (lerende) naar jou als docent die onderwijs aanbiedt aan de leerlingen zodat ze dat leren wat jij ook hebt geleerd en behandeld hebt.Letterlijke vertaling van Droste is:  herhaling. Hopelijk beschrijf ik het helder, want het is inderdaad een wat abstract begrip.

4 voldoende om het de werking van het ZAT en of BAT te vertellen. Van aanmelding tot aan afscheid. Dus vooral proces met daarnaast een verwijzing naar procedures, bijv hoe vraag je extra ondersteuning aan voor de leerling bij het ZAT en of BAT als docent en of SLB,er.

5 POP verhaal, wat ik altijd doe is een beschrijving vanuit mezelf wat ik wil leren, zoals jij aangeeft dat het voor jou een visie verhaal is. Daarnaast maak ik een keuze uit de compentiebibliotheek die te maken hebben met dit thema, en leg uit hoe ik daar denk aan te werken. Mocht het helpen wil ik in het weekend wel een voorbeeld toe sturen. Ik heb namelijk deze nog niet gemaakt voor dit thema.

Goed bezig hoor Marcelle, ik hoop donderdag en vrijdag wat metertjes te maken Blehhhhhhh, ga liever

eieren zoeken en vooral opeten, 

Ook veel liefde gewenst en tot later

Kennisbasis

Opvoeden en begeleiden1. Pedagogische theorieënTransactionele theorie

Is een praktische theorie over gedrag en communicatie. De modellen en begrippen zijn bruikbaar als je jezelf beter wilt begrijpen en effectiever wilt omgaan en communiceren met anderen. Het basismodel zijn de drie gestapelde bollen. Deze staan voor de drie posities van waaruit we kunnen reageren: Ouder, Volwassene, Kind.

Dynamische systeem theorieën

De dynamische systeemtheorie is een theorie die al langer bekend is binnen de natuurkunde. Zij heeft ook haar intrede gedaan binnen de ontwikkelingspsychologie (Thelen & Smith, 1994). Echter, deze theorie kan ook een waarde hebben binnen de klinische psychologie. Hieronder wordt deze theorie uitgelegd en wordt een link gemaakt met de klinische praktijk.Een dynamisch systeem is een manier om te beschrijven hoe een toestand verandert in een andere toestand over een bepaalde tijdspanne. Ook psychische

55

Page 56: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

toestanden en veranderingen kunnen op die manier bekeken worden.In de dynamische systeemtheorie wordt gesteld dat psychologische kenmerken slechts bestaan in de interactie tussen het organisme en de omgeving. De ontwikkelingsprocessen zijn daarbij zelf-organiserend, dit dankzij een continue wisselwerking tussen het organisme en de omgeving. Er is daarbij sprake van een complex systeem, wat zich het beste laat karakteriseren door de belangrijkste variabelen, bijvoorbeeld psychisch welbevinden en psychisch lijden.

Politieke en maatschappelijke invloeden op het begeleiden

De invloed op welzijnsorganisaties is groot. Gemeenten zijn opdrachtgever van vele activiteiten. Derhalve kunt u als gemeenteraadslid het college kaders meegeven hoe u de inzet ziet van de welzijnsinstellingen. Over het algemeen houden welzijnsorganisaties zich bezig met maatschappelijk werk, ouderenwerk, jongerenwerk en sociaal-cultureel werk.

Pedagogiek in historisch perspectief

Elke tijd heeft zijn eigen visie op kind, opvoeding en onderwijs. Zozijn er in de loop van de geschiedenis uiteenlopende antwoorden gegevenop de vraag wat de beste manier van opvang en behandeling vanzorgenkinderen is. En wie in het verleden duikt, merkt dat de klachtenover ‘de jeugd van tegenwoordig’ al heel oud zijn.Het vak Pedagogische Vragen in Historisch Perspectief besteedt aandachtaan de geschiedenis van het pedagogische denken en biedt inzicht in delange termijnveranderingen in opvoedings- en onderwijspraktijken. Daarbijworden de ontwikkelingen in hun sociale en culturele context geplaatst.Kennis van het verleden helpt ons hedendaagse verschijnselen en actueleontwikkelingen beter te begrijpen.

Visie op opvoeden en begeleiden

De mens kan niet zonder opvoeding. Opvoeden is het begeleiden van kinderen op weg naar hun volwassenheid. De opvoeder is niet steeds bewust aan het opvoeden, want veel opvoedingsmomenten zijn verweven in gewone situaties. De pedagoog Langeveld (1905-1989) waarschuwt zelfs tegen al te nadrukkelijk opvoeden. Het beste is, als de opvoeder zelf bewust handelt, maar dat het voor het kind zo ongemerkt mogelijk is. Bij de opvoeding speelt de voorbeeldfunctie van de opvoeder een grote rol, maar ook de omgeving heeft invloed. In een opvoedingssituatie is een relatie met wederzijds vertrouwen tussen opvoeder en kind onmisbaar.

Opvoedingsdoelen

VRIJHEID

Opvoeden is de jongere bijstaan bij zijn zoektocht naar vrijheid en zelfstandigheid. Het is hem helpen zich vrij te maken van eenzijdigheid en beperktheid. Het is hem helpen zich te verlossen van angst en vervreemding. Zich integreren in de maatschappij, maar er zich tegelijkertijd kritisch tegenover opstellen, is de opgave. Men kan dit een kritische socialisatie noemen en dat hoort het ook te worden, binnen de concrete situatie waarin de jongere zich bevindt en waarin de opvoeding plaatsheeft.

VERANTWOORDELIJKHEID

56

Page 57: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Opvoeden is de jongere steunen om zich los te maken uit het isolement van een louter ik-gerichte ontwikkeling. Het is ruimte geven om verantwoordelijkheid te oefenen in zeer concrete situaties, aangepast aan de leeftijd en reeds verworven vaardigheden. Het is hem bewust maken van de verbanden waarin hij leeft en waarvan hij voor een stuk afhankelijk is. Het is hem ook bewust maken van het gegeven dat die verbanden levend gehouden moeten worden. Het is jongeren voorbereiden op hun rol in de kleinere en grotere maatschappij en hun situaties aanbieden waarin ze die verantwoordelijkheid kunnen beleven.

VERBONDENHEID

Een mens draagt niet alleen verantwoordelijkheid voor zijn medemens en maatschappij, maar zijn persoonlijk levensproject wint aan kwaliteit naarmate hij zich aan die medemens en de ruimere gemeenschappen kan toevertrouwen. Iedere mens heeft recht op geven en ontvangen in relaties, ook een jonge mens in zijn relaties tot volwassenen. Het levensproject van een mens is immers steeds getekend door vroegere generaties. De wijze waarop men die invloed gebruikt, bepaalt in grote mate iemands persoonlijk levensproject.

ZINGEVING

Naarmate het eigen levensproject duidelijker vorm krijgt, groeit ook de vraag naar de fundering ervan. De opvoeder communiceert daarom ook zijn diepere bestaansgrond. Hoe kijkt hij naar de onderliggende vragen van het leven? Opvoeden is met jongeren in dialoog gaan, in woord en daad. Het is hen laten voelen en weten waar je als opvoeder voor staat, wat je waardevol vindt in het leven, hoe je je eigen leven zin geeft en welke zin. Die zin kan ook gehaald worden in het leven en de boodschap van Jezus van Nazareth.

(Uit: In dialoog met Don Bosco, p. 37-45)Opvoedingsstijlen

De autoritaire opvoedingsstijlDe ouders domineren, zijn de baas. Zij bepalen de regels en stellen de eisen aan het gedrag van hun kind. Het kind hoort de ouders te gehoorzamen. Rust in de opvoeding, regelmaat en orde dat staat voor op. Luister het kind niet dan volgt er een straf.

De autoritatieve opvoedingsstijlDe ouders stellen redelijk grenzen voor hun kinderen en leggen hun regels duidelijk uit. Ze overleggen veel met de kinderen, er is ruimte voor de eigen inbreng van de kinderen. De ouders voeden op met gezag en liefde. Ook moedigen ze het zelfstandige gedrag van hun kind aan.

57

Page 58: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

De permissieve opvoedingsstijlDe ouders geven hun kind veel positieve aandacht, maar stellen weinig eisen aan hun kinderen. De ouders gaan er vanuit dat aan alle initiatieven en behoeften van het kind tegemoet gekomen moet worden.

De verwaarlozende opvoedingsstijlDe ouder stellen weinig of geen eisen. Er is weinig aandacht, ondersteuning en stimulering voor de kinderen.

Pedagogische relatie

Het pedagogisch klimaat is het geheel van aanwezige en gecreëerde omgevingsfactoren, die invloed hebben op het welbevinden van de leerlingen. En het welbevinden heeft weer invloed op de ontwikkeling en het leervermogen. De leervoorwaarden en de persoonsvorming staan daarbij centraal.

De pedagogische visie en de achterliggende waarden bepalen de manier waarop de leerkracht een pedagogisch klimaat schept. Er zijn diverse factoren die een positief effect hebben op de ontwikkeling van het kind en het leerklimaat in de groep. De eerste factor is het opdoen van positieve ervaringen. De tweede factor is de mate van welbevinden. De derde factor is het stellen van grenzen. Deze dingen beïnvloeden het pedagogisch klimaat, dat op zijn beurt invloed heeft op de ontwikkeling van het zelfbeeld en het vermogen tot zelfregulatie.

Geesteswetenschappelijke pedagogiek

De geesteswetenschappelijke pedagogiek gaat uit van de praktijk van het opvoeden en kijkt naar emotie, gevoel en de wil.Ze gaat ervan uit dat kinderen los van maatschappelijke invloeden moet kunnen opgroeien. Ieder uniek kind moet de ruimte krijgen om zich te ontplooien. Centraal staat de persoonlijke benadering van de pedagoog waarbij ze moeite doet om het kind en zijn belevingswereld en gevoelswereld te leren kennen.

Zoals iedere stroming heeft de geesteswetenschappelijke pedagogiek ook zijn voor- en nadelen. Een voordeel van deze stroming is dat ze uitgaat van de menselijkheid en alles in dienst stelt van deze menselijkheid. Een nadeel van deze stroming is dat er geen antwoord kan worden gegeven op de vraag wanneer een kind moet leren omgaan met de maatschappij.

Empirisch analytische pedagogiek

In de empirisch analytische pedagogiek is bewijs belangrijk. Alles dat je doet moet wetenschappelijk onderbouwd zijn. Problemen worden objectief en van een afstand bekeken. Naar gevoel wordt niet gekeken, omdat dit niet meetbaar is. De bedoeling is om het gedrag van de mens meetbaar te maken.

MethodenEr wordt bijvoorbeeld gebruikt gemaakt van cijfers uit een onderzoek. Deze cijfers zijn objectief. Ze kunnen niet anders geïnterpreteerd worden en bevatten geen meningen.

Voorbeeld

58

Page 59: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Denk aan het vorige voorbeeld. Een kind leeft gelukkig met haar twee ouders. Haar ouders zijn echter niet zo gelukkig. Ze scheiden en het kind wordt nu opgevoed volgens het co-ouderschap. In de empirische analytische pedagogiek wordt er in dit voorbeeld bijvoorbeeld gekeken naar het aantal door co-ouderschap opgevoede kinderen dat de middelbare school haalt.

Kritische pedagogiek

In de kritisch emancipatorische pedagogiek is maatschappelijke engagement belangrijk. Dit betekent dat je betrokken bent bij de maatschappij en die groepen die in de maatschappij leven. Daarbij horen ook onderdrukte groepen. In deze stroming zijn ze kritisch ten opzichte van de verhoudingen in de maatschappij zoals die nu zijn. Ze verzetten zich tegen onrecht en onderdrukking. Het doel hiervan is bevrijding en het creëren van een betere wereld. Kinderen moeten kunnen opgroeien zonder belemmeringen. Ze moeten worden opgevoed in een gelijke wereld. Opvoeders moeten strijden tegen onrecht en de wereld beter maken voor kinderen. Je kunt niet neutraal zijn binnen deze stroming, je hebt altijd een wens of verlangen om iets beter te maken.

MethodenDe ideologiekritiek is een voorbeeld van een methode. Hierbij wordt een bepaald systeem bekeken en geanalyseerd. Daarbij wordt er gekeken of er in dit systeem gelijke kansen zijn voor iedereen. Daarnaast wordt er ook gebruik gemaakt van het handelingsonderzoek. Hierbij wordt er een onderzoek gedaan waarbij tijdens het onderzoek een verandering wordt aangebracht. Deze verandering moet te maken hebben met verbetering en gelijke kansen voor iedereen.

VoorbeeldEr wordt in het voorbeeld van het kind dat opeens te maken krijgt met co-ouders, gekeken naar of kinderen met co-ouders evenveel kansen krijgen in het leven als kinderen zonder co-ouders.

Cultuurhistorische school in de pedagogiek

Vygotsky is de grondlegger van de cultuurhistorische school. Hij wordt in 1896 geboren in Orša een klein plaatsje in Rusland.Zijn publicaties gaan over bijvoorbeeld de relatie tussen een individu en de cultuur en de rol van communicatieprocessen in opvoeding en onderwijs. Het bekendste boek dat Vygotsky geschreven heeft is: 'Denken en Spreken' waarin hij verteld over zijn onderzoek naar hoe cognitieve processen veranderde na alfabetisering. Tijdens het Sovjetregime onder Stalin worden veel van Vygotsky’s ideeën niet gewaardeerd. Daarom worden de theorieën van Vygotsky pas in de jaren 70 voor het grote publiek bekend.

Taal analytische pedagogiek

De analytische filosofie is een algemene verzamelnaam voor een bepaalde stijl van filosoferen in de hedendaagse filosofie die vooral in de Angelsaksische landen ging overheersen in de 20ste eeuw. Kenmerkend voor analytische filosofie is het streven naar helderheid in verwoording en argumentatie van het ideeëngoed, meer in het bijzonder in de natuurwetenschappen.

59

Page 60: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

2. Agogische theorieën.

Agogische theorieën

Veranderkundige modellen

Validation Ontwikkeld door Naomi FeilZeer praktische methode.Verwant aan de ROT-methode.De ouder wordende dementerende mens vanuit haar/zijn eigenheid kansen te bieden op het zo concreet mogelijk vasthouden van zelfstandigheid en eigen communicatiemogelijkheden.Het accepteren van en een respecterende houding jegens de ouder wordende medemens zoals deze zich presenteert is basisvoorwaarde. Daar horen alle bijkomende kenmerken bij!Door zorgvuldig luisteren, (mee)kijken, volgen (oogcontact), lichaamssignalen leren lezen, e.d., komen de innerlijke belevingen beter in beeld en worden deze beter begrepen.De ondersteuner gaat dus mee terug in de tijd, mee in de verwoording van innerlijke ervaringen of verhalen, om de onderliggende thema’s uit het leven van deze persoon scherper te krijgen.Er zijn 4 centrale elementen:1) de oudere mens heeft te maken met onopgeloste levensvragen, die uit de eigen geschiedenis naar voren komen (de strijd die Erikson typeert als ‘wanhoop’);2) met behulp van Validation komen vier fasen van het ouder worden in beeld (verwarring, verlies van tijdbesef, herhaalde bewegingen, isolement);3) het gaat om een integrale (holistische) benadering van fysieke, psychische en sociale aspecten;4) er wordt gebruik gemaakt van (non-/verbale) groepstechnieken (volgens het Validation Institute ontwikkeld).

60

Page 61: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Gentle Teaching

Gentle Teaching is een begeleidingsmethodiek die wordt gebruikt in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking.De methode is erop gericht een warme relatie te ontwikkelen tussen de begeleider en cliënt.De visie van Gentle Teaching is dat ieder mens behoefte heeft aan verbondenheid met anderen.

Realiteits Oriëntatie Training (ROT)

Een trainingsmethodiek waarin het accent ligt op een ‘stimulerende omgeving’Daarin wordt van een aantal structurele en vaste terugkerende elementen uit de werkelijkheid voortdurend informatie verstrekt, m.n. over tijd, plaats en personen.Hierbij wordt gebruik gemaakt van verwijzers (ROT-borden): dagschema’s, maand- en jaaroverzichten en programma’s, wegwijzers in de ruimten, wie wanneer waar. Iemand maakt zich bijv. steeds bekend en verwijst standaard naar de laatste keer dat men elkaar gezien heeft.Dit is geen onomstreden methode en heeft in latere stadia van dementie geen positieve functie meer.ROT is een mogelijkheid om het contact met de alledaagse werkelijkheid te behouden of te hervinden.Deze werkwijze is echter veeleisend: flexibiliteit, geduld, inzet, inlevingsvermogen, een constante actieve instelling.

61

Page 62: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Warme zorg Warme zorg heeft niet genezing of herstel als doel, maar staat de beleving van de oudere mens centraal bij deze benadering. Het doel van warme zorg is een sfeer te scheppen waarin gedesoriënteerde oude mensen zich veilig voelen waardoor angsten en onzekerheden verminderen of verdwijnen.Geschikt voor demente oude mensen met procesverschijnselen die variëren van licht tot zeer ernstig. Dit betekent dat 'warme zorg' toepasbaar is bij elke vorm van dementie.Met betrekking tot de inhoud van de methodiek bestaan een aantal aandachtspunten:- Nabijheid.

De hulpverlener blijft niet op afstand en staat open voor lichamelijk contact zoals een knuffel.

- Herkenbaarheid.De omgeving van de

dementerende dient vertrouwd en rustgevend te zijn: geen ziekenhuis, maar

huiskamer omgeving.- Huislijkheid.

