Kropsla 2020 Rassenproef Zomer - Inagro · 2020. 10. 2. · VC (%) 3,63 4,71 2,91 4,12 p-waarde...

14
PROEFVERSLAG Kropsla 2020 – Rassenproef Zomer Proefnummer: OO_GLA20KSL_RA03 Identificatie opdrachtgever: Protocol identificatie opdrachtgever: INAGRO VERSYCK Ronny Ieperseweg 87 , Rumbeke uitgevoerd door: Inagro VZW Ieperseweg 87 8800 Rumbeke-Beitem Manager: Greet Ghekiere Onderzoeksleider: Bleyaert Peter Praktijkonderzoeker: Decombel An Expert: Versyck Ronny Periode: 2020 Goedgekeurd door: Onderzoeksleider: Manager: Onderzoek financieel gesteund door de Vlaamse overheid, Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Ondernemen en Ontwikkelen.

Transcript of Kropsla 2020 Rassenproef Zomer - Inagro · 2020. 10. 2. · VC (%) 3,63 4,71 2,91 4,12 p-waarde...

Page 1: Kropsla 2020 Rassenproef Zomer - Inagro · 2020. 10. 2. · VC (%) 3,63 4,71 2,91 4,12 p-waarde 0,052 N.S. 0,056 N.S. 0,013 * 0,403 N.S. Ook bij de pitlengte is te zien dat de rassen

PROEFVERSLAG

Kropsla 2020 – Rassenproef

Zomer

Proefnummer: OO_GLA20KSL_RA03

Identificatie opdrachtgever:

Protocol identificatie opdrachtgever: INAGRO

VERSYCK Ronny

Ieperseweg 87 , Rumbeke

uitgevoerd door: Inagro VZW

Ieperseweg 87

8800 Rumbeke-Beitem

Manager: Greet Ghekiere

Onderzoeksleider: Bleyaert Peter

Praktijkonderzoeker: Decombel An

Expert: Versyck Ronny

Periode: 2020

Goedgekeurd door:

Onderzoeksleider: Manager:

Onderzoek financieel gesteund door de Vlaamse overheid, Departement Landbouw en Visserij, Afdeling

Ondernemen en Ontwikkelen.

Page 2: Kropsla 2020 Rassenproef Zomer - Inagro · 2020. 10. 2. · VC (%) 3,63 4,71 2,91 4,12 p-waarde 0,052 N.S. 0,056 N.S. 0,013 * 0,403 N.S. Ook bij de pitlengte is te zien dat de rassen

Pagina: 2/14 Proefnummer OO_GLA20KSL_RA03

1. Inhoudsopgave

1. INHOUDSOPGAVE .................................................................................................................. 2

2. DOELSTELLINGEN ................................................................................................................... 3

3. MATERIAAL EN METHODEN .................................................................................................... 3

3.1. DE EXPERIMENTELE CONDITIES VAN DE PROEF ......................................................................................3

3.2. OBJECTEN ......................................................................................................................................3

4. PROEFOMSTANDIGHEDEN...................................................................................................... 3

4.1. PROEFTERREIN ................................................................................................................................3

4.2. BODEMTYPE ...................................................................................................................................4

4.3. KLIMAAT ........................................................................................................................................4

4.4. WATERGIFT ....................................................................................................................................4

4.5. OVERZICHT VAN TEELT- EN PROEFVERLOOP ..........................................................................................4

5. RESULTATEN .......................................................................................................................... 5

5.1. OPBRENGST ...................................................................................................................................5

5.2. KWALITEIT .....................................................................................................................................6

5.3. HOUDBAARHEID ..............................................................................................................................9

5.3.1. Algemene presentatie ......................................................................................................9

5.3.2. Nerven ........................................................................................................................... 10

5.3.3. Snijvlak........................................................................................................................... 11

6. BESLUIT ................................................................................................................................ 12

7. BIJLAGEN .............................................................................................................................. 13

Page 3: Kropsla 2020 Rassenproef Zomer - Inagro · 2020. 10. 2. · VC (%) 3,63 4,71 2,91 4,12 p-waarde 0,052 N.S. 0,056 N.S. 0,013 * 0,403 N.S. Ook bij de pitlengte is te zien dat de rassen

Pagina: 3/14 Proefnummer OO_GLA20KSL_RA03

2. Doelstellingen

Onderling vergelijken van de zomerrassen kropsla van verschillende zaadhuizen.

