n i e u w s b r i e f

Platform voor wijkgericht werkenL pb

e-participatieJaa

rg

an

g 1

5 n

um

me

r 4

no

ve

mb

er

20

08

Thema: E-participatie: Krachtige wijken; Oud Krispijn spreekt zich uit via het web; Online een wijk ontwerpen; Online

vrijwilligerswerk; Online community creëren. In ‘t kort. Portret: Passie werkt aanstekelijk; Lelystad Buurtbudget verhoogd.

LPB-Award 2008: Creativiteit in de wijk

Wie met bewoners werkt, kan niet meer omhet internet heen, ook in het wijkgerichtwerken. Voor het verspreiden van informatie,maar ook voor het versterken van de identi-teit van een wijk, empowerment vanbewoners en de vorming van netwerken.

Door Else Rose Kuiper, Web in de Wijk

Bewoners zijn massaal online. 88% van de Nederlandsebevolking heeft internet. 51% van de Nederlanders zegt in2006 zich een leven zonder internet niet meer te kunnenvoorstellen en 49% heeft een eigen pagina op het 'socialweb' zoals op Hyves, My Space of Youtube. Er zijn in Neder-land nu al zo'n 1.600 wijkwebsites volgens de KenniscirkelICT in Wonen, Zorg en Welzijn. Bovendien wordt het tech-nisch ICT-gereedschap steeds eenvoudiger.

Steeds meer bewoners veranderen van consumenten inproducenten en gaan internet strategisch inzetten om hundoelen te bereiken. Nederland is een Digitale Natie. Devraag is: hoe kunnen we de initiatieven gaan benutten voorhet verbeteren van wijken?

Talloze voorbeeldenInternet wordt op dit moment al op verschillende maniereningezet. Er zijn overheidsinitiatieven zoals in de stadGroningen, Residentienet in Den Haag en Delftweb. Daarbieden gemeenten een webomgeving aan waar bewonerszich kunnen presenteren en hun mening geven. Daarnaastkennen we landelijke systemen zoals Buurtlink, een initiatiefvan de Postcodeloterij, dat aan bewoners laat zien welke

Krachtige wijken

foto: Brekend Vaatwerk

verenigingen in hun buurt vertegenwoordigd zijn. Bewoners kunnen hier informatie kwijt die op postcodezichtbaar wordt. Ook Hyves en Youtube zijn per wijk tebekijken en in te vullen.

Maar er zijn ook steeds meer initiatieven die uit de wijkenzelf voortkomen. Denk aan: - wijkwebsites, waar groepen bewoners activiteiten en ont-wikkelingen in de wijk volgen en bekend maken. Daarvanzijn er honderden. Hierdoor verbetert de informatie overeen wijk. - verhalensites, waar bewoners verhalen over de wijk kwijtkunnen. Deze sites geven een gevoel van 'thuis zijn' entrots zijn op de wijk. In Amsterdam Oost zijn in de af-gelopen 5 jaar bijna 1000 verhalen op de site www.geheugenvanoost.nl verschenen. - burenhulptoepassingen, die onderling dienstbetoon tussen bewoners vergemakkelijken zoals www.burenhulp-centrale.nl, www.tantekwebbel, en www.sharecare.nl. Dezesites brengen contacten en concrete hulp tot stand. Ook

Deze nieuwsbrief gaat over ICT en e-participatie. Over nieuwe instrumenten die langzaammaar zeker hun intrede doen in het wijkgericht werken. Doen we er voldoende mee of is erveel koudwatervrees? In deze nieuwsbrief meer over wat gemeenten en andere partijen inde wijk op dit terrein ontwikkelen.

websites die lets-systemen ondersteunen vallen hier onder;bewoners verdienen er punten met het verlenen van dien-sten en kunnen daarmee wederdiensten 'kopen'. - themawebsites, die ad hoc ontstaan rond een actueelonderwerp. Bijvoorbeeld rondom de herinrichting vanspeelplekken, maar ook rondom gezamenlijke inspannin-gen van instellingen en bewonersorganisaties bij renovatieen herstructurering. - en wijksystemen die bewoners in staat stellen hun activi-teiten zelf, in eigen taal en vorm te presenteren en te combi-neren met die van anderen in de buurt. Denk aan www.web-indewijk.nl; www.buurtbuzz.nl ;www.participatienieuwestijl.nl . Deze sites versterken deidentiteit van een wijk, dragen bij aan empowerment vanbewoners en de vorming van netwerken in de wijk. Dezesites kennen verschillende schaalniveau's, respectievelijk de wijk, de straat, de bewonersorganisatie.

Succes komt niet zomaarDe hierboven genoemde websites gelden als succesvol,maar bewoners betrekken gaat niet vanzelf. Bijvoorbeeld:voor wijkwebsites is het op de lange duur altijd moeilijk om goede redacteuren te vinden om de website actueel tehouden. Bij de verhalensites leert de ervaring dat een goedevrijwilligerscoördinator en een inspirerende trainer medebe-palend zijn voor het succes. Bij burenhulptoepassingenspeelt vertrouwen een belangrijke rol; mensen moetenimmers durven ingaan op een aanbod. Ook daar is iemandin de buurt, die vraag en aanbod stimuleert en koppelt, eenvoorwaarde voor succes. Bij websystemen in wijken is inspi-rerende ondersteuning ook een voorwaarde om de gesteldedoelen te bereiken.

Web in de WijkWeb in de Wijk is een bottom-up aanpak, die de zelforgani-satie van bewoners en organisaties bevordert met ICT alsondersteunend gereedschap. Web in de Wijk heeft in dewijk een huiskamer met computers, die fungeert als ont-moetingsplek voor bewoners en organisaties. Met een speciale websitebouwdoos kunnen alle wijkbewoners eeneigen website maken. Een speciaal opgeleide medewerker,de zogeheten 'animateur', (een in België en Duitsland aleen langer gebruikte term), is aanwezig in de wijk en inspi-reert mensen en organisaties te vertellen waar zij mee bezigzijn, samen te gaan werken en daarover een website temaken. De medewerker plaatst de gemaakte websites ineen 'wijkverzamelportaal', zodat iedereen in de wijk kanzien wat er zoal in de wijk gebeurt. Ook de websites vanorganisaties in de wijk, soms gemaakt met de bouwdoos,soms met een ander programma, kunnen met het wijkver-zamelportaal worden verbonden.

Web in de Wijk start bij de ambities en drijfveren van individuen. Animateurs verbinden op grond daarvan de verschillende bewoners met elkaar. Er wordt gewerkt vanuitde kracht van de wijk, niet vanuit de problemen. Mensenkrijgen door de projecten met de websites het gevoel dat zeiets bijzonders kunnen. “Ik ben een coole oma, want ik hebeen eigen website”. Doordat ook anderen dat doen ontstaateen nieuw beeld van de wijk. Mensen voelen zich meerthuis en zijn trots op hun werk en de wijk. Web in de Wijkdraagt daardoor bij aan identiteit, empowerment en de vorming en instandhouding van netwerken.

Een voorbeeld. Een bewoonster van Moerwijk Den Haagdie veel meiden op straat zag rondhangen startte een 'bloe-menbende'. Het clubje meiden dat tuintjes opknapt groeidein korte tijd van 6 naar 20. Bij het project werden ook dewoningcorporatie en gemeente betrokken. Op een eigenwebsite houden de meiden hun vorderingen bij. Iedereen inde wijk die hun inspanningen opmerkt kan op het web evenkijken wie zij zijn en wat zij doen. Het project is door degemeente gehonoreerd als 'Parel van Moerwijk'.

