Kero B/C - AOT Energy · 2018-06-29 · Kero B/C Vervangt : 07/01/2013 RUBRIEK 3: Samenstelling en...
Transcript of Kero B/C - AOT Energy · 2018-06-29 · Kero B/C Vervangt : 07/01/2013 RUBRIEK 3: Samenstelling en...
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 1 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
RUBRIEK 1: Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap/onderneming
1.1. Productidentificatie
Productvorm : Mengsel
Productnaam/naam : Kero B/C
CAS-Nr : 8008-20-6
Productgroep : Handelsproduct
1.2. Relevant geïdentificeerd gebruik van de stof of het mengsel en ontraden gebruik
1.2.1. Relevant geïdentificeerd gebruik
Hoofdzakelijk gebruik : Industrieel gebruik,Professioneel gebruik
Gebruik van de stof of het mengsel : Brandstoffen Uitvoerige informatie: zie blootstellingsscenario's in de bijlage van dit veiligheidsinformatieblad.
Titel Gebruiksbeschrijvingen
Productie van de stofX (BS Ref.: 01)
SU3, SU8, SU9, PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC8a, PROC8b, PROC15, ERC1, ERC4, ESVOC SPERC 1.1.v1
Verdeling van de stofX (BS Ref.: 02)
SU3, PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC8a, PROC8b, PROC9, PROC15, ERC1, ERC2, ERC3, ERC4, ERC5, ERC6a, ERC6b, ERC6c, ERC6d, ERC7, ESVOC SPERC 1.1b.v1
Formulatie en (om)pakken van stoffen en mengselsX (BS Ref.: 03)
SU3, SU10, PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC5, PROC8a, PROC8b, PROC9, PROC14, PROC15, ERC2, ESVOC SPERC 2.2.v1
Gebruik als een brandstof in industriele omgevingX (BS Ref.: 04)
SU3, PROC1, PROC2, PROC3, PROC8a, PROC8b, PROC16, ERC7, ESVOC SPERC 7.12a.v1
Gebruik als een brandstof in professionele omgevingX (BS Ref.: 05)
SU22, PROC1, PROC2, PROC3, PROC8a, PROC8b, PROC16, ERC9a, ERC9b, ESVOC SPERC 9.12b.v1
Volledige tekst van de gebruiksbeschrijvingen: zie paragraaf 16
1.2.2. Gebruiksvormen waarvan wordt afgeraden
Gebruiksvormen waarvan wordt afgeraden : Consumentengebruik Smeerstoffen Professioneel gebruik in kuisproducten Coatings
1.3. Details betreffende de verstrekker van het veiligheidsinformatieblad
AOT ENERGY BELGIUM SA Parc de L'Alliance, Boulevard de France 7 1420 Braine-L'Alleud - Belgium T +32 2 663 19 00 - F +32 2 663 19 37 [email protected]
AOT Trading AG Grafenauweg 4 6300 Zug - Switzerland T +41 41 727 69 31 [email protected]
1.4. Telefoonnummer voor noodgevallen
Noodnummer : +32 3 575 03 30 Dit telefoonnummer is bereikbaar gedurende 24 uur per dag , 7 dagen per week.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 2 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
Land Organisatie/Bedrijf Adres Noodnummer
België Centre Anti-Poisons/Antigifcentrum/Giftnotrufzentrale c/o Hôpital Central de la Base - Reine Astrid
Rue Bruyn B -1120 Brussels
+32 70 245 245
Nederland Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) NB Uitsluitend bestemd om professionele hulpverleners te informeren bij acute vergiftigingen
P.O. Box 1 3720 BA Bilthoven
+31 30 274 88 88
RUBRIEK 2: Identificatie van de gevaren
2.1. Indeling van de stof of het mengsel
Classificatie volgens Verordening (EG) Nr. 1272/2008 [EU-GHS/CLP]Mengsels/Stoffen: VIB EU 2015: Volgens (EU) Verordening 2015/830 (Bijlage II van REACH)
Flam. Liq. 3 H226
Skin Irrit. 2 H315
Asp. Tox. 1 H304
Aquatic Chronic 2 H411
STOT SE 3 H336
Volledige tekst van de risicozinnen: zie hoofdstuk 16
2.2. Etiketteringselementen
Etikettering conform Verordening (EG) Nr. 1272/2008 [CLP] Weer te geven extra etiketteringWeer te geven extra indeling(en)
Gevarenpictogrammen (CLP) :
GHS02
GHS07
GHS08
GHS09
Signaalwoord : Gevaar
Gevarenaanduidingen (CLP) : H226 - Ontvlambare vloeistof en damp. H304 - Kan dodelijk zijn als de stof bij inslikken in de luchtwegen terechtkomt. H315 - Veroorzaakt huidirritatie. H336 - Kan slaperigheid of duizeligheid veroorzaken. H411 - Giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.
Veiligheidsaanbevelingen (CLP) : P102 - Buiten het bereik van kinderen houden. P210 - Verwijderd houden van warmte, hete oppervlakken, vonken, open vuur en andere ontstekingsbronnen. Niet roken. P273 - Voorkom lozing in het milieu. P280 - Oogbescherming, Gelaatsbescherming, Beschermende kleding, Beschermende handschoenen dragen. P301+P310+P331 - NA INSLIKKEN: onmiddellijk een arts, een ANTIGIFCENTRUM raadplegen. GEEN braken opwekken. P501 - Inhoud en verpakking afvoeren naar een verzamelpunt voor gevaarlijk of speciaal afval, overeenkomstig de lokale, regionale, nationale en/of internationale regelgeving.
2.3. Andere gevaren
Andere gevaren : PBT/zPzB gegevens : Deze stof voldoet niet aan de PBT-/zPzB-criteria van de REACH-verordening, annex XIII. Deze stof voldoet niet aan de PBT-/zPzB-criteria van de REACH-verordening, annex XIII.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 3 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
RUBRIEK 3: Samenstelling en informatie over de bestanddelen
3.1. Stoffen
Niet van toepassing
3.2. Mengsels
Stofnaam Productidentificatie % Classificatie volgens Verordening (EG) Nr.
1272/2008 [EU-GHS/CLP]
kerosine (aardolie), met waterstof ontzwaveld, Kerosine - niet gespecifieerd, Een complexe verzameling koolwaterstoffen, verkregen uit een aardoliegrondstof door behandeling met waterstof om organische zwavel om te zetten in waterstofsulfide dat wordt verwvderd. Bestaat uit koolwaterstoffen, overwegend C9 tot en met C16, met een kooktraject van ongeveer 150°C tot 290°C.
(CAS-Nr) 64742-81-0 (EG-Nr) 265-184-9 (Catalogus-nr.) 649-423-00-8 (REACH-nr) 01-2119462828-25-XXXX
> 99 Flam. Liq. 3, H226 Skin Irrit. 2, H315 STOT SE 3, H336 Asp. Tox. 1, H304 Aquatic Chronic 2, H411
Volledige tekst van de H-zinnen: zie rubriek 16
RUBRIEK 4: Eerstehulpmaatregelen
4.1. Beschrijving van de eerstehulpmaatregelen
Aanvullend advies : Hulpverleners: zorg ook voor uw eigen bescherming!. Zie ook rubriek 8. Nooit bij een bewusteloze persoon iets toedienen via de mond. Dit veiligheidsinformatieblad aan de dienstdoende arts tonen. Symptomatische behandeling.
Inademing : Laten rusten. Voor frisse lucht zorgen. Bij moeilijke ademhaling zuurstof toedienen. Indien nodig zuurstof toedienen of kunstmatige beademing toepassen. Onmiddellijk een arts bellen.
Contact met de huid : Verontreinigde kleding onmiddellijk uittrekken. Met veel water/ wassen. Bij twijfel of bij aanhoudende verschijnselen, altijd een arts raadplegen. Verontreinigde kleding wassen alvorens deze opnieuw te gebruiken. Bij verwonding door injectie onder hoge druk moet slachtoffer onmiddellijk medische hulp krijgen. Kan thermische brandwonden veroorzaken.
Contact met de ogen : Onmiddellijk spoelen met veel water, ook onder de oogleden, gedurende tenminste 15 minuten. Bij aanhoudende oogirritatie: een arts raadplegen.
Inslikken : GEEN braken opwekken. Een arts raadplegen.
4.2. Belangrijkste acute en uitgestelde symptomen en effecten
Inademing : Kan irritatie van de luchtwegen veroorzaken. Volgende symptomen kunnen optreden: Hoesten. Depressie van het centrale zenuwstelstel.
Contact met de huid : Irriterend voor de huid. Volgende symptomen kunnen optreden: erytheem (roodheid).
Contact met de ogen : Aanraking met de ogen kan irritatie veroorzaken. Volgende symptomen kunnen optreden: erytheem (roodheid).
