Koesignalen Vruchtbaarheid

44
Koe SIGNALEN ® Vruchtbaarheid Praktijkgids voor tochtigheid en drachtig krijgen

description

Complete boek van de serie koesignalen

Transcript of Koesignalen Vruchtbaarheid

Page 1: Koesignalen Vruchtbaarheid

KoeS IGNALEN®

VruchtbaarheidPrakt i jkgids voor tocht igheid en dracht ig kr i jgen

Titel Vruchtbaarheid 06-12-2007 12:14 Pagina 1

Vruchtbaarheid0208.indd 1 18-02-2008 10:18:39

Page 2: Koesignalen Vruchtbaarheid

Auteur Jan Hulsen, Vetvice®

Foto’s: Jan Hulsen (tenzij anders vermeld) Anneke Hallebeek (p. 13, 33, 35, 43) Marcel Christianen (p. 25)

Tekeningen: Marleen Felius (p. 4, 13, 17, 21, 32, 36, 38, 41) Dick Rietveld (p. 7, 14, 20, 22, 27, 31)

Vormgeving: Erik de Bruin, Varwig Design

Eindredactie: Maud van der Woude

Met medewerking van: Dick de Lange

Kritische lezing manuscript: Paul Hulsen Dick de Lange Nico Vreeburg

Met alle dank aan: Joep Driessen, Marcel Drint, Frido

Hamoen, Henk Hogeveen, Joost Klop, Adri Maas, Toon Meesters, Adri Peeters, Jeroen Peeters, Kees Peeters, Annelies Pernot, Maarten Pietersen, QMPS/Cornell University, Alfons van Ranst, Jack Rodenburg, Roel Roelofs, Ad Rijvers,

Roodbont Uitgeverij

Postbus 4103

7200 BC Zutphen

tel. (0575) 54 56 88

fax: (0575) 54 69 90

www.roodbont.nl

[email protected]

Roodbont Uitgeverij is onderdeel

van Tirion Uitgevers.

Vetvice BV®

Moerstraatsebaan 115

4614 PC Bergen op Zoom

tel. (0165) 30 43 05

www.vevice.com

[email protected]

Kees Simons, René de Theije, Bill Tranter, UGCN, Jansje van Veersen, Sietse Venema, Peter Vercauteren, Peter Vos, Bertjan Westerlaan, Dirk Zaaijer. En vele veehouders en anderen die op een of andere wijze inspiratie, kennis, hulp en openheid hebben geboden.

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd

en/of openbaar gemaakt door middel van druk,

fotokopie of op welke andere wijze dan ook, zon-

der voorafgaande schriftelijke toestemming van

de uitgever.

Auteur en uitgever hebben de inhoud van deze

uitgave met grote zorgvuldigheid en naar beste

weten samengesteld. Auteur en uitgever aanvaar-

den evenwel geen aansprakelijkheid door schade,

van welke aard dan ook, die het gevolg is van

handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn

op bedoelde informatie.

Koesignalen® is een gedeponeerd merk van

Vetvice®.

© Jan Hulsen, december 2007

ISBN: 978-90-8740-011-8

NUR: 940

Vruchtbaarheid maakt deel uit van de

Koesignalenreeks, samen met: Koesignalen,

Klauwen, Jongvee en Uiergezondheid.

Colofon

2

Vruchtbaarheid0208.indd 2 18-02-2008 10:18:42

Page 3: Koesignalen Vruchtbaarheid

Elk jaar een kalf 4

1 Opschonen en tochtig worden 6

Voeding 6

Succesfactoren bij transitie 8

Vaarzenintroductie 9

Organisatie afkalven 10

Verloshulp 11

Opstarten: de koe 12

De nageboorte 13

Huisvesting en management 14

Controle van geslachtsapparaat 15

2 Tochtig zien 16

Succesfactoren bij tochtig zien 16

Gebruik hulpmiddelen 17

Tochtigheidssignalen 18

Cyclus en cyclussignalen 19

Inseminatietijdstip 20

Pinken 21

Inseminatietechniek 22

Standaard werkwijzen 24

Inseminatie en organisatie 25

3 Drachtig worden en blijven 26

Veel embryo’s sterven af 26

Minder stress, minder embryo-sterfte 28

Voeding 29

Niet-drachtigheidsdiagnostiek 30

Niet drachtig: en nu? 31

Meer weten van de dracht 32

Embryotransplantatie en OPU 33

De stier 34

Verwerpen 35

4 Doelen, meetpunten,

procesmanagement 36

Management 37

Procesmanagement 38

Kengetallen en fokkerij 39

Werkwijze veehouders in het buitenland 40

Tochtig spuiten en hormoonprogramma’s 41

Economie 42

Ozo’s en weetjes 43

Index 44

Inhoudsopgave

3

Vruchtbaarheid0208.indd 3 18-02-2008 10:18:43

Page 4: Koesignalen Vruchtbaarheid

4

Droogstands-

rantsoen,

comfort,

beweging,

ventilatie,

geen stress,

fris water,

gezonde

klauwen,

gezond uier.

Juiste

moment,

juiste

techniek.

Vruchtbaar

sperma.

Rust,

geen stress,

geen ziektes.

Geen

stress,

rust,

hygiëne.

Geen

beschadi-

gingen van

geboorte-

weg.

Geen infecties

Positieve energiebalans, goede voedingstoestand

incl. mineralen, gezond, gezonde benen en klauwen.

Baarmoeder schoon

en gezond.

Droogstand Afkalven Opstart lactatie (wachttijd) Insemineren/dekken

Dracht

Kalf

Vraag: Je wilt dat al je koeien de komen-

de tijd goed drachtig worden. Hoe doe je dat?

Antwoord:Een koe wordt drachtig als haar baar-moeder gezond is en als haar voeding, energiestatus en gezondheid goed zijn. Vervolgens moet je haar op het juiste moment en op de juiste wijze insemi-neren met vruchtbaar sperma.

Wees succesvol, denk vooruit

I n l e i d i n g

Elk jaar een kalf Bedrijfseconomisch is het nog altijd optimaal om elke koe elk jaar een kalf te laten krijgen.

Makkelijker gezegd dan gedaanKoeien drachtig maken klinkt eenvou-dig, maar toch is vruchtbaarheid op veel bedrijven een probleem. Allereerst is er, rond afkalven en in de eerste maand van de lactatie, de grote invloed van voeding en koegezondheid. Deze twee zaken goed voor elkaar krijgen is de grootste houde-rij-uitdaging op vrijwel elk melkveebe-drijf. Ten tweede is het drachtig maken, meestal door inseminatie, van koeien een nauwgezet karwei dat veel betrokken-heid, zorg en vakmanschap vraagt. Zorg

kost tijd en die staat nogal eens onder druk. Vakmanschap kun je trainen.Vakmanschap, zorg, betrokkenheid en motivatie worden gestimuleerd als je direct het resultaat ziet van wat je doet. Dit vraagt om scherpe controlepunten, die je direct vertellen hoe het nú gaat (procesindicatoren). Terwijl het na inse-minatie nog minstens een maand duurt voordat je zeker weet of de koe drachtig is geworden.

Vruchtbaarheid0208.indd 4 18-02-2008 10:18:50

Page 5: Koesignalen Vruchtbaarheid

5

Droogstands-

rantsoen,

comfort,

beweging,

ventilatie,

geen stress,

fris water,

gezonde

klauwen,

gezond uier.

Juiste

moment,

juiste

techniek.

Vruchtbaar

sperma.

Rust,

geen stress,

geen ziektes.

Geen

stress,

rust,

hygiëne.

Geen

beschadi-

gingen van

geboorte-

weg.

Geen infecties

Positieve energiebalans, goede voedingstoestand

incl. mineralen, gezond, gezonde benen en klauwen.

Baarmoeder schoon

en gezond.

Droogstand Afkalven Opstart lactatie (wachttijd) Insemineren/dekken

Dracht

Kalf

De oppervlakte van de pijlen geeft het belang weer voor de vruchtbaarheid. Het succes van inseminatie hangt dus sterk af van de voeding en gezondheid in de voorliggende periode. De lengte van deze periodes zijn managementkeuzes. Die bepaal je dus zelf.

DroogstandDe droogstand legt het fundament voor probleemloos afkalven, opschonen van de baarmoeder en voor een vlotte start van de lactatie wat betreft voeropname en stofwisselingsproblemen.

Opstart: 8 weken voorbereidingNa afkalven krijgt de koe een rustperiode van circa 8 weken. In deze wachttijd verkleint de baarmoeder zich en schoont die zich op, zodat ze klaar is voor de volgende dracht. De koe mag niet te veel conditie verliezen en moet zo snel mogelijk uit de negatieve energiebalans zijn. Alleen dan zullen haar eierstokken en hormooncyclus goed functioneren. Voorts moet ze sterk zijn en gezonde benen hebben, zodat ze haar tochtigheid duidelijk zal tonen.

Inseminatieperiode: 6 weken oplet-ten en inseminerenNa de wachtperiode moet de koe zo snel mogelijk drachtig zijn, dus op het juiste moment succesvol geïnsemineerd worden. Succesvol insemineren bete-kent allereerst dat je het moment van de eisprong (ovulatie) moet weten. Want je wilt 6-12 uur voor de eisprong insemi-neren. Het moment van de eisprong kun je inschatten door middel van tochtig-heidswaarneming. De eisprong kan met hormooninjecties gepland worden.

Nazorg: 8 weken uitzonderingen en controlesKoeien die niet tochtig worden heb je tijdens de inseminatieperiode al opge-spoord. Nu wil je de niet-drachtige koeien zo snel mogelijk opsporen, zodat je kunt besluiten of je doorgaat met insemineren en om – zo nodig – te behandelen. De drachtigheidsgegevens laten je zien of de wachtperiode en de inseminatieperiode goed verlopen zijn.

De fases van vruchtbaarheidsmanagement

Je controleert voortdurend hoe het gaat, waarbij je voor-uit denkt. Ook probeer je te leren van het verleden.

Vruchtbaarheid0208.indd 5 18-02-2008 10:18:51

Page 6: Koesignalen Vruchtbaarheid

V o e d i n g1 . O p s c h o n e n e n t o c h t i g w o r d e n

6

VoedingBij droogstand is een maximale droge-stofopname doel én middel. De koe moet altijd kunnen en willen vreten, én ze mag niet vervetten. Daarvoor moet het rant-soen lekker zijn. En het dient de juiste hoeveelheid energie- en eiwit te bevat-ten, plus vitaminen, mineralen en spoor-elementen. Meestal lopen droge koeien gedurende de eerste vijf weken in de far off-groep, die structuurrijk, energiearm voer krijgt. Vanaf drie weken voor afkal-ven lopen ze in de close up-groep, met het transitierantsoen.Na de tweede afkalving lijkt het beter de droge koe 40 dagen in één groep te hou-den. Voorwaarde is dat je de verwachte kalfdatum exact kent en de koeien droog zet met een dagproductie van minder dan 15 kg melk!

Goed voeren, goed berekenenEen goed rantsoen is een zorgvuldig bere-kend en zorgvuldig gevoerd rantsoen, dat de koeien op de gewenste wijze opnemen en verteren. Smakelijkheid is erg belang-rijk. Niemand kan een goed rantsoen voeren met matige voedermiddelen. Ook droogstandvoeding begint met een goed gewonnen product, goed inkuilen, goed uitkuilen en goed voeren. Win en/of koop jij doelgericht ruwvoer voor de droge koeien (en voor het jongvee)?

De droogstand legt de basis voor probleemloos afkalven en probleemloos opstarten, en dus voor een vlotte volgende drachtig-heid. Sleutelwoorden zijn: een uitgebalanceerd rantsoen, een vitale koe, controle/beheersing en probleemloos afkalven.

Elke koe met de juiste conditie laten afkalven bereik je door de dieren met de juiste conditie droog te zetten. Dit vraagt een zorgvuldige voe-ding in de tweede helft van de lactatie. Deze koe heeft de ideale conditie van 3,25.

Opschonen en tochtig worden

Succesfactoren droogstand: uitstekend koecomfort, bewegingsruimte, goed opzicht, correct rantsoen, geen stress, geen risico’s, hoge kwaliteit van werken.

Vruchtbaarheid0208.indd 6 18-02-2008 10:18:55

Page 7: Koesignalen Vruchtbaarheid

Goed voeren, goed eten!De belangrijkste voedingsfactor die het tochtig worden beïnvloedt, is de energie-balans. Het verloop daarvan toont zich in de conditiescore (BCS). Een doel van de voeding in de transitieperiode zou moe-ten zijn dat elke koe tochtig is geweest vóór de 40ste dag. Dat doet ze als ze géén of weinig conditie verliest (<1 punt). De meeste koeien maken een periode met een negatieve energiebalans door. Deze begint enkele dagen voor afkalven, bereikt een dieptepunt op twee weken en eindigt gemiddeld zes weken na afkalven. De diepte van de negatieve energiebalans hangt vooral af van de voeropname, veel meer dan van de melkproductie.Een goede voeropname tijdens de eerste maanden na afkalven begint in de weken vóór afkalven. Koeien die op de dag voor afkalven veel vreten, doen dit ook in de eerste maand na afkalven. En vice versa.

V o e d i n g1 . O p s c h o n e n e n t o c h t i g w o r d e n

7

De pensflora breekt de energiedragers in het voer af tot vluchtige vetzuren. Deze vetzuren worden door de vlok-ken op de penswand opgenomen en zijn een energiebron voor de koe. Structuur en speeksel (herkauwen) zorgen ervoor dat de pens-pH niet te veel daalt (buffering).Om begin lactatie pensverzuring te voorkomen, moe-ten de pensvlokken zo veel mogelijk vetzuren per minuut opnemen, dus zo talrijk en zo lang mogelijk zijn. Propionzuur stimuleert de ontwikkeling van lange pens-vlokken. Dit zuur ontstaat uit suikers en onbestendig zetmeel. Vandaar dat deze bestanddelen in een transi-tierantsoen horen (bijv. behandelde granen).Pensverzuring maakt dat de koe minder vreet én ver-mindert de opname van voedingsstoffen. Het is een belangrijke oorzaak van overmatige vermagering en klauwproblemen.

Droge koeien moeten onbeperkt lekker eten hebben en niet selecteren. Je ziet schone snuiten en geen zoekge-drag – zoals hier –. Vergelijk het structuurgehalte van het restvoer met het rantsoen. Controleer tweemaal daags de pensvulling en de mest van élke koe, en wekelijks de conditie.

Onbeperkt schoon water, uitstekende ventilatie, optimaal ligcomfort en beweging stimuleren de vitaliteit van de droge koe. Vermijd verder alle vormen van stress: verplaatsing, hitte (≥ 21 ˚C), jeuk, verwondingen, kreupelheid, enzovoort. Oppervlak strooiselbed: ≥ 9 m2 per koe.

