maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en...

47
HOOFDSTUK 4 HET BESTEMMINGSPLAN 4.1 Goede ruimtelijke ordening In paragraaf 1.2 hebben we aangegeven dat alle overheden bij het inzetten van al hun wettelijke instrumenten vanuit de Wro, dit altijd moeten doen vanuit een “goede ruimtelijke ordening’. Het opstellen van bestemmingsplannen moet dus ook vanuit dit doel gebeuren. In de wet staat dat gemeenten ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening voor hun hele grondgebied bestemmingsplannen vaststellen. De Wro en het Bro helpen de gemeenten door bijvoorbeeld aan te geven welke zaken zoals archeologie, begrenzing bestaand stedelijk gebied en natuurwaarden ten opzichte van elkaar moeten worden afgewogen en waarmee aan regelgeving en opdrachten van hogere overheden rekening moet worden gehouden. Figuur 4.1 Bestemmingsplannen in maquette of op tekening wettelijke plicht De gemeenten zijn op grond van de Wro verplicht voor hun hele grondgebied bestemmingsplannen vast te stellen. Ook verplicht de Wro de gemeenten (op straffe van het niet meer in rekening kunnen brengen van de kosten voor het verlenen van omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten) deze bestemmingsplannen om de 10 jaar aan te passen. Vragen 4.1 1.In welke nota’s vind je het beleid van rijk en provincie? 2. Drie voorbeelden van gebieden in een gemeente waar je een bestemmingsplan voor opstelt zijn: het winkelcentrum, het buitengebied, een industrieterrein. Kies voor elk voorbeeld een belangrijk uitgangspunt voor het opstellen van een dergelijk bestemmingsplan.

Transcript of maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en...

Page 1: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

HOOFDSTUK 4 HET BESTEMMINGSPLAN

4.1 Goede ruimtelijke ordeningIn paragraaf 1.2 hebben we aangegeven dat alle overheden bij het inzetten van al hun wettelijke instrumenten vanuit de Wro, dit altijd moeten doen vanuit een “goede ruimtelijke ordening’. Het opstellen van bestemmingsplannen moet dus ook vanuit dit doel gebeuren. In de wet staat dat gemeenten ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening voor hun hele grondgebied bestemmingsplannen vaststellen. De Wro en het Bro helpen de gemeenten door bijvoorbeeld aan te geven welke zaken zoals archeologie, begrenzing bestaand stedelijk gebied en natuurwaarden ten opzichte van elkaar moeten worden afgewogen en waarmee aan regelgeving en opdrachten van hogere overheden rekening moet worden gehouden.

Figuur 4.1 Bestemmingsplannen in maquette of op tekening

wettelijke plichtDe gemeenten zijn op grond van de Wro verplicht voor hun hele grondgebied bestemmingsplannen vast te stellen. Ook verplicht de Wro de gemeenten (op straffe van het niet meer in rekening kunnen brengen van de kosten voor het verlenen van omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten) deze bestemmingsplannen om de 10 jaar aan te passen.

Vragen 4.11.In welke nota’s vind je het beleid van rijk en provincie?2. Drie voorbeelden van gebieden in een gemeente waar je een bestemmingsplan voor opstelt zijn: het winkelcentrum, het buitengebied, een industrieterrein. Kies voor elk voorbeeld een belangrijk uitgangspunt voor het opstellen van een dergelijk bestemmingsplan.3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen.4.In een bestemmingsplan vind je allerlei zones (geluid, luchtkwaliteit, veiligheid) waarbinnen beperkingen gelden voor wat je allemaal zou willen. Kun je een drietal bronnen noemen die een uitstralend effect hebben waardoor ze een zone vormen?

Page 2: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

Figuur 4.2 Wat zou ik hier allemaal willen doen als ik de bestemming zou kunnen wijzigen!

4.2 Functie bestemmingsplannenHet bestemmingsplan wil voorkomen dat ontwikkelingen plaatsvinden die ongewenst zijn en/of mogelijk maken dat gewenste ontwikkelingen worden toegestaan. Dit gedurende een lange(re) periode.

Vastleggen en ontwikkelenEen bestemmingsplan heeft twee functies;

- een functie om dat wat er is vast te leggen, te beheersen - een tweede functie om iets nieuws mogelijk te maken (te ontwikkelen).

Als er geen ontwikkelingen zijn, legt het bestemmingsplan de bestaande situatie ‘vast’. De gemeente geeft dan over het algemeen nog wel beperkte mogelijkheden voor de bouw van kleine minder ingrijpende gebouwen en bouwwerken (bijvoorbeeld bijgebouwen bij een woning of het uitbreiden van een woning). Omdat het erg ongewenst is dat steeds een herziening van het bestemmingsplan nodig is, worden in bestemmingsplan al bouwmogelijkheden gegeven, afgestemd op wat in de situatie ter plekke ruimtelijk toelaatbaar is. Grote ingrepen zijn dan niet aan de orde. Dit noemen we dan een conserverend bestemmingsplan.Er is sprake van een bestemmingsplan dat voorziet in een ontwikkeling, wanneer er ruimtelijk een functie (bestemming) wenselijk wordt geacht, die er op dat moment nog niet is. Als voorbeeld kan worden genoemd het ontwikkelen van een woonwijk in een gebied dat nu in gebruik is als weiland (of als bedrijventerrein). Vaak zie je mengvormen van deze twee functies. Een omgeving is grotendeels conserverend bestemd, maar er worden ook ontwikkelingen voorzien. Hier een voorbeeld om dit te illustreren:

- In een bestaande woonwijk zijn twee hinderlijke bedrijven, twee kerkgebouwen en drie schoolgebouwen aanwezig. Iedereen weet dat deze bijzondere gebouwen of niet wenselijk zijn (de twee bedrijven) of dat ze op termijn leeg komen en er een andere functie aan het gebouw en/of terrein aan moet worden gegeven (kerken en scholen). Je kunt vanuit een goede ruimtelijke ordening nu al nadenken wat de toekomstige bestemmingen van deze gebouwen zouden moeten worden.

Vragen 4.21.Als je het bestemmingsplan op www.ruimtelijkeplannen.nl aantreft vind je er altijd een vaststellingsbesluit bij.

a. Wat verstaan we hieronder?b. Wie stelt een gemeentelijk bestemmingsplan vast?

Page 3: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

4.3 Inhoud bestemmingsplannentoekennen van bestemmingenEen bestemmingsplan maken doe je niet zo maar. Altijd is er een reden voor. Je kunt iets op een bepaalde plaats willen (laten) ondernemen, of een overheid of burger vraagt je om duidelijk uiteen te zetten wat je met een bepaald gebied voor hebt of je bent van mening dat een bepaald gebied ruimtelijk goed is ingericht en je wilt er niet (veel) meer aan (laten) veranderen. Welke reden er ook aan ten grondslag ligt, elke keuze moet zijn ingegeven vanuit “een goede ruimtelijke ordening”, elke keuze moet kunnen worden verantwoord en elke keuze is een afweging van de belangen.Zoals we al eerder zagen, kan de gemeente niet alle gewenste keuzen maken. Zij zal rekening moeten houden met wet- en regelgeving van bovenaf. Ook zal zij rekening moeten houden met de bestaande situatie. Er is namelijk niet één stukje grond in Nederland waar al niet eerder ruimtelijke keuzes zijn gemaakt en waar burgers of bedrijven dus rechten hebben. Ook zal de gemeente alle in het gebied aanwezige belangen moeten inventariseren. Zijn er bijvoorbeeld in het plangebied waardevolle leefgebieden, zijn er archeologische waarden, is het plan betaalbaar enz.Deze bovenstaande elementen betekenen dat de gemeente steeds onderzoek moet doen om al deze vragen te kunnen beantwoorden en in de belangenafweging moet meenemen.

OnderzoekIn het verlengde hiervan geeft het Besluit ruimtelijke ordening aan dat je van meet af aan onderzoek moet doen naar de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. Een aantal ruimtelijke relevante (onderzoeks)aspecten bij bestemmingsplannen zijn:

Beleid van rijk, provincie, gemeente en waterschap; afwijken kan niet zondermeer; Archeologische waarden moeten zijn onderzocht en moeten soms bewaard blijven; Bodem moet schoon genoeg zijn voor de gewenste bestemming; Externe veiligheid is de kans op een dodelijk ongeval in de omgeving van een

gevaarlijke bron zoals bijvoorbeeld een LPG station en mag niet te groot zijn; Financiële haalbaarheid: je moet kunnen betalen wat je bedenkt; Flora en fauna  in én om het plangebied en leefgebieden mogen niet zondermeer

worden aangetast; Geluid van (spoor)wegen en bedrijven mag niet boven in de wet (Wet milieubeheer)

gestelde waarden komen; Geurhinder van agrarische bedrijven mag niet boven bepaalde waarden uitkomen; De ontsluiting van een gebied, de doorstroming van wegen en de parkeergelegenheid

moeten goed zijn geregeld; Water moet aantoonbaar een onderdeel van het plan(proces) zijn. De feitelijke situatie Jurisprudentie

JurisprudentieAlle uitspraken van de bestuursrechters over ruimtelijke plannen samen (jurisprudentie) vormen een beeld van wat in Nederland onder een goede ruimtelijke ordening wordt verstaan. Doordat er elke dag nieuwe uitspraken worden gedaan, verandert dit beeld ook constant. Dat is niet raar, want de ruimte waarin we leven verandert ook constant doordat de behoefte aan ruimte ook continue verandert. De jurisprudentie is erg belangrijk voor het correct op kunnen stellen van een bestemmingsplan. Zonder een goede kennis hierover, is het risico groot, dat een bestemmingsplan niet ongeschonden de eindstreep haalt.

Page 4: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

De bestemmingDe combinatie van wat een gemeente wil , wat ze mag en wat ze kan bepaalt de uiteindelijke bestemming. Ook hier weer een voorbeeld. Er is een bepaald stuk weiland in de gemeente X. De hogere overheden hebben aangegeven dat dit weiland bij het buitengebied moet blijven horen. Er mag dus geen stedelijke ontwikkeling plaatsvinden. Op basis van de feitelijke situatie stelt de gemeente vast dat dit weiland een belangrijk foerageergebied voor ganzen is en als broedgebied wordt gebruikt door zwanen. Ook stelt de gemeente vast dat het weiland in een open landschap ligt. De gemeente zelf wil de eigenaar van de grond, een boer die het weiland nodig heeft voor het voedsel van zijn koeien, agrarisch houden, maar wil ook de gebruiksmogelijkheden van de ganzen en zwanen en het open landschap behouden.

