magazine online - Adoptievoorzieningen...ogen tegenover me. “Ik ben toch niet zwart!” Het klinkt...

15
JAARGANG 4 NUMMER 02 JUNI 2019 VOOR WIE BETROKKEN IS BIJ AFSTAND EN ADOPTIE ‘Hoe is het om ALLOCHTOON te zijn?’ FORUM open voor ouders van pubers Femmie Juffer: ‘ACCEPTATIE THUIS is de basis’ magazine online IN DIT NUMMER THEMA Kleur

Transcript of magazine online - Adoptievoorzieningen...ogen tegenover me. “Ik ben toch niet zwart!” Het klinkt...

Page 1: magazine online - Adoptievoorzieningen...ogen tegenover me. “Ik ben toch niet zwart!” Het klinkt bijna verontwaardigd, alsof ik iets aan mijn ogen man-keer. Ook de vraag welke

J A A R G A N G 4 • N U M M E R 0 2 • J U N I 2 0 1 9

V O O R W I E B E T R O K K E N I S B I J A F S TA N D E N A D O P T I E

‘Hoe is het om ALLOCHTOON te zijn?’

FORUM open voor ouders van pubers

Femmie Juffer: ‘ACCEPTATIE THUIS is de basis’

magazine online

IN DIT NUMMER

THEMA

Kleur

Page 2: magazine online - Adoptievoorzieningen...ogen tegenover me. “Ik ben toch niet zwart!” Het klinkt bijna verontwaardigd, alsof ik iets aan mijn ogen man-keer. Ook de vraag welke

32

TEKST ANGELA JANS ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2 JUNI 2019

REDACTIONEEL

Kleur‘Mogen ze donker zijn?’ Het was een van de vragen die Irma van Geemen moest beant-woorden toen ze aan het begin van de adoptie-procedure stond. Ja dat mocht! Samen met haar man adopteerde ze vervolgens twee jongens uit Colombia.

Adoptiekinderen zijn er in verschillende geuren en

kleuren, lengtes en maten, bij adoptie hoort dat

keuzes gemaakt moeten worden. Voor leeftijden,

mogelijke special needs, het land van herkomst en

dus ook kleur. Mensen met verschillende huidskleu-

ren zijn geen uitzondering in adoptiegezinnen,

maar hoe wordt daarmee omgegaan? Wordt er aan

de keukentafel over de diversiteit gesproken of juist

niet? ‘Oprecht, ik zie niet dat mama een andere

kleur heeft’, zegt de uit Nigeria afkomstige Dunsi

hierover over haar melkwitte moeder Nanon. Tsja.

De boze buitenwereld ziet het daarentegen vaak

maar al te goed. Niet zelden lopen geadopteerden

tegen discriminatie aan. Moeders zien het voor hun

ogen gebeuren, bij de douane of de drogist. In dit

nummer van het Adoptiemagazine vertellen

verschillende ouders en geadopteerden over hun

ervaringen. Ook Femmie Juffer gaat in op het

thema: Kleur. Zij werkt momenteel aan een boek

hierover dat in het najaar zal verschijnen.

Verder in dit nummer onder meer een artikel over

het proefschrift ‘The transnational illegal adoption

market’ waarop rechtsgeleerde Elvira Loibl op 15

mei aan de Universiteit Maastricht promoveerde.

Journalist Hélène van Beek bekeek de dissertatie

en las volgens haar: ‘wonderlijke

en op z’n zachtst gezegd opmer-

kelijke’ conclusies.

Daarnaast ook dit keer natuurlijk

weer ruimte voor de vaste rubrie-

ken als: Gelezen/gezien, het Drie-

luik en Wetten en Regels.

Veel leesplezier en een fijne zomer!

Angela Jans

[email protected]

2

REDACTIONEEL

INHOUD

Thema

2 Redactioneel

2 Blog: Roze

6 ‘Kleur speelt echt wel een rol’

– Angela Jans

16 WK Adoptiekids:

Leuk, leuk, leuk!

– Angela Jans

22 Acceptatie thuis is de basis

– Femmie Juffer

Het Drieluik

11 GEBOORTEMOEDER Tegenwoordig zou je

het anders doen

– Martina Smit

15 GEADOPTEERDE Ik ben meer Nederlander

dan Chinees

– Quan Keijsers

25 ADOPTIEMOEDER We horen bij elkaar

– Irma van Geemen

Vaste Rubrieken

4 KORT Ruimte voor

aankondigingen, nieuws,

gadgets en een column

van adoptiemoeder

Sandra Benschop

12 ONDERZOEK BELICHT

Illegale adopties

blijven mogelijk door

wegkijkende instanties

– Hélène van Beek

14 ACTUEEL Forum Adoptieoudersonline

uitgebreid – Yvonne Geelen

18 WETTEN EN REGELS

– Vera Kidjan

20 BEGELEIDING BESPROKEN Symposium over oprichting

Kenniscentrum – Angela Jans

24 GELEZEN/GEZIEN

– Chris Thie en

Meike Melenhorst

26 VRAGENDERWIJS

28 COLOFON

6

22

BLOG KIM

Roze

Ze wil jongensdingen voor haar verjaardag.

Daaronder verstaat ze bestuurbare auto’s,

dingen met dino’s en dat soort zaken.

Schietdingen komen er niet in, dat weet ze.

Ze zit op breakdance, als enige meisje tussen

de jongens. Qua kleding zijn de stoere broe-

ken en shorts veel populairder dan een jurk.

Ze heeft vriendinnen en ook vrienden, op

haar feestje is de verdeling ongeveer fifty

fifty. Een vriendje wilde geen zusje, maar

toen hij zich bedacht dat er ook stoere

meisjes waren, dan was het wel prima. Het

stoere meisje wat hij in gedachten had was N.

In Nigeria is dit al

begonnen. Mijn

kledingstijl voor

haar was vooral

niet zoetsappig

en al helemaal

niet roze. Een

grijze legging

met een strepen-

shirt werd meteen

als boy-clothes

afgedaan bij de Nige-

rianen. 1-0 achterstand

voor deze mama. Gelukkig had ik

er wel aan gedacht oorbellen mee te nemen

voor het geval ze gaatjes in de oren had. Die

had ze, dus een van de nannies deed de oor-

bellen snel en vakkundig in. Voor officiële

gelegenheden in Nigeria duikelde ik een

haarband op, gekregen van een vriendin, en

sokjes met roezels. Ook gekregen, dat moge

inmiddels duidelijk zijn.

Op basis van de oorbellen was altijd meteen

duidelijk dat N echt een meisje was. Het

dochtertje van vrienden, volledig in roze, met

jurk, maar geen gaatjes in de oren, werd

betiteld als jongen. We lachten er maar om

samen. (…)

Lees het vervolg van dit verhaal en de

ervaringen van nog meer adoptieouders in

hun blogs op: www.adoptie.nl/blogs

15

THEMA

Kleur

IStock, willekeurig meisje, n

iet N

.

18

Page 3: magazine online - Adoptievoorzieningen...ogen tegenover me. “Ik ben toch niet zwart!” Het klinkt bijna verontwaardigd, alsof ik iets aan mijn ogen man-keer. Ook de vraag welke

54

TEKST ANGELA JANS ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2 JUNI 2019

4

Adoptie en hiv/hepatitis‘Adoptie van een kind met hiv/hepatitis’,

dat is de titel van een themabijeenkomst

die op 4 oktober wordt gehouden. Aspirant-

adoptieouders en hun naasten zijn vanaf

13.30 uur welkom in De Bilt. Tijdens deze

middag vertellen een kinderarts en een

hiv-verpleegkundige over onder andere

de besmettingsrisico’s en behandel- en

begeleidingsmogelijkheden. Na de pauze

komen twee adoptieouders aan het woord

over hun ervaringen. Uiteraard is er ruim-

schoots de gelegenheid om vragen te

stellen zoals:

Wat houden deze aandoeningen precies in?

Hoe groot zijn de besmettingsrisico’s?

Hoe zit het met de behandelmogelijkheden?

Wat is de levensverwachting van kinderen

met deze aandoening?

Hoe ga je als gezin om met taboes rond

deze aandoeningen en met negatieve

reacties?

> MEER INFORMATIE

Kosten 25 euro per persoon, meer informatie,

bel: 030-2330340 (keuze 2) van maandag t/m

vrijdag van 09.00-14.00 uur.

MeilingdagVliegtuigmuseum Aviodrome in Lelystad is

dit jaar het decor van de jaarlijkse Meiling-

dag. Kinderen die geadopteerd zijn via deze

vergunninghouder en hun ouders zijn op

zaterdag 21 september vanaf 10.00 uur wel-

kom in het attractiepark om zich met elkaar

en de vliegtuigen te vermaken.

> MEER INFORMATIE

Volgt binnenkort op: www.meiling.nl

KORT

In de rubriek Kort is ruimte voor aankondigingen,

nieuws en discussie. Heeft u een tip voor een

bijeenkomst, een film of een lezing?

Laat het ons weten: [email protected].

TEKST Sandra Benschop

Brown‘Voetballer-zijn is mijn identiteit. Ik ben een oranje leeuwin’, zegt Merel van Dongen in de Volkskrant in het eerste weekend van het WK-voetbal. Kun je een kleur zijn? Of heb je een kleur?

Diezelfde vraag stelde ik mezelf bij het zien van het

toneelstuk A Seat at the Table. Pijnlijk theater over je

buitengesloten voelen op basis van je huidskleur en

identiteit. Zwart-zijn heeft maar zelden met de kleur

van iemands huid te maken, maar alles met identiteit.

Thuis praat ik aan de keukentafel met de jongens over

kleur. Als ik iets probeer uit te leggen over politiek

correct praten over de kleur van je huid en dat er nog

maar twee smaken over zijn, zie ik twee paar verbaasde

ogen tegenover me. “Ik ben toch niet zwart!” Het klinkt

bijna verontwaardigd, alsof ik iets aan mijn ogen man-

keer. Ook de vraag welke kleur ik dan heb, wordt be-

groet met opgetrokken wenkbrauwen; wit zeker niet,

iets met geel, roze en eigenlijk heel, heel licht bruin, is

waar ze op uit komen. Eigenlijk allemaal bruin dus. Met

heel veel nuance.

Ik vertel hun een verhaal uit de oude doos. Hoe ik met

de oudste op mijn rug, toen hij een prulletje van nog

geen twee was, eindeloos door Nairobi slenterde. En

dat ik dagelijks een praatje maakte met een verkoop-

ster in een stoffenzaak. Op een dag toen prulletje al

wat meer praatjes had, keek ze van hem naar mij en

vertrouwde mij toe: “He’s getting brown.” Huh? Dat was

hij in mijn ogen al. Maar ik zag iets over het hoofd. Dat

prulletje zwart was bij geboorte, legde ze uit, maar nu

onder mijn invloed aan het verbleken was. Aha! Ik,

bijdehand: “Ik woon hier nu ook al een tijdje

... Am I getting brown?” Ik heb zelden ie-

mand zo kostelijk in lachen uit zien barsten:

“Girl!!! You are never gonna get brown!”

Kleur en identiteit zijn beladen en complexe

begrippen in onze tijd. Het besef dat er

systemen van uitsluiting werkzaam zijn,

dringt maar langzaam door. Denk niet zwart,

denk niet wit, maar in de kleur van je hart, is

actueler dan ooit. Gelukkig zijn er weken dat

ons aller hart oranje is.

Sandra Benschop is getrouwd met Gert-Jan van Wijk.

Samen zijn ze de ouders van Matthew en Joseph.

ZIE OOK: SANDRABENSCHOPCOACHT.NL

‘Zoektocht naar het verleden’

Armoede, ziekte, lichamelijke beperkingen, incest, verkrachting, status, ontvoering... Legio mogelijk-heden waarom een kind te vondeling gelegd kan zijn in China.

