JEBRON INFO · 2017. 6. 30. · (LEONARD COHEN) Paasdriedaagse Jebron 2017 . 3 ENKELE TEKSTEN OM...

24
1 JEBRON INFO MAANDELIJKS DIGITAAL INFOBLAD mei 2017

Transcript of JEBRON INFO · 2017. 6. 30. · (LEONARD COHEN) Paasdriedaagse Jebron 2017 . 3 ENKELE TEKSTEN OM...

  • 1

    JEBRON INFO

    MAANDELIJKS DIGITAAL INFOBLAD mei 2017

  • 2

    Inhoud

    03 PASEN 2017 03 ‘DE KRAAIEN ZULLEN HET UITBRENGEN’ BRIEF VAN DE BISSCHOP VOOR PASEN 05 INTERVIEW MET CATHERINE KELLER 'GOD DOET HET NIET VOOR ONS' 07 'MET IDENTITEIT IS NIETS MIS, WEL MET DE INVULLING ERVAN MET EEN ANTI-DISCOURS. 09 . RACISME IS HET PROBLEEM, NIET DE BOERKA 11 WANNEER BEVRIJDEN WE DE VROUWENDAG? 12 WIJ ZIJN UW ARENA NIET 13 DE HOOFDDOEK: STOF TOT EMANCIPEREND DENKEN 15 ‘DE SHARIA STAAT WEL BOVEN DE WET' 18 OVER PAULUS EN JOHANNES 19 MOEDER THERESA Een heilige die niet in God geloofde. 21 MENS ERGER JE! 22 AGENDA MIDDEN MEI TOT JUNI 2017 23 VAKANTIEVIERINGEN JEBRON 2017

    LUID DE KLOKKEN DIE NOG KUNNEN LUIDEN VERGEET JE PERFECTE OFFER(GAVE) IN ALLES ZIT EEN BARST ZO KOMT HET LICHT BINNEN

    (LEONARD COHEN) Paasdriedaagse Jebron 2017

  • 3

    ENKELE TEKSTEN OM NOG WAT BIJ TE REFLECTEREN ROND PASEN.

    PASEN 2017

    (Gedachten genomen uit een Paaspreek van de Dominicanen) Dat wij opstaan en moedig onze weg gaan, hier en nu. Dat wij onszelf durven uit te spreken en zo onze diepste waardigheid vinden. Dat wij onze armen strekken naar anderen en ons daarin durven prijsgeven. Dan wordt de weg van het leven, een weg van ontmoeting. En in die ontmoeting is een heilig moment van herkenning mogelijk. Dat mochten de vrouwen die naar het graf gingen, ondervinden. Wanneer zij, weliswaar nog vertwijfeld, toch de zorg voor het leven terug opnemen, zien zij hoe Jezus hen tegemoet komt. Hij spreekt hen aan in wie zij ontmoeten op hun weg. En de herkenning is zegenend, geruststellend, bemoedigend. Maar het is een ervaring die hen niet laat stilvallen, die hen juist uitdaagt om verder te gaan. ‘Wees niet bang’ en ‘Ga’. Dat zal de kernboodschap van Pasen blijven. Blijf niet schuilen in zekerheden. Durf in de leegte staan. Laat je vertrouwen groter worden dan je angst. Waag je leven aan iets met blijvende betekenis. En als je inderdaad gelooft dat liefde sterker is dan de dood, maak haar dan zichtbaar, sterk, geloofwaardig, hier en nu, reeds voor de dood. En laat haar het antwoord worden op alles waarvoor geen antwoord bestaat. Als wij zo in het leven staan, zal voor ons inderdaad soms onvermoed, een nieuwe orde zichtbaar worden.

    ‘DE KRAAIEN ZULLEN HET UITBRENGEN’ BRIEF VAN DE BISSCHOP VOOR PASEN

    Johan Bonny, Bisschop van Antwerpen - 10 april 2017 Goede vrienden,

    Waarom moeten de kraaien het uitbrengen? Waarom deze zwarte vogels met hun krassende stem? Als nu toch de nachtegalen het mochten uitbrengen, de vinken of de kanaries. Die kunnen tenminste fluiten of zingen. Neen, soms is de waarheid zo verdrongen of miskend dat alleen de kraaien haar nog kunnen uitbrengen. Hoeveel waarheid zit niet verborgen in een hoek of achter een masker, waar niemand nog bij kan? Hoeveel waarheid gaat niet verscholen achter stilzwijgen of meepraten, uit vrees voor erger? We menen de waarheid te kennen en te

  • 4

    spreken. Daar gaan we zelfs prat op. Een dagelijkse stroom aan informatie bevestigt die illusie. We weten het maar al te goed: onze dagelijkse informatie gaat over een dunne bovenlaag van het leven. Ze gaat niet naar de diepte. We horen veel woorden over weinig mensen, en weinig woorden over veel mensen. Wie heeft de knop van de communicatie in handen? Op de avond van Goede Vrijdag werd het muisstil. Het oproer was voorbij. Jezus was veroordeeld, gekruisigd en gestorven. Vrienden hadden zijn dode lichaam in een graf gelegd. En voor dat graf een steen gerold. De toekijkers en de opiniemakers waren naar huis. Het paasfeest kon doorgaan, nu zonder stoorzender. De goegemeente mocht opgelucht ademhalen. De knop van de communicatie was uitgeschakeld. Over die man zou men alvast niet meer spreken. Zijn medestanders hadden trouwens amper van zich laten horen. Zelfs zijn sterkste leerlingen hadden Hem verlaten. Slechts een paar vrouwen hadden staan wenen onder het kruis, tot het laatst, onder bewaking. Ook zij waren nu verdwenen. Overal stilte. Geen lieve stilte, maar een kille stilte. Een stilte onder de bedreiging van macht. Wee degene die dit opgelegde zwijgen durft verstoren! Alleen de kraaien konden deze stilte nog verstoren. En het gebeurde. Op paasmorgen glipten enkele vrouwen als eersten naar buiten. In alle vroegte gingen ze naar het graf. Zonder geluid te maken. Toen allen nog sliepen. Ze kwamen bij het graf en zagen dat het leeg was. Hun verbijstering was groot. Wat de engel hun zei, was nog nooit gehoord: “Hij is uit de doden opgewekt, en zie: Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult u Hem zien” (Mt. 28,7). De vrouwen renden weg, angstig en blij tegelijk. Ze moesten deze boodschap doorvertellen, aan de leerlingen het eerst. Niets kon hen tegenhouden. Ze hadden er geen mooie woorden voor, geen fraaie gezangen, geen zinnige uitleg. Zij brachten het uit zoals de kraaien: met een krassende stem. “Hij is uit de doden opgewekt”: met één woord riepen ze de stilte aan scherven. Het opgelegde zwijgen was voorbij. De vrijheid was terug. Binnenkort is het opnieuw Pasen. Alleluja! Na tweeduizend jaar christendom hebben wij geen tekort aan woorden, gezangen of toelichtingen om te spreken over Jezus en zijn opstanding uit de dood. Dat hebben wij alvast voor op de vrouwen van paasmorgen. Waarom blijft het dan zo stil? Vanwaar dat opgelegde zwijgen? De boodschap van Pasen klinkt nog steeds onredelijk en ongepast. Ze staat haaks op ons gehoor. Ze klinkt als het gekras van de kraaien. En toch moeten wij het uitbrengen: dat Jezus uit de dood is opgestaan! Of het nu fraai klinkt of niet, ons is opgedragen om dat goede nieuws door te geven. Voor die blijde boodschap moeten wij de vrijheid nemen: de vrijheid van het woord en de vrijheid van het getuigenis. “Wij kunnen het niet maken om niet te spreken over hetgeen wij gezien en gehoord hebben” zegden de apostelen (Hand. 4, 20). Wees niet bang! Vertel het voort! Met die vrijheid begint de vreugde van Pasen. Ik wens u een zalig paasfeest!

  • 5

    Interview MET CATHERINE KELLER 'God doet het niet voor ons'

    Wolter Huttinga – De Nederlandse krant TROUW van 27 maart 2017

    Alles wat bestaat, bestaat dankzij relaties, zegt de Amerikaanse liberale theologe Catherine Keller. Mensen zijn verweven met elkaar, de wereld en God. 'Als gelovige moet je steeds tegen de onmogelijkheden botsen. Dan breekt er iets nieuws open. Dát is God.'

    "Misschien kun jij het me zo allemaal even uitleggen?" Theoloog Catherine Keller kijkt me schalks aan. Ik had gehoopt dat zij wat zou uitleggen van haar werk. Neem alleen al de titel van de lezing die ze 's avonds zal gaan houden: Cloud of the Impossible: Apophatic Panentheism. Achter ieder woord schuilt een theologische wereld. Als ik me excuseer dat ik haar oeuvre niet bestudeerd heb, maar me heb beperkt tot de recent uitgekomen Nederlandse inleiding op haar werk door Rick Benjamins, grapt ze weer: "Dus je hebt niet eens een week van je bestaan opgeofferd om mijn theologie wat beter te begrijpen?" Aan zelfspot geen gebrek bij deze invloedrijke liberale theologe. Het is moeilijk, het werk van Catherine Keller, dat beseft ze zelf ook. En toch merk je aan alles dat het haar gaat om het meest intieme: God, deze wereld, en al hun onderlinge relaties.

