Landenopdracht Bevolkingsgeografie

InhoudInleiding3Hypothese4Spanje4Polen4Tsjaad4Spanje5Politiek5Economie6Cultuur6Polen7Politiek7Economie8Cultuur8Tsjaad9Politiek9Economie10Cultuur11Vergelijkingstabel 10 criteria12Vergelijkingstabel 10 criteria in woorden12Verklaringen13Spanje13Polen14Tsjaad15Conclusie16Bronvermelding17Internet17Colleges17

Inleiding

In het eerste Semester van de opleiding Leraar Aardrijkskunde 2e gr deeltijd is de opdracht om een onderzoek naar 3 landen uit te voeren en dit in een verslag te verwerken.

Bevolkingsgeografie omvat de studie naar:

1. Welke omstandigheden zich voordoen waardoor een groep in een gebied groeit of achteruitgaat. Dit op verschillende gebieden zoals politiek, economisch, cultuur en fysisch;

2. Welke effecten heeft een bepaalde bevolkingsontwikkeling op een gebied.

Ik begin mijn onderzoek met een hypothese. Ik vervolg mijn verslag met per land een hoofdstuk met daarin achtergrondinformatie m.b.t. politiek, economie en cultuur. Daarna behandel ik de resultaten van de vraagstukken en de verklaringen hiervoor. De vraagstukken heb ik per land verdeeld en gaan over de geboortecijfers, de sterftecijfers, de vruchtbaarheidscijfers, de zuigelingensterfte, de levensverwachting, de ontgroening en de vergrijzing.

Tot slot geef ik een conclusie met betrekking tot de resultaten van mijn onderzoek.

Hypothese

Spanje

Het land maakt onderdeel van het moderne “rijke” West-Europa. Wel is Spanje vrij laat gemoderniseerd en heeft het na WO II tot midden jaren 70 (20e eeuw) ernstig te lijden gehad onder het regime van Generaal Franco. In mijn onderzoek verwacht ik daarom dat daarom net na WO II alsmede na het einde van Franco’s regime dat daar een grote geboortegolf heeft plaatsgevonden. Verder verwacht ik dat gezien het feit dat Spanje een modern land is dat er momenteel een daling plaatsvindt in de natuurlijke vervanging van de bevolking.

Gelegen aan de Middellandse Zee en relatief makkelijk vanuit Noord Afrika te bereiken maakt Spanje volgens mij een land met mogelijk veel immigratie.

Polen

Polen maakte deel uit van de Oostbloklanden en heeft na WO II zo’n 45 jaar onder communistisch/marxistisch bewind gestaan. Polen is een geïndustrialiseerd met goed opgeleide mensen. Toch zijn de mensen daar niet erg rijk. Het land lijkt mij niet erg aantrekkelijk om naartoe te emigreren. Ik verwacht daarom dat er een bevolkingsdaling plaatsvindt; zowel door een laag geboortecijfer als mede door immigratie naar de VS en West Europa.

Tsjaad

Één van de armste landen ter wereld en ingedeeld onder de ontwikkelingslanden. Door de armoede en droogte –vanwege het klimaat- is er mijn inziens een hongerprobleem. Veelal zie je in landen met armoede en honger dat kinderen als een inkomstengarantie worden gezien. Helaas door de honger en slechte medische voorzieningen zullen er veel kinderen vroegtijdig sterven. Ik verwacht daarom een jonge bevolking dat ook niet erg oud wordt.

Spanje

Politiek

Spanje is een constitutionele monarchie, met een koning als staatshoofd, Koning Juan Carlos I. Spanje maakt deel uit van de Europese Unie. Voorts maakt Spanje deel uit van de Verenigde Naties, de NAVO, de WTO en de OESO.

Het land kent een uitvoerende -, wetgevende – en rechtelijke macht:

1. Uitvoerende macht: Een regering met verschillende ministers onder leiding van een premier of president van de regering (Presidente del Gobierno)

2. Wetgevende macht: Bestaat uit twee kamers, de zogenaamde Cortes Generales. Het hogerhuis (de Senado) bestaat op het moment uit 259 zetels en in het lagerhuis (Congreso de los Diputados) zetelen 350 vertegenwoordigers.

