Koningshoeven e-magazine

40
Buitenbeentje op rand van Tilburg E en unieke straat, een mengelmoes van oude glorie en bruisend leven en van wonen en werken. Een straat ook die passanten bij de brug over het Wilhelminakanaal op een heel natuurlijke wijze meeneemt in de overgang van stad naar platteland en waar Koning Wil/em " niet voor niets een buitenhuis had. Dat is Koningshoeven. Het Brabants Dagblad legde in de zomer van 2014 in een reeks verhalen het vergrootglas op de straat en zijn bewoners. De artikelen en een keuze uit de lezersreacties zijn gebun- deld in deze digitale uitgave.

description

Een unieke straat, een mengelmoes van oude glorie en bruisend leven en van wonen en werken. Een straat ook die passanten bij de brug over het Wilhelminakanaal op een heel natuurlijke wijze meeneemt in de overgang van stad naar platteland en waar Koning Willem II niet voor niets een buitenhuis had. Dat is Koningshoeven. Het Brabants Dagblad legde in de zomer van 2014 in een reeks verhalen het vergrootglas op de straat en zijn bewoners. De artikelen en een keuze uit de lezersreacties zijn gebundeld in deze digitale uitgave.

Transcript of Koningshoeven e-magazine

Page 1: Koningshoeven e-magazine

Buitenbeentje op rand van Tilburg

E en unieke straat, een mengelmoes van oude glorie en bruisend leven en van wonen en werken. Een straat ook die passanten bij de brug over het Wilhelminakanaal op een heel natuurlijke wijze meeneemt in de overgang van stad naar platteland en waar Koning Wil/em " niet voor niets een buitenhuis had. Dat is Koningshoeven.

Het Brabants Dagblad legde in de zomer van 2014 in een reeks verhalen het vergrootglas op de straat en zijn bewoners. De artikelen en een keuze uit de lezersreacties zijn gebun­deld in deze digitale uitgave.

Page 2: Koningshoeven e-magazine

KONINGSHOEVEN

DEZE ZOMER:

HET VERGROOTGLAS OP KONINGSHOEVEN, BUITENBEENTJE VAN TILBURG

Een unieke straat, mengelmoes van oude glorie en bruisend leven. Het Brabants Dagblad legt deze zomer in een reeks verhalen het vergrootglas op Koningshoeven. Boeren, burgers en buitenlui vertellen over standsverschillen, waagstukken, oude huizen, bedrijvigheid toen en nu.

D bd.nlfkoningshoeven

infographics W illem Buijs I fotografie Van Eijndhoven

··IO .... ç.. ·e~\~

~ .0

" " Q.

E " '"

~ ~

/

• Ut Rooie Bietje, het buiten beetje in de straat John (rechts): "Ik hou vooral van schoffelen, dan kan ik ook wat buurten."

• Babs Appels woont in een deel van een fabri· kantenvilla. Haar huis staat te koop. "We willen samen opnieuw beginnen. Voor­waarde is wel er ook daar veel groen is."

WereDi

• Waar nu Bastion staat, was het ouderlijk huis van Lot Movig·Verschuuren. Ze is altijd Hoe· venaar gebleven. "Je kunt hier goed oud wordenll

Koningshoeven is een buitenbeentje. Er is veel oude glorie op deze rand

van stad en platteland. staat het leven er allerminst stil. Vrijheid, blijheid regeert.

• De kinderen van de Koningshoeven hebben buiten alle ruimte. Sterre heeft zelfs een pony te logeren. Hond Bambi van Guus Voermans (nr 77) is een bindende factor. "We knuffelen hem en brengen 8ambi terug."

• Godfried van der Heijden was een van de jon· geren die in 2001 het voormalige jongensin­ternaat kochten voor ruim twee miljoen gulden. Hij woont in een van de paviljoens. "Nee, dit is geen commune,"

Page 3: Koningshoeven e-magazine

• Ad de Roij, bewoner van rijksmonument, de villa van Caspar Houben. "Eigenlijk staat hier de tijd een beetje stil"

• Piet Adelaar, trekt veel samen op met Ad de Roij (van nr 20). Hij ergert zich aan het vele verkeer en aan de 'Oostblokterreinen' aan de overkant. "Het gemeentebestuur heeft te weinig aandacht voor Koningshoeven.

• Ton van den Bogaard moest drie jaar geleden om gezondheidsredenen verhuizen. Tot op dat moment woonde ze in haar ouderlijk huis. "Een goei plekske dat ik nooit zal vergeten."

• Grace van den Dobbelsteen is een van de vele zzp'ers. Combineert wonen en werken. "Ons huis is liefde op het eerste gezicht."

achtertuin van Tilburg door Joke Knoop

De straat Koningshoeven is een buitenbeentje in arbeidersstad Tilburg. Een rafelrand tussen het landelijke en het stedelij­ke gebied. Een mengel­moesje van veel groen,

kapitale textielfabrikantenvilla's van wel­eer, gewone huizen en fabriekspanden. "De blindedarm van Tilburg, een stukje dat er onderaan bungelt", zegt bewoner Walter Scheepens gekscherend. Wie wonen in deze vorstelijke achtertuin van Tilburg, wat doen ze, wat speelt er in deze bijzondere straat met koninklijke allu­re? Kloppen de bloemrijke woorden van histo­ricus Pierre van Beek? Hij schreef in 1971 in het Nieuwsblad van het Zuiden (later opge­gaan in Brabants Dagblad): "Een wat vege­terende wijk aan de grens van de gemeen­te, zich een beetje zelfgenoegzaam koeste­rend in een oude glorie. Met daaroverheen een vleug van weemoed om de niet vervul­de belofte." Meer dan veertig jaar later gaat deze karak­teristiek nog maar voor een deel op. Oude glorie? Die is inderdaad gebleven. Zelfge­noegzaam? Soms. Vegeterend? Absoluut niet. Niet vervulde beloften? Die zijn er al­tijd. Grote gemeenschappelijke noemer in de straat is het gevoel van vrijheid en histo­risch besef. Bewoners halen met graagte de historische woorden van een vroegere ko­ninklijke bewoner aan. "Hier adem ik vrij, hier voel ik me gelukkig", sprak koning Willem 11 (1792-1849), die hier een tuin­huis met pleziertuin aan de Leij kocht, ook wel jachthuis genoemd. De onlangs verschenen biografie over de vorst is gretig gelezen op Koningshoeven. "Zodra je hier gaat wonen, ga je op zoek naar de herkomst van de naam", zegt God­fried vaJ}.der Heijden, die 24 jaar geleden

• Op het Hacas terrein gaan kunstenaars en kunstzinnige ambachtslieden hun eigen weg. Uitvinder Guus voermans over verhuurder Van Casteren: "Hij is zo'n schattige gast. Op zijn voorhoofd staat: ik ben een goedzak."

als student kwam en nooit meer wegging. Koningshoeven is divers, maar zeker geen doorsnee van Tilburg. Er is geen niet-wes­terse allochtoon te bekennen. Er zijn wei­nig straten in Tilburg met slechts 40 hui­zen waar drie huisartsen (met elders prak­tijk) wonen, een piloot, een loodgieter, een orgelman, een installateur, kleine am­bachtslieden, creatieve kleine zelfstandi­gen, beeldend kunstenaars en opvallend veel musici/componisten. "Koningshoeven heeft altijd vrijbuiters getrokken. Je kunt hier goed oud worden", zegt mevrouw Lot Movig-Verschuuren. Er is nauwelijks ver­loop in de straat. Leven en laten leven, is het gezamenlijke motto in de verhalen van de bewoners. Weliswaar in verschillende gradaties, want wat de een vrijheid noemt, gaat de ander te ver. Vrijheid, blijheid is ook te vinden in de be­drijvigheid in de wat rommelig ogende grootschalige bedrijfsterreinen. In de over­blijfselen van de ooit bloeiende textielnij­verheid op Koningshoeven gaan kunste­naars en kleine ambachtslieden hun eigen weg. De Duitser Caspar Houben bereidde des­tijds de weg voor de komst van de fabrikan­ten. Het water van de Leij was geschikt voor onder andere volwasserijen en wolver­verijen. Omdat arbeiders per definitie dicht bij de fabriek woonden, werden voor hen woningen gebouwd. In die tijd ont­stond het kaleidoscopische karakter van Ko­ningshoeven. In de vorstelijke tuin is door de jaren heen veel weggeschoffeld. Café Van Abeelen (tussen villa Dennenhaghe en het Cena­kel) en Zwarte Nel zijn voltooid verleden tijd. Er is geen spoor meer van de kleine ar­beidershuisjes, de kleine textielververijen en leerlooierijen. Ze zijn ten prooi gevallen aan de slopershamer, net als enkele grote villa's. De textielbaronnen zijn vertrokken, op een enkele nazaat na. De roeivijver waar menig

• Hanie van Casteren heeft heel wat plannen voor zijn immense terrein in rook zien opgaan. Hij ver­huurt opslagruimtes en werkruimtes. "Als er iemand met geld komt, verkoop ik alles. Maarvoor­lopig kunnen de huurders twee, drie jaar blijven."

Tilburger met zijn liefje in de tram naar toe ging, behoort ook tot de geschiedenis. Studenten kochten het jongensinternaat van de Broeders van Zeven Smarten en wo­nen nu in een aards paradijs. De tekst van het jaarlijkse opgevoerde openluchtspel Genoveva ligt onder dikke lagen stof. Wat is gebleven zijn de rijksmonumenten: het jachthuis van Willem 11, de villa die Caspar Houben bouwde met naastgelegen koetshuis en andere karakteristieke pan­den. Allemaal in gebruik. Leegstand be­perkt zich tot één huurwoning. De vorstelijke achtertuin kent ook zijn schaduwzijden. Tijdens de oorlogsjaren me­den de bewoners de twee 'foute' adressen. In het najaar van 1944 moesten de bewo­ners evacueren voor de felle gevechten tus­sen de Duitsers en de Schotse bevrijders. De fabriek van Verschuuren-Piron kwam zwaar gehavend uit de strijd. Tot in de jaren zestig liep het moerassige gebied gemakkelijk onder water. De aanleg van de Kempenbaan eind jaren zestig/begin zeventig hapte een groot stuk grond weg. De laatste rij arbeidershuisjes moest wijken voor de vierbaansweg. In die woelige jaren maakten drie mensen in de straat een einde aan hun leven. Tien jaar nadien, in 1981, werd de straat op­geschrikt door de passionele moord op componist Voorhorst. In de jaren negentig verdween een buurtbewoner voor enkele jaren in de gevangenis wegens incest. En dan hebben we het nog niet gehad over snode ruimtelijke plannen: schetsen van to­renhoge kantoren, appartementen langs het kanaal, een villawijk waar sportvereni­ging Were Di voor moest wijken, een zwar­te markt zoals die in Beverwijk op het ter­rein van Hacas. Die plannen zijn inmiddels verleden tijd. Nu ligt er het onder meer met provincie­miljoenen besprenkelde project Vorstelijk Landschap. Daarin wordt de straat gezien als waardevolle verbinding van stad en plat­teland.

• Walter en (oud-politica) Marlies Scheepens bewonen de helft van de villa Fleurette. Walter: "Wonen op Koningshoeven was mijn jongensdroom." Marlies: "Vreeman had geen hart voor dit gebied."

110 inwoners heeft Koningshoeven, pre­cies evenveel mannen als vrouwen. Er zijn 45 huishoudens, 33 procent met kinderen.

34 procent van de bewoners is tussen de 45 en 65 jaar. Dat is de grootste groep. Van de 15- tot 65-jarigen haalt 77 procent inkomen uit arbeid. Maar het Centraal Bureau voor de Statistiek maakt geen melding van het gemiddelde inkomen.

2 van de veertig huizen in de straat zijn, afgaande op Funda, te koop. Twee kantoorvilla's staan in de ver­huur of verkoop. Van de huizen is 77 procent koopwoning.

20 zzp'ers telt de straat, veelal in crea­tieve beroepen. Het handelsregister van de Kamer van Koophandel laat een flink aantal andere inschrijvin­gen zien, waaronder handelsfirma's, vermogensbeheerders en consul­tants in kantoorpanden.

4500 voertuigen passeren op een doorde­weekse dag de brug over het Wilhel­minakanaal, waar Koningshoeven overgaat in de Eindhovenseweg.

Page 4: Koningshoeven e-magazine
Page 5: Koningshoeven e-magazine

Het is een goei plekske. Dat vergeet ik nooit meer.

