Ferry Pereboom Angelique Kansouh

Oktober 2011

Kaderjournaal

Platform SOR

De AC Rijksvakbonden zijn een initiatief van NCF, Juvox, VPW en VCPS

Kaderjournaal Platform SOR Oktober 2011 2

Inhoudsopgave

0. Voorwoord…………………………………………..…….…..…….…..…….… 3

1. Hervatting CAO overleg…………………..…………..……………..……… 4

2. Afscheid van de levensloopregeling.……...……………..……………. 5

3. Spaarloonregeling stopt per 1 januari 2012….…………..….. …… 5

4. Nieuwe ‘baby’ wordt de vitaliteitsregeling….…………..…..…….. 7

5. Compensatieregeling arbeidsongeschikten gecontinueerd?.. 7

6. Bijverdienen naast pensioensuitkering ……………..……...…...... 7

7. Het fel bediscussieerde pensioenakkoord in het kort.…………. 8

8. En nog meer pensioen..…………………………………………..…….……. 9

9. Onderzoek positie van de bedrijfsarts in de marktsector…….. 10

10. Wist u dat? …………………………………………..…….…..……………….. 11

Kaderjournaal Platform SOR Oktober 2011 3

0

Voorwoord

Noteer alvast in de agenda: Oktober/november/december: Bijeenkomsten “Pensioenen onder een vergrootglas” georganiseerd door het Ambtenarencentrum.

Wil je weten: ‘hoe wordt pensioen gefinancierd, wat zijn de risico’s bij pensioenen, wat zijn de gevolgen bij veranderingen in je werk- of privé-situatie zoals arbeidsongeschiktheid of scheiding?” Meld je dan aan voor 1 van de pensioenavonden bij het Ambtenarencentrum. Zie info www.ambtenarencentrum.nl. In dit nummer verder aandacht voor o.a. de CAO en het fel bediscussieerde pensioenakkoord. Ook willen we jullie wijzen op de Regeling compensatie medewerkers met een arbeidsongeschiktheidspercentage van minder dan 35%. Deze loopt namelijk af op 31-12-2011. Hoe gaat dit verder? Verder in dit nummer aandacht voor enkele onderwerpen uit het Belastingplan 2012 van het kabinet. Hierin staan namelijk maatregelen aangekondigd over de levensloopregeling, spaarregeling en het nieuwe vitaliteitspakket. Kort gaan we hierop in.

We wensen jullie veel leesplezier. En suggesties voor en/of opmerkingen op de Kaderbrief zijn uiteraard altijd zeer welkom. Angelique Kansouh

Kaderjournaal Platform SOR Oktober 2011 4

1

Hervatting CAO overleg

De CAO-onderhandelingen 2011 lijken muurvast te zitten. Vanaf februari 2011 hebben de bonden laten weten niet verder te willen onderhandelen over de CAO, aangezien het niet lukt om op de 2 belangrijkste punten overeenstemming te bereiken: loonsverhoging en een garantie dat niemand ontslagen wordt als gevolg van de bezuinigingen. BZK stelde voor om de CAO-onderhandelingen te hervatten. Zij waren bereid om te bewegen op onze eis van geen gedwongen ontslagen, indien wij bereid waren te bewegen op hun looneis. De vraag was daarom: moeten we de CAO onderhandelingen hervatten?

Deze vraag werd door de overgrote meerderheid van de aanwezige kaderleden op 16 september jl. positief beantwoord (zie ook het kaderverslag van deze dag op www.rijksvakbonden.nl). Het belang van dit overleg zit met name in een goed Sociaal Flankerend Beleid. Indien de werkgever bereid zou zijn om een goed Sociaal Flankerend Beleid af te spreken, inclusief de garantie dat niemand gedwongen ontslagen zou worden, dan waren de rijksvakbonden bereid om de looneis te verlagen.

Het overleg Eind september spraken de bonden met de werkgever, Binnenlandse Zaken, over hervatting van de CAO-onderhandelingen. Tijdens dit overleg, kregen de bonden op enig moment de indruk dat het mogelijk zou kunnen zijn om een afspraak te maken over een sluitende aanpak die in de praktijk zou leiden tot bezuinigingen zonder ontslagen, in combinatie met de mogelijkheid van een salarisverhoging “tussen 0 en 1%, niet zijnde 0”. Gelijk dezelfde avond is hierover informeel verder gesproken.