Weinig regels. Zoveel mogelijk huiselijke dagindeling zoals gezamenlijk ontbijt, huisdier, wandeling en dergelijke.

- Vrijheid.Voor mobiele bewoners is het van belang dat ze vrijheid ervaren door te kunnen rondlopen.

- Familie.Contact met familie is erg belangrijk. Alle ruimte voor contact tussen dementerende en familie en er zijn geen vaste bezoektijden.

62

Page 63: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Rationeel Emotieve TherapieRET

Doel: mensen ondersteunen om beter om te kunnen gaan met situaties die aanleiding kunnen zijn voor STRESS.RET geeft inzicht in niet-effectieve gedachten die aan spanningen en STRESS ten grondslag liggen.Bij de RET methode wordt onderscheid gemaakt tussen waarneming, interpretatie en evaluatie.Evaluaties spelen een cruciale rol bij het ontstaan van emoties.Bij RET ligt de nadruk op waardering of de evaluatie die mensen hebben van dingen die hen overkomen.

Begeleiden en opvoeden vanuit specifieke ontwikkeldoelen: NLD, ADHD, ASS, dyslexie en andere leer en ontwikkelingsstoornissen, gedefinieerd vanuit de DSM

DSM-5: Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (vijfde versie, mei 2013)Een Amerikaans handboek dat in de meeste landen als standaard in de psychiatrische diagnostiek dient.

NLD: Non-verbal Learning DisabilitiesDe benadering moet gericht zijn op de volgende twee basisprincipes:

1. Realistische houdingTegenover het kind een realistische houding aannemen, een open oog hebben voor zijn onvermogen en er rekening mee houden.

2. Inzicht in sterke en zwakke kantenEen goed inzicht ontwikkelen in de sterke en zwakke kanten van het kind. Gebruik maken van zijn sterke kanten (goede verbale vaardigheden) om de ontwikkeling van de zwakke kanten te stimuleren.

ADHD: Attention Deficit Hyperactivity DisorderSamenwerking met ouders is erg belangrijk: de aanpak op school en thuis moeten op elkaar afgestemd zijn. De begeleider moet veel geduld hebben. Straffen leidt tot het voor zijn omgeving afsluiten van het kind. Het gedrag wordt dan nog erger waardoor de kans bestaat dat het kind in een negatieve spiraal terecht komt. Belangrijk dus om een

63

Page 64: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

dergelijk patroon te voorkomen.

ASS: Autisme Spectrum StoornisDyslexie: betekent letterlijk: niet kunnen lezen.Een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau.De begeleiding is er in verschillende manieren. Voor iedere vorm van onderwijs bestaan er protocollen voor de wijze waarop een school de begeleiding van kinderen met Dyslexie uit voert.Protocol MBO:drie aandachtsgebieden te onderscheiden: zorgspecifieke pijler; taalspecifieke pijler; mbo-specifieke pijler.

Protocol VO:Vier uitgangspunten zijn noodzakelijk om deze doelen te bereiken:• de leerling staat centraal;• de ondersteuning vereist een geïntegreerde aanpak;• de ondersteuning vindt plaats gedurende de hele schoolloopbaan;• de ondersteuning gaat uit van wat werkt bij de leerling en wat een zo groot mogelijk effect heeft (economisch principe)

64

Page 65: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

3: Begeleidingskunde

Begeleidingskunde: de Van Dale kent het woord niet maar het betekent dat je professioneel begeleider bent en begeleiding kan geven op alle niveaus.(supervisie, intervisie etc.)

Training: Een training is vaak korter dan een opleiding of een cursus, duurt meestal één of meerdere dagen. Trainingen zijn er vaak op gericht om je bestaande vaardigheden uit te breiden / verder te ontwikkelen. Ze bevatten weinig theorie en de focus ligt voornamelijk op de praktijk. In enkele gevallen krijg je na het behalen van de training een certificaat.

Cursus: Een cursus is vaak een aanvulling op je opleiding/interesse. Meestal is een cursus erg gericht op praktijkoefeningen. Een cursus heeft vaak een iets kortere doorlooptijd dan een opleiding en wordt meestal afgesloten met een examen/test. Bij het behalen van de cursus krijg je meestal een certificaat.

Teambuilding: teambuilding is een verzamelnaam voor een reeks groepsactiviteiten, waarbij samenwerking centraal staat. Doel van deze activiteiten is om onderlinge samenwerking, sociale binding, vertrouwen, groepsdynamiek en efficiëntie te creëren binnen een groep mensen. Teambuilding wordt regelmatig georganiseerd door bedrijven en instellingen zoals scholen en sportteams.

Teambuilding kan verschillende soorten activiteiten omvatten, zowel mentaal (puzzels en vraagstukken) als fysiek (hindernisloop, sportactiviteiten enz). De voornaamste soorten opdrachten zijn:

• opdrachten gericht op communicatie en het geven van feedback

• problemen oplossen

• hindernissen overwinnen

• opdrachten waarbij planning belangrijk is.

• opdrachten waarbij onderling vertrouwen vereist is.

Teambegeleiding: Teambegeleiding kent haar basis in de theorieën betreffende teamontwikkeling en de groepsdynamica. teambegeleiding kun je inzetten om te zorgen dat;

• een team goed functioneert, maar de onderlinge samenwerking wil verbeteren

• er verstarde verhoudingen zijn

65

Page 66: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

• er communicatiestoornissen zijn

• er een veranderde structuur is door bijvoorbeeld een reorganisatie

Consultancy: Het werkwoord "consultare" betekent in het Latijn letterlijk "om raad vragen". Een adviseur of consultant is meestal een deskundige of een professional op een specifiek gebied en heeft een brede kennis van het onderwerp.

Counseling: is een laagdrempelige vorm van (emotionele) hulpverlening. Letterlijk vertaald uit het Engels betekent het raadgeven. Counseling heeft veel raakvlakken met psychotherapie. Zo worden verschillende inzichten uit de psychotherapie toegepast, met als doel om problemen op te lossen of te verlichten en om vragen te beantwoorden.

Toch is counseling (met nadruk) geen psychotherapie. Zo houdt counseling zich niet bezig met psychiatrische stoornissen of zware psycho-sociale problematieken. Daarbij richt counseling zich primair op het 'hier-en-nu'.

Counseling is daarom ideaal:

• bij problemen met een (lichte) psycho-sociale achtergrond; denk aan aanhoudende stress, een gevoel van niet gelukkig zijn of aan het niet optimaal kunnen functioneren

• om inzichten te verkrijgen in (levens)vragen; denk aan vragen over het nut van het eigen bestaan, waar naar toe te willen in het leven of aan onzekerheid of men 'goed bezig is'

Counseling richt zich dus op problemen en vragen met een (lichte) psycho-sociale achtergrond, waarbij er geen sprake is van een psychiatrische stoornis. Dit lijkt wellicht een klein werkgebied. Toch vallen de meeste problemen en vragen binnen dit veld.

Het doel van counseling is het helpen van mensen bij:

• het oplossen of hanteren van problemen

• het vinden van antwoorden op vragen

• het benutten van ongebruikte mogelijkheden

• het ontwikkelen van kennis en vaardigheden

Counseling is resultaatgericht en pragmatisch van aard. Het gaat er om dat een cliënt doelen gaat formuleren en gaat handelen om deze doelen te bereiken.

________________________________________

Coaching: Coaching is een vorm van persoonlijke begeleiding op basis van een gelijkwaardige één-op-één-relatie. De gecoachte leert, de coach ondersteunt en begeleidt dit leerproces. Binnen het coachingstraject worden de doelen vooraf bepaald. Het doel van coaching is het vergroten van de persoonlijke effectiviteit en professionele bekwaamheid van de coachee.

66

Page 67: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Kenmerkend van een coachingstraject is dat de coach door de coachee wordt uitgezocht. In het coachingstraject is de coach degene die het leerproces begeleidt en monitort en de cliënt of coachee wordt 'gecoacht'. De cliënt bepaalt het doel: de coach stelt vragen, geeft adviezen en voegt waar nodig kennis toe. De klant blijft zelf verantwoordelijk voor zijn of haar beslissingen.

Coaching van groepen is echter ook mogelijk. De coach zoekt dan naar collectieve patronen in gedrag en denken in de groep.

Coaching kan inhoudelijk zijn of meer procesmatig. Bij inhoudelijke coaching is de coach iemand die een bepaald traject al heeft doorlopen en die iemand anders daarin adviseert. Als voorbeeld kan de ex-toptennisser genoemd worden die de beginnende (top)tennisser adviseert over techniek en tactiek van het tennisspel. Een coach speelt een belangrijke rol bij onzekerheidsreductie en wegnemen van faalangst, mental coaching.

Gesprekken tussen coach en gecoachte hebben een concreet doel: iets willen en kunnen wat de gecoachte voorheen niet kon, de mogelijkheid om nieuw gedrag te vertonen.

Coaching is: Motivatie opgang brengen om te veranderen. De gecoachte maakt altijd het onderstaande proces van leren door: Van Onbewust Onbekwaam naar Bewust Onbekwaam en dan naar Bewust Bekwaam en uiteindelijk wordt het Onbewust Bekwaam handelen.

Bij de procesmatige coach moet er meer gedacht worden aan een mental coach die adviseert hoe er omgegaan moet worden met verliezen, met intimiderende tegenstanders, met de pers en die denkt aan een juiste balans tussen leven en werken. Iemand die van een afstand en met minder belangen en daardoor rustiger meedenkt met de cliënt.

Coaching en psychische gezondheid: Coaching kan een belangrijke preventieve werking hebben voor psychische klachten als depressie,burn-out of bore-out. Stagnatie in bekwaamheid en verdere ontwikkeling, worden immers als belangrijke bronnen van oorsprong van deze klachten beschouwd. Het loont om de klachten voor te zijn door met behulp van een coach aan de inherente ontwikkelbehoefte van mensen bij te dragen.

Werkbegeleiding: De werkbegeleider in de meest zuivere vorm is een medewerker als directe begeleider van de student op de werkvloer, ze werkt met de student samen, en kijkt over de schouder mee en stelt de vorderingen van de deelnemer vast. Als werkbegeleider is het van belang dat je studenten competentiegericht kunt opleiden om recht te doen aan de kwaliteit van leren van studenten vanuit competentiegericht onderwijs.

Methodische praktijkbegeleiding: Methodische praktijkbegeleiding staat voor een methodisch aangeboden begeleidingsproces dat zich richt op de persoon van de groepswerker en het werkkader waarin deze werkzaam is. De specifieke setting van de groepswerker is daarbij bepalend voor hetgeen aan specifieke vaardigheden van de groepswerker gevraagd wordt.

Bijvoorbeeld: Op het mbo de leerlingen die stage lopen begeleiden door middel van methodische praktijkbegeleiding.

67

Page 68: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Mentorschap: Als mentor bent u de wettelijk vertegenwoordiger en belangenbehartiger van uw cliënt. Nadat de kantonrechter het verzoek voor mentorschap heeft ontvangen, zal hij bepalen of hij het mentorschap uitspreekt en wie de mentor wordt. Het kan zijn dat hij een zitting wilt laten plaatsvinden, dan zullen onder andere u en de cliënt worden opgeroepen. Na de zogenoemde ‘beschikking’ is het mentorschap officieel. Vanaf dat moment, tenzij anders afgesproken, bent u de mentor van uw cliënt. U bent bevoegd om, wanneer de cliënt dat zelf niet wil of kan, te beslissen over zijn of haar verzorging en behandeling. Daar betrekt u uw cliënt zoveel als mogelijk bij. Als uw cliënt daartoe niet in staat is, houdt u rekening met zijn wensen en behoeften. U bent dus de adviseur en de vertegenwoordiger van uw cliënt. Hij kan op uw integriteit vertrouwen, ook als hij dat niet meer zo kan uitspreken.

Supervisie: Supervisie is een individueel leertraject onder leiding van een supervisor waarbij methodisch wordt ingegaan op de persoonlijke leervragen die iemand heeft ten aanzien van zijn of haar werk. Het is een vorm van reflecteren op de eigen werkstijl. Het geeft zicht op welke situaties iemand problemen opleveren, waar dit mee te maken kan hebben, hoe ze ermee omgaan en welke alternatieven er zijn. De "supervisanten" verkennen en herkennen vaste patronen en gaan op zoek naar dieperliggende motieven en overtuigingen die hun interacties sturen. Ze leren denken voelen en handelen adequaat op elkaar af te stemmen en eigen ervaringen in hun werk zodanig te overdenken en te doorzien dat het leidt tot een beter functioneren. Bij supervisie ligt het accent op het leren ook voor volgende situaties. Een supervisie is of individueel met de supervisor of in een klein groepje van maximaal drie personen.

Begeleidende intervisie: Intervisie is een vorm van deskundigheidsbevordering waarbij medewerkers een beroep doen op collega's om mee te denken over persoon- en functiegebonden vraagstukken en knelpunten uit de eigen werksituatie. Ze vormen samen een intervisiegroep. Het meedenken gebeurt niet door het aandragen van oplossingen maar door het stellen van vragen om zo met behulp van eigen analytisch en probleemoplossend vermogen zicht te krijgen op het ingebrachte probleem en hoe hierin te handelen. Het is een methodiek waarbij de eigen deskundigheid binnen de organisatie wordt benut en verder wordt ontwikkeld met als doel het bevorderen van de kwaliteit van het werk. Een intervisie beslaat een langere periode, met een klein aantal vaste deelnemers. Vooraf worden afspraken gemaakt over de spelregels, de doelstellingen en de werkwijze van intervisie. Het proces vraagt van de deelnemers de nodige basisvaardigheden. Intervisie kan zowel zelfstandig als onder begeleiding plaats vinden. Binnen een intervisiegroep mag geen sprake zijn van hiërarchie.

Leertherapie: In leertherapie word je aangemoedigd om jezelf te verkennen en je eigen stijl te ontwikkelen en te leren vertrouwen op je ontwikkelde intuïtie en vakmanschap. Samen zorg je er voor dat er een proces van bewustwording op gang komt en dat je het inzicht in jezelf vergroot, om zo uiteindelijk beter te kunnen functioneren in je persoonlijke leven, maar ook binnen je

68

Page 69: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

(toekomstige) werk. Het is de bedoeling dat je in elke situatie het contact met jezelf behoudt en daardoor met de ander.

Mediation: Conflictbemiddeling of mediation is een interventie van een bemiddelaar om twee of meer personen, partijen of groepen die een geschil hebben met elkaar in gesprek te brengen teneinde onderling tot een oplossing te komen. Bemiddeling is vooral nuttig als de communicatie verstoord is, als rechtstreekse onderhandeling tussen de partijen belemmerd wordt door een wederzijds gebrek aan vertrouwen, of als er sprake is van een escalatie. Bemiddeling kan zelfs werken als een van beide partijen zo kwaad of beledigd is, dat hij weigert nog langer met de andere partij te praten. Het doel van conflictbemiddeling is niet een oplossing waar alle partijen 100% enthousiast over zijn (zou wel mooi zijn, maar gebeurt zelden); het doel is slechts een oplossing tot stand te laten komen waarin beide partijen zich kunnen vinden en die in hun belangen op aanvaardbare wijze tegemoet komt. De mediator laat partijen aldus de gang maken van standpunten naar belangen en ondersteunt hen in de verbetering van hun communicatie. de mediator blijft bewust inhoudelijk op afstand ("lijdelijk") en laat daarmee de conflictpartijen hun geschil zèlf oplossen. Terwijl de bemiddelaar actief en op inhoudsniveau bij de partijen onderzoekt waar de belangen liggen, waar ze botsen en waar de pijn zit, om vervolgens zelf met een inhoudelijk oplossingsvoorstel te komen waartegen partijen ja of nee kunnen zeggen.

Bijvoorbeeld: In de klas twee rivaliserende jongeren begeleiden door middel van mediation waarna een werkbare situatie ontstaat.

Loopbaanbegeleiding: Loopbaanbegeleiding helpt werkenden bij het nemen van loopbaankeuzes en –beslissingen en biedt het individu een professionele gesprekspartner die hen:

• inzicht geeft in het eigen kunnen en willen met betrekking tot de toekomst van hun werk.

• inzicht geeft in en begeleiding biedt bij de mogelijkheden om deze wensen en potenties te realiseren, bijvoorbeeld op de (interne) arbeidsmarkt en/of via een opleidingstraject.

In een reeks gesprekken, gecombineerd met het gebruik van reflectieopdrachten en/of tests, worden werkenden professioneel ondersteund in het proces van ontdekken, versterken en/of ontwikkelen van de competenties die nodig zijn om de eigen loopbaan actief te beheren. Zelfsturing en zelfredzaamheid staan hierbij voorop.

Loopbaanbegeleiding is eigenlijk een heel ruim begrip. Het gaat om alle vormen van begeleiding, hulpmiddelen en instrumenten die mensen kunnen helpen wanneer ze met loopbaanvragen zitten. Hoewel loopbaanbegeleiding geen nieuw fenomeen is, bestaat er geen vaste definitie van het concept.

Loopbaanbegeleiding kan verschillende vormen aannemen: binnen of buiten het bedrijf of de organisatie, individueel of in groep, voor werkenden, werkzoekenden, leerlingen ect.

69

Page 70: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Co-teaching: Co-teaching is een manier om het handelingsrepertoire van een leerkracht te vergroten, doordat een andere leerkracht als gelijkwaardige partner in de klas komt om de zittende docent te ondersteunen.

4. Begeleiden in de context. Opvoedingsverantwoordelijkheid ligt divers bij onderwijs, buurt, residentiële instelling, ge zin.

