J A A R G A N G 4 • N U M M E R 0 2 • J U N I 2 0 1 9
V O O R W I E B E T R O K K E N I S B I J A F S TA N D E N A D O P T I E
‘Hoe is het om ALLOCHTOON te zijn?’
FORUM open voor ouders van pubers
Femmie Juffer: ‘ACCEPTATIE THUIS is de basis’
magazine online
IN DIT NUMMER
THEMA
Kleur
32
TEKST ANGELA JANS ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2 JUNI 2019
REDACTIONEEL
Kleur‘Mogen ze donker zijn?’ Het was een van de vragen die Irma van Geemen moest beant-woorden toen ze aan het begin van de adoptie-procedure stond. Ja dat mocht! Samen met haar man adopteerde ze vervolgens twee jongens uit Colombia.
Adoptiekinderen zijn er in verschillende geuren en
kleuren, lengtes en maten, bij adoptie hoort dat
keuzes gemaakt moeten worden. Voor leeftijden,
mogelijke special needs, het land van herkomst en
dus ook kleur. Mensen met verschillende huidskleu-
ren zijn geen uitzondering in adoptiegezinnen,
maar hoe wordt daarmee omgegaan? Wordt er aan
de keukentafel over de diversiteit gesproken of juist
niet? ‘Oprecht, ik zie niet dat mama een andere
kleur heeft’, zegt de uit Nigeria afkomstige Dunsi
hierover over haar melkwitte moeder Nanon. Tsja.
De boze buitenwereld ziet het daarentegen vaak
maar al te goed. Niet zelden lopen geadopteerden
tegen discriminatie aan. Moeders zien het voor hun
ogen gebeuren, bij de douane of de drogist. In dit
nummer van het Adoptiemagazine vertellen
verschillende ouders en geadopteerden over hun
ervaringen. Ook Femmie Juffer gaat in op het
thema: Kleur. Zij werkt momenteel aan een boek
hierover dat in het najaar zal verschijnen.
Verder in dit nummer onder meer een artikel over
het proefschrift ‘The transnational illegal adoption
market’ waarop rechtsgeleerde Elvira Loibl op 15
mei aan de Universiteit Maastricht promoveerde.
Journalist Hélène van Beek bekeek de dissertatie
en las volgens haar: ‘wonderlijke
en op z’n zachtst gezegd opmer-
kelijke’ conclusies.
Daarnaast ook dit keer natuurlijk
weer ruimte voor de vaste rubrie-
ken als: Gelezen/gezien, het Drie-
luik en Wetten en Regels.
Veel leesplezier en een fijne zomer!
Angela Jans
2
REDACTIONEEL
INHOUD
Thema
2 Redactioneel
2 Blog: Roze
6 ‘Kleur speelt echt wel een rol’
– Angela Jans
16 WK Adoptiekids:
Leuk, leuk, leuk!
– Angela Jans
22 Acceptatie thuis is de basis
– Femmie Juffer
Het Drieluik
11 GEBOORTEMOEDER Tegenwoordig zou je
het anders doen
– Martina Smit
15 GEADOPTEERDE Ik ben meer Nederlander
dan Chinees
– Quan Keijsers
25 ADOPTIEMOEDER We horen bij elkaar
– Irma van Geemen
Vaste Rubrieken
4 KORT Ruimte voor
aankondigingen, nieuws,
gadgets en een column
van adoptiemoeder
Sandra Benschop
12 ONDERZOEK BELICHT
Illegale adopties
blijven mogelijk door
wegkijkende instanties
– Hélène van Beek
14 ACTUEEL Forum Adoptieoudersonline
uitgebreid – Yvonne Geelen
18 WETTEN EN REGELS
– Vera Kidjan
20 BEGELEIDING BESPROKEN Symposium over oprichting
Kenniscentrum – Angela Jans
24 GELEZEN/GEZIEN
– Chris Thie en
Meike Melenhorst
26 VRAGENDERWIJS
28 COLOFON
6
22
BLOG KIM
Roze
Ze wil jongensdingen voor haar verjaardag.
Daaronder verstaat ze bestuurbare auto’s,
dingen met dino’s en dat soort zaken.
Schietdingen komen er niet in, dat weet ze.
Ze zit op breakdance, als enige meisje tussen
de jongens. Qua kleding zijn de stoere broe-
ken en shorts veel populairder dan een jurk.
Ze heeft vriendinnen en ook vrienden, op
haar feestje is de verdeling ongeveer fifty
fifty. Een vriendje wilde geen zusje, maar
toen hij zich bedacht dat er ook stoere
meisjes waren, dan was het wel prima. Het
stoere meisje wat hij in gedachten had was N.
In Nigeria is dit al
begonnen. Mijn
kledingstijl voor
haar was vooral
niet zoetsappig
en al helemaal
niet roze. Een
grijze legging
met een strepen-
shirt werd meteen
als boy-clothes
afgedaan bij de Nige-
rianen. 1-0 achterstand
voor deze mama. Gelukkig had ik
er wel aan gedacht oorbellen mee te nemen
voor het geval ze gaatjes in de oren had. Die
had ze, dus een van de nannies deed de oor-
bellen snel en vakkundig in. Voor officiële
gelegenheden in Nigeria duikelde ik een
haarband op, gekregen van een vriendin, en
sokjes met roezels. Ook gekregen, dat moge
inmiddels duidelijk zijn.
Op basis van de oorbellen was altijd meteen
duidelijk dat N echt een meisje was. Het
dochtertje van vrienden, volledig in roze, met
jurk, maar geen gaatjes in de oren, werd
betiteld als jongen. We lachten er maar om
samen. (…)
Lees het vervolg van dit verhaal en de
ervaringen van nog meer adoptieouders in
hun blogs op: www.adoptie.nl/blogs
15
THEMA
Kleur
IStock, willekeurig meisje, n
iet N
.
18
54
TEKST ANGELA JANS ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2 JUNI 2019
4
Adoptie en hiv/hepatitis‘Adoptie van een kind met hiv/hepatitis’,
dat is de titel van een themabijeenkomst
die op 4 oktober wordt gehouden. Aspirant-
adoptieouders en hun naasten zijn vanaf
13.30 uur welkom in De Bilt. Tijdens deze
middag vertellen een kinderarts en een
hiv-verpleegkundige over onder andere
de besmettingsrisico’s en behandel- en
begeleidingsmogelijkheden. Na de pauze
komen twee adoptieouders aan het woord
over hun ervaringen. Uiteraard is er ruim-
schoots de gelegenheid om vragen te
stellen zoals:
Wat houden deze aandoeningen precies in?
Hoe groot zijn de besmettingsrisico’s?
Hoe zit het met de behandelmogelijkheden?
Wat is de levensverwachting van kinderen
met deze aandoening?
Hoe ga je als gezin om met taboes rond
deze aandoeningen en met negatieve
reacties?
> MEER INFORMATIE
Kosten 25 euro per persoon, meer informatie,
bel: 030-2330340 (keuze 2) van maandag t/m
vrijdag van 09.00-14.00 uur.
MeilingdagVliegtuigmuseum Aviodrome in Lelystad is
dit jaar het decor van de jaarlijkse Meiling-
dag. Kinderen die geadopteerd zijn via deze
vergunninghouder en hun ouders zijn op
zaterdag 21 september vanaf 10.00 uur wel-
kom in het attractiepark om zich met elkaar
en de vliegtuigen te vermaken.
> MEER INFORMATIE
Volgt binnenkort op: www.meiling.nl
KORT
In de rubriek Kort is ruimte voor aankondigingen,
nieuws en discussie. Heeft u een tip voor een
bijeenkomst, een film of een lezing?
Laat het ons weten: [email protected].
TEKST Sandra Benschop
Brown‘Voetballer-zijn is mijn identiteit. Ik ben een oranje leeuwin’, zegt Merel van Dongen in de Volkskrant in het eerste weekend van het WK-voetbal. Kun je een kleur zijn? Of heb je een kleur?
Diezelfde vraag stelde ik mezelf bij het zien van het
toneelstuk A Seat at the Table. Pijnlijk theater over je
buitengesloten voelen op basis van je huidskleur en
identiteit. Zwart-zijn heeft maar zelden met de kleur
van iemands huid te maken, maar alles met identiteit.
Thuis praat ik aan de keukentafel met de jongens over
kleur. Als ik iets probeer uit te leggen over politiek
correct praten over de kleur van je huid en dat er nog
maar twee smaken over zijn, zie ik twee paar verbaasde
ogen tegenover me. “Ik ben toch niet zwart!” Het klinkt
bijna verontwaardigd, alsof ik iets aan mijn ogen man-
keer. Ook de vraag welke kleur ik dan heb, wordt be-
groet met opgetrokken wenkbrauwen; wit zeker niet,
iets met geel, roze en eigenlijk heel, heel licht bruin, is
waar ze op uit komen. Eigenlijk allemaal bruin dus. Met
heel veel nuance.
Ik vertel hun een verhaal uit de oude doos. Hoe ik met
de oudste op mijn rug, toen hij een prulletje van nog
geen twee was, eindeloos door Nairobi slenterde. En
dat ik dagelijks een praatje maakte met een verkoop-
ster in een stoffenzaak. Op een dag toen prulletje al
wat meer praatjes had, keek ze van hem naar mij en
vertrouwde mij toe: “He’s getting brown.” Huh? Dat was
hij in mijn ogen al. Maar ik zag iets over het hoofd. Dat
prulletje zwart was bij geboorte, legde ze uit, maar nu
onder mijn invloed aan het verbleken was. Aha! Ik,
bijdehand: “Ik woon hier nu ook al een tijdje
... Am I getting brown?” Ik heb zelden ie-
mand zo kostelijk in lachen uit zien barsten:
“Girl!!! You are never gonna get brown!”
Kleur en identiteit zijn beladen en complexe
begrippen in onze tijd. Het besef dat er
systemen van uitsluiting werkzaam zijn,
dringt maar langzaam door. Denk niet zwart,
denk niet wit, maar in de kleur van je hart, is
actueler dan ooit. Gelukkig zijn er weken dat
ons aller hart oranje is.
Sandra Benschop is getrouwd met Gert-Jan van Wijk.
Samen zijn ze de ouders van Matthew en Joseph.
ZIE OOK: SANDRABENSCHOPCOACHT.NL
‘Zoektocht naar het verleden’
Armoede, ziekte, lichamelijke beperkingen, incest, verkrachting, status, ontvoering... Legio mogelijk-heden waarom een kind te vondeling gelegd kan zijn in China.
Yanina Verplanke uit Gent zocht naar antwoorden over
de ware toedracht van haar achterlating in China. Ze
verwerkte dit samen met haar adoptiemoeder Claudia
Waas tot een nieuw boek: ‘Zoektocht naar het verleden
- Een Chinese geadopteerde op zoek naar haar roots’.
Dit is het vervolg op het in 2012 door haar gepubliceer-
de boek: ‘Terug naar waar ik geboren ben’.
Met haar nieuwste werk hoopt zij anderen te steunen
die ook geadopteerd zijn. Het boek is verschenen bij
uitgeverij Boekscout, prijs 18,50 euro.
> MEER WETEN? Kijk op www.boekscout.nl
Onderzoek naar illegale adoptiesOnder leiding van Tjibbe Joustra gaat een
commissie onderzoek doen naar illegale
interlandelijke adopties. Het gaat om
adopties in de periode van 1967 tot 1998 uit
verschillende landen zoals Bangladesh,
Brazilië, Colombia, Indonesië en Sri Lanka.
