JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen...

52
Overzicht meetinstrumenten, scoringsinformatie en ondersteunende referenties 1

Transcript of JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen...

Page 1: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

Overzicht meetinstrumenten, scoringsinformatie en ondersteunende referenties

1

Page 2: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

Blok Nr

Vragenlijst # items

Beschrijving Aangeleverde informatie

Referentie

A 1 “Waarom leer je?” 24 Deze vragenlijst meet de verschillende types motivatie van leerlingen om hun best te doen voor school.

Maarten / Bart Vansteenkiste, Sierens, Soenens, Luyckx, & Lens (2009); Sierens & Vansteenkiste (2009); Vansteenkiste (2010);

A 2 “Hoe zie je jezelf?” 13 Deze vragenlijst meet of leerlingen een positief beeld hebben van zichzelf en of hun zelfbeeld afhankelijk is van hun schoolse prestaties.

Karine / Bart

A 3 “Je houding tegenover jezelf”

20 Deze vragenlijst meet de mate waarin leerlingen hoge doelen stellen voor zichzelf.

Bart / Maarten Miquelon, Vallerand, Grouzet, & Cardinal (2005);

A 4 “Mijn moeder en ik” 20 Deze vragenlijst meet of en op welke manier je moeder betrokken is op je schoolwerk.

Bart / Maarten Soenens & Vansteenkiste (2005, 2010)

A 5 “Mijn vader en ik” 20 Deze vragenlijst meet of en op welke manier je vader betrokken is op je schoolwerk.

Bart / Maarten Soenens & Vansteenkiste (2005, 2010)

A 6 “Studeren en toetsen”

18 Deze vragenlijst meet de mate waarin jongeren uitstelgedrag vertonen en angst hebben voor toetsen.

Maarten / Bart Depreeuw & Lens (1998)

A 7 “Ik en de anderen op school”

18 Deze vragenlijst meet de mate waarin jongeren behulpzaam zijn en antisociaal gedrag stellen op school.

Bart / Maarten

B 8 “Ik op school” 30 Deze vragenlijst meet de mate waarin leerlingen gedragsmatig en emotioneel betrokken zijn op hun schoolwerk.

Karine

B 9 “Mijn doelen” 18 Deze vragenlijst brengt de waarden van jongeren in kaart.

Maarten / Bart Vansteenkiste, Soenens, & Duriez (2008); Mouratidis, Vansteenkiste, Lens, Michou, & Soenens (in druk)

B 10 “Mijn leerkrachten” 20 Deze vragenlijst gaat na hoe jongeren staan ten opzichte van hun leerkrachten in het algemeen.

Maarten / Karine Soenens & Vansteenkiste (2005); Vansteenkiste, Sierens, Soenens, & Lens (2007)

B 11 “Leergewoontes” 50 Deze vragenlijst peilt naar de leergewoontes van jongeren.

Hilde

B 12 “Ik en mijn 40 Deze vragenlijst peilt naar de wijze waarop Karine / Veerle

2

Page 3: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

studiekeuze” jongeren hun studiekeuze maken.

3

Page 4: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

1. WAAROM LEER JE?

Leerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen voor jou belangrijk zijn om te studeren, door een getal aan te duiden tussen 1 (helemaal niet van toepassing op jou) en 5 (volledig van toepassing op jou).

1 2 3 4 5Helemaal niet van toepassing op mij

Volledig van toepassing op mij

Ik ben gemotiveerd om te studeren omdat…

1. … ik verondersteld word dit te doen. 1 2 3 4 5

2. … ik wil dat anderen denken dat ik verstandig ben. 1 2 3 4 5

3. … ik nieuwe dingen wil bijleren. 1 2 3 4 5

4. … leren me erg interesseert. 1 2 3 4 5

5. … leren leuk is. 1 2 3 4 5

6. … ik me schuldig zou voelen als ik het niet zou doen. 1 2 3 4 5

7. … anderen (ouders, vrienden, leerkrachten, …) me dwingen om dit te doen. 1 2 3 4 5

8. … ik me zou schamen als ik het niet zou doen. 1 2 3 4 5

9. … ik leren persoonlijk heel waardevol vind. 1 2 3 4 5

10. …. dit voor mij een persoonlijk belangrijke keuze is. 1 2 3 4 5

11. … anderen (ouders, vrienden, leerkrachten,…) me hiertoe verplichten. 1 2 3 4 5

12. … ik leren boeiend vind. 1 2 3 4 5

13. … ik dit een belangrijk levensdoel vind. 1 2 3 4 5

14. …. ik leren een aangename bezigheid vind. 1 2 3 4 5

15. … anderen (ouders, vrienden, leerkrachten,…) dit van mij verwachten. 1 2 3 4 5

16. … ik anderen de indruk wil geven dat ik een goede leerling ben. 1 2 3 4 5

17. Eerlijk gezegd, weet ik het niet; ik heb het gevoel dat ik mijn tijd verdoe op school. 1 2 3 4 5

18. Ik zie niet in waarom ik studeer en, vrijuit gezegd, ik maak mij daar geen zorgen om. 1 2 3 4 5

19. Vroeger had ik daarvoor nog goede redenen, maar nu vraag ik me af waarom ik eigenlijk studeer.

1 2 3 4 5

20. Ik weet het niet; de redenen waarom ik studeer zijn mij niet duidelijk. 1 2 3 4 5

21. Ik doe juist het omgekeerde van wat anderen van mij verwachten op vlak van school 1 2 3 4 5

22. Ik leg de regels van anderen omtrent mijn schoolwerk vierkant naast mij neer 1 2 3 4 5

23. Ik heb geen boodschap aan de regels die anderen hebben op vlak van school: ik doe mijn eigen goesting

1 2 3 4 5

24. Ik verzet me tegen de regels van anderen over mijn schoolwerk 1 2 3 4 5

4

Page 5: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

Beschrijving

De Zelf Regulatie Vragenlijst - Leren is een aangepaste versie van de Academic Self-Regulation Questionnaire (SRQ-a) ontwikkeld door Ryan and Connell (1989). In plaats van de motieven voor verschillende schoolse activiteiten te vragen, zoals het geval is voor de Ryan en Connell schaal (zie www.psych.rochester.edu/SDT/), verkozen we ons te beperken tot één algemene vraag. We deden dit omdat sommige van de bevraagde activiteiten in de Ryan en Connell schaal minder relevant zijn en minder frequent voorkomen bij studenten uit het hoger onderwijs (bvb., ‘Waarom doe je jouw huiswerk?’ of ‘Waarom beantwoord je vragen van de leerkracht?’). Tot op heden werd deze vragenlijst afgenomen bij meer dan 2000 leerlingen en studenten uit het middelbaar en hoger onderwijs (zie verder).

In de meeste studies tot op heden hebben we – in lijn met de Zelf-Determinatie Theorie - vier verschillende motivatietypes gemeten, namelijk (a) externe regulatie (externe verplichting), (b) geïntrojecteerde regulatie (interne verplichting), (c) geïdentificeerde regulatie (persoonlijk belang) en (d) intrinsieke motivatie (plezier). Deze vragenlijst bevat 16 items (4 items per motivatietype). In bepaalde studies hebben we ook (e) amotivatie gemeten, wat een gebrek aan motivatie om te leren meet. Meer recent werd nog een tweede type gebrek aan motivatie in kaart gebracht, namelijk (f) opstandig verzet, wat de motivatie meet om het omgekeerde te doen van wat gevraagd wordt.

Scoringsmethode

De vragenlijst meet zes verschillende types (gebrek aan) motivatie, namelijk:

- Intrinsieke motivatie: items 4,5, 12 & 14- Geïdentificeerde regulatie: items 3, 9,10 & 13- Geïntrojecteerde regulatie: items 2, 6,8 & 16- Externe regulatie: items 1,7, 11 & 15- Amotivatie: 17, 18, 19 & 20- Opstandig verzet: 21, 22, 23 & 24

U kunt de aparte scores van de zes regulatietypes berekenen door de items per regulatietype te middelen. Daarnaast kan u er voor kiezen om de subschalen intrinsieke motivatie en geïdentificeede regulatie samen te brengen onder de noemer autonome motivatie en de subschalen externe en geïntrojecteerde regulatie onder de noemer gecontroleerde motivatie.