Gezinssituatie: Opvoeden heeft te maken met waarden en normen. Van de ouders hoort een kind wat goed en fout is. De opvoeding heeft invloed op het gedrag.

Pedagogische situatie: basis voor de persoonlijkheids-en identiteitsontwikkeling van het kind. Overdracht en internalisering van waarden-en normensysteem vind plaats.

Verantwoordelijkheid van onderwijs om kennis bij te brengen.

Verder vormt het kind zich tijdens het omgaan met sociale situaties zoals met vrienden of in verenigingsverband (bijvoorbeeld sportclub).

Emancipatorische hulpverlening

Emancipatie in eerste instantie greep krijgen op het eigen leven los van betutteling. Het scheppen van een ruimte waarin eigenheid en autonomie maximaal ontplooid kan worden en waarbij mensen loskomen van de overheersende positie en betutteling van bijv een begeleider/hulpverlener.

uitgangspunten: Gelijkwaardigheid uit gaan van de eigen mogelijkheden van de persoon en ondersteunen hem of haar waar nodig. Hierbij wordt veel belang gehecht aan de wederzijdse communicatie en ook de noodzaak van ondersteunende communicatie.

Keuzevrijheid /Autonomie betekent eigen keuzen kunnen en mogen maken. Inspraak en verantwoordelijkheid ; client zelf inspraak over zijn leven en daardoor ook het

nemen van zijn verantwoordelijkheid. Voor de begeleiding betekent ‘coachen’ in plaats van begeleiden.

Ondersteuning, hier wordt uit gegaan van het principe van flexibiliteit en de zorg op maat. Weg met de totaalzorg. ER wordt gestreefd naar maximale zelfstandigheid en ontplooiing en bieden enkel en alleen ondersteuning op die domeinen waarop de ondersteuning nodig is.

Sociale (ondersteunings)netwerken, het betrekken van de ervaringsdeskundigen en andere belangrijke derden in het leven van de client bij de zorg/hulpverlening.

Respectvolle bejegening een visie en een attitude die gekenmerkt wordt door zelfkennis, kritische (zelf)reflectie, emoties bespreekbaar stellen, acceptatie, interesse, inlevingsvermogen, duidelijke grenzen stellen bij zichzelf, e.d. Deze attitudes zijn essentieel voor de ‘coach’ en voor de emancipatorisch gerichte begeleider.

Begeleiding bij rouw en verlies.

Er zijn 2 theoretische modellen bij verlieservaringen.

70

Page 71: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

De fasentheorie van Elisabeth Kubler-RossDe takentheorie van J.william WordenKubler Ross heeft na onderzoek vastgesteld dat mensen in bij rouw een aantal fasen doorlopen, (vandaar de naam fasentheorie) Deze fasen zijn niet alleen toepasbaar binnen rouw maar bij alle vormen van onthechting. De fasen staan hieronder beschreven echter eerst een aantal kanttekeningen bij deze fasen:Niet iedereen maakt fasen op dezelfde manier doorNiet iedereen doorloopt alle fasen en in dezelfde volgordeDe fasen vormen geen standaardbegeleidingsmodelDe fasen dienen als indicatie, bijv. om iemands zijn reactie te begrijpenHet is belangrijk dat mensen het proces doorlopen en dat ze dat vooral in hun eigen tempo doen, sleur iemand dus niet door de fasen heen.De verschillende fasenFase 1 Ongeloof, ontkenningFase 2 BoosheidFase 3 Vervanging (voor het verlies)Fase 4 acceptatieFase 5 verwerking

J. William Worden heeft na uitgebreid onderzoek de taken theorie ontwikkeld. Met het accent op taken neemt hij afstand van de fasentheorie van Kubler-Ross. Hij houdt hierdoor ook rekening met de bezwaren tegen de theorie van Kubler-Ross, namelijk dat niet iedereen alle fasen doorloopt en ook niet in de door haar benoemde volgorde.Hij stelt dat iemand na een verlieservaring vier taken heeft. Een taak moet zien je zien als een soort opdracht die iemand zichzelf geeft om aan te werken:Aanvaarden van het verliesVerwerken van de pijnAanpassen van het leven zonder degene die er niet meer isAlles emotioneel een plek geven en verder levenAllicht zullen er toch wel overeenkomsten zijn met de theorie van Kubler-Ross. Het verschil zit hem vooral in de benadering en daarmee ook in je begeleiding. Bij Kubler-Ross is het fase doorlopen en bij Worden is het taak volbrengen.

1ste milieu, tweede milieu en derde milieuBinnen de sociale pedagogiek worden er drie milieus onderscheidenGezin = eerste opvoedingsmilieuschool = tweede opvoedingsmilieubuiten school = derde opvoedingsmilieu

derde opvoedingsmilieu = corrigerend en/of aanvullend (bijv., hulpverlening residuele benadering)

Begeleidingscontextmodel

Dit model maakt duidelijk dat de vorm van begeleiding afhangt van de context van de begeleidingsvraag. Wordt vooral veel binnen de begeleidingskunde gebruikt.

71

Page 72: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

72

Page 73: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

5. Begeleiden van (specifieke doelgroepen)

Iedere doelgroep en/of leeftijdsgroep kent zijn specifieke begeleidingsopgaven en/of opvoedingsopgaven. Begeleiding bieden rekening houdend met geslacht, ziektes, leeftijd, temperament, eigenschappen, talenten, persoonlijkheid, ontwikkelingsfase en cultuur.

Ontwikkelingsopgave kind

Opvoedingsopgave ouder

Normale problemen Ernstige problemen

± 12-19 jaar: Belangrijke opvoedmilieus: gezin, school, vrienden, werkkring, andere sociale contactenEmotionele (en praktische) zelfstandigheid; omgaan met eigen en andere sekse; ontwikkeling van waardesysteem; persoonlijkheidsontwikkeling, school, beroep en samenleving

Emotionele steun bieden; tolerantie voor experimenten; leeftijdadequate grenzen stellen; voorbeeldfunctie vervullen; meer symmetrische relatie met kind aangaan

Gebruik psychoactieve stoffen (alcohol, drugs); twijfels over identiteit en/of toekomst; problemen met uiterlijk; problemen met autoriteiten; incidenteel spijbelen

Alcohol, drugs; stoornis in de identiteit; anorexia en boulimia (nervosa); problemen bij seksuele oriëntatie; suïcide; oppositionele gedragsstoornis puber; gedragsstoornis in groepsverband; delinquentie; schooluitval

(Overzicht van ontwikkelingsopgaven, opvoedingsopgaven en veel voorkomende “normale” en ernstige problemen (Van Yperen, 2009).

Voorbeelden: Opvoeden van pubers, jong volwassenen, jonge kind. Iedere ouder heeft in meer of mindere mate ideeën over wat hij of zij met de opvoeding van het kind wil bereiken. Die opvoedidealen of doelen ontstaan op basis van hoe ouders zelf zijn opgevoed, hun persoonlijkheidsontwikkeling, het sociale netwerk (familie, kennissen en bekenden) en de maatschappelijke en culturele omgeving waar ouders deel van uitmaken (Blokland, 2008). Afhankelijk van de opvoeddoelen die ouders hebben, maken zij inschattingen van het gedrag van hun kind en hoe zij op het gedrag van hun kind reageren (Bucx en De Roos, 2011).

De mate waarin ouders nadruk leggen op opvoeddoelen zijn cultuurafhankelijk (Van Schravendijk, 2010). Zoals te zien in de top 10 waarderen ouders in Nederland vooral opvoeddoelen die te maken hebben met autonomie (Bucx en De Roos, 2011). Kinderen hebben tegenwoordig veel meer dan vroeger een eigen leven en een individuele positie binnen het gezin. Daarnaast vinden ouders assertiviteit en respectvol met anderen omgaan belangrijk. Ouders zeggen relatief weinig belang te hechten aan goede schoolresultaten en aan ijver en ambitie.

73

Page 74: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Naast de individuele opvoeddoelen zijn er ook universele opvoeddoelen die alle ouders - wereldwijd- als basisprincipes in de opvoeding nastreven. Dit zijn:

Het waarborgen van het fysieke, sociale en emotionele welzijn van het kind; Kinderen voorzien van de economische competenties om te overleven als volwassenen; Culturele waarden en normen overdragen, waardoor kinderen zich de cultuur eigen maken

van de samenleving waarin zij opgroeien (LeVine, 1977).(Nederlands Jeugd Instituut, 2015)

Opvoedondersteuning. Wanneer ouders met opvoedproblemen er zelf niet uitkomen, kunnen ze voor informatie, advies, cursussen en trainingen terecht bij gespecialiseerde professionals. Zij geven pedagogische ondersteuning via het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), wijkteam, jeugdhulp, jeugdgezondheidszorg, welzijnsinstellingen, de kinderopvang of het onderwijs.Opvoedingsondersteuning speelt in op de behoefte van ouders om te zorgen voor de optimale ontwikkeling van hun kinderen. Opvoedingsondersteuning kan preventief zijn. Dan helpt het problemen in de opvoeding en in de ontwikkeling van het kind voorkomen. Opvoedingsondersteuning kan ook curatief zijn, dat wil zeggen: bestaande problemen helpen oplossen. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer ouders te weinig kunnen doen aan stoornissen in de ontwikkeling van een kind. Of wanneer ze de controle over het gedrag van het kind zijn kwijtgeraakt en zelf in problemen komen. Opvoedingsondersteuning kan dan helpen een einde aan de problemen te maken en ervoor zorgen dat ouders weer vat op de opvoeding krijgen.

Doelen van de opvoedingsondersteuningOpvoedingsondersteuning is gericht op het verbeteren van de opvoedingssituatie van kinderen, voor zover ouders daarvoor verantwoordelijk zijn. Die steun heeft drie concrete doelen:Het voorkomen van problemen in de opvoeding of de ontwikkeling van kinderen door informatie te geven over alledaagse opvoedvragen of door tijdig zwaardere problemen als kindermishandeling, gezondheidsproblemen of onderwijsachterstand te signaleren; Het helpen oplossen van bestaande zorgen en problemen bij het opgroeien en opvoeden via een adviesgesprek of door praktische hulp te bieden voor bijvoorbeeld het organiseren van een omgangsregeling bij scheiding of financiële ondersteuning bij schulden; Het versterken van de pedagogische competenties en vaardigheden van ouders, bijvoorbeeld via ouderbijeenkomsten, oudercursussen of oudertrainingen, om daarmee hun zelfredzaamheid te vergroten.

Draaglast verminderen en draagkracht versterkenBij opvoedingsondersteuning is het streven de draaglast en draagkracht van de ouders voor opvoedingstaken in balans te krijgen. Het tijdig signaleren van dreigende problemen in de ontwikkeling van kinderen of in de opvoedingspraktijk van de ouders draagt bij aan het beheersbaar houden van de draaglast. Daarnaast is het bieden van praktische steun bij dreigende of al aanwezige problemen bevorderlijk voor de draagkracht. Het balansmodel dat in de jaren negentig is ontwikkeld, is een hulpmiddel om beschermende factoren en risicofactoren voor de ontwikkeling van een kind in kaart te brengen en keuzes in benodigde opvoedingsondersteuning te maken (Bakker e.a. 1998). (Nederlands Jeugd Instituut, 2015). Tijdens de ontwikkeling van baby tot volwassene doorloopt een kind verschillende fasen. In elk van die fasen komt het kind ontwikkeltaken tegen die op elkaar voortborduren. Een baby moet bijvoorbeeld eerst leren zitten en dan optrekken en staan, om dan pas te kunnen leren lopen. Ook het opbouwen van een veilige relatie met de opvoeder alvorens te kunnen omgaan met leeftijdsgenoten, is een voorbeeld van een ontwikkelingstaak die kinderen stapsgewijs onder de knie krijgen. Voor kinderen zelf is dit een onbewust proces. Zij hebben niet het idee met ontwikkeltaken bezig te zijn (Blokland 2008).

74

Page 75: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

75

Page 76: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Wat vraagt dit van ouders?De ontwikkeling van het kind vraagt van de ouders dat ze hun opvoeding in elke fase afstemmen op wat hun kind al kan en wat het nog moet leren (Blokland 2008). De ontwikkeltaken van het kind stellen opvoeders dus in elke fase voor daaraan gekoppelde opvoedtaken. Voor ouders is het vaak zoeken naar wat realistisch is om te verwachten van het kind. Zulke verwachtingen zijn gebaseerd op een combinatie van het karakter van het kind, de context waarin het gezin zich bevindt en van kennis over wat kinderen in een bepaalde fase zouden moeten kunnen (Sanders 2012). Begeleiding bij ontwikkeltakenOuders kunnen hun kind bij de ontwikkeltaken het best begeleiden door te kijken naar wat het kind op dat moment kan. Kinderen leren het meest van uitdagingen, taken en activiteiten die nét een beetje moeilijker zijn dan wat ze al zelf kunnen. Door aan te sluiten bij wat het kind alleen kan en te helpen bij wat het nog net niet kan, doen kinderen kennis en vaardigheden op die ze alleen nog niet hadden kunnen verwerven (Kohnstamm 2009).

Ontwikkeltaken in relatie tot opvoedtaken.De ontwikkeltaken van het kind en opvoedtaken van ouders spelen op elkaar in. Kinderen die in de loop van hun ontwikkeling voldoende steun ervaren vanuit hun omgeving, zijn beter in staat de opeenvolgende ontwikkeltaken uit te voeren. Ook krijgen deze kinderen meer zelfvertrouwen en zijn ze beter in de sociale omgang met anderen. Kinderen die weinig steun in de opvoeding ervaren, ontwikkelen minder vertrouwen in zichzelf en in anderen. Mede daardoor kunnen zij meer problemen hebben in het volbrengen van volgende ontwikkeltaken (Meij 2011).

Problemen in de ontwikkelingBij het vervullen van ontwikkeltaken kunnen soms problemen optreden. Een kind kan bijvoorbeeld een tijd lang snel bang zijn, druk gedrag vertonen, tegendraads of agressief zijn, of last hebben van piekeren. Veel van deze problemen zijn heel normaal in de ontwikkeling. Om erger te voorkomen, vraagt het van ouders dan dat zij snel en adequaat reageren. Want bij ernstige problemen en opvoeders die niet weten hoe ze hiermee om moeten gaan, kan de ontwikkeling van het kind stagneren of ontsporen. Opvoedondersteuning - meer of minder intensief - kan ouders dan helpen om de juiste strategieën in te zetten bij het begeleiden van het kind in de ontwikkeltaken die op dat moment spelen.

76

Page 77: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Begeleiden van chronisch zieken, dementerenden, mensen met verstandelijke beperkingen, psychiatrische cliënten, verslaafden.

Chronisch zieken.Serie communicatietips

Communiceren is zo’n belangrijk deel van het werk van de praktijkondersteuner, dat het goed is daaraan veel aandacht te besteden. In de diverse situaties in de spreekkamer komen steeds andere vaardigheden naar voren. Het geven van voorlichting vergt bijvoorbeeld een andere benadering dan het uitdiepen van de hulpvraag. En het bespreken van een gezondheidsprobleem met iemand die het Nederlands niet goed beheerst of met een andere culturele achtergrond dan jij, kan soms lastig zijn. In een korte serie geeft TPO een aantal tips die het communiceren met de patiënt kunnen vergemakkelijken. In eerdere afleveringen kwamen enkele algemene tips aan de orde; alsook het geven van voorlichting, het omgaan met andere referentiekaders en het bespreken van het vasten tijdens de ramadan. Ditmaal staat het omgaan met chronisch zieken centraal. Het abc van chronische ziekten

Praktijkondersteuners zien voortdurend mensen met een chronische ziekte, ofwel ‘een onomkeerbare aandoening, zonder uitzicht op volledig herstel, met een variabel ziektebeloop, die het dagelijks leven van de patiënt beïnvloedt’. Waar geen echte genezing kan zijn, gaat het vooral om het zo veel mogelijk verlichten van de klachten en symptomen en het vertragen van het ziekteproces. Dat is mooi werk, maar voor de patiënt kan de confrontatie met het chronische karakter van zijn ziekte zeer ingrijpend zijn en de verslechtering van de symptomen kan tot grote moedeloosheid leiden. In feite is daarbij sprake van ‘rouwverwerking’: de patiënt verliest niet alleen zijn gezondheid en (op den duur) zijn autonomie, maar ook de vanzelfsprekendheid waarmee het leven zich voordien voltrok. Iedereen verwerkt dergelijke gevoelens op zijn eigen manier, en het is dan ook niet verwonderlijk dat zich thuis soms botsingen kunnen voordoen. Daar komt nog bij dat ook in het sociale leven vaak ingrijpende veranderingen plaatsvinden. De patiënt krijgt dus heel wat ‘voor zijn kiezen’. Met de juiste communicatieve vaardigheden kan de praktijkondersteuner de patiënt helpen daarmee om te gaan.

Realiseer je dat een chronische ziekte het leven van patiënten danig kan beïnvloeden.Voor de meeste mensen heeft een chronische ziekte ingrijpende gevolgen voor het leven van alledag; dit ziet er vaak volledig anders uit dan voorheen. De boodschap dat zij ‘moeten leren leven met hun ziekte’ betekent dat zij afscheid moeten nemen van zichzelf als gezond mens en dat ze zullen worden geconfronteerd met steeds meer beperkingen. Voor veel patiënten komt dit heel hard aan en sommigen zullen zich niet gemakkelijk bij deze boodschap neerleggen. Niet iedereen blijft goedgehumeurd bij dagelijkse klachten, niet iedereen accepteert een diagnose zonder verzet of boosheid. Een standaardzinnetje als ‘probeer ondanks de klachten zoveel mogelijk uit het leven te halen’ zal dan niet altijd in goede aarde vallen. Het is belangrijk om begrip te tonen voor de emoties van de patiënt en geduldig te blijven als deze lange tijd nodig heeft om zijn ziekte te accepteren. Wees erop bedacht dat de gevolgen van de ziekte voor de patiënt op zowel somatisch, psychisch als sociaal gebied kunnen liggen.