Yanina Verplanke uit Gent zocht naar antwoorden over

de ware toedracht van haar achterlating in China. Ze

verwerkte dit samen met haar adoptiemoeder Claudia

Waas tot een nieuw boek: ‘Zoektocht naar het verleden

- Een Chinese geadopteerde op zoek naar haar roots’.

Dit is het vervolg op het in 2012 door haar gepubliceer-

de boek: ‘Terug naar waar ik geboren ben’.

Met haar nieuwste werk hoopt zij anderen te steunen

die ook geadopteerd zijn. Het boek is verschenen bij

uitgeverij Boekscout, prijs 18,50 euro.

> MEER WETEN? Kijk op www.boekscout.nl

Onderzoek naar illegale adoptiesOnder leiding van Tjibbe Joustra gaat een

commissie onderzoek doen naar illegale

interlandelijke adopties. Het gaat om

adopties in de periode van 1967 tot 1998 uit

verschillende landen zoals Bangladesh,

Brazilië, Colombia, Indonesië en Sri Lanka.

Uiterlijk 1 oktober 2020 moeten de resultaten

op tafel liggen.

De commissie kan specifieke onderzoeks-

opdrachten uitzetten bij wetenschappers,

krijgt toegang tot alle informatie die aan-

wezig is bij de betrokken departementen

en kan (voormalige) ambtenaren horen. Het

secretariaat van de commissie verricht haar

werkzaamheden buiten het ministerie van

Justitie en Veiligheid. Naast de commissie

en het secretariaat zal er ook een externe

begeleidingscommissie worden ingesteld

met daarin experts en (ervarings)deskundi-

gen. De commissie sluit het onderzoek af

met een rapport dat wordt aangeboden

aan opdrachtgever Sander Dekker, de

minister voor Rechtsbescherming.

Bijeenkomst voor familie en vriendenVoor familieleden en goede vrienden van

mensen die een kind gaan adopteren wordt

op 3 juli een informatieve bijeenkomst

gehouden. Aan de orde komen vragen als:

Onder welke omstandigheden hebben

adoptiekinderen geleefd? Kan een kind zich

nog wel hechten aan nieuwe ouders? Waar

moet je op letten bij de opvoeding en wat

kan ik doen om het gezin straks te helpen?

Familieleden en andere betrokkenen vertel-

len over hun ervaringen. Tot slot is er gele-

genheid om vragen te stellen.

> MEER INFORMATIE

De bijeenkomst is van 13.30 tot 16.30 uur

in de Bilt. Deelname kost 25 euro per persoon.

Meer weten of aanmelden, ga naar:

www.adoptie.nl.

Page 4: magazine online - Adoptievoorzieningen...ogen tegenover me. “Ik ben toch niet zwart!” Het klinkt bijna verontwaardigd, alsof ik iets aan mijn ogen man-keer. Ook de vraag welke

6 7

TEKST ANGELA JANSTHEMA KLEUR ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2 JUNI 2019

Hoe is het om met een kleurtje op te groeien bij ouders die een witte huidskleur hebben? In een maatschappij die door witte mensen wordt gedomineerd? Gezinnen met geadopteerde kinderen bestaan niet zelden uit verschillende kleuren. Durf je daar over te praten of hoeft dat niet?

FOTO'S: ISTOCK. NB DE PERSONEN OP DE FOTO’S BIJ DIT ARTIKEL ZIJN MODELLEN EN NIET DE MENSEN DIE HIERIN AAN HET WOORD KOMEN.

G emengde adoptiegezinnen worden nogal eens

openlijk nagestaard. Een donker kind op winter-

sport? “Dat meisje zal wel geadopteerd zijn”,

klinkt het pardoes door de gondellift. Op de camping

wordt de eigenares gewaarschuwd door een bezorgde

gast: “Ik zag net twee donkere jongens lopen bij het

toiletgebouw.” Waarop de witte vrouw antwoordt: “Oh,

dat zijn waarschijnlijk mijn kinderen.” Daarmee wordt

prompt en tijdelijk een ‘roodkleurige’ campinggast aan

het palet toegevoegd… En een moeder van een multi-

cultureel gezin ziet pal voor haar neus gebeuren dat haar

(bruine) kind bij de drogist als enige een beveiliger achter

zich aan krijgt. Om maar een paar cliché-voorbeelden te

noemen. Negeren of acteren?

Net doen alsof er geen verschil is, is geen optie, zo

bleek enkele jaren geleden tijdens een symposium van

vergunninghouder A New Way in Nijmegen. Onder de

titel ‘Kleurenblind, kleur doet er niet toe …?!’ lieten zij

ervaringsdeskundigen aan het woord. Onder hen

Steven Brunswijk, bekend als de Braboneger. “Ik ben

een Nederlander maar ik word vaak niet zo behandeld

vanwege mijn kleur. Probeer in de schoenen van je

kind te gaan staan en leer ze om voor zichzelf op te

komen”, adviseerde hij de zaal vol witte (aspirant-)

adoptieouders.

Rhonda Mae Roorda, een Afro-Amerikaanse die is ge-

adopteerd door witte ouders die vanuit Friesland naar

Amerika waren geëmigreerd, liet weten: “Tegen je kin-

deren zeggen: ‘Kleur doet er niet toe’ is fout. Want hoe

goed bedoeld misschien ook, het doet er wél toe. En de

kinderen worden er buitenshuis vroeg of laat mee ge-

confronteerd – hoe dan ook”, aldus de Amerikaanse, die

vier boeken publiceerde over transracial adoptions.

En het houdt ook niet snel op, niet na de puberteit, niet

na de middelbare school. Sterker nog, volgens een

betrokken oma: “Adoptie is levenslang, zeggen ze

weleens. Nou dat klopt. Mijn dochter is onlangs beval-

len van een prachtig kind en is er bij het consultatiebu-

reau nu al twee keer uitgepikt. De eerste keer omdat

haar baby het risico zou lopen op een taalachterstand

omdat uit de papieren blijkt dat moeder niet in Neder-

land is geboren! Nee, ze werd als baby geadopteerd uit

India en we spreken sindsdien vloeiend Hindi tegen

haar. Hou toch op, natuurlijk niet. Waar halen ze het lef

vandaan? De tweede keer was het vanwege risico op

een ontwikkelingsachterstand of iets dergelijks. Ik zeg

tegen mijn dochter: ‘Dien een klacht in, het is gewoon

discriminatie.’ Maar dat doet ze niet. Ze zegt: ‘Mam, laat

maar. Ik maak dit soort dingen zo vaak mee …’ Nog

erger! Ik kan er heel slecht tegen.”

In de documentaire ‘Wit is ook een kleur’ (2016) laat

Sunny Bergman zien dat het denken over kleurverschil

al jong begint en diep zit. In een experiment waarbij ze

kinderen van verschillende kleur en komaf vragen stelt

over een zwarte en witte babypop, maken de kinderen

ongegeneerd ‘verkeerde’ ofwel ‘kwetsende’ keuzes, in

ieder geval onwenselijke keuzes in de ogen van ‘cor-

recte’ denkers. Driekwart van de kinderen zegt namelijk

te denken dat de witte pop het slimst is, en de meeste

wijzen direct naar de zwarte pop in antwoord op de

vraag welke pop ze denken dat het stoutst is en straf

verdient.

Adoptieouders en geadopteerden vertellen hierna

over hun ervaringen.

‘ Kleur speelt echt wel een rol’

>>

Page 5: magazine online - Adoptievoorzieningen...ogen tegenover me. “Ik ben toch niet zwart!” Het klinkt bijna verontwaardigd, alsof ik iets aan mijn ogen man-keer. Ook de vraag welke

9

THEMA KLEUR ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2 JUNI 2019

8

JUNI 2019

Dunsi (spreek uit : doen-si) Schuurman (16): “Als het gaat om racisme, mag ik er niet over klagen. Of ik heb er geen last van omdat ik er goed mee om kan gaan, dat zou het ook kunnen zijn. In ieder geval heb ik er geen last van. Andersom merk ik wel dat men-sen niet verwachten dat ik op het gymnasium zit, of dat ik best een intelligent gesprek kan voeren.”

Zou dat dan toch misschien met haar bruine huidskleur

te maken hebben? Dunsi, geboren in Nigeria, spreekt

die mogelijkheid niet uit maar suggereert het wel. En ja,

ze ziet mensen soms wel eens lichtelijk argwanend

kijken als ze met een stel gekleurde vrienden en

vriendinnen op een kluitje op straat

staat.

Dunsi was zes jaar oud

toen ze samen met haar

drie jaar jongere

biologische zusje

werd geadopteerd

door Nanon Soe-

ters en haar man.

Het is inmiddels

tien jaar geleden

dat de kinderen

vanuit hun Afri-

kaanse geboor-

teland naar

Nederland kwa-

men. Het gezin

ging in Bergen (NH)

wonen. Omdat in die

plaats en omgeving

redelijk veel buitenlandse

medewerkers van de kerncen-

trale in Petten vertoeven, vielen

Dunsi en haar zus niet heel erg op. Ze

spraken bovendien Engels, de voertaal op de

plaatselijke internationale school. Dus dat was makke-

lijk. “Ik hou heel erg van talen”, zegt Dunsi. “Momenteel

volg ik Chinees als extra keuzevak. Het is een klanktaal,

net als Yoruba, de taaI die in Nigeria wordt gesproken.

Ik ga op bezoek naar China met uitwisseling van school,

dat lijkt me heel gaaf. Maar op welke school ik ook zit,

iedereen kent Dunsi! Ik ben een leidertje. Op de eerste

school waar ik kwam, vond ik alle kinderen leuk, vooral

omdat het allemaal nieuw voor me was. Tot ik naar een

Irma van Geemen (55): “Het was een van de vragen die we in het begin van de adoptieprocedure moesten beantwoorden: ‘Mogen ze donker zijn?’ Geen moeilijke vraag voor ons: ‘Ja, dat mocht. Zeker!’ We gaven de vergunninghouder eigenlijk min of eer een vrijbrief, het maakte ons niet uit welke kleur, welk land, alleen wilden we wel graag twee of drie kinderen tegelijk adopteren, biologische broertjes en/of zusjes. Dat leek mij voor de lange termijn het beste voor de onderlinge verstandhouding binnen het gezin. Het hoefden wat mij betreft geen baby’s te zijn, wat ouder vonden we geen probleem, eerlijk gezegd wel prettiger zelfs. Ze waren vijf en twee jaar oud, onze kinderen, toen we ze in 1997 in Bogotá, Colombia gingen ophalen. Twee jongens, onze zonen!”

“De oudste ging vrij snel naar school, dat wilde hij zelf

heel graag, en doorliep die ook vlot. Hij heeft civiele

techniek gestudeerd in Delft en werkt nu voor een

grote aannemer. De jongste paste van het begin af aan

niet zo goed in het (school)systeem. Hij zei: ‘Als ze toch

denken dat ik niet wijs ben, doe ik ook maar of ik gek

ben.’ Hij speelde vaak de clown, volgens mij om te

testen of hij wel gezien werd.”

“In het tweede jaar van de middelbare school werd

hem door de godsdienstleraar de vraag gesteld: ‘Hoe is

het om allochtoon te zijn?’ Hij wist niet eens wat dat

betekende, maar vanaf dat moment is hij zich heel

bewust geworden van zijn kleur. Zo zorgde hij er sinds-

dien bijvoorbeeld voor dat hij voortaan op school

alleen nog (donker) gekleurde vrienden had. Hij heeft

het echt zwaar gehad in de puberteit, onder meer rond

de vraag: waar hoor ik? Hij heeft ook vaak gezegd: ‘Had

me daar maar gelaten.’”

