Lespakket basisschool groep 1, 2 en 3

1

Een Bijbel voor iedereen!Lespakket voor basisscholen

Groep 1, 2 en 3

3

Beste leerkracht,

U heeft met dit pakket een professioneel en praktisch goed werkbaar pakket in handen

voor het geven van lessen over Bijbelvertaalwerk.

Het thema dat centraal staat is: Een Bijbel voor iedereen!

Er zijn nog miljoenen mensen zonder een Bijbel in hun eigen taal. Het doel van deze

lessen is dat kinderen leren inzien waarom de Bijbel zo belangrijk is. Ze ontdekken

wat God aan het doen is in andere culturen in de wereld en hoe ze op jonge leeftijd al

een steentje bij kunnen dragen aan het Bijbelvertaalwerk en het verspreiden van Gods

Woord.

We zijn erg dankbaar voor het vertrouwen dat u in ons lespakket heeft. Wycliffe is

van u afhankelijk voor het overbrengen van de boodschap aan de leerlingen. Dankzij

uw inzet hebben de leerlingen veel plezier in de lessen over Wycliffe, worden ze

geïnspireerd om anderen te helpen.

Op de volgende pagina wordt uitgelegd hoe u dit lespakket kunt gebruiken.

Ik wens u veel plezier met deze lessen!

Bram van Grootheest

Directeur Wycliffe Bijbelvertalers Nederland

4

Een Bijbel voor iedereen!

Wycliffe lespakket groep 1, 2 en 3Handleiding

Hoe gaat het er precies aan toe als je als zendeling in een ander land woont? Waarom zou

je sowieso in een ander land gaan wonen? Hoe is het om je aan te moeten passen aan een

heel andere cultuur? Is het moeilijk om de Bijbel te vertalen?

Dit lespakket is geschikt voor de groepen 1, 2 en 3 van de basisschool en bestaat uit de

volgende vijf lessen:

Les 1 – Boekje zonder woordenLes 2 – Memory makenLes 3 – Afrikaans letterfeestLes 4 – Bouw je eigen hutLes 5 – Help jij ook mee?

Sommige lessen bevatten een extra opdracht speciaal bedoeld voor groep 3.

U kunt zelf bepalen in welke volgorde u de lessen aanbiedt en hoeveel tijd u aan elke les wilt

besteden.

Dit lespakket bevat ook een lijst met gebedspunten die u kunt gebruiken.

De lessen bestaan uit interactieve onderdelen en verhalen, leuke spellen, werkjes en

oplossingsgericht werken, en zijn met name gericht op Afrika. In dit lespakket gaan

bewustwording en actie hand in hand. De antwoorden van diverse opdrachten vindt u

achterin dit lespakket.

Wycliffe reiskoffer

Bij deze lessen hoort een ‘Wycliffe reiskoffer’ met materiaal. U kunt deze gratis bij ons

opvragen via [email protected] of door te bellen naar 0343-517444.

Geldinzamelingsactie

Naast de lessen kunt u de leerlingen motiveren voor een geldinzamelingsactie. Er is

geen vaste vorm hiervoor. Wel willen we u aanmoedigen hierover na te denken, zodat de

leerlingen ook op die manier actief betrokken worden bij zending en het Bijbelvertaalwerk.

U kunt bijvoorbeeld kiezen voor een verkoopactie van de werkstukken en spullen die de

kinderen tijdens de lessen maken. U kunt ook het zendingsgeld van een bepaalde periode

voor Wycliffe bestemmen. Wij denken hierin graag met u mee; neem gerust contact op als u

hierover vragen heeft.

Les 1Boekje Zonder

Woorden

Doel Kinderen komen op een speelse manier in aanraking met een andere cultuur door de

kledingstukken en de handpop. Ook leren ze dat er in andere landen kinderen wonen

die niet kunnen lezen en schrijven. Ze gaan praktisch aan de slag met dit thema.

in de reiskoffer• boekje ‘Nijntje en Nina’ mét

en zonder tekst

• fotokaarten (groep 3)

• Afrikaanse kleding, ketting

en tas

• handpop

Een Bijbel voor iedereen

6

Inleiding Voorlezen en vraaggesprekje

Laat de inhoud van het boekje ‘Nijntje en Nina’ zonder tekst aan de klas zien. Als

je de Wycliffe reiskoffer niet hebt, kun je een eigen boekje zonder tekst gebruiken.

Voor groep 3 is er een opdracht met fotokaarten.

Vraaggesprek• Hé, je ziet een wit konijntje en een bruin konijntje. Hoe kan dat?

• Zou dat bruine konijntje uit een ander land komen?

• Er staan ook geen letters bij de plaatjes. Kun jij de plaatjes begrijpen zonder

dat het verhaaltje erbij staat?

• Als de juf het verhaal erbij vertelt, is het dan makkelijker te begrijpen?

•Waarom? Of waarom niet?

Laat het boekje nog een keer zien en vraag of er kinderen zijn die iets bij de

plaatjes willen vertellen. Leg de kinderen alvast kort uit dat er landen zijn waar

de kinderen alleen plaatjes kunnen kijken, omdat zij niemand hebben die kan

voorlezen. Ook hun juf niet. We gaan hier straks nog verder op in!

Laat nu het boekje ‘Nijntje en Nina’ mét tekst zien en lees het verhaal voor. Laat

daarna allebei de boekjes zien, zodat de kinderen het verschil zien. Leg uit dat het

handig is om woorden bij de plaatjes te hebben, zodat iemand het voor kan lezen.

Extra voor groep 3Voor groep 3 kunt u de twee fotokaarten gebruiken. Laat de fotokaart

zonder tekst aan de klas zien. Vraag wat zij zien en wat ze denken dat

er gebeurt. ‘Kun je begrijpen wat er gebeurt, zonder dat het verhaal erbij staat?’ ‘Als er tekst bij het plaatje staat, is

het dan beter te begrijpen wat er gebeurt?’ ‘Waarom?’

Laat nu de fotokaart met tekst zien en lees de tekst voor. Zo is de foto veel beter te begrijpen!

TIp! Maak een verkleedkist speciaal bij dit thema en leg

daar de kledingstukken in. Laat kinderen voor de volgende

les kleding of spullen meenemen en stop dit ook in de kist!

