maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een...

45
Beroepscommunicatie Eindverslag Aukelien Blok Student: Aukelien Blok Studentnummer: 413356 NHL-emailadres: [email protected] Opleiding: Leraar Gezondheidszorg en Welzijn Traject: Deeltijd Code toetseenheid: TE.ECS.Dt.PP.14.D-Beroep.comm. Deelbeoordeling: Eindopdracht 0 ???

Transcript of maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een...

Page 1: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

Beroepscommunicatie

Eindverslag Aukelien Blok

Student: Aukelien BlokStudentnummer: 413356NHL-emailadres: [email protected]: Leraar Gezondheidszorg en Welzijn Traject: DeeltijdCode toetseenheid: TE.ECS.Dt.PP.14.D-Beroep.comm.Deelbeoordeling: EindopdrachtBegeleider: H.R.H. van EldikExaminator: H.R.H. van EldikInleverdatum: 07-12-2016

Door het inleveren van deze opdracht verklaar ik dat de opdracht eigen werk is en dat het

vrij is van plagiaat.

0

???

Page 2: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

Inleiding

Voor u ligt mijn verslag van beroepscommunicatie. Een vak dat ik in het schooljaar 2015/2016 heb gevolgd. We hebben 3 colleges gehad, aangezien er eentje uitviel. Er stonden 4 colleges op de planning. In deze colleges hebben wij veel informatie gekregen over allerlei zaken die te maken hebben met beroepscommunicatie. Deze waren veelal gericht op het onderwijs. Er kwamen verschillende manier van communiceren voorbij, welke rollen je kunt vervullen, hoe je naar communicatie kunt kijken, wat jouw manier van communiceren kan oproepen voor reactie bij de ander, enzovoorts. In het verslag zijn verschillende zaken opgenomen. Ik heb het verslag pas veel later afgerond. Dit had te maken met de beperkte mogelijkheid om te filmen op mijn werkplek en de hoeveelheid werkdruk die ik voor de zomervakantie voelde. Na de vakantie kon ik met frisse moed weer beginnen en heb ik het verslag afgerond. Het begin met een POP, waarin ik heb beschreven waar ik zelf sta op het gebied van communicatie. Ik heb een aantal succesvolle- en niet succesvolle gesprekssituaties beschreven met een reflectie daarop. Ik heb een totaalreflectie gegeven op de lessen en ik heb de uitgewerkte opdrachten toegevoegd die we moesten maken n.a.v. de lessen, bijvoorbeeld het maken van een sociogram van een klas en hoe dit jouw manier van communiceren beïnvloedt. Vervolgens heb ik twee verbatims uitgewerkt, over twee gesprekssituaties. Daarop heb ik een analyse uitgevoerd en als laatste heb ik mijn leerverhaal toegevoegd. Al met al een hele klus, maar ik ben trots op het resultaat van dit verslag. Ik hoop dat het overzichtelijk en goed te lezen is.

Aukelien Blok oktober 2016

Inhou

1

Page 3: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

dInleiding.....................................................................................................................................1

Inhoud.......................................................................................................................................2

Eindopdracht 1:POP.................................................................................................................3

Talent beschrijving................................................................................................................3

Hoe kan ik mijn talenten inzetten bij mijn ontwikkeling?.......................................................4

Succesvolle gesprekssituaties..............................................................................................5

Gesprek 1..........................................................................................................................5

Gesprek 2..........................................................................................................................6

Gesprek 3..........................................................................................................................7

Gesprek 4..........................................................................................................................8

Niet succesvolle gesprekssituaties........................................................................................9

Gesprek 1..........................................................................................................................9

Gesprek 2..........................................................................................................................9

Gesprek 3........................................................................................................................10

Gesprek 4........................................................................................................................10

Inzet kwaliteiten om te komen tot professionele ontwikkeling.............................................11

Eindopdracht 2; Reflectie op de lessen....................................................................................0

Opdracht bijeenkomst 4 februari 2016..................................................................................1

Eigen analyse op LSD.......................................................................................................1

Eigen analyse op gespreksinterventies.............................................................................1

Eigen analyse op Non-verbale houding en effect..............................................................1

Analyse van de CC groep op LSD.....................................................................................2

Analyse van de CC groep op gespreksinterventies...........................................................2

Analyse van de CC groep op Non-verbale houding en effect...........................................2

Opdracht bijeenkomst donderdag 17 maart 2016.................................................................3

Eindopdracht 3..........................................................................................................................0

a. Tweegesprek..................................................................................................................0

b. Groepsgesprek...............................................................................................................0

c. Leerverhaal....................................................................................................................0

Nawoord................................................................................................................................1

Bibliografie................................................................................................................................2

Nawoord....................................................................................................................................3

2

Page 4: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

Eindopdracht 1:POP

In deze POP zal ik mij voornamelijk richten op de communicatie die ik heb met de leerlingen waar ik mee werk. Dit doe ik vanuit mijn beroep en vanuit een professionele houding.

Talent beschrijving

Mijn talenten op het gebied van communicatie liggen in het feit dat ik mij goed kan verplaatsen in de leerlingen met wie ik werk. Ik krijg vaak te horen dat ze zich op hun gemak voelen bij mij en zich daarom vrij voelen om hun verhaal te doen of hun zorgen te delen. Ik luister met een open houding en probeer de leerling het gevoel te geven dat hij of zij echt bij mij terecht kan. Ik denk dat dit komt doordat ik nog relatief jong ben en daardoor goed begrijp wat de belevingswereld van jonge tieners inhoudt en wat zij tegenkomen in hun leven. Verder probeer ik door middel van doorvragen een goed en helder beeld te krijgen van datgene mij verteld wordt, maar ook wat er dan van mij wordt verwacht. Soms is dat een actie, maar soms is het alleen luisteren en aanhoren.

Ontwikkelpunten

Ik heb sterk de neiging om direct met adviezen te komen of een actie vóór een leerling te willen ondernemen. Ik zou graag willen leren om meer de leerling te laten nadenken en niet gelijk een oplossing ‘voor te kauwen’. Ik denk dat dit nodig is omdat je op die manier veel meer de leerling zelf aan het denken kan zetten en omdat ik denk dat het voor een leerling ook vervelend kan voelen als je hem een oplossing in de schoenen schuift waar hij niet mee uit de voeten kan, omdat het bijvoorbeeld niet bij hem past op die manier te handelen. Ik ben iemand die altijd heel praktisch denkt en graag alles oplost en volgens mij is dat de reden is dat ik vaak zo handel in gesprekken.Ik ben me er uiterst bewust van. Dat komt doordat ik het in gesprekken met anderen zelf irritant of vervelend vindt, als iemand met klinkklare oplossingen komt, terwijl dat voor mij niet als een oplossing voelt, of dat het niet mijn manier is. Ook zou ik graag willen leren om rustiger te praten. Het gebeurt vaak dat ik heel snel wil praten en daardoor warrig en chaotisch kan overkomen. Dan zie ik bij een leerling ook verwarring ontstaan. Het heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg. Meestal is dit ook een moment om in herhaling te vallen of met oplossingen te komen.

3

Page 5: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

Hoe kan ik mijn talenten inzetten bij mijn ontwikkeling?

Door te luisteren en samen te vatten kun je al veel duidelijk maken voor degene die tegenover je zit. Als ik leer geduldig af te wachten denk ik dat ik een leerling ruimte kan geven om na te denken en zelf met een oplossing of antwoord te komen. Doordat ik weet dat het vervelend kan zijn dat iemand met pasklare oplossingen komt, en zeker als je puber bent, kan dit heel naar overkomen, zou ik hier gebruik kunnen maken van mijn inlevingsvermogen. Ik zou me meer moeten afvragen; wat zou mijn gesprekspartner nu nodig hebben? Ruimte? Tijd? Een vraag of een samenvatting van het gesprek? Hoe kan ik mijn gesprekspartner stimuleren tot nadenken? Wellicht met doorvragen.Het is heel belangrijk dat ik rust uitstraal. Een open houding heb ik al, daardoor komen leerlingen bij mij. Zoals ik al beschreef zie ik verwarring ontstaan op het moment dat ik verwarrend of chaotisch wordt door veel praten. Ik moet dus rust blijven bewaren in een gesprek.

Succesvolle gesprekssituaties

Gesprek 1.

