Juist #4 - Flanderijn incasso- en gerechtsdeurwaarders

15
CASH Arm als de luizen Gerard Borst, Geldmuseum, Utrecht Reserve opbouwen dankzij het ’huisbusjesspaarstelsel’ Cash? Card? Card? Cash? Betalen! Maar hoe ...? Groeikapitaal: Cash is king! Carel van Bemmelen: ”Bij de bank kom je niet ver met je dromen” Geld is geld! Toch ...? Henriëtte Prast, hoogleraar Persoonlijke Financiële Planning Reserv het ’hu Cas Car Betale Gro Cas Carel v Bij de Gel T och 14 20 24 MEI 2011 FLANDERIJN OVER MARKT EN MAATSCHAPPIJ

description

Relatiemagazine

Transcript of Juist #4 - Flanderijn incasso- en gerechtsdeurwaarders

Page 1: Juist #4 - Flanderijn incasso- en gerechtsdeurwaarders

CASH

Arm als de luizenGerard Borst,Geldmuseum, UtrechtReserve opbouwen dankzij het ’huisbusjesspaarstelsel’

Cash? Card? Card? Cash?Betalen! Maar hoe ...?

Groeikapitaal: Cash is king!Carel van Bemmelen:”Bij de bank kom je niet ver met je dromen”

Geld is geld!Toch ...?

Henriëtte Prast, hoogleraar Persoonlijke Financiële Planning

Reservhet ’hu

CasCarBetale

GroCasCarel v”Bij de

GelToch

14

20

24

ME

I 2

011

FLANDERIJN OVER MARKT EN MAATSCHAPPIJ

Page 2: Juist #4 - Flanderijn incasso- en gerechtsdeurwaarders

INH

OU

D

Contante waarde Het samenstellen van JUIST is eigenlijk altijd een inspirerende aangelegenheid, maar aan deze uitgave leek vrijwel iedereen met bijzonder veel plezier mee te werken. Cash, contant geld: het blijft ons inspireren. Iedereen ’heeft er wat mee’, om het maar eens populair te zeggen.

Ondanks hun relatie met het overkoepelende thema ’cash’ zijn de bijdragen in deze JUIST zeer divers. Het blijkt een rijk onderwerp waarover veel te melden is vanuit het oogpunt van de consument, vanuit het oogpunt van de stakeholders die betrokken zijn bij het geldverkeer of vanuit ondernemers en bedrijven. Zelf was ik aangenaam verrast door de veelheid aan aspecten die achter die vier letters ’cash’ schuil blijken te gaan. Toegegeven, als deur-waarder draait het professionele bestaan om geld, maar zo had ik – en ik denk dat ik hier tevens voor mijn collega’s spreek – er nog nooit naar gekeken.

Voor Flanderijn vertegenwoordigt deze JUIST dan ook een grote contante waarde. Dat bedoel ik niet in economische zin (waarbij de contante waarde van een toekomstig bedrag aan geld over een tijdsperiode van n jaar en bij rentevoet p, het bedrag is dat uitgezet tegen samengestelde interest bij de genoemde rentevoet na de periode van n jaren juist het gegeven bedrag oplevert. Bent u daar nog?), maar meer in overdrachtelijke zin. Wij geloven dat deze manier van communiceren zich op termijn uitbetaalt in meer betrokken opdrachtgevers, in meer maatschappelijk profi el, in betere resultaten.

Ik hoop dat u onze inspanningen om ook van deze JUIST weer een prettig leesbaar en onderhoudend magazine te maken waardeert. Het maken van bladen is dan wel geen ’core business’, we hechten zeer aan een dialoog met onze omge-ving, en daar maakt u als lezer hoe dan ook deel van uit.

VO

OR

WO

OR

D

4

17

10

20

23

Gerard Borst, onderzoeker

geldcultuur bij het Geldmuseum in

Utrecht, over de opkomst van

de ’kleine spaarder’ met het ’huis-

busjesspaarstelsel’

Duppie, heitje, piek, pop, joet, mijer, rooitje.

Column van

Nico Dijkshoorn.

Zijn we op weg naar

een ’cashless society’?

Gert Askes, Managing Director van G4S

Cash Solutions, gelooft er niet in.

Een teamleider, een controller en

een manager delen hun ervaringen en

werkwijze.

Nobel streven:Onze waarden.

’Cash is king’: het veiligstellen van

werk kapitaal. Maar cash mag

nooit een doel op zich zijn, zegt Carel

van Bemmelen, verbonden aan

investeringsfonds NPM Capital.

RICH BOY, POOR BOY

3

5

12

13

26

VOORWOORD

FEITEN

GOED RECHT

MIJN&DIJN

HET LAATSTE WOORD

ARM ALS DE LUIZEN

CARD? CASH? CARD? CASH? CARD?

GROEIKAPITAAL

Tom van Eck, directievoorzitter Flanderijn

JUIST, met een oplage van 16.000 exemplaren, is een uitgave van

incasso-en gerechtsdeurwaardersorganisatie Flanderijn

088 - 209 24 44, rotterdam@fl anderijn.nl, www.fl anderijn.nl

Eindredactie: Michel van Leeuwen

Concept en redactie: Creative Venue, communicatieadvies en PR

Ontwerp, productie en 3D illustratie’s: Nico de Boer, Scherpwerk.nl

Fotografi e: Patrick Nagtegaal, RomanArt.nl

Drukwerk: Opmeer Drukkerij bv

Reacties kunt u sturen naar: juist@fl anderijn.nl

Henriëtte Prast, hoogleraar: ”geld dat er niet uitziet als geld, ’voelt’ ook minder als geld.”

24

Page 3: Juist #4 - Flanderijn incasso- en gerechtsdeurwaarders

Eerste hulp bij onbetaalde rekeningen: de FlappOnbetaalde rekeningen zijn een van de grootste frustraties van MKB’ers en ZZP’ers. Na een periode van vergeefs brieven schrijven en telefoontjes plegen, hebben ze doorgaans hun buik vol van de smoezen en is het tijd voor actie. Flanderijn speelt daarop in met een nieuwe iPhone-app: de Flapp, eerste hulp bij onbetaalde rekeningen. Zo werkt het: de schuldeiser maakt een foto van de niet-betaalde factuur en stuurt die door naar Flanderijn. Medewerkers van Flanderijn gaan hier, na een check bij de opdrachtgever, direct mee aan de slag. De Flapp houdt gebruikers ook op de hoogte over het laatste nieuws en de actuele contactgegevens van de vestigingen van Flanderijn.

Callcenter Flanderijn verhuisdHet callcenter van Flanderijn is verhuisd naar een nieuwe locatie aan de Wester-singel 87 te Rotterdam. Al eerder werd besloten de bereikbaarheid van het callcenter uit te breiden van maandag tot en met donderdag tot 20.00 uur ’s avonds. Omdat er steeds vaker een steeds groter beroep wordt gedaan op de ondersteuning van het callcenter (zowel door de eigen organisatie als door opdrachtgevers) en de ruimte-capaciteit in het hoofdkantoor beperkt is, is besloten het callcenter extern te huisvesten. Sinds februari hebben de 25 medewerkers van het callcenter dus hun nieuwe werkplek in het centrum van Rotterdam. Ook is op deze locatie een nieuwe trainingsruimte ingericht.

Flanderijn ondersteunt winkeliers bij winkeldiefstalVanaf 1 april worden winkeldieven niet alleen strafrechtelijk vervolgd maar ook direct in hun portemonnee geraakt. In samenwerking met het hoofd-bedrijfschap Detailhandel (HBD) gaat Flanderijn bij hen een schadevergoe-ding van minimaal 151 euro per geval incasseren. Dit ter compensatie van de tijd die winkeliers moeten besteden aan

de aanhouding en afhandeling van een winkeldief. Deze werkwijze maakt deel uit van de nieuwe regeling ’Afrekenen van winkeldieven’, een werkwijze die samen met het ministerie van Veiligheid en Justitie is ontwikkeld.

Deelnemende winkeliers worden voorzien van posters en stickers op de winkelruiten en dat werkt ook preven-tief. Proefprojecten lieten een duidelijke daling zien van het aantal winkeldiefstal-len in de deelnemende winkels. Bij een winkeldiefstal zorgt de winkelier voor een ingevuld schadeformulier en de aan-gifte, het hoofdbedrijfschap Detailhandel en Flanderijn verhalen de schade.