“Discriminatie ervaart hij zeker. Als hij weer eens een

bepaald kort kapsel heeft, zegt zijn broer: ‘Oh jee, nu

komen we met stappen weer nergens binnen.’ Hij heeft

ook heel veel gedoe gehad met de politie. Vaak wordt

hij er door de politie uitgepikt. Hij is zelfs een keer uit

een volle bus gehaald om dat ergens in de buurt een

vechtpartij was geweest, achteraf door iemand met

rood haar (!) die Mo heette. Deze jongen zat ook in die

bus maar hij mocht blijven zitten… Mijn zoon heeft zelfs

onterecht vastgezeten, daar heeft hij later een schade-

vergoeding voor gekregen, maar wat koop je daarvoor?

Meestal, eigenlijk nooit, kun je niet bewijzen dat het om

de kleur gaat. Al heb ik het zelf ook vaak genoeg zien

gebeuren dat er verschil wordt gemaakt. Als de jongens

op het vliegveld voor me staan bij de douane heb ik

meerdere malen meegemaakt dat ze eruit gepikt

werden. Tot ik zeg dat het mijn kinderen zijn, dan hoeft

die extra check ineens niet meer… Hoe kun je verwach-

ten dat ze meedoen in een maatschappij die ze zo

afwijst? Ze vinden het heel vervelend, want ze willen

erbij horen. Maar kleur speelt echt wel een rol.”

‘Hoe is het om allochtoon te zijn?’

andere klas ging, toen heb ik echt zelf mijn vriendjes

uitgekozen.”

“Oprecht, ik zie geen kleurverschil met mama. Het is

niet het eerste wat mij opvalt, het gaat wat mij betreft

echt om de persoonlijkheid van iemand.” Moeder

Nanon: “Onze jongste viel het wel op. Als we in het

begin toen ze hier in Nederland waren samen in bed

lagen, begon zij regelmatig aan mijn neus te voelen.

Die vond ze idioot groot. En ze heeft weleens gezegd:

‘Als jij nou veel chocolademelk drinkt en ik gewone

melk, dan krijgen we misschien wel dezelfde kleur.’

Waarop ik zei, ze was nog jong: ‘Hoe graag ik het

ook wil, zo werkt het niet.’ We deden

soms alsof we een rits in ons lijf

hadden, zodat we van vel

konden ruilen. Maar dat

paste natuurlijk niet. We

kunnen onze kleur niet

veranderen, conclu-

deerden we dan.”

Dunsi: “Ik had er

niks mee. Ik ben

er misschien wel

door gepest,

maar ik zag het

echt niet. Mijn

vriend wel. Hij is

ook geadopteerd

uit Nigeria en heeft

het over white privi-

leges. Hij reageert

vanuit zijn ras. Door hem

lees ik nu ook een boek

over de geschiedenis van

zwarte mensen. We hebben elkaar

leren kennen tijdens een Auntie-week-

end, een stichting voor gezinnen met geadop-

teerde kinderen uit Nigeria. Eén keer per jaar is dat, dan

komen we ergens in een vakantiepark of zo met 200

tot 250 mensen als een grote familie bij elkaar. Dat is

heel leuk, dan hoef je elkaar niks uit te leggen, ook

weleens prettig. Maar ik voel me over het algemeen

totaal niet buitengesloten door mijn kleur, niet in ons

gezin, niet in het dorp of stad, niet op school. Het

maakt mij niet uit, ik val toch wel op, daar zorg ik zelf

wel voor.” >>

‘Iedereen kent Dunsi’

Page 6: magazine online - Adoptievoorzieningen...ogen tegenover me. “Ik ben toch niet zwart!” Het klinkt bijna verontwaardigd, alsof ik iets aan mijn ogen man-keer. Ook de vraag welke

11

RUBRIEK DRIELUIK

LEEFTIJD72 jaar,

Moeder van vier kinderen, een afgestaan

BEROEPverpleegkundige

WOONPLAATSOss

Tegenwoordig zou je

het anders doen

> GEBOORTEMOEDER

Martina Smitdrieluik

RUBRIEK DRIELUIKADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2

hebben zo op me ingepraat om afstand te doen, dat dat

het beste was voor het kind, dat ik het op een gegeven

moment geloofde.

Extra wrang, omdat ik zelf ook ben afgestaan en geadop-

teerd. De plek waar het gebeurde, zie ik zo nog voor me.

Iemand zei: “Dat zijn jouw papa en mama.” Ik was bijna

vier jaar oud en had al in drie verschillende kindertehui-

zen gezeten. Vervolgens werd er nooit meer over adoptie

gesproken. Er werd gedaan alsof er niks was gebeurd, dit

waren gewoon mijn ouders. Maar ik voelde heel goed dat

er iets niet klopte. Heel vaak heb ik me terug-

getrokken op mijn zolderkamertje, ik

voelde me niet begrepen. Achteraf

weet ik dat het hele dorp het wist

dat mijn broer en ik geadop-

teerd waren, iedereen, behalve

wij. Pas op mijn zestiende heb

ik het officieel gehoord.

Vijf dagen na de bevalling in

het ziekenhuis is mijn dochter

opgehaald. Een maand later

ben ik als verpleegkundige

aan het werk gegaan. Daar kon

ik ook meteen intern. Ik leerde

een verpleger kennen en raakte

opnieuw zwanger. We zijn getrouwd

en hebben drie kinderen gekregen.

Voor mijn 25ste was ik al vier keer bevallen.

Toen heb ik me laten steriliseren. Op mijn

manier genoot ik aanvankelijk wel van mijn

huwelijk en de kinderen, maar het liep vrij

snel vreselijk mis en ik ben op een gegeven

moment met de kinderen gevlucht. Na en-

kele omzwervingen ben ik nogmaals ge-

trouwd en ook weer gescheiden.

De biologische vader van Monique heeft

haar verteld dat hij zich heel lang schuldig

heeft gevoeld ten opzichte van mij. Maar

dat hoeft niet. Tegenwoordig zou je het

heel anders doen, in die tijd was het niet

anders.

In de trein, op weg naar een bijeenkomst voor af-standsmoeders bij Fiom in Den Bosch, kwam ik mijn pedicure tegen. Ze vroeg me: ‘Waar ga je heen?’ Ik zei: ‘Naar Fiom.’ Waarop ze zei: ‘Oh, dat is toevallig, ik ook.’ Bleken we dus allebei naar dezelfde bijeenkomst te gaan voor vrouwen die een kind hebben afgestaan. En het toeval werd nog groter. Ik liet haar vervolgens een foto van mijn afgestane dochter zien en zij zei onmid-dellijk: ‘Oh, dat meisje ken ik.’ Ik schrok me rot en antwoordde: ‘Niks zeggen, niks zeggen, ik wil niet weten waar ze woont.’

Mijn dochter was op dat moment een

jaar of zestien. De foto had ik via de

Raad voor de Kinderbescher-

ming gekregen. Ik had er zelf

om gevraagd omdat ik tot dat

moment steeds om me heen

keek en me bij elke Monique

die ik tegenkwam, afvroeg of

het misschien mijn dochter

was, of ik haar zou herkennen.

Maar ik wilde haar leven verder

niet verstoren. Het initiatief voor

een eventuele ontmoeting liet ik

volledig aan haar. En toen ze een

jaar of twintig was, is er inderdaad

contact gelegd. We hebben elkaar ont-

moet en meteen urenlang gesproken.

Achteraf, veel later, heeft ze me verteld dat

ze op dat moment heel erg teleurgesteld

was. Ze had gehoopt dat ze qua uiterlijk op

mij zou lijken, dat bleek niet het geval. Ik

zag wel dat ze veel weg had van de zussen

van haar vader. Uiteindelijk heeft ze hem

ook ontmoet. Hij bleek niet moeilijk te vin-

den. Ik kon haar vrij veel gegevens over

hem verstrekken, want mijn ouders en zijn

ouders waren destijds bevriend, we had-

den drie jaar een relatie toen ik zwanger

werd. Ik was negentien, maar mijn ouders

THEMA KLEUR JUNI 2019

Wiwin Veendijk (40): “Op de middelbare school was geschiedenis mijn favoriete vak. De docent heette Leen van den Berg, een man die idolaat was van zijn beroep. Tijdens schoolvakanties maakte hij verre reizen, het liefst naar plekken met een indruk-wekkende historie. Na de vakantie wist hij altijd zijn reiservaringen door de geschiedenislessen te vlechten zodat iedereen aan zijn lippen hing.”

“Zo kwamen we bij het onderwerp apartheid. Na een

vurig betoog over de obstakels tussen mensen met

een verschillende huidskleur, keek Leen om zich heen

en sloot af met de woorden: ‘Gelukkig hebben wij dat

hier niet. De hele klas is blank!’ Waarop de hele klas zich

omdraaide, naar mij keek en zei: ‘Dat is niet waar me-

neer! Zij heeft een andere kleur.’ Geschrokken keek

Leen me aan en zei: ‘Dat was me helemaal niet opge-

vallen. Voel jij ook die kloof?’ Drieëntwintig paar ogen

keken me aan en voor het eerst in mijn leven besefte ik

pas echt dat ik een andere huidskleur had dan de

(meeste) mensen in mijn omgeving. ‘Nee meneer’,

antwoordde ik, me ontzettend bewust van al die blik-

ken die op mij gericht waren.”

“Thuisgekomen liet ik deze gebeurtenis nog eens even

goed op me inwerken. Voelde ik een kloof? Voelde ik

mij anders omdat ik ben geboren in Indonesië en

geadopteerd door Nederlandse ouders? En zo ja, lag

dit dan aan mijn huidskleur? Mijn conclusie was dat ik

het met Leen eens was: nee, helemaal niet!”

10

“Toch speelde huidskleur wel vaker een rol. Zo herinner

ik mij een voorval met mijn broertje. Hij vond de sinter-

klaastijd geweldig. De cadeautjes, het schoentje zetten

en vooral de Zwarte Pieten. Ze klauterden en klommen,

ze haalden kattenkwaad uit en konden rijden op zo’n

fiets met een wiel. (Misschien goed te vermelden, dit

alles speelde zich af in de tijd, vér voor de discussie

over de knecht van de Sint.) Samen speelden we dat de

pakjesboot aankwam en we ontzettend verrast werden

door alle cadeaus. Thuis hadden we een echte schoor-

steen en uit volle borst galmden we de liedjes omhoog

en mocht papa het rookkanaal vooral niet dichtmaken,

want dan konden Sint en Piet niet naar beneden.”

“Op de kleuterschool in het dorp waar we woonden,

mochten op 5 december alle leerlingen verkleed

komen. Sommigen kwamen als Sint, met een capeje en

een mijter. Mijn broertje had bedacht dat hij als Zwarte

Piet wilde gaan. Met pofbroek, kraagje en zwarte

schmink. Als Indonesische Javaan met een vrij donkere

huidskleur, in een wit dorp, was de eerste reactie van

een aantal kindjes: ‘Waarom heb jij schmink op? Jij bent

toch al bruin?’ In al zijn onschuld keek mijn broertje de

kindjes aan en zei: ‘Ja maar dat is toch niet dezelfde

kleur als Zwarte Piet?’ De kinderen keken hem aan en

vervolgens werd verder gespeeld. Geen vragen, geen

oordeel en mijn broertje was Piet!”

‘Dat hebben wij hier niet’

Page 7: magazine online - Adoptievoorzieningen...ogen tegenover me. “Ik ben toch niet zwart!” Het klinkt bijna verontwaardigd, alsof ik iets aan mijn ogen man-keer. Ook de vraag welke

ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2 JUNI 2019

ILLEGALE ADOPTIES BLIJVEN MOGELIJK DOOR WEGKIJKENDE INSTANTIES

vervelens toe, vasthoudendheid mij zeer hielp de

donkere onderkant van de adoptie-industrie te ont-

dekken.” Wonderlijk. Een wetenschapper die corrupte

adopties onderzoekt, noemt degene die haar gedetail-

leerd informeert vervolgens ‘vervelend’.

VN-KINDERRECHTENVERDRAGLoibl noemt een pijler van adoptieprocedures, het

Haagse Adoptieverdrag uit 1995, het ‘Paard van Troje’.