Ondersteunende Referenties

Vansteenkiste, M., Sierens, E., Soenens, B., Luyckx, K., & Lens, W. (2009). Motivational profiles from a self-determination perspective: The quality of motivation matters. Journal of Educational Psychology, 3, 671-688.

Vansteenkiste, M. (2010). Hoe we kinderen en jongeren kunnen motiveren? Toepassingen van de zelf-determinatie theorie. Caleidoscoop, 22, 6-15.

Sierens, E., & Vansteenkiste, M. (2009). “Wanneer meer minder betekent”: Motivatieprofielen van lerenden in kaart gebracht. Begeleid Zelfstandig Leren, 24, 17-36.

5

Page 6: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

2. HOE ZIE JE JEZELF?

De vragen hieronder maken geen deel uit van een toets: er zijn geen juiste of foute antwoorden. De bedoeling is dat je nadenkt over hoe je nu denkt en wat je nu voelt over jezelf. Het is belangrijk dat je eerlijk bent en dat je je eigen beeld van jezelf weergeeft (zonder te praten met anderen). Gebruik onderstaande antwoordschaal om aan te duiden in welke mate de stellingen hieronder een goede beschrijving van jezelf zijn. Sla geen stellingen over en omcirkel slechts één cijfer per stelling.

1 2 3 4 5Helemaal niet van toepassing op mij

Volledig van toepassing op mij

1. Ik ben goed voor de meeste vakken op school. 1 2 3 4 5

2. De meeste vakken zijn te moeilijk voor mij. 1 2 3 4 5

3. Ik ben goed in wiskunde. 1 2 3 4 5

4. Ik leer snel bij voor talen. 1 2 3 4 5

5. Ik vind wiskunde te moeilijk. 1 2 3 4 5

6. Ik vind talen te moeilijk. 1 2 3 4 5

7. Ik leer gemakkelijk bij op school. 1 2 3 4 5

8. Ik leer gemakkelijk bij in wiskunde. 1 2 3 4 5

9. Ik ben goed in talen 1 2 3 4 5

10. Of ik mijn doelen bereik op school beïnvloedt sterk mijn gevoelens over mezelf 1 2 3 4 5

11. Hoe ik mij voel over mezelf hangt veel af van hoe goed ik ben in taken, toetsen en projecten op school.

1 2 3 4 5

12. Als mijn prestaties op school veranderen, dan veranderen mijn gevoelens over mezelf ook.

1 2 3 4 5

13. Mijn prestaties op school bepalen zeer sterk hoe ik me voel over mezelf. 1 2 3 4 5

6

Page 7: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

Beschrijving

Scoringsmethode

Ondersteunende Referenties

7

Page 8: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

3. JE HOUDING TEGENOVER JEZELF

Hieronder vind je een aantal uitspraken omtrent jezelf. Gelieve elke uitspraak nauwkeurig te lezen en aan te geven in welke mate de uitspraak op jou van toepassing is.

1 2 3 4 5

Helemaal niet van toepassing op mij

Volledig van toepassing op mij

1. Als ik aan mezelf niet de hoogste eisen stel, zal ik waarschijnlijk eindigen als een tweederangspersoon

1 2 3 4 5

2. Het is belangrijk voor mezelf dat ik heel erg bekwaam ben in alles wat ik doe 1 2 3 4 5

3. Als ik faal op school, ben ik een mislukkeling 1 2 3 4 5

4. Ik zou moeten erg vinden als ik een fout bega 1 2 3 4 5

5. Ik stel mezelf hogere doelen dan de meeste andere mensen 1 2 3 4 5

6. Als iemand op school een taak beter uitvoert dan mij, dan heb ik het gevoel dat ik gefaald heb op de hele taak

1 2 3 4 5

7. Als ik gedeeltelijk faal, is dat even slecht als volledig falen 1 2 3 4 5

8. Ik ben erg goed in het richten van mijn inspanningen op het bereiken van een doel 1 2 3 4 5

9. Zelfs wanneer ik iets erg zorgvuldig doe, heb ik vaak het gevoel dat ik het niet volledig juist doe

1 2 3 4 5

10. Ik haat het om in iets niet de beste te zijn 1 2 3 4 5

11. Ik stel mezelf extreem hoge doelen 1 2 3 4 5

12. Andere mensen zullen me waarschijnlijk minder waarderen als ik een fout bega 1 2 3 4 5

13. Als ik het niet zo goed doe als andere mensen, dan betekent dit dat ik een minderwaardig mens ben

1 2 3 4 5

14. Andere mensen lijken voor zichzelf lagere verwachtingen te hanteren dan ikzelf 1 2 3 4 5

15. Als ik niet voortdurend goed presteer zullen de mensen me niet respecteren 1 2 3 4 5

16. Ik heb vaak twijfels over de eenvoudige, alledaagse dingen die ik doe 1 2 3 4 5

17. Ik verwacht betere prestaties voor mezelf dan de meeste andere mensen 1 2 3 4 5

18. Ik heb de neiging achterop te geraken op school omdat ik bepaalde dingen steeds weer zit te herhalen

1 2 3 4 5

19. Het vraagt me veel tijd om iets “juist” te doen 1 2 3 4 5

20. Hoe minder fouten ik maak, hoe liever de mensen me zullen zien 1 2 3 4 5

8

Page 9: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

Beschrijving

De Multidimensional Perfectionism Scale (MPS; Frost, Lahart, Marten, & Rosenblate, 1990) is internationaal één van de meeste gebruikte instrumenten om verschillende aspecten van perfectionisme te meten. Van de MPS nemen wij hier de kernschalen af, die aspecten van intrapersoonlijk perfectionisme (perfectionisme binnen de persoon) meten, namelijk Hoge Persoonlijke Standaarden (hoge persoonlijke standaarden stellen), Twijfels over Acties (twijfelen of je gedrag en keuzes goed zijn), en Zorgen over Fouten (angst en zorgen over het maken van fouten). Zowel in de internationale literatuur als in ons eigen onderzoek worden de schalen voor Twijfels over Acties en Zorgen over Fouten vaak samengenomen in één samenvattende score voor Zelfkritisch Perfectionisme. Deze twee schalen hanger onderling namelijk sterk samen en hebben gemeenschappelijk dat mensen erg streng en kritisch voor zichzelf zijn. Dit aspect van perfectionisme (zelfkritisch perfectionisme) wordt gezien als het meest schadelijke aspect van perfectionisme, dat samenhangt met verschillende negatieve uitkomsten, zoals laag zelfbeeld, slechte schoolresultaten, depressieve symptomen, en eetstoornissymptomen. Het wordt daarom in de literatuur soms ook ‘maladaptief perfectionisme’ genoemd. De schaal voor Hoge Persoonlijke Standaarden wordt daarentegen beschouwd als een meting voor Prestatiegericht Perfectionisme, een aspect van perfectionisme dat relatief minder schadelijk is en in sommige omstandigheden zelfs positief kan zijn. Dit aspect van perfectionisme wordt in de literatuur daarom soms ‘adaptief perfectionisme’ genoemd.

Scoringsmethode

Hoge Persoonlijke Standaarden (Prestatiegericht Perfectionisme) = gemiddelde van item 1 item 2 item 5 item 8 item 11 item 14 item 17

Zorgen over Fouten = gemiddelde van item 3 item 4 item 6 item 7 item 10 item 12 item 13 item 15 item 20

Twijfels over Acties = gemiddelde van item 9 item 16 item 18 item 19

Zelfkritisch Perfectionisme (combinatie van Twijfels over Acties en Zorgen over Fouten) = gemiddelde van item 3 item 4 item 6 item 7 item 10 item 12 item 13 item 15 item 20 item 9 item 16 item 18 item 19

Ondersteunende Referenties

Frost, R. O., Marten, P., Lahart, C. M., & Rosenblate, R. (1990). The dimensions of perfectionism. Cognitive Therapy and Research, 14, 449-468.