Uitkomst van informeel overleg De conclusie na grondig onderzoek van alle mogelijkheden was helaas: het wordt niets. De werkgever biedt niet een écht sluitende aanpak zonder gedwongen ontslagen en in alle scenario's blijft de loonparagraaf 0, tenzij we bestaande arbeidsvoorwaarden verslechteren. Er mag geen algemene of structurele salarisverhoging komen. Hoe moet dit nu verder? De werkgever heeft te weinig geboden om tot resultaat te kunnen komen. De rijksvakbonden gaan een ledenpoll houden. Deze ledenpoll staat eind deze week op onze site www.rijksvakbonden.nl. Iedereen kan hierop zijn stem uitbrengen. Met de uitkomsten van de ledenpoll en de kaderdag, beslissen de Rijksvakbonden wat de beste strategie is. Indien we weten wat onze leden willen, kunnen we ook goed inschatten hoe we dit het beste kunnen bereiken. De Abvakabo heeft al een besluit genomen. Zij gaan begin november actie voeren. En het Sociaal Flankerend Beleid (SFB? Werkgever BZK heeft al een circulaire uitgegeven “kader handelwijze vanwege aflopen SFB”. Interesse hierin? Mail naar ferrypereboom@ncfned.nl Indien het niet lukt om een nieuw Sociaal Flankerend Beleid af te spreken, zal vanaf 1 januari 2012 per reorganisatie met de bonden onderhandeld moeten worden over maatregelen om de negatieve gevolgen op te vangen. LET OP! De medezeggenschap moet NIET akkoord gaan met een reorganisatie voordat de bonden hierover afspraken hebben gemaakt met de departementale werkgever. Hierover praten we verder op 11 oktober 2011 op de medezeggenschapsdag van de Rijksvakbonden.

Kaderjournaal Platform SOR Oktober 2011 5

2 3

Afscheid van de levensloopregeling

De levensloopregeling wordt per 2012 afgeschaft.

Heb je op 31-12-2011 een bedrag van minimaal € 3.000 gespaard? Dan valt je polis onder de overgangsregeling. De levenslooprekening met daarop het gespaarde tegoed blijft gewoon bestaan. Je kan nog inleggen alleen wordt vanaf 2012 geen levensloopverlofkorting meer opgebouwd.

Is er op 31-12-2011 een bedrag gespaard dat lager is dan € 3.000? Dan kan je het tegoed in 2012 of 2013 nog opnemen voor verlof. Je kan niet meer bijstorten.

Alle deelnemers aan levensloop kunnen in 2013 het tegoed zonder belastingheffing omzetten in vitaliteitssparen. Maar heb je een tegoed lager dan € 3.000 en heb je dit in 2013 niet omgezet, dan wordt je tegoed op 31-12-2013 in 1x belast.

Vanaf 2014 kan je levenslooptegoed ook worden doorgezet naar vitaliteitssparen maar dan wordt vanaf € 20.000 belasting geheven.

Je kan niet deelnemen aan zowel de levensloopregeling als aan vitaliteitssparen

Let op: Dit staat in het Belastingplan 2012 Dit plan moet nog worden behandeld in de Tweede en Eerste Kamer.

Spaarloonregeling stopt per 1 januari 2012

Hoe zit het met spaarloon? Het spaarloon wordt afgeschaft. Vanaf 2012 is het niet meer mogelijk om geld in te leggen in de spaarloonregeling. Je mag je volledig opgebouwde spaarloon met ingang van 1 januari 2012 vrij opnemen. Je mag het ook laten staan waarbij je gebruik kan maken van de vrijstelling voor spaarloon in box 3. In dat geval wordt het tegoed jaarlijks gedeeltelijk vrijgegeven. Ook blijven de huidige deblokkeringsmogelijkheden bestaan. In 2016 zal de spaarloonregeling uitgewerkt zijn en zal de overgangsbepaling vervallen. Wat gebeurt er als je de spaarloonregeling gebruikt om premie voor bijv. je levensverzekering te betalen?

