Loslaten

2
DE STANDAARD MAANDAG 29 APRIL 2013 loog Roland Rogiers. Deelnemen kan alleen na doorverwijzing door een huisarts of an- dere hulpverlener. Maar er is ook het prak- tijkgerichte boek Loslaten. Ik pieker als ik niet tegenwoordig ben (Academia Press), dat de twee samen met drie teamleden (Eva Buytaert, Evi De Lissnyder en Marianne Hendrickx) schreven. Cirkels draaien Piekeren is niet hetzelfde als diep naden- ken. Het tweede is constructief, of tenmin- ste: kan constructief zijn. Het eerste is dat niet. Roland Rogiers: ‘Uit onderzoek blijkt dat piekeren contraproductief werkt. Had ik me op voorhand zorgen zitten maken over dit interview, dan zou dat ongetwijfeld een negatieve invloed gehad hebben op mijn antwoorden. Te zeer naar binnen gefo- cust zijn, helpt niet. Doordat piekeren zo- veel plaats in ons werkgeheugen inneemt, blijft er minder ruimte over voor probleem- oplossend denken.’ ‘We vermoeden dat piekeren vooral in gang gezet wordt wanneer de situatie niet is zo- als we ze kennen of zoals we verwachten dat ze is. Er is altijd een spagaat tussen ver- wachtingen en realiteit. Ons lichaam rea- DE DESTRUCTIEVE KRACHT VAN HET PIEKEREN Als denken malen wordt Soms draait ons denken dol, en is elke zin zoek. Piekeraars weten er alles van. En piekeren we allemaal niet soms? Maar wat als er een systeem in sluipt, als het je doen en laten gaat bepalen, je nachtrust rooft? ‘Piekeren kan je ziek maken’. KATHLEEN VEREECKEN Piekeren leert ons altijd iets over datgene wat we belangrijk vinden in het leven Het gebeurde bijna altijd ’s nachts, in het niemandsland tussen waken en slapen in. Meestal nog op het moment dat de slaap mijn vermoeide lichaam zoetjesaan lamleg- de, en alles vaag en warm en doezelig werd. Een paukenslag, die het hart in razende ga- lop liet gaan, het soezende brein genade- loos wakker schudde. Te weinig geschre- ven, te veel gegeten, telefoontjes uitgesteld, mails onbeantwoord gelaten en misschien wel een handvol mensen op een ondefini- eerbare manier onrecht gedaan. Oog op de klok: alweer een uur later. Alweer een uur minder slaap. En morgen staat er zoveel be- langrijks op het programma. Het loopt mis, natuurlijk loopt het mis. Alweer gepieker. Al of niet vermeende nalatigheid, een druk- kend geweten en een algeheel gevoel van controleverlies, van onbehagen: het heeft ooit voor doorwaakte nachten vol gepieker gezorgd. Opstaan en een lijstje maken, dat hielp wel eens. Maar de volgende nacht kon het zomaar ineens herbeginnen. Vreemd genoeg is daar vrij radicaal veran- dering in gekomen. Niet doordat ik me in- eens voorbeeldig en uiterst gedisciplineerd ben gaan gedragen. Nee, het was een simpe- le beslissing. Een streng en niet te negeren ‘stop!’, gevoed door het besef dat ik mezelf ziek aan het maken was en dat ik toch geen stap verder raakte door het piekeren. Ik gooide de deur dicht, en dat was dat. Of niet: het werd vervangen door nachtenlang tandenknarsen, tot ook dat na enige tijd stilviel. Niets om trots op te zijn, gewoon geluk dat iets simpels als dat ene woord op dat moment volstond. Soms lukt het mensen niet om het gepieker stil te leggen. Om hen uit de eindeloze maal- stroom van gedachten te helpen, is er nu de groepscursus Anders omgaan met piekeren in het UZ Gent: acht sessies, begeleid door psychiater Dirk Van den Abbeele en psycho-