Soenens, B., Nevelsteen, W., & Vandereycken, W. (2007). De betekenis van perfectionisme bij eetstoornissen: Een vergelijkend onderzoek. [The significance of perfectionism in eating disorders: A comparative study]. Tijdschrift voor Psychiatrie, 49, 709-718.

Soenens, B., Luyckx, K., Vansteenkiste, M., Luyten, P., Duriez, B., & Goossens, L. (2008). Maladaptive perfectionism as an intervening variable between psychological control and adolescent depressive feelings: A three-wave longitudinal study. Journal of Family Psychology, 22, 465-474.

Miquelon, P., Vallerand, R. J., Grouzet, F. M. E., & Cardinal, G. (2005). Perfectionism, academic motivation, and psychological adjustment : An integrative model. Personality and Social Psychology Bulletin, 31, 913-924.

9

Page 10: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

4. MIJN MOEDER EN IK

1 2 3 4 5helemaal niet van

toepassinghelemaal wel van

toepassing

1. Je moeder moedigt je aan om je in te zetten voor je schoolwerk

a. In welke mate is dit van toepassing op jouw moeder? 1 2 3 4 5

b. In welke mate vind je het “OK” dat je moeder dit doet? 1 2 3 4 5

Als je moeder dit doet, hoe doet ze dit?

c. Ze toont dat ze zelf enthousiast is over wat ik leer 1 2 3 4 5

d. Ze wijst me op mijn plicht en ze hamert erop hoe belangrijk dit is voor later 1 2 3 4 5

2. Wanneer je thuiskomt van school vraagt je moeder naar je huiswerk

a. In welke mate is dit van toepassing op jouw moeder? 1 2 3 4 5

b. In welke mate vind je het “OK” dat je moeder dit doet? 1 2 3 4 5

Als je moeder dit doet, hoe doet ze dit?

c. Ze toont interesse in het huiswerk zelf en laat me kiezen hoe en wanneer ik mijn huiswerk maak

1 2 3 4 5

d. Ze moet vooral weten hoeveel huiswerk ik heb en wanneer het zal af zijn 1 2 3 4 5

3. Je moeder kijkt je agenda na

a. In welke mate is dit van toepassing op jouw moeder? 1 2 3 4 5

b. In welke mate vind je het “OK” dat je moeder dit doet? 1 2 3 4 5

Als je moeder dit doet, hoe doet ze dit?

c. Ze zegt dat ze nieuwsgierig is naar wat we leren en dat ze hier graag wil van op de hoogte zijn

1 2 3 4 5

d. Ze zegt dat ze als ouder het recht heeft om alles te weten over wat ik moet doen voor school

1 2 3 4 5

10

Page 11: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

4. Wanneer je thuiskomt van school vraagt je moeder naar hoe het was op school

a. In welke mate is dit van toepassing op jouw moeder? 1 2 3 4 5

b. In welke mate vind je het “OK” dat je moeder dit doet? 1 2 3 4 5

Als je moeder dit doet, hoe doet ze dit?

c. Ze luistert naar wat ik te vertellen heb en ze kan ook aanvaarden dat ik soms geen zin heb om te vertellen

1 2 3 4 5

d. Ze staat erop dat ze te weten komt hoe ik het deed op toetsen en taken 1 2 3 4 5

5. Wanneer je thuiskomt met een rapport dat minder goed is dan gewoonlijk stelt je moeder hierover vragen

a. In welke mate is dit van toepassing op jouw moeder? 1 2 3 4 5

b. In welke mate vind je het “OK” dat je moeder dit doet? 1 2 3 4 5

Als je moeder dit doet, hoe doet ze dit?

c. Ze vraagt wat ik er zelf van vond en of ik er iets aan zou willen doen 1 2 3 4 5

d. Ze wordt kwaad en laat blijken dat ze teleurgesteld is in mij 1 2 3 4 5

11

Page 12: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

Beschrijving

Deze vragenlijst brengt in kaart in welke mate de moeder betrokken is op het schoolwerk evenals de wijze waarop ze deze betrokkenheid toont. Betrokkenheid kan verschillen in hoeveelheid: sommige ouders zijn heel erg betrokken, terwijl anderen meer op afstand het schoolwerk volgen. Jongeren kunnen deze betrokkenheid als meer of minder legitiem ervaren. Daarnaast is de wijze waarop ouders deze meer uitgesproken of beperktere betrokkenheid tonen verschillend. Sommige ouders zitten heel dicht op de huid van jongeren tijdens de schoolbegeleiding en zijn pas tevreden als de jongeren aan hun voorwaarden beantwoorden, terwijl ze teleurgesteld reageren als ze dit niet doen. Dit wordt gevat onder de noemer controlerende opvoeding. Ouders kunnen echter ook meer het perspectief van de jongeren zelf nemen en hun interesse, verwondering en enthousiasme laten blijken, wat gevat wordt onder de noemer autonomieondersteunende opvoeding.

Scoringsmethode

- Mate van betrokkenheid: 1a, 2a, 3a, 4a, 5a- Gepercipieerde legimititeit van betrokkenheid:1b, 2b, 3b, 4b, 5b- Controlerende betrokkenheid: 1c, 2c, 3c, 4c, 5c- Autonomieondersteunende betrokkenheid:1d, 2d, 3d, 4d, 5d

Ondersteunende Referenties

Soenens, B., & Vansteenkiste, M. (2005). Antecedents and outcomes of self-determination in three life domains: The role of parents’ and teachers’ autonomy support. Journal of Youth and Adolescence, 34, 589-604.

Soenens, B., & Vansteenkiste, M. (2010). A theoretical upgrade of the concept of parental psychological control: Proposing new insights on the basis of Self-Determination Theory. Developmental Review, 30, 74-99.

Soenens, B., Vansteenkiste, M., & Niemiec, C. P. (2009). Should parental prohibition of adolescents’ peer relationships be prohibited? The role of parental autonomy-support and control. Personal Relationships, 16, 507-530.

12

Page 13: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

5. MIJN VADER EN IK

1 2 3 4 5helemaal niet van

toepassinghelemaal wel van

toepassing

1. Je vader moedigt je aan om je in te zetten voor je schoolwerk

a. In welke mate is dit van toepassing op jouw moeder? 1 2 3 4 5

b. In welke mate vind je het “OK” dat je moeder dit doet? 1 2 3 4 5

Als je moeder dit doet, hoe doet ze dit?

c. Ze toont dat ze zelf enthousiast is over wat ik leer 1 2 3 4 5

d. Ze wijst me op mijn plicht en ze hamert erop hoe belangrijk dit is voor later 1 2 3 4 5

2. Wanneer je thuiskomt van school vraagt je vader naar je huiswerk

a. In welke mate is dit van toepassing op jouw moeder? 1 2 3 4 5

b. In welke mate vind je het “OK” dat je moeder dit doet? 1 2 3 4 5

Als je moeder dit doet, hoe doet ze dit?

c. Ze toont interesse in het huiswerk zelf en laat me kiezen hoe en wanneer ik mijn huiswerk maak

1 2 3 4 5

d. Ze moet vooral weten hoeveel huiswerk ik heb en wanneer het zal af zijn 1 2 3 4 5

3. Je vader kijkt je agenda na

a. In welke mate is dit van toepassing op jouw moeder? 1 2 3 4 5

b. In welke mate vind je het “OK” dat je moeder dit doet? 1 2 3 4 5

Als je moeder dit doet, hoe doet ze dit?

c. Ze zegt dat ze nieuwsgierig is naar wat we leren en dat ze hier graag wil van op de hoogte zijn