Als de problemen op één gebied zich op de voorgrond dringen, is de neiging groot om de andere terreinen over het hoofd te zien. Een open oog voor zowel somatische als psychische en sociale aspecten zal dit risico verkleinen.

77

Page 78: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Wees erop bedacht dat verwerking van verlies niet verloopt in een rechte lijn die bij acceptatie hoort uit te komen.Verwerking van het verlies van gezondheid is een circulair proces van rouwen, dat wordt bepaald door veranderingen in het ziekteverloop of in persoonlijke omstandigheden. Steeds opnieuw – bij elke verslechtering van de symptomen of bij elke bezigheid die de patiënt niet meer kan verrichten door verergering van zijn ziekte – kan opnieuw een rouwproces ontstaan. Reacties in het rouwproces zijn bijvoorbeeld:

Ontkenning (‘Die meting kan nu wel aantonen dat ik diabetes heb, maar ik voel me helemaal niet slecht dus ik ga gewoon door met mijn leven zoals het was!’);

Onderhandeling (‘Maar als ik nou de hele dag niet rook, dan kan ik toch best ’s avonds een paar sigaretjes opsteken?’);

Boosheid (‘Ik heb verdorie mijn hele leven lang hartstikke gezond geleefd, niet gerookt, altijd gesport. En nou heb ík hartklachten terwijl mijn buurman – die rookt en drinkt als een ketter en die veel te dik is – nergens last van heeft!’);

Verzet (‘Jij kunt nou wel zeggen dat ik moet afvallen, maar daar heb ik helemaal geen zin in! Is het eigenlijk wel bewezen dat afvallen goed is voor mijn diabetes?’).

Dergelijke reacties kunnen voor jou lastig zijn, maar voor de patiënt zijn het nuttige verwerkingsfasen in het rouwproces.

Sta stil bij je eigen emoties en de invloed daarvan op je handelen.Juist omdat je een langdurige relatie hebt met chronisch zieke patiënten en soms lange gesprekken met hen voert, kun je zelf ook emotioneel betrokken raken. Vaak zijn dat positieve gevoelens, zoals medeleven of sympathie. Soms ook gaat het om negatieve gevoelens, zoals irritatie als een patiënt je adviezen niet opvolgt, onmacht omdat je iemand niet kunt helpen, of je eigen angst voor de dood. Bovendien kan een patiënt je doen denken aan iemand vanuit je eigen omgeving. Als je bijvoorbeeld veel last hebt gehad van de cynische grappen van je schoonvader en een patiënt maakt soortgelijke opmerkingen, dan kun je de gevoelens over je schoonvader op de patiënt gaan projecteren. Wanneer je zicht hebt op de bron van je eigen emoties, kun je gemakkelijker bepalen of je deze ten opzichte van de patiënt wel zuiver hanteert. De patiënten kunnen het ten slotte niet helpen als ze op je schoonvader lijken of als jijzelf kampt met gevoelens van machteloosheid of frustratie.

Een goede relatie met chronisch zieken is een belangrijke voorwaarde voor de begeleiding die je hun kunt bieden.Accepteer het niet te snel als het contact of de communicatie niet lekker ‘loopt’ of als jij en de patiënt elkaar niet ‘liggen’. Probeer eventuele problemen in het contact zorgvuldig aan de orde te stellen. Het zou je wel eens kunnen verrassen hoe gewoon patiënten dat vinden en hoe vaak ze zelf al over het probleem met hun omgeving hebben gesproken.

Probeer van tijd tot tijd na te gaan wat de patiënt van je verwacht.Bij chronisch zieken sluipen er snel (van weerskanten) gewoonten en automatismen in het contact. Maar wat ooit duidelijk was, hoeft dat een tijdje later niet meer te zijn. Ga daarom af en toe eens na of je nog op het goede spoor zit met de patiënt, én vice versa.

Realiseer je dat iedereen anders is en dat eenzelfde ziekte volkomen verschillende reacties van patiënten kan opleveren.Mensen zullen altijd verschillend op situaties blijven reageren, maar toch zijn er bij chronisch zieken ook wel overeenkomsten aan te wijzen. Ze weten bijna altijd heel veel van hun eigen aandoening en beseffen dat zij deze niet kunnen overwinnen. Maar waar de een zich als een normaal mens beschouwt met – lastig genoeg – een chronische ziekte, raakt de ander dusdanig geobsedeerd door

78

Page 79: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

de aandoening dat van een normaal leven niet veel meer terechtkomt. Het is goed je te realiseren dat de mate waarin mensen door hun ziekte worden belemmerd, niet alleen wordt bepaald door de ernst van de aandoening, maar ook door de persoonlijkheid, ideeën en omgeving van de patiënt. Pas als je weet wat een ziekte voor een individuele patiënt betekent, kun je goed op diens persoonlijke omstandigheden reageren.

Betrek de patiënt en diens naasten actief bij het proces.Probeer aan te haken bij naasten en andere hulpverleners; ook zij – en natuurlijk de patiënt zelf – vinden vaak goede oplossingen voor allerhande problemen. Als het mogelijk is om patiënten en de mensen in hun omgeving ‘opdrachten’ te geven, is dat een effectieve manier om hen mee te laten denken over de beste strategieën en oplossingen. Dat vergroot de kans dat zij zich ook aan de gestelde doelen houden.

Je kunt niet alles oplossen, maar er ‘zijn’ en actief luisteren is ook iets doen.Chronisch zieken beseffen heel goed dat de mogelijkheden beperkt zijn en dat jij ze echt niet kunt genezen. Een luisterend oor, erkenning van de klachten en de gevolgen daarvan, en de wetenschap dat jij er voor hen bent, is voor veel patiënten al heel belangrijk. (Bohn Stafleu van Loghum, 2009)

1. Dementerenden.

Zorg en begeleiding bij dementie Dementie heeft een grote invloed op het leven van mensen met dementie en hun nabije omgeving. Een persoon met dementie wordt naarmate het ziekteproces vordert steeds afhankelijker van zijn omgeving. Ook voor de mantelzorger is het proces ingrijpend. Hij krijgt te maken met een continu proces van verlies en veranderende zorgtaken.

Belevingsgerichte zorgDoor in te spelen op de ‘ik-beleving’ pas je de zorg aan op de behoeften van de persoon met dementie. De ik-beleving (hoe ervaart de cliënt zichzelf en de wereld om hem heen) is in de onderstaande fasen verwoord (C. van der Kooij, 2002). Bij iedere fase staat ook een casus ter illustratie van belevingsgerichte zorg. De casus kan gebruikt worden in het onderwijs, of ter bespreking in een teamoverleg om beter te leren omgaan met dementie.

Fase: het bedreigde ik

De cliënt wordt geconfronteerd met verlies van mogelijkheden als gevolg van cognitieve stoornissen (m.n. geheugen- en oriëntatiestoornissen). Wat moet je doen?Proberen het gevoel van angst en onveiligheid te verminderen. Daarnaast: beroep doen op vaardigheden die niet achteruit zijn gegaan, de cliënt informeren over de concrete werkelijkheid om hem heen (realiteitsoriëntatie).

79

Page 80: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Fase: het verdwaalde ik

De cliënt raakt steeds meer gedesoriënteerd en verdwaalt in de wereld en het eigen verleden. Wat moet je doen?Houvast bieden, de dagelijkse leefomgeving structureren. Verder: zoveel mogelijk aansluiten bij de interesses en behoeften van de cliënt.

Fase: het verborgen ik

De cliënt verdwijnt in de eigen innerlijke wereld en heeft geen tijdsbesef meer. Het contact met de omgeving gaat verloren.Wat moet je doen?Aanbod aansluiten op de directe zintuiglijke behoeften (warmte, rust, prettige sfeer) en beleving (warm/koud, honger/dorst, pijn) van de cliënt. Verder: rustige, prikkelarme leefomgeving creëren.

Fase: het verzonken ik

Het besef van zichzelf en de leefomgeving gaat helemaal verloren. Er is nauwelijks nog sprake van zichtbare emoties. De beleving van de dingen is grotendeel zintuiglijk. Communicatie is niet meer mogelijk.Wat moet je doen?Inspelen op de lichamelijke behoeften, lichamelijk contact maken (koesteren), praten (zacht, rustig – de woorden zijn niet belangrijk), prettige zintuiglijke prikkels aanbieden.

80

Page 81: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Werkmethodiek: Ondersteuning thuiszorg en dementieMede door inzet van medewerkers in de thuiszorg kunnen veel ouderen langer in hun eigen huis blijven wonen. Maar de groep mensen die thuis zorg nodig heeft, vraagt steeds meer van de medewerkers. Niet zelden lijden zij aan een vorm van dementie. De thuiszorgmedewerker ontmoet cliënten die hem niet direct begrijpen, op het eerste gezicht vreemde dingen doen en niet met logische argumenten te overtuigen zijn. Thuisbegeleidster Goanu Couperus van Thuiszorg Zuidwest Friesland coacht thuiszorgteams in het werken met deze cliënten en legde haar werkwijze vast. Andere thuiszorgorganisaties kunnen hier hun voordeel mee doen. De methodiek is afkomstig uit de Fotoproject: dementie in beeld

De foto's brengen de verschillende fasen van dementie in beeld. De foto's roepen - op een beeldende manier - het gevoel op van hoe iemand met dementie zich voelt in de verschillende fasen van dementie. De foto's zijn gemaakt door Tamar Weenen.

Verschillende methodiekenEr zijn vele modellen om naar mensen met dementie te kijken en op basis daarvan zorg te verlenen. Belevingsgerichte zorg (zoals hierboven beschreven) is een bekende. Belangrijke andere modellen zijn:

Presentietheorie: website Presentie.nl Een zeer korte omschrijving van presentiebeoefening is de volgende:Een praktijk waarbij de zorggever zich aandachtig en toegewijd op de ander betrekt, zo leert zien wat er bij die ander op het spel staat – van verlangens tot angst – en die in aansluiting dáárbij gaat begrijpen wat er in de desbetreffende situatie gedaan zou kunnen worden en wie h/zij daarbij voor de ander kan zijn. Wat gedaan kan worden, wordt dan ook gedaan. Een manier van doen, die slechts verwezenlijkt kan worden met gevoel voor subtiliteit, vakmanschap, met praktische wijsheid en liefdevolle trouw. Hoewel deze manier van doen op het eerste gezicht misschien niet opzienbarend lijkt, is ze dat wel. Een korte toelichting kan dat verduidelijken.Bijzonder is bijvoorbeeld de volgorde waarin het beschreven (hulpverlenende, zorggevende) handelen zich ontplooit: eerst wordt de betrekking op een specifieke, intense wijze aangegaan (aandachtig, toegewijd), dan pas (of: daardoor) kan blijken wie de hulpverlener voor de ander kan zijn en om welk verlangen of om welke nood het zal gaan en wat zorg behoeft. De relatie staat dus voorop, het probleemoplossende handelen is opgeschort en de identiteit van de hulp- of zorgverlener (‘wie kan ik voor jou zijn?’) staat niet vast maar vormt zich in een gedeeld leerproces. Dat wijkt af van wat we meestal zien: doorgaans staat tevoren reeds vast wie en wat de hulpverlener voor de ander moet zijn en waarom het zal draaien in de betrekking.Overigens wordt een dergelijke verhouding gewoonlijk eerder langs de weg van screening, intake, diagnostiek, onderhandeling en contractering aangegaan dan dat deze uit aandachtigheid en trouw wordt gesticht.Opmerkelijk in de omschrijving is verder dat er geen sprake is van een hulpvraag of een nood, maar dat er gesproken wordt van ‘wat er voor de ander op het spel staat’: dat is enerzijds een verwijzing naar de ratio van iemands leven (wat daarin zin heeft, past, bijdraagt aan ervaren baat of geluk). Die ratio kan zich slechts tonen als daartoe de ruimte wordt geboden en er geen al te grote beperkingen aan de waarneming of betrekking van buitenaf opgelegd worden – bijvoorbeeld door een verplicht gestelde methodiek, een politieke eis of een subsidiabel programma. De omschrijving van de presentie veronderstelt dus het uitstel of tijdelijk tussen haken zetten van dergelijke beperkingen. Anderzijds is ‘wat er voor de ander op het spel staat’ een verwijzing naar het geheel van dat leven en dus niet alleen naar het problematische of kapotte waarop de hulpverlener betrokken zou moeten zijn.

81

Page 82: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Voorts zegt de omschrijving dat presentie niet volstaat met het ‘in-relatie-staan’ maar doet wat er gedaan kan worden; dat doen wordt beschreven in zorg ethische termen. Dergelijke formuleringen nemen afstand van ‘..wat gedaan moet worden’. Hier zijn ‘zorg’ en ‘passendheid’ verbonden.Ten slotte zij opgemerkt dat bij de (professionele) kwaliteiten vermeld wordt dat deze óók steunen op praktische wijsheid en op trouw die ‘liefdevol’ is. Dat is een verwijzing naar de continuïteit van de relatie en de wederkerigheid erin die in het teken staat van wat de ander deugd zal doen.

Validation.

Bij validation gaat het om het herkennen en bevestigen van de gevoelens van de dementerende. De verzorger verplaats zich in de belevingswereld van de persoon met dementie die gebaseerd is op herinneringen en verlangens. Een antwoord op de mededeling: "Ik wil naar mijn moeder!" kan dan zijn dat dit niet kan, maar vervolgens wordt er wel gepraat over de moeder. Het belangrijkste doel van validation is het behouden van het gevoel van eigenwaarde en het verminderen van spanning en onrust.

Snoezelen. Website van Moderne Dementiezorg

Snoezelen is een vorm van zintuigactivering voor mensen met dementie in een sfeervolle omgeving. Tijdens het snoezelen worden de zintuigen van de betrokkene selectief geprikkeld met behulp van verschillende middelen en materialen.De hoofddoelstelling van het snoezelen is het welzijn van de betrokkene te bevorderen. Naarmate de dementie vordert gaat de persoon met dementie zich steeds verder terugtrekken in zijn eigen wereldje. Ze kunnen zelf steeds moeilijker contact maken met de buitenwereld en ook de buitenwereld heeft meer moeite om hen te bereiken. Maar de zintuigen en het gevoel zijn nog wel intact; dit zijn ook de vlakken waar snoezelen op inspeelt en waarmee contact wordt gemaakt. Een persoon met dementie in een later stadium functioneert op het sensomotorische niveau. Men kan hem bereiken in zijn innerlijke wereld via de zintuigen en lichamelijke aanrakingen.Met verschillende materialen kunnen verschillende zintuigen gedoseerd gestimuleerd worden. De emoties die tijdens het snoezelen bij de betrokkene opkomen, laat men zo tot uiting komen. In een vergevorderd stadium van dementie, kan de betrokkene met dementie vaak zijn emoties en pijn niet meer uiten, snoezelen kan ervoor zorgen dat het wel lukt. Hierdoor kunnen angst en onrust sterk afnemen en kunnen betrokkenen beter ontspannen en tot rust komen. Er kan gebruikt worden gemaakt van allerlei materialen die prettig aanvoelen, er zijn hier ook veel materialen voor ontwikkeld. Alle zintuigen kunnen geprikkeld worden door middel van geuren, aanraking, muziek, warmte, smaken en licht. Het is belangrijk dat er niet teveel prikkels worden aangeboden en dat er goed wordt gelet op de reactie van de betrokkene. Het is erg afhankelijk van de persoon en de fase waarin deze verkeert, welke middelen en materialen het beste aansluiten bij de behoefte en wat de prettigste ervaring geeft.

Passiviteiten Dagelijks Leven. website van de PDL

PDL richt zich op cliënten met een grote of volledige zorgafhankelijkheid, en is gebaseerd op een biopsychosociaal model. Ze gaat uit van de wensen en beleving van de cliënt en heeft tot doel stabilisatie, het omgaan met beperkingen waarvoor geen herstel mogelijk is, en het maximaal

82

Page 83: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

gebruiken van restcapaciteit. Ze wordt verricht door professionele zorgverleners, met specifieke deskundigheid en vaardigheden, die gedeeltelijk of volledig de zelfzorgactiviteiten van het dagelijks leven overnemen van de cliënt.

PDL is geschikt voor mensen met een ernstige chronische aandoening. Deze kan somatisch zijn en kan psychogeriatrisch zijn, zoals dementie. PDL wordt ook gebruikt in de palliatieve zorg” Bij de PDL-methode gaat het om:

De toepassing van specifieke zorgvaardigheden van uit paramedische beroepen (met name vanuit de fysiotherapie, ergotherapie en logopedie) door de verzorgende of verplegende in de directe zorg.

Een respectvolle belevingsgerichte bejegening van de cliënt met toepassing van haptonomische principes.

Het reduceren van onrust, pijn en angstgevoelens tijdens de verzorging van de cliënt, Het toepassen van specifieke voorzieningen zoals dynamische lig- en zitmiddelen,

ergonomische kleding en hoogwaardige transferapparatuur, Het voorkomen van contracturen en decubitus, Een multidisciplinaire aanpak van de passiviteitsproblematiek.

Wat kun je met PDL bereiken?

