Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

134
INLEIDING De Eurostat-database m.b.t. internationale handel vormt de spil van deze bachelorproef. Het onderdeel van deze omvangrijke database dat bij uitstek gebruikt zal worden in deze paper, is de beperktere databank ‘EU27 trade since 1988 by HS2 1 -HS4 (DS_016894)’. Een enkele keer komt ook de databank ‘EU27 trade since 1995 by HS6 (DS_016893)’ handig van pas. De gigantische HS2-HS4-gegevensbron benadert in eerste instantie de handelsdata van de Europese unie en haar 27 lidstaten vanuit een perspectief van 21 secties en 99 hoofdstukken om handelsstromen onder te verdelen naar productsoort. Deze 99 hoofdstukken vormen de stam van 2 cijfers (cfr. HS2). Vervolgens kan men een hoger detailniveau bekomen door 2 cijfers toe te voegen. Op die manier krijgt men een 4-cijferige-stam (cfr. HS4) en ontstaan er meer productgroepen. Nog 2 cijfers brengen het totaal op 6 digits (cfr. HS6) en brengen vanzelfsprekend weer meer detail met zich mee. Deze laatste onderverdeling is in een aparte databank ondergebracht. (Evrard Claessens, 2007) Dit werk is het resultaat van een desk-research rond de handelsstroom van voertuigen (meer bepaald ‘non-rail rolling stock’: sectie 17, hoofdstuk 87) die plaatsvindt tussen Japan en de lidstaten van de Europese Unie. Aan de hand van de statistieken van Eurostat zal er doorheen dit werk stap voor stap getracht worden vooral de importstromen vanuit Japan naar de EU zo goed mogelijk in kaart te brengen. De gehanteerde gegevens vanaf hoofdstuk 2 lopen over de jaren 2009(X1) en 2010(X2). HOOFDSTUK 1: INLEIDEND HOOFDSTUK 1 HS: harmonized system

description

This is a compendium of all existing fingerprint techniques. It's pretty awesome.

Transcript of Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Page 1: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

INLEIDING De Eurostat-database m.b.t. internationale handel vormt de spil van deze bachelorproef. Het onderdeel van deze omvangrijke database dat bij uitstek gebruikt zal worden in deze paper, is de beperktere databank ‘EU27 trade since 1988 by HS21-HS4 (DS_016894)’. Een enkele keer komt ook de databank ‘EU27 trade since 1995 by HS6 (DS_016893)’ handig van pas. De gigantische HS2-HS4-gegevensbron benadert in eerste instantie de handelsdata van de Europese unie en haar 27 lidstaten vanuit een perspectief van 21 secties en 99 hoofdstukken om handelsstromen onder te verdelen naar productsoort. Deze 99 hoofdstukken vormen de stam van 2 cijfers (cfr. HS2). Vervolgens kan men een hoger detailniveau bekomen door 2 cijfers toe te voegen. Op die manier krijgt men een 4-cijferige-stam (cfr. HS4) en ontstaan er meer productgroepen. Nog 2 cijfers brengen het totaal op 6 digits (cfr. HS6) en brengen vanzelfsprekend weer meer detail met zich mee. Deze laatste onderverdeling is in een aparte databank ondergebracht. (Evrard Claessens, 2007)

Dit werk is het resultaat van een desk-research rond de handelsstroom van voertuigen (meer bepaald ‘non-rail rolling stock’: sectie 17, hoofdstuk 87) die plaatsvindt tussen Japan en de lidstaten van de Europese Unie. Aan de hand van de statistieken van Eurostat zal er doorheen dit werk stap voor stap getracht worden vooral de importstromen vanuit Japan naar de EU zo goed mogelijk in kaart te brengen. De gehanteerde gegevens vanaf hoofdstuk 2 lopen over de jaren 2009(X1) en 2010(X2).

HOOFDSTUK 1: INLEIDEND HOOFDSTUK

1.1. JAPAN: ALGEMENE INFO FIGUUR 1: DE VLAG VAN JAPAN

Bron: (CIA, 2013)

1 HS: harmonized system

Page 2: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

1.1.1. GEOGRAFIE FIGUUR 2: DE GEOGRAFIE VAN JAPAN IN GROVE LIJNEN

Bron: (Worldatlas, 2013)

De constitutionele monarchie Japan is een Oost-Aziatische eilandenketen gelegen tussen de Noordelijke Stille Oceaan en de Zee van Japan. De hoofdstad van Japan is Tokio en verder wordt Japan voor administratieve doeleinden officieel opgedeeld in 47 prefecturen. (CIA, 2013)

Japan heeft een oppervlakte van 377.915 vierkante kilometer en belandt daarmee op de 62ste plaats op wereldvlak. 11,26% van deze oppervlakte is landbouwgrond. Verder heeft Japan als eiland uiteraard een grote kustlijn van 29.751 kilometer. Het klimaat varieert van tropisch in het zuiden tot gematigd in het noorden en zoalsFiguur 2 al aangeeft bestaat Japan hoofdzakelijk uit bergachtig gebied met bijvoorbeeld de alombekende slapende vulkaan Fuji. Slapende én actieve vulkanen liggen daarnaast ook her en der verspreid over de archipel. (CIA, 2013)

1.1.2. BEVOLKING In Japan leven een goede 127 miljoen mensen waarvan er een slordige 36 miljoen in de hoofdstad Tokio wonen. De grootste bevolkingsgroep zijn de 25- tot 54-jarigen, de

Page 3: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

vergrijzing wordt een groot probleem en 98,5% van de bevolking is van Japanse etniciteit. (CIA, 2013)

De voertaal in Japan is uiteraard het Japans en 83,9% van de bevolking volgt de religieuze stroming van het Shintoïsme, wat zoveel betekent als ‘de weg der goden’. Daarnaast is 71,4% Boeddhist dus de ene religie sluit de andere niet uit. (CIA, 2013)

1.1.3. ECONOMIE

1.1.3.1. ECONOMISCHE KENGETALLEN De munteenheid van Japan is de Yen (¥), maar veel economische kengetallen worden in grote databanken naar USD geconverteerd en op die manier uitgedrukt.

BBP FIGUUR 3: BRUTO BINNENLANDS PRODUCT VAN JAPAN IN HUIDIGE USD

Bron: (The World Bank, 2013) Figuur 3 toont ons het verloop van het Japanse BBP2. Wat we op de figuur kunnen zien is de duidelijk stijgende trend van de afgelopen jaren. In december 2011 bedroeg het Japanse BBP maar liefst 5867,15 miljard USD, wat overeenkwam met 9,46% van de wereldeconomie en wat Japan wereldwijd de vijfde plaats bezorgde. (Trading Economics, 2013)

BBP PER CAPITA

2 BBP (Bruto Binnelands Product) of GDP (Gross Domestic Product): een maat voor nationaal inkomen, totale toegevoegde waarde gecreëerd in een nationale economie én voor de output van de economie van een land gedurende een specifieke termijn.

Page 4: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

FIGUUR 4: BBP PER CAPITA AAN CONSTANTE PRIJZEN IN USD VAN 2000

Bron: (Trading Economics, 2013)

Figuur 4 beeldt de evolutie van het BBP per capita af over de afgelopen jaren. De laatste jaren zien we een duidelijke stijging. Het mag wel duidelijk zijn dat Japan tot de hoge-inkomenslanden behoort en het bijvoorbeeld zeer goed doet wat betreft de armoederichtlijn van de milleniumdoelstellingen.

CPI FIGUUR 5: CONSUMENTENPRIJSINDEX VOOR JAPAN

Bron: (Trading Economics, 2013)

De consumentenprijsindex meet eigenlijk de gemiddelde prijs van consumptie, de levenskost zeg maar, en is op die manier een goede maat voor inflatie. Dit wordt gedaan aan de hand van een basisjaar dat indexering 100 meekrijgt.

Page 5: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

De evolutie van de CPI in Figuur 5geeft uiting aan de verandering in de prijzen die consumenten betalen voor een bepaalde korf van goederen en diensten. (Olivier Blanchard, Alessia Amighini, & Francesco Giavazzi, 2010)

De CPI bedroeg in maart 2013 bijvoorbeeld 99.20 indexpunten, wat wijst op een lichte deflatie.

DE BALANS VAN DE LOPENDE REKENING FIGUUR 6: CURRENT ACCOUNT BALANCE VAN JAPAN IN HUIDIGE USD

Bron: (The World Bank, 2013)

De ‘current account balance’ (balans van de lopende rekening) is de som van de netto export van goederen en diensten, het netto inkomen (uit buitenlandse investeringen) en de netto lopende overdrachten met het buitenland. Deze lopende rekening is m.a.w. de belangrijkste graadmeter voor inkomsten uit internationale handel en investeringen. Het overschot op de lopende rekening van Japan liep de afgelopen jaren steeds op tot in de honderden miljarden maar kreeg in 2011 toch een serieuze knauw. (Olivier Blanchard et al., 2010)

1.1.3.2. BELANG VAN DE VERSCHILLENDE SECTOREN TABEL 1: BELANG VAN DE PRIMAIRE, SECUNDAIRE EN TERTIAIRE SECTOR

Verdeling werkbevolking over sectoren (2010) Verdeling BBP over sector en (2012)Landbouw: 3,9% Landbouw: 1,2%Industrie: 26,3% Industrie: 27,5%Diensten: 69,8% Diensten: 71,3%

Bron: Eigen samenstelling op basis van data uit The World Factbook (CIA, 2013)

Page 6: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Ondanks het feit dat de percentages m.b.t. de werkbevolking en het BBP op andere jaartallen gebaseerd zijn, kunnen we hier toch een interessante conclusie trekken. Iets als tewerkstellingcijfers verandert immers niet fundamenteel op 2 jaar tijd.

Wat we uit Tabel 1 kunnen besluiten is vrij voor de hand liggend. De verdelingen zijn zeer gelijklopend en waar het grootste percentage van de werkbevolking tewerkgesteld is, wordt ook het grootste deel van het BBP gecreëerd. Japan is hoofdzakelijk een diensteneconomie, hoewel de industrie ook een niet te onderschatten waarde heeft.

Japan staat immers bekend om haar na-oorlogse industrialisatie en de bloeiende sector van de motorvoertuigenproductie waarrond dit werk draait is er het beste voorbeeld van. Verder hebben de Japanners onder andere ook een belangrijke electro-industrie en hun ijzer- en staalproductie is eveneens niet te onderschatten. Anderzijds importeren ze vooral grondstoffen omdat ze daar van nature uit absoluut een gebrek aan hebben. (CIA, 2013)

De site van de Wereldhandelsorganisatie vertelt ons ten slotte dat Japan vooral exporteert naar China, de USA en de EU-27. Haar geïmporteerde goederen komen ook hoofdzakelijk van deze drie handelspartners, maar China is nog dominanter aanwezig aan de importzijde dan aan de exportzijde. (World Trade Organization, 2013)

1.1.4. DE AUTO-INDUSTRIE In Japan werkten in 2011 5,45 miljoen mensen, dat is 8,7% van de Japanse werkbevolking3, in de auto-industrie en daaraan verwante industrieën. De Japanse auto-industrie is een zogenaamde ‘geïntegreerde industrie’. Dit wil zeggen dat zelfs de grootste producenten niet alles zelf maken en voor een groot deel van de 20.000 tot 30.000 onderdelen die bij de productie van een wagen komen kijken, een beroep doen op ondersteunende industrieën. Het mag eigenlijk niet verbazen dat de productie van voertuigen een kernindustrie van de Japanse economie is. (Japan Automobile Manufacturers Association, 2012)

Enkele bekende, zoniet de bekendste, Japanse producenten van personenwagens zijn: Daihatsu, Subaru, Honda, Isuzu, Mazda, Nissan, Suzuki en Toyota. Deze giganten produceren niet enkel in Japan om vervolgens afgewerkte voertuigen uit te voeren naar de rest van de wereld, maar produceren tegenwoordig ook meer en meer lokaal elders ter wereld onder de vorm van joint ventures of gewoon in eigen, buitenlandse, productiefaciliteiten. Ofwel gaat het dan om de productie van onderdelen én de

3 Werkbevolking: de som van diegenen die werken of actief op zoek zijn naar werk.(Olivier Blanchard et al., 2010)

Page 7: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

daaropvolgende assemblage van de wagens, ofwel gaat het om fabrieken die onderdelen zoals motoren, versnellingsbakken,… produceren en deze vervolgens dan terug exporteren naar, bijvoorbeeld, Japan. (Japan Automobile Manufacturers Association, 2012)

In Figuur 7 krijgen we een idee van waar de Japanse producenten hun productie- en assemblage fabrieken neergepoot hebben.FIGUUR 7: INPLANTING AUTO-INDUSTRIE IN JAPAN IN 2011

Page 8: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Bron: (Japan Automobile Manufacturers Association, 2012)

Figuur 8 geeft ons dan weer een unieke kijk op de locaties waar de Japanners zich in de Europese Unie gevestigd hebben. In totaal ging het in 2011 over 13 productiefaciliteiten. In het Verenigd Koninkrijk liggen bijvoorbeeld drie grote fabrieken die assembleren en handig van pas zullen komen bij het verklaren van handelsstromen verderop in dit werk. Twee van die drie Engelse fabrieken staan daarnaast ook nog in voor het produceren van automotoren. In Polen daarentegen, liggen drie fabrieken die uitsluitend zorgen voor de productie van motoren en versnellingsbakken. (Japan Automobile Manufacturers Association, 2012)

FIGUUR 8: INPLANTING JAPANSE FABRIEKEN IN DE EUROPESE UNIE IN 2011

Bron: (Japan Automobile Manufacturers Association, 2012)

Page 9: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

1.1.5. INFRASTRUCTUUR

FIGUUR 9: BASISINFRASTRUCTUUR IN JAPAN

Bron: eigen constructie op basis van een interactieve landkaart van Harvard (Harvard University, 2011)

Aan de hand van Figuur 9 heb ik getracht een duidelijk beeld te schetsen van de infrastructuur in Japan. De interactieve landkaart die als basis gediend heeft, werd ontwikkeld in de nasleep van de kernramp bij Fukushima. Dit betekent dat het achterliggende geheel aan gegevens dateert van 2011 en bijgevolg zijn de kaarten zeer up-to-date. Linksboven wordt het wegenstelsel in Japan afgebeeld. Wanneer we dit vergelijken met de kaart rechtsonder (waar enkel de luchthavens op aangegeven zijn), wordt meteen duidelijk dat het wegennet zeer goed ontwikkeld is. In absolute termen gaat het over maar liefst 1.210.251 km waarmee Japan wereldwijd de vijfde plaats inneemt. Spoorwegen zijn eveneens goed vertegenwoordigd zoals blijkt uit de kaart rechtsboven (27.182 km) en het mag wel duidelijk zijn dat de havens en luchthavens ook overvloedig aanwezig zijn in het land van de rijzende zon. Natuurlijk moet bij dit laatste puntje de kanttekening gemaakt worden dat er veel plezierhavens en kleinere luchthavens afgebeeld worden die niet voor de te onderzoeken handelsstroom

Page 10: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

gebruikt worden. Concreet zijn er in Japan een tiental zeer grote havens (Chiba, Kobe, Tokyo,…) en een vijftigtal grote die gebruikt worden voor het vervoer van voertuigen en onderdelen. Hoofdzakelijk zeevervoer wordt gebruikt in de export m.b.t. de Japanse auto-industrie. (CIA, 2013)

Page 11: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

ZUID-KOREA:

2.2 Zuid-Korea: Algemene info

Zuid-Korea, officieel de Republiek Korea (Koreaans: Daehan Minguk), is een land in het

noordoostelijke deel van het Aziatische continent op het zuidelijk deel van

het Koreaans Schiereiland dat na de splitsing van het land Korea in 1945 officieel

bekend werd als de Republiek Korea. Zuid-Korea grenst aan degedemilitariseerde

zone met Noord-Korea, de Gele Zee, de Straat Korea en de Japanse Zee. Zuid-Korea

heeft ongeveer 3000 eilanden die met name voor de zuidelijke en westelijke kust

liggen. Er wonen ongeveer 50 miljoen mensen in Zuid-Korea. (CIA, 2013)

Figuur 1: Centrale ligging Zuid-Korea.

Bron: (Wikipedia + CIA, 2013)

Figuur 2: de vlag van Zuid-Korea.

Bron: (CIA, 2013)

Page 12: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

1.2.1 Geografie:

FIGUUR 3: DE GEOGRAFIE VAN ZUID-KOREA IN GROVE LIJNEN

Bron: Wereldatlas, 2013.

Zuid-Korea, het zuidelijke deel van het Koreaanse schierland, gelegen aan de Straat van

Korea en de Oost-Chinese Zee, geflankeerd door de Gele Zee in het westen en de Zee

Van Japan in het oosten. Het omvat naast het het grote vaste land gedeelte,

schiereiland, ook nog vele eilanden, zo’n 3000-tal meestal klein en onbewoond en

allen gelegen tussen de breedtegraden 33° en 39° Noorderbreedte en 124° en 130°

Oosterlengte. Het grootste eiland, Jeju, meet een oppervlakte van 1.845 vierkante

kilometer, huisvest het hoogste punt van Zuid-Korea, de Hallasan. De Hallasan is een

uitgedoofde vulkaan en reikt een 1.950 meter boven zeeniveau uit. (Wikipedia + CIA,

2013)

Page 13: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Verder kan Zuid-Korea worden onderverdeeld in vier algemene gebieden: een

oostelijke regio van hoge bergen en smalle kustvlakten, een westelijke regio van brede

kustvlakten, stroomgebieden en glooiende heuvels, een zuidwestelijke regio van

bergen en dalen en een zuidoostelijke regio gedomineerd door de brede stroomgebied

van de Nakdong.

1.2.2. Bevolking:

De Koreanen hebben hun afkomst hoogstwaarschijnlijk te danken aan Mongoolse

stammen die zich in het 3e millenium voor Christus in Korea weten te vestigen hadden.

