Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

59
Kaderplan Openbare Ruimte Jeruzalem Juli 2011

Transcript of Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

Page 1: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

Kaderplan Openbare Ruimte Jeruzalem

Juli 2011

Page 2: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

2

Kaderplan Openbare Ruimte Jeruzalem

Juli 2011

Vastgesteld door: Dagelijks Bestuur Stadsdeel Oost d.d. 12-07-2011

Opgesteld door: Projectorganisatie Jeruzalem

Page 3: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

3

Inhoudsopgave

1. Inleiding ........................................................................................................................................................................ 4

1.1 Ambities Jeruzalem......................................................................................................................................... 5

1.2 Aanleiding en doel Kaderplan......................................................................................................................... 6

1.3 Leeswijzer........................................................................................................................................................ 6

2 Uitgangspunten..................................................................................................................................................... 8

2.1 Stedenbouwkundig Plan ................................................................................................................................. 8

2.2 Monumentenstatus........................................................................................................................................ 10

2.3 Handboek Inrichting Openbare Ruimte (HIOR) .......................................................................................... 12

2.4 Overige uitgangspunten................................................................................................................................ 13

3 Oorspronkelijk ontwerp....................................................................................................................................... 16

3.1 Algemene toelichting..................................................................................................................................... 16

3.2 Ruimtelijke opbouw/verkaveling ................................................................................................................... 16

3.3 Inrichting hoven ............................................................................................................................................. 19

3.4 Wegen/verkeer.............................................................................................................................................. 20

3.5 Groenstructuur/Beplanting............................................................................................................................ 22

3.6 Centrale Ruimte ............................................................................................................................................ 25

3.7 Robert Kochplantsoen .................................................................................................................................. 27

3.8 Conclusie....................................................................................................................................................... 28

4 Visie en kaders ................................................................................................................................................... 29

4.1 Algemene toelichting..................................................................................................................................... 29

4.2 Ruimtelijke opbouw/verkaveling ................................................................................................................... 32

4.3 Groenstructuur/beplanting ............................................................................................................................ 37

4.4 Centrale Ruimte ............................................................................................................................................ 41

4.5 Robert Kochplantsoen .................................................................................................................................. 44

4.6 Ontwerpprincipes .......................................................................................................................................... 45

5 Beheer................................................................................................................................................................. 53

6 Fasering .............................................................................................................................................................. 55

6.1 Fase 0 (2010-2011) ...................................................................................................................................... 56

6.2 Fase 1............................................................................................................................................................ 56

6.3 Fase 2............................................................................................................................................................ 56

6.4 Fase 3............................................................................................................................................................ 56

6.5 Fase 4............................................................................................................................................................ 56

7 Participatie .......................................................................................................................................................... 57

8 Tot slot ................................................................................................................................................................ 58

Page 4: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

4

1. Inleiding Voor u ligt het Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem. Dit kaderplan is opgesteld door Stadsdeel Oost als aanvulling op het Stedenbouwkundig Plan (SP) Jeruzalem. Jeruzalem is een buurt in de wijk Tuindorp Frankendael in het Stadsdeel Oost te Amsterdam. De buurt is volgens een bijzonder verkavelingconcept opgezet, het is een van de eerste naoorlogse wijken in Amsterdam en een deel van Jeruzalem is aangewezen als Rijksmonument. De monumentale waarde wordt vooral bepaald door het samengaan van een bijzondere stedenbouwkundige ontwikkeling, een zorgvuldige groenstructuur en interes-sante volkshuisvestelijke en architectonische aspecten.

Figuur: Begrenzing plangebied Jeruzalem (met ontwerp SP)

Page 5: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

5

Jeruzalem wordt de komende jaren herontwikkeld, zowel het vastgoed als de openbare ruimte. Stadsdeel Oost heeft daarom de afgelopen ja-ren samen met betrokken partijen en belanghebbenden en met respect voor de cultuurhistorische, deels monumentale betekenis van de wijk een nieuw Stedenbouwkundig Plan (SP) ontwikkeld. Dit plan is door de stadsdeelraad in juni 2009 vastgesteld. De uitgangspunten van het SP zijn onder andere het behouden en daar waar nodig terugbrengen van het tuindorpkarakter, de unieke verkaveling en de karakteristieke in-richting van de openbare ruimte. Ook is in het plan grote waarde toegekend aan het functioneren van Jeruzalem als groene verbinding tussen de Nieuwe Ooster Begraafplaats, Park Frankendael, het Darwinplantsoen en het winkelcentrum aan het Christiaan Huygensplein. Andere be-langrijke uitgangspunten zijn het realiseren van levensloopbestendige woningen geschikt voor zorgbehoeftigen, behoud van kleinschaligheid en meer variatie in woningbouw. Het Stedenbouwkundig Plan omvat een breed getrokken, duurzame aanpak voor de vernieuwing van de buurt Jeruzalem. In dit hoofdstuk wordt beschreven wat de ambities zijn voor Jeruzalem, wat de aanleiding en het doel is van het Kaderplan. Tot slot vermeldt de leeswijzer hoe dit Kaderplan is opgebouwd.

1.1 Ambities Jeruzalem “De transformatie van Jeruzalem, karakteristiek en onlosmakelijk deel van Tuindorp Frankendael is een bijzonder project dat de toewijding van ons allen verdient. In de eerste plaats gaat het om een wijk waar het optimistische naoorlogse gedachtegoed op een zorgvuldige wijze is uitgewerkt. De revolutionaire hakenverkaveling van Jeruzalem is hier in evenwicht met het integrale groenontwerp voor het tuindorp en de overige bebouwing ontwikkeld, zodat Jeruza-lem één samenhangend geheel is geworden. Vernieuwend was ook de architectuur en het geïndustrialiseerde bouwsysteem van de haken die als eenge-zinswoningen waren ontworpen, maar als duplexwoningen werden uitgevoerd om tegemoet te komen aan de omvangrijke woningnood na de oorlog. De wijk werd met zijn grote kwaliteit, ruime opzet en groene karakter een geliefde woonplek. De kwaliteit van de duplexwoningen en de wens tot grotere differentia-tie vroeg echter om maatregelen. Na een lange periode waarin men dacht aan sloop is uiteindelijk gekozen voor een innovatieve combinatie van restaureren en transformeren. Met deze aanpak mag Jeruzalem gelden als voorbeeld voor vele gelijksoortige opgaven die nog zullen komen in de naoorlogse woning-voorraad. Een deel van Jeruzalem kreeg de monumentstatus, een deel wordt herbouwd in een gelijksoortig vocabulair en tegelijk worden in de wijk drie gro-tere nieuwe volumes geïntroduceerd. Met een vernieuwingsslag voor de openbare ruimte wordt deze combinatie van restauratie, herbouw en nieuwbouw samengebracht tot opnieuw een evenwichtig geheel. Het is essentieel dat in het lange plan- en bouwproces alle deelnemers het hoofdidee van deze transformatie op hun netvlies hebben staan. Met het Ste-denbouwkundig Plan en het Kaderplan zijn de essentiële principes opgespoord die deze transformatie kunnen begeleiden en is geformuleerd hoe individue-le bouwopgaven zich kunnen nestelen in en bijdragen aan het grote geheel. Rond 2020 zal Jeruzalem een vitale buurt zijn waar het stedenbouwkundig erf-goed van de jaren vijftig herleeft in een nieuwe interpretatie en doorwerking.” (bron: advies Supervisieteam d.d. 06-06-2011).

Page 6: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

6

1.2 Aanleiding en doel Kaderplan Het Stedenbouwkundig Plan kan niet in één keer gerealiseerd worden. Er is gekozen voor een gefaseerde aanpak waarbij rekening wordt ge-houden met de herhuisvesting van de bestaande bewoners. Het is een langdurig traject, waarin veel verschillende partijen gaan werken aan de bebouwing, het groen en de straten. Het ontwerp voor de openbare ruimte wordt door de lange uitvoeringstermijn waarschijnlijk niet door één en dezelfde ontwerper gemaakt. Duidelijke ambities en kaders moeten zorgen voor een eenheid en consistentie in de ontwerpen. In de periode volgend op het opstellen van het Stedenbouwkundig Plan is uitgebreid onderzoek gedaan naar het oorspronkelijk ontwerp voor Jeruzalem om nader inzicht te verkrijgen in de te behouden en te koesteren historische elementen van de buurt. In het Stedenbouwkundig Plan zijn de ambities en kaders voor de openbare ruimte beperkt uitgewerkt en is slechts beperkt ingegaan op de bijzondere historische elementen. Onderliggend kaderplan vult deze leemtes aan en biedt ontwerpers houvast, inspiratie en kaders voor de uitwerking van de ontwerpen voor de verschillende fasen in het herontwikkelingstraject.

1.3 Leeswijzer Het Kaderplan begint met achtergrondinformatie en brengt de lezer vervolgens van de vaste uitgangspunten via de ambities voor het gebied naar de kaders voor de ontwerpen voor de openbare ruimte van Jeruzalem.. Hoofdstuk 2 In hoofdstuk twee worden in het kort de uitgangspunten beschreven van het voorliggende plan. Dit zijn het Stedenbouwkundig Plan, de re-dengevende omschrijving van het Rijksmonument en het Handboek Inrichting Openbare Ruimte (HIOR). Hoofdstuk 3 In hoofdstuk drie staat een korte beschrijving van het oorspronkelijke stedenbouwkundig plan en een analyse van de bijzondere groenstruc-tuur. Tevens zijn de veranderingen beschreven ten opzichte van de oorspronkelijke situatie. Het hoofdstuk dient als achtergrondinformatie voor de visie en het kaderplan.