Ten aanzien van de effecten van PDL spreken de door Gea geciteerde uitspraken van zorgverleners die PDL met succes toepassen voor zich. In haar boek vermeldt zij onder andere de volgende uitspraken:

Er zijn voor ons geen zware bewoners meer. Het heeft mijn gevoel voor zorg voorgoed veranderd. De bewoner laat mij toe in haar belevingswereld, dat is voor mij heel waardevol. Ik word er gelukkig van als de bewoner tevreden is en soms glimlacht. Ik ontmoet nu tijdens de verzorging regelmatig de mens achter de bewoner. Dan blijkt er toch met de ernstig demente bewoner een lijntje van contact mogelijk te zijn. Voorheen werd het verzorgen vaak een strijd. We hebben elkaars kennis nodig om nog beter te worden.

Voor wie is PDL?

De PDL-methode is van toepassing op alle mensen met ernstige (deel) passiviteitsproblemen die verpleegd en verzorgd worden in verpleeghuizen, zorgcentra, instellingen voor lichamelijk en/of verstandelijk gehandicapten en in de thuiszorg.

Psychomotorische therapie

Psychomotorische therapie wordt ook wel psychomotore therapie genoemd, en wordt vaak afgekort als PMT. Het is een methode binnen de lichaamsgerichte psychotherapie. In psychomotorische

83

Page 84: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

therapie is de cliënt samen met de therapeut bezig met het doen van lichamelijke activiteiten, oefeningen en opdrachten. Hierbij ligt de nadruk op het gebied van lichaamservaring en beweging. Hierbij is het doel van psychomotorische therapie het tot stand brengen van, of bijdragen aan, een gedragsverandering waardoor de psychische klacht van de cliënt verminderd of verdwijnt. Wanneer het verminderen van de ernst van de psychische klacht niet haalbaar is, leert psychomotorische therapie de cliënt om te gaan met de situatie en de klacht te accepteren.

Psychomotorische therapie (PMT) in praktijk

Door middel van beweging en lichaamservaring wordt het gedrag van de cliënt onderzocht, en worden er nieuwe ervaringen op het gebied van voelen en denken opgedaan door te experimenteren met ander gedrag. Als bewegingsoefeningen worden in psychomotorische therapie situaties uit de sport en het bewegingsonderwijs toegepast. Voorbeelden hiervan zijn zwemmen, balspelen of bewegen op muziek. Voor de oefening in lichaamservaring worden verschillende methoden toegepast, zoals ademhalingsoefeningen, ontspanningsoefeningen, en technieken uit bijvoorbeeld de sensory awareness en de bio-energetica. De psychomotorisch therapeut duidt daarbij de signalen die het lichaam van de cliënt afgeeft. Bewegingspatronen, lichaamstaal, ademhaling of lichaamshouding kunnen bijvoorbeeld wijzen op spanningen. Ook wordt er in psychomotorische therapie gelet op hoe de cliënt omgaat met de opdrachten, met zichzelf en met anderen.

Psychomotorische therapie wordt in groepsverband toegepast, maar bestaat ook als individuele therapie. De therapie is zowel geschikt voor kinderen als voor volwassenen en ouderen. PMT (psychomotore therapie) wordt veel toegepast binnen instituten, bijvoorbeeld bij revalidatie, geriatrie (ouderenzorg), verslavingszorg en in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Ook wordt psychomotorische therapie toegepast binnen psychiatrische klinieken. Daarnaast zijn er vrijgevestigde, individueel werkende psychomotorisch therapeuten met een eigen praktijk.

Psychomotorische therapie, bewegingsagogiek en bewegingstherapie

De termen psychomotorische therapie, bewegingsagogiek en bewegingstherapie worden veelal door elkaar gebruikt. Er is echter wel degelijk verschil tussen een psychomotorisch therapeut en een bewegingsagoog of bewegingstherapeut. Een psychomotorisch therapeut heeft verder doorgestudeerd dan een bewegingstherapeut en bewegingsagoog. Bij bewegingstherapie en bewegingsagogie ligt het doel van de therapie vaak lager, de nadruk ligt daarbij vaak op onder andere succeservaringen en plezier beleving.

(Therapiehulp, 2006)

Reminiscentie

Reminiscentie bestaat uit het bewust ophalen van herinneringen. Door middel van bijvoorbeeld verschillende materialen, muziek en foto's worden herinneringen gestimuleerd bij betrokkenen en

84

Page 85: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

kunnen zij hierover vertellen. Door verhalen over zijn leven te vertellen, wordt de betrokkene met dementie zich weer bewust van wie hij is, van zijn ervaringen en zijn prestaties. Dit kan heel goed zijn voor het zelfvertrouwen en de eigenwaarde. Daarnaast kan het hele prettige herinneringen oproepen en daardoor een prettig gevoel. Het doet een beroep op wat ze wel nog weten en kunnen en op hun identiteit, dit doet ze meestal erg goed. De oriëntatie in het verleden kan ook houvast geven in het heden. Het kan in groepen plaatsvinden maar ook individueel. In groepen werkt het beste als betrokkenen nog niet in een heel ver stadium van de dementie zitten. Mensen vullen elkaar aan, stellen vragen, reageren op elkaar en versterken elkaars herinnering. Een familielid, medewerker of vrijwilliger kan er ook voor kiezen om met iemand individueel aan de slag te gaan. Het kan een heel positief effect hebben op de betrokkene en geeft aansprekende gespreksstof. Het is ook een heel goede manier voor zorgverleners om de betrokkene beter te leren kennen en om erachter te komen welke momenten belangrijk voor iemand zijn geweest, wat iemand prettig vond om te doen, welke dingen prettig zijn en welke pijnlijk. Het kan de onderlinge band en het vertrouwen versterken en de medewerkers kunnen dan beter aansluiten op de behoeften en wensen van de betrokkene en deze beter ondersteunen. Reminiscentie wordt nu vaak nog als specifieke activiteit ingepland; het is natuurlijker voor betrokkenen als gedurende de dag allerlei activiteiten gericht zijn op het prikkelen van de herinnering en bijvoorbeeld het stellen van op herinnering gerichte vragen.

(anders-zorgen, 2015)

Persoonsgerichte zorg.

Het belangrijkste uitgangspunt van persoonsgerichte zorg is dat mensen met dementie in de eerste plaats mens zijn. Persoonsgerichte zorg streeft ernaar om ervoor te zorgen dat iemand met dementie zich erkend, gerespecteerd en vertrouwd kan voelen. Het is van belang om mensen met dementie te bevestigen in hun mens-zijn, hun gevoelens en belevingen serieus te nemen, en te letten op hun mogelijkheden. Net als iedereen hebben mensen met dementie behoefte aan sociaal contact, liefde, warmte, bezigheden, zelfwaardering, en het gevoel erbij te horen. Het hebben van dementie verandert hier niets aan. De ziekte maakt wel dat zij zelf minder goed in staat zijn deze behoeften te vervullen; hiervoor hebben mensen met dementie hulp van de omgeving nodig.

Trimbos instituut doet onderzoek naar de resultaten van persoonsgerichte zorg en hoe die het beste geïmplementeerd kan worden. Uit onderzoek weten ze al dat persoonsgerichte zorg de volgende positieve effecten heeft:

- Minder psychofarmaca;- Minder vrijheid beperkende maatregelen;- Beter functioneren van bewoners;- Hogere kwaliteit van leven voor bewoners;- Meer tevredenheid onder familie;- Meer betrokken professionals

(Trimbos-instituut, 2015)

2. Mensen met verstandelijke beperking.

Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking

85

Page 86: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Veel mensen met een licht verstandelijke beperking die in aanraking komen met hulp- en dienstverlenende instanties worden onvoldoende her- of erkend. Een aantal krijgt daardoor niet de ondersteuning die gewenst is. Dit kan grote gevolgen hebben.

Deze folder is bedoeld voor zorgverleners, medewerkers bij politie en justitie, advocaten, gemeenteambtenaren, leerkrachten, consulenten, receptionisten en loketmedewerkers. Mensen met een licht verstandelijke beperking herken je niet meteen. Toch is de kans groot dat u hen aan uw loket of in uw spreekkamer treft. Immers, mensen met een verstandelijke beperking wonen steeds vaker zelfstandig en maken net als ieder ander gebruik van maatschappelijke diensten en voorzieningen.

Ze zijn uw buren, leerlingen, collega’s, patiënten of cliënten.

Het niet herkennen van de beperking, zorgt soms voor communicatie- of gedragsproblemen. Daarom krijgt MEE steeds vaker het verzoek om informatie te geven over het signaleren van en omgaan met deze groep kwetsbare mensen. In deze folder geven we tips voor herkenning, communicatie en gedrag.

Wat is een verstandelijke beperking?

Iemand met een licht verstandelijke beperking denkt anders en minder snel dan normaal begaafde mensen en kan zich niet of niet goed aanpassen aan de eisen van zijn omgeving. Dat uit zich bijvoorbeeld op het gebied van communicatie, zelfredzaamheid, sociale vaardigheden, gezondheid en relaties. Mensen met een verstandelijke beperking hebben bovendien vaker motorische of zintuiglijke stoornissen, epilepsie, psychische of gedragsproblemen.

Het belang van herkenning

Een licht verstandelijke beperking herken je niet direct. De meeste mensen met een licht verstandelijke beperking kunnen zich redelijk goed uitdrukken en ook aan hun uiterlijk valt niets bijzonders te zien. Daarbij zijn ze vaak goed in het verbergen van hun beperking.

Waarom is herkenning wel belangrijk? Als mensen met een licht verstandelijke beperking moeten opboksen tegen te hoge verwachtingen en eisen van de omgeving, veroorzaakt dat stress of problemen in communicatie en gedrag. Zoals onbegrip, niet nakomen van afspraken, onjuist ingevulde formulieren of een woedeaanval. Dit is meestal geen kwestie van onwil, maar van onvermogen.

U kunt helpen door rekening te houden met zijn of haar niveau en op de juiste manier -met begrip en respect- te reageren waardoor het contact soepeler verloopt.

Kenmerken van iemand met een licht verstandelijke beperking

Verschillende signalen kunnen wijzen op een licht verstandelijke beperking.

Iemand met een licht verstandelijke beperking…

Beschikt veelal over een concreet denk- en leerniveau, gericht op het heden;

Heeft speciaal onderwijs gevolgd, kan vaak van school gewisseld zijn of heeft de school niet afgemaakt;

Ontkent soms dat er sprake is van de beperking met zelfoverschatting tot gevolg;

86

Page 87: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

Kan de beperking overschreeuwen door bravouregedrag, nonchalance of het vertellen van fantasieverhalen;

Heeft een beperkte sociale redzaamheid. Hij of zij kan moeite hebben met het onderscheid maken in goede en slechte mensen (met als gevolg dat er soms mensen in de omgeving zijn die hier misbruik van maken);

Stelt vaak maar beperkt grenzen waardoor hij of zij gemakkelijk beïnvloedbaar is en bijvoorbeeld sneller in het criminele circuit verstrikt raakt;

Heeft vaak een beperkt inlevingsvermogen;

Overziet vaak de consequenties van handelen niet en vindt het moeilijk om naar eigen handelen te kijken;

Kan niet precies aangeven wanneer iets is gebeurd of afgesproken;

Valt in herhaling over emotionele zaken die er in deze setting niet toe doen;

Gebruikt moeilijke woorden op een verkeerde manier/in de verkeerde context of spreekt ze verkeerd uit;

Begrijpt een grapje niet of neemt een uitdrukking letterlijk;

Vermijdt het lezen van brieven/ het invullen van formulieren of begrijpt de inhoud niet;

Praat vaak in korte of hakkelende zinnen;

Schrijft met veel taalfouten;

Heeft moeite met eenvoudige rekensommetjes of met het wisselen van geld;

Kan niet of niet goed klokkijken.

Tips voor het herkennen van een licht verstandelijke beperking

Hoe kun je nu het beste nagaan of er sprake is van een licht verstandelijke beperking?

Onderstaande tips kunnen een handig hulpmiddel hierbij zijn:

- Ga na of de betrokkene kan lezen en schrijven door hem of haar zelf iets te laten schrijven en/of een stukje voor te lezen (let daarbij in het bijzonder op het tempo).

- Ga na of de betrokkene kan klokkijken en plannen.

- Vraag welke opleiding gevolgd is, of een diploma gehaald is en vraag naar de naam van de school.

- Vraag in de tijd terug (de betrokkenen kan vaak geen chronologische volgorde aanbrengen in zijn of haar verhaal).

- Vraag hoe iets is gebeurd (verbanden leggen vinden zij soms moeilijk).

- Vraag hoe hij of zij iets organiseert. Bijvoorbeeld de dagindeling of het plannen van afspraken.

87

Page 88: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

opvoeden& Begeleiden mirjam Enderle 1 mei 2016

- Neem geen genoegen met een kort antwoord maar vraag door… De betrokkene heeft soms moeite met abstracte vragen.

Reageren op iemand met een licht verstandelijke beperking

Communicatie

Hou het eenvoudig en wees duidelijk en concreet, dat is de hoofdregel als u een gesprek voert met iemand die een verstandelijke beperking heeft. Dus: korte zinnen, geen moeilijke woorden (zoals ‘Uw sociaal netwerk…’) en geen beeldspraak (Als u zegt: ‘MEE kan u uit de brand helpen.’, dan kan hij of zij dit misschien letterlijk opvatten en denken dat MEE de brandweer is.). Geef ook maar één opdracht of boodschap tegelijk. Als er iets te kiezen valt, beperk de keuze dan tot twee of drie mogelijkheden. Goed luisteren, doorvragen en geregeld samenvatten is ook belangrijk. Gun de ander tijd om vragen te stellen en uw vragen te beantwoorden. Controleer aan het einde van het gesprek of de boodschap goed is overgekomen. Dat kunt u doen door de betrokkene de boodschap in zijn of haar eigen woorden te laten herhalen. Zoek samen naar een manier om afspraken goed vast te leggen. Vraag: ‘Wat is voor jou handig?’ of ‘Wat zullen we afspreken?’. Laat er niet te veel tijd tussen zitten anders vergeet hij of zij de afspraak.

Gedrag

Benader de ander respectvol, gelijkwaardig en neem de tijd. Geduld, de ander serieus nemen, consequent en duidelijk zijn, op uw houding en stemgebruik letten en steeds uitleggen wat u doet, maken al een behoorlijk verschil. Hulp aanbieden, bijvoorbeeld meegaan naar de rechtbank of op doktersbezoek, werkt ook vaak prima. Als u merkt dat deze tips geen uitkomst bieden, vraag de persoon in kwestie dan of hij of zij iemand kent die mee kan komen of mee kan helpen. En ten slotte: spreek iemand gewoon aan op gedrag dat ergernis of overlast veroorzaakt. Geef daarbij tips hoe iemand zich anders kan gedragen.

(MEE Utrecht, 2015)

88

Page 89: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

3. Psychiatrische Cliënten.

Psychiatrische ziektebeelden

Psychiatrische ziekten zijn stoornissen op het gebied van denken, emoties en gedrag. Men gedraagt zich anders omdat de wereld om hen heen anders wordt waargenomen, begrepen en ervaren. Een goed begrip van deze stoornissen gaat verder dan het (her)kennen van de gedragskenmerken. Als je mensen met een stoornis daadwerkelijk wilt verstaan en ondersteunen, is het van belang hun kijk op de wereld te begrijpen.

Andere manier van denken Mensen met bijvoorbeeld een autistische stoornis hebben een andere manier van denken. Daarnaast (en daardoor) is er vaak sprake van afwijkend gedrag. Dit kan voor de omgeving weleens lastig zijn en vraagt om een aangepaste benadering. Een autist heeft sterke behoefte aan duidelijkheid en voorspelbaarheid.

Mensen met stoornissen zijn er altijd geweest. De laatste jaren krijgt het onderwerp veel meer aandacht. Dit heeft onder meer te maken met een andere manier van denken en handelen, die steeds minder goed past bij onze moderne manier van leven. Volwassenen maar ook kinderen hebben een drukke agenda. Een kind moet naar school en wordt verondersteld vriendschappen te onderhouden en daarnaast hobby’s te hebben.

Mensen komen hierdoor steeds vaker in situaties waarmee ze vanwege hun stoornis niet goed overweg kunnen. Daardoor vallen meer en meer mensen buiten de boot. Het is daarom van groot belang dat de stoornis zo snel mogelijk wordt herkend en behandeld. Professionele begeleiding is daarbij onontbeerlijk.

Begrip helpt Ouders van kinderen met psychische stoornissen lopen vaak tegen problemen aan. Vaak blijkt dat de traditionele manier van opvoeden niet optimaal werkt. Het kind heeft, om tot ontplooiing te komen, meestal andere regels en regelmaat nodig. Vaak kunnen deze kinderen niet, net zoals hun leeftijdsgenootjes, leren door met anderen om te gaan, naar hen te kijken en gedrag te kopiëren. Het gevolg is dat deze kinderen thuis, in de buurt, op clubjes en op school niet goed kunnen meedraaien. Ook volwassenen ondervinden problemen in de omgang met anderen. Ze merken dat de omgeving lang niet altijd passend voor hen is. Om zo goed mogelijk ondersteuning te kunnen bieden, is het belangrijk dat de omgeving op de hoogte is van ‘het hoe en wat’ van de stoornis. Om iemand te kunnen helpen, is het noodzakelijk dat zijn of haar manier van denken zo goed mogelijk wordt begrepen.

Professionele ondersteuning noodzakelijk Het is belangrijk dat de omgeving van de persoon in kwestie wordt aangepast aan diens behoeften. Daardoor is een fijn en rustig leven mogelijk.