De intentie ervan is volgens haar goed: illegale adop-

ties voorkomen. In de praktijk komt van de ethische

normen uit het verdrag echter weinig terecht, stelt ze.

De adopterende landen, in dit geval Nederland en

Duitsland, ‘monitoren’ te weinig ofwel er is onvoldoen-

de controle waardoor de corrupte adoptie-industrie

kan blijven bestaan.

Volgens critici, onder aanvoering van Post, maakt Loibl

een fundamentele fout. Niet het Haags Adoptieverdrag

moet leidend zijn bij adopties, wat nu wel het geval is,

maar het VN-kinderrechtenverdrag. In het Haags Adop-

tieverdrag wordt adoptie gezien als een ‘kinderbe-

schermingsmaatregel’ en daardoor wordt adopteren

gemakkelijk en kunnen illegale adopties worden gele-

galiseerd. Het Haags Adoptieverdrag ondermijnt vol-

gens Post het VN-kinderrechtenverdrag waarin staat

dat een kind het beste in de eigen omgeving kan

opgroeien. Als biologische ouders daartoe niet in staat

zijn, moeten de mogelijkheden bij familie of anderen

worden onderzocht. Adoptie wordt in het VN-kinder-

rechtenverdrag een extreme uitzondering.

Voor Loibl is het Haags Adoptieverdrag leidend. En

hoewel ze uitputtend beschrijft hoe en waar corruptie

plaatsheeft, concludeert ze toch niet dat internationale

adoptie moet worden gestopt. Omdat er altijd wensou-

ders blijven die een kind willen adopteren en zij anders

ondergronds zullen gaan, is haar redenering.

PRO-ADOPTIELOBBYDe Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescher-

ming (RSJ), ook door Loibl gememoreerd, adviseerde

november 2016 wél met interlandelijke adopties te

stoppen. Maar dit advies stierf een stille dood. Een

belangrijke reden daarvoor is ongetwijfeld de onge-

kende kracht van de pro-adoptielobby, ook in Neder-

land. En dus gaat interlandelijke adoptie door en

verplaatst die zich na schandalen en verbod op adop-

ties van het ene land naar het andere.

Opmerkelijk is daarom dat Loibl in haar omvangrijke

proefschrift slechts twee keer het woord ‘lobby’ noemt.

Op pagina 88: “Critici van interlandelijke adoptie staan

voor een krachtige pro-adoptielobby, waaronder poli-

tici, adoptanten, conservatieve denktanks en juridische

wetenschappers die de ernst en de reikwijdte van de

illegale en negatieve adoptiepraktijken ontkennen.”

Maar de macht van deze allesbepalende lobby komt in

het proefschrift niet aan bod.

Opmerkelijk ook is dat de Amerikaanse rechtsgeleerde

prof. David Smolin (Samford University, VS) in haar

beoordelingscommissie zit. Hij adopteerde twee meis-

jes uit India maar wist op het moment dat ze in Amerika

uit het vliegtuig stapten al dat het fout was en “deze

kinderen niet in de Verenigde Staten wilden zijn”. Smo-

lin vertelt in de Duitse documentaire ‘Babies for Sale

Welweit’ (WDR, 9 oktober 2008) dat het illegale adop-

ties vanuit een kindertehuis betreft, geregeld zonder

toestemming van de moeder. Maar hij en zijn vrouw

legaliseerden deze adopties vervolgens wel. Smolin is

thans een befaamde adoptiecriticus.

De pers besteedde weinig aandacht aan Loibls disser-

tatie. Maar adoptie is momenteel wel volop en negatief

in het nieuws. Tv-programma Nieuwsuur had recent

een uitzending over grootschalige fraude met adoptie

van kinderen uit Haïti die geen wees zijn. En een com-

missie onder leiding van mr. Tjibbe Joustra onderzoekt

momenteel “de rol en verantwoordelijkheid van de

Nederlandse overheid bij interlandelijke adoptie”. Komt

deze commissie met conclusies die Loibl niet trekt?

Het systeem faalt en in dit systeem is er geen ruimte

meer voor adopties.

Cum laude. Zo promoveerde rechtsgeleerde Elvira Loibl op 15 mei aan

de Universiteit Maastricht op het proefschrift ‘The transnational illegal

adoption market: A criminological study of the German and Dutch

intercountry adoption systems’. Journalist Hélène van Beek bekeek de dissertatie

van 518 pagina’s dik en las ‘wonderlijke en op z’n zachtst gezegd opmerkelijke’

conclusies.

12

TEKST HÉLÈNE VAN BEEKRUBRIEK ONDERZOEK BELICHT

Loibl vergeleek de internationale adoptiepraktijken van

Nederland en Duitsland. En kwam tot de conclusie dat

er in beide landen te weinig toezicht op adopties is. En

dat belangen van de veelal ongewild kinderloze wens-

ouders meer tellen dan die van het te adopteren kind

en zijn biologische ouders.

Deze conclusie zou schokkend moeten zijn, maar is het

niet. Omdat algemeen bekend is dat buitenlandse

adoptieprocedures zeer vaak corrupt zijn. Adoptie

wordt niet voor niets, al lang, kinderhandel genoemd.

Kinderen worden onder valse voorwendselen bij hun

biologische ouders weggehaald, en door kinder- of

ziekenhuizen verkocht. Door het vervalsen van docu-

menten worden deze adopties vervolgens witgewas-

sen, stelt ook Loibl. Adopties daalden wereldwijd met

80 procent. Maar omdat autoriteiten zowel in landen

van herkomst als in adopterende landen wegkijken,

blijft deze adoptiemarkt wel bestaan.

KLOKKENLUIDER ROELIE POSTAls er misstanden bekend worden, dan komt dat vooral

omdat journalisten ze blootleggen. Loibl noemt tv-

programma’s Zembla en Brandpunt die adoptieschan-

dalen in Bulgarije, Ethiopië en Sri Lanka aan de kaak

stelden. Ook Argos (VPRO-radio) berichtte meermalen

over corruptie in Ethiopië. En dagblad Trouw schreef

veel over malafide adoptiepraktijken. Vaak nadat ze

hierover informatie kregen van de Nederlandse Roelie

Post, auteur van het boek ‘Romania for Export Only’

(2007), over corrupte adoptiepraktijken ten tijde van de

toetreding van Roemenië tot de Europese Unie. Post

was als ambtenaar van de Europese Commissie met

mensen- en kinderrechten in Roemenië belast. Zij

kreeg geen erkenning als klokkenluider en moest een

jarenlange, bittere strijd voeren nadat ze op een zij-

spoor was gezet.

Roelie Post en Arun Dohle – een in Duitsland ge-

adopteerde Indiër met zelf een ‘corrupt adoptiedossier’

– onderzoeken en bestrijden de wereldwijde adoptie -

corruptie al meer dan tien jaar met de door hen opge-

richte organisatie Against Child Trafficking (ACT). Zij

overtuigden Ina Hut, destijds directeur van vergunning-

houder Wereldkinderen, van misstanden in China, India,

Haïti en Ethiopië. Volgens Loibl zag Hut uit zichzelf het

licht. Hut meldde de corruptie inderdaad bij het minis-

terie van Buitenlandse Zaken, zoals Loibl beschrijft.

Maar het ministerie greep niet in omdat handelsbelan-

gen belangrijker waren. Het was ook Hut die Post en

Dohle vroeg adopties uit Ethiopië te onderzoeken. In

het rapport ‘Fruits of Ethiopia’ concluderen zij dat bij 19

van de 25 adopties (periode 2004-2009) sprake was van

onregelmatigheden. Het betrof, aldus ACT, niet toeval-

lig een paar ‘rotte appels’ maar een corrupt systeem.

Over Arun Dohle, die haar intensief hielp met leveren

van bewijs voor adoptieschandalen, is Loibl desondanks

niet zo positief: “Wiens enthousiasme en ja, soms tot

13

Page 8: magazine online - Adoptievoorzieningen...ogen tegenover me. “Ik ben toch niet zwart!” Het klinkt bijna verontwaardigd, alsof ik iets aan mijn ogen man-keer. Ook de vraag welke

15

ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2

14

LEEFTIJD15 jaar

BEROEP student, 4 vwo

WOONPLAATS Amersfoort

> GEADOPTEERDEQuan Keijsers

14

Deze maand is het twee jaar geleden dat we tijdens een vakantie in China min of meer bij toeval mijn biologische moeder en broertje vonden. Mijn broertje is maar één jaar jonger. We lijken best veel op elkaar. Dat is wel grappig om te zien, maar ik vind het niet heel belangrijk. Ik ben opgevoed met het idee dat uiterlijk en genen niet bepalen hoe sterk je band met iemand is.

Ik was wel nieuwsgierig waarom mijn bio-

logische ouders mij op tweejarige

leeftijd hadden afgestaan. Wat

blijkt? Dat is helemaal niet het

geval. Ze zijn me kwijtgeraakt.

Het DNA van mijn inmiddels

overleden vader zat bij de

politie in een bestand van

ouders die aangifte van ver-

missing hebben gedaan. Vier

dagen nadat ik DNA had inge-

leverd was er een match.

Het jaar erna ben ik samen met

mijn adoptiemoeder Chinees Nieuw-

jaar bij mijn biologische familie gaan

vieren. Toen werd me duidelijk dat ik toch

echt meer Nederlander ben dan Chinees.

Oké, misschien niet wat werkhouding be-

treft; mijn adoptieouders hoeven nooit te

vragen of mijn huiswerk af is. Maar ik geef

bijvoorbeeld niet makkelijk geld uit. Haha!

En ik ben ook vrij direct in mijn communi-

catie. We hebben tot nog toe steeds an-

dere versies gehoord van hoe ik nou ben

kwijtgeraakt. Ik snap dat ze het lastig vin-

den om het te vertellen. Er zit schaamte

achter. En ze willen me waarschijnlijk in

bescherming nemen, geen pijn doen.

Maar ik denk dan toch: kom op, zeg het

gewoon, dan kunnen we door. Ook merk ik dat ik veel in-

dividualistischer ben. In China doen ze echt alles samen.

Dat begon me na een paar dagen al op de zenuwen te

werken.

Natuurlijk valt het in Nederland wel op dat ik er anders

uitzie. Er wordt weleens wat geroepen. Ik weet niet eens

precies wat, iets over het feit dat ik Chinees ben. Het

boeit me niet, het zijn willekeurige mensen

met wie ik verder niets heb of moet. In

mijn vriendenkring ben ik niet de eni-

ge met een ander kleurtje. Ik heb

een Chinese vriend die ook ge-

adopteerd is en een andere

vriend heeft Indonesische

ouders. Tijdens mijn eerste

kinderfeestje in Nederland

was er maar één meisje dat

helemaal Nederlands was. De

andere kinderen hadden alle-

maal een of meer buitenland-

se ouders. Dat is het voordeel

van opgroeien in een multicultu-

reel land.

In China zijn genen en de bloedband veel

belangrijker dan in Nederland. In het dorp

waar mijn moeder en broertje wonen, vin-

den ze het allemaal heel logisch dat ik, nu

ik terecht ben, weer bij hen kom wonen.

Dat ik al twaalf jaar in Nederland woon en

me hier helemaal thuis voel, doet er wat

hen betreft niet toe: ik heb Chinees bloed,

dus hoor ik in China. Het geeft niet dat ze

dat vinden en zeggen, ik denk er heel an-

ders over. Ik ga later misschien wel in het

buitenland studeren. Dat lijkt me best

leuk. Maar China is niet het eerste land

waar ik dan aan denk.

drieluik

RUBRIEK DRIELUIK

‘Ik ben meer Nederlander dan Chinees’

FORUM OPEN VOOR OUDERS VAN PUBERS

RUBRIEK ACTUEEL TEKST YVONNE GEELEN

Hoe stimuleren jullie je kind om vriendjes te maken en te houden? Hoe verliep de overgang naar de middelbare school bij andere adoptie-

kinderen? Zo maar enkele vragen die adoptieouders stellen aan andere

ouders op Adoptieoudersonline.nl. Dit besloten forum, tot voor kort bedoeld

voor ouders van kinderen t/m 12 jaar, staat nu open voor alle adoptieouders

met kinderen in de leeftijd tot 18 jaar.

