Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

download Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

of 33

Transcript of Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    1/33

    FACULTEIT GEDRAGSWETENSCHAPPEN

    Pre-master thesis

    Het niveau van

    internetvaardigheden onder

    kinderen in groep 8 van de

    basisschool.

    Enschede, 19 juni 2012

    Begeleider: dr. A.J.A.M. van Deursen

    Hanneke Perik

    Studentnummer: s1137824

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    2/33

    2

    Samenvatting

    De afgelopen jaren zijn er enkele internetvaardigheidsonderzoeken uitgevoerd met betrekking

    tot volwassenen vanaf 18 jaar. Door deze onderzoeken is er inzicht ontstaan in het niveau van

    internetvaardigheden bij volwassenen. Het was hierdoor mogelijk om het niveau van jongere

    generaties te vergelijken met dat van oudere generaties. Tot op heden is er weinig onderzoek

    verricht naar jongeren onder de 18 jaar. Deze groep jongeren valt binnen een generatie van

    jongeren die zijn opgegroeid met computers en het internet. Vanaf jongs af aan zijn ze er mee

    in aanraking gekomen en zij kennen de wereld niet zonder deze technologie. Dit onderzoek is

    gericht op het vergaren van kennis over het niveau van internetvaardigheden onder kinderen

    in groep 8 van de basisschool. Door middel van een performance test en een vragenlijst is het

    niveau gemeten en is het mogelijk om factoren te ontdekken die invloed hebben op de

    verschillende internetvaardigheden. In totaal namen 28 kinderen uit groep 8 van de

    basisschool deel aan dit onderzoek, waarbij de verdeling qua jongens en meisjes precies gelijk

    was. Daarnaast vielen alle deelnemers in de leeftijdscategorie van 11 tot 13 jaar.Uit de resultaten is gebleken dat de kinderen uit groep 8 van de basisschool redelijk

    goed om lijken gaan met het internet. Ze zijn snel er het lijkt er op dat zij weten wat ze precies

    doen. Het grootste probleem is het feit dat de kinderen erg ongeduldig zijn, zij klikken vaak

    op een link omdat zij denken dat het laden van de pagina dan sneller verloopt. Ze scannen de

    pagina zo snel dat zij nauwelijks tijd nemen om te lezen. Dit zorgt ervoor dat zij informatie

    die van belang kan zijn over het hoofd zien en hierdoor maken zij onnodig veel fouten.

    In de toekomst is het van belang dat er een grotere groep deelnemers mee doet aan het

    onderzoek, dit kan de betrouwbaarheid van de resultaten vergroten. Het maakt de analyses

    namelijk sterker, er is dan met meer zekerheid te zeggen dat bepaalde factoren invloed hebben

    op bepaalde internetvaardigheden. Het is daarom belangrijk dat vergelijkend onderzoek wordt

    uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in het niveau van internetvaardigheden van kinderen in

    groep 8 van de basisschool.

    Om de resultaten uit dit onderzoek te kunnen gebruiken in de praktijk staan hieronder

    een tweetal punten die wellicht in de toekomst kunnen worden toegepast in het onderwijs. De

    kinderen zullen voornamelijk bij de informatievaardigheden ondersteuning moeten krijgen

    vanuit het onderwijs. Door het bespreken van basis internettermen en internetfuncties kan de

    kennis van de kinderen vergroot worden. Daarnaast zal er uitleg geven kunnen worden over

    de betrouwbaarheid van informatie die te vinden is op het internet. Deze beide punten zullen

    het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool verhogen.

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    3/33

    3

    Inhoudsopgave

    1. Inleiding 4

    1.1 Probleem

    1.2 Doel van het onderzoek en onderzoeksvraag

    1.3 Opbouw van het onderzoeksrapport

    2. Theoretisch kader 6

    2.1 Introductie

    2.2 Internetvaardigheden

    2.3 Het meten van internetvaardigheden

    2.4 Niveau van internetvaardigheden

    2.5 Factoren van invloed op internetvaardigheden

    2.6 Conclusie

    3. Methode 12

    3.1 Metingen

    3.2 Deelnemers

    3.3 Technische specificaties

    3.4 Methode van data verzamelen

    3.5 Taken

    3.6 Vragenlijst

    4. Resultaten 16

    4.1 Algemene resultaten

    4.2 Factoren van invloed op internetvaardigheden

    4.3 Problemen gerelateerd aan operationele internetvaardigheden4.4 Problemen gerelateerd aan formele internetvaardigheden

    4.5 Problemen gerelateerd aan informatie internetvaardigheden

    4.6 Problemen gerelateerd aan strategische internetvaardigheden

    5. Discussie 23

    5.1 Conclusie

    5.2 Beperkingen

    5.3 Toekomstig onderzoek

    5.3 Toepassing in de praktijk

    Referenties 26Bijlage 1 Literatuurstudie Logboek 28

    Bijlage 2 Takenlijst 32

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    4/33

    4

    1. Inleiding

    1.1 Probleem

    Jongeren die geboren zijn rond het jaar 1990 of later zijn min of meer opgegroeid met

    computers en het internet. Een redenering luidt dat deze jongeren beter weten om te gaan met

    digitale technologien, terwijl oudere mensen achterlopen op dit gebied. Vandaar dat deze

    groep jongeren de benaming digital natives heeft gekregen(Prensky, 2001). In verschillende

    literatuur wordt deze benaming gebruikt om de technische transformatie van jongeren aan te

    geven, ten opzichte van leren en het verwerken van informatie. Maar er moet voorzichtig

    worden omgegaan met de veronderstelling dat de jongeren anders met de digitale

    technologien omgaan dan oudere generaties (Selwyn, 2009). Uit onderzoek van Helsper en

    Eynon (2010) was er geen significant bewijs te ontdekken dat de term digital native gelinkt

    kan worden aan de jaren waarin de persoon is opgegroeid. Hetzelfde geldt voor digital

    immigrants, een antoniem voor digital native.

    1.2 Doel van het onderzoek en onderzoeksvraag

    Om gerechtvaardigde uitspraken te doen over de jongeren die zijn opgegroeid met computers

    en internet is er meer onderzoek nodig. Een van de mogelijkheden om kennis te vergaren over

    dit onderwerp is door het meten van internetvaardigheden.

    De afgelopen jaren zijn er enkele onderzoeken uitgevoerd op dit gebied met

    betrekking tot volwassenen vanaf 18 jaar. Uit deze onderzoeken blijkt dat jongere generaties

    hoger scoren op medium gerelateerde vaardigheden, oftewel operationele en formele

    vaardigheden. Maar dit betekend niet dat zij ook altijd hoog scoren op content gerelateerdevaardigheden. Deze informatie en strategische vaardigheden zijn niet per se te leren door

    internet te gebruiken. Daardoor presteren oudere generaties, wanneer zij operationele en

    formele internetvaardigheden hebben geleerd, vaak net zo goed of zelfs beter in digitale

    omgevingen(van Dijk & van Deursen, 2010).

    Maar er is nog nauwelijks onderzoek gedaan naar jongeren onder de 18, die zijn

    opgegroeid met internet en een wereld zonder internet niet kennen. Daarom zal tijdens dit

    onderzoek getracht worden om kennis te vergaren over het niveau van internetvaardigheden

    van de jongere generatie. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van de volgende

    onderzoeksvraag:

    Wat is het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool?

    1.3 Opbouw van het onderzoeksrapport

    In hoofdstuk 2, het theoretisch kader, zullen verschillende kanten van het onderwerp worden

    belicht door middel van bestaande literatuur. Dit zal de basis vormen van waaruit dit

    onderzoek is opgezet. Dit zal inzicht geven in de bestaande kennis en vanuit deze bestaande

    kennis is getracht het onderzoek op te zetten. De methode en de opzet van dit onderzoek

    zullen worden vermeld in hoofdstuk 3. Aansluitend worden in hoofdstuk 4 de resultaten van

    het hoofdonderzoek beschreven. In de discussie, hoofdstuk 5, zullen de resultaten worden

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    5/33

    5

    besproken ten opzichte van de bestaande kennis. Daarnaast zullen de beperkingen en

    aanbevelingen naar aanleiding van dit onderzoek ook worden beschreven in dit hoofdstuk. Tot

    slot zal er kort aandacht worden besteed aan de toepasbaarheid van de resultaten en de

    conclusie in de praktijk. Er zal kort worden toegelicht hoe deze kennis in het onderwijs

    gebruikt kan worden.

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    6/33

    6

    2. Theoretisch kader

    2.1 Introductie

    Het doel van dit hoofdstuk is om het concept internetvaardigheden op verschillende

    manieren te belichten, om zo een beeld te krijgen van de bestaande kennis betreffende dit

    onderwerp. Om te beginnen is het van belang om het concept internetvaardigheden te

    definiren. Er zal daarna kort aandacht besteed worden aan welke type internetvaardigheden

    bekend zijn. Het is belangrijk om te kijken naar welke kennis bekend is over het niveau van

    internetvaardigheden bij jongeren onder de 18 jaar. Resultaten uit eerder uitgevoerd

    onderzoek zullen worden bekeken, om zo een beeld te krijgen van het niveau van de

    Nederlandse bevolking met betrekking tot internetvaardigheden. Omdat dit onderzoek zich

    richt op jongeren onder de 18 en met name kinderen rond de leeftijd van 12 jaar, zal er ook

    gekeken worden naar de bestaande kennis over deze groep omtrent computers en internet.

    Deze informatie zal antwoord geven op deelvraag 1.

    Deelvraag 1: Wat is het niveau van internetvaardigheden onder jongeren onder de 18

    jaar?

    Naast de definitie en het niveau van internetvaardigheden zal er gekeken worden naar de

    factoren die van invloed kunnen zijn op het niveau van internetvaardigheden. Aan de hand

    van resultaten uit eerder uitgevoerd onderzoek zal er getracht worden deze factoren te

    benoemen.

    Deelvraag 2: Welke factoren hebben invloed op het niveau van internetvaardigheden?