TIp! Laat een kind de boekjes in de leeshoek leggen!

Materiaal

Uit de reiskoffer• boekje ‘Nijntje en Nina’ mét

en zonder tekst

• fotokaarten (groep 3)

• Afrikaanse kleding, ketting

en tas

• handpop

Zorg zelf voor• een blinddoek en voorwerpen

zoals een Bijbel, een

wasknijper, een pot pindakaas,

een sinaasappel, een knikker,

snoep en een tandenborstel.

Bijlagen• kleurplaten

Kernopdracht Kledingstukken, vraaggesprekje en verwerkingsopdrachten

Show de Afrikaanse kleding, ketting, tas en maak het spannend

door ze geheimzinnig uit de kist te halen. ‘Kijk nou eens wat ik

hier heb? Waar komen deze kleren vandaan?’ Geef de kinderen

de ruimte om te reageren. Misschien zijn er kinderen die de

kledingstukken aan willen trekken.

Naar aanleiding van dit gesprek kunt u de kinderen nogmaals

vertellen dat er in andere landen kinderen zijn die niet kunnen

lezen en schrijven. Deze kinderen kunnen (als ze al een boek

hebben) alleen plaatjes kijken. Er is daar geen juf of meester

die het de kinderen kan voorlezen. Zij kunnen straks ook niet

naar groep 3 om letters en woordjes te leren.

Vraaggesprekje• Hoe kan het dat ze geen juf hebben? (bijv. geen geld om

een school te bouwen)

• Hoe moeten deze kinderen leren lezen?

• Gaan deze kinderen wel naar school?

•Wat doen de kinderen dan als ze niet naar school gaan?

(bijv. water halen, op hun broertjes en zusjes passen)


7

TIp! Leg verschillende

kleurplaten (zie bijlagen) neer

waar ze na hun opdracht uit

mogen kiezen.

TIp! Vertel met de handpop een kort Bijbel- of ander

verhaal! Leg hem daarna in de verkleedkist.

Instructie: Geef de kinderen een duidelijke instructie bij de verschillende opdrachten die in de

hoeken kunnen worden uitgewerkt.

Laat de kinderen een Afrikaanse hut of dorp bouwen.

In de leeshoek liggen de boekjes Nijntje en Nina waar de kinderen

in kunnen kijken. Laat de kinderen elkaar het verhaal vertellen bij

de plaatjes uit dit boekje.

Laat de kinderen in de poppenhoek zich verkleden met de kleding

die in de verkleedkist is gestopt.

Laat de kinderen een Afrikaanse hut met palmbomen schilderen.

Geef de kinderen een opdracht om in vier vakken een verhaal

te schilderen, bijvoorbeeld het verhaal van Nijntje en Nina. De

stempelopdracht voor groep 3 hoort hierbij!

Extra voor groep 3Laat de kinderen een woord bedenken bij de vier plaatjes die ze

geschilderd hebben. Dit woord mogen ze erbij stempelen. Als

het te moeilijk is, schrijf het woord dan voor of laat ze alleen een

letter stempelen.

Geef de kinderen een vel met vier vakken en laat de kinderen

daar een verhaal in tekenen. Laat ze, als ze hiermee klaar zijn,

woordjes of letters erbij schrijven.

AfsluitingIntroductie handpop en blinddoekspel

Introduceer de handpop en laat deze iedere les weer

terugkomen. Geef eerst de pop samen met de klas een

buitenlandse naam. Zoek een aantal namen op en laat de

kinderen hieruit kiezen, bijv. Fayo, Sara of Ajani.

Als u geen Wycliffe reiskoffer heeft, kunt u een eigen (hand)

pop gebruiken, het liefst met een cultureel tintje.

Doe samen het blinddoekspel: met een blinddoek voor mogen

de leerlingen voorwerpen voelen. Neem hiervoor bijvoorbeeld

een Bijbel, een wasknijper, een pot pindakaas, een sinaasappel,

een knikker, snoep en een tandenborstel.

Vertel de kinderen dat als je geen Bijbel hebt, je eigenlijk blind

bent. Je weet niet waar je naartoe moet! Praat daar samen

over.

OnderBOuw Bijlage Les

8

1: Kleurplaat ‘Afrika’

OnderbOuw Bijlage Les

9

1: Kleurplaat ‘indiaantjes’


10

1: Kleurplaat ‘varkentje’

Les 2Memory Maken

Doel De kinderen verdiepen de kennis die ze in les 1 hebben opgedaan. Ze worden bewust

gemaakt van het feit dat er kinderen in andere landen zijn die niet kunnen lezen en

schrijven. Ze leren dat er mensen zijn die helpen de Bijbel te vertalen (Wycliffe).

in de reiskoffer• handpop

• Afrikaans muziekinstrument


12

Inleiding Terugkoppelen, vertellen en zingen

Start de les met een vraaggesprek via de handpop.

• Zien jullie de thematafel? Wat staat er allemaal op? Hebben jullie

misschien nog leuke spullen thuis over Afrika? Neem ze mee!

•Wie weet nog waar het de vorige keer over ging?

• Hoe zit het ook alweer met de kinderen in het buitenland die geen juf of

meester hebben?

•Waarom kunnen deze kinderen niet lezen of schrijven?

‘Daar gaat ….. (noem de naam van de handpop) nu een verhaal over

vertellen, luister maar!’. Voor het verhaal zie bijlage.

Na het vertellen van het verhaal kunt u de kinderen een paar vragen stellen

over het verhaal.

Materiaal

Uit de reiskoffer• handpop


Zorg zelf voor• stevig papier/karton,

tekenmateriaal, lijm, scharen,

tijdschriften

•muziekinstrumenten

• lied ‘Wewe ni baba’ (http://tinyurl.

com/ubentdevader)

Bijlagen• kleurplaten

• verhaal Tamal, Rukan en Javid

TIp! maak een thematafel rondom het thema Afrika.

Denk aan boekjes, gebruiksvoorwerpen, dieren,

poppen, kleding.