Page 7: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

7

Hoofdstuk 4 In hoofdstuk vier staan per gebiedsonderdeel en thema de visie en bijbehorende kaders beschreven Het zijn uitgangspunten die geformu-leerd zijn op basis van het SP en de historische analyse en omvat concrete voorstellen ten aanzien van inrichting en materiaalgebruik, weer-gegeven in overzichtskaarten, detailplannen voor deelgebieden en principedetails. Hoofdstuk 5 In hoofdstuk vijf is een voorstel uitgewerkt voor het beheer van de verschillende gebiedsonderdelen binnen het Kaderplan. Hoofdstuk 6 In hoofdstuk zes is een voorstel uitgewerkt voor de fasering van de genoemde plannen.

Hoofdstuk 7 Hoofdstuk zeven gaat over bewonersparticipatie. Dit is een belangrijk middel bij de totstandkoming van plannen voor Jeruzalem. Hoofdstuk 8 Tot slot nogmaals het totaaloverzicht van alle kaders.

Page 8: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

8

2 Uitgangspunten Aan het Kaderplan liggen een drietal uitgangspunten ten grondslag. Ten eerste het Stedenbouwkundig Plan Jeruzalem 2009. Waar het Ste-denbouwkundig voor de openbare ruimte op hoofdlijnen blijft, geeft het Kaderplan aanvulling en invulling. Ten tweede is de monumentensta-tus van toepassing voor een deel van de wijk. De redengevende omschrijving van het monumentale deel van Jeruzalem behelst niet alleen de woningen maar omvat de compositie als geheel dus inclusief wegen en groen. Ten derde zijn inrichtingsprincipes uit het Handboek Inrichting Openbare Ruimte (HIOR) opgenomen. Het HIOR is opgesteld door het stadsdeel om de kwaliteit, eenduidigheid en beheerbaarheid van de openbare ruimte te borgen. In dit hoofdstuk worden deze plannen kort toegelicht. Naast deze drie uitgangspunten spelen diverse overige uit-gangspunten mee bij het opstellen van het Kaderplan.

2.1 Stedenbouwkundig Plan Voor de wijk is, zoals in de inleiding reeds vermeld, in 2009 het Stedenbouwkundig Plan Jeruzalem (SP) ontwikkeld en door de stadsdeelraad van het voormalig stadsdeel Oost-Watergraafsmeer in juni 2009 vastgesteld. De uitgangspunten van het SP zijn onder andere het behouden en daar waar nodig terugbrengen van het tuindorpkarakter, de unieke verkaveling en de karakteristieke inrichting van de openbare ruimte.

Figuur: Stedenbouwkundig Plan Jeruzalem, mei 2009

Page 9: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

9

Het plan is met vele partijen en nauwe betrokkenheid met betrokken corporaties (Rochdale en De Key), Bureau Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam (BMA), de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, bewoners en andere betrokkenen tot stand gekomen. Het re-sultaat is een gedragen plan dat compromissen bevat op het gebied van monumentaalheid, milieudoelstellingen en woonvormen en leefbaar-heid.

Figuur: Stedenbouwkundig Plan Jeruzalem

Page 10: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

10

Het plan voorziet in de renovatie van zes monumentale hoven (A t/m F) en de sloop en nieuwbouw binnen de oorspronkelijke hoofdopzet van de hoven G en H. De hoven aan de zuidwestzijde worden vervangen door de hoven J, K en L, die een eigentijdse interpretatie zijn van de ho-ven A t/m F. In het plan is tevens voorzien in de sloop van het centrale deel (Ingenhouszhof/blok M), het Willem Dreeshuis (blok N) en be-staande woningen in de Ferrarisstraat (blok I). Op de locatie van het Ingenhouszhof (blok M)vindt herbouw plaats van het Willem Dreeshuis inclusief centrale zorggerelateerde functies. Op de plek van het bestaande Willem Dreeshuis worden appartementen gerealiseerd (blok N), evenals op de locatie van de huidige Ferrarisstraat (blok N). De voormalige werkplaats aan de centrale parkzone wordt vervangen door een brede school. De renovatie en nieuwbouw van de bebouwing wordt tevens aangegrepen om de, voor Jeruzalem zo karakteristieke samen-hang tussen bebouwing, groen en openbare ruimte te versterken In het SP wordt tevens uitgebreid aandacht besteed aan de gewenste beeldkwaliteit van zowel architectuur als groen en openbare ruimte en zijn uitgangspunten beschreven voor zowel ontwerp en materialisering als voor beheer.

Het Kaderplan is een nadere uitwerking van het Stedenbouwkundig Plan. In de uitwerking zijn op enkele punten wijzigingen aangebracht ten opzichte van het SP. Aanpassingen in het programma van het centrale plein maken een nieuw ontwerp voor de plek noodzakelijk. Zo is een tennisveld ingepast en is een andere verdeling van de fietsenstalling in het plan verwerkt. Naast deze structurele aanpassingen, zijn kleine veranderingen in het padenverloop, de positie van de ondergrondse afvalcontainers en de overgangen tussen openbaar en privé aange-bracht.

2.2 Monumentenstatus Op 11 februari 2010 heeft voormalig minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de heer Plasterk op advies van de gemeente (Amster-dam) en de Raad voor Cultuur een deel van Jeruzalem aangewezen als Rijksmonument: Citaat uit de aanwijzing: “de 12 L-vormige bouw-blokken met duplexwoningen tussen de Hugo de Vrieslaan, de Maxwellstraat, de Van ’t Hofflaan en de Pieter Zeemanlaan; de Prof. P. Zee-manschool en de aanwezige groenstructuur in dat gebied van Tuindorp Frankendael/Jeruzalem vormen zowel op ensemble- als op objectni-veau een topmonument uit de Wederopbouwperiode vanwege hun nationaal belang en hoge: 1 cultuurhistorische waarde 2 architectuurhistorische waarde

3 ensemblewaarde (waaronder stedenbouwkundige waarde 4 gaafheid/herkenbaarheid 5 zeldzaamheid

Page 11: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

11

Figuur: begrenzing Rijksmonument

De aangewezen hoven, het schoolgebouw en de groenstructuur worden representatief geacht voor het nationale gedachtegoed over steden-bouw en volkshuisvesting in de vroeg-naoorlogse periode van de Amsterdamse stadsontwikkeling in die tijd en van de buurt Jeruzalem in het bijzonder. In de bijlage is opgenomen de onderliggende besluitmotivering. Het groenplan is een wezenlijk onderdeel van het experiment Jeruzalem. Het betreft de hoven in de bouwblokken, het verbindingsgroen langs de grotere wegen en randen van het tuindorp en de groenaanleg op de hoeken van de bouwblokken. Typerend voor de groenaanleg in de naoorlogse wijken is de subtiele overgang van hoofdstructuur naar straatgroen, naar het semi-openbare groen van de hoven, naar het privé-groen van de voor- en achtertuinen.

Het grootste deel van het groen in het monumentale deel is ontworpen door Mien Ruys, in samenwerking met Aldo van Eyck, in opdracht van de afdeling Groenvoorzieningen van de gemeente Amsterdam.

Page 12: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

12

2.3 Handboek Inrichting Openbare Ruimte (HIOR) Het HIOR (17-11-2001) is opgesteld door het voormalig Stadsdeel Oost-Watergraafsmeer om de kwaliteit van de openbare ruimte in het stadsdeel te waarborgen en samenhang te scheppen in de inrichting, maar ook om te zorgen voor een functionele inrichting en een efficiënte uitvoering en beheer. Het handboek geeft standaard (principe) ontwerprichtlijnen voor profielen, materialen, aanschaf en beheer. Afgezien van de bijzondere plekken is de inrichting van de openbare ruimte voor de ontwerper, de beheerder, de insprekende bewoner of be-langhebbende en de bestuurder, met profielvoorschriften grotendeels vastgelegd in het Handboek. Ook voor wat betreft het straatmeubilair en het groen zijn in het Handboek voorschriften opgesteld. Het wordt bij keuzes in de openbare ruimte, zoals bij herinrichtingen, als uitgangspunt gehanteerd. Uiteraard blijft er daarna ruimte voor inspraak en bestuurlijke wensen. Wat betreft het voorschrijven van het beheer beperkt het Handboek zich beperken tot voorschriften waarmee de inrichtingskwaliteit ook op lange termijn is gediend In verband met de monumentale status en bijzondere culturele waarde van Jeruzalem wordt in het Stedenbouwkundig Plan en in het Kader-plan op bepaalde locaties binnen het plangebied afgeweken van de voorschriften voor de inrichting van de openbare ruimte zoals opgenomen in het HIOR (Handboek Inrichting Openbare Ruimte). In principe volgt het kaderplan zo veel mogelijk het HIOR. Voor de bestratingsmateriaal-keuze geldt daarbij: gebakken klinkers voor rijwegen en parkeerstroken in woongebieden, betonnen tegels en banden (met basaltsplit toplaag) op de trottoirs, asfalt voor fietspaden en hoofdwegen. Ten aanzien van het groen valt Jeruzalem volgens het HIOR niet binnen een bijzondere categorie. Wel zijn hoofdstructuren met bestaande boombeplanting langs de randen onderdeel van de hoofdgroenstructuur. In het HIOR wor-den vervolgens uitspraken gedaan over de eisen van groeiomstandigheden, juiste keuze voor boomsoorten, heesters (inheems) en vaste planten. Wat betreft het straatmeubilair is binnen het stadsdeel voor een familie van straatmeubilair gekozen. Rust en eenheid, maar ook func-tionaliteit en herkenbaarheid zijn daarbij de belangrijkste afwegingen bij de keuze voor de modellen geweest. Bij de verlichting is gekozen voor het herstel van de karakteristieke verlichting per wijk, passend bij de stedenbouw en tijdsgeest. In de wijk Jeruzalem is dit de Tulpmast 1920 met Holbein armatuur. Voor de banken is kenmerkend voor het stadsdeel de Linnaeusbank. Verder is ervoor gekozen inpandige en on-dergrondse oplossingen voor afvalverzameling en nutsvoorzieningen te stimuleren.

Page 13: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

13

2.4 Overige uitgangspunten

Naast bovengenoemde drie belangrijke uitgangspunten zijn er nog een aantal overige punten die van belang zijn voor de plannen en ontwer-pen voor Jeruzalem. Deze worden hieronder kort toegelicht.