3. Rechterlijke macht:  Verschillende rechtbanken en tribunalen, met verschillende rechters die de autoriteit hebben om in naam van de Koning de justitie in het land te handhaven.

In 1931 werd Spanje een republiek, nadat koning Alfons XIII gedwongen werd af te treden. Voortdurende politieke instabiliteit leidde uiteindelijk tot de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939). Die begon als een nationalistische opstand tegen de wettige republikeinse regering. De nationalisten overwonnen.

Na de dood van Franco (1975) werd de monarchie hersteld. In 1978 kwam een democratische grondwet tot stand die de sterk gecentraliseerde staatsvorm onder Franco wijzigde in een gedecentraliseerde structuur met autonome regio's. Bestuurlijk gezien werd Spanje daarmee een bondsstaat.

Het land bestaat uit 17 autonome regio's (zie lijst hieronder) en 2 autonome steden, Ceuta en Melilla. De mate van autonomie per regio verschilt. Bijna al deze regio’s zijn weer onderverdeeld in verschillende provincies. De provincies zijn onderverdeeld in comarca's, die op hun beurt in gemeenten zijn opgedeeld.

· Andalusië

· Aragón

· Asturië

· Balearen

· Baskenland

· Canarische Eilanden

· Cantabrië

· Catalonië

· Extremadura

· Galicië

· Castilië-La Mancha

· La Rioja

· Madrid

· Murcia

· Navarra

· Valencia

· Castilië en León

Economie

De laatste tijd is Spanje i.v.m. de eurocrisis behoorlijk in het nieuws en wordt de economische situatie als zorgelijk gekenmerkt.

Spanje heeft met name in de jaren tachtig van de 20e eeuw een behoorlijke inhaalslag gemaakt m.b.t. de economie en is daardoor betrekkelijk laat gemoderniseerd.

Spanje is een favoriete vakantiebestemming. Maar het land is ook één van de belangrijkste landbouwproducenten van Europa. Opmerkelijk is dat steeds meer Spaanse bedrijven meedraaien in de wereldtop op het gebied van geavanceerde technologieën zoals vliegtuigbouw, informatica, biotechnologie, zonne-energie en infrastructuurtechniek.

Volgens de Wereldbank was Spanje in 2004 de achtste economie van de wereld. Volgens Wikipedia is de levensverwachting van de Spaanse bevolking één van de drie hoogste ter wereld.

Cultuur

Van de 8e eeuw tot de Reconquisita (eind 15e eeuw) stond een groot deel van Spanje onder bewind van de Moren. Hiervan zijn nog altijd sporen van terug te vinden. Denk hierbij ondermeer aan de Mezquita, het Alhambra, het witte stadje Casares en de Moorse kust. Spanje is een traditioneel katholiek land. Het land kent veel feestdagen. Tijdens de mis op feestdagen zie je vaak een hele stoet mensen een optocht naar de kerk maken1.

Officieel worden er vier talen gesproken: Catalaans, Baskisch, Galicisch en het Aranees. De Spaanse keuken en de siësta zijn typerend voor de Spaanse cultuur. In Spanje worden ook stierengevechten houden. Dit laatste ondervind steeds meer weerstand; bij de laatste verkiezingen in Spanje haalde PACMA, de Spaanse Partij voor de Dieren meer dan honderdduizend stemmen2.

1 Bron: Eigen waarneming tijdens vakantie sevilla 1997

2 Bron: https://www.partijvoordedieren.nl/downloads/www/2011/11/1322497728_20111128_speechmariannethieme.pdf

Polen

Politiek

Staatkundig is Polen een parlementaire republiek en een eenheidsstaat, onderverdeeld in 16  (provincies). Polen is lid van een groot aantal internationale organisaties, waaronder de Europese Unie, de Verenigde Naties, de NAVO, de WTO en de OESO.