•Waarom gingen Rukan en Javid niet naar school? (honger)

•Wat vinden Rukan en Javid onderweg? (geitje)

•Waarom willen ze dit geitje meenemen? (melk)

•Waarom nemen ze het geitje toch niet mee? (het is van

Umar)

• WaaromvindtTamalhetzofijnopschool?(verhalenover

de Bijbel horen, z’n naam schrijven, liedjes zingen)

•Waarom wil Rukan nu wel naar school? (zelf leren lezen en

schrijven, zelf de Bijbel lezen!)

Leg de link nu naar Wycliffe door te vertellen dat er mensen

in Nederland zijn die helpen om de Bijbel in de taal van

Tamal, Javid en Rukan te vertalen. Vraag de kinderen: ‘Wat

is vertalen?’ en ‘Hoe doe je dat?’ Geef een voorbeeld van een

woord ondersteund met een plaatje (bijvoorbeeld ‘geit’). Vertel

dekinderenhoefijnhetzouzijnalsdezekinderenmethun

papa’s en mama’s ook de Bijbel kunnen lezen in hun eigen taal!

Wat een feest! Laat de kinderen hierop reageren.

Lied aanleren en zingenZing het lied: ‘Lees je Bijbel, bid elke dag’ in meerdere talen.

Je kunt hier bewegingen bij doen. Oefen het lied ‘Wewe ni

baba’ (U bent de Vader) van Elly en Rikkert. Kijk hiervoor op

Youtube! (https://youtu.be/pMCPktCItns)


13

KernopdrachtGesprekje en memory maken

Deel de klas in groepen en zet de tekenmaterialen

en knutselspullen klaar. Kies uit de werkbladen (zie

bijlage), kijk welke voor jouw groep geschikt is.

Op het eerste werkblad vind je steeds twee keer hetzelfde plaatje.

Die horen bij elkaar in het spel; het is de bedoeling dat de kinderen

de twee plaatjes precies hetzelfde kleuren of beplakken. Op de

tweede versie hoort elk plaatje bij een woord, de kinderen kunnen

daarvan de plaatjes inkleuren.

Voor groep 3 is er een ander werkblad met steeds een woord en

daarnaast een leeg vak. Ze mogen het woord zelf als een plaatje

tekenen of plakken.

Start de opdracht met iets te zeggen in een andere taal: ‘Hoe heet

jij?’ – ‘What is your name?’

Vertel dan wat de bedoeling is: we gaan een memoryspel maken. Als

we daar later mee spelen, kunnen we steeds denken aan kinderen in

Afrika zoals Tamal, Javid en Rukan. Als we aan hen denken, kunnen

weookvoorhenbidden.DathetzofijnisalszedeBijbelinhun

eigen taal krijgen, zodat ze ook weten dat de Heere Jezus is gekomen

als Redder.

Zijn er kinderen klaar? Dan kunnen ze andere kinderen helpen of

eventueel een kleurplaat (zie bijlagen Les 1) kleuren!

Afsluiting Memoryspellen bekijken en zingen

Bekijk samen met de kinderen wat ze gemaakt hebben en laat

ze in groepjes ermee spelen.

Zing nog een keer het lied ‘Wewe ni baba’ en begeleid het lied

met instrumenten.

TIp! Laat intussen wat

voorbeelden zien van

de werkjes die kinderen

hebben gemaakt in Les 1.


14

..tóch liever naar school!We gaan een verre reis maken.

Gaan jullie mee?

Nee, niet echt natuurlijk.

Ik ga jullie een verhaal vertellen.

Over een land hier héél ver vandaan.

Zo lijkt het alsof we echt op reis gaan.

Het is vroeg, maar al heel warm.

De kinderen in Tanzania (Afrika) zijn dat

wel gewend.

Tamal loopt hard.

Hij gaat naar school.

Lerenvindthijfijn.

Hij kan al heel goed zijn eigen naam

schrijven.

Soms doet hij dat thuis ook, met een

stokje in het zand.

En mooie verhalen die de juf vertelt!

Verhalen over de Heere Jezus.

Heel vaak vertelt hij die thuis weer aan

zijn kleine broertjes en zusjes.

Zijn twee vriendjes hebben vandaag

geen zin in school en gaan liever iets te

eten zoeken.

Even later zitten de vriendjes Rukan en

Javid in een hoge boom,

een beetje verstopt tussen de takken.

Overal hangen kleine harde vruchtjes.

Het melkblikje voor school dat ze bij zich

hebben komt goed van pas.

Eén voor één gooien ze de vruchtjes

erin.

Rukan kijkt lachend naar Javid.

Dit is leuk!

Als ze het blikje halfvol hebben, laten ze

zich naar beneden zakken.

Nu gaan we grote stenen zoeken!

Yes, gevonden!

Ze gaan samen in het zand zitten.

Eén steen op de grond, één steen in hun

hand.

Vruchtje op de steen… tik erbovenop…

knap, zegt het schilletje.

Er rolt een klein pitje uit.

“Mmm”, zegt Rukan.

“Lekker!”, zegt Javid.

Een hele tijd hoor je niets anders dan tik

- knap, tik - knap…

Als het blikje leeg is, zoeken ze een

nieuwe boom.

Ze rennen tussen de bomen door en

springen over kleine struiken.

Ze denken helemaal niet meer aan

school.

Opeens staan ze stil, allebei tegelijk.

Ze luisteren.

Meeeh… meeeh…

“Daar”, wijst Rukan. “Daar, achter die

boom.”

Ja, Javid ziet het ook: een heel klein

geitje.

Vlug lopen ze ernaar toe en aaien over

z’n kopje.

“Is daar iemand?”, roepen ze.

Ze kijken elkaar aan.

Wat een lief klein geitje.

“Zullen... zullen we het meenemen,

meenemen naar huis?”

“Ja, dat doen we”, zegt Rukan.

“We geven hem eten en zorgen heel

goed voor hem, dan krijgen we lekkere

melk.”

“Maar”, zegt Javid, hij krijgt rimpeltjes

boven z’n neus.

“Als we het geitje zomaar meenemen,

dan stelen we het.

De juf heeft op school gezegd dat dat

niet mag.”

Ze zitten stilletjes voor zich uit te kijken.

Twee kleine jongens uit Tanzania.

Ze zeggen een hele poos niets.