2.4.1 Duurzaamheid Het stadsdeel streeft naar een volledig klimaatneutrale wijk (conform Duurzaamheid in de nieuwbouw, besluit gemeenteraad d.d. 16 septem-ber 2008). De centrale stad én het stadsdeel hebben de doelstelling om 40% CO2 te reduceren in 2025 ten opzichte van de referentie 1990. Vanwege deze ambitie wordt de doelstelling ten aanzien van de nieuwbouw gesteld dat voor 60% een EPL (Energie Prestatie op Locatie) van 8 wordt gehaald en 40% een EPL van 9.5 wordt gehaald. De centrale stad en het stadsdeel Oost hebben de doelstelling om 40 % CO2 reductie te realiseren in 2025 ten opzichte van 1990. Met betrekking tot het project Jeruzalem zijn de doelstellingen tweeledig.

1. Er worden inpassingmogelijkheden onderzocht waarbij het klimaat gespaard wordt zonder dat dit ten koste gaat van de ruimtelijke kwaliteit. Hierbij moet gedacht worden aan de mogelijkheden van warmte en koudeopslag en het gebruik van biomassaverbranding.

2. De inpassingmogelijkheden in de openbare ruimte naar aanleiding van bovengenoemde ambities worden nog uitgewerkt met de be-trokken partijen.

Met betrekking tot de openbare ruimte zal aandacht zijn voor:

• Gebruik van duurzame en recyclebare materialen,

• Gebruik van openbare verlichting met dim mogelijkheden en of het gebruik van led,

• Beperken van gebruik materialen welke diffuse vervuiling van grond(-water) veroorzaken. (o.a. coaten i.p.v. galvaniseren),

• Reduceren totaaloppervlak verhardingen,

• Vertragingen of verminderen van regenwaterafvloeiing naar het regenwaterrioolstelsel,

• (Her-) gebruik van in het gebied aanwezig materiaal.

Page 14: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

14

2.4.2 Politiekeurmerk Veilig Wonen Het stadsdeel heeft zich als doel gesteld de inrichtings- en bouwplannen binnen het project Jeruzalem te laten voldoen aan het Politiekeur-merk Veilig Wonen. Dit keurmerk draagt bij aan de fysieke en sociale veiligheid van de wijk, rond de woningen en de wooncomplexen. Het po-litiekeurmerk is een totaalconcept. Voor de openbare ruimte betekent dit tijdige aandacht voor het onderwerp. Doel is de preventieve werking tegen inbraak, overlast en vandalisme. In beginsel is het mogelijk gebleken dit keurmerk te verkrijgen. Bij de verdere uitwerking van de deel-plannen openbare ruimte zal hierop getoetst worden. Aandachtspunten voor de inrichting van de openbare ruimte zijn:

• Strategisch gebruik en positionering van openbare verlichting,

• Overzichtelijke groenaanleg,

• Overzichtelijke verkeerstromen, Voorkomen van donkere en onoverzichtelijke hoeken, paden en gebieden 2.4.3 Subsidies

Jeruzalem heeft een aantal subsidies toegekend gekregen. Deze subsidies brengen een aantal ontwerpuitgangspunten met zich mee. Deze worden hieronder kort toegelicht. Mooi Nederland

Jeruzalem is een voorbeeldprojecten van de innovatieregeling Mooi Nederland. De voorbeeldprojecten (en dus ook Jeruzalem) hebben als doel zuinig ruimtegebruik te stimuleren, verrommeling tegen te gaan en de ruimtelijke kwaliteit te versterken. Jeruzalem is in het kader van deze regeling een voorbeeld van een energielandschap. De overstap op duurzame energie, met name zon, wind en biomassa., heeft ingrij-pende gevolgen voor het aanzien van de wijk. De uitdaging voor een voorbeeldproject is dat duurzame energie geen storende factor wordt, maar een bijdrage levert aan ruimtelijke kwaliteit en nieuwe identiteiten toevoegt. Ook in het ontwerp voor de openbare ruimte dient duur-zaamheid een prominente rol te krijgen (zie tevens 4.11). Excellente Gebieden

Jeruzalem is één van de dertien 'excellente gebieden'. Dit zijn innovatieve nieuwbouwprojecten waar energiezuinige bouwmethoden op grote schaal worden toegepast. De energieprestatiecoëfficiënt (EPC) in deze gebieden loopt steeds een fase voor op de standaard afspraken. De kennis en ervaring wordt gebruikt om in 2020 energieneutraal te kunnen bouwen. Gemeenten, projectontwikkelaars en andere partners expe-rimenteren met technieken, het bouwproces en de financiering. De resultaten van deze experimenten worden door Agentschap NL verzameld

Page 15: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

15

en verspreid. Het ontwerp voor de openbare ruimte moet het energiezuinig bouwen niet belemmeren, maar juist ondersteunen (zie tevens 4.11).

Stimuleringsfonds Volkshuisvesting

Dit toegekende budget (€ 1.500.000,-) zal vooral ingezet worden ten behoeve van de uitvoeringskosten van de restauratie van de monumen-tale hoven en als dekking in de proces- en ontwikkelkosten, waaronder de realisatie van de proefwoning. Belangrijke uitgangspunten zijn:

• De aanpak is afgestemd op de monumentale waarden van de stedenbouwkundige situatie, de openbare binnentuinen en de bebou-wing.

• De aanpak past in de duurzaamheids uitgangspunten voor de gehele stedenbouwkundige ontwikkeling van de wijk Jeruzalem.

• De aanpak leidt tot goed functionerende woningen met toekomstwaarde.

Page 16: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

16

3 Oorspronkelijk ontwerp Na vaststelling van het Stedenbouwkundig Plan was er naast borging van de samenhang in het Kaderplan, tevens behoefte aan een aanvul-lend historisch onderzoek ten aanzien van het oorspronkelijke groenontwerp. De Stichting Architectuurgeschiedenis (SAG) van de Vrije Uni-versiteit Amsterdam (Drs. E.M. van Hellemondt) heeft in opdracht van het stadsdeel onderzoek gedaan naar de historische hoofdgroenstruc-tuur, meer specifiek de openbare ruimte, de wegbeplanting en het Robert Kochplantsoen. Dit onderzoek heeft geleid tot interessante inzichten ten aanzien van, met name, de boomstructuur en de woonstraatinrichting van de hoven. De verkregen inzichten worden beschreven in dit hoofdstuk en zijn tevens uitgangspunt voor het kaderplan. Het onderzoek is opgenomen in de bijlagen.

3.1 Algemene toelichting De cultuurhistorische waarde van Tuindorp Frankendael is groot en schuilt in het samengaan van een bijzondere stedenbouwkundige ontwik-keling, een zorgvuldige groenaanleg en interessante volkshuisvestelijke en architectonische aspecten. Deze waarde wordt mede bepaald door de lange en boeiende geschiedenis van de planontwikkeling. Keer op keer werd het bebouwingsplan aangepast aan de nieuwste inzich-ten. Het uiteindelijke resultaat was het ontwerp van een hovenverkaveling voor eengezinswoningen gedeeltelijk in duplexvorm. Het uiteindelij-ke ontwerp van een verkaveling bestaande uit hoven gevormd door twee tegenover elkaar liggende L-haken, bleek het overtuigende alterna-tief voor de als star en mechanisch ervaren strokenverkavelingen. Binnen de haken vormden zich hoven met een ruimtelijke opzet. In de ho-ven werd een relatief smal verhardingsprofiel aangebracht waarbij geen onderscheid gemaakt werd tussen voetgangers, fietsers en auto’s. De groene inrichting van het overgebleven deel van de hoven had een besloten karakter. De boomstructuur in de wijk was subtiel van opzet, be-perkt in aantal en ook in formaat doordacht, zo stonden op de entrees van de hoven boomgroepen. Plantsoenen hadden gelaagdheid en slo-ten in hoogte aan bij de tuinen. In de loop der tijd zijn er veranderingen in de oorspronkelijke opzet van de wijk ontstaan. De meest relevante wijzigingen worden in de navol-gende paragraven kort toegelicht en geïllustreerd.

3.2 Ruimtelijke opbouw/verkaveling Toen Jeruzalem werd direct na voltooiing al gezien als een voorbeeldwijk voor de naoorlogse stedenbouw. De stedenbouwkundige opzet met ho-venverkaveling was een nieuwe stap in de stedenbouw. Via de vooroorlogse plannen met gesloten bouwblokken (1933) en strokenbouw

Page 17: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

17

(1939) werd na de oorlog een geheel nieuwe verkavelingsvorm geïntroduceerd bestaande uit twee haken die met elkaar een hof vormen. Een verkavelingsvorm - ontworpen door de afdeling stadsontwikkeling van de gemeente Amsterdam, in samenwerking met de architecten Merkel-bach en Karsten en later Elling, die een ongekende ruimtebeleving koppelde aan relatief hoge dichtheid. De verkaveling zorgde voor een inte-ressante ruimtelijke geleding, goede bezonning, rustige omsloten binnenhoven en zoals de stedenbouwkundige Van Eesteren in 1952 schreef: in plaats van monotonie, is nu door beheerste herhaling van een motief, rust en harmonie ontstaan. De hoofdstructuur had de vorm van een assenkruis, dat de wijk doorsneed, waarvan het deel tussen de Hugo de Vrieslaan en de Kruislaan een bajonetvorm kreeg. Zo werd aansluiting verkregen met de ingang van de Nieuwe Ooster Begraafplaats. Één as werd vrijgehouden van bebouwing en de andere werd bestemd voor publieke voorzieningen. In de oorspronkelijk uitgevoerde verkaveling bestond het hart van de wijk uit een groot open speelveld waaromheen de algemene voorzieningen lagen zoals een aantal scholen, de kerk en de winkels. Aan dit speelveld grensden het Robert Kochplantsoen en de groenstrook langs de van t Hofflaan. Van Eesteren schreef hierover: “Bij het ontmoe-tingspunt van de bestaande Van t Hofflaan en de reeds eerder genoemde voorruimte bij de ingang van de Oosterbegraafplaats ligt het hart, de kern van de buurt, hetwelk visueel contact zal hebben met het hart van de woonbuurt aan de overzijde van de Middenweg van ongeveer dezelfde omvang. Door deze relatie zal het gevoel in een groter verband te leven worden versterkt bij de bewoners van beide buurten. De vormgeving van dit hart zal overtuigend zijn, naarmate het gemeenschapsleven verwezenlijking en uitdrukking zal kunnen vinden in de aldaar te stichten openbare gebouwen.”