Een ander voorbeeld: de volkstuin aan de rand van dewijk Bargeres in Emmen. Omdat veel groenten tegelijk rijpzijn en geoogst worden, werden er veel groenten wegge-gooid. Via een website worden de groenten in de zomertegen een kleine vergoeding aangeboden. Gezinnen meteen laag inkomen profiteren er van. De volkstuin is meer hethart van de wijk geworden en bewoners voelen zich er meerbetrokken bij.

WebsitebouwdoosEssentieel voor dit soort initiatieven is de toegankelijkheidvan de websitebouwdoos; het moet zo simpel zijn dat iedereen het kan. Daarnaast moet er iemand zijn die men-sen op ideeën brengt en een beetje helpt om een websiteook effectief te maken. Andere wijktoepassingen die al langer succesvol zijn kennen, zoals aangegeven, dezelfdevoorwaarden.

Internet de oplossing?Is internet de oplossing voor wijken? Volgens Web in deWijk is internet gewoon nieuw gereedschap. Het gaat er omof het werkt voor het doel dat je er mee voor ogen hebt enhoe je het dan aanpakt.

Onlangs vond in Bunnik de conferentie De Kracht vanICT in wijken plaats. Daar werd duidelijk dat gemeentenbehoefte hebben aan meer informatie over de mogelijk-heden van internet. Met een heldere doelstelling is het een-voudiger om op zoek te gaan naar een goede ondersteuningvan de activiteiten uit de wijkprogramma's. Welke bestaan-de webtoepassingen komen daarvoor in aanmerking enwelke zijn al succesvol? En kun je de betreffende toepassingnaar een andere wijk kopiëren? Er is langzamerhand sprakevan een zo breed gebruik van internet in wijken dat meeractieonderzoek naar de juiste aanpak voor een wijk gerecht-vaardigd is. Verschillende hogescholen hebben die hand-schoen al opgepakt.

Bert Mulder, Directeur van het E-Society Instituut en lectoraan de Haagse Hogeschool en Else Rose Kuiper van Web inde Wijk verzorgen tijdens de LPB-locatiedagen de workshop'Wijken inspireren; ict als gereedschap'.

foto: Brekend Vaatwerk

De burenhulpcentraleSociale en maatschappelijke veranderin-gen vragen om eigentijdse 'providers' vande sociale infrastructuur. Oude providers als kerken, verenigingen en buurtnetwerkenhebben vaak aan betekenis ingeboet enindividualisering, toegenomen arbeids-participatie en tijdsdruk vragen een ade-quate, meer 'just-in-time' georiënteerdeaanpak. De burenhulpcentrale wil daarin

voorzien. De Burenhulpcentrale is ontwikkeld naar aan-leiding van de resultaten van een activerend onderzoek met de

Contactladder ©. Dit onderzoek onder 750 huishoudens in Leiden Zuidwest leverde

interessante informatie over de huidige en de door bewoners zelf gewenste sociale samenhang in de

betreffende buurt. Zo bleek onder andere dat een kleine 20% wel eens burenhulp verricht, maar dat

daarnaast nog eens 30% van de bewoners dat wel wil maar niet weet hoe.

Het concept van de burenhulpcentrale richt zich op contact tussen mensen en bestaat uit:

- Mensen in de buurt die hebben aangegeven wel eens iets voor iemand uit de buurt te willen doen,

- Een automatische telefooncentrale gekoppeld aan een database,- Een coördinator/helpdesk die helpt bij vragen en weet waar iemand terecht kan voor vragen die

verder gaan dan burenhulp,- Een ondersteunend netwerk van burgers, bewoners- en vrijwilligers-organisaties, gemeente,

woningcorporaties, zorg- en welzijns-instellingen en maatschappelijke en religieuze organisaties.Een hulpvrager kan 7 dagen per week, 24 uur per dag terecht bij de burenhulpcentrale. De hulpvrager

belt of sms't en wordt direct doorverbonden met iemand uit de buurt. Meer informatie op www.burenhulpcentrale.nl en www.sev.nl, zoekterm burenhulpcentrale

ICT in Enschede

Hoe kunnen allerlei nieuwe digitale instrumenten

ingezet worden om burgerparticipatie uit te bouwen?

In Enschede is sinds de zomer van 2007 een speur-

tocht opgezet om er achter te komen hoe publieke

dienstverlening, beleidsparticipatie en burgerinitia-

tieven met elkaar samenhangen. Hierbij zijn

diverse afdelingen van de gemeente met elkaar

in gesprek, werkend vanuit de eigen doelstellingen

en producten. Vanuit dienstverlening wordt het

Klant-ContactCentrum (KCC - Gemeente heeft

Antwoord) ingezet.

De gemeenteraad is druk bezig om met be-

hulp van internet de beeldverslagen van de com-

missie- en raadsvergaderingen digitaal aan te

bieden aan de bewoners van Enschede. Binnen

de dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer

(DSOB) is de afdeling Ontwerp in samenspraak

met stadsdeelmanagement aan de slag om

digitale "kijkdozen" te maken, al dan niet in

3D. De dienst Maatschappelijke Ontwikkeling

(DMO) zet digitale instrumenten in om meer

initiatieven uit de samenleving te krijgen, o.m. door een

digitale "samenlevingsportal". Stadsdeelgewijs Werken en De Andere

Overheid initiëren het Loket Spontane Zaken, dat zowel in digitale vorm

als op straat de burgers uitdaagt om met ideeën en voorstellen voor de

stad en wijken te komen.

Ook is het digitale EnschedePanel vanaf 2008 open gesteld voor alle

burgers in en buiten Enschede. Als laatste wordt eind 2008 gestart met

e-mailgroepen voor 'second opinion' voor beleidsmedewerkers in de

gemeente. Deze e-mailgroepen bestaan deels uit collega's binnen en

buiten Enschede, en deels uit "ervaringsdeskundigen" ofwel bewoners en

gebruikers van de stad. Hoewel het nog te vroeg is om echte uitspraken te

doen over de maatschappelijke effecten van deze digitale activiteiten voor

burgerparticipatie blijkt er wel een groeiende groep bewoners te zijn die

graag virtueel mee denkt en doet. En dat is winst.

Meer informatie: Mark Verhijde, m.verhijde@enschede.nl

Wijkpost OnlineIn Zoetermeer startte een van de wijkmanagers ruim een jaar geleden

chatsessies met bewoners. Twee maal per week was hij buiten kantoor-tijden via msn digitaal bereikbaar. Die proef was voldoende succesvol omhet idee verder uit te werken. Er kwamen weliswaar soortgelijke vragen binnen als via het spreekuur op de wijkpost, maar dan vanuit een anderehoek, namelijk van mensen die overdag werken'. Wijkpost Online is een digitale voorziening voor bewoners om vanuit

huis, vragen over wijkgerelateerde zaken te stellen. Via een computer met

webcam en microfoon kunnen bewoners eens per maand op een vast tijd-

stip, meedoen. Op dat moment zijn zowel de wijkmanager, de wijkwethou-

der en enkele medewerkers van de wijkpost en het stadhuis beschikbaar.Het systeem biedt de mogelijkheid om te browsen en dus ook samen een

website te bezoeken. Daarmee is het tevens een hulpmiddel om bewoners

digitaal wegwijs te maken op de site van de gemeente. In eerste instantie is de voorziening alleen beschikbaar voor de leden

van de buurtpanels. Uiteindelijk is het de bedoeling om Wijkpost Onlinebeschikbaar te maken voor alle inwoners. De werkwijze zal zich in dekomende tijd verder ontwikkelen. Is het een goede vorm, slaat het aan bij

bewoners? Op die vragen zal Zoetermeer in de komende tijd antwoord krijgen. Zoetermeer komt graag in contact met gemeenten die ook bezigzijn met meer of minder intensieve vormen van e-participatie.