    'De wolk van het onmogelijke: apofatisch panentheïsme'? Alstublieft, wat moeten we daarmee?

    "Het apofatische gaat letterlijk om het 'onzegbare' karakter van God. Je kunt geen orthodoxie hebben die vaststaande waarheden over God debiteert. De uitdrukking 'wolk van het onmogelijke' heb ik van Nicolaas van Cusa, een briljante denker uit de vijftiende eeuw. Het ging hem en verwante mystieke denkers niet maar simpelweg om het zwijgen over God, maar om een meer eerlijke manier van spreken. Je spreekt in ontkennende zin omdat je iets onzegbaars wilt bevestigen. Een groot goddelijk 'ja'. Soms noemen we het liefde. Cusa schreef het werk 'De Docta Ignorantia', geleerde onwetendheid. Daarin riep hij de lezer op: 'Ken de grenzen van wat te kennen is'.

    'Ik leerde al vroeg: Als God een man is, is de man dus God. Dat afgodsbeeld ging er aan.'

    "En denk nu niet dat theologie op deze manier anti-kennis wordt. In tegendeel, het helpt juist om het karakter van de werkelijkheid beter te kennen. Honderd jaar voor Copernicus verkondigde Cusa al dat de aarde niet het centrum van het heelal was en dat de aarde geen gefixeerde plek was. Voor anderen hoogst verontrustend, maar niet voor hem. Reken maar dat dit soort denkbeelden in direct verband stonden met zijn visie op God en op de hele werkelijkheid. Het heelal komt voort uit Gods onkenbare oneindigheid en deelt dus ook in die onkenbare oneindigheid. Het heeft geen grenzen. Het heeft ook geen centrum. Al die moderne natuurwetenschappelijke inzichten zaten al in Cusa's denken."

    En dan dus dat 'panentheïsme'. Panentheïsme is een manier van spreken over God en de wereld die je ergens kunt plaatsen tussen pantheïsme ('alles is God') en klassiek theïsme (God en de wereld zijn strikt van elkaar onderscheiden). Panentheïsme ziet de wereld als een beweging in God. Het is een manier van denken die de moderne blik op deze wereld (worden in plaats van zijn, beweging en dynamiek in plaats van stilstand) theologisch vruchtbaar wil maken. In het wordingsproces van deze wereld 'wordt God' zelf ook.

    Hoe verhoudt u zich tot deze manier van denken?

  • 6

    "Ik ben er erg door beïnvloed via de procestheologie van Alfred North Whitehead. Daarbij is het belangrijk te bedenken dat mijn ingang in de theologie feministisch was. Het beeld van de mannelijke God ging aan diggelen. Ik leerde al vroeg: 'Als God een man is, is de man dus God'. Dat afgodsbeeld ging er aan. Maar moest ik dan niet breken met de kerk en met de theologie? Procestheologie bood me vervolgens een aantal belangrijke conceptuele alternatieven tegenover God als een allesbeheersende, almachtige en gevoelloze figuur. Zonder dit op het oog te hebben bood Whitehead in de jaren twintig van de vorige eeuw al een manier van denken die gender theologisch prettig problematiseerde. De kerk heeft God de machtseigenschappen toegekend die aan de keizer toekwamen. De procestheologie heeft die manier van spreken over God ondermijnd. De Bijbelse manier van spreken is ook zoveel ambiguer dan men er van gemaakt heeft. God almighty in de King James-bijbel is een vertaling van El Shaddai. Letterlijk betekent dat 'God van de berg', of ook wel 'God met twee borsten', een herinnering aan de vrouwelijke natuurgodsdiensten.

    'De wereld is het lichaam van God, en op die manier is God volledig betrokken in het grote experiment van de evolutie'

    "Nee, dat God niet almachtig is, betekent ook niet dat hij 'onmachtig' is. Je kunt wel degelijk spreken over Gods kracht, maar dan eerder als een uitnodiging, een verleiding, een erotisch verlangen in de wereld dat ons roept om steeds gehoor te geven aan nieuwe mogelijkheden. Cusa noemt God posse ipsum: God is 'mogelijkheid zelve'. Niet iets dat betekenis afsluit, maar dat altijd nieuwe mogelijkheden opent.

    "God is dus in ieder geval niet degene die zorgt dat alles goedkomt. Geen 'almachtige voorzienigheid' of zo. De dingen kunnen zeer, zeer verkeerd gaan, zoals we maar al te goed weten. God is het absolute tegendeel van een 'onbewogen beweger'. God is de meest bewogen beweger. De wereld is het lichaam van God, en op die manier is God volledig betrokken in het grote experiment van de evolutie. Ik ga ervan uit dat het ook voor God vaak een zeer pijnlijk proces is. Maar uiteindelijk zullen we ons verder ontwikkelen, naar ik hoop in een richting van grotere wijsheid en een gevoel van verbondenheid met alles wat leeft."

    Wat betekent dat voor ons, voor deze tijd?

    "Die oude taal van 'God als mogelijkheid' resoneert voor mij sterk in onze huidige problemen. Cusa's meditaties brachten hem voortdurend bij de 'muur van onmogelijkheid' die het paradijs omringt. Daar moet je volgens hem als gelovige steeds tegenaan botsen. En dan breekt er onverwacht iets nieuws open. Dat is God. Die muur van onmogelijkheid is tamelijk letterlijk waar wij in de VS mee te maken hebben nu Trump aan de macht is na die sin of an election vorig jaar. Ik denk aan de klimaatscepsis die de reële ecologische problemen niet wil zien. Ik denk aan de plaats van vrouwen in de samenleving. Bij Trump lopen mensen letterlijk tegen een muur aan. Op de conservatieve CPAC-conferentie vorige maand was een panel onder de titel: 'Als de hemel een poort en een muur heeft, en extreme vorm van controle kent, waarom wij dan niet?' Dat geeft een beetje aan tegenover wat voor politieke theologie we hier staan.

    'In het heelal is alles op mysterieuze wijze met alles verbonden. Het is aan ons om ons daarop af te stemmen.'

    "Welnu, de mystieke traditie leert ons dan om het onmogelijke 'in te gaan' en het met volledige spirituele aandacht te bestuderen. Het vrouwenprotest na Trumps verkiezing ontstond doordat vrouwen botsten met de onmogelijkheid en zo weer de mogelijkheid van verzet zich opende. God doet het niet voor ons. God is de naam van de mogelijkheid die zich steeds weer opent als wij de onmogelijkheid durven te betreden.

  • 7

    "Maar inderdaad, ongeveer alles in mijn werk is in tegenspraak met het soort beleid dat Trump voert. Zonde zie ik in de lijn van Luther als incurvatus in se: de in zichzelf gekromde mens, die in de illusie van onafhankelijkheid leeft. Ik werk met allerlei mensen en groepen samen voor verbinding en solidariteit. Zo breed mogelijk.

    "Ik vind het troostend en veelzeggend dat kwantumfysica ons hetzelfde laat zien: alles is volledig met elkaar verweven en verbonden - al op het niveau van het elektron. In het heelal is alles op mysterieuze wijze op alle mogelijk manieren met alles verbonden. Het is aan ons om ons daarop af te stemmen."

    Bij uitgeverij Skandalon verscheen vorige maand een introductie door theoloog Rick Benjamins op het denken van Keller, onder de titel 'Catherine Keller's constructieve theologie'.

    Catherine Keller (1953) is professor Constructive Theology aan Drew University (Madison, New Jersey) in de Verenigde Staten. Haar denken draait om sociale en ecologische gerechtigheid. Als feministisch theoloog is ze sterk beïnvloed door de procesfilosofie van Alfred North Whitehead die ook in de theologie werd uitgewerkt. Daarin draait het om wat men een 'relationele ontologie' noemt: alles hangt met alles samen. Alles wat bestaat, bestaat dankzij relaties. Mensen zijn verweven met elkaar, de wereld en God. God is voor Keller dan ook 'een naam voor het leven van allen die in dat web van relaties verwikkeld zijn'. Keller was even in Nederland om de eerste 'Vrijzinnige Lezing' uit te spreken.

    'Met identiteit is niets mis, wel met de invulling ervan met een anti-discours.

    'Niet de leeuwenvlag is fout, wel de kaping van de leeuwenvlag', schrijft Johan Velghe van Vlinks (= Vlaams en Links). Johan Velghe is woordvoerder van Vlinks.

    Geen debat, geen verkiezingsstrijd, geen filosofische of politieke publicatie kan vandaag nog zonder stellingname over identiteit. ,,U zet de Nederlandse identiteit in de uitverkoop'', sneerde Geert Wilders naar zijn opponenten, inzonderheid Mark Rutte. 'Welke identiteit?', vraagt het dwarsliggende duiveltje in mij zich af. Die van Staphorst misschien, toen in de jaren zestig van overspel betichte vrouwen door de dorpskern op de mestkar rondgevoerd werden? Terug naar af? De geslepen Wilders vertikt het zijn versie van Nederlandse identiteit toe te lichten.

    Le Pen in Frankrijk, Orban in Hongarije, Erdogan in Turkije (en daarbuiten), Trump in de VS, het Vlaams Belang in Vlaanderen,... trekken hun obsessief identitair zwaard tegen dé anderen: geen participatie maar minstens al scheiding van tafel en bed, in afwachting van met pek en veren uit de stad, over grens en hek of Mexicaanse muur gejaagd te worden.