Je kan je verzekering met premiebetaling voortzetten vanaf een andere rekening dan je spaarloonregeling. Je spaardoel blijft dan behouden.

Je kan je verzekering met premiebetaling ook nog voortzetten vanaf je spaarloonregeling (tot 2016) zolang je saldo dit nog toelaat. Daarna kan je je premiebetaling vanaf een andere rekening voortzetten.

Je kan ervoor kiezen om je verzekering premievrij te maken. Je legt dan geen premies meer in en je verzekering keert uit op de afgesproken einddatum. Hierdoor zul je minder uitgekeerd gaan krijgen dan de bedoeling was en dus niet je spaardoel realiseren. Check ook altijd bij je verzekering de voorwaarden.

Je kan je verzekering afkopen. Je legt dan geen premies meer in en je vraagt je opgebouwde saldo direct op. Let op: dit heeft vaak wel grote financiële consequenties. Je hebt immers vaak een fiscaal voordeel genoten en deze zal direct terugbetaald moeten worden. Check dus goed bij je verzekering wat de financiële en fiscale gevolgen van afkopen zijn.

Op de ministeries wordt op dit moment gewerkt aan de invulling van de ‘taakstelling’. Op Prinsjesdag zal er duidelijkheid zijn: in de begroting voor 2012 zullen de departementen moeten aangeven hoe ze invulling gaan geven aan de bezuinigingen.

Kaderjournaal Platform SOR Oktober 2011 6

4

Nieuwe ‘baby’ wordt de vitaliteitsregeling Wat zijn de kabinetsplannen rond het vitaliteitspakket? Het vitaliteitspakket bestaat uit een aantal maatregelen waarmee werknemers verlof kunnen opnemen.

Er komt in 2013 een nieuwe spaarregeling waarin per jaar maximaal € 5.000 ingelegd mag worden.

Stortingen zijn fiscaal aftrekbaar in box 1 en er wordt pas belasting geheven bij de opname van het tegoed. Daarnaast wordt het rendement over het opgebouwde tegoed niet belast in box 3.

In totaal mag maximaal € 20.000 bruto gespaard worden. Deelnemers kunnen jaarlijks maximaal €20.000 opnemen en vervolgens opnieuw sparen tot het maximum weer bereikt is.

Het bedrag is vrij besteedbaar. Vanaf het jaar dat een deelnemer op 1

januari 62 jaar oud is, geldt echter een beperking van het maximaal jaarlijks op te nemen bedrag van Euro 10.000 (Hiermee wil het kabinet deeltijdpensioen bevorderen en voltijdpensioen beperken).

De opname van het tegoed dient uiterlijk vóór het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd plaats te vinden.

Er komt een bonusregeling vanuit de overheid waardoor mensen met lagere inkomens eerder kunnen stoppen met werken (zie ook “pensioenakkoord: veranderingen in het AOW-pensioen”)

De additionele arbeidskorting voor ouderen die 58 jaar of ouder zijn en de doorwerkbonus voor werkenden die 62 jaar of ouder zijn, worden afgeschaft in 2012 resp. 2013. Dit wordt in 2013 vervangen door 1 werkbonus voor werkende 61-plussers. Deze werkbonus is met name bestemd voor lage inkomens en bedraagt maximaal Euro 2.350 per jaar.

Het bedrag dat een werknemer met het minimumloon die doorwerkt tot 65 jaar in totaal krijgt komt dan uit op Euro 8.400. Dit bedrag komt bovenop het reguliere inkomen en kan door een werknemer worden gespaard en vervolgens volledig worden ingezet om de periode tot aan het pensioen te overbruggen, aldus Kamp.

Interesse in het Informatieblad van het Ministerie van Financiën over het Vitaliteitspakket? Mail dan naar ferrypereboom@ncfned.nl.

