M4 pr6 v2.0 epu verlichting 060411 pres versie · 2016. 1. 19. · 4 Typisch aandeel in het totaal...
Transcript of M4 pr6 v2.0 epu verlichting 060411 pres versie · 2016. 1. 19. · 4 Typisch aandeel in het totaal...
-
Verlichting
versie 2.0
Module 4.6
-
2
Overzicht
• Inleiding
• Berekeningsmethoden– Forfaitaire waarden– Geïnstalleerde vermogens
• Hulpvariabele L• Vermogen
• Schakelende regelsystemen
• Modulerende regelsystemen
• Resultaten en variantenanalyse
• Parasitair verbruik
• Bijlage: oppervlakte daglichtdeel
-
§5.4 Transmissie-
verliezen
§5.5 Ventilatie –verliezen
§5.6 Interne winsten
§5.7 Zonne-winsten
§5.3 Netto behoefte
voorkoeling
§5.2Netto
behoeftevoor
ruimte-verwarming
Systeem-rendement §6.3
Systeem-rendement §6.3
§7.2.1Eindenergie-
verbruikvoor
ruimteverwarming
Opwekkings-rendement (incl. WKK)
§8Hulpenergie
- ElektriciteitPV (EPW §12)& WKK (Bijl. A )
§10Jaarlijksprimairenergie-verbruik
Omzettings-factor
§6 Brutobehoefte
voorruimte-
verwarming
§7.2.1Thermische
zonne-energie
§6Bruto
behoeftevoor
koeling
Opwekkings-rendement (incl. WKK)
§7.2.2Eindenergie-
verbruikvoor
koeling
§4E-peil
§4 Referentie-
waarde
Hoofdstukkenoverzicht EPU
§9 Verlichting
§5.6 Interne winsten
§5.7 Zonne-winsten
§5.4 Transmissie-
verliezen
§5.5 Ventilatie –verliezen
§7.2.1.Bevochtiging
-
4
Typisch aandeel in het totaal primair verbruik (P90a)
27%Transmissie
12%Bewusteventilatie
7%
In/exfiltratie7%
Koeling
7%Ventilatoren
1.50%Pompen
38%
Verlichting
zonder energiezuinige verlichting kan het moeilijk zijn aan E100 te voldoen
-
5
Welke verlichting wordt in de EP beschouwd?
• Niet : – Verlichting buiten het EPU volume
– Buitenverlichting
– Draagbare verlichting– Noodverlichting
• Wel :– Alle vaste armaturen
-
6
Berekening elektriciteitsverbruik voor verlichting
Per energiesector de keuze tussen 2 opties: berekening op basis van
• forfaitaire waarden
of
• de geïnstalleerde vermogens
-
7
Overzicht
• Inleiding
• Berekeningsmethoden– Forfaitaire waarden– Geïnstalleerde vermogens
• Hulpvariabele L• Vermogen
• Schakelende regelsystemen
• Modulerende regelsystemen
• Resultaten en variantenanalyse
• Parasitair verbruik
• Bijlage: oppervlakte daglichtdeel
-
8
Berekeningsmethode: Forfaitaire waarden
• Geen verdere invoer nodig• MAAR:
– Veeleer ongunstige waarden!• nl. 20 W/m² om 500 lux te realiseren
– Indien toegepast op het ganse EPU-volumedan extreem energiebesparende technieken nodig op
andere vlakken (isolatie, warmteterugwinning, ...) om te compenseren
– Niet evident om nog aan de E-peil eis te voldoen– Bijgevolg best niet of slechts in beperkte mate
gebruiken
-
10
Overzicht
• Inleiding
• Berekeningsmethoden– Forfaitaire waarden– Geïnstalleerde vermogens
• Hulpvariabele L• Vermogen
• Schakelende regelsystemen
• Modulerende regelsystemen
• Resultaten en variantenanalyse
• Parasitair verbruik
• Bijlage: oppervlakte daglichtdeel
-
11
Geïnstalleerde vermogens: algemeen
• Extra invoer nodig (t.o.v. forfaitaire methode)• Voordeel:
– het berekende verbruik kan veel lager zijn dan de forfaitaire waarden
– beter E-peil– wordt bij voorkeur voor zo veel mogelijk
energiesectoren gebruikt
-
12
Geïnstalleerde vermogens
• Gegevens moeten per ruimte ingegeven worden– in ruimten zonder vaste verlichting wordt gerekend
met vaste waarden • komt zelden voor• dezelfde waarden als bij de forfaitaire berekening