    Begrippen en symbolen worden omgebogen. Toen leeuwenvlaggen de Marsen op Brussel aanvoerden wist eenieder, tot in la Flandre profonde toe dat het ging om een schreeuw naar rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid. De Vlaamse leeuw was het symbool van solidariteit en verzet tegen een staatsapparaat dat zich geen voorstander verklaarde van gelijkberechtiging. Vlaamse identiteit was in

  • 8

    die jaren zestig de zekerheid dat het gezegde vanGuidoGezelle 'Wees Vlaming die God Vlaming schiep' de juiste weg aanwees.

    Een halve eeuw later wekt de leeuwenvlag en pleidooien voor een inclusief Vlaanderen bij velen maagzuur op. De kwarteeuwlange kruistocht van het Vlaams Blok/Belang en het niet inlossen van de belofte 'wat we zelf doen, doen we beter', heeft volgens ons de leeuw naar de schandpaal en een gemeenschapsstimulerende identiteit naar fabeltjesland verwezen.

    Niet de leeuwenvlag is fout, wel de kaping van de leeuwenvlag. Met identiteit is niets mis, wel de invulling met een anti-discours. Volgens ons kraakte (uiterst)rechts zo het symbool en de Vlaamse identiteit. Ook een deel van de a-partijpolitieke Vlaamse Volksbeweging (VVB) en Vlaamse beweging pleegden hier schuldig verzuim door erover te zwijgen.

    Bij de omschrijving van 'identiteit' in van Dale springen de begrippen 'overeenstemming' en 'gelijkheid' in het oog. De sociaal-flaminganten van Vlinks staan onomwonden voor het met engagement en empathie beleven van onze Vlaamse identiteit. De dragers zijn solidariteit, en het steeds in de praktijk brengen van gelijkwaardigheid voor iedereen die de bevolking in Vlaanderen uitmaakt.

    Decennialang draag ik een bril, een bijsturing voor mijn onvolmaakte zicht. In de loop der jaren is mijn bril trifocaal geworden. Zo is het ook met mijn definitie van mijn beleven van de Vlaamse identiteit. Ronduit onwetenschappelijk, wel complexloos in de dagelijkse realiteit geënt, identiteitsbeleving als een verrijkende competentie, met enkel de sky als the limit.

    Om het eens clichématig uit te drukken: voor Vlinks is Vlaamse identiteit 'én-en', allerminst 'wij-zij'. Sociaal-flaminganten beklemtonen het belang van gemeenschapsvorming: geloof in de individuele vrijheid en in de verantwoordelijke mens die handelt in samenhorigheid met andere mensen. Samenwerking verstevigt het sociale weefsel en is drijfkracht in samenlevingsopbouw, het weerwerk tegen neoliberale individualistische concepten. Identiteitsbeleving, ver weg van wij-zij en op angst aansturende etnische connotaties, is een met vele 'werktuigen' rijk gevulde korf met positieve waarden en transparante normen.

    Geen identiteitsbeleving zonder het besef van de historische context. Van onderuit de samenleving werd en wordt de strijd gevoerd voor mensenrechten, voor arbeiders- en vrouwenemancipatie. Die strijd liet en laat ons evoluerend identiteitsbesef mee bepalen. We zijn en bezitten (sociale zekerheid, gelijke kansen, erfgoed, cultuur en onderwijs, welvaart, zonder het Standaardnederlands te vergeten) waarvoor generaties strijd geleverd hebben.

    Dat uit ons collectief geheugen pogen weg te gommen, daar aan morrelen, is een regelrechte neoliberale aanslag op Vlaamse identiteit. De Vlaamse identiteit in een nostalgische kooi stoppen, of inkrimpen tot het pokerspel van de partijpolitiek, is zowel een uiting van onmacht als van kortzichtigheid.

    Complexloze Vlaamse identiteitsbeleving is een permanent en evolutief proces dat het eigen leven laat aansluiten bij het belang van de samenleving. Identiteit is een evolutief gegeven en is de facto de resultante van de bijdrage van elke Vlaming; autochtoon én allochtoon.

  • 9

    Racisme is het probleem, niet de boerka

    Charles Ducal – dewereldmorgen – digitale krant – dinsdag 28 maart 2017

    Als Rachida Lamrabet het boerkaverbod een verregaande inbreuk op de vrijheid en de privacy van vrouwen noemt, heeft ze gelijk. Ik zou zeggen: uiteraard. Om een reden die iedereen die even nadenkt niet anders kan dan beamen. Of je nu dames in boerka wil weren, tolereren of een stem geven. Of je dat kledingstuk als een religieus geïnspireerde keuze, een gevangenis van stof of een uiting van fanatisme beschouwt. In alle gevallen geldt: dwang werkt niet. Zo eenvoudig is het. Bevrijding kan nooit worden opgelegd. Wie hoopt mensen te bevrijden, te emanciperen of te ontvoogden door hen te dwingen hun gedrag of kleding aan te passen onder dreiging van gevangenisstraf of boetes, weet op voorhand dat hij zal mislukken. Het is goedkope retoriek te beweren dat het boerka-verbod onderdrukte vrouwen helpt. Alleen de boerka-dragende vrouw zelf kan beslissen of ze onderdrukt wordt en dus bevrijd wil worden. Heeft ze dat eenmaal beslist en wil ze zich daarom tegen de krachten die het haar beletten keren, dan kan de buitenwereld haar ter hulp komen. Alleen zo werkt het en anders niet. Dat weet iedereen.

    De vrouw in de film Deburkination kiest voor de boerka. Zij heeft daar haar eigen redenen voor, die ze in de film uitlegt. Moet deze vrouw bevrijd worden? Waarvan dan wel? Van haar religie, haar omgang met haar eigen lichaam, haar man? Zullen wij, westerse columnisten, even in haar plaats

    beslissen dat haar man eigenlijk haar vijand is, ook als ze dat zelf niet zo ervaart? Niet kan ervaren, de sukkel, onderdrukt als ze is? Mag ze bestaan, de vrouw die zelfstandig voor de boerka kiest?

    Meer nog: kan de witte columnist zich inbeelden dat er vrouwen bestaan die de boerka dragen tegen de zin van hun man? Al deze vragen krijgen bestaansrecht van zodra men met de vrouw achter de boerka praat, naar haar luistert en wat zij zegt, denkt en voelt ernstig neemt. Dan ontstaat vanzelf een genuanceerd beeld met tientallen schakeringen van onderdrukking door man en godsdienst tot zelfbewust verzet tegen de aantasting van de eigen identiteit. Net als in de hele discussie rond de hoofddoek. De film en de maakster ervan hanteren dat genuanceerd discours. In tegenstelling tot de opgewonden tweets en boze reacties.

    Paternalisme

    Opgelegde ‘bevrijding’ of ‘emancipatie’, dat heet – jawel – paternalisme. De essentie van paternalisme is ongelijkheid. Ik weet wat goed voor je is. Mijn cultuur, mijn godsdienst, mijn wereldvisie zijn superieur aan die van jou. Een gesprek van gelijke tot gelijke is tussen ons niet mogelijk, je kan niet verwachten dat ik van mijn superieur beschavingsniveau afdaal. De enige weg tussen ons is die waarop jij naar mij opklimt, de weg van mijn verlichte waarden en normen. Je graad van beschaving, integratie, goed burgerschap zal blijken uit je vooruitgang op die weg. Helemaal wit zal je waarschijnlijk nooit worden. Je naam en je godsdienst pleiten niet echt voor je. Maar je weet nooit. Kijk eens hoever Zuhal het geschopt heeft! Net heeft Rachida Lamrabet, over het gevecht van een niet-witte vrouw om

    aanvaard te worden en wat dat haar kost, een schitterend boek geschreven, Vrouwland, met een hoofdpersonage dat soms erg lijkt op Zuhal Demir, al zal die laatste dat nooit toegeven. Aanbevolen lectuur.

    http://community.dewereldmorgen.be/charles-ducal-2

  • 10

    De wet op het boerkaverbod is met paternalistische inkt geschreven en met zo weinig tegenstemmen aanvaard (één, meen ik) dat het moed vraagt ertegen in te gaan. Laten we in deze naar rechts oprukkende samenleving dus maar blij zijn dat er nog Rachida’s zijn die hun nek durven uitsteken. Unia heeft juristes van dit gehalte broodnodig. De organisatie is helaas onder de aanval bezweken, heeft zich van haar medewerkster gedistantieerd en heel het land laten weten dat zij op het matje zal worden geroepen. Dat is vernederend en onrechtvaardig. Rachida Lamrabet heeft als privépersoon gedaan wat Unia als organisatie net als taak heeft: opkomen voor slachtoffers van discriminatie en uitsluiting. Daar krijgt Unia mijn belastinggeld voor. Met alle begrip voor strategische overwegingen tegenover de politieke intimidatie, het is niet te laat om alsnog de juiste kant te kiezen. Unia en Lamrabet zijn objectief bondgenoten. Het intimideren van zowel de organisatie als de medewerkster als privépersoon dient hetzelfde doel: het monddood maken van stemmen die kritisch blijven tegenover de almaar arrogantere rechtse stemmen in het beleid.

