Looptijdrente.nl - rente gedurende de looptijd belangrijker dan de aanvangsrente.
-
Upload
jeroen-oversteegen -
Category
Business
-
view
23 -
download
1
Transcript of Looptijdrente.nl - rente gedurende de looptijd belangrijker dan de aanvangsrente.
Harrie-Jan
van Nunen MFP
is directeur van
De Financiële Makelaar.
Hij is actief als opleider,
hoofdredacteur van vakblad
De Hypotheekadviseur,
Master in Financial
Planning en in 2006
uitgeroepen tot Erkend
Hypotheekadviseur van
het jaar.
Wie een hypotheek afsluit, wil zo min mogelijk betalen. Iedereen kan, met hulp van internet of
berekeningssoftware, onderlinge rentetarieven eenvoudig vergelijken. Voor de beste plaatsen op de ranglijst
concurreren banken tot op honderdsten van een procent. Maar, de aanvangsrente blijft niet bij alle aanbieders
over de gehele looptijd gelijk. Voor een goede rentevergelijking zouden klant en adviseur
rekening moeten houden met het totale renteverloop.
Vergelijken op de 'Iooptijdrente' is verstandiger
Verder kijken dan "7" de aanvangsrente
(.J
S teeds meer aanbieders verlagen tussentijds de
hypotheekrente wanneer de lening onder een
bepaalde schuld-/marktwaardeverhouding
komt, bijvoorbeeld door verplichte of vrijwillige
aflossingen. Vergelijkingssites en de meeste software-
programma's houden geen rekening met tussentijdse
renteaanpassingen. U zou dat wel moeten doen.
Want bij aanbieders die de rente gedurende de
looptijd verlagen, is de looptijdrente (de gemiddelde
rente die de consument daadwerkelijk betaalt) lager.
Hypotheekvorm bepaalt looptijdrente De looptijdrente van een hypotheek wordt bepaald
door de aflossingsvorm en het schema van de
dalingen. Natuurlijk, ook vrijwillige, extra
aflossingen beïnvloeden de looptijdrente, maar
daar houd ik in dit artikel geen rekening mee.
Op dit moment is bij twee op de drie nieuw
afgesloten hypotheken sprake van een directe
aflossingscomponent. De annuïteitenhypotheek
komt, met 61,5% van de aanvragen, veruit het meest
voor. Bij deze aanvragen zou u bij de vergelijking
van de tarieven niet enkel moeten kijken naar de
aanvangsrente, maar zeker ook naar de looptijdrente.
Voorbeeld Frank Verstegen heeft een woning gekocht met
een waarde van € 300.000. Hij wil hiervoor een
hypotheek afsluiten van € 303.000, met een
20-jaars vaste rente. Frank heeft de keuze tussen
Bank A (rente 2,95%) en Bank B (rente 3,03%). Bij
Bank B geldt dat wanneer de lening onder de r00%
marktwaarde komt, het tarief wordt verlaagd naar
3,00%. Vervolgens geldt dat bij iedere to% daling
van de marktwaarde (MW) de rente weer 0,05%
lager wordt. Dus bij go% MW 2,95%, bij 8o% MW
2,90% tot maximaal 2,70% bij 50% MW.
Lineair Stel dat Frank kiest voor een lineaire hypotheek.
De restant hoofdsom bedraagt bij beide banken na
twintig jaar € 101.000. De totaal verschuldigde rente
gedurende deze periode verschilt echter. Bij Bank A
is Frank gedurende de looptijd 119.428 aan rente
verschuldigd. Bij Bank B daalt het rentetarief in
respectievelijk maand 4, 22, 58, 93, 129 en 164
van 3,03% naar uiteindelijk 2,70%. De totaal
verschuldigde rente gedurende deze twintig jaar
bedraagt bij bank B € 116.073. Bank B blijkt over de
looptijd bezien bruto € 3.355 goedkoper dan bank A:
zie tabel 1.
Hierbij heeft u de keuze om te kijken naar de
looptijdrente over de gehele looptijd van de
hypotheek, of gedurende de rentevaste periode. Mijn
voorkeur gaat uit om te kijken naar de looptijdrente
berekend over de duur van de rentevaste periode.
