Kleinkinderen kohnstamm Thijssen, Folia 11 11 11

2
O p 24 november zullen de nieuwe gebouwen aan de Amstelcampus officieel worden geopend in het bijzijn van twee kleinkinderen van de grote pedagogen ijssen en Kohn- stamm. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan, want Rik ijssen en Dolph Kohnstamm zijn beiden, op verschillende manieren, in de voet- sporen van hun grootvaders getreden. Mevrouw ijssen werkt ondanks haar pensioen nog re- gelmatig als leerkracht en therapeut op de Louis Bouwmeesterschool, meneer Kohnstamm is emeritus hoogleraar ontwikkelingspsychologie. Tijdens een rondgang door de schoolgebouwen die hun achternamen dragen staan ze stil bij de erfenis van hun grootouders en de huidige stand van het onderwijs. Dolph Kohnstamm: ‘Vroeger kwam ik in dit gebouw om belastingen te betalen. Zo kent mijn generatie het ook.’ Rik ijssen: ‘Ja, inderdaad, het beruchte kan- toor in die gure Wibautstraat. Nu is het wel een stuk vriendelijker.’ DK: ‘Ik ben psycholoog, gespecialiseerd in ontwikkelingspsychologie, dat dicht bij de specialisatie van mijn grootvader ligt. Ik denk dat ik daarom ook gevraagd ben de gevel- steen van dit gebouw te onthullen, hoewel ik zeker niet het enige kleinkind van Philip Kohnstamm ben. Ik mocht hier destijds ook de eerste Kohnstamm-lezing houden, over motivatie van allochtone leerlingen. Het is mijn overtuiging dat conscientiousness, oſtewel nauwkeurigheid en werklust, net zo erfelijk is als intelligentie. Daar zijn mensen toen heel boos over geworden. Mijn uitspraken zouden Hier huist het onderwijs Het Theo Thijssenhuis en het Kohnstammhuis vormen het nieuwe hart van het Domein Onderwijs & Opvoeding aan de HvA. De meeste studenten zullen deze namen niet kennen; toch zijn ze goed gekozen. Want Theo Thijssen (1879-1943) en Philip Kohnstamm (1875- 1951) hadden dezelfde passie als de studenten hier: opvoeden en onderwijzen. Een gesprek met twee bevlogen nazaten. tekst Bob van Toor / foto’s Fred van Diem Dolph Kohnstamm, kleinzoon van Philip, voor het Kohnstammhuis 16 FoliaMagazine 16 FoliaMagazine

description

 

Transcript of Kleinkinderen kohnstamm Thijssen, Folia 11 11 11

Page 1: Kleinkinderen kohnstamm Thijssen, Folia 11 11 11

Op 24 november zullen de nieuwe gebouwen aan de Amstelcampus officieel worden geopend in het bijzijn van twee kleinkinderen

van de grote pedagogen Thijssen en Kohn-stamm. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan, want Rik Thijssen en Dolph Kohnstamm zijn beiden, op verschillende manieren, in de voet-sporen van hun grootvaders getreden. Mevrouw Thijssen werkt ondanks haar pensioen nog re-gelmatig als leerkracht en therapeut op de Louis Bouwmeesterschool, meneer Kohnstamm is

emeritus hoogleraar ontwikkelingspsychologie. Tijdens een rondgang door de schoolgebouwen die hun achternamen dragen staan ze stil bij de erfenis van hun grootouders en de huidige stand van het onderwijs. Dolph Kohnstamm: ‘Vroeger kwam ik in dit gebouw om belastingen te betalen. Zo kent mijn generatie het ook.’ Rik Thijssen: ‘Ja, inderdaad, het beruchte kan-toor in die gure Wibautstraat. Nu is het wel een stuk vriendelijker.’DK: ‘Ik ben psycholoog, gespecialiseerd in

ontwikkelingspsychologie, dat dicht bij de specialisatie van mijn grootvader ligt. Ik denk dat ik daarom ook gevraagd ben de gevel-steen van dit gebouw te onthullen, hoewel ik zeker niet het enige kleinkind van Philip Kohnstamm ben. Ik mocht hier destijds ook de eerste Kohnstamm-lezing houden, over motivatie van allochtone leerlingen. Het is mijn overtuiging dat conscientiousness, oftewel nauwkeurigheid en werklust, net zo erfelijk is als intelligentie. Daar zijn mensen toen heel boos over geworden. Mijn uitspraken zouden

Hier huist het onderwijsHet Theo Thijssenhuis en het Kohnstammhuis vormen het nieuwe hart van het Domein

Onderwijs & Opvoeding aan de HvA. De meeste studenten zullen deze namen niet kennen;

toch zijn ze goed gekozen. Want Theo Thijssen (1879-1943) en Philip Kohnstamm (1875-