Ze denken heel diep na.

Ze willen het geitje zo graag houden.

“Oke”, zegt Rukan en hij springt

overeind.

“We gaan hem terugbrengen. Dat moet,

dat zou de Heere Jezus ook willen. Het is

niet goed om hem te houden.”

Ze pakken het geitje beet en lopen

ermee naar het dorp.

“Hé, kijk daar eens!”, roept Javid.

“Daar komt Tamal aan. Is het al zo

laat?”

“Jambo (dat betekent: hallo)!”roept

Tamal.

Hij komt net uit school.

“De juf vroeg waar jullie waren. Ik heb

het niet verklapt hoor.

Jammer dat jullie er niet waren, de juf

heeft zo mooi verteld.”

“Oh ja?”, zegt Rukan.

“Ja, over David die een herdersjongen

was, net als wij.

Later werd hij koning.

Hij heeft ook veel mooie liedjes bedacht

en die gezongen als hij op de schapen

paste.

Ja, en nog veel meer…

Morgen gaan we een van die liedjes

leren, komen jullie dan ook?”

Javid kijkt naar Rukan wat hij ervan

vindt.

“Ja!”, zegt Rukan.

“Ik wil graag leren lezen en schrijven,

dan kan ik later de verhalen uit de Bijbel

zelf lezen.

Ik wil ook niet meer zo ondeugend zijn

om niet naar school te gaan.”

Javid knikt.

“Fijn”, zegt Tamal.

“Maar… hoe komen jullie aan dat geitje

van Umar?

Hij is hem al een paar dagen kwijt.”

Rukan en Javid vertellen hoe ze hem

hebben gevonden.

Ze vertellen ook héél eerlijk dat ze hem

zo graag wilden houden.

“Maar nu gaan we hem terugbrengen

naar Umar”, zegt Rukan blij.

Met z’n drieën gaan ze op weg.

Het geitje stevig vastgebonden aan een

touw.

Hij mekkert een beetje.

Ze komen bij de hut waar Umar woont.

Hij komt er al aanrennen.

“O,watfijn,mijngeitje”,roepthij.

“Mama kom eens gauw.”

Zijn moeder komt eraan. Ze bedankt de

jongens.

Ze krijgen alle drie een blikje lekkere,

warme geitenmelk.

En met vrolijke gezichten drinken ze het

op.

Mmm, heerlijk.

Blij lopen ze naar huis en ze beloven

elkaar:

morgengaanwefijnweernaarschool!

(aangepast – origineel is van Coby van

der Ham)

2: Verhaal


15

bijlageLes2:Mem

orymaken

2: Werkblad memory zonder woorden


16

krokod

il

hu

t

jas

vliegtuig

bal

pe

t

auto

pan

scho

en

bo

ek

broe

k

jurk

bijlageLes2:m

emorymetwoo

rden

2: Werkblad memory met woorden en plaatjes groep 3


17

aap

rok

maan

man

hut

vis

auto

bal

pan

boek

pen

noot

bijlageLes2:mem

orymaken

2: Werkblad memory zonder plaatjes groep 3

Doel

De kinderen ervaren wat een feest het is als een Bijbelvertaling af is, door middel

vaneenfilmpje.Daarnaastervarenzewatletterszijnenhoebelangrijkletters

zijn, ook in andere landen.

Les 3Afrikaans Letterfeest




20

Letterfeest!Organiseer een letterfeest! Voor dit feest neem je een letter,

bijv. de ‘a’ van Afrika waar allerlei activiteiten mee bedacht

worden. Hieronder wat suggesties:

•We werken met de letter ‘a’ in de stempelhoek.

•We maken apensprongen in de klas.

•We doen een Afrikaanse dans.

•We kruipen achterstevoren door de klas.

• In de huishoek gaan we afwassen en afdrogen.

•We eten appels en aardbeiensnoepjes.

•We maken Afrikaanse drankjes en hapjes voor ons feest.

Extra voor groep 3:•We maken slingers met de letter ‘a’.

•We maken allemaal woorden met de letter ‘a’.

VoorbereidingMaak samen met hulp van enkele ouders lekkere Afrikaanse

hapjes en serveer tropische drankjes en stukjes fruit, bijv.

mango of banaan. Voor recepten zie bijlage.

Materiaal



Zorg zelf voor• filmpje‘PresentatieFonBijbel

Benin’ (http://tinyurl.com/

presentatiefonBijbel)

• filmpje‘BijbeluitreikingKimyal

West-Papoea’ (http://tinyurl.com/

kimyalBijbel)


com/ubentdevader)

• feestversiering


• Afrikaanse hapjes of andere

etenswaren die beginnen met de

letter ‘a’

Bijlagen• rekenversje

• stempelblad met letter ‘a’

• recepten

InleidingLied,filmengesprek

Oefen als inleiding op dit letterfeest nogmaals het lied ‘Wewe ni baba’ en ‘Lees

je Bijbel’ in verschillende talen met muziekinstrumenten.

ZoekopYoutubehetfilmpje‘BijbeluitreikingKimyalWest-Papoea’(http://

tinyurl.com/kimyalbijbel)en/ofhetfilmpje‘depresentatieFonBijbel’(http://

tinyurl.com/presentatiefonbijbel). Kies een geschikt stukje uit om te laten zien,

bijvoorbeeld de zingende en dansende mensen. Misschien vinden de kinderen

het leuk om mee te bewegen en te zingen.

Laatdekinderenophetfilmpjereagerenenverteldekinderenhoeblijdeze

mensen zijn dat zij nu eindelijk een Bijbel hebben in hun eigen taal! Maak ook

opnieuw duidelijk hoe belangrijk het is dat er letters zijn en wat je daarmee

kunt doen.


21

KernopdrachtLetterfeest

Voor ons letterfeest hebben wij voor de letter ‘a’ gekozen. Dat

is de eerste letter van ons Nederlandse alfabet. “Wat is het

alfabet eigenlijk? Weet jij dat? En kan iemand al het alfabet

opzeggen?”

Bij het letterfeest kunt u kiezen uit verschillende activiteiten.