    Het is ronduit stuitend dat een intelligente juriste, beslagen in de materie, tegelijk een bevlogen artieste, niet eens in eigen naam een mening mag verkondigen. De hele heisa zegt niks over mevrouw Lamrabet en alles over de stemmen die haar de afgelopen dagen hebben aangevallen, proberen te isoleren en te broodroven. Wat die stemmen gemeen hebben is het mythische kader dat zij hanteren: het verlichte, tolerante, geëmancipeerde ‘wij’-kamp tegenover het obscure, fanatieke, onderdrukkende ‘zij-kamp’. Dat kader wordt gehanteerd alsof het een objectieve realiteit is. Alsof de verlichte waarden en normen, die men als ideologische matrak hanteert, zo manifest zichtbaar zouden zijn in het dagelijks reilen en zeilen van de politiek, de financiële wereld, de reclame en de commerciële media dat de superioriteit ervan buiten kijf staat. Dat doet ze niet. De realiteit die de meeste moslims en moslima’s in ons land ervaren is een andere: die van groeiend racisme, van uitsluiting, van minachting en betutteling. Dat is het kader waarin zij het hoofddoekenverbod en het boerkaverbod ervaren. Wie hen wil ‘bevrijden’, doet er goed aan met dat kader rekening te houden.

    De heisa rond de uitspraak van Rachida Lamrabet is een opgeklopt probleem, op gang gebracht door een oververhitte twitteraccount en dankbaar overgenomen door de pers. Het probleem dat eronder zit, is dat helaas niet. Het is een door veel politici, journalisten en columnisten geminimaliseerd probleem: het racisme. De grens van wat racisme is schuift almaar op. Politici kunnen hele bevolkingsgroepen schofferen, wetten stemmen die de facto een onderscheid maken tussen eerste- en tweederangsburgers en het racisme bij herhaling wegwuiven zonder dat zulks hen meer dan heel even kwalijk wordt genomen. Je verliest in dit land makkelijker je werk door een hoofddoek te dragen dan door racistische uitspraken te doen. Wat racisme wezenlijk is wordt in politiek en media van langsom minder erkend.

    Ontkenning

    Die ontkenning neemt soms groteske vormen aan. Zo wordt in een opiniestuk op de website van De

    Morgen het dragen van de boerka vergeleken met het dragen van de jodenster. Met de moslimmannen (unisono, dat spreekt) in de rol van de nazi’s. Zo’n perverse vertekening van machtsverhoudingen is alleen mogelijk in de geest van wie het racisme niet wenst te zien. Slachtoffer van dat racisme is vandaag in de eerste plaats de moslimgemeenschap: mannen én vrouwen. Gediscrimineerd op de vitale terreinen van arbeid, scholing en huisvesting op zo’n manifeste wijze dat het niet ontkend kan worden. Slachtoffer van discriminerende wetten, zoals het ophogen van de nationaliteitsdrempel, het hoofddoekenverbod of de deportatiewet Francken. Voortdurend op een hoop gegooid als collectief niet te vertrouwen, achterlijk of rijp voor extremisme in de ogen van Jan Modaal telkens als er iets gebeurt waar een moslim bij betrokken is. Zelden of nooit gewaardeerd in hun eigenheid, hun geschiedenis, hun cultuur, hun moraal. Dat gemeenschappelijk gedragen onrecht, dat almaar drukkender wordt, is honderd keer urgenter in het dagelijks leven van moslims en moslima’s dan de strijd voor gendergelijkheid. Een strijd die ongetwijfeld ook gevoerd moet worden,

  • 11

    maar volgens hun visie en vanuit hun energie. Of de moslima’s de witte columnisten daarbij als bondgenoten zullen ervaren, is zeer de vraag.

    In een dorpscafé zegt een man: “Als ik een tweede leven krijg, kom ik terug als Mohammed.” Waarom, Maurice? “Voor ons mensen doen ze niks daarboven, maar met zo’n naam krijgt ge alles gedaan.” Na de aanslagen van 22 maart drukt een oude vrouw als volgt haar angst uit: “Ze zijn met zoveel, daar in Molenbeek. Zoveel, zoveel! En ze kweken maar, ze kweken maar!” Die man en die vrouw volgen elke dag het journaal en horen verder het nieuws becommentarieerd op straat, op de werkvloer of op café onder toogbroeders of koffie slurpende vriendinnen. Zo sijpelt een en ander van de beleefde, door spindoctors en mediatrainers omringde hogere politiek door naar de onderbuik van de samenleving. Zou mevrouw de Staatssecretaris daar niet beter wakker van liggen?

    WANNEER BEVRIJDEN WE DE VROUWENDAG?

    Gelezen in Dewereldmorgen – digitale krant van 10 maart 2017

    Een internationale vrouwendag moet net een reden zijn om de band te versterken met àlle vrouwen ongeacht cultuur, religie of klasse, vindt Assia Missaoui. Vrouwen met een andere roots moeten vaak niet alleen strijden tegen het onderdrukkend patriarchaal systeem, maar ook tegen de zogenaamde vrouwelijke 'redders' die zelf een verlengstuk zijn geworden van de repressie op vrouwen. "Dit is hoe de dingen bij ons gaan en hoe wij onze cultuur beleven",zei ze terwijl ze ondertussen de marinade van de kip fijnstampte in de houten pot. Terwijl de vrouwen nieuwsgierige blikken wierpen waren de uien me ongenadig en verraadden ze mijn keuken- lompheid. Adama, bij wie ik op bezoek was voor het Suikerfeest beantwoordde na een lang gesprek mijn vraag over genderrollen in West-Afrika. Ik begreep toen pas écht het belang van een snijplankje. Niet alleen omdat ik een absolute catastrofe ben zonder dat ding, maar vooral om te begrijpen dat we niet dezelfde tools gebruiken om onze doelen te bereiken. Omdat we ze niet bezitten of omdat ze niet elementair zijn voor de manier waarop we ons organiseren.

    Internationale vrouwendag Elk jaar vieren we de internationale vrouwendag. Van Gambia, Iran en Afghanistan tot Antwerpen en de Côte d'Azur willen we ons inzetten voor vrijheid en gelijkheid. Soms constructief maar te vaak ook destructief en kwetsend. Want wat betekend vrijheid als we het fundamentele uitgangspunt niet aanvaarden dat mensen opgroeien in een bepaalde sociale en historische context en behoren tot bepaalde gemeenschappen die vormgeeft aan hun verlangen en opvattingen? Is het niet een brutale belediging van het begrip van deze vrouwen door alles wat zij doen te beschrijven als middeleeuws en achterhaald? Het is problematisch om bijvoorbeeld moslimvrouwen te framen als vrouwen in nood van redding. Wanneer je iemand wil redden, dan betekent het dat je haar redt van 'iets' en dat je haar ook redt 'naar iets'. Wat zegt dat over de superioriteit van datgene waarnaar je haar wil redden?

    Superioriteit als strijd

  • 12

    Elk plan om vrouwen te redden versterkt het gevoel van superioriteit en is een vorm van arrogantie die op zichzelf aangevochten moet worden. Om deze betuttelende retoriek te kunnen begrijpen, hoeven we enkel een kijkje te nemen naar de meest benadeelde groepen in België (Zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen en vrouwen uit de LGBTQ-gemeenschap). Zij worden niet 'bevrijd'. Zij zijn vooral het slachtoffer van het structureel geweld van geïnstitutionaliseerd racisme en discriminatie. Enkele voorbeelden daarvan zijn de nieuwe vreemdelingenwet, de hoge cijfers van (kans)armoede binnen deze groepen en het burkiniverbod.

    De weg naar bevrijding Kunnen we vrouwen alleen bevrijden zodat zij 'zoals wij' zullen zijn of erkennen we dat ze zelfs na 'bevrijding' andere uitwegen willen die verschillend zijn van hetgeen wij voor hen wensen? Kunnen we wel aanvaarden dat er verschillende ideeën bestaan over rechtvaardigheid en dat verschillende vrouwen een andere toekomst willen dan hetgeen wordt aangereikt en hen zelfs wordt opgelegd. Dus ja, als we door een internationale vrouwendag te vieren aangemoedigd worden om meer te luisteren en te kijken, dan zouden we gedwongen worden om rekening te houden met de context van vele vrouwen die niet zo losgekoppeld is van onze eigen wereld als we denken. Dan zullen we zelfs zien dat vele vrouwen een dubbele strijd voeren. Ze verzetten zich niet enkel tegen patriarchale agressie, maar ook tegen vrouwelijke 'redders' die mee een verlengstuk zijn van geweld op vrouwen. Als een internationale vrouwendag een reden was om de band te versterken met àlle vrouwen ongeacht cultuur, religie of klasse, dan vieren we die omdat we niet geloven in een partieel engagement voor

    rechtvaardigheid.