Uiterlijk 1 oktober 2020 moeten de resultaten
op tafel liggen.
De commissie kan specifieke onderzoeks-
opdrachten uitzetten bij wetenschappers,
krijgt toegang tot alle informatie die aan-
wezig is bij de betrokken departementen
en kan (voormalige) ambtenaren horen. Het
secretariaat van de commissie verricht haar
werkzaamheden buiten het ministerie van
Justitie en Veiligheid. Naast de commissie
en het secretariaat zal er ook een externe
begeleidingscommissie worden ingesteld
met daarin experts en (ervarings)deskundi-
gen. De commissie sluit het onderzoek af
met een rapport dat wordt aangeboden
aan opdrachtgever Sander Dekker, de
minister voor Rechtsbescherming.
Bijeenkomst voor familie en vriendenVoor familieleden en goede vrienden van
mensen die een kind gaan adopteren wordt
op 3 juli een informatieve bijeenkomst
gehouden. Aan de orde komen vragen als:
Onder welke omstandigheden hebben
adoptiekinderen geleefd? Kan een kind zich
nog wel hechten aan nieuwe ouders? Waar
moet je op letten bij de opvoeding en wat
kan ik doen om het gezin straks te helpen?
Familieleden en andere betrokkenen vertel-
len over hun ervaringen. Tot slot is er gele-
genheid om vragen te stellen.
> MEER INFORMATIE
De bijeenkomst is van 13.30 tot 16.30 uur
in de Bilt. Deelname kost 25 euro per persoon.
Meer weten of aanmelden, ga naar:
www.adoptie.nl.
6 7
TEKST ANGELA JANSTHEMA KLEUR ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2 JUNI 2019
Hoe is het om met een kleurtje op te groeien bij ouders die een witte huidskleur hebben? In een maatschappij die door witte mensen wordt gedomineerd? Gezinnen met geadopteerde kinderen bestaan niet zelden uit verschillende kleuren. Durf je daar over te praten of hoeft dat niet?
FOTO'S: ISTOCK. NB DE PERSONEN OP DE FOTO’S BIJ DIT ARTIKEL ZIJN MODELLEN EN NIET DE MENSEN DIE HIERIN AAN HET WOORD KOMEN.
G emengde adoptiegezinnen worden nogal eens
openlijk nagestaard. Een donker kind op winter-
sport? “Dat meisje zal wel geadopteerd zijn”,
klinkt het pardoes door de gondellift. Op de camping
wordt de eigenares gewaarschuwd door een bezorgde
gast: “Ik zag net twee donkere jongens lopen bij het
toiletgebouw.” Waarop de witte vrouw antwoordt: “Oh,
dat zijn waarschijnlijk mijn kinderen.” Daarmee wordt
prompt en tijdelijk een ‘roodkleurige’ campinggast aan
het palet toegevoegd… En een moeder van een multi-
cultureel gezin ziet pal voor haar neus gebeuren dat haar
(bruine) kind bij de drogist als enige een beveiliger achter
zich aan krijgt. Om maar een paar cliché-voorbeelden te
noemen. Negeren of acteren?
Net doen alsof er geen verschil is, is geen optie, zo
bleek enkele jaren geleden tijdens een symposium van
vergunninghouder A New Way in Nijmegen. Onder de
titel ‘Kleurenblind, kleur doet er niet toe …?!’ lieten zij
ervaringsdeskundigen aan het woord. Onder hen
Steven Brunswijk, bekend als de Braboneger. “Ik ben
een Nederlander maar ik word vaak niet zo behandeld
vanwege mijn kleur. Probeer in de schoenen van je
kind te gaan staan en leer ze om voor zichzelf op te
komen”, adviseerde hij de zaal vol witte (aspirant-)
adoptieouders.
Rhonda Mae Roorda, een Afro-Amerikaanse die is ge-
adopteerd door witte ouders die vanuit Friesland naar
Amerika waren geëmigreerd, liet weten: “Tegen je kin-
deren zeggen: ‘Kleur doet er niet toe’ is fout. Want hoe
goed bedoeld misschien ook, het doet er wél toe. En de
kinderen worden er buitenshuis vroeg of laat mee ge-
confronteerd – hoe dan ook”, aldus de Amerikaanse, die
vier boeken publiceerde over transracial adoptions.
En het houdt ook niet snel op, niet na de puberteit, niet
na de middelbare school. Sterker nog, volgens een
betrokken oma: “Adoptie is levenslang, zeggen ze
weleens. Nou dat klopt. Mijn dochter is onlangs beval-
len van een prachtig kind en is er bij het consultatiebu-
reau nu al twee keer uitgepikt. De eerste keer omdat
haar baby het risico zou lopen op een taalachterstand
omdat uit de papieren blijkt dat moeder niet in Neder-
land is geboren! Nee, ze werd als baby geadopteerd uit
India en we spreken sindsdien vloeiend Hindi tegen
haar. Hou toch op, natuurlijk niet. Waar halen ze het lef
vandaan? De tweede keer was het vanwege risico op
een ontwikkelingsachterstand of iets dergelijks. Ik zeg
tegen mijn dochter: ‘Dien een klacht in, het is gewoon
discriminatie.’ Maar dat doet ze niet. Ze zegt: ‘Mam, laat
maar. Ik maak dit soort dingen zo vaak mee …’ Nog
erger! Ik kan er heel slecht tegen.”
In de documentaire ‘Wit is ook een kleur’ (2016) laat
Sunny Bergman zien dat het denken over kleurverschil
al jong begint en diep zit. In een experiment waarbij ze
kinderen van verschillende kleur en komaf vragen stelt
over een zwarte en witte babypop, maken de kinderen
ongegeneerd ‘verkeerde’ ofwel ‘kwetsende’ keuzes, in
ieder geval onwenselijke keuzes in de ogen van ‘cor-
recte’ denkers. Driekwart van de kinderen zegt namelijk
te denken dat de witte pop het slimst is, en de meeste
wijzen direct naar de zwarte pop in antwoord op de
vraag welke pop ze denken dat het stoutst is en straf
verdient.
Adoptieouders en geadopteerden vertellen hierna
over hun ervaringen.
‘ Kleur speelt echt wel een rol’
>>
9
THEMA KLEUR ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2 JUNI 2019
8
JUNI 2019
Dunsi (spreek uit : doen-si) Schuurman (16): “Als het gaat om racisme, mag ik er niet over klagen. Of ik heb er geen last van omdat ik er goed mee om kan gaan, dat zou het ook kunnen zijn. In ieder geval heb ik er geen last van. Andersom merk ik wel dat men-sen niet verwachten dat ik op het gymnasium zit, of dat ik best een intelligent gesprek kan voeren.”
Zou dat dan toch misschien met haar bruine huidskleur
te maken hebben? Dunsi, geboren in Nigeria, spreekt
die mogelijkheid niet uit maar suggereert het wel. En ja,
ze ziet mensen soms wel eens lichtelijk argwanend
kijken als ze met een stel gekleurde vrienden en
vriendinnen op een kluitje op straat
staat.
Dunsi was zes jaar oud
toen ze samen met haar
drie jaar jongere
biologische zusje
werd geadopteerd
door Nanon Soe-
ters en haar man.
Het is inmiddels
tien jaar geleden
dat de kinderen
vanuit hun Afri-
kaanse geboor-
teland naar
Nederland kwa-
men. Het gezin
ging in Bergen (NH)
wonen. Omdat in die
plaats en omgeving
redelijk veel buitenlandse
medewerkers van de kerncen-
trale in Petten vertoeven, vielen
Dunsi en haar zus niet heel erg op. Ze
spraken bovendien Engels, de voertaal op de
plaatselijke internationale school. Dus dat was makke-
lijk. “Ik hou heel erg van talen”, zegt Dunsi. “Momenteel
volg ik Chinees als extra keuzevak. Het is een klanktaal,
net als Yoruba, de taaI die in Nigeria wordt gesproken.
Ik ga op bezoek naar China met uitwisseling van school,
dat lijkt me heel gaaf. Maar op welke school ik ook zit,
iedereen kent Dunsi! Ik ben een leidertje. Op de eerste
school waar ik kwam, vond ik alle kinderen leuk, vooral
omdat het allemaal nieuw voor me was. Tot ik naar een
Irma van Geemen (55): “Het was een van de vragen die we in het begin van de adoptieprocedure moesten beantwoorden: ‘Mogen ze donker zijn?’ Geen moeilijke vraag voor ons: ‘Ja, dat mocht. Zeker!’ We gaven de vergunninghouder eigenlijk min of eer een vrijbrief, het maakte ons niet uit welke kleur, welk land, alleen wilden we wel graag twee of drie kinderen tegelijk adopteren, biologische broertjes en/of zusjes. Dat leek mij voor de lange termijn het beste voor de onderlinge verstandhouding binnen het gezin. Het hoefden wat mij betreft geen baby’s te zijn, wat ouder vonden we geen probleem, eerlijk gezegd wel prettiger zelfs. Ze waren vijf en twee jaar oud, onze kinderen, toen we ze in 1997 in Bogotá, Colombia gingen ophalen. Twee jongens, onze zonen!”
“De oudste ging vrij snel naar school, dat wilde hij zelf
heel graag, en doorliep die ook vlot. Hij heeft civiele
techniek gestudeerd in Delft en werkt nu voor een
grote aannemer. De jongste paste van het begin af aan
niet zo goed in het (school)systeem. Hij zei: ‘Als ze toch
denken dat ik niet wijs ben, doe ik ook maar of ik gek
ben.’ Hij speelde vaak de clown, volgens mij om te
testen of hij wel gezien werd.”
“In het tweede jaar van de middelbare school werd
hem door de godsdienstleraar de vraag gesteld: ‘Hoe is
het om allochtoon te zijn?’ Hij wist niet eens wat dat
betekende, maar vanaf dat moment is hij zich heel
bewust geworden van zijn kleur. Zo zorgde hij er sinds-
dien bijvoorbeeld voor dat hij voortaan op school
alleen nog (donker) gekleurde vrienden had. Hij heeft
het echt zwaar gehad in de puberteit, onder meer rond
de vraag: waar hoor ik? Hij heeft ook vaak gezegd: ‘Had
me daar maar gelaten.’”
“Discriminatie ervaart hij zeker. Als hij weer eens een
bepaald kort kapsel heeft, zegt zijn broer: ‘Oh jee, nu
komen we met stappen weer nergens binnen.’ Hij heeft
ook heel veel gedoe gehad met de politie. Vaak wordt
hij er door de politie uitgepikt. Hij is zelfs een keer uit
een volle bus gehaald om dat ergens in de buurt een
vechtpartij was geweest, achteraf door iemand met
rood haar (!) die Mo heette. Deze jongen zat ook in die
bus maar hij mocht blijven zitten… Mijn zoon heeft zelfs
onterecht vastgezeten, daar heeft hij later een schade-
vergoeding voor gekregen, maar wat koop je daarvoor?
Meestal, eigenlijk nooit, kun je niet bewijzen dat het om
de kleur gaat. Al heb ik het zelf ook vaak genoeg zien
gebeuren dat er verschil wordt gemaakt. Als de jongens
op het vliegveld voor me staan bij de douane heb ik
meerdere malen meegemaakt dat ze eruit gepikt
werden. Tot ik zeg dat het mijn kinderen zijn, dan hoeft
die extra check ineens niet meer… Hoe kun je verwach-
ten dat ze meedoen in een maatschappij die ze zo
afwijst? Ze vinden het heel vervelend, want ze willen
erbij horen. Maar kleur speelt echt wel een rol.”