Ton van de Bogaard

Page 6: Koningshoeven e-magazine
Page 7: Koningshoeven e-magazine

Dit is geen commune, en ook geen woongemeen-schap

Page 8: Koningshoeven e-magazine
Page 9: Koningshoeven e-magazine

Het was liefde op het eerste gezicht

Page 10: Koningshoeven e-magazine

ZOMERSERIE

Gaeien aard bij Een unieke straat, mengelmoes van oude glorie en bruisend leven. Het Brabants Dagblad legt deze zomer in een reeks verhalen het vergrootglas op Koningshoeven.

/ infographic Willem Buijs

De grond van Koningshoeven is vruchtbaar. Dat weten ze bij tuinderij Ut Rooie Bietje, waar mensen werken die knel zitten.

door Joke Knoop

TILBURG - Schoffelen, laat John maar schoffelen. Dan is-ie geluk­kig. Pet op het hoofd tegen de zon, af en toe de armen op de schoffel en een praatje maken en dan weer verder werken. Dan heeft John een goede dag. Dan heeft-ie rust in de kop. Want

thuis, in het sociaal pension in het centrum van de stad, is die rust soms ver te zoeken. Daar is het een komen en gaan en veran­dert het wel snel in een wee. Biologische tuinderij Ut Rooie Bietje biedt hem en ongeveer twintig anderen structuur in het leven, iets om voor uit bed te ko­men, om te werken en te 'herstel-

len', zoals medewerkers en vrij­willigers van Ut Rooie Bietje dat zeggen. Ut Rooie Bietje is onderdeel van Traverse, stichting voor maat­schappelijke opvang in Midden­Brabant. De tuinderij heeft een winkel die op donderdag en vrijdag open is. Daarin worden groenten, bloemen, honing en zelfgemaakte insectenhotels verkocht. Voorheen was hier het sportveld van het jongensinternaat. Waar vroeger de rechte lijnen van het voetbalveld de grenzen aangaven, staan nu planten in rijen. Wat voor mensen werken hier? "Gewone mensen. Punt", zegt lngrid de Leeuw, begeleider dag-

Page 11: Koningshoeven e-magazine

Ut Rooie Bietje

• Drukte tijdens pootwerkzaamheden bij Ut Rooie Bietje foto Marie-Thérèse Kierkels/ PVE

besteding van Ut Rooie Bietje. Ze vult aan: "Geen ander soort mens. Wel een mens die in een moeilijke periode zit en hulp nodig heeft." Zoals? Verslaving en/ofpsychiatrische problema­tiek, maar ook mensen die hun huis zijn kwijtgeraakt, werkloos zijn en even van slag zijn. Sommi­gen stromen na twee, drie maan­den door naar ander werk, ande­ren blijven langer. De mensen van Ut Rooie Bietje zijn even divers als de gewassen. Soms gaat het om het leren van basisvaardigheden als op tijd ko­men en je aan de afspraken hou­den, leren samenwerken. Soms moet iemand alleen even tot rust komen. De kunst is om werk te

vinden dat bij de persoon past. Paul is bijvoorbeeld heel precies. Dat sluit naadloos aan op de nauwkeurigheid die nodig is bij het oogsten van komkommers. Paul is van huis uit archivaris,

" Ik had nog nooit in een tuin gewerkt, behalve grasmaaien. Ik had een kantoorbaan Ricardo

heeft een bureau voor stamboom­onderzoek en is vrijwilliger bij een boeken project van de univer­siteit in Tilburg. En hij zit in de cliëntenraad van Traverse. Sinds drie jaar werkt Paul een dag in de week bij Ut Rooie Bietje. Hij wordt een keukenprins genoemd. Tijdens de koffiepauze schilt hij alvast de aardappelen voor de soep in de lunchpauze. Wat hij in de tuin heeft geleerd? Veel over de verschillende gewassen. Hij heeft mensen leren kennen 'van allerlei slag'. Mensen die hij an­ders niet zo snel zou tegenkomen. Dat geldt ook voor vrijwilliger Femmes van Limpt uit Bladel. "Mijn eigen moestuintje werd te klein", grapt ze bij de vraag waar-

om ze zich hier inzet. Het is de combinatie van biologisch tuinie­ren en mensen de kans bieden om 'aan zichzelf te werken' die haar naar Tilburg voert. Er werken ongeveer tien vrijwilli­gers en twintig deelnemers en allemaal zijn ze trots op hun werk. Ook Ricardo, die zich tij­dens de koffiepauze zorgen maakt over de jonge maïsplanten die de grond in moeten. De zon schijnt onbarmhartig op de jonge planten; straks zijn ze uitge­droogd. Dat zijn zorgen die hij vroeger niet had. "Ik had nog nooit in een tuin gewerkt, behal­ve grasmaaien. Ik had een kantoor­baan totdat ik ontslagen werd." Ricardo heeft zelf gevraagd om werk op Ut Rooie Bietje, om in het werk ritme te blijven. Wat hij geleerd heeft van Moeder Aarde? Dat het geen ramp is als een rijtje niet kaarsrecht is. En dat boter­boontjes geel zijn. Vroeger zou hij die weggegooid hebben. Hij kan er nu smakelijk om lachen, samen met Kathelijne. Kathelijne is een opvallende ver­schijning bij Ut Rooie Bietje: zorg­vuldig gelakte nagels, met zorg ge­kleed, goed haar. Ze werkte eer­der bij een reclamebureau. Ze is goed in decoreren. "Ik doe mijn best", zegt ze bescheiden. Ze is goedlachs, komt bijna elke dag, is het zonnetje van Ut Rooie Bietje. Samen met Ricardo zet ze na de koffiepauze de jonge maïsplantjes in de grond, in een nette rij. Werkhandschoenen over de gelak­te nagels. Het tweetal lacht. Ze hebben hier 'goeien aord'. De burgers, boeren en buitenlui bij Ut Rooie Bietje zijn geworteld op Koningshoeven, waar meer mensen hun eigen weg gaan.

" Geen ander soort mens, wel een mens die in een moeilijke periode zit

I ngrid de Leeuw

Page 12: Koningshoeven e-magazine

Aparte dynamie Een unieke straat, mengelmoes van oude glorie en bruisend leven. Het Brabants Dagblad legt deze zomer in een reeks verhalen het vergrootglas op Koningshoeven.

Grace van den Dobbelsteen [11'1 van nummer I

/ infographic Willem Buijs

Koningshoeven telt opmerkelijk veel eenmanszaakjes in de creatieve sector. Grace van den Dobbelsteen is zo'n eenpitter.

door Joke Knoop

TILBURG - Het handelsregister van de Kamer van Koophandel laat een lange lijst van bedrijvigheid zien in Koningshoeven in Til­burg. Met aftrek van de onderne­mingen die op enkele kantoor­adressen zijn ingeschreven, telt de straat twintig kleine onderne-

meTS. Ondernemer Grace van den Dob­belsteen gebruikt meerdere ma­len de woorden 'een aparte dyna­miek' om de sfeer van de straat te beschrijven. Het is een sfeer waar­in kennelijk creativiteit gedijt. Er huizen op Koningshoeven opval­lend veel tekstschrijvers, fotogra­fen, kunstenaars, musici, compo-

nisten. Daartussen wonen een loodgieter, een aannemer, een in­stallateur. Grace van den Dobbelsteen heeft een communicatiebureau, is beel­dend kunstenaar en tekstschrij­ver. Een van de wijnetiketten van de speciale Piushavenwijn is van haar hand. Samen met fysiotherapeut Jac­ques Keyzer woont ze sinds ze­ven jaar in een karakteristiek pand. Van de weg af gezien oogt het bescheiden. Aan de achterzij­de is het huis fors uitgebreid met een strakke aanbouw. Het nieuwe gedeelte is niet te zien vanaf de straat. De oorspronkelijke woning, ge­bouwd door de familie Van den Bergh van de AaBe-fabrieken,

Page 13: Koningshoeven e-magazine

k door bedrijvigheid

• Grace van den Dobbelsteen: "Het ijsvogeltje tikt me wakker op het moment dat ik dat wil." foto Joris BuijsjPVE

doet een bedrijfsmatig doel ver­moeden. Grace van den Dobbel­steen kan alleen maar raden waar haar woning vroeger voor diende: een jachtverblijf of koetshuis? De vorige bewoners, die er 56 jaar hebben gewoond, wisten het ook niet. Eén ding is zeker: Keyzer en Van den Dobbelsteen vielen als een blok voor de woning. "De bouw van het huis is eenvoudig en tref­fend, met prachtige kartelrandjes klassiek metselwerk. Het was lief­de op het eerste gezicht. We zochten een bijzondere plek om te wonen en te werken. Eigen­lijk was ons oog gevallen op het huis dat hier achter staat: het voor-

malige jachthuis van Willem 11 waar later kunstschilder Nico Mo­lenkamp woonde. Maar toen we dit kleine en charmante huisje za­gen hoefden we niet verder na te

" Het voelt alsof je in het buitengebied woont. Daarin vind je elkaar

Grace van den Dobbelsteen

denken. We waren de eerste kij­kers en we hebben het direct ge­kocht." Na een jaar bouwen en verbou­wen was de woning klaar. Grace van den Dobbelsteen spreekt in superlatieven over huis en omge­ving. "Hier beleefik de natuur, het ijsvogeltje tikt me wakker op het tijdstip dat ik wakker wil wor­den. Huis en tuin geven vrijheid en ruimte voor persoonlijke ex­pressie. Dit is een heel inspireren­de omgeving, de dynamiek krijgt vat op je. Non-stop inspiratie. Het klinkt wat verheven, maar ik voel me bevoorrecht hier. Deze grond was van koning Willem 11. Hij voelde zich hier vrij en daar kan

ik me iets bij voorstellen. De hoe­ven, de koning en de schapenhou­derij. Het geeft een bijzonder ge­voel om op historische grond te wonen," Van den Dobbelsteen refereert aan de vijfhoeven die in het bezit waren van koning Willem 11 (1792-1849). Dat waren de Sophia­hoeve, de Willemshoeve (later Schaapskooi), de Alexanderhoeve, de Hendrikshoeve en de Annahoe­ve ofwel Torentjeshoef. Van den Dobbelsteen is een be­trekkelijke nieuwkomer in de straat. Tot zeven jaar geleden ken­de ze de straat uitsluitend van de hockeywedstrijden met Forward bij Were Di. Haar man had vroe­ger vriendjes in de straat. Het echtpaar voelde zich meteen welkom. Buurtgenoten sruurden kaartjes en Keyzer en Van den Dobbelsteen organiseerden de nieuwjaarsborrel om mensen te leren kennen. "Het lijkt of je hier een andere band hebt met bewo­ners. Het is een beetje een vrijbui­tersplaats en het voelt alsof je in het buitengebied woont. Daarin vind je elkaar. Die extra's geven glans aan deze plek." Is er nou helemaal geen dof stuk­je in die glanzende straat? Toch wel. Ze maakt zich zorgen over het afgelegen talud langs het ka­naal. En het drukke verkeer is een doorn in het oog: het sluipverkeer naar Moergestel en het vrachtver­keer. "Dat zware verkeer zou abso­luut via de Kempenbaan moeten, uit respect voor het verleden en het heden."