    WIJ ZIJN UW ARENA NIET

    BIEKE PURNELLE We hebben te weinig kleren aan, en daarom worden we verkracht. We hebben te veel kleren aan, en daarom mogen we niet zwemmen. We zijn te dik, te oud, te behaard, te dun, te gerimpeld, te lelijk. We zijn een slet als we seksueel actief zijn, frigide als we dat niet zijn. We kunnen maar beter gen slet zijn, behalve om achter een raam te zitten en ons lijf als koopwaar uit te stallen. Onze rok is te kort om fatsoenlijk te zijn, te lang om verlicht en bevrijd te zijn. Ons haar is te kort (lesbo) of te bedekt (doe die kopvod af). We moeten maar zorgen dat we niet zwanger worden, maar als we het wel worden, weten anderen beter dan wij wat we moeten doen. Een op de tien van ons wordt ooit verkracht. Vier van de honderd verkrachters worden gestraft. De overige 96 niet. Wie in onze billen knijpt is een grapjas. Wie ons aanrandt had vast een goede reden en kan nog altijd burgemeester worden. Maar ach, wij hebben het goed. Wij mogen autorijden en stemmen. We kunnen zelf een bankrekening openen en geld verdienen. Als we heel erg ons best doen kunnen we zelfs minister worden. En mogen ze nu al geen complimenten meer geven? En wat deden we daar ook,'s nachts alleen in die buurt? En we moesten maar wat minder gedronken hebben. En godsdienst, dat is voor thuis, behalve voor de christenen. En trouwens, het was maar om te lachen. Wij hebben geen gevoel voor humor. En zagen en klagen dat wij kunnen! Want ginder, daar is het pas erg. Daar valt er pas te zagen en te klagen. Daar moeten meisjes van tien al trouwen. Daar hebben ze de pil niet. Daar snijden ze in onze intieme delen. Daar

  • 13

    gaan wij dood in het kraambed. Daar zijn wij seksslavinnen. Daar mogen alleen onze ogen het daglicht zien. Daar zijn vrouwen slachtoffers. Daar hebben ze iets om over te zagen. Aan de verontruste blanke man die zijn hand onder onze rok stopt, terwijl hij roept dat we moeten oppassen voor Arabieren; de verlichte blanke vrouw die ons wil bevrijden van onze hoofddoek, ongemakkelijk balancerend op stiletto's en met een wax- of botoxabonnement op zak; de vergeten kiezer die zijn dure stem verkoopt aan een man die ons tussen de benen grijpt en daar trots op is, maar toejuicht dat mannen van ver weg het land niet binnen mogen omdat zij een gevaar betekenen voor onze normen en waarden: Ook al lijkt het erop dat u aan zet bent en dat uw tijd is gekomen, met vrouwenrechten en gelijkwaardigheid heeft uw boosheid niets te maken. Met uw eigen vernietigende agenda des te meer. Of uw megafoon nu de sticker Tea Party, VB of IS draagt, of er nu pro life, eigen volk eerst of Allahoe Akbar uit galmt, de rol die u voor ons hebt uitgeschreven, die gaan wij niet spelen. Ons verplichten een boerka te dragen en ons de toegang tot de publieke ruimte ontzeggen, ons vernederen omdat we ons niet scheren, ons verminken, ons lelijk en frigide noemen, ons verkrachten of onze dochters uithuwelijken, ons klein houden in Pakistan, Saoedi-Arabië, El Salvador of Europa: het groeit allemaal in dezelfde potgrond, namelijk de gedachte dat wij minderwaardig zijn. Dat wij niet zelf kunnen en mogen kiezen en beslissen. Dat man en macht zeggenschap hebben over ons en over ons lijf. Dat wij ons moeten schikken, naar God, Allah of de wetmatigheden van de natuur. Naar de normen die u zelf hebt bedacht zonder ons te raadplegen. Naar uw agenda. Uw vijand heeft een duidelijke kleur en is makkelijk te detecteren. De onze bevindt zich overal en verandert van gedaante zoals het hem uitkomt. Uw vijand valt verdacht makkelijk te bekampen, de onze heeft de macht. Wij zijn uw arena niet. Wij zijn niet in te lijven. Uw strijd zal nooit de onze zijn. (in: MO – Lente 2017, p. 70)

    DE HOOFDDOEK: STOF TOT EMANCIPEREND DENKEN

    Eva Vergaelen – stafmedewerkster Motief Hoezo, vrouwen met een hoofddoek maken de kloof in de samenleving nog groter (opiniestuk Darya Safai, De Morgen 17 maart ’17)? Zolang we blind blijven vasthouden aan de zogenaamde kloof tussen moslim(a) en ‘de samenleving’, gaan we niet inzien hoe de hoofddoek onze samenleving ten goede kan komen en verbinden. Laten we eens kijken naar het hoofddoekenverbod vanuit een inclusieve, verbindende bril in plaats van een polariserende. Protest in 2009 tegen het hoofddoekenverbod aan het Koninklijk Atheneum in Antwerpen (foto: Abbie Boutkabout)

    http://community.dewereldmorgen.be/evavergaelen

  • 14

    Zou een vrouw met hoofddoek anders studeren of werken dan diezelfde vrouw zonder hoofddoek? Wel, ja, als die vrouw verplicht is geweest om die hoofddoek uit te doen, dan is de kans groot dat ze zich niet gehoord en respectloos behandeld voelt, dat haar welzijn op de school- of arbeidsvloer afneemt alsook haar motivatie en participatiezin. En laat dat nu net zijn wat ze beoogt: te participeren in deze samenleving en erkend te worden als een gelijkwaardig burger.

    Het feit dat ze, ondanks de stigmatisering en de haat die ze dagelijks ervaart vanuit die samenleving, toch blijft vasthouden aan de hoofddoek, is best wel bewonderingswaardig. En misschien kunnen we van haar leren.

    Die vrouw wil studeren, ze wil werken, maar niet ten koste van zelfverloochening. Ze wil participeren op een manier waarop ze zichzelf kan zijn. In hoeverre dromen we daarvan niet allemaal? Hoeveel vrouwen (en mannen) hebben een burn-out ervaren, zitten er in, of staan op het randje? Omdat ze hun grenzen voortdurend moeten verleggen, zich flexibeler moeten opstellen, hun eigen waarden moeten verloochenen om mee te kunnen blijven draaien in een systeem dat geen rekening houdt met het welzijn, met het mens zijn.

    De eis om de hoofddoek te mogen dragen kan dan ook gezien worden als een actie van rebellie tegen dat dehumaniserende systeem, als een teken van het aangeven van de eigen grenzen: “Ik wil best overuren doen, ik wil best nog meer belastingen betalen, maar ik geef niet al mijn waarden ten prooi. Ik wil geen slaaf worden van dit uitbuitingsysteem. Tot hier, en niet verder”.

    Laten we even een vergelijking maken met de zondag als rustdag. Die zondag, oorspronkelijk uit de christelijke traditie, blijkt voor het algemeen welzijn heilig. Een dag waarop een mens kan ademen en mens kan zijn. Rust is een voorwaarde tot inzicht, zelfontplooiing, emancipatie, kortom tot sterkere participatie. Die dag wordt door ons kapitalistisch, neoliberale systeem beetje bij beetje ingeperkt, onder het mom van ‘vrijheid’. Wiens vrijheid? Zijn we vrijer omdat we op zondag massaal kunnen gaan consumeren? Wie komt dit ten goede? Het consumptiesysteem dat ons meer en meer ketent, de happy few die daarvan profiteren en ons tot slaven maakt.

    Zo ook met het hoofddoekenverbod. In naam van vrijheid wordt de vrijheid om de hoofddoek te dragen ingeperkt of zelfs ontnomen. En dat gebeurt door een systeem dat het Anders zijn als problematisch ervaart omdat het geen rebellie duldt. Een dogmatisch systeem dat absolute volgzaamheid eist. Misschien kunnen we, vanuit een inclusieve bril, in de hoofddoek een krachtige symboliek zien van verzet tegen dit systeem, en voor eigenwaarde. Kortom, de hoofddoek geeft stof tot emanciperend denken …

    ‘DE SHARIA STAAT WEL BOVEN DE WET'

    'Veel politici praten over termen uit de islamitische traditie zonder te weten wat er precies mee bedoeld wordt', vindt theoloog en activist Jonas Slaats.