‘Hoe is het om allochtoon te zijn?’
andere klas ging, toen heb ik echt zelf mijn vriendjes
uitgekozen.”
“Oprecht, ik zie geen kleurverschil met mama. Het is
niet het eerste wat mij opvalt, het gaat wat mij betreft
echt om de persoonlijkheid van iemand.” Moeder
Nanon: “Onze jongste viel het wel op. Als we in het
begin toen ze hier in Nederland waren samen in bed
lagen, begon zij regelmatig aan mijn neus te voelen.
Die vond ze idioot groot. En ze heeft weleens gezegd:
‘Als jij nou veel chocolademelk drinkt en ik gewone
melk, dan krijgen we misschien wel dezelfde kleur.’
Waarop ik zei, ze was nog jong: ‘Hoe graag ik het
ook wil, zo werkt het niet.’ We deden
soms alsof we een rits in ons lijf
hadden, zodat we van vel
konden ruilen. Maar dat
paste natuurlijk niet. We
kunnen onze kleur niet
veranderen, conclu-
deerden we dan.”
Dunsi: “Ik had er
niks mee. Ik ben
er misschien wel
door gepest,
maar ik zag het
echt niet. Mijn
vriend wel. Hij is
ook geadopteerd
uit Nigeria en heeft
het over white privi-
leges. Hij reageert
vanuit zijn ras. Door hem
lees ik nu ook een boek
over de geschiedenis van
zwarte mensen. We hebben elkaar
leren kennen tijdens een Auntie-week-
end, een stichting voor gezinnen met geadop-
teerde kinderen uit Nigeria. Eén keer per jaar is dat, dan
komen we ergens in een vakantiepark of zo met 200
tot 250 mensen als een grote familie bij elkaar. Dat is
heel leuk, dan hoef je elkaar niks uit te leggen, ook
weleens prettig. Maar ik voel me over het algemeen
totaal niet buitengesloten door mijn kleur, niet in ons
gezin, niet in het dorp of stad, niet op school. Het
maakt mij niet uit, ik val toch wel op, daar zorg ik zelf
wel voor.” >>
‘Iedereen kent Dunsi’
11
RUBRIEK DRIELUIK
LEEFTIJD72 jaar,
Moeder van vier kinderen, een afgestaan
BEROEPverpleegkundige
WOONPLAATSOss
Tegenwoordig zou je
het anders doen
> GEBOORTEMOEDER
Martina Smitdrieluik
RUBRIEK DRIELUIKADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2
hebben zo op me ingepraat om afstand te doen, dat dat
het beste was voor het kind, dat ik het op een gegeven
moment geloofde.
Extra wrang, omdat ik zelf ook ben afgestaan en geadop-
teerd. De plek waar het gebeurde, zie ik zo nog voor me.
Iemand zei: “Dat zijn jouw papa en mama.” Ik was bijna
vier jaar oud en had al in drie verschillende kindertehui-
zen gezeten. Vervolgens werd er nooit meer over adoptie
gesproken. Er werd gedaan alsof er niks was gebeurd, dit
waren gewoon mijn ouders. Maar ik voelde heel goed dat
er iets niet klopte. Heel vaak heb ik me terug-
getrokken op mijn zolderkamertje, ik
voelde me niet begrepen. Achteraf
weet ik dat het hele dorp het wist
dat mijn broer en ik geadop-
teerd waren, iedereen, behalve
wij. Pas op mijn zestiende heb
ik het officieel gehoord.
Vijf dagen na de bevalling in
het ziekenhuis is mijn dochter
opgehaald. Een maand later
ben ik als verpleegkundige
aan het werk gegaan. Daar kon
ik ook meteen intern. Ik leerde
een verpleger kennen en raakte
opnieuw zwanger. We zijn getrouwd
en hebben drie kinderen gekregen.
Voor mijn 25ste was ik al vier keer bevallen.
Toen heb ik me laten steriliseren. Op mijn
manier genoot ik aanvankelijk wel van mijn
huwelijk en de kinderen, maar het liep vrij
snel vreselijk mis en ik ben op een gegeven
moment met de kinderen gevlucht. Na en-
kele omzwervingen ben ik nogmaals ge-
trouwd en ook weer gescheiden.
De biologische vader van Monique heeft
haar verteld dat hij zich heel lang schuldig
heeft gevoeld ten opzichte van mij. Maar
dat hoeft niet. Tegenwoordig zou je het
heel anders doen, in die tijd was het niet
anders.
In de trein, op weg naar een bijeenkomst voor af-standsmoeders bij Fiom in Den Bosch, kwam ik mijn pedicure tegen. Ze vroeg me: ‘Waar ga je heen?’ Ik zei: ‘Naar Fiom.’ Waarop ze zei: ‘Oh, dat is toevallig, ik ook.’ Bleken we dus allebei naar dezelfde bijeenkomst te gaan voor vrouwen die een kind hebben afgestaan. En het toeval werd nog groter. Ik liet haar vervolgens een foto van mijn afgestane dochter zien en zij zei onmid-dellijk: ‘Oh, dat meisje ken ik.’ Ik schrok me rot en antwoordde: ‘Niks zeggen, niks zeggen, ik wil niet weten waar ze woont.’
Mijn dochter was op dat moment een
jaar of zestien. De foto had ik via de
Raad voor de Kinderbescher-
ming gekregen. Ik had er zelf
om gevraagd omdat ik tot dat
moment steeds om me heen
keek en me bij elke Monique
die ik tegenkwam, afvroeg of
het misschien mijn dochter
was, of ik haar zou herkennen.
Maar ik wilde haar leven verder
niet verstoren. Het initiatief voor
een eventuele ontmoeting liet ik
volledig aan haar. En toen ze een
jaar of twintig was, is er inderdaad
contact gelegd. We hebben elkaar ont-
moet en meteen urenlang gesproken.
Achteraf, veel later, heeft ze me verteld dat
ze op dat moment heel erg teleurgesteld
was. Ze had gehoopt dat ze qua uiterlijk op
mij zou lijken, dat bleek niet het geval. Ik
zag wel dat ze veel weg had van de zussen
van haar vader. Uiteindelijk heeft ze hem
ook ontmoet. Hij bleek niet moeilijk te vin-
den. Ik kon haar vrij veel gegevens over
hem verstrekken, want mijn ouders en zijn
ouders waren destijds bevriend, we had-
den drie jaar een relatie toen ik zwanger
werd. Ik was negentien, maar mijn ouders
THEMA KLEUR JUNI 2019
Wiwin Veendijk (40): “Op de middelbare school was geschiedenis mijn favoriete vak. De docent heette Leen van den Berg, een man die idolaat was van zijn beroep. Tijdens schoolvakanties maakte hij verre reizen, het liefst naar plekken met een indruk-wekkende historie. Na de vakantie wist hij altijd zijn reiservaringen door de geschiedenislessen te vlechten zodat iedereen aan zijn lippen hing.”
“Zo kwamen we bij het onderwerp apartheid. Na een
vurig betoog over de obstakels tussen mensen met
een verschillende huidskleur, keek Leen om zich heen
en sloot af met de woorden: ‘Gelukkig hebben wij dat
hier niet. De hele klas is blank!’ Waarop de hele klas zich
omdraaide, naar mij keek en zei: ‘Dat is niet waar me-
neer! Zij heeft een andere kleur.’ Geschrokken keek
Leen me aan en zei: ‘Dat was me helemaal niet opge-
vallen. Voel jij ook die kloof?’ Drieëntwintig paar ogen
keken me aan en voor het eerst in mijn leven besefte ik
pas echt dat ik een andere huidskleur had dan de
(meeste) mensen in mijn omgeving. ‘Nee meneer’,
antwoordde ik, me ontzettend bewust van al die blik-
ken die op mij gericht waren.”
“Thuisgekomen liet ik deze gebeurtenis nog eens even
goed op me inwerken. Voelde ik een kloof? Voelde ik
mij anders omdat ik ben geboren in Indonesië en
geadopteerd door Nederlandse ouders? En zo ja, lag
dit dan aan mijn huidskleur? Mijn conclusie was dat ik
het met Leen eens was: nee, helemaal niet!”
10
“Toch speelde huidskleur wel vaker een rol. Zo herinner
ik mij een voorval met mijn broertje. Hij vond de sinter-
klaastijd geweldig. De cadeautjes, het schoentje zetten
en vooral de Zwarte Pieten. Ze klauterden en klommen,
ze haalden kattenkwaad uit en konden rijden op zo’n
fiets met een wiel. (Misschien goed te vermelden, dit
alles speelde zich af in de tijd, vér voor de discussie
over de knecht van de Sint.) Samen speelden we dat de
pakjesboot aankwam en we ontzettend verrast werden
door alle cadeaus. Thuis hadden we een echte schoor-
steen en uit volle borst galmden we de liedjes omhoog
en mocht papa het rookkanaal vooral niet dichtmaken,
want dan konden Sint en Piet niet naar beneden.”
“Op de kleuterschool in het dorp waar we woonden,
mochten op 5 december alle leerlingen verkleed
komen. Sommigen kwamen als Sint, met een capeje en
een mijter. Mijn broertje had bedacht dat hij als Zwarte
Piet wilde gaan. Met pofbroek, kraagje en zwarte
schmink. Als Indonesische Javaan met een vrij donkere
huidskleur, in een wit dorp, was de eerste reactie van
een aantal kindjes: ‘Waarom heb jij schmink op? Jij bent
toch al bruin?’ In al zijn onschuld keek mijn broertje de
kindjes aan en zei: ‘Ja maar dat is toch niet dezelfde
kleur als Zwarte Piet?’ De kinderen keken hem aan en
vervolgens werd verder gespeeld. Geen vragen, geen
oordeel en mijn broertje was Piet!”
‘Dat hebben wij hier niet’
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2 JUNI 2019
ILLEGALE ADOPTIES BLIJVEN MOGELIJK DOOR WEGKIJKENDE INSTANTIES
vervelens toe, vasthoudendheid mij zeer hielp de
donkere onderkant van de adoptie-industrie te ont-
dekken.” Wonderlijk. Een wetenschapper die corrupte
adopties onderzoekt, noemt degene die haar gedetail-
leerd informeert vervolgens ‘vervelend’.
VN-KINDERRECHTENVERDRAGLoibl noemt een pijler van adoptieprocedures, het
Haagse Adoptieverdrag uit 1995, het ‘Paard van Troje’.
De intentie ervan is volgens haar goed: illegale adop-
ties voorkomen. In de praktijk komt van de ethische
normen uit het verdrag echter weinig terecht, stelt ze.
De adopterende landen, in dit geval Nederland en
Duitsland, ‘monitoren’ te weinig ofwel er is onvoldoen-
de controle waardoor de corrupte adoptie-industrie
kan blijven bestaan.