" De dynamiek krijgt vat op je

Grace van den Dobbelsteen

Page 14: Koningshoeven e-magazine

Snode plannen Een unieke straat, mengelmoes van oude glorie en bruisend leven. Het Brabants Dagblad legt deze zomer in een reeks verhalen het vergrootglas op Koningshoeven.

infographic Willem Buijs

Menigmaal lieten bestuurders het oog vallen op Koningshoeven. Oud-raadslid en bewoner Marlies Scheepens was er bij.

door Joke Knoop

TILBURG - Marlies Scheepens woont al weer 27 jaar met man Walter in villa Fleurette, het wit­te huis dat in 1889 gebouwd is in opdracht van Vincent van Spaendonck. Fleurette is ge­noemd naar de dochter van de vo­rige eigenaar Wagemakers. Han-

delskweker Wagemakers kocht het in 1944. Het huis was tijdens de oorlog zwaar beschadigd. Het karakteristieke pand biedt on­derdak aan twee gezinnen. Nu Walter wat slechter ter been wordt, komt het vertrek in zicht. Met pijn in het hart, want wonen op Koningshoeven was een jon­gensdroom van hem. Het huis

staat in de (stille) verkoop. Stille­tjes hopen ze dat het nog even mag duren. Want ze zijn ver­knocht geraakt aan Koningshoe­ven, verklaart ze het gebrek aan haast. "Dit is een uniek stukje Til­burg. Hier is niets gepland. Alles is een beetje anders. En het voelt dorps", verklaart Marlies. Walter: "Dit is de blinde darm van Tilburg, het hangt er een beet­je onderaan. Hier kun je de stad uit zonder stoplichten." Hij schertst: "We wonen in de armste buurt van Nederland. We horen officieel bij de wijk Jeruzalem." (Terzijde: bij het CBS zijn geen cij­fers bekend over het gemiddelde inkomen van Koningshoeven). Marlies Scheepens was van 1997

Page 15: Koningshoeven e-magazine

die voorbij gingen

T

• Marlies en Walter Scheepens voor hun huis; de helft van de karakteristieke villa Fleurette. foto Joris Buijs/PVE

tot 2009 raadslid voor het CDA in Tilburg. Ze zag plannenmakers met snode plannen komen en gaan. Zoals? Toenmalig burge­meester Vreeman wilde bij de Kempenbaan - ongeveer achter hun huis - een Zwarte Markt zo­als in Beverwijk. Marlies: "Vree­man wist niet wat er allemaal bij kwam kijken. Parkeren? Dat kon wel in de buurt. De burgemeester had geen hart voor dit gebied." Voor datzelfde stuk grond, tussen Kempenbaan en Koningshoeven, is ook de Sligro is nog in beeld ge­weest. Hotel Van der Valk had het oog laten vallen op een deel van het complex van Van Casteren. In de politieke tijd van Scheepens werd de Kempenbaan, dus ook

Koningshoeven, gezien als de poort van Tilburg. Bij die ambitie hoorden megalomane plannen. Marlies Scheepens trekt het Mas­terplan Kempenbaan uit de lade, van 23 januari 2003. De tekenin-

" De politiek schept op over dit stukje Tilburg, maar dan moeten ze het wel onderhouden M. Scheepens, oud-raadslid

gen laten flink wat hoogbouw zien, ook op Koningshoeven. Een toren van zestig meter, een roton­de om de Koningshoeven te ont­sluiten. Met woontorens aan de overzijde van de Kempenbaan, richting Leypark. Het is allemaal niet gebeurd. Tot opluchting van menigeen. Wal­ter: "Een van de charmes van Ko­ningshoeven is dat er zo weinig verandert. De tijd staat hier stil." Hoe kan de tijd stollen in een buurt waar menigeen zich graag als vooruitstrevende vrijbuiter ziet? Marlies: "Ach welnee, hier wonen geen vrijbuiters. We zijn allemaal hartstikke degelijk." Voelen ze zich als Hoevenaren stiefmoederlijk behandeld door

de gemeente? Het antwoord is: nee. Terwijl menigeen de ver­keersdrukte hekelt, noemen de Scheepens dat de realiteit. Het helpt weliswaar dat ze een grote voortuin hebben. Nu ligt er een nieuw plan voor de Koningshoeven en aangrenzend Moerenburg. In dat plan - Vorste­lijk Landschap geheten - wordt in­gezet op versterking van het land­schap. Op de plek waar in 2003

een kantoortoren was gepland, zijn een boompje en een koe gete­kend om de vorstelijke achtertuin te stofferen. Met een aantrekkelij­ker Moerenburg zal het verkeer door de smalle Koningshoeven toenemen. In de plannen is een fietsroute voorzien langs de Eind­hovenseweg. Want daar ligt een attractie van jewelste: de Trappis­tenabdij met bierbrouwerij en proeflokaal. In de toekomst wordt de Rendierhoeve, iets verderop richting Moergestel, een horeca­voorziening met een whiskeysto­kerij. "Een goede ontwikkeling", vindt het echtpaar Scheepens. Dat alles is toekomstmuziek. Zijn er hedendaagse knelpunten? Daar hoeft Marlies Scheepens niet lang over na te denken: de stoepen op­nieuw betegelen, want dat is ze­ker twintig jaar geleden. "Het zijn ongastvrije stoepen. Een nieuwe bestrating kan veel doen voor de allure van de straat. En de boompjes van de gemeente staan te verpieteren. Die zijn niet Koningshoeven-waardig. De poli­tiek schept op over dit stukje Til­burg, maar dan moeten ze het wel onderhouden."

" Een van de charmes is dat hier zo weinig verandert. De tijd staat stil

M. Scheepens, oud-raadslid

Page 16: Koningshoeven e-magazine

BUUfll1annen Een unieke straat, mengelmoes van oude glorie en bruisend leven. Het Brabants Dagblad legt deze zomer in een reeks verhalen het vergrootglas op Koningshoeven.

'\ :~:::Oij mil, van nummer lII!Il (-

infographic Willem Buijs

Ad de Roij en Piet Adelaar zijn buurmannen. Ze vinden elkaar in de zorg over hun straat. In de buurt staan ze bekend als rebels.

door Joke Knoop

TILBURG - Ad de Roij en Piet Ade­laar zijn al meer dan dertig jaar buurmannen. "Met een flinke wederzijdse tolerantiegrens", grapt Piet Adelaar. "Wij vullen el­kaar goed aan", merkt Ad de Roij op. Adelaar betrok in 1977 met zijn ge-

zin de helft van een tweekapper aan het begin van Koningshoe­ven. Componist Ad de Roij en kunstenares Charlotte Molen­kamp huizen vanaf1983 in de gezichtsbepalende villa die in 1886 door Caspar Houben-Mutsae­rs is gebouwd. Fabrikant Houben was destijds de grootgrondbezit­ter van Koningshoeven. Veel van

die grond was eerder in handen van koning Willem 11. Het huis van De Roij is een rijks­monument. Koningshoeven telt drie rijksmonumenten: de num­mers 18 (koetshuis), 20 (waar De Roij woont) en 30 (het jachthuis van Willem lI). Koningshoeven herbergde vroe­ger een 'nest' van Molenkampen. Schilder Nico Molenkamp woon­de in het jachthuis van Willem 11. De vier kinderen Molenkamp groeiden er op. Van hen is alleen kunstenares Charlotte op Ko­ningshoeven gebleven. Ze woont er met Ad de Roij. Kortom: Kon­ginshoeven is een plek met veel Molenkampwortels. Toch is dat niet de reden die De

Page 17: Koningshoeven e-magazine

als poort\Vachters

• Ad de Roij (rechts) en Piet Adelaar in de salon van eerstgenoemde foto John Schouten/PVE

Roij en Charlotte Molenkamp er­toe bracht de villa te kopen. Het was het huis zelf; verwaarloosd, bruingerookt en al een aantal ja­ren te koop. Heel even stond het op de nominatie gesloopt te wor­den voor een villawijk. Op tijd werd het monumentale karakter erkend. De Roij en Molenkamp deden er tien jaar over om de villa in oude goeden doen terug te brengen. Buurman Adelaar wijst naar een versierde rand in een van de woonvertrekken. "Ad deed een jaar over het restaureren van die geschilderde k-visjes." Een levenswerk, beaamt De Roij. Het is nu af, met drie woonka­mers, beter gezegd salons, waar

een concertvleugel met gemak in past. Op de zolder is het atelier van Charlotte Molenkamp. Buurman Piet Adelaar woont naar eigen zeggen 'relatief eenvou­dig' in een twee-onder-een-kap-

" De gemeente kan niks. Het bestuur heeft te weinig aandacht voor Koningshoeven Piet Adelaar

woning, destijds gebouwd door fa­brikant Van den Bergh (van de AaBe). De grootste woning was toentertijd voor de boekhouder, de kleinste voor de werkmeester en daar woont Adelaar. Zijn tuin meet een schamele (voor Konings­hoeven althans) tien bij twintig meter. Hij verlangt niet naar meer. "Ik zeg wel eens: we heb­ben een eigen abdij, we hebben Onze-Lieve-Vrouw van Konings­hoeven en we hebben de brouwe­rij van de Trappisten. Wat wil een mens nog meer?" Toch is er genoeg te wensen over. De term Oostblokterrein valt als het gaat om de bedrijventerrei­nen aan de overkant van de straat. De buurmannen dragen meer

punten aan: te veel (zwaar) ver­keer in de straat, slecht wegdek, Dat laatste leidde dit voorjaar tot raadsvragen. Het antwoord stelde niet gerust: de verzakkingen zijn niet ernstig genoeg. Piet Adelaar vervolgt: "Mijn huis staat dicht tegen de straat. Als er een vrachtwagen rijdt, trilt de he­le tent. De gemeente maakte er een dertigkilometerzone van. Maar het lijkt wel of er twee keer dertig staat. We willen de drem­pels eruit en vernauwingen in de straat, zoals in Spoordonk. We willen een geluidswal bij de AS8. Maar we worden van het kastje naar de muur gestuurd." Zijn slot­som: "De gemeente kan niks. Het gemeentebestuur heeft te weinig aandacht voor Koningshoeven." Om misverstanden te voorko­men: de buurmannen hebben ook oog voor goede dingen. Wa­teroverlast is aangepakt. In 1960 stroomde het laaggelegen en moe­rassige Koningshoeven nog regel­matig onder water. Het nieuwe plan Vorstelijk Landschap valt in goede aarde, hoewel de toename en dus veiligheid van fietsers ook weer zorgen baart. Er blijft werk aan de winkel, bena­drukt Adelaar. "Dit zou de groene entree moeten zijn van Tilburg. De werkelijkheid is dat we moe­ten vechten voor de natuur bij de Nieuwe Leij, voor het poelenge­bied tegen het kanaal aan. Ze moe­ten van het groen afblijven en de weg vernieuwen." Piet Adelaar en Ad de Roij zijn trots op hun straat, de Konings­hoeven. Ze roemen de sfeer van 'wederzijdse tolerantie' in de straat waar - aldus Ad de Roij -'de tijd een beetje stilstaat.'

" Dit zou de groene entree moeten zijn, maar we moeten vechten voor de natuur Piet Adelaar

Page 18: Koningshoeven e-magazine

Er gebeurt van Een unieke straat, mengelmoes van oude glorie en bruisend leven. Het Brabants Dagblad legt deze zomer in een reeks verhalen het vergrootglas op Koningshoeven.

Koningshoeven kent twee grote bedrijventerreinen: Hacas en Verschuuren. Tussen Kempenbaan en Koningshoeven.

door Joke Knoop

TILBURG - Koningshoeven heeft al­tijd grootgrondbezitters gehad. Voorheen Koning Willem II, later Caspar Houben en nog later wa­ren het de textielfabrikanten die lappen grond in bezit hadden. Sinds 1983 is het Harrie van Cast­eren die op 46.000 vierkante me-

ter zijn opslagbedrijfHacas heeft. Op nummer 77 staan grote hallen en de oude gebouwen van de Coö­peratieve Textielververij. Het ter­rein en de naastgelegen bedrijfsge­bied is een doorn in het oog van een aantal bewoners. Maar dat tast kennelijk de onderlinge ver­houdingen niet aan. Van Cast­eren, van wie de moeder in de

straat woont, zegt dat de verstand­houding met de buurt goed is. "Ik ben hier in 1983 met open armen ontvangen. Toen het bedrijf in 1988 groeide van 25 naar 55 wa­gens, was er wel aversie in de buurt. De wagens reden soms om zes uur al door de straat. Nu zijn er minder wagens en hebben ze stillere motoren." Vandaag de dag rijden er gemid­deld dertig vrachtwagens om te la­den en te lossen. In de hallen en op het buitenterrein zijn voorna­melijk plastic tuinmeubelen opge­slagen. In de hallen kunnen '4.000 pallets met plastic tuin­meubelen staan, buiten is ruimte voor nog eens 5.000 pallets. Harrie van Casteren kent het ter-

Page 19: Koningshoeven e-magazine

alles aan de overkant

• Harrie van Casteren voor zijn bedrijf. foto Marie·Thérèse Kierkels/ PVE

rein als zijn broekzak. Hij wijst een lang gebouw aan, dat was een vlokververij die in 1970 is ge­bouwd. Er was een pompstation voor grondwater. De kwaliteit van het grondwater was zo goed dat in 1977 een poging werd ge­daan hier een bierbrouwerij te vestigen. Dat mislukte en in 1983 kocht Van Casteren de grond om zijn bedrijf te concentreren. Voor­heen zat Van Casteren verspreid over de stad. Op een kleine hal na, staan op Ko­ningshoeven alle gebouwen over­eind. Vijf jaar na zijn komst, bouwde hij de hallen achteraan. Het is in die tijd, eind jaren tach­tig, dat Van Casteren voorstelde om de op- en afrit van zijn

groeiende bedrijf te verleggen naar de Kempenbaan. Maar daar stak Rijkswaterstaat een stokje voor. De op- en afrit zou te dicht bij het verkeerslicht komen. In 2007 gloort een nieuwe bestem-