4

Tijdens mijn werk als woonbegeleider in de gehandicaptenzorg, begeleidde ik een vrouw van 32 jaar. Zij woonde in principe zelfstandig met ondersteuning. De begeleiding is gericht op het zoveel mogelijk zelfstandig laten functioneren van de cliënt. Zij woonde in een appartement op 2 hoog en had veel last van haar onderbuurman, die tot ‘avonds laat lawaai maakte, door het gebruik van tv en computer. Deze vrouw raakte hier erg gestrest door en daarover hadden wij een gesprek. Ze vertelde daarin wat het probleem was en werd daar emotioneel door. Ze voelde zich gestrest omdat ze haar slaap erg nodig had om energie op te doen en dit lukte niet op deze manier. Ik heb haar haar verhaal laten doen en haar zoveel mogelijk haar frustratie hierover laten uiten. Toen ik de indruk kreeg dat ze alles had gezegd en haar emoties had laten gaan, heb ik met haar het probleem samengevat en haar gevraagd wat zij graag zou willen dat er veranderde. Ze kon goed aangeven hoe ze dit zag, namelijk; doordeweeks om 22.00 rust en daarnaast wilde ze heel graag dat ze een goede band bleef behouden met haar onderbuurman. Ik heb haar gevraagd hoe ze dit zou willen aanpakken en haar zelf laten nadenken over een oplossing. Ze kwam met het idee om eerst zelf aan te bellen en haar zorg voor te leggen en te vragen of hij hierin rekening met haar wilde houden. Dit was spannend en ik heb gevraagd wat ze nodig zou hebben om die spanning wat kwijt te raken. Het was lastig voor haar om dit te benoemen. Door middel van doorvragen bleek dat ze zich graag goed en duidelijk wilde

Page 6: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

Talenten en kwaliteiten: De ruimte geven, emoties laten gaan en zo ook ruimte geven om een oplossing te bedenken, rust in het gesprek, me inleven in de ander en ondersteunen bij haar spanningen.

Gesprek 2.

Talenten en kwaliteiten: Ik heb mezelf even ruimte te geven om na te denken (ik werd immers voor het blok gezet), ik heb haar gecomplimenteerd en hierdoor spanning bij haar weggenomen, ik heb haar ruimte gegeven om aan te geven wat haar wensen waren.

5

Tijdens mijn werk als woonbegeleider in de gehandicaptenzorg, begeleidde ik een vrouw van 32 jaar. Zij woonde in principe zelfstandig met ondersteuning. De begeleiding is gericht op het zoveel mogelijk zelfstandig laten functioneren van de cliënt. Zij woonde in een appartement op 2 hoog en had veel last van haar onderbuurman, die tot ‘avonds laat lawaai maakte, door het gebruik van tv en computer. Deze vrouw raakte hier erg gestrest door en daarover hadden wij een gesprek. Ze vertelde daarin wat het probleem was en werd daar emotioneel door. Ze voelde zich gestrest omdat ze haar slaap erg nodig had om energie op te doen en dit lukte niet op deze manier. Ik heb haar haar verhaal laten doen en haar zoveel mogelijk haar frustratie hierover laten uiten. Toen ik de indruk kreeg dat ze alles had gezegd en haar emoties had laten gaan, heb ik met haar het probleem samengevat en haar gevraagd wat zij graag zou willen dat er veranderde. Ze kon goed aangeven hoe ze dit zag, namelijk; doordeweeks om 22.00 rust en daarnaast wilde ze heel graag dat ze een goede band bleef behouden met haar onderbuurman. Ik heb haar gevraagd hoe ze dit zou willen aanpakken en haar zelf laten nadenken over een oplossing. Ze kwam met het idee om eerst zelf aan te bellen en haar zorg voor te leggen en te vragen of hij hierin rekening met haar wilde houden. Dit was spannend en ik heb gevraagd wat ze nodig zou hebben om die spanning wat kwijt te raken. Het was lastig voor haar om dit te benoemen. Door middel van doorvragen bleek dat ze zich graag goed en duidelijk wilde

In mijn werk als woonbegeleider in de gehandicaptenzorg, begeleidde ik een jonge vrouw van 26 die zelfstandig woonde met minimale ondersteuning. Ik kwam eens in de 3 a 4 weken bij haar thuis. Op een keer kreeg ik van haar een brief. Die brief was aan mij gericht en ze beschreef daarin dat ze wat miste in de begeleiding die ik bood. Ze vond dat ik haar niet genoeg ondersteuning bood om haar verder te helpen in het zelfstandig worden. Ze vond het vooral een vorm van gezelligheid als ik daar was, maar dat was voor haar niet genoeg.Zelf voelde ik dit al maanden en ik heb dit meerdere malen aangekaart in het team. Ik zag niet goed in wat zij nodig had om verder zelfstandig te worden. Dit werd overigens beaamd door het team. Doordat ik de brief bij haar thuis las met de cliënt erbij, moest ik natuurlijk direct reageren. Ik merkte dat ik daar even ruimte voor moest hebben en dat heb ik eerst bij haar aangegeven, door te zeggen; wil je me eventjes geven om er over na te denken en er goed op te reageren? Dat was goed en daarna hebben we het gesprek voortgezet. Eerst heb ik haar gecomplimenteerd voor haar eerlijkheid en voor de vorm waarin ze dit gesprek op gang hielp. Ik kon namelijk merken aan haar dat het lastig was om dit persoonlijk te zeggen. Daarna heb ik wat vragen gesteld om duidelijker te krijgen hoe zij dit precies zag en welke vorm van begeleiding ze verwachtte. Ik heb ook benoemd hoe mijn gevoel hierin was en dat ik dus eigenlijk met hetzelfde tobde. Doordat we elkaars gevoel begrepen, klaarde dit de lucht. Zij kon benoemen waarin zij begeleiding nodig had en ik kon aangeven hoe we dit konden vormgeven. We hebben daardoor een plan kunnen opstellen. Ik heb haar aan het eind van het gesprek gevraagd of het voor haar zo het gevoel gaf, dat we samen verder konden en dat bleek zo te zijn. Ook heb ik aangegeven dat ze me altijd mag aanspreken in welke vorm dan ook, zonder dat ze hier spanning voor hoeft te voelen, omdat dat tenslotte mijn rol is; begeleider zijn.

Page 7: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

Gesprek 3.

Talenten en kwaliteiten: doorvragen om duidelijkheid te krijgen, samenvatten en haar geprobeerd een advies te geven zonder het als een advies te laten klinken, meer als een suggestie die ze zelf in zag, vertrouwen waardoor ze bij mij kwam en ook weer terugkwam.

6

Als mentor heb ik een leerlinge begeleid van 14 jaar. Dit meisje voelde veel druk van haar ouders uit, dat ze zou moeten opstromen, van basis naar kader omdat dit meer mogelijkheden zou bieden. Het meisje had hier veel last van, want zag dit niet zitten en merkte daardoor veel spanning thuis. Ouders daarentegen gaven aan veel meer in hun dochter te zien dan ze nu liet zien en wilden uiteraard het beste voor haar. Moeder was wel eerlijk in het feit dat dit strijd gaf en spanning in de band tussen moeder en dochter. In een gesprek met de leerlinge kwam naar voren dat ze zich heel ‘vreemd’ voelde. Ze kon niet goed beschrijven wat ze bedoelde. Ik zag dat dit veel emotie opriep bij haar en heb haar gevraagd of ik kon helpen dat vreemde gevoel te beschrijven. Dat wilde ze wel. Dus ben ik gaan vragen; voel je je verdrietig, voel je je boos, onzeker, alleen, schaamtevol, bang, enzovoorts. Op deze vragen kon zij ‘ja’ of ‘nee’ antwoorden. Toen heb ik geprobeerd die woorden samen te vatten, dus; je zegt nu eigenlijk dat je je vaak verdrietig en onzeker voelt en dat je je schaamt? Dat bleek te kloppen. Toen ben ik door gaan vragen wanneer ze zich zo voelde. Ook dit heb ik weer samengevat en telkens gevraagd of het klopte. Uiteindelijk durfde en kon het meisje uit zichzelf steeds meer vertellen over wat ze voelde en ze benoemde toen ook dat het vaak te maken had met ruzies tussen haar en haar moeder. Ze kon dit thuis ook niet goed bespreken met haar moeder. Ik heb haar gevraagd of ze ook spanningen voelde tussen haar en haar vader en of haar vader wist van haar onzekere, verdrietige gevoelens. Dat was nog niet zo. Ik heb haar gevraagd of ze het fijn zou vinden dat haar vader dit zou weten. Dat wilde ze graag en toen heb ik haar gevraagd of ze dit zou durven vertellen. Dat zag ze wel zitten. Uiteindelijk heeft ze dit met vader besproken en dat gaf thuis lucht. Ze kwam dit na het gesprek met haar vader aan mij vertellen. Het gevoel was niet weg, maar ze was wel opgelucht dat ze het kon delen en dat vader haar ging helpen, door hulp te zoeken voor haar. Ik zag een heel ander meisje voor me dan tijdens het vorige gesprek

Page 8: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

Gesprek 4.