Flanderijn opent vestiging in BelgiëDe plannen van Flanderijn om in België een incassobureau te openen zijn verder geconcretiseerd. Begin april is in België Flanderijn Incasso NV opgericht en is er kantoorruimte gevonden in Antwerpen. De komende maanden zullen worden gebruikt om de vestiging verder in te richten en een start te maken met de incassowerkzaamheden. Het is de bedoeling dat de vestiging nog voor de zomer volledig operationeel is. In de volgende editie van JUIST zal uitgebreid aandacht worden besteed aan deze nieuwe ontwikkeling.

Zorgverzekeraars CZ en UVIT verlengen overeenkomstFlanderijn werkt voor een breed scala aan opdrachtgevers, waaronder meer-dere zorgverzekeraars. Kort geleden heeft Flanderijn de overeenkomsten met de zorgverzekeraars CZ en UVIT verlengd. Zorgverzekeraars hebben een streng beleid voor het incasseren van zorg-premies. Gedurende de eerste zes maan-den zijn zij daar zelf verantwoordelijk voor. Zodra een verzekerde meer dan

zes maanden achterstand heeft in het betalen van de zorgpremie, gaat het College van Zorgverzekeraars over tot het bestuursrechtelijk incasseren van de zorgpremie. Zij doen dat door de premie met een verhoging rechtstreeks in te houden op het inkomen of de uitkering van de verzekerde. Deze inhoudingen stoppen pas zodra de eerste zes maan-den achterstand zijn voldaan. Flanderijn wordt ingeschakeld om deze premie-achterstand te incasseren. Dat die aan-pak succesvol is, blijkt uit de verlenging van de overeenkomsten met CZ en UVIT.

Pompstationhouderspakken doorrijden zonder betalen aanOnlangs heeft de Beta, de belangen-vereniging van zelfstandige tankstation-houders, een overeenkomst met Flanderijn gesloten over het aanpakken van doorrijders en zogenaamde ’klop-pers’. Voor de tankstationhouders heeft Flanderijn een speciale tank-incassotool ontwikkeld, waarmee zij op een een-voudige manier hun vordering ter incas-sering uit handen kunnen geven. Aan de hand van de gegevens van het kenteken kan Flanderijn bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer informeren naar de gegevens van de kentekenhouder en overgaan tot incasso. Tanken zonder te betalen is een groot probleem. De stijgende brandstof-prijzen hebben voor een forse toename gezorgd. Een redelijk nieuw fenomeen zijn de zogenaamde ’kloppers’. Dit zijn automobilisten die zich wel bij de kassa melden maar daarna, al klop-pend op hun kleding, laten weten dat ze hun portemonnee zijn vergeten. Zij kunnen een schuldbekentenis invullen die vervolgens door Flanderijn wordt geïncasseerd.

FEITENDUPPIE HEITJE PIEK POP JOET MIJER ROOITJE

Ik verlang terug naar contant geld. Geen pasje. Geen chipknip. Ik wil geld. Vies geld. Bijna gescheurd geld, dat je woedend op straat kunt smijten tijdens een ruzie. Je kunt daar heerlijke dingen bij roepen: ”Hier, pak het dan, pak het dan, smerige hond dat je er bent. Daar ligt het, op straat, je geld. Pak het dan!” Ruzie was zo veel mooier met echt geld. Zo veel emotioneler. Ga maar eens met een pasje gooien. Dat haalt het niet.

Ik herinner mij prachtige scènes. Mijn moeder met een vriendin in het halletje van ons huis. De vriendin heeft bood-schappen voor haar gedaan. Mijn moeder wil haar daar geld voor geven. Het prachtige geworstel van twee vrouwen. Een ballet met een briefje van 100. Altijd eindigde dit gedraai in dezelfde handeling: mijn moeder stopte het geld snel bij mijn tante tussen haar borsten. Ik zat als jongetje onder-tussen te doen alsof ik de gebruiksaanwijzing van LEGO las. Mooie tijden. Geld en borsten, al waren ze dan van mijn tante, kom er nog eens om.

Het genot van een dik pak geld in je achterzak. Het geven van een rondje in de kroeg. Prachtige gebaren. Eerst het knikken naar de kroegbaas, de draaiende beweging met de wijsvinger en dan zo losjes mogelijk 8 tientjes uit je kontzak pellen.

Ik houd van contant geld. Van enorme pakken contant geld. Het mooist wordt het geteld als je een tweedehands auto koopt. Eerst heerlijk onderhandelen. Duizend euro bieden en dan het antwoord: ”Weet je wat, daar koop je toch gewoon lekker cyaankali voor, kale lul dat je er bent.” Het weglopen, het terugkeren en dan uiteindelijk het afrekenen. Briefjes papier naast elkaar uittellen op een tafel, ik kan janken als ik er naar kijk, zo mooi.

Het ongemak van contant geld ontroert mij. Parkeren in Amsterdam, dat was met een broekzak vol munten je bloedeigen parkeermeter vullen. Ja, je eigen parkeermeter. Je bouwde een band op met zo’n ding. Je wist welke dubbeltjes hij wel of niet vrat. Als je al je muntjes er in had gegooid wist je precies hoe lang je vreemd kon gaan. Tot tien voor half drie.

Ik werkte als vakkenvuller in Albert Heijn. Ik kreeg mijn salaris in een doorzichtig papieren zakje, op vrijdagmiddag. Je voelde de briefjes in je hand en een weekend lang kon even alles. Je kon je geld aanraken. Je voelde hoe rijk je was.

Nico Dijkshoorn is dichter/schrijver/muzikant.

NICO

COLUMN

Elselien

van der W

al

ïncasseerd.

Page 4: Juist #4 - Flanderijn incasso- en gerechtsdeurwaarders

ARM ALS DE LUIZEN

SPAREN IN VOOROORLOGS

NEDERLAND

Gerard Borst, onderzoeker geldcultuur

bij het Geldmuseum in Utrecht, over de opkomst

van de ’kleine spaarder’ die met stuivers,

dubbeltjes en kwartjes een kleine reserve

opbouwde dankzij het ’huisbusjesspaarstelsel’

De Amsterdamse houtzagersknecht Klaas Ris moest in de tweede helft van de negentiende eeuw zien rond te komen van zes gulden in de week - mét vrouw en drie kinderen. Aan het opzij leggen van geld viel dus nauwelijks te denken. Gerard Borst, onderzoeker geldcultuur bij het Geldmuseum in Utrecht, over de opkomst van de ’kleine spaarder’ die met stuivers, dubbeltjes en kwartjes een kleine reserve opbouw-de dankzij het huisbusjesspaarstelsel.

Rond het midden van de negentiende eeuw leeft een groot deel van de Ne-derlandse bevolking in bittere armoede. Multatuli (1820-1887) behoort tot de eerste cultuurdragers die hierop de aandacht vestigen. Als geen ander kan de grote schrijver bijtend uit de hoek komen. Een hoogtepunt wat dit betreft is de tekst die hij in 1864 als ’Idee 451’ de wereld instuurt. Geïnspireerd door de Franse publicist Frédéric Le Play – een pionier op het gebied van de empi-rische sociologie – schrijft Multatuli dat hij nieuwsgierig is gemaakt naar het wel en wee van het gewone volk van Nederland. ’Hemeltergend’ is het woord

geweest. Waarschijnlijk zou hij sowieso niet tot de vorst hebben kunnen doordringen, maar hij liet ook na de benodigde budgetten te verzamelen. Toch past ons wel enige dankbaarheid. ’Idee 451’ verscherpt namelijk ons in-zicht in de negentiende-eeuwse sociale werkelijkheid doordat de auteur in elk geval één gezinsbudget opnam: dat van Klaas Ris, houtzagersknecht te Amster-dam. Dankzij Multatuli werd Ris de be-roemdste arbeider van de negentiende eeuw. Zijn bestaan was er niet minder schamel om. De houtzagersknecht had een vrouw en drie kinderen en moest zien rond te komen van zes gulden in de week. Het gezin was zo arm als de luizen en een onevenredig groot deel van het loon ging op aan voedsel.