Na afloop van deze periode weet u immers niet
hoe hoog de rente bij de verschillende banken is.
Tabel 1 Lineaire hypotheek
(€ 303.000, rentevastperiode 20 jaar)
Bank A Bank B
Aanvangsrente 2,95% 3,03%
Totaal betaalde rente € 119.428 € 116.073
Looptijdrente 2,95% 2,88%
12 1 Erkend september - 2017
Annuïtair
Zou Frank kiezen voor een volledig annuitaire
hypotheek, dan behaalt hij bij Bank B een bruto
rentevoordeel van € 2.518. De annuiteitenhypotheek
is een rentegevoelige hypotheek. Een lagere rente betekent niet alleen een lagere maand- of rentelast,
maar ook dat de restantschuld sneller daalt. Bij bank B is de restschuld na 20 jaar € 827 lager. Het
totale voordeel bij Bank B bedraagt derhalve ruim
€ 3.345: zie tabel 2.
Tabel 2 Annuïteitenhypotheek
(( 303.000, rentevastperiode 20 jaar)
Bank A Bank B
Aanvangsrente 2,95% 3,03%
Totaal betaalde rente € 133.399 € 130.881
Restschuld na 20 jaar € 131.766 € 130.939
Looptijdrente (excl. verschil in aflossing) 2,95% 2,90%
Omslagpunt In voorgaand voorbeeld kan niet zondermeer
worden gesteld dat Bank B een goedkoper
alternatief is dan Bank A. Bij aanvang is Bank A
immers goedkoper dan Bank B. Het omslagpunt,
waarbij beide banken even duur zijn, ligt in dit
voorbeeld bij de lineaire hypotheek in maand 119
en bij de annuItaire hypotheek in maand 134. Loopt
de hypotheek langer dan het omslagpunt, dan is
de bank met lagere looptijdrente het voordeligst.
De kans bestaat dat uw relatie aangeeft dat hij van
plan is om extra, vrijwillige aflossingen te gaan
doen. Deze aflossingen zullen de looptijdrente
verlagen, alsmede het omslagpunt vervroegen.
Voor u is het belangrijk om met uw klant te bespreken (en vast te leggen) hoe groot de kans is
dat de hypotheek langer loopt dan het omslagpunt
en hoe groot de kans is dat hij daadwerkelijk extra
aflossingen gaat doen.
Lagere rente door stijging woningwaarde De schuld-/marktwaardeverhouding wijzigt niet
alleen door (extra) aflossingen op de hypotheek.
Ook waardestijging van de woning kan de lening
in een lagere risicoklasse laten vallen. Bij veel
aanbieders wordt de risico-opslag verlaagd, wanneer
de consument aantoont dat de lening als gevolg
van waardestijging van de woning in een lagere
risicoklasse terecht is gekomen.
Soms gelden hiervoor aanvullende voorwaarden.
Dan kan dit pas na de eerste rentevaste periode of
na het overleggen van een volledig taxatierapport.
Soms moeten er ook administratiekosten worden
betaald.
Bij het afsluiten van de hypotheek is de
waardeontwikkeling van de woning onzeker.
Om die reden ben ik van mening dat hier geen
rekening mee gehouden hoeft te worden.
Bij wie Ligt het initiatief? Een laatste punt van aandacht is het moment
waarop de rente wordt aangepast. Wordt deze
automatisch verlaagd bij het behalen van de risicoklasse of moet de consument
er zelf om verzoeken? Waar
ligt, in dat laatste geval,
de verantwoordelijkheid
voor het in de gaten
houden en het
doorvoeren ervan?
Doet u het voor uw
klant of is de klant zelf
verantwoordelijk? Daarnaast
dient u er rekening mee te houden dat de
bank administratiekosten in rekening kan
brengen.
Wanneer de aanbieder niet automatisch
aanpast, kan mijns inziens niet gesproken
worden over een lagere looptijdrente. Het niet
of te laat ondernemen van actie leidt immers
niet tot een lagere rente. •
Erkend september - 2017 1 1 3