Voeding kan tot wel tweederde van de verschil-len veroorzaken in vruchtbaar-

heidsresultaten tussen

bedrijven

De transitieperiode: van drie weken voor tot drie weken na afkalvenDe voeropname vermindert gedurende de laatste drie weken voor afkalven. Deels is dit onvermijdbaar. Deels hangt het af van beheersbare factoren: stress, smakelijkheid van het rantsoen, beschikbaarheid van water, vitaliteit van de koe.

Vruchtbaarheid0208.indd 7 18-02-2008 10:19:01

Page 8: Koesignalen Vruchtbaarheid

TweelingdrachtEen koe met een tweelingdracht neemt in de laatste vijf weken voor afkalven min-der voer op. Geef haar een rantsoen met een hoger gehalte aan energie, eiwit en andere voedingsstoffen, zodat ze zo min mogelijk conditie verliest. Plaats haar de gehele droogstand in de close up-groep. En zorg dat ze niet te mager is bij droogzet-ten (BCS > 2,5).Let extra op bij afkalven. Een koe met een tweeling heeft meer kans op geboortepro-blemen, door melkziekte en/of verkeerde ligging van een kalf.

S u c c e s f a c t o r e n b i j t r a n s i t i e1 . O p s c h o n e n e n t o c h t i g w o r d e n

8

De koe is gezond en vrij van parasieten, wonden, kneuzingen en ontstekingen. Ze heeft gezonde, goedgevormde klauwen.

De koe vreet en drinkt met graagte en zonder te selecte-ren. Ze heeft continu een pens-vulling tussen 3,5 en 4. Haar mest is goed verteerd en redelijk gevormd (consistentie 3 tot 4 ). Ze kan continu beschikken over lekker voer en water.

Regelmatige controle van:• voer:temperatuur,

selectie, samenstelling• bloed:mineralenen

spoorelementen• bloed:NEFA’s (energiebalans)• urine:pH

Op geen enkel moment verliest een koe het contact met haar groep. Ze heeft ruim plaats om te kalven (met name vaarzen) in een frisse, vertrouwde, comfortabele ruim-te.

Succesfactoren bij transitie

De koe is actief en alert.

Dez

e pa

s af

geka

lfde

vaar

s he

eft

gave

hak

ken,

go

ede

bene

n en

een

mat

ig

gevu

lde

pens

(sco

re 2

). Ze

is

vui

l, du

s er

is m

eer

kans

op

baa

rmoe

dero

ntst

ekin

g.

Con

trol

eer

dit.

Ze h

oudt

ha

ar s

taar

t af

: waa

rsch

ijn-

lijk d

oor

besc

hadi

ging

(p

ijn) v

an d

e ge

boor

tew

eg.

Beh

ande

l haa

r hi

ervo

or e

n zo

rg d

at z

e ge

noeg

eet

, dr

inkt

en

ligt.

Wat vertelt deze vaars over haar transitie?Zoekplaatje

Vruchtbaarheid0208.indd 8 18-02-2008 10:19:10

Page 9: Koesignalen Vruchtbaarheid

V a a r z e n i n t r o d u c t i e1 . O p s c h o n e n e n t o c h t i g w o r d e n

9

Introductie van vaarzenDe introductie van vaarzen begint 8-6 weken voor de verwachte kalfdatum. Ze behoren dan tot de droge koeien. Start je dichter bij afkalven, dan is de vaars veel minder in staat grote veranderingen op te vangen.

GoedOok voor vaarzenintroductie geldt, dat het succes voortkomt uit de voorberei-ding. Je start met een grote, sterke, gezon-de vaars. Het dier gaat kalven op een datum die je vrij zeker kent, van een stier die lichte kalveren geeft. Je hebt een plan-ning, met datums, doelen en uitgewerkte werkwijzen, waarmee je die doelen gaat bereiken. Bijvoorbeeld klauwcontrole en -behandeling bij introductie.Voeg de vaarzen in groepjes toe aan de droge koeien.

Te laatDoor stress daalt de weerstand van de vaars en krijgt ze eerder baarmoederont-steking en uierontsteking.Een gestresste vaars blijft veel te lang staan. Dus ontstaan zoolbloedingen en bevangenheid, en schade door bevangen-heid herstelt zich nooit meer. Ze zal ook te weinig vreten en drinken, dus eerder pensverzuring krijgen. Fouten in de voe-dingstoestand (te hoge conditie, tekorten) zorgen dat het opschoningsproces van de baarmoeder slechter verloopt.Stress rondom afkalven maakt dat het geboorteproces niet goed doorzet, waar-door het risico op geboortewegbeschadi-ging, napijn en baarmoederontsteking stijgt.

Succesvoorwaarden voor introductie

GewendDe vaars is volledig vertrouwd met het rantsoen, het voerhek, de vloer en de ligboxen. Ze kent de geluiden en de geuren in de stalenzekentdekoppel.Enzekan grazen. (bij weidegang).]

GezondDe vaars heeft gezonde, goed gevormde klauwen. Ze is vrij van wonden, ont-stekingen, ziektes (onder andere BVD, para-tbc) en parasieten (schurft, luizen, maagdarm- en longwormen, leverbot). Afgestemdopdebedrijfssituatiebezitzegerichte weerstand tegen parasieten en infectieziektes als longwormen, IBR, BVD, E.coli/rota/coronavirus,enzovoort.

GevoedDe vaars heeft een conditiescore van 3,5. Haar mineralen-, vitamine- en spoorelementenbalans zijn op orde(Mg,Se,Cu,Co,I,vitE,vitA,enzovoort). Je hebt dit gecheckt met een bloedonderzoek.

GemakDe vaars kan comfortabel twaalfmaal daags vre-ten, drinken en rusten. Succesfactoren hiervoor zijn: voldoende bewegingsruimte (oppervlakte, grip, geen risicoplaatsen, rustplaatsen), weinig rangordestrijd (voermanagement, ruimte) en geen angst voor de veehouder en diens acties. In open stallen vertonen koeien minder schrikreacties.

Voorkom een te groot zucht-uier, dat slecht lopen en mastitis tot gevolg heeft.

Vruchtbaarheid0208.indd 9 18-02-2008 10:19:16

Page 10: Koesignalen Vruchtbaarheid

O r g a n i s a t i e a f k a l v e n1 . O p s c h o n e n e n t o c h t i g w o r d e n

1 0

Controle en ingrijpenEen koe die vlot en zonder hulp afkalft is gezond én lijdt het minst van het afkal-ven. Zorg voor een ruime stal en weinig stress. Je wilt elke kalvende koe goed kun-nen zien en beoordelen, om te weten dat het goed gaat. En je wilt gemakkelijk en hygiënisch ontsluiting en ligging van het kalf kunnen controleren. In een goede afkalfruimte kun je een koe snel vastzetten, waarbij ze ook kan gaan liggen. Je hebt veel licht, veel ruimte en kunt gemakkelijk bij de koe komen met allerlei spullen. Bovendien heb je alle hulpmiddelen bij de hand voor koe en kalf.

Vakmanschap en organisatieSlecht uitgevoerde afkalfhulp vergroot het risico op aan de nageboorte blijven staan, schedeontsteking en witvuilen. Witvuilen veroorzaak je doordat je tij-dens verloshulp de baarmoeder bescha-digt. Deze is daardoor minder goed in staat om zich samen te trekken en om bacteriën op te ruimen. Bij onhygiënisch werken breng je bovendien veel bacteriën in de baarmoeder, waardoor je de kans op witvuilen sterk vergroot. Een schede-ontsteking komt door overrekking en inscheuren. Door de pijn vreet het dier de eerste dagen slecht. Zonder behandeling ontstaat vaak een acute baarmoederont-steking en/of witvuilen.Vanaf het moment dat je de eerste blaas ziet, duurt de geboorte bij een koe 1 tot 4 uur, en bij een vaars 2 tot 6 uur.

Om elke koe de beste verzor-ging te geven moet je altijd op dezelfde manier werken. Juist de routine zorgt dat je nooit een onderdeel overslaat. Doe je telkens wat anders, dan heb je geen houvast voor controle en verbeteringen.Zorg dat je elke stap hebt doordacht. Bij voorkeur zet je je werkwijzen op papier. Of leg ze eens uit, bijv. aan een stageloper. Met een standaard werkwijze kun je ook de stal zo inrichten dat je altijd snel, gemakkelijk, prettig en goed kunt werken. En je weet wat je nodig hebt en wat niet.

Als koe kalft, dan afzonderen. Schrijf tijd+wat je ziet op bord.

Voel de koe op als:• 2 uur na uittreden van (blauwe) water-

blaas geen pootjesblaas (slijmblaas/wit) of pootjes te zien zijn;

• als je twijfelt.Verleen verloshulp als:

• bij een persende koe het kalf na een half uur niet verder is gekomen; • het kalf verkeerd ligt; • als je twijfelt.

Verloshulp: standaard werkwijze.

Koe na afkalven:• zoveel lauw water

geven als ze lust; • vers voer geven;

• uitmelken, kalf biest geven, rest in koelkast; emmernummer

opschrijven op bord.• elk uur controleren;

• als je twijfelt aan een tweeling: opvoelen; • als nageboorte

eraf is naar verse koeiengroep.

Een frisse, droge stal met veel bewegingsruimte. Ook met een groot uier kunnen de koeien eenvoudig gaan liggen. Met de hekken kun je snel een kalvende koe afzonderen en vastzetten. Het looppad biedt gemakkelijke toegang. Buiten de foto is een werkhok met opslag van mate-rialen, biest en een wasplaats. Maten voor een afkalfhok: 5 x 5 m.

Na het melken:• check banden. Als die gezakt zijn, geef koe groene streep.

Overdag: • check elk uur de groengestreepte

koeien (plus snel de rest).

Vruchtbaarheid0208.indd 10 18-02-2008 10:19:23

Page 11: Koesignalen Vruchtbaarheid

V e r l o s h u l p1 . O p s c h o n e n e n t o c h t i g w o r d e n

1 1

Standaard werkwijze verloshulp

Materialen: Een verlosjas, een emmer lauw

water met ontsmettingmiddel voor jezelf,

een emmer koud water voor het kalf, een

halster voor de koe en heel veel glijmiddel.

Verlosapparaat staat klaar. De verlostouwtjes

zitten in het ontsmettingswater.

Stap 1

Kan het kalf geboren worden?

Je probeert in te schatten hoe groot het kalf is ten opzichte van de bekkeningang.Normale ligging: Voel bij de bekkeningang de ruimte boven de kop van het kalf en voel hoe de boegen (schoudergewrichten) liggen ten opzichte van de bekkeningang. Liggen deze voor of buiten de bekkeningang? Hoe ver liggen ze van de bekkeningang?Normen:• jehandkanoverdekop;

• afstandbekkeningangtotbeideboegen:•bijdestaandekoe<10cm•bijdeliggendekoe<5cm

(meet de lengte van je wijsvinger).Bij een achterstevoren kalf (stuitligging): Draai het achterstel vanhetkalf30˚naarlinksofrechts.Bijredelijketrekkrachtmoeten de hakjes in het vlak van de kling komen. Neem bij een vaars veel tijd om de geboorteweg op te rekken. Vraag de dierenarts hoe.

Stap 4

De koe staat vast. Was je armen en het ach-

terstel van de koe met het ontsmettingsmid-

del. Zorg dat er niets terugloopt in de emmer.

Gebruik veel glijmiddel. Bind de staart aan

het halster.

Stap 2

Voel na de geboorte of er nog een kalf zit en

check de geboorteweg op beschadigingen.

Is de schede erg blauw of ingescheurd, koel

dezedan10minutenmetkoudstromend

water. Vraag de dierenarts om een behandel-

plan voor zulke dieren.

Stap 6

Met een redelijke trekkracht van het ver-

losapparaat voel je of het kalf geboren kan

worden. Oefen jezelf in het herkennen van de

bekkeningang en de onderdelen van het kalf.

De meeste kalfkoeien gaan vanzelf liggen.

Stap 3

Een zijdelings liggende koe heeft een ruimere

bekkeningang en kan harder persen. Met

een touw onder de buik, achter de voorpoten

en voor het uier, kun je de koe neerleggen.

Neem tijd voor de verlossing. Trek als de koe

perst en geef het kalf rust als de koe

niet perst, door niet te trekken.

Stap 5

Vruchtbaarheid0208.indd 11 18-02-2008 10:19:40

Page 12: Koesignalen Vruchtbaarheid

ControleÁls een koe problemen krijgt, wil je dat snel weten. Want vroeg en adequaat ingrij-pen beperkt de schade en biedt maximale kans op herstel. Ten tweede geeft controle continu informatie over hoe het proces van afkalven en opstarten verloopt. De beste manier van controleren is alle verse koeien de eerste week tweemaal daags te temperaturen. Dat gaat makkelijk als

ze in een aparte versekoeiengroep staan met een vastzetvoerhek. Is de tempera-tuur hoger dan 39,5°C, dan heeft de koe koorts. De meest voorkomende oorzaak hiervan is baarmoederontsteking. Op plaats twee staat uierontsteking.Andere controlepunten zijn: activiteit, temperatuur van de oren, pensvulling, mest en productie.

O p s t a r t e n : d e k o e1 . O p s c h o n e n e n t o c h t i g w o r d e n

1 2

Alle problemen tijdens het opstarten

versterken elkaar. Ze maken dat de cyclus

trager op gang komt.

Het tien-dagen plan

Temperatuur de eerste tien dagen na afkalven dage-lijks alle verse koeien en controleer hun pensvulling en mest. Je vindt zo zieke koeien vóórdat ze ernstige problemen hebben.<38,4˚C:aandachtkoe38,4-39,0˚C:inorde39,0-39,5˚C:aandachtkoe> 39,5˚C: behandelen

Op dit grote bedrijf tempe-ratuurt iemand elke dag de pas-afgekalfde koeien. Bij een afwijkende tempera-tuur controleert hij andere punten, zoals pensvulling, uier en slepende melkziekte (met een sneltest). Het bedrijfsbehandelplan vertelt bij welke signalen hij welke (be-)handeling moet toepas-sen.

Verse koeien moeten gemakkelijk kunnen eten en drinken, in een goed geven-tileerde omgeving. Ze zijn zwak, hun klauwen kwetsbaar en hun uiers pijnlijk gezwollen. De ligplaatsen moeten dus zeer ruim en comfortabel zijn.In een aparte verse koeiengroep hoeven de dieren minder te concurreren om voer, water en ligplaatsen. Veel ruimte zorgt dat ze vrijelijk kunnen rondlopen. Plaats de versekoeiengroep dicht bij de melkstal en melk deze dieren als eer-ste.Laatkoeiengemiddeld14dagenindezegroep,aandachtskoeienlanger.Afmetingenstrooiselstal:10m2 per koe, plus looppaden. Ligbox voor een versekoevan700kg:5,50meterbijeendubbelerij;3,25meterofmeeraande muur. Breedte: 1,35 meter. Met open kopruimte tot 1,15 meter hoogte, eenlageknieboom(10cmofminder)eneenzachtebodem.