1951) hadden dezelfde passie als de studenten hier: opvoeden en onderwijzen. Een gesprek

met twee bevlogen nazaten. tekst Bob van Toor / foto’s Fred van Diem

Dolph Kohnstamm, kleinzoon van Philip, voor het Kohnstammhuis

16 Folia Magazine16 Folia Magazine

Page 2: Kleinkinderen kohnstamm Thijssen, Folia 11 11 11

racistisch zijn. Nu hoor je er niemand meer over, maar ik sta nog steeds achter wat ik toen gezegd heb.’RT: ‘Dus eigenlijk zei je dat in bepaalde culturen motivatie minder aanwezig is? Dat kan ik je ook zo vertellen: ik werk op een van de zwartste scholen van Amsterdam, met veel verschillende nationaliteiten. Als daar Chinese kinderen tussen zitten, of middenklasse Pakistanen of Surinamers, dan weet je van tevoren dat die er echt voor gaan. Je mag het niet zeggen, maar het is wel zo.’DK: ‘Je mag het wel zeggen, maar je mag het alleen “cultuur” noemen. Maar zonder natuur kan er geen cultuur zijn. Het is helemaal niet zo gescheiden.’RT: ‘Je ziet nu wel uitzonderingen opkomen. Omdat cultuurverschillen vervagen, maar ook door betere integratie.’DK: ‘Natuurlijk zijn er uitzonderingen – je moet nooit zonder meer praten over groepen. Indivi-duen kunnen ver komen, en juist daarom heb ik in die lezing betoogd dat we ons op de hoog-gemotiveerde kinderen uit allochtone groepen moeten concentreren. Je moet niet focussen op intelligentie, maar op motivatie. Daarentegen: dat rector Jet Bussemaker nu motivatiegesprek-

ken aan de poort wil, daar geloof ik niet zo in. In psychologisch onderzoek is nooit aangetoond dat die gesprekken op lange duur een goede voorspelling zijn. Er kan in de tussentijd veel ge-beuren, en studenten kunnen een slecht gesprek hebben, of nog niet “wakker” zijn. Daarbij kost studeren gewoon veel tijd. Nu is het allemaal zo krankzinnig snel. Ik heb acht jaar over psycho-logie gedaan, en dat vond men heel netjes.’RT: ‘Ik denk dat je een grote groep jonge mensen mist door die snelheid. Wij zien dat bij ROC-studenten, die stapelen kennis. Ze komen aan op onze school vanaf het ROC, doen dan praktijkkennis op en zelfvertrouwen, en stromen door naar de pabo. Die studenten hebben een langere weg nodig, niet zo zeer qua intelligentie, maar wel om ze te vormen.’DK: ‘Mijn grootvader zou precies hetzelfde gezegd hebben!’RT: ‘Het houdt niet op bij de deur van je school of werk, het gaat om die grote betrokkenheid, de compassie bij het onderwijs. Ik vind het soms jammer dat Theo Thijssen vooral om zijn boeken herinnerd wordt, en niet om zijn onderwijshervormingen. Alles waar hij tegen was komt weer terug. Grote klassen moeten weer kunnen, dat gaat niet ten koste van de

kwaliteit, zegt men. Maar dat is niet zo. De pabo heeft niet voor niets op springen gestaan wegens slechte kwaliteit. De Ipabo was helemaal bar en boos. De manier waarop ze met hun studenten omgingen en de kennis die ze aangeleerd kregen waren achterhaald. Nu komt de leerkracht ge-lukkig weer centraal te staan. Voor de campagne Nederland Leest werd in 2007 De gelukkige klas gelezen. Toen zijn we met een trein door Neder-land gereisd en konden mensen hun rapporten meenemen en verhalen vertellen. Bij iedereen, tot tachtigjarigen toe, hoorde je herinneringen over bevlogen docenten – en over lijfstraffen. Dat waren de twee manifeste herinneringen. Ik heb tegen al mijn collega’s verteld: je weet niet hoe belangrijk je bent. Een leraar die in je ge-looft speelt een cruciale rol in je leven. Dat geldt zeker ook voor docenten die hier de toekom-stige leraren opleiden.’Het is even stil.RT: ‘Ik heb me het nooit zo gerealiseerd toen ik mijn beroepskeuze maakte, maar nu ik ouder word, besef ik dat ik toch opvallend de richting van mijn grootvader op ben gegaan.’ DK: ‘Ja, ik ben misschien toch wel erfelijk belast, al denk ik dat er bij die keuzes meer emotionele dan logische factoren een rol spelen.’ yyy

Rik Thijssen, kleindochter van Theo, voor het Theo Thijssenhuis

17Folia Magazine