1 2 3 4 5

d. Ze zegt dat ze als ouder het recht heeft om alles te weten over wat ik moet doen voor school

1 2 3 4 5

13

Page 14: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

4. Wanneer je thuiskomt van school vraagt je vader naar hoe het was op school

a. In welke mate is dit van toepassing op jouw moeder? 1 2 3 4 5

b. In welke mate vind je het “OK” dat je moeder dit doet? 1 2 3 4 5

Als je moeder dit doet, hoe doet ze dit?

c. Ze luistert naar wat ik te vertellen heb en ze kan ook aanvaarden dat ik soms geen zin heb om te vertellen

1 2 3 4 5

d. Ze staat erop dat ze te weten komt hoe ik het deed op toetsen en taken 1 2 3 4 5

5. Wanneer je thuiskomt met een rapport dat minder goed is dan gewoonlijk stelt je vader hierover vragen

a. In welke mate is dit van toepassing op jouw moeder? 1 2 3 4 5

b. In welke mate vind je het “OK” dat je moeder dit doet? 1 2 3 4 5

Als je moeder dit doet, hoe doet ze dit?

c. Ze vraagt wat ik er zelf van vond en of ik er iets aan zou willen doen 1 2 3 4 5

d. Ze wordt kwaad en laat blijken dat ze teleurgesteld is in mij 1 2 3 4 5

14

Page 15: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

Beschrijving

Deze vragenlijst brengt in kaart in welke mate de vader betrokken is op het schoolwerk evenals de wijze waarop ze deze betrokkenheid toont. Betrokkenheid kan verschillen in hoeveelheid: sommige ouders zijn heel erg betrokken, terwijl anderen meer op afstand het schoolwerk volgen. Jongeren kunnen deze betrokkenheid als meer of minder legitiem ervaren. Daarnaast is de wijze waarop ouders deze meer uitgesproken of beperktere betrokkenheid tonen verschillend. Sommige ouders zitten heel dicht op de huid van jongeren tijdens de schoolbegeleiding en zijn pas tevreden als de jongeren aan hun voorwaarden beantwoorden, terwijl ze teleurgesteld reageren als ze dit niet doen. Dit wordt gevat onder de noemer controlerende opvoeding. Ouders kunnen echter ook meer het perspectief van de jongeren zelf nemen en hun interesse, verwondering en enthousiasme laten blijken, wat gevat wordt onder de noemer autonomieondersteunende opvoeding.

Scoringsmethode

- Mate van betrokkenheid: 1a, 2a, 3a, 4a, 5a- Gepercipieerde legimititeit van betrokkenheid:1b, 2b, 3b, 4b, 5b- Controlerende betrokkenheid: 1c, 2c, 3c, 4c, 5c- Autonomieondersteunende betrokkenheid:1d, 2d, 3d, 4d, 5d

Ondersteunende Referenties

Soenens, B., & Vansteenkiste, M. (2005). Antecedents and outcomes of self-determination in three life domains: The role of parents’ and teachers’ autonomy support. Journal of Youth and Adolescence, 34, 589-604.

Soenens, B., & Vansteenkiste, M. (2010). A theoretical upgrade of the concept of parental psychological control: Proposing new insights on the basis of Self-Determination Theory. Developmental Review, 30, 74-99.

Soenens, B., Vansteenkiste, M., & Niemiec, C. P. (2009). Should parental prohibition of adolescents’ peer relationships be prohibited? The role of parental autonomy-support and control. Personal Relationships, 16, 507-530.

15

Page 16: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

6. STUDEREN EN TOETSEN

Hier volgen enkele vragen over gevoelens die je kan hebben bij het werken voor school of het maken van toetsen. Gelieve elke vraag te beoordelen aan de hand van de volgende schaal:

1 2 3 4 5helemaal niet van

toepassinghelemaal wel van

toepassing

1. Ik maak me er zorgen over dat mijn schoolloopbaan wel eens in het gedrang zou komen 1 2 3 4 5

2. Ik begin later met studeren voor dit vak dan ik me voorgenomen had 1 2 3 4 5

3. Ik geraak ontmoedigd door lage studieresultaten. 1 2 3 4 5

4. Ik steek teveel tijd in activiteiten zoals de krant of een tijdschrift lezen, bezoekjes, winkelen, muziek beluisteren, TV kijken, enzovoort

1 2 3 4 5

5. Tijdens het schooljaar ben ik zeer gespannen als ik studeer 1 2 3 4 5

6. Dikwijls realiseer ik me ’s avonds dat ik tijdens de dag weinig of niets heb gedaan voor school

1 2 3 4 5

7. Zelfs als ik goed voorbereid ben voor een toets, voel ik me ongerust 1 2 3 4 5

8. Ik prul in de plaats van te studeren 1 2 3 4 5

9. Als ik aan een examen begin, heb ik er tamelijk veel vertrouwen in dat ik het goed zal doen.

1 2 3 4 5

10. Mijn goede voornemens om mijn best te doen voor school bij het begin van het schooljaar verwateren geleidelijk

1 2 3 4 5

11. Mijn concentratie tijdens een toets wordt verstoord, omdat ik mij zorgen maak over mogelijk zwakke uitslagen

1 2 3 4 5

12. Ik verdoe mijn tijd om te studeren zonder het te beseffen 1 2 3 4 5

13. Ik ben erg paniekerig als ik een belangrijke toets heb 1 2 3 4 5

14. Ik werk met vlagen voor school, soms heel intens en dan doe ik weer niets 1 2 3 4 5

15. Als ik een examen afleg, word ik zo zenuwachtig en verward, dat ik er niet in slaag de vragen zo goed als ik kan te beantwoorden

1 2 3 4 5

16. Lange tijd denk ik genoeg tijd te hebben om te studeren en dan is het ineens te laat 1 2 3 4 5

17. Ik zou moeten leren harder werken voor school 1 2 3 4 5

18. Ik studeer niet op de momenten dat ik het eigenlijk van plan was 1 2 3 4 5

16

Page 17: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

Beschrijving

Testangst meet de mate waarin jongeren in paniek geraken tijdens toetsen en examens en de mate waarin ze ontmoedigd geraken door zwakke schoolresultaten. Uitstelgedrag of procrastinatie meet de mate waarin dat jongeren er niet in slagen om hun intentie om te leren om te zetten in daden en hun schoolwerk op de lange baan schuiven.

Scoringsmethode

- Testangst: items 1, 3, 5, 7, 9, 11 & 13- Uitstelgedrag: items 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14, 15, 16, 17 & 18

Ondersteunende Referenties

Depreeuw, E. & Lens, W. (1998). Vragenlijst aangaande Studie-Organisatie Vaardigheden [Questionnaire concerning study management abilities]. Leuven: Katholieke Universiteit Leuven, Centre for Motivational Psychology.

17

Page 18: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

7. IK en DE ANDEREN OP SCHOOL

Lees zorgvuldig elk van de uitspraken die nu volgen. Deze uitspraken over hoe jij je gedraagt ten opzichte van anderen op school. Duid aan in welke mate de uitspraak op jou van toepassing is.