Persoonlijk dagprogramma Uiteraard moet er in elk geval aandacht geschonken worden aan de achterliggende oorzaken van het gedrag. Vaak heeft het te maken met onduidelijkheid en onvoorspelbaarheid. Het opstellen van (en het vervolgens zich houden aan) een dagprogramma, geeft de meeste mensen veel duidelijkheid en vooral rust. In zo’n persoonlijk dagprogramma staat duidelijk, in de juiste volgorde beschreven, wat (en op welk moment) er die dag iets gebeurt. Dat verschilt per persoon en hoe specifiek het moet zijn, is in elke situatie anders. De begeleiding heeft de kennis en ervaring om die structuur in een leven aan te brengen.

Page 90: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

Mirjam Enderle Opvoeden & Begeleiden Mei 2016

Onder psychiatrische stoornissen wordt ook het volgende verstaan:

1. ADHD.

Tips omgaan met ADHD

Zorg voor een duidelijke dagindeling, vaste regels en vaste plaatsen voor dingen in huis. Geef eenvoudige, korte opdrachten en regels. Geef complimenten voor goed gedrag. Stimuleer leuke eigenschappen. Als de ADHD'er ergens helemaal in opgaat, zoals een spannend computerspel, denk dan niet

‘hij kan het dus best, als hij maar wil...'. Dat is niet waar. Neem voldoende tijd voor uzelf, uw partner, uw andere kinderen en uw vrienden. Zoek meer informatie over ADHD, in bibliotheek, boekhandel of op internet. Zoek tijdig hulp. Zoek zelf steun als het u teveel wordt.

(Fonds Psychische Gezondheid, 2015)

2. Autisme.

Vormen van autisme

Binnen ASS zijn drie typen te onderscheiden, namelijk:

Syndroom van AspergerIemand met het syndroom van Asperger heeft veelal dezelfde klachten als iemand met autisme, zoals moeite om echt contact te maken met anderen en opvallende beperkte interesses en activiteiten. Het verschil met autisme is de sterke taalontwikkeling. Wel kan iemand met Asperger op een aparte, wat plechtige manier spreken. Vaak kunnen er problemen ontstaan met subtiele communicatie en lichaamstaal.

PDD-NOSPDD-NOS is de afkorting voor Pervasive Development Disorder Not Otherwhise Specified. Met andere woorden: pervasieve ontwikkelingsstoornis, niet nader omschreven. Er wordt vaak gezegd dat iemand met PDD-NOS een lichte vorm van autisme heeft, dit betekent overigens niet minder ernstig. Veel mensen met PDD-NOS zijn extreem gevoelig voor ‘prikkels' uit de omgeving. Ze kunnen last hebben van achtergrondgeluiden die andere mensen niet horen. Voor deze mensen is het moeilijk om normaal om te gaan met leeftijdsgenoten. Ze sluiten moeilijker vriendschappen en vinden het bovendien lastig om hun dagelijks leven en vrije tijd in te vullen.

McDDMcDD is de afkorting van Multiple-complex Development Disorder. Met andere woorden: meervoudig complexe ontwikkelingsstoornis. Mensen met McDD hebben de problemen die ook bij PDD-NOS horen. Daarnaast hebben ze moeite om hun emotie (bijvoorbeeld woede) onder controle te houden. Daardoor zijn ze extreem angstig. Sommige mensen met McDD kunnen werkelijkheid en een fantasie niet goed meer uit elkaar houden.

90

Page 91: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

Mirjam Enderle Opvoeden & Begeleiden Mei 2016

Tips betrokkenen autisme

Er zijn geen twee mensen met autisme gelijk. Maar allemaal beleven ze de wereld anders dan u. Misschien gedragen ze zich hierdoor op een manier die u niet gewend bent. Dat kan misverstanden opleveren en voor onzekerheid zorgen bij de persoon met autisme én bij u.

Tips:

Bedenk dat mensen met autisme de sociale regels vaak niet begrijpen. Word niet boos als een kind met autisme u niet vriendelijk begroet met een lach of een hand.

Of vraag zelf om een kopje koffie als u dat niet krijgt wanneer u op visite komt. Bedenk dat iemand met autisme niet onbeleefd wil zijn als hij of zij u niet aankijkt. Verwacht geen reacties op uw emoties. Verwacht bijvoorbeeld bij verdriet geen arm om uw

schouder. Of bij goed nieuws veel blijdschap. Verwacht geen reactie op uw non-verbale communicatie zoals een boze gezichtsuitdrukking

of gebaren. Als u wilt dat iemand reageert op wat u zegt, vraag er dan specifiek om (‘luister naar wat ik vertel'). Benoem altijd letterlijk wat u wilt of voelt.

Leg altijd uit wat u wilt gaan doen. En vraag daarna of hij u goed heeft begrepen voordat u iets doet.

Schreeuw niet of praat niet met een harde stem. Mensen met autisme kunnen hier heftiger van schrikken dan anderen.

Raak iemand met autisme niet aan als dat niet nodig is. De meesten worden niet graag aangeraakt.

Bedenk dat veel mensen met autisme zich niet express ‘anders' gedragen. Hij of zij kan er ook niets aan doen.

Stel eenvoudige vragen. Bijvoorbeeld: Een moeder moet haar zoon en een klasgenoot met autisme naar voetbaltraining brengen. Ze zegt niet: ‘Ga je mee?' Maar ze zegt: ‘Je moet naar voetbaltraining. Ik breng je vandaag met de auto naar de club. We vertrekken over vijf minuten, dus trek je jas aan. Je vriendje Jasper gaat mee'.

Gebruik geen taal met een dubbele betekenis. Het woord ‘vliegangst' kan hij of zij opvatten als ‘bang zijn voor een vlieg'.

Geef hem extra tijd om uw informatie op te nemen. Vraag altijd of hij u begrepen heeft. Gebruik zoveel mogelijk schema's, agenda's, bewegwijzering en geschreven instructies om

iets duidelijk te maken. Vertel of vraag één ding tegelijk. Vermijd sarcasme. Een opmerking als ‘prachtig' als iets juist lelijk is, is voor hem onduidelijk. Vermijd onoverzichtelijke en onvoorspelbare situaties. Bijvoorbeeld:

- Lange rijen wachtende mensen, zoals bij een kassa.

- Veel mensen bij elkaar, zoals op een markt of braderie.

- Lawaaiige omgeving, zoals een zwembad, pretpark of festival.

(GGZ Friesland, 2015)

91

Page 92: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

Mirjam Enderle Opvoeden & Begeleiden Mei 2016

3. Borderline/ persoonlijkheidsstoornissen.

Sterk emotioneel en onvoorspelbaar gedrag

Antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASPS)

Vanaf jonge leeftijd leren we dat bepaalde dingen niet mogen. Onze ouders proberen structuur aan te brengen in ons leven en proberen ons bepaalde normen en waarden mee te geven. Maar soms gaat dit mis of lukt het ouders om bepaalde redenen niet deze taak te volbrengen. Het kan dan zijn dat u een antisociale persoonlijkheidsstoornis ontwikkelt.

Door het gebrek aan sturing en grenzen, kan het zijn dat u al vanaf jonge leeftijd weinig respect kunt opbrengen voor anderen. Vanaf de puberteit begint er een patroon van roekeloos en impulsief gedrag te ontstaan, waarbij u gemakkelijk over de grenzen van anderen heen kunt gaan. U vindt het moeilijk u te houden aan de wet en maatschappelijke normen. Liegen gaat u redelijk gemakkelijk af en u hebt de neiging uw gedrag goed te praten. U leeft van dag tot dag en heeft waarschijnlijk geen plan voor de toekomst. Door uw roekeloze gedrag kunt u in aanraking met politie en justitie komen, maar dit hoeft niet altijd zo te zijn. U houdt weinig rekening met de veiligheid van anderen en ook om uw eigen veiligheid bekommert u zich niet. Voor de buitenwereld kunt u soms kil en vijandig overkomen.

Het negatieve gedrag dat u vertoont, kan veroorzaakt worden door biologische factoren. Veelal heeft het echter te maken met de manier waarop u bent opgevoed. Als u in een onverschillig, kil en agressief klimaat bent grootgebracht, heeft dit gevolgen voor uw persoonlijke ontwikkeling. Ook kan er sprake zijn geweest van een gebrek aan begeleiding en sturing door uw opvoeders. Of u stond sterk in de schaduw van een broer of zus die niets fout kon doen. Daarnaast kunnen traumatische ervaringen, zoals verlating, misbruik of mishandeling een rol spelen.

Borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS)

Iedereen ervaart gevoelens als blijheid, boosheid en somberheid. Maar bij sommige mensen kan de stemming erg snel wisselen. Het ene moment kunt u zo gelukkig zijn dat u fluitend over straat loopt en het volgende ogenblik bent u zo boos dat u uw vuist wel tegen de muur wilt slaan. Het kan moeilijk zijn om te gaan met deze heftige wisselingen. Al die gevoelens waarmee u worstelt, kunnen voortvloeien uit een borderline persoonlijkheidsstoornis.

Voor de buitenwereld wordt uw onevenwichtige gedrag zichtbaar doordat u te emotioneel, heftig of driftig kunt reageren. U doet vaak pogingen om te voorkomen dat u niet in de steek wordt gelaten. Uw angst voor verlating kan reëel zijn, maar het kan ook zijn dat dit slechts uw verbeelding is. Door uw tekort aan zelfvertrouwen kunt u zichzelf schade berokkenen, bijvoorbeeld door risico's te nemen op het gebied van seks, drugsmisbruik, eetbuien of roekeloos gedrag. Het beeld dat u van uzelf en van anderen hebt kan snel wisselen. Ook kunt u last hebben van suïcidale neigingen, wat zich kan uiten in het dreigen met zelfdoding of u zelf snijden.

Uw stemmingswisselingen worden veelal veroorzaakt door een combinatie van factoren. Biologische factoren, zoals een stoornis in de serotine huishouding, kunnen een rol spelen. Daarnaast is er vaak sprake van ingrijpende ervaringen in de jeugd; emotionele verwaarlozing, een instabiele gezinssituatie, mishandeling of misbruik kunnen uw negatieve gedrag verklaren. Als ook nog vrienden, uw werk of andere stabiele factoren wegvallen, kan dit de kans op een borderline stoornis versterken.

92

Page 93: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

Mirjam Enderle Opvoeden & Begeleiden Mei 2016

Theatrale persoonlijkheidsstoornis (TPS)

Sommige mensen vinden het vreselijk om in de schijnwerpers te staan. Anderen vinden het juist heerlijk om de aandacht te trekken. Soms zelfs zodanig dat ze die aandacht voortdurend proberen vast te houden. Er wordt van alles uit de kast getrokken om in de belangstelling te blijven staan. Is het alleen een extraverte persoonlijkheid of heeft u de schijnwerpers echt nodig om gevoelens van onderwaardering en onzekerheid te onderdrukken? Dan kan het zijn dat u een theatrale persoonlijkheidsstoornis heeft.

U staat graag in het middelpunt van de belangstelling en bent voortdurend op zoek naar aandacht van uw omgeving. U kunt hevige emotionele uitbarstingen hebben. Door uw vrienden en familie wordt u vaak omschreven als sociaal, uitbundig, enthousiast, overdreven en flirterig. Relaties aangaan en behouden vindt u moeilijk. Vooral het tonen van intimiteit vindt u niet gemakkelijk. Opvallend is dat u uw vriendschapsrelaties vaak diepgaander ervaart dan ze in werkelijkheid zijn. U heeft moeite om uw aandacht ergens op te vestigen en vast te houden. Het gevolg is dat u zich altijd op de oppervlakte houdt, zowel qua gespreksstof als in uw manier van praten. Omdat u de hele tijd aandacht verlangt, besteedt u veel tijd aan uw uiterlijk en status. Nare herinneringen, depressieve gevoelens en onzekerheden stopt u weg door u te richten op de aandacht en complimentjes die u ontvangt van buitenaf.

Uw ‘theatrale' gedrag kan veroorzaakt worden door biologische factoren. Veelal heeft het echter te maken met de manier waarop u bent opgevoed. Misschien had u een theatrale ouder als voorbeeldfiguur of had u veel concurrentie met broertjes en zusjes om de aandacht van de ouders. Ook onregelmatige bevestiging in uw vroege jeugd door verschillende personen kan een rol spelen. Of u ontving weinig kritiek of straf of kreeg onvoorspelbare reacties op uw gedrag terug van uw ouders. Ook kan het zijn dat men de aandacht richtte op uw aantrekkelijke eigenschappen en dat u daarvan vervolgens afhankelijk werd.

Narcistische persoonlijkheidsstoornis (NPS)

Sommige mensen proberen bijzonder te zijn en zich te onderscheiden met hun talenten. Of ze proberen zich te onderscheiden met uiterlijkheden; bijvoorbeeld alleen de duurste gadgets, auto of vakantiebestemming zijn goed genoeg. Ze willen succesvol zijn en bewonderd worden. Een zekere mate van zelfingenomenheid en ijdelheid is gezond en kan tot maatschappelijk succes leiden. Een overdosis hiervan gaat echter ten koste van het geluksgevoel. Heeft u eigenlijk een sterk wisselend of laag zelfgevoel en probeert u dit te compenseren door bewondering van anderen? Dan kan het zijn dat u een narcistische persoonlijkheidsstoornis heeft.

Narcisme is een term waarmee een bepaalde mate van zelfwaardering of zelfliefde wordt aangeduid. In principe is zelfwaardering niet verkeerd. Het punt waarop gezonde zelfliefde overgaat in ongezonde zelfliefde is moeilijk aan te duiden en is ook afhankelijk van de situatie en de levensfase. Er zijn twee types narcisme te onderscheiden: de 'openlijke narcist' of de 'geremde narcist'. Bij de eerste vorm is de persoon zeer ingenomen met de eigen prestaties. Fortuin en roem zijn voor u belangrijk. U meent dat iedereen u bewondert en jaloers op u is. U vindt het moeilijk u in te leven in anderen en kunt snel boos worden als het niet gaat zoals u dat wilt. Een geremde narcist richt zijn aandacht voortdurend op anderen en wil uit alle macht kritiek voorkomen. U bent verlegen, schaamt zich snel en voelt u snel gekwetst. U kijkt veel naar hoe anderen zich gedragen. De meeste mensen met deze narcistische stoornis zitten tussen deze uiterste typen in.

93

Page 94: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

Mirjam Enderle Opvoeden & Begeleiden Mei 2016

De narcistische persoonlijkheidsstoornis wordt vermoedelijk veroorzaakt door een samenspel van psychologische, biologische en omgevingsfactoren. Tijdens de puberteit treden de eerste problemen op. De kern van het probleem is een te lage zelfwaardering, waardoor de honger naar waardering van anderen niet te stillen is.

Tips voor betrokkenen persoonlijkheidsstoornis:

- Maak duidelijke afspraken over het contact met de persoon met borderline. Geef daarbij duidelijk uw grenzen aan, vooral wat betreft woede-uitbarstingen, zelfbeschadiging en dreiging met zelfdoding.

- Geef duidelijk aan waarvoor en wanneer de persoon wel en niet bij u terecht kan.

- Pas op dat u niet in de rol van hulpverlener kruipt.

- Geef geen adviezen of tips. Begrip, sympathie en steun zijn het belangrijkst.

- Neem voldoende tijd voor uzelf, uw hobby’s en vrienden. Dan hebt u een grotere kans dat de relatie met de persoon in kwestie goed blijft.

- Houd u aan de gemaakte afspraken en aan uw grenzen. Dat maakt u betrouwbaar.

- Maak samen met de persoon in kwestie en de behandelaar een noodplan voor crisissituaties en leg daarin vast wanneer er sprake is van een crisis en hoe dan te handelen.

- Zoek meer informatie over borderline, in bibliotheek, boekhandel of op internet.

- Zoek zelf steun als het u teveel wordt.

(GGZ Friesland, Sterk emotioneel en onvoorspelbaar gedrag, 2015)

(Fonds psychische gezondheid, Bordeline Brochure, 2015)

4. Schizofrenie

Van schizofrenie is sprake als iemand een langdurige psychose of meerdere psychosen heeft doorgemaakt en in de tussenliggende periodes niet goed functioneert. Een psychose is een toestand waarbij iemands contact met de werkelijkheid ernstig verstoord is. Iemand ziet bijvoorbeeld beelden of hoort stemmen die er voor anderen niet zijn. Of iemand is ervan overtuigd dat hij wordt achtervolgd. Mensen in een psychose leven in hun eigen werkelijkheid.

Tips voor de omgeving:

Waarschuw de persoon in een vroeg stadium als u signalen ziet van een nieuwe psychose en stimuleer hem of haar hulp te zoeken.

Probeer in een psychose de wanen en hallucinaties niet weg te praten. Voor de betrokkene zijn deze de werkelijkheid. Probeer erachter te komen wat de persoon voelt en denkt.

Geef in het contact uw gevoelens en grenzen aan. Wees eerlijk en duidelijk.

94

Page 95: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

Mirjam Enderle Opvoeden & Begeleiden Mei 2016

Help de omgeving rustig en stabiel te houden, maar pas op voor overbezorgdheid en betutteling.

Neem ook tijd voor uzelf, uw vrienden en hobby’s. Zoek meer informatie over schizofrenie, in bibliotheek, boekhandel of op internet. Zoek zelf steun als het u teveel wordt.