– wanneer wel vaste verlichting aanwezig is (normaliter het geval), moeten de installatiekenmerken ingegeven worden
-
13
Berekening o.b.v. de installatiekenmerken
• Berekening van:– een dimensieloze hulpvariabele L:
• een zeer ruwe benadering van het verlichtingsniveau • bepaalt mede het referentie verbruik (noemer in de definitie
van het E-peil): hoe hoger het benodigde/gerealiseerde verlichtingsniveau, hoe meer energie voor verlichting verbruikt mag worden
• heeft geen invloed op het karakteristiek verbruik (teller in het E-peil)
– het jaarlijks elektriciteitsverbruik, a.d.h.v.• alle armaturen met hun kenmerken• het type regelingen
– aan/uitschakeling– ev. daglichtdimming
• daglichttoetreding
-
14
Overzicht
• Inleiding
• Berekeningsmethoden– Forfaitaire waarden– Geïnstalleerde vermogens
• Hulpvariabele L• Vermogen
• Schakelende regelsystemen
• Modulerende regelsystemen
• Resultaten en variantenanalyse
• Parasitair verbruik
• Bijlage: oppervlakte daglichtdeel
-
15
Berekening van de hulpvariabele L
• 2 opties:– ofwel verlichtingsniveau bepalen met een
gedetailleerd (extern) rekenprogramma• kan aangewezen zijn voor (speciale) systemen die
ondergewaardeerd worden met de vereenvoudigde methode
• het rekenprogramma dient erkend te zijn door de overheid
– ofwel automatisch o.b.v. de lichtstroom van de lampen en de fluxcode (armatuurkarakteristiek)
• maar enkel voor plafondarmaturen– dus niet voor wand- of vloerarmaturen
• + enkel indien het plafondarmatuur ‘neerwaarts’ is gericht– pas op voor hellend bevestigde armaturen – pas op voor beweegbare spots
-
16
Armaturen die niet beschouwd worden voor L (1)
• Wand- en vloerarmaturen
-
17
Armaturen die niet beschouwd worden voor L (2)
Plafondarmaturen die niet “neerwaarts” gericht zijn• criterium:
– bij vaste armaturen: de hoofdas wijkt meer dan 45° af van de verticale
– bij beweegbare spots: de hoofdas kan meer dan 45°afwijken van de verticale (in de meest ‘opwaartse’ stand)
• of anders uitgedrukt:– plafondarmatuur tegen te schuine wand (meer dan
45° geheld)– beweegbare spots die te schuin kunnen georiënteerd
worden (meer dan 45° geheld)• zie figuren op de volgende slide
-
18
Armaturen die niet beschouwd worden voor L (3)
-
19
Vereenvoudigde bepaling van de hulpvariabele L
Nodige gegevens:• aantal lampen• lichtstroom per lamp (lumen)• 3 cijfers uit de CIE flux code
(totale flux code is set van 5 cijfers: zie verder)– .N2– .N4– .N5
CIE flux code: • gedefinieerd in CIE publicatie n°52 (1982)• deze is identiek aan de recentere CEN flux code
(EN 13032-2:A-2004)
-
20
α
ω
CIE flux code
α = tophoek (°)
ω = ruimtehoek (steradialen)
-
21
CIE flux code
α = 41.4°
α = 60°
α = 75.5°
α = 90°
α = 180°
α 41.4° 60° 75.5° 90° 180°ω π/2 π 3/4 π 2π 4π
tophoekruimtehoek
-
22
CIE flux code
lumen lumen
-
23
• CIE flux code: productgegeven door leverancier aan te leveren
– Nog niet courant terug te vinden in catalogi
– Kan wel gemakkelijk berekend worden door de leverancier uitgaande van het polair diagramma(geïntegreerde waarden)
-
24
Overzicht
• Inleiding
• Berekeningsmethoden– Forfaitaire waarden– Geïnstalleerde vermogens
• Hulpvariabele L• Vermogen
• Schakelende regelsystemen
• Modulerende regelsystemen
• Resultaten en variantenanalyse
• Parasitair verbruik
• Bijlage: oppervlakte daglichtdeel
-
25
Andere armatuurgegevens
• Vermogen (Watt)– de rekenwaarde voor het nominaal vermogen van