Voor meer informatie: beleidsmedewerker Mieke Visch (w.visch@zoe-

termeer), of wijkmanager Peter Collignon (p.g.collignon@zoetermeer.nl)

In ‘t kort

Uit diverse onderzoeken blijkt dat bewoners best meer willen participeren, maar dangraag via het web, want dat is handig.Waarom doen we daar dan niet méér mee?

Door: Peter van der Linden, Oud Krispijn Vernieuwt.

Omdat professionals in wijken menen dat bewoners vanwijken met een achterstand dat niet kunnen, toch geen web-verbinding hebben, daar niet aan toe zijn, het allemaal nietsnappen. In Oud Krispijn (Dordrecht) is tegen alle(voor)oordelen in, toch geëxperimenteerd met e-participa-tie. Resultaat? Een door niemand verwachte grote deelna-me. Wat kunnen we met die ervaringen? Hoe wil Dordrechthier mee verder gaan in de wijken?

De opbouwwerker die niet weet hoe haar mobieltje werkt.Een leerkracht die niet weet dat je die bijlagen in een keermee kunt sturen (en je dus tien mailtjes stuurt). De politie-agent die te horen krijgt dat hij van het web af moeten blij-ven, omdat dat gevaarlijk is. De zorgmedewerker die in alledrukte wel wat anders aan zijn hoofd heeft. Een ambtenaardie aan inspraak meewerkt, maar onrustig wordt als grotegroepen mensen echt van zich laten horen en wat te beslis-sen willen hebben. Het valt voor veel professionals in wijkenook niet mee. Je verdiepen in al die nieuwe dingen dietegenwoordig op het web gebeuren, stuit voor velen al snelop gebrek aan kennis, de leeftijd niet meer hebben om datallemaal bij te benen, een verbod van de baas, een overvolleagenda of zelfs op vooroordelen over wat bewoners wel ofniet kunnen en doen via het web.

Praat op congressen en bijeenkomsten over web 2.0 en e-participatie met collega's uit andere steden en gegaran-deerd hoor je naast al het enthousiasme over nieuwe moge-lijkheden, ook de verhalen over professionals in wijken dienog niet echt kunnen, willen, mogen, durven.

Toch geloofden diverse professionals in Oud Krispijn inde mogelijkheden van e-participatie en was er een eersteexperiment. Kun je wijkbewoners verleiden om zich uit tespreken over een nieuw aan te leggen plein? Wat kan dereactiemogelijkheid via het web bijdragen?

Eerste experiment in de Mauvebuurt Bewoners van de Mauvebuurt in Oud Krispijn kregen intwee ronden de mogelijkheid te stemmen over het Mauve-plein. Het was een aanvulling op alle reguliere manieren om bewoners te informeren en te laten participeren, die hetproject Oud Krispijn Vernieuwt gebruikt. Er is een wijkweb-site met dagelijks vers nieuws, een Wijknieuwsbrief diemaandelijks verschijnt, maar ook regelmatig een extra uit-gave rond een thema of over een buurt. De muurkrant laatook zien wat er te beleven is of waar je aan mee kunt doen.De ongeveer tweehonderd professionals, maar in-middelsook honderden bewoners en ondernemers ontvangenbovendien twee keer per maand een e-mail nieuwsbrief.Ook de lokale pers verhaalt regelmatig over de wijk. Hetallerbelangrijkst is en blijft echter het persoonlijk contact.

Oud Krispijn Vernieuwt (gemeente en woningcorporatiesverenigd in Krispijn Wonen) zit midden in de wijk met eenWijkinformatiecentrum. Er is een goede gesprekspartner, deOud Krispijn Bewoners Zelforganisatie, waarin de meestebewoners- en huurdersgroepen zich hebben verenigd. Ookbewoners schuiven aan in wijkoverleg en vele werkgroepen.

Wat we liever niet doen als het even kan? Een open bewo-nersbijeenkomst houden. Dat soort ongeleide projectielenmoeten verboden worden. Als je echt in gesprek wil, kun jebeter gesprekken organiseren in kleine groepen - per portiekof (deel van de) straat. Vooraf huis-aan-huis aanbellen isdan noodzaak. Het gesprek begint thuis, op straat. Alleandere communicatiemiddelen ondersteunen dat.In de Mauvebuurt betekende dat, dat de betrokken profes-sionals, in nauw overleg met het bewonerscomité, vooraf ingesprek gingen om angst bij bewoners weg te halen overpleinen. Want een plein in de buurt zou betekenen dat erjongeren gaan hangen, dat er - dus - allerlei onheil te ver-wachten zou zijn. “Bouw het maar liever vol met huizen”,was een regelmatig gehoorde reactie.

Er is in de Mauvebuurt wel een brede bijeenkomst voorbewoners georganiseerd, maar die heette Lentefeest. 's Middags activiteiten en poffertjes voor de kinderen, 's avonds voor iedereen een gezellige inloop, waar je in eenklein groepje in een apart lokaal kon meedoen aan een quizover de regels voor een leefbare buurt of een workshop metde ontwerper van het plein: zelf aan de slag met potloden,stiften en papier. Weer een prima gelegenheid om ingesprek te gaan, van buurtbewoners (kinderen, jongeren,volwassenen en senioren) te horen wat er bij hen leeft, wathun voorkeuren zijn.

Het vervolg van e-participatie in Oud Krispijn Uiteindelijk bleek dat de helft van de bewoners van de buurt(vanaf 8 jaar) zich had laten horen via de wijkwebsite.Reden genoeg om ook bij de aanleg van het Goeverneur-plein (meer dan 4000 m2)e-participatie toe te voegenaan het arsenaal vanmogelijkheden om ingesprek te gaan.

De Krispijnse Driehoek(Goeverneurbuurt) is eenbuurt zonder goede, vastebewonersgroep. De voet-balkooi (en de woningener omheen) is al vele jareneen plek van grote zorg.De afgelopen jaren is ge-ïnvesteerd in het vergrotenvan het aantal actievebewoners, er waren heelveel gesprekken thuis bijmensen, op de stoep, inhet Wijkinformatie-cen-trum, met nieuwe bewo-nersgroepen. Maar er isnog een hele weg te gaan.De eerste stemronde via

Oud Krispijn spreekt zich uit via het web

Internetzuil in het wijkinformatiecentrum

het web stelde de vraag: welke richting moet het op met hetGoeverneurplein; er was een keuze tussen twee hele mooiebasisontwerpen.

De eerste resultaten zijn hoopvol. Bijna driehonderdbewoners vulden het stembiljet in op de wijkwebsitewww.oudkrispijn.nl. De direct omwonenden van het pleinreageerden het meest. Bijna de helft deed mee. Maar ookveel kinderen vanaf 6 jaar (een derde) en jongeren (eenkwart) brachten hun stem uit. Op de gekoppelde forum-pagina kwamen reacties binnen van meer dan vijftig bewoners.

Niet slecht in een buurt waarvan iedereen al jaren zegt -en ook regelmatig constateert - dat het erg moeilijk of zelfszo ongeveer onmogelijk is om de bewoners te betrekken.

Erg leuk was de samenwerking met een basisschool, waarin diverse groepen uitleg is gegeven. Ook een internet-/bel-winkel deed mee en een bewoner stelde letterlijk haarwoning beschikbaar voor omwonenden. Zij konden daarextra uitleg krijgen en ter plekke stemmen als ze dat nog niet hadden gedaan.

Hoe gaan we nu verder?Voor de nabije toekomst staat op het programma een stem-ming in Nieuw Krispijn, een aangrenzende wijk waar recenteen sociaal programma is vastgesteld en waar wordt ge-werkt aan een nieuwe wijkwebsite. In Oud Krispijn willen we in 2009 van start gaan met een buurtpanel dat we regel-matig kunnen bevragen via het web. Dat zou een prima aan-vulling zijn op de (arbeidsintensieve) schriftelijke en monde-linge peilingen en onderzoeken die we houden en de

informatie die we krijgen door de vele dagelijkse contactentussen en met professionals, ondernemers en bewoners.

