Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

40
Joringel keek naar Jorinde.

Transcript of Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Page 1: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Joringel keek naar Jorinde.

Page 2: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Het was een mooie avond.

Page 3: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Daarna begon de zon krachtig te stralen, en hierop trok de reiziger onmiddellijk zijn mantel uit.

Page 4: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Hij zocht tot aan de negende dag.

Page 5: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Hij stond erbij als van steen, kon niet huilen, niet praten, geen hand of voet bewegen.

Page 6: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Jorinde huilde een beetje.

Page 7: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Er was eens een oud kasteel midden in een diep en donker bos.

Page 8: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Joringel ging weg en kwam uiteindelijk in een vreemd dorp.

Page 9: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

De noordenwind begon toen uit alle macht te blazen, maar hoe harder ie blies, deste dichter trok de reiziger zijn mantel om zich heen;

Page 10: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Daarna veranderde hij ook alle andere vogels weer in meisjes en ging met zijn Jorinde naar huis.

Page 11: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Hij plukte de bloem en ging ermee naar het kasteel.

Page 12: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

" Oh, wat moet er van mij worden? "

Page 13: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Toen ze Joringel zag werd ze kwaad, heel erg kwaad.

Page 14: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Wanneer iemand binnen honderd meter van het kasteel kwam, moest hij stilstaan en kon zich niet meer verroeren.

Page 15: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Joringel keek door de struiken en zag vlakbij de oude muur van het kasteel.

Page 16: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Hij riep, hij huilde, hij jammerde, maar het was allemaal voor niets.

Page 17: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Daarin woonde een oude heks helemaal alleen.

Page 18: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Mijn vogeltje met het rode ringetje Zingt lijden, lijden, lijden :

Page 19: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Ze had wel zevenduizend kooien met zulke bijzondere vogels in haar kasteel.

Page 20: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Dat kooitje bracht ze dan naar een zaal van haar kasteel.

Page 21: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Op een keer droomde hij 's nachts dat hij een bloedrode bloem vond met in het midden een prachtige grote parel.

Page 22: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Joringel kon niets zeggen, niet van z'n plaats komen.

Page 23: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Toen hoorde hij ze fluiten.

Page 24: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Daar was de heks bezig de vogels in hun zevenduizend kooien te voeren.

Page 25: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Hij viel voor de oude vrouw op de knieën en smeekte haar om hem Jorinde terug te geven.

Page 26: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Ze kon dieren en vogels naar zich toe lokken.

Page 27: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

In het midden lag een grote dauwdruppel, zo groot als de mooiste parel.

Page 28: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Er waren vele honderden nachtegalen, hoe moest hij nou Jorinde terugvinden?

Page 29: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Hij schrok en werd doodsbang.

Page 30: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Nu was de zon ondergegaan.

Page 31: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Het zingt voor het duifje, zingt voor zijn dood, Zingt lijden, lij, tuwiet, tuwiet, tuwiet.

Page 32: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Toen hij dichtbij het kasteel gekomen was, verstijfde hij niet, maar hij liep door tot aan de deur.

Page 33: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Juist op dat moment kwam er een reiziger aan, die gehuld was in een warme mantel.

Page 34: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Het heldere zonlicht scheen tussen de boomstammen door in het donkere groen van het bos.

Page 35: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Toen hij zo rondkeek, merkte hij, dat de oude vrouw stiekem een vogelkooitje wegpakte en daarmee naar de deur liep.

Page 36: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Vaak liep hij rond het kasteel, maar hij kwam nooit te dichtbij.

Page 37: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

Overdag veranderde ze zich in een kat of een uil, maar 's avonds werd ze weer een mens.

Page 38: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

en ten lange leste gaf de noordenwind het op.

Page 39: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

En ze leefden nog lang en gelukkig met elkaar.

Page 40: Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.

De noordenwind en de zon waren erover aan het redetwisten wie de sterkste was van hun beiden.