alle lampen met inbegrip van eventuele voorschakelapparaten (ballasten, transformatoren, ...), sensoren, regelingen en/of schakelaars van het armatuur
• Vrij instelbare verlichtingssterkte– dit wil zeggen dat het verlichtingsniveau kan
ingesteld worden• vb 1: door instelling in het armatuur (regeling van de lichtflux
door een technieker)• vb 2: manuele regeling van de lichtflux (door de gebruiker,
bv. met draaiknop)
-
26
-
27
-
28
Overzicht
• Inleiding
• Berekeningsmethoden– Forfaitaire waarden– Geïnstalleerde vermogens
• Hulpvariabele L• Vermogen
• Schakelende regelsystemen
• Modulerende regelsystemen
• Resultaten en variantenanalyse
• Parasitair verbruik
• Bijlage: oppervlakte daglichtdeel
-
29
Schakelende systemen
• Reductiefactor voor het energieverbruik: fswitch:– functie van de gecontroleerde oppervlakte– As : de grootste geregelde oppervlakte die door 1
schakelaar of sensor geschakeld wordt in de ruimte, in m²
2 grenzen :
As < 8 m2 – maximale besparing
As > 30 m2 – geen besparing meer
-
30
Schakelende systemen
1.00• grootste geregelde oppervlakte As ≥ 30 m²
0.85-indien terugschakeling naar dimstand bijafwezigheid:
0.70-indien volledige uitschakeling bij afwezigheid:
• grootste geregelde oppervlakte As < 30 m²
Manuele aanschakeling; afwezigheidsdetectie schakelt automatisch uit of naar dimstand (manueel aan; auto uit/dim)
1.00• grootste geregelde oppervlakte As ≥ 30 m²
0.90-indien terugschakeling naar dimstand bij afwezigheid:
0.80-indien volledige uitschakeling bij afwezigheid:
• grootste geregelde oppervlakte As < 30 m²
Aanwezigheidsdetectie: schakelt zowel automatisch aan als automatisch uit of naar dimstand (auto aan; auto uit/dim)
zie grafiek op volgende slide
Manuele schakeling
1.00Centraal aan/uit en alle andere systemen die hieronder niet vermeld worden
fswitchOmschrijving schakeling
-
31
fswitch - manueel
0.8
0.85
0.9
0.95
1
1.05
1.1
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50
As (m2)
F sw
itch
Man
ueel
8 m2
30 m2
-
32
-
33
Overzicht
• Inleiding
• Berekeningsmethoden– Forfaitaire waarden– Geïnstalleerde vermogens
• Hulpvariabele L• Vermogen
• Schakelende regelsystemen
• Modulerende regelsystemen
• Resultaten en variantenanalyse
• Parasitair verbruik
• Bijlage: oppervlakte daglichtdeel
-
34
Modulerende regelsystemen
• Reductie factor voor het energieverbruik– fmod
• 2 verschillende factoren– fmod artificial area kunstlichtdeel– fmod daylight area daglichtdeel
• functie van gecontroleerde oppervlakte
– Am : de grootste geregelde oppervlakte die door 1 sensor gedimd wordt in de ruimte, in m²
2 grenzen :
Am < 8 m2 – maximale besparing
Am > 30 m2 – geen besparing meer
-
35
fmod dayl en fmod artif
0.5
0.6
0.7
0.8
0.9
1
1.1
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50
Am(m2)
Valu
e
F mod dayl F mod artif
8 m2 30 m2
Indien er 1 daglichtsensor per armatuur is, is de geregelde oppervlakte meestal kleiner dan 8 m².
-
36
-
37
Overzicht
• Inleiding
• Berekeningsmethoden– Forfaitaire waarden– Geïnstalleerde vermogens
• Hulpvariabele L• Vermogen
• Schakelende regelsystemen
• Modulerende regelsystemen
• Resultaten en variantenanalyse
• Parasitair verbruik
• Bijlage: oppervlakte daglichtdeel
-
38
-
39
-
40
Sensitiviteitsanalyse op 50 kantoren: verlichting
waarde bij ontstentenis (20 W/m²) i.p.v. typische 12 W/m²:gemiddeld E112.1 i.p.v. E89.5
meer dan 20 E-punten verlies!
0
20
40
60
80
100
120
140
5 10 15 20 25
Geïnstalleerd vermogen voor 500 lux (W/m²)
E-pe
il
Emax Egem Emin
-
41
Samenvatting : eenvoudige invloedsfactoren
• L ↑ en P = cst → E-peil ↓• P ↓ en L = cst → E-peil ↓• fswitch ↓ en P&L = cst → E-peil ↓• fmod dayl ↓ en P&L = cst → E-peil ↓• fmod artif ↓ en P&L = cst → E-peil ↓
Op volgende slide: zelfde informatie uitgeschreven
-
42
Verlichting: samenvatting invloedsfactoren
Als fmod artif daalt, daalt het E-peil- Type regeling- Grootste geregeldeoppervlakte
fmod, artif
Als fmod dayl daalt, daalt het E-peil- Type regeling- Grootste geregeldeoppervlakte
fmod, dayl
Als fswitch daalt, daalt het E-peil- Type schakeling- Grootste geregeldeoppervlakte
fswitch
Als het elektrisch vermogen daalt, daalthet E-peil
- Vermogen van de armatuur- Lamp vrij instelbaar
Elektrischvermogen
Als de hulpvariabele stijgt, daalt het E-peil
- Aantal lampen- Lichtstroom per lamp- Fluxcode
Hulpvariabele L
Invloed van een variatie van de factor op het E-peil, als de andere factoren constant blijven
Afhankelijk van:Factor
-
Energiestromen
0
100
200
300
400
500
600
700
800
900
verliezen winsten netto behoefte bruto behoefte eindverbruik primairverbruik
kar. prim.verbruik
max. kar. prim.verbruik
Ener
gies
trom
en(M
J/m
²)
PVmax. kar. prim. verbruikkar. prim. verbruikverlichtingbevochtiginghulpfuncties RVventilatoren(reële of fictieve) koelingnuttige zonnewarmtewinstennuttige int. warmtewinstenruimteverwarmingtransmissieverliezenbewuste ventilatiein/exfiltratie
-
44
Overzicht
• Inleiding
• Berekeningsmethoden– Forfaitaire waarden– Geïnstalleerde vermogens
• Hulpvariabele L• Vermogen
• Schakelende regelsystemen
• Modulerende regelsystemen
• Resultaten en variantenanalyse
• Parasitair verbruik
• Bijlage: oppervlakte daglichtdeel
-
45
Problematiek van het parasitair verbruik
• naast de armaturen zelf kunnen er nog andere elek-triciteitsverbruikers zijn in een verlichtingsinstallatie, bv:– sensoren (bv. voor aanwezigheid)– regelsystemen (control boxes): lokaal en centraal– schakelaars en bus systemen– ‘stand-by’ van armaturen (in wachtstand ‘s nachts)– ...
• vaak klein vermogen, maar verbruik niet verwaarloosbaar wegens permanente consumptie:– verbruiken vaak continu: 24u/dag, 7 dagen/week,
52 weken/jaar (dus 100% van het jaar)– lampen branden in kantoren typisch maar 30% van de totale
jaartijd• soms is eigen verbruik van dezelfde grootte-orde als de
beoogde besparing (bv. bij aanwezigheidsdetectorenper armatuur)
-
46
Problematiek van het parasitair verbruik
• parasitair verbruik moet in principe ook beschouwd worden:– om tot een evenwichtige beoordeling en echte
energiezuinigheid te komen• daarom is dit in EPU §9 in principe opgenomen• echter:
– nog onvoldoende ervaring met de methodologie– misschien niet voldoende robuust voor alle mogelijke
configuraties• daarom: toepassing voorlopig uitgesteld• het is wel de bedoeling dit later (ev. na
verbetering van de methode) toe te passen
-
47
Overzicht
• Inleiding
• Berekeningsmethoden– Forfaitaire waarden– Geïnstalleerde vermogens
• Hulpvariabele L• Vermogen
• Schakelende regelsystemen
• Modulerende regelsystemen
• Resultaten en variantenanalyse
• Parasitair verbruik
• Bijlage: oppervlakte daglichtdeel
-
48
Oppervlakte daglichtdeel
• Gedetailleerde methode– Rekenprogramma– Erkend door de overheid– Daglichtdeel = 3 % daglichtfactor
• Conventionele, vereenvoudigde methode
– Geometrische projecties van de daglichtopeningenop de gebruiksoppervlakten
– ldayl : gevellengte– ddayl : daglicht diepte– τv : visuele transmissiefactor
-
49
Hoogte van de opening
-
50
Gevellengte
-
51
Verticale projectie