  • 15

    Politici en opiniemakers praten dag in dag uit over allerhande termen uit de islamitische traditie waar ze duidelijk niet goed van weten wat er precies mee bedoeld wordt. In een interview op VTM stelde Liesbeth Homans bijvoorbeeld met een gevatte oneliner dat "onze wet boven de sharia staat". Ze vond dat moslims die een moskee willen oprichten ook verplicht moeten ondertekenen dat ze daarmee akkoord gaan. Velen zullen het vermoedelijk zien als een correcte en krachtige boodschap die een heldere en niet mis te verstane grens trekt. Theologisch gesproken, echter, is haar uitspraak behoorlijk nonsensicaal. De sharia is helemaal geen reeks van wetten die netjes neergeschreven staan in de Koran of een ander boek. Je kan m.a.w. geen bibliotheek binnenlopen om er de sharia uit het rek met 'religieuze regels' te halen. Als concept verwijst het woord 'sharia' louter naar het idee dat er de goddelijke principes zijn die het leven ondersteunen en dat er uit die principes een ethische richtlijn voortvloeit. Anders gezegd: als er een God is, dan zal die God waarschijnlijk van mensen verwachten dat ze zich op een bepaalde morele manier gedragen. Evidente voorbeelden daarvan zijn: niet moorden, niet stelen, zo mededogend mogelijk zijn, bepaalde rituelen onderhouden, enz. Doorheen de geschiedenis echter bleef de precieze invulling van deze sharia een nooit eindigend onderwerp van discussie en debat - en werd die nooit finaal neergeschreven. Allerhande geleerden discussieerden steeds weer over de precieze manier waarop God wil dat mensen zouden leven. Handen afhakken en de guillotine Dus néén, het is niet zo dat 'handen afhakken van wie gestolen heeft' een eeuwige regel is van een vastgebeitelde sharia waar elke moslim zich moet aan houden. Wanneer zo'n regel werd verwoord, gaat dat louter om sommige geleerden die in sommige contexten tot de conclusie kwamen dat zoiets een correcte regel was vanuit hun overtuigingen rond (door God gewilde) rechtvaardigheid in de samenleving. Dat verschilt weinig van, bijvoorbeeld, het feit dat het juridische apparaat in Frankrijk tot in de jaren zeventig de doodstraf door middel van de Guillotine goedkeurde. Het was er een regel die voortkwam uit oude overtuigingen rond (door de laïciteit gewilde) rechtvaardigheid in de samenleving. Maar net zoals die doodstraf door guillotine kon stopgezet worden omwille van veranderende ideeën, kan de interpretatie van islamitische geleerden tegengesproken en gewijzigd worden. Wat de ene correct vond, vindt de andere niet gerechtvaardigd en sommige regels die in theorie misschien wel aanvaard werden, werden in praktijk niet altijd gevolgd. Daarmee ontken ik uiteraard niet dat ook vandaag sommige individuen, groepen en overheden er een uiterst hardvochtige interpretatie van de sharia op na houden, die geregeld haaks staat op onze eigen wetgeving. Wat ik wel tegenspreek is het idee dat zij de norm vertegenwoordigen. Hun onevenwichtige en agressieve interpretaties staan immers evenzeer haaks op de omzichtigheid en de doordachtheid van de klassieke islamitische jurisprudentie. 'Islamitische geleerden waren het er door de eeuwen heen vrij algmeen over eens dat moslims zich moeten houden aan de wetten van het gebied waar men woont.' Eén van de zaken, bijvoorbeeld, waar serieuze islamitische geleerden het door de eeuwen heen vrij algemeen over eens waren, was het idee dat moslims zich moeten houden aan de wetten van het gebied waar men woont. Toch zolang die wetten niet onderdrukkend, discriminerend en despotisch zijn - want net omwille van God's 'oproep tot moraliteit en

  • 16

    rechtvaardigheid' mag men zich als mens verzetten tegen tirannie. Maar wanneer zoiets niet aan de orde is en men wel degelijk een goed leven kan leiden, dan wordt verondersteld dat men de gangbare wetgeving aanvaard, belastingen betaalt, zich inzet om de samenleving beter te maken, enz. Kortom: het feit dat moslims zich aan de wet moeten houden, valt zonder problemen vanuit de traditionele visies op de sharia te beargumenteren. Alleen, zoiets betekent niet dat God 'ondergeschikt' is aan de wetten van een samenleving. Voor wie in God gelooft, is God nu eenmaal geen frivoliteit. God is God. God is zowel eeuwig transcendent als permanent immanent. God is niet zomaar iets dat je naast je neer kan leggen. Gods ethische principes stijgen finaal boven alles uit en zijn tegelijkertijd ook steeds in ons leven aanwezig. De wijze waarop een gelovige leeft, zal dus steeds gedeeltelijk mee bepaald worden door de ethische principes waartoe God volgens de gelovige oproept. Mededogen en barmhartigheid die boven de wet uitstijgen Om het even in mijn eigen christelijke termen te zeggen: wanneer volgens Christus de eerste twee geboden oproepen om bovenal God te beminnen en je naaste zoals jezelf, dan is liefde een principe dat, volgens mijn interpretatie, aan eender welke wet overstijgt. Hetzelfde geldt binnen de islam. Wanneer de Koran stelt dat een misdaad weliswaar mag bestraft worden, maar dat vergiffenis altijd de goddelijke voorkeur verdient, dan kunnen sommige moslims tot de conclusie komen dat mededogen en barmhartigheid altijd boven de wet moeten uitstijgen. Het is dan ook geen enkel probleem om het concept van mensenrechten op godsdienstige overtuigingen te baseren. Maar laat ik het theologische jargon misschien even achterwege laten en dit alles in meer seculiere termen verduidelijken: achter elke wetgeving gaan hogere morele principes schuil - 'waarden en normen', zeg maar (want dat zijn woorden die de partij van mevr. Homans ook heel graag gebruikt). En die principes of waarden zijn tegelijkertijd zowel datgene wat de wetten vorm geeft als datgene wat soms aan de wetten overstijgt. Het gaat over hogere Wetten (met een grote W) zoals, bijvoorbeeld, de principes van barmhartigheid en rechtvaardigheid. De zoektocht naar een balans tussen barmhartigheid en rechtvaardigheid kan dan de grondslag vormen van de maatschappelijke wet (met een kleine w). Het spreekt voor zich dat iedereen mag kiezen welke bronnen men gebruikt om voor zichzelf dergelijke 'hogere Wetten' of 'fundamentele ethische principes' op het spoor te komen. Dat kunnen religieuze bronnen zijn zoals heilige teksten of het leven van een profeet, maar even goed marxistische ideeën, de boeken van Milton Friedman of nationalistische overtuigingen. Zodus, wanneer Liesbeth Homans moskeebesturen wil verplichten om te ondertekenen dat onze wet boven Gods Wet staat, verlangt ze met andere woorden dat moslims ophouden met in God te geloven. Ze verplicht hen om de religieuze bron van hun diepste ethische principes ondergeschikt te maken de wetten hier. Of is het aan haar eigen Vlaams-nationalistische ideologie? De wetten die ze blijkbaar zo belangrijk vindt, hameren nochtans sterk op het belang van vrije meningsuiting en godsdienstvrijheid. Maar goed, sommige kopstukken uit de partij van mevr. Homans lijken ook te vinden ook dat de Conventie van Genève misschien niet meer zo geldig is als vroeger, dat de vrijheid van meningsuiting voor bepaalde religieuze groeperingen niet moet gelden en dat de scheiding der machten niet zo belangrijk is als over het algemeen wordt aangenomen. Men kan zich bijgevolg soms de vraag stellen wat hun hogere principes - hun 'sharia' zeg maar - precies zijn.

  • 17

    Jonas Slaats is theoloog, auteur en activist. Hij is actief binnen zowel de lokale als internationale interreligieuze dialoog en is stafmedwerker bij Kif Kif. De christelijke theoloog Kornelis Heiko Miskotte sluit zich daarbij aan. Zie Bijbels ABC p. 121-122 (eerste druk is van 1941) Het heilig land is niet een land van vrome mensen, maar het is een gewoon land; daaruit volgt niet de omkering dat alle gewone landen dus ‘heilig’ zijn of kunnen worden. Heilig, dat komt namelijk in de BIJBELTAAL van een WERKWOORD: 'heiligen' En niet omgekeerd! laat ons dat goed vasthouden; er is geen kwaliteit 'heilig', waarmee dan iets gebeuren zou dat door het verbum wordt uitgedrukt. Het werkwoord is het stamwoord. Van het werkwoord – heiligen - is het bijvoeglijk naamwoord afgeleid. U denkt toch niet dat dit een splinterige kwestie is? We raken hier theologische vragen van de hoogste orde; en hoewel wij er niet aan kunnen denken daar nu op in te gaan, geloof ik toch, dat u, in deze uiteenzetting, wel iets zult merken van wat daar inzit aan heerlijke en bevrijdende kennis en welk een fijn richtsnoer ons hiermee in handen gegeven is om bijbelse en heidens-religieuze leer te onderscheiden. Heilig is wat geheiligd wordt en heiligen is: iets of iemand afzonderen, apart-stellen, ter beschikking-houden, wijden, beslag leggen op, gebruiken. Onmiddellijk gaat nu de betekenis open van: heilige dag, heilig avondmaal, heilig mens. Dat heeft in eerste instantie niet met een zedelijke standaard te maken. Het geeft aan: hier ontmoeten wij iets profaans, dat nochtans uit het overige profane leven is afgezonderd door God, opdat het een teken zij van Zijn goddelijke bedoeling. Wat 'heilig' genoemd wordt is dus inderdaad in zich zelf niets bijzonders - zoals het woestijnzand waar Mozes stond (Ex. 3:5) zich in niets onderscheidde van de rest der onmetelijke steppen, maar er gebeurt iets van Godswege - en daarom heet het in dat zelfde verhaal: ontschoei uw voeten, want de plaats waarop ge staat, is heilig land! Als dan toch elke grond ontbreekt om het profane onzerzijds heilig te verklaren, dan komt dit daarvandaan, dat de kwaliteit 'heilig' enkel uit de actie van het 'heiligen' voortspruit. Naar het religieus levensgevoel bestaat er wonderlijk genoeg óók een onderscheid tussen profaan en gewijd. Daargelaten of wat daar sacraal heet samenhangt met wat de bijbel heilig noemt - het kenmerkend verschil ligt hierin, dat de natuurlijke religie de bronnen en toppen van het Leven in zich zelf voor sacraal houdt; de heiden ontdekt of verklaart, dat het bloed, de geslachtskracht, de voortplanting, de haard, of de wijn en de wedstrijd, de oorlog en de staat 'heilig' zijn, d.i. met een fluidum van macht geladen. Ten slotte verheerlijkt hij het Al, de oerkrachten als totaliteit, door de bronnen en de toppen te verheerlijken. Wanneer en waar het Bestaan beleefd wordt in zijn schokkend en overweldigend bestand, daar 'werpt de heiden zich heen'; in Ex. 20:5 staat: gij zult u voor die niet buigen, letterlijk: u niet (voor de beelden der sacrale macht) neerwerpen en zo u zelf wegwerpen. De Naam Gods betekent de ontgoddelijking der wereld en de ontkenning, dat het bestaande, hoe machtig ook, in zich zelf sacraal zou kunnen zijn en om zich zelf goddelijke verering verdient. God is het die de heiliging voltrekt. Dat is - voor het heidens levensgevoel - niets anders dan sabotage! JHWH (de ENE, de NAAM, ADONAI) inderdaad gaat er groot op, de Spelbreker te zijn, de eerste en de laatste. Ik heb dezer dagen in een krant gelezen, dat een ieder die beleed éérst christen te zijn en daarna pas Nederlander, die moest als 'saboteur' beschouwd worden. Nu, deze belijdenis is zó vanzelfsprekend, dat de kerk er nooit anders over gedacht heeft, ja, 't is haar