Inslikken : Schadelijk: kan longschade veroorzaken na verslikken. Kan irritatie van het maag-darmkanaal, misselijkheid, braken en diarree veroorzaken.
4.3. Vermelding van de vereiste onmiddellijke medische verzorging en speciale behandeling
Bij braken na inslikken bestaat er gevaar voor binnendringen van het product in de longen.
RUBRIEK 5: Brandbestrijdingsmaatregelen
5.1. Blusmiddelen
Geschikte blusmiddelen : Verneveld water, Alcoholbestendig schuim, Koolstofdioxide, Droogblusmiddel. Zand.
Ongeschikte blusmiddelen : Sterke waterstraal.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 4 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
5.2. Speciale gevaren die door de stof of het mengsel worden veroorzaakt
Specifieke risico's : Dampen kunnen een ontplofbaar mengsel met lucht vormen. De dampen zijn zwaarder dan lucht en verspreiden zich over de grond. Dampen zijn zwaarder dan lucht en kunnen zich over een aanzienlijke afstand van de ontstekingsbron verspreiden, alvorens weer in de richting van de ontstekingsbron te ontbranden. Bij verhitting bestaat het gevaar van drukverhoging in hermetisch afgesloten houders/verpakkingen of tanks. Laat bluswater niet wegstromen in het riool of waterlopen.
Gevaarlijke ontledingsproducten in geval van brand
: Koolstofoxiden (CO, CO2). Zwaveloxides. Waterstofsulfide.
5.3. Advies voor brandweerlieden
Blusinstructies : Speciale bescherming bij de brandbestrijding. . In geval van brand: Beschermende ademhalingsapparatuur met perslucht dragen. Koel de blootgestelde vaten af met een waternevel of mist. Evacueer het personeel naar een veilige plaats. gecontamineerd bluswater apart verzamelen, het mag niet in het riool terecht komen.
RUBRIEK 6: Maatregelen bij het accidenteel vrijkomen van de stof of het mengsel
6.1. Persoonlijke voorzorgsmaatregelen, beschermingsmiddelen en noodprocedures
6.1.1. Voor andere personen dan de hulpdiensten
Voor andere personen dan de hulpdiensten
: Evacueer het personeel naar een veilige plaats. Blijf tegen de wind in en houd afstand van de bron. Zorg voor voldoende ventilatie. De nodige persoonlijke beschermingsuitrusting gebruiken. Zie rubriek 8 voor wat betreft het gebruik van de persoonlijke beschermingsuitrusting. Contact met de huid en de ogen vermijden. De damp/aërosol niet inademen. Verwijderd houden van warmte, hete oppervlakken, vonken, open vuur en andere ontstekingsbronnen. Niet roken. Gebruik explosieveilige apparatuur. Uitsluitend vonkvrij gereedschap gebruiken. Zorg ervoor dat de apparatuur goed geaard is. Indien van toepassing : Product kan zwafelwaterstof vrijzetten: Een specifieke beoordeling van inhalatierisico's door de aanwezigheid van zwafelwaterstof in het luchtruim van tanks, gesloten ruimtes, productresten, tankafval, afvalwater en onopzettelijke vrijkoming dient te worden uitgevoerd om controlemaatregelen naargelang de plaatselijke omstandigheden vast te leggen.
6.1.2. Voor de hulpdiensten
Voor de hulpdiensten : Zorg ervoor dat procedures en training voor noodontsmetting en verwijdering aanwezig zijn. Zie rubriek 8 voor wat betreft het gebruik van de persoonlijke beschermingsuitrusting.
6.2. Milieuvoorzorgsmaatregelen
Niet laten wegstromen in het oppervlaktewater of het riool.
6.3. Insluitings- en reinigingsmethoden en -materiaal
Reinigingsmethoden : Het lek dichten als dat veilig gedaan kan worden. Indammen. Gemorste vloeistof absorberen met een absorptiemiddel, zoals zand, aarde, vermiculiet of gemalen kalksteen. In geschikte, gesloten containers verzamelen en verwijderen. Grote hoeveelheden morsvloeistof opruimen door middel van pompen (gebruik een explosieveilige of handpomp). Verwijderen als speciaal afval volgens plaatselijke en landelijke voorschriften. De locatie dient over een lekkageplan te beschikken, zodat er beschermingsmaatregelen zullen zijn om de impact van occasionele lozingen te minimaliseren.
6.4. Verwijzing naar andere rubrieken
Zie rubriek 8 voor wat betreft het gebruik van de persoonlijke beschermingsuitrusting. Zie rubriek 13 voor wat betreft de afvalverwijdering na het schoonmaken.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 5 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
RUBRIEK 7: Hantering en opslag
7.1. Voorzorgsmaatregelen voor het veilig hanteren van de stof of het mengsel
Voorzorgsmaatregelen voor het veilig hanteren van de stof of het mengsel
: Zorg voor voldoende ventilatie. De nodige persoonlijke beschermingsuitrusting gebruiken. Zie rubriek 8 voor wat betreft het gebruik van de persoonlijke beschermingsuitrusting. Vermijd contact met de huid, ogen of kleding. De damp/aërosol niet inademen. Maatregelen treffen tegen ontladingen van statische elektriciteit. Zorg ervoor dat de apparatuur goed geaard is. Verwijderd houden van warmte, hete oppervlakken, vonken, open vuur en andere ontstekingsbronnen. Niet roken. Vermenging met brandbare stoffen… absoluut vermijden. Zie ook rubriek 10. Goede procescontrole waarborgen om emissies tot een minimum te beperken (temperatuur, concentratie, pH, tijd). Niet laten wegstromen in het oppervlaktewater of het riool. Indien van toepassing : Product kan zwafelwaterstof vrijzetten: Een specifieke beoordeling van inhalatierisico's door de aanwezigheid van zwafelwaterstof in het luchtruim van tanks, gesloten ruimtes, productresten, tankafval, afvalwater en onopzettelijke vrijkoming dient te worden uitgevoerd om controlemaatregelen naargelang de plaatselijke omstandigheden vast te leggen.
Hygiënische maatregelen : Handhaaf een goede industriële hygiëne. Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik. Handen en gezicht voor pauzes en direct na omgang met het product wassen. Verontreinigde kleding uittrekken. Gewone kleding van werkkleding gescheiden houden. Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
7.2. Voorwaarden voor een veilige opslag, met inbegrip van incompatibele producten
Technische maatregelen : In gesloten verpakking op een koele en goed geventileerde plaats bewaren. Verwijderd houden van warmte, hete oppervlakken, vonken, open vuur en andere ontstekingsbronnen. Niet roken. Zie de gedetailleerde lijst met te vermijden substanties in paragraaf 10: Stabiliteit en Reactiviteit. Indien van toepassing : Product kan zwafelwaterstof vrijzetten: Een specifieke beoordeling van inhalatierisico's door de aanwezigheid van zwafelwaterstof in het luchtruim van tanks, gesloten ruimtes, productresten, tankafval, afvalwater en onopzettelijke vrijkoming dient te worden uitgevoerd om controlemaatregelen naargelang de plaatselijke omstandigheden vast te leggen.
Verpakkingsmateriaal : Uitsluitend in de oorspronkelijke verpakking opslaan.
7.3. Specifiek eindgebruik
zie bijgevoegd blootstellingsscenario.
RUBRIEK 8: Maatregelen ter beheersing van blootstelling/persoonlijke bescherming
8.1. Controleparameters
Kero B/C (8008-20-6)
DNEL/DMEL (algemene bevolking)
Langdurig - systemische effecten, oraal 19 mg/kg lichaamsgewicht/dag Kerosine (petroleum)
PNEC (Aanvullende informatie)
Aanvullende informatie Stof met onbekende of variabele samenstelling, complexe reactieproducten of biologisch materiaal (UVCB). Geen gegevens beschikbaar
8.2. Maatregelen ter beheersing van blootstelling
Technische maatregelen : Zorg voor voldoende ventilatie. Uitsluitend op plaatsen met voldoende afzuiging gebruiken. Nood-oogdouches en veiligheidsdouches dienen geïnstalleerd te zijn in de nabijheid van elke plek waar mogelijk blootstelling plaatsvindt. Voorzorgsmaatregelen treffen tegen ontladingen van statische elektriciteit. Zorg voor toereikende voorzorgsmaatregelen, zoals elektrische aarding en opslag, of inerte atmosfeer. Organisatorische maatregelen om lozingen, verspreiding en blootstelling te vermijden/beperken. Zie ook rubriek 7.