Volgens critici, onder aanvoering van Post, maakt Loibl
een fundamentele fout. Niet het Haags Adoptieverdrag
moet leidend zijn bij adopties, wat nu wel het geval is,
maar het VN-kinderrechtenverdrag. In het Haags Adop-
tieverdrag wordt adoptie gezien als een ‘kinderbe-
schermingsmaatregel’ en daardoor wordt adopteren
gemakkelijk en kunnen illegale adopties worden gele-
galiseerd. Het Haags Adoptieverdrag ondermijnt vol-
gens Post het VN-kinderrechtenverdrag waarin staat
dat een kind het beste in de eigen omgeving kan
opgroeien. Als biologische ouders daartoe niet in staat
zijn, moeten de mogelijkheden bij familie of anderen
worden onderzocht. Adoptie wordt in het VN-kinder-
rechtenverdrag een extreme uitzondering.
Voor Loibl is het Haags Adoptieverdrag leidend. En
hoewel ze uitputtend beschrijft hoe en waar corruptie
plaatsheeft, concludeert ze toch niet dat internationale
adoptie moet worden gestopt. Omdat er altijd wensou-
ders blijven die een kind willen adopteren en zij anders
ondergronds zullen gaan, is haar redenering.
PRO-ADOPTIELOBBYDe Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescher-
ming (RSJ), ook door Loibl gememoreerd, adviseerde
november 2016 wél met interlandelijke adopties te
stoppen. Maar dit advies stierf een stille dood. Een
belangrijke reden daarvoor is ongetwijfeld de onge-
kende kracht van de pro-adoptielobby, ook in Neder-
land. En dus gaat interlandelijke adoptie door en
verplaatst die zich na schandalen en verbod op adop-
ties van het ene land naar het andere.
Opmerkelijk is daarom dat Loibl in haar omvangrijke
proefschrift slechts twee keer het woord ‘lobby’ noemt.
Op pagina 88: “Critici van interlandelijke adoptie staan
voor een krachtige pro-adoptielobby, waaronder poli-
tici, adoptanten, conservatieve denktanks en juridische
wetenschappers die de ernst en de reikwijdte van de
illegale en negatieve adoptiepraktijken ontkennen.”
Maar de macht van deze allesbepalende lobby komt in
het proefschrift niet aan bod.
Opmerkelijk ook is dat de Amerikaanse rechtsgeleerde
prof. David Smolin (Samford University, VS) in haar
beoordelingscommissie zit. Hij adopteerde twee meis-
jes uit India maar wist op het moment dat ze in Amerika
uit het vliegtuig stapten al dat het fout was en “deze
kinderen niet in de Verenigde Staten wilden zijn”. Smo-
lin vertelt in de Duitse documentaire ‘Babies for Sale
Welweit’ (WDR, 9 oktober 2008) dat het illegale adop-
ties vanuit een kindertehuis betreft, geregeld zonder
toestemming van de moeder. Maar hij en zijn vrouw
legaliseerden deze adopties vervolgens wel. Smolin is
thans een befaamde adoptiecriticus.
De pers besteedde weinig aandacht aan Loibls disser-
tatie. Maar adoptie is momenteel wel volop en negatief
in het nieuws. Tv-programma Nieuwsuur had recent
een uitzending over grootschalige fraude met adoptie
van kinderen uit Haïti die geen wees zijn. En een com-
missie onder leiding van mr. Tjibbe Joustra onderzoekt
momenteel “de rol en verantwoordelijkheid van de
Nederlandse overheid bij interlandelijke adoptie”. Komt
deze commissie met conclusies die Loibl niet trekt?
Het systeem faalt en in dit systeem is er geen ruimte
meer voor adopties.
Cum laude. Zo promoveerde rechtsgeleerde Elvira Loibl op 15 mei aan
de Universiteit Maastricht op het proefschrift ‘The transnational illegal
adoption market: A criminological study of the German and Dutch
intercountry adoption systems’. Journalist Hélène van Beek bekeek de dissertatie
van 518 pagina’s dik en las ‘wonderlijke en op z’n zachtst gezegd opmerkelijke’
conclusies.
12
TEKST HÉLÈNE VAN BEEKRUBRIEK ONDERZOEK BELICHT
Loibl vergeleek de internationale adoptiepraktijken van
Nederland en Duitsland. En kwam tot de conclusie dat
er in beide landen te weinig toezicht op adopties is. En
dat belangen van de veelal ongewild kinderloze wens-
ouders meer tellen dan die van het te adopteren kind
en zijn biologische ouders.
Deze conclusie zou schokkend moeten zijn, maar is het
niet. Omdat algemeen bekend is dat buitenlandse
adoptieprocedures zeer vaak corrupt zijn. Adoptie
wordt niet voor niets, al lang, kinderhandel genoemd.
Kinderen worden onder valse voorwendselen bij hun
biologische ouders weggehaald, en door kinder- of
ziekenhuizen verkocht. Door het vervalsen van docu-
menten worden deze adopties vervolgens witgewas-
sen, stelt ook Loibl. Adopties daalden wereldwijd met
80 procent. Maar omdat autoriteiten zowel in landen
van herkomst als in adopterende landen wegkijken,
blijft deze adoptiemarkt wel bestaan.
KLOKKENLUIDER ROELIE POSTAls er misstanden bekend worden, dan komt dat vooral
omdat journalisten ze blootleggen. Loibl noemt tv-
programma’s Zembla en Brandpunt die adoptieschan-
dalen in Bulgarije, Ethiopië en Sri Lanka aan de kaak
stelden. Ook Argos (VPRO-radio) berichtte meermalen
over corruptie in Ethiopië. En dagblad Trouw schreef
veel over malafide adoptiepraktijken. Vaak nadat ze
hierover informatie kregen van de Nederlandse Roelie
Post, auteur van het boek ‘Romania for Export Only’
(2007), over corrupte adoptiepraktijken ten tijde van de
toetreding van Roemenië tot de Europese Unie. Post
was als ambtenaar van de Europese Commissie met
mensen- en kinderrechten in Roemenië belast. Zij
kreeg geen erkenning als klokkenluider en moest een
jarenlange, bittere strijd voeren nadat ze op een zij-
spoor was gezet.
Roelie Post en Arun Dohle – een in Duitsland ge-
adopteerde Indiër met zelf een ‘corrupt adoptiedossier’
– onderzoeken en bestrijden de wereldwijde adoptie -
corruptie al meer dan tien jaar met de door hen opge-
richte organisatie Against Child Trafficking (ACT). Zij
overtuigden Ina Hut, destijds directeur van vergunning-
houder Wereldkinderen, van misstanden in China, India,
Haïti en Ethiopië. Volgens Loibl zag Hut uit zichzelf het
licht. Hut meldde de corruptie inderdaad bij het minis-
terie van Buitenlandse Zaken, zoals Loibl beschrijft.
Maar het ministerie greep niet in omdat handelsbelan-
gen belangrijker waren. Het was ook Hut die Post en
Dohle vroeg adopties uit Ethiopië te onderzoeken. In
het rapport ‘Fruits of Ethiopia’ concluderen zij dat bij 19
van de 25 adopties (periode 2004-2009) sprake was van
onregelmatigheden. Het betrof, aldus ACT, niet toeval-
lig een paar ‘rotte appels’ maar een corrupt systeem.
Over Arun Dohle, die haar intensief hielp met leveren
van bewijs voor adoptieschandalen, is Loibl desondanks
niet zo positief: “Wiens enthousiasme en ja, soms tot
13
15
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2
14
LEEFTIJD15 jaar
BEROEP student, 4 vwo
WOONPLAATS Amersfoort
> GEADOPTEERDEQuan Keijsers
14
Deze maand is het twee jaar geleden dat we tijdens een vakantie in China min of meer bij toeval mijn biologische moeder en broertje vonden. Mijn broertje is maar één jaar jonger. We lijken best veel op elkaar. Dat is wel grappig om te zien, maar ik vind het niet heel belangrijk. Ik ben opgevoed met het idee dat uiterlijk en genen niet bepalen hoe sterk je band met iemand is.
Ik was wel nieuwsgierig waarom mijn bio-
logische ouders mij op tweejarige
leeftijd hadden afgestaan. Wat
blijkt? Dat is helemaal niet het
geval. Ze zijn me kwijtgeraakt.
Het DNA van mijn inmiddels
overleden vader zat bij de
politie in een bestand van
ouders die aangifte van ver-
missing hebben gedaan. Vier
dagen nadat ik DNA had inge-
leverd was er een match.
Het jaar erna ben ik samen met
mijn adoptiemoeder Chinees Nieuw-
jaar bij mijn biologische familie gaan
vieren. Toen werd me duidelijk dat ik toch
echt meer Nederlander ben dan Chinees.
Oké, misschien niet wat werkhouding be-
treft; mijn adoptieouders hoeven nooit te
vragen of mijn huiswerk af is. Maar ik geef
bijvoorbeeld niet makkelijk geld uit. Haha!
En ik ben ook vrij direct in mijn communi-
catie. We hebben tot nog toe steeds an-
dere versies gehoord van hoe ik nou ben
kwijtgeraakt. Ik snap dat ze het lastig vin-
den om het te vertellen. Er zit schaamte
achter. En ze willen me waarschijnlijk in
bescherming nemen, geen pijn doen.
Maar ik denk dan toch: kom op, zeg het
gewoon, dan kunnen we door. Ook merk ik dat ik veel in-
dividualistischer ben. In China doen ze echt alles samen.
Dat begon me na een paar dagen al op de zenuwen te
werken.
Natuurlijk valt het in Nederland wel op dat ik er anders
uitzie. Er wordt weleens wat geroepen. Ik weet niet eens
precies wat, iets over het feit dat ik Chinees ben. Het
boeit me niet, het zijn willekeurige mensen
met wie ik verder niets heb of moet. In
mijn vriendenkring ben ik niet de eni-
ge met een ander kleurtje. Ik heb
een Chinese vriend die ook ge-
adopteerd is en een andere
vriend heeft Indonesische
ouders. Tijdens mijn eerste
kinderfeestje in Nederland
was er maar één meisje dat
helemaal Nederlands was. De
andere kinderen hadden alle-
maal een of meer buitenland-
se ouders. Dat is het voordeel
van opgroeien in een multicultu-
reel land.
In China zijn genen en de bloedband veel
belangrijker dan in Nederland. In het dorp
waar mijn moeder en broertje wonen, vin-
den ze het allemaal heel logisch dat ik, nu
ik terecht ben, weer bij hen kom wonen.
Dat ik al twaalf jaar in Nederland woon en
me hier helemaal thuis voel, doet er wat
hen betreft niet toe: ik heb Chinees bloed,
dus hoor ik in China. Het geeft niet dat ze
dat vinden en zeggen, ik denk er heel an-
ders over. Ik ga later misschien wel in het
buitenland studeren. Dat lijkt me best
leuk. Maar China is niet het eerste land
waar ik dan aan denk.
drieluik
RUBRIEK DRIELUIK
‘Ik ben meer Nederlander dan Chinees’
FORUM OPEN VOOR OUDERS VAN PUBERS
RUBRIEK ACTUEEL TEKST YVONNE GEELEN
Hoe stimuleren jullie je kind om vriendjes te maken en te houden? Hoe verliep de overgang naar de middelbare school bij andere adoptie-
kinderen? Zo maar enkele vragen die adoptieouders stellen aan andere
ouders op Adoptieoudersonline.nl. Dit besloten forum, tot voor kort bedoeld
voor ouders van kinderen t/m 12 jaar, staat nu open voor alle adoptieouders
met kinderen in de leeftijd tot 18 jaar.