Vandaag de dag telt Zuid-Korea een inwonersaantal van bijna 50 miljoen inwoners

hetwelk grotendeels te danken is aan de enorme bevolingstoename tussen de jaren

1958 en 2001. De Koreaanse overheid was genoodzaakt in te grijpen en het systeem

van gezinsplanning te promoten om de alsmaar sneller stijgende bevolkingsgroei in te

dammen. Zo werd het gemiddeld aantal kinderen per gezin van 6 in 1960 verlaagd tot

minder dan 2 in de jaren negentig. Men verwacht wel dat de maximale

bevolkingsgrootte rond het jaar 2020 bereikt zal worden onafgezien van de impletering

van gezinsplanning. (Wikipedia + CIA, 2013)

Ondanks de overheersing door vreemde volkeren is de bevolking van Korea etnisch

zeer homogeen: 99,8% van de Koreaanse bevolking is etnisch Koreaan. In april 2005

waren er 378.000 buitenlanders in Korea. Dit zijn voornamelijk industriearbeiders, die

uit Zuid-Aziatische landen als Sri Lanka, Bangladesh, Myanmar (Birma) stammen.

(Wikipedia, 2013)

De inwoners leven verspreid over het platte land, maar de grootsteden huisvesten het

grootste deel, zo’n 85%, van de inwoners. Zo telt Seoul, de grootste stad, bijna 10

miljoen inwoners, Busan, zo’n 3,5 miljoen en Incheon en Daegu zo’n 2,5 miljoen. De

Page 14: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

voertaal is overal Koreaans en/of Engels, hetwelk van jongs af aan op school

onderwezen wordt. (Wikipedia + CIA, 2013)

Reeds een belangrijke opmerking omtrend enkele van de bevolkingsgroepen in Zuid-

Korea, zijn de Chaebol. De Chaebol is de Zuid-Koreaanse vorm van een conglomeraat

en verwijst naar meerdere grote, door families gecontroleerde Koreaanse

ondernemingsgroepen zoals Samsung, Hyundai en LG. De Chaebols zijn en waren de

drijvende kracht achter de sterke economische groei van Zuid-Korea na de Koreaanse

Oorlog.

De Chaebols zijn als het ware invloedrijke entiteiten die zich niet alleen op het terrein

van de economie, maar ook op dat van de politiek weten te begeven en soms zelfs

hierbij hun krachten bundelen met de Zuid-Koreaanse overheid op specifieke

deelgebieden zoals infrastructurele planning technologische innovatie. De Chaebols

van Zuid-Korea worden vaak met de Japanse Keiretsu’s vergeleken.

Tot slot heerst er In Zuid-Korea een mengelmoes van verschillende religies. Zo is

31,6% Christen, 24,2% Boeddist en de overige hangen geen religie aan of zijn

onbekend. (CIA + Reuters, 2013)

Page 15: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

1.2.3. Economie:

De Zuid-Koreaanse industrie onderging zo’n 50 jaar geleden drastische veranderingen

en schakelde het over van industrie die vooral steunde op agrarische concepten naar

een maakindustrie die grote tertiaire aanhang vergaarde. Gepaard gaande met de

omschakeling van de industrie, onderging de huisvesting van de Zuid-Koreaanse

bevolking ook drastische veranderingen. Zo migreerde men van het platte land naar de

meer industriële centra van Zuid-Korea en maakten de steden hun opbouw. Hierdoor

leven de meeste Zuid-Koreanen vandaag de dag ook bijna uitsluitend in de

grootsteden.

Verder staat Zuid-Korea ook bekend als 1 van de 4 landen die deel uitmaken van de

‘Aziatische Tijgers’. De Aziatische Tijgers zijn 4 landen in Zuidoos-Azië die snelle en

grote vooral economische groei doormaakten in de jaren ’80 en ’90 van de 20e eeuw.

Hoewel deze groei nog voor de eeuwwisseling aan haar einde kwam, blijft Zuid-Korea

één van de grootste economieën van Azië en speelt het op wereldvlak een extreem

belangrijke rol. Zuid-Korea is met name gespecialiseerd in het produceren van

hightech-goederen, denk maar Samsung en LG, de geduchte tegenstanders van het

alom bekende en wereldleidende bedrijf Apple Inc. Naast de productie van tal van

hightech goederen is de Zuid-Koreaanse industrie ook vooral gefocust op de

staalindustrie, aangevoerd door Zuid-Korea’s nationale trotst, POSCO. POSCO, een

Zuid-Koreaans staalbedrijf dat in 2006 de op 3 na grootste staalproducent ter wereld

was, staat voor heel wat Koreanen als symbool voor nationale trots en vormt een

onmisbare spil naar andere Zuid-Koreaanse industrieën toe, zoals de toelevering aan

de auto- en scheepsindustrie, twee andere grote industrieën die Zuid-Korea mee

furore deden maken en dat nu nog steeds doen en de elektronicasector.

De scheepsindustrie wordt aangevoerd door 3 grote spelers: Daewoo Shipbuilding &

Marine Engineering (DSME), Hyundai Heavy Industries en Samsung Heavy Industries.

Page 16: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Samen goed voor een omzet van bijne 13 biljoen won. Daewoo Shipbuilding & Marine

Engineering heeft verscheidene deelnemingen waaronder een in Roemenië, Daewoo

Shipbuilding & Marine Engineering, waarover in hoofdstuk 2 en 3 meer uitgeweid zal

worden.

1.2.3.1. Economische kengetallen:

De munteenheid van Zuid-Korea is de Zuid-Koreaanse won (KRW), maar veel

economische kengetallen worden in grote databanken naar USD geconverteerd en op

die manier uitgedrukt.

BBP

FIGUUR 4: BRUTO BINNENLANDS PRODUCT VAN JAPAN IN HUIDIGE USD

Bron: (Trading Economics, 2013)

Figuur 3 toont ons het verloop van het Zuid-Koreaanse BBP over de jaren 2004 tot

2011. We zien een sterke stijging van 2004 tot 2008 die abrupt tot een stilstaan komt

door de crisis van 2009. Het BBP zakt nog iets verder weg in 2010 t.o.v. 2009, maar

weet zich in 2011 alweer sterk te herstellen en boven het niveau van 2009 en 2010 uit

te stijgen.

Quinten Van Puyenbroeck, 13/05/13,
Opnieuw veremlden in voetnoot?
Page 17: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Het BBP in Zuid-Korea bedroeg in het jaar 2010 zo’n 1014,48 miljard USD, wat zicht

vertaalde in een 1,64% van de gehele wereldeconomie.

BBP PER CAPITA

FIGUUR 5: BBP PER CAPITA AAN CONSTANTE PRIJZEN IN USD VAN 2000

Bron: (Trading Economics, 2013)

Figuur 4 beeldt de evolutie van het BBP per capita af over jaren 2004 tot 2012.

We bemerken vooral de positive groei van 2004 tot 2009, dan een kleine stagnatie, om

zo weer verder te groeien in 2011 en verder. Het BBP per capita in Zuid-Koera is

ongeveer equivalent aan 135% van het gemiddelde in de wereld.

Page 18: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

CPI

FIGUUR 6: CONSUMENTENPRIJSINDEX VOOR JAPAN

Bron: (Trading Economics, 2013)

Figuur 5 beeldt de consumentenprijsindex af, dewelke de gemiddelde prijs van

consumptie meet. De prijs van consumptie is een goede maatstaf om de inflatie en

levenskost van een land te bereken. We zien vanaf juli 2011 tot januari 2013 een

continue vorm van inflatie in Zuid-Korea. Elke periode worden indexpunten van boven

de 100 genoteerd, wat hierop wijst.

DE BALANS VAN DE LOPENDE REKENING

FIGUUR 7: CURRENT ACCOUNT BALANCE VAN JAPAN IN HUIDIGE USD

Page 19: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Bron: (Trading Economics, 2013)

De ‘current account balance’ (balans van de lopende rekening) is de som van de netto

export van goederen en diensten, het netto inkomen (uit buitenlandse investeringen)

en de netto lopende overdrachten met het buitenland. Deze lopende rekening is

m.a.w. de belangrijkste graadmeter voor inkomsten uit internationale handel en

investeringen.

1.1.3.2. Belang van de verschillende sectoren:

TABEL 1: BELANG VAN DE PRIMAIRE, SECUNDAIRE EN TERTIAIRE SECTOR

Verdeling werkbevolking over sectoren (2012) Verdeling BBP over sector en (2012)Landbouw: 6,2% Landbouw: 2,7%Industrie: 23,8% Industrie: 39,8%Diensten: 70% Diensten: 57,5%

Bron: Eigen samenstelling op basis van data uit The World Factbook (CIA, 2013)

We concluderen, Zuid-Korea is voornamelijk een econimie die steunt op het belang

van diensten en industrie, hetgeen niet verwonderlijk is als men Zuid-Korea’s recente

ontwikkelings en geschiedenis bekijkt. Het focust zich voornamelijk op elektronika-,

scheeps- en de spil van dit werk, auto-industrie. Samengaande creëert dit veel

dienstverlenende werkgelegenheden, welke het grootste percentage van de bevolking

inneemt en zich eveneens vertaalt in het grootste aandeel van het BBP. Beide

verdelingen worden bekeken voor het jaar 2012.

Tot slot zien we dat de voornaamste importpartners van Zuid-Korea, China, Japan en

de USA zijn. Voor de exportpartners betreden opnieuw China, Japan en de USA de top

3.

Page 20: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

1.2.4 AUTO-INDUSTRIE:

De auto-industrie van Zuid-Korea is, op vlak van aantal geproduceerde units, de 5e

grootste producent ter wereld. Vandaag de dag mag Zuid-Korea zich rekenen onder de

meest geavanceerde automobiel producerende landen, waar het zich eigenlijk eerst en

vooral toespitstte op het assembleren van onderdelen die uit andere landen werden

ingevoerd om daarna verder uitgevoerd te worden.

Enkele van Zuid-Korea’s meest bekende merken zijn devolgende: Hyundai Motor

Company, Kia Motor Company, GM Korea Company en Tata Daewoo.

Kaartje met Manufacturing plant in Zuid-Korea???

Kaartje inplanting Zuid-Koreaanse fabrieken in de EU???

Quinten Van Puyenbroeck, 15/05/13,
Quinten Van Puyenbroeck, 15/05/13,
Page 21: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

1.2.4 Infrastructuur:

Figuur 8: economische activiteit in Zuid-Korea.

Bron: Library of the University of Texax, 2013.

Figuur 9: spoorwegennet van Zuid-Korea.

Bron: Maps of the World, 2013.

Page 22: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Figuur 10: luchthavens van Zuid-Korea.

Bron: Maps of the World, 2013.

Figuur 11: wegenkaart Zuid-Korea.

Bron: Ezilon, 2013.

Page 23: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

HOOFDSTUK 2: DIVERSIFICATIE-ANALYSE

2.1 ANALYSE: JAPAN – ZUID-KOREA

Distributie van de invoer vanuit de EU vanuit Japan & Zuid-Korea en de export van de EU naar Japan & Zuid-Korea.

In volgend hoofdstuk nemen we beide landen verder onder de loep en bespreken we hoofdstuk 87 uit sectie 17 van het ‘Harmonized System’ (HS) voor de jaren 2010 en 2011.

SECTIE 17: VOERTUIGEN

- Hoofdstuk 87: ‘non-rail rolling stock’

JAPAN

2.1.1. Algemeen totaal 2.1.2. Landenpercentage2.1.3. Productpercentage/distributie2.1.4. Specialisatie2.1.5. Product diversificatie-index2.1.6. Enkele kritische gedachten2.1.7. Conclusie

ZUID-KOREA

2.1.8. Algemeen totaal

Om de algemene import- en exporttotalen met de EU-27 en Zuid-Korea te bespreken, nemen we de A-tabel bij de hand. We hebben de keuze ons cijfermateriaal uitgedrukt te zien in Euro of tonnage. Voor deze bachelorproef opteren we om met de cijfers uitgedrukt in Euro te werken.

Page 24: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

TABEL: GEÏMPORTEERDE GOEDEREN VANUIT EN GEËXPORTEERDE GOEDEREN NAAR Z-KOREA(EURO)

Tot. import 2010 Tot. export 2010 Tot. import 2011 Tot. export 201139.357.927.330 27.596.539.360 36.153.071.220 32.254.379.810

Handelsbalans EU-JP -11.761.398.970 -3.898.691.410Bron: eigen samenstelling op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

De tabel vertelt ons dat in 2010 de totale import vanuit Zuid-Korea naar de EU 39,3 miljard euro en de totale export zo’n 27,5 miljard euro. In 2010 vertoont de handelbalans van de EU met Zuid-Korea dus een deficiet van meer den 11,5 miljard euro. In 2011 zien we een importtotaal van 36,1 miljard euro en een exporttotaal van 32,2 miljard euro, wat samen een deficiet van bijna 4 miljard euro teweegbrengt. Het deficiet houdt dus aan in 2011, maar daalt 2011. Een plausibele verklaring hiervoor kan de wederopstanding van de handel zijn, die na een zware klap in 2009 weer voet aan grond probeert te krijgen.

2.1.9. Landentotalen- en percentages

IMPORT

TABEL: importtotalen alle secties voor 2010 en 2011.

IMPORTTOTAAL ALLE SECTIES EU-27 & ZUID-KOREA 2010 = 39.357.927.330 euro.IMPORTTOTAAL ALLE SECTIES EU-27 & ZUID-KOREA 2011 = 36.153.071.220 euro.

Bron: eigen samenstelling gegevens A-tabel. (Eurostat, 2013)

TABEL: top 5 importerende EU landen voor alle secties samen in 2010.

TOP 5 importerende alle secties EU-27 landen in 2010:

1. Duitsland: 9.927.450.270 euro.2. Slovakije: 3.486.964.480 euro.3. Italië: 2.986.080.820 euro.4. V.K.: 2.715.140.970 euro.5.Nederland: 2.607.256.880 euro.

Bron: eigen samenstelling gegevens A-tabel. (Eurostat, 2013)

Quinten Van Puyenbroeck, 09/05/13,
Tabellen moeten anders + nummering tabel? Tabel hoeveel?
Page 25: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

TABEL 5: top 5 importerende EU landen voor alle secties samen in 2011.

TOP 5 importerende alle secties EU-27 landen in 2011 (zelfde top 5 als 2010):

1. Duitsland: 8.280.553.380 euro.2. Italië: 3.255.044.600 euro.3. Slovakije: 3.013.403.840 euro.4. Nederland: 2.731.156.080 euro.5. V.K.: 2.697.530.540 euro.

Bron: eigen samenstelling gegevens A-tabel. (Eurostat, 2013)

FIGUUR 12: A-TABEL IMPORT ALLE SECTIES

EU-27 TOTAAL DUITSLAND ITALIË SLOVAKIJE NEDERLAND V.K.0

5

10

15

20

25

30

35

40

45

20102011

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel A. (Eurostat, 2013)

Het importtotaal voor de gehele EU-27 daalt licht van 39,3 miljard Euro in 2010 naar 36,1 miljard Euro in 2011. Het grootste gedeelte van deze daling komt op de rekening van Duitsland, dat wel beide jaren marktleider is gezien over alle secties betreffende import uit Zuid-Korea.

Quinten Van Puyenbroeck, 09/05/13,
Havenpoorten Hamburg?
Page 26: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

EXPORT

TABEL 6: exporttotalen alle secties voor 2010 en 2011.

EXPORTTOTAAL ALLE SECTIES EU-27 & ZUID-KOREA 2010 = 27.596.539.360 euro.EXPORTTOTAAL ALLE SECTIES EU-27 & ZUID-KOREA 2011 = 32.254.379.810 euro.Bron: eigen samenstelling gegevens A-tabel. (Eurostat, 2013)

TABEL 7: top 5 exporterende EU landen voor alle secties samen in 2010.

TOP 5 exporterende alle secties EU-27 landen in 2010:

1. Duitsland: 10.210.141.930 euro.2. Frankrijk: 3.213.341.060 euro.3. Nederland: 3.197.451.480 euro.4. Italië: 2.484.261.120 euro.5. V.K.: . 2.360.880.110 euro.Bron: eigen samenstelling gegevens A-tabel. (Eurostat, 2013)

TABEL 8: top 5 exporterende EU landen voor alle secties samen in 2011.

TOP 5 exporterende alle secties EU-27 landen in 2011 (zelfde top 5 als in 2010):

1. Duitsland: 11.654.158.800 euro.2. Frankrijk: 4.193.536.690 euro.3. Nederland: 3.636.257.540 euro.4. Italië: 2.901.462.670 euro.5. V.K.: 2.812.080.480 euro.

Bron: eigen samenstelling gegevens A-tabel. (Eurostat, 2013)

Het exporttotaal stijgt vrij sterk van 27,6 miljard Euro in 2010 naar 32,3 miljard in 2011.Duitsland is ook hier veruit de koploper met zo’n slordige 10 miljard Euro aan export naar Zuid-Korea in 2010 en 2011. Haven Hamburg?

Figuur 2 toont ons een beter overzicht van de A-tabel, gezien over alle secties voor de EU-27 en de top 5 exporterende landen met Zuid-Korea.

Quinten Van Puyenbroeck, 09/05/13,
Page 27: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

FIGUUR 13: A-TABEL EXPORT ALLE SECTIES

EU-27 TOTAAL Duitsland Frankrijk Nederland Italië V.K.0

5

10

15

20

25

30

35

20102011

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel A. (Eurostat, 2013)

Bovenstaande vertellen ons iets meer over de totale hoeveelheid aan import vanuit

Zuid-Korea naar de EU-27 en over de export van de EU-27 naar Zuid-Korea. In 2010

zien we dat de EU zo’n 39,3 miljard Euro importeerde vanuit Zuid-Korea en zelf zo’n

27,6 miljard Euro exporteerde naar Zuid-Korea. Bijgevolg vertoont de handelsbalans

van de EU m.b.t. de handelspartner Zuid-Korea een deficiet van 11,7 miljard Euro in

2010. Wanneer we de cijfers van 2011 bekijken, zien we hetvolgende: 36,1 miljard

Euro import vanuit Zuid-Korea naar de EU-27 en 32,3 miljard Euro export vanuit de EU-

27 naar Zuid-Korea, gezien voor alle 21 productsecties. Opnieuw zit de EU-27 met een

deficiet op haar handelsbalans met Zuid-Korea, maar het deficiet is wel fors gedaald

naar zo’n 3,8 miljard Euro. Samenvattend zien we dat de importtotalen dalen en dat de

exporttotalen stijgen.

Page 28: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

2.1.9. Landentotalen – en percentages

Onder dit puntje gaan we aan de hand van de landentotalen in de A-tabel op zoek naar

de voornaamste handelspoorten of ‘gateways’ in de EU voor Zuid-Korea. We

onderzoeken m.a.w. welke landen het grootste aandeel van de import en export voor

hun rekening nemen. De B/1 tabel kan hier een grote hulp betekenen, daar zij a.h.v.

percentages het respectieve belang van elk lid van de EU als handelspoort afbeeldt.