Persoonlijke beschermingsuitrusting : Het type beschermingsmiddelen is afhankelijk van de concentratie en hoeveelheid gevaarlijke stoffen op de betreffende werkplek.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 6 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
Bescherming van de handen : Chemisch resisente handschoenen (getest conform EN 374). Herhaalde of aanhoudende blootstelling: : Gefluorideerd rubber (> 480 min). NBR (Nitrilkautschuk) (> 0.45 mm, > 480 min). PVA (> 480 min). Bij spuitcontact: Neopreen (> 0.5 mm, > 60 min). PVC (Polyvinylchloride) (> 0.2 mm, > 60 min). NBR (Nitrilkautschuk) (> 0.3 mm, > 60 min). Bij de selectie van specifieke handschoenen voor een bepaalde toepassing en gebruikstijd in een arbeidsplaats moet ook rekening worden gehouden met alle andere factoren op de arbeidsplaats, zoals (maar niet beperkt tot): andere chemicaliën die mogelijk gehanteerd worden, fysieke vereisten (bescherming tegen snijden/doorboren, handigheid, thermische bescherming) en de instructies/specificaties van de handschoenleverancier.
Bescherming van de ogen : Veiligheidsbril (EN166)
Lichaamsbescherming : Overalls, schorten en laarzen aanbevolen. (EN 11612, EN 1149)
Bescherming van de ademhalingswegen : Bij ontoereikende ventilatie een geschikt ademhalingsapparaat gebruiken. Halfmasker (DIN EN 140) (EN 136). Geheelmasker (EN 136) (EN 140). Type filter: A (EN 141). Bij reddings- en onderhoudswerkzaamheden in opslagcontainers een omgevingsluchtonafhankelijk adembeschermingsapparaat gebruiken. (EN 137)
Bescherming tegen thermische gevaren : Niet vereist onder normale gebruiksomstandigheden. Speciale uitrusting gebruiken.
RUBRIEK 9: Fysische en chemische eigenschappen
9.1. Informatie over fysische en chemische basiseigenschappen
Voorkomen : Vloeibaar
Voorkomen : vloeibaar.
Kleur : helder.
Geur : petroleumkoolwaterstofgeur.
Geurdrempelwaarde : Geen gegevens beschikbaar Geen gegevens beschikbaar
pH : Niet van toepassing
Relatieve verdampingssnelheid (butylacetaat=1)
: Geen gegevens beschikbaar
Smelt-/vriespunt : Geen gegevens beschikbaar
Vriespunt : Geen gegevens beschikbaar
Beginkookpunt en kooktraject : 150 - 299 °C ASTM D 86
Vlampunt : > 38 °C ISO 22719
Zelfontbrandingstemperatuur : > 230 °C ASTM E659-78
Ontledingstemperatuur : Geen gegevens beschikbaar
Ontvlambaarheid (vast,gas) : Niet van toepassing :vloeibaar
Dampspanning : < 8 hPa @ 20 °C (EN 13016-1)
Dampdichtheid : > 1
Relatieve dichtheid : Geen gegevens beschikbaar
Oplosbaarheid : Water: Geen gegevens beschikbaar
n-Octanol/Water verdelingscoëfficiënt : Geen gegevens beschikbaar
Viscositeit, kinematisch : Geen gegevens beschikbaar
Viscositeit, dynamisch : Geen gegevens beschikbaar
Ontploffingseigenschappen : Niet van toepassing. De test dient niet te worden uitgevoerd, aangezien de molecule geen chemische groepen bevat op grond waarvan mogelijke explosieve eigenschappen kunnen worden vermoed.
Oxiderende eigenschappen : Niet van toepassing. Het classificatieproces hoeft niet te worden gebruikt omdat er geen chemische groepen in het molecuul zitten met oxiderende eigenschappen.
Explosiegrenzen : Geen gegevens beschikbaar
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 7 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
9.2. Overige informatie
Geen gegevens beschikbaar
RUBRIEK 10: Stabiliteit en reactiviteit
10.1. Reactiviteit
Ontvlambare vloeistof. Verwijzing naar andere rubrieken: 10.5.
10.2. Chemische stabiliteit
Het product is bij opslag bij normale omgevingstemperaturen stabiel.
10.3. Mogelijke gevaarlijke reacties
Dampen kunnen een ontplofbaar mengsel met lucht vormen.
10.4. Te vermijden omstandigheden
Uit de buurt houden van warmtebronnen (b.v. hete oppervlakken), vonken en open vuur. Zie ook rubriek 7. Hantering en opslag.
10.5. Chemisch op elkaar inwerkende materialen
oxiderende stoffen. Sterke zuren en sterke basen. Halogenen. Zie ook rubriek 7. Hantering en opslag.
10.6. Gevaarlijke ontledingsproducten
Verbranding geeft schadelijke en giftige dampen. Gevaarlijke ontledingsproducten COx, NOx, H2S.
RUBRIEK 11: Toxicologische informatie
11.1. Informatie over toxicologische effecten
Acute toxiciteit : Niet geclassificeerd (Gebaseerd op beschikbare gegevens; aan de indelingscriteria is niet voldaan.)
kerosine (aardolie), met waterstof ontzwaveld, Kerosine - niet gespecifieerd, Een complexe verzameling koolwaterstoffen, verkregen uit een aardoliegrondstof door behandeling met waterstof om organische zwavel om te zetten in waterstofsulfide dat wordt verwvderd. Bestaat uit koolwaterstoffen, overwegend C9 tot en met C16, met een kooktraject van ongeveer 150°C tot 290°C. (64742-81-0)
LD50/oraal/rat > 5000 mg/kg
LD50/dermaal/konijn > 2000 mg/kg
LC50/inhalatie/4uur/rat > 5,2 mg/l/4u
Huidcorrosie/-irritatie : Veroorzaakt huidirritatie.
OECD testrichtlijn 404
pH: Niet van toepassing
Ernstig oogletsel/oogirritatie : Niet geclassificeerd (Gebaseerd op beschikbare gegevens; aan de indelingscriteria is niet voldaan.)
Draize proef
pH: Niet van toepassing
Sensibilisatie van de luchtwegen/de huid : Niet geclassificeerd (Gebaseerd op beschikbare gegevens; aan de indelingscriteria is niet voldaan.)
OECD testrichtlijn 406
Kiemcelmutageniteit : Niet geclassificeerd (Gebaseerd op beschikbare gegevens; aan de indelingscriteria is niet voldaan.)
Testmethode OECD 475, 478, 479
Kankerverwekkendheid : Niet geclassificeerd (Gebaseerd op beschikbare gegevens; aan de indelingscriteria is niet voldaan.)
OECD testrichtlijn 451
Giftigheid voor de voortplanting : Niet geclassificeerd (Gebaseerd op beschikbare gegevens; aan de indelingscriteria is niet voldaan.)
OESO 421 OESO 422
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 8 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
STOT bij eenmalige blootstelling : Kan slaperigheid of duizeligheid veroorzaken.
STOT bij herhaalde blootstelling : Niet geclassificeerd (Gebaseerd op beschikbare gegevens; aan de indelingscriteria is niet voldaan.)
Gevaar bij inademing : Kan dodelijk zijn als de stof bij inslikken in de luchtwegen terechtkomt.
Kero B/C (8008-20-6)
Viscositeit, kinematisch < 7 mm²/s @ 40°C
Overige informatie : Symptomen die verband houden met de fysische, chemische en toxicologische eigenschappen. Verwijzing naar andere rubrieken: 4.2.
RUBRIEK 12: Ecologische informatie
12.1. Toxiciteit
Milieueigenschappen : Vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
kerosine (aardolie), met waterstof ontzwaveld, Kerosine - niet gespecifieerd, Een complexe verzameling koolwaterstoffen, verkregen uit een aardoliegrondstof door behandeling met waterstof om organische zwavel om te zetten in waterstofsulfide dat wordt verwvderd. Bestaat uit koolwaterstoffen, overwegend C9 tot en met C16, met een kooktraject van ongeveer 150°C tot 290°C. (64742-81-0)
LC50 vissen 1 45 mg/l (Pimephales Promelas); 1740 mg/l (Lepomis macrochirus)
12.2. Persistentie en afbreekbaarheid
Kero B/C (8008-20-6)
Persistentie en afbreekbaarheid Substantie is een complexe UVCB.
12.3. Bioaccumulatie
Kero B/C (8008-20-6)
n-Octanol/Water verdelingscoëfficiënt Geen gegevens beschikbaar
kerosine (aardolie), met waterstof ontzwaveld, Kerosine - niet gespecifieerd, Een complexe verzameling koolwaterstoffen, verkregen uit een aardoliegrondstof door behandeling met waterstof om organische zwavel om te zetten in waterstofsulfide dat wordt verwvderd. Bestaat uit koolwaterstoffen, overwegend C9 tot en met C16, met een kooktraject van ongeveer 150°C tot 290°C. (64742-81-0)
n-Octanol/Water verdelingscoëfficiënt 3,3 - 6
12.4. Mobiliteit in de bodem
Kero B/C (8008-20-6)
Ecologie - bodem Substantie is een complexe UVCB.