Kaderjournaal Platform SOR Oktober 2011 7

5 6

Compensatieregeling arbeidsongeschikten gecontinueerd? In 2006 is tussen BZK en bonden afgesproken dat werkgevers en werknemers alles wat mogelijk is moeten doen om medewerkers met een arbeidsongeschiktheidspercentage van minder dan 35% in dienst te houden dan wel elders te herplaatsen. Ook zijn er toen afspraken gemaakt over een tijdelijke compensatie van inkomensverlies voor deze groep. Compensatie geldt voor max. 5 jaar en bedraagt 70% van het inkomensverlies. Deze regeling gold t/m 2010 en is met 1 jaar verlengd t/m 2011. Hoe verder? Eind 2011 moet er duidelijkheid zijn wat vanaf 1 januari 2012 gaat gelden voor medewerkers die dan voor minder dan 35% arbeidsongeschikt raken. (Let op: voor medewerkers die vóór 1 januari 2012 in de regeling instromen, geldt de volledige 5 jaar periode nog). De AC Rijksvakbonden vinden in ieder geval dat de situatie van de werknemer waarbij geen sprake is geweest van nalatigheid, ook na het verstrijken van de periode van 5 jaar er niet slechter op mag worden dan die van een collega met een arbeidsongeschiktheidspercentage van meer dan 35%. Na een evaluatie van de regeling is ook de werkgever van mening dat de regeling in een behoefte voorziet. Verder is gebleken dat leidinggevenden en P&O-adviseurs vaak niet goed van de regeling op de hoogte zijn. Dit heeft weer effect op de begeleiding van medewerkers. De AC Rijksvakbonden verwachten dan ook dat de regeling zal worden gecontinueerd en wij zullen het belang van een goede informatievoorziening en begeleiding benadrukken.

Bijverdienen naast pensioensuitkering

Het kan voorkomen dat ambtenaren die gebruik maken van de FPU of nadat ze met ouderdomspensioen zijn gegaan, wederom gaan werken. Hoe zit dat dan? Ten aanzien van doorwerken c.q. bijverdienen naast de pensioenuitkering bestaat een onderscheid tussen de FPU-regeling en het ouderdomspensioen. Gedurende de FPU worden nieuwe inkomsten geanticumuleerd. Dit betekent dat wanneer gedurende de FPU uitkering de som van de FPU, flexibel pensioen en inkomsten uit of in verband met arbeid meer bedraagt dan 90% van het inkomen, de FPU verminderd wordt. Het ouderdomspensioen wordt niet geraakt door eventuele bijverdiensten. Het gedeelte van de FPU dat wordt toegevoegd aan het ouderdomspensioen wordt daarbij ook als ouderdomspensioen aangemerkt. De regels voor de FPU zijn hierop dus niet meer van toepassing. Vanaf het moment dat het ouderdomspensioen ingaat kan dit bedrag niet meer gekort worden in verband met neveninkomsten.

Kaderjournaal Platform SOR Oktober 2011 8

7

Het fel bediscussieerde pensioenakkoord in het kort.

In het pensioenakkoord zijn maatregelen beschreven over de AOW, het aanvullend pensioen en langer doorwerken. In het kort onderstaand de inhoud van het akkoord: 1. Veranderingen in het AOW-pensioen

De AOW-leeftijd wordt verschoven van 65 naar 66 jaar in 2020. In 2025 schuift dit waarschijnlijk door naar 67 jaar. De AOW wordt gekoppeld aan de levensverwachting.

Vanaf 2013 tot 2028 wordt de AOW voor iedereen jaarlijks extra 0,6% hoger. Daarnaast wordt de indexatie van de AOW aangepast aan de loonstijging in plaats van aan de gemiddelde prijsstijging.

Mensen mogen zelf kiezen wanneer ze willen stoppen met werken. Maar wie met 65 jaar stopt met werken en een latere AOW ingangsleeftijd heeft, ontvangt 6,5% minder AOW-pensioen per eerder gestopt jaar. Wie na het 66ste (vanaf 2025 na het 67ste) jaar doorwerkt krijgt 6,5% meer AOW. Minister Kamp heeft toegezegd dat met name lager betaalden met lange dienstverbanden (ook vanaf 2025) de mogelijkheid krijgen eerder uit te treden zonder onoverkomelijk inkomensverlies.

Er komt een werkbonus voor werknemers waardoor ook mensen met lagere inkomens eerder kunnen stoppen met werken. De bovenstaande kortingen kunnen hiermee gedeeltelijk opgevangen worden.

Het blijft mogelijk om het AOW-pensioen vanaf 2020 ook op 65-jarige leeftijd op te nemen maar dan wel tegen een actuariële korting van netto 6,5% per jaar. Dit effect wordt kleiner wanneer de werkbonus wordt gebruikt om een deel van het weggevallen AOW-pensioen op 65-jarige leeftijd te overbruggen. Het is dan niet nodig om het AOW-pensioen een heel jaar eerder op te nemen, maar slecht 4-6 maanden eerder. Hierdoor valt de korting van 6,5% per jaar eerder opnemen ook navenant lager uit, zo stelt min. Kamp . 2.Veranderingen in het aanvullend pensioen

Het aanvullend pensioen moet waardevaster worden op de lange termijn. Pensioenfondsen moeten daarom zorgen voor een betere balans tussen het nemen van risico’s in beleggingen en het behouden van financiële ruimte om de pensioenen te indexeren.

Premiewijziging is geen automatisme binnen de pensioenregeling en onderdeel van besluitvorming van pensioenbesturen meer. Premiewijziging kan wel resultaat zijn van expliciete besluitvorming tussen cao-partijen als onderdeel van het arbeidsvoorwaardenoverleg.

Uitgangspunt is een evenwichtige verdeling van de lusten en de lasten over de verschillende generaties.

Verklaring STAR: afspraken over aanpassing van pensioenpremies is altijd het resultaat van het arbeidsvoorwaardenoverleg tussen decentrale partijen. Deze partijen kunnen in een (nieuw) pensioencontract expliciteren onder welke omstandigheden zij met elkaar in gesprek zullen gaan over een maximale tijdelijke premie-aanpassing in financieel slechte dan wel goede tijden. Of deze tijdelijke premieaanpassing daadwerkelijk wordt toegepast, moet worden overeengekomen in hierover te zijner tijd te voeren arbeidsvoorwaardenoverleg. Let op: uiteindelijk beslissen vakbonden en werkgevers per sector over de aanpassing van de eigen geldende pensioenregeling. Voor de inhoud van de ABP-pensioenregeling is de Pensioenkamer verantwoordelijk. Zo beslist de Pensioenkamer over wijzigingen in de pensioenaanspraken. En in de Pensioenkamer zit onze vakbondsbestuurder Marianne Wendt als vertegenwoordiger van het Ambtenarencentrum.

Kaderjournaal Platform SOR Oktober 2011 9

8

En nog meer pensioen..

De dekkingsgraad op eind augustus is: 99% Wat betekent dit voor de pensioenen? Voor nu heeft dit geen gevolgen voor de pensioenen. De dekkingsgraad, die heftig kan schommelen, is ook de maatstaf voor het nemen van een premie- en indexatiebesluit. Dat gebeurt in november. Een ander belangrijk moment ligt aan het einde van het jaar. Dan evalueert ABP zijn herstelplan. In dat plan staat beschreven hoe ABP in vijf jaar tijd (2009-2013) de dekkingsgraad weer op het vereiste niveau van 105% brengt. Mocht ABP achterblijven op het herstelplan dan zal het bestuur een beoordeling moeten maken welke maatregelen uit het herstelplan ingezet moeten worden, en voor welke omvang dit dient te gebeuren.

Waarom daalt de dekkingsgraad zo hard? De forse daling van de dekkingsgraad wordt zowel door een dalende rente als door daling van de koersen op de financiële markten veroorzaakt. De dekkingsgraad geeft de verhouding weer tussen het vermogen van ABP (de bezittingen) aan de ene kant en de nu en in de toekomst uit te keren pensioen (de verplichtingen) aan de andere kant. De waarde van de verplichtingen is afhankelijk van de stand van de rente. Als de rente daalt, wat nu het geval is, betekent dit dat ABP meer moet reserveren om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. Als de rente stijgt, neemt deze reservering juist af. Een pensioenfonds is dus erg afhankelijk van de dagkoers van de rente. Dat maakt ook dat de dekkingsgraad hevig kan schommelen. Als de rente bijvoorbeeld met 1%-punt daalt, nemen de verplichtingen met 17% toe, en daalt de dekkingsgraad met circa 12%-punt. Daarnaast spelen uiteraard ook de beleggingen een rol.

Indexatie ABP probeert ieder jaar het pensioen te verhogen met de gemiddelde stijging van de lonen in de sectoren overheid en onderwijs. Dit heet indexatie. Per jaar beoordeelt het bestuur van ABP of je pensioen wordt verhoogd. Begin 2011 werden de pensioenaanspraken en –uitkeringen niet geïndexeerd. Hierdoor blijft de hoogte van het pensioen achter bij de gemiddelde loonstijging bij overheid en onderwijs. Gemiste indexatie:de gemiste indexatie over 2008 tot en met 2010 is 7,97%.

Kaderjournaal Platform SOR Oktober 2011 10

9

Onderzoek naar de positie van de bedrijfsarts in de marktsector

AANLEIDING- In de afgelopen 15 jaar hebben zich vele veranderingen voorgedaan in wetgeving t.a.v. arbeidsomstandigheden, arbodienst-verlening en sociale zekerheid die van invloed zijn geweest op de taken en positie van de bedrijfsarts. Dat heeft ook tot veranderingen geleid in het werk van de bedrijfsarts. Vanuit diverse kanten zijn de laatste jaren knelpunten genoemd die het professioneel handelen van de bedrijfsarts nadelig zouden beïnvloeden.

Doel van het onderzoek was om de actuele situatie te objectiveren en zo nodig oplossingsrichtingen te benoemen voor gesignaleerde knelpunten. Vier onderzoeksthema’s rond de positie van de bedrijfsarts stonden hierbij centraal: toegankelijkheid en onafhankelijkheid van de bedrijfsarts, de uitvoering van preventieve taken door de bedrijfsarts en de samenwerking van bedrijfsartsen met andere professionals.

Resultaten thema ‘onafhankelijkheid’

Met name vanuit werknemerskant is de vertrouwensrelatie tussen bedrijfsarts-patiënt niet altijd optimaal. Het gaat hier echter om een minderheid van de werknemers. De beperkte vertrouwensrelatie uit zich bij een klein deel van de werknemers in wantrouwen van werknemer ten aanzien van de onafhankelijke positie van de bedrijfsarts en in het bewust achterhouden van informatie. De niet optimale vertrouwensband wordt deels gevoed doordat de bedrijfsarts bij werknemers veelal onbekend is.

Van alle bedrijfsartsen wordt 42% soms en 22% (zeer) vaak benaderd door partijen zoals werkgevers, verzekeraars, arbodiensten, UWV, om medische gegevens te verstrekken die eigenlijk vallen onder het beroepsgeheim. Van deze groep geeft 8% hier onder druk wel eens aan toe.

Resultaten thema ‘preventieve taken’ 80% van de bedrijfsartsen is van mening dat

men meer in de gelegenheid zou moeten worden gesteld om preventieve activiteiten rond arbeidsrisico’s te ondernemen dan nu het geval is. 70% vindt dit ook ten aanzien van preventieve activiteiten rond leefstijl/vitaliteit.

Van de geënquêteerde bedrijfsartsen geeft 32% aan dat de meeste contracten onvoldoende mogelijkheden bieden om te adviseren over preventieve activiteiten op het gebied van arbeidsrisico’s. Voor advisering over leefstijl/vitaliteit biedt het contract volgens 47% onvoldoende mogelijkheden.

Bedrijfsartsen geven aan dat bij gemiddeld 60% van de beoogde preventieve activiteiten, die niet declarabel zijn volgens het contract, het lukt om aanvullende financiering te regelen in het overgrote deel via de werkgever zelf.

Van alle geënquêteerde bedrijfsartsen geeft 42% aan bij driekwart of meer van hun werkgevers ooit een werkplekbezoek te hebben uitgevoerd.

Van alle bedrijfsartsen geeft 61% aan dat hun kennis en vaardigheden om effectief te kunnen adviseren over de preventie van arbeidsrisico’s nog verder verbeterd kunnen worden. Voor de verbetering van kennis en vaardigheden voor advies over gezonde leefstijl/vitaliteit ligt dit percentage op 62%.