Voor een groot bestemmingsgebied als het buitengebied maken we onderscheid in:- Gebiedsbestemmingen en- Detailbestemmingen.

AanduidingenHet ligt dan voor de hand dat de gemeente er voor kiest om aan de grond een bestemming “agrarisch gebied, met landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden ”toe te kennen. De gemeente kan zelfs nog een stapje verder gaan. De bestemmingen kunnen nog verder worden verbijzonderd. Dit gebeurt door het opnemen van zogenaamde “aanduidingen”. Deze aanduidingen komen in verschillende vormen voor. Zo kennen we bouwvlakken binnen bestemmingen, maar ook bouwhoogtes, bebouwingspercentages enz. Als we voor aanduidingen in ons voorbeeld zouden moeten kiezen dan zouden we dus kiezen voor de aanduiding “open landschap” en de aanduiding “weidevogels”. De gemeente zal verder steeds afhankelijk van de gekozen bestemming en de gekozen aanduiding(en) daarop haar bouw- en gebruiksmogelijkheden moeten afstemmen.

Wijze van vertaling van de gemaakte keuzesEen bestemming komt tot stand als je de hoofdfunctie combineert met bijvoorbeeld de aangetroffen aanwezige waarde(n). We kennen bijvoorbeeld natuurwetenschappelijke waarden als “weidevogelgebied”( wv), “kwetsbare soorten” (kw) en landschappelijke waarden als “openheid” (o) en tot slot cultuurhistorische waarden als “waardevolle verkaveling”. Maar ook zijn er abiotische waarden als “hydrologisch waardevol”. Bij al deze functies en waarderingen horen regels over wat wel en niet mag en waarvoor je een vergunning moet aanvragen.

Enkele voorbeelden:Gebiedsbestemming in plan Aanduiding in plan Agrarisch gebied (A)Agrarisch met Waarden – Landschap (AW-L) Openheid (o)Agrarisch met Waarden – Natuur (AW-N) Weidevogels (wv)Agrarisch met Waarden Landschap en Natuur (AW-N,L)

Openheid en weidevogels (o, wv)

Vanuit ons voorbeeld krijgen we dus: AW-N,L (o,wv).

OpbouwEen bestemmingsplan bestaat uit vier onderdelen.

- een verbeelding (voorheen de plankaart);

Page 5: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

- de bestemmingsomschrijving;- de regels;- een toelichting.

De eerste drie hebben een juridische betekenis. De toelichting heeft dat niet. Door de combinatie van de eerste drie kun je nagaan wat je op grond van het bestemmingsplan wel en niet mag.Hieronder werken we de vier eerder genoemde onderdelen verder uit.

De verbeeldingOnder de verbeelding verstaan we de kaart van het plan. uniforme opbouw verbeeldingAfgesproken is, dat alle algemeen voorkomende bestemmingen in Nederland op eenzelfde manier worden weergegeven. Zo zal de bestemming “wonen” altijd dezelfde gele kleur hebben en de bestemming “bedrijven” altijd dezelfde paarse kleur. Hiermee wordt het kunnen lezen van de verbeeldingen in Nederland vergemakkelijkt voor de burger.

betekenis van de verbeeldingDe verbeelding is een digitale of papieren kaart. Op die kaart is de grens aangegeven van het gebied waarvoor het (bestemmingsplan) geldt. Verder is aan alle terreinen binnen het plangebied een bestemming toegekend. Dit gebeurt door het geven van een bepaalde kleur aan vlakken/terreinen. Deze corresponderen dan met de gegeven bestemming. Soms worden er meerdere bestemmingen aan een terrein gegeven. Een voorbeeld hiervan: een terrein heeft de bestemmingen “agrarisch gebied” en “gebied met archeologische waarden”.Op de verbeelding zijn vaak ook de “aanduidingen” opgenomen. Op de bijbehorende legenda kun je terugvinden wat de betekenis van de diverse aanduidingen is.Het kan voorkomen, dat de digitale en de papieren kaart niet hetzelfde zijn. Je kunt dan ook de discussie krijgen welke van de twee nu geldt. Dat is in alle gevallen de digitale versie.

De bestemmingsomschrijvingbetekenis van de bestemmingsomschrijvingBestemmingsomschrijvingen geven aan welke doelen we met bestemmingen nastreven. Ook hier weer een verduidelijking aan de hand van een voorbeeld. Binnen de bestemming “wonen” kan een gemeente aangeven dat zij als doel voor deze bestemming heeft: “grondgebonden woningen, tuinen, erven, verhardingen, aan-huis-gebonden-beroepen”. Dit zijn dus de mogelijkheden op deze bestemming.

De regelsUniforme opbouw regels                     Het is aan de gemeente om te bepalen wat ze in de regels wil opnemen en dus welke bouw- en gebruiksactiviteiten ze (on)mogelijk wil maken.Bij zeer specifieke regels, die ook algemeen gehanteerd worden heeft de rijksoverheid de gemeente de inhoud daarvan voorgeschreven. Het gaat dan over de overgangsregels en over een beperkt aantal begrippen.

betekenis van de regelsZoals we reeds opmerkten bevat een bestemmingsplan een aantal onderdelen waarvan de regels samen met de verbeelding (plankaart) een belangrijk deel uitmaken. De regels kunnen worden gezien als “spelregels”. Waar moet je je aan houden als je terreinen en objecten wilt bouwen en gebruiken. Houd hierbij wel steeds voor ogen dat deze regels alleen betrekking hebben op de ruimtelijke ordening en niet op bijvoorbeeld bouwtechnische zaken.

Page 6: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

inhoudWe onderscheiden verschillende soorten regels. Hieronder bespreken we de belangrijkste:

- inleidende regels - bestemmingsregels- overgangsregels

Inleidende regelsOnder de inleidende regels vallen twee zaken:

- een verklaring van de gebruikte begrippen (woordenlijst)- de wijze waarop je afstanden, oppervlaktes, inhoud, diepten , hoogten, etc. die in het

plan worden vermeld dient vast te stellen. (hoe moet je meten)Deze regels gelden altijd en staan los van de verbeelding.

BestemmingsregelsIn dit deel vinden we artikelen terug over wat we binnen de verschillende bestemmingen mogen. Hier wordt bepaald wat bijvoorbeeld bij een specifieke bestemming wordt toegestaan aan bouw- en gebruiksmogelijkheden. . Welke bestemmingsregels van toepassing zijn, kun je alleen maar beoordelen aan de hand van de verbeelding. Ook hier proberen we dit te verduidelijken aan de hand van een voorbeeld. Een stuk grond heeft de bestemming “horeca”. In de planregels is opgenomen dat je per perceel niet meer dan 1000 m2 mag bouwen en dat de gebouwen niet hoger mogen zijn dan 5 meter. Over het gebruik zeggen de planregels dat je het terrein en de grond niet anders mag gebruiken dan voor lichte horeca (dus een cafetaria, broodjeszaak e.d.).

OvergangsregelsHierin wordt geregeld hoe je moet omgaan met het nieuwe bestemmingsplan als je allerlei zaken in het verleden via het oude plan hebt gerealiseerd, maar die volgens het nieuwe plan niet meer mogen. Als je bijvoorbeeld iets hebt gebouwd dat in de nieuwe situatie niet meer zou mogen kan het niet zo zijn dat dit nu gesloopt zou moeten worden. Het overgangsrecht regelt dus de aanpassing van de oude naar de nieuwe situatie. Zoals we al hebben gezien, zijn dit standaardregels die door de rijksoverheid zijn voorgeschreven.

De toelichting De betekenis van de toelichtingDe gemeente zal bij elk bestemmingsplan duidelijk moeten maken wat de keuzes zijn, waarmee rekening is gehouden bij het maken van de keuzes en waarom de keuzes gemaakt zijn. Het gaat dus over:

- wat moet en mag- wat we willen en kunnen

In de toelichting bij het bestemmingsplan kun je hierover alle informatie lezen.

In de toelichting wordt dus verantwoord waarom de verschillende bestemmingen in het bestemmingsplan zijn gekozen, waarom er bepaalde beperkingen in de bestemmingen zijn opgenomen (bijvoorbeeld bouwhoogtes) en met welke beperkingen en feitelijke situatie rekening is gehouden..

inhoudEen mogelijke inhoud van een toelichting kan zijn:

- inleiding met de ligging en de beschrijving van het plangebied

Page 7: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

- beschrijving van de bestaande situatie- overzicht van het beleid dat in het plangebied al van toepassing is- de planologische aspecten van je nieuwe bestemmingen- de milieu-aspecten van je bestemmingsplan- de planbeschrijving met uitgangspunten en overzicht van nieuwe ontwikkelingen

In bovenstaand voorbeeld van een inhoudsopgave van een toelichting besteden we in hoofdstuk 3 (overzicht beleid) aandacht aan het vigerende (huidig) beleid dat voor de locatie al is geformuleerd. Dat zal voor de meeste plannen in het stedelijk gebied het beleid van de gemeente zelf zijn. Je kunt hierbij denken aan Duurzaam Bouwen, Groenbeleid en Welstand. Ook het beleid van de provincie zal nog een (bescheiden) rol spelen. Het rijk daarentegen bemoeit zich liefst zo min mogelijk met lokale plannen.

In hoofdstuk 4 komen planologische aspecten aan de orde. Wat verstaan we hieronder?Planologische zaken die een rol spelen bij de planontwikkeling zijn onder andere de verkeersafwikkeling, de aanwezigheid van cultuurhistorie en archeologie, landschap en toerisme. Een gemeente kan een bepaald beleid volgen ten aanzien van de uitstraling van gebouwen en de inpassing van groen zoals we in hoofdstuk 3 al opmerkten. Hier wordt uitgelegd hoe hiermee in het plan rekening wordt gehouden. Voor de archeologische en cultuurhistorische waarden die mogelijk aanwezigheid zijn wordt verwezen naar provinciale kaarten en wordt toegelicht hoe hier mee om wordt gegaan.

digitale vastlegging en digitale raadplegingIn Nederland hebben we afspraken gemaakt over de naamgeving en opbouw van de regels en hoe deze worden verbeeld. Dit alles om bestemmingsplannen beter te kunnen vergelijken en ze ook digitaal uitwisselbaar te maken. Om deze in de digitale versie op www.ruimtelijkeplannen.nl goed te kunnen raadplegen moet je eerst doorklikken tot je een passende schaal vindt waarop zich het plan ontvouwd. Op de kaart zijn de verschillende bestemmingen met kleuren en arceringen aangeduid. In de digitale versie is de legenda apart te openen en biedt een verklaring voor de gebruikte symbolen. Wil je weten wat het hele stelsel van kleuren en arceringen inhoudt dan kun je onder “detailinformatie locatie” via de verrekijker zien om welk gebied het op de kaart gaat. Doorklikken op de bestemming brengt de bijbehorende regels in beeld.Ook de toelichting en alle andere stukken die bij het bestemmingsplan horen kun je digitaal terugvinden. In het vervolg zullen we zien dat een bestemmingsplan verschillende fasen doorloopt voordat het voor iedereen geldt. Deze fases moeten sinds kort ook digitaal worden weergegeven, zodat de burger kan zien of het bestemmingsplan wel of (nog) niet geldt.