12.5. Resultaten van PBT- en zPzB-beoordeling
Geen gegevens beschikbaar
12.6. Andere schadelijke effecten
Aanvullende informatie : Geen gegevens beschikbaar
RUBRIEK 13: Instructies voor verwijdering
13.1. Afvalverwerkingsmethoden
Aanbevelingen voor afvoer van producten/verpakkingen
: Zorgvuldig hanteren. Veilige verwerking: zie sectie 7. Hantering en opslag. Raadpleeg fabrikant/leverancier voor informatie over terugwinning/recycling. Verzamelen en storten van afvalproducten bij een geautoriseerde stortaccomodatie. Vervuilde stoffen verwijderen conform de geldende wetgeving.
Aanvullende informatie : De houder nooit onder druk legen. Het lege vat niet verbranden of met een snijbrander bewerken. Niet doorboren of verbranden. Aflevering bij een erkend afvalverwerkingsbedrijf. Vervuilde stoffen verwijderen conform de geldende wetgeving.
verdere ecologische aanwijzingen : Niet laten wegstromen in het oppervlaktewater of het riool.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 9 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
Europese afvalstoffenlijst (2001/573/EC, 75/442/EEC, 91/689/EEC)
: Geclassificeerd als gevaarlijk afval overeenkomstig de Richtlijnen van de Europese Unie. Afvalcodes moeten worden toegekend door de gebruiker, op basis van de toepassing waarvoor het product gebruikt is.
RUBRIEK 14: Informatie met betrekking tot het vervoer
Overeenkomstig de eisen van ADR / RID / IMDG / IATA / ADN
ADR IMDG IATA ADN RID
14.1. VN-nummer
1223 1223 1223 1223 1223
14.2. Juiste ladingnaam overeenkomstig de modelreglementen van de VN
KEROSINE KEROSENE Kerosene KEROSINE KEROSINE
Omschrijving vervoerdocument
UN 1223 KEROSINE, 3, III, (D/E)
UN 1223 KEROSENE, 3, III
UN 1223 Kerosene, 3, III
UN 1223 KEROSINE, 3, III
UN 1223 KEROSINE, 3, III
14.3. Transportgevarenklasse(n)
3 3 3 3 3
14.4. Verpakkingsgroep
III III III III III
14.5. Milieugevaren
Milieugevaarlijk : Nee Milieugevaarlijk : Nee Mariene verontreiniging : Nee
Milieugevaarlijk : Nee Milieugevaarlijk : Nee Milieugevaarlijk : Nee
ADN : N2
14.6. Bijzondere voorzorgen voor de gebruiker
- Landtransport
Classificeringscode (ADR) : F1
Bijzondere bepaling : 664
Beperkte hoeveelheden (ADR) : 5l
Uitgezonderde hoeveelheden (ADR) : E1
Verpakkingsinstructies (ADR) : P001, IBC03, LP01, R001
Bijzondere voorschriften voor gezamenlijke verpakking (ADR)
: MP19
Instructies voor transporttanks en bulkcontainers (ADR)
: T2
Bijzondere bepalingen voor transporttanks en bulkcontainers (ADR)
: TP2
Tankcode (ADR) : LGBF
Voertuig voor vervoer van tanks : FL
Transportcategorie (ADR) : 3
Bijzondere bepalingen voor het vervoer - Colli (ADR)
: V12
Bijzondere bepalingen voor het vervoer - Behandeling (ADR)
: S2
Gevaarnummer (Kemler-nr.) : 30
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 10 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
Oranje identificatiebord :
Code tunnelbeperking : D/E
EAC code : 3Y
- Transport op open zee
Bijzondere bepaling (IMDG) : 363
Beperkte hoeveelheden (IMDG) : 5 L
Uitgezonderde hoeveelheden (IMDG) : E1
Verpakkingsinstructies (IMDG) : P001, LP01
Verpakkingsinstructies IBC (IMDG) : IBC03
Instructies voor tanks (IMDG) : T2
Bijzondere bepalingen voor tanks (IMDG) : TP2
Nr. NS (Brand) : F-E
Nr. NS (Verspilling) : S-E
Stuwagecategorie (IMDG) : A
Maatregelen en observaties (IMDG) : Immiscible with water.
- Luchttransport
PCA Verwachte hoeveelheden (IATA) : E1
PCA Beperkte hoeveelheden (IATA) : Y344
PCA beperkte hoeveelheid max. netto hoeveelheid (IATA)
: 10L
PCA verpakkingsvoorschriften (IATA) : 355
PCA max. netto hoeveelheid (IATA) : 60L
CAO verpakkingsvoorschrift (IATA) : 366
CAO max. netto hoeveelheid (IATA) : 220L
Bijzondere bepaling (IATA) : A324
ERG-code (IATA) : 3L
- Transport op binnenlandse wateren
Classificeringscode (ADN) : F1
Beperkte hoeveelheden (ADN) : 5 L
Uitgezonderde hoeveelheden (ADN) : E1
Vervoer toegestaan (ADN) : T
Vereiste apparatuur (ADN) : PP, EX, A
Ventilatie (ADN) : VE01
Aantal blauwe kegels/lichten (ADN) : 0
- Spoorwegvervoer
Classificeringscode (RID) : F1
Uitgezonderde hoeveelheden (RID) : E1
Verpakkingsinstructies (RID) : P001, IBC03, LP01, R001
Bijzondere voorschriften voor gezamenlijke verpakking (RID)
: MP19
Instructies voor transporttanks en bulkcontainers (RID)
: T2
Bijzondere bepalingen voor transporttanks en bulkcontainers (RID)
: TP2
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 11 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
Tankcodes voor RID-tanks (RID) : LGBF
Transportcategorie (RID) : 3
Bijzondere bepalingen voor het vervoer - Colli (RID)
: W12
Expresspakket (RID) : CE4
Gevarenidentificatienummer (RID) : 30
14.7. Vervoer in bulk overeenkomstig bijlage II bij MARPOL 73/78 en de IBC-code
Code: IBC : Vervoer van dit product valt binnen het bestek van MARPOL Bijlage I.
RUBRIEK 15: Regelgeving
15.1. Specifieke veiligheids-, gezondheids- en milieureglementen en -wetgeving voor de stof of het mengsel
15.1.1. EU-voorschriften
De volgende beperkingen zijn van toepassing overeenkomstig bijlage XVII van de REACH-verordening (EG) nr. 1907/2006:
3. Vloeibare stoffen of mengsels die overeenkomstig Richtlijn 1999/45/EG als gevaarlijk worden beschouwd of die voldoen aan de criteria van een of meer van de volgende gevarenklassen of categorieën van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008
Kero B/C - kerosine (aardolie), met waterstof ontzwaveld, Kerosine - niet gespecifieerd, Een complexe verzameling koolwaterstoffen, verkregen uit een aardoliegrondstof door behandeling met waterstof om organische zwavel om te zetten in waterstofsulfide dat wordt verwvderd. Bestaat uit koolwaterstoffen, overwegend C9 tot en met C16, met een kooktraject van ongeveer 150°C tot 290°C.
3(a) Stoffen of mengsels die voldoen aan de criteria voor een van de hierna vermelde gevarenklassen of -categorieën overeenkomstig bijlage I van EG-Verordening 1272/2008: Gevarenklassen 2.1 tot en met 2.4, 2.6 en 2.7, 2.8 typen A en B, 2.9, 2.10, 2.12, 2.13 categorieën 1 en 2, 2.14 categorieën 1 en 2, en 2.15 typen A tot en met F
Kero B/C - kerosine (aardolie), met waterstof ontzwaveld, Kerosine - niet gespecifieerd, Een complexe verzameling koolwaterstoffen, verkregen uit een aardoliegrondstof door behandeling met waterstof om organische zwavel om te zetten in waterstofsulfide dat wordt verwvderd. Bestaat uit koolwaterstoffen, overwegend C9 tot en met C16, met een kooktraject van ongeveer 150°C tot 290°C.
3(b) Stoffen of mengsels die voldoen aan de criteria voor een van de hierna vermelde gevarenklassen of -categorieën overeenkomstig bijlage I van EG-Verordening 1272/2008: Gevarenklassen 3.1 tot en met 3.6, 3.7 schadelijke effecten op de seksuele functie en de vruchtbaarheid of de ontwikkeling, 3.8 andere effecten dan een narcotische werking, 3.9 en 3.10
Kero B/C - kerosine (aardolie), met waterstof ontzwaveld, Kerosine - niet gespecifieerd, Een complexe verzameling koolwaterstoffen, verkregen uit een aardoliegrondstof door behandeling met waterstof om organische zwavel om te zetten in waterstofsulfide dat wordt verwvderd. Bestaat uit koolwaterstoffen, overwegend C9 tot en met C16, met een kooktraject van ongeveer 150°C tot 290°C.