    2.2 Internetvaardigheden

    Een veel voorkomende term in onderzoeksliteratuur betreffende het gebruik van internet is de

    term digital divide. Deze term wordt gebruikt in literatuur als het gaat over een ongelijke

    toegang tot het internet (Hargittai, 2002). Aangezien tegenwoordig veel mensen beschikken

    over toegang tot internet verschuift de discussie over de digital divide, oftewel de ongelijke

    toegang tot internet, langzaam richting het gebruik van internet op een efficinte en effectieve

    manier. Zelf wanneer mensen gelijke toegang hebben tot computers en internet, kan het zijn

    dat zij niet over dezelfde vaardigheden beschikken om overweg te kunnen met het brede scala

    aan mogelijkheden die het internet biedt (van Deursen & van Dijk, 2008). Deze vaardigheden

    met betrekking tot het efficint en effectief gebruik van internet worden ook internet -

    vaardigheden genoemd. Een reden om deze term toe te passen heeft te maken dat er in digital

    divide onderzoek vaak gebruik wordt gemaakt van de term digital skills.

    Internetvaardigheden zijn een onderdeel van digital skills (van Deursen, van Dijk, & Peters,

    2011). In internetvaardigheden onderzoek wordt er niet naar het algemene gebruik van

    digitale media gekeken, maar wordt er specifiek gekeken naar het internet. Het niveau van

    internetvaardigheden kan wel worden benvloed door het niveau van digitale vaardigheden.

    Veranderingen in de samenleving en met name technologische ontwikkelingen vereisen

    telkens weer nieuwe vaardigheden. Ten gevolge van de groeiende hoeveelheid informatie ophet internet en het feit dat mensen hier steeds afhankelijker van worden, zijn

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    7/33

    7

    internetvaardigheden belangrijker dan ooit te voren (van Deursen & van Dijk, 2010).

    Het concept internetvaardigheden is in twee delen te verdelen, internet en

    vaardigheden. Om dit concept te begrijpen is het van belang om de definitie van de twee losse

    termen te begrijpen. Ondanks dat internet een veel gebruikt woord is weten maar weinig

    mensen de echte definitie, vandaar dat deze hier wordt benoemd. Internet, het; wereldwijd

    computernetwerk dat het mogelijk maakt informatie te verspreiden of te zoeken (Van Dale,

    2012). Vaardigheden zal in deze context gedefinieerd worden als het vermogen efficint en

    effectief informatie te vinden op het internet. Door te onderzoeken hoe mensen het internet

    gebruiken is het mogelijk om de manier te onderscheiden waarop verschillende mensen in

    staat zijn om te profiteren van het medium (Hargittai, 2002).

    2.3 Het meten van internetvaardigheden

    Wanneer literatuur over internetvaardigheden wordt bestudeerd is te zien dat er in de laatste

    jaren een framewerk is ontstaan met betrekking tot verschillende type internetvaardigheden.

    Een dergelijk framewerk is essentieel om onderzoek gericht op het meten van

    internetvaardigheden te stimuleren. Van Deursen en Van Dijk (2009, 2010) hebben door

    middel van een uitgebreid literatuuronderzoek vier soorten internetvaardigheden vastgesteld,

    namelijk operationele, formele, informatie en strategische vaardigheden. Er wordt

    onderscheid gemaakt tussen medium gerelateerde vaardigheden en content gerelateerde

    vaardigheden. De eerste soort die valt onder medium gerelateerde vaardigheden zijn

    operationele internetvaardigheden. Dit zijn basisvaardigheden die nodig zijn om het internet

    te kunnen gebruiken; zoals het gebruiken van de internet browser, het gebruik van een internet

    zoekmachine of het invullen van formulieren op internet. Het tweede type mediumgerelateerde vaardigheden zijn formele internetvaardigheden. Formele vaardigheden hebben

    betrekking op de structuur waarop een medium is opgebouwd. In het geval van internet is het

    een hypermedia structuur en dit vereist browse, navigatie en orintatie vaardigheden (van

    Deursen, van Dijk, & Peters, 2011). De twee content gerelateerde internetvaardigheden zijn

    informatie en strategische vaardigheden. Informatie vaardigheden hebben betrekking op het

    zoeken, selecteren en evalueren van informatie gevonden op het internet (van Deursen & van

    Dijk, 2008). Strategische vaardigheden worden gedefinieerd als het vermogen om computer-

    en netwerk bronnen te gebruiken om bepaalde doelen te bewerkstelligen en met name om je

    eigen positie in de samenleving te verbeteren (van Deursen, 2010). Van Deursen (2010) geeftaan dat deze vier vaardigheden zijn gebaseerd op individuele vermogens en een vereiste zijn

    voor karakteristiek internet gebruik. Het framewerk in tabel 1 kan en zou als hulpmiddel

    kunnen worden gebruikt voor internetvaardigheden onderzoek. Aan de hand hiervan kan een

    dergelijk onderzoek worden opgezet (van Deursen, 2010).

    Tabel 1Vier type internetvaardigheden

    Operationele vaardigheden zijn het kunneno bedienen van een internet browser:

    Het openen van websites door de URL in de adresbalk te typen,

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    8/33

    8

    Het vooruit en terug kunnen surfen tussen internetpaginas doorgebruik te maken van de browser knoppen,

    Het opslaan van bestanden op de harde schijf, Verschillende formaten kunnen openen en opslaan (bijvoorbeeld PDF); Het opslaan van websites in de Favorieten Het gebruiken van een hyperlink.

    o bedienen van een zoekmachine op het internet: Het invullen van zoekwoorden in een zoekveld, Het uitvoeren van een zoekopdracht, Het openen van zoekresultaten in de lijst met zoekresultaten.

    o gebruiken van online formulieren: Gebruik maken van de verschillende typen invoervelden en knoppen

    (bijvoorbeeld dropdown menus);

    Het versturen van een formulier. Formele vaardigheden zijn het kunnen

    o navigeren op het internet: Hyperlinks gebruiken (in een menu, tekstueel, plaatjes etc.) in

    verschillende menu en website layouts.

    o behouden van een gevoel van orintatie tijdens het navigeren op het internet: Niet gedesorinteerd raken binnen een website, Niet gedesorinteerd raken tijdens het surfen tussen websites, Niet gedesorinteerd raken tijdens het openen van en surfen tussen

    zoekresultaten.

    Informatie vaardigheden zijn het kunneno vinden en gebruiken van informatie, door:

    Het kiezen van een geschikt zoeksysteem (of plaats om informatie tezoeken),

    Het definiren van zoekwoorden die zich op het informatieprobleemrichten,

    Het selecteren van geschikte informatiebronnen, Het evalueren van informatiebronnen.

    Strategische vaardigheden zijn heto voordeel behalen met behulp van het internet, door:

    Het orinteren op een bepaald doel De juiste actie ondernemen om het doel te behalen De juiste beslissingen nemen om het doel te behalen De voordelen van dit doel behalen.

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    9/33

    9

    2.4 Niveau van internetvaardigheden

    Er zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd om het niveau van internetvaardigheden van de

    Nederlandse bevolking te bepalen. Het lijkt er op dat de Nederlandse bevolking een vrij hoog

    niveau van operationele en formele internetvaardigheden heeft. Maar het niveau van

    informatie en voornamelijk strategische vaardigheden is veel lager (van Deursen & van Dijk,

    2008, 2009; van Deursen, 2010). Echter uit cijfers die op dit moment bekend zijn blijkt

    Nederland in de middenmoot te behoren als het gaat over internetvaardigheden (van Deursen

    & van Dijk, 2011).

    Wanneer er wordt gekeken naar internetvaardigheden onder jongeren scoren zij

    voornamelijk hoog op medium gerelateerde vaardigheden, oftewel operationele en formele

    vaardigheden. Maar dit betekend niet dat zij ook altijd hoog scoren op content gerelateerde

    vaardigheden. Deze informatie en strategische vaardigheden zijn niet per se te leren door

    internet te gebruiken. Daardoor presteren oudere generaties, wanneer zij operationele en

    formele internetvaardigheden hebben geleerd, vaak net zo goed of zelfs beter in digitaleomgevingen. De verklaring hiervoor is mogelijk te geven door de kennis, ervaring en het

    beoordelingsvermogen die zij hebben ontwikkeld in hun leven, ten opzichte van de kennis,

    ervaring en het beoordelingsvermogen die de jongeren bezitten (van Dijk & van Deursen,

    2010).

    De jongere generaties die worden benoemd in de literatuur vallen allemaal in een

    leeftijdsgroep die ouder is dan 18 jaar. Weinig internetvaardigheden onderzoek heeft plaats

    gevonden met een nog jongere groep. De groep jongeren die op dit moment onder de 18 is,

    valt binnen een generatie van jongeren die zijn opgegroeid met computers en het internet.

    Vanaf jongs af aan zijn ze er mee in aanraking gekomen en zij kennen de wereld niet zonder

    deze technologie. Ze worden in de literatuur vaak benoemd als digital natives. Het internet

    is voor hun een moedertaal, terwijl het voor oudere generaties, de digital immigrants pas

    een taal is die later is aangeleerd(Prensky, 2001). Hoewel jongeren het internet anders en

    vaker gebruiken, lijkt er geen bewijs te zijn dat er echt een verschil is tussen digital natives en

    digital immigrants (Bennett, Maton, & Kervin, 2008; Helsper & Eynon, 2010).

    Smeets en Wester (2009) hebben onderzoek gedaan naar de mediawijsheid in het

    basisonderwijs en het voortgezet onderwijs op basis van opvattingen van de leraren. Uit dit

    onderzoek is gebleken dat er meer gebruik wordt gemaakt van computers in het

    basisonderwijs dan in het voorgezet onderwijs. Toch wordt in het basisonderwijs het internet

    minder vaak gebruikt voor huiswerk. Dit wordt verklaard door het feit dat op de basisschoolminder huiswerk wordt opgegeven waar het internet voor gebruikt moet worden. Als het

    internet gebruikt moet worden voor huiswerkopdrachten, is het vaak voor werkstukken of

    spreekbeurten. De leraren in het basisonderwijs schatten hun kinderen slechter in dan de

    leraren in het voorgezet onderwijs, als het gaat om het bezitten van digitale vaardigheden,

    zoals het bewerken van fotos, maken van filmpjes of het maken van websites. Daarnaast

    zeggen de leraren in het basisonderwijs in vergelijking met leraren in het voorgezet onderwijs

    dat hun leerlingen zich minder vaak bewust zijn van de risicos van het internetgebruik en ze

    zich hier minder vaak tegen wapenen. Volgens de leraren leren de leerlingen als ze ouder

    worden dus beter met het internet en digitale media te werken. Maar leren de meesteleerlingen thuis niet de vaardigheden om informatie op te zoeken en te beoordelen, deze

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    10/33

    10

    vaardigheden zullen in de lesstof moeten worden meegenomen (Smeets & Wester, 2009). Uit

    onderzoek van Kuiper, Volman, en Terwel (2009) is gebleken dat het opnemen van deze

    vaardigheden in leerstof lastig is voor leraren, omdat zij een balans moeten zoeken tussen de

    het leerdoel en de vaardigheden die de kinderen al bezitten. Kinderen krijgen bij een

    verkeerde balans het gevoel dat de lesstof niet past bij hun eigen manier van internet gebruik.