Vragen 4.31.Bij de opstelling van een bestemmingsplan moet je rekening houden met de “feitelijke situatie”. Wat bedoelen we hiermee?2.Leg eens uit hoe jurisprudentie een “goede ruimtelijke ordening” bepaalt?3. Wat voegt een aanduiding aan een bestemming toe?4.Als je van je perceel heel snel de belangrijkste informatie zou moeten verzamelen, welke zaken uit het bestemmingsplan zou je dan raadplegen?5.In het bestemmingsplan kun je niet alle zaken tot in de kleinste details uitwerken. Kun je wat voorbeelden geven van nota’s of plannen die een gemeente verder laat uitwerken?

Page 8: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

4.4 Bijkomende zaken

PlanschadeBij een bestemmingsplanwijziging of een vrijstelling van het bestemmingsplan is niet uitgesloten dat objecten in de directe omgeving minder waard worden doordat bijvoorbeeld het uitzicht mogelijk belemmerd wordt. In dat geval is sprake van vermogensschade. Deze schade wordt ook wel planschade genoemd. Om in aanmerking te komen voor schadevergoeding zijn drie zaken van belang:

- de betrokkene kon de schade niet voorzien toen hij de onroerende zaak kocht;- de betrokkene heeft niet stilgezeten om schade te verkomen ;- vergoeding van de schade is niet al op een andere wijze verzekerd.

Daarnaast geldt dat eventuele positieve gevolgen van dezelfde bestemmingsplanwijziging verrekend worden. Sinds de Wro geldt bovendien een eigen risico van in elk geval 2% waardedaling. Een verzoek om schadevergoeding wordt ingediend bij de gemeente. Een planschadeprocedure kan al gauw enkele jaren duren.

ExploitatieplanIndien sprake is van een bouwplan en voor de goedkeuring van dit bouwplan een wijziging van een bestemmingsplan nodig is, is een gemeente verplicht om haar kosten op de initiatiefnemer te verhalen. Deze kosten zijn opgenomen in de kostensoortenlijst. Er zijn twee soorten manieren voor gemeenten om kosten te verhalen bij projectontwikkelaars.

- Een vrijwillige overeenkomst met een grondeigenaar, waarin beide partijen over alle mogelijke onderwerpen afspraken met elkaar kunnen maken.

- Een niet vrijwillige overeenkomst. Wanneer de gemeente met één van de grondeigenaren geen vrijwillige overeenkomst heeft afgesloten, dan dient zij een exploitatieplan op te stellen.

In het exploitatieplan staat een berekening van de exploitatiebijdrage die de grondeigenaar dient te betalen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de aanleg van riolering en andere netwerken en bestrating. Daarnaast kunnen er zaken worden geregeld ten aanzien van bijvoorbeeld woningcategorieën en betalingsvoorwaarden. Het exploitatieplan wordt opgesteld door de gemeente en dient door de gemeenteraad gelijktijdig goedgekeurd te worden met het bestemmingsplan.

BeheersverordeningHet instrument ‘beheersverordening’ is in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen en kan worden gezien als een alternatief voor het bestemmingsplan. Het kan worden toegepast voor gebieden waar geen ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien. Het zal in onze beleving moeten gaan om laag-dynamische gebieden,  bijvoorbeeld een bestaande woonwijk. Dat wil overigens niet zeggen dat er in zo’n gebied helemaal geen ontwikkelingen meer mogelijk zijn, maar die ontwikkelingen dienen ondergeschikt te zijn. De voordelen van een beheersverordening zijn:-    geen zienswijzenprocedure;-    geen beroep bij rechtbank of Raad van State;-    beperkte digitale eisen.

Voor een beheersverordening moet wel onderzoek en inventarisatie worden gedaan. Dit onderzoek kan echter beperkter zijn dan voor een bestemmingsplan, doordat het gebied weinig dynamiek heeft. 

Page 9: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

VoorbereidingsbesluitVoorbereidingsbesluiten worden door de gemeenteraad genomen om in een bepaald gebied een nieuw bestemmingsplan voor te bereiden. Een dergelijk besluit geldt voor een jaar. Als niet binnen een jaar een ontwerpplan ter inzage is gelegd, vervalt het voorbereidingsbesluit. Het oude bestemmingsplan is dan weer van kracht. Het is mogelijk om na dat jaar opnieuw een nieuw voorbereidingsbesluit te nemen. Door het nemen van een voorbereidingsbesluit zet je als het ware alle bouwrechten van het geldende bestemmingplan “in de ijskast” en kun je dat doen (als je dat wilt) voor bepaalde gebruiksrechten.

Vragen 4.41.Naast planschade kan er ook “planwinst” optreden.a. Kun je hier een voorbeeld van geven?b. Hoe zou de gemeente dat met jou kunnen verrekenen?2.Over welke netwerken kun je het hebben in een exploitatieplan?3.Een beheerverordening maak je voor een laag-dynamisch gebied. Wat is dan een hoog-dynamisch gebied?

4.5 Bestemmingsplanprocedure

Zoals we al zagen gaat aan het opstellen van een bestemmingsplan een behoorlijke voorbereiding vooraf. Een bestemmingsplan is dus niet zomaar gemaakt!Terwijl je met een nieuw bestemmingsplan bezig bent, loop je wel het risico, dat de burgers allerlei bouwsels oprichten en gebouwen en terreinen gaan gebruiken die volgens het geldende bestemmingsplan nog wel mogen, maar wat je met het nieuwe bestemmingsplan niet meer wilt toestaan.Daarom nemen gemeenten vaak, als ze beginnen met de voorbereidingen van een nieuw bestemmingsplan, eerst een voorbereidingsbesluit. Hiermee wordt voorkomen dat je nieuwe beleid wordt gefrustreerd voordat het in juridisch bindende plannen is opgenomen.

Tijdens de werkingsduur van het voorbereidingsbesluit stellen de gemeenten dus een eerste bestemmingsplan op. Dit noemt met vaak een concept-bestemmingsplan of een voorontwerp-bestemmingsplan. De naam is iets anders maar het product is hetzelfde.

GefaseerdIn deze eerste fase vindt het nodige onderzoek plaats en worden de belangrijke keuzes gemaakt. Vaak zal de gemeente dit in overleg met de meest direct belanghebbenden doen. Daarmee heb je het voordeel dat je al in een zeer vroeg stadium draagvlak hebt over de gemaakte keuzen.

De gemeente publiceert dat zij een nieuw bestemmingsplan gaat maken. Vervolgens vindt bestuurlijk vooroverleg met de andere overheden plaats. De gemeente peilt de mening van de bevolking en andere belanghebbenden (visie). Dit is de inspraak. Hoe dit precies is geregeld, is vastgelegd in de inspraakverordening. Alle reacties van de overheden en de burgers worden beoordeeld en leiden tot een gehele of gedeeltelijke aanpassing van het plan of het plan blijft ongewijzigd. Deze fase wordt afgesloten met het opstellen van een ontwerpbestemmingsplan.

De volgende tweede fase is die van de vaststelling van het plan door de gemeenteraad. Deze fase begint met het ter inzage leggen van het ontwerpplan voor een periode van 6 weken. Deze ter- inzagelegging wordt gepubliceerd in het plaatselijke weekblad of op internet.

Page 10: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

Binnen de termijn kan iedereen zijn of haar zienswijze naar voren brengen. Ook het rijk en de provincie kunnen zienswijzen indienen. Ook na afloop van deze periode worden alle reacties weer bekeken en wordt het plan eventueel weer (op onderdelen) aangepast. Hierna stelt de raad binnen 12 weken het plan eventueel in gewijzigde vorm vast. Mocht de gemeenteraad weigeren het ontwerpplan te aanvaarden, dan eindigt daarmee de procedure. Na vaststelling wordt het plan doorgestuurd naar de provincie en het rijk. Deze hebben, als zij tegen het plan zienswijzen hebben ingediend, of tegen de wijzigingen van het vastgestelde plan t.o.v. het ontwerp-plan, de mogelijkheid een reactieve aanwijzing te geven. Dat gedeelte van het plan blijft dan buiten werking.

Figuur 4.3 Inspraak is er voor iedereen die bij een plan belangen heeft

De derde fase, begint na vaststelling van het bestemmingsplan door de gemeenteraad. Afhankelijk van het feit of er een reactieve aanwijzing is gegeven of niet wordt het vastgestelde plan opnieuw gepubliceerd en wel binnen 2 respectievelijk 6 (of 7) weken na de vaststelling. Degenen die zienswijzen hadden ingediend die niet zijn gehonoreerd en degenen die bezwaar hebben tegen een wijziging die de gemeenteraad bij de vaststelling heeft aangebracht, kunnen binnen zes weken beroep instellen tegen het vastgestelde plan. Je moet hiervoor beroep aantekenen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS). Inmiddels gaat het plan al wel in werking, tenzij er tegelijkertijd een zogenaamde voorlopige voorziening wordt gevraagd. Je vraagt dan aan de voorzitter van de afdeling bestuursrechtspraak of hij/zij het bestemmingsplan wil schorsen. Als een voorlopige voorziening is gevraagd treedt het plan niet eerder in werking dan nadat op dit verzoek is beslist.

De vierde fase eindigt met de uitspraak van de ABRS in de hoofdzaak. Deze uitspraak is:a. het plan blijft in standb. het plan blijft gedeeltelijk in standc. het plan wordt in zijn geheel vernietigd

In de gevallen b. en c. treedt voor dat gedeelte dat is vernietigd het nieuwe plan niet in werking, maar blijft het “oude” bestemmingsplan gelden.

Page 11: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

Figuur 4.4 Soms mag je al met de realisatie beginnen als de Raad van State nog uitspraak moet doen. Je doet dit wel op eigen risico.

Vragen 4.51.Zet de procedure voor het vaststellen van een bestemmingsplan in een schema duidelijk op een rij. 2.Welke belanghebbenden zou je willen uitnodigen voor het vooroverleg van

a. een bestemmingsplan Buitengebied?b. Een bestemmingsplan Centrum.