Wiwin Veendijk, nazorgmedewerker bij Stichting Adop-

tievoorzieningen en communitymanager: “Een grote

groep adoptiekinderen is of komt de komende jaren in

de puberteit. Stichting Adoptievoorzieningen krijgt al

geruime tijd veel vragen binnen van ouders van pubers.

De puberteit is vaak een roerige periode, waarin weer

veel vragen rond adoptie, identiteit en afkomst de kop

op steken. Daarom leek het ons goed om ook ouders

van kinderen in de puberleeftijd toegang te geven tot

het forum. We zijn ervan overtuigd dat ook zij kunnen

profiteren van elkaars ervaringen. En zij hebben wellicht

ook goede tips voor ouders van jongere kinderen.”

Op dit moment heeft het forum ruim 1100 leden. Veen-

dijk: “Vier jaar geleden zijn we gestart. Voor ons was dat

best spannend. Hoewel we een vooronderzoek hadden

gedaan, was het toch maar afwachten of het zou gaan

lukken. In relatief korte tijd hadden we ruim 600 leden.

Het forum voorzag en voorziet dus in een behoefte.

Wennen, hechting, eten, school en slapen zijn onderwer-

pen waar veel over wordt uitgewisseld. Hoe bereid je een

kind voor om voor het eerst naar school te gaan? Hoe

hebben andere ouders dat gedaan, hoe weet je wanneer

je kind daaraan toe is? Dat soort dingen. We merken dat

ouders zich eerder en beter begrepen voelen door

andere adoptieouders.”

Om ervoor te zorgen dat het forum exclusief blijft voor

adoptieouders, controleert Stichting Adoptievoorzie-

ningen bij aanmelding of het ook daadwerkelijk om

een adoptieouder gaat. Daarin verschilt het forum van

vele andere plekken op internet waar adoptieouders

elkaar ontmoeten. Veendijk: “Een veilige omgeving

scheppen is vanaf het begin een belangrijk aandachts-

punt geweest bij de opzet van het forum. We horen van

ouders terug dat ze het fijn vinden om hun verhaal te

kunnen doen in een omgeving waarin niet wordt ge-

oordeeld.”

De eerste topics rond de puberteit zijn al geopend.

Hoe ga je om met social-mediagebruik van je kind?

Hoe vind je een goede balans tussen loslaten en be-

schermen? Wat doe je als je kind tegen grenzen aan-

trapt? Veendijk: “Ik hoop dat steeds meer ouders ons

forum gaan vinden en elkaar helpen in deze veelal

bijzondere, kwetsbare, ontroerende en dappere op-

voedsituaties.”

OOK MEEPRATEN? Aanmelden kan via adoptieoudersonline.nl.

Page 9: magazine online - Adoptievoorzieningen...ogen tegenover me. “Ik ben toch niet zwart!” Het klinkt bijna verontwaardigd, alsof ik iets aan mijn ogen man-keer. Ook de vraag welke

16 17

ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2 JUNI 2019THEMA KLEUR

Als ‘Kleur’, het thema van dit nummer van het Adoptiemagazine online ergens geen rol speelt is het wel tijdens het jaarlijkse voetbalfestijn: WK Adoptiekids. Toch? Of is dat het nou juist wel, wat het jaarlijks terugkerende sportieve evene-ment zo razend populair maakt? Eén keer per jaar, lekker herkenning vinden in de landenteams. Hoe dan ook, voor veel trouwe bezoekers, ouders én deelnemers, een dag waar jaarlijks met plezier naar uitgekeken wordt.

TEKST ANGELA JANS FOTO'S WILKO VAN BEEK

Z aterdag 22 juni werd het bijzondere voetbaltoer-

nooi met meer dan achthonderd deelnemers, al

weer voor de tiende keer gehouden. Sommige

jongeren waren er daadwerkelijk voor de tiende keer.

Sterker, team Colombia won tien jaar geleden, destijds

met het team 7/8- jarigen, het wereldkampioenschap. En

dit jaar ging het gezelschap op herhaling, in de oudste

leeftijdscategorie (17/18) sleepten ze opnieuw de trofee

Tweede lustrum WK Adoptiekids

Leuk, leuk, leuk!

in wacht. Anderen maakten dit jaar hun debuut op het

voetbaltoernooi. Het tweede lustrum vond, net als

inmiddels als weer enkele jaren, plaats op de sportvel-

den in Vianen.

Vraag drie deelnemers het evenement in één tref-

woord samen te vatten en je krijgt drie keer exact

hetzelfde antwoord: Leuk, leuk, leuk! Shekina Klein (13)

uit Dordrecht (foto cover) komt uit voor Congo. Zij was

voor de derde keer van de partij en ze vindt het niet

alleen leuk om te voetallen, ze is er ook om ‘oude

bekenden’ te zien.

Dat geldt ook voor Dimitri den Hartog (16) uit Driebruggen

die al weer voor de zesde keer meespeelde in het team

van Zuid-Korea. Teamgenoot Thomas Goedhart (16) uit

Beinsdorp was er daarentegen dit jaar voor de eerste keer.

Overigens draaide het niet alleen om voetbal. Voor de

supporters, ouders, broers, zussen, opa’s, oma’s en

natuurlijk de deelnemers zelfs, was er naast de velden

ook nog een heleboel te beleven en te genieten. Op de

informatiemarkt of bij de eetkraampjes, die voorzagen

van diverse smaken: van Colombiaanse snacks tot

Vietnamese loempia’s.

↑ Team USA is niet te houden en stormt

het veld op.

↑ Team Colombia werd, net als tien jaar geleden, Wereldkampioen. Nu in de leeftijdscategorie 17/18.

↑ Dimitry den Hartog en Thomas Goedhart komen uit

voor Zuid-Korea.

↑ Na de finale tegen Ethiopië, kon team Haïti de wereldbokaal

in ontvangst nemen.

↑ Naast de velden was er ook veel vermaak.

→ Vrijwilligers in de functie van veldcoördinatoren: Annelies,

Arjan en Hans (geadopteerd), vinden het WK 'een geweldig initiatief.'

Page 10: magazine online - Adoptievoorzieningen...ogen tegenover me. “Ik ben toch niet zwart!” Het klinkt bijna verontwaardigd, alsof ik iets aan mijn ogen man-keer. Ook de vraag welke

TEKST VERA KIDJAN ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2 JUNI 2019

1918

RUBRIEK WETTEN & REGELS

In het Adoptiemagazine van december 2017 schreef Vera Kidjan over de situatie van de Braziliaanse Marcia* en haar broer Roberto. Het artikel

eindigde, net zoals in een spannende roman, met een cliffhanger. De zaak

kreeg een vervolg.

RECHTBANK STAR VOOR OUDERS DIE BUITEN NEDERLAND WONEN

stiefdochter. Dat is België. Voorts overweegt de recht-

bank dat bij de beoordeling van een adoptieverzoek de

belangen van het kind onderzocht moeten worden. De

instanties in het land waar het kind woont, in dit geval

België, zijn de aangewezen instanties om de belangen

van het kind zo nodig te onderzoeken. De grote valkuil

in deze zaak is dat de rechtbank constateert dat ner-

gens uit blijkt dat een adoptie in België niet mogelijk is.

De man heeft slechts aangegeven dat de adoptiepro-

cedure in België vermoedelijk lang zal duren.

De rechtbank vindt de argumenten van de man onvol-

doende om rechtsmacht van de Nederlandse rechter

aan te nemen en acht de Nederlandse rechter dan ook

onbevoegd van het adoptieverzoek kennis te nemen.

Aan een inhoudelijke beoordeling komt de rechtbank

daarom niet toe.

BELGISCHE ADOPTIEDe beslissing zou naar mijn mening anders zijn geweest

als de man had kunnen aanvoeren dat onder zijn om-

standigheden geen Belgische adoptie kon worden

uitgesproken. Als dat het geval was geweest, dan had

een beroep gedaan kunnen worden op artikel 9 van het

Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Daarin staat

dat de Nederlandse rechter internationale rechtsmacht

moet accepteren als een gerechtelijke procedure

buiten Nederland onmogelijk blijkt te zijn.

Uit het vorenstaande blijkt dat de Nederlandse recht-

bank momenteel niet eenvoudig rechtsmacht aan-

neemt als de adoptieouders niet in Nederland wonen.

Dit punt moet door de adoptieouders uitgebreid wor-

den toegelicht voordat kan worden toegekomen aan

de kwestie waar het werkelijk om gaat: de adoptie van

een kind dat in vele gevallen al lange tijd een gezin

vormt met de adoptieouders. Deze starre formele

houding in zaken waar de belangen van het kind op het

spel staan vind ik een ongewenste ontwikkeling.

De zaak van Marcia is overigens nog niet klaar. Zij heeft

onlangs een klacht ingediend bij het Europees Hof voor

de Rechten van de Mens. Wordt vervolgd.

* voor de leesbaarheid wordt Marcia genoemd

maar formeel gezien voeren haar adoptieouders de

procedure.

INFO

Vera Kidjan is advocaat bij Everaert Advocaten in

Amsterdam, www.everaert.nl. 020-7523217 of stuur een

e-mail naar: [email protected]

belang niet in van een Nederlandse adoptie. Hierop

gaat Marcia in hoger beroep. De zaak wordt op basis

van een formele afweging door het hof afgedaan. Het

hof verklaart zich onbevoegd omdat er onvoldoende

aanknopingspunten zijn met de Nederlandse rechts-

sfeer om de Nederlandse adoptie uit te spreken. Het

feit dat de adoptievader de Nederlandse nationaliteit

heeft en het hier uiteindelijk gaat om het Nederlander-

schap van Marcia, is onvoldoende. Hierdoor hoeft het

hof zich niet verder inhoudelijk uit te laten over de zaak.

Vervolgens stapt Marcia naar de Hoge Raad, die de

zaak echter verkort afdoet. De aangevoerde klachten

kunnen niet tot cassatie leiden en hoeven geen nadere

motivering omdat de klachten niet leiden tot beant-

woording van rechtsvragen in het belang van de

rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

WONEN EN WERKEN IN BELGIËDoor deze ontwikkelingen wordt momenteel bij adop-

tieouders die niet in Nederland wonen en in Nederland

willen adopteren, zeer kritisch gekeken naar de banden

met Nederland voordat de Nederlandse rechter een

Nederlandse adoptie wil uitspreken.

Op 11 februari 2019 doet de rechtbank Den Haag bij-

voorbeeld uitspraak in een zaak waar de adoptieouders

in België wonen. Het gaat om een Nederlandse man

die getrouwd is met een Libanese vrouw. Zij heeft een

dochter uit een eerder huwelijk. De Nederlandse man

wil graag zijn stiefdochter via een Nederlandse partner-

adoptie adopteren. De man voert aan dat er voldoende

binding is met Nederland. Hij heeft de Nederlandse

nationaliteit en zijn echtgenote verwacht deze even-

eens op korte termijn te verkrijgen. Door een adoptie

naar Nederlands recht zal ook de dochter de Neder-

landse nationaliteit krijgen met alle rechten en plichten

die daarbij horen en zal haar status als kind van de man

zijn gewaarborgd. De man geeft aan dat het gezin op

Nederland georiënteerd is omdat daar zijn familie

woont. Ook wordt de dochter zowel Frans- als Neder-

landstalig opgevoed en is de man werkzaam als EU-

ambtenaar in België. Formeel gezien wordt de man

daarom niet als inwoner van België aangemerkt van-

wege zijn geprivilegieerde status. Tot slot is er het

vooruitzicht dat de man met zijn gezin op een termijn

van twee jaar naar Nederland overgeplaatst wordt.