Wiwin Veendijk, nazorgmedewerker bij Stichting Adop-
tievoorzieningen en communitymanager: “Een grote
groep adoptiekinderen is of komt de komende jaren in
de puberteit. Stichting Adoptievoorzieningen krijgt al
geruime tijd veel vragen binnen van ouders van pubers.
De puberteit is vaak een roerige periode, waarin weer
veel vragen rond adoptie, identiteit en afkomst de kop
op steken. Daarom leek het ons goed om ook ouders
van kinderen in de puberleeftijd toegang te geven tot
het forum. We zijn ervan overtuigd dat ook zij kunnen
profiteren van elkaars ervaringen. En zij hebben wellicht
ook goede tips voor ouders van jongere kinderen.”
Op dit moment heeft het forum ruim 1100 leden. Veen-
dijk: “Vier jaar geleden zijn we gestart. Voor ons was dat
best spannend. Hoewel we een vooronderzoek hadden
gedaan, was het toch maar afwachten of het zou gaan
lukken. In relatief korte tijd hadden we ruim 600 leden.
Het forum voorzag en voorziet dus in een behoefte.
Wennen, hechting, eten, school en slapen zijn onderwer-
pen waar veel over wordt uitgewisseld. Hoe bereid je een
kind voor om voor het eerst naar school te gaan? Hoe
hebben andere ouders dat gedaan, hoe weet je wanneer
je kind daaraan toe is? Dat soort dingen. We merken dat
ouders zich eerder en beter begrepen voelen door
andere adoptieouders.”
Om ervoor te zorgen dat het forum exclusief blijft voor
adoptieouders, controleert Stichting Adoptievoorzie-
ningen bij aanmelding of het ook daadwerkelijk om
een adoptieouder gaat. Daarin verschilt het forum van
vele andere plekken op internet waar adoptieouders
elkaar ontmoeten. Veendijk: “Een veilige omgeving
scheppen is vanaf het begin een belangrijk aandachts-
punt geweest bij de opzet van het forum. We horen van
ouders terug dat ze het fijn vinden om hun verhaal te
kunnen doen in een omgeving waarin niet wordt ge-
oordeeld.”
De eerste topics rond de puberteit zijn al geopend.
Hoe ga je om met social-mediagebruik van je kind?
Hoe vind je een goede balans tussen loslaten en be-
schermen? Wat doe je als je kind tegen grenzen aan-
trapt? Veendijk: “Ik hoop dat steeds meer ouders ons
forum gaan vinden en elkaar helpen in deze veelal
bijzondere, kwetsbare, ontroerende en dappere op-
voedsituaties.”
OOK MEEPRATEN? Aanmelden kan via adoptieoudersonline.nl.
16 17
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2 JUNI 2019THEMA KLEUR
Als ‘Kleur’, het thema van dit nummer van het Adoptiemagazine online ergens geen rol speelt is het wel tijdens het jaarlijkse voetbalfestijn: WK Adoptiekids. Toch? Of is dat het nou juist wel, wat het jaarlijks terugkerende sportieve evene-ment zo razend populair maakt? Eén keer per jaar, lekker herkenning vinden in de landenteams. Hoe dan ook, voor veel trouwe bezoekers, ouders én deelnemers, een dag waar jaarlijks met plezier naar uitgekeken wordt.
TEKST ANGELA JANS FOTO'S WILKO VAN BEEK
Z aterdag 22 juni werd het bijzondere voetbaltoer-
nooi met meer dan achthonderd deelnemers, al
weer voor de tiende keer gehouden. Sommige
jongeren waren er daadwerkelijk voor de tiende keer.
Sterker, team Colombia won tien jaar geleden, destijds
met het team 7/8- jarigen, het wereldkampioenschap. En
dit jaar ging het gezelschap op herhaling, in de oudste
leeftijdscategorie (17/18) sleepten ze opnieuw de trofee
Tweede lustrum WK Adoptiekids
Leuk, leuk, leuk!
in wacht. Anderen maakten dit jaar hun debuut op het
voetbaltoernooi. Het tweede lustrum vond, net als
inmiddels als weer enkele jaren, plaats op de sportvel-
den in Vianen.
Vraag drie deelnemers het evenement in één tref-
woord samen te vatten en je krijgt drie keer exact
hetzelfde antwoord: Leuk, leuk, leuk! Shekina Klein (13)
uit Dordrecht (foto cover) komt uit voor Congo. Zij was
voor de derde keer van de partij en ze vindt het niet
alleen leuk om te voetallen, ze is er ook om ‘oude
bekenden’ te zien.
Dat geldt ook voor Dimitri den Hartog (16) uit Driebruggen
die al weer voor de zesde keer meespeelde in het team
van Zuid-Korea. Teamgenoot Thomas Goedhart (16) uit
Beinsdorp was er daarentegen dit jaar voor de eerste keer.
Overigens draaide het niet alleen om voetbal. Voor de
supporters, ouders, broers, zussen, opa’s, oma’s en
natuurlijk de deelnemers zelfs, was er naast de velden
ook nog een heleboel te beleven en te genieten. Op de
informatiemarkt of bij de eetkraampjes, die voorzagen
van diverse smaken: van Colombiaanse snacks tot
Vietnamese loempia’s.
↑ Team USA is niet te houden en stormt
het veld op.
↑ Team Colombia werd, net als tien jaar geleden, Wereldkampioen. Nu in de leeftijdscategorie 17/18.
↑ Dimitry den Hartog en Thomas Goedhart komen uit
voor Zuid-Korea.
↑ Na de finale tegen Ethiopië, kon team Haïti de wereldbokaal
in ontvangst nemen.
↑ Naast de velden was er ook veel vermaak.
→ Vrijwilligers in de functie van veldcoördinatoren: Annelies,
Arjan en Hans (geadopteerd), vinden het WK 'een geweldig initiatief.'
TEKST VERA KIDJAN ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2 JUNI 2019
1918
RUBRIEK WETTEN & REGELS
In het Adoptiemagazine van december 2017 schreef Vera Kidjan over de situatie van de Braziliaanse Marcia* en haar broer Roberto. Het artikel
eindigde, net zoals in een spannende roman, met een cliffhanger. De zaak
kreeg een vervolg.
RECHTBANK STAR VOOR OUDERS DIE BUITEN NEDERLAND WONEN
stiefdochter. Dat is België. Voorts overweegt de recht-
bank dat bij de beoordeling van een adoptieverzoek de
belangen van het kind onderzocht moeten worden. De
instanties in het land waar het kind woont, in dit geval
België, zijn de aangewezen instanties om de belangen
van het kind zo nodig te onderzoeken. De grote valkuil
in deze zaak is dat de rechtbank constateert dat ner-
gens uit blijkt dat een adoptie in België niet mogelijk is.
De man heeft slechts aangegeven dat de adoptiepro-
cedure in België vermoedelijk lang zal duren.
De rechtbank vindt de argumenten van de man onvol-
doende om rechtsmacht van de Nederlandse rechter
aan te nemen en acht de Nederlandse rechter dan ook
onbevoegd van het adoptieverzoek kennis te nemen.
Aan een inhoudelijke beoordeling komt de rechtbank
daarom niet toe.
BELGISCHE ADOPTIEDe beslissing zou naar mijn mening anders zijn geweest
als de man had kunnen aanvoeren dat onder zijn om-
standigheden geen Belgische adoptie kon worden
uitgesproken. Als dat het geval was geweest, dan had
een beroep gedaan kunnen worden op artikel 9 van het
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Daarin staat
dat de Nederlandse rechter internationale rechtsmacht
moet accepteren als een gerechtelijke procedure
buiten Nederland onmogelijk blijkt te zijn.
Uit het vorenstaande blijkt dat de Nederlandse recht-
bank momenteel niet eenvoudig rechtsmacht aan-
neemt als de adoptieouders niet in Nederland wonen.
Dit punt moet door de adoptieouders uitgebreid wor-
den toegelicht voordat kan worden toegekomen aan
de kwestie waar het werkelijk om gaat: de adoptie van
een kind dat in vele gevallen al lange tijd een gezin
vormt met de adoptieouders. Deze starre formele
houding in zaken waar de belangen van het kind op het
spel staan vind ik een ongewenste ontwikkeling.
De zaak van Marcia is overigens nog niet klaar. Zij heeft
onlangs een klacht ingediend bij het Europees Hof voor
de Rechten van de Mens. Wordt vervolgd.
* voor de leesbaarheid wordt Marcia genoemd
maar formeel gezien voeren haar adoptieouders de
procedure.
INFO
Vera Kidjan is advocaat bij Everaert Advocaten in
Amsterdam, www.everaert.nl. 020-7523217 of stuur een
e-mail naar: [email protected]
belang niet in van een Nederlandse adoptie. Hierop
gaat Marcia in hoger beroep. De zaak wordt op basis
van een formele afweging door het hof afgedaan. Het
hof verklaart zich onbevoegd omdat er onvoldoende
aanknopingspunten zijn met de Nederlandse rechts-
sfeer om de Nederlandse adoptie uit te spreken. Het
feit dat de adoptievader de Nederlandse nationaliteit
heeft en het hier uiteindelijk gaat om het Nederlander-
schap van Marcia, is onvoldoende. Hierdoor hoeft het
hof zich niet verder inhoudelijk uit te laten over de zaak.
Vervolgens stapt Marcia naar de Hoge Raad, die de
zaak echter verkort afdoet. De aangevoerde klachten
kunnen niet tot cassatie leiden en hoeven geen nadere
motivering omdat de klachten niet leiden tot beant-
woording van rechtsvragen in het belang van de
rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
WONEN EN WERKEN IN BELGIËDoor deze ontwikkelingen wordt momenteel bij adop-
tieouders die niet in Nederland wonen en in Nederland
willen adopteren, zeer kritisch gekeken naar de banden
met Nederland voordat de Nederlandse rechter een
Nederlandse adoptie wil uitspreken.
Op 11 februari 2019 doet de rechtbank Den Haag bij-
voorbeeld uitspraak in een zaak waar de adoptieouders
in België wonen. Het gaat om een Nederlandse man
die getrouwd is met een Libanese vrouw. Zij heeft een
dochter uit een eerder huwelijk. De Nederlandse man
wil graag zijn stiefdochter via een Nederlandse partner-
adoptie adopteren. De man voert aan dat er voldoende
binding is met Nederland. Hij heeft de Nederlandse
nationaliteit en zijn echtgenote verwacht deze even-
eens op korte termijn te verkrijgen. Door een adoptie
naar Nederlands recht zal ook de dochter de Neder-
landse nationaliteit krijgen met alle rechten en plichten
die daarbij horen en zal haar status als kind van de man
zijn gewaarborgd. De man geeft aan dat het gezin op
Nederland georiënteerd is omdat daar zijn familie
woont. Ook wordt de dochter zowel Frans- als Neder-
landstalig opgevoed en is de man werkzaam als EU-
ambtenaar in België. Formeel gezien wordt de man
daarom niet als inwoner van België aangemerkt van-
wege zijn geprivilegieerde status. Tot slot is er het
vooruitzicht dat de man met zijn gezin op een termijn
van twee jaar naar Nederland overgeplaatst wordt.