Figuur: Oorspronkelijk ontwerp Tuindorp Frankendael

Page 18: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

18

Nu Wat de bebouwing betreft is de Pieter Zeemanschool anders gebouwd dan was gepland en zijn aan de Lorentzlaan de zogenoemde zelf-bouwwoningen verschenen. Op de locatie van de geplande school is het woonzorgcentrum Ingenhouszhof gebouwd en de zorgwoningen aan de Saltetstraat. Het gebouw op de kop van de Daltonstraat is inmiddels gesloopt ten behoeve van de bouw van de brede school.

Figuur: huidige situatie Tuindorp Frankendael (Jeruzalem)

Page 19: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

19

3.3 Inrichting hoven Toen De verkavelingskeuze resulteerde in de vorming van binnenhoven. Een omsloten ruimte met een relatief summier verhardingprofiel bedoeld voor gemeenschappelijk gebruik op één niveau resulteerde in feitelijk een vroeg type woonerf. Omdat het feitelijk een collectieve buitenruimte betrof, een ontmoetingsplek, is door landschapsarchitecte Mien Ruys gezocht naar een ontwerp waarin de thema’s spelen, genieten, bezon-ning, groenopbouw en aansluiting op de tuinen uitgewerkt zijn. Om monotonie te ondervangen zijn een aantal varianten op deze thema’s uit-gewerkt. Het basisprincipe voor de groenopbouw van de hoeven bestaat uit schuine lijnen, schuine paden, een grote open ruimte en een be-schutte kleine plek. Verder een gevarieerde beplanting en selectieve toepassing van specifieke bomen. De speelplekken op de hoven zijn zeer eenvoudig van opzet en ingericht door Aldo van Eyck. Deze speelplekken, vaak voorzien van een bank, zijn in de noordoosthoek gele-gen, gunstig ten opzichte van de zon.

Nu De kracht van een ontwerp is gelegen in de beklijving hiervan. Hiermee is direct gezegd dat het een buitengewoon sterk ontwerp geweest is omdat veel nog zo aanwezig is als indertijd beoogd. Dit geldt zeker voor groen en spelen. Ten aanzien van de verharding is veel meer gewij-zigd. Het toenemende autogebruik is de oorzaak van de aanleg van parkeerplaatsen. Tevens is er een voetpad aangebracht op een verhoogd niveau ten opzichte van de rijbaan. De oorzaak hiervan is vermoedelijk gelegen in het feit dat de rijloper (voetgangers, fietsers en auto’s) in

Page 20: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

20

aanleg te smal is geweest (4,5 m1) waardoor tijdens de aanleg van parkeerplaatsen besloten is tot de aanleg van een verhoogd voetpad. Het boombestand is uitgebreid en op diverse locaties zijn hagen verdwenen. Veel beplanting is versleten of dichtgegroeid en door de aanwezig-heid van m.n. schuttingen is de gemeenschappelijkheid van de binnenruimte te dele verdwenen. Toch dient nogmaals gezegd dat de basis nog volop aanwezig is en zijn kracht daarmee bewezen heeft. Op de hoven zijn geen aanvullende verkeersmaatregelen nodig gebleken zoals de aanleg van verkeersdrempels. De structuur en de lengte van het hof nodigen, bij uitzondering, blijkbaar niet uit tot hard rijden. Wel heeft de invoering van ondergrondse afvalinzameling ook voor de hoven geresulteerd in de aanleg van ondergrondse containers.

3.4 Wegen/verkeer Toen In het oorspronkelijke ontwerp werd het verkeer afgewikkeld via ontsluitingswegen die aftakken van de doorgaande wegen, vanwaar het ver-keer via de verzamelstraten naar de berijdbare voetpaden tot bij de woningen werd geleid. Het oorspronkelijke ontwerp kende ‘berijdbare voetpaden’ waarbij de stoeptegels doorliepen in de wegen en visuele drempels de hoven in. Tuindorp Frankendael was door deze structuur de voorbode van het woonerf en de latere 30 kilometer zone.

Page 21: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

21

Nu In de gehele wijk is de druk van het autoverkeer toegenomen. In de groenstructuur en in de hoven zijn parkeerplaatsen aangelegd. In de ho-ven zijn de berijdbare voetpaden veranderd in aparte voetpaden en een rijbaan. Ook zijn er diverse wijzigingen in de materialisering van de straten die te maken hebben met de regulering van het verkeer. De verkeersstructuur is veranderd doordat de Pieter Zeemanlaan en de Lo-rentzlaan deels zijn afgesloten voor autoverkeer. Bovendien is in de huidige verkeerssituatie onderscheid gemaakt tussen 50 km regime bui-ten de wijk en 30 km regime binnen de wijk. In het oorspronkelijke plan waren er verbijzonderingen in de bestrating aangebracht bij de entrees van de hoven en de woonstraten, de beton-tegels liepen hierbij door in de bestrating. Deze oorspronkelijke visuele drempels zijn nu verdwenen en zijn vervangen door moderne drem-pels met hoogteverschillen.

Page 22: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

22

3.5 Groenstructuur/Beplanting Toen Op het niveau van de wijk gelede de groenstructuur de doorgaande ruimte door een typologische indeling van wegen, plantsoenen en hoven. Daarin was de hof de meest particuliere ruimte met de minste dynamiek wat betreft de infrastructuur, deze diende als verblijfplaats. Via de buurtstraten was het centrum van de wijk bereikbaar en via de wijkstraten, de doorgaande wegen van het assenkruis, stond de wijk in verbin-ding met de rest van de stad. Naarmate een straat meer dynamiek kende kreeg hij een breder profiel en werd hij geflankeerd door laanbe-planting en groenstroken. Alleen de grotere doorgaande wegen werden voorzien van symmetrische, dubbele rijen bomen. Binnen de wijk kwamen geen symmetrische straatprofielen voor, daar werden bomen aan één zijde van de straat geplant en zelden in een doorgaande rij. Hoewel de verschillende ruimten duidelijk onderscheiden werden, waren ze wel aan elkaar gekoppeld. De overgangen werden gemarkeerd door bestrating en beplanting, zoals die van de hoven van Jeruzalem aan de Lorentzlaan, waar aan de ene zijde drie berken zijn geplaatst, met daarachter, op de overgang naar de hof zelf, een esdoorn (Acer ps. Pl. Atropurpurea). De andere zijde van de straat staan groepen van zes bomen (esdoorns), die de lengterichting van de straat accentueren en tegelijkertijd een scherm vormen aan de kopse kanten van de dwarsstraten. Zo ontstaan afgescheiden, maar gekoppelde ruimten. De overgangen geven nooit lange doorzichten, maar zijn, op de hoofd-wegen na, getrapt. Ook in de detaillering van de beplanting is een getrapte opbouw te zien, van bijvoorbeeld grasstrook, border, haag, particuliere tuin, of gras-strook met bomen, haag, heesters, tuin. Om ruimten af te schermen of te geleden werden heesters in blokvorm gebruikt, zoals voor het cen-trale speel- en sportterrein, dat werd omgeven door blokvormige heesters, en het Robert Kochplantsoen, dat geheel bestond uit driehoekige blokken rododendrons met aan de straatzijden een haag van Ilex en daaromheen een grasstrook met linden (Tilia Euchlora). De groenstructuur is met name aan weerszijden van de Lorentzlaan en in de hoven in het oorspronkelijke ontwerp zeer goed uitgewerkt. Bin-nen de wijk kwamen geen symmetrische straatprofielen voor, de bomen werden aan één zijde van de straat geplant en zelden in een door-gaande rij. Hoewel de verschillende ruimten duidelijk onderscheiden werden, waren ze wel aan elkaar gekoppeld. De overgangen werden gemarkeerd door bestrating en beplanting. Zoals al eerder bij de monumentenstatus (hoofdstuk 2.2) aangegeven is met name de subtiele overgang van hoofdstructuur naar straatgroen naar hoven naar privégroen van belang. De ruimtebeleving over de diagonaal is zowel in de hoven als tussen de hoven zeer karakteristiek en effectief. Op strategische punten staan bomen die de verbinding naar de volgende ruimte maken. In alle straten tussen de hoven staan bomen in smalle woonstraten.

Page 23: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

23

Figuur: Bomenstructuur 1952

Page 24: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

24

De hoven zelf variëren in opzet: de hoven langs de Hugo de Vrieslaan zijn meer afgesloten, de hoven ten zuiden van de Lorentzlaan zijn wat opener. De inrichting van de hoven bestaat uit één basisontwerp uitgevoerd in een viertal subtiele varianten zoals hieronder schetsmatig weergegeven.

Figuur: inrichting binnenhoven type 1 tot en met 4

De variatie bestond met name uit de insnijding van het gebied met de verdeling gras, aanplant en paden en de hoeveelheid aangeplante bo-men. In de detaillering van de beplanting is een getrapte opbouw te zien, van bijvoorbeeld grasstrook, border, haag naar particuliere tuin. Om ruimten af te schermen of te geleden werden heesters in blokvorm gebruikt.