description

Recensie in ‘De Standaard' 29 april 2013, pg. 10-11

Transcript of Loslaten

Page 1: Loslaten

D10 hart&hoofdDE STANDAARD

MAANDAG 29 APRIL 2013

loog Roland Rogiers. Deelnemen kan alleenna doorverwijzing door een huisarts of an­dere hulpverlener. Maar er is ook het prak­tijkgerichte boek Loslaten. Ik pieker als ikniet tegenwoordig ben (Academia Press),dat de twee samen met drie teamleden (EvaBuytaert, Evi De Lissnyder en MarianneHendrickx) schreven.

Cirkels draaien

Piekeren is niet hetzelfde als diep naden­ken. Het tweede is constructief, of tenmin­ste: kan constructief zijn. Het eerste is datniet. Roland Rogiers: ‘Uit onderzoek blijktdat piekeren contraproductief werkt. Hadik me op voorhand zorgen zitten makenover dit interview, dan zou dat ongetwijfeldeen negatieve invloed gehad hebben opmijn antwoorden. Te zeer naar binnen gefo­cust zijn, helpt niet. Doordat piekeren zo­veel plaats in ons werkgeheugen inneemt,blijft er minder ruimte over voor probleem­oplossend denken.’‘We vermoeden dat piekeren vooral in ganggezet wordt wanneer de situatie niet is zo­als we ze kennen of zoals we verwachten datze is. Er is altijd een spagaat tussen ver­wachtingen en realiteit. Ons lichaam rea­

DE DESTRUCTIEVE KRACHT VAN HET PIEKEREN

Alsdenkenmalenwordt

Soms draait ons denken dol, en is elke zin zoek.Piekeraars weten er alles van. En piekeren weallemaal niet soms? Maar wat als er een systeemin sluipt, als het je doen en laten gaat bepalen, jenachtrust rooft? ‘Piekeren kan je ziek maken’.KATHLEEN VEREECKEN

Piekeren leert ons altijdiets over datgene watwe belangrijk vinden inhet leven

Het gebeurde bijna altijd ’s nachts, in hetniemandsland tussen waken en slapen in.Meestal nog op het moment dat de slaapmijn vermoeide lichaam zoetjesaan lamleg­de, en alles vaag en warm en doezelig werd.Een paukenslag, die het hart in razende ga­lop liet gaan, het soezende brein genade­loos wakker schudde. Te weinig geschre­ven, te veel gegeten, telefoontjes uitgesteld,mails onbeantwoord gelaten en misschienwel een handvol mensen op een ondefini­eerbare manier onrecht gedaan. Oog op deklok: alweer een uur later. Alweer een uurminder slaap. En morgen staat er zoveel be­langrijks op het programma. Het loopt mis,natuurlijk loopt het mis. Alweer gepieker.Al of niet vermeende nalatigheid, een druk­kend geweten en een algeheel gevoel vancontroleverlies, van onbehagen: het heeftooit voor doorwaakte nachten vol gepiekergezorgd. Opstaan en een lijstje maken, dathielp wel eens. Maar de volgende nacht konhet zomaar ineens herbeginnen.Vreemd genoeg is daar vrij radicaal veran­dering in gekomen. Niet doordat ik me in­eens voorbeeldig en uiterst gedisciplineerdben gaan gedragen. Nee, het was een simpe­le beslissing. Een streng en niet te negeren‘stop!’, gevoed door het besef dat ik mezelfziek aan het maken was en dat ik toch geenstap verder raakte door het piekeren. Ikgooide de deur dicht, en dat was dat. Ofniet: het werd vervangen door nachtenlangtandenknarsen, tot ook dat na enige tijdstilviel. Niets om trots op te zijn, gewoongeluk dat iets simpels als dat ene woord opdat moment volstond.Soms lukt het mensen niet om het gepiekerstil te leggen. Om hen uit de eindeloze maal­stroom van gedachten te helpen, is er nu degroepscursus Anders omgaan met piekerenin het UZ Gent: acht sessies, begeleid doorpsychiater Dirk Van den Abbeele en psycho­