Na de Tweede Wereldoorlog maakte Polen lang deel uit van het Warschaupact en was Polen een communistisch land. In de jaren tachtig van de vorige eeuw kende Polen veel arbeidsonrust. Onder leiding van  Lech Wałęsa hield de vakbond Solidarność veel stakingen. Na een nieuwe ronde van stakingen in 1988 werden Wałęsa en de zijnen door de regering uitgenodigd voor een rondetafelconferentie. Voorjaar 1989 kwam er een akkoord tot stand dat tot een deling van de macht moest leiden. Bij te houden verkiezingen behielden de communistische partij en haar bondgenoten de meerderheid in de Sejm, het Poolse parlement. Maar er werd een vrij te kiezen senaat in het leven geroepen en in die senaat gingen alle zetels naar Solidarność. In 1990 werd Wałęsa bij de eerste directe presidentsverkiezingen sinds de omwenteling gekozen tot president van Polen.

Na1990 volgde de ineenstorting van alle communistische regimes van de overige Centraal- en Oost-Europese landen, met als symbolisch hoogtepunt de val van de Berlijnse muur. In 1999 voegde Polen zich bij de NAVO, sinds 1 mei 2004 is het land lid van de Europese Unie.

In 1989 werd er in Polen een tweekamerstelsel ingevoerd. De Sejm werd verdeeld in een hoger- en een lagerhuis. Het lagerhuis (Sejm) telt 460 leden, het hogerhuis (Senaat) telt 100 leden. Via een speciale regeling wisten de communisten tot 1990 nog aan de macht te blijven. In 1991 werd een stelsel van evenredige vertegenwoordiging ingevoerd.

De president (vanaf 1991 rechtstreeks gekozen) heeft verregaande bevoegdheden en kan het parlement ontbinden, heeft vetorecht en kan verkiezingen uitschrijven.

In 1990 werd Polen gedecentraliseerd, de lokale overheden kregen meer bevoegdheden. Bestuurlijk gezien is Polen verdeeld in 16 województwa. Die verder zijn onderverdeeld in 379 districten (powiats). Deze powiats zijn weer onderverdeeld in 2478 gemeentes (gmina's).

Economie

Polen heeft zich na de Tweede Wereldoorlog volledig geconcentreerd op het economische model van de Sovjet-Unie. Banken en grote bedrijven werden genationaliseerd en het grootgrondbezit werd opgeheven. Alleen de kleinere boerenbedrijven en de dienstensector bleven in particuliere handen. Het levenspeil bleef lang erg laag, maar wel veranderde Polen geleidelijk van een overwegend agrarisch in een geïndustrialiseerd land.

In 1989 werden de vrijemarktprincipes in de Poolse economie weer hersteld. De particuliere sector verschaft op dit moment werk aan 65% van de Poolse beroepsbevolking. Een aantal industriële sectoren, met name de zware industrie, is nog vrijwel geheel staatseigendom. Veel industrieën lijden onder de zwakke binnenlandse vraag. De regionale verschillen in werkloosheid zijn groot. Stedelijke gebieden als Warschau, Kraków en Poznan hebben een laag werkloosheidscijfer, terwijl een werkloosheid van meer dan 25% voorkomt in de rest van het land. 

Cultuur

De officiële taal is Pools. De belangrijkste minderheden zijn de Sileziërs en de Duitsers.

De Polen zijn fervente aanhangers van de rooms-katholieke kerk. Veertig jaar communistisch bewind en onderdrukking van de kerk hebben de Polen niet van hun geloof afgebracht. Integendeel, de uitverkiezing van Karel Wojtyla tot paus – in 1978 – heeft dat geloof alleen maar aangewakkerd. Het geloof speelt een grote rol in het dagelijks leven. In tegenstelling tot West-Europese landen zitten de kerken in Polen op zondag nog steeds vol. Christelijke feestdagen worden uitbundig gevierd en tradities als de eerste communie vormen hoogtepunten in het leven van Poolse families. Dat de kerk een voorname rol speelt, blijkt ook uit het jaarlijkse Internationaal Festival voor Kerkelijke Muziek in Warschau.

Polen heeft een lange traditie van volksmuziek en dans en dat vind je dan ook terug in de benamingen: denk aan polka en polonaise. Polen houden van feestvieren, het liefst met familie. Daarbij wordt gedanst en gezongen en wordt het eten weggespoeld met grote hoeveelheden Poolse wodka. Vlees en voedzame soepen staan centraal in de Poolse keuken.

Tsjaad

Politiek

Tsjaad, officieel de Republiek Tsjaad, is een land in Afrika en grenst aan Libië, Soedan, Centraal-Afrikaanse Republiek, Kameroen, Nigeria, en Niger. Delen van het land liggen in een gordel genaamd de Sahel. Tsjaad heeft geen directe toegang tot zee.