Page 25: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

25

Nu Naast het feit dat er veel ruimte van het groen is afgesnoept ten gunste van het autoverkeer is er ook veel in de beplanting zelf veranderd. Er zijn veel meer bomen geplant dan in het oorspronkelijke plan bedoeld was met name in de Lorentzlaan, in de centrale groenzone en in het Robert Kochplantsoen. Op de locatie van het grote speelveld zijn inmiddels tennisbanen aangelegd en ook daar zijn veel meer bomen geplant dan in de oorspronkelijke opzet was bedoeld. Oorspronkelijk lag het zwaartepunt van de boomstructuur nabij de kerk. Nu ligt het zwaartepunt rondom de locatie van de brede school. De oorspronkelijke, bijzondere groenstructuur is daardoor erg verwaterd. Ter illustratie: binnen een vergelijkbaar gebied stonden er in het oorspronkelijke plan - in 1964- circa 610 bomen, in 19 soorten en variaties. Thans staan er in een ver-gelijkbaar gebied circa 980 bomen in 55 soorten en variaties. Met name de veranderingen in de bomenstructuur hebben geleid tot een aantasting van de ruimtelijke kwaliteiten. In de hoven is de oorspron-kelijke inrichting voor een deel verdwenen en heeft er een ernstige vergroving van het beplantingssortiment plaatsgevonden. Ook de subtiele overgangen tussen semiopenbare hof en privétuinen zijn daardoor veelal verdwenen. Bovendien zijn op een aantal plaatsen schuttingen ge-komen in plaats van hagen en zijn bij de meeste voortuinen hagen vervangen door hekjes.

3.6 Centrale Ruimte

Toen In het oorspronkelijke ontwerp wordt het centrumgebied benadrukt door opgaande bomen. Het rechthoekige speelterrein naast de kerk wordt begrensd door heggen of heesters. Rondom de schoolgebouwen zijn, aan beide zijden van de Van ’t Hofflaan, plantsoenen met enkele bomen en hees-ters. De beplanting rondom het Willem Dreeshuis op de hoek van de Hugo de Vrieslaan en de Pieter Zeemanstraat is parkachtig (gras met enkele hees-ters). Het speelterrein aan de kant van de kerk is een bestraat rechthoekig terrein, met diverse verspreide klimrekken en aan de rand enkele bankjes. Het terrein wordt rondom afgescheiden van de openbare ruimte door lage heesters/ heggen, afgezet door een eenvoudig hekwerk van houten paaltjes met daartussen gespannen draad.

Page 26: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

26

Aan de andere kant van het speelterrein (zijde Van ’t Hofflaan), bevindt zich een zeer grote ronde zandbak. De wegen rondom het speelter-rein zijn voorzien van straatverlichting en aan de overzijde van de straat staan enkele bomen. Er was ook een groot grasveld. Met langs het veld een strook bestrating, met enkele bomen en bankjes die uitkijken op het veld. Daarachter is een halfhoog hekwerk van palen en gespan-nen draad, heesters en een lage heg. Vervolgens een fiets of voetpad met straatverlichting, een lage heg en een strook met heesters. De openbare ruimte rondom het centrumgebied en de openbare gebouwen wordt gekenmerkt door één boomsoort: Aescules Hippocastanum Plena (Witte Paardenkastanje). Nu In de groenstructuur van het centrale deel van de wijk zijn veel wijzigingen opgetreden. In de open ruimte van het middenge-bied zijn tennisbanen en een verhard trapveldje gerealiseerd. De structuur van rijweg en voetpaden is in de centrale ruimte weinig veranderd waarbij opgemerkt dat er groen opgeofferd is voor de aanleg van parkeervakken.

Page 27: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

27

3.7 Robert Kochplantsoen Toen Volgens de overlevering binnen heeft Warnau het Robert Kochplantsoen ontworpen, al was het ontwerp voor het plantsoen zoals het is uitge-voerd al gemaakt in 1950, vóór hij in dienst trad bij de Afdeling Stadsontwikkeling. In 1952 werd aangevangen met de aanleg van de plant-soenen en straatbeplanting. In 1953 waren de meeste plantsoenen gerealiseerd en bomen geplant. Alleen de kruising tussen het Robert Kochplantsoen en de Van ’t Hofflaan bleef nog tot halverwege de jaren ’50 braak liggen (tijdelijk voorzien van gras), totdat het definitieve ont-werp voor de kerk en de schoolgebouwen uitgevoerd was en het speel- en sportterrein tussen de Van ’t Hofflaan en de Oswaldstraat werd aangelegd. Het Robert Kochplantsoen bestond uit driehoekige blokken rododendrons met aan de straatzijden een haag van Ilex en daaromheen een grasstrook met linden (Tilia Euchlora). In 1955 werden de rododendrons van het Robert Kochplantsoen alweer uitgedund. Nu Het Robert Kochplantsoen is thans een min of meer zelfstandige eenheid in de groenstructuur. Het huidige plantsoen is erg dichtgegroeid. Het Ro-bert Kochplantsoen heeft 20 jaar geleden een herinrichting ondergaan waarbij vele bomen zijn bij geplant en de doorgegroeide heestervakken zorgen er nu voor dat de openheid van het plantsoen niet terug te zien is. Rondom het plantsoen zijn parkeerplaatsen (haaks in het plantsoen). De weg rondom het plantsoen is een tweerichtingsweg en voorzien van brede stoepen.

Figuur: Zicht op Robert Kochplantsoen vanaf Van ‘t Hofflaan

Page 28: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

28

3.8 Conclusie

De historische inrichtingsprincipes van de groenstructuur en de hoven dienen gekoesterd te worden om recht te doen aan de status van Jeru-zalem. Denk hierbij aan de opbouw, inrichting en aansluiting van de groenstructuur op de hoven. De overgangen naar de omliggende wegen, de spaarzame toepassing van bomen, het functionele gebruik van hagen en de gelaagdheid in de groenvakken zijn samengevat de te behou-den kwaliteiten van de groenstructuur. Ook het inrichten van de hoven als een berijdbaar voetgangersgebied als vroeg woonerf is als bijzon-der te benoemen. Om zeker te zijn dat deze historische bevindingen bij de uitvoering tot een bruikbaar en duurzaam resultaat zullen leiden wil het stadsdeel de verkregen inzichten vertaald zien met aandacht voor de huidige tijdsgeest. Een goede vertaling van de historische bevindingen uit de jaren ‘50 naar de huidige tijd vergt onder andere een zorgvuldige afstemming en goed overleg met alle betrokkene partijen, waaronder de bewoners.

Page 29: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

29

4 Visie en kaders De informatie in voorgaande hoofdstukken dient als achtergrondinformatie voor dit vierde hoofdstuk. In dit hoofdstuk wordt per deelgebied weergegeven wat de visie is voor dat gebied en wat de kaders zijn die worden meegegeven aan de ontwerpers van de verschillende gebie-den. Naast specifieke visies en kaders voor de deelgebieden bevat dit hoofdstuk ook een algemene visie met bijbehorende kaders en visies en kaders voor een aantal specifieke thema’s.

4.1 Algemene toelichting 4.1.1 Visie Openbare ruimte is een belangrijk onderdeel in de beleving van Jeruzalem. Niet voor niets wordt Jeruzalem als dorp in de stad aangeduid. Bewoners zijn zeer gesteld op het groen. De ambitie zoals voorgelegd in het Stedenbouwkundig Plan is het behouden én versterken van de openbare ruimte. Het kaderplan omarmt deze ambitie. Jeruzalem wordt duurzame, groene wijk met behoud van het monumentale deel en het karakteristieke en het zeer gewaardeerde tuindorpge-voel. De wijze waarop de overgangen van privé naar openbaar is vormgegeven is een belangrijke karakteristiek van het Tuindorp Frankendael. 4.1.2 Kaders

• Introductie van het nieuwe concept voor de centrale ruimte zoals omschreven in het Stedenbouwkundig Plan (“het groene kruis”), door-gaande routes tussen de verschillende groen onderdelen van het plan en kwalitatief sterke vorm en gebruik van de openbare ruimte;

• Ontwerpers dienen bijzondere aandacht te schenken aan de aansluitingen van de openbare ruimte bij de gebouwen;

• De inrichting, materiaalkeuze en kleurgebruik van het openbaar gebied in Jeruzalem zijn sober en terughoudend. Zo ook het bestrating-materiaal. In principe wordt de openbare ruimte in Jeruzalem ingericht volgens het HIOR. Dit betekent de toepassing van grijze, betonnen stoeptegels en gebakken klinkers op de rijbaan en in de parkeervakken.

• Naast het HIOR dienen ontwerpers tevens de principes voor de situering van leidingen, afvalbakken, drempels, materiaalgebruik en aan-sluitingen zoals in dit kaderplan opgenomen in acht te nemen.

• In héél Jeruzalem zal de 1924 mast (tulpmast) met Holbein armatuur worden toegepast. Met de Dienst Infrastructuur Verveer en Verlich-ting (dIVV) van de gemeente Amsterdam is hier in februari 2011 overeenstemming mee bereikt. Vanwege de duurzaamheiddoelstellingen verdient de energiezuinigheid en duurzaamheid van de verlichting bijzondere aandacht.

Page 30: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

30

• Daar waar nodig en ruimtelijk mogelijk, worden fietsenrekken of fietsnietjes geplaatst voor bezoekers. Gangbaar is om fietsbeugels te plaatsen bij woningen (lang parkeren) en de fietsnietjes bij de voorzieningen (kort parkeren).

• De ondergrondse afvalcontainers worden geplaatst volgens het HIOR. De afvalcontainers staan bij voorkeur niet in zicht- en looplijnen en zo veel mogelijk gekoppeld aan massa en niet in de vrije ruimte. Ze staan zo veel mogelijk in de trottoirs en niet in het groen. Gezien de bijzondere open verkaveling en de historische waarde van het Tuindorp Jeruzalem is het niet mogelijk om overal aan de gewenste maxi-male loopafstanden te voldoen. Op een aantal plaatsen zijn deze afstanden groter dan in het HIOR genoemd.

De plankaart op de volgende bladzijde verenigt de kaders in één beeld.