3.Wat zal er plaatsvinden in de procedure als je in fase 2 geen zienswijzen hebt ingediend en dat wel doet na vaststelling van het plan door de gemeenteraad?4.Er wordt gesproken over bestuurlijk overleg in de eerste fase. a. Wat versta je hieronder, wie doen hier aan mee?b. Een volgende stap is ambtelijk overleg, wie doen hier aan mee?

4.6 De toetsing aan het bestemmingsplan

In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de manier waarop activiteiten aan het bestemmingsplan getoetst moeten worden. Daartoe wordt eerst een werkwijze voorgesteld. Vervolgens wordt ingegaan op een aantal in de regels gehanteerde termen. Het gaat daarbij onder meer om ‘open normen’. Deze worden gebruikt omdat het in veel gevallen onmogelijk is om eenduidige harde criteria op te stellen. Enerzijds omdat daarmee de nodige flexibiliteit in een plan wegvalt en anderzijds omdat het bestemmingsplan een momentopname is waarbij vooraf onmogelijk met alle situaties rekening kan worden gehouden.

ToetsingAls je iets wilt bouwen, dan moet je bij je gemeente informeren of dat wel past binnen de regels van het bestemmingsplan. Past dat niet en je wilt het toch, dan moet:

- het bestemmingsplan worden herzien; - er moet een nieuw bestemmingsplan worden vastgesteld door de gemeente of - een afwijkingsbesluit worden genomen.

De gemeente weegt eerst af of ze medewerking kan en wil verlenen.

WerkwijzeOm te kunnen beoordelen of bepaalde zaken of ontwikkelingen passen binnen het bestemmingsplan, zou de volgende werkwijze kunnen worden gehanteerd:1. Ga op de verbeelding na welke bestemming(en) en aanduidingen voor de gronden zijn opgenomen waarop de onderzoeksvraag/aanvraag betrekking heeft.

Page 12: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

2. Kijk in de regels naar de bepalingen van het artikel van de bestemming die voor de gronden geldt.3. Beoordeel of het aangevraagde/geconstateerde past binnen de bestemmingsomschrijving. Hierbij dienen meteen de nadere detaillering van de bestemmingsmogelijkheden en degebruiksbepaling te worden meegenomen omdat die een nadere uitleg/inperking geven van debestemmingsomschrijving.4. Luidt het antwoord op punt 3 ja, dan moet in het geval van een bouwwerk tevens worden gekeken of deze ook past binnen de bouwregels.5. Voor zover er tevens werken en/of werkzaamheden, geen bouwwerken zijnde, moeten worden uitgevoerd (waarbij gedacht kan worden aan werkzaamheden die bodem/grondverzet met zich meebrengen) dan moet bovendien worden nagegaan of er een omgevingsvergunning voor aanleggen verplicht is gesteld.6. Indien aan de punten 3, 4 en 5 wordt voldaan dan moet medewerking worden verleend, waarbij het College van Burgemeester en Wethouders eventueel nog gebruik kan maken van de aan haar toekomende bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen, teneinde de aanvraag beter te kunnen inpassen.

Vragen 4.61.Stel dat je een woning wilt bouwen en volgens de toetsing van punt 1 t/m 6 levert het geen problemen op. Welke nadere eisen zou een gemeente dan nog kunnen stellen?

4.7 Herziening, afwijking en omgevingsvergunning

We hebben gezien dat als je iets wilt bouwen, of de gemeente wil bijvoorbeeld een woonwijk ontwikkelen, dat moet passen binnen de regels van het bestemmingsplan. Past dat niet, dan moet het bestemmingsplan worden herzien; er moet een nieuw bestemmingsplan worden vastgesteld of er moet van het bestemmingsplan worden afgeweken. .

Binnenplanse afwijkingAls niet wordt voldaan aan de rechtstreeks geldende bestemmingsregels eerst gekeken of er in de regels van het bestemmingsplan een mogelijkheid voor afwijking is opgenomen. Dit is de zogenaamde binnenplanse afwijking.

Buitenplanse afwijking                                                Wanneer het initiatief niet past binnen de afwijkingsregels van het bestemmingsplan, past, biedt de Wro de mogelijkheid voor bepaalde categorieën van gevallen om af te wijken. Welke categorieën dit zijn, staat precies omschreven in het Besluit omgevingsrecht bijlage II art. 4. In praktijk wordt dit de lijst van kruimelgevallen genoemd. Voldoe je hier niet aan, dan kan geen gebruik worden gemaakt van deze vorm van afwijking. Voorbeelden van kruimelgevallen zijn een GSM antenne, een mestvergistingsinstallatie, een klein bijbehorend bouwwerk en een tijdelijke circustent.

ProjectafwijkingsbesluitGelukkig biedt de Wabo nog een andere afwijkingsmogelijkheid. Namelijk een omgevingsvergunning met ruimtelijke onderbouwing. De belangrijkste voorwaarde is dat de omgevingsvergunning moet voldoen aan een goede ruimtelijke ordening, net als een bestemmingsplan. De omgevingsvergunning moet daarom vergezeld gaan van een zogenaamde goede ruimtelijke onderbouwing. Dit is inhoudelijk te vergelijken met de toelichting van het bestemmingsplan. Een goede ruimtelijke onderbouwing omvat geen regels en ook geen verbeelding (plankaart). Dit komt omdat meestal een omgevingsvergunning

Page 13: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

wordt genomen voor een bouwplan. Het bouwplan doet dan dienst als regels en verbeelding. De omgevingsvergunning geldt dan ook precies voor dát bouwplan: de hoogte en de plek van het gebouw.

De procedure voor de omgevingsvergunning om af te wijken van het bestemmingsplan staat omschreven in de Wabo. We komen hier in het volgende hoofdstuk op terug.

herziening bestemmingsplanNaast de bovenstaande mogelijkheden om af te wijken van het bestemmingsplan, is er natuurlijk altijd ook nog een mogelijkheid om het geldende bestemmingsplan aan te passen, te herzien dus. De procedure voor een dergelijke herziening is exact gelijk aan de procedure zoals we die eerder hebben omschreven.

De afweging van de ruimtelijke aanvaardbaarheid van een verzoek tot afwijken van het bestemmingsplan gaat als volgt in zijn werk.

Is er strijd met het geldende bestemmingsplan (en dus luidt het antwoord in het schema “toetsen aan bestemmingsplan” op de punten 3, 4 en/of 5 nee), dan kan nog worden gekeken of het plan voor dit aspect voorziet in een omgevingsvergunning voor het afwijken van het plan dan wel wijzigingsmogelijkheid (dit zijn de zogenaamde flexibiliteitsbepalingen). Is dit zo, dan dient een nadere afweging te worden gemaakt in hoeverre afwijken van het bestemmingsplan in dit geval gewenst is. Voorzien de flexibiliteitsbepalingen niet in een afwijkingsmogelijkheid of wordt afwijken onwenselijk geacht dan dient het verzoek te worden afgewezen.

Je ziet dat er een zorgvuldige afweging van elk verzoek in acht wordt genomen.

Vragen 4.71.Burgemeester en wethouders hebben een zogenaamde afwijkingsbevoegdheid. Hiermee kunnen ze een binnenplanse afwijking mogelijk maken. Kun je voor het gebruik van een woning een dergelijke afwijking aangeven?2.Wat zou je onder flexibiliteitsbepalingen moeten verstaan?3.Om een flat die in het bestemmingsplan tot 5 verdiepingen zou reiken, uit te breiden tot 23 verdiepingen moet van het bestemmingsplan worden afgeweken. Dit doen we met een ruimtelijke onderbouwing. Noem een aantal zaken die in een dergelijke onderbouwing moeten worden toegelicht.

4.8 Een initiatief uit de praktijk

Wat waar en waarom daar?Stel dat er een herziening van een bestemmingsplan wordt gestart om een nieuwe school, een appartementencomplex en een sporthal mogelijk te maken. De gemeente moet dan van de initiatiefnemer (dat kan ze ook zelf zijn) een aantal dingen weten: Wat? Waar? Waarom? Op deze vragen moet een voldoende concreet antwoord komen. Wat voldoende concreet is, is afhankelijk van het project, de fysieke omgeving en de gemeentelijke werkwijze.

Wanneer welke gegevensNiet alle kaders voor het project moeten vóór de start van het bestemmingsplantraject 100% duidelijk zijn. De procedure van het bestemmingsplan kan toch vast starten met inspraak en overleg. Projecten kunnen zo makkelijker aangepast worden aan inspraak- en overlegreacties.

Page 14: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

Vervolgens wordt het project verder uitgewerkt richting de ontwerpfase van het bestemmingsplan. Van het eerste ruwe idee tot de vaststelling van het bestemmingsplan wordt gaandeweg steeds duidelijker wat er gaat komen. In elk geval moet voor de terinzage legging van het ontwerpbestemmingsplan alle benodigd onderzoek die de haalbaarheid van het bestemmingsplan aantoont, uitgevoerd zijn.

Na de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan kunnen er nog aanvullingen en veranderingen worden aangebracht. Dit kan via een gewijzigde vaststelling door de gemeenteraad. De mate van de aanvulling en/of verandering mag niet wezenlijk zijn. Bij een wezenlijke verandering moet het plan opnieuw als ontwerp ter visie worden gelegd.

Meer dan regels voor een bepaald initiatief                                     Het bestemmingsplan mag ook regels omvatten die verder gaan dan de realisatie van het project als het maar duidelijk is wat het bestemmingsplan maximaal toestaat en als dat maar voldoet aan een goede ruimtelijke ordening.

Bestemmingsplan op maatStel dat de initiatiefnemer van meet af aan precies weet wat het project inhoudt. Dan is het natuurlijk wel zo makkelijk om in één keer alles goed op papier te zetten en nader te onderbouwen met de nodige onderzoeken.Het bestemmingsplan kan als belangrijkste doel hebben de uitvoering van de bouwprojecten. Het doel is zo snel mogelijk een omgevingsvergunning te krijgen, en om de gronden en gebouwen te mogen gebruiken. Dan wordt het bestemmingsplan precies op maat gemaakt en worden alle onderzoeken meteen uitgevoerd.

Proces afstemmen op doelBij het willen uitvoeren van projecten moet de initiatiefnemer zich dus ook goed beraden op de vraag wat wil ik waar en waarom? Een vaste mal voor het slim omgaan met onderbouwing van de ruimtelijke inpasbaarheid en juridische regels is er niet. Voor het kunnen starten van inspraak en overleg (de eerste stap in de herzieningsprocedure van een bestemmingsplan) is voldoende inzicht nodig in het project: wat komt waar en waarom?

