Jodometrische titratie van dijood - Uitwerking in normaliteit

2
Jodometrische titratie van I 2 - normaliteit (N) We werken een voorbeeld uit van de berekeningen die nodig zijn voor de jodometrische titratie van I 2 in gramequivalenten en normaliteit (N). Standaardisatie van S 2 O 2- 3 met KIO 3 Er wordt een ±0, 1NS 2 O 2- 3 -oplossing bereid uit Na 2 S 2 O 3 5H 2 O (zie labovoorbereiding). MM Na 2 S 2 O 3 5H 2 O = 248, 2g/mol 2S 2 O 2- 3 --→ S 4 O 2- 6 + 2e - VM Na 2 S 2 O 3 5H 2 O = MM 1 = 248, 2g/mol 1 val/mol = 248, 2g/val De S 2 O 2- 3 -oplossing wordt gestandaardiseerd met KIO 3 volgens de tweede methode. De stan- daardisatie van de S 2 O 2- 3 -oplossing met KIO 3 verloopt volgens het jodometrische principe. IO - 3 + 8I - + 6H + --→ 3I - 3 + 3H 2 O 3I - 3 + 6S 2 O 2- 3 --→ 9I - + 3S 4 O 2- 6 IO - 3 + 6S 2 O 2- 3 + 6H + --→ I - + 3S 4 O 2- 6 + 3H 2 O MM KIO 3 = 214, 0g/mol VM KIO 3 = MM 6 = 214, 0g/mol 6 val/mol = 35, 67 g/val Op de analytische balans zal steeds ±71, 3 mg KIO 3 worden afgewogen (zie labovoorbereiding). KIO 3 1. (ml) 2. (ml) 3. (ml) 4. (ml) E.V. S 2 O 2- 3 19,69 19,68 20,13 20,19 B.V. S 2 O 2- 3 0,63 1,01 1,09 1,28 T.V. S 2 O 2- 3 19,06 18,67 19,04 18,91 mg KIO 3 mval KIO 3 mval S 2 O 2- 3 ml S 2 O 2- 3 N S 2 O 2- 3 1 71,3 2,00 2,00 19,06 0,105 2 70,4 1,97 1,97 18,67 0,106 3 70,8 1,98 1,98 19,04 0,104 4 70,8 1,98 1,98 18,91 0,105 We merken op dat de tweede titratie niet binnen de foutenmarge valt. Bijgevolg werd er een vierde titratie uitgevoerd. Foutenmarge = N grootst - N kleinst N kleinst × 100% = 0,105 N - 0,104 N 0,104 N × 100% = 0,96% < 1% We nemen het gemiddelde van de drie molariteiten van de eerste, tweede en vierde titratie om de concentratie van de bereide S 2 O 2- 3 -oplossing te kennen. N gem = 0,105 N + 0,104 N + 0,105 N 3 =0,105 N Analytische chemie: lab T. Mortier 1

Transcript of Jodometrische titratie van dijood - Uitwerking in normaliteit

Page 1: Jodometrische titratie van dijood - Uitwerking in normaliteit

Jodometrische titratie van I2 - normaliteit (N)

We werken een voorbeeld uit van de berekeningen die nodig zijn voor de jodometrische titratie

van I2 in gramequivalenten en normaliteit (N).

Standaardisatie van S2O2−3 met KIO3

Er wordt een ±0, 1 N S2O2−3 -oplossing bereid uit Na2S2O3 · 5H2O (zie labovoorbereiding).

MMNa2S2O3 · 5H2O = 248, 2 g/mol

2S2O2−3 −−→ S4O

2−6 + 2e−

VMNa2S2O3 · 5H2O =MM

1=

248, 2 g/mol

1 val/mol= 248, 2 g/val

De S2O2−3 -oplossing wordt gestandaardiseerd met KIO3 volgens de tweede methode. De stan-

daardisatie van de S2O2−3 -oplossing met KIO3 verloopt volgens het jodometrische principe.

IO−3 + 8I− + 6H+ −−→ 3I−3 + 3H2O

3I−3 + 6S2O2−3 −−→ 9I− + 3S4O

2−6

IO−3 + 6S2O

2−3 + 6H+ −−→ I− + 3S4O

2−6 + 3H2O

MMKIO3 = 214, 0 g/mol

VMKIO3 =MM

6=

214, 0 g/mol

6 val/mol= 35, 67 g/val

Op de analytische balans zal steeds±71, 3 mg KIO3 worden afgewogen (zie labovoorbereiding).

KIO3 1. (ml) 2. (ml) 3. (ml) 4. (ml)

E.V. S2O2−3 19,69 19,68 20,13 20,19

B.V. S2O2−3 0,63 1,01 1,09 1,28

T.V. S2O2−3 19,06 18,67 19,04 18,91

mgKIO3 mvalKIO3 mvalS2O2−3

mlS2O2−3

NS2O2−3

1 71,3 2,00 2,00 19,06 0,105

2 70,4 1,97 1,97 18,67 0,106

3 70,8 1,98 1,98 19,04 0,104

4 70,8 1,98 1,98 18,91 0,105

We merken op dat de tweede titratie niet binnen de foutenmarge valt. Bijgevolg werd er een

vierde titratie uitgevoerd.

Foutenmarge =Ngrootst −Nkleinst

Nkleinst× 100%

=0,105N− 0,104N

0,104N× 100%

= 0,96% < 1%

We nemen het gemiddelde van de drie molariteiten van de eerste, tweede en vierde titratie

om de concentratie van de bereide S2O2−3 -oplossing te kennen.

Ngem =0,105N + 0,104N + 0,105N

3= 0,105N

Analytische chemie: lab T. Mortier 1

Page 2: Jodometrische titratie van dijood - Uitwerking in normaliteit

Titratie van de onbekende I2-oplossing

I2 + 2e− −−→ 2I−

I−3 + 2e− −−→ 3I−

MMI2 = 253, 8 g/mol

VMI2 =MM

2=

253, 8 g/mol

2 val/mol= 126, 9 g/val

De onbekende I2-oplossing wordt getitreerd met de gestandaardiseerde S2O2−3 -oplossing.

I2 + 2S2O2−3 −−→ 2I− + S4O

2−6

I−3 + 2S2O2−3 −−→ 3I− + S4O

2−6

I2 10,00ml 20,00ml 20,00ml 20,00ml

E.V. S2O2−3 8,91 18,03 18,36 17,88

B.V. S2O2−3 0,43 0,99 1,32 0,77

T.V. S2O2−3 8,48 17,04 17,04 17,11

Foutenmarge =Vgrootst −Vkleinst

Vkleinst× 100%

=17,11ml− 17,04ml

17,04ml× 100%

= 0,41% < 1%

Vgem =17,04ml + 17,04ml + 17,11ml

3= 17,06ml

Om de concentratie van de onbekende I2-oplossing te berekenen, gebruiken we de algemene

titratieformule.

NI2×VI2

= NS2O2−3×VS2O

2−3

NI2=

NS2O2−3×VS2O

2−3

VI2

=0,105M× 17,06ml

20,00ml= 0, 0896N

We berekenen tot slot het aantal mg I2 per 100 ml oplossing.

0,0896 val/l× 126,9 g/val = 11,37 g/l

= 11,37mg/ml

= 1137mg I2/100ml Oplossing

2 T. Mortier Analytische chemie: lab