3(c) Stoffen of mengsels die voldoen aan de criteria voor een van de hierna vermelde gevarenklassen of -categorieën overeenkomstig bijlage I van EG-Verordening 1272/2008: Gevarenklasse 4.1
Kero B/C - kerosine (aardolie), met waterstof ontzwaveld, Kerosine - niet gespecifieerd, Een complexe verzameling koolwaterstoffen, verkregen uit een aardoliegrondstof door behandeling met waterstof om organische zwavel om te zetten in waterstofsulfide dat wordt verwvderd. Bestaat uit koolwaterstoffen, overwegend C9 tot en met C16, met een kooktraject van ongeveer 150°C tot 290°C.
40. Stoffen die zijn ingedeeld als ontvlambare gassen van categorie 1 of 2, ontvlambare vloeistoffen van categorie 1, 2 of 3, ontvlambare vaste stoffen van categorie 1 of 2, stoffen en mengsels die in contact met water ontvlambare gassen ontwikkelen van categorie 1, 2 of 3, pyrofore vloeistoffen van categorie 1 of pyrofore vaste stoffen van categorie 1, ongeacht of zij in deel 3 van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 zijn opgenomen.
Kero B/C - kerosine (aardolie), met waterstof ontzwaveld, Kerosine - niet gespecifieerd, Een complexe verzameling koolwaterstoffen, verkregen uit een aardoliegrondstof door behandeling met waterstof om organische zwavel om te zetten in waterstofsulfide dat wordt verwvderd. Bestaat uit koolwaterstoffen, overwegend C9 tot en met C16, met een kooktraject van ongeveer 150°C tot 290°C.
Bevat geen stoffen van de kandidaatslijst van REACH
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 12 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
Bevat geen enkele stof die in Bijlage XIV van REACH staat vermeld
15.1.2. Nationale voorschriften
Duitsland
Referentie naar AwSV : Waterbedreigingsklasse (WGK) 2, waterbedreigend (Indeling conform AwSV, bijlage 1)
Gevarenclassificatie volgens VbF (Duitsland)
: A II - Vloeistoffen met een vlampunt tussen 21 °C en 55 °C
12e uitvoeringsbesluit van de Duitse federale wet inzake immissiecontrole - 12.BlmSchV
: Niet onderworpen aan de 12e BlmSchV (besluit inzake de bescherming tegen emissies) (Regelgeving voor wat betreft grote ongelukken)
Nederland
Waterbezwaarlijkheid : 6 - Vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. (A)
SZW-lijst van kankerverwekkende stoffen : kerosine (aardolie), met waterstof ontzwaveld, Kerosine - niet gespecifieerd, Een complexe verzameling koolwaterstoffen, verkregen uit een aardoliegrondstof door behandeling met waterstof om organische zwavel om te zetten in waterstofsulfide dat wordt verwvderd. Bestaat uit koolwaterstoffen, overwegend C9 tot en met C16, met een kooktraject van ongeveer 150°C tot 290°C. is aanwezig
SZW-lijst van mutagene stoffen : kerosine (aardolie), met waterstof ontzwaveld, Kerosine - niet gespecifieerd, Een complexe verzameling koolwaterstoffen, verkregen uit een aardoliegrondstof door behandeling met waterstof om organische zwavel om te zetten in waterstofsulfide dat wordt verwvderd. Bestaat uit koolwaterstoffen, overwegend C9 tot en met C16, met een kooktraject van ongeveer 150°C tot 290°C. is aanwezig
NIET-limitatieve lijst van voor de voortplanting giftige stoffen – Borstvoeding
: Geen van de bestanddelen zijn aanwezig
NIET-limitatieve lijst van voor de voortplanting giftige stoffen – Vruchtbaarheid
: Geen van de bestanddelen zijn aanwezig
NIET-limitatieve lijst van voor de voortplanting giftige stoffen – Ontwikkeling
: Geen van de bestanddelen zijn aanwezig
Denemarken
Opmerkingen betreffende de indeling : Wettelijke interventie richtlijnen voor de opslag van brandbare vloeistoffen moeten worden gevolgd
Aanbevelingen Deense regelgeving : Jongeren onder de 18 jaar mogen het product niet gebruiken
15.2. Chemische veiligheidsbeoordeling
Voor deze stof heeft een evaluatie van de chemische veiligheid plaatsgevonden
RUBRIEK 16: Overige informatie
Vermelding van wijzigingen:
1 Gewijzigd
2 Gewijzigd
5 Gewijzigd
9 Gewijzigd
14 Gewijzigd
16 Gewijzigd
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 13 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
Afkortingen en acroniemen:
WGK = Wassergefährdungsklasse (Water Hazard Class under German Federal Water Management Act)
vPvB = zeer persistent en zeer bioaccumulerend (zPzB)
persistent, bioaccumulerend, en toxisch (PBT). PBT =
ADN = Europese overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen op de Rijn ADR = Europese overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg CLP = indeling, etikettering en verpakking van stoffen overeenkomstig 1272/2008/EG IATA = Internationale Luchtvaartassociatie (International Air Transport Association) IMDG = Internationale Code voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over zee LEL = onderste ontstekingsgrens/onderste explosiegrens UEL = bovenste explosiegrens/bovenste ontstekingsgrens REACH = de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen
Bronnen van de kerngegevens die zijn gebruikt
: Supplied SDS.
Integrale tekst van de zinnen H en EUH:
Aquatic Chronic 2 Gevaar voor het aquatisch milieu - Chronisch aquatisch gevaar 2
Asp. Tox. 1 Aspiratiegevaar, Categorie 1
Flam. Liq. 3 Ontvlambare vloeistoffen, Categorie 3
Skin Irrit. 2 Huidcorrosie/-irritatie, Categorie 2
STOT SE 3 Specifieke doelorgaantoxiciteit bij eenmalige blootstelling, Categorie 3, narcotische werking
H226 Ontvlambare vloeistof en damp.
H304 Kan dodelijk zijn als de stof bij inslikken in de luchtwegen terechtkomt.
H315 Veroorzaakt huidirritatie.
H336 Kan slaperigheid of duizeligheid veroorzaken.
H411 Giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.
Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1907/2006 (REACH) met de aanvullende Verordening (EU) 2015/830 Classificatie volgens Verordening (EG) Nr. 1272/2008 [EU-GHS/CLP] Etikettering conform Verordening (EG) Nr. 1272/2008 [CLP]
AFWIJZING VAN AANSPRAKELIJKHEID De informatie in dit veiligheidsinformatieblad werd verkregen van bronnen die, naar beste weten, betrouwbaar zijn. De informatie werd echter ter beschikking gesteld zonder enige garantie - direct of geïmpliceerd - betreffende de correctheid. De omstandigheden of methoden van hantering, opslag, gebruik of het afwerken van het product, liggen buiten onze controle en beheersing en kunnen eventueel ook buiten onze kennis liggen. Om deze en ook om andere redenen, accepteren wij geen enkele aansprakelijkheid terwijl aansprakelijkheid voor verliezen, beschadiging of onkosten uitdrukkelijk wordt afgewezen die op welke wijze dan ook, kunnen voortvloeien uit de hantering, de opslag, het gebruik of het afwerken en afdanken van het product. Dit veiligheidsinformatieblad werd samengesteld, en dient ook uitsluitend te worden gebruikt, voor dit product. Als het product wordt gebruikt als een component in een ander product, is het mogelijk dat de gegevens op het VIB niet van toepassing zijn.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 14 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
Bijlage bij het veiligheidsinformatieblad
Bijlage : Geïdentificeerde toepassingen
Titel Sector van gebruik
Productcategorie
Procescategorie
Voorwerpcategorie
Vrijkomen in milieu
SPERC
Productie van de stofX
SU3, SU8, SU9
PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC8a, PROC8b, PROC15
ERC1, ERC4 ESVOC SPERC 1.1.v1
Verdeling van de stofX
SU3 PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC8a, PROC8b, PROC9, PROC15
ERC1, ERC2, ERC3, ERC4, ERC5, ERC6a, ERC6b, ERC6c, ERC6d, ERC7
ESVOC SPERC 1.1b.v1
Formulatie en (om)pakken van stoffen en mengselsX
SU3, SU10 PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC5, PROC8a, PROC8b, PROC9, PROC14, PROC15
ERC2 ESVOC SPERC 2.2.v1
Gebruik als een brandstof in industriele omgevingX
SU3 PROC1, PROC2, PROC3, PROC8a, PROC8b, PROC16
ERC7 ESVOC SPERC 7.12a.v1
Gebruik als een brandstof in professionele omgevingX
SU22 PROC1, PROC2, PROC3, PROC8a, PROC8b, PROC16
ERC9a, ERC9b
ESVOC SPERC 9.12b.v1
1. Blootstellingsscenario 01
Productie van de stof
BS Ref.: 01
Type blootstelling: Werknemer
Gebruiksbeschrijvingen PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC8a, PROC8b, PROC15
SU3, SU8, SU9
ERC1, ERC4
ESVOC SPERC 1.1.v1
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 15 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
Behandelde processen, taken en activiteiten Productie van de stof of toepassing als proceschemicalië of extractiemiddel. Omvat recycling/terugwinning, transport, opslag, onderhoud en belading (inclusief zee-/binnenschepen, weg-/spoorvoertuigen en bulkcontainers), monstername en desbetreffende laboratoriumwerkzaamheden.
