Lasserkwalificaties en hun geldigheidsgebied - nal-ans.be · Welder Performance Qualification,...
Transcript of Lasserkwalificaties en hun geldigheidsgebied - nal-ans.be · Welder Performance Qualification,...
�
Het certificaat, al dan niet voorzien van zijn foto,
staat logischerwijs ook op zijn naam. Dat wil echter
niet zeggen dat hij of zij het mee naar huis krijgt.
Het certificaat is opgeborgen bij de werkgever, die
draait meestal ook voor de certificatiekosten op. De
lasser krijgt vaak nog wel een kopie mee naar huis.
Maar dan nog. Niet elke lasser kent al die afkortingen
en geldigheidsbereiken op het certificaat. Zeker niet
als het certificaat is uitgegeven conform een combi-
natie van NEN-EN 287-1, AWS D1.1 en ASME IX en
voor het geldigheidsgebied ‘As per (applicable) Code’
is ingevuld. Er zijn maar weinig lassers die al die
codes thuis in hun boekenkast hebben liggen. Zelfs
met zoeken op het internet is die informatie niet
beschikbaar.
Over de EN 287-1 is een en ander in de serie Lasken-
nis Opgefrist in dit blad verschenen (zie ook www.
nil.nl). Verder is bij de gemiddelde werkgever wel
een NEN-bundel 18 terug te vinden. Voor de ASME-
en AWS-codes wordt het lastiger. Vandaar dit artikel,
waarbij we ons beperken tot enkele hoofdzaken.
American Welding Society
AWS staat voor American Welding Society, ASME
voor American Society of Mechanical Engineers. In
dit eerste deel beperken we ons tot de AWS. Deze
organisatie zou je kunnen vergelijken met het Neder-
lands Instituut voor Lastechniek (NIL), met dien ver-
stande dat de AWS meer dan 50.000 leden telt in
Amerika en daarbuiten. De oorspronkelijk in New
York gevestigde organisatie verhuisde in 1971 naar
Miami, Florida. Sinds 1919 houdt de AWS zich bezig
met de kwaliteit van gelaste verbindingen. De missie
luidt: bevorderen van de kennis, technologie en toe-
passingen van las- en snijprocessen en aanverwante
technieken, inclusief hard- en zachtsolderen en ther-
misch spuiten. De AWS doet dus heel wat meer dan
alleen het uitgeven van normen voor het certificeren
van lasprocedures en lasvaardigheid. De organisatie
geeft lastechnische boeken uit, zoals het Welding
Handbook, software en het gezaghebbende blad Wel-
Stel, u bent gecertificeerd lasser, wonend in gebied
A en werkzaam bij een bedrijf in gebied B. U rijdt
elke werkdag met uw auto waarop u zo trots bent
van A naar B en vice versa. Maar op een kwade och-
tend wil uw auto niet starten. Wat nu? De oplossing
ligt bij uw goede buurman met die mooie motor. Hij
gebruikt die alleen om op zondag bij goed weer lek-
ker van de frisse wind te genieten. Verder staat de
motor ongebruikt bij hem in de garage. Uw buurman
is thuis, u mag zijn motor wel lenen en zelfs nog zijn
helm. Even later raast u over de weg, wat een geluid
heeft die motor. U draait het gas lekker open als u
wordt ingehaald door een nog snellere BMW. Vervol-
gens, u raadt het al, gebaart een streng ogende poli-
tieman u naar de kant. Hij stelt zich kort voor en
vraagt naar uw rijbewijs. Nou, denkt u, als dat alles
is dan valt het wel mee. U toont hem met een trots
gebaar het roze papiertje van het Koninkrijk der
Nederlanden. Nu kijkt de agent pas echt vermanend
en wijst u op al de kruisjes achter de letter A op uw
rijbewijs.
Nu zult u als lezer misschien denken: een lasser kan
toch niet zo dom zijn dat hij niet weet dat je voor
het rijden op een motor een rijvaardigheidsbewijs A
moet hebben en dat alleen B niet voldoende is? Dat
weet toch iedereen! Waarom deze inleiding? Welnu,
het zou me verbazen als alle gecertificeerde lassers
precies weten wat het geldigheidsgebied van hun
lasvaardigheidbewijs is. Lassers weten soms niet
welke bereiken zij met hun bewijs van lasvaardig-
heid al dan niet mogen lassen. Dat is voor je mooie
vak toch net zo belangrijk als een rijbewijs.
Er zijn diverse verklaringen. De lasser voert uiter-
aard eigenhandig de lasproef uit. Als het goed is,
doet hij dat volgens een WPS. Om de lasvaardigheid
te kunnen vaststellen, zijn in het algemeen buig- of
breekproeven vereist. Voor veel processen is een
röntgenfoto echter ook acceptabel. Als de las vol-
gens de regels in de norm is onderzocht en aan de
eisen voldoet, is de lasser gekwalificeerd. Dat is de
Welder Performance Qualification, afgekort WPQ.