• Luisteropdracht en letterherkenning: Geef de kinderen het

werkblad uit de bijlage met plaatjes waar de letter ‘a’ in

voorkomt en van woorden zonder ‘a’. Ze moeten dan goed

luisteren en alleen een ‘a’ stempelen als ze die ook horen.

Zie hiervoor het werkblad in de bijlage!

•Memoryspel: Laat kinderen met het zelfgemaakte

memoryspel spelen.

• Poppenhoek: Laat de kinderen een rollenspel bedenken en

spelen rond het thema Afrikaanse school. U kunt ervoor

kiezen om de kinderen dit tijdens de afsluiting van de

les aan de klas te laten zien. De handpop ligt ook in de

poppenhoek.

TIp! deel de Afrikaanse hapjes en tropische drankjes uit!

Of laat de leerlingen van de poppenhoek hun rollenspel

opvoeren of een Afrikaanse modeshow geven.

Extra voor groep 3Lees- en schrijfhoek: Maak vooraf aan de les woordkaarten

zoals: Bijbel, hut en palm en hang ze op, of teken ze op het

bord. De kinderen mogen een A4’tje dubbelvouwen als boekje.

Op de voorkant schrijven ze hun naam. Laat de kinderen bij de

plaatjes het goede woord stempelen of schrijven. Ze mogen de

plaatjes ook inkleuren.

Doe het rekenversje met onder andere Afrikaanse dieren (zie

bijlage).

Afsluiting Muziek maken, gesprek en hapjes of rollenspel

Zing de geoefende liederen, maak muziek met de

instrumenten en geef een echt concert. Nodig hiervoor

eventueel de ouders uit. U kunt dit doen door het bijvoorbeeld

aan het einde van een dagdeel te organiseren. Dan komen de

ouders hun kinderen ophalen en kunnen ze toch even mee

genieten van het feest. Dit kunt u ook uitvoeren tijdens de

actie uit Les 5.

Stel nog een keer de vraag: ‘Waarom vieren we ook alweer

feest?’ (Geef eventueel een hint). We vieren een letterfeest net

zoals de mensen uit Afrika doen als er een Bijbelvertaling klaar

is. ‘Letters zijn belangrijk, weet je dat nog? En weet je ook nog

waarom?’


22

bijlageles3:rekenversje(ob)

Eénaapjeindeslagroom

Eénaapjeindeslagroomtweeberenvolmetzeep

driegeitenineenpuddingvierzebra'szonderstreep

vijfneushoornsmeteenfeestneuszeswolvenindetrein

enzevendikkekikkersdiesnipverkoudenzijn.

Achtzingendegiraffenwelnegenkangoeroes

entiengestamptemuisjesdiedansenvoordepoesenzingjevaakditliedjedanleerjebovendieneenvoudigallecijfers

vanéén,twee,drietottien!

Uit:Hetgroteliedjesboek

3: Rekenversje


23

bijlageles3:stempeldeletterA(ob)

3: Stempel met letter A


24

Pannenkoek gevuld met mangoAantal personen: 4Benodigdheden- 12 pannenkoeken

- 3 rijpe mango’s

- 25 gr boter

- 5 cl marasquin

- 10 gr abrikozenjam

- 100 gr kristalsuiker

BereidingMaak 12 pannenkoeken klaar. Snijd de mango’s van de pit, en

schil de helften. Snijd het vruchtvlees in dunne plakjes. Het

geheel in een pan met 25gr boter goudbruin laten worden.

Neem de pan van het vuur en voeg er de marasquin bij en de

abrikozenjam. Bestrijk elke pannenkoek met een lepel van dit

mengsel. Rol de pannenkoeken op en leg ze naast elkaar in

een vuurvaste schaal. Met de kristalsuiker bestrooien en bij

een hoge temperatuur laten karamelliseren. Meteen opdienen.

Sneetje HawaiiBenodigdheden- 1 geroosterd sneetje brood

- 1 schijfje verse ananas

- 1 plakje ham

- 1 plak kaas

- 1 klein stukje paprika

BereidingBeleg een geroosterd sneetje brood met een plak ham, leg

hierop een schijf ananas en vervolgens een vrij dikke plak

kaas. Leg in het midden een stukje paprika. Laat de kaas

smelten in een hete oven, of onder de gril. Het sneetje kan

ook in een koekenpan worden gelegd met een klontje boter en

een deksel erop

Tropisch mango hapje Aantal personen; 8Benodigdheden2 mango’s en plakjes ontbijtspek

Bereiden Snijd 16 mooie blokjes uit een rijpe mango en

wikkel ze elk in ontbijtspek. Bak de pakketjes rondom krokant

in een licht ingevette koekenpan. Serveer ze heet met

cocktailprikkers.

Tropische cocktailBenodigdheden1l Tropisch vruchtensap, 1l sinaasappellimonade, 12 el

grenadinesiroop, 1 los geklopt eiwit, suiker, glazen en 12

ijsblokjes.

BereidingDoop de randen van de glazen eerst door het eiwit en daarna

door de suiker. Vul de glazen voor de helft met limonade.

Houd het glas schuin en giet er 0,5dl vruchtensap en 0,5dl

siroop bij. Verdeel de ijsblokjes over de glazen

Yoghurt kokosdrankBenodigdheden- sap van 1 kokosnoot

- 2,5 dl yoghurt

- theelepel kaneel

- theelepel vanillepoeder

- eventueel naar smaak een lepeltje honing

- cacao om over te strooien

Voorbereiding- vang het sap van de kokos op tijdens het openbreken.

Bereiding- doe het kokossap en de yoghurt in de blender. - Voeg het

kaneel en de vanille toe.

- Voeg eventueel de honing toe.

- Mix alles een paar minuten op de hoogste stand tot het mooi

luchtig geworden is.

- Schenk uit in een mooi hoog glas.

- Strooi er wat cacao over.

Pompelmoes – KokosdrankjeBenodigdhedenPompelmoes, Ananas, Water, Kokosdrank, IJsklontjes

Bereiding(Voor 2 dranken) Meng Pompelmoes Ananas met 200ml water.

Meng Kokosdrank met 200ml water. Beide dranken samen

voegen en goed mengen. 15 minuten in koelkast laten rusten.