In figuur 4.5 vatten we dit voor een voorbeeldplan in een schema samen.Ontwikkeling Beschrijving ProgrammaSchool Ter plaatse van het huidige

Olympia zwembad wordt een middelbare scholencomplex gerealiseerd

60 lokalen / ca 1650leerlingenca. 4300 m2

Huisartsen onder één dak (HOED)

Multifunctionele zorginstelling:een huisartsenpost met medisch dienstverlening zoals eenapotheek, logopedie, fysiotherapie etc.

Huisartsen onder één dak praktijkruimte voor zeshuisartsen plusdienstverleningca. 1950m²

Appartementencomplex Verdeeld over een drietalverdiepingen boven de ‘HOED’

15 appartementen

Sporthal Ter plaatse van de huidige Maximaal 4000 m2

Page 15: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

gemeentewerf en de woning komt een sporthal, met buitenschoolse opvang en parkeervoorzieningen

Buitenschoolse opvang

Figuur 4.5 Overzicht van de nieuwe ontwikkelingen in Bestemmingsplan Olympia te Waalwijk.

Wat “moet en mag” wordt vooral op basis van wetgeving en provinciaal beleid bepaald. De gemeente is aan zet als het gaat over “wat willen en kunnen we”. Daarnaast blijft de onderste laag uit de lagenbenadering leidend en houden we rekening met aanwezige waarden van natuur, landschap en/of cultuurhistorie.

Page 16: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

HOOFDSTUK 6 DE WABO

InleidingOp 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepaling omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden, een belangrijke stap om de regeldruk voor bedrijven en burgers te verminderen. De samenvoeging maakt een doelmatige manier van werken mogelijk door een integrale vergunningverlening en handhaving. Met de Wabo is een geautomatiseerd systeem ontwikkeld voor het aanvragen en behandelen van een omgevingsvergunning. Hiermee werkt het ministerie van Infrastructuur en Milieu mee aan de verbetering van de dienstverlening door de overheid.

Figuur 6.1 De Wabo

6.1 Doel van de Wabo Klantvriendelijke overheidDe Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wil de besluitvorming van de overheid doorzichtiger, efficiënter en meer klantgericht maken. Dat wordt bereikt doordat iemand die een project wil realiseren voor het hele project één vergunning kan aanvragen.

Verbetering van de handhavingDe tweede doelstelling van de Wabo is de handhaving van wetten en besluiten te verbeteren. De Wabo legt de handhaving bij één bevoegd gezag, namelijk het gezag dat de vergunning heeft verstrekt. Ook voorziet de wet in het stimuleren en waarborgen van voldoende voorrang voor handhaving bij het verantwoordelijke bestuursorgaan.

Andere doelen die de Wabo beoogd zijn:- Terugdringen van de bureaucratie (minder bepalingen, één projectbesluit)- Lastenverlichting (minder aanvragen, alles digitaal,)

Vragen 6.11.De Wabo legt de handhaving bij hetzelfde bevoegde gezag dat de vergunning heeft verstrekt. Welk gevaar schuilt hierin als dit bevoegde gezag, bijvoorbeeld de gemeente, deze taken niet goed scheidt?

6.2 De omgevingsvergunningEén omgevingsvergunningVoor het (ver)bouwen of gebruiken van bijvoorbeeld een huis of gebouw, kreeg men vóór 2010 met verschillende vergunningen en voorschriften voor wonen, ruimte en milieu te maken, met elk hun eigen vergunningen, procedures, ambtelijke loketten, afhandelingtermijnen, leges en toezichthouders. Na de invoering van de Wabo zijn 25

Page 17: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

vergunningen en meer dan 1600 verschillende formulieren ondergebracht in één omgevingsvergunning en één formulier. Bedrijven en burgers hebben zo nog maar te maken met één vergunning, één loket, één bevoegd gezag, één besluit en één procedure.

Figuur 6.2 Eén volledige vergunning

Veel handelingen of activiteiten op het gebied van ruimte, bouwen, milieu, natuur en monumenten zijn zonder toestemming van de overheid verboden. Met de Wabo regelt de overheid dat als voor locatie gebonden één project meerdere toestemmingen nodig zijn, deze in één vergunning kunnen worden opgenomen. Wat verstaan we eigenlijk in dit verband onder een project en een activiteit? Wat een project is hangt af van de activiteiten en handelingen die daarbij aan de orde zijn en van de vraag of daarvoor een vergunning vereist is. Een project kan dus van alles zijn en bestaan uit één activiteit of uit meerdere activiteiten. Dé omgevingsvergunning bestaat dus niet. Wat een omgevingsvergunning inhoud is altijd afhankelijk van wat het project omvat.

Welke activiteiten zijn vergunningplichtig?Voor veel activiteiten is een omgevingsvergunning voorgeschreven. In totaal gaat het om 25 activiteiten. Dat kan in de Wabo staan (artikelen 2.1 en 2.2) maar ook in een bijzondere wet of een verordening van een provincie, gemeente of waterschap.

Activiteit Geregeld in Het bouwen van een bouwwerk Woningwet, Besluit omgevingsrecht (Bor)Het uitvoeren van werkzaamheden (aanleggen)

Bestemmingsplan, verordening, besluit

Het gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan of andere regels of besluiten

Wabo

Het in gebruik nemen van een bouwwerk waarin een bepaald brandgevaar heerst

Bor

Het oprichten, veranderen of veranderen van de werking of het in werking hebben van een inrichting (of mijnbouwwerk)

Bor

Het slopen, verstoren, verplaatsen of anderszins wijzigen van een beschermd monument of het herstellen of gebruiken

Monumentenwet

Page 18: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

daarvan waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht.Het slopen van een bouwwerk als dit in een bestemmingsplan, verordening of besluit is bepaald

In genoemd plan, verordening of besluit

Het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- en dorpsgezicht.

Monumentenwet

Figuur 6.3 Schema met voorbeelden van toestemmingen waarvoor op grond van art. 2.1 lid 1 Wabo een omgevingsvergunning vereist is.

Gemeenten en provincie kunnen verordeningen vaststellen waarin zij bepaalde activiteiten of handelingen aanwijzen die zonder vergunning verboden zijn.Zo kan in een gemeentelijke APV verboden worden dat er reclameborden aan een gevel gehangen worden, tenzij daarvoor een omgevingsvergunning is verleend. Een gemeentelijke kapverordening kan het kappen van bomen aan een omgevingsvergunning koppelen. Een bouwverordening kan slopen zonder een vergunning verbieden. De aanvraag van een dergelijke vergunning moet worden beoordeeld aan de criteria van deze verordening. Op de vergunning zelf (procedure, rechtsbescherming, intrekking, etc) en de handhaving is de Wabo van toepassing.

AanhakenProjecten die naast een omgevingsvergunning ook op basis van een andere regeling een vergunning vereisen, kunnen in bepaalde gevallen er op rekenen dat de omgevingsvergunning ook voor deze andere activiteiten toestemming verleent. Deze toestemming moet tegelijkertijd met de omgevingsvergunning worden aangevraagd en worden afgehandeld. Dit noemen we aanhaken aan de omgevingsvergunning. Aanhaken gebeurt alleen als al niet op grond van een andere wet toestemming is aangevraagd.

Activiteiten die kunnen aanhaken bij de omgevingsvergunning zijn:- Flora en Faunawet - Natuurbeschermingswet

VoorbeeldHet bouwen van een gebouw waardoor een dassenburcht moet worden verplaatst. het project is het bouwen van een gebouw. Dit omvat de volgende activiteiten:

- bouwen;- beschadigen of wegnemen van een dassenburcht- strijdigheid met het bestemmingsplan

Er is voor het bouwen een omgevingsvergunning (Wabo) nodig. Er is voor het opheffen van de strijdigheid met het bestemmingsplan een omgevingsvergunning nodig (Wabo). Of het is toegestaan de dassenburcht te beschadigen of weg te nemen, moet worden beoordeeld aan de hand van de Flora en Faunawet (Ffw). Deze toestemming wordt aangehaakt, dat wil zeggen dat deze toestemming gelijk met de omgevingsvergunning wordt aangevraagd. De aanvraag doorloopt één procedure. Het bevoegd gezag is het college van burgemeester en wethouders.

De uiteindelijke vergunning regelt zowel het bouwen, de opheffing van de strijdigheid met het bestemmingsplan als de problemen met de dassenburcht.

Page 19: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

- provinciale verordeningen (bv grondwaterzaken)

Activiteit Geregeld in Het aanleggen van een weg of het veranderen van een weg voor zover dat verboden is

Bestemmingsplan, verordening of besluit

Het vellen of doen vellen van een houtopstand

Kapverordening

Het in, op of aan een bouwwerk hebben van een alarminstallatie

Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

In een daarbij aangewezen gedeelte van de provincie of gemeente opslaan van goederen

Provinciale of gemeentelijke verordening

Figuur 6.4 Voorbeelden van activiteiten waarvoor toestemming wordt gevraagd in een gemeentelijke of provinciale verordening.

Vragen 6.21.Wat is het verschil tussen een activiteit en een project?2.Wie bepaalt voor welke activiteit een vergunning wordt aangevraagd?3.Wanneer is er sprake van aanhaken van toestemmingen aan de Wabo?

6.3 De aanvraag

Figuur 6.5 De aanvraag

Twee proceduresDe Wabo kent twee procedures voor de voorbereiding van de omgevingsvergunning: de reguliere en de uitgebreide voorbereidingsprocedure. De hoofdregel is dat een aanvraag de reguliere (meest eenvoudige) procedure volgt, tenzij de uitgebreide procedure is voorgeschreven. De reguliere voorbereidingsprocedure is gekozen voor projecten die vrij duidelijk en betrekkelijk eenvoudig van karakter zijn en waarvan de maatschappelijke risico’s klein zijn. De uitgebreide procedure geldt daarentegen voor complexe projecten en/of grotere maatschappelijke risico’s hebben . Het is wettelijk bepaald wanneer voor een van beide procedures gekozen moet worden.

Page 20: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

Vóór het indienen van een aanvraag kan de aanvrager eerst vooroverleg hebben met het bevoegde bestuursorgaan. Ook kunnen verschillende bestuursorganen onderling over een aanvraag vooroverleg hebben bijvoorbeeld met het rijk, de provincie of een waterschap.

