Julien van Ostaaijen, Tilburg University
-
Upload
david-kok -
Category
Government & Nonprofit
-
view
220 -
download
2
Transcript of Julien van Ostaaijen, Tilburg University
Wat was de vraag?
• Er is veel (gemeentelijke) inzet bij lokale verkiezingen, maar weinig
kennis over de relatie tot de opkomst
• Centrale vraag: Wat is de effectiviteit van de inzet van gemeentelijke
communicatiemiddelen bij de gemeenteraadsverkiezingen?
45
50
55
60
65
70
75
19
70
19
71
19
72
19
74
19
77
19
78
19
79
19
81
19
82
19
84
19
86
19
87
19
89
19
90
19
91
19
94
19
98
19
99
20
02
20
03
20
04
20
06
20
07
20
09
20
10
20
11
20
12
20
13
20
14
20
15
Opkomst lokale verkiezingen Nederland
Wat hebben we gedaan?
1. Wetenschappelijk literatuuronderzoek
2. Studie van de campagnes van 27 (grote) gemeenten
3. Vragenlijst naar alle Nederlandse gemeenten / griffiers (respons
272)
4. Analyse opkomstcijfers en CBS gegevens
Wat hebben we gezien?
Communicatiemiddelen 2006 2010 2014
Geen communicatiemiddelen ingezet 19% 17% 17%
Mensen aanspreken/flyers op straat 6% 11% 11%
Posters, aanplakbiljetten, reclameborden e.d. op straat 29% 40% 42%
Spotjes/uitzendingen op radio of tv 4% 15% 17%
Persoonlijke brieven voor bewoners (bijv. van de burgemeester) 32% 52% 55%
Advertenties/berichten in kranten 45% 61% 65%
Verkiezingskrant/nieuwsbrief aan huis bezorgd 29% 46% 45%
Digitale stemhulp (Kieskompas / Stemwijzer / DeStemVan) 14% 30% 29%
Publiek toegankelijke debatten of verkiezingsmarkten 38% 57% 59%
Digitale media (websites, sociale media, filmpjes op internet) 29% 58% 74%
Overige communicatiemiddelen 5% 9% 17%
Wat hebben we gezien?
• Gemeentelijke communicatiecampagnes weinig doordacht
Beperkte doelstelling. Nauwelijks onderbouwing vooraf. Geen
onderzoek achteraf.
• Geen meetbaar effect van communicatiemiddelen in relatie tot
de opkomst
Geen (kwantitatief onderzoek) tot beperkt (literatuuronderzoek)
effect.
• Communicatiecampagnes richten zich beperkt op de voor
opkomst belangrijke factoren
Opkomst in grote mate bepaald door factoren die niet eenvoudig
veranderbaar zijn. Relatief korte campagne lijkt er niet op van
invloed.
Relevante factoren voor de lokale opkomst:
Allereerst:
• Sociaal-demografische factoren: leeftijd, opleiding, gemeentegrootte, inkomen, etniciteit.
• Sociale factoren: levensstijl, geluksgevoel, sociale plicht, sociale druk / omgeving en
gewoonte.
• Politieke factoren: interesse in politiek, kennis van politiek, vertrouwen in politiek,
tevredenheid over de politiek.
Wat vervolgens relevant bleek:
• praktische belemmeringen (geen tijd, vergeten, de oproep kwijt, afwezigheid of ziekte).
• Aantal stembureaus
• Stemfaciliteiten, politici met grote (lokale) bekendheid, aandacht lokale/regionale media,
deelname van minstens één partij per drie raadszetels, lokale verbondenheid inwoners,
verkiezing in het weekend / kort voor Tweede Kamerverkiezing, opkomstplicht, electorale
competitie en goed weer!
• Qua campagne: sturen van brieven (inclusief dank en praktische info), in gesprek met
inwoners (bij voorkeur deur-aan-deur), verkiezingsfestival, digitale stemhulp en
herinneringsberichten.
• Persoonlijk contact en maatwerk boven onpersoonlijk contact en massacommunicatie. Ook
online.
Aanbevelingen
1. Zet in op structurele, doelgerichte communicatie met
bijpassende communicatiemiddelen.
2. Richt je op de belangrijkste oorzaken van lage opkomst.
3. Werk met onderzoek aan een lokale aanpak rond
opkomstbevordering.
De omvang en intensiteit van opkomst belemmerende en
bevorderende factoren kunnen per gemeente verschillen.
Onderzoek wat in je eigen gemeente werkt en wat niet.
Vragen?
Dank voor uw aandacht
Julien van Ostaaijen
Twitter: @ostaaijen
Publicaties te vinden op www.vanostaaijen.nl