" Ik hoop een paar jaar te verhuren, tenzij er iemand met een dikke tiet geld komt Harrie van Casteren

ming. "We wilden dertig klein­schalige kantoorgebouwen neer­zetten. In de plannen was ook een kantoortoren voorzien van zestig meter hoog. Ik had plannen voor een echt kantorenpark, met horeca en kinderopvang." De economische crisis gooide roet in het eten. Vervolgens ging de verkoop aan Van der Valk niet door. "Ik ga mijn beste zichtme­ters niet voor een appel en een ei verkopen." De situatie anno 2014: de nieuwe­re hallen zijn in gebruik bij Ha­cas. De oude gebouwen zijn ver­huurd aan ca. veertig huurders: kunstenaars, ambachtslieden, be­drijfjes, theatergezelschappen. In de gebouwen wordt gewerkt

en ze dienen als opslag. Er staan containers die verhuurd worden. Van Casteren maakt er geen ge­heim van dat hij twee keer de po­litie over de vloer had. Een keer voor hennepteelt, de tweede keer voor opgeslagen basisstoffen voor drugs. "Je ziet niks, je weet niet wat er gebeurt. Ik zag het niet aan het stroomverbruik want de hennep­telers hadden een eigen aggre­gaat. De tweede keer ontdekte de recherche een container vol met blauwe kannetjes. Daar zat basis­vloeistof in voor pillen. Voorko­men? Dan kan ik niet. Ik geef alle medewerking aan de politie. En ik kan goed opletten. Drie jaar ge­leden ontving hij een anonieme brief dat hij hennep zou telen. Hij is ermee naar de politie gegaan. Een keer is hij rechtstreeks bena­derd door iemand die cabines wil­de plaatsen. "Ik zeg: ik begin er niet aan." Vraag is wat er in de toekomst met het terrein gebeurt. Woning­bouwen detailhandel zijn uitge­sloten wegens geluids- en ver­keersoverlast. Van Casteren: "Ik weet niet hoe ik verder ga. Mijn bedoeling is om zeker nog twee tot drie jaar door te gaan met de kleinschalige verhuur. Kijk, ik ben nu leuk bezig. Ik zie chauf­feurs uit heel Europa die hier de opgeslagen spullen komen laden of komen lossen. Met hen heb ik de hele wereld over de vloer. Ik stop als er iemand komt met een dikke tiet met geld. De toekomst is niet zeker. Wat wel zeker is dat degene die het koopt, nu geboren is. Want dit is het laatste hoekje nog vrij op te vullen aan de en­tree Tilburg Zuid."

" Dit is het laatste hoekje nog vrij op te vullen

Harrie van Casteren

Page 20: Koningshoeven e-magazine

Kunst gedijt in Een unieke straat, mengelmoes van oude glorie en bruisend leven. Het Brabants Dagblad legt deze zomer in een reeks verhalen het vergrootglas op Koningshoeven.

infographic Willem Buijs

Het Hacas-terrein is een kleine vrijplaats in de Koningshoeven. Hier ademen kunstenaars en kleine ambachtslieden vrij.

door Joke Knoop

TILBURG - In de oude bedrijfshal­len van Hacas is het een komen en gaan van kunstenaars en aan­verwanten. We ontmoeten Pieter Obels (staalkunstwerken), Paul van Rijswijk (houtsculpturen), Thomas Groels (restaurateur meu­belen), Janis Arnoutse (metaal be-

werker en muzikant), Monique Merkens (meubelmaker), Eric Ke­telaars (verhuur voor feesten), René Schoenmakers (klussen­dienst) en de kleurrijke uitvinder Guus Voermans. Deze opsomming is overigens ver­re van volledig. Het Hacas-terrein kent vele hallen en vele huurders. De kale grijze betonnen vlakte

wordt door sommige Hoevenaren een Oostblokterrein genoemd. Die term zal het aardige allegaar­tje van gebruikers nooit in de mond nemen. Hun ervaring staat haaks op zo'n stug regime. Het charmante van dit rommelige stukje Koningshoe­ven is dat niemand de baas speelt. De mannen en vrouwen kunnen er werken naar hartenlust, ze kun­nen machines laten draaien zon­der dat anderen dat als geluidhin­der ervaren. Ze werken los van el­kaar en helpen elkaar als dat no­digis. De ambachtslieden en kunste­naars prijzen zich gelukkig met de zeeën van ruimte in de fa­briekshallen, met de relatieflage

Page 21: Koningshoeven e-magazine

de hallen van Hacas

• Enkele huurders van de grote Hacas-hallen: van links naar rechts: Monique Merkens, Janis Aarnoutse, Pieter Obels, Guus Voermans (met hond 8ambi) , René Schoenmakers en Thomas Groels. foto lohn Schouten/PVE

huur en met hun soepele huur­baas. Eigenaar Harrie van Cast­eren kan een potje breken bij de meesten. "Het is zo'n schattige gast. Op zijn voorhoofd staat: ik ben een goedzak", zegt uitvinder Guus Voermans. "Toen ik hier ne­gen jaar geleden rondliep, zei ik tegen Harrie dat ik hoog in die muur een gat wilde maken. Ik wil­de meer licht. Weet je wat hij ant­woordde? Dan moet je een hoge steiger hebben. Ik verwachtte te­genwerpingen. Ik hou van die mentaliteit." Eerder werkte Voermans in een atelier in het Carré (het oude St. Elisabeth ziekenhuis). "Als je rust in de tent wil hebben, moet je er kunstenaars in zetten", aldus de

uitvinder die floreert bij reuring. Bij hem kan het altijd anders, be­ter, fantasierijker. Als het de huur­baas te rommelig wordt, zet die ostentatief een container bij de hal van Voermans. Tijd om op te

" Hier is ultieme vrijheid. Ik heb hier vogels, uitzicht, het kanaal, vliegtuigen Guus Voermans

ruimen. Daar zijn geen woorden voor nodig. Metaalbewerker en gi­tarist lanis Aarnoutse is een man van weinig woorden. In alle kalm­te gaat hij te werk. Hij is een huur­der van het eerste uur, alweer elf jaar geleden. lanis is de stille kracht van het terrein. Menigeen klopt bij hem aan met bijvoor­beeld lastig laswerk. Ook Van Casteren weet hem te vinden. Ja­nis heeft voor meubelrestaurateur (en hockeycoach bij Were Di) Thomas Groels een takel gemaakt opdat grote meubelstukken naar zijn werkplaats boven kunnen. Meubelmaker Monique Merekens gaat weer te rade bij Groels. Paul van Rijswijk (houtsculpturen) deelt de machines weer met

Groels. René Schoenmakers (klus­bedrijf) zit er vijf jaar en spreekt van een hechte club. "We zorgen voor elkaar." Kunstenaar Pieter Obels is een van de weinigen die een boter­ham met beleg kan verdienen met zijn stalen sculpturen. Een van zijn kunstwerken prijkt in de tuin van buurtbewoonster Grace van den Dobbelsteen. Er staan beelden van hem in Venlo en Spij­kenisse. In het najaar is er een ex­positie in Base!. In 2006 verhuisde hij van de in­middels gesloopte Vogeltjesfa­briek in de bisschoppenbuurt naar Koningshoeven. Hij prijst zijn nieuwe plek. "Ik ben buiten de stad, ik haal aan de overkant bij Ut Rooie Bietje mijn groenten. We helpen elkaar, we hebben de ruimte. Als ik hier naar toe fiets, zie ik links Charlottes (Molen­kamp) kastanjeboom staan. Die zie ik veranderen met de seizoe­nen. Dat is inspirerend." Guus Voermans heeft de redame­letters van zijn broer, bakker Voer­mans, aan zijn gevel door elkaar gehusseld tot de woorden kansrij­ke armoe. Voermans vindt het een magische plek. "De koning (Wil­lem 11) wist wel waar hij neer­streek. Hier is ultieme vrijheid. Ik heb hier vogels, uitzicht, het ka­naal, vliegtuigen vliegen over naar de landingsbanen in Eindho­ven en Gilze. Er ligt een zesbaans­weg voor de deur. Ik hoor hier van alles, zelfs de kano's van Vi­dar. Bij festivals in het Leijpark lijk ik op de eerste rang te zitten. Ik heb geen muziek nodig. lam­mer dat ik geen leeuwen hoor brullen van de Beekse Bergen."

" Wij helpen elkaar,we hebben de ruimte

PieterObbe ls

Page 22: Koningshoeven e-magazine

Er staat 'n paard Een unieke straat, mengelmoes van oude glorie en bruisend leven. Het Brabants Dagblad legt deze zomer in een reeks verhalen het vergrootglas op Koningshoeven.

infographic Willem Buijs

De kinderen van Koningshoeven zijn 's avonds pikzwart, en ze hebben huisdieren. Dat was vroeger zo en dat is nog steeds zo.

door Joke Knoop

TILBURG - Van de 110 bewoners van Koningshoeven is 20 procent onder de 14 jaar, aldus de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (kerncijfers 2013). Dat komt welgeteld neer op 22 kinde­ren. Met de komst vorig jaar van de familie Bosman (vier jonge kin-

deren) is de straat flink verjongd. De kinderen Bosman waren aan de Leyparkweg al buitenkinde­ren, maar nu zijn ze nooit meer binnen, vertelt hun moeder. "Ze spelen hier met niks, ze verma­ken zich als vanzelfsprekend." De familie Bosman bewoont een derde deel van de villa van Piet Smits. Om hun huis scharrelen

kippen en zoeken konijnen hun hol. Nu en dan is er een logeer­partij. Van kinderen ofvan een pony. Sterre (11) loopt trots met de pony door de wei. Vroeger ging ze naar de pony toe om te verzorgen tijdens de vakantie van de eigenaar. Sinds ze in Konings­hoeven woont, komt het dier naar haar familie toe. Voor de krant komen de kinderen Bosman naar buurjongen Ravi Voorn. Met de logeerpony, die voor deze ene keer dwars door het huis van Ravi naar het gras van de achtertuin mag. Anders moeten de kinderen en pony ver omlopen. "Heb je wel gepoept?", vraagt Beertje (9) bezorgd aan de pony. Kennelijk wel, want de

Page 23: Koningshoeven e-magazine

in de gang bij Ravi

• Beer, Ole en Sterre (v.l.n.r.) met de logeerpony in het huis van Ravi Voorn. foto Maria van der Heyden

vloer blijft schoon. Pippi Lang­kous zou hier gelukkig zijn, net als de kinderen van Konings­hoeven. De logeerpony is welkom in het domein van Ravi Voorn (10). Hij laat het bezoek trots de tuin zien, die tot aan de beek loopt. Er hangt een autoband in de boom, er scharrelen twee parmantige kippen, achterin staat een koepel­tentje waar hij pas nog met een vriendje kampeerde. Zijn oom heeft een houten brug gemaakt. Ravi knutselt eveneens brugge­tjes in de beek. Zijn oom bouwde ook de boomhut in de voortuin. Het is een ideale hangplek voor Ravi en anderen. Ole (7) houdt van timmeren en haalt hier zijn

hart op. Sterre zegt dat ze vtoeger naar haar vriendinnen ging, maar dat die vriendinnen nu veel vaker naar Koningshoeven komen. En Beer is blij dat haar hockeyclub Were Di biina in de achtertuin huist. Nu kan ze snel op zondag even gaan kijken. Integreren gaat snel voor nieuwe gezinnen. Via via is een babysit snel gevonden. De familie Scher­penisse heeft de laatste jaren heel wat oppassen geleverd. Nu is de jongste, Joost (16), min of meer de buurtoppasser. Joost is geboren en getogen op Koningshoeven. "Hier is mijn thuisgevoel. Ik ken iedereen in de straat." Ook hij is van het buitenleven en gaat graag mee naar boven. de boomhut in. Foto: PVE

" Ons leven op Koningshoeven is de maatstaf voor je verdere leven

" Ze spelen hier met niks, ze vermaken zich vanzelfsprekend

" Hier is mijn thuisgevoel, ik ken iedereen in de straat

Page 24: Koningshoeven e-magazine

Een veilig thuis Een unieke straat, mengelmoes van oude glorie en bruisend leven. Het Brabants Dagblad legt deze zomer in een reeks verhalen het vergrootglas op Koningshoeven.

infographic Willem Buijs

Het brugwachtershuis op nummer 80 herbergt jongeren die een veilig thuis zoeken. Want niet iedereen op Koningshoeven is bevoorrecht.

door Joke Knoop

TILBURG - Het brugwachtershuis net over het kanaal biedt onder­dak aan liefst acht mensen. Spil van het huis is het echtpaar Van Berkel. Frans (64) en Henny (65) van Berkel vangen zes jonge men­sen op die kampen met een war­winkel aan sociale en/of

psychische problemen. En dat doen de Van Berkels op hun ma­nier, via hun onafhankelijke Stich­ting Vreugd. Ze zijn niet zo van de opgelegde regeltjes. Dat past niet bij hen en bij hun werkwijze. Frans: "Je moet creatiefzijn en je razendsnel aanpassen aan een nieuwe situatie. Dat kan niet bin­nen een grote organisatie."