Indienen van de aanvraagVoordat je een aanvraag indient, kun je eerst een vergunningen check uitvoeren. Je kunt ook eerst een vooroverleg houden en zo er achter komen of een gefaseerde dan wel een gedeelde vergunning misschien wenselijker is. De procedure van de omgevingsvergunning start met het indienen van een aanvraagformulier. Dit formulier is beschikbaar via Omgevingsloket Online. Via het invullen van dit formulier wordt duidelijk voor welke activiteiten een vergunningplicht bestaat en welke indieningvereisten er gelden. Het aanvraagformulier kan digitaal ingediend worden of uitgeprint en op papier worden aangeboden bij het bevoegde gezag. Je moet er voor zorgen dat je aanvraag compleet is. Dit kan nauwelijks mis gaan als je het digitale formulier geheel invult. Je kunt nagaan wat allemaal vereist is door in de Ministeriele regeling omgevingsrecht (Mor) de artikelen van hoofdstuk 1 te raadplegen. Alle zaken waarover je redelijkerwijs beschikt moet je aan kunnen leveren. Zaken die niet per se noodzakelijk zijn of zaken waarover het bevoegd gezag al beschikt (bijvoorbeeld een bouwtekening uit een eerdere vergunning) hoef je niet in te brengen.

Beoordeling van de aanvraagNadat je aanvraag is ontvangen krijg je een bericht van ontvangst met de datum waarop dit is gebeurd. Vanaf dat moment gaat de termijn van de procedure lopen. In het bericht van ontvangst van het bevoegd gezag moet vermeld zijn:

- wie over de aanvraag zal beslissen;- welke procedure van toepassing is;- wat de beslistermijn is en wanneer deze afloopt;- welke rechtsmiddelen openstaan tegen het besluit.

Hierna wordt er gekeken of je aanvraag volledig is. Hiervoor gebruikt men een checklist. ook wordt er gekeken of er afstemming (coördinatie) met andere wetgeving nodig is (bijvoorbeeld de Waterwet) en of je aanvraag moet worden aangehouden. Indien je aanvraag niet compleet is of dat je onlosmakelijk zaken niet tegelijk aanvraagt, kan het bevoegd gezag beslissen om je aanvraag (nog) niet in behandeling te nemen. Er wordt dan een termijn gesteld (bv 4 weken) waarbinnen je de aanvullende stukken moet aanleveren. Indien niet alles binnen de termijn klopt, wordt je aanvraag buiten behandeling gesteld. De checklist voor de toetsing of een aanvraag ontvankelijk is, zit in de bijlage.

Als er een vergunning wordt aangevraagd voor een bouwwerk of een milieu-inrichting kan het bevoegd gezag een onderzoek naar de integriteit van de aanvrager instellen. Dit gebeurt als er twijfels zijn aan de herkomst van gelden die voor de realisatie van het project worden ingezet. (Wet bibob: bevordering integriteits beoordeling openbaar bestuur)

Page 21: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

Aanhouden van de aanvraagIn bepaalde situaties kan de procedure nog geen vervolg krijgen omdat de aanvraag tot een later tijdstip moet worden aangehouden. Dit moet het bevoegd gezag melden aan de aanvrager. Aanhouding is aan de orde als er geen reden is om de omgevingsvergunning te weigeren, maar er wel redenen zijn om de vergunning nog niet te verlenen (je moet de vergunning verlenen maar dat wil je niet). Dit kan bijvoorbeeld zijn omdat een nieuw bestemmingsplan in voorbereiding is op grond waarvan dezelfde toestemming niet meer mogelijk is. De aanhouding voorkomt dan dat het nieuwe plan al op voorhand wordt doorkruist. Het is duidelijk dat wanneer jouw project niet strijdig is met het nieuwe plan, je aanvraag ook niet aangehouden hoeft te worden.

Belangrijk is de termijn waarop de aanhouding afloopt en er een beslissing moet vallen. Natuurlijk is dit wanneer voorlopige besluiten definitief worden maar ook als het bevoegd gezag termijnen laat overschrijden. We zien dit nog verderop in dit hoofdstuk.

Bij het slopen van bepaalde gebouwen in bijvoorbeeld een beeldbepalend dorps- of stadsgezicht kan de sloopaanvraag worden aangehouden totdat er een bouwvergunning is verleend voor de nieuwbouw ter plaatse. De aanvrager heeft er hier dus voor gekozen om niet één maar twee omgevingsvergunning aan te vragen. Eén voor het slopen van het oude en één voor het bouwen van een nieuw bouwwerk. Het bevoegde gezag wil echter zekerheid hebben over de nieuwbouw en kiest daarom voor het aanhouden van de aanvraag voor het slopen. Een voorbeeld hiervan is een aanvraag voor het slopen van een belangrijke gevelwand in een winkelstraat, voordat er een goedgekeurde omgevingsvergunning bouwen ligt voor de nieuwbouw. Zo voorkomt het bevoegde gezag een (tijdelijk) gat in de winkelstraat. Deze regeling geldt alleen als in het bestemmingsplan een dergelijke regeling is opgenomen.

Figuur 6.6 De reguliere voorbereidingsprocedure in het kort

Reguliere voorbereidingsprocedureElke aanvraag wordt door het bevoegd gezag gepubliceerd in één of meer dag- of weekbladen en/of op haar website. De reguliere voorbereidingsprocedure bestaat, na het bericht van ontvangst, uit de volgende stappen:

1. kennisgeving van aanvraag (bladen en websites)2. adviezen (o.a. welstand, GS)3. besluitvorming door bevoegd gezag

Page 22: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

4. bekendmaking van besluit (aanvrager, bladen, adviseurs)

De reguliere voorbereidingsprocedure kan als volgt worden weergegeven:

Figuur 6.7 Reguliere voorbereidingsprocedure

Als het bevoegd gezag de aanvraag niet wil honoreren en er dus geen vergunning verleend wordt, moet de aanvrager ook de kans geboden worden om zijn zienswijzen daar tegen in te brengen. Indien het bevoegd gezag een deskundige om advies wil vragen kan dit en kan de proceduretermijn met maximaal 6 weken worden verlengd.Neemt men uiteindelijk een beslissing dan wordt die vanzelfsprekend aan de aanvrager bekend gemaakt en gepubliceerd. Hierna treedt de vergunning in werking.

RechtsbeschermingDe eerste stap van de rechtsbescherming voor derden bestaat uit het indienen van een bezwaarschrift bij de organisatie die de omgevingsvergunning verstrekt heeft. Het bestuursorgaan moet een besluit nemen naar aanleiding van het bezwaarschrift, waarbij de omgevingsvergunning volledig moet worden heroverwogen.

Page 23: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

Tegen het besluit op het bezwaar kan vervolgens beroep worden ingesteld bij de rechtbank en hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Deze procedures zijn vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht.

Page 24: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

Omgevingsvergunning van rechtswege Overschrijdt het bevoegde gezag de beslistermijn van de reguliere voorbereidingsprocedure, dan leidt dat tot een zogenaamde omgevingsvergunning van rechtswege. De wetgever wil dat er binnen de gestelde termijnen ook daadwerkelijk beslissingen worden genomen. Blijft het bevoegde gezag in gebreke dan krijgt de aanvrager precies zijn vergunning conform de aanvraag die hij heeft gedaan. Er kunnen wel door derden bezwaren worden ingediend, maar blijven die uit dan kun je met je project aan de slag. Dit kan erg vervelende en onomkeerbare gevolgen hebben zoals je begrijpt. Een gekapte boom krijg je niet meer terug, evenals een gesloopt monument. Voor dergelijke ingrijpende projecten geldt echter na het verlenen van de vergunning een termijn waarop belanghebbenden bezwaar kunnen indienen. Het is dan te hopen dat na de publicatie van de verleende vergunning, tijdens de termijn waarop nog beroep kan worden aangetekend, zich nog derden melden met een bezwaar. Zie hierover Wabo artikel 6.1.Gelden deze bijzondere voorwaarden niet, dan is de vergunning verleend één dag na de publicatie.

Uitgebreide voorbereidingsprocedureDe uitgebreide voorbereidingsprocedure kan als volgt worden weergegeven:

Figuur 6.8 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Page 25: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

AdviseringBij sommige aanvragen kan het zijn dat er een adviseur (moet) worden geraadpleegd. Bij de advisering kennen we drie soorten advies:

1. regulier advies2. facultatief advies3. advies waterkwaliteitsbeheerder bij indirecte lozingen ( op het riool)

De status van het advies (bindend of niet) heeft alles te maken met de vraag in hoeverre het bevoegd gezag van het advies mag afwijken.Regulier advies: je moet om advies vragen en je moet er rekening mee houden. Alleen met sterke motivatie mag je er van afwijken.Facultatief advies: je mag om advies vragen en met het advies doen wat je wilt.Waterschapsadvies: je moet dit advies opvolgen bij lozingen die een RWZI in gevaar kunnen brengen (indirecte lozingen). Hieronder volgen enkele voorbeelden van adviseurs en waarvoor je hen kunt raadplegen.

Adviseur Advies overGedeputeerde staten(GS)

Grondwaterzaken, monumenten, industrieterreinen, inrichtingen

Welstandcie BouwenWaterschap Indirecte lozingen bij inrichtingenBrandweer Bepaalde inrichtingen met brandgevaarMinister Rijksmonumenten, zware industrie

Verklaring van geen bedenkingen (vvgb)Soms is het niet voldoende om een bestuursorgaan om advies te vragen en is het middel van vvgb zwaarder en meer op zijn plaats. Dat kan als het orgaan zeer deskundig is om de aanvraag te beoordelen of als het orgaan verantwoordelijk is voor het beleid op het gebied van de aanvraag. Het belangrijkste verschil tussen een advies en een vvgb is dat deze laatste altijd bindend is. Geen vvgb betekent dus automatisch géén vergunning. Je kunt als aanvrager niet rechtstreeks tegen een vvgb in beroep gaan. Dit kan pas als daarna de vergunning ook is geweigerd.Enkele voorbeelden over wanneer er een vvgb vereist is:

- aan GS voor handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet- aan de minister voor handelingen in het kader van de Flora en faunawet- aan de gemeenteraad voor grotere afwijkingen van een bestemmingsplan (PAB);- aan GS om af te wijken van een provinciale verordening

Page 26: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

Figuur 6.9 De vergunning is verleend

Vragen 6.31.In welke gevallen moet de uitgebreide procedure worden gevolgd?2.Wie mag er in de uitgebreide procedure zienswijzen indienen?3. Wat zegt de Wabo in artikel 6.1 over het voorkomen dat iemand van rechtswege een vergunning krijgt voor het kappen van een boom en direct aan de slag kan na de verlening?4. Bezwaar maak je bij het bevoegd gezag en beroep kun bij de rechtbank kunt aantekenen. Wat is het verschil?5.Noem een aantal belangrijke verschillen tussen de reguliere en de uitgebreide procedure.6. Als je GS vraagt om advies op de aanvraag van een tankstation in een grondwaterbeschermingsgebied, is er dan sprake van een regulier of een facultatief advies? Leg uit.7. Welk type adviezen zal in het algemeen de welstandcommissie uitbrengen

6.4 Soorten omgevingsvergunningenHet uitgangspunt bij de vergunningverlening is dat de aanvrager bepaalt voor welke activiteiten hij een vergunning aanvraagt. De aanvrager kan de vergunningplichtige activiteit pas uitvoeren, wanneer de vergunning is verleend en in werking is getreden.In de praktijk wordt wel onderscheid gemaakt tussen enkelvoudige en meervoudigevergunningen:– Een enkelvoudige vergunning gaat over één vergunningplichtige activiteit waarvoor eenvergunning wordt gevraagd. Bijvoorbeeld: een vergunning voor alleen het bouwen vaneen schuur.– Een meervoudige vergunning gaat over twee of meer vergunningplichtige activiteiten waarvoor in één keer een vergunning wordt aangevraagd. Bijvoorbeeld: het verbouwen van een monument, waarbij sprake is van de vergunningplichtige activiteit ‘bouwen’ en ‘wijzigenvan een monument’.