Begrafenisfonds Uit meerdere bronnen kan worden geconcludeerd dat rond 1850 de voedingslasten een ongekend zware wissel trokken op het arbeiders-huishoudbudget. Bijna 60 procent van het uitgaventotaal had met eten te maken, een percentage dat duidt op schrijnende armoede. Nadat de huur

dat zich in dit verband aan de auteur opdringt. Volgens hem is de toestand van de werkman bij ons nog belab-berder dan die van zijn standgenoten elders in Europa.Zoals ook in zijn overige werk meet Multatuli zich in ’Idee 451’ het air aan van iemand die niet aan de zijlijn wil blijven toekijken. Hij moet en hij zal op audiëntie bij koning Willem III. Het is zaak de monarch enkele Nederlandse gezinsbudgetten voor te leggen, opdat hij gaat beseffen ’hoe de arme drom-mels gevoed worden, die zo schreeu-wen en geestdriften als hij Amsterdam bezoekt.’ Multatuli is nooit bij de koning

http://www.geldmuseum.nl

Page 5: Juist #4 - Flanderijn incasso- en gerechtsdeurwaarders

Klaas Ris moest met vrouw en kinderen zien rond te komen van zes gulden

in de week.

was betaald en het gezin in de kleren gestoken, schoot er weinig over voor de bevrediging van andere behoeften.Tot in de jaren 1870 duurde deze situatie voort. Pas daarna ging het bergop en daalde het deel van de gezinsuitgaven dat aan voeding moest worden besteed van 58 naar 48 procent. Het doorsnee arbeidersgezin van 1910 was minder arm dan dat van 1850, maar nog steeds allesbehalve welvarend. Die armoede ging hand in hand met een geringe spaarcapaciteit. Aan het opzij leggen van geld viel nauwelijks te denken. Hoewel de zaken tegen de eeuwwisse-ling lichtjes begonnen te veranderen, was sparen bij de bank een strategie die was voorbehouden aan de midden-klasse. Maar er waren meer manieren om geld te reserveren voor toekomstig gebruik. Zo was de werkende stand van Nederland in de periode na 1850 bijna hoofd voor hoofd lid van een begrafenis fonds. ’Beneden den burger-stand is haast ieder in een fonds’, zoals een onderzoeksrapport uit die tijd het omschrijft. Uit die populariteit voor deze spaar-vorm blijkt dat ook in de lagere sociale milieus groot belang werd gehecht aan een fatsoenlijke begrafenis. Daarvoor legde men hoe dan ook een bedragje opzij: ’Zoolang mogelijk,’ aldus het rapport, ’worden de centen voor het fonds opgebracht.’ Een begrafenis ’van de armen’ (door kerk of gemeente) was een schande die tot elke prijs werd ver-meden. De auteur dichtte de fondsen in dit verband een nuttige functie toe: ’Zij maken [...] hunne leden vertrouwd met het denkbeeld van verzekering, van voorzorg; zij dwingen zelfs hen, die het moeilijkst iets kunnen missen, tot sparen, op hoe kleine schaal het dan ook moge wezen.’

De eerste arbeidersspaarmethodeZoals gezegd was het doorsnee arbeiders gezin van 1910 minder arm dan dat van 1850. Dit is de uitkomst van onderzoek in Nederland in het alge-meen. Maar hetzelfde verhaal gaat op voor Amsterdam, waar ik zelf onder-

zoek deed. Rond 1910 stond de werken-de stand in de hoofdstad er nog niet zo slecht voor. Maar in 1914 brak de Grote Oorlog uit en werd de betrekkelijke voorspoed ernstig bedreigd. Tegen het eind van de oorlog blijkt het voedsel-uitgavenpercentage weer boven de 50 procent uit te komen. Pas rond 1920 is er sprake van een echt omslagpunt en wordt de situatie van de arbeider een stuk rooskleuriger. Deze welvaarts-stijging ging gepaard met een forse verruiming van de mogelijkheid om te sparen. Een sleutelrol daarin speelde de Spaarbank voor de Stad Amsterdam en het bij deze bank functionerende huisbusjesspaarsysteem – een systeem

dat met recht kan worden aangemerkt als een van de eerste echte arbeiders-spaarmethoden.De Spaarbank voor de Stad Amsterdam was opgericht in 1848 en was, op de Rijkspostspaarbank na, de belangrijkste instelling in de hoofdstad die het sparen faciliteerde. In de eerste decennia na de eeuwwisseling maakte de bank een snelle groei door. Rond 1910 was er naast een hoofdbureau sprake van zes bijbureaus. Midden jaren dertig waren dat er al vijftien, waarvan een aantal gevestigd was in echte arbeiderswijken.In 1907 voerde de Spaarbank voor de Stad Amsterdam het huisbusjesspaar-systeem in. Dat stelsel was een jaar of twintig eerder uitgevonden in Amerika en al op veel plaatsen in de wereld in gebruik. Zelfs in Nederland was het niet nieuw: de Nutsspaarbank te Groningen was in 1906 als eerste spaarbank in het land met de afgifte van zulke busjes begonnen. In de jaren daarna schoot deze spaarfaciliteit in het hele land wortel. Het stelsel was toegesneden op de maat van mensen die met stuivers, dubbeltjes en kwartjes kleine bedragen bij elkaar spaarden. De spaarders kregen van de spaarbank een spaar-busje in bruikleen, dat zij mee naar huis namen. Ze konden het zelf niet openen, de sleutel bleef bij de spaarbank. Thuis kon een busjesspaarder dus niet in de verleiding komen zich meester te ma-ken van de inhoud van zijn busje. Grof geweld was wel een optie, maar men

moest van goeden huize komen om het busje, eigenlijk een kluisje, kapot te krijgen. Nee, de beoogde manier om het busje te legen, was naar de spaar-bank gaan. De busjeshouder bezocht de spaarbank hooguit drie keer per jaar. Een bankbediende leegde dan het busje en schreef het gespaarde bedrag bij in een op naam van de busjeshouder gesteld spaarbankboekje.

Kleine spaardersDe beginjaren van het arbeiderssparen draaiden dus vooral om kleine spaar-ders. De grasduiner in het archief van de Spaarbank voor de Stad Amsterdam komt die term – ’kleine spaarder’ – voortdurend tegen. Het begrip moet het Amsterdamse Bank Management-Team tijdens vergaderingen voor in de mond hebben gelegen. Het is voor de historicus aardig dat de Spaarbank kennelijk graag wilde weten wat voor Amsterdammers het waren die zich regelmatig als nieuwe inlegger kwamen melden. In de jaarverslagen over 1910 en 1911 werden tabellen opgenomen, gebaseerd op de administratie van de bank en een recente beroepstel-ling. Deze tabellen wijzen uit dat in beide jaren meer dan zestig procent van de inleggersaanwas afkomstig was uit de arbeidersklasse. Het is dan ook aan nemelijk dat de bank met de uitdrukking ’kleine spaarders’ juist die personen bedoelde. Over de jaren groeiden de Amsterdamse busjes-

spaarders in aantal. Het systeem viel in arbeiderskringen in vruchtbare aarde, en naarmate de tijd verstreek werd het populairder en populairder. Met name in de tweede helft van de jaren twintig is er sprake van een enorme groei van het aantal busjeshouders. Een correlatie met de welvaartsstijging begin jaren twintig ligt voor de hand: met enige vertraging werkt die door in het aantal spaaractieve busjeshouders.Het is niet te gewaagd om te stellen dat in de tweede helft van de jaren 1920 sparen in de arbeidersklasse een aan-zienlijk wijder verbreide gewoonte werd dan daarvoor. Dat geldt in ieder geval voor Amsterdam, maar hoogstwaar-schijnlijk was het elders in Nederland niet anders.

In onze moderne ogen mag het bus-jeshouderssysteem nogal primitief en ook een tikje paternalistisch lijken, het was de eerste methode die was toe-gesneden op de maat van de mindere man, die van de noodzaak tot sparen al overtuigd was geraakt, maar wie het voor het geheel zelfstandig sparen nog aan voldoende discipline ontbrak. Het gewone volk moest nog door de spaarbanken aan de hand worden genomen. Het geniale van de uitvinder van het huisbusjesspaarsysteem was dat hij dit inzag. De gedachte om de spaarder het beheer van de sleutel van zijn busje te onthouden, mag je ronduit briljant noemen.

EEN BEGRAFENIS ’VAN DE ARMEN’ WAS EEN

SCHANDE DIE TOT ELKE PRIJS WERD VERMEDEN

De gedachte

om de spaarder het

beheer van de sleutel

van zijn busje te

onthouden, mag je ronduit

briljant noemen.

Hoofdbureau van de Spaarbank aan de Singel bij de Munt (1913 - 1943)

Page 6: Juist #4 - Flanderijn incasso- en gerechtsdeurwaarders

IK ZOU WEL BETER MET GELD WILLEN

KUNNEN OMGAANAlleen papiergeld

hou ik langer in mijn

portemonnee:

een briefje van

50 euro, daar ben ik

wel zuinig op.