Dordrecht onderzoekt momenteel de mogelijkheden omte werken met wijkbudgetten. Er komen twee experimenten.De software is er. Kan ook daar de reactiemogelijkheid viahet web de inbreng van bewoners verbreden of zelfs ver-diepen?

Dordrecht gebruikt voor de e-participatie de software vanOnze Wijk uit Amsterdam. Op basis van de ervaringen vande Mauvebuurt, levert Onze Wijk nu een handzame, een-voudig te gebruiken module. Die laat zich naadloos inpas-sen in het hoofdframe van de website van de wijk. Alleresultaten zijn eenvoudig - dagelijks - te downloaden en verwerkbaar in excel.

Wij zijn ook erg nieuwsgierig naar de mogelijkheden omvia SMS te reageren en de module om budgetten te verde-len. Die kan nieuwe budgetten verdelen, maar ook eerstevragen om besparingen. Wat laten we achterwege? Watlevert dat op? Wat kun je met dat geld ook doen?

Terwijl heel Nederland werkt aan zijn Hyves, telebankierten zijn mening laat weten in alle mogelijke panels enforums, doen wij de eerste voorzichtige stappen. Hoe snelhalen we de achterstand in? Wanneer komen we echt tege-moet aan de eisen die bewoners stellen aan meedoen, mee-beslissen? In welke wijken in welke gemeenten is er al erva-ring opgedaan? We horen het graag. Mail even naarcommunicatieoudkrispijn@dordrecht.nl.

Meer weten? Kijk op www.onzewijk.nl en op www.oudkrispijn.nl.

e-participatie

e-participatie

gemeente heeft geen randvoorwaarden verbonden aan hetontwerp en de inrichting van de nieuwe wijk. Er staat dusnog helemaal niets op papier. Er zijn maar twee "harde"randvoorwaarden: het gebied (globaal 17 hectare) én de eisdat het een wijk voor overmorgen moet worden. Met anderewoorden: geen standaard stedenbouwkundig plan, maariets dat op zoveel mogelijk fronten revolutionair of visionairkan worden genoemd.

Een nieuwe woonwijk ontwerpen en inrichten via eenonline community is nogal anders dan de gebruikelijkegang van zaken. Normaal gesproken maakt een steden-bouwkundig bureau een plan wat ter inspraak wordt voorge-legd aan de burgers. Nu kan iedereen vanaf het begin mee-denken. Op deze manier wil de gemeente mensenbetrekken bij het ontwerpen van de nieuwe wijk. Ook alsmensen niet actief deel willen nemen aan de website, kanmen online wel volgen hoe de uiteindelijke plannen totstand komen.

Kan een community op het internet dewoonwijk van overmorgen ontwerpen? En kan die dan ook daadwerkelijk wordengerealiseerd? Die vragen probeert degemeente Smallingerland (Drachten) tebeantwoorden.

Op www.wijbouweneenwijk.nl vraagt de gemeenteSmallingerland iedereen, inwoners van Opeinde, inwonersvan Smallingerland, studenten, specialisten en ieder anderdie dat maar wil, om mee te helpen aan het ontwerpen eninrichten van een nieuwe woonwijk in het dorp Opeinde.Om de ideeën boven water te krijgen, wordt samengewerktmet het bureau The Crowds uit Amsterdam.

De nieuwe woonwijk is gedacht aan de zuidkant van hetdorp Opeinde ten oosten van het Opeinderkanaal. De

Online een wijk ontwerpen

Noortje de Heer is sinds een jaar beleids-adviseur Leefbaarheid en ParticipatieWijkzaken bij de gemeente Zwolle. Waar isde nieuwe generatie wijkambtenaren? vraagtzij zich af. Want een combinatie van eendoorgewinterde werker en 'een frisse wind'is goed voor de wijk.

Sinds ruim een jaar werk ik als beleidsadviseur bij degemeente Zwolle. Na mijn opleiding sociaal pedagogischehulpverlening heb ik eerst in de hulpverlening gewerkt enals adviseur wijkopbouw bij een ideële stichting in Amster-dam. Ik deed allerlei projecten met en voor bewoners in metname de Randstad.

Zo´n tweeënhalf jaar geleden heb ik meegedaan met hettelevisieprogramma ´Een betere buurt´. 7 pas afgestudeer-de deelnemers waaronder ik, kregen elk de opdracht eenproject op te zetten dat zou bijdragen aan een ´betere´Tarwewijk in Rotterdam. We kwamen voor 3 maanden tewonen in de Tarwewijk en konden investeren in contactenmet bewoners om zo de ware behoeften van mensen opwijkniveau te vinden. Deze ervaring heeft niet alleen mijnkijk op het leven sterk beïnvloed, ook voor mijn carrière washet een 'turningpoint'; het bracht mij in het wijkgericht wer-ken. Ik geloof dat je, door op wijk- , buurt- of casusniveau tewerken, een belangrijk bijdrage kan leveren aan het levenvan mensen.

Alhoewel de gemeentelijke organisatie een hele anderewereld is dan de ideële of welzijnshoek waar mijn roots lig-gen, heb ik het hier erg naar mijn zin. De vele partijen enbelangen samen met de politiek bestuurlijke aspectenmaken het voor mij tot een leuke, uitdagende job. Ik brengmijn kennis van doelgroepen 'multiproblem'-situaties enjongeren in, en mijn ervaring uit de praktijk. Naar mijnmening is dat onmisbaar voor het maken van beleid. Netzoals veel contact met collega´s die echt in de praktijk zittenen het bijwonen van iets als een wijkbijeenkomst.

Maatjes in het wijkgericht werkenToen ik net in Zwolle begon werd ik meegenomen naar de

Passie werkt aanstekelijkwondere wereld van de LPB dagen inEindhoven. Naast de positieve sfeeren de ontmoeting met zo veel´maatjes in het wijkgericht werken´,viel het me op dat ik relatief weinigwerkers van tussen de 20 - 35 jaarzag (excuus als ik dat verkeerdinschat ). Maar hoe draag je wijk-gericht werken over of vernieuw je dewerkwijze zonder nieuwe generatie?(Of was die toevallig niet mee naarde tweedaagse... )

Beide generaties zijn volgens mij nodig in het wijkgerichtwerken. Ieder met zijn eigen kwaliteiten, samen een goedteam. Zo vind kennisoverdracht plaats en krijg je 'the best of both worlds'.

Ik heb met een collega gewerkt aan de ontwikkeling vande wijkbudgetten. Zijn enorme ervaring (waar ik veel vanleer) in combinatie met mijn’waarom’ vragen, maken dat we methoden venieuwen. Ook in onze persoonlijke werkwij-ze vullen we elkaar aan. Ik kan veel leren van zijn strategischinzicht, hij van mijn manier van structureren en organiseren.

Passie voor het werkEen van de dingen die volgens mij alle wijkgericht werkersgemeen hebben, is passie voor het werk. Dat zie je bij deLPB dagen, en ik zie het bij mijn collega´s bij de gemeenteZwolle. Dat is ook een van de redenen waarom ik mijn werkleuk vind; zonder passie kan ik niet werken. Wijkgericht werken is niet zo maar samen met externe part-ners en bewoners plannen maken voor de wijk. Voor mijgaat het een stap verder. Ik zie het als het positief beïnvloe-den van de directe leefomgeving van mensen. Als eenmanier om contact tussen mensen te stimuleren, om men-sen (op hun eigen manier) actief te krijgen en samen iets tedoen aan zaken als sociaal isolement of andere sociale pro-blematiek.