Van alle bedrijfsartsen geeft 44% aan dat men bij collectieve preventieve maatregelen meestal wel volgens de arbeidshygiënische strategie kan werken.

Een ruime meerderheid van de bedrijfsartsen ervaart voldoende mogelijkheden voor het signaleren (68%) en melden (71%) van beroepsziekten. Slechts een minderheid van de bedrijfsartsen (41%) ziet voldoende mogelijkheden voor het ondernemen van preventieve activiteiten naar aanleiding van een gesignaleerde beroepsziekte. Het complete onderzoek lezen? Mail naar Ferrypereboom@ncfned.nl

Kaderjournaal Platform SOR Oktober 2011 11

10

Wist u dat?

Dat het Rijk de kantoorlocaties wil gaan concentreren op 12 locaties? Dat het kabinet hiervoor heeft aangewezen: Groningen, Leeuwarden, Zwolle, Arnhem, Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag, Den Bosch, Breda, Eindhoven en ‘Zuid-stad’(Maastricht en Heerlen)? Dat het kabinet streeft dat in 2020 het merendeel van de rijkskantoren is gevestigd in de concentratiesteden? Dat er door invoering van P-Direkt geen papieren beschikkingen meer zullen zijn? Dat dit betekent dat niet toekennen van bijvoorbeeld verlof via P-direkt gaat? Dat dit besluiten zijn waartegen bezwaar kan worden gemaakt? Dat hierdoor ook de bezwaar- en beroepsprocedure digitaal gebeurt? Dat dit betekent dat de ingangsdatum van de periode waarin je bezwaar kan aantekenen, de datum van afkeuring is. Dat alleen voor het verspreiding van een digitale loonstrook nog een apart overlegtraject gaande is in het Sector Overleg Rijk? Dat er nog steeds medewerkers zijn die recht kunnen hebben op de zgn. dienstjarenregeling? Ben je geboren na 1949 en val je nog onder de overgangsregeling VUT/FPU van 1997: dan heb je recht op een basisuitkering van 70% als je voor 1 oktober 2013 vervroegd uittreedt en op 1 oktober 2012 een diensttijd hebt van tenminste 44 jaar en 6 maanden. Meer info hierover: mail naar ferrypereboom@ncfned.nl Dat je na je ontslag bij het Rijk nog 10 jaar vrijwillig je pensioenregeling mag voortzetten? Dat dit voornemens zijn van het kabinet? Nu is dit nog 3 jaar maar het kabinet wil dit dus uitbreiden naar 10 jaar.

Dat met ingang van 1 januari 2012 het AOW-pensioen niet meer start op de 1e dag van de maand waarin iemand de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, maar met ingang van de dag waarop iemand die leeftijd bereikt. Dit betekent dat mensen die 65 jaar worden eenmalig maximaal 1 maand minder AOW-pensioen ontvangen. Dat geldt voor mensen die tegen het einde van de maand jarig zijn. Dat er per 1 januari 2012 (neerwaartse) wijzigingen zullen zijn in de Kinderopvangtoeslag en –tegemoetkomingen? Dat bijvoorbeeld het recht op het aantal uren kinderopvangtoeslag gekoppeld zal worden aan het aantal gewerkte uren van de minst werkende partner? Dat je bij werkloosheid nog maar 3 maanden recht op kinderopvangtoeslag hebt? Dat de kinderopvangtoeslag sterker inkomensafhankelijker wordt gemaakt per 1 januari? Dat dit dus betekent dat je eigen ouderbijdrage hoger en je dus meer zelf zal moeten betalen? Interesse in het volledige besluit? Mail naar ferrypereboom@ncfned.nl Dat er een initiatiefwetvoorstel Wijzing aanpassing arbeidsduur is ingediend? Dat hierdoor werknemers zouden moeten kunnen werken op de door hen gewenste arbeidstijden en gewenste arbeidsplaats. Dat je de mogelijkheid hebt hiervoor jaarlijks een nieuw verzoek in te dienen (is nu 1x in 2 jaar mogelijk). Dat de werkgever verplicht zou zijn binnen 2 maanden op je verzoek te reageren (is nu nog 4 maanden).