Talenten en kwaliteiten: verduidelijking vragen, samenvatten, een voorbeeld geven om een beeld te schetsen, hen zelf een oplossing laten bedenken, hen ondersteunen door bij een volgend gesprek erbij te zijn.

7

Twee leerlingen van wie ik de mentor was kwamen bij mij of ze met me konden praten. Ze hebben gezamenlijk hun verhaal gedaan over een andere leerlinge die hen bestookte met appjes en telefoontjes. Ze wilden het meisje niet kwetsen, maar het stoorde hen en ze raakten er geïrriteerd van. Ze hadden dit via de whats-app al meerdere malen tegen het meisje gezegd, maar het stopte niet. Dat maakte dat ze niet meer wisten wat ze moesten doen. Omdat het verhaal vrij snel en chaotisch ging heb ik ze eerst gevraagd het even helder te maken. Dit deed ik door middel van het stellen van verduidelijkingsvragen, en door steeds samen te vatten wat ik hoorde en dan te vragen of het zo klopte. Toen ik een helder beeld had, heb ik ze gevraagd wat ze graag zou willen dat ik voor hen deed. Hun vraag was of ik met het meisje in gesprek kon. Ik heb gezegd dat ik dit wel wilde, maar hen ook gevraagd wat zij nog zouden kunnen doen. Dat was lastig voor hen om te benoemen. Ik heb geprobeerd door middel van een voorbeeld uit te leggen, hoe er onduidelijkheid kan ontstaan als je iets van whats-app tegen elkaar zegt. Toen kwam bij hun het besef dat persoonlijk tegen de andere leerlinge zeggen dat ze dit vervelend vonden, beter was dan via whats-app. We hebben daar toen een afspraak over gemaakt. Ik heb ze gevraagd hoe ze dit respectvol zouden kunnen zeggen en zij hebben een suggestie gedaan. Ze gaven zelf aan dat het fijn was als ik er bij was. We hebben het op deze manier goed kunnen oplossen en afspraken kunnen maken over whats-appgebruik

Page 9: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

Niet succesvolle gesprekssituaties

Gesprek 1.

Ontwikkelpunten: Ik denk dat ik bij dit meisje eerst haar het gevoel moet geven dat haar gedachten en gevoelens veilig zijn bij mij en dat ik haar vooral ruimte wil geven haar verhaal te doen. Nu probeerde ik vooral het probleem helder te krijgen, terwijl het goed mogelijk is dat ze dit zelf echt niet weet. Dus eerst een vertrouwensband zien te creëren.

Gesprek 2.

Ontwikkelpunten: Ik heb me laten leiden door mijn eigen boosheid. En ik heb me niet goed aangepast naar de leerling. In mijn achterhoofd wit ik dat hij gebaat is bij duidelijke instructie en opbouwende woorden en dat het hem niet lukt een situatie te analyseren. Terugvragen heeft dus geen zin. Mijn ontwikkelpunt is dat ik mij in mijn communicatie probeer aan te passen naar dat wat degene met wie ik in gesprek ben nodig heeft. En dat ik me niet laat leiden door emotie.

8

Een mentor leerling die aangeeft via WhatsApp, dat ze depressieve gevoelens heeft. Dit meisje heeft al langer last van wisselende stemmingen, en dit liet bij mij de alarmbellen rinkelen. Dus plande ik een gesprekje met de leerling. Als ik haar vraag naar het whatsappje dat ze stuurde en of ze daar iets meer over wil vertellen, komt er weinig uit haar. Ook bij doorvragen blijven de antwoorden kort of weet ze het niet en haalt ze alleen haar schouders op. Hoe meer ik probeer, hoe minder ze zegt lijkt het. Ik geef uiteindelijk aan dat ik haar geregeld wil spreken als ze dat goed vindt, en zoek contact met ouders.

Een leerling die in de kookles zich niet gedroeg naar mijn regels, zodat ik de veiligheid niet kan waarborgen, werd door mij uit de keuken gestuurd naar het theorielokaal. Later ging ik naar hem toe om te vragen wat er nou precies gebeurde en waarom hij dat deed. Op elke vraag die ik stelde zei hij: zal wel. Dit frustreerde mij en maakte me boos. Ik heb gezegd dat hij een theorieboek van me kreeg en daar de rest van de les ik kon werken, als we geen gesprek konden voeren. Daarna hebben we er niet meer over gepraat.

Page 10: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

Gesprek 3.

Ontwikkelpunten: Ik zou een volgende keer van tevoren beter nadenken over de verschillende manieren waarop zo’n gesprek zou kunnen verlopen. Ik had nu eigenlijk 1 doel voor ogen en ik had niet goed nagedacht over wat ik zou doen als het gesprek toch anders ging. Daarnaast wil ik mij wederom niet laten leiden door emotie. Desnoods zou ik kunnen vragen om even een moment de ruimte te krijgen om rustig te worden. Op deze manier zou ik me weer kunnen oppakken en beter het gesprek kunnen hervatten.

Gesprek 4.

Ontwikkelpunten: Ik zou in een volgend gesprek niet direct met adviezen en oplossingen komen. Ik zou eerst proberen met de leerling inzicht te krijgen in, waar het probleem precies ligt en hoe de leerling te werk gaat. Dan zou ik de leerling stimuleren tot zelf nadenken over wat zij graag zou willen en wat ze daar zelf ik kan doen. Dus; zoeken naar een oplossing. En vervolgens zou ik –als daar behoefte aan is-, samen mèt de leerling kijken naar gepaste hulpmiddelen en hierin vooral begeleidende hulp bieden.

9

Tijdens mijn baan in de gehandicaptenzorg kwam ik thuis te zitten, in een moeilijke periode. Na een aantal weken werd ik uitgenodigd voor een gesprek met mijn werkgever, om te bespreken hoe we verder zouden gaan. Ik had mij goed voorbereid en wist wat ik wilde zeggen, namelijk; een vaststellingsovereenkomst, om op die manier goed uit elkaar te gaan. Daar aangekomen bleek ik het gesprek met 2 personen te hebben. Ik merkte direct dat dit mij intimideerde en ik werd er onzeker van. De rust die ik eerst ervoer was weg en daardoor kon ik niet goed duidelijk maken wat ik wilde. Het werd een naar gesprek, waarin ik huilend tegenover deze personen zat. Het gesprek heeft niet lang geduurd en ik ging met een ontevreden gevoel naar huis.

In een gesprek met een mentor leerling kwam naar voren dat het ze het plannen erg lastig vond en dit niet op een rijtje kreeg. Het was mijn eerste mentorklas en voor mijn gevoel moest ik vooral de leerling naar de ‘eindstreep’ krijgen. Zodra ik het woord plannen hoorde, ging ik al bezig met het aandragen van allerlei mogelijkheden en hulpmiddelen. Ik bood haar direct aan een planning voor haar op te zetten om zo inzicht te creëren in tijd voor school en vrije tijd. Dit heeft mij zelf veel tijd en werk gekost. Ik ging elke vrijdag met haar zitten om haar huiswerk te plannen voor de week erop. Na een paar maanden vroeg ik haar in een gesprek weer hoe het plannen nu ging en het bleek dat ze er weinig van geleerd had. Ik merkte bij mezelf dat dit me frustreerde. Maar toen ik dit met een collega besprak die mij liet inzien dat ik vooral dingen voor haar deed, dan haar te begeleiden naar zelfstandig plannen, merkte ik dat ik een fout had gemaakt. Ik had in het eerste gesprek haar direct allerlei oplossingen aangedragen en werk uit handen genomen. Ik wist zelf precies hoe je moest plannen, maar ik leerde er de leerling niks over, waardoor ze hierin geen enkele ontwikkeling had doorgemaakt

Page 11: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

Inzet kwaliteiten om te komen tot professionele ontwikkeling.

Mijn kwaliteiten laten zien dat ik in staat ben een gesprek te analyseren en een helder beeld te schetsen voor mijn gesprekspartner. Maar ook het goed kunnen inleven in de ander.Mijn ontwikkelpunten liggen vooral op het vlak van het niet laten leiden door emotie, maar soms ook het direct willen zoeken naar een oplossing. Deze ontwikkelpunten hangen heel erg samen met mijn karakter. Ik ben iemand die gauw emotie voelt en dit laat doorklinken in communicatie. En tegelijkertijd wil ik een ander vooral graag helpen. Vaak denk ik dat ik dat doe door het probleem gauw op te lossen. Door niet voorbij te gaan aan de ander, moet ik dus rust bewaren en ruimte bieden. Daar ben ik toe in staat, alleen het vergt voor mij voorbereiding. Ik moet bedenken hoe een gesprek kan verlopen, welke kanten het op kan gaan en dan ook vaststellen hoe ik dan kan reageren. Verder is het voor mij goed om te van tevoren te bedenken wat het doel is van het gesprek, maar te voorkomen dat ik alleen maar recht op het doel afga. Het is daarnaast belangrijk voor mij dat ik mijn empatisch vermogen te gebruiken. Als ik in mijn communicatie bedenk hoe mijn houding kan overkomen op de ander kan ik deze veranderen of bijstellen. Ook helpt het mij om inzicht te krijgen in hoe een ander zich kan voelen en hier rekening mee te houden.

Ik hoop tijdens de lessen Beroepscommunicatie te leren hoe ik hier evenwicht ik kan krijgen, zodat een gesprek wel zijn doel bereikt, maar zonder de ander tekort te doen.

10

Page 12: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

Eindopdracht 2; Reflectie op de lessen

In de eerste les werd besproken wat het vak beroepscommunicatie inhield en wat er van ons verwacht werd als studenten. Aan de hand van een PowerPoint werd uiteengezet hoe dit eruit kwam te zien voor de komende lessen. Ik bemerkte bij mezelf dat ik niet direct heel enthousiast was over dit vak. De grootte van de groep stond me tegen. En ik heb er over nagedacht waarom ik niet enthousiast ben en of dit ook met de grootte van de groep te maken had. Ik ben tot de conclusie gekomen dat het te maken heeft met een stukje onzekerheid dat bij mee speelt. Ik vind het lastig me goed te uiten en ik voel altijd een lichte angst over hoe mensen op mij reageren. Als je het dan hebt over communicatie en daarbij bijvoorbeeld situaties uit de praktijk gaat inbrengen, dan wordt daar op gereflecteerd. Je krijgt bijvoorbeeld feedback, of je analyseert de situatie. Dit kan betekenen dat mensen best dichtbij je komen. Ik weet dat feedback positief en opbouwend bedoeld is. Maar in een grote groep ben ik dan toch wat gereserveerder. Zeker omdat ik veel mensen niet ken. Dat werd ook duidelijk in de eerste opdracht die we deden. De opdracht was om rond te lopen en zonder geluid contact te maken. We moesten allemaal in de ruimte gaan staan en naar elkaar toe lopen. Ik heb geprobeerd contact te maken door mijn hand op te steken, of een hand te geven, vriendelijk te lachen of te knikken. Daarna deden we de oefening nogmaals en mochten we daar wel bij praten, op zo’n moment kun je iets meer van elkaar te weten komen, doordat je vragen kon stellen en daardoor iets meer een beeld van een ander te vormen. Ik merk dat ik me wat gegeneerd voel door zo’n oefening. En dit beperkt me dan ook direct. Ik heb me voorgenomen me iets meer over te geven aan dit soort situaties, omdat ik weet dat het me niets oplevert om me er tegen te verzetten. Wat fijn was aan de lessen is dat ze praktisch waren. De opdrachten die we deden waren gericht op de beroepssituatie. Natuurlijk kijk je daarin heel erg naar je eigen communicatie en hoe je in contact met leerlingen of ouders of collega’s je technieken het beste in kunt zetten. Het doel is dat je hierdoor je rol als docent verbetert. In de lessen heb ik veel nieuwe dingen geleerd of gezien. Maar niet alles was nieuw. Vanuit mijn werk in de zorg waarin ook cursussen heb gevolgd over communicatie, was er wel wat overlap. Het verschil zat het in het feit dat dit meer was gericht op onderwijs. De opdrachten die we thuis moesten doen maakt dat je het geleerde uit de les direct kan toepassen in de praktijk. Bijvoorbeeld door het opnemen van het filmpje, waarin je een 1 op 1 gesprek moest voeren en dit vervolgens ging analyseren. Het voelt best raar om jezelf kritisch te bekijken, maar het maakt ook dat je toch op een heel professionele manier beoordeelt wat je doet, hoe je dit doet en hoe je dit zou kunnen aanpassen. Het maakt je tegelijk ook bewust van wat je nu eigenlijk doet. Je voert niet zomaar gesprekken, vaak zegt non-verbale communicatie veel meer. Ook het maken van een sociogram van mijn klas gaf een nieuw inzicht van hoe de klas elkaar ziet. Het laat je anders kijken naar een groep. En dat heeft me aangezet tot het uitvoeren van acties in de klas. Ik ben n.a.v. het sociogram met leerlingen in gesprek gegaan over hun rol in de groep. Ik heb geleerd dat communicatie ontzettend belangrijk is, omdat je ervoor zorgt dat je elkaar

Page 13: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

goed begrijpt. Door leerlingen de ruimte te geven en niet alles in te vullen, krijg je een heel ander gesprek. Het is overigens wel een punt waarover ik nog veel kan leren en waar ik zeker nog verder mee moet oefenen. Gelukkig hebben we op mijn werkplek geregeld een studiemiddag over gesprekstechnieken, wat alles te maken heeft met je manier van communiceren. Dit maakt dat ik veel kan oefenen en uitproberen. Ik hoop een docent te zijn die duidelijk is in wat ze zegt en doet en die ook toegankelijk is voor leerlingen, ouders en collega’s.

Page 14: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

Opdracht bijeenkomst 4 februari 2016 Link naar filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=-dm9hPTweMw&feature=youtu.be

Ik heb voor dit gesprek een leerling geïnterviewd; J. de V. De afspraak stond al gepland, we zouden het hebben over wat nodig is om op te stromen van Kader naar TL-niveau.

Eigen analyse op LSD

Wat ik in de eerste twee minuten hoor, is dat ik vooral aan het woord ben. Dit heeft een beetje te maken met het onderwerp van het gesprek. Ik vraag J. wel hoe het gaat en waar ze tegen aan loopt. Daarin vraag ik door, over hoe ze bepaalde zaken aanpak; bijvoorbeeld of ze ondersteuning heeft voor wiskunde en of dit helpt. Ik probeer haar ook al te stimuleren tot het nadenken over eventuele vervolgstappen, mocht de hulp niet genoeg zijn. Ik complimenteer haar met het feit dat het goed gaat en ze er al zo goed voor staat, wat betreft haar gemiddelde cijfer.

Eigen analyse op gespreksinterventies

De interventie die hier naar voren komt is het informeren van de leerling. Ik leg uit wat de procedure is voor opstromen en wat daarin van belang is. Daarnaast ga ik langzaam over naar een stukje advies; probeer te werken aan die vakken zoals wiskunde. Verder benoem ik nog dat het goed is om alvast na te denken over het feit dat op TL-niveau alles wel een stapje moeilijker is en dat ze zich dat goed moet beseffen.

Eigen analyse op Non-verbale houding en effect

Ik ben me altijd heel bewust van mijn houding. Dat zie ik in dit filmpje terug. Ik ga altijd zoveel mogelijk naar de leerling toe zitten, zonder een tafel er tussen. De leerling heeft naar mij ook een open houding, wat zorgt voor minder afstand tussen ons. Ik kijk vaak heen en weer tussen mijn papier en het gezicht van de leerling, om te zien of ze me kan volgen en het dus heeft begrepen. Verder gebruik ik mijn armen tijdens het praten, om iets te vergroten o.i.d.

Analyse van de CC groep op LSD

Het filmpje wat Aukelien gekozen heeft gaat over een leerling wat graag wil opstromen naar een hoger niveau. Aukelien zit in een scheve hoek naast de leerling zodat zij elkaar goed kunnen aankijken. Ze begroet de L.L. kort samenvattend dat het goed gaat met haar cijfers.

Page 15: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

Ze maakt zelf een begin naar de L.L met de vraag of de L.L wil opstromen en dat ze daarom nu dit gesprek hebben. Ze vraag naar de L.L haar gemiddelde cijfer .Ze luistert naar wat de L.L te zeggen heeft. En stelt dan weer een vraag. Ze houd zo het gesprek op gang. Ook knikt ze naar de L.L .Ze herhaalt wat de L.L zegt en vraagt dan verder. De L.L kan dan weer verder vertellen.

Analyse van de CC groep op gespreksinterventies

Aukelien legt uit hoe opstromen werkt, hierin zien we de gespreksintervisie van voorlichting, ze kijkt naar het cijfer van de L.L en legt uit hoe ze een verzoek in moet dienen met haar ouders. Ze geeft hierin advies. Geeft uitleg over de belangrijke vakken. Ook vraag te terug of de L.L het begrijpt ze stuurt hierin het gesprek.

Analyse van de CC groep op Non-verbale houding en effect

Aukelien gebaart met haar handen om haar woorden te ondersteunen. Soms heeft ze een aardige blik met een glimlach. In het begin van het filmpje kijkt ze wat strenger. Aan het eind wordt het veel vriendelijker.

Page 16: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

Opdracht bijeenkomst donderdag 17 maart 2016

1. Zoek de fasen van groepsontwikkeling op.

http://www.gertjanschop.com/sitebuildercontent/sitebuilderfiles/model_teamontwikkeling_tuckman.jpg

Figuur 1: (Schop, Model teamontwikkeling Tuckman)

2. In welke fase van ontwikkeling zitten de groepen die jij lesgeeft.

Ik heb mijn mentorklas als voorbeeld uitgewerkt, ook bij het sociogram. Ik denk dat ze tussen de norming- en performingfase zitten. Ze hebben de stormingsfase al echt doorstaan. Het is duidelijk wie de groep als het ware leiden en wie welke positie inneemt. Ik denk dat de leerlingen al heel duidelijk weten hoe ze met elkaar om horen te gaan, welke groepsregels er zijn. Toch gaat dit nog vaak niet goed. In bepaalde samenstellingen kan er goed worden samengewerkt, maar dat geldt niet altijd. Er is niet altijd harmonie, zoals in de performingfase. Toch zie je heel goed dat op het moment dat ze als klas een groter project hebben, bijvoorbeeld het organiseren van een Doe-dag, voor basisschoolleerlingen, zij heel goed hun rol vervullen, elkaar ondersteunen en helpen. Dan zijn ze echt een team. In de dagelijkse dingen zie ik die niet altijd. Vandaar dat ik ze tussen norming en performing in heb gezet.

Page 17: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

3. Geef in een sociogram de interactie in de groep weer.

Page 18: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

4. In welke mate beïnvloed dat je eigen communicatie in de klas?

Het beïnvloedt in die mate, dat ik in gesprek ben geweest met een aantal leerlingen over hoe zij in de groep zitten. Dus; heb je vrienden in de klas? En wie zijn dat dan? Met wie werk jij goed samen en waarom dan? Het heeft me in sommige gevallen wel duidelijk gemaakt hoe leerlingen tegenover elkaar staan. Met het indelen van groepjes is het wel goed om hier rekening mee te houden. Op die manier kun je proberen de samenwerking of de persoonlijke band tussen leerlingen iets te veranderen. Ik denk niet dat ik mijn eigen communicatie direct aanpas, na het maken van dit sociogram. Ik heb meer oog voor de rollen in de klas, dat wel.

5. Vanuit welke ego positie geef jij les?

Ik denk dat ik het meeste vanuit de volwassenrol les geef, maar dat ik als mentor ook wel neig naar de ouderrol. Ik ben vanuit de ouderrol wel heel erg het verzorgende type, wil alles goed in orde hebben voor mijn leerlingen. Soms doe ik daar te veel in. Ik denk dat ik te gauw iets voor een leerling wil oplossen. Ik oefen er heel erg mee om leerlingen zelf naar oplossingen te laten zoeken, zodat ik het niet gauw voor ze invul. In het lesgeven omschrijf ik helder wat ik van de leerling verwacht, maar geef daarnaast ruimte voor eigen inbreng. Ik probeer leerlingen hier vanuit een volwassen rol te benaderen. Niet betuttelend, maar ze te laten merken dat hun ideeën net zo goed of misschien wel beter zijn en minstens zo belangrijk.

Figuur 2: (BP Opleidingen)

Page 19: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

6. In welke mate beïnvloedt de fase van groepsontwikkeling je keuze van didactiek?

In mijn lessen sluit ik heel erg aan bij dat samenwerken, wat heel erg gevormd wordt in die normingsfase. Ik doe dit door spelenderwijs groepjes te vormen. Leerlingen te laten reflecteren op het groepsgebeuren. Dit doen ze zowel als groep als individueel. Daarmee probeer ik ze bewust te maken van hun eigen rol en handelen en die van de ander. Ik ga vaak aan het eind van een project ook met elk groepje afzonderlijk in gesprek, om hen hier nog op te bevragen. Het is heel leuk om te zien dat als een project minder goed is verlopen, leerlingen vaak toch kunnen aanwijzen hoe ze toch tot een resultaat zijn gekomen en wat daarvoor nodig was op het gebied van samenwerken en elkaar de ruimte geven.

7. Hoe ga je om met conflicten in je klas, verantwoord je keuzes.

Als mentor heb ik een begeleidende rol. Ik praat veel met leerlingen en ze zoeken me ook op in geval van conflicten. Ik heb me in de afgelopen jaar ontwikkeld in mijn manier van gesprekken voeren met leerlingen. Waarin ik eerder heel gauw met oplossingen kwam, of iets voorstelde, probeer ik nu zelf leerlingen naar een oplossing te zoeken. Dit doe ik op het moment van een conflict. Op aanraden van een klasgenoot heb ik een test gedaan via www.123test.nl, gericht op het omgaan met conflicten. Daar kwam de volgende uitslag uit:

Compromis (Middelmatig belang van de ander - Middelmatig eigenbelang)

Hier zoek je naar tussenoplossingen voor beide partijen. Er wordt meer toegegeven dan bij

dwang (doordrukken), maar minder dan bij probleem oplossen (samenwerken). Kenmerken

van dit gedrag: het verschil willen delen, concessies doen, soms halve oplossingen zoeken,

tevreden zijn met matigheid, tot op zekere hoogte meewerken (maar niet tot elke prijs), voor

wat, hoort wat.

Toegeven (Hoog belang van de ander - Laag eigen belang)

Je drukt niet door, je dwingt niet af maar je geeft toe. Deze stijl bevat elementen van

zelfopoffering. De belangen van de ander gaan voor de eigen belangen. Kenmerken van dit

gedrag: onzelfzuchtige opstelling, bereid om te helpen, snel inleven in situatie van de ander,

zwakke verdediging van eigen rechten, kans lopen uitgebuit te worden, slachtofferrol.

In welke situaties kan dit voor mij van toepassing zijn:

Compromis

Als samenwerken of doordrukken niet mogelijk is, om onder druk bij een complexe situatie

tot overeenstemming te komen, als belang van beide partijen minder groot is dan een

eventueel escalerend conflict.

Page 20: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

Toegeven

Als je beseft dat je ongelijk hebt, om te laten zien dat je redelijk bent, als het onderwerp voor

de ander veel relevanter is of belangrijker is, om sociaal krediet op te bouwen.

Ik herken me wel in de uitslag van de test. Ik ben iemand die het anderen altijd naar de zin wil maken en ik kan me goed inleven in de ander. Dit is wat ook terug krijg van leerlingen en collega’s. Leerlingen durven naar mij toe te komen als er iets is. Ook als er een conflict is. Uit de test lees ik ook dat ik misschien gauw toe geef. Daarin heb ik veel geleerd de afgelopen jaren. Het is een ontwikkelpunt voor mij geweest en ik merk dat ik daar in gegroeid ben. Waar ik eerder te veel in het belang van de leerling dacht en ontzettend veel tijd kwijt was aan het voeren van gesprekken, oplossen van ruzietjes of blussen van brandjes, leg ik het nu gauwer bij een leerling terug. Ik heb dan nog steeds een begeleidende rol, maar laat het meer los. Wat ik zowel in privé- als in beroepssituaties belangrijk vind, is dat iedereen gehoord wordt en we proberen naar elkaar toe te komen, dus een compromis zoeken. Ik lees ook nog; middelmatig of tot halve oplossingen komen. Dat herken ik inderdaad ook wel. Maar gelukkig word ik in het geval van leerlingen vaak tot de orde geroepen, zodat ik zaken niet zomaar kan laten liggen. Door dit in de test terug te zien komen, bepaalt hem me er wel even bij, dat ik hier zeker aandacht voor moet hebben.

8. Waarin zou je het graag anders willen doen en waarom?De elementen; Compromis sluiten en Toegeven komen uit het Thomas-Killman model. (123 Management).Als ik naar de andere elementen kijk, zou ik graag meer het element van Samenwerken willen leren hanteren. Voor een deel doe ik dat, omdat dit element gericht is op de relatie, maar ook doelen kan realiseren. Voor mij is het nog belangrijk deze twee zaken samen te voegen en een balans te vinden in zowel mijn eigen belangen als de belangen van de ander.

Ik zou dit graag willen veranderen om mezelf en de ander niet te kort te doen. En het maakt ook dat ik minder rond blijf lopen met voorgevallen conflicten o.i.d. Daar kan ik nu best last van hebben. Dat wijt ik aan het feit dat ik waarschijnlijk vaak tot een halve oplossing kom en doordat ik mijn eigen belangen niet altijd goed verdedig. Door die balans te vinden, hoop ik ook makkelijker te kunnen loslaten.

Page 21: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

Eindopdracht 3

a. Tweegesprek

Link naar filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=G341W5v3vjg&t=326s

Letterlijk gesproken tekst (5 minuten) Non verbale communicatie Analyse van gedragOk, nou vertel. Eh..er was namelijk iets gebeurd met handvaardigheid, bij mevrouw Molenhuis en jij wilde daar wel even met mij over praten. -JaKun je vertellen wat er gebeurd is?

-Nou ehm…ehm..Ik zat aan tafel met C. en R. En R. hoorde eigenlijk bij een andere tafel. En ehmm..toen kwam ze bij ons zitten. En toen was het eigenlijk; zij wilde wat ruimte hebben en we moesten even stil zijn en ehm..Aan jullie tafel of in de klas? -Ja, ook aan onze tafel en als je iets wilde vragen, mocht dat niet, moest je stil zijn en naar haar toe komen. En zij wilde zich concentreren omdat ze bezig wasJa.

Ik ga zitten, gooi mijn haar naar achteren en schuif mijn stoel schuin aan bij de tafel.

Ik knijp mijn ogen wat samen en kijk serieus, en knik instemmend

Ik zet mijn bril recht en gooi weer mijn haar naar achteren Ik gebaar met mijn vingers over de tafel

Volgens de vier zones van Edward T. Hall, vindt dit gesprek plaats in de persoonlijke zone. De leerling en ik zitten tegenover elkaar aan een tafel. Door schuin en licht voorover gebogen te gaan zitten, creëer je een prettige luisterhouding, waardoor je degene tegenover je kunt stimuleren tot praten. (Wiertzema & Jansen , Basisprincipes van communicatie, 2011)

Het aan mijn haar zitten kan betekenen dat ik twijfel of me onzeker voel of dat ik aan het nadenken ben. Ik denk dat het van beiden wat is. Ik twijfel omdat ik niet goed weet waar de leerling naar toe wil, het verhaal is wat warrig. En ik denk ondertussen na, hoe ik haar zou kunnen helpen en ik probeer de strekking van

Page 22: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

-Ik vond dat een beetje raar en toen op den duur moest ik mijn verf ergens anders neer zetten enzoUhuh..-En in het hoekje zitten en toen eh het lijkt allemaal wat erger dan het klinkt, maar eh..toen vroeg ze uiteindelijk; waarom doe je zo boos? Ja..-Waarom ga je zo in een hoekje zitten en toen zei ze van; ik wil even met je praten Ja..-En toen zei ik van ehm..nou ik wil liever doorgaan met m’n werk.Ja..-En ik heb nu ook even geen zin om te praten.

Ja..-Want ik was ook al een tijdje boos op haar. -Waarom was je boos? R. bedoel je? -En toen gingen we naar de taken en toen kwam C. erbij en ze vroeg..ik zei; ik heb een beetje het gevoel dat je mijn plekje in neemt. Want wij hebben een groepje in de klas en eehm..N., C., M., en ik en dat het in plaats van mij R. is geworden. Uhuh..-Tenminste dat merkte ik een beetje en misschien is dat wel niet zo maar, dat merk ik gewoon. Ja, dat gevoel heb jij?

Ik strijk langs mijn mond en doe mijn hand onder mijn kin.

haar verhaal helder te krijgen. Deze gebaren herhalen zich gedurende het gesprek een aantal keren. (Wiertzema & Jansen , basisprincipes van communicatie, 2011)

Page 23: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

-Ja, en C. en R. gingen wat vaker met elkaar om, dus, toen dacht ik; ze wil niet met mij omgaan. Ja.. -Maar wat dus bleek is, C. vindt dat ik haar overal een beetje bij betrek. Oké, wat bedoelt ze daar dan mee? -Ja, dat snap ik zelf ook niet helemaal, maar zij zei van ehm..als ze iets wilden oplossen dan loop jij weg en ehm..dat was al een keer eerder, ik had gevraagd aan C. of ze wilde afspreken en N. ook en Was ze buiten en vroeg ze aan C.; wil je afspreken, terwijl ze allebei niet konden of niet wilden. En hadden ze tegen jou gezegd dat ze niet konden?-JaEn toen zijn ze wel met elkaar? -Ja, en toen hadden we gepraat, toen gingen we praten en toen gingen ze op hun telefoon zitten en toen zei ik van; nou, ik ga weg, want volgens mij interesseert het jullie niet zoveel. Nee..-En ik heb net, toen ehm..toen we eigenlijk Engels hadden, waren we naar boven gegaan.

Ja…-En toen gingen N. en M. nog ergens heen en toen was ik alleen met haar. Met C.?

Ik knik vaak instemmend en knipper met mijn ogen.

Ik zet mijn bril weer recht, en doe mijn haar achter mijn oren en vouw mijn handen bij elkaar, die houd ik voor mijn mond.

Ik frons veel en knijp mijn ogen bij elkaar, daarna knipper ik weer.

Ik wijs naar de leerlingen en met mijn vingers naar elkaar

Ik doe mijn handen weer naar beneden op de tafel en knik met mijn hoofd

Ik kijk omhoog, doe mijn haar achter mijn oren, wijs naar de leerling

Ik denk dat ik frons en knipper als ik ingespannen luister. En ik probeer ondertussen in mijn hoofd samen te vatten wat de leerling vertelt en wat ze graag wil met dit gesprek.

Ik merk dat ik niet helemaal begrijp wat de leerling bedoelt. Volgens het neuro-linguïstisch programmeren betekent naar rechtsboven kijken dat je iets visueel probeert

Page 24: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

-Ja, en toen ehmm..ging ze dingen vragen enzo en ja..ze vond het een beetje raar dat ik haar de hele tijd betrek en ze zei ook tegen mij, dat dat zij mij niet zoveel interesseert.Hoe bedoelde ze dat? Dat jij niet zo belangrijk voor haar bent of andersom? -Ja, dat was dat ze op hun telefoon gingen..Ja…-Toen zei ik van; dat ik weg fietste, en toen zei zij van; maar jou interesseert mij niet zoveel. Ok..en wat heb jij toen gezegd? -Ik heb niks gezegd, want ik wist niet wat ik moest zeggen en ehm..toen zei ik ook nog, want toen kwamen N. en M. er ook bij en M. had ook wel gezegd dat ik had gezegd, maar dat had ik alleen tegen M. gezegd, dat zij eerst niet zo’n goede band hadden en daarna wel en R. dacht eerst dat ik dat had gezegd, alleen dat was helemaal niet waar. Nee..-Dus het was weer een beetje liegen enzo. En ik had in het lokaal ook gezegd; het voelt een beetje voor mij dat jullie allemaal tegen mij zijn, zeg maar.. Ja.-En toen zei N. : Ja, je maakt het er zelf ook een beetje van. Ok. -Ja. En wat is voor jou nu het…ehmm..het vervelendste? Het lastigste, wat zou je graag

Ik frons met mijn wenkbrauwen, knijp mijn ogen samen

Ik knik, doe mijn handen samen, maak een gebaar met mijn handen, waarbij ik ze weer samenbreng.Terwijl ik samenvat, trek ik een vragend gezicht

te maken, ik probeer een voorstelling te maken van wat de leerling vertelt. (Wiertzema & Jansen, Basisprincipes van communicatie, 2011)

Ik maak rustige ondersteunende gebaren tijdens het gesprek. Ik heb vooral een

Page 25: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

opgelost willen hebben? -Dat we gewoon aardig tegen elkaar zijn, dat het gewoon…dat ik normaal met C. om kan gaan en niet dat zij, als ik ergens mee zit, dat ik haar betrek. Ok, en gaat je dan inderdaad vooral om dat het tussen jou en Cathelijne weer goed loopt of dat jij weer onderdeel bent van die groep…-Ja, ik wil…kijk, iedereen mag N. wel en ik heb ook met m’n moeder gepraat van; sommige kinderen vinden het ook niet leuk als je altijd gaat huilen..uhuh…-En omdat ik dat best wel vaak doe, vindt ze gewoon dat ik een gevoelige meisje ben. Vind jouw moeder dat, of N.? -Mijn moeder. Ok, ja..

Ik wijs naar de leerling, en doe daarna mijn hand weer naar mijn wang.

luisterende houding die ik af en toe verander. Ik denk omdat ik het best lastig vind, stil te zitten en geregeld even moet bewegen. Omdat ik dit niet heel passend vind, in zo’n gesprek, doe ik dit met kleine veranderingen. Handen naar mijn gezicht, en weer op tafel.

Page 26: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

b. GroepsgesprekLink filmpje1: https://www.youtube.com/watch?v=rmArXc6aT9ILink filmpje 2: https://www.youtube.com/watch?v=HLCsIdvMtkI

Letterlijke gesproken tekst (5 minuten) Non verbale communicatie Analyse van gedragOké, dames welkom. Ehm….wij hebben zo meteen kookles, en daarvoor wil ik jullie het één en ander uit gaan leggen, omdat jullie straks zelfstandig moeten gaan werken. Ehm…ik heb het even op het bord geschreven. We gaan saucijzenbroodjes maken.

Even…zo…wat denken jullie nodig te hebben? -Bladerdeeg. Bladerdeeg.-Vlees ofzo?Wat voor vlees? -Gehakt, frikandel. -Dat is een frikandellenbroodje. Zei jij gehakt? -Gehakt. Ja, gehakt, inderdaad. En dat gehakt moet gekruid worden, dus je hebt ook kruiden nodig. Ehm…Je gaat vier minibroodjes maken. Je

Ik gebaar met mijn handen naar de groep.

Ik beweeg met mijn handen en sla ze in elkaar.

Ik lach en wijs een leerling aanIk wijs een leerling aan en stel een vraag, die vraag zet ik kracht bij met een vragende blik (wenkbrauwen optrekken en knikken)

Ik tel op mijn vingers, tijdens het benoemen van de ingrediëntenIk kijk naar het bord

Volgens Edward T Hall, zijn er wat interpersoonlijke ruimte betreft 4 zones. De zone waarin deze situatie zich bevindt, is denk ik de sociale zone. De leerlingen zitten aan de tafel, ik sta bij het bord. Er is een afstand, van zo’n 1,5-3 meter tussen ons. Leerlingen zien wat er op het bord staat. Ik kan het bord gebruiken als leidraad bij mijn instructie.

Ik probeer een open houding te laten zien en ik denk dat ik ze bij elkaar breng om kracht bij te zetten.

Ik gebruik mijn armen veel en vaak. Dit doe ik om mijn verbale communicatie te ondersteunen.

Ik gebruik mijn handen vaak om op te sommen, dit verduidelijkt dat ik meer antwoorden verwacht. Ik denk dat het voor

Page 27: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

hebt twee plakjes bladerdeeg per keuken nodig, en ehm…..dat plakje moet je uiteindelijk in vier broodjes snijden, dus je moet even heel goed het recept lezen. Dat heb ik er ook bij gezet, want dat is iets, wat namelijk vaak fout gaat. Ehm….Je moet eerst het saucijzenbroodje maken, als het ware, en voordat het in de oven gaat, snijd je het in stukjes, dus dat is even een punt van aandacht. Dus, belangrijk; goed lezen, goed voorbereiden. Even taken verdelen; wie doet wat? Dat je even goed overleg hebt. Daarnaast vind ik het heel belangrijk dat je netjes werkt. Waarom is netjes werken belangrijk?

-Anders heb je meer eh..rommel in de keuken? Rommel in de keuken en wat krijg je daarvan?-Anders maak je sneller fouten? Ja, een hele goeie, je maakt sneller fouten. Eh...het overzicht kwijt raken, zorgt er ook voor dat je dingen gaat doen, die je inderdaad misschien niet wilt. En wat ik ook belangrijk vind, is hygiëne. Hygiënisch werken. Nou, ik heb het er al even bijgezet; snijplanken. Als je straks ui moet snijden, want dat moet door het gehakt, welke snijplank heb je dan nodig?

Ik maak met mijn handen duidelijk dat ze het broodje moeten verdelen, snijbeweging.

Ik steek mijn vinger op bij het punt van aandacht

Ik gebaar veel met mijn handen, laat mijn vingers over het bord gaan. Ik gebruik mijn vingers om op te sommen

Ik trek vaak mijn wenkbrauwen op bij een vraag, mijn stem gaat omhoog. Ik maak een vragend gebaar met handen en gezicht

mijzelf ook een soort houvast is, aan een rijtje dat in mijn hoofd zit.

Ik merk dat ik toch wat zenuwen heb, omdat er een camera op mij gericht staat. Dit zie ik terug in het gebaren van mijn handen, ik doet dit veel en wat onrustig.

Ik zie dat ik hier probeer meer boven te krijgen van de leerling, vandaar dat ik met mijn handen een vragend gebaar maak en dat ik mijn wenkbrauwen optrek.

Page 28: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

Amber? -Groen. Groen, ja, want het is groente. Ja? Bladerdeeg, moet je ontdooien, nu hebben we geen aparte snijplank voor bladerdeeg, maar iemand een idee welke kleur.. -Die witte anders, want daar moet je kaas enzo op snijden. Ja, wit is voor kaas en brood, dus die mag je in dit geval gebruiken voor het bladerdeeg. Ja? In ieder geval geen geel. Wie weet nog waar geel voor was? -Kip. Ja, rood zou ik niet doen, die is voor eh..rauw vlees.

Ja? Ok, dus dat is even van belang. Ehm..dan nog het groene bestekbord, waar is die voor bedoeld? -Voor vieze bestek? En waarom leg je dat op het bord? Amber? -Anders wordt je aanrecht vies? Ja, je aanrecht wordt vies, plus..wat nog meer? Iemand enig idee? Als we het hebben over hygiëne? -Je laat restjes achter, overal en nergens.Ja, maar er kan ook iets op je aanrecht zitten,

Ik gebruik mijn vingers weer om op te sommen

Ik knik bevestigend

Ik steek mijn vingers omhoog

Ik vorm met mijn handen de vorm van het bord. Ik spreid mijn vingers bij de vraag

Ik wijs een leerlingen aan met mijn hand en blijf dat doen als ik wacht op het antwoord

Ik doe dit om aan te geven dat haar verhaal klopt, maar ik merk dat ze twijfelt terwijl ze haar antwoord formuleert. Vandaar het bevestigende knikken, om haar vertrouwen te geven.

Ik denk dat ik dit doe om mijn opmerking kracht bij te zetten, het is namelijk voor mij een belangrijk punt. Door mijn vingers te gebruiken, wil ik de leerlingen erbij laten bepalen dat het om een belangrijk punt gaat. Ik zet mijn verbale communicatie extra kracht bij

Ik ben heel visueel ingesteld en ik merk dat als ik het filmpje bekijk, ik daarom heel veel beelden vorm met mijn handen.

Ik laat hiermee zien dat ik naar deze leerling luister op dit moment, vooral ook omdat het een wat stillere leerling is en ik haar de kans wil geven te antwoorden.

Page 29: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

bacteriën, die je dan weer overbrengt, op jouw product hè, dus datgene waar je mee bezig bent. Dus daar moet je goed om denken. Gebruik dat bestekbord om alle bestek op te leggen, wat je nodig hebt en wat je gebruikt hebt en zo blijft je aanrecht ten eerste schoon en ten tweede zorg je ervoor dat je de bacteriën van het aanrecht, die zitten er altijd, hoe schoon het aanrecht ook is, dat die niet in je gerecht terecht komen. Ok, dat hebben we gehad. Dan, keukencheck. Ehm…ik wil heel graag dat je het eind van de opdracht natuurlijk afwast, met een sopje, maar ook dat je even de hele keuken weer bij langs gaat en zorgt dat alle laatjes en kastjes weer kloppen met die foto’s op die fotokaarten. Dan wil ik heel graag dat je elkaars keuken gaat checken. Dus stel je werkt in keuken 1, daarvoor heb ik een schemaatje gemaakt, je werkt in keuken 1, dan check jij of keuken 2 alles netjes heeft opgeruimd en of alles klopt. Is dat niet zo, dan roep je diegene er weer bij en zeg je, hé, jullie moeten dit nog doen, of daar mist nog iets, zodat straks alles weer klopt. Ook dingen die je niet gebruikt hebt, die niet gewoon in orde zijn, die moet je wel op gaan ruimen. Ja? Zodat de volgende groep, die morgen weer kookt een schone keuken heeft. Ja? Keuken 1 gaat dus keuken 2 checken. Keuken 2, checkt keuken 1. Je staat tegenover elkaar. Keuken 3 doet keuken 4, en

Ik beeld met mijn handen het overbrengen van bacteriën uit van aanrecht naar bord

Ik beeld de lengte van het aanrecht uit en som op mijn vingers op wat ik gedaan wil hebben. Ik beeld de laatjes en kastjes uit en de fotokaarten.

Ik wijs op het schema het juiste vakje aan, en gebaar met mijn andere hand naar de leerlingen

Ik ben op dit moment bezig met instructie. Omdat de leerlingen zelfstandig moeten werken, wil ik ze in de instructie heel goed duidelijk maken wat ik van ze verwacht. Ik neem hier vooral een leidende rol. (Roos van Leary), maar door ook de leerling te bevragen verwacht ik dat ze meedenken, we maken samen als het ware het plaatje compleet waar ze straks mee aan de slag gaan. Ik voel op dat moment de behoefte om heel helder te zijn, en mijn schema, en de tekst op het bord goed over te brengen.

Page 30: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

keuken 4 doet keuken 3. Is dat helder? -Ja -JaMooi, dan het volgende punt, een extra taak. Ik ben begonnen met extra taken verdelen, zodat we echt alles netjes aan de kant hebben, er zijn vier extra taken, die ik verdeel over 4 keukens. In dit geval gaat keuken 1, de kast met schorten opruimen, ik wil dat je even checkt of alle schorten die er hangen schoon zijn, vieze schorten gooi je in de was en je zorgt even dat alle schorten aan de haakjes hangen. Ja? Dan blijft de kast netjes, want ook daar heb je te maken met hygiëne, want schorten op de grond, dat is gewoon niet fris. Eh..keuken twee zorgt dat alle vieze was uit de keukens wordt weggehaald en gooit het hier in de wasmand en die zorgt dat in elke keuken een schoon setje was komt te liggen. Wie weet nog welke doeken je dan moet verzamelen per keuken? Ellen? -Een eeh...handdoek en een theedoek. Ja, en nog één. -Een vaatdoek. Ja, dus vaatdoek, handdoek, theedoek. Ja? Dus in elke keuken een schoon setje.

Ik wijs naar het bord en dan naar het schema

Ik beeld met mijn handen uit dat de schorten in de was moeten, en de schone schorten moeten worden opgehangen.

Ik wijs naar Ellen en kijk haar aan

Ik gebruik mijn vingers weer om op te sommen

Ik probeer elke leerling te betrekken, maar reageer denk ik te snel op de eerste leerling die aan het woord komt. Ik kijk een leerling aan als zij tegen me praat, om te laten merken dat ik haar hoor. Ik tel op mijn vingers, om aan te geven dat ik nog een aanvulling verwacht.

Page 31: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

(Wiertzema & Jansen, Basisprincipes van communicatie, 2011)

Page 32: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

c. Leerverhaal

Het maken van de verbatims heeft mij er behoorlijk bij bepaald hoe ik communiceer en wat mijn sterke en zwakke kanten zijn. Ik zie op de filmpjes dat ik veel mijn handen en armen gebruik om dingen uit te beelden of te omschrijven. Ik denk dat ik dat enerzijds doe door de lichte spanning die ik voel om het feit dat ik gefilmd word, anderzijds om dat het toch echt mijn verbale communicatie ondersteunt. Ik las op de site van Goaltrainingen (Goal trainingen, 2016), dat ons communiceren voor 73% uit non-verbale communicatie bestaat. Waarbij nog onderscheid wordt gemaakt, tussen bijvoorbeeld lichaamstaal, tempo, toonhoogten, enzovoorts. In mijn geval kan ik me dat wel voorstellen, zeker als ik naar het filmpje van het groepsgesprek kijk. Ik ben zelf heel beeldend ingesteld en vind het altijd fijn om een bord of beamer te gebruiken, maar zeker ook met mijn handen te laten zien wat ik bedoel. Ik ben niet iemand die veel door een lokaal loopt, ik sta vaak (zeker tijdens instructie) voor een klas, ik kan dan alles goed overzien en probeer op die manier ook alle leerlingen te betrekken bij de instructie. Ik zie in de filmpjes dat ik goed oogcontact maak en ik zie aan leerlingen dat ze begrijpen wat ik wil uitleggen. Als ik mijn houding analyseer, zie ik een redelijk open houding, maar ik zie ook dat ik wat gespannen lijk. Dit voel ik ook wel, elke les brengt voor mij een lichte spanning mee, of ik nu gefilmd word of niet. Het heeft voor mij ook te maken met het behalen van mijn doel. Kan ik datgene wat ik in mijn hoofd heb, of wat ik wil bereiken ook overbrengen op de leerling? Voor mij is een leerpunt, dat ik niet te snel moet willen gaan in mijn praten. Het is belangrijk dat ik leerlingen rustig te tijd geef om na te denken, dat ik even een stilte laat vallen en ruimte geef. Daarnaast denk ik dat ik kan werken aan de spanning die ik bij mezelf zie. En toch weet ik van mezelf dat ik sinds dit schooljaar (2016-2017) al zeker wat meer vertrouwen in mezelf zie en dat ik dit ook voel. Ik ben zekerder van mijzelf en van mijn kunnen. Dat merk ik ook in communicatie met leerlingen. Ik breng meer rust tijdens een instructiemoment, ik ben in gesprekken meer ontspannen. Ik weet van mezelf dat ik dit kan en dat maakt dat het me beter af gaat. Je wordt je pas echt bewust van hoe je communiceert door naar jezelf te kijken. Daarom was het leerzaam voor me om de verbatims uit te werken. Het zorgt dat je dieper kijkt, dan de oppervlakte. Het maakt je bewust van wat je doet en hoe je dit doet. Ik voel dat ik op de goede weg ben en dat ik zeker niet ontevreden hoef te zijn over mijn manier van communiceren en over mijn houding. Ik vind het prettig om te weten dat ik me steeds kan en mag ontwikkelen. Ik sta niet stil en dat is goed. Ik wil altijd vooruit en meer leren.

Nawoord

Page 33: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

Aan het eind gekomen van deze lessen, van de opdrachten en van het verslag, kan ik zeggen dat ik veel geleerd heb. Ik heb geleerd van het kijken naar mezelf, mijn houding, mijn manier van communiceren. Ik weet ook wat mijn valkuilen kunnen zijn en ik heb mijn leerpunten beschreven, in mijn leerverhaal. De lessen sloten aan, wat mij betreft omdat ze gericht waren op onderwijs, wat het toepasbaar maakt. Het roept herkenning op als je met elkaar situaties bespreekt en analyseert. Ik denk dat het goed zou zijn, om de theorie over meer lessen uit te smeren, dat geeft iets meer ruimte en tijd om dit toch belangrijke onderwerp goed te behandelen. In mijn reflectie op de lessen beschreef ik al dat ik wel wat opzag tegen de lessen, omdat het confronterend kan zijn. Je moet wel iets van jezelf laten zien of horen. Maar het maakte voor mij wel dat ik ook over angst heen moest stappen en dat is goed. Ik wil me steeds ontwikkelen en nieuwe dingen leren, dat kan alleen maar door iets van jezelf te laten zien. Het heeft me ook op het idee gebracht, regelmatig eens een les of een gesprek op film op te nemen. Ik wil hiermee nog meer inzicht krijgen in wat ik doe en hoe ik dit doe. Ik denk dat ik zo voorkom dat ik dingen op de automatische piloot doe. Met communicatie valt of staat een les, gesprek of situatie. Daar ben ik me wel van bewust. Elk moment is weer anders en dat vraagt dat ik me kan aanpassen aan de situatie of persoon. Dat gaat misschien niet altijd goed, maar ik denk dat als je terug kijkt, op jezelf kunt reflecteren en je gedrag kunt analyseren, je heel veel kunt leren van- en over jezelf. Ik kijk met een goed gevoel terug op het volgen van de lessen. Ik heb veel tijd gestoken in het maken van het verslag en het perfectioneren ervan en dat maakt dat ik trots ben op het resultaat ervan.

Aukelien BlokOktober 2016

Bibliografie123 Management. (sd). Conflictstijlen Thomas-Killmanmodel. Opgehaald van 123

Management: http://123management.nl/0/030_cultuur/a300_cultuur_13_conflictstijlen.html

Page 34: maken.wikiwijs.nl Blok...  · Web viewHet heeft ook te maken met het feit dat ik stiltes in een gesprek lastig vindt en dat ik deze graag wil opvullen, waardoor ik soms teveel zeg.

BP Opleidingen. (sd). Transactionele Analsye Coaching . Opgehaald van BP Opleidingen: http://bpopleidingen.nl/transactionele-analyse-coaching/

Goal trainingen. (2016). Communicatie. Opgehaald van Goal trainingen: http://www.goaltrainingen.nl/communicatie.html

Schop, G. (sd). Model teamontwikkeling Tuckman. Model teamontwikkeling Tuckman. Gertjan Schop.

Schop, G. (sd). Model Teamontwikkeling Tuckman. Opgehaald van Gertjan Schop: Model teamontwikkeling Tuckmanhttp://www.gertjanschop.com/sitebuildercontent/sitebuilderfiles/model_teamontwikkeling_tuckman.jpg

Wiertzema , K., & Jansen, P. (2011). Basisprincipes van communicatie. In K. Wiertzema, & P. Jansen, Basisprincipes van communicatie (pp. 52-55). Amsterdam: Pearson Benelux.

Wiertzema, K., & Jansen , P. (2011). basisprincipes van communicatie. In K. Wiertzema, & P. Jansen, Basisprincipes van communicatie (pp. 49-50). Amsterdam: Pearson Benelux.

Wiertzema, K., & Jansen , P. (2011). Basisprincipes van communicatie. In K. Wiertzema, & P. Jansen, Basisprincipes van communicatie (pp. 43-44). Amsterdam: Pearson Benelux.

Wiertzema, K., & Jansen, P. (2011). Basisprincipes van communicatie. Benelux: Pearson.