Ik denk dat het goed is voor iedereen, zowel nieuwelingenals ´oude garde´, om je te blijven afvragen waarom je ditwerk doet. Wat je drijft en wat je wil bereiken. Als je jeenthousiasme doorgeeft krijg je mensen mee. Passiewerkt aanstekelijk. Dan komt die nieuwe generatie vanzelf.

Noortje de Heer

portret

De bedenker van het beste en meest bijzondere ideewordt beloond met een speciale prijs: een straat in de nieu-we wijk wordt naar hem of haar vernoemd. Daarnaast wor-den er maandelijks prijzen verdeeld onder de bezoekers vande website die het meest actief hebben bijgedragen aan decommunity en die de beste ideeën hebben gepost.

Om de website en de planvorming enige houvast tegeven, wordt op www.wijbouweneenwijk.nl gewerkt met 3 hoofdthema's: - De innovatieve wijk - Huis van de toekomst - Mogelijk maken

De hoofdthema's zijn weer onderverdeeld in 10 sub-thema's. Binnen deze thema's kunnen de bezoekers ideeënaanleveren.

De website is gestart met een ideeënbus waar iedereen,zonder zich te hoeven registreren, ideeën kwijt kan. In eenlater stadium worden de ideeën uit de ideeënbus verder uit-gewerkt tot meer concrete plannen. Dit gebeurt in zoge-naamde (online) plangroepen. Uiteindelijk vormen de uitge-werkte plannen van de diverse plangroepen de basis voorhet stedenbouwkundig ontwerp voor de nieuwe woonwijk.

Meer informatie: www.wijbouweneenwijk.nl

Het is een nieuw fenomeen in vrijwilligers-land. Online vrijwilligers. Vrijwilligers-organisaties grijpen hun kans.

Door: Sandra Kamerbeek, movisie.

Online vrijwilligerswerk is vrijwilligerswerk dat vanachterde computer kan worden uitgevoerd. Kenmerkend vooronline vrijwilligerswerk is dat tijd en afstand in principe geenbelemmerende factoren meer zijn. Een online vrijwilliger ver-richt vrijwilligerswerk wanneer het hem of haar uitkomt, ofhet nu vroeg in de ochtend is of midden in de nacht.

Omvang en kenmerkenTot nu toe is er weinig cijfermatige informatie over deomvang en de aard van online vrijwilligerswerk - niet interna-tionaal en ook niet binnen specifieke landen. Onderzoek laatzien dat het aantal organisaties in de VS dat gebruik maaktvan internet bij hun vrijwilligersactiviteiten is toegenomenvan nog geen 200 in 1995 tot enkele duizenden in het najaar2005 (Ellis & Cravens, 2000). Uit een eenvoudige inventari-satie door MOVISIE onder vrijwilligersorganisaties inNederland blijkt dat ongeveer één op vier van de responde-rende organisaties op een of andere manier met online vrij-willigers werkt. In de meeste van de organisaties die metonline vrijwilligers werken, hebben de taken zowel online alsoffline elementen. Voorbeelden hiervan zijn de uitvoerendeactiviteiten die op het internet worden verricht, terwijl trai-ning plaats vindt bij de organisatie. De werkzaamheden dieonline uitgevoerd worden zijn grofweg in vijf categorieën teverdelen; schrijftaken, webonderhoud, secretariële werk-zaamheden, online communicatie en het geven van socialeen emotionele ondersteuning aan de doelgroep.

Ondanks het ontbreken van een algemeen beeld van deomvang van online vrijwilligerswerk of een algemeen profielvan online vrijwilligers, is het duidelijk dat online vrijwilli-gerswerk mogelijkheden biedt. Naarmate ICT steeds meerdoordringt in alle lagen en sectoren van de samenleving,

worden deze technologieën ook steeds belangrijker voorzowel vrijwilligers als vrijwilligersorganisaties.

Online vrijwilligerswerk kent in principe geen grenzen.Vanachter de computer kan iemand letterlijk overal terwereld als vrijwilliger aan de slag. Zoals via Nabuur.

Alhoewel plaats van handelen minder belangrijk wordt inhet werken met online vrijwilligers, blijkt uit de praktijk datonline vrijwilligers niet alleen aangetrokken worden door degrensoverschrijdende flexibele mogelijkheden. Juist voorvrijwilligers die aan huis gebonden zijn zoals langdurig zie-ken, gehandicapten, ouderen biedt online vrijwilligerswerkde mogelijkheid om (weer) vrijwilligerswerk doen. Veel vandeze activiteiten vinden plaats in de naaste omgeving.

3 Voorbeelden uit de praktijk van organisaties die metonline vrijwilligers werken:

e-participatieOnline Vrijwilligerswerk

NabuurNabuur is een organisatie die online vrijwilligers (buren)

en lokale projecten in ontwikkelingslanden bij elkaar brengt.Nabuur helpt enerzijds de projecten om een goede vraag teformuleren voor online vrijwilligers. Anderzijds werft enbegeleidt Nabuur online vrijwilligers. De vrijwilligers kun-nen projecten zoeken op thema, vraag, land of op basis van hun eigen kennis en ervaring.

De online vrijwilligers bij Nabuur hebben vooral kennis,ervaring en vaardigheden te bieden. Klussen variëren vanhet vertalen van een brief, het geven van een inhoudelijkadvies of bijvoorbeeld het meedenken, zoeken en mee-schrijven met een fondsaanvraag. De vrijwilligers vanNabuur komen van over de hele wereld. Als vrijwilliger voorNabuur werk je in een project dan ook altijd samen met veleandere nationaliteiten. Kijk op www.nabuur.com

1 SeniorWeb werkt met ongeveer 90 online vrijwilligers die host zijn van een mailgroep. Er zijn verschillende

mailgroepen: vriendenclubs, over computerhobby's, overandere hobby's, lotgenotencontact, rouwverwerking, klein-kinderen, regio etc. In totaal zijn binnen de mailgroepenzo'n 4000 leden actief afkomstig uit heel Nederland. Degrootte van een mailgroep varieert enorm, van 20 tot 450mensen. De host-vrijwilligers werken vaak in een klein teamen hebben als taak het registreren van nieuwe leden, henverwelkomen, in de gaten houden dat de regels binnen demailgroep worden nageleefd en het op gang brengen ofhouden van de gesprekken. Ze zijn als het ware de gastheerof -vrouw van een mailgroep. Een landelijk bereik is nietaltijd wenselijk, bijvoorbeeld bij coördinerende functies vanuitvoerende werkzaamheden.

Zo werkt SeniorWeb met ongeveer 10 vrijwillige regio-coördinatoren, die hulpvragen over de computer (die welonline worden gesteld) koppelen aan iemand die op huis-bezoek gaat bij de vrager om het probleem te verhelpen.Ook deze regiocoördinatoren doen hun werk geheel online.

2 3

Wilt u na het lezen van dit verhaal meer weten overonline vrijwilligerswerk, of wilt u met online vrijwilligersgaan werken? Kijk dan voor meer informatie, tips van degeïnterviewden en meer verhalen van online vrijwilligers opwww.movisie.nl/onlinevrijwilligers

Sandra Kamerbeek is adviseur en projectleider van hetproject 'online vrijwilligerswerk'. Voor meer informatie ofadvies kunt u contact met haar opnemen via 030 - 789 2054 of s.kamerbeek@movisie.nl

e-participatie

Humanitas werkt in het project 'het luisterend oog' met dertig onlinevrijwilligers die via de chat gesprek-

ken voeren met mensen die daar behoefte aan hebben. Zehebben ongeveer één keer per week dienst, en zijn dan metdrie of vier mensen tegelijk online. Het project loopt goed,ze hebben geen moeite om vrijwilligers te vinden. Het voor-deel van onlinevrijwilligerswerk is dat je het vanuit huis kuntdoen. Een kwart van de vrijwilligers van 'luisterend oog'heeft een lichamelijke beperking, maar kan zich op dezemanier toch inzetten voor een ander. Dat is een belangrijkemeerwaarde van het werken met online vrijwilligers.Humanitas bereikt met dit project ook relatief veel jonge-ren: “eenzaamheid komt namelijk helemaal niet alleen bijouderen voor”.