COLUMN

MIET EN WILFRIED

RIK TORFS

Miet Smet en Wilfried Martens trouw­den. Voor de kerk. Dat maakt velemensen boos. Niet op Miet. Wel opWilfried. Was die voordien al niet en­kele keren in het huwelijk getreden?En er staat geschreven: ‘Wat God ver­bonden heeft, zal de mens niet schei­den.’ Opvallend is dat vooral wie be­weert in God niet te geloven, zich be­roept op zijn woord.Kerkrechtelijk is er met het huwelijkvan Miet en Wilfried niets mis. Miettrouwde nooit, dus geen probleem.Wilfried wel. Hij sloot een burgerlijken een kerkelijk huwelijk met zijn eer­ste vrouw Lieve Verschroeven. Daarnascheidde hij burgerlijk, hertrouwde,scheidde opnieuw. Maar omdat eenkerkelijk huwelijk onontbindbaar is endat van Wilfried Martens nooit ongel­dig werd verklaard, bleef hij voor dekerk met zijn eerste vrouw getrouwd.Tot ze eerder dit jaar stierf, want metde dood neemt elk huwelijk een einde.Successieve polygamie aanvaardt dekerk wel degelijk. Weliswaar argumen­teerde kerkvader Tertullianus (160­230) op een bepaald ogenblik dat eenman die twee vrouwen heeft van wieer een is gestorven, nog altijd tweevrouwen heeft, maar die wat krakke­mikkige stelling heeft het gelukkigniet gehaald.De voorbije dagen kreeg ik een paarmails van verbolgen lieden die de kerk‘hypocriet’ noemden. Behandelde Wil­fried Martens zijn eerste vrouw welcorrect? Liet hij haar niet laaghartigin de steek? Na drie burgerlijke huwe­lijken voor de kerk trouwen, komaan,dat kan toch niet?Toch kun je het kerkelijk recht geenhypocrisie verwijten. Integendeel, hethoudt zich enkel met de geldigheidvan het huwelijk bezig, niet met demorele eigenschappen van wie hetsluit. De redenering is glashelder:Martens huwde één keer rechtsgeldig,en dat huwelijk werd ontbonden doorhet overlijden van zijn vrouw. Dusstaat het hem vrij weer te trouwen.Wat tussenin gebeurde, is misschienmoreel laakbaar, maar juridisch nietrelevant. Iemand hoeft geen goedmens te zijn om in het huwelijk te mo­gen treden. Gelukkig. Het huwelijk iser voor iedereen die het er wil op wa­gen met een persoon van het anderegeslacht. Dat laatste is u ongetwijfeldbekend, ik ga er niet op in.Mijn correspondenten ergerden zichaan de soepelheid van het kerkelijkrecht. Het mist ethische bevlogenheid.Het zou hogere morele standaardenmoeten hanteren. Wie te vaak of teernstig zondigde, zou het recht eenkerkelijk huwelijk te sluiten, moetenverliezen. Iemand schreef, wellicht metbevende hand: ‘Een schande dat dekerk geen enkel moreel aanvoelenmeer heeft.’Morele verontwaardiging alom dus.Eigenlijk is dat een vreemde reactie.Jarenlang werd de kerk, wat mij be­treft terecht, haar overdreven aan­dacht voor seksuele moraal verweten.Seks voor het huwelijk mag niet, seksna het huwelijk moet. Condooms zijnverboden, voorbehoedsmiddelen in het

algemeen evenzeer. Homo’s mogen niettrouwen met homo’s, tenzij die van hetandere geslacht zijn: pijnlijk beledi­gend. Geen plek tussen de lakens, ofde kerk richt er haar blikken op. Maarondertussen maakt zij wel een duide­lijk onderscheid tussen recht en mo­raal. Ook zondaars mogen in het hu­welijk treden.Wie Wilfried Martens een tweede ker­kelijk huwelijk ontzegt, neemt destrenge morele principes van de kerkniet alleen over, maar wil hen ook la­ten doorsijpelen tot in de meest kron­kelige meanders der rechtsregels. Om­dat Wilfried Martens heeft gezondigd,verliest hij het recht om te trouwen.