Het gebied dat tegenwoordig Tsjaad omvat werd oorspronkelijk bewoond door verschillende stammen.  In 1902 werd Tsjaad officieel een kolonie van Frankrijk. In 1960 werd Tsjaad op een vreedzame manier onafhankelijk van Frankrijk.

Na de onafhankelijkheid begon in 1965 een burgeroorlog die tot 1996 duurde, toen er een vredesverdrag werd gesloten en een nieuwe grondwet werd aangenomen.

het land is officieel een democratische republiek. Er is een universeel kiesrecht voor iedereen ouder dan 18 jaar.

Aan het hoofd van het land staat een gekozen president.Volgens de grondwet van 1996 kan een president maar 2 termijnen aan de macht blijven. De periode van vóór de grondwet wordt echter niet meegeteld.

In 2003 werd in het oosten van Tsjaad een begin gemaakt met de opvang van een grote vluchtelingenstroom uit de aangrenzende Soedaanse regio Darfoer. Oost-Tsjaad werd een instabiele regio, er braken gewapende opstanden uit. In 2006 werd een opstand van rebellen uit het oosten door het regeringsleger tegengehouden. Na onderhandelingen kwam er een vredesverdrag. Eind 2007 sloten drie rebellengroepen een alliantie waarmee ze het vredesverdrag verbraken. In 2008 rukten de rebellen op tot aan het paleis van de president. De poging tot staatsgreep mislukte maar bracht wel een vluchtelingenstroom naar buurland Kameroen tot stand.

Tsjaad is administratief ingedeeld in 14 gewesten en 53 districten. In het rechtswezen bestaan Frans gecodificeerd recht en gewoonterecht naast elkaar. Het Hooggerechtshof werd in 1975 opgeheven. N'djamena heeft een Hof van Appel. De vier grote steden, Sahr, Moundou, Abéché en Koumra, hebben gerechtshoven. Tsjaad is lid van o.m. de Verenigde Naties en de Organisatie van Afrikaanse Eenheid en is geassocieerd met de EU.

Economie

Tsjaad is een van de armste landen ter wereld. Op de Index van de menselijke ontwikkeling van de Verenigde Naties staat Tsjaad aangegeven als het vijfde armste land; 80% van de bevolking leeft onder de armoedegrens. Het klimaat, de geografische ligging, de geringe bodemschatten en de burgeroorlog belemmeren de economische ontwikkeling.

Doordat het land volledig omringd wordt door andere landen en er dus geen directe zeeverbindingen zijn, worden de in- en uitvoer van producten extra bemoeilijkt en daarmee ook de ontwikkeling vertraagd.

Ongeveer 80% van de bevolking werkt in de landbouw en veeteelt. Katoen, veeteeltproducten, aardnoten en arabische gom vormen de belangrijkste producten. Export: 42% katoen, aardnoten, veeteeltproducten, voornamelijk naar Kameroen en Frankrijk. Op het Tsjaadmeer en de rivieren Logone en Tsjari wordt gevist. De bosbouw is van geringe betekenis, alleen in het uiterste zuiden zijn wat bossen.

In het zuiden van Tsjaad zijn olievelden die naar schatting 1 miljard vaten aardolie bevatten. De productie in deze velden is begonnen in 2003. De velden zijn ontwikkeld door een consortium geleid door twee Amerikaanse bedrijven. De export van deze olie is begonnen in 2004 via een pijpleiding door het naburige land Kameroen naar de Atlantische kust.

De economie van Tsjaad is gedeeltelijk afhankelijk van ontwikkelingshulp. Tsjaad krijgt vooral bilaterale hulp van Frankrijk en multilaterale hulp van de EG en verder van de Verenigde Naties en de IDA. Tsjaad behoort tot de Afrikaanse franczone. Het land heeft samen met Kameroen, Kongo, Equatoriaal Guinee, Gabon en de Centraal-Afrikaanse Republiek één centrale bank, de Banque des États de l'Afrique Centrale, met hoofdkantoor in Yaoundé (Kameroen). Daarnaast is er een viertal andere banken, waarin de staat een groot aandeel heeft.