    Uit ditzelfde onderzoek bleek dat kinderen denken dat alle antwoorden kant-en-klaar op

    internet te vinden zijn, omdat er zoveel informatie op beschikbaar is. Het internet zorgt er

    voor dat zij min of meer passieve zoekers worden door de snelheid waarmee de informatie op

    het scherm verschijnt. Het internet geeft misschien nieuwe mogelijkheden voor het onderwijs,

    zorgt daarmee direct voor nieuwe uitdagingen voor leraren en leerlingen als het gaat om

    internetvaardigheden (Kuiper, Volman, & Terwel, 2009).

    Naast onderzoek naar onderwijsmogelijkheden en internetgebruik is er ook onderzoek

    gedaan naar internet gebruik buiten school. Een verschil tussen meisjes en jongens, is dat

    meisjes minder vaak het internet gebruiken dan jongens, daarnaast is er een verschil in de

    activiteiten die worden uitgevoerd op het internet. Jongens gebruiken het internet vaker voor

    het spelen van games dan meisjes, terwijl meisjes vaker gebruik maken van e-mail of

    chatprogrammas. Er zijn weinig verschillen te zien tussen deze twee groepen als het gaat om

    digitale vaardigheden, maar er zijn wel degelijk verschillen te zien in de houding ten opzichte

    van digitale media. Deze verschillen hebben vooral te maken met de interesse in computers en

    het zelfvertrouwen in het computergebruik. Jongens hebben meer interesse in computers en

    zij hebben meer zelfvertrouwen in het computergebruik (Volman, van Eck, Heemskerk, &

    Kuiper, 2005).

    Ondanks dat jongeren zich zelf erg handig vinden op het internet, zijn het met name

    aangeleerde trucjes. Hierdoor lijken zij beter te zijn in het internet gebruik dan ouderen.Jongeren onderschatten vaak wat zij doen om het internet, naar alle waarschijnlijkheid omdat

    de handelingen zo gewoon zijn geworden. Zij kunnen de wereld niet voorstellen zonder

    computers en het internet. De jongeren mogen dan wel handig zijn of lijken, jongeren missen

    vaardigheden en het beoordelingsvermogen om informatie op waarde te schatten. Ze willen

    snel vinden wat zij zoeken, maar lezen daarbij zo min mogelijk. Ze verwachten onmiddellijk

    succes bij hun zoektocht. Het internet staat voor hun gelijk aan sociaal contact en een

    hulpmiddel voor het maken van huiswerk(Pijpers & Marteijn, 2010).

    2.5 Factoren van invloed op internetvaardigheden

    Door eerder onderzoek zijn een aantal factoren te benoemen die van invloed kunnen zijn op

    het niveau van internetvaardigheden. Een belangrijke voorspeller van het niveau van

    internetvaardigheden is leeftijd. Er bestaat een generatieverschil in het vermogen om het

    internet te gebruiken. Jongeren zijn sneller op het internet dan oudere generaties (Hargittai,

    2002). De leeftijdsfactor heeft invloed op operationele en formele vaardigheden, oudere

    leeftijdsgroepen presteren slechter dan jongere generaties. Een interessant gegeven is dat de

    digitale generatie (18 tot 29 jaar) wel hoog scoort op operationele en formele taken, maar

    zij niet significant beter zijn in informatie en strategische taken dan oudere groepen (van

    Deursen & van Dijk, 2008, 2009). De factor die het meest van invloed lijkt te zijn is

    opleidingsniveau. Opleidingsniveau is heeft invloed op het aantal afgeronde taken en de tijd

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    11/33

    11

    die nodig is voor de taken. Internetervaring is een zwakke voorspellende factor. Deze is alleen

    van invloed op operationele vaardigheden. Het niveau van formele, informatie en strategische

    vaardigheden lijken niet te groeien met de jaren ervaring met het internet. Andere mogelijke

    factoren, zoals geslacht en het volgen van internetcursus blijken uit onderzoek geen invloed te

    hebben op het niveau van internetvaardigheden.

    Ondanks dat geslacht in andere onderzoeken geen belangrijke voorspeller is voor het

    niveau van internetvaardigheden zal deze factor wel mee genomen worden in de analyses.

    Leeftijd zal een factor zijn die waarschijnlijk weinig invloed heeft aangezien aan dit

    onderzoek een specifieke groep deelneemt met weinig leeftijdsverschil. De belangrijkste

    factor die wordt meegenomen in de analyses is het opleidingsadvies. Het opleidingsniveau is

    in andere onderzoeken vaak een belangrijke factor gebleken, maar aangezien de leerlingen in

    groep 8 allemaal hetzelfde onderwijs hebben gekregen is er nog geen sprake van een

    opleidingsniveau. Vandaar dat er wordt gekeken naar het advies voor het voortgezet

    onderwijs dat de leerlingen hebben gekregen van de leraren. Dit opleidingsadvies zal de plaats

    innemen van het opleidingsniveau. Het bezitten van een eigen pc, het aantal pcs die men in

    huis heeft, het aantal uur per week dat men gebruik maakt van internet en de jaren ervaring

    met het internet oftewel het aantal jaren dat met al internet gebruikt, zijn andere factoren die

    van belang kunnen zijn op het niveau van internetvaardigheden.

    2.6 Conclusie

    Veranderingen in de samenleving en met name technologische ontwikkelingen vereisen

    telkens weer nieuwe vaardigheden. Over de generatie van jongeren die zijn opgegroeid met

    computers en het internet is qua internetvaardigheden nog weinig bekend. De jongeren lijken

    ten opzichte van de oudere generaties erg handig te zijn, maar uit onderzoek blijkt dat zij vaakde vaardigheden en het beoordelingsvermogen om informatie op waarde te schatten missen.

    Er is onderzoek nodig om te kijken hoe het is gesteld met de internetvaardigheden van

    kinderen onder de 18 jaar. Door een performance test uit te voeren met kinderen in groep 8

    van de basisschool is het mogelijk om inzicht te krijgen in het niveau van

    internetvaardigheden. Dit onderzoek is de eerste stap naar nieuwe kennis over kinderen uit

    deze leeftijdsgroep met betrekking tot internetvaardigheden.

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    12/33

    12

    3. Methode

    3.1 Metingen

    Een belangrijk aspect dat moet worden meegenomen wanneer men een nieuw

    internetvaardigheidsonderzoek wil uitvoeren, is de wijze waarop internetvaardigheden te

    meten zijn. In eerder onderzoek zijn verschillende methoden gebruikt om

    internetvaardigheden te meten. Door deze verschillende onderzoeken is gebleken welke

    methode de meest valide en betrouwbare resultaten oplevert. Hoewel de meest gebruikte

    methode een survey is, is de meest valide methode een performance test. Dit houdt in dat de

    deelnemer een aantal opdrachten achter de computer moet uitvoeren. Voor elke vaardigheid

    zijn dan een aantal opdrachten ontworpen. Voorafgaand aan een performance test wordt een

    vragenlijst ingevuld door de deelnemer. Deze vragenlijst legt een aantal persoonlijke

    gegevens vast, zoals leeftijd, geslacht, informatie over frequentie en locatie van het internet

    gebruik, online activiteiten en de sociale netwerken (van Deursen & van Dijk, 2008). Om het

    niveau van internetvaardigheden te bepalen zijn er twee manieren om de resultaten uit deperformance test te analyseren. Ten eerste de succes/mislukking verhouding, dit laat zien

    welk percentage van de respondenten in staat is om een bepaalde taak uit te voeren. Ten

    tweede wordt de tijd die nodig is om een taak te voltooien gemeten. Waardoor het verschil in

    de tijd die de mensen nodig hebben om informatie te vinden op het internet zichtbaar wordt

    (Hargittai, 2002).

    Zoals al werd benoemd is de meest gebruikte methode een survey, oftewel een

    vragenlijst om de internetvaardigheden te meten. Maar de verzamelde data is dan alleen

    gebaseerd op de eigen waarnemingen en schattingen van de respondenten over hun computer

    en internet gebruik. De enqutes hebben enkele voordelen, zoals de mogelijkheid om veel te

    vragen te stellen in een korte tijd, eenvoudige analyses, snelle verwerking en lage kosten.

    Alleen zijn de betrouwbaarheid en validiteit niet te garanderen. Uit de analyses en

    vergelijkingen van enqute resultaten en performance test resultaten blijkt dat het gemeten

    niveau van internetvaardigheden uit de enqute resultaten geen afspiegeling zijn van het

    werkelijke niveau (van Deursen, 2010). De resultaten uit de enqutes lijken een verfraaiend

    beeld te geven van het ware niveau van internetvaardigheden van de bevolking. Al zijn de

    zelfrapportages niet valide en betrouwbaar op dit moment, ze zouden in de toekomst wel

    gebruikt kunnen worden. Maar daarvoor zal nog eerst meer vergelijkingsonderzoek plaats

    moeten vinden (van Deursen & van Dijk, 2009).

    Aangezien uit voorgaande onderzoeken is gebleken dat een performance testbetrouwbaarder en meer valide is dan een vragenlijst met een zelfanalyse, is er voor gekozen

    om dit onderzoek gebruik te maken van een performance test.