Lupe van Ratingen (15 jaar) ”Ik krijg 25 euro zakgeld per maand. Daarnaast verdien ik wel eens wat bij met oppassen, helaas bij mensen die bijna elke avond thuis zijn. Ik probeer te sparen voor een nieuwe computer, maar dat lukt niet erg goed. Ik geef te gemakkelijk geld uit: bijvoorbeeld aan een Turkse pizza of een broodje, als ik weer eens mijn lunch vergeten ben. Vooral muntgeld geef ik gemakkelijk uit, maar als ik kan pinnen geldt dat ook. Alleen papiergeld hou ik langer in mijn portemonnee: een briefje van 50 euro, daar ben ik wel zuinig op. Daarnaast moet ik soms cadeautjes kopen voor mijn familie of vrienden. Of een paar nieuwe oortjes voor mijn iPod, dat hakt er ook wel aardig in. Ik zou wel beter met geld willen kunnen omgaan, zodat ik niet in de verleiding kom om zomaar iets te kopen dat ik eigenlijk niet echt nodig heb, zoals een tweedehands LP. Ik ben op zoek naar een baantje bij een supermarkt, maar tot nu toe is het me nog niet gelukt ertussen te komen. Misschien dat ik dat maar opgeef en commercieel app’s ga ontwikkelen voor de iPhone. Dat lijkt me wel een toffe manier om mijn eigen zakgeld te verdienen.”

Emiel Loen (15 jaar) ”Mijn ouders geven me 10 euro zakgeld en 60 euro kleedgeld per maand. Het meeste daarvan gaat op aan kleding, maar het lukt me ook om elke maand te sparen. In het verleden heb ik zo al een drumstel en een stereo-installatie bij elkaar gespaard, en een gedeelte van mijn eigen computer. Ik heb geen baantje, maar ik denk wel dat ik erbij ga werken want het is wel prettig iets ruimer in je geld te zitten. Aan eten geef ik niets uit, ik word namelijk nogal snel te dik dus snacken is niet goed voor mij. Om die reden mag ik ook geen scooter kopen van mijn ouders: ze hebben liever dat ik in beweging blijf door te fi etsen. Ik ben daarom nu aan het sparen voor mijn rijbewijs, en misschien daarna voor een auto. Ik kan de discipline van het sparen best goed opbrengen – eigenlijk heb ik maar een zwakte en dat zijn computerspelletjes. Daar gaat nog wel eens geld in zitten dat eigenlijk op mijn spaarrekening terecht had moeten komen.”

INTERVIEWMET LUPE EN EMIEL

RICH BOY

POOR BOY

Page 7: Juist #4 - Flanderijn incasso- en gerechtsdeurwaarders

MIJN&DIJNJE EIGEN EILAND

Secret eiland71.240 briefjes van € 10,-

Scott's eiland358.030 briefjes van € 10,-

Ravensgrab eiland42.359 briefjes van € 10,-

Buck’s eiland3.535.820 briefjes van € 10,-

Great Hans Lollik eiland3.182.238 briefjes van € 10,-

Ragged eiland353.582 briefjes van € 10,-

Baliceaux eiland 2.121.492 briefjes van € 10,-

Black’s eiland3.394.387 briefjes van € 10,-

Watch eiland139.664 briefjes van € 10,-

© b

ee

lde

n e

ilan

de

n p

riva

teis

lan

dsm

ag

.co

mGOED RECHT

In de vorige JUIST heb ik al mijn ver-bazing geuit over een recent rapport van het Amsterdamse onderzoeks-bureau SEO. Daarin wordt gecon-cludeerd dat de verordening op de onafhankelijkheid van de gerechtsdeur-waarder in het nadeel van opdracht-gevers, schuldenaren en belasting-betalers zou zijn. Inmiddels hebben SEO-onderzoekers Barbara Baarsma en Jules Theeuwes opnieuw hun pijlen op ons gericht en een rapport geschreven waarin het domeinmonopolie van de gerechtsdeurwaarder wordt aangevoch-ten. Zij concluderen onder meer dat het vervangen van het betekenen van een dagvaarding of vonnis door een gerechtsdeurwaarder door een aange-tekende brief een ’miljoenenbesparing’ kan opleveren. Ook zijn ze van mening dat het incassotraject effi ciënter en goedkoper kan en dat de teksten van een exploot nodeloos ingewikkeld zijn.

Opnieuw is dit rapport niet gebaseerd op hard cijfermateriaal. Meerdere keren wordt in het onderzoek vermeld dat het berekeningen zijn ’on the back of an en-velope’ en dat uitgebreider onderzoek nodig is om de aannames te staven. Het is een zogenaamd wetenschappe-lijk onderzoek onwaardig, temeer daar de onderzoekers wél verstrekkende conclusies trekken.

Het navrante is dat die cijfers wel degelijk beschikbaar zijn, maar kennelijk (bewust?) niet zijn gebruikt door de onderzoekers. De kosten van een dagvaardingsexploot zijn in 2000 vastgesteld door de Commis-sie tarieven gerechtsdeurwaarder, bestaande uit vertegenwoordigers van de consumenten (opdrachtgevers en schuldenaren), de advocatuur, de ge-rechtsdeurwaarders, het Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Justitie. Daarbij is gebruik gemaakt van een onderzoek van KPMG, die alle met het exploot verband houdende noodzake lijke verrichtingen heeft geïnventariseerd en geprijsd.

HOE ONAFHANKELIJK IS ONAFHANKELIJK?

De aldus tot stand gekomen kostprijs is vervolgens verhoogd met een ’redelijke winstopslag’ - lees: brutowinst - van 7%. Van de kosten van een dagvaar-dingsexploot van € 73,98 bestaat € 68,80 uit handelingskosten. Die handelingen bestaan uit het gereed maken van de dagvaarding, het laten voldoen aan alle formele vereisten, het op nemen van het eventuele verweer van de gedaagde, het printen van de dagvaarding, het controleren van de dagvaarding en het laten betekenen door een gerechtsdeurwaarder. Voor dit laatste onderdeel wordt, inclusief reiskosten, € 17,00 gerekend. Dat maakt het verschil met een aangetekende brief (€ 7,00) ineens een stuk minder groot. Voor het verschil van € 10,00 staat dan ook nog een juridische professional aan de deur die een toe-lichting kan geven en ook ter plaatse kan inschatten of er wel verhaals-mogelijkheden zijn.

Natuurlijk zijn er kostenbesparingen in het incassotraject te realiseren en moet het taalgebruik in de dagvaarding kritisch worden bekeken. Vanuit de beroepsorganisatie zijn al de nodige verbeteringen voorgesteld, die ook de griffi es ontlasten en daardoor concreet bijdragen aan kosteneffi ciëntie. Daar-naast is onlangs een in begrijpelijke taal gestelde bijsluiter voor ondermeer het dagvaardingsexploot verplicht gesteld.Inmiddels stel ik grote vraagtekens bij de wetenschappelijke kwaliteit van het SEO als instituut. Net als bij het eerste rapport is ook dit onderzoek betaald door een grote speler in de incasso-markt. In beide gevallen zijn de onder-zoeksuitkomsten geheel in lijn met de belangen van die partij. Wie onderzoekt nu eens het SEO?

Michel van Leeuwen, directielid Flanderijn

Kijk voor meer informatie op: www.fl anderijn.nl/nieuws

Page 8: Juist #4 - Flanderijn incasso- en gerechtsdeurwaarders

Contant geld, het belangrijkste medium voor

het doen van betalingen. Pas in de

vorige eeuw heeft cash geld concurrentie

gekregen van PIN, creditcard en de OV-

Chipcard. Zijn we op weg naar een ’cashless

society’? Gert Askes, Managing Director

van G4S Cash Solutions, gelooft er niet in.

”CONTANTE BETALING IS OOK HEEL EENVOUDIG ON GEDAAN TE MAKEN:

NIET GOED, GELD TERUG”

Contant geld was eeuwenlang veruit het belangrijkste medium voor het doen van betalingen. Pas in de vorige eeuw heeft cash serieuze concurrentie gekregen van de cheque, elektronische substituten als de PIN- en creditcard en, sinds het begin van deze eeuw, van nieuwe contactloze betaalmetho-den zoals de OV-Chipcard. Zijn we op weg naar een ’cashless society’? Gert Askes, Managing Director van G4S Cash Solutions, gelooft er niet in. ”Het is een publiek geheim dat het giraal regelen van geldzaken één van de drivers is achter de fi nanciële problemen waarin veel jongeren terechtkomen.”