Hun stichting is niet afhankelijk van subsidies. Hoe dat kan? Dat kan dankzij een wonderlijke ge­beurtenis in 1995, die destijds veel opzien baarde. In dat jaar be­heren Frans en Henny een gezins­huis in de Laarstraat. Op een dag vraagt Henny een ouder stel bij de bushalte bij haar binnen om te schuilen voor de regen. Enkele we­ken later staat de vrouw ontred­derd op de stoep: de man is plotse­ling overleden. Of Frans wil ko­men. De vrouw blijkt met haar (overleden) broer in een villa te wonen aan de Goirleseweg. De vrouw, Doortje Willemse, blijft al­leen achter. Omdat er geen acute opvang is, blijft ze overdag in het gezinshuis.

Page 25: Koningshoeven e-magazine

in brugwachterhuis

• Frans en Henny van Berkel voor hun brugwachterhuis, een hoekje apart. foto Joris BuijsjPVE

Broer en zus blijken rijk te zijn, maar Doortje wil geen particulie­re hulp. Ze wil in het gezinshuis zijn en het geld doorsluizen naar de Van Berkels. Hoeveel? Het echt­paar Van Berkel wil alleen kwijt dat ze ieder 1,8 miljoen (gulden) belasting zouden moeten betalen. Henny: "We hebben geweigerd, wat moeten we met al dat geld?" Op voorstel van de notaris rich­ten Doortje, Frans en Henny de Stichting Vreugd op. Het is hun kans om een eigen opvanghuis op te zetten. In november 1998 over­lijdt de 90-jarige Doortje Willem­se. l\vee maanden later betrekken Frans en Henny de door hen ge­kochte brugwachterswoning. Ze bouwen er twee slaapkamers bij,

zodat iedereen een eigen kamer heeft. Frans: "We hadden een tweede huis kunnen kopen of een jacht. Maar we hebben ge­noeg aan onze Wao en AOW. Bovendien heeft Henny na drie

" We hebben de erfenis geweigerd. Wat moeten we met al dat geld

Henny van Berkel

dagen heimwee." Zo hebben de Van Berkels hun ei­gen vrijhaven kunnen creëren aan het kanaal. Er zijn geen betaal­de krachten, de rente van de erfe­nis is voor de extra kosten. De jon­geren betalen tussen de 300 en 550 euro voor de huur en nog eens 100 euro voor de kost. Een keer is 25.000 euro subsidie ont­vangen voor de aanschafvan cen­trale verwarming gestookt op hout. Want in dit stukje Konings­hoeven ligt geen gasleiding. Henny: "We willen alles zelf doen. Wij zijn het die dit willen en daar hoeft de gemeenschap niet voor te betalen." De meeste jongeren blijven er tus­sen de een en vier jaar. Met uit-

zondering van één man die er al zeventien jaar is. In al die jaren zijn er tussen de vijftig en zestig mensen opgevan­gen. De jonge bewoners vallen tussen wal en schip: te goed voor de reguliere zorg, te slecht om op eigen benen te staan. In principe is iedereen welkom, maar de Van Berkels zijn niet meer in staat zwaargehandicapte mensen te hel­pen. Ze zeggen ook nee tegen mensen die verslaafd zijn en te­gen mensen die niet bij de ande­ren passen. Met de meesten gaat het goed, hoewel vijf oud-bewoners toch weer het criminele pad bewande­len. Succesverhalen? Dat zijn er zo veel, zegt Frans. "Eentje springt er uit. Dat van een Marok­kaan, 19 jaar oud en een strafblad van hier tot gunder. Zijn ouders zetten hem op straat omdat hij verkering had met een Neder­lands meisje. Toen hij hier kwam, had hij nog een gevangenisstraf uit te zitten. Ik heb zijn straf kun­nen omzetten in een taakstraf en voor een baan gezorgd. Het gaat hem goed. Hij is met dat meisje getrouwd, ze hebben een kind, hij is een goed lasser en ze kon­den een huis kopen." Henny: "Toen hij trouwde, waren zijn ouders er niet bij. Hij wees ons aan als zijn ouders." Het geheim van Henny en Frans? Henny: "We hebben geen gehei­men. Het is een gave, eigenlijk een verslaving. Dit werk verveelt nooit. De kinderen noemen hem 'ons pa' en mij 'ons mam'. Toen twee jaar geleden Frans' dochter op 26-jarige leeftijd overleed, wa­ren zij zo goed voor ons." Ze veegt haar tranen weg. "Daar ben ik nou trots op." Het huis ligt aan de overkant van het kanaal. Een eigen driehoekje aan het kanaal. Zo ervaren Frans en Henny het ook. Ze hebben goe­de, maar spaarzame contacten. Hoe de buurt over hen denkt? Frans: "Ik denk dat ze ons apart vinden."

Page 26: Koningshoeven e-magazine

Serie blijkt een De artikelenreeks over Koningshoeven is een feest van herkenning voor al die mensen die er ooit gewoond hebben.

TILBURG - Veel voormalige bewo­ners van Koningshoeven reageer­den op de serie over 'hun' straat. Vaak was het eigen verleden het onderwerp. Op deze pagina's een bloemlezing uit (ingekorte) reac­ties.

Bert Koetsenruyter: De dames Verschuuren en Van den Bogaard woonden achter op de hoeve. Daar had de familie Theeuwen-Wagemakers een groothandel in bloemen en plan­ten. Er tegenover woonde politie­man Frijters. Daarnaast Piet Smits in een prachtige villa. Dan het ge­zin Schel, vijf jongens en een meisje, allen ongetrouwd. Bij de IJsclubweg hebben we leren zwemmen. Daar staat de statige villa van burgemeester Van de Mortel-Houben (Annie Houben is in Hilvarenbeek met haar paard verongelukt). Dan komt het he­renhuis van de heer Van Delft. De Ringbaan Zuid verdeelt de Ko­ningshoeven in tweeën. Een deel heet Hoevenseweg. In dit stuk had Van de Berg zijn kruideniers­winkeltje. Schuin tegenover het Cenakel stonden twee mooie, wit­te villa's van Verschuuren. Een van hen hield wel vijftien prachti­ge honden die onder andere wer­den ingezet bij vossendrijfjachten re paard. Ik ben in 1930 geboren en Adolf van de Berg (zonder h) van Zon­newende in Moergestel is toen ge­start met de bouw van de AaBe-fa­briek. De haven en de draaibrug waren al enkele jaren in gebruik en net over deze brug had je her café van Kees den Rijer. Op Ko­ningshoeven nummer 12 woonde een zus van mijn vader. Op 52 de ouders van mijn vader en op 56 woonden wij zelf. Schuin tegen­over ons was een oud karren-

spoor dat in die tijd geëgaliseerd is. De naam hiervan was voetbal­weg, wij hebben er dan ook heel wat wedstrijdjes gespeeld. Op nummer 60 was café Van de Langerijt en iets verder café Naris Schultz en nog meer naar achte­ren café Van Abeelen. AaBe is voor De Hoeven van grote beteke­nis geweest. Niet alleen voor de naaste bewoners maar ook voor di­verse verenigingen, denk aan de 'VEKOM', de vele oranjefeesten en de werkgelegenheid. En ver­geet de maanden voor en na de be­vrijding niet. Er hebben tiental­len gezinnen in de kelders ge­woond. Na de oorlog kwam er een con­certzaal alwaar Harmonie Willem !l, gymvereniging de Spartanen en toneelvereniging D.S.B. (Doe Steeds Beter) thuis waren. Deze zaal stond schuin achter het café en in de tuin was er 'n schommel, 'n wip en 'n reuzepas. Wij had­den vóór toch meer vertier dan achter. Janus Bierings verkocht vis en Wieske snuf (snoep).

Geert Verstappen: Janus Bierings was in de eerste plaats smid met het nodige perso­neel. Daarnaast exploiteerde hij een garage met benzinepomp en had ook nog enige taxi's rondrij­den. Hij startte zijn smederij er­gens langs de Ley in een schuur­tje, direct na zijn demobilisatie in 1918. Hij begon met het maken van kacheltjes, door mareriaal­schaarste gemaakt van ijzeren golfplaten. Ook heeft hij korte tijd de Theetuin geëxploiteerd. Zijn vrouw deed de winkel, links naast de poort. Het was een soort gereedschapswinkel. Maar ook vis­gerei en levend visaas werden er verkocht. Janus Bierings heeft ook als smid gewerkt aan de brug

• De theetuin bij villa Eigenhorst was ee

over de Piushaven. Mijn moeder, dochter van her echrpaar Bie­rings-Klazen, ging hem daar zijn borerhammen brengen.

" De Koningshoeven was vroeger langer en begon bij Casino in de Sint Josephstraat Jan Truren

Page 27: Koningshoeven e-magazine

feest van herinnering

n geliefd uitje bij de Tilburgers. foto Regionaal Archief Tilburg

Aanvulling PV: janus Bierings had het nodige per­soneel. Er heeft later ook nog een garagebedrijf van Bierings geze­ten aan de Hoevensekanaaldijk. Ook zat Koetsentuiter daar met bloemen en planten. Ik ben er ge­boren en getogen. Het stuk voor de brug, dat nu Prinsen hoeven heet, werd in de volksmond ook Koningshoeven genoemd. Als je daar woonde, zei je dat je in de Koningshoeven woonde. Het be­hoorde ook tot de parochie van Onze Lieve Vrouwe van Lourdes (Koningshoeven), die de parochie­kerk van de Koningshoeven werd genoemd.

jacques van Poppel: Ook ik ben geboren op Konings­hoeven. In 1947 op nummer 40. Het was een geweldig fijne straat

" Het kleine Mariakapelletje was plotseling verdwenen

Peter Janssens

met een harmonie bij Rinus Lan­gerije. Mijn vader, Cees van Pop­pel, was daar tamboer. Ik weet nog waar het voetbalveldje was. Het is nu de Fatimastraae. Ook Kees de Rijer ken ik. Hij had later café Casino.

jan Truren: De Koningshoeven begon vroeger over de brug bij de Prinsenhoe­ven. Dus er kunnen misverstan­den ontstaan bij huisnummerin­gen. Rinus Langerijt was Rinus Goosens van café Langerijt. En Kees den Reijer heeft nooit in Ca­sino gezeten maar in het Huis der Duizend Likeuren. Dré Meulen-

broek zat na de familie Kolen in het Casino.

Peter janssens: Ik heb er niet gewoond, maar als kind gingen we in de jaren 1960-1965 zwemmen in het Wil­helminakanaal en liepen we door de Koningshoeven. Ik herinner me dat ter hoogte van nummer 85 een klein Mariakapel­letje heeft gestaan. Een aantal jaren later is dat plotse­ling verdwenen. In dezelfde bocht, maar dan aan de linkerzij­de, heeft volgens mij de familie Verspaendonck gewoond of woont hier nog, Een zoon van de familie, Cas par Verspaendonck, heeft met mij de HTS gevolgd in de jaren zeventig.

C. van den BeId: De heer Piet Smits had een han­del in wollen en stoffen en wel in het gebouw in de l)zerstraat al­waar dit nog groot staat vermeld op de voorgevel. Dit gebouw, nu een studentenhuis, is een rijksmo­nument. De heer Smits bezat eveneens een soortgelijke zaak in Brussel. De handel in wollen stoffen be­stond uit inkoop bij de fabrikan­ten en verkoop bij de kleerma­kers. Tijdens de 1Weede Wereld­oorlog is de heer Piet Smits overle­den. Hij was de vader van mijn moeder. Hij ligt begraven op het kerkhof aan de Sint josefstraat.

Peter Opthoog: Mijn moeder werkte als huishoud­hulp voor de heer Smits in de ja­ren 1911 co 1915. Haar naam was Antonia van Gorp en ze was maar 11 jaren oud toen ze begon.

" Bij de IJsclubweg hebben we nog leren zwemmen

Bert Koetsenruyter

Page 28: Koningshoeven e-magazine

Lofzang op de Het verleden herleeft. Lezers schrijven over notabelen, bedienden en de tuinman van het Cenakel. Kortom: over goede oude tijden.

TILBURC - Er komt een bonte stoet van mensen langs in de reacties op de artikelen over Koningshoe­ven. Een enkele keer wordt een klein raadsel opgelost, zoals dat van de brug die naar de abdij van de Trappisten leidt. j. van Eijk (n mei 1922 geboren op Koningshoeven 97) bracht de kwestie naar voren. Waarom werd die brug vroeger Haarlemse brug genoemd? Het antwoord komt van Chris van Haarlem uit de Kazernehofin Tilburg. "Grap­pig dat mensen die brug de Haar­lemse brug noemen, want bij ons thuis is er nooit zo over gespro­ken", schrijft hij. "De naam heeft de brug te danken aan de bou­wers, mijn vader en opa Van Haar­lem uit Tilburg. Zij hebben overi­gens ook het kanaal uitgegraven en de brugwachtershuisjes ge­bouwd." Tijdens de aanleg van het kanaal woonden zijn oma en opa in een huisje langs het kanaal vlakbij de brug, opdat ze dicht bij het werk zaten. Het huisje is 'jammer ge­noeg' in de jaren zestig van de vo­rige eeuw afgebroken. De reacties getuigen van weemoed naar ver­vlogen tijden.