Tabel: vergelijking van het relatief import aandeel van sectie 17 van de handelspoorten

(2010-2011).

B/1-tabel IMPORT

Rangschikking Gateway

2010

Sectie 17

%

Cum. % Gateway

2011

Sectie 17

%

Cum. %

1. Duitsland 25,22 25,22 Duitsland 22,90 22,90

2. Slovakije 8,86 34,08 Italië 9,00 31,90

3. Italië 7,59 41,67 Slovakije 8,34 40,24

4. V.K. 6,62 48,29 Nederland 7,55 47,79

5. Nederland 6,90 55,19 V.K. 7,46 55,25

6. Frankrijk 6,79 61,95 Frankrijk 6,79 62,04

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel B/1 (Eurostat, 2013)

In 2010 nemen de 6 belangrijkste importeurs voor Zuid-Korea samen bijna 62% van de

import vanuit Zuid-Korea voor hun rekening, het beeld dat we in 2011 zien terugkeren

en waar enkel de posities van de top landen verschilt, afgezien van de nummer 1

positie die Duitsland beide jaren voor haar rekening neemt, met een 25% aandeel in

2010 en 23% aandeel in 2011.

Page 29: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Tabel: vergelijking van het relatief import aandeel in hoofdstuk 87 van de

handelspoorten (2010-2011).

B/1-tabel IMPORT

Rangschikking Gateway

2010

Hoofdstuk

87

Cum. % Gateway

2011

Hoofdstuk

87

Cum. %

1. Slovakije 12,62% 12,62% Duitsland 12,16% 12,16%

2. België 11,08% 23,70% Tsjechië 12,00% 24,16%

3. Duitsland 10,73% 34,43% Spanje 10,77% 34,93%

4. Spanje 10,26% 44,69% Slovakije 10,27% 45,20%

5. V.K. 10,22% 54,91% Italië 10,16% 55,36%

6. Italië 8,68% 63,59% V.K. 8,90% 64,26%

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel B/1 (Eurostat, 2013)

In 2010 en 2011 bevinden zich onder de toplanden voor hoofdstuk 87, Duitsland,

Tsjechië, Slovakije, Italië en het V.K. Dit is niet verwonderlijk wanneer we onze

voorgaande tabel bekijken met de handelspoorten voor sectie 17. Duitsland, Tsjechië,

Slovakije, Italië en het V.K. zijn hier ook mee de koplopers. We zien ook dat de

toplanden zowel in 2010 als 2011 voor sectie 17 als voor hoofdstuk 87 bijna dezelfde

totaalprocenten scoren.

2.1.11. Productspecialisatie

Het volgende begrip dat zich aandient voor onderzoek, is de productspecialisatie. Dit

kan onderzocht worden door het gewicht van een land voor een specifieke sectie en

een specifiek hoofdstuk, te vergelijken met het totale gewicht van dat land in de invoer

vanuit Zuid-Korea. De B/1- en de B/2-tabel brengen soelaas. Een positieve afwijking in

de B/2-tabel impliceert immers dat een bepaald product relatief meer door één

bepaalde EU-partner wordt ingevoerd, aangezien het percentage noemenswaardig

hoger ligt dan het percentage dat die partner voor zijn rekening neemt in de totale

import.

Page 30: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Sectie 17:

Voor sectie 17 bemerken we in de B/2-tabel voor de import van 2010 enkele positieve

deviaties. Zo springt Duitsland met een positieve deviatie van bijna 14% en

Griekenland met 10% er tussenuit. Deze positieve deviatie wijst op een specialisatie

van de desbetreffende handelspoorten. Duitsland heeft dus een nauwe band met de

invoer van producten uit sectie 17, afkomstig uit Zuid-Korea

In 2011 zien we een licht anders verhaal. Duitsland en Griekenland zijn nog steeds de

enige positieve uitschieters met 10% en 5% bij sectie 17, maar verder bemerken we

vooral licht negatieve deviaties voor de rest van EU-27 landen. Bijna de gehele EU-27

gaat achteruit met betrekking tot importbelangen voor sectie 17 uit Zuid-Korea in

2011.

HOOFDSTUK 87

We herhalen voorgaande oefening nu voor hoofdstuk 87.

TABEL: PRODUCTSPECIALISATIE VAN DE TOP DRIE IMPORTLANDEN M.B.T. HOOFDSTUK 87

Land 2010 (%-punten) Land 2011 (%-punten)Slovakije 3,76 Duitsland -10,74België 6,87 Tsjechië 8Duitsland -14,5 Spanje 6,45

Bron: eigen samenstelling op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

Aan de hand van de tabel kunnen we voor hoofdstuk 87 echter afleiden dat er niet meteen een main gate is waarlangs de handel gaat. Er zijn immers niet echt grote positieve uitspringers die ons in een welbepaalde richting doen denken In tegenstelling dus tot de gehele sectie 17, waar vooral Duitsland de gate is waarlangs de handel passeert.

2.1.12. Product diversificatie-index

Quinten Van Puyenbroeck, 10/05/13,
Reden waarom dit zo is?
Page 31: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Om de PDI te verkrijgen, tellen we per sectie (of per hoofdstuk) alle positieve

afwijkingen in de B/2 tabel op. Vervolgens trekken we deze som af van ‘100’ en

verkrijgen we de PDI.

100 - positieve deviaties = PDI

Hieruit volgt dat een hoge PDI overeenkomt met producten die de ‘bottom-line

verdeling’ volgen en waarvan het productgewicht dus niet afwijkt. Een lage PDI

veronderstelt een hoge afwijking dewelke overeenkomt met producten die verhandeld

worden door gespecialiseerde traders en of gespecialiseerde handelspoorten.

Tabel: PDI import (2010-2011)

B/2-tabel import

Sectie PDI 2010 PDI 2011

17 68,40% 75,67%

16 85,02% 89,11%

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel B/2 (Eurostat, 2013)

We bekomen zowel in 2010 als in 2011 vrij hoge PDI waarden dewelke ons erop wijzen

dat de productgewichten uit sectie 17 en sectie 18, dewelke als referentie sectie

beschouwd wordt, niet afwijken van de bottom-line verdeling uit de B/2-tabel.

Tabel: PDI import (2010-2011)

B/2-tabel import

PDI 2010 PDI 2011

Hoofdstuk 87 64,02% 73,25%

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel B/2 (Eurostat, 20132010: PDI

De PDI in 2010 als in 2011 voor hoofdstuk 87 liggen aan de hoge kant. We kunnen dus concluderen dat hier om diversificatie gaat.2.1.13. Enkele kritische gedachten

Page 32: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Herfindahl = (x(i)/x)2 met x(i) = marktaandeel (i=1-N) en N = aantal partners

Tabel Vergelijking van de PDI en de Herfindahl index voor de import secties 17 en 16

(2010-2011)

B/2-tabel & Herfindahl index import

Sectie PDI 2010 PDI 2011 He 2010 He 2011

17 68,40% 75,67% 0,1981 0,1492

16 85,02% 89,11% 0,1066 0,1023

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel B/2 (Eurostat, 2013)

2.1.14. Conclusie

Tot slot zullen we ook een conclusie formuleren voor de mate van concentratie of

specialisatie aan de hand van de Herfindahl-index. De index schommelt tussen 0 en 1

en hoe dichter bij 1 hoe hoger de graad van concentratie. De index geeft voor 2010 en

sectie 17 een waarde van 0,1981 en voor 2011 een waarde van 0,1492. We zien dus

niet alleen in beide jaren een lage waarde van effectieve concentratie, maar zelfs een,

weliswaar heel lichte, daling. Dit is te wijten aan het feit dat er buiten Duitsland niet

echt grote aandeelhouden landen zijn betreffende de import uit sectie 17 en aangezien

het aandeel van Duitsland in 2011 daalt t.o.v. 2010 spreken de resultaten van de

Herfindahl-index dit dus niet tegen.

2.2 Vergelijkende Analyse: Japan – Zuid-Korea

Page 33: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

2.2.1. Algemeen totaal2.2.2. Landenpercentage2.2.3. Productepercentage2.2.4. Specialisatie2.2.5. Product diversificatie-index2.2.6. Enkele kritische gedachten2.2.7. Conclusie

2.3. Comparatieve handels samenstelling en de handelskorf

JAPAN

2.3.1. A- versus C/1-tabel2.3.2. De Handelskorf (C/1-tabel)2.3.3. Gewicht van de producten in industriële en sectoriële activiteit2.3.4. Specialisatie & concentratie2.3.5. Landendiversificatie index (LDI)2.3.6. Conclusie

ZUID-KOREA: Handelskorf

2.3.7. Producttotalen: A- versus C/1-tabel

Page 34: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Naast een overzicht voor de totalen van import en export (productsecties 1-21), geeft

de A-tabel ons ook een blik op die individuele secties en hun relatieve belangen

tegenover de totaaloutput van elk EU-27 land.

Tabel Vergelijking van de import secties 15, 16, 17 en 18 van 2010 en 2011 in Euro

A-tabel import

Sectie Soort product 2010 2011

Absoluut % Absoluut %

17 Voertuigen € 10.881.856.600 27,64% € 9.296.682.710 25,69%

16 Machines € 17.952.573.460 45,61% € 13.847.921.840 38,28%

18 Instrumenten € 2.338.614.690 5,94% € 2.767.197.920 7,65%

15 Basis Metalen € 2.094.533.590 5,32% € 2.815.411.290 7,79%

1-21 Totaal € 39.357.927.330 100% € 36.153.071.220 100%

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel A (Eurostat, 2013)

Secties 17 ‘Voertuigen’ en sectie 16 ‘machines’ zijn tesamen de 2 grootste

productsecties van Zuid-Korea in de EU-27. In 2010 vertolken ze samen zo’n 73% van

de totale invoer in de EU-27 van alle 21 productsecties afkomstig uit Zuid-Korea, goed

voor een bedrag van bijna 29 miljard euro. In 2011 zien we hetzelfde verhaal maar de

absolute waarden dalen hier t.o.v. 2010. We hebben ook nog sectie 18, instrumenten,

en sectie 15, basis metalen, aan de tabel toegevoegd om zo een beeld van de ‘VIM’

secties en de top 3 te krijgen. Sectie 18 vervult helaas een klein aandeel in de import

en is in de verdere bespreking van deze tabel niet van erg groot nut. Tesamen vormen

sectie 16, 17 en 18 wel het leeuwendeel van de import, zo’n 75%.

Tabel Vergelijking van de export secties 16, 17 en 18 van 2010 en 2011 in Euro.

A-tabel export

Sectie Soort product 2010 2011

Quinten Van Puyenbroeck, 11/05/13,
Reden voor daling?
Page 35: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Absoluut % Absoluut %

17 Voertuigen € 3.325.665.320 12,05% € 4.489.074.450 13,92%

16 Machines € 10.795.690.560 39,12% € 11.668.575.470 36,18%

6 Chemicaliën € 4.234.914.180 15,35% € 4.702.417.900 14,58%

18 Instrumenten € 1.789.069.880 6,48% € 1.992.809.220 6,18%

1-21 Totaal € 27.596.539.360 100% € 32.254.379.810 100%

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel A (Eurostat, 2013)

De A-tabel voor de export kan op gelijkaardige manier geanalyseerd worden. Zowel in 2010 als 2011 vormen de VIM-secties, plus sectie 6, chemicaliën, het overgrote exportpallet van de EU-27 naar Zuid-Korea.

2.3.8. De Handels-/goederenkorf van de EU (C/1-tabel):

De C/1 tabel is niets anders de A-tabel omgezet naar relatieve cijfers, percentages.

Dit maakt het mogelijk in één oogopslag de voornaamste import- en exportsecties aan

te duiden en te vergelijken met elkaar. In onderstaande tabellen geven we kort de

relatieve cijfers van de voornaamste handelskorven m.b.t. de import over de jaren

2010-2010.

Naast de relatieve cijfers, dewelke we ook reeds bijgevoegd hadden in de tabellen van

2.3.7, geven we ook nog de resultaten van de Herfindahl index mee. Deze geven naast

de relatieve cijfers meteen een maat voor de differentiatie en/of specialisatie van de

betreffende relatieve percentages. Zo hebben we meteen een duidelijk zicht of de

voornaamste importsecties, gedifferentieerde en/of gespecialiseerde sectoren zijn.

Aangezien we de relatieve cijfers reeds hierboven besproken hebben, zullen we hier

meer in detail gaan betreffende de Herfindahl index resultaten.

Tabel 2u Belangrijkste import EU-27 handelskorven van 2010 en 2011.

C/1-tabel import

Page 36: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Sectie 2010 2011 He 2010 He 2011

16 45,61% 38,30% 0,1066 0,1023

17 27,65% 25,71% 0,1981 0,1492

18 5,94% 7,65% 0,2394 0,2551

1-21 100% 100% 0,1053 0,0971

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel C/1 (Eurostat, 2013)

Import EU-27:

Al de Herfindahl indexen bevinden zich vrij dicht tegen 0, wat wijst op een vrij

gedifferentieerde markt. Verder zien we dat deze 3 productsecties in 2010, 80% en in

2011 70% van de invoer uitmaken.

Tabel Vergelijking van de belangrijkste export handelskorven van 2010 en 2011.

C/1-tabel export

Sectie 2010 2011 He 2010 He 2011

17 12,05% 13,92% 0,3982 0,3557

16 39,12% 36,18% 0,2022 0,2079

18 6,48% 6,18% 0,2900 0,2925

6 15,35% 14,58% 0,1814 0,1862

1-21 100% 100% 0,1053 0,0971

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel C/1 (Eurostat, 2013)

Export EU-27:

Voor de export zien we dat ook hier sectie 16 en 17 belangrijk zijn, maar deze worden

versterkt door sectie 6, chemicaliën. Zowel in 2010 als 2011 vertegenwoordigen deze 3

secties samen bijna 70% van de totale uitvoer vanuit de EU-27 naar Zuid-Korea.

Export:

De tabel vertelt ons dat enkel sectie 17 in de richting van concentratie neigt wanneer

we de export bekijken. Verder is het ook belangrijk te vermelden dat deze 4 secties,

Page 37: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

waaronder de VIM-secties, verantwoordelijk zijn voor 75% van de totale uitvoer naar

Zuid-Korea vanuit de EU-27.

2.3.9. Gekozen land en goederenkorf van deze handelspoort

Om de vergelijkingen in de hoofdstukken consistent te houden, opteren we ook hier om België te nemen als gekozen land. België is echter niet een topspeler voor deze secties, maar eerder een hoge middenmotor.

Tabel Belangrijkste import handelskorven met België van 2010 en 2011.

C/1-tabel import

Sectie 2010 2011 He 2010 He 2011

16 18,31% 28,78% 0,1066 0,1023

17 50,63% 19,12% 0,1981 0,1492

15 8,66% 16,72% 0,0972 0,0965

1-21 100% 100% 0,1053 0,0971

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel C/1 (Eurostat, 2013)

Import België:

Voor België spelen opnieuw secties 16, 17 en 15 de grootste rol bij de import en

vertegenwoordigen in 2010 80% van het totaal. In 2011 ligt dit significant lager en

vertegenwoordigen de 3 secties nog een dikke 65% van de totale invoer.

Tabel Belangrijkste export handelskorven van België in 2010 en 2011.

C/1-tabel export

Sectie 2010 2011 He 2010 He 2011

Page 38: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

17 12,05% 13,92% 0,3982 0,3557

16 39,12% 36,18% 0,2022 0,2079

18 6,48% 6,18% 0,2900 0,2925

6 15,35% 14,58% 0,1814 0,1862

1-21 100% 100% 0,1053 0,0971

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel C/1 (Eurostat, 2013)

Export België:

Ook hier spelen op nieuw secties 16, 17 en 6 belangrijke rollen en nemen ze zo’n 55%

van de totale uitvoer naar Zuid-Korea voor hun rekening.

2.3.10. Gewicht van de producten in industriële en sectoriële activiteit

Wanneer we het gewicht van sectie 17 gaan bekijken voor de individuele importpartners bemerken we enkele uitschieters.

TABEL Gewichten C/1 tabel import in % voor sectie 17 in 2010.Top 5 Gewichten C/1 tabel in % voor sectie 17 in 2010.

1.

Griekenland 88,44%

2.

België 50,63%

3.

Slovenië 48,40%

4.

Duitsland 42,71%

5.

Tsjechië 32,34%

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel C/1.(Eurostat, 2013)

Vooral Griekenland springt in 2010 hoog bovenuit in de procentuele totalen van de C/1-tabel voor sectie 17. Bijna 90% van de totale import bestemd naar Griekenland vanuit Zuid-Korea, gezien over alle 21 productsecties, kwam in 2010 toe aan sectie 17.

Quinten Van Puyenbroeck, 15/05/13,
DIT IS EXTRA BIJ MIJN DEEL.
Page 39: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

TABEL Gewichten C/1 tabel import in % voor sectie 17 in 2011.Top 5 Gewichten C/1 tabel in % voor sectie 17 in 2011.

1.

Griekenland 70,31%

2.

Ierland 48,99%

3.

Tsjechië 42,16%

4.

Slovakije 38,12%

5.

Duitsland 36,94%

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel C/1. (Eurostat, 2013)

In 2011 zien we voor Griekenland min of meer het zelfde verhaal en betreedt Ierland de top 5. Reden? Verder blijft de rest van toplanden bijna ongewijzigd.

TABEL Gewichten C/1 tabel import in % voor hoofdstuk 87 in 2010.Top 5 Gewichten C/1 tabel in % voor hoofdstuk 87 in 2010.

1.

Slovenië 48,39%

2.

Tsjechië 32,33%

3.

België 25,60%

4.

Spanje 25,50%

5.

Denemarken 19,97%

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel C/1.(Eurostat, 2013)

TABEL Gewichten C/1 tabel import in % voor hoofdstuk 87 in 2011.Top 5 Gewichten C/1 tabel in % voor hoofdstuk 87 in 2010.

1.

Tsjechië 42,15%

2.

Slovenië 38,11%

3.

Denemarken 37,11%

4.

Spanje 34,99%

5 België 19,11%

Quinten Van Puyenbroeck, 11/05/13,
Verklaring?
Page 40: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

.Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel C/1.(Eurostat, 2013)

Wanneer we hoofdstuk 87 bekijken zien in 2010 en 2011 de onmiskenbare en

belangrijke rol die hoofdstuk 87 bij de handel van Slovenië en Tsjechië met Zuid-Korea.