    3.2 Deelnemers

    Voor het verkrijgen van data is de Alfonsusschool te Enschede in maart van 2012 benaderd

    om mee te werken. Deze school is een van de scholen die valt binnen de stichting Katholiek

    Onderwijs Enschede, SKOE. De basisschool heeft in totaal twee groepen 8, waarvan

    uiteindelijk n groep heeft deelgenomen aan het internetvaardighedenonderzoek. Deze groepbestaat uit 28 kinderen, waarbij het aantal jongens en meisjes gelijkmatig is verdeeld,

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    13/33

    13

    namelijk 14 jongens en 14 meisjes. De kinderen vallen binnen een leeftijdsgroep van 11 tot 13

    jaar (M=11,68 SD=0,612). Aan de hand van het opleidingsadvies voor de middelbare school

    is de groep te verdelen in 5 groepen: TL 42,9%, TL/HAVO 28,6%, HAVO 3,6%,

    HAVO/VWO 17,9%, en VWO 7,1%. Naast het geslacht, de leeftijd en het opleidingsadvies

    zal het bezitten van een eigen pc ook worden mee genomen in de analyses, in tabel 2 is de

    verdeling van deze factoren te zien.

    Tabel 2Verdeling van de deelnemers met betrekking tot geslacht, leeftijd, opleidingsadvies,

    het bezitten van een eigen pc en het hoeveelheid internet gebruik

    n %

    Geslacht

    Meisje 14 50Jongen 14 50

    Leeftijd

    11 11 3912 15 5413 2 7

    OpleidingsadviesTL 12 43

    TL/HAVO 8 29HAVO 1 3

    HAVO/VWO 5 18

    VWO 2 7

    In bezit van eigen pcja 13 46

    nee 15 54

    Andere factoren die in de analyses zullen worden meegenomen zijn het aantal pcs die men in

    huis heeft, het aantal uur per week dat men gebruik maakt van internet en de jaren ervaring

    met het internet oftewel het aantal jaren dat met al internet gebruikt. In tabel 3 is weergegeven

    wat de gemiddelde waarde is van deze factoren.

    Tabel 3 Gemiddelde waarde, minimum en maximum van pcs die men in huis heeft, het

    aantal uur per week dat men gebruik maakt van internet en de jaren ervaring met het internet.

    M (SD) Min. Max.Aantal pcs in huis 2.5 (1.2) 1 5

    Uur per week gebruik van internet(Uren) 7.6 (6.1) 1 20

    Aantal jaren gebruikt van internet(jaren) 5.3 (1.6) 1 8

    3.3 Technische specificaties

    Tijdens het onderzoek werd gebruik gemaakt van twee laptops met trackpad en muis.

    Doormiddel van een kabel waren bij laptops verbonden met de internetverbinding van de

    basisschool. Beide laptops zijn voorzien van het besturingssysteem Windows 7, waarbij het

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    14/33

    14

    bureaublad leeg was gemaakt met uitzondering van de snelkoppeling van de browser.

    Voorafgaande aan het onderzoek was als browser Internet Explorer 9 genstalleerd. Hier was

    geen standaard begin pagina ingesteld, maar een zogenoemde blank page. Om er zeker van

    te zijn dat de kinderen niet werden benvloed door voorgaande acties, werd de browser na elk

    gebruik gereset waarbij alle data, inclusief de favorieten, werden gewist. Voor het opnemen

    van het scherm en de uitgevoerde acties werd gebruik gemaakt van het programma Hypercam

    (version 2). Dit programma werd voor dat de kinderen plaats namen aangezet en uitgezet

    wanneer zij de ruimte verlieten. De laptops werden vervolgens weer klaargezet terwijl de

    volgende persoon naar de ruimte werd gestuurd.

    3.4 Methode van data verzamelen

    De uitvoering van het onderzoek vond plaats in mei 2012. Er was in totaal bijna 18 uur nodig

    om alle 28 kinderen te onderzoeken. Deze 18 uur is verdeeld over 2 middagen (van 13:00 tot

    15:00 uur) en 3 ochtenden (van 08:30 tot 12:00 uur) in twee weken tijd. Alle performance

    testen zijn uitgevoerd in het kantoor van de ICTers van de Alfonsusschool. Dit heeft voor- en

    nadelen. Nadelen zijn dat er altijd lawaai is van buiten af, voornamelijk ook omdat het

    schoolplein direct grenst aan het kantoor. Het is daarnaast ook een ongewone situatie voor de

    deelnemers, de opstelling en het gebruik van wellicht onbekende apparatuur kan de resultaten

    benvloeden. Voordeel van deze opstelling is dat de snelheid van de internetverbinding en de

    gebruikte hardware voor iedereen gelijk is. Hierdoor is het voor iedereen even nieuw.

    Om het onderzoek te beginnen werden de kinderen n voor n of met zn tween uit

    de klas gehaald en meegenomen naar het kantoor. Na het plaats nemen achter n van de twee

    laptops werden er verbale instructies gegeven over de procedure van het onderzoek. Naast de

    laptops lagen de opdrachten en vragenlijst gebundeld samen met een pen. De kinderenmochten zelf bepalen wanneer zij klaar zijn met een opdracht en wanneer zij verder gaan met

    de volgende opdracht. Van te voren is aangegeven dat wanneer zij het antwoord op een vraag

    niet kunnen vinden of zij een opdracht niet kunnen uitvoeren zij verder mogen gaan met de

    volgende vraag of opdracht. Na het uitvoeren van de opdrachten moeten de kinderen een korte

    vragenlijst invullen. Als zij dit hadden voltooid waren zij klaar en kon de volgende deelnemer

    naar het kantoor gestuurd worden. Hierbij gaf ik de naam van de volgende deelnemer mee,

    zodat de vaste alfabetische volgorde van de klassenlijst werd doorbroken. Hierdoor wisten de

    kinderen niet wie de volgende deelnemers zou zijn en konden de kinderen zich niet echt

    voorbereiden op het onderzoek.

    3.5 Taken

    Het gehele onderzoek bestaat uit vier opdrachten, n voor elke vaardigheid, de volledige

    takenlijst is te vinden in bijlage 2. Voor operationele vaardigheden is er gebruik gemaakt van

    vijf te beoordelen taken. De opdracht bevat bijna alle onderdelen die vallen onder de

    operationele internetvaardigheden. Zoals het openen van een website door middel van een

    URL, het opslaan en openen van gedownloade bestanden, het gebruiken van hyperlinks of het

    opslaan van een website in de favorieten. Bij opdracht 2, de formele vaardigheden, worden

    negen taken beoordeeld. Er moeten in deze opdracht drie websites van drie verschillendebedrijven/instellingen worden geopend. Hierna moeten de deelnemers het adres en de

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    15/33

    15

    openingstijden op zondag 1 juli vinden. Er is voor gezorgd dat de drie websites allemaal een

    andere menu structuur bevatten en er verschillend uit zien. Hierdoor kan er gekeken worden

    hoe goed de deelnemers zijn in het navigeren op internet en het behouden van orintatie op

    een website.

    De informatie vaardigheden, opdracht 3, bestaat uit zes te beoordelen taken. Deze

    taken zijn verdeeld over twee onderwerpen. Er worden drie vragen over het ene onderwerp

    gesteld en drie vragen over het andere onderwerp. De enige aanwijzing die de deelnemers

    krijgen bij deze opdracht is dat zij voor het vinden van antwoorden een zoekmachine moeten

    gebruiken. Hierbij is niet aangegeven welke zoekmachine, waardoor het aan de deelnemers

    zelf is om een beslissing te nemen over de manier van zoeken.

    De strategische vaardigheden oftewel de 4de en laatste opdracht bestaat uit vijf te

    beoordelen taken. Bij de beoordeling werd er onder meer gekeken naar het aantal correct

    uitgevoerde taken en de tijd die nodig was om het correcte antwoord te geven op een vraag

    dan wel de handeling juist uit te voeren. Wanneer alle vijf taken goed zijn uitgevoerd is deze

    opdracht correct, wanneer er vier of minder taken correct zijn uitgevoerd zal deze opdracht

    beoordeeld worden als incorrect uitgevoerd. Deze beoordeling van correct/incorrect zal

    worden gebruikt tijdens de analyse. Tijdens deze opdracht is het de bedoeling dat de

    deelnemers uit gaan zoeken waar zij goedkoper uit zijn, de Efteling of Walibi Holland.

    Hierbij wordt in de opdracht aangegeven dat er gebruik gemaakt moet worden van de trein en

    het online kopen van een entreebewijs voor het desbetreffende pretpark. Het is aan de

    deelnemers zelf om te bepalen hoe zij deze opdracht uitvoeren.

    3.6 Vragenlijst

    De vragenlijst bestaat uit elf vragen om een aantal gegevens van de deelnemers vast te leggen.Naast de vragen als geslacht, leeftijd en opleidingsadvies, werd er onder andere gevraagd naar

    de locatie van het internetgebruik, de tijd die besteed wordt aan het gebruik van internet en de

    activiteiten die verricht worden op het internet.

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    16/33

    16

    4. Resultaten

    4.1 Algemene resultaten

    De deelnemers voeren gemiddeld 81% van de operationele vaardigheidstaken correct uit, 85%

    van de formele vaardigheidstaken, 58% van de informatie vaardigheidstaken en 57% van de

    strategische vaardigheidstaken (zie tabel 4). Hierbij moet worden vermeld dat er nu gekeken

    is naar de individuele taken binnen de strategische vaardigheden opdracht. Als er wordt

    gekeken naar de gehele opdracht, zijn er maar zeven deelnemers die de strategische opdracht

    in zijn geheel correct hebben uitgevoerd. De taak voltooiing is dan 25% (M=0,25 SD=0,441).

    In de benodigde tijd is vooral bij de zes informatie taken veel verschil te zien. Sommige

    deelnemers hadden net iets meer dan 6 minuten nodig, terwijl anderen binnen 24 minuten nog

    steeds niet alle antwoorden correct hadden ingevuld.

    Tabel 4 Overzicht van taak voltooiing en benodigde tijd

    Variabelen Taak voltooiing Benodigde tijd (seconden)M (SD) % M (SD) Min. Max.