Vruchtbaarheid0208.indd 12 18-02-2008 10:19:51

Page 13: Koesignalen Vruchtbaarheid

O p s t a r t e n : d e n a g e b o o r t e1 . O p s c h o n e n e n t o c h t i g w o r d e n

1 3

Afkomen van nageboorteHet niet afkomen van de nageboorte (pla-centa) komt door een verstoring van de complexe reactie waarmee het immuun-systeem van de koe de aanhechting van de nageboorte aan de baarmoeder afbreekt.Bekende zijn:● voedingsgebreken: onder andere

gebrek aan seleen, vitamine E, jodium en vitamine A;

● Magnesium- en Calciumgebrek (melk-/kalfziekte)

● leververvetting: te vette koe, conditieverlies in droogstand;

● stress;● trauma van de baarmoederwand:

zwaar afkalven, slag in de baarmoeder;● vroeggeboorte, dode vrucht voor de

geboorte;● ziekte of infecties, inclusief een slechte

hygiëne bij afkalven.

Als de nageboorte er na 12 uur nog niet af is, is sprake van een ziektekundig probleem. Officieel spreekt men pas na 24 uur van aan de nageboorte staan (retentio secundinarum). Vertraagd afkomen (6 - 24 uur) kan komen door weeënzwakte. Vaak ligt daar melkziekte (kalfziekte) aan ten grondslag: om samen te trekken heeft de baarmoeder namelijk calcium nodig en daaraan is een tekort bij melkziekte. Gemiddeld blijft 5 procent van de koeien aan de nageboorte staan.

Koeien die aan de nageboorte

staan, hebben een verhoogde kans op een baarmoederontsteking. Hun cyclus komt later op gang en ze worden

later drachtig.

Tijdens de dracht vindt de uitwisseling van voedingsstoffen, ademhalingsgassen en afvalstoffen in de baarmoeder plaats in gespecialiseerde gebieden: de placentomen. Hier heeft de nageboorte via talloze uitstulpinkjes hecht contact met de baarmoederwand. Deze structuren op de nageboorte heten cotyledonen. Op de baarmoederwand heten ze carunkels.

Er bestaat – nog – geen goede manier om een vastzittende nageboorte los te krijgen. Wacht tot deze na 2-11 dagen vanzelf afkomt. Handmatig verwijde-ren levert geen beter resultaat. Temperatuur de koe tweemaal daags. Is de temperatuur boven 39,0°Censtinktdeuitvloeiing,dan is er een baarmoederontste-king ontstaan. Check ook het uier! Behandel de koe met antibiotica volgens advies van de dierenarts.

Hormonen laten de baarmoeder samentrekken (oxytocine en PgF2α). De baarmoeder perst haar inhoud naar buiten en knijpt daarbij de cotyledonen uit de carunkels. Het gewicht van de nageboorte doet de rest. Oxytocine komt ook vrij bij stimu-latie van de spenen (zuigend kalf, melken). De koe produceert in de eerste zeven dagen na afkalven continu zoveel PgF2α, dat injec-ties geen zin hebben.

De nageboorte zit alleen in de placentomen (rozetten) vast aan de baarmoeder. De geboorte vormt het sig-naal voor het afweersysteem van de koe om de verbinding tussen baarmoeder en nageboorte te gaan verbreken.

= 1 cm

Vruchtbaarheid0208.indd 13 18-02-2008 10:20:04

Page 14: Koesignalen Vruchtbaarheid

H u i s v e s t i n g e n m a n a g e m e n t1 . O p s c h o n e n e n t o c h t i g w o r d e n

1 4

Het succes bepaal je zelfDe erfelijkheidsgraad van problemen rondom afkalven is ongeveer nul. Dit betekent dat het succes en de proble-men bij afkalven vrijwel volledig worden bepaald door jouw management en de huisvesting.

IdeaalIn de optimale situatie heeft de koe op dag 8 tot 14 haar eerste eisprong. Daarbij vertoont zij geen tochtigheid (de zogenoemde stille tocht). Op dag 35 is ze tochtig geweest. Zogen door een kalf remt de cyclus. Een goed functionerende pens geeft de koe gezondheid.

Als elke koe een vreetplaats heeft, zullen de koeien in een groep gem

id-deld m

eer maaltijden vreten, m

eer voer opnemen, beter kauw

en en meer

drinken. Als ze in een negatieve energiebalans kom

en, zal deze korter duren en m

inder negatief zijn. De koeien zullen m

inder problemen hebben m

et pensverzuring en verm

inderde klauwkw

aliteit.In te volle stallen hebben de koeien m

inder ruimte om

hun tochtigheid te tonen. Een hoge veebezetting geeft stress en w

eerstandsdaling. De ventila-

tie is minder effectief, dus is er een hogere ziektedruk en eerder hittestress.

Amerikaanse onderzoekers vergeleken bedrijven en vonden een rechtlijnig verband tussen het percentage drachtige koeien op 150 dagen en de vreetruimte per koe (van 30 tot 60 cm). Wat zijn volgens jou de onderliggende oorzaken? (Wiltbank et al, 2007)

Vraagstuk

In een tweerijige stal heeft elke koe een ruime vreetplaats. Afstand tussen doorsteken: maximaal2x20ligboxen.

In een gevulde drierijige stal kunnen de koeien niet tegelijk aan het voerhek en zijn zij beperkt in hun loopruimte.

Kom in actie bij:

● meer dan 20% verloshulp (1 op 5);● meer dan 10% melkziekte bij

tweedekalfs en ouder (1 op 10);● meer dan 5% aan de nageboorte

(1 op 20);● meer dan 4% lebmaagdraaiingen

(1 op 25);● meer dan 10% witvuilen (1 op 10).

Droogstands-

rantsoen,

comfort,

beweging,

ventilatie,

geen stress,

fris water,

gezonde

klauwen,

gezond uier

Juiste

moment,

juiste

techniek,

Vruchtbaar

sperma,

Rust,

geen stress,

geen ziektes

Geen

stress,

rust,

hygiene.

Geen

beschadi-

gingen

geboorte-

weg

Geen infecties

Positieve energiebalans, goede voedingstoestand

incl mineralen, gezond, gezonde benen en klauwen

Baarmoeder schoon

en gezond.

Droogstand Afkalven Opstart lactatie (wachttijd) Insemineren/ dekken

Dracht

Kalf

Verlies conditie na afkalven

0 0,5 1

Dra

chtp

erce

ntag

e

na 1

e in

sem

inat

ie

De invloed van de energiebalans in de maand na afkalven op het succes van de eerste inseminatie.

Te volle stallen verminderen de arbeids-vreugde en

dus de motivatie

Vruchtbaarheid0208.indd 14 18-02-2008 10:20:08

Page 15: Koesignalen Vruchtbaarheid

Involutie en opschonenDe baarmoeder van een koe verkleint zich in de loop van vier weken van een zak waarin een kalf van circa 40 kg, de nageboorte en circa 20 liter vruchtwater zaten, naar een zakje van 2 à 3 liter. Dit proces heet involutie. Gedurende de involutie moet de baarmoeder zich ook ontdoen van vocht en bacteriën in haar inwendige holte: rond het afkalven raakt de baarmoeder onvermijdelijk geïnfecteerd met bacteriën. Of zich daaruit een baarmoederontsteking ontwikkelt, hangt allereerst af van de weerstand van de koe. Ten tweede van de hoeveelheid bacteriën en hun ziekteverwekkend vermogen.

C o n t r o l e v a n g e s l a c h t s a p p a r a a t1 . O p s c h o n e n e n t o c h t i g w o r d e n

1 5

Baarmoederontsteking

Dunne, stinkende uitvloeiing. Je ziet geen stevig, doorzichtig slijm. Deze koe moet behandeld worden. Mogelijk is het dier algeheel ziek.

Om drachtig te worden moet de

baarmoederholte vrij zijn van ontsteking.

De geur en de kleur van baarmoederuitvloeiing geven informatie over het stadium van genezing van de baarmoeder en of behandeling nodig is. In onderstaande gevallen is behandeling nodig.

Dikke uitvloeiing die niet stinkt. Je ziet flarden doorzichtig, taai slijm. Deze koe is zichzelf aan het opschonen.

Dunne uitvloeiing die niet stinkt. Je ziet geen doorzichtig, taai slijm. Geen tekenen van spontaan herstel. De koe is verder gezond.

Stinkende baarmoederontsteking betekent een actieve ontsteking die behandeld moet worden met anti-biotica. Dit kan met injecties, of lokaal in de baarmoeder (injector). Witvuilen is een niet-stinkende gele uitvloeiing of bijmenging van tochtslijm. Dit is te behandelen door de koe tochtig te spuiten, of via lokale antibiotica (injector). Vraag de dierenarts om uitleg en om een bedrijfsbehandelplan. Een bedrijfs- behandelplan beschrijf voor jóuw bedrijf de beste behandeling bij goed omschreven symptomen.

Op30dagenwiljewetenofdekoegeenbaarmoeder-ontsteking heeft. Ook dit vereist vakmanschap. De beste methode is kijken met een speculum. Deze lepel is de tweede keuze, net als rectaal voelen.

Een lebmaagdraaiing ontstaat door een te grote opname aan snel fermenteerbaar voer, meestal in de eerste tot derde week na afkalven. Voer een structuurrijk en compleet basisrantsoen. En zorg dat de pens altijd vol is.

Vruchtbaarheid0208.indd 15 18-02-2008 10:20:21

Page 16: Koesignalen Vruchtbaarheid

2 . To c h t i g z i e n

1 6

Met een verrekijker kun je op afstand een toch-tige koe herkennen , in de wei en in de stal.

Voor een uitstekende herkenning van tochtige koeien zijn technische hulp-middelen noodzakelijk, in combinatie met goed en gestructureerd kijken. Het doel is om het optimale inseminatie-moment in te schatten. Een zorg-vuldige inseminatietechniek zorgt vervolgens voor een maximaal bevruchtingsresultaat. Koeien laten hun tochtigheid het duidelijkst zien als ze veel kracht en veel durf hebben.

Tochtig zien

Efficiëntwerken

Het aantal koeien dat tochtig wordt gezien op een bedrijf, hangt samen met de volgende kenmerken:

Koekenmerken:1. Goede tochtigheidscyclus: positieve

energiebalans, gezonde baarmoeder.2. Veel kracht en gezondheid: klauwen,

beenwerk, bespiering, enzovoort.3. Stimulatie: meerdere koeien tegelij-

ker tochtig.

Stalkenmerken:1. Plaats om te springen: veel ruimte,

lage bezettingsgraad.2. Grip: zachte vloer waarop de poten

niet wegglijden.3. Licht: ruim licht (≥180 lux, 16 tot

18 uur/dag)).4. Overzicht: geen obstakels die waarne-

men lastig maken.5. Concentratie: te insemineren dieren

bij elkaar, in het zicht.

Mens- en organisatiekenmerken:1. Planning: op de beste tijden en vol-

doende lang kijken.2. Vakmanschap: herkennen van de sig-

nalen.3. Organisatie: koeien herkennen, note-

ren, doorgeven, actie ondernemen, feedback.

4. Motivatie.

S u c c e s f a c t o r e n b i j t o c h t i g z i e n

Koeherkenning wordt lastiger naarmate de stal en het aantal koeien groter worden. Met een zakcomputer en een draadloos netwerk heb je altijd attentie-lijsten en koegegevens bij je en kun je direct invoeren dat een koe tochtig is.

Vruchtbaarheid0208.indd 16 18-02-2008 10:20:29

Page 17: Koesignalen Vruchtbaarheid

G e b r u i k h u l p m i d d e l e n2 . To c h t i g z i e n

1 7

Maak met de volgende informatie je eigen tochtwaarneemplan.Koeien tonen 70% van hun tochtigheden op de rustige, koele momenten van de dag: tussen 19.00 uur en 7.00 uur. ‘s Middags zie je de weinig tochtigheden, evenals op onrustige momenten

zoals voeren en melken.

Vraagstuk

Aantal keer kijken/dag lengte kijkperiode

10 min 20 min 30 min 60 min

1x 22% 31% 36% 39%

2x 33% 43% 55% 61%

3x 45% 55% 65% 71%

4x 49% 61% 71% 78%

Vergroot de kansenTochtigheidswaarneming dient om het juiste moment voor inseminatie te kie-zen. Je hebt een duidelijk signaal nodig dat op een vast moment voor de eisprong optreedt. De eerste keuze is het moment waarop de koe begint te springen. Ook het begin van de staande tocht en het einde van de tochtigheid zijn goed bruik-bare signalen. Het begin van het springen kun je behoorlijk goed oppikken met stappentellers en camera’s. Om het begin van de staande tocht en het einde van de tocht te zien moet je gewoon veel en goed kijken.Vanwege de grote variatie tussen koei-en berusten de inseminatieadviezen op kansberekeningen. Ze gaan uit van één inseminatie.

DrukdetectorenDrukgevoelige stickers die je op het staartbeen plakt, verkleuren bij circa 90 procent van de tochtige koeien. Je moet ze tweemaal daags aflezen. Ze verkleuren ook bij niet-tochtige koeien die bespron-gen worden. Plak ze niet te ver naar ach-teren, zodat ze alleen verkleuren als de koe werkelijk besprongen wordt. De stic-kers vallen er soms af door bespringen, maar ook door schuren (koeborstels!). Zet daarom het nummer van de koe erop.Andere hulpmiddelen om het besprongen worden op te merken zijn een dikke streep veekrijt op het staartbeen. Deze wordt uitgesmeerd als de koe wordt besprongen. Plaats elke 1 tot 3 dagen een nieuwe streep van 25-30 cm lang en 5-8 cm breed.

Elektronischkijken

Als een koe met de kop boven een bepaalde lijn komt, maakt een camera een opname van haar. Koeherkenning is vervolgens hand-werk. De tijd svermelding van de opnames laat zien wanneer de koe begon te springen.

Door goed kijken te combineren met een technische waarneming, vind je 90 procent van de tochtige koeien. Met alleen kijken zie je zo’n 60 procent.

Een goede stappenteller geeft betrouwbaar het moment aan waarop de activiteit van de koe stijgt, dat samenvalt met het moment waarop de koe begint te springen. Er bestaan –nog– grote verschillen tussen stappentellers.