2.3.11. Landenspecialisatie & concentratie

Voor de specialisatie & concentratie nemen we tabel C/2 bij de hand. Tabel C/2

vergelijkt de handelskorven van de individuele landen met die van de globale EU-27

Unie. Hoe groter de afwijking van een bepaalde sectie, des te belangrijker deze sectie

is in de handelskorf van het desbetreffende land. We bespreken hierbij enkel de

hoofdlanden (top 3 importlanden) in het jaar 2011 en voor de importsecties 17 en 16.

Tabel 2w Afwijkingen van de import goederenkorven van de hoofdlanden (2011.)

C/2-tabel import

Sectie/gateway Griekenland Roemenië Letland

17 44,59% -24,20% -23,80%

16 -29,25% -0,60% 29,27%

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel C/2 (Eurostat, 2013)

Er zijn enkele sterke deviaties op te merken met betrekking tot de C/2-tabel waarden

voor sectie 17. Zo heeft, in 2011, sectie 17 in Griekenland bijna 45% meer belang dan

wanneer men kijkt naar het belang van sectie 17 in de EU-27. Bij de verdere top 3,

Roemenië en Letland, zien we negatieve deviaties welke op wijzen op minder groot

belang in 2011 voor sectie 17 in deze landen t.o.v. het belang van sectie 17 in de EU-27

handelskorf. We hebben voor de C/2-tabel top 3 samen te stellen geopteerd voor

Page 41: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

absolute cijfers zodat negatieve en positieve afwijking samen in de top 3 vermeld

kunnen worden.

Tabel 2w Afwijkingen van de import goederenkorven van de hoofdlanden (2010.)

C/2-tabel import

Slovenië Tsjechië België

Hoofdstuk 87 48,39% 32,33% 25,60%

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel C/2 (Eurostat, 2013)

Tabel 2w Afwijkingen van de import goederenkorven van de hoofdlanden (2011.)

C/2-tabel import

Tsjechië Slovenië Denemarken

Hoofdstuk 87 28,12% 24,08% 23,07%

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel C/2 (Eurostat, 2013)

Opnieuw zien we zowel in 2010 als 2011 Tsjechië en Slovenië plaats 1 en 2 bezetten in

de C/2-tabel. Het aandeel van hoofdstuk 87 in deze landen hun handelskorf is veel

belangrijker dan wanneer we naar het aandeel van hoofdstuk 87 in de EU-27

handelskorf gaan kijken.

2.3.12. Landendiversificatie index (LDI)

De landendiversificatie index (LDI), te vinden onderaan de C/2-tabel, is een maatstaf

voor de vergelijking van de productdistributie uit de handelskorven van de individuele

Page 42: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

EU-leden met de productdistributie van de handelskorf van de gehele EU. Een hoge LDI

wijst erop dat de individuele landen de distributie van de gehele EU volgen, een lage

LDI wijst op het omgekeerde. De individuele landen met lage LDI hebben een

distributie verschillend van de gehele EU wat eveneens samengaat met hoge waarden

in de C/2-tabel.

Wanneer we de LDI bekijken in C/2-tabel zien we dat alle landen, op Griekenland na,

een LDI van boven de 50% hebben. Sterker nog, de meest neigen zelfs naar 70% of

meer wat ons er op wijst dat de individuele landen de distributie van de gehele EU

volgen. Enkel Griekenland is het enige land van de EU-27 dat een LDI van onder de 50%

vertoont, namelijk 47,85%. Dit is te wijten aan het grote aandeel dat sectie 17 in de

handelskorf van Griekenland inneemt en dat in 2011 tevens een sterke afwijking

vertoont in de C/2-tabel. Dit verklaart waarom Griekenland een LDI van minder dan

50% vertoont in het jaar 2011.

TABEL: LDI VAN ENKELE EUROPESE LIDSTATEN

2010 2011Duitsland 84,36% 85,73%Slovakije 72,83% 70,87%België 66,42% 76,21%

Bron: eigen samenstelling op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

2.3.13. Conclusie

Sectie 15, 16 en 17 nemen voor de import van Zuid-Korea naar de EU-27 het

merendeel van het totaal voor hun rekening, zo’n 80% in 2010 en 65% in 2011. De

voornaamste handelspoorten in de EU-27 voor hoofdstuk 87 leiden ons naar Tsjechië

en Slovakije.

2.4. Vergelijkende ananlyse: Japan – Zuid-Korea

2.4.1. A- versus C/1-tabel2.4.2. De Handelskorf (C/1-tabel)2.4.3. Gewicht van de producten in industriële en sectoriële activiteit

Page 43: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

2.4.4. Landenspecialisatie & concentratie2.4.5. Landendiversificatie index (LDI)2.4.6. Conclusie

2.5. Geografische handelsasymmetrie: Handelsbalans- en afwijking

We focussen ons nu op de D/A en D/B tabellen. De D/A tabel geeft ons de

handelsbalans weer, de relatie tussen import en export voor Brazilië. De D/B-tabel kan

gelijk gesteld worden met de B/1 tabel, maar dan voor import minus export.

De D/B-tabel geeft ons de symmetrie of asymmetrie tussen de verschillende trading

gates weer, resulterend in ‘GATE-index’. De GATE-index staat acroniem voor

‘Geographical Asymmetry of Trading Europe’.

De bespreking van de D/B-tabel is voor zodadelijk, eerst bespreken we kort de D/A

tabel dewelke ons een overzicht van de handelsbalans geeft. We hebben 2 D/A-

tabellen, 1 waar de export – import bekeken wordt (X-M) en 1 waar de het

omgekeerde, import – export (M-X) bekeken wordt. Het spreekt voor zich wanneer X-

M > 0 er meer geëxporteerd wordt en wanneer X-M < 0 er meer geïmporteerd wordt.

2.5.1. JAPAN

2.5.2. ZUID-KOREA

AFWIJKING

Tabel Handelsbalans Zuid-Korea met de EU-27 (2010-2011)

D/A tabel 2010 en 2011

Page 44: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

X-M 2010 X-M 2011 M-X 2010 M-X 2011

Europese Unie € -11,76 miljard € -3,89 miljard € 11,76 miljard € 3,98 miljard

Sectie 17 € -7,55 miljard € -4,80 miljard € 7,55 miljard € 4,80 miljard

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel D/A (Eurostat, 2013)

Uit deze tabel kunnen we meteen enkele zaken afleiden, zo geeft de X-M tabel zowel

voor 2010 als voor 2011 een negatieve waarde. Dit wijst ons op het feit dat er meer

wordt geïmporteerd vanuit Zuid-Korea naar de EU-27 dan dat er vanuit de EU-27

wordt geëxporteerd naar Zuid-Korea. De import is dus van veel groter belang, zowel in

2010 waar we met een overschot van 7,5 miljard Euro zitten, als in 2011 waar we bijna

5 miljard Euro halen. De M-X-tabel geeft ons exact dezelfde waarden, enkel het teken

verandert hier.

We gaan verder met het opstellen van enkele GATE-indexen voor verschillende secties

uit de handelskorf. Deze zal een beter zicht geven op de symmetrie en/of asymmetrie

van de handelspoorten. Met andere woorden hoe zit het met de verdeeldheid van

import- en exporteur, zijn deze gelijk of zijn er voor bepaalde secties landen die alleen

maar exporteren of alleen maar importeren en niet beide? We gebruiken hiervoor de

resultaten uit de D/B-tabellen voor import minus export (M-X). We bekomen de GATE-

index per sectie door de som van de absolute waarden van de deviaties in de D/B (M-

X) – tabel te maken. Wanneer de indexen dicht bij een waarde van 200 aanleunen,

kunnnen we concluderen dat er een asymmetrie tussen de verschillende

handelpoorten heerst. Concreet betekent dit dat enkele EU-leden verantwoordelijk

zijn voor enkel en alleen import en andere enkel en alleen voor export. Wanneer de

indexen (veel) lagere waarden dan 200 vertonen, kunnen we van een symmetrie

tussen de lidstaten uitgaan. Import en export per sectie zijn dus meer gelijk verdeeld

bij lage(re) GATE-indexen. Na de bespreking van de individuele secties, bespreken we

ook nog kort de GATE-indexen voor alle productsecties tesamen.

Page 45: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Figuur Secties met symmetrie tussen de trading gates (2010)

Sectie 17 Sectie 16 Sectie 1 Sectie 18 Sectie 190

20

40

60

80

100

120

140

160

180

GATE-INDEX 2010

GATE-INDEX 2010

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel D/B (Eurostat, 2013)

Page 46: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Figuur Secties met symmetrie tussen de trading gates (2011)

Sectie 17 Sectie 16 Sectie 1 Sectie 18 Sectie 190

20

40

60

80

100

120

140

160

180

GATE-INDEX 2011

GATE-INDEX 2011

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel D/B (Eurostat, 2013)

Beide GATE-indexen geven voor sectie 17 een waarden aan van rond 80. Deze wordt

niet als een hoge waarde beschouwd en bevindt zich ver van de 200-waarde grens.

Hierdoor is het vrij zinloos een grafiek op te stellen voor de eventuele asymmetrieën

tussen de ‘gates’ en kunnen we stellen dat ze zo goed als allemaal symmetrisch zijn en

dus een goede balans tussen import en export hebben voor alle productsecties op

enkele kleine deviaties na. Secties 1, 18 en 19 tonen een ander beeld in zowel 2010 als

2011. Ze leunen maar bij de 150+ waarden en neigen naar de 200 te gaan wat duidt op

asymmetrie tussen de verschillende gates voor de desbetreffende secties.

Tot slot geven we ook nog snel een grafiek van de totale GATE-indexen voor alle

productsecties samen weer. Wanneer we eerst een blik werpen op de GATE-indexen

apart en hierna vaststellen dat de meeste waarden zich onder 100 bevinden kunnen

we al reeds besluiten dat de totale GATE-index zich ook aan de lage kant zal weten te

bevinden.

Page 47: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Figuur Totale GATE-indexen voor alle gates in 2010 en 2010.

Secties 1-21 (2010) Secties 1-21 (2011)0

20

40

60

80

100

120

140

160

180

200

Totale GATE-Index

Totale GATE-Index

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel D/B (Eurostat, 2013)

Ons besluit blijkt dus wel degelijk te kloppen met een totale GATE-index in 2010 van

59,25 en 54,81 in 2011.

2.6. Intra-industriehandel en de ANNE-index

2.6.1. JAPAN

2.6.2. ZUID-KOREA

We bekijken nu de D/C-tabellen, deze zijn net hetzelfde als de B/1-tabel voor import

minus export, maar we bekijken nu de C/1 tabel voor import minus export.

Zo geeft de D/C-tabel een beoordeling over de ‘intra-industrie handel’ (ITT)

weergegeven door de ‘ANNE-index’ (‘Asymmetric National Nomenclature in the EU’),

dewelke een meer simpele versie is van de Grübel-Lloyd index.

Tabel ANNE en Grübel-Lloyd indexen van de EU-27. (2010-2011)

D/C tabel

EU 2010 2011

Page 48: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

ANNE-index 50,85 44,52

Grübel-Lloyd 65,33 74,88

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel D/C (Eurostat, 2013)

De ANNE- en Grübel-Lloyd-indexen voor de EU-27 zijn beide in 2010 en 2011 laag, wat

wijst op het feit dat er geen sprake is van een specialisatie van de handelspatronen.

Wanneer we de landen op individueel niveau bekijken zien we enkele interessante

indexen verschijnen.

Tabel ANNE en Grübel-Lloyd indexen van Letland. (2010-2011)

D/C tabel

EU 2010 2011

ANNE-index 183,94 168,21

Grübel-Lloyd 4,56 9,62

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel D/C (Eurostat, 2013)

Tabel ANNE en Grübel-Lloyd indexen van Griekenland. (2010-2011)

D/C tabel

EU 2010 2011

ANNE-index 178,95 171,12

Grübel-Lloyd 1,74 7,27

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens uit tabel D/C (Eurostat, 2013)

Als slot bij hoofdstuk 2, stellen we een ‘banana’ scatter op voor de EU. Deze

combineert de GATE- en ANNE-indexen met elkaar, weergegeven in 1 ‘scatter plot’. De

plot kan 4 uitkomsten geven:

Page 49: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

1. GATE & ANNE omhoog: de handel specialiseert zich door asymmetrische gateways.

2. GATE & ANNE omlaag: IIT door symmetrische gates.

3. ANNE omhoog en GATE omlaag: specialisatie door symmetrische gates.

4. GATE omhoog en ANNE omlaag: ITT door asymmetrische gates.

Figuur ANNE en GATE indexen gecombineerd in een puntenwolk (2010 en 2011)

44 44.5 45 45.5 46 46.5 47 47.5 48 48.5 49 49.5 50 50.5 51 51.552.5

5353.5

5454.5

5555.5

5656.5

5757.5

5858.5

5959.5

60Banana Graph

2010

2011

A.N.N.E.-index

GA

TE-in

dex

Bron: eigen bewerking op basis van Eurostat, 2013.

2.7 Analyse van de volumehandel

Zo goed als elke voorgaande analyse, die in euro werden gedaan, kunnen eveneens herhaald worden in termen van het verhandelde volume. Aangezien de bespreking in termen van volume niet de spil van deze bachelorproef is, beperken we ons enkel tot enkele opmerkelijke vaststellingen.

Page 50: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

We starten met de vergelijking tussen de geëxporteerde hoeveelheid van de EU-27 naar Zuid-Korea en de overeenkomstige import vanuit Zuid-Korea naar de EU-27, uitgedrukt in tonnages. Voor 2010 zien we in de A-tabel van de import een totaal van 6.825.780.200 ton aan geïmporteerde goederen vanuit Zuid-Korea naar de EU-27, bekeken over alle 21 productsecties samen. Voor de export in 2010 zien we een totale verhandelde hoeveelheid van 5.517.688.100 ton. Er wordt dus, in 2010, ongeveer 1,2 miljard ton meer ingevoerd in de EU-27 dan hetgeen ze uitvoerd naar Zuid-Korea. In 2011 zien we een importtotaal van 9.019.926.200 ton, een stijging van 2,2 miljard ton t.o.v. 2010. Voor de export bekomen we een waarde van 5.746.096.000 ton, eveneens een stijging t.o.v. 2010, maar deze is veel minder significant. We concluderen dus een positief verband in zowel import als export. De stijging van de import valt bijna geheel op de schouders van sectie 17, hoofdstuk 89, dewelke met 850 miljoen stijgt in 2011 t.o.v. 2010.

HOOFDSTUK 3: DE GROEI EN ONTWIKKELING VAN DE HANDEL

1.2. JAPAN In het volgende hoofdstuk bespreken we eigenlijk de kern van onze bachelorproef, we onderzoeken of (onderzoeksvraag). We spitsen ons onderzoek hier toe op de jaren 2008, 2009, 2010, 2011 en 2012. We bespreken import door de EU-27 vanuit Japan.

1.2.1. HET ‘SHARE-EFFECT’ Het share-effect (S.E.) kan gedefinieerd worden als de totale gemiddelde groei van de Europese invoer vanuit Japan in de periode 2010-2011, voor alle producten en alle landen. Het S.E. dat wij verder zullen hanteren, wordt berekend als de procentuele groei van het grote importtotaal van de EU-27 in de A-tabellen, uitgedrukt in geldelijke termen.

Met 3,02 % krijgen we de procentuele uitdrukking van wat men dan een zeer bescheiden gemiddelde groei noemt van de Japanse export naar de Europese handelspartners. Het Bruto Binnenlands Product van de EU-27 nam in de periode 2010-2011 toe van 12.278.744,10 miljoen euro tot 12.642.398,80 miljoen euro (Eurostat, 2013). De handel met Japan surft m.a.w. mee op de golf van toegenomen productiviteit in de Unie.

Het share-effect kan opgedeeld worden naar de gemiddelde groei per land (proportionele landenshift of PLS) en de gemiddelde groei per sectie of productgroep (proportionele productshift of PPS).

Page 51: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

1.2.2. PROPORTIONELE LANDENSHIFTS (PLS) De PLS geeft het verschil weer tussen de reëele groei van de invoer uit Japan van een EU-27-lid en de gemiddelde groei binnen de EU of het share-effect. Een positieve proportionele landenshift wijst ons erop dat de groei van dat land groter is dan de gemiddelde groei van alle landen van de Europese Unie. Een negatieve PLS wijst dan logischerwijze op een kleinere groei dan de gemiddelde groei van alle EU-landen.Deze methodiek leidt dan tot de identificatie van versnellende en achterblijvende handelspoorten.

TABEL 2: PROPORTIONELE LANDENSHIFTS (PLS) (2010-2011)

Versnellende handelspoorten

Procentpunten Vertragende handelspoorten

Procentpunten

1. Letland 121,85% Griekenland -45,22%2. Litouwen 60,62% Cyprus -33,06%3. Luxemburg 33,59% Malta -32,73%4. Denemarken 29,38% Hongarije -23,36%5. Roemenië 9,50% Slowakije -23,07%

Bron: eigen samenstelling op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

Letland holt het meeste voorop op de algemene groei die het share-effect weergeeft. Een acceleratie van maar liefst 121,85 procentpunten is het resultaat. In absolute termen gaat het voor Letland over een stijging van €7.558.850 in 2010 naar €16.997.740 in 2011, wat meteen duidelijk maakt dat we deze percentages in grote mate moeten nuanceren. Deze bedragen zijn nl. een peulschil in vergelijking tot de totale Europese import vanuit Japan.

De grootste negatieve afwijking bij de proportionele landenshifts komt toe aan Griekenland met -45,22 procentpunten. De Japanse import voor Griekenland groeit dus niet, maar neemt zelfs af met 42,2%. In absolute termen gaat het voor de Grieken over een daling van €234.532.210, maar dat bedrag op zich stelt wederom niets voor op Europees vlak.

1.2.3. PROPORTIONELE PRODUCTSHIFTS (PPS) De proportionele productshift geeft op zijn beurt het verschil weer tussen de reëele groei van de invoer van een bepaalde productcategorie vanuit Japan, ten opzichte van de gemiddelde groei binnen de EU over alle categorieën heen (het Share-effect).