Page 31: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

31

Page 32: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

32

4.2 Ruimtelijke opbouw/verkaveling 4.2.1 Monumentaal deel van de wijk (blokken A t/m F) Omgeving inclusief binnenhoven van de bouwblokken A tot en met F, de dubbele H-school en de nieuw gebouwde Brede school Jeruzalem vormen samen het monumentale deel van de wijk.

Figuur: locatie monumentaal gedeelte Jeruzalem

4.2.1.1 Visie De waarde van het monumentale deel rechtvaardigt de ambitie om bij de inrichting van de openbare ruimte de oorspronkelijke, experimentele uitgangspunten terug te laten komen in de nieuwe ontwerpen. De binnenhoven zijn in oorsprong ingericht als een collectieve buitenruimte, een ontmoetingsplek voor de bewoners. De ruimtelijke kwaliteiten zijn bij de herinrichting van de hoven gebaseerd op de oorspronkelijke uitgangspunten van Mien Ruys (schuine lijnen, schuine paden, een grote open ruimte en een beschutte kleine plek, gevarieerde beplanting en selectieve toepassing van specifieke bomen). Het terugbrengen van het experiment met het toepassen van een inrichting die later bekend werd als woonerf. Het terugbrengen van het oorspronkelijke bo-

Page 33: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

33

menplan als hoofdstructuur in dit deel van de wijk.. In het groen wordt de beleving van de seizoenen versterkt door grote groepen bollen in het gras aan te planten, zoals botanische narcissen, boerenkrokus en sneeuwroem. De hagen in voor –en achtertuinen grenzend aan de hoven zijn beeldbepalend als overgang naar de woningen en tuinen. Aanvullend inrichtingsmeubilair niet wenselijk en verplaatsing van reeds aan-wezig meubilair waar mogelijk. 4.2.1.2 Kaders

• Hoven behouden een tuinachtig karakter met heesters, vaste planten en sierbomen

• Toepassen van een ritmische afwisseling tussen de verschillende hoven.

• Eenduidige overgangen tussen openbare ruimte, hoven en privétuinen

• Ruimtelijke organisatie over de diagonaal, waardoor een optimale ruimtebeleving ontstaat.

• Beschutte zit- en of speelplekken aan de noordzijde (ochtend- en middagzon) van het hof, met uitzondering van hof F waar de speel-voorziening aan de zijde van de school ligt. Bovendien een bank op de avondzon, aan de zuidzijde van het hof.

• Ruimtelijke afscheiding door middel van heesterbeplanting bij de entrees van de hoven

• Toepassing van kleine bomen, met sierwaarde, aan de zuidzijde van het hof. Uitzondering hierop vormen de hoven D en E waar res-pectievelijk acacia’s en berken worden toegepast in grotere aantallen dan in de overige hoven.

• Voor alle hoven geldt dat de scheiding tussen privé en openbaar duidelijk en eenduidig zichtbaar moet zijn.

• In de uitwerking van de inrichting dient gezocht te worden naar een voetgangersvriendelijke inrichting van de straten in de binnenho-ven, waarin rijdende en geparkeerde auto’s onnadrukkelijk zijn ingepast.

• Tevens moet onderzocht worden of, en zo ja in welke vorm, de oorspronkelijk, verlaagd doorgezette voetpadstructuur door het gebruik van tegels in de rijbaan bij de entrees van de hoven weer teruggebracht kunnen worden

• Geen toepassing van fietsrekken.

• In de hoven A t/m F dienen meerdere afvalcontainers uit de hoven verplaatst te worden naar de entrees, vergelijkbaar met de positie van de containers in hof D.

Page 34: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

34

4.2.2 Blokken G en H

Figuur: locatie blokken G en H

4.2.2.1 Visie De hoven G en H zijn een eigentijdse interpretatie van de hoven A – F en daarmee vrijwel gelijk aan de oorspronkelijke opzet, alleen de maat-voering is anders. Omdat de nieuwe woningen dieper zijn dan de oorspronkelijke woningen is de totale maat van de hoven smaller. Dit bete-kent dat de voortuinen minder diep zijn en het middengebied smaller is. 4.2.2.2 Kaders

• De inrichting van de hoven G en H moet plaats vinden binnen de kaders van blokken A –F met uitgangspunten als schuine lijnen, schuine paden, een grote open ruimte en een beschutte kleine plek, gevarieerde beplanting en selectieve toepassing van specifieke bomen maar kan eigentijds worden vormgegeven, passend bij de nieuwe architectuur.

• Voor alle hoven geldt dat de scheiding tussen privé en openbaar duidelijk en eenduidig zichtbaar moet zijn 4.2.3 Blokken J, K en L De blokken J, K en L zijn gelegen in de zuid-west hoek van de wijk Jeruzalem. Hier komen 3 vergelijkbare hoven met langs de noordwestzijde grondgebonden woningen en aan de zuidoostzijde appartementengebouwen. Onder de grondgebonden woningen ligt de parkeergarage be-doeld voor bewoners van de blokken. Over de parkeergarage liggen op een dek, de privé buitenruimten/tuinen van de grondgebonden wonin-gen.

Page 35: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

35

Figuur: locatie J, K en L

4.2.3.1 Visie In de nieuwe situatie kenmerken de binnenhoven van de blokken J, K en L zich door een sterk collectief karakter. De relatie met het openbaar gebied is minder sterk aanwezig dan in de andere hoven. Met name de gekozen parkeeroplossing, met inpandig halfverdiept parkeren onder een dek, maakt de ruimtebeleving van het hof anders. Ook is de relatie met het openbaar gebied veel minder sterk aanwezig. In het ontwerp is bijzondere aandacht besteed aan de overgang tussen de privétuinen en het middengebied. Er is een vloeiende overgang tussen privé en openbaar en hoge erfafscheidingen worden voorkomen. Het toe te passen meubilair en de eventueel te plaatsen zitelemen-ten, worden in samenhang met het ontwerp voor de binnenhoven bepaald. De inrichtingselementen moeten het collectieve karakter van de hoven versterken en uitnodigen tot gebruik. De stoepenzone langs de blokken J, K en L zijn een nieuw element in Jeruzalem. Om dit aspect te versterken en om het privékarakter aan te geven kan deze zone afwijken van de tegelverharding. De uitwerking wordt samen met de architect van de woningen bepaald in een geïnte-greerd plan voor deze overgangszone. 4.2.3.2 Kaders

• Voor deze hoven J, K en L geldt een grotere mate van vrijheid bij de inrichting. Wel gelden hierbij de uitgangspunten van Mien Ruys, als het gaat om getrapte overgangen privé/openbaar, een sterke ruimte beleving over de diagonaal en een toepassing van schilderachtige beplanting.

• De opgave aan de ontwerpers is om, ondanks de wat andere stedenbouwkundige structuur van deze drie hoven, toch te zoeken naar sa-menhang met het geheel door vorm, materiaalgebruik en ontwerpprincipes voor de relatie tussen bouwblok en openbare ruimte.

• Voor alle hoven geldt dat de scheiding tussen privé en openbaar duidelijk en eenduidig zichtbaar moet zijn.

Page 36: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

36

4.2.4 Blokken M, N en I

Blokken M, N en I zijn grote nieuwe gebouwen in en aan de centrale ruimte.

Figuur: locatie M, N en I

4.2.4.1 Visie

In de opzet van Jeruzalem staan de grote gebouwen vrij in de ruimte, maar is een scala van middelen beschikbaar en in de bestaande situatie reeds toegepast om de overgang tussen gebouw en (groene) ruimte op een goede manier vorm te geven. Het behoort tot de opdracht aan de architect van een individueel gebouw, eventueel in samenspraak met de ontwerper van de binnenruimte, om een adequate oplossing te bie-den. Het gaat daarbij om dat helderheid wordt geboden over de relatie van het gebouw tot het maaiveld. Ongewenst is, dat er een ‘geprivati-seerde zone’ ontstaat aan de openbare zijde, maar het kan wel gewenst zijn een overgang te ontwerpen, afhankelijk van de specifieke vorm en functie van het gebouw. Blokken M, N en I hebben een bijzondere positie ten opzichte van de hoven. Ook in de inrichting van de openbare ruimte komt dit in de nieu-we situatie sterk naar voren De gebouwen staan direct op het maaiveld, zonder een gelaagde overgang met beplanting of andere bouwkundi-ge elementen. De binnenhoven van blokken M en I zijn in het nieuwe ontwerp groen en zo ingericht dat zij het collectieve karakter van de hoven versterken en uitnodigen tot gebruik. Het toe te passen meubilair en de eventueel te plaatsen zitelementen, worden in samenhang met het ontwerp voor de binnenhoven bepaald. De binnenhoven zijn particulier eigendom en hebben een semiopenbaar karakter. Overdag zijn de hoven openbaar toegankelijk, ’s avonds kunnen de hoven eventueel worden afgesloten. Het binnenhof van blok I betreft een tuin op de volle grond, de binnen-

Page 37: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

37

tuin van blok M ligt op een gebouwde parkeervoorziening. Voor beide hoven geldt een grote mate van vrijheid bij de inrichting. Wel moeten de binnenhoven een groen karakter krijgen en moet het collectieve gebruik van het hof gestimuleerd worden en uitgangspunt zijn bij het ontwerp. 4.2.4.2 Kaders

• De gebouwen hebben een strakke overgang naar het omliggende groen en/of verharding

• Voor alle hoven geldt dat de scheiding tussen privé en openbaar duidelijk en eenduidig zichtbaar moet zijn.

• Het bestratingsmateriaal van de binnenhoven I en M mag afwijken van het basismateriaal.