Bro

n: U

nive

rsity

of A

rkan

sas,

Jod

ie P

enni

ngto

n

Bedrijf m

et een melkstal: kies

voor tenminste drie vaste,

geplande kijkperiodes. Een vóór het ochtendm

elken, één daarna en één lange in de avond.M

elkrobotbedrijf: combineer

tochtigheidscontrole met

ligboxverzorging (≥ 3x daags). P

lan altijd een lange controle-ronde ‘s avonds.P

lan ook hoe je tijdens de andere w

erkzaamheden

tochtige koeien noteert en doorgeeft.

Percentage waarneming tochtige koeien

Veel licht: beter tochtig, beter zien

Vruchtbaarheid0208.indd 17 18-02-2008 10:20:35

Page 18: Koesignalen Vruchtbaarheid

TochtigheidskenmerkenGemiddeld toont een koe 12 uur lang tochtsignalen in de vorm van springen. Staande tocht en bespringen aan de kop doet ze gemiddeld zo’n 6 uur (2-8 uur). Ongeveer 90 procent van de tochtige koeien springt en ongeveer 50 procent wordt besprongen. Ongeveer 40 procent vertoont geen staande tocht.Zo’n 70 procent van de tochtigheden speelt zich af tussen 7 uur ‘s avonds en 7 uur 's morgens. In warme periodes toont de koe haar tocht slechter (≥ 21°C). Hoe hoger de productie, des te korter de lengte van de tochtigheid. De gemiddelde tochtigheidsduur varieert van ca. 15 uur bij 25-30 kg dagproductie, tot ca. 5 uur bij 40-50 kg dagproductie.

To c h t i g h e i d s s i g n a l e n2 . To c h t i g z i e n

1 8

Hier plaatst de veehouder de tochtige koeien in een afzon-deringsruimte. Na inseminatie gaan ze terug de koppel in.Tochtige koeien tonen hun tochtigheid veel duidelijker als ze samen lopen met andere tochtige koeien. Want ze zor-gen ook voor onrust in de kop-pel, wat de bewegingsvrijheid van andere koeien beperkt en verwondingen veroorzaakt.Dit pleit voor een stalont-werp met een grote open ruimte (speelplein). Zet tochtige koeien zo kort mogelijk vast: op het hoogtepunt van hun springgedrag en tijdens inse-minatie.

Afzonderenofniet?

Tochtigheidssignalen

De kling besnuffelen, verhoogde onrust en kinleg gedrag zijn het signaal om meer aandacht aan de koe te geven, maar je kunt er niet op vertrou-wen dat de koe tochtig is of wordt.

Let beter op

Je weet zeker dat een koe tochtig is, als ze stil blijft staan wanneer ze besprongen wordt en/of als ze andere koeien aan de kopkant bespringt.

Zo’n90procentvandetochtigekoeienvertoontspringgedragenbegintergemiddeld30uurvoordeeisprong mee. Als de besprongen koe meteen weg-loopt, is vrijwel zeker de springende koe tochtig.

1 2 3

Start tochtigheit Zekerheid

Vruchtbaarheid0208.indd 18 18-02-2008 10:20:51

Page 19: Koesignalen Vruchtbaarheid

C y c l u s e n c y c l u s s i g n a l e n2 . To c h t i g z i e n

1 9

De cyclusNa de eisprong verandert het eiblaasje (follikel) in een geel lichaam (corpus luteum), dat het drachtigheidshormoon progesteron produceert. Rond dag 13 checkt de baarmoederwand of er een embryo in de baarmoeder zit. Is dit niet het geval, dan krijgt het geel lichaam op dag 18 het teken om te verdwijnen.Tijdens de cyclus vinden twee groeigolven van eiblaasjes plaats. De eerste start op dag 5 en bereikt een hoogtepunt rond dag

8-10. De tweede start op dag 15. Na dag 18 groeit één eiblaas door, waaruit op dag 21 een eitje springt (ovulatie).De eiblaasjes geven tochtigheidshormo-nen af (oestrogeen). In het midden van de cyclus tonen sommige koeien lichte toch-tigheidsverschijnselen (rond dag 10-14).De cyclus duurt bij koeien gemiddeld 21 dagen (18-25 dagen) en bij pinken gemid-deld 20 dagen. De eerste cyclussen na afkal-ven zijn nogal eens korter en soms langer. De meeste pinken en een deel van de koeien hebben drie groeigolven tijdens de cyclus, met pieken rond dag 8 en dag 14.

Een eierstok met een grote eiblaas (1) en een oud,actiefgeellichaam(dag18-19).Hetgele lichaam (2) puilt uit op de plaats van de eisprong (ovulatielitteken). Het inschatten van het cyclusstadium door het aftasten van de eierstokken is moeilijk en vaak onbetrouwbaar.

Vroeg

Matige spanning baarmoeder.

Koe is volgende dag nog steeds tochtig.

Op het juistemoment

Stevig gespannen baarmoeder (goede tonus).

Erkomthelderslijm af.

Koe bloedt twee dagen later af.

Laat

Matige spanning baarmoeder.

Veel terugkomers op 18-21 dagen.

Controle-signalen inseminatietijdstip

12

LH-puls vanuit hersens

Baarmoederwand checkt: wel/niet drachtig

PgF2α vanuit baarmoederwand

dag 18

follikel ovuleert na LH-puls

cl produceert progesteron

cl stopt met progesteronproductie en verschrompelt

follikel groeit uit en produceert oestrogenen

KOE IS TOCHTIg

Koe is drachtig

cl = corpus luteum = geel lichaamLH = luteïniserend hormoonovulatie = eisprongfollikel = eiblaasoestrogeen = tochtigheidshormoonprogesteron = drachtigheidshormoon

dag 21/0 dag 5 dag 11 dag 15 dag 18 dag 21/0

KOE IS TOCHTIg

PgF2α vanuit baarmoederwand

Nietdrachtig

CI blijft functioneelLH-puls vanuit hersens

Vruchtbaarheid0208.indd 19 18-02-2008 10:20:55

Page 20: Koesignalen Vruchtbaarheid

I n s e m i n a t i e t i j d s t i p2 . To c h t i g z i e n

2 0

Theorie en inseminatietijdstipHet beste inseminatiemoment is 24-12 uur voor de eisprong. Inseminatie tot 36 uur vóór de eisprong levert ook nog goede resultaten. Na inseminatie doorlo-pen de spermacellen een rijpingsproces, noodzakelijk om te kunnen bevruchten. Deze rijping (capacitatie) duurt circa 8 uur.De eisprong vindt plaats op ongeveer 30 uur na het begin van het springgedrag. Het eitje arriveert circa een half uur na

de eisprong op de plaats van bevruchting, in de eileider. Op dat moment zouden daar vruchtbare spermacellen aanwezig moeten zijn.Het ei blijft na de eisprong zo’n 10-12 uur bevruchtbaar. Sperma blijft zeker 18 tot 24 uur vruchtbaar, met uitschieters tot twee dagen. De drachtigheidspercentages dalen naarmate eicel en/of sperma ouder zijn.

Je checkt op de zakcomputer of de koe kan w

orden geïnsemineerd. Je voert

in dat het dier tochtig is en bestelt eventueel de inseminator.

Je insemineert zelf:

Jewerktm

ettweeinsem

inatierondes:om9.00uurenom

16.30uur.Jestelt de koe in voor separatie of drijft haar in de separatie.

Je insemineert op verschillende m

omenten. D

oe dit in de separatie-ruim

te. Zorg dat je de koe snel kunt vinden als je haar in de koppel laat.

Iemand

anders insem

ineert:●

Je plaatst de koe in de separatieruimte of laat haar separeren. P

robeer vaste tijden af te spreken of laat de insem

inator je bellen.

Detectie en inseminatie.Je werkt op dit bedrijf met twee melkrobots, die 120 koeien melken. Je ziet een koe tochtig. In de separatieruimte is voer, water en een ligplek. Maak een standaard werkwijze voor de daaropvolgende acties.

Zoekplaatje

Timing inseminatietijdstipOp welk moment insemineer je de koe? Drie werkwijzen:

1.Insemineer de koe 6-18 uur na het begin van het springgedrag.

De koe vertoont gemiddeld 12 uur lang springgedrag. Bij matige tochtwaarne-ming insemineer je 6 uur nadat je de koe ziet springen. Bij goede tochtwaar-neminginsemineerjena12uur.Alsdatgemakkelijker is, insemineer je direct. Dit geeft een minimale daling van de resultaten.2.Insemineer de koe als de tochtig-

heidsverschijnselen afnemen. Om dit te kunnen waarnemen moet je de koe goed in beeld hebben.3.'s morgens tochtig zien: 's middags

insemineren, 's avonds tochtig zien: volgende ochtend insemineren.

Dit geldt voor bedrijven met een gemid-delde of lage productie, en bij minstens 2x daags aandachtige tochtwaarnem-ing. Iemand die 1x daags observeert, moet de koe direct insemineren.Werkwijze 1 is het meest nauwkeurig, 3 het minst.

Insemineer de koe nogmaals als ze 24 uur na de eerste inseminatie nog duidelijk tochtig is.

Deze adviezen kloppen bij 90% van de koeien

Vruchtbaarheid0208.indd 20 18-02-2008 10:20:58

Page 21: Koesignalen Vruchtbaarheid

Voeding legt de basisOok bij jongvee legt een goed voorbere-idend rantsoen de basis voor vruchtbaar-heid. Laat het rantsoen berekenen. En zorg dat élk dier het complete rantsoen eet: voorkom selectie en geef mineralen gemengd door het voer. Te vette pinken tonen hun tochtigheid slecht en zijn moeilijk te insemineren. Te veel ruw eiwit geeft slechte bevruchtings-resultaten door een hoog ureumgehalte in het bloed. Tekorten aan mineralen, vitamines en spoorelementen leiden eveneens tot tegenvallende bevruchtings-resultaten. Bacteriën en schimmeltoxines kunnen velerlei problemen veroorzaken, inclusief slechte vruchtbaarheid.

Zet te insemineren pinken in een groep die je heel vaak en heel goed kunt zien. Geef ze de ruimte, frisse lucht en een vloer die grip biedt. Zorg dat je ongestoord kunt insemineren.

P i n k e n2 . To c h t i g z i e n

2 1

Zoekplaatje

Conditiescore 2,5 Conditiescore 3,0 Conditiescore ≥3,5

De ondergrensGewenste score bij inseminatie Te vet

Je verplaatst een groep pinken die bijna geïnsemineerd mogen worden en ziet dat ze te vet zijn. Wat doe je?

Voer deze pinken een compleet rantsoen m

et beperkt energie,voldoendem

ineralenenvoldoendeeiwit(16-

17 procent ruw eiw

it). Geef ze – zo m

ogelijk – veel bew

eging. Laat de dieren door een kundige persoon insem

ineren. Als je vette pinken laat verm

ageren, raken ze in een negatieve energiebalans. H

ierdoor worden ze

nóg slechter drachtig.P

reventie: verbeter het rantsoen van de jongere kalve-ren.K

ijkofjezejongerkuntinsemineren(H

F:370kglichaam

sgewicht). Vervetting ontstaat m

eestal doordat het rantsoen te w

einig eiwit (bouw

stoffen) bevat en veel energie. D

an blijven de dieren te klein.

Foto

’s: V

eepr

o

Te vet en te mager worden slecht drachtig

Vruchtbaarheid0208.indd 21 18-02-2008 10:21:06

Page 22: Koesignalen Vruchtbaarheid

I n s e m i n a t i e t e c h n i e k2 . To c h t i g z i e n

2 2

Een vrij grote baarmoeder met schede en blaas. De baarmoeder van een pink is circa eenderde van deze grootte.

Als je je hand naar achteren haalt en naar onderen drukt, opent de kling zich en kun je de pipetpunt schoon naar binnen schuiven.

De ingang van de cervix stulpt uit in de schede. Geleid met je duim en hand de cervixingang voor de punt van de pipet. De punt van de pipet loopt anders vast in de blinde ring naast de cervix. Dit vraagt subtiliteit en gevoelige vingertoppen.

Techniek van insemineren

Plaats de pipet in de schede en schuif hem het eerste stuk op onder een hoek van30˚.Vervolgensvoorzichtighorizontaaldoorschuiven tot bij de cervix.

1

Voorzichtig de pipet in de cervixopening brengen door de cervix over de pipetpunt heen te schuiven. Daarbij heb je de cervix-ingang tussen duim en hand.

2

Pak de volledige cervix in de hand en geleid de pipet door de cervixplooien.

3

Als de pipetpunt nét de vierde cervixplooi is gepasseerd, insemineer je. Zorg dat de pipet niet verschuift tijdens het leegdruk-ken.

4

1 2 3

Doe-het-zelf-KI: ga jaarlijks op herhalingscursus

Vruchtbaarheid0208.indd 22 18-02-2008 10:21:15

Page 23: Koesignalen Vruchtbaarheid

I n s e m i n a t i e t e c h n i e k2 . To c h t i g z i e n

2 3

Theorie van inseminerenJe insemineert een koe door voorzichtig de pipet in de schede op te schuiven naar de cervixopening. Met de andere hand heb je het begin van de cervix en het eind van de schede vast, zodat je de pipet kunt geleiden. Je duwt nauwelijks bij het opschuiven.Het sperma wordt door samentrekkingen van de baarmoeder naar de hoornpun-ten gebracht. Prikkeling van de clitoris, schede, cervix en baarmoeder stimuleren deze samentrekkingen. Bij te diep inse-mineren zal het meeste sperma in één hoorn belanden.Als de koe mogelijk drachtig is van een recente inseminatie, insemineer je haar juist vóór de laatste cervixplooi. Pas op: door het bevoelen van de eierstokken voor of na inseminatie daalt het drachtig-heidspercentage.Werk schoon en uitermate voorzichtig. Duw de pipet nooit door als je weerstand voelt, want je veroorzaakt al snel een wond-je. Wondvocht en bloed doden sperma.

In de cervix moet je – meestal – vier plooien passeren: achtereenvolgens drie grote en een kleintje.

De juiste positie voor inseminatie. De pipetpunt ligt juist voorbij de vierde cervixplooi, die maar een lichte verhevendheid is.

Controleer na insemineren altijd de punt van de pipet op bloed, pus en rariteiten.

Inseminatietechniek

Fout:Deze baarmoeder werd geïnsemineerd met een kleurstof. Die is vrijwel volledig in de linkerhoorn terechtgekomen. Dit gebeurt als je:- te diep insemineert; - de cervix draait, waardoor de ingang

van een hoorn wordt dichtgedrukt;De derde fout is dat de pipetpunt tegen de baarmoederwand is gedrukt, waardoor de puntbloedingen zijn ontstaan (zie pijlen).