1 2 3 4 5Helemaal niet van toepassing op mij

Volledig van toepassing op mij

1. Ik probeer anderen te helpen. 1 2 3 4 5

2. Ik ben gemeen tegen anderen. 1 2 3 4 5

3. Als ik boos ben op anderen, praat ik niet meer met hen 1 2 3 4 5

4. Mensen die in nood zijn, help ik onmiddellijk. 1 2 3 4 5

5. Ik verniel spullen van anderen. 1 2 3 4 5

6. Als ik boos ben op iemand probeer ik zijn/haar reputatie te schaden door kwaad te spreken

1 2 3 4 5

7. Ik doe wat ik kan om anderen te helpen niet in problemen te komen. 1 2 3 4 5

8. Ik vecht veel. 1 2 3 4 5

9. Als ik boos ben op anderen probeer ik hen uit te sluiten 1 2 3 4 5

10. Ik ben bereid om mijn kennis en vaardigheden ter beschikking te stellen van anderen. 1 2 3 4 5

11. Ik val mensen lichamelijk aan. 1 2 3 4 5

12. Ik negeer anderen opzettelijk tot ze bereid zijn om iets voor mij te doen 1 2 3 4 5

13. Ik probeer mensen die droevig zijn een hart onder de riem te steken. 1 2 3 4 5

14. Ik pest anderen. 1 2 3 4 5

15. Ik dreig mensen om hen pijn te doen. 1 2 3 4 5

16. Ik tracht om diegene die in nood zijn, nabij te zijn en voor hen te zorgen. 1 2 3 4 5

17. Ik laat merken aan mijn anderen dat ze dalen in mijn achting als ze niet doen wat ik wil 1 2 3 4 5

18. Ik dreig ermee om persoonlijke informatie door te vertellen aan anderen om te zorgen dat mensen doen wat ik wil

1 2 3 4 5

18

Page 19: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

Beschrijving

Deze vragenlijst is eens samenstelling van schalen uit 3 verschillende meetinstrumenten die 3 belangrijke aspecten van het interpersoonlijk gedrag van jongeren meten: prosociaal gedrag (anderen helpen, altruïsme), antisociaal gedrag (openlijk en expliciet vijandig gedrag tegen anderen, zoals pesten en vechten), en relationele agressie (meer subtiel vijandig gedrag waarbij de band met de andere persoon bedreigd wordt, bijvoorbeeld door te roddelen of niet meer met iemand te praten tot hij/zij zich gedraagt zoals jij wilt).

Scoringsmethode

Prosociaal gedrag: gemiddelde van items 1, 4, 7, 10, 13, 16

Antisociaal gedrag: gemiddelde van items 2, 5, 8, 11, 14, 15

Relationele agressie: gemiddelde van items 3, 6, 9, 12, 17, 18

Ondersteunende Referenties

Prosociaal gedrag

Caprara, G. V., Steca, P., Zelli, A., & Capanna, C. (2005). A new scale for measuring adults’prosocialness. European Journal of Psychological Assessment, 21, 77–89.

Antisociaal gedrag:

Verhulst, F. C., van der Ende, J., & Koot, H. M. (1996). Handleiding voor de CBCL/4–18 [Manual for the CBCL/4–18]. Rotterdam, the Netherlands: Erasmus University and Department of Child and Adolescent Psychiatry, Sophia Children’s Hospital.

Soenens, B., Vansteenkiste, M., & Niemiec, C. P. (2009). Should parental prohibition of adolescents’ peer relationships be prohibited? The role of parental autonomy-support and control. Personal Relationships, 16, 507-530.

Relationele agressie:

Werner, N. E., & Crick, N. R. (1999). Relational aggression and social-psychological adjustment in a college sample. Journal of Abnormal Psychology, 108, 615-623.

Soenens, B., Vansteenkiste, M., Goossens, L., Duriez, B., & Niemiec, C. (2008). The intervening role of relational aggression between psychological control and friendship quality. Social Development, 17, 661-681.

19

Page 20: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

8. IK OP SCHOOL

Omcirkel een cijfer van 1 (bijna nooit of nooit waar) tot en met 4 (bijna altijd of altijd waar) achter elke stelling.

1 2 3 4

Helemaal niet waar Niet echt waar Een beetje waar Helemaal waar

1. Ik doe erg mijn best om het goed te doen op school. 1 2 3 4

2. Ik werk zo hard als ik kan in de klas. 1 2 3 4

3. Ik neem actief deel aan het klasgebeuren. 1 2 3 4

4. Ik luister aandachtig in de klas. 1 2 3 4

5. Ik let op in de klas. 1 2 3 4

6. Ik werk hard voor school. 1 2 3 4

7. Ik vind het belangrijk om mijn uiterste best te doen op school. 1 2 3 4

8. Ik doe maar net genoeg om mee te kunnen in de klas. 1 2 3 4

9. Wanneer ik in de klas ben, denk ik aan andere dingen. 1 2 3 4

10. Wanneer ik in de klas ben, dwalen mijn gedachten af. 1 2 3 4

11. Wanneer ik in de klas ben, doe ik maar alsof ik werk. 1 2 3 4

12. Ik doe niet echt mijn best op school. 1 2 3 4

13. Ik kom vaak onvoorbereid naar de klas. 1 2 3 4

14. Wanneer ik in de klas ben, voel ik me goed. 1 2 3 4

15. Wanneer we aan iets werken in de klas, ben ik geïnteresseerd. 1 2 3 4

16. Ik vind het leuk om in de klas te zijn. 1 2 3 4

17. Ik vind het fijn om nieuwe dingen te leren in de klas. 1 2 3 4

18. Wanneer we aan iets werken in de klas, voel ik mij betrokken. 1 2 3 4

19. Wanneer we aan iets werken in de klas, verveel ik mij. 1 2 3 4

20. Wanneer ik een taak maak in de klas, verveel ik mij. 1 2 3 4

21. Wanneer een leerkracht iets nieuws uitbrengt, verveel ik mij. 1 2 3 4

22. Wanneer ik in de klas ben, maak ik me zorgen. 1 2 3 4

23. Wanneer we met iets nieuws beginnen in de klas, voel ik me zenuwachtig. 1 2 3 4

24. Wanneer ik vastloop op een probleem, maak ik me zorgen. 1 2 3 4

25. Wanneer we aan iets werken in de klas, voel ik me ontmoedigd. 1 2 3 4

26. De lessen zijn niet zo leuk voor mij 1 2 3 4

27. Wanneer ik in de klas zit, voel ik me slecht. 1 2 3 4

28. Wanneer ik met mijn schoolwerk bezig ben, voel ik me boos. 1 2 3 4

20

Page 21: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

29. Wanneer ik vastloop op een probleem, vind ik dit heel vervelend. 1 2 3 4

30. Wanneer ik niet op de vraag kan antwoorden, voel ik me gefrustreerd 1 2 3 4

21

Page 22: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

Beschrijving

Scoringsmethode

Ondersteunende Referenties

22

Page 23: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

9. MIJN DOELEN

Hieronder volgen een aantal doelen die je meer of minder belangrijk kan vinden. Gelieve aan te geven hoe belangrijk je elk van deze doelen vindt door een getal tussen 1 (helemaal niet belangrijk) en 5 (heel belangrijk) te omcirkelen.

1 2 3 4 5helemaal niet

belangrijkheel belangrijk

Ik vind het belangrijk …

1. ... dat ik mijn persoonlijkheid ontwikkel 1 2 3 4 5

2. ... dat ik mensen (in nood) help 1 2 3 4 5

3. ... dat ik goede en intieme vriendschappen met andere mensen opbouw 1 2 3 4 5

4. ... dat ik in het leven financieel succesvol ben 1 2 3 4 5

5. ... dat ik erkenning en bewondering krijg voor mijn daden 1 2 3 4 5

6. ... dat ik er aantrekkelijk en mooi uitzie 1 2 3 4 5

7. ... dat ik omringd ben door vrienden die om me geven 1 2 3 4 5

8. ... dat ik mijn talenten ontwikkel 1 2 3 4 5

9. ... dat ik iets doe om de samenleving te helpen verbeteren 1 2 3 4 5

10. ... dat ik rijk ben 1 2 3 4 5

11. ... dat ik door vele mensen gekend ben 1 2 3 4 5

12. ... dat ik mee ben met de modetrends (kleding, haar etc.) 1 2 3 4 5

13. ... dat ik me als persoon ontwikkel en verder groei 1 2 3 4 5

14. ... dat ik dure bezittingen heb 1 2 3 4 5

15. ... dat ik via kleine dingen een betere plaats van de wereld probeer te maken 1 2 3 4 5

16. ... dat ik omringd ben door vrienden waarop ik kan rekenen 1 2 3 4 5

17. ... dat ik populair ben 1 2 3 4 5

18. ... dat ik een aantrekkelijk figuur heb 1 2 3 4 5

23

Page 24: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

Beschrijving

Deze vragenlijst peilt naar de waarden van jongeren, waarbij er een onderscheid wordt gemaakt tussen intrinsieke en extrinsieke waarden. Waarden, zoals jezelf ontwikkelen, goede relaties opbouwen en een bijdrage leveren aan de samenleving, worden als intrinsiek bestempeld omdat ze meer aansluiten bij de natuurlijke groeitendens van mensen. Waarden, zoals financieel succesvol zijn, populariteit vergaren, en een fysiek aantrekkelijk hebben, worden als extrinsiek omschreven omdat de aandacht bij het nastreven van deze doelen meer naar buiten wordt gekeerd en de zelfwaarde van mensen meer afhankelijk is van het realiseren van dit soort aspiraties.