Bij Gilde-online bieden vrijwilligers een gratis vertaal-service aan non-profit organisaties. Via de website krijgen ze aanvragen binnen van non-profit organisa-

ties voor het vertalen van stukken. Die worden vervolgensbeoordeeld en doorgestuurd naar de juiste online vrijwilli-gers. Dit zijn vooral voormalige professionele tolken/verta-lers, die op deze manier actief blijven in de maatschappij,én scherp blijven op hun vakgebied. Ook zijn er drie nativespeakers, die de vertalingen controleren op taalgebruik. De online vrijwilligers komen uit het hele land.

Breda lanceert nieuwe website

Sinds half oktober is de website

www.breda-morgen.nl in de lucht. Met

deze website geeft de gemeente een nieu-

we invulling aan het begrip burgerpartici-

patie. Inwoners kunnen op de site een

zogenaamde “droom” aanmaken; een

persoonlijke wens iets te veranderen,

verbeteren of te vernieuwen in de stad.

Anderen kunnen hierop reageren door

de wens te ondersteunen. Bij steun van

10 of meer men-sen krijgt de droom de

status van initiatief en komt het een

stukje dichter bij de werkelijkheid. Met

behulp van De Groep, een groep actieve Bredanaars met hart

voor de stad en haar inwoners, gaat de indiener aan de slag om de droom vorm

te geven en anderen erbij te betrekken. De Groep is geen vaste club. De samenstelling

hangt af van het onderwerp, van de dromen, ideeën en initiatieven die in Breda opbloeien.

De Groep is een waaier van mensen: initiatiefnemers uit de stad, jong en oud, ook vanuit

de gemeente, onderzoekers en experts. Mensen kunnen zich aanmelden om er in mee

te doen.

Op de site is te zien dat drie dromen inmiddels een initiatief zijn geworden. Een kerst-

markt op het Meidoornplein, een digitale gids voor jongeren en een website voor en door

jongeren. Andere dromen wachten nog op bijval.

Voor meer informatie: www.breda-morgen.nl

Online Vraagbaak over Buurtzaken:‘Uniek project voor de wijken’ www.verkenjewijk.nlBegin mei is de website verkenjewijk.nl online gegaan. Hier kunnenbewoners van Rotterdam terecht met vragen over activiteiten die zij zelfwillen organiseren of projecten in de stad. Wie een vraag heeft krijgt hulpvan ervaringsdeskundigen. Zij denken mee, beantwoorden vragen of ver-

wijzen door. Bijvoorbeeld bij het opzetten van een buurtpreventie-team, of meer

contact met de buren, een speeltuin in de wijk of vrijwilligerswerk doen. Verkenjewijk.nl is een ontmoetingsplaats waar experts en actieve bur-

gers elkaar kunnen vinden. Gewoon thuis vanachter hun PC. Het contact

gaat per e-mail en verloopt daarom makkelijk en snel. Op de website stellen de ervaringsdeskundigen zich voor en zijn alle

vragen en antwoorden te zien. Ook staan er de succesverhalen van actieve

Rotterdammers. Verkenjewijk.nl ondersteunt bij activiteiten en projecten,

geeft inspiratie en laat de Rotterdammer zien wat er allemaal mogelijk is in

hun stad.Verkenjewijk.nl is ontwikkeld door LOKAAL Rotterdam voor de dienst

JOS (Jeugd, Onderwijs en Samenleving).

In ‘t kort

Voor wie op 27 en 28 november niet bij delocatiedagen kan zijn, tòch een kijkje in dekeuken van Lelystad. Een goed idee voor debuurt kan er rekenen op steun. Is een buurt-budget van ruim 600.000 om van te water-tanden? Lelystad over extra buurtbudget omde participatie te versterken.

Iedereen doet meeIn 1997 werd in Lelystad het wijkgericht werken ingevoerd,georganiseerd in een aparte afdeling met acht wijkposten ver-spreid over de stad. Centrale doelstelling: het verbeteren vande leefbaarheid in de wijken en het vergroten van betrokken-heid van burgers bij hun buurt, wijk en stad. Om dit te bevorderen werden een aantal instrumenten ingezet: - de instelling van wijkraden en het vastleggen van

afspraken tussen gemeente en wijkraden in een intentie-verklaring

- het oprichten van een participatiebudget- het houden van straatschouwen

Deze instrumenten bestaan nog steeds maar zijn inmid-dels wel enigszins aangepast aan de veranderde wensen enomstandigheden. Zo werd in 2006 besloten het vraaggerichten wijkgericht werken verder te versterken in de hele gemeen-telijke organisatie en dat niet langer te organiseren in eenaparte afdeling. Participatie en binding & onmoeting kwamenhoog in het gemeentelijke vaandel te staan, een streven datonderstreept werd met de titel van het collegeprogramma2006 - 2010: "Iedereen doet mee".

Van, voor en door bewonersHet doel van het Participatiebudget, dat ca. 10 jaar geledenwerd ingesteld, is om bewoners te stimuleren in het beden-ken en (mede) uitvoeren van activiteiten en plannen die bij-dragen aan verbetering van de directe leefomgeving en

aan het vergroten van de betrokkenheid en verantwoorde-lijkheid voor die leefomgeving. Met het participatiebudgetworden tevens initiatieven ondersteund die de socialesamenhang in de buurt kunnen verhogen en bevorderendat bewoners gaan deelnemen aan maatschappelijke activi-teiten met buurtbinding.

Naar aard en wezen is het Participatiebudget wel hetmeest directe instrument gebleken om horizontale partici-patie vorm te geven: 'een budget van, voor en door bewoners'.

In 2007 is besloten een tweede bewonersbudget in testellen: het Snelwerkbudget, dat met name is bedoeld omkleine, leefbaarheid bevorderende ingrepen in buurten tedoen, die niet kunnen wachten op de reguliere onderhouds-en beheerprogramma's. Het budget is vrijgemaakt uitbestaande budgetten voor verkeer, groot onderhoud, dage-lijks onderhoud en beleid. Ook voor het snelwerkbudgetgeldt, dat de vragen en voorstellen van burgers, bedrijvenen organisaties in de buurt het vertrekpunt zijn.

In 2008 is aan de bestaande bewonersbudgetten eenderde budget toegevoegd: de door het rijk beschikbaargestelde extra middelen voor bewonersinitiatieven in de G-31 gemeenten. Dit extra budget is weliswaar 'slechts'voor de duur van drie jaar, maar het kan een belangrijkeimpuls geven aan de participatie in buurten en wijken. De gemeente Lelystad is er daarom voortvarend mee aande slag gegaan.

In concreto betekent dit voor de gemeente Lelystad dat er in 2008, 2009 en 2010 jaarlijks een bedrag van 3 300.000,- wordt toegevoegd aan de reeds bestaandebewonersbudgetten (participatiebudget ca. 3 90.000,- ensnelwerkbudget ca. 3 240.000,-).

ProcedureDe drie budgetten - tezamen vanaf nu het buurtbudgetgenoemd - worden wijkgericht ingezet en worden beheerddoor de betrokken wijkmanager. Het geld wordt over de wij-ken verdeeld naar het aantal woningen.

De procedure loopt globaal als volgt:Centraal wordt een wervings- en publiciteitscampagneopgezet gebruik makend van lokale media en wijkposten. In principe kunnen bewoners(-organisaties) het hele jaardoor voorstellen indienen.

