1. Mag ik van jou een kusje?

2. t Was vroeg in de morgen de dag brak weer aan. De dieren besloten naar huis toe te gaan. Daar liepen ze dan door het bos en de hei want nu was hun prachtige feest weer voorbij. 3. Ze waren verkleed met maskers en veren met hoedjes en petjes en grappige kleren. Ze hadden gedanst en ze hadden gesprongen. Ze hadden gezoend en ze hadden gezongen. 4. Nu gingen ze allemaal doodmoe naar huis. De kikker, de egel, de pad en de muis. De eekhoorn liep samen met hert en met ree en Dimbo de das nam de slingers weer mee. 5. De rest doen we morgen zei kat tegen vos, en zo werd het langzaam weer stil in het bos. 6. Maar toen ieder dier in zijn bed was gekropen lag muis maar te staren haar ogen wijdopen. Onrustig lag ze in bed te bewegen. Ze had op het feest een klein kusje gekregen. Het was zon lief kusje zo warm en zo fijn, zou er soms iemand verliefd op haar zijn? Wie gaf haar die kus op dat vrolijke feest? Ze moest gewoon weten wie dat was geweest. 7. Ze kon echt niet slapen, dus ging ze eruit en nam als ontbijtje wat thee met beschuit. 8. Toen ging de bel. Muis deed meteen open, en egel kwam opgewekt binnengelopen. Hij zei: Goeiemorgen, ik wou even zien, of je mijn jasje kunt maken misschien? 9. Maar muis riep: Oh nee, k heb geen tijd voor een klusje, want ik moet op zoek naar het aardigste kusje dat iemand mij gaf op ons prachtige feest. Want nu wil ik weten wie dat is geweest. Ik loop alle dieren n voor n af, dan voel ik vanzelf wie dat kusje toen gaf! 10. Ze vroeg aan de egel: Wat vind je ervan? En die zei verlegen: Een schitterend plan! Dan ga ik zei muis nu meteen maar op pad naar eekhoorn, konijn, naar vos en naar rat. 11. Ze pakte haar hoedje ze pakte haar tas en liep naar het plekje waar eekhoorn vaak was. Dag eekhoorn zei muis zeg heb je soms even, zou je mij zachtjes een kusje willen geven? Natuurlijk zei eekhoorn met alle plezier. Kusjes genoeg hoor al wil je er vier! 12. Hij gaf haar een kusje en zei: Dat was dat. maar muis vond het kusje een beetje te nat. Dat is niet het kusje zei muis dat ik zoek. Dus ga ik naar pad, die woont net om de hoek. 13. Ze riep tegen pad: Kom jij eens gauw, mag ik misschien een klein kusje van jou? Want ik zoek een kusje heel warm en heel fijn. En dat zou misschien wel van jou kunnen zijn. Pad gaf een kusje aan muis op haar wang. Maar die zei: t is net iets te koud ben ik bang. 14. Toen vroeg ze aan kikker een kus, maar die smakte, en muis riep geschrokken: H gatsie die plakte! Ze pakte meteen uit haar tasje een doek en zei: Dit was echt niet de kus die ik zoek! 15. En zo ging ze verder, wel drie uren lang. En kreeg honderd kusjes, op iedere wang. Het is jammer zei muis maar helaas, volgens mij, zat die bijzondere kus er niet bij. 16. Verdrietig dacht muis: Dan ga ik naar huis. En na een kwartiertje was ze weer thuis. Maar toen ze daar was kwam egel eraan en vroeg heel nieuwsgierig: Hoe is het gegaan? 17. Slecht zei muis somber. Het zat me niet mee. Want wie mij die kus gaf? Ik heb nog altijd geen idee. Ik zal het nooit weten, echt nooit ben ik bang. En heel langzaam rolde een traan langs haar wang. 18. Treurig zei egel: Dan ga ik nu maar. Hij gaf muis een kusje gewoon op haar haar. Het voelde geweldig. Heel warm en heel fijn. En muis dacht: Nee maar zeg, zou hij het soms zijn? 19. Wacht eens!, riep muis. H, wacht jij eens even! Ik weet nu wie mij toen die kus heeft gegeven. Ik weet het heel zeker. Ja echt dat was jij. Klopt het soms dat jij verliefd bent op mij? 20. Egel die knikte, hij trilde ervan. Ik wou het wel zeggen, ik was het wel van plan. Maar k durfde echt niet., stamelde hij. Ik dacht steeds: misschien ga je lachen om mij. 21. Maar muis zei: Ach gekkerd, dat zou ik nooit doen!. Ze liep naar hem toe en gaf hem een zoen. En muis keek naar egel en egel naar muis. En toen werd het heel stil in het huis. 22. Ze zaten die avond in t licht van de maan. En keken elkaar soms minutenlang aan. En voordat het nacht werd, de vogeltjes zwegen, had muis echt ontelbaar veel kusjes gekregen!