4.3 Groenstructuur/beplanting

De groenstructuur is in het Stedenbouwkundig Plan opgenomen als een bepa-lende laag in het plan. Het verbinden van het Robert Kochplantsoen met het vergrote middengebied en de uitbreiding richting park Frankendaal legt de basis voor de versterking. Hierdoor is een aanzienlijke uitbreiding van het openbare groenvolume gerealiseerd.De structuur van de bomen is in 1952 in nauwe samenhang met de bebouwing en de groenstructuur van de wijk ont-worpen. Bijna zestig jaar later is een deel van deze structuur nog enigszins te herkennen. Er staan veel meer bomen dan in het oorspronkelijke plan, het aantal soorten is flink uitgebreid en het sobere karakter van het bomenplan is erg veranderd. Tegelijkertijd zijn er veel fraaie bomen gekomen met individuele kwaliteiten. Gezocht moet wor-den naar een balans tussen de oorspronkelijke opzet, de huidige situatie en de toe-komst.

De uitwerking van de groenstructuur draagt bij aan het behouden van het groene, boomrijke karakter van de wijk. Bij het ontwerpen van het groen en de keuze van de beplanting dient de groenwaarde waar mogelijk verbetert te worden en dient rekening gehouden te worden met de ecologie. De toepassing van hagen, heesters en struiken aangevuld met kleinere boomsoorten zijn een geschikte verblijfplaats voor de aan-wezige vogelsoorten, waaronder huismussen. Kleine zoogdieren (knaagdieren) zoals muizen en egels vinden de gelaagdheid in groenop-bouw prettig als schuilplaats. Verder is het realiseren van een groene verbinding, binnen de mogelijkheden van het plan, een goede stap. Hiermee wordt een groene, ecologische verbinding gemaakt tussen park Frankendael en de Nieuwe Ooster. Zie verder Natuurtoets Jeruza-lem d.d. Januari 2011

Page 38: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

38

4.3.1 Visie Als visie voor de bomenstructuur is een eindbeeld opgesteld (zie de plattegrond).

De visie voor de boomstructuur is gebaseerd op de volgende uitgangspunten;

• Het omvormen naar het oorspronkelijk boomontwerp voor de gehele wijk is geen doel op zich.

• Een deel van de hoofdboomstructuur is van een ander soort als het ontwerp (1952) aangeeft. De soorten zijn echter voor een groot deel eerste aanplant en staan daarmee niet ter discussie.

• Voor het monumentale deel van de wijk is de visie om het oorspronkelijke bomenplan te realiseren. Dit betekent dat het aantal bomen vermindert wordt. Aangezien de wijk anno 2011 juist bekend staat als een groene, boomrijke wijk wordt de toenmalige visie enkel daar toegepast waar het historisch relevant is. In overleg met de woningcorporaties zullen veel van de bomen uit de tuinen verwijdert wor-den. Ook houdt dit dat de Zweedse lijsterbessen (Sorbus Intermedia) als laanbeplanting in de Pieter Zeemanlaan verdwijnen.

• De bomenbalans, zoals vastgelegd in het Stedenbouwkundig Plan Jeruzalem blijft van kracht binnen de grenzen van de wijk.

• Het parkachtige middengebied biedt ruimte voor extra boomaanplant en er kan aan laanbomen gedacht worden langs de Glauberweg.

• Idealiter worden zieke en slechte bomen gerooid en vervangen door gezonde bomen volgens het eindbeeld.

• Diverse bomen die op de locatie van toekomstige bebouwing staan of in toekomstige paden worden verwijderd. Hierbij geldt dat bij de uitvoering zorgvuldig in het werk bekeken moet worden welke bomen daadwerkelijk in de weg staan en welke bomen behouden kun-nen worden. Er zijn bomen die wel op de juiste plek staan maar zijn idealiter van een andere soort. Ook deze bomen blijven staan tot-dat ze aan vervanging toe zijn.

• Bij vervanging van bomen wordt altijd een afweging gemaakt of het te planten boomtype past binnen de omliggende bomen. Voorko-men moet worden dat er een mengelmoes van soorten ontstaat. Pas wanneer een groep bomen aan vervanging toe is, kan worden gekozen voor het oorspronkelijke type boom zoals opgenomen in het eindbeeld.

Page 39: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

39

Figuur: Eindbeeld bomenstructuur

Page 40: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

40

• Voor alle gezonde, te verwijderen bomen geldt dat bij uitvoering van het werk bekeken moet worden of het technisch en financieel haalbaar is de boom te verplanten.

• Rondom de nieuwe brede school worden enkele bomen gerooid om meer licht en lucht te krijgen en om een goede inrichting van het plein mogelijk te maken. Bij de aanleg van de centrale parkzone wordt een groot aantal bomen bij geplant. Dit is gewenst vanuit de ruimtelijke compositie maar ook om een gevarieerde leeftijdsopbouw mogelijk te maken.

• Rondom het Robert Kochplantsoen wordt nader onderzocht of enkele van de grote lindes langs het rijbanen behouden kunnen blijven. Een ander deel van de bomen is vitaal en individueel waardevol, maar vanuit de totale compositie echter niet gewenst.

4.3.2 Kaders

• Aan de randen van de wijk staan stevige, zware soorten (linde, kastanje, plataan). Deze lanen vormen een helder kader rond de wijk.

• In de centrale parkzone staan bomen solitair en in groepen, los gestrooid in het gras. Nieuw te planten bomen zijn licht en transparant, bijvoorbeeld valse christusdoorn, acacia of hemelboom.

• Het Robert Kochplantsoen wordt omkaderd door lindes. In het plantsoen zelf staan hoofdzakelijk berken.

• Langs de Lorentzlaan staan groepen berken, groepen esdoorn en kleine solitaire sierbomen.

• In de min of meer noord-zuid gerichte straten worden smalle beplantingsstroken gerealiseerd met verspreid staande, kleine bomen. Daar waar het profiel te smal is zijn er kleine bomen hier en daar tussen, en op de koppen van de parkeervakken gedacht.

• Op de overgang tussen deze woonstraatjes en de hoven staan de karakteristieke solitaire bomen. In de hoven zelf staan los gestrooi-de sierbomen (sierkers, appel, beverboom). In de hoven D en F worden de kenmerkende berken en acacias weer aangeplant.

• Uitgangspunt is een stevige groeninrichting in de hof en een terughoudend gebruik van bomen op privégebied.

Page 41: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

41

4.4 Centrale Ruimte De centrale ruimte is de openbare ruimte in het hart van Jeruzalem. Een groot gedeelte van de centrale ruimte is bedoeld voor een school-plein voor de nieuwe brede school zijn. Het schoolplein is buiten schooluren openbaar toegankelijk en heeft daarmee een belangrijke buurt-functie. Ook de rest van de centrale ruimte is bestemd voor gebruik door buurtbewoners en omvat de “groene vingers” omliggend groen en voorzieningen. 4.4.1 Visie De visie voor de centrale ruimte is een (groen) centrum voor de wijk. Het is meer dan alleen een schoolplein. Het is een ruimte waar wat te doen is en te zien valt voor jong en oud. Een inrichting die recht doet aan het collectieve, open karakter van de wijk.

Figuur: Ontwerp Centrale Ruimte Figuur: sfeerimpressie Centrale Ruimte

Na de vernieuwing zal de centrale ruimte van Jeruzalem de omliggende groene gebieden (park Frankendael, het Darinwplantsoen, via het Robert Kochplantsoen (zie 4.7) naar De Nieuwe Oosterbegraafplaats) met elkaar én Jeruzalem verbinden. Ook het winkelcentrum aan het Christiaan Huygensplein wordt door de centrale ruimte als het ware verbonden aan de wijk. De centrale ruimte en de verbindingen met de parken rondom het tuindorp zijn zeer belangrijk voor Jeruzalem. Het zijn de verbindende groene elementen van de wijk

Page 42: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

42

Figuur: groene verbinding met omgeving

De vormgeving is eigentijds maar doet tevens recht aan het sobere karakter van de oorspronkelijke inrichting. De centrale ruimte heeft een groene, ontspannen inrichting, sober, en vooral ruimtelijk. In de centrale ruimte zijn geen afgesloten plekken, maar vooral gras met bomen.

Page 43: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

43

4.4.2 Kaders

• Binnen de centrale ruimte wordt voorrang gegeven aan een eigentijds vormgeving en materiaalgebruik, passend bij de nieuwe functie en wijkt daarom op een aantal punten af van het HIOR.

• Om de moderne vormgeving te accentueren bestaat de verharding hier uit glad, zwart asfalt zonder afstrooilaag. Op het schoolplein vindt een verbijzondering plaats van de verharding, waardoor de speelmogelijkheden worden vergroot.

• Bij de beplantingskeuze en de positionering van de beplanting wordt voor een groot deel teruggegrepen op het oorspronkelijke beplantingsplan uit 1952 zelf en op de daarbij gehanteerde inrichtingsprincipes. Dit geldt vooral voor de openbare groenstructuur langs de Lorentzlaan en langs de bebouwing aan de centrale park-zone.

• Het centrale plein verlicht door middel van neutrale, hoge pleinmasten met spots in verschillende richtingen (zie afbeelding).

• Overige verlichting middels (zie afbeelding rechtsonder)

• Toepassing van houten zitbank Canapé

• Toepassing van cirkelvormige zitelementen met een eigentijds karakter, die het ontwerpconcept versterken.

• Op het centrale plein en langs de school worden speciale rekken (Erdirek 75 FP) geplaatst waar zowel kinderfietsen als volwassen fietsen in passen.

• Tevens is nabij de fietsenstalling van de school een opstelruimte voor bakfietsen gereserveerd. Deze plek wordt gemarkeerd door een symbool in de verharding. Ook bij de dubbele H-school wordt een opstelruimte voor bakfietsen aangegeven

• Het zicht op de belangrijkste (semi) openbare gebouwen blijft behouden.

• De lange zichtlijn naar de kerk, parallel aan de Van ’ t Hofflaan, blijft zo open moge-lijk.

• Verticale objecten moeten zoveel mogelijk aan de zijde van de brede school en de Pieter Zeemanschool worden geconcentreerd.

• De samenhang tussen de verschillende onderdelen in en rond de centrale ruimte wordt door de inrichting versterkt.