Scoringsmethode

Extrinsieke waarden financieel succes: 4, 10, & 14 sociale erkenning/status: 5, 11 &17 fysieke aantrekkelijkheid: 6, 12, & 18

Intrinsieke waarden: zelf-ontwikkeling: 1, 8, 13 samenlevingsbijdrage: 2, 9, 15 affiliatie: 3, 7; & 16

Ondersteunende Referenties

Mouratidis, A., Vansteenkiste, M., Lens, W., Michou, A., & Soenens, B. (in press). Within-person configurations and temporal relations of personal and perceived parent-promoted aspirations to school correlates among adolescents. Journal of Educational Psychology.

Vansteenkiste, M., Soenens, B., & Duriez, B. (2008). Presenting a positive alternative to materialistic strivings and the thin-ideal: Understanding the effects of extrinsic relative to intrinsic goal pursuits. In Lopez, S. J. (Ed.) (Vol. 4, pp. 57-86). Positive psychology: Exploring the best in people. Westport, CT: Greenwood Publishing Company.

24

Page 25: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

10. MIJN LEERKRACHTEN

De volgende vragen gaan over hoe jij de omgang met je leerkrachten ervaart. We beseffen dat je misschien met de ene leerkracht een andere band hebt dan met een andere leerkracht. Toch vragen we je om hier je gevoelens weer te geven over hoe jij staat tegenover je leerkrachten in het algemeen. We benadrukken hier ook nog eens dat de informatie die je invult strikt vertrouwelijk is en in geen geval bij de leerkrachten zelf (of iemand anders) terecht komt. Omcirkel een cijfer van 1 (helemaal niet waar) tot en met 4 (helemaal waar) achter elke stelling.

1 2 3 4

Helemaal niet waar Niet echt waar Een beetje waar Helemaal waar

1. Ik word gemakkelijk kwaad op mijn leerkrachten. 1 2 3 4

2. Mijn leerkrachten respecteren mijn gevoelens. 1 2 3 4

3. Ik voel me boos op mijn leerkrachten. 1 2 3 4

4. Mijn leerkrachten begrijpen mij. 1 2 3 4

5. Ik vind het moeilijk om met mijn leerkrachten te praten. 1 2 3 4

6. Ik vertrouw mijn leerkrachten. 1 2 3 4

7. Mijn leerkrachten begrijpen niet wat ik doormaak tegenwoordig. 1 2 3 4

8. Wanneer ik een probleem heb, kan ik op mijn leerkrachten rekenen voor hulp. 1 2 3 4

9. Mijn leerkrachten hebben aandacht voor mij. 1 2 3 4

10. Ik schiet goed op met mijn leerkrachten. 1 2 3 4

11. Mijn leerkrachten zijn trots op de dingen die ik doe. 1 2 3 4

12. Mijn leerkrachten aanvaarden mij zoals ik ben. 1 2 3 4

13. Mijn leerkrachten hebben mij graag. 1 2 3 4

14. Ik heb mijn leerkrachten graag. 1 2 3 4

15. Ik heb het gevoel dat mijn leerkrachten me keuzemogelijkheden aanbieden 1 2 3 4

16. Ik voel me door de meeste leerkrachten begrepen 1 2 3 4

17. Mijn leerkrachten laten duidelijk merken dat ze er vertrouwen in hebben dat ik het goed zal doen voor hun vak

1 2 3 4

18. De meeste leerkrachten moedigen me aan om vragen te stellen 1 2 3 4

19. Mijn leerkrachten hebben oor voor hoe ik de dingen zou aanpakken 1 2 3 4

20. Mijn leerkrachten proberen te begrijpen hoe ik de dingen zie vooraleer ze een nieuwe manier voorstellen om iets te doen

1 2 3 4

25

Page 26: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

Beschrijving

Deze vragenlijst bevat verschillende subschalen die de gepercipieerde leerkrachtstijl in kaart brengen. Eén subschaal (de Learning Climate Questionnaire; LCQ; Williams & Deci, 1996) peilt naar de mate waarin jongeren hun leerkrachten als autonomieondersteunend ervaren. Dit betekent dat jongeren het gevoel hebben dat leerkrachten keuzes aanbieden en werken vanuithet perspectief van de leerlingen zelf. Een andere subschaal (People in My Life; PIML; ) meet de mate waarin leerlingen zich veilig gehecht voelen aan de leerkracht en dus het gevoel hebben dat er vertrouwen en begrip is in de relatie met de leerkracht en dat ze op de leerkracht kunnen rekenen.

Scoringsmethode

- Gepercipieerde autonomieondersteuning: gemiddelde van items 15, 16, 17, 18, 19 & 20- Kwaliteit van hechting aan de leerkracht: enkele items dienen omgekeerd gescoord te worden,

namelijk: 1, 3, 5, 7. Om een meting voor veilige hechting te bekomen: gemiddelde van items 1-14

Ondersteunende Referenties

Autonomieondersteuning:

Soenens, B., & Vansteenkiste, M. (2005). Antecedents and outcomes of self-determination in three life domains: The role of parents’ and teachers’ autonomy support. Journal of Youth and Adolescence, 34, 589-604.

Vansteenkiste, M., Sierens, E., Soenens, B., & Lens, W. (2007). Willen, moeten en structuur: Over het bevorderen van een optimaal leerproces. Begeleid Zelfstandig Leren, 37, 1-27.

Williams, G. C., & Deci, E. L. (1996). Internalization of biopsychosocial values by medical students: A test of self-determination theory. Journal of Personality and Social Psychology, 70, 767-779.

Veilige Hechting:

26

Page 27: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

11. MIJN LEERGEWOONTES

WAT DOE JIJ VOOR JE AAN JOUW SCHOOLWERK BEGINT?Duid voor elke vraag aan hoe vaak je dit doet. Omcirkel op elke lijn één getal.

1 2 3 4 5

Nooit Bijna nooit Soms Bijna altijd Altijd

1. Voor ik begin aan mijn schoolwerk, vraag ik me af: ‘Waarover gaat het? Wat weet ik er al over?’.

1 2 3 4 5

2. Voor ik begin aan mijn schoolwerk, vraag ik me af: ‘Herken ik dit soort opdracht?’. 1 2 3 4 5

3. Als ik een opdracht moet doen die ik al eens gedaan heb, vraag ik me af: ‘Hoe heb ik het toen gedaan? Was dat een goede manier?’.

1 2 3 4 5

4. Voor ik begin aan mijn schoolwerk, vraag ik me af: ‘Wat vind ik er van (leuk, moeilijk, interessant, …)?’

1 2 3 4 5

5. Voor ik begin aan mijn schoolwerk, vraag ik me af: ‘Zal het mij lukken?’. 1 2 3 4 5

6. Voor ik begin aan mijn schoolwerk, plan ik wanneer ik de verschillende taken ga doen. 1 2 3 4 5

7. Voor ik begin aan mijn schoolwerk, kijk ik wat ik eerst ga doen en wat ik daarna ga doen.

1 2 3 4 5

8. Als ik mijn schoolwerk moeilijk vind, plan ik er meer tijd voor. 1 2 3 4 5

9. Bij een grote taak of les, begin ik enkele dagen vooraf en doe ik elke dag een stukje. 1 2 3 4 5

10. Voor ik begin aan mijn schoolwerk, kijk ik hoelang ik zal werken. 1 2 3 4 5

11. Voor ik begin aan mijn schoolwerk, denk ik na hoe ik te werk kan gaan en kies dan de beste manier.

1 2 3 4 5

WAT DOE JIJ TIJDENS HET MAKEN VAN JOUW SCHOOLWERK?Duid voor elke vraag aan hoe vaak je dit doet. Omcirkel op elke lijn één getal.

1 2 3 4 5

Nooit Bijna nooit Soms Bijna altijd Altijd

12. Tijdens het leren, lees of zeg ik alles opnieuw tot ik het ken. 1 2 3 4 5

13. Tijdens het leren, schrijf ik alles opnieuw tot ik het ken. 1 2 3 4 5

14. Tijdens het leren, dek ik een deel van de les af en probeer ik het 1 2 3 4 5

op te zeggen. 1 2 3 4 5

15. Tijdens het leren, herhaal ik het tot ik het helemaal ken. 1 2 3 4 5

16. Tijdens het leren, probeer ik wat ik moet leren na te vertellen in mijn eigen woorden. 1 2 3 4 5

17. Tijdens het leren, maak ik een samenvatting. 1 2 3 4 5

27

Page 28: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

18. Tijdens het leren, gebruik ik geheugensteuntjes of trucjes om iets beter te onthouden. 1 2 3 4 5

19. Ik zoek voorbeelden bij wat ik moet leren. 1 2 3 4 5

20. Ik maak zelf vraagjes en na het leren los ik deze vraagjes op. 1 2 3 4 5

21. Tijdens het leren, maak ik een schema of een mind map (woordenspin). 1 2 3 4 5

22. Tijdens het leren, duid ik de belangrijkste dingen aan of schrijf ik ze op. 1 2 3 4 5

23. Tijdens het leren, kijk ik wat belangrijk en wat minder belangrijk is. 1 2 3 4 5

24. Tijdens het leren, zoek ik naar de betekenis van moeilijke woorden. 1 2 3 4 5

25. Ook als ik liever andere dingen wil doen, begin ik aan mijn schoolwerk. 1 2 3 4 5

26. Ook als ik mijn schoolwerk moeilijk of saai vind, doe ik mijn best. 1 2 3 4 5

27. Ook als ik liever andere dingen wil doen, werk ik mijn schoolwerk af. 1 2 3 4 5

28. Ik hou vol tot mijn schoolwerk af is. 1 2 3 4 5

29. Tijdens mijn schoolwerk, werk ik aandachtig en laat ik me niet afleiden. 1 2 3 4 5

30. Als ik afgeleid ben tijdens mijn schoolwerk, probeer ik snel terug verder te werken. 1 2 3 4 5

31. Tijdens mijn schoolwerk, vraag ik me af: ‘Lukt het goed op deze manier?’. 1 2 3 4 5

32. Als ik merk dat iets niet lukt, probeer ik het op een andere manier aan te pakken. 1 2 3 4 5

33. Tijdens mijn schoolwerk, vraag ik me af: ‘Begrijp ik nog alles?’. 1 2 3 4 5

34. Tijdens mijn schoolwerk, vraag ik me af: ‘Heb ik nog genoeg tijd?’. 1 2 3 4 5

35. Tijdens mijn schoolwerk, kijk ik tussendoor wat ik al gedaan heb en hoeveel ik nog moet doen.

1 2 3 4 5

36. Tijdens mijn schoolwerk, volg ik mijn planning. 1 2 3 4 5

37. Tijdens mijn schoolwerk, vraag ik me af: ‘Wat vind ik moeilijk? Wat moet ik nog eens oefenen?’.

1 2 3 4 5

38. Tijdens mijn schoolwerk, motiveer ik mezelf om verder te werken. 1 2 3 4 5

39. Als ik het niet meer leuk vind om mijn schoolwerk te maken, probeer ik er iets aan te doen.

1 2 3 4 5

40. Ik zeg tegen mezelf: ‘Als ik klaar ben met mijn schoolwerk, ga ik iets leuks doen’. 1 2 3 4 5

41. Tijdens mijn schoolwerk, zeg ik tegen mezelf: ‘Nog even en je bent klaar.’ 1 2 3 4 5

42. Tijdens mijn schoolwerk, zeg ik tegen mezelf: ‘Je kan het! Doe maar verder!’. 1 2 3 4 5

43. Tijdens mijn schoolwerk, denk ik aan redenen waarom het belangrijk is om dit schoolwerk te doen

1 2 3 4 5

28

Page 29: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

WAT DOE JIJ NA HET MAKEN VAN JOUW SCHOOLWERK?Duid voor elke vraag aan hoe vaak je dit doet. Omcirkel op elke lijn één getal.

1 2 3 4 5

Nooit Bijna nooit Soms Bijna altijd Altijd

44. Na mijn schoolwerk, kijk ik mijn antwoorden na. 1 2 3 4 5

45. Na mijn schoolwerk, kijk ik of ik niets vergeten ben. 1 2 3 4 5

46. Na mijn schoolwerk, kijk ik of ik alles gedaan heb wat gevraagd werd. 1 2 3 4 5

47. Na mijn schoolwerk, vraag ik me af: ‘Heb ik dit op een goede manier gedaan?’ 1 2 3 4 5

48. Na mijn schoolwerk, vraag ik me af: ‘Zal ik het de volgende keer op dezelfde manier doen of kies ik beter een andere manier?’

1 2 3 4 5

49. Na mijn schoolwerk, vraag ik me af: ‘Is het goed gegaan?’ 1 2 3 4 5

50. Na mijn schoolwerk, vraag ik me af: ‘Wat vond ik ervan (leuk, moeilijk, saai, interessant, …)?

1 2 3 4 5

29

Page 30: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

Beschrijving

Deze vragenlijst (Children's Perceived Use of Self-Regulated Learning Inventory; CP-SRLI ) peilt naar het zelfregulerend gedrag van jongeren, waarbij zowel de (meta)cognitieve als motivationele elementen van zelfregulerend leren bevraagd worden. Meer specifiek peilt deze vragenlijst naar volgende componenten van zelfregulerend leren: taakanalyse, planning, self-efficacy, motivatie, leerstrategieën, motivatiestrategieën, monitoring, doorzettingsvermogen en zelfevaluatie. Binnen dit onderzoek werden enkel volgende schalen opgenomen: taakoriëntatie, planning, leerstrategieën, motivatiestrategieën, monitoring, doorzettingsvermogen en zelfevaluatie. Taakoriëntatie verwijst naar de mate waarin leerlingen hun (leer)taken verkennen en relevante voorkennis activeren. Planning omvat het maken van een tijdsplanning alsook het plannen van hoe de leerlingen de (leer)taak zullen aanpakken. Met betrekking tot de leerstrategieën wordt er een onderscheid gemaakt tussen oppervlakkige leerstrategieën (herhalingsstrategieën) en diepgaande leerstrategieën (organisatiestrategieën en elaboratie). Motivatiestrategieën hebben betrekking op de strategieën die leerlingen inzetten om hun motivatie tijdens het uitvoeren van een (leer)taak te reguleren. Monitoring verwijst dan weer naar het uitvoeren van tussentijdse controle en bijsturing. Doorzettingsvermogen peilt naar de mate van inzet en concentratie tijdens het uitvoeren van (leer)taken. Na het voltooien van een (leer)taak kan een leerling zelfevaluatie uitvoeren door enerzijds de kwaliteit van het eindproduct te beoordelen (zelfevaluatie – product) en anderzijds door terug te blikken op het leerproces (zelfevaluatie – proces).

Scoringsmethode

Taakoriëntatie:

items 1, 2, 3, 4, 5

Item toe te voegen bij volgende afname: Voor ik begin aan mijn schoolwerk, lees ik goed de opdracht.

Planning:

items 7, 8, 9, 10

Oppervlakkige leerstrategieën:

items 12, 13, 14, 15

Diepgaande leerstrategieën:

items 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24

Item toe te voegen bij volgende afname: Als ik iets nieuws leer, leg ik het verband met wat ik al van vroeger weet.

Doorzettingsvermogen:

items 25, 26, 27, 28, 29, 30

30

Page 31: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

Monitoring:

items 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37

Motivatiestrategieën:

items 38, 41, 42, 43

Zelfevaluatie – product:

items 44, 45, 46

Zelfevaluatie – proces:

items 47, 48, 49, 50

Ondersteunende Referentie

Vandevelde, S., Van Keer, H. & Rosseel, Y. Measuring the complexity of upper primary school children’s self-regulated learning: A multi-component approach. Contemporary Educational Psychology (2013), http://dx.doi.org/10.1016/j.cedpsych.2013.09.002

31

Page 32: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

12. IK EN MIJN STUDIEKEUZE

Volgend schooljaar ga je naar het 3e jaar en maak je de overgang van de 1e naar de 2e graad in het secundair onderwijs. Je staat hierbij voor de belangrijke keuze welke studierichting je zal kiezen. De volgende stellingen gaan over deze keuze. Het is de bedoeling dat je bij elke zin het antwoord aanduidt dat het beste past bij jou. Lees elke zin goed na voor je een antwoord aankruist. Kruis bij elke zin maar één antwoord aan.

1 2 3 4 5helemaal niet helemaal wel

1. Ik denk vaak na over wat ik volgend schooljaar zal kiezen 1 2 3 4 52. Ik wil mijn best doen om een goede keuze voor volgend schooljaar te maken 1 2 3 4 53. Ik dagdroom vaak over hoe het zal zijn in het 3e jaar 1 2 3 4 54. Ik wil tijd uittrekken voor het zoeken naar een goede keuze voor volgend schooljaar 1 2 3 4 55. Ik denk vaak aan het feit dat ik een keuze voor volgend schooljaar moet maken 1 2 3 4 56. Ik heb zin om na te denken over wat ik volgend schooljaar zou kiezen 1 2 3 4 5

De volgende 4 zinnen gaan over wat je goed kan. Voorbeelden daarvan zijn: wiskunde, muziek, sport, talen, …

1 2 3Geen enkele keer Soms Vaak

Hoe vaak heb je dit schooljaar het volgende gedaan:

Nagedacht over wat ik goed en minder goed kan 1 2 3

Gepraat met mijn ouders over wat ik goed en minder goed kan 1 2 3

Gepraat met een leerkracht over wat ik goed en minder goed kan 1 2 3

Gepraat met mijn vrienden over wat ik goed en minder goed kan 1 2 3

De volgende 4 zinnen gaan over wat je graag doet. Dat kan hetzelfde zijn als wat je goed kan, maar het kan ook heel verschillend zijn. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je graag wiskunde doet, maar dat je het niet zo goed kan. Of dat je goed bent in talen, maar het niet zo graag doet.

1 2 3Geen enkele keer Soms Vaak

Hoe vaak heb je dit schooljaar het volgende gedaan:

Nagedacht over wat ik graag en minder graag doe 1 2 3

Gepraat met mijn ouders over wat ik graag en minder graag doe 1 2 3

32

Page 33: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

Gepraat met een leerkracht over wat ik graag en minder graag doe 1 2 3

Gepraat met mijn vrienden over wat ik graag en minder graag doe 1 2 3

De volgende 4 zinnen gaan over jouw studie-aanpak of hoe je jouw schoolwerk aanpakt. Dat kan bijvoorbeeld de manier zijn waarop jij je voorbereidt op een toets: Ben je geconcentreerd en gemotiveerd, heb je zelfvertrouwen, op welke manier leer jij het best?

1 2 3Geen enkele keer Soms Vaak

Hoe vaak heb je dit schooljaar het volgende gedaan:

Nagedacht over mijn studie-aanpak 1 2 3

Gepraat met mijn ouders over mijn studie-aanpak 1 2 3

Gepraat met een leerkracht over mijn studie-aanpak 1 2 3

Gepraat met mijn vrienden over mijn studie-aanpak 1 2 3

De volgende zinnen gaan over het opzoeken van informatie over studierichtingen in het secundair onderwijs. Het is de bedoeling dat je bij elke zin het antwoord aanduidt dat het beste past bij jou. Lees elke zin goed na voor je een antwoord aankruist! Kruis bij elke zin maar één antwoord aan.

1 2 3Geen enkele keer Soms Vaak

Hoe vaak heb je dit schooljaar het volgende gedaan:

1. een brochure of site bekeken waar je informatie kan vinden over welke studierichtingen er bestaan

1 2 3

2. gevraagd aan mijn familieleden welke studierichting zij volgden 1 2 33. informatie verzameld over wat je kan kiezen in het 3e jaar 1 2 34. een overzicht doorgenomen van hoe de structuur van het secundair onderwijs eruit ziet 1 2 35. verschillende lessenroosters bekeken van het 3e jaar secundair onderwijs 1 2 36. een brochure of site grondig bekeken over het 3e jaar secundair onderwijs 1 2 37. naar een infodag van een school geweest 1 2 38. een studieboek bekeken uit het 3e jaar secundair onderwijs 1 2 39. gepraat met leerlingen die nu in het 3e jaar secundair onderwijs zitten over hun studies 1 2 310. gepraat met mijn ouders om meer te weten te komen over het 3e jaar secundair onderwijs 1 2 311. gepraat met mijn leerkrachten om meer te weten te komen over het 3e jaar secundair 1 2 3

33

Page 34: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

onderwijs

1 2 3 4 5helemaal niet waar Niet waar Soms niet waar /

soms waarwaar helemaal waar

1. Ik weet wat ik goed kan en wat ik minder goed kan 1 2 3 4 52. Ik weet wat ik wel graag doe en wat ik minder graag doe 1 2 3 4 53. Ik weet hoe mijn studie-aanpak is 1 2 3 4 54. Ik weet welke studierichtingen er bestaan 1 2 3 4 55. Ik weet hoe de structuur van het secundair onderwijs eruit ziet 1 2 3 4 56. Ik weet welke vakken ik ga krijgen in het 3e jaar secundair onderwijs 1 2 3 4 57. Ik weet wat het verschil is tussen de studierichtingen in de 2e graad 1 2 3 4 5

Sommige leerlingen weten al wat ze volgend schooljaar zullen volgen, andere leerlingen twijfelen nog tussen verschillende mogelijkheden. Hoe zit dat bij jou?

□ Ik weet het nog helemaal niet□ Ik twijfel nog tussen een aantal richtingen en heb geen voorkeur□ Ik twijfel nog tussen een aantal richtingen, maar heb wel een voorkeur□ Ik heb mijn keuze gemaakt

Als je vandaag toch zou moeten kiezen, welke studierichting zou je kiezen?

[Hier kan een overzicht komen van alle studierichtingen in de 2e graad]

Eventueel hier ook een alternatief toevoegen: ik weet het echt nog niet; en aangeven dat men volgende vragen niet moet beantwoorden als men dat alternatief heeft aangeduid

1 2 3 4 5helemaal niet waar Niet waar Soms niet waar /

soms waarwaar helemaal waar

1. Ik ben onzeker over deze keuze 1 2 3 4 52. Ik twijfel over deze keuze 1 2 3 4 53. Ik sta achter mijn keuze 1 2 3 4 54. Ik denk dat dit een goede keuze is 1 2 3 4 55. Ik wil veel doen om deze keuze tot een goed einde te brengen 1 2 3 4 5

34

Page 35: JE HOUDING TEGENOVER JEZELF - Leerlingen en … · Web viewLeerlingen kunnen verschillende redenen hebben om te studeren. Gelieve aan te duiden in welke mate elk van de volgende redenen

Beschrijving

Scoringsmethode

Ondersteunende Referenties

35