De rechtbank vindt echter dat de verblijfplaats van het
gezin feitelijk in België is. Zij wonen en werken daar en
hun gezinsleven speelt zich af in België. Zij hebben
nooit in Nederland gewoond. Voor de beoordeling van
de rechtssfeer waarmee de zaak verbonden is, moet de
rechtbank kijken naar de feitelijke situatie en dus ook
naar de feitelijke verblijfplaats van de man en zijn
Samenvattend: het gaat om een Braziliaanse adoptie
van Marcia uit 2002 en een Braziliaanse adoptie van
Roberto uit 2005. De twee wonen met hun adoptieou-
ders in Brazilië. De adoptiemoeder heeft de Braziliaan-
se nationaliteit en de adoptievader heeft de
Nederlandse nationaliteit. De Wet conflictenrecht
adoptie trad in werking op 1 januari 2004. Dit heeft tot
gevolg dat de adoptie van Roberto kan worden erkend
volgens geschreven regels waardoor hij door de Brazili-
aanse adoptie Nederlander wordt. Maar Marcia’s adop-
tie kan niet op grond van geschreven regels worden
erkend waardoor zij geen Nederlander is geworden via
de Braziliaanse adoptie. Daarom verzoekt Marcia de
rechtbank om een Nederlandse adoptie uit te spreken.
Hierdoor kan zij wel Nederlander worden.
De rechtbank laat zich echter uitsluitend uit over de
erkenning van de Braziliaanse adoptie en ziet het
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2 JUNI 2019
vormen is dat een vereniging leden telt, waardoor er
een duidelijke en traceerbare achterban is te vormen.
Als een van de eerste initiatieven van de vereniging
werd vrijdag 21 juni, bij wijze van aftrap voor de oprich-
ting van het Kenniscentrum, een symposium gehouden
in hotel Asteria in Venray. Sprekers uit binnen- en bui-
tenland lieten daar van zich horen. In de zaal een kleine
honderd belangstellenden, een mix van (oudere) adop-
tieouders, binnenlands en interlandelijk geadopteer-
den, hun partners of vrienden, vertegenwoordigers van
ministeries en hulpverleners.
Zij hoorden geadopteerden Dewi Deijle en Sanne van
Rossen op basis van eigen ervaringen pleiten voor
meer aandacht en maatregelen voor de misstanden
die hebben plaatsgevonden rond adopties. Dankzij
een video-verbinding via internet liet de Amerikaanse
klinisch psycholoog en adoptie-expert dr. David M.
Brodzinsky weten voorstander te zijn van een hulp-
verleningsinstelling die gespecialiseerd is in adoptie-
gerelateerde problematiek. Therapeuten zouden wat
hem betreft voortaan vaker expliciet moeten worden
getraind in de begeleiding en behandeling van ge-
adopteerde kinderen of volwassenen die tegen allerlei
problemen aanlopen of worstelen met hun identiteit,
zaken die terug te voeren zijn op hun adoptie. “Zij
kunnen daarbij het beste, of misschien zelfs alleen
maar, geholpen worden door adoptiecompetente
professionals”, aldus Brodzinsky.
PGB VOOR ELKE GEADOPTEERDEEen Nederlandse hulpverlener die zich al gespeciali-
seerd heeft in adoptieproblematiek was ook als spreker
van de partij: kinder- en jeugdpsycholoog dr. Anneke
Vinke. Zij is ook voorstander van een Kenniscentrum
Nazorg Adoptie, maar wel in eerste instantie op lande-
lijk niveau (“Europees is ingewikkeld vanwege de grote
verschillen per land”). Zelf noemt ze dat trouwens liever
Kenniscentrum Afstand, Adoptie en Afstamming (AAA).
“Daar kan verbinding worden gelegd met bestaande
structuren als Stichting Adoptievoorzieningen, Fiom,
GGZ, jeugdzorg en meer. Ook moet daar een register
worden ingevoerd en bijgehouden waarin adoptiege-
certificeerde hulpverleners zijn opgenomen zodat je de
kwaliteit van de professionals voor nazorg kunt waar-
borgen. Een kenniscentrum kan daarbij zeker wat toe-
voegen, want er bestaat nu weliswaar al van alles – bij de
Stichting Adoptievoorzieningen geven ze bijvoorbeeld
nu ook nazorg – maar dat is niet afdoende voor de
zware gevallen. En het is sowieso nooit ‘one size fits all’.
Dus begin met het opstellen van richtlijnen voor de
zorg (dat kost 150.000 euro, is niet veel voor overheids-
budgetten), maak een zorgstandaard (3 ton) en een
register voor nazorg. Al kun je niet alles repareren, het
gemis kun je niet wegnemen. Het kind moet de route-
planner zijn, het gaat erom dat een geadopteerde
uiteindelijk verder kan in het leven.”
Even daarvoor adviseerde Gera ter Meulen, lid van de
Werkgroep Post Adoption Services van EurAdopt, op
basis van onderzoek naar de behoefte aan nazorg
onder geadopteerden in 24 Europese landen: “Geef
geadopteerden een persoonsgebonden budget (pgb)
waardoor ze, indien nodig, levenslang de financiële
mogelijkheid hebben zelf hulp in te kopen. Geld ook
om, als daar behoefte aan is, minstens één keer in hun
leven op rootsreis kunnen gaan, terug naar het land
van herkomst.”
TE VEEL GEMEDICALISEERDHet viel niet allemaal even goed. In de loop van de
avond ontstond vanuit de zaal steeds meer onrust en
irritatie, en kwam hier en daar oud zeer tevoorschijn.
Ter Meulen en Vinke kregen kritische vragen en op-
merkingen voor hun voeten geworpen. Ter Meulen van
geadopteerde Hilbrand Westra die benadrukte dat Ter
Meulen werkt voor de adoptieorganisaties, Vinke van
mensen die vonden dat adoptie door haar veel te veel
gemedicaliseerd wordt. En, algemeen, dat het allemaal
te weinig over, voor en door geadopteerden zelf ging.
“Het uitgangspunt moet zijn: de geadopteerde en wat
die nodig heeft. Soms werkt hulp van de GGZ niet en
hulp van lotgenoten, ervaringsdeskundigen die hele-
maal niet gediplomeerd zijn op dat gebied, wél”, aldus
panellid Yudi Hoekstra, adoptiecoach.
Voor Anne-Marie Goosen was het, zei ze in haar slot-
woord, wel duidelijk: “De vereniging is niet voor niets
opgericht, dat blijkt. De conclusie: we gaan gewoon
beginnen. We willen ervoor zorgen dat er een Europees
Kenniscentrum Nazorg Adoptie komt, voor álle ge-
adopteerden, adoptieouders en afstandsouders.” De
vereniging gaat er alles aan doen om dit in Den Haag
op de politieke agenda te krijgen en wettelijk te laten
verankeren.
21
Geadopteerden hebben allemaal een trauma. Het verdriet is vaak zo
diepgeworteld, dat het niet is op te lossen met twee therapeutische
sessies, vindt de Vereniging Adoptie Nazorg. Daarom moet er een
Europees Kenniscentrum Nazorg Adoptie komen. Een plek waar verbindingen
worden gelegd tussen de psychische en lichamelijke klachten die het gevolg
kunnen zijn van adoptie, waar competente hulpverleners te vinden zijn, waar
informatie is te verkrijgen, adoptiedossiers worden opgeslagen, en meer.
Vereniging wil Europees Kenniscentrum Nazorg Adoptie
‘ WE GAAN GEWOON BEGINNEN’
20
TEKST ANGELA JANSRUBRIEK BEGELEIDING BESPROKEN
“Daarbij hoeft geen onderscheid gemaakt te worden
tussen binnenlands of interlandelijk geadopteerden, we
dragen allemaal dezelfde pijn. En we willen er ook zijn
voor de adoptie- én afstandsouders. Voor de hele
adoptiedriehoek dus”, zegt Anne-Marie Goossens,
voorzitter van de nieuwe vereniging. Zelf is ze binnen-
lands geadopteerd. In het bestuur zitten daarnaast
onder anderen ook interlandelijk geadopteerde Sanne
van Rossen en adoptieouder Lyda Groot.
De vereniging is gelieerd aan de enkele jaren geleden
opgerichte stichting Nazorg Adoptie, waarvan naast
Anne-Marie ook (geadopteerde) Liesbeth Struijcken
aan de wieg stond. Groot verschil tussen beide rechts-
Juriste Dewi Deijle pleitte onder meer voor erkenning door de Nederlandse staat,
van de misstanden die er zijn geweest zijn geweest bij adopties. Foto: Seth Hirdes
22 23
TEKST ANGELA JANS ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2 JUNI 2019THEMA KLEUR
A ntwoorden op deze en
andere vragen komen
aan de orde in een
boek waaraan momenteel wordt
gewerkt door Femmie Juffer,
Lindy Popma en Monique Steen-
stra. Het is de bedoeling dat het
eerste exemplaar in het najaar
wordt gepresenteerd. Het is
overigens niet voor het eerst dat
deze drie vrouwen gezamenlijk
aan de hand van interviews een
boek schrijven. Eerder al tekende
dit drietal voor 18 x 18, een boek
waarin achttien pleegkinderen
aan het woord komen die net
achttien jaar, lees: juridisch
zelfstandig, zijn geworden.
Deze keer gaat het om zestien
interviews en even zoveel por-
tret- en gezinsfoto’s. De foto’s
zijn van de hand van fotograaf
Lilian van Rooij. Zij is onder meer
bekend van het fotoboek Mano
Mano. Tien adoptieverhalen uit
eerste hand.
Biculturele socialisatie
Er wordt gesproken met zeven
geadopteerden, zeven pleeg-
kinderen en twee jongeren die
hoor je regelmatig dat er in
ieder geval erkenning moet zijn.
Dat het van belang is dat de
afkomst niet wordt genegeerd
of ontkend. Als er bijvoorbeeld
gepest wordt op school van-
wege de huidskleur, moeten
ouders en leerkrachten daar
bedacht op zijn.”
“Ook hebben we gevraagd
hoe de jongeren zelf hun eigen
afkomst ervaren. Uit de antwoor-
den blijkt dat dit heel verschil-
lend kan zijn. Het loopt uiteen
van een grote verbondenheid
met de cultuur uit het land van
herkomst tot er juist helemaal
niets mee te maken willen heb-
ben. Acceptatie thuis is de basis.
‘Ik voel me hier thuis’, is waarom
ze zich ook verwant voelen met
de Nederlandse cultuur.”
Het boek is bedoeld om de
jongeren van nu, in adoptie- of
pleeggezinnen of gezinshuizen,
een stem te geven. En ter infor-
matie en inspiratie voor toekom-
stige adoptie- of pleegouders.
Zodat ze beter kunnen begrijpen
wat de jongeren zelf belangrijk
vinden. “Het is ook bedoeld voor
jongeren zelf, voor leeftijdgenoten, zodat ze kunnen
lezen hoe anderen hiermee omgaan. Zo’n boek is er
nog niet. Er bestaat al wel een boek over volwassen
geadopteerden – Gekleurde identiteit van Ton Hendriks
– maar een boek dat specifiek ingaat op de beleving en
vorming van de eigen identiteit door gekleurde jonge-
ren in multiculturele adoptie- of pleeggezinnen ont-
breekt. Wij willen in deze lacune voorzien”, aldus Juffer.
Om het boek betaalbaar te houden voor pleeg- en
adoptiegezinnen is de verkoopprijs vastgesteld op
15 euro (hetzelfde als bij 18 x 18). De auteurs en de
fotograaf ontvangen geen royalty’s en Stichting
Kinderpostzegels heeft een subsidie toegekend om
de uitgave mogelijk te maken. De presentatie zal
plaatsvinden op de Universiteit Leiden tijdens een
symposium over multiculturele adoptie- en pleeg-
gezinnen. Naar verwachting zal dit begin november
zijn, in de Week van de Pleegzorg.