(Fonds psychische gezondheid, Schitzofrenie, 2010)

5. Manisch-depressief

Manisch-depressieve stoornis

De manisch-depressieve stoornis is een stemmingsstoornis die bij ongeveer twee procent van de bevolking voorkomt. Soms wordt deze stoornis ook wel bipolaire stoornis genoemd, vanwege het ‘tweepolige' karakter ervan. Met de stemming kan het beide kanten op, de depressieve maar ook de manische kant. Bij een depressie staat een sombere of vlakke stemming voorop. Bij een manie is de stemming juist overdreven vrolijk (eufoor) of prikkelbaar. Een hypomanie is een lichte vorm van een manie waarbij wel de verschijnselen van een manie aanwezig zijn, maar waar de problemen die erdoor ontstaan minder groot zijn.

Het belang van de juiste diagnose

De manische of hypomane periodes worden niet altijd goed herkend. De diagnose manisch-depressieve stoornis wordt hierdoor bij vele patiënten pas na jaren gesteld. De behandeling van de stoornis is anders dan die van een gewone depressie en de gevolgen van een verkeerde diagnose kunnen ernstig zijn. Zo kan een behandeling met een antidepressivum averechts werken. Daarom vinden we het van groot belang dat de manisch-depressieve stoornis tijdig wordt herkend.

Screening met de Maniecheck app

De diagnose manisch-depressieve stoornis is lang niet altijd gemakkelijk te stellen. Het is aan te bevelen hiervoor een psychiater in te schakelen die zich heeft gespecialiseerd in dit ziektebeeld.

U kunt zelf wel testen of een onderzoek naar de aanwezigheid van een manisch depressieve stoornis plaats zou moeten vinden. Download hiervoor onze gratis app ManieCheck voor iPhone en Android. Deze app is gebaseerd op een veelgebruikte screeningsvragenlijst voor manisch depressiviteit, de MDQ-NL: de Manic Depressive Questionnaire, in het Nederlands vertaald door Postma en Schulte (Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2008).

Tips voor betrokkenen:

Neem de somberheid serieus en probeer deze niet ‘weg te praten’. Probeer uw partner, familielid of vriend(in) niet op te vrolijken. Dat werk averechts. Geef geen adviezen of tips, maar bied een luisterend oor en toon begrip. Toon betrokkenheid en belangstelling. Ga langs of bel op. Dat helpt, ook al is de

reactie misschien niet meteen positief. Ga samen iets simpels doen, bijvoorbeeld wandelen of winkelen. Bied hulp bij huishoudelijke klussen, zoals schoonmaken of de was. Misschien heeft

uw partner, familielid of vriend(in) daar zelf geen energie voor.

95

Page 96: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

Mirjam Enderle Opvoeden & Begeleiden Mei 2016

Maak duidelijk dat hij of zij altijd op u kan rekenen. Weet u niet wat u moet zeggen of doen? Zeg dit dan tegen hem of haar.

Zoek informatie over depressie, op internet in de boekhandel of de bibliotheek

Bewaak uw eigen grenzen en maak tijd voor uw eigen vrienden en hobby’s. Zoek steun als het u te zwaar wordt. Bijvoorbeeld in de vorm van lotgenotencontact

via een patiëntenvereniging.

Schakel tijdig hulp in; de persoon in kwestie zal dat zelf namelijk niet snel doen. Vertel in het contact met de huisarts en andere hulpverleners zo goed mogelijk hoe

de persoon normaal gesproken is. Zoek meer informatie over de manisch-depressieve stoornis in bibliotheek,

boekhandel of op internet. Waarschuw de persoon in een vroeg stadium wanneer er weer een manische of

depressieve periode dreigt aan te komen. Maak met de persoon zelf en met de behandelaar afspraken over hoe te handelen in een dergelijke situatie.

(GGZ Friesland, Manisch-depressieve stoornis, 2015)

(Fonds psychische gezondheid, 2010)

(Fonds psychische gezondheid, Depressie, 2015)

(Directzorg, 2015)

5. Verslaafden.

Tips omgaan met gebruik van een ander

Wat kun je doen als je partner, vriend, vriendin, ouder of familielid problematisch gebruikt of verslaafd is? Op deze pagina’s vind je tips waarvan in de praktijk is gebleken, dat mensen er wat aan hebben.

In de knel Verslaafden willen niet over hun verslaving en de gevolgen spreken. Zij nemen vaak geen of onvoldoende verantwoordelijkheid voor de gevolgen die hun verslaving voor andere mensen of henzelf heeft.

Vaak moet alles wijken voor de verslaafde drinker/gebruiker. Daardoor komen mensen in de directe omgeving van de verslaafde in de knel. De verslaafde bepaalt en beperkt hun leven. De vrijheid en de ruimte van partners, kinderen en vrienden om hun eigen leven te leiden, wordt steeds kleiner. Mensen in de omgeving van een drinker/gebruiker zoeken steeds aanpassingen en oplossingen voor dagelijkse problemen die met de verslaving te maken hebben.

Gezinsleden proberen vaak om de verslaving geheim te houden. Familieleden en partners maken excuses bij anderen of beschermen de verslaafde tegen de gevolgen van het gebruik. Men ontvangt thuis steeds minder mensen of gaat minder uit of naar feestjes. Men vereenzaamt, raakt overbelast

96

Page 97: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

Mirjam Enderle Opvoeden & Begeleiden Mei 2016

en zoekt geen steun.

AanpassenMensen proberen dagelijkse oplossingen te vinden waarbij ze zich steeds meer aanpassen. De druk die de verslaafde uitoefent om alles maar zo te laten, is groot. Als je toegeeft aan die druk, zal je als partner, kind, vriend, familielid blijven inleveren.

De verslaafde ontkent, bagatelliseert of ontwijkt het gesprek over de verslaving en de consequenties daarvan voor anderen en zichzelf. Of hij/zij zegt er machteloos tegenover te staan.

Herken je dit?Kortom, gezins- en familieleden, partners en vrienden staan onder druk om te zwijgen over de verslaving en de consequenties die dat voor ieder heeft. Het is begrijpelijk, dat men aan die druk toegeeft, want spanningen, ruzies en conflicten leiden vaak tot een toename van het drinken/het gebruik met alle consequenties die daarbij horen. Het toedekken van het probleem betekent wel, dat men in de omgeving van de verslaafde blijft inleveren.

Als je dit herkent, is het goed je af te vragen wat je kunt doen om zelf beter overeind te blijven en de belangen van jezelf of andere gezinsleden te beschermen.

Los niet de nadelen van de verslaving opMensen komen pas in beweging als zij met de nadelen van hun gebruik worden geconfronteerd. Als jij alles accepteert of oplost, maakt dat het voor de verslaafde gemakkelijker om het gebruik voort te zetten. Wij zeggen hiermee niet dat de verslaafde in de goot moet komen en dat jij alles spaak moet laten lopen. Dat kan consequenties hebben die je onaanvaardbaar vindt.

We bedoelen hiermee wel dat je niet automatisch alle nadelen van het gebruik moet oplossen. Als de gebruiker door jouw constante oplossen van nadelen van het gebruik niet op de blaren hoeft te zitten, voelt hij/zij ook geen pijn en is er weinig reden om te veranderen.

Kiezen

Wat kan ik doen om de drinker/gebruiker te doen minderen of te doen stoppen?

Wat kan ik doen om mijzelf staande te houden?

Wat kan ik doen om de belangen van mijzelf of andere gezinsleden te beschermen?

Het antwoord op die vragen kan mensen voor een dilemma plaatsen. Als het behartigen van de eigen belangen leidt tot het minderen of stoppen van het gebruik, is het dilemma opgelost. Bijvoorbeeld: als het driegen met een echtscheiding tot het gewenste stoppen met drinken leidt.

Vaak leidt het antwoord op de beide vragen echter tot een tegenstelling. Men staat dan voor een keuze. Bijvoorbeeld: het dreigen met een echtscheiding kan leiden tot een toename van spanningen waarin een verslaafde weer een reden ziet om meer te gebruiken/drinken.

GrenzenDe omgeving heeft vaak weinig mogelijkheden om het gedrag van de verslaafde te bepalen. Men kan echter wel grenzen stellen aan de mate waarin men het eigen leven wil laten bepalen door een persoon die verslaafd is of problematisch gebruikt. Dat betekent niet dat er geen emotionele pijn of

97

Page 98: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

Mirjam Enderle Opvoeden & Begeleiden Mei 2016

verlies is. Het betekent wel, dat men controle over het eigen leven (of bijvoorbeeld de veiligheid in het gezin) terug wil nemen.

(Drugsinfoteam, 2011)

Gesprek aangaan

Waarom het gesprek aangaan?

Om het patroon van omgaan met een gebruiker/drinker te doorbreken, is een goed gesprek nodig.

Probeer er op het juiste tijdstip over te beginnenHet beste tijdstip om over iemands gebruik te beginnen, is kort nadat er door dat gebruik weer een duidelijk probleem is ontstaan, zoals een ruzie of een ongeluk(je). Kies wel een tijdstip waarop hij/zij niet onder invloed is, jullie beiden kalm zijn en de kans hebben om er onder vier ogen over te praten.

Wees duidelijkVertel dat je je grote zorgen maakt over het gedrag. Gebruik duidelijke voorbeelden van de problemen die zijn ontstaan, vooral de recente. Heb het vooral over de concreet merkbare gedragsmatige gevolgen van het gebruik en niet zo zeer over het gebruik zelf. Bijvoorbeeld: “dat jij ons kind vergeet op te halen van school omdat je teveel blowt, kan ik niet accepteren”. En niet: “Je moet niet zoveel blowen”. De eerste zin is concreet en goed benoembaar.

Welles-nietes

Vaak raakt men verstrikt in nutteloze welles – nietes-discussies of er is gebruikt/gedronken. Of hoeveel er is gebruikt. Dit soort discussies levert meestal niets op. De drinker/gebruiker ontkent of stelt het gebruik als minder voor dan in werkelijkheid het geval is. Men drinkt/gebruikt vaak stiekem. De omvang en frequentie zijn vaak niet bekend. De negatieve gevolgen van het gebruik zijn wel bekend. Het is belangrijk om de gebruiker te confronteren met de concrete, negatieve gevolgen.

Toon begripZeg ook dat je snapt dat dit een moeilijke situatie is. Dat stoppen of minderen niet eenvoudig is en dat je samen met hem/haar wilt gaan kijken naar de hulpmogelijkheden. Achter gebruik zitten zich vaak heftige emoties als angst, onzekerheid, eenzaamheid, verdriet of onmacht. Zomaar stoppen of minderen is heel eng voor iemand die gebruikt of drinkt om om te kunnen gaan met een van deze emoties. Begrip, rust en aangeboden hulp zijn belangrijk. Anders is de stap te groot.

Verwacht geen wonderen na het eerste gesprekDe kans dat de gebruiker/drinker na zo’n gesprek direct hulp zoekt, is klein. Iemand heeft tijd nodig om over zo’n grote verandering na te denken. De onzekerheid over wat er gebeurt als iemand stopt, is groot. Lukt het wel? Wat als hij/zij de anderen teleurstelt? Geef iemand die tijd om na het gesprek na te denken en kom erop terug. Vraag dan of hij/zij nog heeft nagedacht en wat je nog kunt doen.

Informatie inwinnenAls de stap naar hulpverlening nog te groot is, kun je samen achter de computer gaan zitten en eens kijken wat er allemaal aan hulpverlening bestaat. Er zijn online programma’s (www.alcoholondercontrole.nl, www.cannabisondercontrole.nl, www.drugsondercontrole.nl) maar ook zelfhulpgroepen (AA, NA) en instellingen voor verslavingszorg met sites waar goed beschreven staat welke hulpvormen zij bieden.

98

Page 99: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

Mirjam Enderle Opvoeden & Begeleiden Mei 2016

Je kunt ook voorstellen samen naar de huisarts te gaan voor een informatief gesprek. Wat raadt de huisarts aan en wat voelt goed voor de drinker/gebruiker? Neem zo kleine stapjes, dat is minder bedreigend.

(Drugsinfoteam, 2011)

Grenzen aangeven

Bepaal je grenzen en bescherm je eigen belangen Het komt veel voor dat mensen die met een verslaafde samenleven of bevriend zijn, steeds meer van zichzelf gaan inleveren. Ze laten hun leven steeds meer door de verslaving sturen. Bij het willen helpen van die persoon cijferen ze zichzelf weg en gaan ze steeds meer accepteren.

Bedenk wat jouw grenzen zijn en wat je nog aantrekkelijk in de relatie vindt.

Leg uit wat jijzelf van plan bentLeg uit wat je van plan bent te doen als hij/zij geen hulp zoekt. Zeg dat je dat niet doet om te straffen, maar om jezelf te beschermen tegen de gevolgen van zijn/haar verslaving. Wat je van plan bent, kan dan variëren. Roep echter geen dingen die je toch niet kunt of wilt uitvoeren.

Geen constante strijdConstante strijd over onacceptabel gedrag is zinloos. Zoek het evenwicht tussen grenzen stellen aan gedrag enerzijds en het vermijden van constante strijd anderzijds. Het helpt niet om constant te gaan drammen of om een enorme druk uit te oefenen. Dat roept extra verzet en ontkenning op. Als je constant strijdt over het gebruik of de gevolgen daarvan, raak je zelf uitgeput. Stel prioriteiten en maak ruimte voor ontspanning en een goede sfeer als dat nog kan.

Maak je grenzen duidelijk, ook voor jezelf Weet wat je echt niet accepteert, doe jezelf geen geweld aan. Verslavingsproblemen duren vaak geruime tijd. Vaak zelfs jaren. Het is daarom nodig om zuinig op jezelf te zijn en grenzen aan te geven. Het feit dat je een grens stelt en een consequentie/sanctie daaraan verbindt, betekent nog niet dat je je zin krijgt. Maar het stellen van grenzen is een voorwaarde om je eigen belangen (of die van andere gezinsleden) te beschermen. Als je geen grenzen stelt en alles laat gebeuren, lever je in en word je een speelbal van de verslaafde persoon.

Wat zijn ‘goede’ grenzen?

Grenzen moeten bij je passen. Wat de ene persoon accepteert, is voor een ander niet aanvaardbaar. Mensen kunnen daarom maar beter grenzen stellen die bij ze passen. De ene ouder zal zeggen dat het kind niet thuis mag blowen, terwijl een ander zal zeggen dat het blowen uitsluitend thuis mag. De een accepteert drank of drugs helemaal niet, terwijl de ander minderen of gematigd gebruik aanvaardbaar vindt.

Als ouders gezamenlijk een kind opvoeden, werkt het beter als men het erover eens is welke grenzen worden gesteld. In veel gevallen leidt dat tot een compromis.

Stel reële grenzen met reële consequenties/sancties. Grenzen zijn tijdelijk en uitvoerbaar: wordt geen gevangene van door jou gestelde grenzen. Let op je rode lijnen. Iedereen heeft grenzen die je niet kunt laten passeren zonder dat je zelf

echt schade oploopt. Die rode lijnen/grenzen kunnen voor mensen verschillen zijn. Maar voor bijna iedereen geldt dat geweld, diefstal, intimidatie te schadelijk zijn om te kunnen accepteren.

(Drugsinfoteam,2011)

99

Page 100: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

Mirjam Enderle Opvoeden & Begeleiden Mei 2016

Valkuilen

Je bent niet schuldig of verantwoordelijkVeel mensen voelen zich schuldig of verantwoordelijk voor het gebruik van een verslaafde partner/gezinslid/zoon of dochter. Dat schuldgevoel is onterecht.

Veel gebruikers/verslaafden nemen geen of onvoldoende verantwoordelijkheid voor hun gedrag. Zij zeggen dat zij er niets aan kunnen doen en dat het gebruik niet hun verantwoordelijkheid is. Allerlei redenen worden aangevoerd om het gebruik te verklaren:

Onoplosbare persoonlijke problemen Relatieproblemen (scheiding, slechte relatie met een ouder) Problemen op het werk Problemen met de gezondheid Acties van andere mensen Verslaving

Het komt ook voor dat men zegt, dat men niet kan veranderen OMDAT men verslaafd is. De persoon met een verslaving wil daarmee zeggen: "ik kan er niets aan doen" of "ik kan het niet veranderen". Veel mensen in de omgeving van de verslaafden accepteren dit soort verklaringen van/excuses voor gebruik en vinden vaak dat zij zelf ook een oorzaak zijn van het verslaafde gebruik.

Iemand anders draagt niet de verantwoordelijkheid voor het gebruik van de verslaafde. Niemand giet bij een ander de drank door de keel. Niemand stopt de snuif coke in de neus van de cokegebruiker. Niemand rookt een paar dagelijkse grammen wiet voor een ander.

Onjuiste gedachten: voorbeelden

Ouders

"Als wij het eerder hadden gezien, hadden wij het kunnen tegenhouden." "Als wij niet zo streng /soepel waren geweest was het niet zo uit de hand gelopen." "Als wij eerder waren gescheiden, had hij niet zo veel narigheid meegemaakt." Of: "Als wij niet waren gescheiden, had hij het niet zo moeilijk gehad."

Deze redeneringen kloppen niet: het is de wereld op zijn kop. De drinker/gebruiker belast de omgeving met de gevolgen van het gebruik. Bijna volwassen mensen zijn verantwoordelijk voor hun gedrag, ook als zij gedronken of gebruikt hebben.

Het idee dat ouders een verslaving kunnen voorkomen of stoppen, klopt niet. Men kan een kind door de opvoeding proberen te beïnvloeden, maar daar blijft het bij. De invloed van opvoeding is belangrijk, maar uiteindelijk bepaalt een opgroeiend kind zelf hoe hij/zij het leven gaat inrichten.