Kees CooIs: Mijn Tante Marie Corsten, de zus van mijn moeder heeft heel lang gewerkt in de villa van Casper Houben bij de familie Van de Mortel. Ik kwam daar als kind ook en keek ook naar het paard­springen waar nu allang het Were Di terrein is. De fami lie Van de Mortel heeft ook nog bij ons thuis feest gevierd. Mijn zwager Kees van Gansen heeft nog aan de lJsclubweg en Koningshoeven ge­woond. Ik ging ook vaak kijken bij het paardspringen. Mijn broer joost is door mijn Tan-

te Marie vernoemd naar de ver­zetsheld joost van de Mortel die in het huis van Casper Houben opgroeide en zoon was van burge­meester Van de Mortel.

Jan van Doremalen: Ik woonde in de wijk jeruzalem, naast de Koningshoeven. jon­gens- en meisjesscholen waren strikt van elkaar gescheiden. Ik herinner me de volgende jongens die op de lagere school (St. Pascha­lis) zaten: Gerrie van Iersel (IJsclubweg), Toon van Gansen, een jongen die Nico heette en in een groot huis woonde, en de zoon van de groentenboer Nico Coolen (Prinsenweg). Van de vol­gende personen weet ik waar zij woonden: de heer Kwantes (Ie­raar wiskunde Ri jksscholenge­meenschap Willem Il, Marjan Bas­tiaanse + broer, jongensinternaat Eigenhorst, familie Molenkamp, mevrouw van der Meijs, de heer Vrencken (kerkfunctie), Ivo de Wijs (Hoevenseweg), Végé-win­keI, boer Toon Pijnenburg. De boerderij van Pijnenburg ligt er nog steeds, tegenover de AaBe. Ik zie hem nog rijden met paard en wagen op de Ringbaan Oost. Zijn vrouw heette Mien en zij hadden bij mijn weten een aantal dochters (onder andere jet). Mevrouw Cor van der Meijs was bediende/huishoudster bij de fa­milie Molenkamp. Ik denk dat ze daar in de buurt gewoond heeft.

Leonie Hamburg - de Jong: Ik ben op Koningshoeven gebo­ren als jongste dochter van de tuinman van het Cenakel. Bijna niemand kende onze achternaam maar iedereen kende de tuinman van het Cenakel. Ik woonde sa­men met mijn ouders, drie zusjes en twee broers op Koningshoeven

• De twee witte villa's van de familie Vers

25, de dienstwoning van de non­nen van het Cenakel. Mijn vader was daar in dienst. Mijn ouders hebben 40 jaar gewoond waar nu

" Mijn vader en opa bouwden de brug, die Haarlemse brug wordt genoemd. Chris van Haarlem

Page 29: Koningshoeven e-magazine

goede, oude tijden

chuuren zijn gesloopt Nu staat daar het Bastionhotel. foto Regionaal Archief Tilburg

de 'zwarte madonna's' staan. Het was er heerlijk wonen en we konden er fijn spelen in de tuin van de nonnen samen met onze buurtgenootjes, de kinderen van de familie Schel, Pigmans en Hak. Mijn moeder is nog altijd goed be­vriend met mevrouw Movig-Ver­schuuren. Vanuit een zijraam van ons huis keken wij op die hele mooie witte villa van de familie Verschuuren. Ik herinner me ook het mooie witte huis van de fami­lie Krui( Zij hadden een televisie en op woensdagmiddag mochten we daar dan soms tv kijken. Kort­om een geweldige jeugd op Ko­ningshoeven.

Mery: Ik heb op de Koningshoeven ge­woond, aan de kant van het Ce na-

" Niemand kende onze achternaam, maar iedereen kende de tuinman van het Cenakel Leonie Hamburg- de Jong

keI. Hier woonden onder andere de fam ilies Enneking, Houben, Molenkamp en Notenboom. Dit waren allemaal lieve mensen waar iedereen welkom was en waar de kinderen met elkaar speelden en bij elkaar op de ver­jaardagsfeestjes kwamen. Bij de fa­milie Molenkamp hadden ze een speelkamer. Oh, wat was dat ge­weldig. En met driekoningenzin­gen kwamen de kinderen Molen­kamp langs op een ezel en ver­kleed als Maria en Jozef. Mijn va­der heeft veel gewerkt in deze prachtige huizen. Ik mocht dan met hem mee en keek mijn ogen uit, zo geweldig. De boerderijen

stonden gewoon tussen de hui­zen in. In één van deze boerderij­en woonden de familie Claassen met heel veel kinderen. Allemaal in dit eigen kleine 'dorpje'. Onge­lofelijk. En zodra je iemand weer tegenkomt die daar ook gewoond heeft en je praat samen over die tijd dan stralen de mensen weer helemaal. Dit was echt een stukje Tilburg.

Henny: Mijn ervaringen met de Konings­hoeven zijn nog uit de tijd van 'het Cenakel', een stilte-klooster op nummer 27. Een groot, oud ge­bouw met prachtige glas-in-lood­ramen, de ellenlange gangen in dat koude gebouw. Een retraite­huis, waarin van alles gebeurde en het soms leek op een 'landje' apart! Er kwamen veel mensen naar het Ccenakel en de sfeer was er reuze gezellig, maar ook stil, héél stil! Ik heb meegemaakt dar er zwervers kwamen om een gamelIe beker met soep te mogen komen opdrin­ken aan de voordeur, die grote bruine poort. Ik heb er ook meegemaakt dat Ivo de Wijs kwam overnachten. Ivo is een rasechte Tilburger en een heerlijk mens!. Hij is tekstschrij­ver en had een eigen cabaret­groep. Nog zóveel meer heb ik daar mo­gen meemaken! Er kwam een Huub Oosterhuis en een Pater Pikaar uit Amsterdam. Ik kreeg een keer 25 gulden van hem. Zo­maar. Geweldig veel opgestoken daar in Het Cenakel. Een mooie tijd gekend!

" De boerderijen stonden gewoon tussen de huizen in dit kleine 'dorpje'

Mery

Page 30: Koningshoeven e-magazine

Spelevaren, zwe Zwemmen in het kanaal, voetballen op de veldjes en schaatsen op het armenijs. En de eerste sigaret, toen roken heel gewoon was.

TILBURG - De reacties op artikelen hebben een hoog 'ons-kent-ons' en reünie-gehalte. Er zijn mail­adressen uitgewisseld tussen men­sen die elkaar decennia lang niet meer hebben gezien. Wederom een keuze uit de (ingekorte) reac­ties.

Huub Horsten: Als kind en 'oudere jongere' heb ik vele jaren gewoond op de Prin­senhoeven 34, voorheen St.Jo­sephstraat 11. Dit adres liep van de draaibrug bij Cafe Cees de Reijer tot aan het cafe Casino van Dre Meulenbroek. Wie kent er nog het winkeltje van Mina Groten­bregt, de fritestent van Vasco Go­ril We hebben veel gevoetbald op het veldje tussen het huis van Jan Mollen en de fritestent van Vasco Gori, welke zaak nadien werd overgenomen door Wieske van Halteren. Een leuke jeugd met vriendjes/kennissen zoals Sjef Heerkens (de kapper), Jan en Fred Truren, Nico van de Wiel, Albert Genezen, Ben en Jan Schilders. Als kind ging ik met mijn moeder (Ciel Horsten-van Beurden) jaar­lijks tegen Kerstmis mos steken in het bos achter het Trappisten­klooster (de abdij van Konings­hoeven) en dat moest erg snel ge­beuren want we waren bang voor de boswachter. Het mos voor on­ze kerststal ging dan in een bood­schappentas achter op de fiets. In de droge sloot bij het Trappisten­klooster lagen dan dikwijls veel spiritusdrinkers hun roes uit te slapen. Een riep ooit: "Is er nog vreten juffrouw?" Op z'n Til­burgs, want hij dacht dat wij in het klooster eten hadden gehaald!

De oude kerk op de Koningshoe­ven met pastoor Vissers en koster Pigmans. In die kerk heb ik vele ja-

ren gezongen in het koor met als dirigenten Jo Smulders en Huub Gowie. Wat hebben we in de win­ter veel geschaatst op de Leij. De wijk 'Jeruzalem' heb ik ge­bouwd zien worden, toen een ge­vaarl ijk gebied met zogenaamd drijfzand. Daar heb ik toen mijn eerste sigaret gerookt, samen met Ben Schilders, en ziek dat we wa­ren! Ik ben inmiddels 73 jaar maar denk nog dankbaar terug aan de Koningshoeven!

PV (Nelly): Ik ook, Huub Horsten! Ik kan me jou nog goed herinneren, evenals je broers Piet en Berrie. Wij woon­den in dezelfde rij huizen als jij op nummer 7, recht tegenover Kees de Reijer. Op de hoek naast ons woonde po­litieagent Jan Poirters. Met jullie Piet heb ik samen mijn eerste communie gedaan, hij zat aan de kant van de jongens, ik bij de meisjes. Ik ben even oud, dus en­kele jaren ouder dan jij want jij was de jongste in jullie gezin. Jul­lie pa was kleermaker en je moe­der Cilia herinner ik me ook heel goed. Ja, ik ken iedereen die je opnoem­de en bij Mina Grotenbrecht moest ik afmijn broer Tiny alti jd boodschappen gaan halen. Bij Vas­co Gori waren we vaak te vinden, vooral de Italiaanse ijsjes waren lekker. Het was een fi jne gezellige buurt, waar onze ouders op zomeravon­den buiten zaten om gezellig wat te kletsen. Iedereen stond ook voor elkaar klaar, de mensen hiel­pen elkaar waar ze konden, en ook gingen ze bij elkaar wel eens wat lenen als ze tijdens het koken wat tekort kwamen. De kinderen mochten in de week-

• Schaatsen op het armenijs of (betaald) b

enden wat langer opblijven en speelden samen. Ik vergeet nooit meer dat we het spelletje 'voetje van de grond' deden. Dan moest

" Wat hebben we veel gevoetbald op het veldje bij Jan Mollen

Huub Horsten

Page 31: Koningshoeven e-magazine

mmen en schaatsen

ij de ijsclub. Het gebouw aan de Ijsclubweg is verloren gegaan. foto Regionaal Archief Tilburg

je zorgen dat je ergens op zat. Je mocht niet staan, dan werd je aan­getikt en was je af. Zo gebeurde het dat iemand op de vensterbank van de familie Weijters sprong en na een rotkla p was het raam aan diggelen. Wij durfden niet meer achterom naar onze ouders. Toen kwam Jan Weijters, en vroeg wie het gedaan had, maar wij wisten van niets, zo solidair als we wa­ren. We hebben ook veel gespeeld in het lege kippenhok van Max Teur­lings. Het veldje tussen Jan Mol­len en Vasco Gori, daar stonden voor de oorlog ook huizen totdat er met de oorlog een bom op viel.

Alles was kapot en er waren ver­schillende doden. Ik heb ook leren zwemmen in het kanaal, mijn vader deed een touw

" Iemand sprong bij voetje van de vloer op de vensterbank. Het raam was aan diggelen. PV (Nelly)

om mijn middel. Het was te ge­vaarlijk om daar te wonen als je niet kon zwemmen, vond hij. Er zijn heel wat mensen verdron­ken. Zoveel herinneringen, ook aan het havenstraatje, aan Manus die daar woonde en die wij altijd uitjoelden. Wij hebben daar op de 'Hoeven' echt kind kunnen zijn. We waren altijd buiten. We zullen die mooie herinneringen altijd blij­ven koesteren.

Huub Horsten: Even iets ophelderen: Wij waren thuis met drie broers Piet, Berry en Henk. die Berry is later 'Huub'

gaan heten, omdat mijn eerste do­opnaam Hubertus was. Fantas­tisch jouw verhaal... alles komt weer boven en wat een leuke jeugd.