UITGEVERIJ: LECTURIS.NL
Opgroeien in een multicultureel adoptie- of pleeggezin, waar ouders en kinderen een andere huidskleur hebben, wat doet dat met betrokkenen? Hoe zien ze zichzelf? In hoeverre voelen ze zich verbonden met andere landen? Groeien de kinderen op tussen of mét twee culturen?
Femmie Juffer:
‘ Acceptatie thuis is de basis’
zijn opgegroeid in een gezins-
huis. “Ik ben heel benieuwd naar
de verschillen en overeenkom-
sten”, zegt Juffer. Zij maakt niet
alleen enkele interviews, voor
dit boek schrijft ze ook een
inhoudelijk hoofdstuk op basis
van haar kennis en functie als
bijzonder hoogleraar adoptie
aan Universiteit Leiden. “Dat deel
gaat met name over de vraag
of het wel of niet belangrijk is dat
kinderen die niet bij hun bio-
logische ouders opgroeien, de
cultuur van hun afkomst mee-
krijgen. Daarover, over biculturele
socialisatie dus, is altijd discussie
geweest. In de jaren zeventig
werd er niet veel over de afkomst
gesproken en werd er gezegd:
‘Ze zijn nu in Nederland, laat ze
gewoon opgroeien met boeren-
kool.’ Tegenwoordig zie je adop-
tieouders die met hun kinderen
bijvoorbeeld enthousiast
Chinees nieuwjaar vieren.”
In Nederland komen multicultu-
rele adoptie- en pleeggezinnen
relatief veel voor. Bij interlande-
lijke adoptie gaat het vaak om
gekleurde buitenlandse adoptie-
kinderen, bijvoorbeeld uit China,
Colombia, Azië of Afrika, die witte
ouders krijgen. Bij pleegzorg
worden in ruim een derde van de
gezinnen kinderen met een
migratieachtergrond opgevan-
gen door autochtonen. Er wordt
wel gezocht naar een match op
basis van dezelfde culturele
achtergrond, maar zelden of
nooit is een ouderpaar met
dezelfde achtergrond als het
pleegkind beschikbaar. Er is
sowieso een langdurig tekort aan
pleeggezinnen, en zeker van hen
met een migratieachtergrond.
Uit onderzoek blijkt inmiddels
dat het goed is om aandacht te
besteden aan de cultuur van
herkomst, maar dat je dat vooral
ook niet moet overdrijven. “Ga
niet voortdurend wijzen op het
anders zijn”, adviseert Juffer. “Als
je daar de nadruk op legt, kan
het een kind ook in de weg gaan
staan om bij het gezin te gaan
horen. Het gaat erom dat je je
ergens thuis voelt en dat je
gehecht bent. Het is echt van
belang om te zorgen voor een
goed evenwicht.”
Erkennen, niet ontkennen
Want al speelt het thema in de huiselijke sfeer mis-
schien nauwelijks een rol, de kinderen worden vroeg of
laat in hun eentje in de buitenwereld waarschijnlijk wel
een keer geconfronteerd met hun ‘anders-zijn’, lees:
discriminatie. Jufffer: “Het is daarom zaak om daar alert
op te zijn en te zorgen dat ze weerbaar zijn. Uitgeschol-
den worden, nageroepen, gepest vanwege hun uiterlijk,
de vraag krijgen hoe het komt dat je zo goed Neder-
lands spreekt: dat soort ervaringen hebben vrijwel alle
deelnemers aan het boek. Dat zijn dingen die juist
buiten het gezin voorkomen. Adoptieouders maken dat
niet mee, want als zij erbij zijn, is het vaak voor de
buitenstaanders duidelijk dat het adoptiekinderen zijn,
en dan houden ze zich doorgaans wel gedeisd. Het
gebeurt meestal pas als ze alleen zijn.”
“We hebben de jongeren tijdens de interviews ge-
vraagd hoe ze vinden dat ouders en leerkrachten
hiermee om moeten gaan. Hoe kunnen ze helpen? Dan
Femmie Juffer
Lindy Popma
Monique Steenstra
Lilian van Rooij
24
RUBRIEK GELEZEN GEZIEN
— FILM—
Three Identical Strangers
Regisseur: Tim Wardle
De documentaire Three Identical
Strangers vertelt het verhaal van
de gescheiden opgegroeide
drielingbroers Eddy Galland,
David Kellman en Bobby Shafran.
De film begint in de jaren 80:
Bobby is 19 jaar en rijdt naar zijn
nieuwe school, ver van waar hij is
opgegroeid. Op het collegeter-
rein wordt hij tot zijn verbijstering
door iedereen vriendelijk be-
groet, er vliegen hem zelfs meis-
jes om de nek. Tot iemand hem
Eddy noemt…
Al snel is de hereniging tussen
beide broers een feit, en als het
verhaal in de krant verschijnt,
duikt er nog een derde identieke
broer op: David.
De documentaire volgt het
perspectief van de broers. In
eerste instantie spat het geluk
ervan af. Dan neemt het verhaal
een andere wending en komt de
nadruk te liggen op de donkere
werkelijkheid die schuilgaat
achter deze vrolijkheid (spoiler
alert!). De broers blijken onder-
deel te zijn van een psycholo-
gisch experiment en zijn
opzettelijk uit elkaar gehaald. Met
het experiment hoopte kinder-
psychiater Neubauer meer dui-
delijkheid te krijgen over de
aloude discussie nature versus
nurture. In die periode (jaren 60)
waren psychologen ervan over-
tuigd dat nurture, het aangeleer-
de, de dominante invloed was in
de menselijke ontwikkeling.
Kinderen werden min of meer
gezien als een onbeschreven
blad.
Als de documentaire iets duide-
lijk maakt, is het dat genetica een
enorm dominante factor is maar
dat de opvoeding – de broers
kwamen terecht bij heel verschil-
lende gezinnen – het verschil
maakt. Toch blijft het heel inge-
wikkeld om te zien hoe dit wrede
experiment inzicht heeft opgele-
verd in het debat over het aan-
geborene en het aangeleerde.
De ontwikkeling van de broers is
namelijk niet los te zien van het
trauma van hun scheiding op de
leeftijd van negen maanden. De
adoptieouders vertellen bijvoor-
beeld dat de jongens in het
begin alle drie met hun hoofdjes
bonkten en ontroostbaar waren.
Zij wisten overigens niet dat ze
ouders waren geworden van een
van een drieling.
— Meike Melenhorst
— BOEK—
Hulp bij trauma in de kindertijd
Praktische gids voor opvoeders
Prof. dr. Ramón Lindauer
Uitgeverij Lannoo Campus
Als een kind schokkende dingen
heeft meegemaakt is het de
natuurlijke reactie van volwasse-
nen om voor het kind te zorgen
en het te beschermen, valt te
lezen in het voorwoord bij dit
boek van Ramón Lindauer, hoog-
leraar kinder- en jeugdpsychiatrie.
Onze ervaring bij Stichting Adop-
tievoorzieningen is dat dat zeker
geldt voor adoptieouders, die
zich vaak langdurig en intensief
hebben voorbereid en verheugd
op de komst van hun kind of
kinderen. Maar een getraumati-
seerd kind geeft vaak geen of
verwarrende en misleidende
signalen af, waardoor er misver-
standen kunnen ontstaan. Ouders
kunnen dan uiteindelijk geblok-
keerd raken in hun vermogen om
ouderlijke zorg te bieden, terwijl
het kind die juist hard nodig
heeft, schrijft Lindauer. Dit boek
kan (adoptie)ouders en andere
opvoeders helpen begrijpen hoe
het werkt en wat ze kunnen doen.
In een notendop beschrijft Lin-
dauer wat de gevolgen van stress
en trauma bij kinderen kunnen
zijn. Eenvoudig, begrijpelijk en
kernachtig legt hij de verschillen
uit tussen stressvolle en traumati-
sche gebeurtenissen en hoe dat
voor sommige kinderen kan
leiden tot traumaklachten en
PTSS. Ook maakt hij op prettige
wijze duidelijk wat de samenhang
is met gehechtheid en verschil-
lende soorten gehechtheidspro-
blemen.
Om kinderen te helpen zich veilig
te voelen is het volgens Lindauer
belangrijk complimenten te
geven. Kinderen met een nega-
tief zelfbeeld kunnen echter vaak
niet zo goed uit de voeten met
expliciete en resultaatgerichte
complimenten. Hier ontbreekt
naar mijn mening belangrijke
informatie over verschillende
soorten complimenten, en over
andere manieren om positieve
feedback te geven en daarmee
veiligheid te bieden. Daar zou dit
boek nog een aanvulling kunnen
gebruiken. Desondanks vind ik
het zeker een aanrader opvoe-
ders van adoptiekinderen.
— Chris Thie
25
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2
> ADOPTIEOUDERS
Irma van Geemen
LEEFTIJD55 jaar
Moeder van twee zonen (24 en 27 jaar)
BEROEP (kinder)therapeut/
coach
WOONPLAATSMonnickendam
tehuis zijn gebracht waar uiteindelijk de adoptieproce-
dure is gestart.
Wij hebben dat, net als elke adoptieouder, gedaan met de
beste intenties maar met de kennis van nu vind ik dat je als
adoptieouder in het land van herkomst van je kinderen
moet gaan wonen en niet andersom. Bij interlandelijke
adoptie trek je kinderen met wortel en al uit hun eigen cul-
tuur, wat later tot grote identiteitsvragen kan leiden. Onze
oudste was vijf toen hij hier kwam en heeft de eerste tijd
hier in Nederland behoorlijk last van heimwee
gehad. Onze jongste zoon heeft regel-
matig gezegd: “Mij is niks gevraagd. Ik
was liever daar gebleven.” Hij heeft
een zware puberteit gehad. Is re-
gelmatig van school gestuurd.
Toch heb ik altijd wel het ver-
trouwen gehad dat het goed
zou komen. Op een dag zei
hij: “Ik ga in de steigerbouw.”
Dat gaat redelijk goed. Hij er-
kent inmiddels zijn eigen on-
rust en handelt ernaar. De
oudste weet nog wel hoe slecht
hij het in Colombia heeft gehad
en vanuit dat oogpunt heeft hij altijd
gezegd: ik ben blij dat ik hier ben.
Vanuit systemisch oogpunt klopt adoptie
niet. Hun biologische ouders hebben hen
het leven gegeven en niet wij. Daarmee
horen onze kinderen bij het systeem van
hun biologische ouders. Toch horen we
bij elkaar.
Ik heb nu een eigen praktijk waarin ik men-
sen begeleid tussen de 3 en de 100 jaar.
Rust, creativiteit, humor, eerlijkheid en ver-
wondering zijn mijn kernwaarden en een
rotsvast geloof dat vertrouwen het mooi-
ste is dat je adoptiekinderen kunt geven.
drieluik
We horen bij elkaar
Als meisje van een jaar of elf wist ik al: ik ga voor adoptie. Waarom zou je zelf kinderen op de wereld zetten als er al kinderen van een jaar of vijf rondlo-pen, die waarschijnlijk geen zes zullen worden door de ellendige omstandigheden waarin ze zich bevin-den? Mijn man was het daarmee eens en al op mijn 25ste hebben we het onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming in werking gezet. Ook omdat mijn man acht jaar ouder is dan ik. Want we wilden niet het risico lopen dat mijn man op een gegeven moment misschien te oud zou zijn voor adoptie.