    Operationele taken (5) 4.00 (1.12) 80 278 (84) 180 459

    Formele taken (9) 7.57 (1.62) 84 496 (121) 277 703

    Informatie taken (6) 3.46 (1.26) 58 809 (263) 366 1406

    Strategische taken (5) 2.79 (1.55) 56 527 (236) 159 1081

    Totaal (25) 17.82 (3.4) 71 2109 (439) 1070 2959

    Geen enkele deelnemers aan dit onderzoek heeft alle taken en opdrachten correct uitgevoerd.

    Twee kinderen hebben 23 van de 25 taken correct uitgevoerd. Waarbij n van hen een fout

    maakte in de operationele vaardighedenopdracht en de informatie vaardighedenopdracht en de

    andere een fout maakte in de informatie vaardighedenopdracht en de strategische

    vaardighedenopdracht. De minimale behaalde score is 10 van de 25 taken correct uitgevoerd,

    deze deelnemer had vooral veel moeite met de formele vaardighedenopdracht (3 van 9

    correct), de informatie vaardighedenopdracht (1 van 6 correct) en de strategische

    vaardighedenopdracht (2 van 5 correct).

    Uit de analyses blijkt 43% van de deelnemers alle operationele vaardigheidstaken

    correct heeft uitgevoerd. Bij de formele vaardigheidstaken werden door 39% van de

    deelnemers alle taken correct uitgevoerd, bij de strategische vaardigheden was dit percentage

    28. Opvallend is dat bij de informatie vaardigheidstaken maar 4% van de deelnemers alle

    taken correct had uitgevoerd.

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    17/33

    17

    4.2 Factoren van invloed op internetvaardigheden

    Tabel 5 laat zien dat geen enkele onafhankelijke variabele een significante factor is op het

    niveau van operationele internetvaardigheden. Dat er geen enkele variabele een sterke factor

    is heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat er maar 28 kinderen mee hebben gedaan aan

    dit onderzoek. Het aantal uur per week dat men achter de pc zit of het aantal jaar dat men al

    gebruik maakt van internet, had significant kunnen zijn wanneer er meer deelnemers aan dit

    onderzoek waren geweest.

    Tabel 5 Lineaire regressie op aantal correct uitgevoerde operationele taken en benodigde tijd.

    Taak voltooiing Benodigde tijd

    t t

    Geslacht (V/M) -0.41 -.09 -0.89 -.21

    Leeftijd 0.99 .23 0.52 .14

    Opleidingsadvies(tl / tl-havo / havo / havo-vwo / vwo)

    0.32 .08 0.50 .13Aantal pc thuis 0.23 .06 -1.20 -.33In bezit van eigen pc (ja / nee) -1.25 -.28 -0.20 -.05

    Uur per week gebruik van internet 1.35 .30 -0.95 -.23

    Aantal jaar gebruik van internet 1.18 .25 0.27 -.06

    R

    .34 .21F 1.23 0.66

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    18/33

    18

    Voor het niveau van formele internetvaardigheden (tabel 6) lijkt het opleidingsadvies de

    belangrijkste factor, deze is significant voor het aantal correct uitgevoerde formele taken en

    positief gerelateerd hieraan. Het zou genterpreteerd kunnen worden dat kinderen met een TL-

    opleidingsadvies slechter zijn in het uitvoeren van de formele taken dan kinderen met een

    hoger opleidingsadvies. Toch is deze informatie niet helemaal betrouwbaar, aangezien er

    meer kinderen met een TL of TL/HAVO advies meededen dan kinderen met een hoger

    opleidingsadvies. Geslacht lijkt een factor te kunnen zijn die invloed heeft op het correct

    uitvoeren van de formele taken, waarbij de meisjes beter lijken te presteren dan de jongens.

    Het aantal uur dat men per week achter het internet zit lijkt van invloed te zijn op de tijd die

    nodig is om de formele taken uit te voeren. Dit zou betekenen dat kinderen die meer tijd

    achter de pc doorbrengen, minder tijd nodig te hebben om de formele taken uit te voeren.

    Wanneer er meer kinderen deel hadden genomen aan dit onderzoek zouden deze

    waarden naar alle waarschijnlijkheid hoger zijn en kan er met meer zekerheid gezegd worden

    dat deze factoren het niveau van formele internetvaardigheden benvloeden.

    Tabel 6 Lineaire regressie op aantal correct uitgevoerde formele taken en benodigde tijd.

    Taak voltooiing Benodigde tijdt t

    Geslacht (V/M) -1.96 -.39* 0.13 .03

    Leeftijd 0.34 .07 1.59 .37

    Opleidingsadvies (tl / tl-havo / havo / havo-vwo / vwo) 2.34 .52** 0.65 .15

    Aantal pc thuis 0.36 .08 -1.38 -.34

    In bezit van eigen pc (ja / nee) -1.14 -.24 0.28 .06

    Uur per week gebruik van internet 0.04 -.01 -1.98 -.44*

    Aantal jaar gebruik van internet -0.53 -.10 -0.78 -.16R .43 .35

    F 1.84 1.30

    *p

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    19/33

    19

    Tabel 7 laat zien dat het geslacht de sterkste factor is op het niveau van informatie

    internetvaardigheden. Deze factor is significant voor het aantal correct uitgevoerde taken en

    de tijd die nodig is om deze taken uit te voeren. Er is een negatieve relatie tot beide te zien,

    wat betekend dat de meisjes ten opzichte van de jongens beter en sneller zijn in het uitvoeren

    van de informatie taken. Bij deze internetvaardigheid zit het opleidingsadvies in de buurt van

    het significatie niveau, wat duidt op een positief verband tussen deze variabele en de

    benodigde tijd voor het uitvoeren van de informatie taken. Wellicht dat deze waarde met meer

    deelnemers aan het onderzoek alsnog significant zou zijn.

    Tabel 7 Lineaire regressie op aantal correct uitgevoerde informatie taken en benodigde tijd.

    Taak voltooiing Benodigde tijdt t

    Geslacht (V/M) -2.12 -.47** -261 -.56**

    Leeftijd 0.53 .13 0.76 .18

    Opleidingsadvies (tl / tl-havo / havo / havo-vwo / vwo) 1.18 .29 1.59 .38Aantal pc thuis 0.24 .06 -0.20 -.05

    In bezit van eigen pc (ja / nee) -0.33 -.08 0.33 .08

    Uur per week gebruik van internet 1.11 .25 -0.19 -.04

    Aantal jaar gebruik van internet 0.44 .10 0.67 .14

    R .30 .34

    F 1.06 1.27

    **p

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    20/33

    20

    Op dit moment is er geen absoluut niveau van internetvaardigheden bekend om een

    vergelijking te maken met het niveau van de kinderen die mee hebben gedaan aan dit

    onderzoek. De betrouwbaarheid van de gegevens is daarom niet te garanderen. Er is gebruik

    gemaakt van een valide framewerk om dit onderzoek uit te voeren en er kan daarom er van

    worden uitgegaan dat dit onderzoek wel valide is. Het deelnemers aantal is in feite te laag om

    te kunnen concluderen dat de gegevens te gebruiken zijn om een uitspraak te doen over het

    algemene niveau van internetvaardigheden bij deze leeftijdsgroep. Hoewel de gegevens lijken

    te concluderen dat de operationele en formele taken vaker correct werden uitgevoerd dan de

    informatie en strategische taken, moet er voorzichtig gedaan worden met de uitspraak dat

    deze leeftijdsgroep een hoog niveau heeft van de operationele en formele

    internetvaardigheden.

    In voorgaande onderzoeken bleek geslacht nooit een sterkte factor te zijn die het

    niveau van internetvaardigheden benvloed. Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt voor de

    informatie internetvaardigheden geslacht wel degelijk een belangrijke factor te zijn. Deze

    factor is namelijk significant gebleken voor het aantal correct uitgevoerde taken en de tijd die

    nodig is om deze taken uit te voeren. Het betekent dat de meisjes ten opzichte van de jongens

    beter en sneller zijn in het uitvoeren van de informatie taken. In ander onderzoek blijkt

    opleidingsniveau vaak een belangrijke factor te zijn op het niveau van internetvaardigheden.

    Uit de resultaten van dit onderzoek komt dit nauwelijks terug. De reden dat deze factoren wel

    en niet significant zijn is onduidelijk, wellicht zal dit met meer onderzoek duidelijker worden.

    4.3 Problemen gerelateerd aan operationele internetvaardigheden

    Bij 14 % van de 28 kinderen blijkt de adresbalk problematisch. De meest gemaakte fout is het

    incorrect typen van de URL. Een aantal kinderen had pas naar een paar pogingen door dat er

    geen spaties in de URL mogen staan. Hoewel er tijdens de eerste opdracht niet veel typfouten

    werden gemaakt in de URL, werden in het hele onderzoek door 79 % van de kinderen n of

    meerdere fouten gemaakt. Zodra zij de fout zagen werd deze verbeterd en gingen ze verder

    met de opdracht.

    Het grootste probleem met betrekking tot de operationele internetvaardigheden is het

    opslaan van een pdf. De eerste stap, het klikken op de link, was voor 3 kinderen niet te doen.

    Zij probeerden de tekst te selecteren of met de rechtermuisknop ergens willekeurig op de

    pagina te klikken. Het is niet duidelijk of zij de link niet zagen of de opdracht niet begrepen.

    Naar alle waarschijnlijkheid hebben zij de tekst op de pagina niet gelezen, want hier stondnamelijk duidelijk aangegeven: Download dan nu de tekst met informatie over de

    Kindertelefoon! Van de kinderen die het wel voor elkaar kregen om op de link te klikken, zag

    64% in eerste instantie niet dat Internet Explorer onderaan het scherm een download balk

    weergaf. Een aantal kinderen klikten daarom voor de tweede keer op de link. Wanneer zij

    uiteindelijk de balk met opties voor het downloaden zagen, klikt maar liefst 93% op de knop

    openen in plaats van opslaan. De reden waarom bijna alle kinderen het bestand niet opslaan,

    terwijl dit wel de opdracht was, blijft onduidelijk. Het zou mogelijk kunnen zijn dat de

    kinderen de opdracht niet goed hebben gelezen of te snel hebben gelezen. Dit lijkt ook terug

    te komen in andere opdrachten.