TABEL 3: PROPORTIONELE PRODUCTSHIFTS (PPS) (2010-2011)

Versnellende secties

Procentpunten Vertragende secties

Procentpunten

1. 3 23,24% 5 -32,13%

Page 52: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

2. 14 22,62% 12 -19,23%3. 20 16,21% 8 -15,78%4. 11 15,26% 1 -14,80%5. 7 9,96% 4 -12,00%

Bron: eigen samenstelling op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

In concrete termen, vertonen twaalf van de eenentwintig secties een positieve proportionele productshift, wat overeenkomt met een acceleratie voor desbetreffende productgroepen. De grootste positieve reëele groei komt toe aan sectie 3 ‘vetten en olieën’. Daarbij komt uiteraard dat sectie 3 ook de grootste proportionele productshift met zich meedraagt; een acceleratie van 23,24 procentpunten. Natuurlijk moeten we ook hier alles in de juiste context plaatsen. Wanneer we dat doen, zal blijken dat in absolute termen ook deze groei niet veel voorstelt. Die analyse en conclusies houden we echter voor volgende paragrafen.

Negen van de eenentwintig secties vertonen een negatieve proportionele productshift. De kleinste reëele groei, of beter ‘krimp’, is weggelegd voor sectie 5 met -29,11%. Deze negatieve groei gaat gepaard met een proportionele productshift van -32,13 procentpunten. Een vertraging van 32,13 t.o.v. het share-effect. Verderop volgt een grondigere analyse van deze vaststelling.

1.2.4. DIFFERENTIËLE SHIFTS Naast twee proportionele shifts, kunnen we ook twee differentiële shifts berekenen. De differentiële landenshift (DLS) en de differentiële productshift (DPS) doen hun intrede. De differentiële landenshift vertelt ons wat het verschil is tussen de groei in invoer van een bepaalde productcategorie naar één EU-lid en de totale groei aan invoer van die bepaalde producten in de gehele Europese Unie. Daarnaast hebben we de differentiële productshift die het verschil geeft tussen de groei aan invoer van een bepaalde productcategorie naar één EU-land en de totale groei aan invoer van dat land.

Aan de hand van die waarden kan gecontroleerd worden of de groei een symmetrisch of asymmetrisch verloop kent. Hieronder maken we deze analyse voor de producten die de kern vormen van dit werk: sectie 17, hoofdstuk 87 ‘niet-spoorvoertuigen’. België is de belangrijkste en grootste invoerder van deze producten in 2010 en 2011, bijgevolg zal de analyse zich op dit land toespitsen.

De reële groei van België voor de jaren 2010 en 2011 komt overeen met -5,89%. We hebben m.a.w. te maken met een inkrimping van de Belgische import vanuit Japan. De

Page 53: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

reële groei van hoofdstuk 87 is ook negatief en gelijk aan -6,02%, wat overeenkomt met een verkleining van de Europese import van Japanse producten uit hoofdstuk 87.

TABEL 4: SHIFT-SHARE VOOR HOOFDSTUK 87 EN VOOR BELGIË (2010-2011) (IN % EN PROCENTPUNTEN)

Reëele groei Share-effect Proportionele shift Differentiële shift -28,12% = 3,02% + -8,91 (PLS) + -22,23 (DPS) -28,12% = 3,02% + -9,04 (PPS) + -22,10 (DLS)

Bron: eigen samenstelling op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

Uit deze berekening kunnen we afleiden dat de Belgische invoer van Japanse ‘niet-spoorvoertuigen’ 22,23 procentpunten trager groeide (of sneller kromp) dan de globale Belgische invoer vanuit Japan. Anderzijds toont de DLS aan dat de Belgische import van hoofdstuk 87 22,10 procentpunten sneller kromp dan de gemiddelde Europese invoer van dit hoofdstuk. De invoer van niet-spoorvoertuigen, kende algemeen een duidelijke vertraging van 9,04 procentpunten t.o.v. de gemiddelde groei van de Europese invoer vanuit Japan in de periode 2010-2011.

Algemeen kunnen we concluderen dat de groei van de totale Belgische invoer 8,91 procentpunten onder de centrale Europese invoergroei of het share-effect van 3,02% gelegen is. Rekening houdend met de import van hoofdstuk 87 wordt deze afname nog eens versterkt door een differentiële verlaging van 22,23 procentpunten, zodat de reëele invoergroei van de Japanse ‘niet-spoorvoertuigen’ in België uitkomt op de negatieve waarde van -28,12%. We spreken van een symmetrische groei wanneer beide landen- en productshifts min of meer aan mekaar gelijk zijn. Een asymmetrische groei herkennen we wanneer de proportionele en differentiële shifts ongeveer gelijk zijn aan mekaar. Uit tabel 3 kunnen we bijgevolg een asymmetrische groei, of beter gezegd inkrimping, van de Belgische invoer van Japanse goederen uit hoofdstuk 87 afleiden.

1.2.5. DIVERSIFICATIE VERSUS CONSOLIDATIE In de vorige paragrafen van dit derde hoofdstuk, haalden we reeds aan dat spectaculaire groeipercentages vaak eerst in een correct perspectief geplaatst moeten worden om voorbarige en foutieve conclusies te vermijden. Zo groeide in de periode 2010-2011 de invoer van Luxemburg bijvoorbeeld met 36,61%, terwijl de import van Duitsland slechts met 3,29% toenam. In absolute termen kwam de toename voor Luxemburg overeen met ongeveer 44 miljoen euro, terwijl de toename van Duitsland stond voor een slordige 575 miljoen euro. Vaak is het dus zo dat grote groeipercentages slechts een beperkte inpakt hebben in realiteit en vice versa. Om foute interpretaties te vermijden, moet rekening gehouden worden met het aandeel

Page 54: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

dat bepaalde landen of producten vertegenwoordigen in het basisjaar. Op die manier wordt de toekomstige groei gewogen naar belangrijkheid.

Wanneer de tendens aanwezig is dat kleinere handelspartners of kleinere productsecties relatief sneller groeien dan grotere partners of secties, spreken we van diversificatie. Wanneer de groei beperkt blijft tot de grote handelspartners en productgroepen of deze opmerkelijk sneller groeien dan de rest, dan behouden zij hun dominante positie en spreken we van consolidatie.

Met behulp van een puntenwolk kunnen we op een grafische manier afleiden of er diversificatie of consolidatie optreedt. Deze puntenwolk bekomen we door op de verticale as de proportionele productshift of proportionele landenshift af te beelden en op de horizontale as de gewichten van respectievelijk de producten of landen in het basisjaar. Deze gewichten vinden we terug in respectievelijk de C/1- en B/1-tabel van het jaar 2010.

1.2.5.1. LANDENBEWEGING

TABEL 5: DATA LANDENBEWEGING 2010-2011

Landen FR DE NL BE LU UK IE IT GRPLS (procentpunten) 3,93 0,27 7,05 -8,91 33,59 8,76 -6,89 -4,67 -45,22% in B/1 7,97% 26,13% 16,00% 10,39% 0,18% 13,97% 0,94% 6,41% 0,83%Landen MT CY PT ES DK SE FI EE LVPLS (procentpunten) -32,73 -33,06 -8,69 -10,47 29,38 -0,54 -4,01 -10,15 121,85% in B/1 0,08% 0,11% 0,53% 4,19% 0,42% 2,77% 0,56% 0,05% 0,01%Landen LT PL CZ SK AT HU SI RO BGPLS (procentpunten) 60,62 2,31 -8,18 -23,07 5,44 -23,36 -1,59 9,50 -4,85% in B/1 0,04% 1,52% 1,99% 0,79% 1,45% 2,11% 0,12% 0,35% 0,10%

Bron: eigen samenstelling op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

FIGUUR 10: LANDENBEWEGING 2010-2011

Page 55: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

0.00% 3.00% 6.00% 9.00% 12.00% 15.00% 18.00% 21.00% 24.00% 27.00% 30.00%-60

-40

-20

0

20

40

60

80

100

120

140

Landenbeweging

Aandeel in bottom-line B/1-tabel 2010

Prop

ortio

nele

lande

nshift

(in pr

ocen

tpun

ten)

Bron: eigen bewerking op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

In Figuur 10 werden punten uitgezet voor de 27 EU-leden a.h.v. hun aandelen in de B/1 bottom-line en hun PLS-waarden.

Uit de bekomen puntenwolk kan eigenlijk bitterweinig besloten worden. De lineaire trendlijn is licht negatief wat erop wijst dat de landen met een klein aandeel in de B/1-tabel sneller groeien dan de landen die reeds een groot aandeel hebben.

Toch laten landen zoals Nederland en het Verenigd Koninkrijk, respectievelijk aandelen van 16% en 13,97%, zich niet onbetuigd met duidelijk positieve PLS-waarden van respectievelijk 7,05 en 8,76. Daarbij komt dat een grote groep van de landen met kleine aandelen een negatieve PLS-waarde hebben, het zwaartepunt van de wolk ligt immers links rond de PLS-waarde van -10. Als we ten slotte de uitschieter van Letland (PLS van 121,85 en aandeel in het basisjaar van amper 0,01%) uit de grafiek zouden weglaten, kantelt de trendlijn zodanig dat we consolidatie moeten concluderen.

Wat we wel moeten onthouden, is dat het niet om loepzuivere consolidatie gaat waarbij de landen met grotere aandelen ook stelselmatig positievere of grotere PLS-waarden hebben dan de landen met kleinere aandelen.

1.2.5.2. PRODUCTENBEWEGING

Page 56: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

TABEL 6: DATA PRODUCTENBEWEGING 2010-2011

Secties 1 2 3 4 5 6 7PPS (procentpunten) -14,80 -7,77 23,24 -12 -32,13 2,01 9,96% in C/1 0,05% 0,08% 0,02% 0,18% 0,76% 9,04% 4,69%Secties 8 9 10 11 12 13 14PPS (procentpunten) -15,78 2,65 -7,85 15,26 -19,23 9,25 22,62% in C/1 0,04% 0,01% 0,32% 0,87% 0,09% 0,88% 2,82%Secties 15 16 17 18 19 20 21PPS (procentpunten) 6,24 0,63 -10,38 3,24 -1,72 16,21 1,41% in C/1 3,53% 45,74% 20,83% 8,36% 0,02% 1,22% 0,47%

Bron: eigen samenstelling op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

FIGUUR 11: PRODUCTENBEWEGING 2010-2011

0.00% 5.00% 10.00% 15.00% 20.00% 25.00% 30.00% 35.00% 40.00% 45.00% 50.00%-40

-30

-20

-10

0

10

20

30

Productenbeweging

Aandeel in invoerkorf EU in 2010 (C/1-tabel)

Prop

ortio

nele

pro

duct

shift

(in

proc

entp

unte

n)

Bron: eigen bewerking op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

Figuur 11 zou ons iets meer moeten vertellen over de consolidatie of diversificatie van de producten. Helaas geeft deze figuur in de huidige vorm niet veel geheimen prijs.

Daarom is het een goed idee om hier eveneens een uitschieter te elimineren en de grafiek meer in een bepaalde richting te duwen. Wanneer we dat doen door de waarnemingen voor sectie 17 weg te laten, kantelt de trendlijn zodanig dat consolidatie meer en meer op het voorplan treedt.

Page 57: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Dit is logisch aangezien veel secties die een kleine C/1-waarde hebben, eveneens een negatieve PPS-waarde hebben en vanaf het moment een sectie een groter C/1-aandeel voor haar rekening neemt in het basisjaar, dit meestal gepaard gaat met een positieve PPS waarde.

1.3. ZUID-KOREA

Nu we het S.E., de PLS, PPS, differentiële shifts en diversificatie vs. consolidatie van Japan onder de loep hebben genomen, bespreken we exact dezelfde topics maar dan met betrekking tot Zuid-Korea. We vervolgen dus de kern (onderzoeksvraag) .van onze bachelorproef en spitsen ons opnieuw toe op de jaren 2008, 2009, 2010, 2011 en 2012. We bespreken import door de EU-27 vanuit Zuid-Korea.

1.3.1. HET ‘SHARE-EFFECT’

Het share-effect (S.E.) reeds gedefinieerd als de totale gemiddelde groei van de Europese invoer vanuit Zuid-Korea, in de periode 2010-2011, voor alle producten en alle landen en hetgeen wij verder zullen hanteren, wordt berekend als de procentuele groei van het grote importtotaal van de EU-27 in de A-tabellen, uitgedrukt in geldelijke termen.

In 2010 – 2011 geeft Zuid-Korea ons een negatief share-effect van -8,14% we krijgen hier dus de procentuele uitdrukking van wat men kan omschrijven als een bescheiden gemiddelde daling van de Zuid-Koreaanse export naar de Europese handelspartners. Het Bruto Binnenlands Product van de EU-27 nam, zoals reeds eerder vermeld, in de periode 2010-2011 toe van 12.278.744,10 miljoen euro tot 12.642.398,80 miljoen euro (Eurostat, 2013). De handel met Zuid-Korea druist m.a.w. in tegen de trend van licht toegenomen productiviteit in de EU-27.

Het share-effect kan dus ook hier verder opgedeeld worden naar de gemiddelde groei per land, analyse van de groei van de invoerper EU-lidstaat, en dat voor alle producten

Quinten Van Puyenbroeck, 07/05/13,
Onderzoeksvraag hetformuleren?
Page 58: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

(proportionele landenshift of PLS) en de gemiddelde groei per sectie of productgroep voor alle EU-landen samen (proportionele productshift of PPS).

1.3.2. PROPORTIONELE LANDENSHIFTS (PLS)

De PLS hier geeft het verschil weer tussen de reële groei van de invoer uit Zuid-Korea van een EU-27-lid en de gemiddelde groei binnen de EU of het share-effect.

PLS = reële groei per EU-lidstaat – gemiddelde groei van de hele EU (share-effect)

Een land dat gekenmerkt wordt door een positieve PLS, kent een sterkere groei van de invoer dan de gemiddelde groei van de EU. Een negatieve PLS daarentegen wijst logischerwijze op een kleinere groei dan de gemiddelde groei van alle EU-landen. Een PLS die 0 bedraagt, zal in praktijk zelden of nooit voorkomen. Dit impliceert immers dat het betreffende land precies dezelfde groei zou moeten kennen als het share-effect (S.E.). Deze methodiek leidt dan opnieuw tot de identificatie van versnellende en achterblijvende handelspoorten, dewelke hieronder, in tabel 6, besproken zullen worden.

TABEL: PROPORTIONELE LANDENSHIFTS (PLS) (2010-2011)

Versnellende handelspoorten

Procentpunten Vertragende handelspoorten

Procentpunten

1. Letland 99,28% Zweden -36,57%2. Ierland 91,85% Griekenland -34,74%3. Estland 77,27% Litouwen -32,73%4. Bulgarije 68,47% Cyprus -30,51%5. Tsjechië 55,74% Hongarije -26,46%

Bron: eigen samenstelling op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

Page 59: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Het grootste positieve effect schrijven we toe aan Letland. Letland holt bij Zuid-Korea het meeste voorop op de algemene groei, die het share-effect weergeeft, en benadert een acceleratie van bijna 100 procentpunten.

De grootste negatieve afwijking bij de proportionele landenshifts kunnen we toeschrijven aan Zweden dat – 36,57 procentpunten haalt. De Zuid-Koreaanse import naar Zweden groeit dus niet, maar neemt af met een stevige 36,5%.

1.3.3. PROPORTIONELE PRODUCTSHIFTS (PPS)

De proportionele productshift (PPS) geeft het verschil weer tussen de reële groei per productklasse (per sectie) en de gemiddelde groei van de invoer van de EU. Het drukt met andere woorden de relatieve versnelling of vertraging van groei, positief of negatief, per productsectie uit in vergelijking met het share-effect (S.E.).

TABEL 7: PROPORTIONELE PRODUCTSHIFTS (PPS) (2010-2011)

Versnellende secties

Procentpunten Vertragende secties

Procentpunten

1. 3 109,48% 14 -52,83%2. 5 75,01% 9 -17,33%3. 10 52,28% 16 -14,72%4. 8 50,09% 1 -7,27%5. 15 42,56% 17 -6,42%

Bron: eigen samenstelling op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

Nemen we deze tabel verder onder de loep, dan constateren we dat 16 van de 21 secties een positieve en 5 van de 21 secties een negatieve PPS vertonen.Een positieve PPS komt overeen met een acceleratie voor desbetreffende sectie, een negatieve PPS komt overeen met een vertragende sectie.

PPS = reële groei per productklasse (per sectie) – gemiddelde groei van de hele EU (share-effect).

Page 60: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Sectie 3 ‘vetten en oliën’ toont ons de grootste positieve proportionele productshift (PPS) en samenhangende ook de grootste reële groei van zo’n 109,48 procentpunten.

Sectie 14 ‘juwelen & parels, munten, kostbare stenen & metalen’ vertoont de grootste negatieve proportionele productshift (PPS), -52,83 procentpunten, en ook weer samenhangend de kleinste reëele groei van zo’n -60,97 procentpunten.

1.3.4. DIFFERENTIËLE SHIFTS

Zoals reeds vermeld bij Japan hebben we naast de twee proportionele shifts ook 2 differentiële shifts, de differentiële landenshift (DLS) en de differentiële productshift (DPS). De differntiële landenshift (DLS) toont ons het verschil tussen de groei van de invoer van een bepaalde productsectie in een bepaalde lidstaat van de EU, en de groei van de invoer van die bepaalde productiesectie voor de hele EU samen.

DLS = de reële groei per productsectie per lidstaat van de EU – de reële groei per productsectie voor de hele EU.

De differentiële productshift (DPS) toont ons het verschil tussen de groei van de invoer van een bepaalde productsectie in een bepaalde lidstaat van de EU, en de groei van de invoer van alle productsecties samen naar die bepaalde EU-lidstaat.

DPS = de reële groei per productsectie per lidstaat van de EU – de reële groei per EU-lidstaat voor alle productsecties.

Aan de hand van de DLS en DPS waarden kan worden nagegaan of de groei een symmetrisch of asymmetrisch verloop vertoont. We doen dit met behulp van de shift-share constructie:

Algemeen:

DPS = reële productgroei per land – share – proportionele landenshift (PLS)DCS = reële productgroei per land – share – proportionele productshift (PPS)

Op basis van de differentiële shifts is het dus mogelijk een conclusie te vormen omtrent de symmetrie van de groei. Wanneer de proportionele shift en de differentiële shift niet gelijk zijn aan elkaar, evolueert de groei asymmetrisch. Dit betekent dat de structuur van de handel met Zuid-Korea gebroken is. Wanneer beide

Page 61: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

landen- en productshifts wel gelijk zijn aan elkaar, evolueert de groei symmetrisch. De proportionele shift is ongeveer gelijk aan de differentiële shift, zowel voor de landen als voor de producten, wat betekent dat de structuur van de handel met Zuid-Korea onveranderd blijft.