Niet elke lasser weet precies wat alle afkortingen en geldigheidsbereiken op zijn certificaat
betekenen. Zeker niet als het certificaat is uitgegeven conform een combinatie van NEN-
EN 287-1, AWS D1.1 en ASME IX. Bij de gemiddelde werkgever is wel een NEN-bundel
18 terug te vinden, maar voor de ASME- en AWS-codes wordt het lastiger. Dit artikel
haakt in op de hoofdlijnen.
Special Certificering Maurice Mol
Lasserkwalificaties en hun geldigheidsgebied
Lastechniek maart 2009 �
ding Journal. Daarnaast heeft de AWS een breed
scala aan opleidingen ontwikkeld en organiseert
men zowel grootschalige als bedrijfsgerichte semi-
nars. Het is de grootste lastechnische organisatie.
Dé norm voor de lastechniek
In opdracht van het Amerikaanse norminstituut, het
American National Standards Institute (ANSI), heeft
de AWS zo`n 170 codes, voorschriften en richtlijnen
opgesteld. De bekendste daarvan is de AWS D1.1
Structural Welding Code - Steel. De meest recente
versie is die van 2008. Deze code kan worden
beschouwd als `s werelds meest toegepaste pro-
ductnorm voor het waarborgen van de veiligheid van
gelaste stalen constructies. Van toepassing op zowel
statisch als dynamisch belaste constructies bevat
deze code lastechnische eisen voor eenvoudige
bouwwerken tot en met bruggen en offshore con-
structies vervaardigd uit on- en laaggelegeerde con-
structiestalen en sterktes tot 690 MPa. Ver voor de
introductie van Europese normen als EN 287 en EN
288 series was de AWS D1.1 dé norm voor de las-
techniek in de offshore, olie- en gaswinning. Het is
dus niet verwonderlijk dat deze wereldwijd vertakte
industrie ook nu nog deze bekende richtlijn voor
ontwerp, uitvoering en inspectie hanteert. Ook las-
sers in genoemde branches hebben ermee te maken.
Speciaal is het 6GR certificaat, met de kwalificatie-
proef met de restrictiering. Wie 6GR gecertificeerd
is, is pas echt een pikeur. Een dergelijke lasproef
vinden we niet bij EN 287 of ASME.
Net als bij EN/ISO kwalificatieproeven voor lassers
en lasmachinebedieners dient een lasserkwalificatie-
proef te worden uitgevoerd met als lasinstructie een
WPS. Voor AWS uiteraard ingevuld met essentiële
variabelen conform AWS D1.1. Essentiële variabelen
(ook wel essentiële parameters genoemd) zijn bepa-
lend voor het geldigheidsgebied van een certificaat.
Buiten het bereik van deze variabelen is het certifi-
caat niet geldig. Dan dient zonodig een nieuwe kwa-
lificatieproef te worden uitgevoerd. Bij de behande-
ling van AWS D1.1. lasserkwalificaties beperken we
ons tot de hoofdzaken. Voor een compleet overzicht
verwijzen we naar de code, die overigens alleen
maar geldt voor staal met een dikte groter of gelijk
aan drie millimeter.
Bereik van de kwalificatie
De testposities worden aangeduid met de G (van
Groove) voor stompe naden en de F (van Fillet) voor
hoeklassen. Bijvoorbeeld 6G en 2F. De geldigheids-
gebieden voor lasposities in het eigenlijke werk wor-
den aangeduid met de letters F (flat), H (horizontaal),
V (verticaal), OH (overhead) en All. Bij deze positie-
aanduidingen wordt geen onderscheid tussen
opgaand (uphill) en neergaand (downhill) lassen. Dat
volgt wel uit de proefposities 3G of 5G of het toege-
paste toevoegmateriaal en de verdere parameters.
Een andere verticale richting dan beproefd vereist
een nieuwe kwalificatie. De kwalificatie geldt uitslui-
tend voor het toegepaste proces. Hierbij wordt
Special Certificering
Lasserkwalificaties en hun geldigheidsgebied
Een lasser oefent voor
de 6G-positie
Lastechniek maart 2009 �
hoe en door wie dat dient te worden aangetoond,
behalve dat de verantwoording hiervoor ligt bij de
fabrikant. Hetgeen overigens niet uitsluit dat een
opdrachtgever aan de aannemer of een onafhankelij-
ke keuringsinstantie hier nog aanvullende eisen zou
kunnen stellen.