De wijkposten spelen in de informatievoorziening eenbelangrijke rol, omdat zij als een spin in het web in debestaande (informele) buurtnetwerken zitten.

Verder spelen de professionals op de wijkposten - wijk-consulent en klantbeheerder - een zeer belangrijke rol in deadvisering en ondersteuning bij het formuleren van de aan-vragen. Veel bewoners hebben wel een idee voor een buurt-activiteit, maar lang niet iedereen is in staat zo'n idee tevertalen in een concreet plan met bijpassende begroting.

In de sfeer van voorwaarden en spelregels is getracht dedrempel voor het aanvragen zo laag mogelijk te houden.De aanvraag is bovendien vormvrij, omdat we willen bevor-deren dat zoveel mogelijk mensen van het budget gebruikkunnen maken.

lelystadBuurtbudget verhoogd

Popfestival met lokale bands in de wijk Jol

Bij de toekenning van het buurtbudget spelen bewonerseen prominente rol. In de eerste plaats is aan de wijkradeneen belangrijke adviserende stem toegekend. In de tweedeplaats wordt tijdens een open bewonersavond definitiefbeslist over de voorgestelde projecten als blijkt dat er meerplannen zijn dan dat er geld is voor een wijk.

Die bewonersavonden zijn altijd bijzondere gebeurtenis-sen, omdat het lijkt alsof de indieners elkaar in een sfeervan competitie tegemoet treden.Gelukkig lukt het tijdensbewonersavonden eigenlijk altijd wel om tot constructievesamenwerking te komen en in harmonie tot afgewogen keuzes te komen.

VoorbeeldenIn de afgelopen jaren werden er jaarlijks zo'n 60 tot 80 pro-jecten vanuit de bevolking aangedragen. Projecten die quaomvang, inhoud en kosten zeer uiteenlopen. Een aantalvoorbeelden:

BurenhulpEen aantal enthousiaste, handige bewoners in de wijkBotter verricht allerlei kleine klussen voor buurtbewonersdie daar zelf niet (meer) toe in staat zijn. De klusser ont-vangt een kleine onkostenvergoeding, de bewoner betaalteen minimale bijdrage en vanuit het buurtbudget werden de algemene kosten betaald. Dit voorbeeld is inmiddelsdoor bewoners uit andere wijken overgenomen.

MuziekfestivalIn de wijk Jol werd een kleinschalig, gratis popfestivalgehouden met lokale bandjes. De gehele organisatie werdgedaan door een aantal jonge muziekliefhebbers uit debuurt. Door middel van sponsoring, de grote inzet van vrij-willigers en een bijdrage uit het buurtbudget is het festivaleen jaarlijks terugkerend fenomeen geworden.

In de wijk Schouw ontstond een soortgelijk initiatief: eenkleine groep jongeren organiseerde met financiële steunvanuit het buurtbudget een klein techno-festival. Inmiddelsis het initiatief uitgegroeid tot een stedelijk evenement vaneen behoorlijke omvang, mogelijk gemaakt door een groei-ende groep jonge enthousiastelingen.

StraatfeestenIn verschillende buurtjes zijn door bewoners straatfeestengeorganiseerd met het doel de onderlinge samenhang in hun buurtje te versterken. Vanuit het buurtbudget wordt dik-wijls een bijdrage verstrekt in de algemene kosten, zoals bij-

voorbeeld een spelmiddag voor de kinderen, het huren vaneen tent etc. De bewoners organiseren alles zelf en betalenook zelf eten en drinken.

Dikwijls zijn dit soort straatfeesten ook gekoppeld aanspeciale gebeurtenissen. Zo werd bijvoorbeeld na de her-structurering van de wijk Bastion een aantal acitiviteitenvoor en door bewoners georganiseerd, gericht op het stimu-leren van betrokkenheid bij de eigen wijk. Het geheel werdafgesloten met een wijkontmoetingsfeest.

WijkpreventieteamIn de wijk Kustwijk is op initiatief van de wijkraad een wijk-preventieteam opgericht. Het preventieteam bestaat uitbewoners die op een positieve, georganiseerde manier eensteentje willen bijdragen aan een nette, veilige wijk. Hetbuurtbudget heeft bijgedragen in de organisatiekosten.

SpeeltoestelEen stel ouders in de wijk Gondel namen het initiatief omeen groot speeltoestel te realiseren. Ze maakten plannen,maakten andere buurtbewoners enthousiast en organiseer-den een sponsorloop die 3 3.000,- opbracht. Met o.m. eenbijdrage van 3 4.000,-uit het buurtbudgetkon het speeltoestelworden gerealiseerd.Voor de buurtbewo-ners was dit het start-sein om meer initia-tieven te ontwikkelenvoor een leefbaarderbuurt.

De projectvoorstel-len die gehonoreerdworden vormenmeermalen onder-werp van discussie.De een vindt het sub-sidiëren van eenstraatfeest te gek voorwoorden, terwijl eenander het financierenvan bloembakken enjeu de boulesbanenvolstrekt uit den boze vindt. Die discussie zal er altijd wel blijven, maar waar het om zou moeten gaan is de matewaarin bewoners zelf als 'producent' aan de slag gaan:samen plannen maken, samen organiseren en samen uitvoeren.

UitdagingDoor de verhoging van het budget zal het zeker in 2008 nog een behoorlijke uitdaging zijn om het budget ook daad-werkelijk in te zetten. Niet dat het geld zo nodig op moet,maar de uitdaging ligt vooral in het bereiken van de partici-patiedoelen die er aan ten grondslag liggen. Voor 2009 zaleen extra accent worden gelegd op het oppakken van dieuitdaging.

Johan Spin,projectleider gemeente Lelystad, 25-10-2008.info: www.lelystad.nl/smartsite.shtml?id=2579

Senioren in de wijk Kempenaar hebben een budget gekregen

voor een jeu de boulesbaan

De kinderen in de wijk Gondel genieten

van de nieuwe glijbaan

Uit de vele inzendingen heeft de jury 3projecten geselecteerd die strijden om deLPB-Award 2008. Breukelen, Enschede enHeerhugowaard. Op 27 november vellen dedeelnemers aan de locatiedagen heteindoordeel.

Op de website van het LPB is de publicatie te down-loaden waarin deze drie projecten worden gepresenteerd.Daarin is te lezen hoe in Breukelen een buurtbewoonster/theatermaakster het initiatief heeft genomen voor het pro-ject Hartstocht en weemoed. Zij bracht met behulp van hetwijkbudget een stroom van activiteiten (en dus contacten)op gang in een wijkgebouw dat eind dit jaar gesloopt gaatworden.

Ook is te lezen hoe in Heerhugowaard onder leiding vaneen kunstenaar het poëzieproject Kleppen dicht van degrond kwam. Een project waarbij leerlingen van de basis-school en andere groepen buurtbewoners nieuwe woordenzochten voor de wijk. De poëzie die zij schreven is terug tevinden op de voordeur van 300 woningen, te weten op deklep van de brievenbus. In de publicatie ook het verhaal uitde Wesselerbrink: In Enschede. Daar schreef een theater-maakster op basis van verhalen van wijkbewoners de'Wesselerbrinkballade'. Een stuk gespeeld door bewonersover samenleven op een brink. Een stuk dat stof tot naden-ken geeft en uitnodigt om in gesprek te gaan.