  • 18

    wezen. En het is onzin, deze waarheid-als-een-koe te wraken; maar voor de ontkerstende spreekt dit niet vanzelf. Dat is precies - proef de zin in deze onzin nu eens scherp - de zaak waarom het in de bijbel gaat, want niet die mensen, die nog geloven, maar God Zelf is daar van meet af Saboteur, Ondermijner, Ver- strooier, Belachelijk-maker van die natuur, die zich opblaast tot god; Hij is zelfde grote Muiter (Jes. 8:13), omdat hij de Redder en Verlosser wil zijn van de arme en gekwelde creatuur.

    OVER PAULUS EN JOHANNES

    Paulus wordt door Alain Badiou de grondlegger van het universalisme genoemd omdat hij alle vaak kunstmatige grenzen tussen mensen en groepen fundamenteel in vraag durfde stellen: “in de Messias Jezus zijn er geen slaven meer en geen vrijen, geen vrouwen meer en geen mannen, en vooral geen joden meer en geen Grieken (hiermee bedoelde Paulus: geen gojim of geen niet-joden). Indien de auteur van het Johannesevangelie Paulus had ontmoet, dan zouden er in hun gesprekken ernstige tegenstellingen aan het licht zijn gekomen. Want Johannes heeft heel wat vragen bij de bijna onvoorwaardelijke openheid van de weg van Israël voor de gojim (de niet-joden dus). Niet dat Johannes de principiële openheid voor de gojim ontkent, maar hij stelt wel zijn voorwaarden en die zijn niet min. Zo lezen we in Johannes 12,20-26: Maar enkelen van hen die opklimmen om te aanbidden op het feest zijn Hellenen geweest; die komen dan bij Filippus aan, die van Betsaïda in Galilea, en hebben hem de vraag gesteld en gezegd: heer, wat wij willen is: Jezus zien! Filippus komt en zegt het Andreas; Andreas komt met Filippus mee en zegt het Jezus. Maar Jezus zegt in zijn antwoord tot hen: gekomen is het uur dat de mensenzoon verheerlijkt wordt. Amen, amen , ik zeg u: als de graankorrel niet valt in de aarde en sterft dan blijft hij alléén; maar als hij sterft draagt hij overvloedig vrucht; wie zijn lijf-en-ziel liefheeft zal haar verliezen, en wie in deze wereld zijn lijf-en-ziel ‘haat’ zal haar bewaren voor de komende wereld. Als iemand mij dienstbaar wil zijn moet hij mij volgen,

  • 19

    en waar ík ben daar zal ook mijn bediende zijn; als iemand mij bedient zal de Vader hem eer bewijzen. Hellenen (Gojim) willen bij Jezus komen, maar ze geraken er niet bij. Het gesprek verloopt via de tussenpersonen Filippus en Andreas. En deze twee moeten aan de Gojim zeggen: jullie mogen erbij horen, maar dit zijn de voorwaarden: de graankorrel moet in de aarde sterven, en pas dan kan die vruchten dragen. Begin er maar aan... Anders gezegd: die weg van de Thora, samengevat in de woorden over de graankorrel, is een absolute voorwaarde wanneer de gojim bij de Messiaanse gemeente willen horen: ze moeten er de mogelijke weg van het kruis bijnemen. De evangelist Johannes is hier naar mijn aanvoelen zeer profetisch. Wanneer we naar de geschiedenis van de christelijke kerk(en) kijken, dan zien we hoe gemakkelijk deze kerken het voor de gojim hebben gemaakt om van de kerk deel te gaan uitmaken. Het kwantitatieve succes van de kerken sinds keizer Constantijn (313 van de jaartelling) is zeer vaak ten koste gegaan van de kwalitatieve trouw aan de Thora, die vraagt om hier en nu op deze aarde de solidariteit te beoefenen, met het oog op het goede leven. Hiermee zeg ik niet dat Paulus dit uit het oog zou verloren hebben. Integendeel. Ik denk alleen dat Paulus en Johannes hierover als broeders in de Messias een boeiend gesprek zouden gevoerd hebben, dat vandaag nog niet aan actualiteit heeft ingeboet. Paul De Witte

    MOEDER THERESA Een heilige die niet in God geloofde.

    Leonardo Boff Laten we even een aantal politieke en sociale kwesties buiten beschouwing laten om ons te richten op een thema van grote existentiële en spirituele betekenis. He gaat over de grote spirituele duisternis waarin Moeder Teresa van Calcutta, onlangs heilig verklaard, heeft geleefd en waaraan ze van 1948 tot aan haar dood in 1997 zwaar heeft geleden. We beschikken over de getuigenissen die werden verzameld door de postulator van de zaak van haar heiligverklaring, de Canadees Brian Kolodiejchuk en neergeschreven in het boek Be my light. Zoals we weten leefde Moeder Teresa leefde in Calcutta waar ze de stervende mensen van de straat haalde om hen in staat te stellen humaan te sterven in een huis en omringd door medemensen. Zij heeft dit gedaan met veel zorg en aandacht en vanuit een totale zelfverloochening. Alles wijst erop dat ze dit werk heeft gedaan vanuit een diepe ervaring van God.

  • 20

    Groot was onze verbazing toen we hoorden over haar innerlijke woestijn, een echte nacht zonder sterren en zonder hoop op enige zonsopgang. Dit pijnlijk lijden duurde bijna 50 jaar. In augustus 1959 schreef ze aan een van haar geestelijke leiders: "In mijn ziel voel ik een vreselijke pijn. Ik denk dat God me niet wil, dat God geen God is en dat Hij niet echt bestaat.” Bij een andere gelegenheid schreef ze: "Er is in mijn ziel zoveel tegenspraak: een diep verlangen naar God, zo vurig dat dit mij pijn doet; maar tegelijk ook een permanent lijden, dat gepaard ging met het gevoel niet geliefd te zijn door God, en door Hem te worden afgewezen, leeg, geen geloof, geen liefde, geen aandacht, de hemel betekent niets voor mij, hij, lijkt wel een lege plek. We weten dat veel mystici getuigen van deze ervaring van duisternis. We merken het onder anderen bij Johannes van het Kruis en Teresa van Avila, ook bij Theresia van Lisieux. Deze laatste, die op zachte wijze getuigde van een mystieke ervaring in het gewone leven van elke dag, schreef in haar dagboek Journal d’ une âme: "Ik geloof niet in het eeuwig leven; ik denk dat er na dit sterfelijke leven niets meer zal zijn: alles is weg voor mij, het enige wat mij rest is de liefde.” We weten dat de donkere nacht van Johannes van het Kruis, zo goed tot uitdrukking gebracht in zijn gedicht De donkere nacht. Hij onderscheidt daarin twee donkere nachten: de ene is de nacht van de zintuigen, waarin de ziel ervaart zonder geestelijke vertroostingen te zijn en in een vreselijke innerlijke droogte te leven. De andere is in de nacht van de geest, "donker en verschrikkelijk", waar de ziel niet meer kan geloven in God, en ertoe komt te gaan twijfelen aan zijn bestaan en zich veroordeeld voelt tot een leven in de hel. De moderniteit, zich volledig op zichzelf terugplooiend en verloren loopt in het enorme technologisch apparaat dat ze heeft geschapen, beleeft ook de afwezigheid van God, die door Nietzsche is omschreven als 'de dood van God’. Niet dat God dood is, want dan zou hij God niet zijn. Maar wij hebben God gedood, te weten, dat God niet meer het ultieme referentiepunt is van zin en betekenis. We leven als dwalenden, alleen en zonder hoop. Dietrich Bonhoeffer, theoloog martelaar van het nazisme, heeft deze ervaring gevozeld, en hij raadt ons aan om te leven "alsof God niet bestond" (etsi Deus non daretur), maar te leven vanuit liefde door het dienen van de anderen en het cultiveren van de solidariteit en aandacht. We vermoeden dat ook Jezus deze verschrikkelijke nacht heeft gekend. In de Tuin van Olijven voelde hij zich zo alleen en zo in angst dat hij bloed zweette, een extreme uiting van angst. Aan het kruis schreeuwt hij naar de hemel: "Vader, waarom hebt Gij mij verlaten?” Maar ondanks de afwezigheid van God, geeft hij zich toch in vertrouwen over: "Vader, in Uw handen beveel ik mijn geest." Hij is van alles ontdaan. Het antwoord is gekomen in de vorm van een opstanding als de volheid van het leven. De donkere nacht van Moeder Theresa tot op het punt waar ze zei: "God bestaat niet echt”, plaatst ons voor een theologische vraag. Ze vernietigt al onze voorstellingen van God. "God, niemand heeft Hem ooit gezien", zegt de Schrift. "En ik bleef zonder te weten, elk weten ging mij te boven", aldus Johannes van het Kruis. Geloven in God is geen dogma of deelnemen aan een doctrine. Geloven is een houding en een manier van zijn; het is zich toevertrouwen aan een hoop, die "de overtuiging is van een realiteit die we niet kunnen zien" (Hebreeën 11,1), omdat het onzichtbare deel uitmaakt van het zichtbare. Geloven is een weddenschap, zoals Pascal zegt, die ook de donkere nacht ervaart.