Het wachten op de verplichte pro-
cedure en vervolgens een voor-
stel voor een kind kon destijds
nog erg lang duren en inder-
daad, het werd op een gege-
ven moment zelfs toch nog
spannend in verband met de
leeftijd van mijn man. Mede
om een en ander zoveel mo-
gelijk te bespoedigen hebben
we uiteindelijk gekozen voor
Colombia als land van herkomst.
Eind 1996 kregen we het voorstel
voor de adoptie van twee jongens, bio-
logische broers van 5 en 2 jaar oud. Om
allerlei redenen duurde het tot voorjaar
1997, voor we ze in Bogotá in onze armen
konden sluiten. Daar zaten we, zoals toen
gebruikelijk was, met meerdere gezinnen
in een huis. Met die families hebben we nu
nog steeds contact.
We ontdekten dat onze kinderen eigenlijk
een vreemde route hadden afgelegd. Ze
zouden door hun moeder bij een wijkcen-
trum zijn afgegeven aan de Colombiaan-
se kinderbescherming. Via een pleeggezin
zijn ze daarna naar een particulier kinder-
RUBRIEK DRIELUIKJUNI 2019
2726
THEMA LOTGENOTEN ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2 JUNI 2019
26
RUBRIEK VRAGENDERWIJS
‘Onze zoon heeft slaapproblemen.’ ‘Mijn puberdochter vliegt uit de bocht.’ Adoptieouders die vragen of twijfels hebben over de ontwikkeling of opvoeding van hun kinderen kunnen terecht bij de Stichting Adoptie voorzieningen. Ook geadopteerden, leerkrachten of andere betrokkenen kunnen daar terecht. Nazorgmedewerkers geven informatie en advies. In deze rubriek komen een aantal vragen en onderwerpen aan de orde die de afgelopen tijd zijn besproken. SAMENSTELLING: Ria Heek en Chris Thie.
‘Zolang ze klein zijn, zijn ze nog leuk’Marianne belt en vertelt: ‘Gisteren liep ik in de supermarkt met mijn Zuid-Afrikaanse zoontje van drie. We liepen langs twee oudere dames die stopten met praten en vriendelijk knikten en mijn zoon en mij uitgebreid bekeken. Ik knikte vriendelijk terug. Nog binnen gehoorafstand zei een van beide dames ineens tegen de andere: “Tja, zolang ze nog zo klein zijn, zijn ze nog leuk.” Die kwam even binnen bij mij. Ik had de neiging om me om te draaien, terug te lopen en te zeggen dat hij ook nog leuk zal zijn als hij groot is, maar ik ben doorgelopen. Maar de opmerking blijft door mijn hoofd zingen. Had ik moeten reageren? Was het discriminerend bedoeld? Of bedoelde ze in het algemeen dat kleine kinderen leuker zijn dan volwassenen? Het voelt alsof ik een steek heb laten vallen, ik mijn zoon had moeten verdedigen.’
Als een gezin zichtbaar een adoptiegezin is, komt het soms
voor dat wildvreemde mensen op een ongepaste manier een
vraag stellen of opmerkingen maken. Of bijvoorbeeld ineens
gaan vertellen hoe zij over adoptie denken en of het wel
gepast is om een kind uit een andere cultuur op te nemen. Dit
soort momenten kunnen vervelend of zelfs pijnlijk zijn, weet de
nazorgmedewerker en adviseert: je kunt deze vragen van
vreemden gerust negeren of rustig maar beslist aangeven dat
dit niet een onderwerp is dat je wilt bespreken. Dit helpt vaak
wel om onbekende nieuwsgierigen de mond te snoeren.
Je kunt een wat meer genuanceerde benadering inzetten als
de vragen gesteld worden door mensen die je goed kent, van
wie je weet dat ze het eigenlijk niet verkeerd bedoelen. Je
kunt dan kijken waar de vraag vandaan komt: is het oprechte
interesse, gebrek aan kennis? In zo’n geval kun je serieus
ingaan op de vraag. Maar voel je nooit verplicht.
Naarmate je kinderen groter worden, maak je je als ouder
natuurlijk ook zorgen over wat deze onverwachte reacties of
opmerkingen met ze doen. Het kan ook hen pijn doen of
verwarren. Je kunt je kind proberen voor te bereiden op zulke
momenten. Door bijvoorbeeld via rollenspelletjes met ze te
oefenen hoe ze zouden kunnen reageren als iemand iets
onaardigs vraagt of zegt over adoptie. Vertel hierbij vooral
ook weer hoeveel jullie van hen houden en dat andere men-
sen vaak niet zo veel over adoptie weten. Geef je kinderen
het gevoel dat zij trots kunnen zijn op het feit dat jullie nu een
familie zijn en dat er niets verkeerd met ze is omdat zij toe-
vallig geadopteerd zijn.
Topic op forum: identificeren
Op het forum van Adoptieouders online.nl
(tegenwoordig ook opengesteld voor
adoptieouders van kinderen tot 18 jaar!)
zijn verschillende moeders met elkaar in
gesprek over het feit dat hun dochters,
die eigenlijk best tevreden lijken te zijn
over hun uiterlijk, toch niet Aziatisch
willen zijn en niks van hun geboorteland
willen weten. Wel tevreden met je
uiterlijk, maar niet met je afkomst? Is
het misschien de (onbewuste) nega-
tieve herinnering aan het pijnlijke feit
dat je afgestaan bent, of is het gewoon
vervelend dat je anders gezien wordt
dan dat je je voelt? Waarschijnlijk een
beetje van beide? Wat is het toch een
zoektocht, voor kinderen zelf, maar ook
voor ouders.
ZelfbeeldColette is de trotse adoptiemoeder van twee kinderen: Yakubu, een meisje van 5 jaar, dat geboren is in Nigeria en ruim twee jaar
bij hen is, en zoon Alvaro van 12 uit Colombia. Colette belt omdat ze een dilemma wil voorleggen. Het heeft te maken met
het zelfbeeld van hun beide kinderen. Bij Yakubu lijkt dat helemaal geen probleem, zij vindt haar eigen kroeshaar wel ‘cool’ en lijkt trots te zijn op haar bruine huid, maar Alvaro is nooit tevreden geweest met zijn eigen huidskleur. Soms maakt hij ook lelijke
opmerkingen naar zijn zusje over haar kleur en Colette wil niet dat dat het zelfbeeld van haar dochter schaadt. Tegelijkertijd wil ze Alvaro ook niet afvallen, omdat ze voelt dat er eigenlijk
onzekerheid onder zit. Het gebeurt meestal als hij zelf niet lekker in z’n vel zit, bedenkt Colette.
De nazorgmedewerker bespreekt met Colette hoe ze ermee om
zou kunnen gaan: op het moment dat het gebeurt, lijkt het wel
belangrijk om het negatieve gedrag te begrenzen door bijvoorbeeld
te zeggen: ‘Iedereen is mooi zoals hij is, we zeggen hier geen nare
dingen tegen elkaar. Misschien ben je eigenlijk boos of verdrietig om
iets anders Alvaro, dat kan soms gebeuren.’
Vanuit hier kan Colette de kinderen
weer op een positieve manier met
elkaar verbinden. Op een ander
moment kan ze met Alvaro
apart proberen te achterha-
len wat hem eigenlijk
dwarszat en hoe hij dat op
een andere manier zou
kunnen laten merken.
Colette besluit dat ze weer
eens met hem gaat basket-
ballen om erover met hem
in gesprek te komen, vaak
werkt dat wel goed.
Op zoek naar lotgenotencontact?
Ben je geadopteerd en op zoek naar
contact met andere geadopteerden?
Bel de nazorglijn:
030 – 233 03 40, optie 3
(maandag t/m donderdag 9.30 tot 12.30
uur). Wij kunnen in onze sociale kaart
voor je op zoek naar mogelijkheden.
Mailen mag natuurlijk ook:
Druk, druk, druk
Zij klapt in de kring helemaal dicht, hij kan geen seconde stil-zitten, zij duwt andere kinderen, als je hem corrigeert gaat hij helemaal op tilt, het gaat altijd mis op het speelplein …
Bijna dagelijks spreken we leer-
krachten, IB’ers, en soms gedrags-
wetenschappers of directeuren van
basisscholen. Ze bellen met vragen,
maken zich zorgen, zijn handelings-
verlegen, of voelen zich overvraagd
door het gedrag van adoptiekinde-
ren op hun school of in de groep.
Een eerste stap die vaak al helpend
kan zijn, is telefonische ondersteu-
ning. Samen met de leerkracht
sparren we over wat het door hen
gesignaleerde gedrag hun kan
vertellen over wat het kind voelt en
nodig heeft. Kijken door een andere
bril (een ‘adoptiebril’) kan echt een
ommezwaai betekenen: zo veran-
dert een bazig en agressief jongetje
ineens in een doodsbang ventje, dat
de helpende hand van de leerkracht
nodig heeft om het speelkwartier te
kunnen overleven. Met een paar
concrete handvatten wordt vaak het
enthousiasme van de leerkracht
weer aangewakkerd. Hoe mooi is
het als we later van de ouders horen
dat hun kind weer veel vrolijker thuis
komt van school?
Scholen kunnen een belafspraak
maken met Stichting Adoptie-
voorzieningen door een mail te
sturen aan [email protected] en
aangeven wanneer en waar ze
bereikbaar zijn. Voor een uitgebrei-
der traject op school kan door
ouders een schoolconsult worden
aangevraagd, maar in afwachting
daarvan kan een belafspraak ook
al een goed begin zijn.
28
TEKST ANGELA JANSTHEMA LOTGENOTEN
COLOFON
ADOPTIE MAGAZINE ONLINEOnafhankelijk, informerend, signalerend en opiniërend.
Voor aspirant-adoptieouders, adoptieouders, geadopteerden,
professionals op het gebied van adoptie en alle anderen
die zich betrokken voelen bij afstand en adoptie.
Adoptiemagazine online is een uitgave van
Stichting Adoptievoorzieningen.
Het magazine verschijnt vier keer per jaar.
RedactieHoofdredacteur Angela Jans
Aan dit nummer werkten mee: Erik Draaijer (eindredactie),
Hélène van Beek, Sandra Benschop, Yvonne Geelen, Ria Heek,
Vera Kidjan, Meike Melenhorst, Machteld Stilting,
Chris Thie en Wiwin Veendijk.
Foto coverportret Shekina Klein, foto Wilko van Beek
Foto backcoverThinkstock
Vormgeving
Studio Jorrit van Rijt
RedactieadresPostbus 290
3500 AG Utrecht
Telefoon: 030 2330344
e-mail: [email protected]
AbonnerenEen abonnement is gratis. Aanmelden kan via www.adoptie.nl of
kijk op www.adoptieoudersonline.nl
KopijBijdragen, ingezonden brieven of tips zijn van harte welkom.
Neem daarvoor contact op met bovenstaand telefoonnummer
of e-mailadres.
Overname van artikelen is alleen toegestaan na voorafgaande
toestemming van de redactie en desbetreffende auteur. Verzoeken
tot overname dienen gericht te worden aan de hoofdredacteur.
Top Related