De infrastructuur is gebrekkig. De meeste geasfalteerde wegen zijn tijdens de burgeroorlog verwoest. In het noorden zijn alleen karavaanroutes. Er zijn geen spoorwegen. Binnenscheepvaart is alleen mogelijk tijdens het regenseizoen op de Logone en de Tsjari. Air Tchad is de nationale luchtvaartmaatschappij. N'djamena heeft een internationale luchthaven.

Cultuur

De officiële talen van Tsjaad zijn het Frans en het Arabisch. Hiernaast hebben de meeste etnische groepen hun eigen taal.

Tsjaad heeft meer dan 200 etnische groepen en ligt op de grens van werelden, de door Arabieren gedomineerde gebieden in Afrika en de gebieden bewoond door zwarte Afrikanen. De bevolking in de oostelijke en centrale regio's is door zijn lange contacten met Egypte en Soedan min of meer gearabiseerd. Meer dan twee derde van de bevolking van het land leeft op het platteland. De Sara vormen de grootste etnische groep met 20%; hiernaast zijn er ook nog de Bagirmi, Kreish, Teda en Mbum die grotere groepen vormen.

Ongeveer de helft van de bevolking is moslim, 30% is christen en ongeveer 20% hangt lokale geloven aan. De moslims wonen voornamelijk in het noorden en oosten van het land, de christenen en animisten voornamelijk in het zuiden. Ndjamena is de zetel van een aartsbisdom. Het land is sinds de oprichting in 1969 lid van de Organisatie van de Islamitische Conferentie (OIC).

In Tsjaad heerst er in hoge mate analfabetisme.

Veel stammen in Tsjaad hebben hun eigen muziek en kunstvormen ontwikkeld. Door de grote diversiteit in verschillende stammen heeft Tsjaad ook een zeer grote variëteit in verschillende muziek en kunstvormen.

Vergelijkingstabel 10 criteria

Spanje

Polen

Tsjaad

Inwoners

46.754.784

38.441.588

10.758.945

Geboortecijfer*

10,66

10,01

39,4

Sterftecijfer*

8,8

10,17

15.47

Geboorteoverschot*

1,86

Nvt

29,93

Sterfteoverschot*

Nvt

0,16

Nvt

Kindertal

1,47

1,061

5,05

Zuigelingensterfte*

3,39

6

95,31

Migratie

3,89%

-0,47%

-3,84

Artsendichtheid*

3,705

2,144

0,04

Levensverwachting

81,17 jaar

76,05 jaar

48,33 jaar

Groene druk (0 t/m. 14 jaar)

15,1%

14,7%

46%

Grijze druk

17,1%

13,7%

2.9%

*Per 1000 inwoners

Bovenstaande cijfers zijn volgens https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/.

Vergelijkingstabel 10 criteria in woorden

Spanje

Polen

Tsjaad

Geboortecijfer

Laag

Laag

Hoog

Sterftecijfer

Laag

Laag

Hoog

Geboorteoverschot

Laag

Nvt

Hoog

Sterfteoverschot

Nvt

Laag

Nvt

Kindertal

Laag

Laag

Hoog

Zuigelingensterfte

Laag

Laag

Hoog

Migratie

Hoog

Laag

Hoog

Artsendichtheid

Hoog

Gemiddeld

Laag

Levensverwachting

Hoog

Gemiddeld

Laag

Groene druk (0 t/m. 14 jaar)

Laag

Laag

Hoog

Grijze druk

Hoog

Hoog

Laag

Bij het omzetten van de statistische gegevens naar begrippen als hoog, gemiddeld en laag, ga ik uit van de eigen bevolking: Wat is er nodig om de bevolkingsopbouw stabiel te houden/krijgen. En hoe verhoud zich dit met de statistische gegevens zoals ze werkelijk zijn.

Verklaringen

Spanje

Door de uitstekende medische voorzieningen –en relatief veel artsen per 1000 inwoners- kent Spanje een lage sterftecijfer en een lage zuigelingensterfte. Mede door de goede medische voorzieningen en welvarende economie is de levensverwachting hoog.