Kaderjournaal Platform SOR Oktober 2011 12

Dat er over het zgn. ‘oppotten van vakantieverlof’ nog overleg plaatsvindt in het Sector Overleg Rijk? Dat door wijziging van het Burgerlijk Wetboek er nieuwe verjaringstermijnen voor verlof vastgesteld zijn? Dat hierdoor de wettelijke verlofuren die werknemers in de marktsector na 1 januari 2012 opbouwen maar niet opnemen, na anderhalf jaar zullen vervallen? Dat dit voor ambtenaren (nog) niet geldt aangezien deze regels (nog) niet in het ARAR zijn opgenomen? Wel zal dit punt zeer binnenkort in het Sector Overleg Rijk aan de orde worden gesteld. Overigens zal er dan sowieso een onderscheid gemaakt worden tussen het opnemen van de wettelijke vakantiedagen en het opnemen van bovenwettelijke vakantiedagen. En wist u ook dat er dan tevens gekeken zal worden naar de wijziging van het BW dat langdurig zieken evenveel verlof opbouwen als niet-zieke medewerkers? Kortom: wordt vervolgd! Dat per 1 januari 2013 de fiscale drempel voor scholingsuitgaven wordt gehalveerd? Dat het kabinet hiermee de duurzame inzetbaarheid aan werknemerszijde wil stimuleren? Dat de fiscale drempel nu op € 500 ligt maar zal worden gehalveerd naar € 250? Dat er een digitale platform “Active Aging is gelanceerd”? Dat dit hét startpunt is voor info over vitaliteitsmanagement, duurzame inzetbaarheid en leeftijdsfasegericht personeelsbeleid binnen de overheid. Meer info? Ga naar de onze website www.ncfned.nl onder active aging. Dat 2012 is uitgeroepen tot het jaar van “Active Aging en intergenerationele solidariteit”? Dat dit is gedaan door het Europees Parlement en de Europese Raad. Dat er in 2012 een groot aantal activiteiten rond Active Aging en intergenerationele solidariteit worden gesubsidieerd. Dat 29 april voortaan de Europese Dag van de Intergenerationele Solidariteit is?

Dat het cursusaanbod van het Rijk in 1 database komt? Dat je hierdoor dus 1 toegankelijk overzicht hebt van opleidingen, cursussen en trainingen van de ministeries die voor een brede doelgroep toegankelijk zijn en ook het aanbod van de rijksacademies? In deze online database genaamd ‘Leerkaart Rijk’ komt ook het externe leeraanbod van commerciële opleidingsinstituten en trainingsbureaus beschikbaar voor rijksambtenaren. Dit najaar komt de database online beschikbaar (o.a. via de eigen intranet van je ministerie). Dat de hoge km-vergoeding voor de regioproblematiek toch niet is stop gezet per 1 juli? (zie ook onze Kaderbrief van juni jl., blz. 6). Dat door inzet van de bonden deze tijdelijke regeling waarbij medewerkers die voor hun woon-werkverkeer erg veel langer met openbaar vervoer moeten reizen dan met de auto, een verhoogde reiskostenvergoeding krijgen, zal voortduren. Wist u dat er zal worden overgegaan tot automatische uitbetaling van de vrije ruimte woonwerkverkeer in kader van IKAP? Dat in 2008 de mogelijkheid in de IKAP-regeling is opgenomen om fiscaal vriendelijke uitruil te doen tussen eindejaarsuitkering (EJU) –en desgewenst het salaris- en de km-vergoeding woonwerkverkeer? Dat er nu tussen bonden en BZK is overeengekomen om over te gaan tot automatische uitbetaling vrije ruimte woonwerkverkeer (WWV)? Dat deze automatische uitbetaling aan medewerkers met fiscale ruimte in de maand november via de eindejaarsuitkering (en vervolgens evt. salaris) zal gebeuren. NB: Medewerkers die hiervan geen gebruik willen maken, zullen dit op eenvoudige wijze kunnen aangeven.