Bij het verlengen van lasserkwalificaties kunnen vol-
gens de letter van de Amerikaanse richtlijnen de
door het bedrijf aangewezen lastechnici de verant-
woording voor verlenging van lasserkwalificaties
zelf regelen. Bijvoorbeeld door ‘simpelweg’ het door-
trekken van een streep voor zes maanden achter de
naam van de betreffende lasser in een soort van
tijdsplanning. In principe dus geen extra bewijs.
AWS en ASME leggen de verantwoording immers bij
de fabrikant! Dit is principieel anders dan hoe we er
in Europa tegenaan kijken.
Als lasser gaat u nu natuurlijk bij aankomst op uw
werk na of u eigenlijk wel gecertificeerd bent voor
het laswerk waaraan u moet beginnen. Kijk maar op
de elektrode. Daarop staat meestal een AWS E-getal
dat naar het F-nummer verwijst. In de documentatie
van de leveranciers wordt de AWS-aanduiding ook
aangegeven. Vergelijk dat met het geldigheidsgebied
op uw certificaat. U zult al wel weten dat bij een EN-
lassercertificaat toevoegmaterialen geen essentiële
variabelen zijn. Daar geldt alleen de materiaalgroep
van het werkstukmateriaal. De AWS is dus echt
anders. In een volgende editie van Lastechniek aan-
dacht voor de ASME. <
GMAW-S, MAG-kortsluitboog, als apart proces be-
schouwd. Met een aanduiding 135 volgens EN (en
ISO) is dat (nog) niet zo hard aangegeven.
Bij SMAW, beklede elektroden, is het bereik van de
kwalificatie beperkt tot het F-nummer van het type
elektrode waarmee de kwalificatieproef is uitge-
voerd. Moet met een hoger F-nummer worden ge-
werkt, dan betekent dat opnieuw kwalificeren. De
AWS kent de volgende indeling, zie tabel 1. De aan-
duiding XX achter de letter E verwijst naar de diverse
treksterktes. De laatste X staat voor een extra eigen-
schap en is verder voor de lasserkwalificatie niet
essentieel.
Voor GMAW en GTAW geldt een beperking binnen
een AWS A5 document, waarin draad-gascombina-
ties zijn gegroepeerd. Zo geeft een aanduiding van
een massieve draad AWS A5.18: ER70S-3 aan dat een
met deze draad gekwalificeerde GTAW-lasser vol-
gens de AWS D1.1 uitsluitend met binnen de A5.18
groep opgenomen draad-gascombinaties mag las-
sen. Bij GTAW is dat uiteraard met een inert be-
schermgas. Indien bij de proef backing materiaal is
gebruikt, geldt de kwalificatie uitsluitend voor las-
sen met backing. Omgekeerd mag wel.
Voor de diktebereiken worden in tabel 2 in grote lij-
nen de waarden aangegeven. Voor bijzonderheden
dient de code zelf te worden geraadpleegd. Kwalifi-
caties van stompe naden (groove) dekken hoeklas-
sen (fillet), maar niet omgekeerd.
Het diameterbereik van de lasserkwalificatie is af-
hankelijk van de gelaste pijpdiameter, materiaaldik-
te en laspositie. Een kwalificatie in pijp kleiner dan
100 mm doorsnee geldt voor pijpdiameters van 10
tot 100 mm. Bij een kwalificatie in pijp groter dan
100 mm is er geen bovengrens. Als regel is kwalifica-
tie geldig vanaf de helft van de gelaste pijpdiameter
met als benedengrens 100 mm.
Geldigheidsperiode
Volgens de code blijft de kwalificatie voor onbe-
grensde tijd geldig, tenzij de lasser zes maanden
niet heeft gewerkt binnen een bepaald proces of als
er een specifieke reden bestaat om zijn lasvaardig-
heid in twijfel te trekken. Er zal dus een bewijs moe-
ten worden geleverd dat de lasser naar behoren
heeft gefunctioneerd. De code geeft echter niet aan
Maurice Mol (EWE) is sinds 1967 werkzaam in de Las-
techniek, onder meer als docent bij kaderopleidingen.
Ook is hij actief op het gebied van kwaliteitsborging,
met name gericht op persoonscertificatie.
Tabel 2 - Materiaaldikte proef en geldigheidsgebieden
Tabel 1 - AWS-classificatie voor beklede elektroden
Groepaanduiding AWS-classificatie
F4 EXX15, EXX16, EXX18, EXX15-X, EXX16-X, EXX18-X
F3 EXX10, EXX11, EXX10-X, EXX11-X
F2 EXX12, EXX13, EXX14, EXX13-X
F1 EXX20, EXX24, EXX27, EXX28, EXX20-X, EXX27-X
Proef Plaatdikte T (mm) Min. (mm) Max. (mm)
Groove 10 3 20
Groove 10 < T < 25 3 2T
Groove > 25 3 Onbegrensd
Fillet > 12 3 Onbegrensd
Special Certificering