Met de Wabo is in beide gevallen sprake van een omgevingsvergunning. Het onderscheid

Voorbeeld: Bij de beoordeling of een omgevingsvergunning moet worden verleend voor met het bestemmingsplan strijdig gebruik is er een ruime beoordelingsvrijheid. De aanvraag doorloopt in dit geval de uitgebreide voorbereidingsprocedure. Als tevens een vergunning voor bouwen moet worden verleend, is deze veel meer geboden. Normaal loopt een dergelijke aanvraag dan ook de reguliere procedure. Als een vergunning voor beide activiteiten moet worden verleend, is de uitgebreide procedure van toepassing

Page 27: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

tussen enkelvoudige en meervoudige vergunningen heeft met name consequenties voor deorganisatie van het bevoegd gezag. Bij meervoudige aanvragen zal er binnen de organisatievan het bevoegd gezag procedureel en inhoudelijk moeten worden samengewerkt om tekomen tot één besluit.Voordat de burger of het bedrijf een aanvraag opstelt en indient, moet hij een keuze makenwelk type vergunning hij wil hebben:– één omgevingsvergunning voor het gehele project: in één keer een vergunningaanvraagopstellen voor alle activiteiten van het project;– een omgevingsvergunning voor een deelproject: het opsplitsen van het project in deelprojecten en voor elk deelproject een vergunningaanvraag voor de activiteiten van hetdeelproject opstellen;– een gefaseerde omgevingsvergunning: een vergunningaanvraag voor het gehele projectdie in twee fasen wordt verleend.

Deze keuze biedt de aanvrager de mogelijkheid de aanvraag van een omgevingsvergunning telaten aansluiten bij de voortgang van het project.

Omgevingsvergunning voor het gehele projectDe verwachting is dat de aanvrager in de meeste gevallen er voor zal kiezen in één keer eenomgevingsvergunning voor het gehele project aan te vragen. In veel gevallen bestaat het project ook alleen maar uit een enkelvoudige activiteit, zoals het kappen van een boom. Maar in een aantal gevallen is sprake van een samenloop van vergunningplichtige activiteiten, zoalshet kappen van een boom, het slopen van een huis, het opheffen van strijdigheid met eenbestemmingsplan, etc. In deze gevallen kan de aanvraag op al deze activiteiten betrekkinghebben en kan optimaal gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden van de Wabo: éénaanvraag, één voorbereidingsprocedure, één procedure van rechtsbescherming.

Als op voorhand al duidelijk is dat één van de activiteiten geweigerd zal worden, is het doelmatiger en sneller om deze eerst af te wegen en de andere later.

Omgevingsvergunning voor deelprojectDegene die een bepaald project wil uitvoeren en daarvoor een omgevingsvergunning moetaanvragen, kan besluiten het project op te delen in deelprojecten. Het zal hierbij meestal

Voorbeeld: serre met terrasIn het geval van het aanleggen van een serre met terras kan de aanvrager ervoor kiezen om in een keer een omgevingsvergunning voor alle activiteiten aan te vragen. Dit heeft het voordeel dat er maar een procedure (inclusief rechtsbescherming) voor alle activiteiten doorlopen moet worden en dat hij na het verlenen van de vergunning met de activiteiten kan beginnen.

Voorbeeld: Er wordt een bouwactiviteit aangevraagd die tevens het oprichten van een inrichting inhoudt. De bouwactiviteit is in strijd met het bestemmingsplan. De vergunningverlener kan er voor kiezen eerst te kijken of de aanvraag kans van slagen heeft, voor dat naar de meer technische aspecten wordt gekeken. In dat geval wordt eerst beoordeeld of het project past binnen de voorschriften van het bestemmingsplan. Vervolgens wordt getoetst aan het Bouwbesluit 2012. Omdat dus het bouwplan al in strijd is met het bestemmingsplan kan de hele vergunningsaanvraag worden geweigerd.

Page 28: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

gaan om veelomvattende projecten, zoals de ontwikkeling van een agrarisch gebied tot eenwoongebied, waarbij sprake is van veel vergunningplichtige activiteiten. Vanzelfsprekendkan de aanvrager besluiten om voor het gehele project in één keer een omgevingsvergunningaan te vragen.

De aanvrager moet in het geval van deelprojecten voor elk deel een omgevingsvergunningaanvragen, die de gehele voor die activiteit(en) geldende voorbereidingsprocedure moetdoorlopen. Het voordeel van een omgevingsvergunning voor een deelproject is dat de aanvrager na het in werking treden van de deelvergunning dat deel van het project kan uitvoeren.Door het opdelen van een project in deelprojecten loopt de aanvrager echter ook het risicodat de ene deelvergunning wel wordt verleend en de andere deelvergunning wordt geweigerd.Daardoor krijgt hij op een later tijdstip pas zekerheid over de realisatie van het geheleproject.

OnlosmakelijkheidHet opdelen van een project in deelprojecten is aan een grens gebonden. In de Wabo iséén belangrijke grens gesteld aan het opknippen van een project in deelprojecten en hetaanvragen van deelvergunningen. Voor activiteiten binnen een project die onlosmakelijkmet elkaar zijn verbonden, moet in één keer een omgevingsvergunning worden aangevraagd.Het criterium van de onlosmakelijkheid is neergelegd in artikel 2.7. Het houdt in dat, wanneereen project bestaat uit verschillende (vergunningplichtige) activiteiten, de aanvrager ervoormoet zorgen dat de omgevingsvergunning voor die activiteiten die onlosmakelijk met elkaarverbonden zijn, tegelijk wordt aangevraagd. Van onlosmakelijkheid is sprake wanneer eenbepaalde handeling betrekking heeft op verschillende vergunningplichtige activiteiten, diefysiek niet te scheiden zijn. Voorbeelden van onlosmakelijke zaken zijn o.a. bouwen en het oprichten van een inrichting en bouwen in strijd met een bestemmingsplan.

Het doel van deze bepaling is ervoor te zorgen dat de activiteiten binnen een deelproject dieonlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, niet kunnen worden uitgevoerd zonder dat aan alle

Voorbeeld: onlosmakelijkheid bij de serre met terrasBij het project ‘slopen van een monumentaal pand’ is sprake van de vergunningplichtige activiteit ‘slopen van een bouwwerk’ en de vergunningplichtige activiteit ‘slopen van een monument’. Deze activiteiten zijn fysiek niet te scheiden. In dit geval moet de aanvraag van een omgevingsvergunning op beide activiteiten betrekking hebben. De activiteit ‘kappen van bomen’ hangt niet onlosmakelijk samen met het slopen van een monumentaal pand en kan derhalve als apart deelproject worden aangevraagd.Wanneer bij het slopen van het pand en het maken van een serre geen sprake zou zijn geweest van een monumentaal pand, zou sprake zijn van de vergunningplichtige activiteiten ‘slopen van een bouwwerk’ en ‘bouwen van een bouwwerk’. Deze activiteiten zijn wel fysiek te scheiden. In dit geval kan eerst de aanvraag van een omgevingsvergunning betrekking hebben op de activiteit ‘slopen van een bouwwerk’. Daarna kan de aanvraag voor een aparte omgevingsvergunning betrekking hebben op de activiteit ‘bouwen van een bouwwerk’.

Voorbeeld : serre met terrasVoor het aanleggen van een serre met terras moet een monumentaal huis worden gesloopt, bomen worden gekapt, grond bouwrijp worden gemaakt, een nieuwe serre worden gebouwd en een uitrit gemaakt. De aanvrager kiest ervoor om eerst een omgevingsvergunning aan te vragen voor een deel van het project, namelijk het slopen van het monumentale huis en het kappen van de bomen. Hij hoeft dan nog geen tekeningen van de nieuw te bouwen serre te overleggen.

Page 29: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

aspecten aandacht is besteed. Dit maakt het mogelijk alle aspecten in samenhang met elkaarte beoordelen en de vergunningvoorschrift en goed op elkaar af te stemmen.

Gefaseerde omgevingsvergunningIn artikel 2.5 wordt de aanvrager van een omgevingsvergunning de mogelijkheid geboden devergunning in fasen aan te vragen. Dit biedt de aanvrager de mogelijkheid een uitspraak vanhet bevoegd gezag te krijgen over de vergunbaarheid van bepaalde activiteit(en) binnen eenproject. Zo kan het voor de aanvrager wenselijk zijn eerst een uitspraak van het bevoegd gezag te krijgen of hij uit milieuoogpunt ergens een bedrijf mag vestigen, voordat hij precieze bouwtechnische tekeningen van dat bedrijf laat opstellen. Bij een gefaseerde omgevingsvergunning geldt daarom, anders dan bij een deelvergunning, het criterium van de onlosmakelijkheid niet.

Fasering geschiedt in twee fasen en bestaat uit een beschikking eerste fase en een beschikkingtweede fase. Elke fase doorloopt in principe de procedure die zou gelden wanneer deomgevingsvergunning in één keer zou worden aangevraagd. Beide beschikkingen vormengezamenlijk de omgevingsvergunning. Het nadeel van fasering is dat de activiteiten pas kunnen worden uitgevoerd, wanneer de besluiten voor beide fasen zijn verkregen en in werking zijn getreden.Het staat de aanvrager vrij de activiteiten te kiezen waarover hij in de eerste fase een uitspraak van het bevoegd gezag wil ontvangen. Bij de aanvraag voor een beschikking voor de eerste fase beschrijft de aanvrager het totale project maar kan verder volstaan met het verstrekken van gegevens en bescheiden die betrekking hebben op de activiteiten waarop de eerste fase ziet. Bij de aanvraag voor een beschikking voor de tweede fase moeten de overige gegevensen bescheiden worden verstrekt.