Er is een klein geboorte overschot, maar het kindertal is onvoldoende om de natuurlijke bevolking te vervangen. Hierdoor is de stuwing vanuit de jeugd onvoldoende om de grijze druk (de 65 plussers) op te kunnen vangen. Om deze tekort aan groene druk op te kunnen vangen is Spanje sterk afhankelijk van migratie.

Spanje heeft veel te maken met immigranten uit Noord Afrika en West Afrika die via de Middellandse Zee of de Canarische Eilanden proberen het land binnen te komen. Slechts een klein deel komt in aanmerking voor een verblijfsvergunning. Veel immigranten kiezen daarom voor een verblijf zonder vergunning. De afgelopen vijftien jaar is zeven maal via een generaal pardon alsnog een verblijfsvergunning gegeven aan veel van deze illegalen. In totaal maakten daarvan rond de twee miljoen mensen gebruik. De laatste keer was in mei 2005.

Naar de bevolkingspiramide kijkend dan zie je met name een grote groep mensen tussen de 30 en 45 jaar. Dat valt ongeveer gelijk met het einde van het Franco Regime. Daarnaast zie je dat in de leeftijd 80+ een redelijk grote groep mensen. Vrouwen hebben duidelijk een hogere leeftijdsverwachting dan de mannen, maar de groep is volgens mij exceptioneel groot en valt volgens mij samen met de crisis uit de jaren 30 van de 20e eeuw.

Spanje Bevolking Piramide 2010

Leeftijd en sekse verdeling over het jaar 2010

Polen

Er vinden weinig geboorten plaats in Polen, waardoor er een laag geboortecijfer is. Dit houdt o.a. verband met dat er veel migratie plaatsvindt van Polen naar andere landen van met name jonge mensen. Deze jonge mensen zijn goed opgeleid en gewild in met name de VS en West Europese landen. Ook de armoede in het land zelf maakt dat het voor de bevolking aantrekkelijk is om uit Polen te migreren. Ondanks dat de medische voorzieningen redelijk te noemen is gezien de hoeveelheid artsen op 1000 inwoners, is er een lichte sterfteoverschot omdat mensen ouder worden. Dit is verklaarbaar vanwege het lage geboortecijfer. De goede gezondheidszorg maakt ook dat er weinig zuigelingen overlijden. Het kindertal is echter dusdanig laag dat er onvoldoende aanwas is om de natuurlijke bevolking te vervangen. Hierdoor is er weinig stuwing van onderuit om de vergrijzing tegen te gaan. Door het Communistisch/Marxistisch bewind is de bevolking redelijk goed opgeleid, maar met name de goed opgeleide mensen migreren. Daarnaast krijgen goed opgeleide mensen minder kinderen. De goede opleiding verklaart ook dat de medische voorzieningen redelijk zijn. Gevolg dat in Polen de levensverwachting gemiddeld tot redelijk hoog is.

In de bevolkingspiramide zie je dit ook goed terug. Een kleine jonge bevolking. Een nog grote groep 25 tot 30 jarigen, welk nog tijdens het marxistisch bewind is geboren. Daarnaast zie je dat er in de jaren 50 een babyboom heeft plaatsgevonden. Waarschijnlijk ten gevolge van WOII. De babyboom heeft tot gevolg dat de Poolse bevolking de komende 10-15 jaar snel zal vergrijzen. Kijk je iets verder dan zie je een trend dat de Poolse bevolking in aantal afneemt.

Polen Bevolking Piramide 2010

Leeftijd en sekse verdeling over het jaar 2010

Tsjaad

In Tsjaad heerst veel honger; is er armoede en is de bevolking niet goed opgeleid. Er is de afgelopen decennia veel onrust en oorlog geweest. Dit heeft, zoals in benedenstaand grafiek is te zien, een jonge bevolking tot gevolg. De weinig aantal artsen maakt dat de gezondheidszorg onvoldoende is. Dit gecombineerd met de honger en de oorlogen verklaart tevens het hoge sterftecijfer en de lage leeftijdsverwachting. De jonge bevolking zorgt tevens dat de groene druk hoog is, met alle problemen van dien (wie leidt deze mensen op en wat voor toekomstperspectief hebben deze jonge mensen). De beroepsbevolking is met name agrarisch. Een agrarische bevolking in combinatie met armoede en honger heeft tot veelal tot gevolg dat er een hoog geboortecijfer is. Kinderen worden gezien als onderpand voor de toekomst en daar de levensverwachting laag is produceert men veelal veel kinderen. Het verklaart het hoge kindertal. Een vrouw krijgt veel kinderen. Door de bijna niet aanwezige medische voorzieningen (en ook weer de honger en de armoede) is het aantal zuigelingensterfte ook zeer hoog. De problematiek (honger, armoede, medische voorzieningen en oorlog) heeft een sterfteoverschot tot gevolg. Tot slot verklaart de problematiek ook het hoge migratiecijfer. Daarnaast trekken met name de goed opgeleide en welvarende mensen naar het buitenland voor een betere toekomst.