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    21/33

    21

    Naast het opslaan van de pdf, is het opslaan van een website in de favorieten een

    probleem. 39 % van de kinderen kon de website van de Kindertelefoon niet in de favorieten

    zetten. Maar 3 van de 28 kinderen heeft de website opgeslagen als favoriet in de map

    spreekbeurt, 89% heeft dit niet uitgevoerd. Ook hier is het niet duidelijk of zij gewoonweg

    niet over de vaardigheden beschikken of dat zij de opdracht niet goed hebben gelezen.

    4.4 Problemen gerelateerd aan formele internetvaardigheden

    Voor het meten van de formele internetvaardigheden moesten de kinderen drie verschillende

    websites bezoeken. Op deze websites moesten zij het adres en de openingstijden voor zondag

    1 juli vinden. Er was n werkwijze die vaak naar voren kwam tijdens de analyse van de

    videos. De kinderen gingen met de muis langs alle menu items, net zolang tot dat zij

    gevonden hadden wat zij zochten.

    De website van de Twentse Welle bleek de meeste problemen te geven, 46% had

    namelijk moeite met deze website. Het begon al met het typen van de URL, waarbijherhaaldelijk de t vergeten werd (www.twensewelle.nl in plaats van www.twentsewelle.nl).

    Daarnaast heeft de website veel menu items, verdeeld over een horizontaal en verticaal menu.

    Het horizontale menu heeft daarbij ook nog een drop down menu. Bijna de helft van de

    kinderen leek het overzicht te verliezen op de website. 11% gebruikt om google om die reden

    en vonden op deze manier het adres. Ook de zoekfunctie op de website werd in een aantal

    gevallen gebruikt, 14% vond op deze manier de informatie die zij zochten. Het niet kunnen

    vinden van de informatie leek voornamelijk te maken te hebben met de snelheid waarmee de

    kinderen over de menu items gaan. Ze scannen de website zo snel dat ze de juiste links niet

    zien staan.

    4.5 Problemen gerelateerd aan informatie internetvaardigheden

    Door middel van zes vragen is er getracht om de informatie internetvaardigheden te meten. In

    de vraagstelling was alleen benoemd dat er gebruik gemaakt moest worden van een

    zoekmachine om de antwoorden op de vragen te vinden. Daarbij mochten de kinderen zelf

    verzinnen hoe zij wilden beginnen en welke zoekmachine er werd gebuikt. Van de 28

    kinderen besloot 36% een andere zoekmachine te gebruiken dan Google. Opvallend was dat

    er n meisje besloot om gebruik te maken van zoekmachine.nl. Toen de zoekactie geen

    resultaten opleverde, koos zij er alsnog voor om Google te gebruiken. Een ander meisjebezocht Google, zocht vervolgens met het zoekwoord zoekmachines en klikte toen in de

    resultaten de website Altavista aan. Via deze zoekmachine zocht ze vervolgens de antwoorden

    op de vragen. De anderen kozen voor Wikipedia als zoekmachine om n of meerdere vragen

    te beantwoorden.

    De meest voorkomende manier van zoeken wat het intypen van de gehele vraag bij

    Google, 86% van de kinderen deed dit geregeld, in sommige gevallen zelfs met vraagteken.

    Tijdens het zoeken blijkt 89% van de 28 kinderen niet verder te kijken dan de eerste drie

    vier resultaten. Wanneer zij zien dat het antwoord hier niet te vinden is, veranderen zij de

    zoekopdracht en proberen het opnieuw.

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    22/33

    22

    Als er gekeken wordt naar de uitvoering van deze opdracht is het goed te zien dat veel

    kinderen erg snel zijn. Het nadeel hiervan is dat zij niet goed lezen en daardoor onnodige

    fouten maken. Daarbij komt dat de helft van de kinderen niet of weinig gebruik maakt van de

    scrollbalk. In combinatie met ongeduldig zijn en het niet goed lezen, zien zij belangrijke

    informatie over het hoofd.

    De bron waar het antwoord vandaan komt was bij 71% van de kinderen bij n of

    meerdere vragen minder betrouwbaar. Zo werd er onder meer gebruik gemaakt van fora of

    wiki antwoordwebsite (http://hulp.wikia.com/wiki/Help:Wikiantwoorden). De informatie die

    gevonden werd op de websites werd niet gecontroleerd op betrouwbaarheid. Tijdens het

    zoeken bezocht 71% n of meerdere keren een irrelevante pagina. Hetzelfde percentage

    bezocht paginas met foutieve informatie, zonder deze te controleren op waarheid of

    betrouwbaarheid. Het lijkt er op dat de kinderen niet beseffen dat er veel onwaarheden op het

    internet staan. Zij lijken alles te geloven, zonder te letten op de betrouwbaarheid van de

    informatie of de informatiebron.

    4.6 Problemen gerelateerd aan strategische internetvaardigheden

    Bij de laatste opdracht was het de bedoeling dat de kinderen uitzochten wat het kost om met

    de trein naar de Efteling te gaan en het entreebewijs voor de Efteling online te kopen.

    Hetzelfde geldt voor de treinkosten en het entreebewijs voor Walibi Holland. Zij moesten

    vervolgens aangeven bij welk pretpark zij goedkoper uit zouden zijn. Uit de analyse blijkt

    64% een antwoord te geven op basis van incomplete informatie. Het lijkt voornamelijk voor

    te komen uit het missen van enige structuur in de opdracht. De kinderen doen maar wat in de

    hoop op het goede antwoord te komen.

    Het vinden van de entreeprijzen is voor bijna niemand een probleem. Het vinden vande treinkosten is daarentegen voor erg veel kinderen een probleem. In twee gevallen werd

    Google gebruikt om antwoord te geven op de vraag wat is goedkoper, efteling of walibi?.

    Een paar anderen gebruikten zoekwoorden als: treinkaartjes, treinkaartjes kopen of met

    de trein naar efteling. 11 % gaf helemaal geen antwoord op de vraag, omdat zij de kosten

    niet of maar gedeeltelijk hadden gevonden.

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    23/33

    23

    5. Discussie

    5.1 Conclusie

    Het doel van dit onderzoek was om er achter te komen wat het niveau van

    internetvaardigheden is onder kinderen in groep 8 van de basisschool. Door middel van een

    performance test met 28 kinderen is er geprobeerd om inzicht te krijgen in het niveau van

    internetvaardigheden. Daarnaast is er een begin gemaakt met het uitbreiden van de kennis die

    beschikbaar is over deze groep als het gaat om het gebruik van internet.

    Uit dit onderzoek is gebleken dat kinderen uit groep 8 van de basisschool redelijk goed

    om lijken gaan met het internet. Ze zijn snel er het lijkt er op dat zij weten wat ze precies

    doen. Maar als er uitgebreider wordt gekeken naar de uitvoering van de verschillende

    opdrachten, zijn er erg veel fouten en problemen te zien. De conclusie die kan worden

    getrokken uit de resultaten van dit onderzoek is dat de kinderen vrij goed zijn in het gebruiken

    van de browser en het navigeren op verschillende websites (de operationele en formele

    internetvaardigheden). Wanneer de focus wordt verlegd naar de content gerelateerdeinternetvaardigheden lijkt het voor de kinderen lastiger te worden. Ze vinden dan misschien

    wel de antwoorden op de vragen, maar de uitvoering laat te wensen over. De betrouwbaarheid

    van de informatie en de bron wordt niet gecontroleerd. Waarschijnlijk omdat de kinderen er

    vanuit gaan dat de informatie die zij vinden altijd waar is. Een aannemelijke reden kan het

    gebrek aan kennis van het internet zijn, maar dit is niet te onderbouwen met de resultaten uit

    dit onderzoek, dus deze uitspraak zal met enige voorzichtigheid moeten worden

    genterpreteerd.

    Het grootste probleem is het feit dat de kinderen erg ongeduldig zijn, zij klikken vaak

    op een link omdat zij denken dat het laden van de pagina dan sneller verloopt. De

    ongeduldigheid is ook goed terug te zien in het zoeken naar informatie. Binnen een paar

    seconden denken de kinderen te weten of de gezochte informatie op een pagina staat of niet.

    Ze scannen de pagina daarbij zo snel dat zij nauwelijks tijd nemen om te lezen. Dit zorgt

    ervoor dat zij informatie die van belang kan zijn over het hoofd zien. Het feit dat de kinderen

    nauwelijks tijd nemen om te lezen blijkt ook naar voren te komen in de manier waarop

    sommige taken worden uitgevoerd, zoals het opslaan van de pdf iets is wat bijna niemand

    heeft uitgevoerd.

    Al lijken de kinderen erg vaardig op het internet en lijken zij te beschikken over

    voldoende kennis, blijkt uit dit onderzoek onder andere dat de term zoekmachine niet bij

    iedereen bekend is. Het blijft onduidelijk of dit toeval is of dat de kinderen over echt weiniginhoudelijke internet kennis beschikken.

    5.2 Beperkingen

    Dit onderzoek heeft een aantal beperkingen die wellicht de betrouwbaarheid van dit

    onderzoek hebben benvloed. Als eerste is het aantal deelnemers aan dit onderzoek erg laag,

    een hoeveelheid van 50 tot 100 deelnemers was beter geweest. Het maakt de analyses

    namelijk sterker, er is dan met meer zekerheid te zeggen dat bepaalde factoren invloed hebben

    op bepaalde internetvaardigheden. De betrouwbaarheid van het onderzoek zou dan worden

    verbeterd.

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    24/33

    24

    Naast het aantal deelnemers kunnen de opdrachten worden gezien als een beperking.

    Als kinderen onder normale omstandigheden achter een computer zitten voeren zij geen

    opdrachten uit, maar werken vanuit hun eigen denkwijze. Dit onderzoek verwacht dat

    kinderen de stappen in de juiste volgorde nemen, maar wellicht voeren zij in hun eigen tijd dit

    soort taken heel anders uit. Normaal gesproken zullen zij, wanneer zij bijvoorbeeld een

    spreekbeurt moeten doen, zelf vragen bedenken en antwoorden op zoeken op internet.