Industrieel gebruik
Beoordelingsmethode Gebruikt ECETOC TRA-model
De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.
2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement
2.1 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van de werknemers (PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC8a, PROC8b, PROC15)
PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk
PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling
PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering)
PROC4 Gebruik in een batchproces of ander proces (synthese) met kans op blootstelling
PROC8a Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet-gespecialiseerde voorzieningen
PROC8b Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen
PROC15 Gebruik als laboratoriumreagens
Eigenschappen van het product
Fysische vorm vloeibaar
Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).
Dampdruk Vloeistof, dampdruk 0,5 - 10 kPa bij STP
Gebruiksvoorwaarden
Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld).
Andere gegeven operationele condities die van invloed zijn op de blootstelling van de werknemers
Bedrijf vindt plaats bij verhoogde temperatuur (>20 °C boven de omgevingstemperatuur),Van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.
Risicobeheersmaatregelen
Andere risicobeheersmaatregelen:
Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen) Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. Huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. Fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.
Algemene blootstelling (gesloten systemen) geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS16 - Algemene blootstellingen (open systemen) geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS14 - Overbrengen in bulk geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS2 - Bemonstering van het proces geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS36 - laboratoriumactiviteiten geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS39 - Schoonmaken en onderhoud van apparatuur geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS85 - opslag van bulkproduct geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 16 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC1, ERC4)
ERC1 Vervaardiging van stoffen
ERC4 Industrieel gebruik van verwerkingshulpmiddelen in processen en producten die geen onderdeel worden van voorwerpen
Beoordelingsmethode De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.
Eigenschappen van het product
Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB, Overwegend hydrofoob
Gebruiksvoorwaarden
Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1
Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 5400000
Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:
0,11
jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 600000
Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):
2000000
Frequentie en duur van het gebruik Duurzaam gebruik/vrijkoming.
Aantal emissiedagen per jaar 300
Milieufactoren die niet door risicomanagement worden beïnvloed
Lokale zoetwater-verdunningsfactor: 10
Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100
Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling
Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):
0,01 %
Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):
0,0003 %
Vrijgekomen aandeel in de grond uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):
0,0001 %
Risicobeheersmaatregelen
Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau om vrijkomen te voorkomen
Op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan.
Technische condities en maatregelen ter plaatse om de lozingen en emissies naar de lucht en de grond te verminderen of te beperken
Milieubedreiging wordt door het zoetwatersediment veroorzaakt,Uitlekken van de onverdunde stof in het plaatselijke afvalwater voorkomen of deze daaruit terugwinnen,Lokale afvalwaterbehandeling is vereist.
Luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%):
90
afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor noodzakelijke reinigingsprestatie van ≥ (%):
97,7
bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is een afvalwaterbehandeling ter plaatse nodig met een efficiëntie van ≥ (%):
56,1
Organisatorische maatregelen om vrijkomen van de werkplek te voorkomen/beperken
Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen,Zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt.
Voorwaarden en maatregelen in verband met rioolzuiveringsinstallatie
Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door rioolwaterzuiveringsinstallatie (%):
94,7 %
totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%):
97,7 %
Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):
2000000
Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):
10000
Voorwaarden en maatregelen voor de externe opwerking van afval voor verwijdering
Tijdens de productie ontstaat geen stofafval.
Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking
Tijdens de productie ontstaat geen stofafval.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 17 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron
3.1. Gezondheit
Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario
2.1 Voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet anders vermeld.
3.2. Milieu
Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario
2.2 De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.
4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt
4.1. Gezondheit
Richtlijnen - Gezondheid Beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk een DNEL af te leiden voor irritatie van de huid,Risicobeheersmaatregelen baseren op kwalitatieve risicoinventarisatie,Beschikbare risicogegevens ondersteunen niet de noodzaak van een DNEL voor andere effecten op de gezondheid,Gebruikers zijn tot naleving van de nationale grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling of gelijkwaardige waarden verplicht,Indien verdere risicomanagementmaatregelen/operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.
4.2. Milieu
Richtlijnen - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties van toepassing hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor afvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor lucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie,Verdere details met betrekking tot de scalering en controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet (http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen,gescaleerde plaatselijke beoordelingen voor EU-raffinaderijen zijn op basis van de locatiespecifieke gegevens opgesteld en bijgevoegd in de PETRORISK-file "Locatiespecifieke Productie".
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 18 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
1. Blootstellingsscenario 02
Verdeling van de stof
BS Ref.: 02
Type blootstelling: Werknemer
Gebruiksbeschrijvingen PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC8a, PROC8b, PROC9, PROC15
SU3
ERC1, ERC2, ERC3, ERC4, ERC5, ERC6a, ERC6b, ERC6c, ERC6d, ERC7
ESVOC SPERC 1.1b.v1
Behandelde processen, taken en activiteiten Laden (inclusief zee-/binnenschepen, spoor-/wegvoertuigen en IBC-lading) en ompakken (inclusief vaten en kleine verpakkingen) van de stof inclusief de monsters, de opslag, het uitladen, de verdeling en de desbetreffende laboratoriumwerkzaamheden ervan.
Industrieel gebruik
Beoordelingsmethode Gebruikt ECETOC TRA-model
De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.
2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement
2.1 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van de werknemers (PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC8a, PROC8b, PROC9, PROC15)
PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk
PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling
PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering)
PROC4 Gebruik in een batchproces of ander proces (synthese) met kans op blootstelling
PROC8a Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet-gespecialiseerde voorzieningen
PROC8b Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen
PROC9 Overbrengen van een stof of mengsel naar kleine containers (gespecialiseerde vullijn, inclusief wegen)
PROC15 Gebruik als laboratoriumreagens
Eigenschappen van het product
Fysische vorm vloeibaar
Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).
Dampdruk Vloeistof, dampdruk 0,5 - 10 kPa bij STP
Gebruiksvoorwaarden
Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld).
Andere gegeven operationele condities die van invloed zijn op de blootstelling van de werknemers
Veronderstelt gebruik bij niet meer dan 20°C boven kamertemperatuur,Van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.
Risicobeheersmaatregelen
Andere risicobeheersmaatregelen:
Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen) Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. Huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. Fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.
Algemene blootstelling (gesloten systemen) geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 19 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
CS16 - Algemene blootstellingen (open systemen) geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS2 - Bemonstering van het proces geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS36 - laboratoriumactiviteiten geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS14 - Overbrengen in bulk geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS6 - Vullen van vaten en kleinverpakkingen geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS39 - Schoonmaken en onderhoud van apparatuur geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS85 - opslag van bulkproduct geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC1, ERC2, ERC3, ERC4, ERC5, ERC6a, ERC6b, ERC6c, ERC6d, ERC7)
ERC1 Vervaardiging van stoffen
ERC2 Formulering van preparaten
ERC3 Formulering in materialen
ERC4 Industrieel gebruik van verwerkingshulpmiddelen in processen en producten die geen onderdeel worden van voorwerpen
ERC5 Industrieel gebruik dat leidt tot opname in of op een matrix
ERC6a Industrieel gebruik dat resulteert in de vervaardiging van een andere stof (gebruik van tussenproducten)
ERC6b Industrieel gebruik van reactieve verwerkingshulpmiddelen
ERC6c Industrieel gebruik van monomeren voor de vervaardiging van thermoplasten
ERC6d Industrieel gebruik van procesregulatoren voor polymerisatieprocessen bij de productie van harsen, rubbers, polymeren
ERC7 Industrieel gebruik van stoffen in gesloten systemen
Beoordelingsmethode De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.
Eigenschappen van het product
Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB, Overwegend hydrofoob
Gebruiksvoorwaarden
Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1
Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 5400000
Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:
0,002
jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 11000
Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):
36000
Frequentie en duur van het gebruik Duurzaam gebruik/vrijkoming.