3. Materiaal en methoden

3.1. DE EXPERIMENTELE CONDITIES VAN DE PROEF

Plantafstand 30 x 27 cm

Experimentele eenheid Netto: 36 Planten

Bruto: 77 Planten

Aantal parallellen 4

3.2. OBJECTEN

Nr Cultivar Zaadhuis Resistenties

1 Cosmopolia Rijk Zwaan Bl: 16-25,27,30-32 , NR:0, Pb

2 Fairly Enza Bl:16-34,36EU/Nr:0/TBSV

3 Lucrecia Rijk Zwaan Bl: 16-32,34,36EU, NR:0, Pb

4 Macumba Gautier-Semences Bl: 16-35EU, NR:0

5 42-123 RZ (= Letha) Rijk Zwaan Bl: 16-36EU, NR:0, IR: Fol4

6 42-BU1851 RZ Rijk Zwaan Bl: 16-36EU, NR:0, HR: Fol4

Bl: Bremia lactucae (valse meeldauw); Nr: groene slaluis; Pb: wortelluis; TBSV: Tomato bushy

stunt virus ; Fol: Fusarium oxysporum f.sp. lactucae (HR: hoog resistent; IR: intermediair resistent)

4. Proefomstandigheden

4.1. PROEFTERREIN

De proef werd aangelegd op volgende locatie: Inagro, Ieperseweg 87 Rumbeke: afdeling 12

Serre met een dubbele plastiekfolie in de zijwanden en een enkel folie in het dak. Bij het luchten

werd steeds een volledige kap geopend. Dit had tot gevolg dat bepaalde parallellen een iets anders

klimaat hadden dan de anderen en plaatselijk soms drogere zones werden gecreëerd.

Page 4: Kropsla 2020 Rassenproef Zomer - Inagro · 2020. 10. 2. · VC (%) 3,63 4,71 2,91 4,12 p-waarde 0,052 N.S. 0,056 N.S. 0,013 * 0,403 N.S. Ook bij de pitlengte is te zien dat de rassen

Pagina: 4/14 Proefnummer OO_GLA20KSL_RA03

4.2. BODEMTYPE

Grondanalyse voor bemesting (Uitgevoerd door Bodemkundige dienst van België):

Grondsoort Zandleem

Volumedichtheid 1,135 kg/l

Humusgehalte 1,8 %C

pH-KCl 7,4 Zout 1293 mg/l grond

Nitraat-N 149 kg N/ha

Ammonium-N 3 kg N/ha

Fosfaat 1273 mg P2O5/l grond

Kalium 631 mg K2O/l grond

Magnesium 489 mg MgO/ l grond

Kalk 6290 mg CaO/l grond

Natrium 73 mg Na2O/l grond

4.3. KLIMAAT

Gemiddelde Maximum Minimum

Kastemperatuur (°C) 19,4 36,0 8,1

Relatieve vochtigheid (%) 74 100 35

Buitentemperatuur (°C) 16,9 32,0 5,5

4.4. WATERGIFT

103 l/m²

4.5. OVERZICHT VAN TEELT- EN PROEFVERLOOP

Tijdstip Activiteit

20/05/2020 Zaaien

2/06/2020 Bemesting (3,8 kg/a KAS + 3,5 kg/a Vivikali + 2 kg/a Patentkali + 0,3 kg/a tripelsuperfosfaat + 1,1 kg DCM Unimix A)

3/06/2020 Planten

6/07/2020 Waarneming (Veldbeoordeling)