Het relatieve aandeel van contant geld in het toonbankbetalingsverkeer vertoont het afgelopen decennium een dalende tendens. Is het een kwestie van tijd voordat we allemaal overal en altijd giraal betalen?

”Dat is zeker een interessante vraag, en het antwoord is geen simpel ’ja’ of ’nee’. We hebben onlangs een visie-document - het Cashreport 2011 - ge-schreven waarin we onderzoeken hoe snel en in welke mate deze trend zich zal voortzetten. Onze conclusie: het helemaal afschaffen van contant geld is geen goed idee en het is naar alle waarschijnlijkheid ook niet haalbaar. Eerder lijkt er sprake te zijn van een nieuw evenwicht tussen het aantal contante en elektronische betalingen. Beide hebben hun voors en tegens en de consument lijkt geen van beide te willen missen.”

Waarom is het afschaffen van cash geen goed idee? Er zijn warme pleit bezorgers voor dat plan, zoals mevrouw Annemarie Jorritsma, de voorzitter van de VNG. Volgens haar is contant geld duur, wei-nig praktisch en brengt het overvallers maar op verkeerde gedachten ...

”Maatschappelijk gezien is Nederland gebaat bij een robuust, effi ciënt, veilig en zo goedkoop mogelijk betaalsysteem.

CASH? CARD? CASH? CARD? CASH?

Page 9: Juist #4 - Flanderijn incasso- en gerechtsdeurwaarders

TEAMLEIDERPORTRET

ERIKTAZELAAR

Erik Tazelaar, Teamleider Verzekering-debiteuren ONVZ Zorgverzekeraar

”Met 400.000 verzekerden is ONVZ een middelgrote zorgverzekeraar. We zijn actief in het hogere marktsegment en onderscheiden ons daarin door een persoonlijke benadering van onze klanten: soms inhoudelijk, een andere keer met een steuntje in de rug. Om die reden is de afdeling Verzekering-debiteuren dan ook niet ondergebracht bij de afdeling Financiën, maar binnen de divisie Verzekerden zelf. Ons team van 18 vaste medewerkers en een avondploeg van acht parttime mede-werkers houdt de vinger aan de pols en zorgt ervoor dat betalingsachterstanden tijdig gesignaleerd worden. We nemen altijd eerst telefonisch contact op om te kijken wat er speelt en of er samen met de klant een oplossing kan worden gevonden. Pas als we alle opties hebben

geprobeerd, geven we een vordering uit handen. Maar in de meeste gevallen is dat niet nodig, mede omdat we onze verzekerden een keur aan betalings-mogelijkheden bieden. Van de klassieke automatische incasso en de acceptgiro tot geavanceerde online betaalmethoden als de accept e-mail of de digitale nota: op ieder gewenst moment kan betaald worden; laagdrempelig en snel. We in-casseren jaarlijks zo’n 450 miljoen euro aan premies. Winst is niet onze drijfveer, maar we hebben natuurlijk wel een grote verantwoordelijkheid ten opzichte van de zorgverleners waarmee we zaken doen. Een ziekenhuis of kliniek moet op ons kunnen bouwen en onze verzeker-den de zorg kunnen bieden die zij nodig hebben. Het is dus uiterst belangrijk dat we de stroom van premies op orde houden, dat is niet alleen de verant-woordelijkheid van onze afdeling, het is het bestaansrecht van ONVZ.”

Dat ben ik met mevrouw Jorritsma eens. De vraag is alleen: is dat per defi nitie een giraal systeem. Ik denk het niet. Aan contant geld is een aantal voordelen verbonden die zeer wezen-lijk zijn in de ogen van de consument. Om te beginnen is cash anoniem en ongevoelig voor systeem- en stroom-storingen. Een ander groot voordeel van cashbetalingen is dat er geen derde partij voor hoeft te worden ingescha-keld. Contant afrekenen leidt tot ’direct settlement’, ongeacht opleiding, leeftijd en andere persoonlijke omstandig-heden, waaronder een BKR-registratie. Contant geld wordt bovendien vrijwel overal geaccepteerd en een contante betaling is ook heel eenvoudig on-gedaan te maken: niet goed, geld terug. Wezenlijk belangrijker is echter dat cash helpt budgetteren en een grote groep consumenten meer verantwoor-delijk met geld laat omgaan. Voor mensen die niet goed in staat zijn een elektronisch budget te beheren heeft cash een belangrijke signaalfunctie: op is op. Dat deze groep groter is dan gedacht wordt blijkt uit de aanzienlijke investeringen die de Rijksoverheid doet in consumenteneducatie op dit terrein. Het is een publiek geheim dat het giraal regelen van geldzaken één van de drivers is achter de fi nanciële problemen waarin veel jongeren terechtkomen.”

Uw onderneming verzorgt waarde-transport en biedt banken en detail-listen allerlei ’cash solutions’, zoals het vullen van geldautomaten. Daar zijn substantiële kosten aan verbonden. Contant geld moet bovendien gedrukt worden, opgeslagen, geteld en be-veiligd. Is contant betalen in maat-schappelijk opzicht niet gewoon veel duurder dan elektronisch betalen?

”Feit is dat het gebruik van contant geld een uitgebreide en kostbare in-frastructuur vereist. Wat wel eens ver-geten wordt: dat geldt net zozeer voor elektronisch betalen. Denk bijvoorbeeld aan de uitgebreide onderliggende ICT-structuur die daarvoor nodig is. Betalen kost gewoon geld. Uit ons onderzoek blijkt overigens dat het vergelijken van beide betaalmethoden in feite nauwe-lijks mogelijk is. Er is namelijk geen enkele eenduidigheid in het gebruik van data, methodologie, gemaakte aannames, wijze van kostenallocatie, enzovoorts. Maar eerder onderzoek

in Zweden toont aan dat met name voor kleinere bedragen cash zeker niet duurder is en zelfs de laagste kosten per eenheid heeft in vergelijking met andere instrumenten. Dat geldt natuur-lijk niet bij het aankopen van een auto of een huis, al is het in andere Europese lidstaten niet ongebruikelijk ook dat soort aankopen contant te betalen.”

In hoeverre is cash onveiliger dan elektronisch betalen? Veel detaillisten willen graag van contant geld af met het oog op overvallen en diefstal door winkelpersoneel ...

”Dat ligt wat genuanceerder, kan ik u zeggen. Met name bij het MKB is contant geld nog vaak favoriet, omdat PINnen voor de detaillist nu eenmaal kosten per betaling meebrengt. Maar los daarvan: als retailers elke vorm van contant geld uit hun winkel weren, dan kunnen ze daarvan in ieder geval niet langer beroofd worden. Veel detaillisten willen dat echter helemaal niet, omdat uit proeven is gebleken dat ze dat hoe dan ook omzet kost. Maar de belangrijk-ste vraag is of de vermeende onveilig-heid van cash wel als ’stand alone’ issue kan worden bezien. Winkeliers die het slachtoffer zijn van een valse kaart-betaling of andere vormen van girale fraude zijn evengoed slachtoffer van een onveilige situatie. Er wordt ver-houdingsgewijs veel meer geskimmed (gefraudeerd met betaalpassen – red.) dan dat er overvallen worden gepleegd. Maar die kosten worden vooralsnog door de banken vergoed, dus daar lees je veel minder over. In dat licht bezien is de onveiligheid van cash relatief, namelijk afhankelijk van de veiligheid die elektronisch betalen biedt.”

Dus als het lukt om elektronisch betalen 100% veilig te krijgen ...

Er is geen enkel systeem waterdicht. Ook de vitale systemen van het girale betalingsverkeer kunnen geraakt wor-den door een langdurige storing, en de veiligheid van data kan kortere of langere tijd in het geding zijn als gevolg van een actie van hackers. Contant geld kan dan - op zijn minst periodiek - onmisbaar blijken als back-up. Tegen dat licht is het zelfs de vraag of een af-name van het chartale betalingsverkeer überhaupt een wenselijke ontwikkeling is. Tegelijkertijd geldt dat aan cash geld nadelen verbonden blijven die gemini-maliseerd dienen te worden. Dat helpt om de maatschappelijke kosten en de kosten voor de afzonderlijke stake-holders zo laag mogelijk te houden én om de veiligheid van de gebruikers van cash te waarborgen. Aangezien contant geld rouleert in een keten kan dit alleen maar gebeuren als alle schakels in die keten daaraan meewerken en bereid zijn daarin te investeren. Op dat punt zijn we nu aangeland. Banken, retailers en de industrie moeten veel meer inzetten op een in gezamenlijkheid ontwikkelde strategie om de cash-cycle veiliger te maken, eerder dan op het afschaffen van cash.”