Page 44: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

44

4.5 Robert Kochplantsoen Het Robert Kochplantsoen is gelegen tussen de Nieuwe Ooster Begraafplaats en de toekomstige centrale ruimte. Het toekomstige blok M grenst aan het Robert Kochplantsoen, de overige aangrenzende bebouwing blijft ongewijzigd.

4.5.1 Visie

Het Robert Kochplantsoen maakt onderdeel uit van de centrale parkzone. Voorgesteld wordt om het ontwerp van Hans Warnau te transforme-ren naar een inrichting die beter aansluit bij de rest van de parkzone. De ontwerper dient het plantsoen te laten aan sluiten bij de rest van Je-ruzalem, maar met behoud van de specifieke kwaliteiten van het ontwerp van Warnau..

Het karakter van het plantsoen blijft door het behoud van de rododendrons en de vele fraaie berken enigzins afwijken van het open, ruimtelijke beeld van het middengebied. Het padenstelsel sluit wel aan bij de rest van het park. Op de beide koppen liggen kleine pleinachtige ruimtes. Door beide kopeinden van het park te openen ontstaat een sterke ruimtelijke relatie met de omgeving en de rest van het park. De nieuwe pa-denstructuur zorgt voor zichtlijnen waarmee ook de relatie tussen de begraafplaats en de wijk versterkt wordt.

Figuur: Het Robert Kochplantsoen in 1964, 2010 en visie

Page 45: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

45

4.5.2 Kaders

• De heesterbeplanting in het Robert Kochplantsoen is een transformatie van het oorspronkelijke plan van Hans Warnau.

• In het ontwerp moet een betere ruimtelijke relatie met de entree van de Nieuwe Ooster begraafplaats worden vormgegeven.

• Bij de nadere uitwerking van het Robert Kochplantsoen moet tevens onderzocht worden de grote lindes langs de rand van het plantsoen te behouden in het ontwerp.

• De parkeer mogelijkheden rondom het Robert Kochplantsoen zijn van groot belang. Naast de parkeerbalans voor de gehele wijk zijn de parkeerplaatsen om het R. Kochplantsoen van belang als parkeerfunctie voor de nieuwe Ooster zowel als voor de bijzondere diensten welke met regelmaat plaatsvinden in de nabij gelegen Koningskerk van de Evangelische Broedergemeente. In de nadere uitwerking dient het aantal parkeerplaatsen gehandhaafd te blijven.

• Toepassing van diagonale padenstructuur waarbij zitelementen met een eigentijds karakter, die het ontwerpconcept versterken.

• Rijwegen aan weerszijde van het plantsoen worden éénrichtingswegen.

4.6 Ontwerpprincipes Over het algemeen gelden de inrichtingsprincipes van het HIOR. Er zijn voor een aantal specifieke onderdelen van Jeruzalem principes opge-steld die enigszins af kunnen wijken om zo goed mogelijk te kunnen passen in de cultuurhistorische omgeving. Deze principes worden hier-onder kort toegelicht. 4.6.1 Ontwerpprincipe 1 De (wandel)paden in de centrale ruimte (inclusief Robert Kochplantsoen) worden uitgevoerd in asfalt .

Page 46: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

46

Page 47: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

47

4.6.2 Ontwerpprincipe 2 De inrichting van het trottoir en de wegen in de binnenhoven wordt uitgevoerd volgens onderstaand profiel.

Bovenstaand profiel voor de hoven is conform het Stedenbouwkundig Plan. Echter indien blijkt dat de toenmalige experimentele oplossing voor het autoverkeer in de hoven haalbaar is, dit houdt in dat de rijbaan wordt ingericht als een berijdbaar voetpad, worden de hoven ingericht conform dit toenmalige principe. Het aantal parkeerplaatsen in de hoven wordt nader bepaald.

Page 48: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

48

4.6.3 Ontwerpprincipe 3 De noord-zuid straten worden ingericht conform onderstaand profielen.

4.6.4 Ontwerpprincipe 4 4.6.5 Ontwerpprincipe 5

Page 49: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

49

Page 50: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

50

4.6.6 Ontwerpprincipe 3

Page 51: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

51

4.6.7 Ontwerpprincipe 4 Zoals uit dit figuur blijkt, wordt de entree van de hoven uitgevoerd met “stoeptegels”. Door het doortrekken van de stoeptegels wordt een visu-ele drempel gecreëerd.

Page 52: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

52

4.6.8 Ontwerpprincipe 3 Het Robert Kochplantsoen wordt uitgevoerd conform onderstaand profiel.

Page 53: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

53

5 Beheer

In een open verkaveling zoals Tuindorp Frankendael, met meerdere eigenaren en semi-openbare gebieden is het van belang dat er duidelijk-heid is over wie verantwoordelijk is voor welk beheer. Een voorstel hiervoor is weergeven op onderstaand figuur. Het voorstel is gebaseerd op eigendomsverhoudingen en slagingskansen.

Figuur: voorstel verantwoordelijkheden voor beheer

Page 54: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

54

Om na realisatie de gerealiseerde delen van de wijk over te kunnen dragen aan dagelijks beheer wordt per deelplan overleg gevoerd ten aan-zien van keuzes, beheerbaarheid en areaal aanpassingen. Bij de toekomstige herinrichting van de monumentale hoven dient rekening te worden gehouden met een meer bijzondere plant en boomkeu-ze die mogelijk boven het basisbeheer liggen. Afstemming is hierover gewenst. Brede school: De brede school gaat gebruik maken van de openbare ruimte als speelplaats voor de leerlingen. Met een vertegenwoordiging van de Brede school zullen beheerafspraken gemaakt worden. De basis hiervoor is bepaald in het Stedenbouwkundig Plan. Hierin staat be-schreven dat de brede school gebruik mag maken van de openbare ruimte als speelplaats tijdens schooluren. Tennisbaan: Aanvullend aan het Stedenbouwkundig Plan is bepaald dat één tennisbaan in het nieuwe ontwerp opgenomen dient te worden in het centrale deel van de wijk. Ook voor het gebruik van de tennisbaan dienen gebruiks –en beheerafspraken gemaakt te worden.

Page 55: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

55

6 Fasering De fasering van de herinrichting van de openbare ruimte wordt afgestemd op de planning van de renovatie en nieuwbouw van de gebouwen.

Figuur: fasering realisatie

Page 56: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

56

6.1 Fase 0 (2010-2011) Vanwege de ingebruikname van de brede school eind 2011 heeft de aanleg van het centrale middenplein en de omgeving van de brede school de hoogste prioriteit. Om de school goed en veilig te kunnen bereiken worden in deze fase het korte deel van de Pieter Zeemanlaan en een deel van de Van t Hofflaan ook opnieuw ingericht.’ Omdat in fase 0 enkele parkeerplaatsen komen te vervallen is gekozen de geplande parkeerplaatsen langs de Hugo de Vrieslaan te realise-ren zodat de balans positief blijft. Veilige kruisingen: Aanvullend aan het project zullen enkele (fiets) oversteken naar de wijk aangepast worden.

6.2 Fase 1 In fase 1 wordt een groot deel van het middengebied heringericht, inclusief het Robert Kochplantsoen. Na voltooiing van fase 1 is een groot deel van de centrale parkzone gereed

6.3 Fase 2 Fase 2 behelst de aanleg van openbare ruimte rondom de bouwblokken N, G en H.

6.4 Fase 3

Fase 3 behelst de aanleg van de openbare ruimte rondom de bouwblokken J, K en L.

6.5 Fase 4

Fase 4 behelst de aanleg van de openbare ruimte in en rondom de monumentale hoven A tot en met F. Omdat het vastgoed binnen deze fase in bezit is van twee corporaties kan de aanpak opgedeeld worden. De exacte planning wordt gedurende de uitvoering van het project bekend gemaakt.

Page 57: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

57

7 Participatie Zorgvuldige communicatie en participatie is van groot belang gebleken bij de eerdere planvorming rondom Jeruzalem. Alle betrokken partijen onderschrijven dit belang. Communicatie en participatie dragen bij aan creëren van draagvlak bij bewoners en betrokkenen van de wijk. Ie-dereen die begaan is met de wijk, krijgt ruimte om bij te dragen aan de vernieuwing.

Net als bij het tot stand komen van het Stedenbouwkundig Plan is ook in het planproces van het kaderplan grote waarde toegekend aan de inbreng van bewoners. Bij het uitwerken van de plannen voor de openbare ruimte van de verschillende fasen blijft participatie van groot be-lang. Ontwerpers dienen bewoners en andere belanghebbenden vroegtijdig bij het proces te betrekken. Door belangstellenden binnen kaders ruimte te geven mee te denken aan de ontwerpen voor de openbare ruimte blijft het draagvlak behouden. Zowel intern als extern is er aandacht voor het project Jeruzalem. Bewoners worden regelmatig op de hoogte gehouden door informatie-avonden. In het informatiecentrum Jeruzalem houden de betrokken partijen wekelijks een spreekuur voor alle vragen van de bewoners. Ver-der kunnen bewoners en andere belangstellenden alle documenten/rapporten over Jeruzalem op de website van het stadsdeel terugvinden. Collega’s worden zoveel mogelijk door vergaderingen/bijeenkomsten op de hoogte gehouden van alle werkzaamheden binnen Jeruzalem.

Page 58: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

58

8 Tot slot

Met het Kaderplan ligt de basis voor de verdere uitwerking van de ontwerpen voor de openbare ruimte vast. Ontwerpers en andere betrokke-nen bij de planuitwerking kunnen hierin hun kaders en inspiratie vinden. In het Kaderplan is getracht om vanuit de vaste uitgangspunten, via de visie met ambities en streefbeelden te komen tot vaste kaders.

Figuur: Kaderplan Openbare Ruimte Jeruzalem, juli ’11

Page 59: Kaderplan openbare ruimte Jeruzalem juli 2011 (PDF, 9.5 MB)

59

Bijlagen

• Aanwijzingsbesluit

• Onderzoek VU, ontwerp en aanleg van de hoofdgroenstructuur van Tuindorp Frankendael

• Advies supervisieteam Jeruzalem