De rechtbank vindt echter dat de verblijfplaats van het

gezin feitelijk in België is. Zij wonen en werken daar en

hun gezinsleven speelt zich af in België. Zij hebben

nooit in Nederland gewoond. Voor de beoordeling van

de rechtssfeer waarmee de zaak verbonden is, moet de

rechtbank kijken naar de feitelijke situatie en dus ook

naar de feitelijke verblijfplaats van de man en zijn

Samenvattend: het gaat om een Braziliaanse adoptie

van Marcia uit 2002 en een Braziliaanse adoptie van

Roberto uit 2005. De twee wonen met hun adoptieou-

ders in Brazilië. De adoptiemoeder heeft de Braziliaan-

se nationaliteit en de adoptievader heeft de

Nederlandse nationaliteit. De Wet conflictenrecht

adoptie trad in werking op 1 januari 2004. Dit heeft tot

gevolg dat de adoptie van Roberto kan worden erkend

volgens geschreven regels waardoor hij door de Brazili-

aanse adoptie Nederlander wordt. Maar Marcia’s adop-

tie kan niet op grond van geschreven regels worden

erkend waardoor zij geen Nederlander is geworden via

de Braziliaanse adoptie. Daarom verzoekt Marcia de

rechtbank om een Nederlandse adoptie uit te spreken.

Hierdoor kan zij wel Nederlander worden.

De rechtbank laat zich echter uitsluitend uit over de

erkenning van de Braziliaanse adoptie en ziet het

Page 11: magazine online - Adoptievoorzieningen...ogen tegenover me. “Ik ben toch niet zwart!” Het klinkt bijna verontwaardigd, alsof ik iets aan mijn ogen man-keer. Ook de vraag welke

ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2 JUNI 2019

vormen is dat een vereniging leden telt, waardoor er

een duidelijke en traceerbare achterban is te vormen.

Als een van de eerste initiatieven van de vereniging

werd vrijdag 21 juni, bij wijze van aftrap voor de oprich-

ting van het Kenniscentrum, een symposium gehouden

in hotel Asteria in Venray. Sprekers uit binnen- en bui-

tenland lieten daar van zich horen. In de zaal een kleine

honderd belangstellenden, een mix van (oudere) adop-

tieouders, binnenlands en interlandelijk geadopteer-

den, hun partners of vrienden, vertegenwoordigers van

ministeries en hulpverleners.

Zij hoorden geadopteerden Dewi Deijle en Sanne van

Rossen op basis van eigen ervaringen pleiten voor

meer aandacht en maatregelen voor de misstanden

die hebben plaatsgevonden rond adopties. Dankzij

een video-verbinding via internet liet de Amerikaanse

klinisch psycholoog en adoptie-expert dr. David M.

Brodzinsky weten voorstander te zijn van een hulp-

verleningsinstelling die gespecialiseerd is in adoptie-

gerelateerde problematiek. Therapeuten zouden wat

hem betreft voortaan vaker expliciet moeten worden

getraind in de begeleiding en behandeling van ge-

adopteerde kinderen of volwassenen die tegen allerlei

problemen aanlopen of worstelen met hun identiteit,

zaken die terug te voeren zijn op hun adoptie. “Zij

kunnen daarbij het beste, of misschien zelfs alleen

maar, geholpen worden door adoptiecompetente

professionals”, aldus Brodzinsky.

PGB VOOR ELKE GEADOPTEERDEEen Nederlandse hulpverlener die zich al gespeciali-

seerd heeft in adoptieproblematiek was ook als spreker

van de partij: kinder- en jeugdpsycholoog dr. Anneke

Vinke. Zij is ook voorstander van een Kenniscentrum

Nazorg Adoptie, maar wel in eerste instantie op lande-

lijk niveau (“Europees is ingewikkeld vanwege de grote

verschillen per land”). Zelf noemt ze dat trouwens liever

Kenniscentrum Afstand, Adoptie en Afstamming (AAA).

“Daar kan verbinding worden gelegd met bestaande

structuren als Stichting Adoptievoorzieningen, Fiom,

GGZ, jeugdzorg en meer. Ook moet daar een register

worden ingevoerd en bijgehouden waarin adoptiege-

certificeerde hulpverleners zijn opgenomen zodat je de

kwaliteit van de professionals voor nazorg kunt waar-

borgen. Een kenniscentrum kan daarbij zeker wat toe-

voegen, want er bestaat nu weliswaar al van alles – bij de

Stichting Adoptievoorzieningen geven ze bijvoorbeeld

nu ook nazorg – maar dat is niet afdoende voor de

zware gevallen. En het is sowieso nooit ‘one size fits all’.

Dus begin met het opstellen van richtlijnen voor de

zorg (dat kost 150.000 euro, is niet veel voor overheids-

budgetten), maak een zorgstandaard (3 ton) en een

register voor nazorg. Al kun je niet alles repareren, het

gemis kun je niet wegnemen. Het kind moet de route-

planner zijn, het gaat erom dat een geadopteerde

uiteindelijk verder kan in het leven.”

Even daarvoor adviseerde Gera ter Meulen, lid van de

Werkgroep Post Adoption Services van EurAdopt, op

basis van onderzoek naar de behoefte aan nazorg

onder geadopteerden in 24 Europese landen: “Geef

geadopteerden een persoonsgebonden budget (pgb)

waardoor ze, indien nodig, levenslang de financiële

mogelijkheid hebben zelf hulp in te kopen. Geld ook

om, als daar behoefte aan is, minstens één keer in hun

leven op rootsreis kunnen gaan, terug naar het land

van herkomst.”

TE VEEL GEMEDICALISEERDHet viel niet allemaal even goed. In de loop van de

avond ontstond vanuit de zaal steeds meer onrust en

irritatie, en kwam hier en daar oud zeer tevoorschijn.

Ter Meulen en Vinke kregen kritische vragen en op-

merkingen voor hun voeten geworpen. Ter Meulen van

geadopteerde Hilbrand Westra die benadrukte dat Ter

Meulen werkt voor de adoptieorganisaties, Vinke van

mensen die vonden dat adoptie door haar veel te veel

gemedicaliseerd wordt. En, algemeen, dat het allemaal

te weinig over, voor en door geadopteerden zelf ging.

“Het uitgangspunt moet zijn: de geadopteerde en wat

die nodig heeft. Soms werkt hulp van de GGZ niet en

hulp van lotgenoten, ervaringsdeskundigen die hele-

maal niet gediplomeerd zijn op dat gebied, wél”, aldus

panellid Yudi Hoekstra, adoptiecoach.

Voor Anne-Marie Goosen was het, zei ze in haar slot-

woord, wel duidelijk: “De vereniging is niet voor niets

opgericht, dat blijkt. De conclusie: we gaan gewoon

beginnen. We willen ervoor zorgen dat er een Europees

Kenniscentrum Nazorg Adoptie komt, voor álle ge-

adopteerden, adoptieouders en afstandsouders.” De

vereniging gaat er alles aan doen om dit in Den Haag

op de politieke agenda te krijgen en wettelijk te laten

verankeren.

21

Geadopteerden hebben allemaal een trauma. Het verdriet is vaak zo

diepgeworteld, dat het niet is op te lossen met twee therapeutische

sessies, vindt de Vereniging Adoptie Nazorg. Daarom moet er een

Europees Kenniscentrum Nazorg Adoptie komen. Een plek waar verbindingen

worden gelegd tussen de psychische en lichamelijke klachten die het gevolg

kunnen zijn van adoptie, waar competente hulpverleners te vinden zijn, waar

informatie is te verkrijgen, adoptiedossiers worden opgeslagen, en meer.

Vereniging wil Europees Kenniscentrum Nazorg Adoptie

‘ WE GAAN GEWOON BEGINNEN’

20

TEKST ANGELA JANSRUBRIEK BEGELEIDING BESPROKEN

“Daarbij hoeft geen onderscheid gemaakt te worden

tussen binnenlands of interlandelijk geadopteerden, we

dragen allemaal dezelfde pijn. En we willen er ook zijn

voor de adoptie- én afstandsouders. Voor de hele

adoptiedriehoek dus”, zegt Anne-Marie Goossens,

voorzitter van de nieuwe vereniging. Zelf is ze binnen-

lands geadopteerd. In het bestuur zitten daarnaast

onder anderen ook interlandelijk geadopteerde Sanne

van Rossen en adoptieouder Lyda Groot.

De vereniging is gelieerd aan de enkele jaren geleden

opgerichte stichting Nazorg Adoptie, waarvan naast

Anne-Marie ook (geadopteerde) Liesbeth Struijcken

aan de wieg stond. Groot verschil tussen beide rechts-

Juriste Dewi Deijle pleitte onder meer voor erkenning door de Nederlandse staat,

van de misstanden die er zijn geweest zijn geweest bij adopties. Foto: Seth Hirdes

Page 12: magazine online - Adoptievoorzieningen...ogen tegenover me. “Ik ben toch niet zwart!” Het klinkt bijna verontwaardigd, alsof ik iets aan mijn ogen man-keer. Ook de vraag welke

22 23

TEKST ANGELA JANS ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2 JUNI 2019THEMA KLEUR

A ntwoorden op deze en

andere vragen komen

aan de orde in een

boek waaraan momenteel wordt

gewerkt door Femmie Juffer,

Lindy Popma en Monique Steen-

stra. Het is de bedoeling dat het

eerste exemplaar in het najaar

wordt gepresenteerd. Het is

overigens niet voor het eerst dat

deze drie vrouwen gezamenlijk

aan de hand van interviews een

boek schrijven. Eerder al tekende

dit drietal voor 18 x 18, een boek

waarin achttien pleegkinderen

aan het woord komen die net

achttien jaar, lees: juridisch

zelfstandig, zijn geworden.

Deze keer gaat het om zestien

interviews en even zoveel por-

tret- en gezinsfoto’s. De foto’s

zijn van de hand van fotograaf

Lilian van Rooij. Zij is onder meer

bekend van het fotoboek Mano

Mano. Tien adoptieverhalen uit

eerste hand.

Biculturele socialisatie

Er wordt gesproken met zeven

geadopteerden, zeven pleeg-

kinderen en twee jongeren die

hoor je regelmatig dat er in

ieder geval erkenning moet zijn.

Dat het van belang is dat de

afkomst niet wordt genegeerd

of ontkend. Als er bijvoorbeeld

gepest wordt op school van-

wege de huidskleur, moeten

ouders en leerkrachten daar

bedacht op zijn.”

“Ook hebben we gevraagd

hoe de jongeren zelf hun eigen

afkomst ervaren. Uit de antwoor-

den blijkt dat dit heel verschil-

lend kan zijn. Het loopt uiteen

van een grote verbondenheid

met de cultuur uit het land van

herkomst tot er juist helemaal

niets mee te maken willen heb-

ben. Acceptatie thuis is de basis.

‘Ik voel me hier thuis’, is waarom

ze zich ook verwant voelen met

de Nederlandse cultuur.”

Het boek is bedoeld om de

jongeren van nu, in adoptie- of

pleeggezinnen of gezinshuizen,

een stem te geven. En ter infor-

matie en inspiratie voor toekom-

stige adoptie- of pleegouders.

Zodat ze beter kunnen begrijpen

wat de jongeren zelf belangrijk

vinden. “Het is ook bedoeld voor

jongeren zelf, voor leeftijdgenoten, zodat ze kunnen

lezen hoe anderen hiermee omgaan. Zo’n boek is er

nog niet. Er bestaat al wel een boek over volwassen

geadopteerden – Gekleurde identiteit van Ton Hendriks

– maar een boek dat specifiek ingaat op de beleving en

vorming van de eigen identiteit door gekleurde jonge-

ren in multiculturele adoptie- of pleeggezinnen ont-

breekt. Wij willen in deze lacune voorzien”, aldus Juffer.

Om het boek betaalbaar te houden voor pleeg- en

adoptiegezinnen is de verkoopprijs vastgesteld op

15 euro (hetzelfde als bij 18 x 18). De auteurs en de

fotograaf ontvangen geen royalty’s en Stichting

Kinderpostzegels heeft een subsidie toegekend om

de uitgave mogelijk te maken. De presentatie zal

plaatsvinden op de Universiteit Leiden tijdens een

symposium over multiculturele adoptie- en pleeg-

gezinnen. Naar verwachting zal dit begin november

zijn, in de Week van de Pleegzorg.

UITGEVERIJ: LECTURIS.NL

Opgroeien in een multicultureel adoptie- of pleeggezin, waar ouders en kinderen een andere huidskleur hebben, wat doet dat met betrokkenen? Hoe zien ze zichzelf? In hoeverre voelen ze zich verbonden met andere landen? Groeien de kinderen op tussen of mét twee culturen?

Femmie Juffer:

‘ Acceptatie thuis is de basis’

zijn opgegroeid in een gezins-

huis. “Ik ben heel benieuwd naar

de verschillen en overeenkom-

sten”, zegt Juffer. Zij maakt niet

alleen enkele interviews, voor

dit boek schrijft ze ook een

inhoudelijk hoofdstuk op basis

van haar kennis en functie als

bijzonder hoogleraar adoptie

aan Universiteit Leiden. “Dat deel

gaat met name over de vraag

of het wel of niet belangrijk is dat

kinderen die niet bij hun bio-

logische ouders opgroeien, de

cultuur van hun afkomst mee-

krijgen. Daarover, over biculturele

socialisatie dus, is altijd discussie

geweest. In de jaren zeventig

werd er niet veel over de afkomst

gesproken en werd er gezegd:

‘Ze zijn nu in Nederland, laat ze

gewoon opgroeien met boeren-

kool.’ Tegenwoordig zie je adop-

tieouders die met hun kinderen

bijvoorbeeld enthousiast

Chinees nieuwjaar vieren.”

In Nederland komen multicultu-

rele adoptie- en pleeggezinnen

relatief veel voor. Bij interlande-

lijke adoptie gaat het vaak om

gekleurde buitenlandse adoptie-

kinderen, bijvoorbeeld uit China,

Colombia, Azië of Afrika, die witte

ouders krijgen. Bij pleegzorg

worden in ruim een derde van de

gezinnen kinderen met een

migratieachtergrond opgevan-

gen door autochtonen. Er wordt

wel gezocht naar een match op

basis van dezelfde culturele

achtergrond, maar zelden of

nooit is een ouderpaar met

dezelfde achtergrond als het

pleegkind beschikbaar. Er is

sowieso een langdurig tekort aan

pleeggezinnen, en zeker van hen

met een migratieachtergrond.

Uit onderzoek blijkt inmiddels

dat het goed is om aandacht te

besteden aan de cultuur van

herkomst, maar dat je dat vooral

ook niet moet overdrijven. “Ga

niet voortdurend wijzen op het

anders zijn”, adviseert Juffer. “Als

je daar de nadruk op legt, kan

het een kind ook in de weg gaan

staan om bij het gezin te gaan

horen. Het gaat erom dat je je

ergens thuis voelt en dat je

gehecht bent. Het is echt van

belang om te zorgen voor een

goed evenwicht.”

Erkennen, niet ontkennen

Want al speelt het thema in de huiselijke sfeer mis-

schien nauwelijks een rol, de kinderen worden vroeg of

laat in hun eentje in de buitenwereld waarschijnlijk wel

een keer geconfronteerd met hun ‘anders-zijn’, lees:

discriminatie. Jufffer: “Het is daarom zaak om daar alert

op te zijn en te zorgen dat ze weerbaar zijn. Uitgeschol-

den worden, nageroepen, gepest vanwege hun uiterlijk,

de vraag krijgen hoe het komt dat je zo goed Neder-

lands spreekt: dat soort ervaringen hebben vrijwel alle

deelnemers aan het boek. Dat zijn dingen die juist

buiten het gezin voorkomen. Adoptieouders maken dat

niet mee, want als zij erbij zijn, is het vaak voor de

buitenstaanders duidelijk dat het adoptiekinderen zijn,

en dan houden ze zich doorgaans wel gedeisd. Het

gebeurt meestal pas als ze alleen zijn.”

“We hebben de jongeren tijdens de interviews ge-

vraagd hoe ze vinden dat ouders en leerkrachten

hiermee om moeten gaan. Hoe kunnen ze helpen? Dan

Femmie Juffer

Lindy Popma

Monique Steenstra

Lilian van Rooij

Page 13: magazine online - Adoptievoorzieningen...ogen tegenover me. “Ik ben toch niet zwart!” Het klinkt bijna verontwaardigd, alsof ik iets aan mijn ogen man-keer. Ook de vraag welke

24

RUBRIEK GELEZEN GEZIEN

— FILM—

Three Identical Strangers

Regisseur: Tim Wardle

De documentaire Three Identical

Strangers vertelt het verhaal van

de gescheiden opgegroeide

drielingbroers Eddy Galland,

David Kellman en Bobby Shafran.

De film begint in de jaren 80:

Bobby is 19 jaar en rijdt naar zijn

nieuwe school, ver van waar hij is

opgegroeid. Op het collegeter-

rein wordt hij tot zijn verbijstering

door iedereen vriendelijk be-

groet, er vliegen hem zelfs meis-

jes om de nek. Tot iemand hem

Eddy noemt…

Al snel is de hereniging tussen

beide broers een feit, en als het

verhaal in de krant verschijnt,

duikt er nog een derde identieke

broer op: David.

De documentaire volgt het

perspectief van de broers. In

eerste instantie spat het geluk

ervan af. Dan neemt het verhaal

een andere wending en komt de

nadruk te liggen op de donkere

werkelijkheid die schuilgaat

achter deze vrolijkheid (spoiler

alert!). De broers blijken onder-

deel te zijn van een psycholo-

gisch experiment en zijn

opzettelijk uit elkaar gehaald. Met

het experiment hoopte kinder-

psychiater Neubauer meer dui-

delijkheid te krijgen over de

aloude discussie nature versus

nurture. In die periode (jaren 60)

waren psychologen ervan over-

tuigd dat nurture, het aangeleer-

de, de dominante invloed was in

de menselijke ontwikkeling.

Kinderen werden min of meer

gezien als een onbeschreven

blad.

Als de documentaire iets duide-

lijk maakt, is het dat genetica een

enorm dominante factor is maar

dat de opvoeding – de broers

kwamen terecht bij heel verschil-

lende gezinnen – het verschil

maakt. Toch blijft het heel inge-

wikkeld om te zien hoe dit wrede

experiment inzicht heeft opgele-

verd in het debat over het aan-

geborene en het aangeleerde.

De ontwikkeling van de broers is

namelijk niet los te zien van het

trauma van hun scheiding op de

leeftijd van negen maanden. De

adoptieouders vertellen bijvoor-

beeld dat de jongens in het

begin alle drie met hun hoofdjes

bonkten en ontroostbaar waren.

Zij wisten overigens niet dat ze

ouders waren geworden van een

van een drieling.

— Meike Melenhorst

— BOEK—

Hulp bij trauma in de kindertijd

Praktische gids voor opvoeders

Prof. dr. Ramón Lindauer

Uitgeverij Lannoo Campus

Als een kind schokkende dingen

heeft meegemaakt is het de

natuurlijke reactie van volwasse-

nen om voor het kind te zorgen

en het te beschermen, valt te

lezen in het voorwoord bij dit

boek van Ramón Lindauer, hoog-

leraar kinder- en jeugdpsychiatrie.

Onze ervaring bij Stichting Adop-

tievoorzieningen is dat dat zeker

geldt voor adoptieouders, die

zich vaak langdurig en intensief

hebben voorbereid en verheugd

op de komst van hun kind of

kinderen. Maar een getraumati-

seerd kind geeft vaak geen of

verwarrende en misleidende

signalen af, waardoor er misver-

standen kunnen ontstaan. Ouders

kunnen dan uiteindelijk geblok-

keerd raken in hun vermogen om

ouderlijke zorg te bieden, terwijl

het kind die juist hard nodig

heeft, schrijft Lindauer. Dit boek

kan (adoptie)ouders en andere

opvoeders helpen begrijpen hoe

het werkt en wat ze kunnen doen.

In een notendop beschrijft Lin-

dauer wat de gevolgen van stress

en trauma bij kinderen kunnen

zijn. Eenvoudig, begrijpelijk en

kernachtig legt hij de verschillen

uit tussen stressvolle en traumati-

sche gebeurtenissen en hoe dat

voor sommige kinderen kan

leiden tot traumaklachten en

PTSS. Ook maakt hij op prettige

wijze duidelijk wat de samenhang

is met gehechtheid en verschil-

lende soorten gehechtheidspro-

blemen.

Om kinderen te helpen zich veilig

te voelen is het volgens Lindauer

belangrijk complimenten te

geven. Kinderen met een nega-

tief zelfbeeld kunnen echter vaak

niet zo goed uit de voeten met

expliciete en resultaatgerichte

complimenten. Hier ontbreekt

naar mijn mening belangrijke

informatie over verschillende

soorten complimenten, en over

andere manieren om positieve

feedback te geven en daarmee

veiligheid te bieden. Daar zou dit

boek nog een aanvulling kunnen

gebruiken. Desondanks vind ik

het zeker een aanrader opvoe-

ders van adoptiekinderen.

— Chris Thie

25

ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2

> ADOPTIEOUDERS

Irma van Geemen

LEEFTIJD55 jaar

Moeder van twee zonen (24 en 27 jaar)

BEROEP (kinder)therapeut/

coach

WOONPLAATSMonnickendam

tehuis zijn gebracht waar uiteindelijk de adoptieproce-

dure is gestart.

Wij hebben dat, net als elke adoptieouder, gedaan met de

beste intenties maar met de kennis van nu vind ik dat je als

adoptieouder in het land van herkomst van je kinderen

moet gaan wonen en niet andersom. Bij interlandelijke

adoptie trek je kinderen met wortel en al uit hun eigen cul-

tuur, wat later tot grote identiteitsvragen kan leiden. Onze

oudste was vijf toen hij hier kwam en heeft de eerste tijd

hier in Nederland behoorlijk last van heimwee

gehad. Onze jongste zoon heeft regel-

matig gezegd: “Mij is niks gevraagd. Ik

was liever daar gebleven.” Hij heeft

een zware puberteit gehad. Is re-

gelmatig van school gestuurd.

Toch heb ik altijd wel het ver-

trouwen gehad dat het goed

zou komen. Op een dag zei

hij: “Ik ga in de steigerbouw.”

Dat gaat redelijk goed. Hij er-

kent inmiddels zijn eigen on-

rust en handelt ernaar. De

oudste weet nog wel hoe slecht

hij het in Colombia heeft gehad

en vanuit dat oogpunt heeft hij altijd

gezegd: ik ben blij dat ik hier ben.

Vanuit systemisch oogpunt klopt adoptie

niet. Hun biologische ouders hebben hen

het leven gegeven en niet wij. Daarmee

horen onze kinderen bij het systeem van

hun biologische ouders. Toch horen we

bij elkaar.

Ik heb nu een eigen praktijk waarin ik men-

sen begeleid tussen de 3 en de 100 jaar.

Rust, creativiteit, humor, eerlijkheid en ver-

wondering zijn mijn kernwaarden en een

rotsvast geloof dat vertrouwen het mooi-

ste is dat je adoptiekinderen kunt geven.

drieluik

We horen bij elkaar

Als meisje van een jaar of elf wist ik al: ik ga voor adoptie. Waarom zou je zelf kinderen op de wereld zetten als er al kinderen van een jaar of vijf rondlo-pen, die waarschijnlijk geen zes zullen worden door de ellendige omstandigheden waarin ze zich bevin-den? Mijn man was het daarmee eens en al op mijn 25ste hebben we het onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming in werking gezet. Ook omdat mijn man acht jaar ouder is dan ik. Want we wilden niet het risico lopen dat mijn man op een gegeven moment misschien te oud zou zijn voor adoptie.

Het wachten op de verplichte pro-

cedure en vervolgens een voor-

stel voor een kind kon destijds

nog erg lang duren en inder-

daad, het werd op een gege-

ven moment zelfs toch nog

spannend in verband met de

leeftijd van mijn man. Mede

om een en ander zoveel mo-

gelijk te bespoedigen hebben

we uiteindelijk gekozen voor

Colombia als land van herkomst.

Eind 1996 kregen we het voorstel

voor de adoptie van twee jongens, bio-

logische broers van 5 en 2 jaar oud. Om

allerlei redenen duurde het tot voorjaar

1997, voor we ze in Bogotá in onze armen

konden sluiten. Daar zaten we, zoals toen

gebruikelijk was, met meerdere gezinnen

in een huis. Met die families hebben we nu

nog steeds contact.

We ontdekten dat onze kinderen eigenlijk

een vreemde route hadden afgelegd. Ze

zouden door hun moeder bij een wijkcen-

trum zijn afgegeven aan de Colombiaan-

se kinderbescherming. Via een pleeggezin

zijn ze daarna naar een particulier kinder-

RUBRIEK DRIELUIKJUNI 2019

Page 14: magazine online - Adoptievoorzieningen...ogen tegenover me. “Ik ben toch niet zwart!” Het klinkt bijna verontwaardigd, alsof ik iets aan mijn ogen man-keer. Ook de vraag welke

2726

THEMA LOTGENOTEN ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2 JUNI 2019

26

RUBRIEK VRAGENDERWIJS

‘Onze zoon heeft slaapproblemen.’ ‘Mijn puberdochter vliegt uit de bocht.’ Adoptieouders die vragen of twijfels hebben over de ontwikkeling of opvoeding van hun kinderen kunnen terecht bij de Stichting Adoptie voorzieningen. Ook geadopteerden, leerkrachten of andere betrokkenen kunnen daar terecht. Nazorgmedewerkers geven informatie en advies. In deze rubriek komen een aantal vragen en onderwerpen aan de orde die de afgelopen tijd zijn besproken. SAMENSTELLING: Ria Heek en Chris Thie.

‘Zolang ze klein zijn, zijn ze nog leuk’Marianne belt en vertelt: ‘Gisteren liep ik in de supermarkt met mijn Zuid-Afrikaanse zoontje van drie. We liepen langs twee oudere dames die stopten met praten en vriendelijk knikten en mijn zoon en mij uitgebreid bekeken. Ik knikte vriendelijk terug. Nog binnen gehoorafstand zei een van beide dames ineens tegen de andere: “Tja, zolang ze nog zo klein zijn, zijn ze nog leuk.” Die kwam even binnen bij mij. Ik had de neiging om me om te draaien, terug te lopen en te zeggen dat hij ook nog leuk zal zijn als hij groot is, maar ik ben doorgelopen. Maar de opmerking blijft door mijn hoofd zingen. Had ik moeten reageren? Was het discriminerend bedoeld? Of bedoelde ze in het algemeen dat kleine kinderen leuker zijn dan volwassenen? Het voelt alsof ik een steek heb laten vallen, ik mijn zoon had moeten verdedigen.’

Als een gezin zichtbaar een adoptiegezin is, komt het soms

voor dat wildvreemde mensen op een ongepaste manier een

vraag stellen of opmerkingen maken. Of bijvoorbeeld ineens

gaan vertellen hoe zij over adoptie denken en of het wel

gepast is om een kind uit een andere cultuur op te nemen. Dit

soort momenten kunnen vervelend of zelfs pijnlijk zijn, weet de

nazorgmedewerker en adviseert: je kunt deze vragen van

vreemden gerust negeren of rustig maar beslist aangeven dat

dit niet een onderwerp is dat je wilt bespreken. Dit helpt vaak

wel om onbekende nieuwsgierigen de mond te snoeren.

Je kunt een wat meer genuanceerde benadering inzetten als

de vragen gesteld worden door mensen die je goed kent, van

wie je weet dat ze het eigenlijk niet verkeerd bedoelen. Je

kunt dan kijken waar de vraag vandaan komt: is het oprechte

interesse, gebrek aan kennis? In zo’n geval kun je serieus

ingaan op de vraag. Maar voel je nooit verplicht.

Naarmate je kinderen groter worden, maak je je als ouder

natuurlijk ook zorgen over wat deze onverwachte reacties of

opmerkingen met ze doen. Het kan ook hen pijn doen of

verwarren. Je kunt je kind proberen voor te bereiden op zulke

momenten. Door bijvoorbeeld via rollenspelletjes met ze te

oefenen hoe ze zouden kunnen reageren als iemand iets

onaardigs vraagt of zegt over adoptie. Vertel hierbij vooral

ook weer hoeveel jullie van hen houden en dat andere men-

sen vaak niet zo veel over adoptie weten. Geef je kinderen

het gevoel dat zij trots kunnen zijn op het feit dat jullie nu een

familie zijn en dat er niets verkeerd met ze is omdat zij toe-

vallig geadopteerd zijn.

Topic op forum: identificeren

Op het forum van Adoptieouders online.nl

(tegenwoordig ook opengesteld voor

adoptieouders van kinderen tot 18 jaar!)

zijn verschillende moeders met elkaar in

gesprek over het feit dat hun dochters,

die eigenlijk best tevreden lijken te zijn

over hun uiterlijk, toch niet Aziatisch

willen zijn en niks van hun geboorteland

willen weten. Wel tevreden met je

uiterlijk, maar niet met je afkomst? Is

het misschien de (onbewuste) nega-

tieve herinnering aan het pijnlijke feit

dat je afgestaan bent, of is het gewoon

vervelend dat je anders gezien wordt

dan dat je je voelt? Waarschijnlijk een

beetje van beide? Wat is het toch een

zoektocht, voor kinderen zelf, maar ook

voor ouders.

ZelfbeeldColette is de trotse adoptiemoeder van twee kinderen: Yakubu, een meisje van 5 jaar, dat geboren is in Nigeria en ruim twee jaar

bij hen is, en zoon Alvaro van 12 uit Colombia. Colette belt omdat ze een dilemma wil voorleggen. Het heeft te maken met

het zelfbeeld van hun beide kinderen. Bij Yakubu lijkt dat helemaal geen probleem, zij vindt haar eigen kroeshaar wel ‘cool’ en lijkt trots te zijn op haar bruine huid, maar Alvaro is nooit tevreden geweest met zijn eigen huidskleur. Soms maakt hij ook lelijke

opmerkingen naar zijn zusje over haar kleur en Colette wil niet dat dat het zelfbeeld van haar dochter schaadt. Tegelijkertijd wil ze Alvaro ook niet afvallen, omdat ze voelt dat er eigenlijk

onzekerheid onder zit. Het gebeurt meestal als hij zelf niet lekker in z’n vel zit, bedenkt Colette.

De nazorgmedewerker bespreekt met Colette hoe ze ermee om

zou kunnen gaan: op het moment dat het gebeurt, lijkt het wel

belangrijk om het negatieve gedrag te begrenzen door bijvoorbeeld

te zeggen: ‘Iedereen is mooi zoals hij is, we zeggen hier geen nare

dingen tegen elkaar. Misschien ben je eigenlijk boos of verdrietig om

iets anders Alvaro, dat kan soms gebeuren.’

Vanuit hier kan Colette de kinderen

weer op een positieve manier met

elkaar verbinden. Op een ander

moment kan ze met Alvaro

apart proberen te achterha-

len wat hem eigenlijk

dwarszat en hoe hij dat op

een andere manier zou

kunnen laten merken.

Colette besluit dat ze weer

eens met hem gaat basket-

ballen om erover met hem

in gesprek te komen, vaak

werkt dat wel goed.

Op zoek naar lotgenotencontact?

Ben je geadopteerd en op zoek naar

contact met andere geadopteerden?

Bel de nazorglijn:

030 – 233 03 40, optie 3

(maandag t/m donderdag 9.30 tot 12.30

uur). Wij kunnen in onze sociale kaart

voor je op zoek naar mogelijkheden.

Mailen mag natuurlijk ook:

[email protected].

Druk, druk, druk

Zij klapt in de kring helemaal dicht, hij kan geen seconde stil-zitten, zij duwt andere kinderen, als je hem corrigeert gaat hij helemaal op tilt, het gaat altijd mis op het speelplein …

Bijna dagelijks spreken we leer-

krachten, IB’ers, en soms gedrags-

wetenschappers of directeuren van

basisscholen. Ze bellen met vragen,

maken zich zorgen, zijn handelings-

verlegen, of voelen zich overvraagd

door het gedrag van adoptiekinde-

ren op hun school of in de groep.

Een eerste stap die vaak al helpend

kan zijn, is telefonische ondersteu-

ning. Samen met de leerkracht

sparren we over wat het door hen

gesignaleerde gedrag hun kan

vertellen over wat het kind voelt en

nodig heeft. Kijken door een andere

bril (een ‘adoptiebril’) kan echt een

ommezwaai betekenen: zo veran-

dert een bazig en agressief jongetje

ineens in een doodsbang ventje, dat

de helpende hand van de leerkracht

nodig heeft om het speelkwartier te

kunnen overleven. Met een paar

concrete handvatten wordt vaak het

enthousiasme van de leerkracht

weer aangewakkerd. Hoe mooi is

het als we later van de ouders horen

dat hun kind weer veel vrolijker thuis

komt van school?

Scholen kunnen een belafspraak

maken met Stichting Adoptie-

voorzieningen door een mail te

sturen aan [email protected] en

aangeven wanneer en waar ze

bereikbaar zijn. Voor een uitgebrei-

der traject op school kan door

ouders een schoolconsult worden

aangevraagd, maar in afwachting

daarvan kan een belafspraak ook

al een goed begin zijn.

Page 15: magazine online - Adoptievoorzieningen...ogen tegenover me. “Ik ben toch niet zwart!” Het klinkt bijna verontwaardigd, alsof ik iets aan mijn ogen man-keer. Ook de vraag welke

28

TEKST ANGELA JANSTHEMA LOTGENOTEN

COLOFON

ADOPTIE MAGAZINE ONLINEOnafhankelijk, informerend, signalerend en opiniërend.

Voor aspirant-adoptieouders, adoptieouders, geadopteerden,

professionals op het gebied van adoptie en alle anderen

die zich betrokken voelen bij afstand en adoptie.

Adoptiemagazine online is een uitgave van

Stichting Adoptievoorzieningen.

Het magazine verschijnt vier keer per jaar.

RedactieHoofdredacteur Angela Jans

Aan dit nummer werkten mee: Erik Draaijer (eindredactie),

Hélène van Beek, Sandra Benschop, Yvonne Geelen, Ria Heek,

Vera Kidjan, Meike Melenhorst, Machteld Stilting,

Chris Thie en Wiwin Veendijk.

Foto coverportret Shekina Klein, foto Wilko van Beek

Foto backcoverThinkstock

Vormgeving

Studio Jorrit van Rijt

RedactieadresPostbus 290

3500 AG Utrecht

Telefoon: 030 2330344

e-mail: [email protected]

AbonnerenEen abonnement is gratis. Aanmelden kan via www.adoptie.nl of

kijk op www.adoptieoudersonline.nl

KopijBijdragen, ingezonden brieven of tips zijn van harte welkom.

Neem daarvoor contact op met bovenstaand telefoonnummer

of e-mailadres.

Overname van artikelen is alleen toegestaan na voorafgaande

toestemming van de redactie en desbetreffende auteur. Verzoeken

tot overname dienen gericht te worden aan de hoofdredacteur.