Ijsklontjes toevoegen

3: Tropische hapjes en drankjes

DoelIn deze les worden de leerlingen zich bewust van hoe kinderen in andere culturen

leven en dat het daar echt anders is dan in Nederland. Ze leren dat mensen die voor

Wycliffe werken, vertalers genoemd worden, en ook dat zij anders wonen en leven

dan wij hier in Nederland.

Les 4Bouw je eigen Hut



26

InleidingGesprek

Ga een kort gesprek met de kinderen aan over de verschillen tussen Nederland

en andere landen.

• Ben jij wel eens in een ander land geweest?

• Noem eens iets wat ze anders doen in dat land?

•Weet je dat er ook mensen wonen aan de andere kant van de wereld? Daar

zijn heel veel dingen anders dan bij ons!

• In Afrika wonen bijvoorbeeld krokodillen en slangen en ook prachtige,

gekleurde vogels! Die zien wij in Nederland alleen maar in de dierentuin!

Welke dieren wonen in Nederland?

Doe samen het vraag en antwoord spel om de verschillen te benadrukken:

• In Nederland is het koud, maar in Afrika is het …

• De meeste mensen in Nederland kunnen lezen, maar in Afrika …

• De meeste mensen in Nederland hebben boeken, maar in Afrika …

• De meeste mensen in Nederland hebben een Bijbel, maar in Afrika …

• In Nederland wonen wij in huizen, maar in Afrika meestal in …

Vertel de leerlingen het volgende:

‘Er zijn mensen van Wycliffe, die in een dorp gaan wonen om de taal te leren

die ze daar spreken. Deze mensen noemen we vertalers. Sommige vertalers

wonen daar ook in hutten. Zij wonen bij de mensen in het dorp. De hut is

gemaakt van dingen uit het oerwoud zoals: boomschors, takken en modder.

Het lijkt een beetje op kamperen. Er lopen in die dorpjes zomaar varkens en

kippen rond. Sommige dorpjes hebben geen weg, dus moeten de mensen

die voor Wycliffe werken er met een vliegtuig of helikopter naartoe. Er zijn

vertalers die ook papa en mama zijn. Hun kinderen gaan dan ook mee naar

dat verre land.’

Materiaal


Zorg zelf voor• verf, ronde stenen, gekleurd

en wit papier, pijpenragers,

kleurpotloden, stiften, scharen,

lijm, eventueel zand, zaadjes, stro

of ander natuurlijk materiaal

• ballonnen (zorg voor een ballon

voor ieder kind!)

Bijlagen• afbeeldingen kevers

TIp! Deel de Afrikaanse hapjes en

tropische drankjes uit (zie les 3)! Of laat

de leerlingen van de poppenhoek hun

rollenspel opvoeren of een Afrikaanse

modeshow geven.


27

Afsluiting Ballonnenspel

Doe samen met de leerlingen het ballonnenspel. Teken op de

ballonnen een Bijbel. Leg de leerlingen uit dat iedere ballon een

Bijbel is. Vertel dat de kinderen in Afrika vaak geen speelgoed

maar ook geen Bijbel hebben!

Verdeel de klas in twee groepen, met daartussen de zee.

Maak de zee van een touw of twee banken. Geef elk kind uit

één groep een ballon. Laat hen een minuut met de ballonnen

spelen. De kinderen uit de andere groep hebben dus niets

om mee te spelen. Na een minuut roept u stop, of u kunt een

stopwatch zetten die afgaat. Zeg dan: ‘Dat is een leuk cadeau,

een Bijbel in je eigen taal! Maar de kinderen aan de andere

kant van de zee hebben nog geen Bijbel! Ze wachten maar

en wachten maar. Zullen we hen ook een Bijbel geven? Jullie

mogen de Bijbels naar de andere kant van de zee brengen!’

Geef de kinderen die al een ballon hebben nóg een ballon. Zij

mogen een ballon naar een kind aan de andere kant van de

zee brengen. Nu hebben alle kinderen een ballon. Laat nu alle

kinderen spelen met de ballonnen.

Nagesprek: Was het leuk om met de ballonnen te spelen?

En was het leuk om te wachten? Hebben jullie zelf thuis een

Bijbel? Soms zijn er landen aan de andere kant van de zee,

waar nog geen Bijbel is. God wil graag dat alle mensen een

Bijbel hebben. Hoe kunnen wij eraan meehelpen om Bijbels

bij die mensen te brengen? Door te bidden of door geld in te

zamelen voor Bijbels. Daar gaan we het de volgende keer over

hebben!

KernopdrachtGesprek en creatieve activiteiten

Ga via de handpop een kort gesprek aan met de kinderen over het

onderwerp speelgoed thuis en in Afrika:

• Hoeveel speelgoed heb jij eigenlijk?

•Waar speel jij het liefste mee?

• Zouden ze dat speelgoed ook in Afrika hebben?

•Waar spelen de kinderen in Afrika mee, denk jij?

‘De kinderen in Afrika verzamelen heel vaak insecten,

stokjes of wat ze maar kunnen vinden. Ze hebben niet

veel speelgoed maar wel de natuur en de beestjes, zoals

kevers waar ze mee spelen. Zullen wij ook eens zo’n

mooie kever maken? Misschien heb je wel een mooie

steen? Deze kunnen we dan verven met mooie kleuren

enfiguren!’Ziebijlagevooreenvoorbeeldvanfoto’svan

kevers.

Het is leuk om wat grotere stenen af te lakken en pootjes te

geven van pijpenragers. Of je kunt ze op een stevig karton

plakken, zodat de kinderen er pootjes en blaadjes bij kunnen

tekenen. Je kunt ook kevers van klei maken en dan verven. Leg

stokjes,vorkenenlepelsneerwaarmeejefigurenin

de klei kunt drukken.

Als vervolg op de inleiding kunt u de leerlingen een

werkstuk laten maken van een dorp of een hut.

Gebruik hiervoor vellen wit papier, scharen, lijm, kleurpotloden of

stiften en gekleurd papier in aarde tinten.

TIp! Je kunt de kevers op een

zelfgemaakt groen blad plakken. Laat

de leerlingen een blad maken van dik

karton en het groen verven of laat ze

iets anders bedenken waar de kever op

zit.