Tsjaad Bevolking Piramide 2010

Leeftijd en sekse verdeling over het jaar 2010

Conclusie

Uitgaande van de betrouwbaarheid van de statistiekgegevens kan je voorzichtig stellen dat welvaart, politieke structuur, veiligheid, opleiding en voedselzekerheid belangrijke indicatoren en factoren zijn m.b.t. de bevolkingsopbouw. Voor een gedegen onderzoek en conclusie dien je naar mijn mening evenwel naar nog meer gegevens kijken; alsmede naar nog meer landen.

Wel kan je voorzichtig concluderen dat in welvarende landen, zoals Spanje, de mensen vaak goed en hoog opgeleid zijn. Er zijn vaak goede medische omstandigheden. Met als gevolg dat er weinig natuurlijke aanwas is van de natuurlijke bevolking. Welvarende landen hebben ook aantrekkingskracht voor migranten uit minder welvarende landen.

Polen heeft het probleem dat de bevolking goed is opgeleid, maar niet erg welvarend is. Met als gevolg dat veel –met name goed opgeleide- Polen hun onderkomen in een ander land zoeken. Er vindt een drain plaats van zowel bevolking als kennis. Daarnaast is het aantal geboorten onvoldoende om de bevolking op peil te houden en om de grijze druk in de nabije toekomst aan te kunnen.

Waar armoede heerst, politieke onrust, weinig voedsel zekerheid en er weinig veiligheid is, zoals in Tsjaad, dan is een bevolking bezig met niets meer dan overleven. Dit heeft als gevolg dat mensen meer kinderen krijgen, omdat kinderen een garantie voor de toekomst zijn. Nu een gevaarlijke vergelijking: Dit zie je ook in de dierenwereld; wordt een populatie bedreigd dan zal het zichzelf meer gaan voortplanten. Mensen gaan ook op zoek naar verbetering. Naar veiligheid en voedselzekerheid. Een hoge migratie heeft dit tot gevolg. Weinig medische voorzieningen en oorlog zorgen voor een hoog sterftecijfer. Armoede en een tekort aan medisch opgeleid personeel zorgt ook voor een hoog zuigelingensterfte. Er is geen hoge leeftijdsverwachting (mede door oorlog en ander bovengenoemd problematiek), waardoor vergrijzing nauwelijks plaatsvindt.

Mijn conclusie is dat niet alleen de natuurlijke capaciteit, maar ook de mate van welvaart en sociale capaciteit bepalend is voor de opbouw van een bevolking. Het één heeft het ander tot gevolg en alles haakt op elkaar in. Opleiding is inderdaad de beste voorbehoedsmiddel, maar om dit mogelijk te maken dienen wel de juiste voorwaarden en middelen aanwezig te zijn.

Bronvermelding

Internet

http://www.wikipedia.nl

http://nl.wikipedia.org/wiki/Generaal_pardon_(immigratie)#Situatie_in_Spanje

http://www.indexmundi.com

https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/

http://www.nationmaster.com/countries

http://www.voorbeginners.info/polen/volk-en-cultuur-1.htm

http://www.worldwidebase.com/science/tsjaad.shtml

http://www.migrationinformation.org/feature/display.cfm?ID=800

Colleges

College 1: Bevolkingsgeografie: Introductie, Mw. N. Dieleman, 7-11-2011

College 2: Groeit de wereldbevolking?, Mw. N. Dieleman, 14-11-2011

College 3: Bevolking in beweging, Mw. N. Dieleman, 21-11-2011

College 4: Het wereldbevolkingsvraagstuk, Mw. N. Dieleman, 28-11-2011