4 5 6

Goed:De baarmoeder is op de juiste plaats geïnsemineerd, met blauwe inkt. Merk op dat het baarmoederlichaam al heel snel in de beide hoorns vertakt.

Vruchtbaarheid0208.indd 23 18-02-2008 10:21:26

Page 24: Koesignalen Vruchtbaarheid

S t a n d a a r d w e r k z w i j z e n

2 4

2 . To c h t i g z i e n

2 4

Standaard werkwijzenSuccesvol insemineren schreeuwt om zorgvuldigheid en vraagt om aparte werk-plekken. Werken volgens een standaard werkwijze is onmisbaar bij het organise-ren van kwaliteit, kwaliteitsverbetering en arbeidsefficiëntie.Zet de werkwijze op papier in een protocol. Stem materialen, inrichting, mensen en planning hier vervolgens optimaal op af.

Standaard werkwijze voor sperma ontdooien1. Zet een thermoskan met water van

35-37°Cklaar(warmwaterbad).Gebruik hiervoor een thermostaat-kraan.

2. Zorg dat je exact weet welk rietje in welk canister je wilt pakken.

3. Laat de canister zo diep mogelijk in de stikstofcontainer en pak met een pincet het rietje dat je nodig hebt.

4. Verplaats het rietje heel snel vanuit de stikstof in het warmwaterbad, zodat het zo snel mogelijk ontdooit. Hier blijft hetminstens45seconden.Doortrageen gedeeltelijke ontdooiing beschadi-gen de spermacellen.

5. Warm de pistolet op tot lichaamstem-peratuur (37˚ C) door deze in de hand te wrijven. Voel met je wang of hij niet te heet is (≤38˚C).

6. Plaats het rietje in de pistolet. Knip de punt eraf. Doe de huls eromheen en zet deze goed vast. Vervoer nu de pistolet warm in je kleren op je lichaam, bijvoorbeeld op je borst. Insemineer de koe binnen 5 minuten.

Sperma en embryo’s zijn in vloeibare stikstof

(–196°C) vrijwel onbeperkt houdbaar.

Informatie ophalen

Welke koe/welke koeien? Welk stier?Extra informatie (waar staat de koe, ...)

Pipetten met sperma vullen

Ander materialen pakken

Naar de koe(-ien)

Insemineren

Terug van de koe(-ien)

Informatie opslaan en overdragen

Alles klaar voor de volgende keer

Spermavat Warmwaterbad Pincet en schaar Pipet en hulzen

Handschoenen, poetspapier, glijmiddel

Hygiënische drempel

Insemineren

Hygiënische drempel

Koe-informatie noterenInseminatie-informatie noterenSpermavoorraad noterenAndere informatie noteren

Vruchtbaarheid0208.indd 24 18-02-2008 10:21:33

Page 25: Koesignalen Vruchtbaarheid

I n s e m i n a t i e e n o r g a n i s a t i e2 . To c h t i g z i e n

Standaard werkwijze insemineren

Je hebt informatie, materialen en administratie op één punt. Daar start je en daar ein-dig je.

1

Wat maakt dat jij of de inseminator uitstekend werk levert? Een gastvrij en schoon bedrijf en een comfortabele en functionele werkplek. Zorg hiervoor. Mensen doen hun werk goed als dit gewaardeerd wordt, als ze de resultaten zien, als ze de capaciteiten en hulpmiddelen hebben én als de werkomstandigheden prettig zijn.

De koe is herkenbaar en staat goed vast. Je kunt ongestoord, geconcen-treerd en prettig wer-ken.

4

Hou jezelf schoon en zorg voor een schone werkplek. Versleep geen mest, vuil en ziek-tekiemen.

2

Tussen vuil en schoon kun je je laarzen goed reinigen.

5

Een korte, logische en makkelijke toegang tot de koeien.

3

Bij het start- en eindpunt kun je je handen wassen en afdrogen. Je bent klaar als alles klaar is voor de volgende keer én als de informa-tie is over-gedragen.

6

2 5

Als de koe moet wachten, plaats haar dan los in een hok met voer, water en een ligplaats.

Vruchtbaarheid0208.indd 25 18-02-2008 10:21:46

Page 26: Koesignalen Vruchtbaarheid

V e e l e m b r y o ' s s t e r v e n a f3 . D r a c h t i g w o r d e n e n b l i j v e n

2 6

Veel embryo's sterven afWetenschappers vinden na inseminatie ruim 85 procent bevruchting, waaruit ca. 55 procent drachtigheid ontstaat. Het merendeel van deze sterfte vindt plaats vóór de 13e dag. Allerlei lichamelijke fouten in het embryo vormen hiervoor een belangrijke oorzaak. De koe wordt gewoon weer tochtig op 21 dagen.Na de 13e dag vindt de innesteling plaats, waarbij het embryo zichzelf met de vruchtvliezen vasthecht aan de baarmoe-derwand. Als het embryo nu afsterft, zal de koe verlaat terugkomen (≥24 dgn).Oudere koeien worden minder goed drachtig dan jongere. Dit komt onder-meer doordat bij elke afkalving verwon-dingen en ontstekingen van baarmoeder en eileiders kunnen ontstaan. Met het aantal keer afkalven stijgt hierdoor de kans op onvruchtbaarheid. Oudere koei-en hebben bovendien een grotere kans op stofwisselingsproblemen bij afkalven en een diepe negatieve energiebalans.

De rol van inseminerenTe vroeg en te laat insemineren leidt tot minder levensvatbare embryo’s. Bij te vroeg insemineren daalt het drachtig-heidspercentage minder dan bij te laat insemineren. Veroudering van de eicel leidt veel sneller tot vermindering van de vitaliteit van het embryo dan verou-dering van sperma. De timing van de inseminatie luistert bij gesekst sperma nauwer dan bij normaal sperma.Voer dekpinken een berekend rantsoen (ook mineralen) en geen mislukte kuil.

Drachtig worden en blijven

De koe moet drachtig worden. Dus je wilt zo vroeg mogelijk de niet-drachtige koe opsporen en deze alsnog drachtig maken.Op het juiste moment insemineren, geen stress, uit-stekende voeding en maximale gezondheid zorgen dat de bevruchte eicel zich ontwikkelt tot drachtigheid. Afwezigheid van infecties en een goede weerstand verkleinen de kans op verwerpen c.q. sterfte rondom de geboorte.

Zo veel mogelijk bevruchte eicellen moeten uitgroeien tot een drachtigheid.

Vruchtbaarheid0208.indd 26 18-02-2008 10:21:51

Page 27: Koesignalen Vruchtbaarheid

V e e l e m b r y o ’s s t e r v e n a f3 . D r a c h t i g w o r d e n e n b l i j v e n

2 7

De innesteling bestaat uit de koppeling van de vruchtvliezen met de baarmoederwand. De synchronisatie en hormonale regulatie van dit proces luisteren nauw. Want normaliter ruimt de baarmoederwand alle vreemde objecten op. Op dag 18 is de innesteling voltooid.

De eerste week zwerft het groeiend embryo vrij rond. Voeding en zuurstof neemt het op uit de baarmoedervloeistof. Het blijft nagenoeg altijd in dezelfde hoorn.

Plaats van de bevruchting. Vanuit één cel ontwikkelt zich het embryo.

Eierstok

Baarmoederhoorns

Eileider

Vrijwel alle pinken en een deel

van de volwassen koeien bloedt

circa anderhalve dag na de ovu-latie af. G

ebruik dit als controle: tw

eetottweeënhalvedag(48-60

uur) vóór het afbloeden had de koe geïnsem

ineerd moeten w

or-den. H

et bloed is afkomstig van

gesprongen bloedvaatjes in de baarm

oederwand.

Je ziet een koe afbloeden. Wat doe je met deze informatie?Vraagstuk

Na-effect negatieve energiebalansDoor een negatieve energiebalans hapert de hormonale regulatie van de eiblaas-groei, de eisprong én de vorming van een goed functionerend geel lichaam. Deze hormonale aansturing is essentieel voor de timing van eisprong en innesteling. Als de eicel verlaat springt, is zij min-der vitaal. Als de baarmoederwand het embyo onvoldoende van voedingsstoffen voorziet, zal die afsterven. En als het gele lichaam te weinig progesteron maakt, zal de koe opnieuw tochtig worden.Eicellen die zich ontwikkelen tijdens een negatieve energieperiode zijn sowieso al minder vitaal.

Geen overmaat aan eiwitAls pinken en koeien in de periode vóór de tochtigheid een hoog ureumgehalte in het bloed hebben, ontwikkelt zich een minder levensvatbare eicel. Het resultaat is een lager drachtigheidspercentage. Dit probleem wordt groter, als het dier ook in een negatieve energiebalans verkeert.

Deze koe is matig tochtig op 65 dagen na afkalven. Insemineer je wel of niet?Zoekplaatje

Matig tonen van tochtigheid is een teken van

zwakke horm

onale aansturing, net als een langdurige tocht (≥24uur).D

ekoeheefteenlageredrachtkans(20%

?).Naeenfiks

negatieveenergiebalanshebbenkoeienop60dagen sow

ieso een lagere drachtkans dan op 75 dagen.M

aar: niet geschoten is altijd mis. Een injectie

met een luteotroophorm

oon zorgt voor een beter functioneren van het gele lichaam

.

Voor het ontwikkelen van een drachtigheid zijn nodig: een vitaal embryo, een gezond functionerende baar-moederwand én een uitgebalanceerde hormonale regulatie.

Vruchtbaarheid0208.indd 27 18-02-2008 10:21:56

Page 28: Koesignalen Vruchtbaarheid

M i n d e r s t r e s s , m i n d e r e m b r y o - s t e r f t e3 . D r a c h t i g w o r d e n e n b l i j v e n

2 8

Geen stressAlle vormen van stress, ziekte en onge-mak vergroten het percentage vroeg afstervende vruchten. Koorts en ontste-king (met name mastitis), onrust en hitte-stress zijn de belangrijkste vormen van stress: die moet je voorkomen. Vermijd klauwinfecties en huidwonden. Zorg dat de koe altijd kan drinken en rusten. Rust, gezondheid en goede voeding stimuleren een gezonde voortzetting van de dracht.

Ventilatie en hitteweringHet moment waarop je moet gaan ven-tileren en koeien moet koelen, verschilt sterk tussen stallen. Dit hangt samen met de luchtvochtigheid, de windrichting, de bezettingsgraad, het productieniveau en de natuurlijke ventilatie van de stal.Bij een hoge luchtvochtigheid (≥ 90%) krijgen hoogproductieve koeien vanaf circa 21°C moeite om hun warmte kwijt te raken. Ze ademen sneller, blijven lan-ger staan en zoeken koele en frisse plek-ken op. Boven circa 27°C gaan ze minder vreten om hun warmteproductie te ver-minderen. Bij dagtemperaturen boven 25°C wisselen koeien hun dag-nacht-ritme en gaan ze ’s nachts grazen.

Hittestress bij droge koeienDoor hittestress verschuift de mineralen- en hormoonhuishouding, én de droge koeien vreten minder met als gevolg een negatieve energiebalans en leververvet-ting. Na afkalven hebben ze vervolgens veel problemen met melkziekte, slepende melkziekte, mastitis, baarmoederontste-king en lebmaagdraaiing.

Stress door ziekte, ontsteking en onrust

Uierontsteking (mastitis) tijdens de eerste drie weken na inseminatie halveert de kans op drachtigheid. Vóór inse-minatie heeft het nauwelijks effect op de vruchtbaarheid. Dit pleit voor het toedienen van ontstekingsremmers (nsaid’s) bij mastitis en ziekte kort na inseminatie.

Stressvrije koeien glimmen en vreten, zijn actief en nieuwsgierig en schrikken niet van mensen. Deze koeien glimmen niet. Sommige zijn te mager. Je ziet tweemaal een te lege pens en rechts staat een kreupele koe in een ligbox. Stress ontstaat altijd door fouten in manage-ment, huisvesting of uitvoering van het werk.

Stress door hitte en onvoldoende ventilatie

In hoog bezette en matig geventileerde stallen ontstaat tussen de koeien gemakkelijk een slecht klimaat, met een hoge luchtvochtigheid en ophoping van uitademings- en mestgassen. De temperatuur zal er ook hoger zijn. Dus moetjealbeneden20°Cmechanischventileren.Indezestalstartendeventilatorenbij17°C.

Hoe koel je dit − mooie − hok en deze transitiekoeien op hete dagen? Oplossingen: koel het dak met een tuin-sproeier, plaats een ventilator die op de koeien blaast, isoleer het dak. Open de achterwand.

Vruchtbaarheid0208.indd 28 18-02-2008 10:22:08

Page 29: Koesignalen Vruchtbaarheid

V o e d i n g3 . D r a c h t i g w o r d e n e n b l i j v e n

2 9

Het 21 graden-actieplanNeem de volgende maatregelen als de buiten-temperatuur boven 21 graden Celsius stijgt.

Omgeving: schaduw, hou de stal koel.● Dak: isoleren, wit maken, koelen met

water; voorkom zoninstraling (ramen/lichtplaten blinderen)

● Stal: optimale ventilatie van alle delen van de stal: verwijder alle obstakels die natuurlijke ventilatie hinderen (je hebt ventilatoren al planmatig geplaatst en geregeld).

● Hygiëne: let extra op hygiëne en behandel tegen vliegen.

Door hittestress tonen koeien hun tochtigheid minder en daalt

het bevruchtingsresultaat.

Voeding: voorkom pensverzuring, geef extra mineralen.● Pensverzuring: minder krachtvoer

per kg droge stof; meer snel fermen-teerbare ruwe celstof (bietenpulp, sojahullen). Voer pensbuffer: per koe 150-200 gram NaHCO3 of 50 gram MgO.

● Eiwit: verlaag ruw eiwitgehalte en verhoog aandeel bestendig eiwit.

● Mineralen: meer mineralen per kg droge stof: geef extra Ca, Na en K (DCAB: +25 mEq).

● Energie: gebruik vet als energiebron (maximaal 6 procent droge stof).

● Smaak: maak dagelijks de voerbak schoon en voorkom broei!

● Voer 2x daags.

Water: zorg voor voldoende en schoon water.● Controleren: controleer tweemaal

daags alle drinkpunten op reinheid en stroomsnelheid.

N.B. Je hebt eerder al voldoende drink-capaciteit geplaatst (de optimale water-temperatuur is 17°C).In de stal staat één sneldrinker (≥20 liter/min) per 15 koeien of één voorraadbak (≥50 liter + ≥30 liter/min) per 20 koeien, verdeeld over de lig- of vreetruimte.In de wei kan 10 procent van de koeien tegelijkertijd drinken (20 liter/drinkbeurt van 1 min).