    Wellicht gebruiken zij dan wel andere zoekopdrachten. In dit onderzoek hebben zij de vraag

    letterlijk op papier staan en dan is het erg gemakkelijk deze gedeeltelijk of in zijn geheel over

    te nemen als zoekopdracht. Daarnaast zal het gevoel dat men moet presteren en laten zien wat

    zij kunnen terwijl de onderzoeker er bij zit, wellicht kunnen zorgen voor enige stress. Het zou

    kunnen zijn dat de deelnemers fouten maken die zij wanneer zij alleen achter hun eigen pc

    zitten, niet zouden maken. De gehele setting waarin dit onderzoek plaats vind is onnatuurlijk

    voor de deelnemers en kan een mogelijke invloed hebben op hun prestatie. Wel is het

    belangrijk om te noemen dat voor elke deelnemer het even onnatuurlijk is, waardoor de

    gegevens misschien niet het werkelijke niveau weergeven maar wel op deze manier met

    elkaar te vergelijken zijn.

    In voorgaande onderzoeken bleken vooral de leeftijd en het opleidingsniveau

    belangrijke factoren te zijn die invloed hebben op het niveau van internetvaardigheden. In de

    resultaten van dit onderzoek komt dit echter niet naar voren. Voor de leeftijdsfactor is dit

    logisch te verklaren. Er is namelijk een specifieke leeftijdsgroep gekozen met weinig variatie

    in leeftijd (11 tot 13 jaar). Voor de opleidingsfactor is er een andere mogelijke verklaring te

    geven waarom deze niet vaker significant bleek te zijn in de resultaten. Dit heeft mogelijk te

    maken met het feit dat in deze groep kinderen vaker het TL en TL/HAVO opleidingsadvies is

    gegeven dan het HAVO/VWO en VWO advies. Wanneer het opleidingsadvies gelijkmatigerwas verdeeld hadden de uitkomsten anders kunnen zijn. Wellicht met een grotere groep

    deelnemers en een beter verdeeld opleidingsadvies, is het mogelijk dat deze factor bij meer

    internetvaardigheden significant is.

    Het laatste punt wat gezien kan worden als een beperking aan dit onderzoek is het feit

    dat de kinderen de opdrachten aan elkaar konden vertellen. Het onderzoek was verspreid over

    meerdere dagen, waardoor er tijd was om met elkaar te overleggen over de antwoorden en

    opdrachten in dit onderzoek. Het is onduidelijk of dit ook daadwerkelijk gebeurd is, maar de

    kans is zeker aanwezig. Of dit de resultaten van het onderzoek heeft benvloed is niet

    duidelijk. Het blijft een risico van een onderzoek op deze manier, waarbij alle deelnemers in

    n klas zitten en zij daardoor met elkaar intensief contact hebben.

    5.3 Toekomstig onderzoek

    Er is geen vergelijkbaar onderzoek uit gevoerd met kinderen in deze leeftijdsgroep met

    betrekkingen tot internetvaardigheden. Om gerechtvaardigde uitspraken te kunnen maken op

    basis van de resultaten is er meer onderzoek nodig. Een grotere groep deelnemers kan de

    betrouwbaarheid van de resultaten vergroten. Het is belangrijk dat vergelijkbaar onderzoek

    wordt uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in het niveau van internetvaardigheden van

    kinderen in groep 8 van de basisschool. Hierbij is het belangrijk dat de groep een goede

    verdeling heeft met betrekking tot het opleidingsadvies. In dit onderzoek deden voornamelijk

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    25/33

    25

    kinderen mee die een lager opleidingsadvies hadden en dit zou de resultaten kunnen hebben

    benvloed. Vandaar dat het belangrijk is dat er een goede verdeling is met betrekking tot het

    opleidingsadvies.

    5.4 Toepassing in de praktijk

    Veranderingen in de samenleving en met name technologische ontwikkelingen vereisen

    telkens weer nieuwe vaardigheden. Tegenwoordig komen kinderen al op jonge leeftijd in

    aanraking met het internet. Ook het onderwijs komt hiermee in aanraking. Scholen en

    onderwijzers zullen manieren moeten vinden op het internet op de juiste manier te integreren

    in de lesstof. De resultaten uit dit onderzoek kunnen de probleemgebieden qua

    internetvaardigheden weergeven. Voor het onderwijs is het van belang deze

    probleemgebieden te leren kennen en te verkleinen.

    Uit de resultaten is gebleken dat de basis kennis van het gebruiken van internet wel

    aanwezig zijn bij de kinderen. De kinderen zullen voornamelijk bij de informatievaardigheden

    ondersteuning moeten krijgen vanuit het onderwijs. De kinderen kunnen de informatie vaak

    wel vinden op het internet, maar de uitvoering van de zoekacties laat te wensen over. De

    betrouwbaarheid van de informatie en de bron wordt niet gecontroleerd. Waarschijnlijk omdat

    de kinderen er vanuit gaan dat de informatie die zij vinden altijd waar is.

    Er zijn verschillende manieren om het niveau van internetvaardigheden van kinderen

    te vergroten en er komen er wellicht in de toekomst nog meer bij. Het is aan de scholen om te

    kijken hoe deze mogelijkheden kunnen worden toegepast in het onderwijs. Om de resultaten

    uit dit onderzoek te kunnen gebruiken in de praktijk staan hieronder een tweetal punten die

    wellicht in de toekomst kunnen worden toegepast in het onderwijs.

    Het bespreken van basis internettermen en internetfuncties om zo de kennis van dekinderen te vergroten. Naast het bespreken van deze termen is het van belang dat er

    ook uitgelegd wordt hoe deze termen en functies kunnen toepassen in hun dagelijkse

    computergebruik. Termen en functies als URL, favorieten, zoekmachines en

    zoekacties zijn hier voorbeelden van.

    Uitleg geven over de betrouwbaarheid van informatie die te vinden is op het internet.Wellicht door het geven van een aantal criteria waar naar gekeken moet worden als

    men op zoek is naar betrouwbare informatie. Door bijvoorbeeld vragen te stellen als

    wat voor type website is het (fora, wiki enz.), waar staat het, wie heeft het geschreven.

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    26/33

    26

    Referenties

    Bayne, S., & Ross, J. (2007). The digital native and digital immigrant: a dangerous opposition.

    Annual Conference of the Society for Research into Higher Education (SRHE).

    Bennett, S., Maton, K., & Kervin, L. (2008). The digital natives debate: A critical review of the

    evidence.British Journal of Educational Technology, Vol 39 No 5 775786.

    Eshet-Alkalai, Y. (2004). Digital literacy: a conceptual framework for survival skills in de digital era.

    Jl. of educational multimedia and hypermedia, 13(1), 93-106.

    Hargittai, E. (2002). Second-Level Digital Divide: Differences in Peoples Online Skills.First

    Monday.

    Hargittai, E., & Shafer, S. (2006). Differences in actual and percieved online skills: the role of gender.

    Social Science Quarterly, Volume 87(Number 2), 432-448.

    Hargittai, E., & Zilien, N. (2009). Digital distinction: Status-specific types of internet usage. Social

    science quarterly, Volume 90(Number 2), 275-291.

    Helsper, E. J., & Eynon, R. (2010). Digital natives: where is the evidence? Britisch educational

    research journal, 36(3), 503-520.

    Kuiper, E., Volman, M., & Terwel, J. (2009). Developing Web literacy in collaborative inquiry

    activities. Computers & Education 52, 668680.

    Pijpers, R., & Marteijn, T. (2010).Einstein bestaat niet;over usability en surfgedrag van jongeren.

    Stichting mijn kind online.

    Prensky, M. (2001). Digital natives, digital immigrants part 1. On the horizon, 9(5), pp. 1-6.

    Selwyn, N. (2009). The digital nativemyth and reality.Aslib Proceedings: New Information,

    Volume 61, Nummer 4, 364-379.

    Smeets, E., & Wester, M. (2009).Mediawijsheid in basisonderwijs en voortgezet onderwijs.

    Nijmegen: ITS.

    Van Dale. (2012). Opzoeken | Van Dale. Retrieved april 26, 2012, from Van Dale:

    http://www.vandale.nl/opzoeken?pattern=internet&lang=nn

    van Deursen, A. (2010). Internet skills. Vital assets in an information society. Enschede: Universiteit

    Twente.

    van Deursen, A., & van Dijk, J. (2008). Measuring digital skills. 58th conference of the International

    communication association, (pp. 22-26). Montreal, Canada.

    van Deursen, A., & van Dijk, J. (2009). Improving digital skills for the use of online public

    information and services. Government information quaterly.

    van Deursen, A., & van Dijk, J. (2009). Using the Internet: Skill related problems in users online

    behavior.Interacting with Computers, 21 393402.

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    27/33

    27

    van Deursen, A., & van Dijk, J. (2010). Internet skills and the digital divide. New Media & Society,

    13(6), 893-911.

    van Deursen, A., & van Dijk, J. (2011). Trendrapport Computer en Internetgebruik 2011. Een

    Nederlands en Europees perspectief.Enschede: Universiteit Twente.

    van Deursen, A., van Dijk, J., & Peters, O. (2011). Rethinking Internet skills: The contribution of

    gender, age, education, Internet experience, and hours online to medium- and content-related

    Internet skills.Poetics, 39 125144.

    van Dijk, J., & van Deursen, A. (2010). Traditional media skills and digital media skills: much of a

    difference?ICA conference.Singapore.

    Volman, M., van Eck, E., Heemskerk, I., & Kuiper, E. (2005). New technologies, new differences.

    Gender and ethnic differences in pupils use of ICT in primary and secondary education.

    Computers & Education 45, 3555.

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    28/33

    28

    Bijlage 1 Literatuurstudie logboek

    Onderzoeksvraag

    Wat is het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in de

    leeftijdscategorie van 11 tot 13 jaar?

    Deelvragen

    - Wat is de definitie van het concept internetvaardigheden?

    - Welke internetvaardigheden kunnen worden gedefinieerd?

    - Welke factoren hebben invloed op het niveau van de verschillende

    internetvaardigheden?

    - Wat is het niveau van internetvaardigheden onder de Nederlandse bevolking?

    - Wat is het niveau van internetvaardigheden onder Nederlandse jongeren onder de 18

    jaar?

    - Welke activiteiten voeren jongeren onder de 18 jaar uit op het internet in hun dagelijks

    leven?