Opnieuw maken we deze analyse voor de producten die de kern vormen van dit werk: sectie 17, hoofdstuk 87 ‘niet-spoorvoertuigen’. België is hier de 2e belangrijkste en grootste invoerder van deze producten in 2010 en 2011 en moet Slovakije net vooraf laten gaan. Aangezien België wel de grootste invoerder was bij Japen zal de analyse zich opnieuw op België toespitsen.

TABEL 8: SHIFT-SHARE VOOR HOOFDSTUK 87 EN VOOR BELGIË (2010-2011) (IN % EN PROCENTPUNTEN)

Reëele groei Share-effect Proportionele shift Differentiële shift -28,32% = -8,14% + 4,16 (PLS) + -24,34 (DPS) -109,82% = -8,14% + -40,75 (PPS) + -60,93 (DLS)

Bron: eigen samenstelling op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

Uit deze berekening kunnen we afleiden dat de Belgische invoer van Zuid-Koreaanse ‘niet-spoorvoertuigen’ 24,34 procentpunten trager groeide (of sneller kromp) dan de globale Belgische invoer vanuit Zuid-Korea. Anderzijds toont de DLS aan dat de Belgische import van hoofdstuk 87 60,93 procentpunten sneller kromp dan de gemiddelde Europese invoer van dit hoofdstuk. De invoer van niet-spoorvoertuigen, kende algemeen een sterke en duidelijke vertraging van 40,75 procentpunten t.o.v. de gemiddelde groei van de Europese invoer vanuit Zuid-Korea in de periode 2010-2011.

Algemeen kunnen we concluderen dat de groei van de totale Belgische invoer 4,16 procentpunten onder de centrale Europese invoergroei of het share-effect van -8,14% gelegen is. Rekening houdend met de import van hoofdstuk 87 wordt deze afname nog eens versterkt door een differentiële verlaging van -24,34 procentpunten, zodat de reëele invoergroei van de Zuid-Koreaanse ‘niet-spoorvoertuigen’ in België uitkomt op de negatieve waarde van -28,32%. We spreken van een symmetrische groei wanneer beide landen- en productshifts min of meer aan mekaar gelijk zijn. Een asymmetrische groei herkennen we wanneer de proportionele en differentiële shifts ongeveer gelijk zijn aan mekaar. Uit tabel 3 kunnen we bijgevolg een asymmetrische groei, of beter gezegd inkrimping, van de Belgische invoer van Zuid-Koreaanse goederen uit hoofdstuk 87 afleiden.

Quinten Van Puyenbroeck, 15/05/13,
klopt dit wel?
Page 62: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

1.3.5. DIVERSIFICATIE VERSUS CONSOLIDATIE

Ook voor Zuid-Korea halen we opnieuw aan dat groeipercentages in een correct perspectief geplaatst moeten worden om foutieve conclusies uit te sluiten en te vermijden. Het is namelijk vaak zo dat relatief grote groeipercentages in realieit slechts een beperkte inpakt hebben en omgekeerd. Er moet dus, om fouten te vermijden, rekening gehouden worden met het aandeel dat de bepaalde landen of producten vertegenwoordigen in het basisjaar. Zo kunnen we de toekomstige groei wegen naar haar werkelijk belang.

Wanneer men de tendens bespeurt dat kleinere handelspartners of kleinere productsecties relatief sneller groeien dan grotere partners of secties, spreken we van diversificatie. Wanneer de groei zich beperkt tot de grote handelspartners en productgroepen of dat deze opmerkelijk sneller groeien dan de overige handelspartnerss en productsecties, dan behouden zij hun dominante positie en spreken we van consolidatie.

Ook hier kunnen met behulp van een puntenwolk op een grafische manier afleiden of er diversificatie of consolidatie optreedt. Deze puntenwolk bekomen we door op de verticale as de proportionele productshift of proportionele landenshift af te beelden en op de horizontale as de gewichten van respectievelijk de producten of landen in het basisjaar. Deze gewichten vinden we terug in respectievelijk de C/1- en B/1-tabel van het jaar 2010.

1.3.5.1. LANDENBEWEGING

TABEL 9: DATA LANDENBEWEGING 2010-2011

Landen FR DE NL BE LU UK IE ITPLS (procentpunten) 23,00 -8,45 12,89 4,16 45,45 7,49 91,85 17,15

Page 63: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

% in B/1 5,43% 25,22% 6,62% 4,21% 0,01% 6,90% 0,42% 7,59%Landen MT CY PT ES DK SE FI EEPLS (procentpunten) -22,02 -30,51 21,18 9,63 -12,40 -36,75 47,26 77,26% in B/1 0,21% 0,11% 0,62% 3,91% 0,89% 4,22% 0,80% 0,04%Landen LT PL CZ SK AT HU SI ROPLS (procentpunten) -32,41 -4,68 55,74 -5,44 -20,39 -26,46 63,07 14,96 68,74% in B/1 0,12% 6,89% 2,49% 8,86% 2,17% 4,82% 1,42% 1,12% 0,19%

Bron: eigen samenstelling op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

0.00% 3.00% 6.00% 9.00% 12.00% 15.00% 18.00% 21.00% 24.00% 27.00%-50

-30

-10

10

30

50

70

90

110

Landenbeweging

Aandeel in bottom-line B/1-tabel 2010

Prop

ortio

nele

land

ensh

ift

Bron: eigen bewerking op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

In bovenstaande figuur werden punten uitgezet voor de 27 EU-leden a.h.v. hun aandelen in de B/1 bottom-line en hun PLS-waarden.

We zien dat de lineaire trendlijn een negatieve helling heeft, hetgeen er op wijst dat landen met een klein aandeel in de B/1-tabel sneller groeien dan de landen die reeds een groot aandeel hebben.

1.3.5.2. PRODUCTENBEWEGING

FIGUUR: LANDENBEWEGING 2010-201

Page 64: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

TABEL 10: DATA PRODUCTENBEWEGING 2010-2011

Secties 1 2 3 4 5 6 7PPS (procentpunten) -7,27 21,09 109,48 26,60 75,01 33,69 21,73% in C/1 0,20% 0,04% 0,00% 0,13% 3,03% 2,22% 5,04%Secties 8 9 10 11 12 13 14PPS (procentpunten) 50,09 -17,33 52,28 25,40 10,67 0,94 -52,83% in C/1 0,08% 0,01% 0,22% 2,17% 0,12% 0,49% 0,83%Secties 15 16 17 18 19 20 21PPS (procentpunten) 42,56 -14,72 -6,42 26,47 0,56 27,67 20,63% in C/1 5,32% 45,61% 27,65% 5,94% 0,03% 0,57% 0,32%

Bron: eigen samenstelling op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

FIGUUR: PRODUCTENBEWEGING 2010-2011

0.00%3.00%

6.00%9.00%

12.00%

15.00%

18.00%

21.00%

24.00%

27.00%

30.00%

33.00%

36.00%

39.00%

42.00%

45.00%

48.00%-80-60-40-20

020406080

100120

Productenbeweging

Aandeel in invoerkorf EU in 2010 (C/1-tabel) (in procenten)

Prop

orti

onel

e pr

oduc

tshi

ft (i

n pr

ocen

tpun

ten)

Bron: eigen bewerking op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

Bovenstaande figuur

1.4. VERGELIJKING

1.5. ANALYSE VAN DE JAPANSE EN ZUID-KOREAANSE INVOER VAN PERSONENWAGENS EN ONDERDELEN

In de context van deze bachelorproef is het, naast de standaardanalyse voor sectie 17; hoofdstuk 87 en de jaren 2010 en 2011, de bedoeling te onderzoeken hoe de Europese import van Japanse en Zuid-Koreaanse personenwagens en onderdelen evolueert van 2008 tot en met 2012. Op die manier trachten we een primitief inzicht te krijgen in de

Quinten Van Puyenbroeck, 16/05/13,
CONCLUSIE??????
Page 65: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

strategie van de Japanse en Zuid-Koreaanse autofabrikanten voor en na het grote crisisjaar 2009: assembleren ze tijdens het herstel van de crisis meer en meer in Europa, wat gepaard gaat met een toenemende invoer van onderdelen, of voeren ze juist meer en meer afgewerkte wagens in? Is de handel in onderdelen m.a.w. minder gevoelig aan de crisis dan die in auto’s? Of, als derde optie, is het één geen alternatief voor het ander? Daarnaast zullen we tijdens ons onderzoek automatisch een tipje van de sluier lichten m.b.t. de al dan niet gelijkaardige handelsroutes en handelspoorten die de Aziatische producenten gebruiken om de Europese markt aan te boren.

Waar de (standaard)analyse doorheen de vorige hoofdstukken van dit werk zich beperkte tot Eurostat-data van 2 cijfers of digits (hoofdstuk 87), graven we hier iets dieper. Om het onderscheid te kunnen maken tussen de handelsstromen van personenwagens (tot 10 personen) en van onderdelen, moeten we de producten die ressorteren onder hoofdstuk 87 m.b.v. Eurostat verder onderverdelen in subcategorieën tot op 4 digits. Zo vinden we de personenwagens waarvan sprake is onder 8703 en de onderdelen onder 8708. Ten slotte werpen we ook een blik op de versnellingsbakken, daarvoor moeten we kijken naar een subgroep op een nog gedetailleerder niveau die we in de HS6-database vinden; nl. 870840. Als extra vermelden we bij gegevens rond Japan af en toe Fukushima wanneer de ramp die aldaar, in maart 2011, plaatsvond haar invloed doet gelden in de cijfers van 2011 en vooral in die van 2012. Aangezien de voorraden voor 2011 ten tijde van de zeebeving en nucleaire ramp grotendeels aangelegd waren, is het nl. vooral in de cijfers van 2012 dat de effecten tot uiting komen.

Om het overzichtelijk te houden, conclusies te kunnen formuleren en evoluties tot uiting te laten komen in de tabellen, moeten we ons beperken tot een top 5 van landen. Het probleem is echter dat een top 5 wel eens durft te variëren doorheen de jaren en omdat we hier met een periode van 5 jaar zitten die doorkliefd wordt door een wereldwijde crisis, is de kans op variatie bijzonder groot. Bijgevolg zullen we de topinvoerders in het jaar 2008 steeds blijven vermelden, ook indien ze in de jaren nadien eigenlijk buiten de top 5 vallen. Hetzelfde geldt voor de toppers van de jaren 2009 t.e.m. 2011. Dit principe wordt ook in de volgende paragrafen gehanteerd.

1.5.1. JAPAN

1.5.1.1. TOP 5 MET BETREKKING TOT DE TOTALE INVOER Eerst en vooral beschouwen we enkele zelf samengestelde tabellen i.v.m. de invoertotalen voor de topinvoerders van de Unie m.b.t. producten uit Japan. Uiteraard is er hier enige overlapping met de analyse van hoofdstuk 2.

Page 66: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

TABEL 11: TOP-5 EU-IMPORTEURS VAN ALLE JAPANSE GOEDEREN IN 2008 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Japanse goederen: 76.177.209.6551 Duitsland 17.430.268.9622 Nederland 11.752.410.6063 Verenigd Koninkrijk 10.669.856.7354 België 8.542.952.6565 Frankrijk 5.741.009.730

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL 12: TOP-5 EU-IMPORTEURS VAN ALLE JAPANSE GOEDEREN IN 2009 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Japanse goederen: 58.195.109.0461 Duitsland 14.601.708.8872 Nederland 8.676.204.2523 Verenigd Koninkrijk 8.068.386.5254 België 6.852.621.4395 Frankrijk 4.559.666.219

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL 13: TOP-5 EU-IMPORTEURS VAN ALLE JAPANSE GOEDEREN IN 2010 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Japanse goederen: 66.917.471.7801 Duitsland 17.485.995.0202 Nederland 10.706.408.7603 Verenigd Koninkrijk 9.347.694.7504 België 6.953.061.0105 Frankrijk 5.330.939.870

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL 14: TOP-5 EU-IMPORTEURS VAN ALLE JAPANSE GOEDEREN IN 2011 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Japanse goederen: 68.938.965.1201 Duitsland 18.061.430.2602 Nederland 11.784.898.5203 Verenigd Koninkrijk 10.448.695.5704 België 6.543.264.0105 Frankrijk 5.701.275.520

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL 15: TOP-5 EU-IMPORTEURS VAN ALLE JAPANSE GOEDEREN IN 2012 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Japanse goederen: 63.812.818.3901 Duitsland 16.448.559.8212 Nederland 11.408.984.3053 Verenigd Koninkrijk 9.751.470.2464 België 6.797.082.1205 Frankrijk 5.232.624.136

Page 67: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

FIGUUR 12: TOTALE IMPORT VAN DE EU-27 VAN JAPANSE GOEDEREN DOORHEEN DE JAREN

2008 2009 2010 2011 20120

10,000,000,000

20,000,000,000

30,000,000,000

40,000,000,000

50,000,000,000

60,000,000,000

70,000,000,000

80,000,000,000

Totale import EU-27 vanuit Japan

Jaar

Bron: Eigen samenstelling op basis van de gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

Waar we in geen geval naast kunnen kijken, is de dominante positie van Duitsland. Ook de rest van de top 5 blijft echter doorheen de jaren gelijk.

Een ander te verwachten resultaat, vinden we terug in Tabel 12 en Figuur 12: de invloed van de crisis, die in 2008 en vooral 2009 tot explosie kwam, is duidelijk zichtbaar. Een afname van de totale invoer met 18 miljard euro is zonder meer spectaculair te noemen.

Ten slotte valt de import in 2012 ook terug t.o.v. 2011. Bij de inleidende paragrafen onder 3.4 haalden we het reeds aan; hier zit de ramp van Fukushima hoogstwaarschijnlijk voor iets tussen.

1.5.1.2. TOP 5 M.B.T. HOOFDSTUK 87: NIET-SPOORVOERTUIGEN

In een volgende stap bekijken we het cijfermateriaal voor hoofdstuk 87. Op die manier werken we stilaan naar de kernsescties 8703 en 8708 toe.

TABEL 16: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN JAPANSE GOEDEREN UIT HOOFDSTUK 87 IN 2008 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Japanse goederen uit hoofdstuk 87: 17.176.849.1091 België 3.884.045.7282 Verenigd Koninkrijk 2.330.929.1293 Spanje 1.832.034.1474 Nederland 1.682.753.768

Page 68: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

5 Italië 1.398.310.697Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL 17: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN JAPANSE GOEDEREN UIT HOOFDSTUK 87 IN 2009 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Japanse goederen uit hoofdstuk 87: 12.742.543.8801 België 3.614.839.9522 Verenigd Koninkrijk 1.529.161.7683 Italië 1.296.260.2794 Frankrijk 1.186.778.2265 Spanje 1.069.580.765

Nederland 950.100.304Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL 18: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN JAPANSE GOEDEREN UIT HOOFDSTUK 87 IN 2010 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Japanse goederen uit hoofdstuk 87: 13.135.347.430 1 België 3.375.212.8802 Verenigd Koninkrijk 1.657.104.6503 Spanje 1.398.510.7804 Frankrijk 1.259.073.8405 Italië 1.132.805.220

Nederland 931.825.660Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL 19: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN JAPANSE GOEDEREN UIT HOOFDSTUK 87 IN 2011 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Japanse goederen uit hoofdstuk 87: 12.344.647.3201 België 2.426.108.0502 Verenigd Koninkrijk 1.890.187.7403 Frankrijk 1.411.541.5704 Spanje 1.173.372.8605 Duitsland 1.173.134.980

Italië 1.092.540.880Nederland 933.481.230

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL 20: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN JAPANSE GOEDEREN UIT HOOFDSTUK 87 IN 2012 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Japanse goederen uit hoofdstuk 87: 11.349.531.7821 België 2.871.664.1762 Verenigd Koninkrijk 1.873.881.6383 Duitsland 1.188.592.0554 Frankrijk 1.157.546.3585 Spanje 900.032.475

Nederland 831.003.150Italië 750.137.994

Page 69: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

FIGUUR 13: IMPORT VAN JAPANSE GOEDEREN UIT HOOFDSTUK 87 DOOR EU-27

2008 2009 2010 2011 20120

2,000,000,000

4,000,000,000

6,000,000,000

8,000,000,000

10,000,000,000

12,000,000,000

14,000,000,000

16,000,000,000

18,000,000,000

20,000,000,000

Import hfst.87 vanuit Japan

Jaar

Bron: eigen bewerking op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

Wanneer we ons toespitsen op de goederen uit hoofdstuk 87, de niet-spoorvoertuigen, zien we dat België en het Verenigd Koninkrijk elk jaar opnieuw prominent op het voorplan treden.

Wat hier echter merkwaardig is, is dat de import van hoofdstuk 87, in tegenstelling tot de totale import vanuit Japan, zich in 2010 lichtjes herstelt na het crisisjaar, maar nadien zelfs nog verder wegzakt dan in 2009. Deze beweging komt duidelijk tot uiting in Figuur 13 en kunnen we mogelijk koppelen aan de analyse van de groepen 8703 en 8708.

Een korte conclusie over deze en de vorige paragraaf kunnen we formuleren a.h.v. enkele percentages. Zo bedroeg de import van hoofdstuk 87 in 2008 nog 22,55% van de totale import, en was dit in 2012 nog slechts 17,79%. Algemeen kunnen we stellen dat een percentage van rond de 20% het enorme belang aanduidt van hoofdstuk 87 voor de handel met Japan.

1.5.1.3. TOP 5 M.B.T. PRODUCTGROEP 8703: PERSONENWAGENS

Met deze paragraaf en paragraaf 3.4.1.4 raken we aan de kern van onze proef. Langs waar voert Japan hoofdzakelijk personenwagens en onderdelen in in de Europese Unie en hoe evolueert het cijfer dat deze invoerstroom karakteriseert?