Geen enkele paus legt een dergelijkegestrengheid aan de dag. De seksuelemoraal van Vlaamse krantenlezers enbriefschrijvers is aanmerkelijk veelei­sender dan die van gelijk welke kerk­vorst, monseigneur Léonard inbegre­pen.Trouwens, wat weten wij eigenlijk overWilfried Martens? Over wat hem drijft,wat hij denkt, hoe hij voelt? Zelfs alshij tegenover zijn eerste vrouw tekort­schoot, is het best mogelijk dat hij be­rouw toonde en vergiffenis kreeg. Daarweten we niets over. Dus kunnen weer niet over oordelen. Tenzij we princi­pieel vinden dat vergiffenis onmogelijkis. Maar in dat geval zijn we, een twee­de keer, veel strenger dan de katholie­ke moraal op haar meest onbarmharti­ge momenten.De discussie over het huwelijk vanWilfried Martens zegt minder overWilfried Martens dan over het morelepuritanisme van onze tijd. We zijnstrenger dan de kerk die we streng­heid verwijten. We zijn minder gelovigdan vroeger. Moraalridders zijn we ge­bleven. Andersom had ook gekund.Maar helaas.

De seksuele moraalvan Vlaamse kranten­lezers en briefschrij­vers is veeleisenderdan die van gelijkwelke kerkvorst

© belga

Rik Torfs is hoogleraar kerkelijk recht aan de KU Leuven.Zijn column verschijnt elke maandag.

Page 2: Loslaten

DE STANDAARDMAANDAG 29 APRIL 2013

D11

en depressie. Bovendien is het risico op her­vallen bij piekeraars aanzienlijk hoger danbij mensen die het piekeren onder controlehebben.’

Vrijen of slapen

Zo bekeken lijkt piekeren iets wat we be­wust doen: focussen op onze binnenkant,op hinderlijke beelden in ons hoofd, op ge­nante voorvallen, op lastige confrontatiesdie nog in het verschiet liggen, op onover­komelijke hindernissen of problemen.Maar het slaap­waakverhaal van daarnet,waarbij we totaal onverwacht overvallenworden door het gepieker, klinkt Rogiersbekend in de oren.‘Piekeren heeft altijd te maken met aan­dacht. Het is niet toevallig dat het ons nethet vaakst overvalt wanneer we ons in eenmentale rusttoestand bevinden. Wanneerwe stilvallen na het werk, thuis in de zetel.Of in bed, op het moment dat we zoudenmoeten slapen. Klassieke momenten waar­op de thema’s die ons bezighouden zich aanons presenteren. Als het bed een piekerplekgeworden is, dan moet je het op Pavloviaan­se wijze opnieuw conditioneren. Bij de min­ste piekergedachte opstaan en iets andersgaan doen, en opnieuw gaan slapen als de