  • 21

    Simone Weil, de joodse die tijdens de laatste oorlog christen werd, maar weigerde zich te laten dopen in solidariteit met haar zusters en zijn broers die veroordeeld werden tot de gaskamers, helpt ons dit alles te begrijpen: "Als je wilt weten of iemand echt gelooft in God, moet je niet kijken naar hoe hij spreekt over God, maar hoe hij spreekt van de wereld". Als hij erover spreekt onder de vorm van solidariteit, liefde en mededogen. -God kan niet worden gevonden buiten deze waarden. -Wie deze waarden leeft is op God gericht en is met deze God, zelfs als hij God ontkent. Moeder Teresa van Calcutta die de stervende beminde leeft in verbondenheid met deze verborgen God. Nu ze tot heilige is gecanoniseerd, zal ze de aanwezigheid van God van aangezicht tot aangezicht ervaren in de liefde en de gemeenschap. Brian Kolodiejchuk: Mère Teresa, Viens, sois ma lumière: les écrits intimes de la sainte de Calcutta. Edition Lethielleux. Uit het Frans vertaald door Paul De Witte.

    MENS ERGER JE!

    Soms ergeren mensen zich mateloos aan futiliteiten. Dag aan dag. Beroepskniezers. Ze storen de gemeenschap waarin ze leven. Verder dan het weer en het eten en de sportuitslagen en de tv-spelletjes reikt hun ergernis nauwelijks. Dat ergert me meer dan ik zeggen kan. En ik zie niet meteen een remedie. Hoewel, soms ben ik zelf ook maar een mens die op dat niveau opereert. Kritiekloos. Met dit soort vragen ben ik met de nodige ergernis bezig. Intussen draait het in onze wereld om méér dan de gekende goedkope babbel van elke dag. Er worden presidenten verkozen en vluchtelingen te water gelaten en te water gehouden. Er worden mensen vermoord en ons klimaat wordt vervuild. En er wordt over dat alles gedebatteerd, op vele plaatsen, op hoog niveau, door mensen met veel kennis en veel expertise. Zij zijn echt een teken van hoop. Laat ze maar debatteren in Genève, in Brussel, nog vele uren, maandenlang... Maar mijn vraag is: waarom is er een zo grote kloof tussen deze experten uit het hoogland en de vele verontwaardigde mensen uit het laagland? Zijn de vragen en de discussies te moeilijk, te confronterend en te gecompliceerd? Kunnen wij 'van beneden' het hoge discours eigenlijk wel volgen? Is het daarom dat we liever naar Thuis kijken dan naar De Afspraak? Hoe kunnen wij 'het gewone volk' vertrouwd maken met de moeilijk verworven inzichten van de specialisten? Want… als het erop aankomt, heeft de stem van het volk het zwaarste gewicht. Kijk maar naar Italië, naar Engeland en naar Amerika: de stem van het volk geeft de doorslag! Kijk, ik heb zopas twee documenten gelezen en gezien die de hele wereld zou moeten begrijpen: een nieuwjaarswens van Jan Terlouw (Nl) plus een pamflet van Amos Oz: Hoe genees je een fanaticus? Serieuze taal over de toekomst van aarde en wereld! Mogen wij verwachten dat Jules en Julia deze boodschappen ooit lezen? Mogen wij hopen dat bewoners

  • 22

    uit mijn straat daarvan wakker liggen? Mag ik hopen dat Frits en Frieda zich ooit daarover ergeren? Dit is, zo besef ik zelf, om vele redenen moeilijk stuk Als je geërgerd bent, zou me dat plezieren!?!. Frans De Maeseneer

    AGENDA MIDDEN MEI TOT JUNI 2017

    Zaterdag 29 april: wekelijkse viering om 18.30 uur Thema: EDITH STEIN Deze viering wordt voorbereid door groep 2 Zaterdag 6 mei: wekelijkse viering om 18.30 uur Thema: DAMIAAN - JOZEF DE VEUSTER Deze viering wordt voorbereid door groep 1 Dinsdag 9 mei 2017 van 19.30 tot 22 uur: BIJBELS LEERHUIS. We vervolgen onze lezing, bespreking en actualisering van het evangelie naar Matteüs (hoofdstuk 17-18). VRIJDAG 12 MEI OM 19.30 UUR: BIJZONDERE ALGEMENE VERGADERING VAN DE VZW JEBRON. Uitnodiging en agenda worden verzonden via een speciale mail. Zaterdag 13 mei: wekelijkse viering om 18.30 uur Thema: JOHANNES XXIII Deze viering wordt voorbereid door 3 Zaterdag 20 mei: wekelijkse viering om 18.30 uur Thema: OSCAR ROMERO Deze viering wordt voorbereid door Stefaan Dinsdag 23 mei om20 uur: Dagelijks Bestuur Zaterdag 27 mei: GEEN VIERING om 18.30 uur (zie morgen zondag 28 mei). ZONDAG 28 MEI 2017 op 10.30 uur: DOOPVIERING van EMMA en NATHIS, kinderen van Griet Van Lierde en Tim Verhofstadt; kleinkinderen van Luc Van Lierde en Miek. Zaterdag 3 juni: wekelijkse viering om 18.30 uur - PINKSTEREN Thema: BARTOLOME DE LAS CASAS.

  • 23

    Deze viering wordt voorbereid door groep 1 Zaterdag 10 juni: wekelijkse viering om 18.30 uur Thema: HENRI DUNANT. Deze viering wordt voorbereid door groep 3 Dinsdag 13 juni 2017 van 19.30 tot 22 uur: BIJBELS LEERHUIS. We vervolgen onze lezing, bespreking en actualisering van het evangelie naar Matteüs (hoofdstuk 18) en evaluatie van het voorbij leerhuisjaar.

    Zaterdag 17 juni: ASIELWAKE om 19 UUR in een lokaal van DE BRUG Deze viering wordt voorbereid door Vluchtelingenplatform regio Dender en JEBRON. Zondag 25 juni om 10.30 uur: Slotviering van ons 41ste werkjaar Deze viering wordt voorbereid door Dagelijks Bestuur van Jebron

    VANAF ZONDAG 2 juli 2017: VAKANTIEVIERINGEN

    Data zondagen mogelijke lezingen Wie bereidt voor? 2 juli 2014 2 Kon. 4,8-11.14-16a 10.30 uur Rom. 6,3-4.8-11 Mt. 10,37-42 ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 9 juli Zach 9,9-10; Rom 8,9.11-13 Mt 11,25-30 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 16 juli Jesaja 55,10-11; Rom 8,18-23 Mt 13,1-9 of tot 23 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 23 juli Wijsheid 12,13.16-19; Rom 8,26-29 Mt 13,24-30 of tot 43 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 30 juli 1 Kon 3,5.7-12; Rom 8,28-30 Mt 13,44-52 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 6 augustus Jesaja 55,1-3; Rom 8, 35-39

    Mt 14,13-21 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 13 augustus 1Kon 19, 9-13; Rom 9,1-5 Mt 14,22-33 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 20 augustus Jes 56,1.6-7; Rom 11, 13-15.29-32

  • 24

    Mt 15,21-28 of de lezingen van 15 augustus (Maria) Openb. 11,19a; 12,1-3-6a.10ab 1 Kor 15,20-27a; Luc 1,39-56 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 27 augustus Jesaja 22,19-23; Rom 11,33-36 Mt 16,13-20 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------- 3 september Jeremia 20,7-9; Rom 12,1-2 Mt 16,21-27

    10 september Ezechiël 33,7-9; Rom 13,8-10

    Mt 18,15-20

    17 of 24 september om 10.30 uur startviering.

    Jebron-Info

    Wens je Jebron-Info niet meer te ontvangen, geef dan een seintje via mail.

    Jebron vzw ; Open Huis voor Vorming en Pastoraat

    Begijnhof 1 - 9300 Aalst Tel. 053/77.51.16

    Open ma, di, do en vr van 08.00 tot 16.00 uur.

    Mailadres: [email protected]

    Website: www.jebron.be

    Stortingen en financiële steun zijn welkom op BE46 0680 6230 4036

    Raad van Bestuur: Inge De Bruyn, Guido De Schrijver, Paul De Witte, Annie Maes, Erik Van

    Assche, Fred Van den Branden

    Personeel: Vera Baeyens, Anne De Cremer, Hilde De Saedeleer, Linda Van Der Eecken

    Liturgieverantwoordelijke Paul De Witte

    mailto:[email protected]://www.jebron.be/