Ouders krijgen minder invloed naarmate het kind ouder wordt. Natuurlijk kan een scheiding traumatisch zijn. Het kan de draaglast van een opgroeiende persoon verhogen. Als een kind onverantwoordelijke gedrag goed praat met het verwijt dat de ouders zijn gescheiden of fouten in de opvoeding hebben gemaakt, dan neemt het niet de verantwoordelijkheid die behoort bij het volwassen worden. Er is altijd wel een reden te verzinnen waarmee je een ander de schuld voor je verslaving kunt geven.

Partners

"Als ik niet zo had gezeurd over zijn gebruik, dan was hij nu niet zo gespannen en geïrriteerd geweest. Hij drinkt omdat ik hem boos heb gemaakt".

100

Page 101: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

Mirjam Enderle Opvoeden & Begeleiden Mei 2016

"Als ik eerder een grens had gesteld, dan had hij niet zo lang door kunnen gaan. Het is mijn schuld dat ik het zo ver heb laten komen."

"Dat ik klappen heb gekregen, is mijn eigen schuld. Ik weet dat ik mijn mond moet houden als hij heeft gedronken".

KinderenDe verslaving van een ouder heeft een grote invloed op de emoties, gedachten en ontwikkeling van een kind. Die invloed kan tot in de volwassenheid doorwerken. Kijk eens op de website www.drankjewel.nl. Op die site vind je informatie over de gevolgen voor de kinderen van de verslaving van hun ouders. Kinderen zijn nooit verantwoordelijk voor het verslaafde gedrag van een ouder, ook al denkt het kind dat het wel zo is.

Maak concrete gevolgen van overmatig drinken duidelijk

Vaak raakt men verstrikt in nutteloze welles - nietes discussies of er al dan niet is gebruikt/gedronken. Of hoeveel er is gebruikt. Dit soort discussies levert meestal niets op. De drinker/gebruiker ontkent of stelt het gebruik als minder voor dan in werkelijkheid het geval is. Men drinkt / gebruikt vaak stiekem. De omvang en frequentie van het gebruik zijn vaak niet bekend. De negatieve gevolgen van het gebruik zijn wel bekend. En om die gevolgen gaat het. Het is belangrijk om de gebruiker te confronteren met de concrete, negatieve gevolgen van het overmatig drinken/overmatig gebruik.

Een discussie met iemand onder invloed is zinloos"Discussier niet met mensen onder invloed". Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, vooral als iemand vaak onder invloed is. Discussies met mensen onder invloed leiden echter nooit tot inzicht of gedragsverandering maar meestal wel tot escalatie of onverschilligheid.

Je kunt in de loop van de tijd van mening veranderen of je hebben vergist toen je de grens stelde. Situaties veranderen ook. En met het veranderen van de situatie veranderen de grenzen. Je stelt de grenzen om zelf staande te blijven of om je belangen te beschermen. Vervang grenzen als ze niet meer positief voor je zijn.

Grenzen of dreigementen zonder consequenties zijn schadelijk voor jezelf. Let op je rode lijnen. Iedereen heeft grenzen die je niet kunt laten passeren zonder dat je zelf

echt schade oploopt. Die rode lijnen/grenzen kunnen voor mensen verschillen zijn. Maar voor bijna iedereen geldt dat geweld, diefstal, intimidatie te schadelijk zijn om te kunnen accepteren.

(Drugsinfoteam, 2011)

Hulp

Oriënteer je op hulpverleningBekijk welke hulpverleningsmogelijkheden zijn. Je kunt dit ook met je huisarts bespreken. Als hij/zij bereid is om hulp te zoeken, kun je aanbieden om mee te gaan op het eerste gesprek. Het kan soms helpen om iemand op die manier over de drempel heen te helpen.

Zoek ook zelf ondersteuning, eventueel bij de verslavingszorgBespreek je situatie met mensen die voor jou belangrijk zijn. Maak er geen geheim van. Dat voorkomt dat je vereenzaamt en dat je voor je zelf hulp en steun afhoudt. Bij de instelling van verslavingszorg is ook hulp voor mensen in de omgeving van een gebruiker/verslaafde. Gesprekken, voorlichtingen of workshops of trainingen kunnen veel toevoegen. Daarnaast kan het prettig te zijn andere mensen te spreken die in dezelfde situatie verkeren.

Zoek informatie over alcohol, drugs, verslaving

101

Page 102: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

Mirjam Enderle Opvoeden & Begeleiden Mei 2016

Als je informatie hebt over alcohol, drugs, middelen en verslaving, dan heb je meer begrip van de situatie waarin je verkeert.

Alcoholondercontrole.nl Drugsondercontrole.nl Cannabisondercontrole.nl Alcoholinfo.nl Drugsinfo.nl Je kunt ook bellen met de Alcohol en Drugs Infolijn: 0900-1995 (10c p/m).

KOPP/KVO: kinderen van verslaafde oudersKinderen met ouders met verslavingsproblemen kunnen terecht in een groep waarin gepraat en gespeeld wordt. Kinderen merken dat ze niet alleen zijn, dat ook andere kinderen in zo’n situatie zitten. Er wordt gepraat, geluisterd en ook zeker gelachen. Het is een veilige plek waar kinderen kunnen en durven vertellen wat ze ergens anders niet kwijt willen. Er is steeds meer vraag naar deze zogeheten KOPP/KVO-groepen: Kinderen van Ouders met Psychische Problemen en Kinderen van Verslaafde Ouders.(Drugsinfoteam,2011)

102

Page 103: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

Mirjam Enderle Opvoeden & Begeleiden Mei 2016

Gamen.

Tips voor een goed gesprekEen goed gesprek kan de eerste stap zijn richting een oplossing.Vier nuttige tips:

Tip 1: kies een goed momentBegin niet over het gamen en de problemen die jij ervaart, op een moment dat je heel erg boos bent. Of als de ander aan het gamen is. Hij zal op dat moment waarschijnlijk toch niet echt luisteren, laat staan een serieus gesprek willen voeren.

Tip 2: vraag naar de voordelen van het gamenGamen heeft ook voordelen, anders zouden mensen het niet doen. Maar jij ziet alleen maar nadelen en misschien wil je er daarom geen goed woord over horen. Toch is het goed om hier ook naar te vragen. 'Wat brengt het je? Wat levert het gamen je op?’ Het praten over de voordelen, kan de spanning uit het gesprek halen. En het kan helpen om ook over de nadelen te bespreken. Vraag dus ook: ‘Zitten er voor jou ook nadelen aan het gamen? Welke zijn dat?’ Vaak komt de gamer zelf wel met iets. Dan heb je een aanknopingspunt om ook te praten over wat het gamen voor jou en jouw leven betekent.

Tip 3: wees duidelijk en concreet over waar jij last van hebtZeg niet: ‘Ik vind het niet goed dat je zoveel gamet. Dat leidt maar al te gemakkelijk tot discussies over wat ‘veel’ is. Of tot vergelijkingen met anderen die nog meer gamen. Maak het concreet: ‘Je wilt nooit meer iets doen samen omdat je liever wilt gamen, en dat vind ik vervelend’.

Tip 4: gebruik geen loze dreigementenJe hoeft een dreigement maar een keer niet waar te maken of je wordt niet meer serieus genomen. Dreigen gebeurt vaak in een opwelling van woede, verdriet of machteloosheid. Begrijpelijk, maar het werkt niet. Het is beter om iets te bedenken wat je wel kunt uitvoeren. Bijvoorbeeld: ‘Als ik langskom en je gaat gamen, ga ik weer weg’.

Tips voor ouders

Het is belangrijk om te praten met je kind over gamen, maar hoe doe je dat?

Houd contact met je kindPraten met je kind over de zorgen die je hebt is moeilijk als je geen goed contact hebt met elkaar. Zorg ervoor dat gesprekken die jullie samen hebben niet altijd over moeilijke onderwerpen gaan. Praat over allerlei zaken die belangrijk voor hem zijn, toon belangstelling voor grote en kleine gebeurtenissen in zijn leven. Wanneer je kinderen ouder worden en minder vaak thuis zijn: weet wat ze bezighoudt, wie hun vrienden zijn en wat ze doen. Zorg ervoor dat je kind je in vertrouwen durft te nemen als hij in de problemen is gekomen. Ook als deze voortkomen uit onhandige keuzes of omdat hij zich niet aan afspraken heeft gehouden.

Informeer jezelfZoek naar informatie over gamen. Dat kun je ook samen met je kind doen. Als je goed geïnformeerd bent, kun je beter aangeven waarom je bepaalde grenzen stelt.Verdiep je in de spellen die je kind speeltOp YouTube kun je trailers van spellen vinden. Zo krijg je een idee over hoe een spel eruit ziet. De geschiktheid van een game kan gecheckt worden met behulp van het Pan-European Game Information (PEGI) classificatiesysteem. Hierbij wordt met logo’s aangegeven dat games voor jongere

103

Page 104: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

Mirjam Enderle Opvoeden & Begeleiden Mei 2016

kinderen een risico kunnen vormen en of schadelijke gedragingen, zoals geweld en grof taalgebruik, voorkomen.

Informeer jezelf over gamenWeet wat de risico’s en effecten van gamen kunnen zijn. Je kind is ook een belangrijke bron van informatie. Hij kan je vertellen wat hij zo leuk vindt aan gamen. Ook kan hij je meer vertellen over het spel dat hij speelt.

Een goede houdingAls je kind veel tijd doorbrengt met gamen is het belangrijk dat hij daarbij in de juiste houding zit. Hier vind je een filmpje met informatie over dit onderwerp.

Houd het onderwerp bespreekbaarEen onderwerp is bespreekbaar als jij en je kind het gevoel hebben dat jullie vrij kunnen zeggen wat je wilt. En zonder dat er altijd per se consequentie of straf op de loer ligt. Dat is gemakkelijker wanneer je dat ook al doet over andere onderwerpen en op het moment dat gamen geen problemen oplevert.Bespreekbaar maken wil niet zeggen dat je het onderwerp te pas en te onpas aan moet snijden. Maar negeer het niet als er een aanleiding voor is.

Stel grenzen

Zeker bij jonge kinderen is het belangrijk om duidelijke grenzen aan te geven. Maar ook als ze ouder zijn hebben kinderen behoefte aan grenzen. Kijk of je samen tot afspraken kunt komen. Als een kind heeft meegedacht over een afspraak, zal hij zich er waarschijnlijk beter aan houden. Afspraken kunnen gaan over hoe lang je kind mag gamen, hoe vaak, op welke tijdstippen en welke games hij mag spelen.

Het overschrijden van grenzen hoort er nu eenmaal bij; kinderen proberen uit hoever ze kunnen gaan. Juist dan is duidelijkheid van jouw kant belangrijk.

Bespreek met andere ouders welke regels zij hanteren over gamen. Dit hoeven niet jouw regels te zijn, maar je kunt er wel rekening mee houden in de afspraken die je maakt met je kind.

Door veel gamen kun je ook lichamelijke klachten krijgen. Je kunt samen met je kind kijken naar hoe hij de risico’s kan beperken bijvoorbeeld door te zorgen voor een goede houding tijdens het spelen en een balans tussen zitten en voldoende bewegen.

Sta niet toe dat je kind door het gamen afspraken negeert of zijn beloften niet nakomt. Bijvoorbeeld afspraken over taken in huis, de tijd waarop hij thuis komt en het meedoen met dingen die jullie als gezin samen doen.

Heeft je kind al zijn geld aan games uitgegeven en raakt hij in geldnood? Geef hem dan geen extra geld. Hij moet leren dat hij zijn geld maar een keer uit kan geven. Op die manier leert hij wat verantwoord omgaan met geld is.

Beloon positief gedragZeker als niet alles soepel verloopt ben je als ouder soms geneigd om te focussen op wat niet goed gaat. Je vergeet dan de dingen die wel goed gaan te benoemen, en die zijn er altijd (aan afspraken houden, goede inzet op school, helpen van anderen in het gezin of daarbuiten).

Wees je bewust van je voorbeeldfunctieKinderen kopiëren. Wat ze jou als ouder zien doen vinden ze normaal. Geef daarom het goede voorbeeld: zit zelf ook niet de hele dag achter de computer en kijk niet voortdurend op je telefoon. Zeker niet tijdens het eten of tijdens sociale activiteiten.

104

Page 105: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

Mirjam Enderle Opvoeden & Begeleiden Mei 2016

Praten met je kind over problematisch gamenJe kind weet misschien helemaal niet dat gamen ook tot problemen kan leiden. Hij ziet gamen misschien alleen als iets leuks en onschuldigs. Gelukkig is het dat in de meeste gevallen ook. Probeer je kind uit te leggen dat veel en vaak gamen kan gaan lijken op een verslaving. Zeker als het leidt tot bijvoorbeeld problemen op school of met vriendschappen buiten de games. En dat het belangrijk is om het zover niet te laten komen. Bedenk samen waar hij op kan letten en hoe hij kan voorkomen dat het gamen uit de hand loopt.

Bekijk ook de tipsheets van het Nederlands Jeugd Instituut. Behalve praktische tips vind je hier ook tips voor boeken en folders.

Het Belgische Kenniscentrum Mediawijs heeft een gids uitgebracht met tips en informatie voor ouders of opvoeders.

(Trimbos instituut, 2015)

105

Page 106: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

Mirjam Enderle Opvoeden & Begeleiden Mei 2016

6. Methodisch begeleiden

Methodiek onderdelen in de begeleiding

TriangulatieTriangulatie betekent dat je een punt bekijkt uit verschillende perspectieven. Je gebruikt verschillende manieren om gegevens te verzamelen. Je gaat bijvoorbeeld eerst een situatie observeren waarbij je de nodige data verzamelt. Vervolgens ga je in gesprek met de mensen die je net hebt geobserveerd om te kijken of de gevonden gegevens volgens hen kloppen.Kritische reflectieEen kritische reflectie is het verslag van een kritische en systematische analyse van de keuzes die er gemaakt worden ten aanzien van methodisch begeleiden. Vanuit meerdere invalshoeken wordt gekeken hoe er invulling kan worden gegeven aan begeleiding van cliënten.Discours / wederkerige adequaatheidGesproken / geschreven taal, tekst en de interpretatie ervan. Ik had nog nooit van deze term gehoord en door het lezen van het bijgevoegde bestand is het voor mij wat duidelijker geworden.Ik verwijs jullie graag naar bijgevoegd pdf bestand.Normatieve professionaliteitNormatieve professionalisering gaat uit van de vooronderstelling dat elk professioneel handelen, behalve technische en communicatieve kwaliteiten, ook een morele kant heeft. Bij professioneel handelen spelen altijd ook normen en waarden een rol. Je moet er niet alleen voor zorgen dingen goed te doen, je moet er ook op letten de goede dingen te doen. Om je als professional te ontwikkelen is het dan ook van belang die morele kant goed in de gaten te houden. Dat betekent dat je steeds kritisch moet kijken naar wat je met je handelen teweegbrengt, of het goed is wat je doet en hoe het de volgende keer misschien beter zou kunnen. Ook als het gaat over de beroepshouding speelt normatieve professionalisering een rol. Want in de beroepshouding wordt de morele gevoeligheid van de professional zichtbaar en laat hij zien vanuit welke normen en waarden hij zorg verleent. Bij uitstek gebeurt dat in de zorgrelatie. 'Hoe kan ik doen wat goed is voor de ander (en voor mijzelf, zodat ik optimaal kan blijven functioneren)?'Om te doen wat goed is voor de ander is het nodig dat de professional zijn eigen normen en waarden en die van de ander durft bevragen. Ook moet hij bereid zijn om kritisch te kijken naar de normen en waarden van de (bureaucratische, organisatorische of economische) omgeving waarin hij de ander aantreft. (Wat doe ik als ik zie dat de zorgvrager moeite heeft met sommige 'regels van het huis'?)

Voor alle duidelijkheid: doorgaans wordt met relatie de zorgrelatie bedoeld, maar dat hoeft niet. Het kan ook over andere beroepsmatige relaties gaan, zoals die met collega's. Ook daar geldt het belang van voortdurende reflectie op het eigen functioneren en op de normen en waarden die in het geding zijn. HandelingsplannenPlannen voor leerlingen die extra individuele begeleiding nodig hebben. De school geeft aan volgens welke criteria zij bepaalt welke leerlingen in aanmerking komen voor en IHP.Sociale kaartSociale kaart is de aanduiding voor een verzameling van hulpverleningsinstanties. Daarbij moet men

106

Page 107: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

Mirjam Enderle Opvoeden & Begeleiden Mei 2016

bij het woord kaart in de eerste plaats denken aan de geografische kaart, d.w.z de hulpverleningsmogelijkheden in een bepaalde regio. Die hulpverleningsmogelijkheden worden vaak in almanakken of adreswijzers ondergebracht. Een sociale kaart geeft een overzicht van de instellingen en organisaties op het gebied van bijvoorbeeld welzijn, gezondheidszorg, (sociale) voorzieningen. Een sociale kaart geeft aan voor wie die instellingen bedoeld zijn (de doelgroepen) en beschrijft de werkwijze (activiteiten, doelstelling).

107

Page 108: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

Mirjam Enderle Opvoeden & Begeleiden Mei 2016

108

Page 109: maken.wikiwijs.nl · Web viewHet vak opvoeden en begeleiden en de bijbehorende opdrachten geven mij weer een verfrissende en vernieuwende blik op gedragsproblematieken en de mate

Mirjam Enderle Opvoeden & Begeleiden Mei 2016

109