geert met een zekere alertheid op die dis­crepantie. Het probleem ontstaat pas als ergeen oplossing bestaat voor datgene waar­over we nadenken. Een gezonde reactie zouzijn: het gewoon van ons afzetten, en accep­teren dat er dingen zijn die je niet kan op­lossen of controleren. Maar een piekeraardoet dat niet. Die gaat eindeloos cirkelsdraaien in zijn hoofd, repetitief dezelfde ge­dachten of beelden de revue laten passeren,terwijl dat lichaam onafgebroken alertblijft.’Tijdelijk piekeren is niets om je zorgen overte maken, zegt Rogiers. ‘Iedereen doet datwel eens. Maar wanneer het piekeren zorgtvoor een onophoudelijk slecht gevoel, wan­neer je vaker piekert dan de problemendaadwerkelijk aan te pakken, wanneer hetgepaard gaat met een diepe bedruktheid,angst of kwaadheid, dan heb je een pro­bleem. Een probleem dat lang onderschatgebleven is. Hoe vaker iemand piekert, hoemeer hij bepaalde hersenverbindingentraint, waardoor het piekeren bijna eenvanzelfsprekendheid wordt. Intussen we­ten we dat piekeren ziek kan maken. Het iseen kwetsbaarheidsfactor. Wie vaak pie­kert, ontwikkelt sneller allerlei psychischeklachten, raakt moeilijker los van angsten

DE DESTRUCTIEVE KRACHT VAN HET PIEKEREN

Piekeren overvalt ons het vaakst in een mentale rusttoestand. © Theo Audenaerd/HH

vermoeidheid toeslaat. Dat kan een tijdlanghard werken en weinig slapen betekenen,maar het bed zou maar twee functies mo­gen hebben: je ligt daar alleen maar om tevrijen of te slapen.’Wie aan aandacht sturen denkt, denkt bijnavanzelf aan mindfulness. Maar er is meer.‘We hebben ons gebaseerd op uitgebreidonderzoek uit het verleden, en hebben eenkoffer aan mogelijkheden ontworpen.Mindfulness is er één van. Maar niet alleswerkt voor iedereen. De een blijkt het meestgehad te hebben aan inzichten uit de posi­tieve psychologie, de ander heeft ontdektdat simpelweg opstaan en naar een andereruimte gaan werkt, nog een ander zweertbij het maken van lijstjes. We beloven nietdat we iemand van het piekeren zullen af­helpen. We kunnen er alleen voor helpenzorgen dat het piekeren een kleinere plaatsin het leven gaat innemen.’

Betrokkenheid

Toen de Amerikaanse psychologe SusanNolen­Hoeksema indertijd Piekerprinses­sen schreef, stelde ze vast dat piekeren voor­al een probleem van de laatste decennia is.Ze zag drie mogelijke oorzaken. We hebbente veel keuzemogelijkheden, we staan te

presenteert:ANA MOURA‘Defado’

8 meiDe Roma - AntwerpenTickets: 03/292 97 40+ deroma.be

POWERED BY VOLKSWAGEN

RAVI COLTRANE2 meiDe Roma - AntwerpenTickets: 03/292 97 40+ deroma.be

veel op onze rechten (waardoor we vaak pie­keren over het al dan niet denkbeeldige on­recht dat ons aangedaan wordt) en we levenin een cultuur van navelstaren, waardoorwe elk gevoel meteen op de ontleedtafel wil­len leggen.Volgens Roland Rogiers leert piekeren onsaltijd iets over datgene wat we belangrijkvinden in het leven. ‘Soms moeten we daarnu eenmaal in gaan schoffelen, om te kijkenof al die dingen écht zo belangrijk zijn. Som­mige mensen willen het piekeren echterniet loslaten, omdat ze vrezen daardoor decontrole te zullen verliezen. Het geeft henhet gevoel dat ze zich verantwoordelijk ge­dragen. Bij koppels zie je dat weleens: door­dat de vader bijvoorbeeld weigert te pieke­ren over een probleem met een van de kin­deren, zal de moeder zich juist suf piekeren.Dat is haar manier om zich betrokken te to­nen, ook al zet het geen zoden aan de dijk.Wat alvast niet helpt, is op zo’n moment te­gen die vrouw zeggen dat ze niet mág pieke­ren. Maar je kunt wel technieken proberentoe te passen, die je kunnen helpen. Er iseen Chinees gezegde dat het perfect samen­vat: Dat de piekervogels over je hoofd vlie­gen, kun je niet veranderen. Maar je kuntwel verhinderen dat ze nesten bouwen.’