7/07/2020 Oogst (Oogstwaarnemingen) Waarneming (Bakbeoordeling en plantmetingen) Starten bewaarproef (4,5°C)

08/07/2020 Waarneming (Houdbaarheid (1d bewaring))

10/07/2020 Waarneming (Houdbaarheid (3d bewaring))

14/07/2020 Waarneming (Houdbaarheid (7d bewaring))

Page 5: Kropsla 2020 Rassenproef Zomer - Inagro · 2020. 10. 2. · VC (%) 3,63 4,71 2,91 4,12 p-waarde 0,052 N.S. 0,056 N.S. 0,013 * 0,403 N.S. Ook bij de pitlengte is te zien dat de rassen

Pagina: 5/14 Proefnummer OO_GLA20KSL_RA03

Gewasbescherming

Tijdstip Handelsmiddel

4/06/2020 Amistar (0,8 l/ha)

05/06/2020 Previcur Energy (2,5 l/ha) + Tracer (0,2 l/ha) + Kenja (1,0 l/ha) + Pirimor (0,4 kg/ha)

11/06/2020 Luna sensation (0,8 l/ha)

17/06/2020 Revus (0,8 l/ha) + Scala (2,0 l/ha) + Oikos (1,5 l/ha) + Movento 100SC (0,45 l/ha)

5. Resultaten

De resultaten werden verwerkt via het statistisch pakket AGROVA-R ontwikkeld door Inagro in R-taal

en gevalideerd met SPSS.

Legende bij de resultaten tabellen:

• Waarden gevolgd door dezelfde letter zijn niet significant verschillend (p=0,05)

• KWV = Kleinste wezenlijk verschil; VC = variatiecoëfficiënt (%)

• p-waarde: * = Significant (p<0,05); ** = Zeer significant (p<0,01); *** = Uiterst significant

(p<0,001); N.S. = Niet significant (p>=0,05) • (1) Voldoet niet aan de basisvoorwaarden en een niet parametrische toets werd uitgevoerd. De

Tukey toets werd vervangen door de post-hoc Kruskal Wallis toets.

5.1. OPBRENGST

Nr Object Kropgewicht (g)

1 Cosmopolia 570 a

2 Fairly 562 a

3 Lucrecia 575 a

4 Macumba 544 a

5 42-123 RZ 567 a

6 42-BU1851 RZ 589 a

Gemiddeld 568

KWV 100,93

VC (%) 7,74

p-waarde 0,790 N.S.

Door de warme omstandigheden evolueerde de sla snel. Doordat de optimale oogstperiode in het

weekend viel werd iets te laat geoogst. Er waren geen significante verschillen in kropgewicht tussen

de rassen.

Page 6: Kropsla 2020 Rassenproef Zomer - Inagro · 2020. 10. 2. · VC (%) 3,63 4,71 2,91 4,12 p-waarde 0,052 N.S. 0,056 N.S. 0,013 * 0,403 N.S. Ook bij de pitlengte is te zien dat de rassen

Pagina: 6/14 Proefnummer OO_GLA20KSL_RA03

5.2. KWALITEIT

Nr Object Veldvulling Uniformiteit Kropvulling Kropsluiting Kleur

1 Cosmopolia 7,8 ab 7,6 a 8,3 a 6,6 a 6,8 bc

2 Fairly 8,3 a 8,0 a 8,3 a 6,0 a 7,8 a

3 Lucrecia 7,6 ab 7,9 a 8,3 a 6,0 a 6,0 c

4 Macumba 7,9 ab 7,9 a 8,4 a 6,3 a 7,0 ab

5 42-123 RZ 7,5 b 7,1 a 8,4 a 6,4 a 6,0 c

6 42-BU1851 RZ 8,1 ab 7,8 a 8,1 a 6,3 a 6,8 bc

Gemiddeld 7,9 7,7 8,3 6,3 6,7

KWV 0,67 0,9 0,71 1,34 0,79

VC (%) 3,72 5,07 3,76 9,35 5,15

p-waarde 0,018 * 0,072 N.S. 0,863 N.S. 0,660 N.S. 0,000 ***

9= Goed Goed Gevuld Gesloten Blond

1= Slecht Slecht Hol Open Donker groen

Fairly heeft een beter veldvulling dan 42-123 RZ en heeft de meest blonde bladkleur.

Nr Object Rand Droogrand Geel blad Smet

1 Cosmopolia 7,3 bc 6,9 ab 7,9 a 7,1 a

2 Fairly 8,8 a 8,0 a 7,5 a 7,1 a

3 Lucrecia 6,6 c 8,0 a 7,9 a 7,3 a

4 Macumba 3,1 d 8,4 a 7,6 a 7,6 a

5 42-123 RZ 9,0 a 7,1 ab 7,9 a 7,8 a

6 42-BU1851 RZ 8,4 ab 6,0 b 7,6 a 6,8 a

Gemiddeld 7,2 7,4 7,7 7,3

KWV 1,47 1,77 0,74 1,12

VC (%) 8,89 10,44 4,19 6,67

p-waarde 0,000 *** 0,005 ** 0,424 N.S. 0,100 N.S.

9= geen geen geen geen

1= veel veel veel veel

Alle kroppen van Macumba vertoonden veel rand, en dit tot diep in de krop. Ook Lucrecia en

Cosmopolia had wat problemen met rand, maar dit concentreerde zich vaak tot enkele kroppen.

Fairly, Lucrecia en Macumba waren sterk op droogrand. 42-BU1851 RZ, Cosmopolia en 42-123 RZ

waren gevoeliger voor droogrand. De droogrand bij 42-BU1851 RZ was vaak nog aanwezig in een

vroeg stadium waarbij een gele rand zichtbaar was op de bladeren (zie Figuur 1)

Page 7: Kropsla 2020 Rassenproef Zomer - Inagro · 2020. 10. 2. · VC (%) 3,63 4,71 2,91 4,12 p-waarde 0,052 N.S. 0,056 N.S. 0,013 * 0,403 N.S. Ook bij de pitlengte is te zien dat de rassen

Pagina: 7/14 Proefnummer OO_GLA20KSL_RA03

Figuur 1 Gele randen op de bladeren bij 42-BU1851 RZ als voorbode voor droogrand

Nr Object Bakvulling Graterigheid Broek Zijscheuten

(1) (1)

1 Cosmopolia 6,9 c 8,4 a 5,8 ab 5,5 c

2 Fairly 7,9 a 8,3 a 5,3 b 7,4 b

3 Lucrecia 7,6 ab 8,4 a 5,3 b 8,0 a

4 Macumba 7,4 abc 8,0 a 5,3 b 7,3 b

5 42-123 RZ 7,3 bc 8,4 a 6,0 a 5,5 c

6 42-BU1851 RZ 7,1 bc 8,5 a 5,4 ab 7,6 ab

Gemiddeld 7,4 8,3 5,5 6,9

KWV 0,54 0,52

VC (%) 3,18 2,75

p-waarde 0,000 *** 0,099 N.S.

9= Goed Gesloten Te geschouderd Geen

5= Vlak

1= Slecht Open Te puntig Veel

Fairly kende een hele goede bakvulling. Cosmopolia, 42-123 RZ en 42-BU1851 RZ hadden de minste

bakvulling. 42-123 RZ had de meest geschouderde broek.

Lucrecia vertoonde weinig zijscheuten. Cosmopolia en 42-123 RZ vormden veel zijscheuten (zie

Figuur 2)

Page 8: Kropsla 2020 Rassenproef Zomer - Inagro · 2020. 10. 2. · VC (%) 3,63 4,71 2,91 4,12 p-waarde 0,052 N.S. 0,056 N.S. 0,013 * 0,403 N.S. Ook bij de pitlengte is te zien dat de rassen

Pagina: 8/14 Proefnummer OO_GLA20KSL_RA03

Figuur 2 Bij Cosmopolia (links) en 42-123 RZ (rechts) werden de meeste zijscheuten waargenomen

De hoge kropgewichten, hoge kroppen en bij horende pitlengtes zorgden ervoor dat de meeste

kroppen boven de bakken uit kwamen (zie Figuur 3) . Dit was het meest uitgesproken voor de rassen

Fairly en 42-123 RZ.

Figuur 3 Kroppen kwamen vaak boven de kist uit (rassen staan gerangschikt van rechts naar links)

Nr Object Snijvlak

(mm) Pitlengte

(cm) Krophoogte

(cm) Pitlengte/krophoogte

(%)

1 Cosmopolia 19,1 ab 5,7 ab 12,2 ab 47 a

2 Fairly 18,5 b 5,6 ab 12,0 b 47 a

3 Lucrecia 19,5 ab 5,5 b 11,9 b 46 a

4 Macumba 19,8 ab 6,0 ab 12,2 ab 49 a

5 42-123 RZ 20,2 a 6,1 a 12,9 a 47 a

6 42-BU1851 RZ 19,7 ab 5,8 ab 12,2 ab 47 a

Gemiddeld 19,4 5,8 12,2 47

KWV 1,62 0,62 0,82 4,45

VC (%) 3,63 4,71 2,91 4,12

p-waarde 0,052 N.S. 0,056 N.S. 0,013 * 0,403 N.S.

Ook bij de pitlengte is te zien dat de rassen al heel rijp waren. De pitlengtes waren hoog en bij

sommige kroppen was al schot waar te nemen.

Page 9: Kropsla 2020 Rassenproef Zomer - Inagro · 2020. 10. 2. · VC (%) 3,63 4,71 2,91 4,12 p-waarde 0,052 N.S. 0,056 N.S. 0,013 * 0,403 N.S. Ook bij de pitlengte is te zien dat de rassen

Pagina: 9/14 Proefnummer OO_GLA20KSL_RA03

5.3. HOUDBAARHEID

Bij oogst werden van 3 parallellen 12 kroppen geoogst in hoge EPS kisten. De kroppen werden

afgespoeld en afgedekt met een REO-dekvel. Per parallel werden de kisten ad random gestapeld. De

bewaring gebeurde in een koelcel (droge koeling) bij 4,5°C . De kisten werden 1, 3 en 7 dagen na

bewaring beoordeeld.

5.3.1. Algemene presentatie

Aantal dagen na bewaring Nr Object 1 3 7

1 Cosmopolia 8,5 a 7,8 a 7,2 a

2 Fairly 8,5 a 7,5 a 7,2 a

3 Lucrecia 8,3 a 7,5 a 6,7 a

4 Macumba 8,3 a 8,0 a 7,2 a

5 42-123 RZ 8,2 a 7,7 a 6,8 a

6 42-BU1851 RZ 8,7 a 8,0 a 7,3 a

Gemiddeld 8,42 7,75 7,06

KWV 1,53 1,58 1,67

VC (%) 6,42 7,16 8,35

p-waarde 0,893 N.S. 0,761 N.S. 0,74 N.S.

9= Zeer goed

7= Nog verkoopbaar

<5= Niet consumeerbaar

1= Heel slecht

Enkele kroppen van verschillende rassen hadden bij de oogst al wat verkleuring als gevolg van smet

tijdens de teelt. Dit werd waargenomen bij één herhaling van Fairly, Lucrecia en Macumba. Deze

verkleuring werd meer uitgesproken tijdens de bewaring. Dit had een grote impact op de score voor

algemene presentatie voor de bak waarin ze in zaten.

1 dag bewaring 3 dagen bewaring 7 dagen bewaring

Figuur 4 Impact van schade door smet doorheen de bewaring

Page 10: Kropsla 2020 Rassenproef Zomer - Inagro · 2020. 10. 2. · VC (%) 3,63 4,71 2,91 4,12 p-waarde 0,052 N.S. 0,056 N.S. 0,013 * 0,403 N.S. Ook bij de pitlengte is te zien dat de rassen

Pagina: 10/14 Proefnummer OO_GLA20KSL_RA03

5.3.2. Nerven

De onderste 5 nerven van iedere krop kreeg een score van 0 t.e.m. 2 (0= geen aantasting; 2= zware

aantasting). Dan werd het gemiddelde genomen van alle kroppen

Aantal dagen na bewaring Nr Object 1 3 7

1 Cosmopolia 9,3 a 9,1 a 8,5 ab

2 Fairly 9,1 a 8,8 a 7,7 ab

3 Lucrecia 9,2 a 8,5 a 7,0 ab

4 Macumba 9,4 a 8,9 a 7,9 ab

5 42-123 RZ 9,4 a 8,2 a 6,9 b

6 42-BU1851 RZ 9,6 a 9,1 a 8,7 a

Gemiddeld 9,33 8,75 7,78

KWV 1,85 1,96 1,78

VC (%) 6,97 7,92 8,09

p-waarde 0,953 N.S. 0,568 N.S. 0,026 *

10= Geen schade of verkleuring

0= Heel veel schade en verkleuring

Niettegenstaande er in algemene presentatie geen significante verschillen waren tussen de rassen

werd na 7 dagen bewaring wel een significant verschil waargenomen in de nerven tussen 42-123 RZ

en 42-BU1851 RZ. Bij 42-123 RZ waren door de hoogte van de kroppen heel wat nerven geplet terwijl

bij 42-BU1851 RZ bijna geen geplette nerven werden waargenomen. Deze geplette nerven

verkleuren tijdens de bewaring (zie Figuur 5).

Figuur 5. Verkleuring van geplette nerven bij 42-123 RZ na 7 dagen bewaring

Page 11: Kropsla 2020 Rassenproef Zomer - Inagro · 2020. 10. 2. · VC (%) 3,63 4,71 2,91 4,12 p-waarde 0,052 N.S. 0,056 N.S. 0,013 * 0,403 N.S. Ook bij de pitlengte is te zien dat de rassen

Pagina: 11/14 Proefnummer OO_GLA20KSL_RA03

5.3.3. Snijvlak

Aantal dagen na bewaring Nr Object 1 3 7

1 Cosmopolia 7,8 a 7,2 a 5,8 a

2 Fairly 7,7 a 6,7 a 5,2 a

3 Lucrecia 7,7 a 7,0 a 5,2 a

4 Macumba 7,7 a 7,2 a 5,5 a

5 42-123 RZ 7,7 a 6,7 a 5,3 a

6 42-BU1851 RZ 8,3 a 7,7 a 6,3 a

Gemiddeld 7,81 7,06 5,56

KWV 1,15 1,31 1,61

VC (%) 5,19 6,55 10,22

p-waarde 0,336 N.S. 0,169 N.S. 0,176 N.S.

9= Wit

1= Donker rood/bruin

Er waren geen significante verschillen in roodverkleuring van het snijvlak tussen de rassen. Er was

wel een trend naar iets lichtere snijvlakken bij het ras 42-BU1851 RZ (zie Figuur 6).

Figuur 6 De snijvlakken van 42-BU1851 RZ na 7 dagen bewaring

Page 12: Kropsla 2020 Rassenproef Zomer - Inagro · 2020. 10. 2. · VC (%) 3,63 4,71 2,91 4,12 p-waarde 0,052 N.S. 0,056 N.S. 0,013 * 0,403 N.S. Ook bij de pitlengte is te zien dat de rassen

Pagina: 12/14 Proefnummer OO_GLA20KSL_RA03

6. Besluit

De oogst viel iets te laat waardoor verschillende kroppen al te rijp waren en de oogstgewichten nogal

aan de hoge kant zijn ( ±560 gram).