Jan van Doremalen: Voetbal op Koningshoeven. In de seizoengids 2014-2015 van Voet­bal International staat: Als Wil­lem Il in 1924 neerstrijkt aan de Goirleseweg in Tilburg, heeft het enkele decennia zijn thuiswed­strijden afgewerkt aan de Ko­ningshoeven. De Tricolores hebben daar grote successen behaald. Zo is de club in 1916 de eerste landskampioen buiten de Randstad. Deels uit bij­geloof en deels uit bittere nood­zaak verhuizen de doelpalen en de tribune mee naar het nieuwe onderkomen. Het vroegere sportpark van Wil­lem Il lag aan de Hoevenseweg, waar later Ducon een deel Aabe (en nog later een busremise) kwam en deels tegen het kanaal. Op Koningshoeven lag ook de ijsclub (voordat het kanaal er was), en is ook NOAD opgericht (in cafe Duizend Likeuren).

Aanvulling redactie Brabants Dagblad: Koningshoeven heeft een beken­de voetballer gekend: Toon Becx (1920-2013). Hij speelde 329 wed­strijden voor Willem Il en scoor­de 113 keer. Toon Becx speelde van 1939 tot 1956 bij Willem Il. In die periode werden de Tricolores twee maal landskampioen. Hij woonde in een van de drie vrij­staande witte huisjes, die naast el­kaar liggen. Zijn huis staat nog leeg, dd september 2014.

" Willem 11 behaalde vroeger op Koningshoeven grote successen

Jan van Doremalen

Page 32: Koningshoeven e-magazine

Stijn Molenkam Stijn Molenkamp is geboren en getogen op historische grond: de Willemshof, het jachthuis/tuinhuis van koning Willem 11.

TILBURG - Stijn (Constantijn) Mo­lenkamp (54) is telg van de beken­de kunstenaar Nico Molenkamp. Kunstschilder Molenkamp sticht­te op Koningshoeven een gezin met vier kinderen. De meeste kin­deren volgden de voetsporen van vader. Vooral zus Charlotte (die in de statige villa op nummer 20

woont) timmert aan de weg. De Molenkampen waren een bij­zondere familie. Hun woning, het jachthuis van Willem Il, stond wat achteraf. De Willemshof was een geliefde pleisterplaats voor kunstenaars, voor artiesten die op­traden in de schouwburg, voor collega's van het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten in Antwerpen waar vader doceerde. Bovendien waren de drie zussen van Stijn knappe verschijningen, zodat veel jongeren de weg naar Koningshoeven wisten te vinden. "Er was altijd reuring", herinnert Stijn zich. Hij vertelt dat het zijn vader op een gegeven moment te veel werd. Op een dag besloot Nico

Molenkamp een bord bij de poort te hangen met de tekst dat nie­mand welkom was. Stijn: "Hij loopt op het pad, het bord onder zijn arm. Een grote limousine rijdt het pad op. Mijn vader smijt het bord in de heg. Blijkt in de au­to een kunstverzamelaar te zitten, die alles wat in het atelier stond, heeft gekocht." Het gezin Molenkamp had ge­noeg aan zichzelf en de grote vriendenkring. Zij hadden de an­deren niet nodig. En, aldus Stijn, ze waren kritisch over anderen. Niet altijd terecht, vult hij aan. "Koningshoeven was de wereld, buiten de poort wachtte het naak­te bestaan. Binnen was het be­schermd." De kinderen Molen­kamp liepen samen naar de school aan het Lourdesplein. Ze bouwden hutten in de weilan­den. Ze hadden een ezel en ze schaatsten in de ondergelopen tuin. Ze speelden vooral in de ei­gen tuin; de nabijgelegen wijk jeruzalem was hen vreemd. In de artistieke sfeer binnenhuis

werd volop gediscussieerd over de ernstige zaken des levens. "Daardoor was ik wat voorlijk, eer­der volwassen." Hij zette zich af tegen zijn milieu. Na het Theresia­lyceum wilde hij per se naar Nijenrode, de universiteit voor de zakenwereld. De jonge Molen­kamp kwam er snel achter dat hij daar niet gelukkig zou worden. Dus werd het toch de kunstacade­mie in Tilburg waar hij les kreeg van Marlene Dumas en jan Dibbe­tso Zijn stijl? Die lijkt op zijn va­der, zegt hij zelf. Ook Stijn heeft dat 'tobberige werken' dat altijd al­les beter kan. Net als zijn vader is hij niet bang voor grote formaten en voor kleuren. Stijn was twintig toen hij vertrok van Koningshoeven. jaren gele­den heeft hij overwogen het jacht­huis te kopen. Maar hij had er het geld niet voor en bovendien schat­te hij in dat zijn vrouw niet blij zou zijn met zijn terugkeer. "Het verleden kun je niet meer terugha­len. Dat is een idee-fixe. Maar je komt er nooit van los, helaas. Want het heeft ook druk opgele­verd. Zoals wij woonden op Ko­ningshoeven, dat was de maatstaf voor je verdere leven." "Of wij buitenbeentjes waren? Het waren daar allemaal buiten­beetjes. Mensen dachten wel dat het ons allemaal kwam aanwaai­en. De Molenkampen ging het wel goed, vond men."

Koningshoeven, lustoord van koning Willem 11 TILBURG - Koningshoeven, ofwel de vorstelijke achtertuin van Til­burg heeft zijn wortels tot in het koningshuis. De Koningshoeven ontleent zijn naam aan de vijf hoeven die in het bezit waren van koning Wmem II (1792-1849). Dat waren de Sophiahoeve, de Wil­lemshoeve dat later Schaapskooi werd, de Alexanderhoeve, de Hen­drikshoeve en de Annahoeve of Torentjeshoe( Koning Willem II koopt het bezit vanaf 1834 met de bedoeling de heidegebieden te

ontginnen. En hij legt zich toe op veeteelt. De koning verblijft graag in Tilburg en koopt een tuinhuis met pleziertuin aan de Leij, ook wel jachthuis genoemd. Daar spreekt hij de vaak aangehaalde woorden: .,Hier adem ik vrij en voel ik me gelukkig." Zijn huis is nu een rijksmonu­ment. Het huis wordt bewoond, maar niet meer door een Molen­kamp. Achter het huis strekte zich destijds de heide uit. De aan­leg van het Wilhelminakanaal, in

1920, zette een streep door de on­eindige jachtvelden. Het water van de Leij was ge­schikt voor textielververijen. De Duitser Casper Houben was de eerste. Hij bouwde de villa op nr. 20. Meer fabrikanten volgden zijn voorbeeld met in hun kielzog de arbeiders. Eind negentiende eeuw verrijzen naast de bedrij­ven de woonhuizen en lusttui­nen. De straat was vroeger langer. Het huidige Koningshoeven be­gint nu bij hotel Bastion.

Page 33: Koningshoeven e-magazine

ps wonderlijke jeugd

• Stijn (Constantijn) Molenkamp betrapt tijdens het spel in de tuin achter de Willemshof foto Wil van Dusseldorp

• De Willemshof is het voormalige jachtverblijf van koning Willem 11. Stijn Molenkamp bracht er zijn jeugd door. foto Regionaal Archief Tilburg

• Het gezin Molenkamp aan de dis in de Willemhof. foto Wil van Dusseldorp

• Nico Molenkamp aan het werk in zijn atelier op Koningshoeven. foto Wil van Dusseldorp

Page 34: Koningshoeven e-magazine

Over de huizen Er is veel gesloopt op Koningshoeven: villa's en gewone huizen. De aanleg van de A58 en de Kempenbaan eiste zijn tol.

TILBURG - Het graven van het ka­naal zette een streep onder de gro­te jachtvelden van Willem 11. Net zo ingrijpend was de aanleg van de A58 en de Kempenbaan. De Ko­ningshoeven verloor daarmee de functie van doorgaande weg naar Eindhoven. Overigens weten ken­ners de weg wel degelijk te vin­den als het verkeer eens stil staat op de snelweg. Met de komst van de nieuwe wegen, sneuvelde me­nig huis onder de slopershamer. Een hele rij arbeidershuisjes ver­dween, alsmede enkele villa's. De gedwongen verhuizing van de tex­tielarbeiders staat menigeen in het geheugen gegrift.

Elly Schel: Ik ben geboren op de Koningshoe­ven, toen op nummer 17. Wij woonden in de witte huizen voor het Cenakel en voor mij is dit het mooiste stukje Tilburg. Het was zelfs een voorrecht om daar te wo­nen, want we mochten gebruik maken van de hele grote tuin van het klooster.

Ook hebben wij Driekoningen ge­zongen en als eerste bezochten we de villa van Van de Mortel waar mevrouw Houben woonde. Dan mochten we bij de grote boom in de hal zingen, wat na­tuurlijk heel spannend was.

Mijn vader werd nogal eens geroe­pen om daar iets te maken als er wat stuk was. En elke dag kwam tante Doortje langs die daar haar werk had. Op vrijdag, als ze haar boodschap had gedaan bij de VéGé kruidenier, gaf ze het snoep­je van de week altijd aan mij.

We hadden twee boerderijen naast ons. Aan de overkant stond ook een prachtige boerderij van

de familie Pijnenburg. Je raakt hier nooit over uitgespro­ken. En komen we elkaar weer eens tegen (de buren), dan voelen we ons weer even zo als het toen was. Fijn. Heel gemoedelijk.

Nog altijd als we bij de stoplich­ten staan zeg ik tegen mijn kinde­ren: hier heb ik nog gewoond. Hun antwoord: "Ja mam, dat we­ten we nu wel." Het was een klein dorpje op zich en nooit zal ik vergeten hoe het was en voor mij altijd zal zijn.

Mevrouw Movig-Verschuuren en mevrouw Van den Bogaard zien er nog hetzelfde uit. Mevrouw Van den Bogaard was vroeger be­vriend met mijn moeder. Zij heb­ben hun verhaal zo verteld, dat al­les weer een beetje herleeft.

WilPigmans: Door de komst van de Kempen­baan moest een deel van de straat, het eerste stuk tot de villa van de familie Nootenboom wor­den gesloopt en moesten vele be­woners gedwongen verhuizen.

Ik ben op I-jarige leeftijd in 1955 op nummer 19 komen wonen. Het verhaal van mijn nicht(je) EI­ly Schel die, naast ons, in het ouderlijk huis van mijn vader woonde op nummer 17 geeft mij dan ook een warm gevoel.

Tante Nel Pigmans (haar moeder) trouwde met mijn vader (Hein) zijn beste vriend Jan Schel en ze kregen drie dochters Hanneke, EI­ly en Mery. Ons gezin bestond naast ondergetekende uit mijn zus Anja en broer Eric. Wij woon­den in het middelste van de drie kleinere woningen. Aan de ande­re kant woonden Frans en Trees

• De witte huizen aan de Koningshoeven

Hack met hun kinderen Helrna, Marion en Jack. Daarnaast, het grotere huis, woon­de de familie Van Hees waarvan

" Ik ben er geboren en voor mij is dit het mooiste stukje van Tilburg

Elly Schel

Page 35: Koningshoeven e-magazine

die er zijn gesloopt

zijn gesloopt voor de aanleg van de Kempenbaan. foto Elly Schel

'ome Janus' (alle buren waren in die tijd oom of tante) de tuinman was bij de familie Houben. Ik was in die tijd bevriend met hun zoon Henk.

Onze huizen waren van de fami­lie Houben en "ome Janus" haal­de vaak de huur op. (fl. 4,= per week of zoiets). Onze tuinen wa­ren erg diep en liepen door tot aan de schutting van het Cenakel.

Je speelde eigenlijk altijd buiten (er waren ook maar enkele men­sen met tv). De Mariagrot bij het Cenakel werd vaak beklommen als er geen 'retraites' waren, want

dan was het verboden terrein. De tuinman van de zusters en zijn vrouw, Kees en Jeanne de Jong, hadden een groot gezin. ie-

" Ja mam, we weten nu wel dat jij hier vroeger hebt gewoond

Elly Schel

dereen was van dezelfde leeftijd als de kinderen van ons gezin, dus er waren vriendjes en vrien­dinnetjes in overvloed. Velen heb­ben ook nog steeds contact met el­kaar.

Ook zijn velen van ons lid ge­weest van het Jongerenkoor Ko­ningshoeven. Kees en Jeanne de Jong tekenden in ons receptie­boek bij het trouwen ook als "o­me en tante tuinman", Dat gaf mooi aan hoe hecht die gemeen­schap was.

Op nummer 13 woonde de fami­lie Claassen. Ook een groot gezin

waar hard gewerkt werd op de ei­gen boerderij. Ook deze kinderen waren, op een na, mannen. Zij worden nog regelmatig ontmoet. Recent nog bij Trappisten, toen ze aan het trainen waren voor de jaarlijkse Kevelaer Bedevaart. (Het fietsen bedoel ik.)