TIp! Gebruik zand, zaadjes, stro en ander

natuurlijk materiaal om op te plakken.


28

4: Afbeelding gekleurde kevers


29

4: Afbeelding kiezelkevertjes

DoelDe leerlingen actief en spelenderwijs betrekken bij het werk van Wycliffe in de vorm

van een actie!

Voor deze actie kunt u contact opnemen met het Wycliffe kantoor in Driebergen

([email protected]) om ondersteuning te vragen van een medewerker. De medewerker

vanWycliffekandaneeninteractievelesverzorgen.OokkunnenerWycliffe-flyers

verzorgd worden voor de ouders en een persbericht voor in de schoolkrant.

Les 5Help Jij ook mee?

in de reiskoffer• Afrikaanse kleding, ketting

en tas



32

Inleiding Gebarenspel

Doe het gebarenspel in een grotere ruimte waar de onderbouwgroepen bij

elkaarkunnenzitten.Hetisgoedomdekinderenflinkbezigtehouden.Vooral

kleuters vinden het leuk om zelf te ondervinden hoe oerwoudbewoners leven.

De bouw van een lemen modderhuis:Verdeel de groep in ‘mannen’, ‘vrouwen’ en ‘kinderen’. Leg uit dat de ‘mannen’

de gebaren maken bij het neerzetten van een frame van takken (boem).

‘Vrouwen’ maken de gebaren bij het stampen van de modder tot cement en bij

het gooien van mooie klodders tegen het takkenframe. Op een goed moment

komen de ‘kinderen’ alles aanstampen. Samen stukadoren ze de lemen muren

tot er gladde wanden staan. Als het huis er staat, droogt het kurkdroog op,

want de zon is heet. Tot de regen losbarst en ieder gaat zitten luisteren,

zogenaamd in een droog huis.

Vertel dan over het regenwoud waar het elke dag regent en er heel veel bomen zijn met heel veel takken. De regen kunt

u uitbeelden door met elkaar van zacht en langzaam naar harder en snel te klappen. De mensen bouwen hier huizen van

moddercement. Dat maken ze zelf. Ze smeren het op een muur van takken. U doet het voor en de klas doet het na!

Zullen we het ook eens proberen? Het is heel vroeg en we trekken het bos in.

Alle mannen van het dorp mogen een mooie tak uitzoeken. Heb je er een? Dan zet je die in de grond en zegt ‘boem’ (maak een krachtig gebaar naar beneden). En nog een tak, vlak ernaast (krachtig gebaar naar beneden). En nog een. Ja jongens, ga maar door.Ondertussen zoeken de vrouwen dunne stevige takken, van die hele lange (weids gebaar), een heleboel (doe alsof je ze opstapelt).Want die takken kunnen ze tussen de palen vlechten (horizontaal priegel gebaar met vingers).Dat kunnen de vrouwen goed, kijk maar.Zijn alle muren van het huis al neergezet met palen, mannen?Dan gaan we nog even door. Boem, boem, nog een paal (neergaand gebaar) en tussen alle palen takjes (horizontaal gepruts met vingers).Overal staan palen. En tussen alle palen zitten takjes. Goed zeg, ik kan al bijna niet meer door de takjes heen kijken.Maar de regen kan er nog wel doorheen, dat moet niet! Er moet nog cement tegenaan. Laten we samen cement gaan maken! De mannen graven een grote kuil (scheppend gebaar). Wel een beetje dieper (scheppend gebaar, voorhoofd afvegen want het is zwaar werk).De vrouwen gaan water halen bij de rivier met elk een emmer (doe alsof je een emmer in je hand hebt en maak loopgebaren op de plaats).Ze dragen de volle emmers op hun hoofd (twee handen verticaal langs de zogenaamde emmer houden). Voorzichtig, niet klotsen!

Materiaal

Uit de reiskoffer• Afrikaanse kleding, ketting en tas


Zorg zelf voor


com/ubentdevader)


• ingrediënten en kookspullen

Bijlagen• Afrikaanse hut bouwen

• Kleurplaat zoek-de-verschillen

TIp! de leerkracht die het gebarenspel voordoet,

verkleedt zich in Afrikaanse kleding.


33

Bij de kuil kieperen ze het water in de grond (doe alsof je een emmer van je hoofd haalt en leeggooit).Nu mogen de kinderen helpen (kinderen, komen helpen!).Ze stampen met hun blote voeten in de kuil. (stampgebaar).Net zolang tot het water helemaal weg is, ik zie alleen nog modder (langzamer stampen want het gaat moeilijker).Hoor je de modder? (geluid maken van modder)Als het cement stevig genoeg is, mogen de mannen elk een handvol modder pakken (bukkend gebaar).Gooi het cement maar tegen de takkenmuur (kwakkend gebaar) en dit een paar keer herhalen.O, maar nu valt er cement van de muur af. De vrouwen gaan het mooi plat strijken. Stukadoren heet dat. Doe maar (platstrijkend gebaar langs de zogenaamde muur).Is de kuil al leeg?Zit alle cement nu tussen de takken? En op de muur? Het is nog helemaal nat.Gelukkig is daar de zon. Het is het heetst van de dag. De mensen gaan uitrusten en de zon bakt het huis. Het moddercement wordt helemaal droog.Op het laatst kun je erop kloppen (klop op hout) en dan klinkt het keihard. Maar dat duurt tien weken, totdat het droog is.Zo heet is de zon in Afrika. De mensen maken er wel een dak op terwijl de muur droogt. Nu gaat het regenen, maar gelukkig kan de regen niet meer in het huis komen. Ga maar even zitten. Even uitrusten. Lekker binnen in jullie droge huis, dat je net gebouwd hebt.

KernopdrachtAan het werk voor de actie!

Een Wycliffe medewerker kan nu eerst een presentatie geven!

Naafloopkuntukiezenuitdevolgendeopdrachtendieuvervolgensdoordekinderenkuntlatenverkopen.Hetismisschienleuk

om de klas in te richten als een winkel met restaurant. De kinderen kunnen dan de zelfgemaakte limoen-ade en de gebakken

slang (zie verderop in de kernopdracht) in het restaurant verkopen plus spulletjes, zoals het memoryspel of andere werkjes die ze

gemaakt hebben, voor in hun ‘winkel’.