Winst is niet onze

drijfveer, maar we hebben

natuurlijk wel een

grote verantwoordelijkheid

ten opzichte van de

zorgverleners waarmee we

zaken doen.

Cash heeft ook een

belangrijke signaalfunctie:

OP is OP.

Page 10: Juist #4 - Flanderijn incasso- en gerechtsdeurwaarders

Als aanmaningen

en telefonisch contact

niet het gewenste

resultaat opleveren wordt

de klant eerst

geblokkeerd voor

kredietverzendingen:

het is dan

verder boter bij de vis.

Vaak

blijkt namelijk dat

niet-betalen een signaal

is, en dat de klant in feite

ontevreden is over

het product of de service.

Jan van de Ree, fi nancieel manager/controller Nuon Beveiliging

”Nuon is natuurlijk in de eerste plaats bekend als energieleverancier. We bieden echter ook een aantal bijkomende diensten aan op het gebied van energieadvies en om onze klanten in en om het huis te ontzorgen. Beveiliging is een van deze zogenaam-de value added services: ruim 25.000 consumenten maken gebruik van een Nuon-beveiligingsinstallatie, inclusief servicecontract en aansluiting tot de meld kamer. De kosten voor de aanleg zijn voor ons: de klant betaalt voor het geheel een vast bedrag per maand, omgerekend een euro per dag. Worden de abonne-mentskosten niet tijdig voldaan, dan krijgt de klant eerst een seintje vanuit ons geautomati-seerd e-mail- en sms-systeem. Helpt dat niet, dan nemen we zelf contact op om te kijken wat er aan de hand is. Vaak blijkt namelijk dat niet-betalen een signaal is, en dat de klant in feite ontevreden is over het product of de service.

Komen we niet tot een oplossing, dan geven we na drie maanden de vordering uit handen aan Flanderijn. Als we van de deurwaarder horen dat de klant niet kan betalen wordt het abonnement stopgezet. De door Flanderijn te incasseren vordering blijft dan wel staan en wordt verhoogd met de nog niet betaalde investeringskosten die we gemaakt hebben. Dat zijn gelukkig uitzonderingen: de meeste consumenten kiezen bewust voor veiligheid in en om het huis.”

Guyon Waltmans, Teamleider Debt & Credit Risk Management, DHL EFSS

”DHL is de grootste logistieke dienst-verlener ter wereld. Alleen al in de Benelux bedienen we zo’n 45.000 accounts. Het fi nanciële traject is ondergebracht bij een Shared Service Center in Maastricht, waartoe ook het team Debt & Credit Risk Management - als onderdeel van de debiteuren afdeling - behoort. De taak van mij en mijn collega’s is tweeledig. Op de eerste plaats adviseren we de landen organisaties op het terrein van risk management. Hoe kredietwaardig is een klant? Is er sprake van een twijfelachtige staat van dienst? Daarnaast komen we in beeld als er betalings problemen optreden. Voor elk dossier is er een afgestemd behandel-plan beschikbaar en zetten we een aantal gerichte acties in gang om betalingsachterstanden weg te werken.

Als aanmaningen en telefonisch contact niet het gewenste resultaat opleveren wordt de klant eerst geblok-keerd voor kredietverzendingen: het is dan verder boter bij de vis. Als het ons dan nog niet lukt het geld binnen te halen en we in feite alle stadia van het behandelplan hebben doorlopen, wordt de vordering uit-besteed. Flanderijn is een van onze vaste partners in dat incassotraject. Voor ons een belangrijke steun, want cash fl ow is target nummer één binnen onze afdeling en alle medewerkers worden daarop beoordeeld.”MANAGER

PORTRETJAN

VAN DE REE

TEAMLEIDERPORTRETGUYON

WALTMANS

Page 11: Juist #4 - Flanderijn incasso- en gerechtsdeurwaarders

GROEIKAPITAAL ALS BELEGGER ZEG IK:

”NEEM LIEVER WAT MEER RISICO ALS JE ZO JE OMZET

KUNT LATEN STIJGEN”

’Verborgen geld’. Zo noemt Carel van Bemmelen het kapitaal dat is opgesla-gen in voorraden of in nog niet voldane facturen. Of vastzit in niet-strategische bedrijfsmiddelen, zoals een kantoor-gebouw, hoogpolig tapijt, bureaus of auto’s. Met name kleinere ondernemin-gen hebben de neiging om veel zelf te fi nancieren, weet Van Bemmelen. ”De redenering is dan: als het dan even wat minder gaat zijn we niet direct afhankelijk van de bank. Nu weet ieder-een dat een bank een paraplu uitleent als het droog is en die weer terugvraagt zodra het begint te regenen, dus dat er soms veel cash in een onderneming zit is dus goed te begrijpen en tot op zekere hoogte ook te billijken … Maar het geeft een verschaffer van risico-kapitaal niet direct een warm gevoel, want uiteindelijk drukt dat het rende-ment. Je had van dat geld namelijk ook een concurrent kunnen overnemen, of je dienstenpakket kunnen uitbreiden door nieuwe expertise in te kopen. Kleine ondernemers besteden geld vrijwel altijd aan het verminderen van risico. Als belegger zeg ik: neem liever wat meer risico als je zo je omzet kunt laten stijgen.”’Cash is king’: het veiligstellen van werk-

kapitaal. Maar cash mag nooit een doel op

zich zijn, zegt Carel van Bemmelen, verbonden

aan investeringsfonds NPM Capital.

Hij investeert enkel in bedrijven die met cash

ook daadwerkelijk groei realiseren.

”Bij een bank kom je niet ver met je dromen.”

Page 12: Juist #4 - Flanderijn incasso- en gerechtsdeurwaarders

Van Bemmelen’s stiel is het verschaffen van kapitaal aan niet-beursgenoteerde ondernemingen. Traditioneel waren dat vaak familiebedrijven met groei-ambities, maar steeds vaker zijn het ook ondernemingen die onderdeel waren van een multinational, maar waarin het moederbedrijf geen brood meer zag. Bij de waardering van ondernemingen kijkt NPM Capital op de eerste plaats naar de winstgevendheid. ”De cash die uit de onderneming komt, daar heb je als belegger wat voor over en dat betekent dat het een heel be-langrijke factor is voor de waarde van een onderneming. We bepalen daarom eerst hoeveel keer de winst we voor een onderneming willen betalen. Door-gaans ergens tussen de vijf en tien keer het bedrijfsresultaat, afhankelijk van de omvang van de onderneming, of er ook internationale activiteiten zijn en of ze bijvoorbeeld een bekend merk in huis hebben”, zegt Van Bemmelen. ”Maar er is een tweede criterium, en dat is mis-schien nog wel belangrijker: hoe wordt de cash die wordt gegenereerd door de onderneming gebruikt? Ik zie vaak dat ondernemers niet goed met hun geld omgaan en daardoor feitelijk de waarde van hun onderneming verminderen. Onnodig hoge voorraden, maar ook je klanten te laat laten betalen zijn daar bekende voorbeelden van.”

Kortzichtigheid Een onderneming die goed met haar middelen omgaat investeert in groei, of in productontwikkeling of in het aantrekken van specifi eke expertise. Dat zijn namelijk de assets die uitein-delijk weer meer cash fl ow genere-ren, zegt Van Bemmelen. Dat geldt mutatis mutandis ook voor vreemd vermogen: geld lenen om een nieuwe fabriek te kunnen openen getuigt van een strategische visie, geld lenen om bijvoorbeeld kantoormeubilair aan te kopen van een zekere kortzichtigheid. ”Ik zie liever geen auto’s op de balans staan: het geld dat daarin zit kan beter aangewend worden. Niet-strategische goederen kun je veel beter leasen: de kosten daarvan vang je namelijk gemakkelijk op als je door groei meer winst kunt genereren.” Private Equity heeft in de ogen van Van Bemmelen ten onrechte een slechte naam. ”Wat wij doen is het verschaf-fen van groeikapitaal, en we voorzien ondernemingen naar beste kunnen van

advies zodat die groei uiteindelijk ook verzilverd kan worden. Dat staat ver, zeer ver af van de praktijk van hedge funds, die in feite in bedrijven stappen om de boel te stropen. Wij fi nancieren weliswaar agressiever dan bijvoorbeeld een familiebedrijf, maar nooit ’over the top’. Als je een onderneming overlaadt met schulden gaat al het geld naar de afl ossing daarvan en wordt het niet besteed aan groei.” Op de vraag of een onderneming niet beter uit is met geld lenen bij een neutrale bank dan bij een partij die als medeaandeelhouder mede de stand van de zeilen bepaalt, zegt Van Bem-melen: ”Banken fi nancieren het liefst zaken waaraan een vorm van zekerheid

is verbonden. Iets dat ze, mocht het mis gaan, kunnen uitwinnen: een gebouw, een auto, een machine. Maar groei? Nieuwe markten ontginnen? Nieuwe paden betreden waar je geen track record hebt? Dat wordt een heel moei-lijk verhaal, en al helemaal als je 100% fi nanciering zoekt. Ik zeg altijd: bij een bank kom je niet ver met je dromen.”