Niet genomineerd maar toch …Tot zover de projecten die zijn genomineerd. Maar er zijner veel meer. Stuk voor stuk zijn ze de moeite van het bekij-ken waard. Zoals het project van bewoners uit de wijk Wielenpôlle inLeeuwarden die het plan opvatten om een oude perenboomtot totempaal te laten bewerken. Tijdens een middag voorjong en oud waarop de Disney-film 'Brother Bear' de bewo-ners in de juiste stemming bracht, werd door de buurt cre-atief gebrainstormd en getekend. De tekeningen leverdenhet ontwerp op voor een totempaal en een muurschilderingbij het buurthuis.

lpb-award 2008Creativiteit in de wijk

2B or not 2B, (Breukelen)

Repetitie Wesselerbrinkballade

Spelen met woorden tijdens ‘Kleppen dicht’

Een houtbewerker en grafiti-spuiter bepaalden met buurt-bewoners welke ideeën uitvoerbaar waren. Volgens traditievan de Native Art zijn de totempaal en muurschildering feestelijk ingewijd. Het project werd uitgevoerd in het kadervan het Leeuwarder project DOEN!, voor initiatieven gedra-gen door bewoners met als motto ´meedoen, samendoen,zelfdoen´.

Eveneens een grote kanshebber was de Kunstroute inAmersfoort, die was uitgezet langs kunstwerken van de wijk-bewoners zelf. Buurtbewoners hadden kinderen, jongeren envolwassenen uit de wijk uitgedaagd om iets te maken rondhet thema ´de vrolijke noot´. 35 Werken werden uitgekozen,op borden van 50 bij 50 cm gezet en op 2,5 meter hoogteaan de lantaarnpalen gehangen. ´Vrolijke noten´in het trot-toir leidde het publiek van bord naar bord door de wijk.

De borden werden feestelijk onthuld met een ´street-parade met theater en muziek´. Ter afsluiting was er eenwijkfeest met buurtmuzikanten. De niet geselecteerde wer-ken werden tentoongesteld in bibliotheek en wijkcentrum.

In Groningen ook zo´n project dat hoge ogen scoorde, In het kader van Kijk! Onze wijk! worden kinderen uit de wijkPaddepoel, waar veel gaande is in het kader van wijkvernieu-wing, aan het schrijven gezet over hun leven in de wijk. Hetproject is nog maar net van start gegaan, maar er staan 20thema-activiteiten gepland om hen inspiratie op te latendoen. Het opbouwwerk en kinderwerk spelen hierbij eenbelangrijke rol. Het is de bedoeling dat het project een echtboek oplevert. Voor wijkbewoners, maar ook als relatiege-schenk voor gemeente en corporatie.

Voor meer projecten, kijk op www.lpb.nl > lpbaward >inzendingen

colofonDit is een uitgave van het lpb platform voor wijkgericht werken en dsp-groep. Het lpbbevordert het uitwisselen van kennis en ervaring op het terrein van wijkgericht werken.Ruim 100 gemeenten zijn lid. De nieuwsbrief bevat korte informatie over projecten, the-ma’s en ontwikkelingen in het vakgebied. Een jaarabonnement kost 3 45,– excl. 6% btwen kan aangevraagd worden bij de uitgever. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiter-lijk 1 december van het lopende jaar worden opgezegd. Bij niet tijdige opzegging wordthet abonnement automatisch met een jaar verlengd. Aan de inhoud van de nieuwsbriefwordt de uiterste zorg besteed. Niettemin kunnen de redactie en de uitgever niet aan-sprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden.Meer info: www.lpb.nl issn: 1380-7714

Samenstelling en redactie: Pauline Promes, Edwin Broekman, Kitty van den Hoek, Loeki Zeijlemaker, Gerard Jansen, Elise Duivenvoorden, nieuwsbrief@lpb.nl.eindredactie: Elise Duivenvoordenvormgeving en drukwerk: De Appelbloesem Pers

Uitgever:dsp -groep, contactpersoon: Linda Prast, e-mail: lprast@dsp-groep.nlVan Diemenstraat 374 1013 cr Amsterdam tel. (020) 625 75 37 fax (020) 627 47 59www.lpb.nl

achterb ank

Maatschappelijke Sectoren & ICTPrijsvraag Leefbare wijkenMaatschappelijke Sectoren & ICT is een actieprogrammavan de rijksoverheid dat bijdraagt aan het oplossen vanmaatschappelijke vraagstukken met behulp van ICT-toepas-singen. In dat kader organiseert Maatschappelijke Sectoren& ICT regelmatig prijsvragen rondom een speciaal thema.Indieners maken kans op een financiële bijdrage van maxi-maal 3 1,2 miljoen voor hun project. De 8e prijsvraag isgestart op 1 oktober 2008 en heeft als thema "LeefbareWijken". Met elkaar delen, vormt de basis van een leefbare wijk. Ook ICT brengt mensen bij elkaar. ICT kan voor meer con-tact, begrip en inzicht zorgen. Het neemt drempels weg enverbindt mensen. Daarom is M&ICT op zoek naar succes-volle ICT-initiatieven die het verdienen om op grotere schaalte worden toegepast, juist daar waar het niet vanzelf gaat. Draagt uw ICT-toepassing succesvol bij aan de leefbaarheidvan de wijk? En zouden andere wijken hier ook hun voordeelmee kunnen doen? Gaat die verdere verspreiding echter nietvanzelf en heeft u een voorstel om dat wél voor elkaar te krijgen? Schrijf dan in voor de 8e M&ICT Prijsvraag, die op 1 oktober 2008 van start gaat. Uw projectvoorstel maakt dankans op een cofinanciering van maximaal 3 1,2 miljoen euro

Meer informatie op www.m-ict.nl

Hoe maak je een online sociaal netwerk toteen succes? Niemand heeft de behoefte omveel tijd te stoppen in een netwerk waarweinig uitkomt. Het opbouwen van eenbruisende, interactieve community is geensinecure.

Hier enkele gouden tips:- creëer niet meer van hetzelfde, maar integreer in bestaan-de netwerken Hyves, Facebook, LinkedIn, Ning: er zijn al veel goedlopen-de social networksites. Het opzetten van een nieuwe, stand-alone website-met-netwerk is een riskante onderneming. Jevraagt al een extra tijdsinvestering van potentiële leden.Waarom niet integreren in de activiteiten die een deel vandie doelgroep al besteedt op Hyves of Ning?

- kies een aansprekend thema dat niet te breed isEr bestaat het risico dat je alles en iedereen op een weidsterrein wilt omvatten. Denk aan een onderwerp als 'de leef-baarheid van gemeente X'. Daar heeft geen enkele burgereen voorstelling bij. Wees liever concreet en probeer zoveelmogelijk te visualiseren. Zorg dat je de doelgroepen van jenetwerk kunt overzien, zodat je promotie gericht is. 'Alleburgers' is geen (handige) doelgroep.

- trek een jaar uit voor opbouw van het netwerkNeem de tijd om een buzz te creëren, om mond-op-mondreclame te stimuleren, om een mix van communicatie-acti-viteiten te ontplooien zodat het netwerk steeds meerbekendheid krijgt. Het vraagt tijd voor het netwerk kritiekemassa krijgt, waarmee de Early Majority (Rogers, 1962,2003) wordt verleid tot deelname.

e-participatieOnline community creëren- maak leden blijZorg dat je weet wat members aantrekt aan de community.Is het zelfprofilering, of contact met nieuwe gelijkgestem-den, of een inhoudelijke informatiebehoefte, of iets anders?Met die kennis kun je het aanbod van het netwerk verderontwikkelen en de leden van het eerste uur blijvend boeien.

Sense of communityNaast deze rationele marketingtips, zijn er dieperliggendepsychologische regels waarmee je rekening moet houden inde opbouw van een succesvolle community. Interessant isbijvoorbeeld de theorie van McMillan en Chavis (1986) overde voorwaarden van 'het gevoel tot een bepaalde gemeen-schap te behoren' (sense of community). De mogelijkheid tot wederkerige invloed is een belangrijkelement, maar ook gedeeld gebruik van symbolen, waaron-der taal, woordkeuze en schrijfstijl. Kijk voor meer informa-tie op het Engelstalige www.wikipedia.org onder het begrip'sense of community'.