Fairly deed het heel goed in deze rassenproef met een mooi kropgewicht en broek. Dit royale ras

scoorde sterk op rand en droogrand. Niettegenstaande de hoge kroppen waren in de bewaring geen

problemen met uitgesproken veel geplette nerven.

Nieuwkomer 42-BU1851 RZ, met een intermediaire resistentie tegen Fol4, deed het zeer goed. Enkel

de gevoeligheid voor droogrand dient wat in de gaten gehouden te worden al is deze vaak nog maar

aanwezig onder de vorm van gele randen.

Lucrecia was een goede middelmaat die sterk scoorde op droogrand en weinig zijscheuten vormt. Dit

donkerder ras was in deze proef wel iets gevoeliger voor droogrand.

De resultaten van Cosmopolia waren vergelijkbaar met Lucrecia maar er was een grotere

gevoeligheid voor droogrand en er worden veel zijscheuten aangelegd.

42-123 RZ is een compacter donkerder type die sterk was tegen rand. De broek was iets meer

geschouderd en er was een grotere gevoeligheid voor droogrand en het vormen van zijscheuten. De

hoge kroppen zorgden door de geplette nerven voor wat meer problemen in de bewaring. Rijk

Zwaan laat weten dat de productie van dit ras zal worden stilgelegd omdat ze het ras niet zuiver

krijgen.

Macumba is minder geschikt voor deze periode door zijn grote gevoeligheid voor rand.

Page 13: Kropsla 2020 Rassenproef Zomer - Inagro · 2020. 10. 2. · VC (%) 3,63 4,71 2,91 4,12 p-waarde 0,052 N.S. 0,056 N.S. 0,013 * 0,403 N.S. Ook bij de pitlengte is te zien dat de rassen

Pagina: 13/14 Proefnummer OO_GLA20KSL_RA03

7. Bijlagen

➢ Bijlage I: Klimaatomstandigheden tijdens de teelt

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

0

5

10

15

20

25

30

35

40

45

RV

(%

)

Kas

tem

pe

ratu

ur

(°C

)

Kastemperatuur RV

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

1600

1800

2000

0

5

10

15

20

25

30

35

Stra

ling

(W/m

²)

Bu

ite

nte

mp

era

tuu

r (°

C)

Buitentemperatuur Straling

Page 14: Kropsla 2020 Rassenproef Zomer - Inagro · 2020. 10. 2. · VC (%) 3,63 4,71 2,91 4,12 p-waarde 0,052 N.S. 0,056 N.S. 0,013 * 0,403 N.S. Ook bij de pitlengte is te zien dat de rassen

Pagina: 14/14 Proefnummer OO_GLA20KSL_RA03

➢ Bijlage II: Watergift

Datum Watergift (l/m²) 3/06/2020 2 4/06/2020 1 (broezen na Amistar)

4/06/2020 2 5/06/2020 3 6/06/2020 3 7/06/2020 3 8/06/2020 3 10/06/2020 5 11/06/2020 4 12/06/2020 4 13/06/2020 4 14/06/2020 4 16/06/2020 5 + calciumnitraat (EC: 1,8 mS/cm)

19/06/2020 5 + calciumnitraat (EC: 1,8 mS/cm)

21/06/2020 5 + calciumnitraat (EC: 1,8 mS/cm)

23/06/2020 5 + calciumnitraat (EC: 1,8 mS/cm)

24/06/2020 5 + calciumnitraat (EC: 1,8 mS/cm)

25/06/2020 5 + calciumnitraat (EC: 1,8 mS/cm)

26/06/2020 5 + calciumnitraat (EC: 1,8 mS/cm)

28/06/2020 5 + calciumnitraat (EC: 1,8 mS/cm)

30/06/2020 5 + calciumnitraat (EC: 1,8 mS/cm)

2/07/2020 5 3/07/2020 5 4/07/2020 5 6/07/2020 5

Totaal 103