Handgemaakte voorwerpen•Met klei en takjes/stro kunnen de kinderen een hut maken. U kunt uw

eigen fantasie en mogelijkheden gebruiken binnen de tijd die u ervoor hebt.

• Rijg kettingen van schelpen, kastanjes of andere natuurlijke materialen.

•Maak een sleutelhanger met veertjes.

• Beschilder een mooie tak met gekleurde motiefjes (kijk ook eens op

internet bij de Aboriginals) .

• Beplak doosjes met zonnebloempitten.

TIp! Maak een hut van sloophout, klei,

stro, doeken of andere materialen. Deze

kunt u dan tentoonstellen in de klas. Met

doeken kunt u een grotere hut maken

waar de kinderen echt in kunnen.


34

Bakopdrachten

Gebakken slangNodig: 3 eieren, kom, 65 gram suiker, 65 gram boter, 250

gram bloem, krenten, geschaafde amandelen en een oven.

• Doe drie eieren in een kom en houd een beetje eigeel

apart.

• Roer door elkaar: de 3 eieren, 65 gram suiker, 65 gram

boter, 250 gram bloem.

• In de koelkast stijf laten worden.

• Slang van deeg kneden met kop en staart, krenten als

ogen.

• Geschaafde amandelen in het lijf steken als schubben.

• Oven op 150 graden zetten.

• In een krul op de bakplaat leggen en met restje eigeel

glanzend maken (m.b.v. kwastje).

• 20 tot 25 minuten in de oven.

Laat de kinderen ook zelf proeven van hun gebakken slang!

Wisten jullie dat ze in Congo dol op slangenvlees zijn? Het

smaakt een beetje naar kip of vis.

KokosbroodjesNodig: 1 kopje meel, 1 kopje suiker, 1 kopje gemalen kokos, 1

ei, een beetje bakpoeder, een paar druppels citroen, een klein

beetje water.

• Alles goed mengen en tot deeg kneden.

•Maak kleine broodjes.

• Bak deze op 175 graden totdat ze gaar zijn.

Limoen-adeMaak samen met de leerlingen tijdens deze les zelfgemaakte

‘limoen-ade’ zoals ze die in het oerwoud drinken, waar geen

winkels zijn.

Nodig: losse limoenen (eventueel citroenen), suiker of

suikerklontjes, plastic kleed, bakjes voor limoenparten, bekers,

waterkan, roerstaafjes.

Voorbereiding:

• Limoenen wassen met lauw water en zeep, goed afspoelen

en in vieren snijden.

• Elk kind krijgt een beker met een stukje limoen.

1. Geef elk kind een stuk limoen (met schil er nog aan).

2. Die mogen ze in hun beker uitknijpen.

3. Twee suikerklontjes of schepjes suiker per kind.

4. Naar smaak water toevoegen.

5. Deel roerstaafjes uit om te roeren en klaar is de limoen-

ade.

6. We drinken allemaal tegelijk HEEL voorzichtig een slokje.

Nog niks zeggen hoor!

7. Na drie slokjes mag iedereen zeggen wat hij ervan vindt.

BananenpannenkoekjesNodig: pannenkoekenmix, eieren, boter, geprakte banaan en

melk.

•Mix alles goed door elkaar, inclusief de geprakte banaan,

met een garde of mixer.

• Bakkleineflensjesineenkoekenpan.

AfsluitingZingen met instrumenten

Deel instrumenten uit en zing samen samen het lied ‘Wewe

ni baba’. Een tweede keer zingen met nieuwe muzikanten,

tot iedereen aan de beurt is geweest.

U kunt de leerlingen ook de ‘zoek-de-verschillen kleurplaat’

uit de bijlage laten kleuren!

TIp! U kunt een of enkele ouders vragen om de

bakopdrachten thuis met een groepje kinderen uit te voeren.

TIp! Vertel de kinderen van tevoren dat het niet

lekker is als er nog geen suiker bij zit.


35

5: Afrikaanse hut bouwen en bestempelen


36

5: Kleurplaat zoek-de-verschillen’


37

Gebedspunten BijbelvertaalwerkHieronder vindt u een aantal suggesties voor gebedspunten voor het werk van Wycliffe.

Actuele gebedspunten vindt u op: www.wycliffe.nl.

Praat er samen met de leerlingen over en laat ze meedenken in

het formuleren van gebedspunten.

Waar u samen met de leerlingen aan kunt denken:

• Bid voor het vertaalwerk, dat alles goed zal verlopen en

de nodige materialen er zullen zijn. Bid dat de vertalers

wijsheid mogen krijgen om dit belangrijke werk te doen.

• Bid dat God voor de vertalers/veldwerkers wil zorgen

op allerlei gebied; denk hierbij aan geld voor voedsel en

spullen om van te leven maar ook voor gezondheid en

blijdschap om het werk te doen.

• Bid dat de kinderen van de veldwerkers goed onderwijs

kunnen krijgen en leuke vriendjes om mee te spelen.

• Bid dat de mensen in andere landen steeds meer de kans

zullen krijgen om in hun eigen taal de Bijbel te lezen,

zodat zij God en Jezus beter kunnen leren kennen.

• Bid dat de veldwerkers veilig kunnen reizen, zowel in het

vliegtuig als op de grond.

• Bid voor vrede in onrustige landen, zowel op gebied van

oorlog als ook bij vervolgingen. Hierbij kun je speciaal

denken aan de gesloten landen in Azië. Bid voor deze

christenen die worden vervolgd om hun geloof. Bid dat de

kerken daar zullen groeien in geloof, hoop en liefde.

• Dank God voor de websites met vertaalde Bijbelgedeelten.

Bid dat er steeds meer bezoekers hierop zullen gaan

kijken.

• Dank God voor de wonderen van genezing en voor dromen

waarin God zichzelf bekend maakt, ook aan mensen die

nog geen Bijbel hebben.

• Dank God voor de voortgang van het Bijbelvertaalwerk in

zoveel verschillende taalgroepen.

Lespakket basisschool groep 1, 2 en 3

Documents

Transcript of Lespakket basisschool groep 1, 2 en 3