Aantal emissiedagen per jaar 300
Milieufactoren die niet door risicomanagement worden beïnvloed
Lokale zoetwater-verdunningsfactor: 10
Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100
Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling
Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):
0,001 %
Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):
0,00001 %
Vrijgekomen aandeel in de grond uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):
0,00001 %
Risicobeheersmaatregelen
Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau om vrijkomen te voorkomen
Op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan.
Technische condities en maatregelen ter plaatse om de lozingen en emissies naar de lucht en de grond te verminderen of te beperken
Milieubedreiging wordt door het zoete water veroorzaakt,Geen afvalwaterbehandeling noodzakelijk.
Luchtemissie beperken tot een typische 90
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 20 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
terugwinnings-efficiëntie van (%):
afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor noodzakelijke reinigingsprestatie van ≥ (%):
0
bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is een afvalwaterbehandeling ter plaatse nodig met een efficiëntie van ≥ (%):
0
Organisatorische maatregelen om vrijkomen van de werkplek te voorkomen/beperken
Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen,Zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt.
Voorwaarden en maatregelen in verband met rioolzuiveringsinstallatie
Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door rioolwaterzuiveringsinstallatie (%):
94,7 %
totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%):
94,7 %
Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):
2600000
Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):
2000
Voorwaarden en maatregelen voor de externe opwerking van afval voor verwijdering
Externe behandeling en verwijdering van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.
Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking
Externe opname en hergebruik van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.
3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron
3.1. Gezondheit
Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario
2.1 Voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet anders vermeld.
3.2. Milieu
Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario
2.2 De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.
4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt
4.1. Gezondheit
Richtlijnen - Gezondheid Beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk een DNEL af te leiden voor irritatie van de huid,Risicobeheersmaatregelen baseren op kwalitatieve risicoinventarisatie,Beschikbare risicogegevens ondersteunen niet de noodzaak van een DNEL voor andere effecten op de gezondheid,Gebruikers zijn tot naleving van de nationale grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling of gelijkwaardige waarden verplicht,Indien verdere risicomanagementmaatregelen/operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.
4.2. Milieu
Richtlijnen - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties van toepassing hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor afvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor lucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie,Verdere details met betrekking tot de scalering en controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet (http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 21 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
1. Blootstellingsscenario 03
Formulatie en (om)pakken van stoffen en mengsels
BS Ref.: 03
Type blootstelling: Werknemer
Gebruiksbeschrijvingen PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC5, PROC8a, PROC8b, PROC9, PROC14, PROC15
SU3, SU10
ERC2
ESVOC SPERC 2.2.v1
Behandelde processen, taken en activiteiten Formuleren, verpakken en herverpakken van de stof en de mengsels ervan in batchprocessen en continuprocessen, inclusief opslag, materiaaloverdrachten, vermenging, tablettenvervaardiging, persing, pelletisering, extrusie, verpakking op grote en kleine schaal, monsterneming, onderhoud en samengaande laboratoriumactiviteiten
Industrieel gebruik
Beoordelingsmethode Gebruikt ECETOC TRA-model
De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.
2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement
2.1 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van de werknemers (PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC5, PROC8a, PROC8b, PROC9, PROC14, PROC15)
PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk
PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling
PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering)
PROC4 Gebruik in een batchproces of ander proces (synthese) met kans op blootstelling
PROC5 Mengen in batchprocessen om preparaten en voorwerpen te formuleren (multistage en/of aanzienlijkcontact)
PROC8a Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet-gespecialiseerde voorzieningen
PROC8b Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen
PROC9 Overbrengen van een stof of mengsel naar kleine containers (gespecialiseerde vullijn, inclusief wegen)
PROC14 Productie van preparaten* of voorwerpen door tabletteren, comprimeren, extruderen en pelletiseren
PROC15 Gebruik als laboratoriumreagens
Eigenschappen van het product
Fysische vorm vloeibaar
Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).
Dampdruk Vloeistof, dampdruk 0,5 - 10 kPa bij STP
Gebruiksvoorwaarden
Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld).
Andere gegeven operationele condities die van invloed zijn op de blootstelling van de werknemers
Veronderstelt gebruik bij niet meer dan 20°C boven kamertemperatuur,Van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.
Risicobeheersmaatregelen
Andere risicobeheersmaatregelen:
Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen) Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. Huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. Fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 22 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.
Algemene blootstelling (gesloten systemen) geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS16 - Algemene blootstellingen (open systemen) geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS2 - Bemonstering van het proces geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS36 - laboratoriumactiviteiten geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS14 - Overbrengen in bulk geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS30 - mengbewerkingen (open systemen) geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS34 - Handmatig,CS22 - Overbrengen vanuit/gieten vanuit vaten
geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS8 - Overbrengen van vaten/batches geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS100 - Vervaardiging of tussenproducten of voorwerpen door tabletteren, samenpersen, extrusie of palletering
geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS6 - Vullen van vaten en kleinverpakkingen geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS39 - Schoonmaken en onderhoud van apparatuur geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS85 - opslag van bulkproduct geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC2)
ERC2 Formulering van preparaten
Beoordelingsmethode De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.
Eigenschappen van het product
Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB, Overwegend hydrofoob
Gebruiksvoorwaarden
Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1
Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 5200000
Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:
0,0058
jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 30000
Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):
100000
Frequentie en duur van het gebruik Duurzaam gebruik/vrijkoming.
Aantal emissiedagen per jaar 300
Milieufactoren die niet door risicomanagement worden beïnvloed
Lokale zoetwater-verdunningsfactor: 10
Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100
Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling
Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (conform typische locatie-RMM in overeenstemming met de EU-oplosmiddelrichtlijn):
0,01 %
Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):
0,0002 %
Vrijgekomen aandeel in de grond uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):
0,0001 %
Risicobeheersmaatregelen
Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau om vrijkomen te voorkomen
Op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan.
Technische condities en maatregelen ter plaatse om de lozingen en emissies naar de lucht en de grond te verminderen of te beperken
Milieubedreiging wordt door het zoetwatersediment veroorzaakt,Uitlekken van de onverdunde stof in het plaatselijke afvalwater voorkomen of deze daaruit terugwinnen,bij het legen in een
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 23 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
rioolwaterzuiveringsinstallatie is geen afvalwaterbehandeling ter plaatse noodzakelijk.
Luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%):
0
afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor noodzakelijke reinigingsprestatie van ≥ (%):
86,0
bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is een afvalwaterbehandeling ter plaatse nodig met een efficiëntie van ≥ (%):
0
Organisatorische maatregelen om vrijkomen van de werkplek te voorkomen/beperken
Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen,Zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt.
Voorwaarden en maatregelen in verband met rioolzuiveringsinstallatie
Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door rioolwaterzuiveringsinstallatie (%):
94,7 %
totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%):
94,7 %
Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):
260000
Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):
2000
Voorwaarden en maatregelen voor de externe opwerking van afval voor verwijdering
Externe behandeling en verwijdering van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.
Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking
Externe opname en hergebruik van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.
3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron
3.1. Gezondheit
Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario
2.1 Voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet anders vermeld.
3.2. Milieu
Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario
2.2 De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.
4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt
4.1. Gezondheit
Richtlijnen - Gezondheid Beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk een DNEL af te leiden voor irritatie van de huid,Risicobeheersmaatregelen baseren op kwalitatieve risicoinventarisatie,Beschikbare risicogegevens ondersteunen niet de noodzaak van een DNEL voor andere effecten op de gezondheid,Gebruikers zijn tot naleving van de nationale grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling of gelijkwaardige waarden verplicht,Indien verdere risicomanagementmaatregelen/operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.
4.2. Milieu
Richtlijnen - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties van toepassing hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor afvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor lucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie,Verdere details met betrekking tot de scalering en controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet (http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 24 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
1. Blootstellingsscenario 04
Gebruik als een brandstof in industriele omgeving
BS Ref.: 04
Type blootstelling: Werknemer
Gebruiksbeschrijvingen PROC1, PROC2, PROC3, PROC8a, PROC8b, PROC16
SU3
ERC7
ESVOC SPERC 7.12a.v1
Behandelde processen, taken en activiteiten Omvat de toepassing als Drijfgas (of brandstof additief), inclusief activiteiten met betrekking tot transfer, toepassing, onderhoud van de installatie en afvalbehandeling.
Industrieel gebruik
Beoordelingsmethode Gebruikt ECETOC TRA-model
De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.
2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement
2.1 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van de werknemers (PROC1, PROC2, PROC3, PROC8a, PROC8b, PROC16)
PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk
PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling
PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering)
PROC8a Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet-gespecialiseerde voorzieningen
PROC8b Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen
PROC16 Gebruik van materiaal als brandstof, er is geringe blootstelling aan niet-verbrande producten te verwachten
Eigenschappen van het product
Fysische vorm vloeibaar
Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).