Koeien: hou de dieren koel en zorg voor rust.● Koelen: zet ventilatoren haaks op de

koeien volgens een ventilatorenplan; neem traploos geregelde ventilatoren die afslaan op 19°C, zodat ze de koeien nog nakoelen; vanaf 27°C de koe tot op de huid natmaken (korte haren, grote druppels, uier droog) én koelen met ventilatoren.

● Bezetting: verspreid de koeien over een maximale ruimte; wachtruimtes en andere hoogbezette ruimtes vragen veel ventilatie en goede koe-koeling.

● Planning: plan samendrijven en inspannende handelingen, zoals mel-ken, beweiden en voeren, op koele delen van de dag.

N.B. Na een hitteperiode is de koe nog 3-5 dagen vatbaar voor pensverzuring door de lege pens en de verminderde buffercapaciteit van haar speeksel.

Vruchtbaarheid0208.indd 29 18-02-2008 10:22:16

Page 30: Koesignalen Vruchtbaarheid

N i e t - d r a c h t i g h e i d s d i a g n o s t i e k3 . D r a c h t i g w o r d e n e n b l i j v e n

3 0

Niet-drachtigheidsdiagnostiekDrachtigheidsonderzoek dient om zo vroeg mogelijk niet-drachtige koeien op te sporen. Je kunt dan vroeg maatregelen nemen om deze koeien alsnog drachtig te krijgen. Het gaat om koeien met een lege baarmoeder, koeien met een baarmoeder-ontsteking en koeien met een steenvrucht (mummificering). Let wel: het eerste sig-naal van niet-drachtigheid is natuurlijk opnieuw tochtig worden.Vroege diagnostiek van niet-drachtigheid eist vakkundig en zorgvuldig onder-zoek van baarmoeder en eierstokken. De betrouwbaarheid neemt toe met de zeker-heid waarmee je de inseminatiedatum weet. Stel de diagnose ‘drachtig’ altijd op basis van twee kenmerken. Bijvoorbeeld vergroting van de baarmoeder én het voe-len van vruchtvliezen. Werk voorzichtig.

Methode Vanaf Zekerheid Opmerkingen niet drachtig

Echoscopie 29edag 95%

Rectaal voelen 42e dag 98% Kan eerder, met lagere zekerheid.

Stoten (in flank) 7e mnd laag Je vindt 50-80% van de drachtigheden.

Mogelijkhedenvoorvaststellendrachtig/nietdrachtig

Naarmate de drachtigheid vordert, stijgt de zekerheid van de conclusie ‘niet drachtig’. Als je een goede administratie hebt en geen bedrijfsproblemen, is hercontrole niet nodig.

Voor het opsporen en behandelen van pro-bleemkoeien heb je een deskundige nodig: de dierenarts. Als de koeien geselecteerd zijn en vast staan, kan deze snel en goed werken. Na afloop van dit onderzoek moet je ook weten of het opscho-nen van de baarmoeders en de lactatiestart goed verlopen, bij vaarzen én bij oudere koeien.

Rectaal voelen

Echobeeld van een dracht van 55 dagen. Je ziet de twee vruchtblazen goed. Het kalf ligt in het amnion (de slijm- of pootjesblaas). De omhullende blaas heet allantoïs (de kalf- of waterblaas).

water- of kalf-blaas (allantoïs)

slijm- of pootjes-blaas (amnion)

kop

voorpoot

romp

Bro

n: D

r. M

aarte

n P

iete

rsen

, U

nive

rsite

it U

trech

t

Tekenen van dracht

● Vanaf circa dag 35 vergroting in één

baarmoederhoorn, met een dunne wand

en dunvloeibare inhoud. De eierstok aan

dezelfde zijde bevat een geel lichaam.

● Vanaf ongeveer dag 40 kun je de

vruchtvliezen voelen.

● Vanaf 65-70 dagen zijn de rozetten te

voelen.

Tekenen van niet drachtig

● Afwezigheidvandebeschreventekenen

van dracht.

● Je voelt op beide eierstokken geen geel

lichaam.

● Afwijkendeinhoudvandebaarmoeder.

● Eenmetettergevuldebaarmoeder

(pyometra).

● Eensteenvrucht(mummie).

● Anderespelingenvandenatuur.

Vruchtbaarheid0208.indd 30 18-02-2008 10:22:24

Page 31: Koesignalen Vruchtbaarheid

N i e t d r a c h t i g : e n n u ?3 . D r a c h t i g w o r d e n e n b l i j v e n

3 1

Niet actief/niet tochtig gezien

Een magere koe. Als haar conditie toeneemt moet ze minstens één goede cyclus doormaken om weer goed vruchtbaar te zijn. Check of haar baarmoeder niet ontstoken is (vuil slijm, pusvlok-jes). Helder slijm met pusvlokjes kun je daags na inseminatie behandelen met antibiotica in de baarmoeder.

Niet-actieve eierstokken komen met name voor bij koeien die veel conditie hebben verloren. De eierstokken zijn klein en eventueel aanwezige eiblaasjes en gele lichamen zijn eveneens klein. De baarmoeder trekt niet of nauwelijks samen.Als de koe actieve eierstokken heeft, kun je wach-ten tot de volgende tochtigheid. Je kunt haar meestal ook tochtig spuiten (zie pag. 41), zodat je weet dat ze circa drie dagen later tochtig is.

Niet drachtig: en nu?Vier weken na de start van de inseminatieperiode moet elke koe minstens één keer geïnsemineerd zijn. Controleer de dieren als dit niet het geval is.

Cystes

Eierstok met redelijk ontwikkelde eiblaas/follikel (op circa dag 17).

Blaasjes of cystes op de eierstokken zijn ontaarde eiblaasjes of gele lichamen groter dan 2,5 cm. De koe wordt meestal niet tochtig gezien. Soms is ze onregelmatig tochtig, soms voortdurend (bruls, nymfomaan, bandeloos). Vanwege de complexi-teit horen de diagnostiek van cystes en de keuze van behandeling bij de dierenarts.Knijp nooit rectaal cystes kapot. Er ontstaan dan bloedingen en wonden, die tot vergroeiingen en onvruchtbaarheid kunnen leiden.

eiblaas / follikel

Baarmoederontsteking (pyometra)

Op dit echobeeld zie je de troebele baarmoederinhoud bij een pyometra. Vruchtwater van een gezonde vrucht is altijd helder. Het geoefende oog ziet ook een verdikte baarmoederwand.

Bij een gesloten baarmoederontsteking is de baar-moeder gevuld met pus. De koe is gezond, wordt niet tochtig en kan af en toe witvuilen. Rectaal voel je een vergrote baarmoeder met een dik-vloeibare inhoud. Er is een geel lichaam, dat in de eierstok kan zitten die bij de kleinste hoorn hoort. Rectaal lijkt een pyometra dus sterk op een drachtige baarmoeder.De behandeling bestaat uit het tochtig spuiten van de koe. Gelijktijdige behandeling met antibiotica heeft wei-nig toegevoegde waarde.

De tekening toont de baarmoederdoorsnede in het echobeeld.

De drie belangrijkste oorzaken van niet drachtig zijnDaarnaast kan de administratie niet kloppen en/of kan het dier toch drachtig blijken.

Eierstok met cyste.

Bro

n: D

r. M

aarte

n P

iete

rsen

, U

nive

rsite

it U

trech

t

cyste

Vruchtbaarheid0208.indd 31 18-02-2008 10:22:32

Page 32: Koesignalen Vruchtbaarheid

TweelingdiagnostiekHier zie je twee vruchten in één echo-beeld. Ze kunnen ook ver uiteen liggen. Je zoekt eerst naar twee gele lichamen op de eierstokken. Vind je die, dan kijk je − nauwgezet − hoeveel embryo’s de baarmoeder bevat. Herkennen van een tweelingdracht lukt vanaf 28-80 dagen. Vrijwel alle tweelingen zijn twee-eiig (96%), dus ontstaan uit twee eisprongen.

TweelingenEen koe met een tweelingdracht heeft een hogere voerbehoefte tijdens de droog-stand. Gemiddeld is 2,5 procent van de afkalvingen een tweelinggeboorte, met grote verschillen tussen bedrijven. Er zijn bedrijven met 5 procent tweelingen. Vaarzen krijgen minder vaak een tweeling (ca. 1%) dan vierde- en ouderekalfskoeien (ca. 4%). Met het stijgen van de melkpro-ductie stijgt ook de kans op een tweeling.

M e e r w e t e n v a n d e d r a c h t3 . D r a c h t i g w o r d e n e n b l i j v e n

3 2

GeslachtsbepalingTussen dag 60 en dag 90 kun je met een echoscoop zien welk geslacht het embryo heeft. Dit vraagt goed vakmanschap en goede apparatuur.

Bro

n: D

r. M

aarte

n P

iete

rsen

, U

nive

rsite

it U

trech

t

Zoekplaatje Je weet van geen enkele koe of ze een tweelingdracht heeft. Hoe zorg je dat koei-en met een tweelingdracht niet te mager afkalven?

Door koeien die bij droogzetten veel buikom

vang hebben en een conditiescore 2 of m

inder, direct in de close up-groep te plaatsen. Zorg dat je bij scoren de vetbedek-king beoordeelt (voelen) en niet de bespiering. B

lijf de koe goed in het oog houden en besteed m

aximale aandacht aan de preventie van transitieproblem

en.

Vruchtbaarheid0208.indd 32 18-02-2008 10:22:39

Page 33: Koesignalen Vruchtbaarheid

Embryotransplantatie (ET)Via injecties met follikel stimulerend hormoon (FSH) groeien meerdere eiblaas-jes en ontstaat een tochtigheid waarbij meerdere eitjes vrijkomen (superovu-latie). Door inseminatie worden deze eicellen bevrucht, waarna ze zich tot embryo’s ontwikkelen.

Ovum pick-up (OPU)Bij ovum pick-up (OPU) prikt een technicus met speciale apparatuur onrijpe eiblaasjes in de eierstokken aan, om er de eicellen uit te zuigen. Deze eicellen rijpen in het laboratorium.Nabevruchtingontwikkelenzichembryo’s,dieweerbijkoeienwordeningezet. OPU stelt hoge eisen aan de apparatuur en het laboratorium. Voordelen zijn dat je zonder hormoonbehandeling tweemaal per week eicellen kunt oogsten en dat het ook bij een jonge pink kan.

Vanafdag10natochtigheidkrijgtdedonorkoe vijf dagen tweemaal daags een FSH-injectie. Eventueel worden de ont-vangsters ca. 2 dagen na de tochtigheid van de donor PgF2α gespoten. Op dag 12 krijgt de donor een injectie PgF2α, evenals de ontvangsters. De donorkoe wordtopdag14en15geïnsemineerd.Met een speciale vloeistof wordt op dag 22 elke baarmoederhoorn uitge-spoeld. Na het spoelen worden eventuele achtergebleven embryo’s gedood met een baarmoederinjector.

In het laboratorium haalt de technicus de embryo’s uit de spoelvloeistof en beoordeelt ze onder de microscoop op kwaliteit en leeftijd. Een leeftijdsverschil van twee dagen komt voor. Gemiddeld levert een spoeling zes goede embryo’s op, met een spreiding van nul tot wel twintig. Daarnaast zitten er vaak embryo’s met gebreken en onbevruchte eicellen in de spoelvloeistof.

De leeftijd van het embryo is gelijk aan het aantal dagen na de tochtigheid dat het embryo moet worden ingezet bij de ontvangster. Inzetten gebeurt met een speciale pipet en wel in de baarmoe-derhoorn bij de eierstok waar het gele lichaam op zit. Het drachtigheidspercen-tage na embryo-inplanting is vrijwel gelijk aandatnainseminatie(55%).Embryo’szijn vrijwel oneindig te bewaren in vloei-bare stikstof.

E m b r y o t r a n s p l a n t a t i e e n O P U3 . D r a c h t i g w o r d e n e n b l i j v e n

3 3

Vruchtbaarheid0208.indd 33 18-02-2008 10:22:49

Page 34: Koesignalen Vruchtbaarheid

D e s t i e r3 . D r a c h t i g w o r d e n e n b l i j v e n

3 4

Oplossing of probleemHet inzetten van een stier lijkt een gemak-kelijke manier om de koeien drachtig te krijgen. Echter, als je de nadelen uit-rekent ten opzichte van de voordelen, blijft er meestal geen economische winst over. De enige winst is gemak, maar daar tegenover staat het voortdurende gevaar dat de stier je aanvalt.Sommige veehouders gebruiken een vleesveestier voor groepen waar toch-tigheidswaarneming veel moeite kost. Rassen als limousin en piemontese geven kalveren die bij verkoop meer opbren-gen en (meestal) gemakkelijk geboren worden. Het kalf van een eigen stier zal gemiddeld altijd minder waard zijn dan het kalf van een fokstier. Dat merk je dui-delijk bij verkoop, maar het geldt des te meer bij gebruik op het eigen bedrijf.Een stier tussen de koppel geeft gelijke of slechtere drachtigheidsresultaten dan KI met goede tochtigheidswaarneming. Als je een stier aanvoert van een ander bedrijf, kan hij ziektes meebrengen. Denk aan BVD, IBR, mortellaro en schurft.

Voordelen stier:● doet tochtwaarne-

ming en inseminatie;● is altijd aanwezig;● krijgt sommige probleemkoeien

wel drachtig.

KI of stier

Nadelen stier:● is levensgevaarlijk;● minder genetische

vooruitgang;● risico’sopafkalf-

problemen; ● kan (tijdelijk)

onvruchtbaar zijn;● extra voorzieningen

en extra werk;● kalfdatum is een gok

als stier vrij bij de koeien loopt;

● brengt dekinfecties over

● in grote groepen dekt één stier niet alle tochtige koeien.

Tochtige koeien melden zich vaak bij de stier. Je ziet ze dan gemakkelijker. Waarschijnlijk is het even effectief om het stierenhok op te rui-men en er rubber in te leggen. Dan komen tochtige koeien er ook naar toe en is er meer (vreet)ruimte in de stal.

Een stier in de stal betekent dat je steeds moet opletten en geen onervaren mensen bij het vee kunt laten. Deze stier heeft een bel om, zodat je hem altijd hoort aankomen, en een neusring in voor een betere hanteerbaarheid.

Vruchtbaarheid0208.indd 34 18-02-2008 10:22:56

Page 35: Koesignalen Vruchtbaarheid

1.NeosporaParasiet. Infectie via de ontlasting van een hond. 80 procent van de kalveren van besmette koeien is ook besmet.

De belangrijkste oorzaken van verwerpen

V e r w e r p e n3 . D r a c h t i g w o r d e n e n b l i j v e n

3 5

VerwerpenHet afbreken van een dracht tussen 45 en 260 dagen heet verwerpen (abortus). Gemiddeld verwerpt 3 procent van de koeien. Is dit meer, dan wil je de oorzaak weten. In de praktijk betekent dit dat je naar elk geval onderzoek moet laten doen. Laat elke verworpen vrucht mét nageboorte onderzoeken. Elke verwerper kan de eerste zijn van een reeks. En ver-werpen geeft hoge kosten in de vorm van gedwongen afvoer, gemiste productie en gemiste kalveren.Regelmatig blijkt het moeilijk om de oorzaak van verwerpen en vruchtbaar-heidsproblemen vast te stellen. Voor een deel komt dit door de (meestal) kleine aantallen verwerpers. Stuur altijd vruchtvliezen (nageboorte) mee voor onderzoek. Bepaalde oorzaken van verwerpen vindt het laboratorium alleen in de vruchtvliezen (o.a. Q-fever).

(Bro

n:G

D,

2006

)

(Fot

o: B

roer

Hul

sen)

Vanwege de controle op besmettelijk verwer-pen door abortus bang (brucellose), moet in Nederland van elke ver-werper een bloedmon-ster worden onderzocht. De kosten hiervan worden vergoed. Dit bloedmonster kun je ook laten onderzoeken op andere besmettelijke oorzaken van verwer-pen, zoals BVD, IBR, leptospirose, leverbot en neospora.

In bijna de helft van de gevallen vindt men bij sectie geen oorzaak. Soms is dan een ontsteking van de nageboorte de oorzaak, maar denk ook aan zaken als stress, koorts, trauma (vallen, stoten), giftige stoffen (onder andere nitraat in kuilvoer) en vitamine- en mineralengebrek(vitamineE,seleen,jodium).

2.A.pyogenesDe etterbacterie van de koe. Komt via (huid)wonden in de bloedbaan en besmet vervolgens het kalf. Voorkom en behandel wonden.

3.AangeborenafwijkingenTreden meestal toevallig op, zijn soms erfelijk (o.a. CVM). Sectie helpt om vroegtijdig een nieuwe erfelijke afwijking op te sporen.

4. Infecties door diverse bacteriënenvirussenBijvoorbeeld salmonella, BVD, IBR en listeria. Laboratoriumonderzoek kan de kiem identificeren, wat de basis is voor een actieplan.

Voorkom contact tussen koeien en honden(poep). Honden verspreiden Neospora canis, de belangrijkste oorzaak van verwerpen. De hond raakt besmet door het eten van nageboortes, verworpen vruchten, vruchtwater en baarmoederuitvloeiing. De koe raakt besmet door eie-ren (oöcysten) afkomstig uit hondenpoep. Honden zijn levenslang besmettelijk.

Vruchtbaarheid0208.indd 35 18-02-2008 10:23:01

Page 36: Koesignalen Vruchtbaarheid

M a n a g e m e n t4 . D o e l e n , m e e t p u n t e n , p r o c e s m a n a g e m e n t

3 6

ManagementManagement betekent: het besturen van een organisatie. Een organisatie is in dit geval de doelgerichte samenwerking tussen mensen en koeien, met behulp van hulpmiddelen, gebouwen en proces-sen. Een proces is een verzameling van handelingen die leiden tot een bepaald resultaat.

Voor het managen van een melkveebedrijf heb je dus allereerst organisatie nodig. Vanuit inzicht in de processen maak je een ordening, taakverdeling en planning. Vervolgens ga je je resultaten en organisa-tie meten, beoordelen en verbeteren.

Kalf

tochtwaarnemingafkalven

hormooncyclus

voeding/stofwisseling/

water

comfort,gezondheid,

rust

baarmoeder drachtcontrole

insemineren

Stroomschema’s en diagrammen helpen om processen in beeld te brengen, zodat je deze beter kunt managen.

Je kunt het beste de inseminatieperiode als apart proces managen. De opstartperiode bepaalt in hoge mate de resultaten in de eerste weken van de inseminatieperiode, maar is dermate complex dat je ook deze beter apart kunt managen. Je sluit de opstartperiode af en begint de inseminatieperiode met een koe die een gezonde baarmoeder heeft en goed cyclisch is. Dit moet je dus van elke koe op dag 55 weten.

Doelen, meetpunten, procesmanagement

Management vraagt om een helicopterview. De manager moet van een afstand naar zichzelf en de processen op het bedrijf kunnen kijken.

Transitie en opstart Drachtig maken

Vruchtbaarheid0208.indd 36 18-02-2008 10:23:20

Page 37: Koesignalen Vruchtbaarheid

M a n a g e m e n t4 . D o e l e n , m e e t p u n t e n , p r o c e s m a n a g e m e n t

3 7

De rode lijn toont het starten van de cyclus bij koeien waarvan de conditie nauwelijks vermin-dert.Bijkoeiendiemeerdan0,5puntinBCSdalen start de cyclus later of helemaal niet.

ManagementtermenFeedback beantwoordt de vraag: hoe ginghet?Jekijktdusterug.Vanfeedbackkun je leren en weet je of je processen moet verbeteren. Bijvoorbeeld de tussen-kalftijd en het drachtigheidspercentage.Feed forward beantwoordt de vraag: wat zal er in de toekomst gebeuren? Jeschat in of je het gewenste resultaat gaat behalen of dat je iets moet veranderen. Bijvoorbeeld: die verse koe vreet nog weinig, dus ik moet de krachtvoergift nog niet opvoeren. En: alle vaarzen met eenconditiescore tussen 1,5 en 2 insemineren we pas vanaf 100 dagen na afkalven bij spontane tocht.

ArbeidsorganisatieOrganiseer vruchtbaarheid als een team-proces. Zorg dat iedereen die erbij betrok-ken is, kennis heeft van vruchtbaarheid en eenvoudig tochtige koeien kan melden. Vervolgens moeten de teamleden op de hoogte zijn van de resultaten en worden verlokt tot het neerzetten van toppresta-ties. Houd regelmatig een teambespre-king.Alleendanzijnmedewerkersbetrok-ken en zullen ze hun best doen.

InseminatieperiodeHet besturen van de inseminatieperiode is erg lastig, doordat je veel informatie mist. Je weet niet wanneer een koe toch-tig wordt. Je weet niet exact wanneer haar eisprong is. Je weet pas na ander-halve cyclus of ze drachtig is.Dit betekent dat je veel moet investeren in controles en hulpmiddelen, én tijd en kennis moet inzetten om deze te gebrui-ken. Denk aan administratie van elke tochtigheid, tochtigheidswaarneming, controles in het inseminatieproces en evaluatie van kengetallen. Zie ook de volgende pagina.

OpstartperiodeDe opstartperiode moet een koe opleve-ren die vlot drachtig kan worden. Dus moet het dier zonder schade kunnen afkalven, de eerste maand van de lactatie gezond blijven en géén of een minimale negatieve energiebalans doormaken.

Noteer alle tochtigheden en gebruik

deze informatie.

Dagen na afkalven

Daling BCS < 0,5

Daling BCS > 0,5

0 100

10

Per

cent

age

ovu

lere

nde

koei

en

2030405060708090

100

20 30 40 50 60 70 80 90 100 110

1e ovulatie voor dag 50

1e ovulatie voor dag 50

Dagen na afkalven0 50 100 150 200 250 300 350 400

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

Per

cent

age

dra

chti

ge

koei

en

Dagen na afkalven

Daling BCS < 0,5

Daling BCS > 0,5

0 100

10

Per

cent

age

ovu

lere

nde

koei

en

2030405060708090

100

20 30 40 50 60 70 80 90 100 110

1e ovulatie voor dag 50

1e ovulatie voor dag 50

Dagen na afkalven0 50 100 150 200 250 300 350 400

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

Per

cent

age

dra

chti

ge

koei

en

BCS-daling en cyclus Start cyclus en drachtkans

Conditieverlies begin lactatie stelt de eerste ovulatie uit en vergroot de kans op afvoer van de koe doordat ze niet drachtig wordt

(But

ler,

2005

)

Vruchtbaarheid0208.indd 37 18-02-2008 10:23:24

Page 38: Koesignalen Vruchtbaarheid

Hoe gaat het nu?Om de vraag ‘hoe gaat het nu’ te beant-woorden, gebruik je zogenoemde proces-indicatoren. Bij vruchtbaarheid moet je dan denken aan:● aantal (wit)vuilende koeien;● conditiescore;● (klauw)gezondheid en bezettingsgraad;● ruimte in de stal en type vloer;● wijze van tochtigheidswaarneming;● zorgvuldigheid bij en organisatie van

insemineren;● percentage openstaande koeien dat je

tochtig ziet;● timing van inseminatie.

Deze lijst is veel te lang en bevat een aantal punten die je niet wekelijks zult meten, zoals de ruimte in de stal en de inseminatieprocedure. En wellicht mis je een paar controlepunten?

De beste controlepunten beantwoorden exact de vraag die jij jezelf stelt. Als je die vraag niet kent, kun je de controle-

punten (kengetallen) niet goed gebruiken.

P r o c e s m a n a g e m e n t4 . D o e l e n , m e e t p u n t e n , p r o c e s m a n a g e m e n t

3 8

Productie en vruchtbaarheid

Met het stijgen van de productivi-teit van de koeien daalt hun vrucht-baarheid. Desondanks lukt het veel bedrijven met een hoge productie de koeien even goed drachtig te krijgen als bedrijven met lagere producties. Goed management is de sleutel.

VraagstukKengetallen en meetpuntenJe bent manager en je wilt weten of:1. alle baarmoeders op dag 50 in staat zijn

drachtig te worden;2. alle koeien tochtig worden;3. je alle tochtige koeien ziet;4. je op het juiste moment insemineert;5. geïnsemineerde koeien drachtig worden. Hoe controleer jij dit?

1. Je checkt en behandelt w

itvuilers, je noteert tochtigheden. D

edierenartscontroleertelke14dagenallegekalfdekoeienplusdekoeiendieopdag40niettochtigzijngew

eest.2+

3. Je noteert alle tochtigheden. De dierenarts onderzoekt koei-

endieop100dagenniettochtigzijngeweest.Jebeoordeelt

de oorzaak hiervan.4.

Jebeoordeeltdetonusvandebaarmoeder,hetafbloeden,

het drachtpercentage en de tochtigheidsintervallen.5.

Je beoordeelt het drachtigheidspercentage.

Vruchtbaarheid0208.indd 38 18-02-2008 10:23:30

Page 39: Koesignalen Vruchtbaarheid

K e n g e t a l l e n e n f o k k e r i j4 . D o e l e n , m e e t p u n t e n , p r o c e s m a n a g e m e n t

3 9

Een voorbeeld van een kengetallenoverzicht. De kleurenbalken laten zien waar dit bedrijf hoger (groen) of lager scoort dan vergelijkbare bedrij-ven. Hiermee vind je dus snel verbeterpunten.Dit soort overzichten heb-ben alleen waarde als je ze gebruikt. En door ze te gebruiken haal je er steeds meer waarde uit. Kies het management-systeem dat bij je past. Let op overzicht, eenvoud en functionaliteit.Leer kengetallen te begrij-pen en te gebruiken. Dit kan door middel van cur-sussen en studiegroepen, of via adviseurs.

Vruchtbaarheidsgemiddelden in Nederland

Tussenkalftijd: 415 dagen Is gelijk voor alle pariteiten (pariteit = aantal keren dat een koe heeft gekalfd). Vertelt niet hoeveel koeien je opruimt vanwege onvruchtbaarheid.

Inseminaties per dracht:● koeien: 1,8● pinken 1,4

Non-returnpercentage (NR) op 56 dagen: 68 procent Het percentage koeien dat niet opnieuw wordt geïnsemineerd binnen 56 dagen na de eerste inseminatie. Is een (te hoge) schatting van het drachtigheidspercen-tage.

KengetallenKengetallen zijn onmisbaar om de gang van zaken op je bedrijf te kennen. Daartoe vergelijk je ze met de kengetallen van de voorliggende periodes. En je gebruikt ken-getallen om in te schatten of je beter kunt presteren dan je doet. Daartoe vergelijk je ze met andere bedrijven (benchmarking).De beste kengetallen geven je informatie over hoe het zal gaan (feed forward), of over hoe het op dit moment loopt (proces-indicatoren). Veel vruchtbaarheidskenge-tallen vertellen hoe het de afgelopen periode is gegaan (feed back). Zorg dat je weet welke informatie een kengetal geeft. Anders gezegd: welke vraag een kengetal beantwoordt.

Aantal keren gekalfd bij afvoer: 3,4 De productieve levensduur hangt sterk samen met de beslissing c.q. mogelijk-heid om een oude koe nog een keer te laten afkalven.

Fok op vruchtbaarheid

Fokken is een eenvoudige manier om de vruchtbaarheid te

verbeteren. Gebruik hiervoor de vruchtbaarheidsindex.

En gebruik stieren die goed bevruchten.

Drachtigheid na eerste inseminatie (koeien):55 procent.

Vruchtbaarheid0208.indd 39 18-02-2008 10:23:34

Page 40: Koesignalen Vruchtbaarheid

W e r k w i j z e v e e h o u d e r s i n h e t b u i t e n l a n d4 . D o e l e n , m e e t p u n t e n , p r o c e s m a n a g e m e n t

4 0

KengetalleninAustraliëIn Australië gebruiken veehouders primaire kengetallen, die je focussen op het economisch optimum: 365 dagen tussenkalftijd en geen gedwon-gen afvoer. Hiervoor moeten de koeien gemiddeld op 80 dagen na afkal-ven drachtig worden. Niet drachtig na 200 dagen betekent afvoeren.Kengetallen:

● het aantal koeien dat 100 dagen na afkalven drachtig is;● het aantal koeien dat 200 dagen na afkalven niet drachtig is. Om deze resultaten te bereiken gebruiken

veehouders de volgende controles:● het aantal koeien dat is geïnsemineerd op 80 dagen na afkalven;● het drachtigheidspercentage.

Zo werken veehouders in het buitenlandCollega’sinanderelandengebruikensomsanderekengetallen,omdatzeopeenanderemanier tegen vruchtbaarheidsmanagement en -werkzaamheden aankijken.

Deze kengetallen passen goed op bedrijven met grote koppels koeien die in het voorjaar afkalven. Men begeleidt de dieren volgens een strakke agenda naar drachtigheid (of niet). Ook hier moet men zorgen dat de koei-enop40dagencyclischzijnendathunbaarmoedersgezondzijn.

Een wachtruimte in Australië. De koe op de voorgrond heeft een drukgevoelige sticker op het staartbeen, die verkleurt als ze besprongen is.

Bro

n:T

heIn

Cal

fBoo

k(2

006)

KengetalleninNoord-AmerikaDe pregnancy rate is het aantal koeien dat drachtig wordt tijdens een periode van 21 dagen, ten opzichte van het aantal koeien dat geïnsemi-neerd kan worden. Dit kengetal neemt zowel de tochtigheidswaarneming als het drachtigheidspercentage mee. Goede bedrijven zitten in de buurt van 20 procent.

Met de heat detection rate schat men de tochtigheidswaarneming in, door het aantal tochtig geziene koeien in een periode van 21 dagen te delen door het aantal openstaande koeien.

Na de heat detection rate wordt de pregnancy rate to AI (het drachtig-heidspercentage per 21 dagenperiode) bepaald om in te schatten hoe de tochtigheidswaarneming, de inseminatie en de innesteling verlopen.

Deze kengetallen richten de aandacht heel sterk op de inseminatieperiode. Ze stimuleren de doelstelling om de koe zo snel mogelijk drachtig te krijgen na het begin van de inseminatieperiode.

In grote koppels is tochtwaarneming zonder technische hulpmiddelen een hele opgave. In deze Canadese stal hebben de koeien stappentellers om.

Vruchtbaarheid0208.indd 40 18-02-2008 10:23:41

Page 41: Koesignalen Vruchtbaarheid

To c h t i g s p u i t e n e n h o r m o o n p r o g r a m m a ’s4 . D o e l e n , m e e t p u n t e n , p r o c e s m a n a g e m e n t

4 1

Geplande tochtigheidMet hormoonbehandelingen kun je een koe met actieve eierstokken op een voor-af bekende datum tochtig laten zijn. Vervolgens kun je haar op een gepland moment (blind) insemineren, of je kunt haar insemineren op geleide van tochtig-heidssignalen. Het drachtigheidspercen-tage bij inseminatie op tochtigheidssigna-len is hoger dan bij blind insemineren.Op grote bedrijven valt tijd te besparen door koeien groepsgewijs injecties toe te dienen, waarna ze ook groepsgewijs geïnsemineerd kunnen worden. Je wint daarbij ook tijd als je nauwelijks tochtig-

heidswaarneming doet.Er bestaan meerdere hormoonprogram-ma’s, waarvan OvSync een belangrijke is. Deze programma’s vragen om een goede planning, een goede koeherkenning en ze vragen veel werk. De programma’s zijn economisch alleen rendabel op bedrijven met slechte tochtigheidswaarneming.

Tochtigheidsprogramma’sJe kunt een koe tochtig laten worden als ze een actief geel lichaam op de eierstokken heeft. Door een injectie met prostaglandine F2α (PgF2α) verdwijnt het gele lichaam en zal een follikel (eiblaas)

uitgroeien. De meeste koeien worden twee tot drie dagen na de prostaglandine-injectie tochtig, met een spreiding van 1-5 dagen.Alle geplande tochtigheidsprogramma’s zijn gebaseerd op een prostaglandine-injectie tijdens de aanwezigheid van een geel lichaam. In de eerste vijf dagen na de eisprong reageert het gele lichaam niet op deze injectie. Als je koeien met actieve eierstokken willekeurig PgF2α inspuit, heb je dus 75 procent kans dat ze in de volgende dagen tochtig worden. Bij koeien met inactieve eierstokken of cystes boekt deze injectie geen resultaat.

OvSync

Dag 0 Dag 7 (<50-60 uur>) Dag 9 (<16-24 h>) Dag 10

GnRH PgF2α GnRH KI

De tweede GnRH-injectie stimuleert de eisprong en dient tevens om het succes van blind insemineren te verbeteren. Circa 90 procent van de behandelde koeien heeft een eisprong. Het OvSync-programma werkt slecht bij pinken.

Duurzaam ondernemenHou jezelf regelmatig een spiegel voor wat betreft je omgang met dieren, personeel, milieu en omgeving. Standaard hormonen gebruiken moet niet nodig zijn en stuit op maatschappelijke weerstand.

Ook met vaginale implan-taten kun je tochtigheid opwekken. Dit zijn flexibele kunststof “spiralen”, die hor-monen afgeven. De bijko-mende lichte schedeontste-king heeft geen gevolg voor drachtig worden en herstelt direct na verwijdering van het implantaat.

Vruchtbaarheid0208.indd 41 18-02-2008 10:23:47

Page 42: Koesignalen Vruchtbaarheid

Tussenkalftijd: kosten/batenVanuit productieoogpunt is een tussen-kalftijd van 365 dagen optimaal omdat koeien kort na afkalven meer melk geven dan eind lactatie. Koeien moeten boven-dien afkalven om te zorgen voor nieuwe koeien. Met gesekst sperma hoeven ze hiervoor minder vaak af te kalven. Maar afkalven vraagt ook investeringen en tijd, én gaat nogal eens gepaard met problemen. Vele daarvan voorkom je met goed droogstands- en transitiemanage-ment.Het liefst heb je de opbrengsten en kosten van vruchtbaarheid voor jouw bedrijf, maar meestal werk je met richtgetal-len, zoals schattingen van de kosten van een verlengde tussenkalftijd. Deze nemen wel inseminatiekosten mee, maar niet kosten voor behandelingen zoals tochtig spuiten. Dit soort behandelingen is vaak alleen rendabel om de koe drachtig te krijgen, zodat je het dier niet hoeft af te voeren.

Tussenkalftijd: de praktijkEigenlijk is het doel dat je de koe drachtig kunt maken als jij dat wilt. Dat doe je met minder dan 2,0 inseminaties/dracht en minimale hormonale ingrepen. Je kiest vaste datums voor begin en eind van de inseminatieperiode, die je afstemt op het conditieverloop van de koeien. Eventueel insemineer je koeien met geen of weinig conditieverlies eerder (v.a. 60 dgn) dan koeien die vermagerd zijn (v.a. 90 dgn). Echter, bedrijven waar de koeien gezond opstarten en dus gemakkelijk drachtig worden, hebben een lage tussenkalftijd (~385 dgn; ≤415 dgn). Dus je moet je niet richten op tussenkalftijd, maar op kengetallen voor een gezonde opstart, voor tochtigheidswaarneming en voor inseminatieresultaat.

De beste behandeling verschilt per bedrijf en per koe. Overleg met de dierenarts. Het resultaat is belang-rijker dan de kosten, de koe moet drachtig. Met een lage persi-stentie en/of matige drachtigheidsresul-taten mag je meer uitgeven om koeien drachtig te krijgen.

Lactatie (dgn)

Mel

kpro

duc

tie

(kg

)

Hoge persistentie (groene lijn) levert een kleiner verschil op tussen de pro-ductie begin lactatie en eind lactatie. Daarmee wordt het financieel voordeel van een korte tussenkalftijd minder. Bovendien daalt het risico van een te negatieve energiebalans begin lactatie en van vervetting eind lactatie.

Een schatting van de gemiste opbrengst in euro’s bij een langere tus-senkalftijddan365dagen.Indezegetallenzijnookkostenopgenomenvanwege (be)handelingen rond afkalven, à 15 euro per koe.

Dezeberekeningisgemaaktvoorbedrijvenmeteen305dagenproductievan9.500kg.Eventuelekostenrondomafkalvenzijnhiernietopgenomen.

H.

Hog

evee

net

al.,

Uni

vers

iteit

Utre

cht,

2005

(Bro

n:C

R-D

elta

200

4)

Tussenkalftijd (dagen)

Productie (kg/305) 386 407 428 449 470

7.000 7 15 24 34 47

8.000 7 15 24 34 47

9.000 5 11 18 25 37

10.000 3 6 11 16 26

Gemiste opbrengst per dag, met en zonder melkquotum

>396 426 457

Met quotum 0,34 0,73 0,86

Zonder quotum 0,67 1,71 2,11

E c o n o m i e4 . D o e l e n , m e e t p u n t e n , p r o c e s m a n a g e m e n t

4 2

Hogere persistentie

Vruchtbaarheid0208.indd 42 18-02-2008 10:23:50

Page 43: Koesignalen Vruchtbaarheid

O z o ' s e n w e e t j e s4 . D o e l e n , m e e t p u n t e n , p r o c e s m a n a g e m e n t

4 3

Ozo’senweetjes

Koeien die veel helder en dradentrekkend slijm hebben, worden beter drachtig. Het is nog onbegrepen waarom dit zo is en hoe je dit gegeven kunt gebruiken. De vaginawand vlak bij de cervix produceert dit slijm.

1

Ozo’s zijn onbegrepen zaken die opvallen. Wellicht leveren deze zaken aanknopingspunten voor het bereiken van een betere vruchtbaarheid.

2

Maand van inseminatie

Non Return 56 dagen

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 126061

Per

cent

age

626364656667686970

Koeien die in het voorjaar afkalven, worden beter drachtig. Waarschijnlijk komt dit doordat koeien van nature in het voorjaar afkalven en in de zomer worden gedekt. De dip in september ont-staat door een diepere negatieve energiebalans en hittestress tijdens de zomermaanden.

3Seizoensvoordeel

Het onderbreken van de zaadlei-ders geeft een onvruchtbare stier. Je kunt dit dier een halster omdoen met een merkstift onder de kin, zodat hij tochtige koeien merkt. De tweede bal wordt vaak gecas-treerd, zodat de stier zichtbaar onvruchtbaar is.

4 Door een zuigend kalf ontstaat een zogenoemde lactatie-anoestrus: de koe wordt later cyclisch. Verlies van conditie versterkt dit effect.

5 Een vaarskalf dat een tweeling vormt met een stier, is in 92 procent van de gevallen een kween (freemartin). Doordat tijdens de dracht mannelijke hormonen in haar bloed zijn gekomen, zijn baarmoeder en schede nauwelijks ontwikkeld. Een kween heeft een vergrote clitoris en vaak een kleine kling met lange haren.Bij een kween van één tot vier weken oud is de schede 5-6cmdiep(normaal:13-24cm). Meet met een afge-ronde sonde en glijmiddel. Bloedonderzoek geeft zeker-heid. Bij een voldoende grote pink kun je rectaal de afwij-kende baarmoeder voelen.

6

De kleine baarmoeder heeft één keer gedragen, de grote drie keer. De baarmoederhoorns van een pink zijn amper 2 cm in doorsnede.

Vruchtbaarheid0208.indd 43 18-02-2008 10:24:01

Page 44: Koesignalen Vruchtbaarheid

4 4

aan de nageboorte staan 13afbloeden 27afkalfruimte 10afkalven 10, 11anatomie baarmoeder 27arbeidsorganisatie 37baarmoeder 22, 23, 27, 43baarmoederontsteking 15, 31behandeling 15, 42bruls 31cervix 22, 23, 27conditie (lichaams) 6, 21, 37cyclus 19cystes op eierstokken 31drachtigheidsonderzoek 30drachtigheidspercentage 26, 39droogstand 6duurzaam ondernemen 41echoscopie 30, 31, 32economie 42eicel 19, 20eisprong 14, 19, 20embryonale sterfte 26embryotransplantatie (ET) 33fokkerij 39geslachtsbepaling 33hittestress 29innesteling 26, 27inseminatiegetal 39, 40inseminatiemoment 20inseminatieperiode 5, 31inseminatietechniek 22, 23, 37involutie 15jongvee 21kengetallen 15, 38, 39kween 43lactatieanoestrus 43lebmaagdraaiing 15management 36, 37mineralen 6, 13nageboorte 13negatieve energiebalans 7, 14, 27niet-actieve eierstokken 31non-return 39oestrogenen 19onregelmatig terugkomen (zie ook: opbreken) 27, 35ontstekingen 28opbreken/verwerpen door: - hittestress 29 - infecties (div.) 35

- koorts 28 - mastitis 28 - neospora 35opschonen 7, 14opstartperiode 5, 37ovsync 41ovulatie (zie eisprong)ovum pick-up (OPU) 33persistentie 42PgF2a 13, 41pinken 21pregnancy rate 40procesindicatoren 5, 38progesteron 19rectaal voelen 30, 31 aan de nageboorte 13seizoensinvloed 43tochtigheidsslijm 43sperma 20, 22, 23, 24standaard werkwijze: - verloshulp 11 - afkalven 10, 11 - insemineren 22, 23, 24, 25 - sperma ontdooien 24 stappenteller 17steenvrucht 30stier 34stierkeuze 39stoten 30stress 9, 28temperatuur opnemen 12tien-dagenplan 12tochtig spuiten 41tochtig worden 16tochtigheidssignalen 18tochtigheidswaarneming 17transitieperiode 7, 8, 12, 15tussenkalftijd 4, 40, 42tweelingdracht 8, 32ureumgehalte 27vaarzenintroductie 9ventilatie 28verloshulp 11verse koeien 12verwerpen (zie: opbreken) 35voeding 6, 7vruchtvliezen 13witvuilen 10, 13, 15zakcomputer 16zoekstier 43

Koesignalen®

Kijk voor meer informatie over lezingen, trainingen en andere Koesignalen-boeken op de website: www.koesignalen.nl.Veterinair adviesbureau Vetvice is een internationaal adviesbureau op het gebied van melkveehouderij. Onze adviseurs verzorgen trainingen, geven bedrijfsadviezen en ontwikkelen informatiematerialen. De kennisgebieden zijn Koesignalen, large herd management, stallenbouw en management van diergezondheid. Kijk voor meer informatie op onze website: www.vetvice.com.

Agrarische uitgaven van RoodbontBestellen kan bij de boekhandel of direct via Roodbont, tel. (0575) 54 56 88, e-mail: [email protected] of via de website: www.roodbont.nl.

KoesignalenPraktijkgids voor koegericht managementISBN 978-90-75280-47-096 pagina’s, € 17,90

Koesignalen thema-edities

KlauwenPraktijkgids voor klauwgezondheidISBN 978-90-75280-56-240 pagina’s, € 11,90

JongveePraktijkgids voor opfok van kalf tot vaarsISBN 978-90-750280-66-140 pagina’s, € 11,90

UiergezondheidPraktijkgids voor een uitstekende uiergezondheidISBN 978-90-810974-1-352 pagina’s, € 14,50

VarkenssignalenPraktijkgids voor diergericht varkenshoudenISBN 978-90-75280-53-196 pagina’s, € 29,90

Varkenssignalen thema-edities

ZeugenPraktijkgids voor lactatiemanagement en vruchtbaarheidISBN 978-90-75280-91-348 pagina’s, € 19,90

VleesvarkensPraktijkgids voor groei, gezondheid en gedragISBN 978-90-75280-92-0 48 pagina’s, € 19,90

Andere uitgavenHandboek melkveehouderijISBN 978-90-75280-80-7512 pagina’s, € 49,50

Krachtige kruisingenISBN 978-90-75280-83-896 pagina’s, € 24,50

Index

Vruchtbaarheid0208.indd 44 18-02-2008 10:24:08