Dynamisch spel Het is mede om die reden dat het aantrekken van risicokapitaal steeds meer ’en vogue’ is. Een andere reden die Van Bemmelen noemt is schaal-grootte: ondernemingen die werke-lijk iets willen betekenen in een snel globaliserende markt moeten een zekere omvang hebben. ”De periode van klein schaligheid is voorbij. Het is nu eenmaal erg moeilijk om eerst zoveel geld te ver dienen dat je je eigen groei-plannen kunt fi nancieren.” En dus komen steeds meer onder-nemingen in aanraking met de visie van de professionele belegger: met geld moet je geld maken. Cash management kan daar een belangrijke bijdrage aan leveren, zegt Van Bemmelen. Uit zijn jarenlange ervaring als manager en bestuurder in het bedrijfsleven weet hij dat dit een dynamisch spel is. ”Mijn ervaring is dat facturen maar zelden worden afgehandeld op datum van binnenkomst of op basis van de afge-sproken betalingstermijn. De volgorde wordt bepaald door de hoeveelheid energie die aan het innen van geld wordt besteed, of door de druk die wordt uitgeoefend. En hoe hoger de infl atie, hoe groter dat probleem wordt want mensen hebben er dan belang bij om zo laat mogelijk te betalen. Ik heb een tijd in Turkije gewerkt toen de infl atie daar bijna 100% was. We gaven toen fantastische discountkortingen aan bedrijven die cash betaalden. Dat kwam goed uit, want we konden dat geld daarna direct vermeerderen op de kapitaalmarkt. Veel ondernemingen hebben nogal een eendimensionale kijk op cash management, terwijl je er heel creatief mee om kunt gaan.”

Carel van Bemmelen is directeur van opkoopfonds Neerlands Glorie en vervult verschillende commissariaten, waaronder Royaan, Neerlands Glorie Conserven (HAK), Optele en Aupin.

Ik zie vaak dat

ondernemers niet goed

met hun geld omgaan.

Onnodig hoge voorraden,

maar ook je klanten

te laat laten betalen zijn

daar bekende

voorbeelden van.

NOBEL STREVEN

(G)een nobel strevenBinnen Flanderijn werken wij met een aantal duidelijke ’verkeersregels’. Die zijn opgenomen in het Flanderijn Prestatie- en Ontwikkelingsplan (FPO) en zijn in 2008 voor het eerst aan de medewerkers van Flanderijn gepresen-teerd. Die regels gelden voor iedereen binnen de organisatie, ongeacht het functieniveau.Eén van die verkeersregels is dat we werken volgens de werkmethodiek van Flanderijn, gebaseerd op heldere plannen en afspraken. Die plannen en afspraken zijn onderdeel van het kwaliteits managementsysteem (KMS) van Flanderijn. De afgelopen jaren is een team van ervaren medewerkers bezig geweest dit systeem op alle vestigingen van Flanderijn in te voeren. Het KMS is gebaseerd op de ISO 9001:-2008 kwaliteitsnorm en op de kwaliteits -normen voor de gerechtsdeurwaarders. Om te voorkomen dat het bij een nobel streven zou blijven zijn begin 2011 alle vestigingen van Flanderijn door externe auditors getoetst op de juiste werking van het KMS. De auditors hebben geconstateerd dat alle vesti-gingen van Flanderijn voldoen aan de ISO 9001:2008 kwaliteitsnorm én aan de kwaliteitsnormen voor de gerechts-deurwaarder. Op 8 april hebben wij de certifi caten in ontvangst mogen nemen. Hiermee is Flanderijn één van de eerste gerechtsdeurwaarders die positief getoetst is op én ISO 9001:2008 en de kwaliteitsnormen voor gerechtsdeur-waarders. Iets om trots op te zijn.

Michel van Leeuwen, directielid Flanderijn

ONZE WAARDEN

Page 13: Juist #4 - Flanderijn incasso- en gerechtsdeurwaarders

De verschijningsvorm van geld heeft grote invloed op de perceptie en het be-stedingsgedrag van consumenten, zegt Henriëtte Prast. Volgens de hoogleraar Persoonlijke Financiële Planning aan de Universiteit van Tilburg zou de moderne techniek niet alleen aangewend moeten worden om betalen gemakkelijker te maken, maar ook om geld uitgeven juist te bemoeilijken. ”Mensen hebben een soort mechanisme nodig waarmee ze zichzelf in toom kunnen houden.”

U bent bekend om uw uitspraak dat betalingstechnologie als ’non-neutraal’ moet worden beschouwd. Wat bedoelt u daar precies mee?”Met die uitspraak keer ik me tegen de kennelijk bij de banken, overheid en werkgevers heersende overtuiging dat geld geld is, en dat de verschijnings-vorm van geld niet uitmaakt voor hoe mensen ermee omgaan. Dat is een misverstand.”

Maakt het voor de consument uit of hij contant moet betalen in een winkel, of kan pinnen?”Wel degelijk. Er is gedegen onderzoek waaruit blijkt dat als mensen op een

veiling contant moeten betalen, ze minder hoog bieden dan als ze met een creditcard kunnen betalen. Zelfs als ze veel contant geld bij zich hebben. Kort samengevat zou je kunnen zeggen: geld dat er niet uitziet als geld, ’voelt’ ook minder als geld.”

Toch denk ik dat niemand meer terug wil naar de tijden dat er alleen contant geld voorhanden was. Pinnen, internet-bankieren, credit cards – allemaal erg handig.”Dat zal ik niet ontkennen. Het punt is alleen dat je enkele decennia geleden

naar die kennis. Met name bij de overheid denken ze nog steeds: weten is doen. Vandaar ook dat overheden altijd zo op ’informatie’ en ’transparan-tie’ koersen. Terwijl we allang weten dat dat niet opgaat: niet voor snoepen, niet voor alcohol, niet voor roken en dus ook niet voor het verstandig omgaan met geld. Zo’n disclaimer: ’Let op. Geld lenen kost geld.’ is zinloos. Mensen hebben een soort mechanisme nodig waarmee ze zichzelf in toom kunnen houden. En de betaaltechnologie is van invloed op de mate waarin die mecha-nismen beschikbaar zijn.”

Voor de meeste mensen geldt dus dat ze trucjes nodig hebben om zichzelf niet teveel op het spek te binden?”Zo zou je het kunnen formuleren, ja. En wat eigenlijk heel bevreemdend is, is dat technologie vrijwel alleen maar ingezet wordt om betalen gemakkelijker te maken, terwijl diezelfde techniek ook oplossingen zou kunnen bieden om mensen tegen zichzelf te beschermen. Een aardig voorbeeld van dat laatste is de al bestaande dienst om het verzen-den van sms’jes gedurende bepaalde uren van de nacht te blokkeren. Mensen betalen daarvoor, omdat ze weten dat ze vaak op zaterdagnacht berichten versturen waar ze de volgende ochtend spijt van hebben. Op een sterk moment bescherm je jezelf tegen je gedrag op zwak moment. Daarom drinken ex-alcoholisten ook geen druppel meer: ze weten dat als ze daaraan beginnen, het hek van de dam is.”