Page 70: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

TABEL 21: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN JAPANSE GOEDEREN UIT GROEP 8703 IN 2008 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Japanse goederen uit 8703: 10.817.621.6341 België 3.110.775.4502 Verenigd Koninkrijk 1.309.802.7783 Spanje 1.306.708.6804 Nederland 1.033.231.3185 Italië 848.944.431

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL 22: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN JAPANSE GOEDEREN UIT GROEP 8703 IN 2009 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Japanse goederen uit 8703: 8.377.155.639 1 België 2.990.357.1672 Italië 943.115.3933 Verenigd Koninkrijk 905.799.9634 Spanje 810.363.3745 Frankrijk 558.354.150

Nederland 510.534.151Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL 23: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN JAPANSE GOEDEREN UIT GROEP 8703 IN 2010 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Japanse goederen uit 8703: 7.710.593.2781 België 2.693.466.8122 Spanje 1.000.127.4073 Italië 767.454.1794 Verenigd Koninkrijk 698.229.1005 Frankrijk 615.799.289

Nederland 383.673.969Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL 24: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN JAPANSE GOEDEREN UIT GROEP 8703 IN 2011 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Japanse goederen uit 8703: 6.447.889.4871 België 1.715.434.3312 Spanje 765.501.4643 Italië 764.708.4124 Frankrijk 757.511.6875 Verenigd Koninkrijk 604.650.246

Nederland 403.290.159Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL 25: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN JAPANSE GOEDEREN UIT GROEP 8703 IN 2012 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Japanse goederen uit 8703: 5.729.346.2281 België 2.144.856.9242 Frankrijk 597.839.903

Page 71: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

3 Spanje 558.947.2384 Verenigd Koninkrijk 543.731.8915 Italië 439.069.518

Nederland 367.705.575Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

FIGUUR 14: TOPIMPORTEURS GROEP 8703

29%

12%12%

10%

8%

30%

2008

BE UK ES NL IT REST

36%

11%10%

6%

11%

20% 7%

2009

BE UK ES NL IT REST FR

35%

9%13%

5%

10%

20%8%

2010

BE UK ES NL IT REST FR

27%

9%

12%6%

12%

22%

12%

2011

BE UK ES NL IT REST FR

Page 72: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

37%

9%10%

6%

8%

19%

10%

2012

BE UK ES NL IT REST FR

Bron: Eigen bewerking op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

Uit de cirkelgrafieken van Figuur 14 blijkt de zeer belangrijke rol van de Belgische zeehavens voor Europa en haar import van personenwagens. Zo zorgt België in 2012 op zichzelf voor een aandeel dat bijna dubbel zo groot is als het oranje deel van de rest van de Europese Unie. Het is hoofdzakelijk de haven van Zeebrugge die zorgt voor de Belgische eerste plaats onder de Europese importeurs, hoewel de rol van de haven van Antwerpen ook niet te onderschatten valt.(Port of Zeebrugge, 2013); (Port of Antwerp, 2013).

Wat ook hier onmiskenbaar naar voren komt in de cijfers, is de impact van de crisis. Specifiek voor deze groep blijft de crisis lang nazinderen want vanaf 2008 neemt het totaalcijfer voor de Unie in de tabellen enkel maar verder af.

Om het belang van groep 8703 aan te tonen voor de Europese import, vergelijken we de totaalcijfers met de totaalcijfers voor hoofdstuk 87 in haar geheel. Zo komen we in Tabel 31 uit op percentages die vanaf 2008 afnemen tot in 2012, maar nooit onder de 50% duiken. Als conclusie kunnen we dus stellen 8703 een belangrijke subgroep is van hoofdstuk 87.

1.5.1.4. TOP 5 M.B.T. PRODUCTGROEP 8708: ONDERDELEN VOOR PERSONENWAGENS

TABEL 26: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN JAPANSE GOEDEREN UIT GROEP 8708 IN 2008 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Japanse goederen uit 8708: 3.429.838.3591 Verenigd Koninkrijk 789.386.3572 België 543.665.3683 Duitsland 473.865.2194 Frankrijk 302.300.111

Mil, 07/05/13,
Bronvermelding?
Page 73: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

5 Zweden 243.877.134Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL 27: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN JAPANSE GOEDEREN UIT GROEP 8708 IN 2009 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Japanse goederen uit 8708: 2.223.202.1441 Verenigd Koninkrijk 457.704.9582 België 415.032.2233 Duitsland 310.144.7074 Frankrijk 221.183.2635 Zweden 166.493.475

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL 28: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN JAPANSE GOEDEREN UIT GROEP 8708 IN 2010 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Japanse goederen uit 8708: 3.337.447.7301 Verenigd Koninkrijk 832.744.6522 België 516.887.9363 Duitsland 458.163.3604 Frankrijk 297.854.4375 Zweden 218.409.959

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL 29: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN JAPANSE GOEDEREN UIT GROEP 8708 IN 2011 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Japanse goederen uit 8708: 3.889.342.5921 Verenigd Koninkrijk 1.183.371.6602 Duitsland 559.567.9303 België 537.383.3324 Frankrijk 313.064.1235 Spanje 256.846.080

Zweden 184.853.316Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL 30: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN JAPANSE GOEDEREN UIT GROEP 8708 IN 2012 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Japanse goederen uit 8708: 3.876.925.9811 Verenigd Koninkrijk 1.216.324.0272 Duitsland 681.353.1223 België 517.389.8524 Frankrijk 349.740.0455 Spanje 218.335.580

Zweden 177.580.430Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

Page 74: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

FIGUUR 15: TOPIMPORTEURS GROEP 8708

23%

16%

14%9%7%

31%

2008

UK BE DE FR SE REST21%

19%

14%10%

7%

29%

2009

UK BE DE FR SE REST

25%

15%

14%9%

7%

30%

2010

UK BE DE FR SE REST

30%

14%14%8%

5%

22%7%

2011

UK BE DE FR SE REST ES

31%

13%18%9%

5%

18% 6%

2012

UK BE DE FR SE REST ES

Bron: Eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

Page 75: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Hier zijn de rollen omgekeerd. Waar het Verenigd Koninkrijk voor 8703 altijd wel in de top 5 zat, maar steeds netjes achter België bleef, treden de Britten elk jaar opnieuw op de voorgrond wat betreft de handel in onderdelen. Dit heeft natuurlijk alles te maken met de aanwezigheid van assemblageplants in het Verenigd Koninkrijk voor verschillende grote Japanse merken.

Ook hier weer komt de crisis tevoorschijn in de cijfers, maar krijgen we in 2012 toch eerder een stagnatie van het totaalcijfer t.o.v. 2011 dan een daling. De beweging van de cijfers is wel fundamenteel anders dan het verloop dat terug te vinden is in de getallen voor 8703.Waar de teloorgang van groep 8703 qua beweging eerder aanleunt bij hoofdstuk 87, veert sectie 8708 juist sterk op na het crisisjaar 2009 om procentueel gezien een belangrijkere rol in hoofdstuk 87 op te eisen.

Het procentuele belang van subcategorie 8708 voor hoofdstuk 87 is beperkter dan dat van 8703, zo leert Tabel 31 ons. Het is daarentegen wél duidelijk dat 8708 aan belang wint ten koste van 8703. Hieruit kunnen we voorzichtig concluderen dat Japan na de crisis meer en meer inzet op de assemblage in Europa dan op de uitvoer van volledige wagens, meer bepaald in haar plants in het Verenigd Koninkrijk.

TABEL 31: RELATIEF BELANG VAN SUBCATEGORIEËN DOORHEEN DE JAREN

Procentuele aandeel 8703 in 87 Procentuele aandeel 8708 in 872008 62,98% 19,97%2009 65,74% 17,45%2010 58,70% 25,41%2011 52,23% 31,51%2012 50,48% 34,16%

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

Quinten Van Puyenbroeck, 08/05/13,
Procentueel aandeel 8708 in 8703 nog bijvoegen
Mil, 07/05/13,
Bronvermelding?
Page 76: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

1.5.1.5. 870840

1.5.2. ZUID-KOREA

1.5.2.1. TOP 5 MET BETREKKING TOT DE TOTALE INVOER

Eveneens bij Zuid-Korea beschouwen we eerst en vooral enkele zelf samengestelde tabellen i.v.m. de invoertotalen voor de topinvoerders van de Unie m.b.t. producten uit Zuid-Korea. Uiteraard is ook hier enige overlapping met de analyse van hoofdstuk 2.

TABEL: TOP-5 EU-IMPORTEURS VAN ALLE ZUID-KOREAANSE GOEDEREN IN 2008 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Zuid-Koreaanse goederen: 39.537.282.4071 Duitsland 8.002.376.0232 Verenigd Koninkrijk 4.021.780.5093 Italië 3.039.698.5514 Nederland 2.893.010.6525 Polen 2.788.089.660

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL: TOP-5 EU-IMPORTEURS VAN ALLE ZUID-KOREAANSE GOEDEREN IN 2009 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Zuid-Koreaanse goederen: 32.364.626.5781 Duitsland 6.402.216.4262 Verenigd Koninkrijk 2.786.951.9293 Poland 2.622.930.1844 Griekenland 2.506.327.9475 Nederland 2.299.533.556

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL: TOP-5 EU-IMPORTEURS VAN ALLE ZUID-KOREAANSE GOEDEREN IN 2010 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Zuid-Koreaanse goederen: 39.395.838.1741 Duitsland 9.927.507.3692 Slovakije 3.486.964.4833 Italië 2.986.214.1644 Verenigd Koninkrijk 2.722.914.8645 Nederland 2.629.721.985

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

Page 77: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

TABEL: TOP-5 EU-IMPORTEURS VAN ALLE ZUID-KOREAANSE GOEDEREN IN 2011 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Zuid-Koraanse goederen: 36.175.119.4811 Duitsland 8.280.553.3842 Italië 3.255.295.2703 Slovakije 3.013.403.8364 Nederland 2.740.180.2105 Verenigd Koninkrijk 2.697.900.445

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL: TOP-5 EU-IMPORTEURS VAN ALLE ZUID-KOREAANSE GOEDEREN IN 2012 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Zuid-Koreaanse goederen: 37.860.899.7161 Duitsland 7.082.192.1952 Slovakije 3.741?536.5933 Verenigd Koninkrijk 3.500.848.1594 Frankrijk 3.400.912.2095 Nederland 2.804.274.234

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

FIGUUR: TOTALE IMPORT VAN DE EU-27 VAN ZUID-KORAANSE GOEDEREN (2008-2012)

2008 2009 2010 2011 201220,000,000,000

25,000,000,000

30,000,000,000

35,000,000,000

40,000,000,000

45,000,000,000

Totale import EU-27 vanuit Japan

Jaar

Bron: Eigen samenstelling op basis van de gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

Waar we in geen geval naast konden kijken bij de analyse van Japan, valt ook hier de dominante positie van Duitsland niet te ontkennen. De rest van de top 5 blijft ook hier echter doorheen de jaren gelijk, enkel in 2009 bemerken we de intrede van Griekendland.

Het totaal van bovenstaande tabel voor 2009, 32.364.626.578 Euro, toont de invloed van de crisis, die in 2008 en vooral 2009 tot explosie kwam. We zien een afname van de totale invoer met zo’n 7 miljard Euro. Hierna volgt een herstel, maar met een

Page 78: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

kleine kater, want in 2011 en 2012 zakt het totaal weer t.o.v. 2010. Bij de inleidende paragrafen onder 3.4 haalden we het reeds aan; ook hier zit de ramp van Fukushima hoogstwaarschijnlijk voor iets tussen.

1.5.2.2. TOP 5 M.B.T. HOOFDSTUK 87: NIET-SPOORVOERTUIGEN

In een volgende stap bekijken we het cijfermateriaal voor hoofdstuk 87. Op die manier werken we stilaan naar de kernsescties 8703 en 8708 toe.

TABEL: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN ZUID-KOREAANSE GOEDEREN UIT HOOFDSTUK 87 IN 2008 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Zuid-Koreaanse goederen uit hoofdstuk 87: 5.026.584.214

1 Duitsland 593.739.8132 Slovenië 565.828.8643 België 558.571.5754 Italië 488.545.7275 Spanje 471.737.852

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN ZUID-KOREAANSE GOEDEREN UIT HOOFDSTUK 87 IN 2009 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Zuid-Koreaanse goederen uit hoofdstuk 87: 3.349.427.946

1 Duitsland 468.913.0622 Italië 422.870.9773 België 382.991.2734 Verenigd Koninkrijk 344.4711965 Spanje 304.428.1346 Slovenië 249.631.530

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

Page 79: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

TABEL: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN ZUID-KOREAANSE GOEDEREN UIT HOOFDSTUK 87 IN 2010 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Zuid-Koreaanse goederen uit hoofdstuk 87: 3.826.866.057

1 Slovakije 483.047.0682 België 423.987.1953 Duitsland 410.533.1174 Spanje 392.581.1165 Verenigd Koninkrijk 391.143.6096 Italië 332.303.792 7 Slovenië 269.773.009

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN ZUID-KOREAANSE GOEDEREN UIT HOOFDSTUK 87 IN 2011 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Zuid-Koreaanse goederen uit hoofdstuk 87: 5.074.729.477

1 Duitsland 617.290.8062 Tsjechië 608.910.5693 Spanje 546.728.3354 Slovakije 521.386.3035 Italië 515.702.3236 Slovenië 329.185.9047 België 303.910.893

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN ZUID-KOREAANSE GOEDEREN UIT HOOFDSTUK 87 IN 2012 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Zuid-Koreaanse goederen uit hoofdstuk 87: 5.929.949.036

1 Tsjechië 833.849.4162 Duitsland 786.345.6333 Slovakije 580.226.0844 Spanje 515.443.2495 Frankrijk 430.923.8766 Italië 415.728.2187 België 394.102.4298 Slovenië 324.095.824

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

Page 80: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

FIGUUR: IMPORT VAN ZUID-KOREAANSE GOEDEREN UIT HOOFDSTUK 87 DOOR EU-27 (2008-2012).

2008 2009 2010 2011 20120

500,000,000

1,000,000,000

1,500,000,000

2,000,000,000

2,500,000,000

3,000,000,000

3,500,000,000

4,000,000,000

4,500,000,000

Import hfst.87 vanuit Zuid-Korea

Jaar

Bron: eigen bewerking op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

Wanneer we ons toespitsen op de goederen uit hoofdstuk 87, de niet-spoorvoertuigen, zien we dat de top 5 elk jaar licht verschillend is, met Duitsland dat zich steeds bovenaan de top 3 nestelt. Vanaf 2011 treedt Tsjechië ten tonele om een prominente rol op te eisen en Duitsland van de troon te stoten.

We bemerken in 2009 een stevige dip t.o.v. 2008 maar in tegenstelling tot een terugval in 2011 en 2012 t.o.v 2010 in de totalen, blijft hier hier een positieve trend waarneembaar na het crisisjaar 2009. Dit is deels de verklaren door de enorme opkomst van handelspoorten, Tsjechië en Slovakije. Dewelke voor Zuid-Korea enorm belangrijke handelspoorten worden vanaf 2010 voor de export van goederen uit sectie 17, in het speciefiek hoofdstuk 87.

Een korte conclusie over deze en de vorige paragraaf kunnen we formuleren a.h.v. enkele percentages. Zo bedroeg de import van hoofdstuk 87 in 2008 12,7% van de totale import waarna het in 2009 en in 2010 als gevolg van de crisis daalde naar een 10% om daarna in 2011 en 2012 terug sterker te stijgen naar een aandeel van 14% en 15,6% ten aanzien van de totale import. Zuid-Korea’s import van hoofdstuk 87 is dus groter na de crisis dan voorheen.

Page 81: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

1.5.2.3. TOP 5 M.B.T. PRODUCTGROEP 8703: PERSONENWAGENS

Met deze paragraaf raken we opnieuw aan de kern van onze proef. Langs waar voert Zuid-Korea hoofdzakelijk personenwagens en onderdelen in in de Europese Unie en hoe evolueert het cijfer dat deze invoerstroom karakteriseert?

TABEL: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN ZUID-KOREAANSE GOEDEREN UIT GROEP 8703 IN 2008 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Zuid-Koreaanse goederen uit 8703: 3.945.232.3861 Slovenië 528.066.5102 Duitsland 496.571.0793 Italië 453.140.6124 Spanje 449.495.5145 België 431.105.128

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN ZUID-KOREAANSE GOEDEREN UIT GROEP 8703 IN 2009 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Zuid-Koreaanse goederen uit 8703: 2.609.933.9611 Italië 410.038.6152 Duitsland 384.280.8223 Verenigd Koninkrijk 314.264.8324 België 282.294.8535 Spanje 281.398.2966 Slovenië 244.619.734

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN ZUID-KOREAANSE GOEDEREN UIT GROEP 8703 IN 2010 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Zuid-Koreaanse goederen uit 8703: 2.449.218.0401 Spanje 357.838.2552 Verenigd Koninkrijk 341.349.9733 Italië 308.529.7404 Duitsland 285.492.5515 België 275.108.1786 Slovenië 259.032.479

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

Page 82: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

TABEL: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN ZUID-KOREAANSE GOEDEREN UIT GROEP 8703 IN 2011 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Zuid-Koreaanse goederen uit 8703: 3.395.376.7451 Spanje 503.906.2682 Italië 482.793.4233 Duitsland 457.775.3654 Verenigd Koninkrijk 377.630.4075 Frankrijk 324.954.6716 Slovenië 304.288.3517 België 224.263.452

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN ZUID-KOREAANSE GOEDEREN UIT GROEP 8703 IN 2012 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Zuid-Koreaanse goederen uit 8703: 3.900.361.7971 Verenigd Koninkrijk 661.484.1732 Duitsland 607.534.8473 Spanje 468.235.5454 Frankrijk 375.536.7145 Italië 374.244.8816 België 323.128.9667 Slovenië 297.644.064

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

FIGUUR: IMPORT VAN ZUID-KOREAANSE GOEDEREN UIT SECTIE 8703 DOOR EU-27 (2008-2012).