Vragen 6.41.Iemand wil een woonhuis omvormen tot een restaurant.a. Welke twee (deel)vergunningen heeft de aanvrager zeker nodig?b. Waarom is het verstandig voor dit project een gefaseerde omgevingsvergunning aan te vragen?2.Zijn het kappen van een boom en het daarna bouwen van een garage op deze plaats onlosmakelijk met elkaar verbonden? Leg uit.3.Noem een voordeel van het aanvragen van activiteiten in deelprojecten tegenover het aanvragen van een gefaseerde vergunning.

6.5 Toetsing voor verlenen of weigeren

Voorbeeld: serre met terrasStel dat de serre met terras wordt aangelegd in of vlakbij een aangewezen beschermd natuurterrein. De aanvrager wil dan, voordat hij een aanvraag voor het bouwen van de serre indient, eerst een (onherroepelijke) uitspraak van het bevoegd gezag hebben over de toelaatbaarheid van de activiteiten in verband met de aanwezigheid van het beschermde natuurterrein. In dit geval kan de aanvrager ervoor kiezen een gefaseerde vergunning aan te vragen, waarbij in fase 1 alleen gekeken wordt naar deze toelaatbaarheid. In fase 2 kan hij dan voor de overige activiteiten een aanvraag van een omgevingsvergunning indienen.

Page 30: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

Om te kunnen bepalen of een omgevingsvergunning kan worden verleend of geweigerd, moet eerst worden vastgesteld op welke activiteiten de aanvraag betrekking heeft. Uit welke activiteiten bestaat het project? De Wabo kent namelijk geen integraal toetsingskader. Per activiteit is in afzonderlijke artikelen een toetsingskader opgenomen. Je vindt dus in de Wabo een opsomming van weigerings- en verleningargumenten die ieder afzonderlijk aan een bepaalde activiteit zijn gekoppeld. Deze lijst is opgenomen in artikel 2.10 tot en met 2.20a van de Wabo.

Er is geen volgorde in de toetsing: alle toetsingskaders wegen even zwaar. Als je echter al op voorhand ziet dat er een activiteit in het project is die tot een afwijzing zal leiden, is het doelmatiger en sneller dat je eerst hier naar kijkt. Je moet namelijk de hele omgevingsvergunning weigeren als er één activiteit is die het verlenen ervan belemmert. Dit geldt natuurlijk niet als er deelvergunningen zijn aangevraagd, dan beoordeel je ieder geval apart. Het bevoegd gezag mag geen vergunning verlenen anders dan is aangevraagd. Vraagt iemand aan om een flat van 5 verdiepingen te mogen bouwen en dit moet worden geweigerd, dan kan het niet zo zijn dat er alsnog een vergunning wordt gegeven voor 3 verdiepingen als dit wel is toegestaan. Hiervoor moet dan weer een nieuwe aanvraag worden ingediend.

Toetsingskader voor bouwactiviteiten en werkenHiervoor verwijzen we naar Hoofdstuk 5

Toetsingskader voor strijdig gebruikHet gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan , verordening of besluit is verboden.Ondanks deze verbodsbepaling kan soms toch een omgevingsvergunning worden verleend. Hierover wordt iets gezegd in artikel 2.12 Wabo waarin verleningscriteria worden gegeven.Hier praten we over een begrip dat we wel een projectafwijkingsbesluit noemen. Het geeft aan dat we onder enkele voorwaarden een omgevingsvergunning kunnen verlenen voor gevallen die strijdig zijn met het bestemmingsplan. We hebben hier al over gesproken bij de behandeling van afwijkingen van het bestemmingsplan. Nog eens samengevat is er in de volgende gevallen vergunningverlening mogelijk:

- als de afwijking al in het plan is opgenomen (binnenplanse afwijking)- in door een AMvB aangewezen gevallen (kruimelgevallen uit art. 4 bijlage II Bro)- als de afwijking niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening (wel gemotiveerd

met een goede ruimtelijke onderbouwing)

VoorbeeldEr wordt een bouwactiviteit aangevraagd die tevens het oprichten van een inrichting inhoudt. De bouwactiviteit is in strijd met het Bouwbesluit. De vergunningverlener kan ervoor kiezen eerst te kijken of de aanvraag kans van slagen heeft, voordat naar meer technische aspecten wordt gekeken. In dat geval wordt eerst beoordeeld of het project past binnen de voorschriften van het bestemmingsplan. Vervolgens wordt getoetst aan het Bouwbesluit. Omdat het bouwplan hiermee in strijd is, kan weigering plaatsvinden en hoeft niet meer te worden ingegaan op de milieutechnische aspecten van de aanvraag.(De omgevingsvergunning moet immers al worden geweigerd wegens strijd met het

VoorbeeldEr wordt een bouwactiviteit aangevraagd die tevens het oprichten van een inrichting inhoudt. De bouwactiviteit is in strijd met het Bouwbesluit. De vergunningverlener kan ervoor kiezen eerst te kijken of de aanvraag kans van slagen heeft, voordat naar meer technische aspecten wordt gekeken. In dat geval wordt eerst beoordeeld of het project past binnen de voorschriften van het bestemmingsplan. Vervolgens wordt getoetst aan het Bouwbesluit. Omdat het bouwplan hiermee in strijd is, kan weigering plaatsvinden en hoeft niet meer te worden ingegaan op de milieutechnische aspecten van de aanvraag.(De omgevingsvergunning moet immers al worden geweigerd wegens strijd met het Bouwbesluit).

Page 31: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

Toetsingskader in verband met brandveiligheidEen omgevingsvergunning moet worden geweigerd als de brandveiligheid van het voorgenomen gebruik van een bouwwerk niet voldoende is verzekerd. Hier is dus sprake van een weigeringsgrond. Vaak zal hieraan een advies van de brandweer aan ten grondslag liggen.

Toetsingskader voor inrichtingenVoor dit toetsingskader bestaan een groot

aantal criteria. In sommige afwegingen moet de “rekening houden met”, in andere moet je “in acht nemen”, weer andere moet je “bij de aanvraag betrekken”, kortom het is nogal een ingewikkelde zaak om een goed besluit tot het verlenen van een vergunning te nemen. We zetten het eens op een rij:

Bij de aanvraag betrekken - de bestaande toestand van het milieu- de gevolgen voor het milieu- de maatregelen ter bescherming van het milieu

Rekening houden met - het geldende milieubeleidsplan- het geldende afvalbeheerplan- vastgestelde milieukwaliteitseisen

In acht nemen - toegepaste best beschikbare technieken- vastgestelde grenswaarden voor emissies - voorschriften waterkwaliteitsbeheerder

Weigeren - als het belang van het milieu dit vereist- als de Wet Bibob dit vereist

Verlenen - als er geen nadelige gevolgen voor het milieu zijn

Toetsingskader bij RijksmonumentenZonder vergunning is het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een beschermd monument verboden. Ook mag je het niet gebruiken of laten gebruiken op een ontsierende manier. Een omgevingsvergunning kan alleen worden verleend als het belang van de monumentenzorg zich hiertegen niet verzet. Je ziet dat dit weer een verleningsafweging is. Het is niet zo dat er nooit iets mag gebeuren aan een monument. De vergunningverlener moet ook rekening houden met het belang van de aanvrager. Is dit belang erg groot dan kan er zelf iets worden vergund dat schadelijk is voor het monument maar zeer positief uitpakt voor de aanvrager.

Voor het overige zijn er nog toetsingskaders voor - het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht;- activiteiten die op grond van een verordening vergunningplichtig zijn (gemeentelijk of

provinciaal; vb. kappen, alarminstallatie plaatsen, reclame voeren, etc)).

VoorbeeldEr wordt een bouwactiviteit aangevraagd die tevens het oprichten van een inrichting inhoudt. De bouwactiviteit is in strijd met het Bouwbesluit. De vergunningverlener kan ervoor kiezen eerst te kijken of de aanvraag kans van slagen heeft, voordat naar meer technische aspecten wordt gekeken. In dat geval wordt eerst beoordeeld of het project past binnen de voorschriften van het bestemmingsplan. Vervolgens wordt getoetst aan het Bouwbesluit. Omdat het bouwplan hiermee in strijd is, kan weigering plaatsvinden en hoeft niet meer te worden ingegaan op de milieutechnische aspecten van de aanvraag.(De omgevingsvergunning moet immers al worden geweigerd wegens strijd met het

Page 32: maken.wikiwijs.nl · Web view3.Geef eens drie aspecten die je ten aanzien van (grond en oppervlakte) water in een bestemmingsplan voor een woonwijk zou willen opnemen. 4.In een bestemmingsplan

Je ziet dat er allerlei mogelijkheden zijn om inhoudelijk een vergunningsaanvraag te toetsen. We zagen bijvoorbeeld weigeringsgronden, verleningsgronden en criteria om rekening mee te houden. Uiteindelijk wordt alles integraal en in één proces getoetst en wordt er een beslissing genomen over de aanvraag. In sommige gevallen kunnen er nog voorschriften aan de verlening worden gekoppeld maar alles op een rij gezet is het beslissingsproces en de beslissing helder.

Voor het bevoegd gezag is het vooral een kwestie van goed organiseren van het werkproces, zodat de termijnen gehaald worden en alle afzonderlijke aspecten voldoende aan bod komen in die ene procedure voor die ene vergunning. Men kan niet meer naast elkaar werken of achter elkaar, maar zal tegelijkertijd tot beoordeling van activiteiten moeten overgaan om termijnen te kunnen halen en om een vergunning te kunnen verlenen. Niet alleen het werkproces moet daarbij worden afgestemd. Ook het formuleren van de juiste voorschriften en het motiveren van de vergunning zal om afstemming vragen.

Vragen 6.51.Wat betekent het dat de Wabo geen integraal toetsingskader kent?2. Waar kun je toetsen of je een houtsingel in het buitengebied mag kappen?3.In het Bor komen we de termen “bijbehorend bouwwerk” en “functioneel verbonden”. De rechter heeft uitgesproken dat een duivenhok een bijbehorend gebouw bij een woonhuis dat hier functioneel mee verbonden is. Kun je dit uitleggen?4. Wat is het verschil tussen en verlenings- en een weigeringscriterium?