Mooi is ook om te vermelden dat bij het overlijden van familie ver­schillende kinderen van de Ko­ningshoeven in de kerk zitten. Dan snap je meteen die, niet zichtbare, band die er toch is. Ik zat hierover nog met Wim van der Bruggen te bomen. Daarbij kwam het kapelletje aan het ein­de van de Koningshoeven nog even ter sprake. Aan het einde van de straat, waar de weg om­hoog liep naar de brug, (inmid­dels ligt daar het talud van de snelweg) stond dat kapelletje (meer een nis) tegen de 'Biezen­waai' van Guus(je) van der Meijs op nummer '5, inmiddels Biest­Houtakker. Al enige tijd speelt de gedachte om dat in ere te herstel­len en mevrouw Lot Movig-Ver­schuuren heeft daarvoor zelfs een stukje van haar perceel beschik­baar gesteld. 'De Hoeven' leeft dus nog steeds. Misschien toch weer tijd voor een reünie. De laatste in het clubhuis bij Were Di was geweldig.

Henny: Berrie de Jong was de zoon van tuinman Piet de Jong. De familie Van Hees woonde naast het Cena­kel, op nummer 25. Die 'hele buurt' kreeg elk jaar van de zus­ters allerlei soorten groenten tij­dens het oogstfeest.

" De Mariagrot bij het Cenakel werd vaak beklommen

Wil Pigmans

Page 36: Koningshoeven e-magazine

De gezinnen waren groot Koningshoeven telde veel grote gezinnen. Kinderen hadden altijd speelkameraadjes in de buurt.

TILBURG - Jack Wagemakers (69) heeft het grootste deel van zijn le­ven doorgberacht op de Konings­hoeven, in villa Fleurette. Fleuret­te is een van de karakteristieke panden op Konignshoeven. Op de geboortedag van Jack Wage­makers, 6 december 1944, kocht zijn vader het huis dat toen nog Biezenwei heette. Het huis was flink beschadigd tijdens de laatste oorlogsdagen. Aan de andere kant van het kanaal lagen de Duitse sol­daten; in de villa verschansten zich de geallieerde troepen. Het kostte twee jaar aan herstel­werken en verbouwen voordat de familie Wagemakers er in kon wo­nen. Door de woningnood, net na de oorlog, moesten grote huizen gesplitst worden zodat er meer ge­zinnen konden wonen. De rech­terhelft van de villa, waar nu Wal­ter en Marlies Scheepens wonen, is om die reden lange tijd ver­huurd geweest. Zeven kinderen zijn opgegroeid in het statige huis. De villa is ver­noemd naar een van de zeven kin­deren: Fleurette Wagemakers. Zij heeft lange tijd in Zwitserland ge­woond en is daar vorig jaar overle­den. Achter villa Fleurette lag TéWé, de handelskwekerij van Wagema­kers. Het was een groot bedrijf: de kassen namen zesduizend vier­kante meter in beslag. Eind jaren negentig vertrok de kwekerij van Koningshoeven. Een klein deel van de enorme kassen staat nog overeind. Die worden verhuurd door Harrie van Cast­eren van Hacas, op nummer 77. Van Casteren kocht be in deze

eeuw de grond van Wagemakers. Achter de kwekerij, zo herinnert Jack Wagemakers zich, lag een eendenvijver en een groot jacht­terrein. Daar loopt nu de Kempen­baan. Hij weet ook nog dat verder­op in de straat een honden- en kattenasiel was van mevrouw Van Opheusden. In dat huis woont nu kunstenares Hanneke Mols. Zij heeft de oude naam Bie­zenwei in ere hersteld en haar huis zo genoemd. Jack, vroeger werd hij Jacko ge­noemd, trouwde in 1970 en be­trok toen het (kleinere) rechter­deel van Fleurettte. In 1976 ver­huisden zijn ouders naar Ber­kel-Enschot en verkaste hij naar de grote woning links. Heel even woonde broer Joost in het rechtse deel, totat het in 1986 aan Walter en Marlies Scheepens is verkocht. Koningshoeven is voor hem syno­niem aan een prettige omgeving. Hockeyen op straat, schaatsen op de eendenvijver, dienen als mis­dienaar bij het Cenakel. In de omgeving woonden volop grote gezinnen van zeven, acht kinderen.

" In villa Fleurette waren aan het eind van de oorlog de geallieerde troepen gelegerd Jack Wagemakers

Jack Wagemakers vertelt met smaak over de bezoeken aan de Trappistenabdij. De firma Wage­makers bracht voor Kerstmis plan­ten naar de Trappistenabdij en kreeg er een kratje bier en een kal­koen voor terug. Er was een broe­der, zo weet Jack Wagemakers, die wel twintig flesjes in zijn monnikspij kwijt kon. Koningshoeven kende ook scha­duwzijden. Het riviertje de Leij was ook figuurlijk een waterschei­ding: je woonde voorbij het water of voor het water. Het water van de Leij was uiter­mate geschikt voor de textielver­verijen. Jack Wagemakers kan zich de stank van de textielverve­rijen nog voor de geest halen. Om die reden hield hij bij tijd en wij­len zijn kinderen binnenshuis. De aanleg van de Kempenbaan veranderde het karakter van Ko­ningshoeven. Wagemakers ver­loor als het ware zijn natuurlijke biotoop. In 2008 verkocht Jack Wagema­kers het linkse deel van de villa. Het huis was hem te groot gewor­den. En hij vond de Koningshoe­ven 'verrommelen'. Sindsdien woont er geen Wagemakers meer op Koningshoeven.

• Luchtopname van de kwekerij Wa­gemakers aan de Koningshoeven. foto Jack Wagemakers

Page 37: Koningshoeven e-magazine
Page 38: Koningshoeven e-magazine

Koningshoeven Veel reacties over Koningshoeven zijn van de jaren vijftig, maar toen was de Koningshoeven al veel veranderd.

TILBURG - Piet van de Ven is in 1933 geboren op Koningshoeven. Hij is de zoon van Marinus van de Ven en Dien van Hees. Hij woon­de op Koningshoeven 191 en na de eerste verandering in 1954 op nummer 7.

"Ik ken de Koningshoeven nog van voor de oorlog. Paarden van de boeren en van de Trappisten bepaalden het straatbeeld. Soms reed er een auto. We hebben het Duitse leger met veel machtsver­toon zien binnen trekken en ke­ken onze ogen uit. Het was een straat met kinderkop­jes, zonder riolering en verharde trottoirs, met spaarzame straatver­lichting. De arbeiderswoningen la­gen tussen de villa's, het klooster en boerderijen ingeklemd. Het waren hechte gemeenschappen.

De Koningshoeven telde naast de grote fabrieken zoals AaBe en Ver­schuuren-Piron veel zelfstandige bedrijfjes. Er waren drie boerderij­en. Graat Claassen bij het cenakel, Sjaak Pijnenburg op de hoek van de IJsclubweg en Toon Pijnen­burg (geen familie) tegenover AaBe. Zo was er ook het garage/taxibedrijf inclusief ijzer­warenwinkel van Janus Bierings met een benzinepomp voor de deur. Er waren twee bakkers (Waas en Smulders), de slager Harrie van de Sterre, en drie groenteboeren waaronder Jan van Bilsen op de IJsclubweg en Dielis­sen vooraan bij de kerk. Jan van Loon had een groentewinkel naast café Langerijt. De fietswin­kel van Toon Meulenbroek was naast de kerk. Verder waren er een schoenmaker Van de Wouw naast AaBe en een kolenboer Van de Hoof die een draaiorgel bezat. Edward Gowie had een sigaren-

winkel, die zijn dochter Ester met Willie van de Brekel voortzetten op de hoek van de Fatimastraat. Ook waren er twee bloemisten -jan Koetseruiter op de 'Voetbal­weg' (nu Fatimastraat), die nog ooit een prijs won voor zijn spe­ciale Begonia's, en janus van Bil­sen. Zijn broer teelde tuinplan­ten. Direct over de Schone Leij was de groothandel in groente en fruit van Bernhard Hexpoor. 1\vee oudere dames hadden naast bakker Waas een manufacturen­winkel. Steef van de Berg was de kruidenier in een nieuwe winkel.

Maar heel belangrijk waren de drie cafés. Zo was er naast villa Dennenhage het kleine cafe van janus Abeelen. Bij het verenigings­gebouw 'De Vekom' was het café van janus van de Langerijt en het café van Naris Schuls was tegen­over de kruidenier. Niet mee tel­de 'Het huis met de Duizend Li­keuren' van Kees de Rijer en Casi­no van Govert Kolen. janus Abee­len verhuisde na de oorlog naar een nieuw café in Jeruzalem. Het bestaat nog steeds als wijkcen­trum.

Dus Koningshoeven was een be­drijvige straat en geen 'aanhang­sel' van Tilburg. Het was druk op Koningshoeven als met warm weer iedereen ging zwemmen in het kanaal in Biest en Houtakker. In de winter gingen veel mensen schaatsen op de verlichte ijsclub naast de Leij. Naast fabrikanten en bestuurders woonde tegenover het Cenakel, prof. dr. Weven, do­cent aan de Katholieke Hoge­school. Bij de fam ilie Van Delft woonde een dwerg, die in een prachtig gekleed zwart pak op straat liep en waar veel kinderen bang van waren.

• Cenakel Tilburg. foto: Regionaal Archief Ti

In de 'nieuwe huizen' tegenover Aa Be woonde Ivo de Wijs die la­ter een bekende cabaretier en lied­jesschrijver is geworden.

" Wekenlang werd je voorbereid door kapelaan Van Ooijen op die grote dag Willem Jonkergouw

Page 39: Koningshoeven e-magazine

voor en in de oorlog

Iburg

Koningshoeven heeft ook de ge­volgen van de oorlog en de onder­drukking meegekregen. Goof Konings sneuvelde in mei '940 bij de verdediging van ons land op de Grebbeberg,. Hij was getrouwd met Jes van Hees. 1\vee zonen van de burgemeester, Joost en Jan van de Mortel, zijn in het verzet omgekomen. Bij de Bevrij­ding werd ook de Koningshoeven beschoten en werden Tinus Krij­nen en Janus van GooI door die granaten geraakt. Alle bewoners schrokken toen Fientje van de Mortel, de dochter van de burge­meester, op 14 december 1940 tij­dens een rijtoer met haar paard

verongelukte. Het herdenkings­monument op de Hilvarenbeek­seweg bij het viaduct is nog aan­wezig. Het was een gemoedelijke

" De mensen kropen op hun stoelen, reikhalsden om te kijken en hielden hun adem in Wil lem Jonkergouw

veilige buurt om in te wonen on­danks het grote welstandsver­schil. Er werd getold en geknik­kerd op het enig stukje trottoir bij de villa van Van Delf, tegenover het Cenakel. Er was ruimte ge­noeg om te spelen achter de wo­ningen en in het Leijpark. De kin­deren gingen gezamenlijk naar school. De jongens in de Veemarktstraat en de meisjes in de Hoogvensestraat. De sociale controle was groot en dat onder­vonden we als we kattenkwaad uithaalden onderweg naar school. De bewoners hadden bewonde­ring en respect voor elkaar, onge­acht de grootte van de woning.

Een verhaal apart is de harmonie Willem 11. Ze was opgericht voor de oorlog maar mocht van de Duitsers in de oorlog geen mu­ziek maken, dus werd de harmo­nie tijdelijk stilgelegd. Na de oor­log werd ze weer actief en zocht nieuwe leden. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst, was een wijze raad. Dus werd de school (jongens) benaderd en die leverde de nieuwe leden. Na een leertijd van 3 maanden mochten we al met het corps meespelen. On­denkbaar in deze tijd, nu twee jaar studeren heel normaal is.

Het was een mooie tijd. Mensen vierden weer feest bij een huwe­lijk of zilveren bruiloft en daarbij bracht de harmonie dan een sere­nade. Kwamen de jongens terug uit de Oost, dan werden die met muziek ontvangen. Dat het ook serieus kon zijn bij de harmonie was duidelijk, want in 1948 haal­de de harmonie de eerste prijs bij­een muziekconcours. Daar is nog een foto van. Vele bewoners van Koningshoeven, jong en oud, wa­ren lid van de harmonie. In 1954 is de Koningshoeven ver­anderd, toen werd de snelweg naar Eindhoven over de betonnen brug aangelegd. De Koningshoe­ven was een rustige straat gewor­den. Een weg alleen nog naar Moergestel. Maar in 1969 kwam de grore afbraak. Alle oude hui­zen gingen tegen de vlakte en de Kempenbaan werd aangelegd. Al­leen het laatste stukje, zoals het nu is, bleef nog over. Weg waren de mooie herinneringen aan leu­ke tijden en aan dierbare mensen die nu allang dood zijn.

" Wie gaat er nu nog zo naar de kerk? iedereen keeeek ... Ik kreeg het helemaal warm Willem Jonkergouw

Page 40: Koningshoeven e-magazine

Buitenbeentje op rand van Tilburg