    Concepten in de onderzoeksvraag

    Niveau (level)

    Internetvaardigheden (internet skills)

    Niveau van internetvaardigheden (level of internet skills)

    Criteria

    Het materiaal dat gebruikt worden tijdens de literatuurstudie zijn artikelen of boeken onder

    andere gevonden in de online catalogus van de UT bibliotheek. De zoektocht naar bruikbare

    literatuur zal zich daarna uitbreiden naar verschillende databases, waaronder Scopus en Web

    of Science. Eventueel kan er gebruik gemaakt worden van Google Scholar om volledige

    teksten van wetenschappelijke artikelen uit verschillende disciplines te vinden.

    Er zal getracht worden om zo recent mogelijk materiaal te gebruiken tijdens de

    literatuurstudie. In eerst instantie zal er gezocht worden naar literatuur die gepubliceerd is

    vanaf het jaar 2005. Mogelijk zullen er uitzonderingen zijn op dit criterium, dit zal pas tijdens

    het zoeken naar literatuur duidelijk worden.

    Er zal zowel naar Nederlandse als naar Engelse literatuur gezocht worden voor het

    gebruik in de literatuurstudie. Wat dat betreft is de taal geen criterium voor het zoeken naarliteratuur. Naar alle waarschijnlijkheid is er meer Engelse literatuur te vinden dan

    Nederlandse literatuur, maar dit maakt geen verschil als het gaat om kwaliteit van de

    literatuur.

    Het materiaal zal worden geselecteerd op basis van de relevantie met betrekking tot

    het onderwerp, de onderzoeksvraag en de deelvragen.

    Geselecteerde databases

    Catalogus van UT Bibliotheek

    Bevat een ruime hoeveelheid boeken, artikelen, maar ook tijdschrifttitels rapporten en

    proefschriften.

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    29/33

    29

    ScienceDirect

    Grote database voor het zoeken naar onderzoeksliteratuur en citaten, met vaak een link naar

    de full-text. Het bied veel zoekopties waardoor het zoeken gemakkelijker zou moeten maken.

    Scopus bestrijkt de domeinen natuurwetenschap, technische, sociale en medische wetenschap.

    Web of Science

    Bevat samenvattingen van peer reviewed artikelen en congresbijdragen, aangevuld met

    citaatgegevens.

    Relevante termen

    In eerste instantie zullen de zoektermen in het Engels worden opgeschreven in de volgende

    tabel. Door middel van de Thesaurus search in de database ERIC is het mogelijk om bredere

    en smallere termen te vinden.

    Concepts Related terms Smaller terms Broader terms

    Computer LaptopComputer science

    Computer softwareComputer LiteracyComputer attitudes

    Computer technologyMultimedia technology

    Internet Computer useWorld Wide WebCyberspace

    Web browsersWebsites

    NetworkComputer NetworksInformation NetworksComputerComputer interfacesInfluence of

    TechnologyDigital media

    Skills Ability

    CompetencePerformance

    Thinking skills

    Computer skillsInformation skillsSkills development

    Difficulty level

    Skills analysis

    Internet skills Internet literacyInternet competency

    Computer useWebsite use

    Internet useAccess to computers

    Access to internet

    Computer literacyDigital literacy

    Digital media skills Digital literacyDigital competency

    Access to digital mediaDigital media use

    Computer literacyInternet literacy

    Digital divide Accessibility of

    computersComputer accessAccess to computersSocial inequality

    Access to information

    Access to education

    Information technology

    computersComputer literacyTechnologicaladvancement

    Population (groups) People (groups)

    Demography

    Age groups

    Adults

    Person HumanIndividual

    ManWoman

    PopulationIdentity

    PeopleHuman being

    Personage

    Children Youth Young children

    Young adults

    Adolescents

    Age groups

    Child development

    Child behaviorStudents

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    30/33

    30

    Zoekacties

    Date Database Search action Total hits

    1 11-04-12 ScienceDirect "internet skills" 306

    2 11-04-12 Google Scholar "internet skills" 6120

    3 11-04-12 Google Scholar "digital divide" and "internet skills" 15604 12-04-12 ScienceDirect "digital divide" and "internet skills" 80

    5 12-04-12 ScienceDirect "digital divide" and "online skills" 47

    6 12-04-12 ScienceDirect teens and "internet skills" 33

    7 12-04-12 ScienceDirect measuring and "internet skills" 85

    8 12-04-12 ScienceDirect "internet skills" and education 267

    9 12-04-12 Google Scholar "children" and "internet skills" 2770

    10 12-04-12 Google Scholar "digital literacy" and "internet skills" 441

    In eerste instantie is er gezocht naar basisinformatie over internet skills. Daarna ging de

    zoektocht verder door de focus op kinderen en jongeren in combinatie met

    internetvaardigheden en digitale vaardigheden. Na het schrijven van de literatuurstudie en het

    uitvoeren van het onderzoek bleek er nog informatie te missen over internetvaardigheden in

    het onderwijs. Vandaar dat daar later nog naar is gezocht, om zo de literatuurstudie aan te

    vullen.

    Aanvul lende zoekacti es

    Date Database Search action Total hits

    11 08-06-12 Google Scholar "web skills" and students 998

    12 08-06-12 ScienceDirect "web literacy" and students 41

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    31/33

    31

    Reflectie

    Tijdens het zoeken naar literatuur ben ik heel breed begonnen. Ik heb getracht basisinformatie

    te vinden om het concept internetvaardigheden. Vanuit deze basisinformatie ben ik naar

    binnen gaan werken, langzaam maar zeker kwam ik dichter bij de literatuur en informatie die

    ik kon gebruiken voor dit onderzoek. Aan de hand van de deelvragen was het gemakkelijk om

    de juiste literatuur te vinden en daarmee het antwoord te vinden op de vragen.

    Gedurende de zoektocht naar literatuur was het belangrijk om combinaties te maken

    tussen verschillende termen. Voornamelijk combinaties tussen termen als digital divide, teens,

    students en de term internet skills of digital skills waren belangrijk. Deze leverden

    interessante artikelen op, die vervolgens weer nieuwe informatie of nieuwe zoektermen

    boden.

    Voor het zoeken ben ik begonnen met het gebruiken van Google Scholar, deze website

    is erg gemakkelijk in het gebruik. Maar levert vrij veel informatie waar ik niks mee kon. Maar

    vanuit deze website en de resultaten was het gemakkelijk om verder te zoeken. ScienceDirectvind ik een erg handige database, bijna alle informatie heb ik via deze database of via Google

    Scholar verkregen.

    In de toekomst zal ik mijn zoekacties nog gerichter maken en duidelijk voor mijzelf

    noteren welke zoekacties ik heb uitgevoerd. Ik merkte op dat ik tijdens het zoeken naar

    literatuur namelijk een aantal keer dezelfde zoekactie heb uitgevoerd. Het beter noteren van

    mijn zoekacties zal de kans hierop in de toekomst verkleinen.

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    32/33

    32

    Bijlage 2 Takenlijst

    Opdracht 1 Spreekbeurt over de kindertelefoon

    Ga naar de website van de kindertelefoon. (www.kindertelefoon.nl)

    Klik links boven op de leeftijd: 8- 12 jaar

    Klik op Over de kindertelefoonKlik nu op spreekbeurt

    Download de tekst met informatie over de kindertelefoon en open dit bestand.

    Welke kleur hebben de 2 poppetjes in de luchtballon in het bestand?

    Sluit nu het bestand met de tekst met informatie.

    Ga terug naar de website van de kindertelefoon.

    Ga terug naar de vorige pagina.

    Wat is het email-adres om te kunnen chatten met de kindertelefoon?

    Sla deze pagina op in de favorieten in de map Spreekbeurt.

    Opdracht 2 Websites bezoeken

    Ga naar de website van IJssalon van der Poel (www.vanderpoelijs.nl)

    Zoek op de website de antwoorden op de volgende vragen:

    Aan welke straat zit de ijssalon van der Poel in Hengelo?

    Wat is de openingstijd van IJssalon van der Poel in Enschede op zondag (1 juli)?

    Ga naar de website van Twentse Welle (www.twentsewelle.nl)

    Zoek op de website de antwoorden op de volgende vragen:

    Aan welke straat zit de Twentse Welle?

    Wat is de openingstijd van de Twentse Welle op zondag (1 juli)?

    Ga naar de website van Dierenpark Emmen (www.dierenparkemmen.nl)

    Zoek op de website de antwoorden op de volgende vragen:

    Aan welke straat zit de Dierenpark Emmen?

    Wat is de openingstijd van Dierenpark Emmen op (1 juli)?

    Opdracht 3 Spreekbeurt houden

    Stel je voor: je wil een spreekbeurt over zwembaden houden. Je wilt een paar leuke feitjes aan je klas

    vertellen. Zoek daarom antwoorden op de volgende vragen door middel van een zoekmachine.

    Hoeveel openbare zwembaden zijn er in Nederland?

    Wat is het grootste zwembad van Nederland?Welk zwembad in Nederland heeft de langste glijbaan en hoe lang is deze?

    Stel je nu voor: je wil een spreekbeurt over Nederland houden. Je wilt een paar leuke feitjes aan je klas

    vertellen. Zoek daarom antwoorden op de volgende vragen door middel van een zoekmachine.

    Hoeveel inwoners heeft Terschelling?

    Welke provincie in Nederland heeft de meeste inwoners?

    Welke stad heeft de meeste aantal nationaliteiten?

  • 7/22/2019 Pre-master thesis: Het niveau van internetvaardigheden onder kinderen in groep 8 van de basisschool.

    33/33

    Opdracht 4 Pretpark bezoek

    Stel je voor: Je mag van je ouders naar een pretpark. Je mag kiezen uit de Efteling in Tilburgof Walibi

    Holland in Harderwijk. Je wilt weten wat het goedkoopst is. Hiervoor maak je gebruik van het

    internet.

    Hou rekening met de volgende punten:- Je kijkt naar de prijs van een normaal entreebewijs voor een persoon boven de 12 jaar.

    - Je wilt met de trein er naar toe.

    - Je wilt online een ticket kopen maar je weet nog niet voor welke datum.

    Bij welk pretpark ben je het voordeligste uit?