Zou het helpen als mensen bijvoorbeeld twee keer per maand de helft van hun salaris uitgekeerd zouden krijgen, in plaats van alles in een keer aan het eind van de maand?Het IMF betaalt zijn werknemers tweewekelijks, dus het kan prima. We zijn van dagloon naar weekloon naar maandloon gegroeid, maar we hoeven ons natuurlijk niet tot in lengte van dagen door de stand van de maan te laten leiden. Waar het mij om gaat is dat er zo weinig wordt gespeeld met alternatieven die soms zo voor de hand liggen. Het probleem is natuurlijk dat als je ergens begint met veranderen, alles mee moet veranderen. Vier keer per maand salaris en een keer per maand je hypotheek afgeschreven krijgen werkt natuurlijk ook niet: het

hele systeem van vaste lasten moet dan om. Maar ik vind dat een gedachte die we niet a priori moeten verwerpen. Het gaat erom dat we mogelijkheden creëren voor mensen om goed voor zichzelf te zorgen zonder dat het betuttelend wordt. Want dat is in deze tijdgeest een recept voor mislukking.”

Bent u van mening dat mensen te gemakkelijk op krediet kunnen kopen?”Dat is een lastige vraag. Er klinken nu vanuit allerlei gremia geluiden dat mensen beperkt moeten worden in de mate waarin ze schulden kunnen aangaan, bijvoorbeeld voor een hypotheek. Nu zit ik weliswaar in de Raad van Toezicht van de AFM, maar mijn persoonlijke mening is dat regels inmiddels wel erg beperkend zijn en daardoor mensen eigenlijk eerder in persoonlijke problemen brengen. Ik ben

daar dus niet zo voor. Maar als je zegt: maken bedrijven het niet wat al te gemakkelijk gebruik van de psychologie van de klant die bezwijkt voor de verleiding, dan is het antwoord ja. Maar of vervolgens de conclusie is dat we dat moeten gaan verbieden ... dan grijp je wel erg in in de vrijheid van mensen. Ik zie meer in instrumenten die mensen helpen die verleiding te weerstaan, waardoor degenen die zichzelf in bedwang kunnen houden de vrijheid hebben om wél bepaalde aankopen te doen.”

U zegt: bedrijven maken misbruik van de psychologie van de klant. Is dat wijdverbreid? ”Laat ik zo zeggen: het is zeker niet zo dat consumenten neutraal worden benaderd. Ik maak er op dit moment een studie van, en dan valt op dat er een strategie achter zit en dat veel aanbieders met hun marketing inspelen op de zwaktes van de consument. De goedkope belbundel is een goed voorbeeld: die is goedkoop totdat je meer belt dan je mag. Dan blijkt het ineens een heel dure bundel te worden. Consumenten onderschatten steevast

hun toekomstig gebruik, en daar wordt slim op ingespeeld. Idem bij de jaar-kaart van de sportschool: daarbij overschatten mensen hun toekomstig gebruik en dus is ’ie duur in aanschaf, maar mag je daarna gratis zoveel sporten als je wilt. Na twee weken is de lol er af, maar de kaart is al aange-schaft. Iedereen weet dat veel printers met verlies verkocht worden om vervolgens heel dure merkcartridges te kunnen verkopen. De consument denkt: mooie printer voor weinig, en ik let wel op niet teveel te printen. Wat vervol-gens natuurlijk niet gebeurt. Je ziet dat soort zaken ook op geldgebied: een kredietfaciliteit kun je met drie muis-klikken aanvragen, maar een krediet-faciliteit opzeggen is ineens heel lastig en kan enkel tijdens kantooruren met overlegging van een formulier in drievoud. Ik ben van mening dat er wel eens wat meer aandacht voor dit soort mechanismen mag komen.”

nog kon zeggen: ik neem 25 gulden mee en meer geef ik vanmiddag niet uit. Klaar. En dat lukte dan. Vandaag de dag lukt dat heel veel mensen niet meer, omdat ze altijd en overal kunnen betalen. Is het contant geld op, dan kan er gepind worden, en is het saldo ontoereikend dan is er de credit card. Het is dus voor mensen steeds moei-lijker geworden om zichzelf een grens op te leggen, omdat ze altijd en overal bij hun geld kunnen. Met een paar muis-klikken boek je zo je spaartegoed over naar je rekening courant: geen enkele rem. Het betalen per mobiele telefoon of vingerafdruk is slechts nog een kwestie van tijd. Let wel: voor mensen die heel rationeel met geld omgaan maakt de verschijningsvorm van geld en of je er gemakkelijk bij kan niets uit. Het probleem is alleen dat er maar heel weinig van die mensen zijn.”

Maar je weet toch als consument dat je niet onbeperkt kunt blijven afrekenen zonder in de problemen te komen? Net zoals je weet dat rood staan geld kost ... ”Dat is weer zo’n hardnekkig misver-stand, dat als mensen nu maar iets weten, dat ze dan ook zullen handelen

Kort samengevat

zou je kunnen zeggen:

geld dat er niet

uitziet als geld, ’voelt’

ook minder als geld.”

GELD IS GELD!TOCH ...?

HENRIETTE PRAST HOOGLERAAR PERSOONLIJKE FINANCIELE PLANNING

Monetaria moneta (Cypraea moneta)

Schelpengeld is een ruilmiddel dat ooit vrij gebruikelijk was in meerdere landen.

Page 14: Juist #4 - Flanderijn incasso- en gerechtsdeurwaarders

HET LAATSTE WOORD

Ank Boers, gerechtsdeurwaarder, Flanderijn en Boers, Maastricht.

”Ik ben vanaf 2004 in Friesland, Gronin-gen en Noord-Holland als toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder werkzaam geweest. De roots van ons gezin liggen echter in het zuiden van het land, in Brabant en Zuid-Limburg. Toen de gelegenheid zich voordeed om onder de vlag van Flanderijn een eigen vestiging in Maastricht te openen, heb ik die dan ook met beide handen aangegrepen. De start is niet gemak-kelijk, omdat ik als waarnemer direct de zaken van een gerechtsdeurwaarder moet oppakken die failliet is gegaan. Er liggen grote stapels dossiers die mijn medewerkers en ik fi nancieel moeten afwikkelen. Tegelijkertijd ligt er de uit-daging om Flanderijn als nieuwe speler in de lokale markt te introduceren. Daar ben ik nu volop mee bezig.”

”Gerechtsdeurwaarderswerk in Maas-tricht wijkt niet wezenlijk af van wat je elders doet. Wat wel afwijkt is de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Hier geldt dat je mensen

moet kennen, gekend moet worden, de cultuur en de omgangsvormen moet snappen. Je moet laten merken dat je er trots op bent om één van hen te zijn, en dat je bereid bent daarin te investeren. Ik ben weliswaar zelf geen Limburger, maar wel getrouwd met een ras-Limburger die thuis gewoon ’plat’ praat. Ik heb bovendien in Maastricht gestudeerd en er in het verleden vijf jaar gewoond. Kortom, ik ben niet onbekend met de volksaard van de Maastrichtenaar.”

”Het is prettig om een start te kunnen maken als onderdeel van een grotere organisatie. Al was het maar omdat we direct al zoveel landelijk werk hebben dat we met een behoorlijk kantoor kun-nen beginnen. Maar de echte uitdaging ligt natuurlijk in het ontginnen van de lokale markt, die zich hier overigens uitstrekt tot over de Belgische en Duitse grenzen. Arts- of tandartsbe-zoek in Duitsland komt hier veel voor, en dus krijg je te maken met grensover-

schrijdende dossiers, contacten met buitenlandse collega-kantoren en contacten met bijvoorbeeld de Duitse Kamer van Koophandel en Duits-Neder-landse ondernemersverenigingen. Daar moet ik de komende periode langzaam-aan mijn weg in zoeken.”

”Of klanten straks ook contant kunnen betalen op ons nieuwe kantoor? Uiteraard. Een goede deurwaarder neemt altijd geld aan. Of het echter veel zal voorkomen is moeilijk te voor-spellen, dat hangt af van je portefeuille en het soort van opdrachtgevers. Het is nog te vroeg daar nu al wat over te kunnen zeggen. Kom over een jaartje nog eens terug, dan weet ik meer. Kleine Looiersstraat 12, niet ver van het Vrijthof.”

EEN GOEDE DEURWAARDER NEEMT ALTIJD

GELD AAN

ANK BOERS, GERECHTS-

DEURWAARDER FLANDERIJN EN BOERS,

MAASTRICHT

Ank BFland

zoek in Duitsland komt hier veel voor,en dus krijg je te maken met grensover-

Page 15: Juist #4 - Flanderijn incasso- en gerechtsdeurwaarders

... incasso gelukkig ookWie geleverd heeft, moet worden betaald. Flanderijn helpt u met het innen van uw factuur. Met waar nodig een strenge aanpak.

Omdat we vinden dat u recht hebt op uw geld. Zo eenvoudig is het. www.fl anderijn.nl

Niet betalen iseen mentaliteit ...