2008 2009 2010 2011 20120

500,000,000

1,000,000,000

1,500,000,000

2,000,000,000

2,500,000,000

3,000,000,000

3,500,000,000

4,000,000,000

4,500,000,000

Import sectie 8703 vanuit Zuid-Korea

Jaar

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

Page 83: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

FIGUUR: TOPIMPORTEURS GROEP 8703

13%

13%

11%

11%11%

40%

Topimporteurs groep 8703 (2008)SI DE IT ES BE REST

Bron: Eigen bewerking op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

17%

16%

13%11%11%

10%

23%

Topimporteurs groep 8703 (2009)IT DE V.K. BE ES SI REST

Bron: Eigen bewerking op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

Page 84: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

15%

14%

13%12%

11%

25%

11%

Topimporteurs groep 8703 (2010)ES V.K. IT DE BE REST SI

Bron: Eigen bewerking op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

15%

14%

13%11%10%

28%

9%

Topimporteurs groep 8703 (2011)ES IT DE V.K. FR REST SI

Bron: Eigen bewerking op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

Page 85: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

17%

16%

12%10%10%

29%

8%

Topimporteurs groep 8703 (2012)V.K. DE ES FR IT REST SI

Bron: Eigen bewerking op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

Conclusie groep 8703:

Uit voorgaande gegevens concluderen we hetvolgende: sectie 8703, personenwagens, daalt in 2009 en 2010, maar weet zich te herpakken tegen 2012 om terug op oude niveau van 2008 te komen. In 2008 halen de personenwagens een importaandeel van bijna 4 miljard euro om daarna in 2009, het crisisjaar, te dalen naar 2,6 miljard en 2,6 miljard euro in 2010. In 2011 stijgt het aandeel terug sterk naar 3,4 miljard euro en in 2012 haalt het zelfs een marktaandeel van bijna 4 miljard euro, het niveau van voor de crisis.

Verder vormt de 8703, personenwagens, groep een siginificant aandeel van hoofdstuk 87. In zowel 2008 als 2009 haalt het een aandeel van 78% in hoofdstuk 87. In 2010, 2011 en 2012 zien we dat de crisis en nasleep ervan merkbaar wordt op de import van de personenwagens. Het aandeel daalt in 2010 naar 64% van hoofdstuk 87, maar stijgt weer licht in devolgende jaren 2011 en 2012. Hier haalt het een aandeel van 67% en 65,7% in hoofdstuk 87. We besluiten dus dat de personenwagens een belangrijk onderdeel zijn van de 87 groep.

Page 86: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Top 5 m.b.t. productgroep 8708: onderdelen voor personenwagens

TABEL: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN ZUID-KOREAANSE GOEDEREN UIT GROEP 8708 IN 2008 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Zuid-Koreaanse goederen uit 8708: 918.372.4911 Slovakije 303.356.2162 Polen 137.735.6263 België 115.936.8834 Duitsland 87.403.0625 Verenigd Koninkrijk 38.551.426

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN ZUID-KOREAANSE GOEDEREN UIT GROEP 8708 IN 2009 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Zuid-Koreaanse goederen uit 8708: 656.610.2821 Tsjechië 157.236.7872 Slovakije 152.856.0893 België 91.613.5664 Duitsland 75.589.1835 Polen 52.368.9316 Verenigd Koninkrijk 18.335.041

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN ZUID-KOREAANSE GOEDEREN UIT GROEP 8708 IN 2010 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Zuid-Koreaanse goederen uit 8708: 1.283.069.0951 Slovakije 472.462.2182 Tsjechië 297.707.9723 België 141.426.9604 Duitsland 112.871.7145 Polen 50.487.4816 Verenigd Koninkrijk 29.783.385

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

TABEL: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN ZUID-KOREAANSE GOEDEREN UIT GROEP 8708 IN 2011 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Zuid-Koreaanse goederen uit 8708: 1.563.655.8371 Tsjechië 531.297.4742 Slovakije 513.267.0163 Duitsland 140.454.1674 België 72.991.2635 Nederland 56.548.2046 Verenigd Koninkrijk 44.270.9637 Polen 25.282.762

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

Page 87: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

TABEL: TOP 5 EU-IMPORTEURS VAN ZUID-KOREAANSE GOEDEREN UIT GROEP 8708 IN 2012 (IN EURO)

totale import door EU-27 van Zuid-Koreaanse goederen uit 8708: 1.922.055.2171 Tsjechië 791.452.1742 Slovakije 566.585.1023 Duitsland 158.877.1024 Nederland 62.514.3505 België 61.394.6336 Verenigd Koninkrijk 56.575.2567 Polen 25.402.254

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

FIGUUR: IMPORT VAN ZUID-KOREAANSE GOEDEREN UIT SECTIE 8708 DOOR EU-27 (2008-2012).

2008 2009 2010 2011 20120

500,000,000

1,000,000,000

1,500,000,000

2,000,000,000

2,500,000,000

Import sectie 8708 vanuit Japan

Jaar

Bron: Eigen bewerking op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

FIGUUR: TOPIMPORTEURS GROEP 8708, ONDERDELEN.

33%

15%13%10%

4%

26%

Topimporteurs groep 8708 (2008)SI PL BE DE V.K. REST

Bron: Eigen bewerking op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

Page 88: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

24%

23%14%

12%

8%

19%

Topimporteurs groep 8708 (2009)CZ SK BE DE PL REST

Bron: Eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

37%

23%11%

9%

4%

16%

Topimporteurs groep 8708 (2010)SK CZ BE DE PL REST

Bron: Eigen bewerking op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

Page 89: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

34%

33%

9%

5%

4%13% 3%

Topimporteurs groep 8708 (2011)SK CZ DE BE NL REST V.K.

Bron: Eigen bewerking op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

41%

29%

8%

3%

9% 6% 3%

Topimporteurs groep 8708 (2012)CZ SK DE NL BE REST V.K.

Bron: Eigen bewerking op basis van data van Eurostat (Eurostat, 2013)

Conclusie groep 8708, onderdelen:

Page 90: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Uit de voorgaande tabellen kunnen we voor de 8708 groep, onderdelen, besluiten dat na het crisisjaar 2009, waar het marktaandeel van 8708 groep een duik maakte van om en bij de 300 miljoen euro, het aandeel van de import van onderdelen in de EU-27 explosief toeneemt en zelfs verdubbelt. Vanaf 2010 waar de onderdelen import verdubbelt t.o.v. 2009, van 650 miljoen euro naar 1,3 miljard euro blijft deze positieve trend in de 8708 groep zich voortzetten. In 2011 stijgt het marktaandeel zelfs naar 1,5 miljard en in 2012 naar bijna 2 miljard euro.

Wat ons voornameljk opvalt is dat vanaf 2010 vooral de handelspoorten Tsjechië en Slovakije de voornaamste importpartners worden van Zuid-Korea en samen meer dan 60% tot zelfs 70%, in 2012, voor hun rekening nemen.

TABEL: RELATIEF BELANG VAN SUBCATEGORIEËN DOORHEEN DE JAREN

% 8703 in 87 % 8708 in 87 % 8708 in 8703 % 87 in totaal2008 78,5% 18,3% 23,3% 12,7%2009 77,9% 19,6% 25,2% 10,3%2010 64% 33,5% 52,4% 9,7%2011 66,9% 30,8% 46% 14%2012 65,7% 32,4% 49,3% 15,6%

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat (Eurostat, 2013)

Uit de tabel zien we dat de toe heeft geslaan in 2009, maar van 2010 zien we voor de onderdelen, sectie 8708, een sterke stijging, zelfs een verdubbeling van het niveau van 2008.

Het procentueel aandeel van de onderdelen in hoofdstuk 87 is kleiner dan het aandeel van de personenwagen, maar de onderdelen winnen wel aan procentueel belang. Het gaat van 18,3% in 2008 naar 32,4% in 2012. De onderderdelen worden dus na het crisisjaar 2009 belangrijker, gezien naar de totalen in sectie 17. Het merendeel van de onderdelen wordt geïmporteerd in Tsjechië en Slovakije. Het grootste deel wordt tevens verscheept naar de haven van Triëste en Capodistrië, hetwelke een doorvoer- en autohaven is in Slovenië.

Het aandeel van de onderdelen in de personenwagens stijgt verder sterk van zo’n 23,3% in 2008 naar 50% in 2012. Het verdubbelt nadat het van 25% in 2009 naar 50% in 2010 gaat. Dit is nog een indicator dat de onderdelen voor Zuid-Korea belangrijker worden na het crisisjaar 2009. De hoofdlanden voor deze stijging van onderdelen zijn dus Tsjechië en Slovakije.

1.5.3. VERGELIJKING

Page 91: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

BIJLAGEN

Hoofdstuk 4: Marktaandelen

JAPAN

4.1 Algemeen

4.2 Relatieve competitieve prijs (PRC)

4.3 Snapshots

4.4 Multi-tier analyse

4.5 Tijdspaden en schatting van de elasticiteit ß

4.6 Andere modellen

ZUID-KOREA

Page 92: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

In dit afsluitende hoofdstuk wordt de Europese import vanuit Zuid-Korea vergeleken

met de Europese import vanuit de wereld. Door gebruik te maken van snapshots kan

men de marktaandelen van de Europese handelspartners bestuderen, zowel in waarde

als in volume.

4.7 Algemeen: vergelijking van de import vanuit Zuid-Korea naar de EU-27 met de

import vanuit de wereld naar de EU-27

Tabel: Europese invoer vanuit Zuid-Korea en vanuit de rest van de wereld.

Years €1000 Tonnes €/kg

(Zuid-

Korea)

€1000 Worldton €/kg

(Wereld)

Base year

€39.357.927 6.825.780 5,76 €1.530.529.945 162.759.606 9,40

Last year

t*

€ 36.153.071 9.019.928 4,00 €1.724.206.631 165.715.866 10,40

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat, 2013.

Opmerking: t° = 2009 en t* = 2010

We zien dat de import vanuit Zuid-Korea in 2011 daalt t.o.v. 2010 wanneer we naar de

totalen uitgedrukt in euro kijken. Wanneer we echter naar het totaal aantal ton kijken,

zien we een sterke stijging. Voor de import vanuit de rest van de wereld naar de EU-27

zien we zowel in euro als in tonnages een stijging van 2010 naar 2011.

Tabel : Marktaandeel van de invoer vanuit Zuid-Korea in de EU-invoer.

Page 93: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Years €1.000 Tonnes €1.000 (world) Worldton Market % in

Market %

in ton

(2010)

€39.357.927 6.825.780 €1.530.529.945 162.759.606 2,57% 4,19%

T*

(2011)

€ 36.153.071 9.019.928 €1.724.206.631 165.715.866 2,09% 5,44%

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat, 2012

Bovenstaande tabel toont ons de aandelen van Zuid-Korea in de totale invoer van de

EU-27. We zien dat het marktaandeel in ton zowel in 2010 als 2011 groter is dan het

aandeel in euro. Dit is hoogstwaarschijnlijk te wijten aan het feit dat Zuid-Korea ook

voornamelijk naast een auto- en scheepsindustrie een elektronika-industrie is.

4.8 Relatieve competitieve prijs (PRC)

Standaard prijsmodel: q = f (Q, p, pcomp)

- verkoop (q) van producten (EU import)

- Relevante markt (Q)

- Eigen prijs (p) (meestal waarde/gewicht eenheid als een proxi)

- Prijs van de competitie

Tabel Ratio analyse van de componenten van het marktaandeel.

Page 94: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Years Pcomp PRW PRC Market % in € Market % in ton

T° (2010) 9,56 0,61 0,60 2,57% 4,19%

T* (2011) 10,77 0,39 0,37 2,09% 5,44%

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat, 2013.

De relatieve prijs wordt bekomen door de import prijs van de externe trading partner

te delen door de wereldprijs. De prijs van de competitie (pcomp) wordt op de

volgende wijze berekend:

Pcomp = (Value world – value partner) / (tons world – tons partner)

in t°: (€1.530.529.945 - €39.357.927) / (162.759.606 - 6.825.780) = 9,56

in t*: (€1.724.206.631 - € 36.153.071) / (165.715.866 - 9.019.928) = 10,77

De PRC vinden we terug door de import prijs van Zuid-Korea te delen door de pcomp:

in t°: 5,76/9,56 = 0,60

in t*: 4,00/10,77 = 0,37

We zien dat het verschil tussen de PRC en de PRW zeer miniem is. Naarmate de

externe trading partner een meer significante rol gaat spelen voor de EU, zal dit

verschil toenemen. Zuid-Korea speelt dus niet meteen een erg significante rol als

belangrijke importpartner voor de EU-27.

4.9 Snapshots

Page 95: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

In wat volgt vormt de combinatie van de PRC en de marktaandelen in Euro en tonnen

een snapshot. Van deze snapshots bestaan er 6 verschillende mogelijkheden die alle

standaard uitkomsten kunnen weergeven. Wanneer we op de verticale as de prijs

relatief t.o.v. de concurrentie (PRC) afbeelden en op de horizontale as het

marktaandeel, zowel op vlak van waarde als op vlak van gewicht, kunnen we een

analyse maken van het marktaandeel en de prijssensitiviteit.

De volgende snapshot wordt bekomen door de PRC te selecteren als een functie van

de logaritme van de marktaandelen.

Figuur: analyse marktaandeeln en prijsgevoeligheid van totale handel.

4.000 5.000 6.000 7.000 8.000 9.000 10.0000.650

0.660

0.670

0.680

0.690

0.700

0.710

0.720

Tricky Gambler

"value" "volume"

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat, 2013.

TABEL: Bronggegevens voor snapshot importtotaal Z-Korea en de rest van de wereld.

Page 96: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Jaar EUR Ton

EUR/kg EURworld Tonworld

EUR/kg

Pcomp

Pcomp/PW

PRW

PRC

%-EUR

%-ton

2010

39.357.927

6825780 5,77

1.530.529.945

1.627.596.064 0,94 0,92 0,98

6,13

6,27

2,572

0,419

2011

36.153.071

9019928 4,01

1.724.206.632

1.657.158.662 1,04 1,02 0,98

3,85

3,91

2,097

0,544

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat, 2013.

UITLEG

4.10 Vergelijking van de import vanuit Zuid-Korea naar de EU-27 met de import van de

wereld naar de EU-27 voor hoofdstuk 87.

FIGUUR: ANALYSE MARKTAANDELEN EN PRIJSGEVOELIGHEID VAN HOOFDSTUK 87

4.000 5.000 6.000 7.000 8.000 9.000 10.0000.650

0.660

0.670

0.680

0.690

0.700

0.710

0.720

Snobby Girl

"value" "volume"

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat, 2013.

Quinten Van Puyenbroeck, 17/05/13,
Page 97: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

TABEL: Bronggegevens voor snapshot importtotaal hoofdstuk 87 Z-Korea en de rest van de

wereld.

Jaar EUR Ton EUR/kg EURworld TonworldEUR/

kg Pcomp Pcomp/PW PRW PRC%-

EUR

2010 3.826.866 642.856,60 5,95 48.780.582 6.722.596 7,26 7,39 1,02 0,82 0,81 7,845

2011 5.074.729 825.863,60 6,14 53.211.741 7.398.750 7,19 7,32 1,02 0,85 0,84 9,537 11,162

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat, 2013.

Tabel Ratio analyse van de componenten van het marktaandeel uit hoofdstuk … met de

EU.

Years Pcomp PRW PRC Market % in € Market % in ton

T° (2010) 1,02 0,82 0,81 7,85% 9,56%

T* (2011) 1,02 0,85 0,84 9,54% 11,16%

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat, 2013.

UITLEG

Quinten Van Puyenbroeck, 17/05/13,
Quinten Van Puyenbroeck, 12/05/13,
Page 98: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

4.11 Vergelijking van de import vanuit Zuid-Korea naar België met de import vanuit de

wereld naar België voor hoofdstuk 87.

FIGUUR: ANALYSE MARKTAANDELEN EN PRIJSGEVOELIGHEID VAN HOOFDSTUK 87 VOOR BELGIË.

4.000 5.000 6.000 7.000 8.000 9.000 10.0000.650

0.660

0.670

0.680

0.690

0.700

0.710

0.720

Next Time Better

"value" "volume"

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat, 2013.

TABEL: BRONGGEGEVENS ANALYSE MARKTAANDELEN EN PRIJSGEVOELIGHEID VAN HOOFDSTUK 87 VOOR BELGIË.

Jaar EUR Ton

EUR/kg EURworld

Tonworld

EUR/kg

Pcomp

Pcomp/PW

PRW

PRC

%-EUR

%-ton

2008

423.987

66.851,00 6,34

6.546.515 720.535 9,09 9,37 1,03 0,70

0,68

6,477

9,278

2009

303.911

45.461,40 6,69

5.935.024 647.755 9,16 9,35 1,02 0,73

0,72

5,121

7,018

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat, 2013.

UITLEG.

Quinten Van Puyenbroeck, 17/05/13,
Page 99: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

TABEL : ANALYSE MARKTAANDELEN EN PRIJSGEVOELIGHEID VAN HOOFDSTUK 87 VOOR BELGIË.

Years Pcomp PRW PRC Market % in € Market % in ton

T° (2010) 1,03 0,70 0,68 6,47% 9,28%

T* (2011) 1,02 0,73 0,72 5,12% 7,02%

Bron: eigen bewerking op basis van gegevens van Eurostat, 2013.

4.12 Andere modellen

Doorheen de jaren zijn er nog tal van andere modellen op de wereld losgelaten,

gebasseerd op het concept van het ‘marktaandeel’. De BCG matrix is hier een

voorbeeld van, hij combineert het marktaandeel met groei in vier ‘iconen’.

BCG matrix

Groot marktaandeel Klein marktaandeel

Grote groei STAR Wildcat

Kleine groei Cow Dog

Het spreekt voor zich dat de STAR producten het van het zijn en dat de Dog producten

zoveel mogelijk gemeden willen worden. De Cow zijn dan weer belangrijk om de groei

te onderhouden aangezien STAR producten meestal niet van lange duur zijn. Wildcats

dragen ook op een goede manier bij tot een sterk productgamma dat een toekomst

biedt. Dit idee kan uitgebreid worden naar de berekening van de PDI of andere

prestatie maatstaven.

Page 100: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Reference List

Eurostat (2013). EU27 Trade Since 1988 By HS2-HS4. Retrieved, 30-3-2013 from

http://appsso.eurostat.ec.europa.eu/nui/setupModifyTableLayout.do

Page 101: Mad Fingerpaint Skills Vol. 3

Eurostat (2013). GDP and main components - Current prices. Retrieved, 1-5-2013 from

http://appsso.eurostat.ec.europa.eu/nui/show.do?

dataset=nama_gdp_c&lang=en

Evrard Claessens (2007). European Integration: Global Trade & Transportation.

Antwerp: Universitas.

Port of Antwerp (2013). Ro/ro. Retrieved, 2-4-2013 from

http://www.portofantwerp.com/en/roro

Port of Zeebrugge (2013). New cars. Retrieved, 2-4-2013 from

http://www.portofzeebrugge.be/en/node/453