Dampdruk Vloeistof, dampdruk 0,5 - 10 kPa bij STP
Gebruiksvoorwaarden
Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld).
Andere gegeven operationele condities die van invloed zijn op de blootstelling van de werknemers
Veronderstelt gebruik bij niet meer dan 20°C boven kamertemperatuur,Van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.
Risicobeheersmaatregelen
Andere risicobeheersmaatregelen:
Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen) Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. Huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. Fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.
Algemene blootstelling (gesloten systemen) geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
Toepassing als brandstof,CS107 - (gesloten systemen) geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS14 - Overbrengen in bulk geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 25 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
CS8 - Overbrengen van vaten/batches geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS39 - Schoonmaken en onderhoud van apparatuur geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS85 - opslag van bulkproduct geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC7)
ERC7 Industrieel gebruik van stoffen in gesloten systemen
Beoordelingsmethode De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.
Eigenschappen van het product
Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB, Overwegend hydrofoob
Gebruiksvoorwaarden
Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1
Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 550000
Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:
1
jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 550000
Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):
1800000
Frequentie en duur van het gebruik Duurzaam gebruik/vrijkoming.
Aantal emissiedagen per jaar 300
Milieufactoren die niet door risicomanagement worden beïnvloed
Lokale zoetwater-verdunningsfactor: 10
Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100
Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling
Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):
0,005 %
Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):
0,00001 %
Vrijgekomen aandeel in de grond uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):
0 %
Risicobeheersmaatregelen
Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau om vrijkomen te voorkomen
Op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan.
Technische condities en maatregelen ter plaatse om de lozingen en emissies naar de lucht en de grond te verminderen of te beperken
Milieubedreiging wordt door het zoetwatersediment veroorzaakt,bij het legen in een rioolwaterzuiveringsinstallatie is geen afvalwaterbehandeling ter plaatse noodzakelijk.
Luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%):
95
afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor noodzakelijke reinigingsprestatie van ≥ (%):
84,6
bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is een afvalwaterbehandeling ter plaatse nodig met een efficiëntie van ≥ (%):
0
Organisatorische maatregelen om vrijkomen van de werkplek te voorkomen/beperken
Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen,Zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt.
Voorwaarden en maatregelen in verband met rioolzuiveringsinstallatie
Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door rioolwaterzuiveringsinstallatie (%):
94,7 %
totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%):
94,7 %
Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):
5300000
Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):
2000
Voorwaarden en maatregelen voor de externe opwerking van afval voor verwijdering
door voorgeschreven controles met betrekking tot uitlaatgasemssies beperkte verbrandingsemissies,in
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 26 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
regionale blootstellingsinschatting in aanmerking genomen verbrandingsemissies.
Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking
deze stof wordt tijdens het gebruik verbruikt en de stof produceert geen afval.
3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron
3.1. Gezondheit
Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario
2.1 Voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet anders vermeld.
3.2. Milieu
Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario
2.2 De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.
4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt
4.1. Gezondheit
Richtlijnen - Gezondheid Beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk een DNEL af te leiden voor irritatie van de huid,Risicobeheersmaatregelen baseren op kwalitatieve risicoinventarisatie,Beschikbare risicogegevens ondersteunen niet de noodzaak van een DNEL voor andere effecten op de gezondheid,Gebruikers zijn tot naleving van de nationale grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling of gelijkwaardige waarden verplicht,Indien verdere risicomanagementmaatregelen/operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.
4.2. Milieu
Richtlijnen - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties van toepassing hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor afvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor lucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie,Verdere details met betrekking tot de scalering en controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet (http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 27 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
1. Blootstellingsscenario 05
Gebruik als een brandstof in professionele omgeving
BS Ref.: 05
Type blootstelling: Werknemer
Gebruiksbeschrijvingen PROC1, PROC2, PROC3, PROC8a, PROC8b, PROC16
SU22
ERC9a, ERC9b
ESVOC SPERC 9.12b.v1
Behandelde processen, taken en activiteiten Omvat de toepassing als Drijfgas (of brandstof additief), inclusief activiteiten met betrekking tot transfer, toepassing, onderhoud van de installatie en afvalbehandeling.
Professioneel gebruik
Beoordelingsmethode Gebruikt ECETOC TRA-model
De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.
2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement
2.1 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van de werknemers (PROC1, PROC2, PROC3, PROC8a, PROC8b, PROC16)
PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk
PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling
PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering)
PROC8a Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet-gespecialiseerde voorzieningen
PROC8b Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen
PROC16 Gebruik van materiaal als brandstof, er is geringe blootstelling aan niet-verbrande producten te verwachten
Eigenschappen van het product
Fysische vorm vloeibaar
Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).
Dampdruk Vloeistof, dampdruk 0,5 - 10 kPa bij STP
Gebruiksvoorwaarden
Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld).
Andere gegeven operationele condities die van invloed zijn op de blootstelling van de werknemers
Veronderstelt gebruik bij niet meer dan 20°C boven kamertemperatuur,Van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.
Risicobeheersmaatregelen
Andere risicobeheersmaatregelen:
Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen) Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. Huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. Fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.
Algemene blootstelling (gesloten systemen) geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
Toepassing als brandstof,CS107 - (gesloten systemen) geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS14 - Overbrengen in bulk geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 28 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
CS22 - Overbrengen vanuit/gieten vanuit vaten geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS39 - Schoonmaken en onderhoud van apparatuur geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
CS85 - opslag van bulkproduct geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC9a, ERC9b)
ERC9a Wijdverbreid gebruik (binnen) van stoffen in gesloten systemen
ERC9b Wijdverbreid gebruik (buiten) van stoffen in gesloten systemen
Beoordelingsmethode De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.
Eigenschappen van het product
Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB, Overwegend hydrofoob
Gebruiksvoorwaarden
Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1
Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 4400000
Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:
0,0005
jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 2200
Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):
6100
Frequentie en duur van het gebruik Duurzaam gebruik/vrijkoming.
Aantal emissiedagen per jaar 365
Milieufactoren die niet door risicomanagement worden beïnvloed
Lokale zoetwater-verdunningsfactor: 10
Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100
Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling
Vrijgekomen aandeel in de lucht uit brede toepassing (alleen regionaal):
0,001 %
Vrijgekomen aandeel in het afvalwater uit brede toepassing:
0,00001 %
Vrijgekomen aandeel in de grond uit brede toepassing (alleen regionaal):
0,00001 %
Risicobeheersmaatregelen
Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau om vrijkomen te voorkomen
Op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan.
Technische condities en maatregelen ter plaatse om de lozingen en emissies naar de lucht en de grond te verminderen of te beperken
Milieubedreiging wordt door het zoete water veroorzaakt,Geen afvalwaterbehandeling noodzakelijk.
Luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%):
Niet van toepassing
afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor noodzakelijke reinigingsprestatie van ≥ (%):
0
bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is een afvalwaterbehandeling ter plaatse nodig met een efficiëntie van ≥ (%):
0
Organisatorische maatregelen om vrijkomen van de werkplek te voorkomen/beperken
Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen,Zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt.
Voorwaarden en maatregelen in verband met rioolzuiveringsinstallatie
Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door rioolwaterzuiveringsinstallatie (%):
94,7 %
totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%):
94,7 %
Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):
690000
Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):
2000
Voorwaarden en maatregelen voor de externe door voorgeschreven controles met betrekking tot
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD bladzijde : 29 / 29
Revisie nr : 2.0
Datum van uitgave : 14/03/2018
Kero B/C Vervangt : 07/01/2013
opwerking van afval voor verwijdering uitlaatgasemssies beperkte verbrandingsemissies,in regionale blootstellingsinschatting in aanmerking genomen verbrandingsemissies.
Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking
deze stof wordt tijdens het gebruik verbruikt en de stof produceert geen afval.
3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron
3.1. Gezondheit
Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario
2.1 Voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet anders vermeld.
3.2. Milieu
Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario
2.2 De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.
4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt
4.1. Gezondheit
Richtlijnen - Gezondheid Beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk een DNEL af te leiden voor irritatie van de huid,Risicobeheersmaatregelen baseren op kwalitatieve risicoinventarisatie,Beschikbare risicogegevens ondersteunen niet de noodzaak van een DNEL voor andere effecten op de gezondheid,Gebruikers zijn tot naleving van de nationale grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling of gelijkwaardige waarden verplicht,Indien verdere risicomanagementmaatregelen/operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.
4.2. Milieu
Richtlijnen - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties van toepassing hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor afvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor lucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie,Verdere details met betrekking tot de scalering en controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet (http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen.