Jaarverslaglegging 2014
Transcript of Jaarverslaglegging 2014
Jaarverslaglegging 2014
vastgesteld op 18 mei 2015
pagina 2
Inhoud
1. UITGANGSPUNTEN VOOR DE JAARVERSLAGGEVING 3
2. PROFIEL VAN DE ORGANISATIE 4
2.1. Algemene identificatiegegevens 4
2.2. Structuur van de organisatie 4
2.3. Kerngegevens 6
2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering 6
2.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten 6
2.3.3 Werkgebied 6
2.4. Samenwerkingsrelaties 6
3. BESTUUR, TOEZICHT, BEDRIJFSVOERING EN MEDEZEGGENSCHAP 9
3.1. Normen voor goed bestuur 9
3.2 Raad van Bestuur 10
3.3 Verslag van de Raad van Toezicht 10
3.4 Bedrijfsvoering 13
3.5 Verslag van de Cliëntenraad 14
3.6 Verslag van de Ondernemingsraad 16
4. BELEID, INSPANNINGEN EN PRESTATIES 17
4.1 2014: overgangsjaar naar transities 17
4.2. Beleidsthema’s in 2014 18
4.2.1 Versterking basiszorg 18
4.2.2 Vergroten decentrale regelruimte 19
4.2.3 Verdieping doelgroepenbeleid 21
4.2.4 Transities langdurige zorg 23
4.2.5 Huisvestingsbeleid en plaatsingsbeleid 25
4.3 Kwaliteitsbeleid 27
4.3.1 Kwaliteitssysteem Cello 27
4.3.2 Kwaliteitskader gehandicaptenzorg 28
4.3.3 Preventieve en corrigerende maatregelen 30
4.3.4 Kwaliteitszorg, bijzondere onderwerpen 33
4.4. Personeel en opleidingen 34
4.4.1 Personeelsbeleid 34
4.4.2 Opleidingsbeleid 37
4.5. Financieel beleid 39
5. JAARREKENING 43
pagina 3
1. Uitgangspunten voor de jaarverslaggeving
Zorginstellingen zijn verplicht om elk jaar voor 1 juni verantwoording af te leggen over de manier
waarop zij hun geld besteed hebben. Voor de verantwoording is het nodig een jaarrekening met
accountantsverklaring te deponeren bij het CIBG, maar ook te rapporteren over onderwerpen als
bestuur, bedrijfsvoering, financiën, personeel en productie. Naast het verstrekken van de wettelijk
verplichte gegevens levert Cello ook een jaarverslag als onderdeel van de jaarverslaggeving. Als
maatschappelijke organisatie wordt het belang onderkend verantwoording af te leggen over het in
het verslagjaar gevoerde beleid en de wijze waarop dat beleid bijdraagt aan de door Cello
geformuleerde uitgangspunten.
De jaarrekening – als onderdeel van de jaarverslaggeving 2014- is opgesteld in overeenstemming
met de Regeling verslaggeving WTZi (Wet toelating Zorginstellingen) en de Richtlijnen voor de
Jaarverslaggeving. De gegevens die voortvloeien uit de invoering van de WNT (Wet normering
bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector) zijn opgenomen volgens de ten tijde
van publicatie van toepassing zijnde wettelijke beleidsregels.
Het jaarverslag is samengesteld met de bedoeling dit verenigbaar te laten zijn met de jaarrekening.
Zowel op financieel als niet financieel vlak worden de prestaties benoemd die geleverd zijn om
gestelde doelen te realiseren. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan toekomstige
ontwikkelingen. Er is rekening gehouden met de verplichtingen vanuit wet- en regelgeving. Naast
de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving is ook een relatie gelegd met andere op zorginstellingen
van toepassing zijnde wetten, zoals Kwaliteitswet zorginstellingen, Wet medezeggenschap
cliënten zorginstellingen en Wet klachtrecht cliënten zorginstellingen. Daarnaast onderschrijft
Cello de in de Zorgbrede Governancecode vastgelegde richtlijnen en criteria voor zorgvuldig
bestuur en de borging daarvan. De in deze code genoemde zaken die relevant zijn voor het
jaarverslag zijn eveneens meegenomen.
Met deze jaarverslaggeving wordt getracht alle belanghebbenden zo volledig mogelijk te
informeren over de kwaliteit van de door Cello geboden zorgverlening en de financiering hiervan.
pagina 4
2. Profiel van de organisatie
2.1. Algemene identificatiegegevens
Naam verslagleggende rechtspersoon Cello
Rechtsvorm Stichting
Adres De Ring 14
Postcode 5261 LM
Plaats Vught
Telefoonnummer 088-3451000
Identificatienummer Kamer van Koophandel 17141865
E-mailadres [email protected]
Internetpagina www.cello-zorg.nl
2.2. Structuur van de organisatie
Het bestuur van de stichting ligt statutair bij de Raad van Bestuur, terwijl de Raad van Toezicht
belast is met het toezicht op het bestuur. In de besturingsfilosofie hanteert Cello integraal
management als uitgangspunt.
Cello kent een platte organisatie met korte lijnen. De sturing van de uitvoering ligt primair bij de
clustermanagers, terwijl een strategische en tactische bestuurslaag gevormd wordt door de
bestuurders en het managementteam.
Aan het eind van 2014 is een beweging in gang gezet om binnen het primaire proces te komen van
vijf naar vier sectoren. Met de gekozen nieuwe organisatie-indeling wordt aansluiting gezocht bij
de maatschappelijke vraagstelling en bij datgene wat de cliënten van Cello vragen.
Daarbij is het centrale ijkpunt dat er meer regie is voor de cliënt en dus voor de professional in de
uitvoering. Cello wil zorgvuldig aanpassen en afslanken, zonder grote ingrepen in de structuur te
doen of geforceerd te saneren. De drie lagen structuur (raad van bestuur – sectormanager –
clustermanager) en de besturingsfilosofie van integraal management blijft behouden.
Het bestuur, de sectoren en enkele stafdiensten worden ondersteund door de diensten Personeel en
Opleiding, Facilitair Bedrijf, de Economisch Administratieve Dienst en Huisvesting. De dienst
Inhoudelijke Ondersteuning en Expertise heeft een ondersteunende functie, maar kent ook een
eigen (behandel)aanbod.
Integrale managers dragen op het eigen niveau en voor de eigen eenheid, met inachtneming van
vooraf afgesproken doelen en kaders, verantwoordelijkheid voor kwaliteit van zorg, productie,
personele en financiële zaken en huisvesting en middelen.
pagina 5
pagina 6
2.3. Kerngegevens
2.3.1. Kernactiviteiten en nadere typering
Cello is een zorgorganisatie die zorg en begeleiding biedt aan mensen met een verstandelijke
beperking en op basis van het Besluit zorgaanspraken AWBZ is toegelaten voor de functies
persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding, behandeling en verblijf.
Met uitzondering van forensische zorg staat Cello open voor cliënten met elke vraag naar zorg en
ondersteuning, ongeacht de leeftijd en bijkomende problematiek. Elke cliënt moet – binnen de
doelstelling van Cello – kunnen rekenen op een passend antwoord op zijn vraag.
Cello richt zich in haar ondersteuning op alle levensdomeinen: wonen, dagbesteding en werk,
behandeling en vrije tijd.
2.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten
Kerngegevens per 31 december 2014
2014 2013
Aantal cliënten met zorg en verblijf 1.120 1.143
Aantal extramurale cliënten 858 845
Aantal dagen met zorg en verblijf in verslagjaar 413.845 426.096
Aantal dagdelen dagactiviteiten in verslagjaar 113.282 107.998
Aantal uren extramurale productie in verslagjaar 109.244 110.922
Personeelsleden in loondienst 2.563 2.601
Gemiddeld aantal personeelsleden fulltime-eenheden 1.547 1.641
Totale bedrijfsopbrengsten in euro’s 114.152.737 111.757.014
Waarvan wettelijk budget voor AWBZ in euro's 106.702.816 104.304.690
Waarvan overige bedrijfsopbrengsten in euro’s 7.449.921 7.452.405
De in de kerngegevens genoemde aantallen en bedragen worden –voor zover van belang- onder de
verschillende van toepassing zijnde paragrafen van het jaarverslag en in de jaarrekening nader
toegelicht.
2.3.3 Werkgebied
Cello kiest voor beperking van het werkgebied, omdat overzicht en nabijheid belangrijke
elementen vormen in de beleving van gemeenschappelijkheid en betrokkenheid. Het werkgebied
van Cello concentreert zich op de stad ’s-Hertogenbosch en de omliggende gemeenten in het
noordoosten van Noord-Brabant en zuidwesten van Gelderland (Bommelerwaard).
Cello valt onder de zorgkantoorregio Noordoost Brabant, waar de functie van zorgkantoor wordt
uitgevoerd door Zorgverzekeraar VGZ. Voor 14 plaatsen (Molenstraat te Best) wordt in de
zorgkantoorregio Zuidoost Brabant een productieafspraak gemaakt met Zorgverzekeraar CZ.
2.4. Samenwerkingsrelaties
Cello wil in goede samenwerking met andere regionale partners meerwaarde bieden aan vragen
van cliënten en inspelen op maatschappelijke behoeften. Daarbij heeft men te maken met andere
zorgaanbieders en organisaties die betrokken zijn bij de cliënten van Cello en onderdelen van het
pagina 7
totale zorgarrangement leveren. Daar waar het de kwaliteit van de zorg en de keuzemogelijkheden
van cliënten ten goede komt, wordt op diverse beleidsterreinen samenwerking gezocht met andere
partijen.
Met de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning(Wmo) is de samenwerking met
andere partijen geïntensiveerd. Zo leidde dat in 2013 tot de ondertekening van het Manifest
Zorgzaam ’s-Hertogenbosch door een 15-tal woningcorporaties, welzijns- en zorgorganisaties. In
2014 heeft Zorgzaam ’s-Hertogenbosch het aanbod gedaan om, ieder vanuit de eigen organisatie,
in gezamenlijkheid de Wmo-taken in ’s-Hertogenbosch Zuidoost te gaan organiseren. Daarnaast is
er in 2014 de oprichting geweest van Zorgzaam Boxtel, een samenwerkingsverband tussen
gemeente, zorg- en welzijnsaanbieders in Boxtel. Een convenant is daarvoor getekend op 11 juni
2014.
De gemeente Oss heeft in 2014 de aanbesteding van de jeugdzorg georganiseerd voor de 20
gemeenten in Brabant-Noordoost. De samenwerking tussen de jeugdzorgaanbieders in dit gebied,
heeft geleid tot de oprichting van JES (Jeugd Express Samen), waartoe een convenant is
ondertekend op 25 september 2014. De organisaties willen in gezamenlijkheid beter kunnen
inspelen op de transities in de Jeugdzorg.
Strategische samenwerkingsvormen zullen in de toekomst aan belang toenemen. Hieraan zijn niet
alleen kansen verbonden, maar ook voorwaarden en verplichtingen. Contracten met
samenwerkingspartners zijn centraal vastgelegd om zodoende op efficiënte wijze naleving van
afspraken en verplichtingen te kunnen bewaken.
Verdeeld naar de verschillende taakgebieden kan de volgende opsomming worden gemaakt.
Zorg
Ambitie: samenwerking met ORO, SWZ en Lunet zorg op het gebied van arbeidsintegratie
voor mensen met een beperking.
Regionaal samenwerkingsverband Autisme Noordoost-Brabant: intersectorale- en regionale
samenwerking ten behoeve van zorg voor mensen met een aandoening in het spectrum van
autistische stoornissen. Dit samenwerkingsverband is opgeheven per 1 maart 2015.
Bartiméus, Koninklijke Kentalis en Koninklijke Visio: Inzet van specifieke kennis en
deskundigheid voor mensen met een visuele en/of auditieve handicap. Uitvoeren van
screenings.
Integrale Vroeghulp regio ’s-Hertogenbosch en Noordoost Brabant: samenwerkingsverband
voor advies en ondersteuning aan ouders van kinderen met een ontwikkelingsachterstand of
ontwikkelingsstoornis.
Juvans-Mee-Cello: samenwerkingsafspraken inzake de hulp- en dienstverlening aan Multi-
Probleem-Huishoudens.
Centrum voor Trajecten en Bemoeizorg: door de gemeente ’s-Hertogenbosch geïnitieerd
samenwerkingsverband van Juvans, Novadic Kentron, Reinier van Arkelgroep, Cello en
Stichting Maatschappelijke Opvang.
Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ): overeenkomst met betrekking tot AVG-poli tussen
Zelfstandig Behandelcentrum JBZ, Koninklijke Kentalis en Cello.
Tolbrug Specialistische Revalidatie (JBZ): samenwerkingsverband met Cello Kindercentrum
de Elzengaard.
Liliane Fonds en Colourful Children: samenwerking t.b.v. kinderen met een beperking in
Zuidoost India.
Konya: samenwerking t.b.v. kinderen met een beperking in Turkije.
MFC: van Reinier van Arkel groep, Cello en Koraal groep werken samen in het Multi-
Functioneel Centrum, gericht op de (poli)klinische behandeling van kinderen / jongeren met
een lichte verstandelijke beperking en psychiatrische problemen.
pagina 8
Raamovereenkomst inzake de samenwerking tussen Cello en de Reinier van Arkelgroep.
NAH Noordoost Brabant: een samenwerkingsverband tussen Brabant Zorg, Cello, Zorggroep
Elde, GGZ Oost Brabant, JBz, Mee, Pantein, RvA, Tolbrug, Van Neynselgroep, Vivent,
SWZ, Visio, Zorggroep Dorus, Professionals in NAH, Zorgbelang Brabant voor de
ontwikkeling van een gezamenlijk zorgprogramma voor mensen met Niet-Aangeboren
Hersenletsel.
William Schrikker Stichting Pleegzorg: samenwerking in het begeleiden van pleegouders.
Palliatief adviesteam voor transmurale consulatie.
Stichting Huifbed de Meierij: intentieovereenkomst om te komen tot bevordering van de
bestaande faciliteiten voor ruitersportactiviteiten.
Platform EMB: deelname aan activiteiten op gebied van informatieverstrekking, ontmoeting
& uitwisseling en inhoudelijke verdieping.
Onderwijs
Ato, Signum: organisaties voor primair onderwijs en kinderopvang, opererend in de regio ’s-
Hertogenbosch.
Educatienetwerk: kwaliteitsverbetering en afstemming van vraag en aanbod in het
educatieaanbod voor mensen met een beperking.
Kinderexpertisecentrum Atlent waarin mytylschool Gabriël: school voor leerlingen met
lichamelijke of meervoudige handicap.
ROC’s Koning Willem I en de Leijgraaf.
Cello–Kleur-ZML Noordoost Brabant: ontwikkelen en aanbieden van onderwijs-zorg-
arrangementen voor kinderen en jongeren met complexe problematiek waarvoor zowel extra
inzet vanuit zorg als onderwijs nodig is.
Overige ketenpartners
Met diverse zorgaanbieders en organisaties wordt verder op verschillende niveaus samengewerkt,
zonder dat de samenwerking geformaliseerd is in een overeenkomst. Het betreft onder andere
Dichterbij, Prisma, Kempenhaege, Bureau Jeugdzorg en Humanitas. Daarnaast liggen er goede
contacten met de belangrijkste gemeenten in het werkgebied van Cello.
Verder onderhoudt Cello bijzondere relaties met enkele stichtingen en verenigingen. Het betreft
hier veelal aan Cello gelieerde rechtspersonen. De belangrijkste zijn:
Stichting Gemeenschapshuis De Meent en In de Roos: exploitatie van een lunchcafé en
zalenverhuur. In de Roos is bestuurlijk gelieerd aan Cello; de voorzitter van de raad van
bestuur van Cello is voorzitter van het bestuur.
Stichting 2 Live: “Kamers voor Kansen-project” te ’s-Hertogenbosch: een woonvorm waarbij
jongeren op maat worden ondersteund in wonen en werken. Lid raad van bestuur van Cello is
voorzitter van de raad van aangeslotenen.
Stichting Beheer Brede School de Waluwe: de gemeente Zaltbommel, Kinderopvang Catalpa
en Cello zijn vertegenwoordigd in het bestuur. Een groep van KC de Elzengaard is gevestigd
in de brede school.
Stichting Beheer Bewonersgelden Cello (SBBC): door veranderde wet- en regelgeving op het
gebied van beheer van cliëntgelden ziet SBBC zich genoodzaakt te stoppen met de
administratieve dienstverlening. In de loop van 2014 heeft overdracht aan wettelijk
vertegenwoordigers plaatsgevonden. In 2015 zal SBBC worden ontbonden.
Stichting Onderbewindstelling Gelden Cliënten Cello (SOGCC): deze rechtspersoon is in
2014 ontbonden, omdat men niet kan voldoen aan de gewijzigde wettelijke regels (Nieuwe
Wet Wijziging Beschermingsbewind, Curatele en Mentorschap). Kantongerecht heeft Saam
Thuisbegeleiding benoemd tot bewindvoerder.
pagina 9
Stichting Vrienden van Cello: het doel is financiële steun te verlenen aan projecten en
activiteiten die het leven van cliënten veraangenamen. De stichting richt zich daarbij op zaken
die niet uit de reguliere middelen gefinancierd kunnen worden of waarvoor deze middelen
ontoereikend zijn. Lid van de raad van bestuur van Cello heeft zitting in het bestuur.
Federatie Godshuizen; Federatief samenwerkingsverband voor gezondheidszorg, ouderenzorg
en welzijnszorg. De federatie bestaat uit de volgende aangesloten instellingen: Jeroen Bosch
Ziekenhuis, Cello, Zorggroep Elde, Van Neynselgroep, Oosterpoort, Reinier van Arkel Groep
en Vivent. Voorzitter raad van bestuur is voorzitter Godshuizen sinds 1 juni 2014.
Ziekenhuisapotheek Noordoost-Brabant (Zanob): Zanob is een samenwerkingsverband op het
terrein van de geneesmiddelenvoorziening van instellingen voor gezondheidszorg in de regio.
GHOR Brabant-Noord: samenwerkingsafspraken over zorgcontinuïteit bij crises.
Ouder- en wooninitiatieven
Samenwerkingsovereenkomsten zijn er ook gesloten met ouder- en wooninitiatieven. Voor
professionele ondersteuning op het gebied van de zorgverlening is door onderstaande
rechtspersonen samenwerking gezocht met Cello.
Stichting ‘t Bomanshuis: in woningen aan de Willem Elsschotstraat in Rosmalen wordt
huisvesting geboden aan 11 mensen met een verstandelijke beperking.
Stichting Van Zessen Klaar: groepswoning voor 7 personen met een ernstig meervoudige
beperking aan de van Hoftenstraat in ’s-Hertogenbosch.
The Mansion: 12 appartementen met een inloopruimte op basis van scheiden van wonen en
zorg. Locatie: wijk Deuteren te ‘s-Hertogenbosch. Doelgroep: mensen met een licht
verstandelijke beperking.
Stichting B-complex: grondgebonden woningen met een inloopruimte op basis van scheiden
van wonen en zorg aan de Johannes Brahmsstraat te ’s-Hertogenbosch. Hier wordt zorg
geboden aan 16 zelfstandig wonende mensen met schizofrenie.
Vereniging de Loopplank.13 appartementen met een inloopruimte op basis van scheiden van
wonen en zorg aan de Eerste Donk te ‘s-Hertogenbosch. Doelgroep: normaal begaafden met
autisme.
Stichting Buiten Gewoon: 10 woningen met een inloopruimte op basis van scheiden van
wonen en zorg. Doelgroep: 2 meervoudig beperkten en 8 matig verstandelijk beperkten.
Locatie: Beekstraat, Berlicum.
Stichting Salemanders: 9 appartementen met een inloopruimte op basis van verblijf.
Doelgroep: licht tot matig verstandelijk beperkten. Locatie: Schoolstraat, Berlicum.
Stichting Molenhuis: 14 appartementen met inloopruimte in Best. Doelgroep: mensen met een
lichte tot matige verstandelijke beperking.
3. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap
3.1. Normen voor goed bestuur
Cello onderschrijft de in de Zorgbrede Governancecode vastgelegde richtlijnen en criteria voor
zorgvuldig bestuur en de borging daarvan. Bestuur en toezicht zijn zich ervan bewust dat naleving
van de Governancecode niet alleen handelt om regels, maar ook om de intentie dienstbaar te zijn
aan de maatschappelijke doelstelling van Cello.
Bij het afleggen van openbare verantwoording over haar beleid en activiteiten wijkt Cello niet af
van de hieraan in de Zorgbrede Governancecode gestelde normen. Het betrekken van
belanghebbenden bij het beleid gebeurt door bestuur en toezichthouders vanuit een open en
pagina 10
actieve relatie. Naast raadpleging van belanghebbenden of hun vertegenwoordigers speelt hierbij
ook adequate informatieverstrekking een belangrijke rol. Jaarlijks wordt aan alle rechthebbenden
en belangstellenden verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid en over de in dat jaar
geleverde prestaties.
3.2 Raad van Bestuur
Samenstelling Raad van Bestuur per 31 december 2014
Naam Bestuursfunctie M/V Nevenfuncties
F.H.J.M. van Beers Voorzitter raad van
bestuur
M Voorzitter Nationaal Oorlogs- en
Verzetsmuseum Overloon
Voorzitter Stichting Historisch
Materieel NOVM Overloon
Voorzitter Brabants Kennisnetwerk
Zoönosen
A.J.H.A. van der Pol Lid raad van bestuur M Lid AB HEADvereniging
Voorzitter sectorbestuur HEAD
Docent AdCare
Lid bestuur City Change Center
Lid Raad van Toezicht Joris Zorg
Oirschot
Lid Raad van Advies Van Campen
Consultancy Zaltbommel
De bestuurders genieten op geen enkele wijze, rechtstreeks of zijdelings, persoonlijk voordeel uit
leveringen van derden aan Cello. Er wordt ten minste eenmaal per jaar een functioneringsgesprek
met (een delegatie van) de Raad van Toezicht gehouden, waarbij men inzicht geeft in
nevenfuncties.
De beide bestuurders zijn alleen zelfstandig bevoegd. Door volledige waarneming van elkaar kan
de continuïteit intern en extern eenvoudig worden geregeld.
3.3 Verslag van de Raad van Toezicht
Samenstelling Raad van Toezicht per 31 december 2014
Naam Functie M/V Hoofd- en nevenfuncties
drs. J.Th.H.M. Blox
Eerste benoeming: 2008
Lopende termijn: tot 01-01-2016
voorzitter M Directeur Blox Consultancy
Lid Raad van Toezicht GGZ –Oost
Brabant
Lid Bestuur Antonius Stichting Helmond
Lid Raad van Toezicht Maasstad
Ziekenhuis Rotterdam
ing. M.F.F.M. van der Linden
Eerste benoeming: 2011
vice-
voorzitter
M Lid Raad van Toezicht Thomas Bouw
Stichting en Thomas Stichting voor
Jongeren
pagina 11
Herbenoembaar tot 01-01-2019 Lid Raad van Commissarissen
woningcorporatie Casade Waalwijk
Bestuurslid Stichting Beschermers
Nationaal Museum Kamp Vught
Lid Commissie Ruimtelijke Zaken
Gemeente Bernheze
G.P. van den Anker
Eerste benoeming: 2008
Einde termijn: 31-12-2014
lid M Wethouder en loco burgemeester van de
gemeente Maasdriel
Lid Raad van Commissarissen OFH-
verzekeringen
Voorzitter woningbouwvereniging De
Goede Woning Neerijnen
Voorzitter klachtencommissie
woningcorporatie Brabant Wonen
Lid van de Raad van Toezicht van de
Stichting Maasveren
A.S.M. Deutekom, MBA
Eerste benoeming: 2008
Lopende termijn: tot 01-01-2016
lid M Directeur/bestuurder woningstichting
GoedeStede in Almere
Lid van het bestuur van de VMCA
Lid van het Algemeen Bestuur van Aedes
tot 1-11-2014
Lid raad van toezicht Bureau Jeugdzorg
Flevoland
Lid van het bestuur van de Stichting Han
Lammers Leerstoel
drs. Y.J.M. ten Brummelhuis
MSM
Eerste benoeming: 2011
Herbenoembaar tot 01-01-2019
lid V Eigenaar YtB-Consultancy
Directeur bestuurder SWV De Meierij
PO
Lid Raad van Toezicht Stichting Heide
Lid Raad van Toezicht Prokino / Meander
Lid Raad van Toezicht Stichting
Reumazorg Zuid -West Nederland
Voorzitter bestuur Marikenhuis
(vrijwilligers- organisatie)
Voorzitter bestuur Best Buddies
Nederland (vrijwilligersorganisatie)
M.M. Hanssen-Ruyten
Eerste benoeming 2012
Lopende termijn: 01-01-2016
lid V Voorzitter begeleidingscommissie
uitvoering WMO Breda
Voorzitter Platform Wooninitiatieven
Zuid-Nederland
Lid regionale (BOPZ)klachtencommissie
Zorginstellingen West-Brabant
pagina 12
De Raad van Toezicht kwam in het verslagjaar 5 keer bij elkaar om te vergaderen met de Raad
van Bestuur. Deze vergaderingen werden steeds vooraf gegaan door een kort vooroverleg van de
Raad van Toezicht, buiten de aanwezigheid van de Raad van Bestuur. De Raad van Toezicht
vergaderingen werden voorbereid door de voorzitter en vicevoorzitter van de Raad van Toezicht
en de Raad van Bestuur.
Daarnaast werden vergaderingen bijgewoond met de Cliëntenraad en de Ondernemingsraad. Ook
werden gedurende het verslagjaar bijeenkomsten bijgewoond met het managementteam en
afvaardigingen van de OR en de CCR. In de vergadering waarin de jaarrekening werd vastgesteld
was ook de accountant van de stichting aanwezig. Ook bezochten delegaties uit de Raad van
Toezicht diverse bedrijfsonderdelen en gaven zij acte de préséance bij diverse feestelijke
gebeurtenissen.
Gedurende het verslagjaar traden geen wijzigingen op binnen de Raad van Toezicht en de Raad
van Bestuur. Eind 2014 nam de Raad van Toezicht afscheid van zijn lid, de heer G. van den
Anker, vanwege het bereiken van de overeengekomen zittingstermijn. De raad dankt de heer Van
den Anker voor zijn inzet en zijn bijdragen aan de werkzaamheden van de Raad. Om in de
ontstane vacature te voorzien is in de mei vergadering besloten om een open procedure te starten
voor het werven van een nieuw lid. In de vergadering van december heeft de Raad besloten de
heer R. van Zijl per 1-1-2015 te benoemen als nieuw lid van de Raad van Toezicht.
De Raad werkt volgens de uitgangspunten van de Zorgbrede Governancecode. In de uitoefening
van de toezichthoudende rol heeft de Raad van Toezicht van Cello dan ook nadrukkelijk aandacht
besteed aan de uitgangspunten die in de Zorgbrede Governancecode zijn geformuleerd over goed
bestuur en toezicht. Regelingen, procedures en normen gericht op verantwoording en
transparantie zijn in de afgelopen jaren in nauw overleg met het bestuur aangescherpt,
verduidelijkt en met de belanghebbenden gecommuniceerd. In de vergadering van maart is het
nieuwe gecompleteerde reglement Raad van Toezicht ondertekend.
Conform de Governancecode evalueert de Raad jaarlijks zijn werkwijze. Dit jaar heeft die
evaluatie door volle agenda’s echter niet plaatsgevonden, maar is verschoven naar de vergadering
van februari 2015.
Voor alle leden van het toezichthoudend orgaan geldt dat er geen directe belangen zijn bij de
instelling. In het kader van deskundigheidsbevordering werd door leden van de Raad van Toezicht
deelgenomen aan een drietal relevante congressen en symposia. Een lid van de Raad van Toezicht
nam deel aan een meerdaagse leergang financiën. Voor deze deskundigheidsbevordering is binnen
Cello ook een budget vrijgemaakt.
Met betrekking tot de honorering van de toezichthouders van Cello is besloten deze in het
verslagjaar niet te indexeren. De honorering van de Raad valt ruim binnen de norm die gehanteerd
wordt in de adviesregeling “honorering van raden van toezicht van zorginstellingen” van de
Nederlandse Vereniging van Toezichthouders. De bezoldiging van de toezichthouders wordt
openbaar gemaakt in de jaarrekening van Cello.
De Raad van Toezicht kent drie commissies: de auditcommissie, die vanuit de raad speciaal is
belast met het toezicht op de financiën en het vastgoed; de commissie kwaliteit en veiligheid en de
remuneratiecommissie. De auditcommissie kwam in het verslagjaar 2 maal bij elkaar, eenmaal in
bijzijn van de accountant. De commissie kwaliteit en veiligheid vergaderde 3 keer. De
remuneratiecommissie heeft in het verslagjaar 2 maal vergaderd.
pagina 13
Thema’s die in dit verslagjaar extra aandacht kregen in de Raad van Toezicht vergaderingen
waren: herijking van het Meerjarenbeleid als gevolg van de voorgenomen veranderingen vanwege
de transities van AWBZ naar Wlz, JW en WMO; beleid met betrekking tot huisvesting,
verhuizingen, waaronder Klinkerbuurt, en de verkoop van Haarendael. Ook de onderwerpen
Brandveiligheid, Strategische personeelsplanning en Ontwikkelingen LVB+ werden uitgebreid
besproken.
Belangrijke besluiten die door de Raad zijn genomen betreffen:
het goedkeuren van de Jaarrekening 2013 in mei 2014;
vaststellen van het nieuwe reglement Raad van Toezicht;
het goedkeuren van de Begroting 2015;
het benoemen van een nieuw lid van de Raad van Toezicht.
De Raad van Toezicht dankt alle medewerkers en vrijwilligers van Cello voor hun grote inzet in
het vorige jaar en hoopt ook in de toekomst op hen te mogen rekenen.
3.4 Bedrijfsvoering
De beleidscyclus is een continu proces van voorbereiding, besluitvorming, uitvoering, evaluatie,
en verantwoording van het beleid dat binnen Cello gevoerd wordt om aan de doelstelling te
voldoen. Om besluitvorming snel te reconstrueren en beoordelen, dient over adequate
documentatie beschikt te worden. Vanuit de planning en control cyclus zijn de kaderbrief van het
bestuur, de beleidsplannen, de begroting, de managementinformatie en de jaarrekening
belangrijke documenten ter ondersteuning van de bedrijfsvoering.
Om te anticiperen op de krimpscenario’s waarmee Cello te maken krijgt, werd de
begrotingssystematiek in 2014 gewijzigd. Daar waar eerder historische cijfers mede bepalend
waren voor het financieel kader werd nu de met het zorgkantoor afgesproken productie leidend.
Om verzekerd te blijven van een gezonde bedrijfsvoering worden opbrengsten gemaximeerd en
dient actief beleid gevoerd te worden op kostenreductie. Deze aanpak betekent dat er van het
management extra inspanningen gevraagd worden om ervoor te zorgen dat de financiële
huishouding op orde blijft. Een sluitende exploitatie is van essentieel belang om de organisatie
stuurbaar te houden en voor te bereiden op jaren waarin we te maken krijgen met lagere
opbrengsten vanwege de transities en inperking van de verblijfcapaciteit.
Goede en toegankelijke sturings- en verantwoordingsinformatie tot op het laagste niveau is van
belang voor bestuur en management. Vanuit de behoefte aan meer samenhangende
managementinformatie is in 2014 een BI-tool van Infent geïmplementeerd om uit de
onderliggende informatiesystemen de benodigde stuurinformatie voor het management te halen.
In de loop van 2014 zijn de bronsystemen opeenvolgend via de BI-tool ontsloten: financieel
pakket (Bomas), productieregistratie (Care4) en het personeelsinformatiesysteem (Beaufort),
roosterpakket (SPExpert). Als laatste wordt in 2015 ook kwaliteitsinformatie (vanuit Infoland-
applicaties en Care4) via de BI-tool beschikbaar gesteld. De koppeling van al die verschillende
bronsystemen is een complexe operatie gebleken, die niet zonder vallen en opstaan is verlopen.
De essentiële informatie is nu ontsloten, maar de gebruikersvriendelijkheid van de BI-tool vraagt
nog om verbetering.
pagina 14
3.5 Verslag van de Cliëntenraad
Vormgeving medezeggenschap
Cello heeft de formele medezeggenschap van cliënten neergelegd op twee niveaus binnen de
organisatie: lokaal (locatie, cluster of combinaties van clusters) en centraal voor Cello als geheel.
De lokale cliëntenraden bestaan uit een deelraad cliënten en een deelraad vertegenwoordigers.
Clusters met cliënten met (zeer) ernstige beperkingen hebben een cliëntenraad met alleen
vertegenwoordigers. Cello kent geen medezeggenschapstructuur op sectorniveau. Wanneer er
binnen een sector sprake is van cluster overstijgende onderwerpen die voor advies in aanmerking
komen, kan een tijdelijke adviesgroep cliëntenraden worden ingesteld, waarbij de sectormanager
het aanspreekpunt is. Dat is bijvoorbeeld het geval bij omvangrijke nieuwbouwprojecten. Ook de
medezeggenschap van de cliënten uit de voormalige sector Jeugd en Gezin is geregeld op
sectorniveau.
Ondersteuning cliëntenraden
Het functioneren van de cliëntenraden wordt ondersteund door een medewerker
cliëntenparticipatie voor 12 uur per week. De deelraden die bestaan uit cliënten worden in hun
werkzaamheden ondersteund door coaches, die hiervoor vier uur per vergadering beschikbaar
hebben. Er is een helpdesk ingericht bij het cursuscentrum Eigenwijze van Cello voor praktische
handreikingen en hulpmiddelen. Dit cursuscentrum voor cliënten biedt ook cursussen
medezeggenschap aan voor cliënten. Alle cliëntenraden beschikken over een eigen budget om hun
reguliere activiteiten te bekostigen en voor tegemoetkoming in de onkosten van de leden. De
centrale cliëntenraad beschikt daarnaast over een budget voor het organiseren van grotere /
bijzondere activiteiten. Elke lokale cliëntenraad kan daar een beroep op doen.
Centrale cliëntenraad
De samenstelling van de CCR is 2014 door de toetreding van één nieuw lid gewijzigd. Elk lid van
de CCR fungeert als contactpersoon voor de lokale cliëntenraden van bepaalde clusters. In 2014
heeft de CCR zeven keer vergaderd. Naast de reguliere vergaderingen was er de jaarlijkse
bijeenkomst met de raad van toezicht, de raad van bestuur, het managementteam en de
ondernemingsraad. Daarnaast werd met twee leden van de raad van toezicht gesproken over
communicatie en procedure rondom het sluiten van woningen en over de kwaliteit van de
basiszorg.
Gegeven positieve adviezen
Begroting en Jaarstukken: betreft begroting 2015 en jaarverslaggeving 2013
Ouderenbeleid: op basis van een beleidsnotitie met gedane aanbevelingen en een
bijbehorend plan van aanpak is positief geadviseerd. De CCR blijft de voortgang volgen
Cliëntervaringsonderzoek (CEO): De CCR was met twee leden vertegenwoordigd in de
werkgroep die de voorbereidingen voor het clientervaringsonderzoek trof.
Sluiting woningen: De CCR heeft een kritische houding aangenomen naar de Raad van
Bestuur met betrekking tot de handelswijze en de communicatie betreffende de
voorgenomen sluiting van de Klinkerbuurt.
Dit heeft alsnog geresulteerd in een officiële adviesaanvraag aan de CCR. De CCR heeft
besproken wat de herplaatsingsmogelijkheden zijn of kunnen worden voor de EMB
cliënten en heeft onder voorwaarden een positief advies gegeven. De CCR blijft het
proces rondom de communicatie en de herplaatsing cliënten volgen.
pagina 15
Sluiting speelhal locatie de Binckhorst: nadat ingegaan was op het verzoek van de CCR
om aan te tonen dat er voldoende alternatieven voor sport- en spelmogelijkheden waren,
werd positief geadviseerd.
Het huisvestingsplan van november 2013 is opnieuw besproken in december 2014. De
CCR heeft op de hoofdlijnen een positief advies gegeven. Lokale veranderingen met
betrekking tot huisvesting moeten worden voorgelegd aan de lokale raden. Deze
procedure heeft de CCR al eerder gevolgd bij de sluiting van de woning Esscheweg.
Nieuwe sectorindeling: De CCR heeft positief advies gegeven bij de uitgangspunten voor
de overgang van vijf naar vier sectoren. Daar waar er lokaal veranderingen zijn, wordt er
op lokaal niveau advies gevraagd.
Overige onderwerpen
WMO/ Jeugdwet/WLZ: De CCR is regelmatig geïnformeerd over de ontwikkelingen in de
transities van AWBZ naar WLZ-Jeugdwet-WMO en de gevolgen hiervan voor Cello. Een
intensief inkoopproces heeft uiteindelijk geleid tot met gemeenten afgesloten contracten voor
zorgverlening in het kader van WMO en Jeugdwet.
Veiligheid: De CCR heeft vragen gesteld over de toename van het aantal incidenten als gevolg
van agressie en vanwege weglopen en/of vermissing van cliënten. De incidenten zullen
nauwkeuriger worden omschreven om te komen tot een duidelijkere registratie en rapportage. De
CCR heeft laten controleren of de bij Cello in gebruik zijnde blusdekens voldoen aan de
veiligheidseisen van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA)
Wie betaalt wat/Financiën
De tarieven “Wie betaalt wat” (aanvullende dienstverlening) zijn voor 2014 in overleg met de
CCR vastgesteld. De kosten voor de individuele aansluiting op het centrale antennesysteem
behoren niet tot de zorgkosten. Voortaan zullen deze kosten worden doorberekend aan cliënten.
De CCR heeft Cello verzocht de hoogte van de administratiekosten bij automatische incasso te
bespreken met Regiotaxi.
Evaluatie sociaal statuut: De CCR geeft aan dat het sociaal statuut cliënten niet wordt nageleefd.
Er wordt een werkgroep gestart die de opdracht krijgt dit sociaal statuut te herzien in het licht van
de huidige ontwikkelingen waar er ook sprake kan zijn van mogelijke sluiting van locaties.
Uitgangspunt is dat er een haalbaar sociaal statuut komt dat door iedereen moet worden gebruikt.
Andere onderwerpen:
Vervoer van cliënten naar werk en dagbesteding, het personeelsbeleid en de afspraken
rondom ziekenhuisopname van cliënten.
Gevraagd is om het stemmen door cliënten (of via volmacht) bij landelijke of
gemeentelijke verkiezingen te promoten.
CCR heeft positief gereageerd op de voordracht van een nieuwe kandidaat voor de Raad
van Toezicht.
pagina 16
3.6 Verslag van de Ondernemingsraad
De ondernemingsraad heeft zeven overlegvergaderingen gevoerd met de raad van bestuur.
In juli is er een overlegvergadering gewijd aan de algemene gang van zaken waarbij ook een lid
van de raad van toezicht aanwezig was. In deze vergadering werd teruggekeken op het beleid van
het afgelopen half jaar en vooruitgeblikt op beleidsveranderingen.
Besproken onderwerpen zijn onder andere:
De gedeelde zorgen over de gevolgen van de WMO en de WLZ.
Het belang van de balans tussen kwaliteit van zorg, kosten van zorg en het werkplezier
van de medewerkers. Maar ook de communicatie tussen medewerkers van Cello in alle
functies.
Het naleven van de werktijdenregeling.
Veiligheid van medewerkers en cliënten.
De grootte van contracten en de instroom van jonge medewerkers.
In december is er een bijeenkomst geweest waarbij de raad van toezicht, de raad van bestuur, het
managementteam, de centrale cliëntenraad en de ondernemingsraad aanwezig waren. Er is
gesproken over de sociale wijkteams in Den Bosch, Familienet en over de pilots WMO en
kanteling van de zorg.
Met de managers werden de jaarplannen 2014 besproken. Er werden vragen gesteld en er werd
meegedacht, vervolgafspraken gemaakt en teruggekeken op het verloop van de jaarplannen 2013.
Commissies: om alle onderwerpen zo efficiënt mogelijk te behandelen heeft de
ondernemingsraad een commissiestructuur opgezet. De volgende commissies zijn actief:
Organisatieontwikkeling, Veiligheid-Gezondheid-Welzijn-Milieu (VGWM), Sociaal Beleid,
Financiën, Participatie, WMO.
Advies- en instemmingaanvragen
Aan de ondernemingsraad werd door de Raad van Bestuur in 2014 over de volgende onderwerpen
advies gevraagd en door de OR positief advies gegeven:
Kandidaat lid Raad van toezicht
Hoofdindeling in vier sectoren en procedure
Concernbegroting 2015
Wijziging in de inrichting van de dienst P&O/Integraal HR Beleid
Locatieonafhankelijk werken
Wasserij De Binckhorst
Wijziging in de organisatie van vastgoed en vastgoedontwikkeling
De volgende adviesaanvraag werd tot nader bericht aangehouden:
Ambulante woonbegeleiding en procedure
Een verzoek tot instemming werd voorgelegd ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Sociaal Statuut: verlenging (was 2013) en aanpassing
Hiervoor geldt dat de ondernemingsraad zijn instemming heeft verleend aan het aangeboden
instemmingsverzoek.
pagina 17
Andere onderwerpen
Naast voornoemde advies- en instemmingsaanvragen ging de aandacht onder andere ook uit naar:
Evaluatie verzuimbeleid, toekomst facilitair bedrijf, werktijdenregeling, jaargesprekken,
participatie, sluiting woongroepen Klinkerbuurt, positie OR-leden.
4. Beleid, inspanningen en prestaties
4.1 2014: overgangsjaar naar transities
Het meerjarenbeleid van Cello voor de periode van 2012-2015 staat in belangrijke mate in het
teken van de voorbereidingen op de transities in de langdurige zorg. Daarbij was 2014 het laatste
overgangsjaar voor de beleidsveranderingen die in 2015 zijn ingegaan. Voor alle partijen is het
een zoektocht geweest om aan het beleid invulling te geven en dat is het in 2015 nog steeds.
Het thema van de kaderbrief voor 2014 was: “Kantelen én evenwicht bewaren, samen werken aan
verandering”. Er is het besef dat de transities vragen om echte veranderingen in de zorg. Er is
maatschappelijk een roep om meer eigen regie en verantwoordelijkheid voor cliënten met een
groter beroep op het eigen sociale netwerk. De zorg moet ‘kantelen’. Tegelijk moet er stevig
worden bezuinigd om de kosten beheersbaar te houden. Het is de uitdaging voor Cello om deze
omslag samen te maken met onze cliënten, medewerkers en vrijwilligers én om als organisatie in
balans te blijven. De constatering in de kaderbrief was dat we daarbij kunnen vasthouden aan de
hoofddoelstellingen uit het meerjarenbeleid. Alleen de beperkte groeidoelstelling is in tijden van
krimp niet haalbaar. De omvang van de bezuinigingen is zodanig dat er met ingang van 2015 naar
verwachting -in elk geval voor enkele jaren- sprake zal zijn van krimpend budget en
personeelsformatie. Dat stelt andere eisen aan de financiële sturing en het strategisch
personeelsbeleid.
De conclusie was ook dat Cello goed gepositioneerd is om die omslag te kunnen maken:
Cello is financieel gezond. Cello heeft een stevige basis in de intramurale zorg, die voor een
belangrijk deel binnen de WLZ blijft. De eerste bezuinigingen treffen de onderdelen die over
zijn gegaan naar WMO en Jeugdwet. Dat is voor Cello een relatief beperkt deel van de omzet.
De echte bezuiniging op de WLZ is pas voor 2017 aangekondigd. Dat geeft Cello de
mogelijkheid om hier gefaseerd naar toe te groeien en maatregelen te treffen.
Onze basis is de langdurige zorgrelatie met onze cliënten. Dat geeft ons de mogelijkheid om
de vereiste omslag samen met onze cliënten te maken. In dialoog met cliënten en in
samenwerking met andere lokale organisaties willen we zoeken naar nieuwe (en goedkopere)
manieren om de vereiste ondersteuning vorm te geven.
Cello kiest er dan ook niet voor om zich als gespecialiseerde zorgaanbieder terug te trekken op de
intensieve zorg in de WLZ. Onze inzet is erop gericht om ons present te blijven stellen voor een
brede doelgroep en samenhangende ondersteuning te blijven bieden in alle levensfasen en op alle
levensgebieden. Juist in deze overgangsfase hebben cliënten behoefte aan vertrouwde
ondersteuning, ook bij hun participatie in de samenleving.
Voor 2014 werden in de kaderbrief de volgende onderwerpen genoemd die extra aandacht vragen
in de jaarplannen van onderdelen:
pagina 18
Toegroeien naar de nieuwe werkelijkheid in de extramurale zorg. Cliënten lokaal goed blijven
bedienen met minder middelen vraagt om nieuwe vormen van ondersteuning. Het gesprek
daarover en de aanzet in die richting moeten al in 2014 gebeuren.
Ook intramuraal moeten we zoeken naar manieren om de kosten te drukken en tegelijk de
kwaliteit van zorg en leven voor cliënten overeind te houden. Dat kunnen we niet alleen. We
zullen deze zorg (nog) meer moeten gaan delen met het sociale netwerk van de cliënten.
De kostenbesparing raakt ook de ondersteunende diensten. Cello wil zo min mogelijk snijden
in het primaire proces en de omvang van het ondersteunend apparaat zal moeten meebewegen
met de budgettaire ontwikkelingen en met veranderende eigen regelruimte van teams en
locaties. Het terugdringen van de (interne) bureaucratie blijft daarbij een voortdurend
aandachtspunt.
“Meer doen met minder kan alleen anders!”. De beleidsveranderingen en de bezuinigingen
vormen ook een prikkel om te komen tot vernieuwing. Cello wil innovatie gericht stimuleren
door ruimte te creëren en een platform te bieden voor de vernieuwende krachten die binnen de
organisatie aanwezig zijn. Daarbij hoort ook de toepassing van nieuwe technologische
hulpmiddelen.
Het versterken van de specialistische zorg en behandeling voor specifieke doelgroepen dient
krachtig te worden doorgezet, aangezien daar de basis ligt voor het bestaansrecht van ‘2e lijns-
zorgorganisaties’ als Cello.
4.2. Beleidsthema’s in 2014
De doelstellingen uit het meerjarenbeleid en de kaderbrief zijn in de jaarplannen van de sectoren
en ondersteunende diensten verder opgepakt. De belangrijkste onderwerpen met een bredere
impact worden hieronder kort beschreven onder de noemers van de doelstellingen uit het
meerjarenbeleid.
4.2.1 Versterking basiszorg
In veel clusters was de verbetering van de basiszorg ook in 2014 onderwerp van bespreking in
teams en met cliëntenraden of huiskameroverleggen. Daarbij werden verbeterpunten vanuit het
cliëntervaringsonderzoek meegenomen. In het licht van de kostenbesparingen verschuift de
aandacht naar het blijven waarborgen van de basiszorg door verbetering van de efficiëntie, gericht
op zoveel mogelijk directe, cliëntgebonden inzet van formatie.
Verbetering effectiviteit binnen primair proces
Door het bureau Accezz wordt binnen enkele locaties onderzocht hoe de personeelsinzet beter (en
efficiënter) kan aansluiten op de vragen van de cliënten. Na een vooronderzoek binnen een
zevental woningen is in september 2014 een pilot gestart met vervolgonderzoek en implementatie
van verbetermaatregelen binnen twee woningen op de Wijngaert in Haaren. Er wordt in
samenspraak met de teams gezocht naar mogelijkheden tot verbetering binnen het primaire
proces. Hoewel het project nog doorloopt in 2015, zijn de eerste resultaten positief.
Het betrekken van het team bij de effectiviteitsverbetering leidt ook tot meer werkplezier /
voldoening bij de medewerkers. De bedoeling is om deze aanpak in 2015 breder door te voeren.
pagina 19
Vernieuwing OP en ECD
De laatste jaren zijn er steeds meer geluiden dat het ondersteuningsplan (OP) en de
overlegstructuur rond het OP te ingewikkeld en arbeidsintensief zijn geworden. Er ligt een
nadrukkelijke wens om het werkproces en opzet van het OP van Cello te vereenvoudigen. In 2014
is de werkwijze geëvalueerd en de conclusie was dat de efficiëntie en de kwaliteit van het OP
kunnen worden verbeterd. Ook gezien de bezuinigingen is het behalen van productiviteitswinst
van groot belang. Minder tijd voor opstellen en bijwerken van het OP resulteert in meer directe
cliëntgebonden tijd.
De inhoudelijke vernieuwing van het OP wordt opgepakt in samenhang met een vernieuwing van
het elektronisch cliëntdossier (ECD) van Cello. Ook het ECD - Cello gebruikt daarvoor Care4 -
is toe aan vernieuwing. De applicatie wordt door de leverancier in co-creatie met een aantal
organisaties, waaronder Cello, grondig gemoderniseerd. In een pilot is door ambulante begeleiders
al de eerste ervaring opgedaan met vernieuwde onderdelen van Care4 en met het mobiel werken
met tablets in de begeleiding.
Door een goede workflow-ondersteuning in te bouwen in het ECD, met meer voorstructurering
van het OP, worden begeleiders beter ondersteund. De vernieuwing van OP en ECD wordt in
2015 in een groot project opgepakt. Doelstelling is om de nieuwe werkwijze in 2016 breed te
kunnen implementeren.
Versterking eigen regie
In diverse projecten is gewerkt aan versterking van de eigen regie van cliënten. Er zijn
hulpmiddelen uitgewerkt om de inbreng van de cliënt bij de OP-bespreking te vergroten. Dit
aspect wordt nadrukkelijk meegenomen bij de vernieuwing van het OP.
Betrekken sociale netwerk
In veel clusters is projectmatig gewerkt aan het meer betrekken van het sociale netwerk bij de
zorg voor hun verwant. Daarbij zijn ook meer contacten gelegd in de wijk met als resultaat dat het
aantal vrijwilligers dat betrokken is bij activiteiten in en om de woning is uitgebreid.
Met ondersteuning vanuit het landelijke project “In voor mantelzorg” is binnen enkele clusters
een project ‘Samen staan voor zorg’ gestart. In 2015 ligt daarin de nadruk op het samen met
familie invulling geven aan de vrije tijdsbesteding. Een groot deel van de clusters maakt
inmiddels gebruik van de web-applicatie Familienet. Vooral in woningen met cliënten die zelf
moeilijk kunnen communiceren, heeft dit hulpmiddel duidelijk een meerwaarde.
4.2.2 Vergroten decentrale regelruimte
In de besturingsvisie wil Cello meer ruimte maken voor het maatschappelijk ondernemerschap tot
op het laagste niveau. Het flexibel inspelen op de vragen van cliënten en op de lokale situatie
vraagt om meer eigen regelruimte op lokaal niveau.
Versterking operationele stuurkracht.
Eind 2013 is het proces gestart om te komen tot een herijking van de functie van clustermanager,
een scharnierfunctie binnen onze organisatie. In 2014 heeft dit aanleiding gegeven tot een meer
fundamentele beschouwing op besturingsfilosofie van Cello. De veranderende omgeving vraagt
om meer eigen regelruimte op het niveau van de teams en versterking van de eigen professionele
verantwoordelijkheid van de medewerkers. Het streven is te komen tot ‘vitale teams’ die flexibel
pagina 20
kunnen inspelen op de vraag van de cliënten.in een dynamische omgeving. Daarbij wordt een
belangrijke rol toebedeeld aan de clustermanagers om teams en medewerkers te coachen bij het
invulling geven aan die regelruimte. Het versterken van de clustermanager in deze rol vraagt om
een samenhangende aanpak op verschillende niveaus. De invulling van de functie clustermanager
kan niet worden losgezien van het samenspel in de lijn en met de ondersteunende diensten. Ook
de rolverdeling met (coördinerend) begeleiders en DIO is daarbij aan de orde. Die samenhangende
aanpak krijgt vorm in het project “Versterken operationele stuurkracht”.
Aanpassing organisatie-indeling
In dit project kwam ook de vraag aan de orde hoe de organisatie het beste ingericht kan worden.
De conclusie was dat Cello niet gebaat is bij ingrijpende organisatieverandering die leidt tot
onrust en discontinuïteit. De bestaande gelaagdheid wordt gehandhaafd. Er is met ingang van
2015 wel een herindeling van de sectoren en een aantal clusters doorgevoerd. De positie van een
vertrekkende sectormanager is niet opnieuw ingevuld en Cello is teruggegaan naar vier sectoren.
Bij de herindeling is meer focus aangebracht in de gerichtheid op specifieke doelgroepen en
dienstverlening in het gemeentelijke domein: WMO en Jeugdwet. In de verdeling van de clusters
is alle specialistische (behandel)zorg gericht op gedragsproblematiek (inclusief ‘LVB-plus’) bij
elkaar gebracht binnen één sector. Ook de specifieke woningen voor kinderen zijn daarin
ondergebracht. De teams die zich richten op ambulante begeleiding (WMO) zijn meer gebundeld
om zich op de betreffende gemeenten te kunnen focussen. Alle extramurale kindzorg (Jeugdwet)
is geconcentreerd binnen twee clusters, die zich gezamenlijk naar alle gemeenten in de regio
presenteren.
Naar vitale teams
De teams vormen de basisbouwsteen in de organisatie. Zij geven vorm aan de ondersteuning van
cliënten en het samenspel tussen de medewerkers met het sociale netwerk en zijn
verantwoordelijk voor de dagelijkse bedrijfsvoering binnen de gegeven kaders. De komende jaren
zullen veel inspanningen zijn gericht op het vergroten van die ‘teamvitaliteit’.
Innovatie
Voortbouwend op de ervaringen met het innovatieplatform is in 2014 gezocht naar manieren om
innovatiekracht van Cello meer structureel te versterken. Daarbij is het besef dat vernieuwing
vooral van onderop moet komen en dat het meer gaat om gericht stimuleren en ondersteunen van
de al aanwezige innovatieve krachten. In samenwerking met het bureau Learning Spirit is een
traject uitgezet om uit de vernieuwende initiatieven meer te leren. Wat werkt wel of niet? Wat
zijn de succesfactoren? Waar ervaren mensen belemmeringen voor vernieuwing? Ook gaat het er
om te beoordelen welke initiatieven het meeste bijdragen aan de organisatiedoelstellingen van
Cello. Innovatie is immers geen doel op zich.
Dit traject loopt door in 2015 waarbij veel aandacht wordt gegeven aan het delen van de
ervaringen. Dat is in 2014 ook al gebeurd bij de vernieuwende initiatieven in het kader van de
WMO. Dat heeft stimulerend gewerkt.
Eind 2014 is MPower als project afgesloten. In dit innovatieve project zijn drie E-learning
programma’s voor cliënten ontwikkeld op gebied van zelfstandig wonen (koken, de was doen
etc.). Het Opleidingscentrum beschikt nu over de kennis, kunde en templates om zonder hoge
pagina 21
kosten verdere modules te produceren. Voor 2015 staat de ontwikkeling van twee nieuwe modules
gepland.
Facilitaire dienst, decentralisatie
In de afgelopen jaren is kritisch gekeken naar de dienstverlening van de facilitaire dienst. Het
uitgangspunt daarbij is ‘decentraal waar het kan, centraal waar dit meerwaarde heeft’. Dat heeft
stapsgewijs geleid tot het decentraliseren van een aantal diensten: (delen van) de wasvoorziening,
schoonmaak, onderhoud zijn inmiddels teruggelegd bij de woningen / locaties.
In 2014 heeft op zes woningen van locatie De Binckhorst een pilot plaatsgevonden waarbij
nagenoeg geen gebruik meer gemaakt wordt van de facilitaire dienstverlening (met uitzondering
van warme maaltijden en verzorging platgoed). Het doel was om naast kostenreductie ook verder
invulling te geven aan het wonen en leven in een zo normaal mogelijke omgeving. Resultaat was
dat op het gebied van inkoop de woningen zelf een actieve rol gaan spelen. Dat heeft gevolgen
voor het voortbestaan van de afdeling inkoop / magazijn. Het facilitair bedrijf onderzoekt in 2015
of het magazijn als concurrerende leverancier binnen Cello bestaansrecht houdt.
De wasserij op de Binckhorst is ontmanteld en deze activiteiten worden nu op de woongroepen
uitgevoerd. Een andere uitkomst van de pilot is dat woningen in hun wasverzorging minder
beroep gaan doen op het extern bedrijf voor de levering van linnenpakket, omdat ze dit zelf gaan
wassen.
De verdere afbouw van centrale facilitaire dienstverlening vraagt om een nieuwe organisatieopzet,
die met ingang van 2015 vorm krijgt.
4.2.3 Verdieping doelgroepenbeleid
Zorgprogramma’s
Het werken met zorgprogramma’s kent inmiddels een historie van zo’n 10 jaar binnen Cello. In de
loop van de jaren zijn er zorgprogramma’s gemaakt voor vijf groepen cliënten met complexe
begeleidingsvragen die Cello bedient:
autismespectrumstoornis (ASS)
ernstige meervoudige beperking (EMB)
dementie
LVB
SGEVG
Voor al deze specifieke doelgroepen functioneren er kennisteams, die in de loop van de tijd veel
kennis hebben verzameld over de afzonderlijke doelgroepen. In de zorgprogramma’s is
beschreven wat goede zorg is voor de betreffende doelgroep. Er zijn voorkeursmethodieken
gekozen, die we bij deze cliënten toepassen. Dat heeft geleid tot een betere afstemming tussen de
(bij)scholing en de toepassing van de kennis.
Die focus op specifieke doelgroepen met eigen methodieken, begeleidingsvisie en terminologie
werkt goed in categorale groepen, maar veel minder goed in heterogene groepen. Het werken
vanuit meerdere zorgprogramma’s is voor de begeleiding verwarrend, waardoor die moeilijk te
implementeren zijn. Deze ervaring heeft in 2014 geleid tot een heroriëntatie met betrekking tot de
zorgprogramma’s. Constatering was dat er behoefte is aan een explicietere beschrijving van de
onderliggende ‘basismethodiek’ en grondhouding van de medewerkers, waarbinnen zo nodig een
specifiekere inkleuring naar de samenstelling van de cliëntengroep op de locatie / woning kan
pagina 22
plaatsvinden. Daarbij kan natuurlijk gebruik worden gemaakt van de methodieken uit de
zorgprogramma’s. In 2015 wordt dat integrale zorgmodel verder uitgewerkt.
Ouderen
De stuurgroep ouderenbeleid heeft begin 2014 een rapport uitgebracht over de ontwikkeling van
de zorg voor ouderen binnen Cello. De toekomstige vraag is in kaart gebracht en vertaald naar
aanbod op het terrein van wonen, dagbesteding en behandeling. Dat heeft geleid tot een plan van
aanpak.
Er ligt een grote uitdaging op het terrein van aangepaste dagbesteding. Het plan van aanpak
voorziet in de uitbreiding van dagactiviteiten in of in nabijheid van de woning. De
voorbeeldprojecten, zoals De Misse op De Binckhorst krijgen ook op nadere locaties navolging.
Voor oudere cliënten die in de wijk wonen, krijgen de dagactiviteiten lokaal in WMO-verband
invulling in samenwerking met andere organisaties in de wijk, bijvoorbeeld in de vorm van
trefpunten.
Wat betreft het wonen zijn prognoses voor de vraagontwikkeling afgezet tegen de beschikbare
huisvestingscapaciteit. De conclusie was dat door de vernieuwde huisvesting van Cello - ook bij
een toenemende zorgbehoefte door vergrijzing- voldoende woningen geschikt zijn voor cliënten
met een verzorgingsprofiel. Er zal wel een (geleidelijke) verschuiving plaatsvinden in het
bewonersprofiel van de woningen. Ook het competentieprofiel van de medewerkers, met meer
nadruk op verzorging, dient daarin mee te groeien. De stuurgroep blijft de voortgang met
betrekking tot het plan van aanpak ook in 2015 volgen.
Professionalisering zorg voor LVB-plus
De bundeling van het aanbod voor deze doelgroep en de gerichte aandacht voor
methodiekontwikkeling en scholing hebben tot goede resultaten geleid. Begin 2015 zijn die
gepresenteerd op een kennismarkt LVB-plus. Op twee middagen hebben ruim 300 medewerkers
van Cello en andere betrokkenen aan deze uitwisseling deelgenomen.
Het model Bruininks voor de behandeling / begeleiding op LVB-groepen is in de loop van 2014
overal doorgevoerd, in combinatie met het competentiegericht werken. Het vraagt wel blijvende
coaching om die kennis en aanpak levend te houden.
In alle locaties / woningen wordt op basis van een aangereikt format lokaal een veiligheidsplan
gericht op het omgaan met agressie uitgewerkt. Dat gebeurt overigens op alle locaties waar men
geconfronteerd wordt / kan worden met agressie.
De ambulante begeleiding aan LVB-plus cliënten is ook in 2014 sterk gegroeid. Een groot deel
van die groei komt terecht bij een specifiek team voor complexe ambulante begeleiding. Cello
heeft zich regionaal nadrukkelijk present gesteld voor deze doelgroep en wil –met uitzondering
van de meer forensische zorg- een samenhangend aanbod bieden van verblijf met behandeling t/m
ambulante begeleiding gericht op maatschappelijke participatie. De groei is een erkenning voor
het gespecialiseerde aanbod, maar het is een grote uitdaging om dit structureel gefinancierd te
krijgen binnen alle transities. Het bevindt zich op het grensvlak van diverse sectoren en wettelijke
kaders.
Vanaf 1 januari 2014 is de samenwerking met het CvTB (Centrum voor Trajecten en Bemoeizorg)
geïntensiveerd. Cello is vanaf die tijd een van de vijf partners, naast Novadic-Kentron, GGZ
pagina 23
Reinier van Arkel, SMO en Juvans. Er is nu een medewerker van Cello werkzaam bij het CVTB.
Het is de bedoeling dat dit in de loop van de jaren wordt uitgebreid.
Vanaf 1 januari 2015 kent Cello ambulante (spoed)zorg door inzet van een sociaalpsychiatrisch
verpleegkundige (SPV). In 2015 wordt aan de functie van SPV verder inhoud en vorm gegeven
binnen Cello.
In 2014 is het Cello-beleid uitgewerkt ten aanzien van het gebruik van verdovende middelen door
cliënten. Aangegeven is welke rol Cello in de begeleiding wel en niet kan vervullen. Ook zijn de
grenzen aangegeven van wat hanteerbaar en toelaatbaar wordt geacht binnen de locaties van
Cello. De visie vindt ook zijn vertaling in concrete begeleidingsdoelen en
ondersteuningsperspectieven in het ondersteuningsplan van de cliënt.
Medische zorg en diagnostiek
De vakgroep artsen heeft een traject bij de VGN afgerond en haar beleid ten aanzien van de
invulling van de medische zorg voor onze cliënten opnieuw geformuleerd De inzet is dat elke
cliënt moet kunnen beschikken over goede huisartsenzorg én specialistische AVG-zorg. In 2015
krijgt dit verder gestalte. Voor de invulling van de huisartsenzorg wordt nadrukkelijk de
samenwerking gezocht met de reguliere huisartsenpraktijk. De AVG-poli wordt ook in 2015
verder voortgezet onder verantwoordelijkheid van Cello en niet langer als samenwerkingsproject
met Kentalis en Jeroen Bosch Ziekenhuis.
De vakgroep gedragskundigen is in 2014 gestart met een diagnostiekloket. Vragen voor
onderzoek van externe cliënten worden hier opgepakt, alsook specialistische diagnostiekvragen
van interne cliënten. In 2015 wordt dit uitgebreid met andere disciplines.
4.2.4 Transities langdurige zorg
Inkoopbeleid gemeenten
In 2014 is er veel geïnvesteerd in de voorbereidingen op de invoering van WMO en Jeugdwet die
vanaf 1 januari 2015 van kracht zijn geworden. Van april tot eind 2014 is veel aandacht gegaan
naar de diverse inkooptrajecten met gemeenten. De insteek van Cello daarbij was om in elk geval
zoveel mogelijk de huidige cliënten van Cello goed te blijven bedienen op basis van het
overgangsrecht.
Cello richt zich daarbij in hoofdzaak op elf kerngemeenten, te weten ’s-Hertogenbosch, Boxtel,
Sint Michielsgestel, Schijndel, Vught, Haaren, Heusden, Best, Zaltbommel, Maasdriel en Oss.
Omdat gemeenten de inkooptrajecten vaak via regionale samenwerkingsverbanden vormgeven,
was er sprake van diverse, deels overlappende inkooptrajecten voor zowel Wmo als Jeugdwet.
De belangrijkste regio’s betreffen Meierij (Wmo), NO-Brabant (Jeugdwet), Rivierenland (Wmo &
Jeugdwet) Hart van Brabant (vooral Heusden; Wmo & Jeugdwet), BOV: Best, Oirschot,
Veldhoven (Wmo).
Deze inkooptrajecten hebben extra bestuurlijke en beleidsmatige aandacht gevraagd vanwege de
grote verscheidenheid aan contractvoorwaarden die nadere (risico)analyse, strategische
positionering en onderhandelingen vereisten. Zo is er in de regio Meierij (Wmo) en NO-Brabant
(Jeugdwet) gekozen voor zogenaamde lumpsum financiering waarbij grote aanbieders jaarlijks
een vast bedrag krijgen waarvoor zij alle huidige en nieuwe cliënten (binnen een overeengekomen
pagina 24
bandbreedte) moeten bedienen. Ook de wijze van aanbesteden door gemeenten - van onderhands
aanbesteden tot bestuurlijk aanbesteden - vroeg daarbij om extra aandacht in verband met de vaak
zeer strakke planning van informatie-, onderhandelings- en gunningsfase. Uiteindelijk hebben de
aanbestedingen geleid tot het sluiten van de contracten; de opgave voor 2015 is, om de gemaakte
afspraken binnen de budgetten te kunnen realiseren.
Structurering offerte-trajecten en contractbeheer
Er is werkenderwijs de nodige ervaring opgedaan met de verschillende inkoop- en
offertetrajecten. Voor alle partijen was het nog een zoektocht. In 2015 zal dit proces op basis van
de opgedane ervaringen meer gestructureerd opgepakt dienen te worden. Een belangrijke
constatering is geweest dat Cello meer behoefte heeft aan juridische expertise op het terrein van
contracten. Ook het contractbeheer vraagt extra aandacht: wat is met wie afgesproken, onder
welke voorwaarden en met welke verantwoordingseisen.
Administratieve lasten
De administratieve lasten zijn door de decentralisaties sterk toegenomen. De regelruimte voor
gemeenten heeft geleid tot uiteenlopende registraties en verantwoordingseisen. De landelijke
standaarden zijn lang niet overal gevolgd, of hebben een eigen inkleuring gekregen. Er is sprake
van een veelheid aan systemen. Dat vereist de nodige aanpassingen van het werkproces van
Cliëntenservice en van de cliënten- en productieregistratie. De aanpassing van de software en de
inrichting van de applicatie kosten veel inspanning van Cello en van de softwareleverancier. Het
is van vitaal belang dat we in deze dynamische omgeving kunnen beschikken over adequate
sturingsinformatie.
Relatiebeheer
In 2014 is veel aandacht besteed aan het relatiebeheer met gemeenten. In alle genoemde
‘kerngemeenten’ is gewerkt aan het versterken van de samenwerkingsrelatie en heeft Cello
bijgedragen aan het beleid van gemeenten via werkgroepen en klankbordgroepen. Eind 2015 zijn
enkele clustermanagers als accountmanager benoemd, zij onderhouden op uitvoeringsniveau de
relatie met gemeente en lokale partners.
Cello participeert in diverse lokale samenwerkingsverbanden met andere zorgaanbieders en
eerste-lijnorganisaties. Ook ten aanzien van het werken in samenwerkingsverbanden is Cello
lerend. Een netwerkorganisatie vraagt andere vormen van coördinatie en sturing.
Vernieuwing dienstverlening
Er is ingezet op het vernieuwen van dienstverlening via kleinschalige lokale pilots en via enkele
bestuurlijke samenwerkingsverbanden zoals Zorgzaam ’s-Hertogenbosch, Zorgzaam Boxtel en
Zorgzaam Netwerk Rosmalen. Begin 2014 is aan de hand van de notitie ‘Beleid Pilots Cello In De
Wijk’ een impuls gegeven aan vernieuwing vanuit diverse teams, in samenspraak met cliënten,
familieleden en buurtbewoners. Hieruit zijn diverse lokale samenwerkingsverbanden ontstaan
waarbij woningen en dagbestedingslocaties zich steeds meer openstellen voor en verbinden met
de buurt. Er zijn diverse inspiratie-bijeenkomsten gehouden om elkaar te informeren over
kansrijke nieuwe initiatieven en creatieve vormen van ondersteuning.
Communicatie
Cello heeft in 2014 veel aandacht besteed aan het informeren van de betrokkenen over de
komende veranderingen. De informatiecampagne vanuit de overheid liet lang op zich wachten en
pagina 25
blijft vervolgens erg algemeen. Wat de verandering concreet voor cliënten en hun omgeving
betekent, wordt pas in gesprek over de individuele situatie duidelijk. Dat gesprek is vooral door de
begeleiders met cliënten en vertegenwoordigers gevoerd. In 2014 hebben zij al samen gezocht
naar manieren om de ondersteuning op andere manieren en met minder inzet van uren
professionele begeleiding invulling te geven.
Ook voor de medewerkers in de extramurale zorg zijn het onzekere tijden. De communicatie was
er vooral op gericht om hen goed te informeren over de komende veranderingen en onrust te
voorkomen. Het informeren van de cliënten zal ook grotendeels via de medewerkers gebeuren. Er
zijn diverse speciale nieuwsbrieven verschenen.
Herpositionering dagbestedingsaanbod
De extramurale dagbesteding komt door de invoering van WMO en Participatiewet in een nieuw
speelveld. Met het oog daarop werd in 2014 de campagne ‘Dagbesteding werkt’ gevoerd.
Daarmee werden de volgende doelen beoogd:
Een betere profilering van de dagbesteding: intern en extern
Het versterken van de verbindingen binnen de sector,
Het stimuleren van de overgang naar ‘anders’ werken in tijden van verandering.
De dagbesteding heeft in diverse gemeenten en wijken een stevige positie. Waar zich kansen
aandienen wordt een proactieve rol gepakt en zijn er diverse projecten om de maatschappelijke
betekenis en zichtbaarheid van de dagbesteding te vergroten. Voorbeelden van dergelijke
initiatieven zijn de Buurtsuper in Maliskamp, het Participatiehuis in Best en De Raadskelder in ’s-
Hertogenbosch.
Vervoer
De bezuinigingen op het vervoer hebben ook geleid tot heroverweging van het
dagbestedingsaanbod. Er is in 2014 ruim € 1 miljoen bezuinigd door een volledige reorganisatie
van het woon-werkverkeer van de dagbesteding. Er zijn nieuwe, scherpe vervoerscontracten
afgesloten, deels met inzet van andere vervoersmiddelen. Het betekent ook concentratie van
activiteiten en soms leidt het tot sluiting (op termijn) van locaties.
Herordening ambulante teams
Ter voorbereiding op de WMO zijn de ambulante teams die woonbegeleiding bieden opnieuw
ingedeeld. Daarbij is aangesloten bij de indeling van gemeenten / wijken. Naast de zes teams met
een lokale oriëntatie blijven er twee specialistische teams die zich meer (sub)regionaal richten op
een bijzondere doelgroep.
4.2.5 Huisvestingsbeleid en plaatsingsbeleid
Herinrichting afdeling Vastgoed
Na de afronding van de grote bouwprojecten is de afdeling Vastgoed in een nieuwe fase gekomen.
De organisatie is daar op aangepast. De afdelingen Vastgoedontwikkeling en Vastgoedbeheer zijn
per 1 maart 2014 samengevoegd in één afdeling Huisvesting, die als een interne corporatie gaat
opereren en zich gaat richten op de ‘eigenaarsverantwoordelijkheden’ voor de huisvesting. De
‘huurdersverantwoordelijkheden’ inclusief het klein onderhoud en de bijbehorende financiële
middelen zijn decentraal neergelegd op clusterniveau. Met ingang van 2015 is de scheiding tussen
verhuurdersonderhoud en huurdersonderhoud volledig doorgevoerd. De werkzaamheden van de
huismeesters worden voortaan door de clustermanagers gestuurd.
pagina 26
In de financiële rapportage is de zorgexploitatie nadrukkelijk gescheiden van de
vastgoedexploitatie. De afdeling Huisvesting heeft de onderhoudscontracten kritisch doorgelicht.
Door bundeling en heronderhandeling zijn besparingen gerealiseerd.
In verband met de extramuralisering gaat Cello vaker optreden als verhuurder. Er is extra
aandacht besteed aan de inrichting van het verhuurproces, inclusief de beschrijving van de
verantwoordelijkheden. Er is inmiddels een aantal woningen verhuurd op basis van scheiden
wonen en zorg.
Extramuralisering: versnelling
De gefaseerde afbouw van verblijfscapaciteit voor de ZZP’s 1, 2 en deels 3 krijgt zijn uitwerking
in een beperking van de contracteerruimte van het zorgkantoor. Voor de gehandicaptenzorg wordt
de afbouw door het zorgkantoor uitgesmeerd over een periode van 10 jaar. Vertaald naar Cello
kan dat oplopen tot een capaciteitsreductie van 200 intramurale plaatsen in 10 jaar. Dat heeft
ingrijpende gevolgen voor het vastgoedbeheer en het ‘strategisch voorraadplan huisvesting’.
Gezien de wachtlijstdruk lag het afbouwtempo in 2013 en 2014 lager dan de voorziene 20
plaatsen per jaar, maar dat moet in daaropvolgende jaren worden ingehaald. In 2014 zijn opnieuw
enkele woningen gesloten. Dat betrof woningen met een minder courante huisvesting en/of een
moeilijk sluitend te maken exploitatie. Ook in 2014 konden de betreffende cliënten en
medewerkers op een goede manier worden herplaatst.
De inventarisatie van woningen die in aanmerking komen voor scheiden van wonen en zorg is
geactualiseerd. Waar zich kansen aandienen, bijvoorbeeld door verhuizing van cliënten uit
geclusterde appartementen, is steeds de optie van extramuralisering aan de orde. Een grote
belemmering voor het overgaan tot scheiden van wonen en zorg vormt de beperkte financiële
draagkracht van cliënten. Voor veel cliënten zijn de beschikbare appartementen onbetaalbaar.
Klinkerbuurt
De versnelling in de extramuralisering en capaciteitsreductie heeft ertoe geleid dat de plannen
voor nieuwbouw van de Klinkerbuurt (onderdeel terrein Binckhorst) moesten worden herzien.
Voor een groot deel van deze cliënten kan geen vervangende nieuwbouw meer worden
gerealiseerd, maar zal in de nabije toekomst een geschikte plaats moeten worden gevonden binnen
de bestaande woningen van Cello, verspreid over diverse locaties. Het betreft voor een groot deel
kwetsbare cliënten met ernstige meervoudige beperkingen (EMB). Dat ingrijpende besluit heeft in
2014 voor de nodige onrust gezorgd bij de betrokken ouders / vertegenwoordigers.
Bij hen was op basis van de oude plannen de verwachting gewekt dat er nieuwbouw zou komen
voor de bestaande groepen en dat zij desgewenst op De Binckhorst konden blijven wonen. Dat
heeft geleid tot de nodige gesprekken met de betrokken cliëntenraden, inclusief de CCR en met
ouders / vertegenwoordigers. Er is een herplaatsingsplan uitgewerkt, met waarborgen voor een
zorgvuldig verloop van dit proces, dat enkele jaren gaat beslaan.
Nachtzorg en zorgcentrale
De zorgcentrale vervult een steeds grotere rol bij de nachtzorg voor de woningen in de wijk. Na
Vught en Haaren is ook in ’s-Hertogenbosch een pilot gestart met ambulante inzet van nachtzorg,
op geleide van signalering vanuit de zorgcentrale. De insteek blijft om de kwaliteit van de
nachtzorg en veiligheid te verbeteren. Eventuele efficiencywinst door vermindering van
slaapdiensten kan binnen het primaire proces worden ingezet.
In Den Bosch is het project Zorg in Beeld afgesloten. Door technische problemen heeft dit project
vertraging opgelopen en heeft het niet tot de gewenste resultaten geleid. De betrokken partijen
pagina 27
(Van Neynselgroep, Brabant Zorg, Reinier van Arkel en Cello, aangevuld met Vivent en SWZ)
hebben afgesproken de samenwerking in een aangepaste vorm door te zetten. In 2015 start een
tweejarig project, met externe ondersteuning, om te komen tot een zorgcirkel in Den Bosch,
gericht op samenwerking in nachtzorg en ondersteuning thuis. Het project sluit aan op het
voorbeeld van een zorgcirkel in Eindhoven.
4.3 Kwaliteitsbeleid
4.3.1 Kwaliteitssysteem Cello
HKZ-certificering
Cello is vanaf 2008 HKZ gecertificeerd. Besloten is om vanaf 2014 opnieuw voor één cyclus van
drie jaar door te gaan met het HKZ-certificaat en met DNV als certificerende instelling. De
langdurige zorg maakt grote veranderingen door. De kwaliteitseisen vanuit de nieuwe wettelijke
kaders (WMO, Jeugdzorg) en gemeenten moeten nog verder invulling krijgen. In de inkoopeisen
van gemeenten wordt certificering als een soort minimumeis gehanteerd.
In februari 2014 is door DNV een audit uitgevoerd ten behoeve van de her-certificering. Daarbij
werden 11 locaties bezocht en 30 interviews gehouden met uitvoerend medewerkers,
clustermanagers, sectormanagers en leidinggevenden van ondersteunende diensten. Naast de
nodige positieve feedback werden zeven verbeterpunten (‘non-conformities, categorie 2)
geconstateerd, die vervolgens aan de hand van een plan van aanpak zijn opgepakt. Cello heeft in
mei 2014 opnieuw voor drie jaar het HKZ-certificaat gekregen.
Dat geeft Cello de ruimte om te bezien of het kwaliteitsbeleid en kwaliteitsmanagementsysteem
fundamenteel moet worden herzien. In maart 2015 is als start van die herijking een
werkconferentie gehouden waaraan alle geledingen van Cello hebben deelgenomen.
Daar kwam de boodschap uit naar voren om het kwaliteitsbeleid van Cello meer te benaderen
vanuit de kernwaarden / de ‘bedoeling’ van de organisatie. Centraal staat de beleving van
kwaliteit in de dagelijkse situatie. De nadruk moet liggen op ‘merkbare’ in plaats van ‘meetbare’
kwaliteit. Kwaliteit van zorg wordt gerealiseerd in de driehoek van cliënt – familie / netwerk –
begeleiders. De processen in de organisatie moeten de voorwaarden scheppen dat de dialoog in
die driehoek op een goede manier kan plaatsvinden.
Deze benadering wordt in 2015 verder uitgewerkt en verbonden met de andere
vernieuwingsprocessen binnen Cello als die van besturingsfilosofie en ondersteuningsplan.
Directiebeoordeling
Een belangrijk instrument bij het onderhouden van het kwaliteitsmanagementsysteem is de
jaarlijkse ‘systeembeoordeling’, ook wel ‘directiebeoordeling’ genoemd. Een van de bevindingen
van de HKZ-audit was dat de directiebeoordeling onvoldoende systematisch gebeurde en niet alle
(verplichte) aandachtsgebieden bestreek. Naar aanleiding daarvan is de werkwijze en het format
voor de directiebeoordeling aangepast. Hij bevat een duidelijker beoordeling van urgentie en
impact van de verbeterpunten. Ook de voortgang kan beter worden gevolgd. De ervaring in 2014
met die werkwijze is positief.
Interne audits
De werkwijze voor de interne audits is aangepast. Met ingang van 2014 hebben die een
thematische insteek gekregen. De werkwijze, de samenstelling van het auditteam en de rapportage
worden steeds specifiek gericht op één bepaald onderwerp, waardoor de toetsing meer diepgang
pagina 28
krijgt. In de auditteams wordt inhoudelijke deskundigheid gekoppeld aan auditervaring. In 2014
zijn interne audits uitgevoerd naar:
medicatieveiligheid in woningen in de wijk
veiligheid rolstoelvervoer
kwaliteit van de afzonderingsruimtes
toepassing van dwangbehandeling
De ervaringen met de nieuwe werkwijze zijn positief en die wordt in 2015 gecontinueerd.
4.3.2 Kwaliteitskader gehandicaptenzorg
Het landelijke kwaliteitskader als bron voor kwaliteitsinformatie kent drie ‘pijlers’:
1 Kerngegevens kwaliteit op organisatieniveau
2.a Kerngegevens kwaliteit op cliëntniveau
2.b Cliëntervaringsgegevens
3 Gegevens m.b.t. relatie cliënt-professional (nog nader uit te werken)
Voor de onderdelen 1 en 2a heeft Cello in 2014 voor de derde keer de gegevens aangeleverd. De
cliëntgegevens voor Pijler 2a hebben alleen betrekking op de cliënten met een ZZP-indicatie of
met de indicatie Behandeling Groep. Voor het gemeentelijke domein geldt het Kwaliteitskader
Gehandicaptenzorg niet. Gemeenten zijn elk voor zich bezig om hun kwaliteitseisen te formuleren
en op te nemen in hun inkooptrajecten. Daarbij is het streven naar meer outcome-georiënteerde
indicatoren als doelrealisatie, klanttevredenheid.
De kwaliteitsgegevens vanuit het kwaliteitskader worden door de zorgkantoren gebruikt in hun
inkoopbeleid. De resultaten worden hiertoe vergeleken met het gemiddelde voor de branche. Een
beneden gemiddelde score op bepaalde onderdelen kan leiden tot een korting op de tarieven. Dat
was voor Cello bij de inkoop voor 2015 niet aan de orde. Vanuit de branche is de nodige kritiek
op het gebruik van het kwaliteitskader als vergelijkingsinformatie. Het kwaliteitskader is primair
ingericht op het genereren van verbeterinformatie.
Pijler 2b: cliëntervaringsonderzoek (CEO)
Door de VGN is een ‘Waaier’ van geschikte instrumenten opgesteld die kunnen worden ingezet
om het cliëntervaringsonderzoek uit te voeren. Cello was verplicht om in 2014 een CEO uit te
voeren met gebruikmaking van een van de goedgekeurde instrumenten uit de Waaier. In
samenwerking met de CCR is in het najaar van 2013 een werkgroep ingesteld om tot de keuze van
een instrument te komen en de uitvoering van het onderzoek te begeleiden. De voorkeur ging in
eerste instantie uit naar een instrument dat organisch kan worden ingebouwd in de cyclus van het
ondersteuningsplan. Na een grondige oriëntatie was de conclusie dat de beschikbare instrumenten
onvoldoende aansluiten bij de werkwijze binnen Cello. Bovendien zou het grote inspanningen
vragen om er beleidsinformatie uit te kunnen genereren.
Keuze voor CEO van Effectory
De werkgroep heeft daarop het MT geadviseerd om te kiezen voor een pragmatische insteek, met
een periodieke meting die bruikbare verbeterinformatie oplevert op de verschillende niveaus en
die weinig belastend is qua uitvoering voor de organisatie. Op basis van de bijgestelde criteria is
toen gekozen voor het CEO van Effectory. Effectory voert ook het medewerkerstevredenheids-
onderzoek bij Cello uit en dit geeft de mogelijkheid om de informatie uit beide onderzoeken te
pagina 29
combineren. Effectory is het meest gebruikte instrument uit de ‘Waaier’, waardoor ook
benchmarkinformatie beschikbaar is.
De werkgroep is betrokken geweest bij de aanpassing van het onderzoek aan de situatie van Cello.
Er is gekozen voor drie varianten van de vragenlijst: volwassen cliënten, ouders /
vertegenwoordigers van volwassen cliënten en ouders / vertegenwoordigers van thuiswonende
cliënten < 18 jaar. De uitvoering van het CEO heeft in juni 2014 plaatsgevonden en de resultaten
zijn in augustus gepubliceerd. Overigens heeft Effectory begin april 2015 bekend gemaakt dat zij
stoppen met de uitvoering van cliëntervaringsonderzoek in de gehandicaptensector. Zij konden
onvoldoende garanties krijgen dat hun instrument in de definitieve ‘Waaier’ wordt opgenomen en
hebben toen besloten niet langer te investeren in doorontwikkeling van het instrument. Voor Cello
betekent dit dat de organisatie op zoek moet naar een ander instrument en ook dat er opnieuw
geen goede vergelijkingsinformatie met de voorgaande metingen beschikbaar komt.
Resultaten CEO
De resultaten zijn over het geheel positief. Belangrijk was dat we met behulp van dit instrument
voor het eerst ook cliënten zelf konden bevragen. De eerdere interne cliënttevredenheids-
onderzoeken waren alleen op ouders / vertegenwoordigers gericht. De algemene tevredenheid van
cliënten lag net iets beneden de benchmark. Die van medewerkers en ouders / vertegenwoordigers
was bovengemiddeld, voor ouders / vertegenwoordigers van thuiswonende cliënten van Cello
zelfs ver boven het gemiddelde.
De respons (37,4%) was beduidend lager dan bij de eerdere interne cliënttvredenheids-
onderzoeken. Dat maakt dat de betrouwbaarheid van de resultaten bij kleinere eenheden lager is.
Dat moet bij de bespreking van de resultaten op niveau van clusters of locaties worden
meegewogen. De resultaten zijn op de verschillende niveaus besproken in de teams en in het
overleg met de cliëntenraden om te kijken naar mogelijke verbeterpunten.
Het algemene oordeel over het CEO was dat het minder bruikbare informatie oplevert dan het
eerdere interne CTO. De eigen vragenlijsten van Cello waren situatie-specifieker en gaven meer
stof tot bespreking. De lage respons vormt een belangrijk aandachtspunt. Ook de
overzichtelijkheid van de Effectory-rapportages kan worden verbeterd. Nu Effectory heeft
besloten te stoppen, zullen we deze ervaringen meenemen bij de instrumentkeuze. Voor het
kwaliteitskader ligt er de verplichting het CEO elke drie jaar uit te voeren. Dat geeft Cello tot
midden 2017 de tijd. Vanuit de gemeenten wordt echter ook gevraagd om
klanttevredenheidsonderzoek. In sommige contracten wordt gesproken over een jaarlijkse of zelfs
doorlopende meting. Het heeft de voorkeur van Cello met één instrument te werken om intern
over vergelijkbare verbeterinformatie te kunnen beschikken.
pagina 30
4.3.3 Preventieve en corrigerende maatregelen
Klachtopvang
Bij Cello zijn er verschillende mogelijkheden om een klacht op te pakken. Dat is vastgelegd in de
klachtenregeling.
1. ‘Klagen in de lijn’: ter plekke bespreken en oplossen van de klacht met de direct betrokken
medewerkers en/of leidinggevenden. Deze route heeft vanzelfsprekend de voorkeur. Wanneer
de direct betrokkenen de klacht niet tot een oplossing kunnen brengen, kan de aanpak worden
‘geëscaleerd’ in de lijn.
2. Cliëntvertrouwenspersonen: De klager kan een beroep doen op een van de drie
cliëntvertrouwenspersonen van Cello voor advies en bemiddeling bij klachten. Er bestaat ook
de mogelijkheid om een externe mediator in te schakelen.
3. Klachtopvang algemeen: De kwaliteitsfunctionarissen van Cello fungeren als
(plaatsvervangend) secretaris van de klachtencommissie en verzorgen de eerste opvang van
binnengekomen klachten. Wanneer een klacht binnen komt, nemen zij contact op met de
klager om verduidelijking te krijgen over de aard van de klacht, wat de klager ermee beoogt
en om de verschillende manieren van klachtbehandeling te bespreken. Vaak leidt dit op
verzoek van de klager tot een vorm van klachtbemiddeling.
4. Behandeling klacht door de klachtencommissie ‘Formele klacht’ die schriftelijk wordt
ingediend en volgens de procedure afgehandeld door de klachtencommissie.
5. De informatie over de klachtopvang binnen Cello staat op de website en in een brochure die is
opgenomen in de informatiemap die alle cliënten en/of vertegenwoordigers ontvangen bij de
start van de dienstverlening.
In afwachting van de nieuwe wet Kwaliteit, klachten en geschillen in de zorg (Wkkgz) blijft de
klachtencommissie in de huidige vorm bestaan. De kracht van de huidige klachtoplossing ligt in
het snelle en serieuze reageren naar klager, al dan niet in samenspraak met betreffende
clustermanager, sectormanager en cliëntvertrouwenspersonen.
Klachtencommissie
In 2014 zijn er 16 klachten ingediend bij de klachtencommissie. Geen van deze klachten heeft
geleid tot een hoorzitting. Een BOPZ- klacht is afgehandeld op basis van de schriftelijke stukken.
Deze klacht is gegrond verklaard. Alle binnengekomen klachten zijn opgelost in een of meerdere
gesprekken met direct betrokkenen, al dan niet met behulp van bemiddeling.
Klachtencommissie Cello 2014 2013 2012 2011 2010
Aantal binnengekomen klachten, waarvan: 16 5 18 10 7
WKCZ klacht beoordeeld in hoorzitting 0 0 2 0 0
WKCZ klacht behandeld aan de hand van
schriftelijke stukken 0 0 2 1 1
Niet ontvankelijk verklaard 2 0 2 0 0
Opgelost door klachtopvang (in de lijn) en/of
bemiddeling 13 5 10 9 6
BOPZ-klacht behandeld aan de hand van
schriftelijke stukken 1 0 1 0 0
BOPZ-klacht beoordeeld in hoorzitting 0 0 1 0 0
pagina 31
Evenals in 2012 zijn er in 2014 relatief veel klachten ingediend. Een mogelijke verklaring
daarvoor is de onrust die de geplande bezuinigingen met zich meebracht. Bij vijf van de 16
klachten lag de aard van de klacht in de ‘personele bezetting’. Overigens is het beeld, dat
ongeacht de specifieke aard van de klacht de oorzaak van de onvrede bijna altijd op het vlak van
communicatie ligt. Dat geldt zowel voor de klachten die binnenkomen bij de klachtencommissie
als voor de klachten in de lijn.
Ondanks de piek in het aantal klachtmeldingen, blijft het aantal klachten dat de
klachtencommissie bereikt gezien de omvang van de organisatie beperkt. Op basis van de
voortgangsrapportages van de managers is het beeld dat er weinig klachten de klachtencommissie
bereiken doordat in het primaire proces / in de lijn al aandacht is geweest voor onvrede en de
klachten daar zijn opgelost. Dat is wel een subjectief beeld omdat er geen goed overzicht is van de
klachten in de lijn.
Incidenten
Het melden van incidenten en risicovolle situaties (MIRS) met als doel te leren van fouten en
onveilige situaties, is binnen Cello gemeengoed. Er is sprake van een laagdrempelige en open
meldcultuur. Het belangrijkste doel van de MIRS-systematiek is om kort-cyclisch tot
verbeteracties te komen. De melding komt rechtstreeks binnen bij de leidinggevende. Die
beoordeelt of er direct actie ondernomen moet worden en ook zorgt dat de meldingen periodiek
besproken worden binnen de teams.
Daarnaast is er een MIRS-commissie ingesteld met als opdracht het analyseren van (trends in) de
gemelde incidenten en risicovolle situaties en het geven van beleidsadviezen, gevraagd en
ongevraagd (signalering). Een specifieke taak van de commissie betreft het uitvoeren van
onderzoek ten behoeve van de melding van ernstige incidenten / calamiteiten aan de Inspectie
Gezondheidszorg en maakt hierbij, onder andere, gebruik van de PRISMA-analyse.
Aantal meldingen per incidentcategorie, periode 2010-2014
Alle meldingen Cello 2014 2013 2012 2011 2010
aantal % aantal % aantal % aantal % aantal %
Medicijnvergissingen 1646 14,6 1826 15,0 1565 14,1 1596 14,7 1595 16,5
Agressie-incident 7117 63,0 8361 68,6 7184 64,9 7107 65,6 5964 61,9
Ongeval 767 6,8 735 6,0 751 5,9 579 5,3 587 6,1
Bijna-ongeval/onveilige sit. 1157 10,2 747 6,2 1219 11,0 1124 10,4 1090 11,3
Verslikking/verstikking 68 0,6 63 0,5 70 0,6 50 0,5 40 0,4
Eten niet eetbaar voorwerp 65 0,6 32 0,3 41 0,4 38 0,4 45 0,5
Weglopen/vermissing
cliënt 366 3,2
320
2,6 241 2,2 271 2,5 241 2,5
Vermissing eigendommen 57 0,5 42 0,3 36 0,3 24 0,2 33 0,3
Brand/brandgevaar 58 0,5 52 0,4 52 0,5 40 0,4 47 0,5
Totaal 11301 100 12178 100 11159 100 10829 100 9642 100
pagina 32
Voor het eerst in jaren is sprake van een duidelijke afname van het aantal MIRS-meldingen,
terwijl het aantal cliënten nagenoeg gelijk is gebleven ten opzichte van 2013.
De
afname doet zich vooral voor bij de agressie-incidenten (min 1244). Van die daling wordt een
aanzienlijk deel (45%, 559 meldingen) veroorzaakt door het invoeren van een zogenaamde
‘melddrempel agressie-incidenten’ voor een 13-tal cliënten. Bij deze cliënten kan, onder
voorwaarden, per cliënt afgesproken worden bepaalde uitingen van bekend probleemgedrag niet
langer als afzonderlijke agressie-incidenten te melden.
Over dit gedrag van de cliënt wordt al op andere manieren gerapporteerd, vaak in de vorm van een
scorelijst op basis van het signaleringsplan. Ook los van die melddrempel is sprake van een
behoorlijk daling.
Het is nog te vroeg om die daling al toe te schrijven aan specifieke beleidsmaatregelen, zoals de
bijscholing gericht op preventie of de invoering van het locatie-specifieke veiligheidsplan met
betrekking tot agressie.
Ook het aantal medicatievergissingen is ten opzicht van 2013 behoorlijk gedaald en zit weer
nagenoeg op het stabiele niveau van de jaren daarvoor. De uitgebreide interne audit naar
medicatieveiligheid in woningen in de wijk wordt in april 2015 afgerond met een rapportage en
verbetervoorstellen.
Een sterke stijging zien we bij de meldingen van onveilige situaties en bijna ongevallen. Er is
sprake van een grote diversiteit bij deze meldingen. Enerzijds komen de meldingen vanuit
alertheid voor onveilige situaties die preventief worden gemeld en opgepakt. Anderzijds zijn het
signalen dat men zich onveiliger voelt. Het vaker alleen werken geeft een kwetsbaarder gevoel.
Inspectiebezoek dwangbehandeling BOPZ
Op 5 november 2013 heeft een inspectiebezoek plaatsgevonden in het kader van de individuele
toetsing van dwangbehandelingen op basis van de BOPZ. Op 3 januari 2014 ontving Cello de
rapportbrief naar aanleiding van dit inspectiebezoek. Op enkele punten voldeed de zorg niet aan
de eisen vanuit het normkader dat al is geënt op de nieuw in te voeren wet Zorg en Dwang. Dat
betrof in het bijzonder het uitvoeren van een second opinion door een niet bij de behandeling
betrokken behandelaar bij de beslissing tot het inzetten of voortzetten van een vorm van
dwangbehandeling. Op grond van deze bevindingen heeft de inspectie Cello verzocht op dit
onderwerp vóór 1 april 2014 een plan van aanpak in te dienen.
In het plan van aanpak is, naast enkele individuele maatregelen een opzet voor het uitvoeren van
de second opinion uitgewerkt. Verder werd toegezegd om vóór 1 juli 2014 een inhaalslag te
maken wat betreft de uitvoering van een second opinion bij alle cliënten met ingrijpende vormen
van vrijheidsbeperking. Ten slotte werd gemeld dat de afspraken met betrekking tot het vragen
van een second opinion ook in het individuele Behandelplan geborgd worden.
Op 10 juni 2014 heeft de Inspectie een hertoetsingsbezoek gebracht. De Inspectie constateerde
een aantal verbeteringen, maar wees Cello er op dat niet voor alle locaties van Cello waar sprake
is van dwangbehandeling een BOPZ-aanmerking is afgegeven. De dwangbehandelingen zelf
waren overigens naar het oordeel van de inspectie zorgvuldig uitgevoerd.
2014 2013 2012 2011 2010
Verschil t.o.v. het voorafgaande
jaar
-7,3% +9,1% +2,2% +12,3% +10,7%
pagina 33
Seksueel misbruik, mishandeling
Vanaf juli 2013 geldt de wettelijke verplichting om de ‘meldcode huiselijk geweld en
kindermishandeling’ in te voeren. Cello heeft die meldcode ingebouwd in de bestaande procedure
‘Melding misbruik / mishandeling cliënten’. Om de signalering en eerste intercollegiale weging
van mogelijk misbruik / mishandeling te verbeteren, zijn alle clustermanagers en gedragskundigen
geschoold in het gebruik van het ‘vlaggensysteem’. Dat is een praktische methode uit de
jeugdhulpverlening om signalen en vermoedens van misbruik meer systematisch te wegen.
Binnengekomen meldingen bij
meldingscommissie
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Seksueel misbruik 27 26 24 17 24 21 23 23
Mishandeling of verwaarlozing - 2 4 4 1 5 8 9
Totaal misbruik / mishandeling 27 28 28 21 25 26 31 32
Het aantal meldingen van seksueel misbruik blijft over de jaren vrij stabiel, terwijl het aandeel van
mogelijke ‘risico-cliënten’ binnen Cello wel toeneemt.
Landelijke cijfers laten zien dat de LVB-groep extra kwetsbaar is op dit terrein. Mogelijk heeft het
hanteren van het vlaggensysteem tot gevolg dat een signaal zorgvuldig, multidisciplinair wordt
gewogen zonder dat dit leidt tot melding bij de commissie. De meldingscommissie heeft verzocht
om ook alle wegingen met het vlaggensysteem ter registratie door te geven aan de
meldingscommissie. Dan blijft er een vollediger beeld bestaan.
Het aantal meldingen van mishandeling / verwaarlozing neemt wel wat toe. Dat doet zich vooral
voor in het cluster dat is gericht op multiproblem-huishoudens, waarvan ook het aantal cliënten
groeit. Cello participeert in het regionale signaleringssysteem ‘Zorg voor jeugd’, waarmee
vroegtijdig signalen vanuit verschillende hoeken kunnen worden gecombineerd om eerder te
kunnen komen tot ingrijpen.
Bij 50% van de meldingen betreft de vermoedelijke pleger een andere cliënt. Bij 44% gaat het om
iemand uit het eigen gezin of een andere bekende en in 6% betreft het een medewerker van Cello.
Rondom de meeste meldingen worden externe instanties betrokken. In 18 gevallen was sprake van
contact met politie en in 6 gevallen met het AMK.
4.3.4 Kwaliteitszorg, bijzondere onderwerpen
Terugdringen vrijheidsbeperking
Binnen Cello wordt al geruime tijd gewerkt aan het terugdringen van vrijheidsbeperkingen. In de
eerste jaren lag daarbij de focus sterk op het terugdringen van het gebruik van onrustbanden.
Daarbij zijn goede resultaten bereikt. Na een lichte stijging in 2013 is het in 2014 gelukt om de
neergaande lijn weer door te zetten. In de resterende situaties is afbouw gecompliceerd. Het
betreft cliënten met ernstige vormen van automutilatie, bij wie het moeilijk is om goede
alternatieven te vinden. Ook zijn wettelijk vertegenwoordigers gezien de ervaringen in het
verleden erg huiverig voor het afbouwen van de fixatie.
pagina 34
Aantal cliënten met
onrustbanden
31-12-
2008
31-12-
2010
31-12-
2011
31-12-
2012
31-12-
2013
31-12-
2014
Bratexband 78 39 17 11 13 7
Zweedse Band 43 13 5 2 0 0
Totaal onrustbanden 121 52 22 13 13 7
Vanaf 2012 is de aandacht sterker gericht op het terugdringen van afzondering en separeren. Door
het MT is het voornemen uitgesproken om te komen tot sluiting van alle separeer- en
afzonderingsruimtes binnen Cello.
Het afbouwen van afzondering vraagt om een plan van aanpak per individuele situatie en per
ruimte. In 2013 is hier een flinke stap in gezet. In 2014 is het aantal ruimtes gelijk gebleven. Het
aantal cliënten dat hier gebruik van maakt is wel afgenomen. De inzet van de commissie blijft ook
in 2015 gericht op verdere afbouw.
Afzonderings- en separeerruimtes 2012 2013 2014
Afzonderingsruimtes wonen 9 5 5
Afzonderingsruimtes dagbesteding 3 1 1
Separeerruimtes ( 2x2) 4 4 4
Totaal aantal ruimtes 16 10 10
Gebruik afzonderingsruimtes: aantal cliënten 15 11 9
Gebruik separeerruimtes: aantal cliënten 7 5 6
Totaal aantal cliënten 22 16 15
Afbouwplannen per cluster
In 2014 is door alle clusters (Wonen en dagbesteding) een plan van aanpak opgesteld voor het
terugdringen van vrijheidsbeperking. De plannen zijn divers qua doelstellingen en werkwijze, wat
logisch is gezien de sterk verschillende cliëntengroepen. Bij de locaties waar BOPZ-middelen en
maatregelen worden toegepast heeft het terugdringen van vrijheidsbeperking over de hele linie al
veel aandacht gekregen. Clustermanagers geven daar meer concrete doelstellingen aan voor
afbouw van vrijheidsbeperking, in de vorm van individuele plannen van aanpak voor cliënten.
Bij de clusters waarin geen sprake is van BOPZ-middelen en maatregelen ligt de nadruk op een
grotere bewustwording en vergroten van de kennis van wet- en regelgeving. Zo hebben enkele
clusters de bestaande huisregels en regels en afspraken onder de loep genomen en plannen
opgesteld om onnodige regels af te bouwen of naar alternatieven te zoeken.
4.4. Personeel en opleidingen
4.4.1 Personeelsbeleid
Op 3 juni 2014 heeft de ondernemingsraad ingestemd met het sociaal statuut. Hierna zijn de eerste
ervaringen opgedaan met de toepassing er van.
Over het algemeen lijken de afspraken helder en praktisch toepasbaar. Natuurlijk zijn er altijd
onvoorziene situaties die om maatwerk vragen. Binnen de afspraken die tussen de raad van
bestuur en de ondernemingsraad zijn gemaakt, is ook ruimte om maatwerk dat meer dan
incidenteel wordt toegepast, om te zetten in een praktische afspraak. Een voorbeeld hiervan zagen
we eind 2014, toen we problemen verwachtten bij de vaststelling van boventalligheid. Hiervoor is
begin 2015 een oplossing gecreëerd die voor alle partijen helder is en past binnen de afspraken en
uitgangspunten van het sociaal statuut.
pagina 35
Strategische personeelsplanning
In 2014 is veel aandacht geweest voor het volgen van de ontwikkelingen van de personele
formatie. Naast de reguliere aandacht voor een kwalitatief goede en financieel gezonde
organisatie, zijn er continu analyses gemaakt van de personele formatie. Het hierbij gehanteerde
doel is afkomstig uit het in 2013 vastgestelde strategisch personeelsplan.
Nu, begin 2015, hebben we kunnen vaststellen dat de ontwikkeling (afname) van de personele
formatie volgens plan verloopt.
De verplichtingen (contracten voor onbepaalde tijd) die Cello heeft, blijven onder het niveau van
wat we kunnen financieren. Naast deze verplichtingen, worden medewerkers ingezet binnen de
zogenaamde flexibele schil.
Hierdoor wordt de zorg die cliënten nodig hebben, conform de afspraken verleend, zonder dat
Cello voor de langere termijn verplichtingen aangaat die ze, na de invoering van de WMO en de
WLZ, misschien niet meer kan nakomen.
Het totaal van deze twee soorten van personele inzet (vast en flexibel) komt financieel op het
niveau uit dat binnen de exploitatie aan kosten te verantwoorden is; de inkomsten en uitgaven zijn
dus in evenwicht.
Het totaal aantal medewerkers in vaste dienst op 31 december 2014 bedroeg 2.047 en zij bezetten
1.388 fte, tegenover resp. 2.127 en 1.445 fte op 31 december 2013.
Arbo en verzuim
In 2014 zijn we een samenwerking aangegaan met een nieuwe bedrijfsarts.
De afgelopen jaren is een dalende trend in het gemiddelde ziekteverzuimpercentage te vinden. Zie
tabel hieronder. Tot 2013 lagen de gemiddelde ziekteverzuimcijfers bij Cello hoger dan het
branchegemiddelde. In 2014 is Cello daar echter onder gedoken.
Ook bij het verzuim door arbeidsongeschiktheid (excl. zwangerschap) is bij Cello een dalende lijn
waar te nemen.
Cello
Branche
landelijk
2012 5,52% 4,91%
2013 4,92% 4,58%
2014 4,61% 4,71%
Jaargesprekken
Van 37% van de medewerkers binnen Cello is bekend dat zij een jaargesprek hebben gehad. Dat
percentage betreft het percentage van medewerkers waarvan de gesprekken geregistreerd zijn bij
P&O. Niet alle gesprekken zijn gemeld.
Ook worden medewerkers met 2 of 3 dienstverbanden als 2 of 3 medewerkers meegerekend. Daar
waar zij meerdere leidinggevenden hebben is dat ook terecht. Daar waar het eenzelfde
leidinggevende betreft echter niet.
Het percentage gesprekken is daarmee negatiever uitgevallen dan het in de werkelijkheid zal zijn,
maar evengoed vrij laag.
Het format voor de jaargesprekken wordt in 2015 geëvalueerd en herzien. Voor de registratie
worden de mogelijkheden in Youforce onderzocht. De gedachte is dat de medewerker en
leidinggevende, tijdens of vlak na het gesprek, via Selfservice het verslag kunnen maken en
pagina 36
accorderen, waarna het wordt opgenomen in het digitale dossier van de medewerker. Daarmee
zou de tussenkomst van P&O overbodig worden. Voorwaarde daarbij is dat het inzicht in de
registratie kan plaatsvinden om rapportages zoals deze te kunnen genereren.
Arbo en veiligheid
Het nazorgteam is in 2014 27 keer ingeschakeld voor de volgende incidenten.
Incident Aantal
Agressie 12
Bijtincident 5
Zien van huiselijk geweld 1
Seksuele benadering 1
Bedreiging vanuit familie 1
Plotseling overlijden 3
Medische calamiteit 1
Zelfdoding cliënt 2
De aanvragen waren in 2014 afkomstig van medewerkers van woningen in de wijk (4), van wonen
op een terreinlocatie (19), waarvan 14 op de Binckhorst en 5 op de Wijngaert) en vanuit
dagbestedingslocaties (4). Het aantal nazorgaanvragen na bijtincidenten is dit jaar opvallend. Ook
zien we een aantal gevallen waarbij huishoudelijk medewerkers ingrijpende incidenten hebben
meegemaakt.
Het nazorgteam is in 2014 4 keer bijeen geweest, met als doel van elkaar te leren en feedback te
geven/krijgen op de aanpak van de gespreksvoering en de handelwijze van het nazorgteam. In
2014 zijn de eerste resultaten beschikbaar gekomen van de evaluatieformulieren nazorgtraject. De
resultaten laten uitsluitend positieve feedback zien.
BHV en brandveiligheid
In 2014 heeft een externe opleider alle BHV-scholingen uitgevoerd. Halverwege 2014 zijn twee
nieuwe BHV-instructeurs aangetrokken. Zij zijn gestart met een door het NIBHV erkende
opleiding tot instructeur BHV en het verzorgen van BOE-trainingen.
De veiligheidsfunctionaris ontvangt regelmatig vragen over brandveiligheid en BHV van de
aandachtsfunctionarissen BHV van de woon- en werklocaties en ondersteunt hen onder andere op
de aanvraag bij het zelf organiseren van oefeningen.
Er is in nauwe samenwerking met de afdeling Huisvesting en Nachtzorg een
brandveiligheidsnotitie opgesteld. Daarbij is specifiek aandacht geweest voor de zelfredzaamheid
van cliënten en de implicaties daarvan voor het ontruimen van een locatie in geval van brand.
Zorgcontinuïteit
De veiligheidsfunctionaris heeft in het kader van de zorgcontinuïteit deelgenomen aan
bijeenkomsten van de GHOR. In januari is er een incident geweest op de Binckhorst waarbij een
gaslek bij de medische dienst -ontstaan door werkzaamheden- aanleiding was voor het ontruimen
van meerdere panden. De veiligheidsfunctionaris heeft een intern onderzoek uitgevoerd om het
verloop van het incident in beeld te brengen en de crisisorganisatie te evalueren. Leerpunten zaten
in de criteria voor opschaling en communicatie en coördinatie rondom het incident. In september
is door de Raad van Bestuur deelgenomen aan een crisiscommunicatieoefening vanuit de GHOR.
pagina 37
Het betrof een fictieve evacuatie van een Cello-locatie. De alarmeringsprocedure, het contact met
het Actiecentrum van de GHOR en het snel beschikbaar stellen van adequate informatie zijn
daarin beoefend.
Deelname aan commissies/(kennis)netwerken
De arbocoördinator heeft zitting in de MIRS-commissie van Cello. Daarnaast wordt deelgenomen
aan het arbo- en ergocoachnetwerk van Transvorm. Er is regionaal overleg met collega-
arbocoördinatoren binnen de gehandicaptenzorg en wordt deelgenomen aan onder andere de
themabijeenkomsten VGN rondom arbo-onderwerpen. Dat is extra prettig aangezien de
arbocoördinator een solistische functie heeft binnen Cello.
Ten slotte wordt deelgenomen aan bijeenkomsten van de GHOR met betrekking tot
zorgcontinuïteit en de Werkgroep Veiligheid Zorgpark Voorburg.
4.4.2 Opleidingsbeleid
De ontwikkelingen in de zorg vragen om medewerkers die in staat zijn om de cliënt in zijn kracht
te zetten en daar het netwerk en eventueel maatschappelijke organisaties bij te betrekken. Het
leerbeleid heeft deze ontwikkelingen ondersteund. De afgelopen jaren is er steeds meer aandacht
voor het ondersteunen van leerprocessen dicht bij de dagelijkse praktijk. Door o.a. deelname in de
verschillende kennisteams en andere commissies wordt het leeraspect al vroeg in een
veranderingsproces meegenomen. Ook is met de ontwikkeling van e-learning de toegankelijkheid
van het leren verder vergroot. Leren kan steeds meer plaats vinden op de tijd en de plaats dat het
nodig is. Een ander mooi voorbeeld is het leertraject voor coördinerend begeleiders die zelf
vaststellen wat zij willen leren. Managers leren dicht bij hun praktijk door procesbegeleiding bij
innovatieprojecten.
De cliëntenscholing is steeds minder direct op de cliënt gericht en steeds meer op de
ondersteuning van het netwerk van de cliënt. Hoe kunnen zij de cliënt ondersteunen in zijn
leervraag? De training ‘ontwikkelingsgericht begeleiden’ voor beroepskrachten sluit goed aan op
het ‘in de kracht zetten’ van de cliënt. Deze is regelmatig uitgevoerd.
Om medewerkers van Cello aan het werk te houden bij afnemende inkomsten is mobiliteit van
belang. Vanuit P&O is hierop ingespeeld door trajecten te ontwikkelen die de mobiliteit
ondersteunen. Er zijn onder andere bijeenkomsten voor medewerkers georganiseerd om mee te
denken in het versterken van de mobiliteit en er is een tweetal trainingen ontwikkeld die
medewerkers ondersteunen bij loopbaan en mobiliteitsvragen.
Hieronder volgt een aantal vormen waarin het leren bij Cello is ondersteund.
Beroepspraktijkvorming (BPV)
Traditioneel is Cello een organisatie die open staat voor mensen die een beroepsopleiding volgen
en daarnaast in de praktijk het vak leren via een BOL of een BBL-traject. De CAO geeft het
advies om te streven naar minimaal 6% van de formatie. In 2014 zat Cello op ongeveer 10% BOL
– stagiaires en BBL – leerlingen. Omdat er gekrompen moet worden in de formatie van Cello is
besloten om eenmalig in 2014 geen leerlingen aan te nemen. Daarmee is het aantal leerlingen in
2014 ongeveer gehalveerd. Het aantal stagiaires is toegenomen.
pagina 38
Naast individuele leerplekken zijn er ook ‘leerafdelingen’ bij Cello. We spreken over ‘Leer-en
doe-routes’: meerdere BOL stagiaires en/of BBL-leerlingen werken op één afdeling waarin
onderwijs en praktijk nóg beter op elkaar zijn afgestemd.
Open inschrijving
Een bijzondere vorm van open inschrijving is het ‘open aanbod’. Dit aanbod heeft tot doel
medewerkers, ouders/vertegenwoordigers en vrijwilligers die verbonden zijn aan Cello te
prikkelen om zich te ontwikkelen door cursussen en trainingen die leerzaam, leuk en zorg
gerelateerd zijn. Onder andere op het gebied van ontspanning, persoonlijke ontwikkeling en
computervaardigheden.
Training op maat
Maatwerkscholing is er voor groepen en individuen. Er kan sprake zijn van een
teamontwikkelingsvraag, ook kan het om een individuele coaching of supervisie gaan. De
leervragen worden ondersteund door een opleidingsadviseur. Deze zoekt samen met de vrager
naar een passend antwoord dicht bij de dagelijkse praktijk. Veel terugkerende onderwerpen waren
het betrekken van het netwerk, van zorgen voor naar zorgen dat, ontwikkelingsgericht begeleiden,
de veranderingen in het WMO domein en innoveren.
Externe dienstverlening en symposia
Jaarlijks organiseert Opleidingscentrum Cello symposia en workshops voor beroepskrachten in de
gehandicaptenzorg. De symposia hadden als thema Emotionele ontwikkeling bij mensen met
autisme, Autisme en puberteit, Autisme als contextblindheid, Autisme en depressie (met
aansluitende workshop) en Werken met ervaringsordening. Ook was er een interactieve training
‘Het signaleren en meten van pijn bij mensen met een verstandelijke beperking’.
Management- en talentontwikkeling
Op het gebied van managementontwikkeling heeft er een verandering plaatsgevonden. Waar er
eerst vooral een trainingsaanbod was, wordt de ontwikkeling nu vooral gekoppeld aan de praktijk.
In 2013 heeft daartoe een innovatieplatform vorm gekregen. Een vijftal projecten met elk een
eigen klankbordgroep werkte met externe ondersteuning aan hun projectdoelen. De projecten
liepen door tot begin 2014. Op deze manier werken aan vernieuwing met aandacht voor de rol van
de manager hierin heeft veel opgeleverd. Onder andere dat er breder in de organisatie naar
vernieuwers moet worden gezocht.
In 2014 is een nieuw profiel voor de manager ontwikkeld. In 2015 krijgt de manager de
gelegenheid om zich te spiegelen aan dit profiel en zich te ontwikkelen waar nodig.
Een andere vorm van talentontwikkeling is de scholing voor coördinerend begeleiders. In
leergroepen die zijn samengesteld rondom het type cliënten waar ze mee werken, bepalen ze zelf
de inhoud van een viertal bijeenkomsten. Dit levert mooie resultaten op en is een goed voorbeeld
van meer eigen regie dicht bij de dagelijkse praktijk.
Cliëntenscholing
In de visie van Cello op mensen met een verstandelijke beperking staat dat zij gewoon burgers
van deze samenleving zijn. ‘Gewoon’ betekent onder andere dat men zich kan ontplooien en
vaardigheden kan ontwikkelen. Waar dit niet binnen de reguliere educatieve voorzieningen kan,
biedt Cello deze mogelijkheid met het cursuscentrum EigenWijze.
pagina 39
Naast het verzorgen van scholing wordt door het cursuscentrum steeds meer tijd besteed aan
advies en ontwikkeling.
Er worden instrumenten en werkwijzen ontwikkeld die de cliënt en zijn netwerk ondersteunen in
het vergroten van de zelfredzaamheid. Power, e-learning voor mensen met een verstandelijke
beperking, is daar een goed voorbeeld van. Naast de module ‘de was doen’, zijn in 2014 de
modules ‘koken’ en ‘schoonmaken’ ontwikkeld.
Hier volgt een greep uit de activiteiten in 2014:
Individuele en groepstrainingen hebben plaats gevonden op uiteenlopende gebieden, onder
andere: fietsen, training van de medewerkers van een nieuwe buurtwinkel, natuurbeleving
voor mensen met een EMB, tillen op het werk, vriendschap en seksualiteit, veiligheid, koken,
weerbaarheid, ontruimingsoefeningen in samenwerking met de brandweer.
Grotere bijeenkomsten zoals ‘Drie maal daags één tablet’: een bijeenkomst voor en door
mensen met een verstandelijke beperking over het gebruik van computer en tablet in het
dagelijks leven. Een symposium over klantvriendelijkheid ter ere van het 10-jarig bestaan van
het lunchcafé.
Cursussen in de vrije tijd: In de regio ’s-Hertogenbosch wordt samengewerkt met reguliere
onderwijsinstellingen in het Educatie Netwerk. Jaarlijks wordt er een cursusaanbod gedaan op
het gebied van vrije tijd voor mensen met een verstandelijke beperking.
4.5. Financieel beleid
Belangrijke pijlers in het financieel economisch beleid vormen een sluitende exploitatie en een
gezonde financiële positie. Er moet sprake zijn van een evenwichtige verhouding tussen
inkomsten en uitgaven, behoorlijke reserves dienen te zijn aangelegd voor mindere tijden en het is
gewenst over voldoende liquiditeiten te beschikken om steeds aan de korte termijn verplichtingen
te kunnen voldoen.
Door de veranderingen in de wet- en regelgeving krijgt Cello te maken met een dalende omzet.
Voor zorg met verblijf dient de capaciteit te worden afgebouwd, terwijl voor andere zorgprestaties
tariefverlagingen van toepassing zijn. Bovendien dient rekening gehouden te worden met de
landelijke kortingen die binnen de Wet Langdurige Zorg aangekondigd zijn en die met ingang van
2015 zijn doorgevoerd onder de WMO en de Jeugdwet.
In 2014 werd door Cello een traject van kostenreductie in gang gezet. Hiermee werd in de
kostensfeer voorgesorteerd op de toekomstige krimp van budgetten. Het terugbrengen van de
personele formatie is onderdeel van dit beleid. De gemiddelde personele formatie in 2014 (1.547
fte) is ten opzichte van 2013 (1.641 fte) met 94 fte afgenomen.
Cello hanteert vanaf 1 januari 2014 een gescheiden zorg- en huisvestingsbegroting. De aan
Huisvesting toe te rekenen opbrengsten bestaan uit de normatieve huisvestingscomponent
(opbouwend als onderdeel van het zorgzwaartepakket), de nacalculatie (afbouwend tot en met
2017) en een percentage of dagdeelvergoeding over de extramurale prestaties. De kosten bestaan
uit rente, afschrijving en huur.
Met het oog op de vrije onderhandelbaarheid van de NHC in het ZZP-tarief en de verwachte
tariefdalingen (lage rentestand en generieke kortingen WLZ) zal het kapitaallastenresultaat in de
jaren 2015 tot en met 2017 vooralsnog niet ingezet worden voor uitgaven in de zorgexploitatie.
pagina 40
Jaarrekening 2014
Vanuit de beschreven onderwerpen in deze financiële paragraaf dient een relatie gelegd te worden
met de jaarrekening 2014.
Specifiek wordt ingegaan op met het resultaat samenhangende onderdelen, de liquiditeitspositie
en de ontwikkeling van het eigen vermogen. Bestemmingsreserves en voorzieningen zijn vooral
toegelicht in de jaarrekening zelf.
Resultaat
Het exploitatieresultaat over 2014 laat een positief saldo zien van € 4,4 miljoen. Het totale
positieve resultaat wordt beïnvloed door een aantal incidentele baten en lasten. Door deze posten
uit het resultaat te elimineren wordt gekomen tot een genormaliseerd resultaat.
€
Positief resultaat boekjaar 4.419
Af: Winst bij verkoop panden -/- 777
Bij: Impairment vastgoed + 530
Bij: Transitievergoeding langdurig zieken + 214
Af: Na-indexatie tarieven AWBZ 2014 -/- 381
Af: Aanvullend toegekende middelen extramurale zorg -/- 798
Genormaliseerd positief resultaat 2014 3.207
In de jaarrekening is inzichtelijk gemaakt welk gedeelte hiervan gerelateerd kan worden aan
Huisvesting en welk deel aan Zorg. Voor het positieve resultaat op Huisvesting wordt een
bestemmingsreserve gevormd. De opgebouwde bestemmingsreserve zal als onderdeel van het
strategische vastgoedbeleid worden ingezet.
Het positieve resultaat op Huisvesting is € 1,8 miljoen, waarvan € 1,6 miljoen structureel en € 0,2
miljoen incidenteel. Het andere gedeelte van het genormaliseerd resultaat van € 1,6 miljoen (€ 3,2
miljoen minus € 1,6 miljoen) kan worden toegerekend aan de zorgexploitatie en kan worden
verklaard door een combinatie van stijgende opbrengsten (o.a. indexering van de tarieven) en
verlaging van de kosten. De personele lasten zijn met € 0,6 miljoen afgenomen, terwijl de
materiele kosten ten opzichte van 2013 circa 1,2 miljoen lager waren.
Ontwikkeling productie 2014
De productieafspraak voor het reguliere verblijf (inclusief kort verblijf en crisisopvang) bedroeg
415.152 dagen, waarvan er 413.845 werden gerealiseerd, waarmee het bezettingscijfer uitkomt op
99,7% op ZZP intramuraal. Met de verzwaring van de zorgzwaartepakketten (zorgzwaartemix)
was een bedrag van € 0,5 miljoen gemoeid.
Cello heeft van het zorgkantoor circa 1,1 aanvullend budget toegekend gekregen ter dekking van
een deel van de overproductie. Na deze verruiming van het productieplafond is over 2014 op
extramurale prestaties een overproductie van € 532.000 gerealiseerd. Deze niet gehonoreerde
AWBZ-overproductie is ten laste van de gevormde bestemmingsreserve ‘intramurale/extramurale
productie’ gebracht.
pagina 41
Liquiditeitspositie
Door de vlottende activa te delen door de vlottende passiva wordt een kengetal verkregen om de
mate van liquiditeit uit te drukken. Het verloop van deze grootheden is als volgt:
2011 2012 2013 2014
Cello 0.3 0.2 1.5 1.8
Sector 0.6 0.7 0.9
De liquiditeit van Cello bevindt zich boven het gemiddelde van de sector. In 2013 liet het
werkkapitaal een scherpe stijging zien als gevolg van het aantrekken van drie nieuwe langlopende
leningen voor een totaalbedrag van € 50 miljoen (consolidatie voorfinanciering bouw).
In 2014 bedroegen de positieve kasstromen uit de reguliere bedrijfsvoering 14,6 miljoen. De
positieve kasstroom is voor € 3,7 miljoen benut om investeringen te financieren en voor € 3,8
miljoen voor de aflossing van langlopende leningen. De vrij beschikbare banktegoeden zijn in
2014 met € 7,7 miljoen toegenomen.
Eigen vermogen
De vermogenspositie is opnieuw verbeterd. Tegen de achtergrond van de vele ontwikkelingen en
onzekerheden over de overheidsbezuinigingen en de daarmee samenhangende financiële risico’s
blijft het van belang over een solide eigen vermogen te beschikken. Negatieve
exploitatieresultaten dienen voorkomen te worden en dus blijft een strakke bijsturing en
monitoring van de exploitatie noodzaak.
Het percentage weerstandsvermogen wordt berekend door het totale eigen vermogen te delen door
de som van de bedrijfsopbrengsten.
2011 2012 2013 2014
Cello 26,9% 25,3% 24,1% 27,5%
Sector 18,6% 19,7% 20,9%
Als deelnemer van het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) legt Cello jaarlijks ook
verantwoording af over de ontwikkeling van de vermogenspositie en het verloop van de
exploitatie. Het WFZ staat borg voor de door Cello aangetrokken langlopende leningen. Naar
aanleiding van de uitkomsten van de jaarlijkse herbeoordeling is door het WFZ verklaard dat de
financiële positie, alsook de sturing en beheersing, van voldoende niveau is. Met een percentage
weerstandsvermogen van 27,5% voldoet Cello ruimschoots aan de norm (tussen 10 en 15% die
WFZ hieraan stelt.
Huisvesting
Omdat de vergoeding voor de kapitaallasten van vaste activa niet langer gebaseerd is op een
risicoloos systeem van nacalculatie wordt vanaf 2012 jaarlijks getoetst of de boekwaarden
realiseerbaar zijn. Jaarlijks dient de boekwaarde van de gebouwen te worden afgezet tegen de
bedrijfswaarde. Deze zogenaamde impairmenttoets is in 2014 geactualiseerd aan de hand van een
bedrijfswaardeberekeningsmodel.
pagina 42
Uit de resultaten blijkt dat de bedrijfswaarde van de sectoren Wonen, Wonen en Jeugd, Wonen en
Specialistische Zorg, Dagbesteding en Welzijn en Behandeling en ondersteunende diensten 14,6
miljoen hoger ligt dan de boekwaarde. In 2014 is er daarom geen sprake van impairment,
In de jaarrekening is overigens wel een ‘bijzondere waardevermindering’ van € 530.000 verwerkt.
Deze afwaardering van vastgoed had betrekking op het voor de verkoop bestemde vastgoed
(Tempeliersweg en Allure) en gebouwen die buiten gebruik zijn gesteld (Ploosche Hof en Achter
de Boogaard).
Door verkopen van onroerend goed (Akkerstraat 52-54 en Andre Visserstraat te Haaren,
Lidwinastraat 50 te Vught en van Hornstraat 21 te Boxtel werd een totale boekwinst van
€ 776.000 gerealiseerd.
Wet normering Topinkomens
Binnen Cello zijn de Raad van Bestuur en Raad van Toezicht aangemerkt als topfunctionaris in de
zin van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector
(WNT). In het kader van deze regeling heeft de Raad van Toezicht in 2014 een onderzoek naar de
klasseindeling van Cello uitgevoerd. Mede op basis van dit onderzoek heeft de Raad van Toezicht
vastgesteld dat klasse F van toepassing is voor Cello. Het bezoldigingsmaximum van deze klasse
bedraagt € 170.578. De bezoldiging van bestuurders en toezichthouders van Cello is afgeleid van
het bezoldigingsmaximum en voldoet in 2014 aan de wettelijke normen.
pagina 43
5. Jaarrekening
Jaarrekening 2014
Stichting Cello
18-5-2015 1
Stichting Cello, jaarrekening 2014
INHOUDSOPGAVE Pagina
5.1 Jaarrekening 2014
5.1.1 Balans per 31 december 2014 4
5.1.2 Resultatenrekening over 2014 5
5.1.3 Kasstroomoverzicht over 2014 6
5.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 7
5.1.5 Toelichting op de balans per 31 december 2014 11
5.1.6 Mutatieoverzicht materiële vaste activa 19
5.1.7 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereed gekomen projecten 24
5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2014 25
5.1.9 Toelichting op de resultatenrekening over 2014 26
5.1.10 Ondertekening door bestuurder en toezichthouders 34
5.2 Overige gegevens5.2.1 Vaststelling en goedkeuring van de jaarrekening 36
5.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming 36
5.2.3 Resultaatbestemming 36
5.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum 36
5.2.5 Controleverklaring 37
18-5-2015 2
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1 JAARREKENING 2014
18-5-2015 3
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1 JAARREKENING 2014
5.1.1 BALANS PER 31 DECEMBER 2014 (NA RESULTAATBESTEMMING)
ACTIVA Ref. 31-12-2014 31-12-2013€ €
Vaste activa
Materiële vaste activa 1. 83.587.576 87.772.909 Financiële vaste activa 2. 212.664 426.905
Totaal vaste activa 83.800.240 88.199.814
Vlottende activa Voorraden 3. 1 1 Vorderingen en overlopende activa 4. 2.113.962 1.976.647 Vorderingen uit hoofde van financieringstekort 5. 706.073 2.765.886 Liquide middelen 6. 26.215.009 18.555.917
Totaal vlottende activa 29.035.045 23.298.451
Totaal activa 112.835.285 111.498.265
PASSIVA Ref. 31-12-2014 31-12-2013€ €
Eigen vermogenKapitaal 7. 140.341 140.341 Bestemmingsreserves 5.111.366 3.781.369 Bestemmingsfonds 24.986.077 21.931.327 Algemene en overige reserves 1.187.986 1.153.384
Totaal eigen vermogen 31.425.770 27.006.421
Voorzieningen 8. 7.143.989 6.726.052
Langlopende schulden 9. 58.065.548 61.836.031
Kortlopende schulden Kortlopende schulden en overlopende passiva 10. 16.199.978 15.929.761
Totaal kortlopende schulden 16.199.978 15.929.761
Totaal passiva 112.835.285 111.498.265
18-5-2015 4
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.2 RESULTATENREKENING OVER 2014
Ref. 2014 2013€ €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 13. 106.702.816 104.304.690 (uit AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies)
Niet-gebudgetteerde zorgprestaties 14. 4.665.642 5.485.290
Subsidies 15. 551.418 438.640
Overige bedrijfsopbrengsten 16. 2.232.861 1.528.394
Som der bedrijfsopbrengsten 114.152.737 111.757.014
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 17. 77.473.104 78.058.878
Afschrijvingen op materiele vaste activa 18. 7.334.702 7.334.333
Bijzondere waardevermindering van vaste activa 19. 530.116 948.534
Overige bedrijfskosten 20. 22.317.250 23.850.977
Som der bedrijfslasten 107.655.172 110.192.722
BEDRIJFSRESULTAAT 6.497.565 1.564.292
Financiële baten en lasten 21. 2.078.216- 2.310.883-
RESULTAAT UIT GEWONEBEDRIJFSVOERING 4.419.349 746.591-
RESULTAAT BOEKJAAR (winst/verlies) 4.419.349 746.591-
2014 2013Het resultaat is als volgt verdeeld: € €
Bestemmingsfonds 3.054.750 485.637 Bestemmingsreserve inventarissen 53.647 193.923- Bestemmingsreserve intramurale-/extramurale productie 532.850- 1.071.899- Bestemmingsreserve huisvesting 1.809.200 - Algemene reserve 34.602 33.594
4.419.349 746.591-
18-5-2015 5
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.3 KASSTROOMOVERZICHT OVER 2014
Kasstroom uit operationele activiteiten 2014 2013€ € € €
Bedrijfsresultaat 6.497.565 1.564.292
Aanpassingen voor:- afschrijvingen 7.864.817 8.282.867 - mutaties voorzieningen 417.937 2.290.583
8.282.754 10.573.450
Veranderingen in vlottende middelen:- voorraden - - - vorderingen 137.315- 764.681 - vorderingen/schulden uit hoofde van 2.059.812 2.225.857 financieringstekort respectievelijk -overschot- kortlopende schulden (excl. schulden aan 270.217 2.808.119- kredietinstellingen)
2.192.714 182.419
- ontvangen intrest 152.006 3.760 - betaalde intrest 2.230.222- 2.314.643-
2.078.216- 2.310.883-
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 14.894.817 10.009.279
Kasstroom uit investeringsactiviteitenInvesteringen materiële vaste activa 4.239.688- 13.014.548- Desinvesteringen materiële vaste activa 560.207 6.312.363 Overige investeringen in financiële vaste activa 214.241 33.831 Mutatie leningen u/g - -
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten 3.465.240- 6.668.354-
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Nieuw opgenomen leningen - 50.000.000 Aflossing langlopende schulden 3.770.483- 3.770.483-
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten 3.770.483- 46.229.517
Totale kasstroom 7.659.094 49.570.441
Stand geldmiddelen per 1 januari 18.555.917 31.014.524-Stand geldmiddelen per 31 december 26.215.009 18.555.917 Mutatie geldmiddelen 7.659.092 49.570.441 Er is gebruik gemaakt van de indirecte methode
18-5-2015 6
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
5.1.4.1 Algemeen
Algemeen- vestigingsplaatsZorginstelling Cello is statutair gevestigd te 's-Hertogenbosch.De belangrijkste activiteiten zijn: het bieden van zorg, begeleiding en ondersteuning aan en het bevorderen van hetmaatschappelijk functioneren van mensen met een verstandelijke en mensen met een meervoudige handicap.
Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
ContinuïteitsbeginselDeze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.
Vergelijking met voorgaand jaarDe grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van voorgaand jaar.
Vergelijkende cijfersDe cijfers voor 2013 zijn, waar nodig, geherrubriceerd om vergelijkbaarheid met 2014 mogelijk te maken.
Verbonden rechtspersonenStichting Cello heeft de volgende verbonden stichtingen die niet in de consolidatie betrokken zijn.- Stichting Gemeenschapshuis de Meent en In de Roos.- Stichting Vrienden van Cello.
De Stichting Gemeenschapshuis de Meent en In de Roos is statutair gevestigd in Den Bosch.De Stichting exploiteert een Lunchroom. De Stichting is verbonden aan Cello omdat Cello invloed van betekeniskan uitoefenen op het beleid. Het eigen vermogen van de Stichting per 31-12-2013 bedraagt € 698.376. Het exploitatieresultaat over 2 013bedraagt € 1.465 positief.
De Stichting Vrienden van Cello is statutair gevestigd in Den Bosch.De Stichting verzamelt gelden om daarmee een fonds te vormen. De Stichting is verbonden aan Cello omdat Cello invloed van betekeniskan uitoefenen op het beleid. Het eigen vermogen van de Stichting per 31-12-2014 bedraagt € 150.594. Het exploitatieresultaat over 2 014bedraagt € 3.936 negatief..
5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva
Activa en passivaActiva en passiva worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Voor zover niet anders vermeld worden activa en passiva opgenomen voor geamortiseerde kostprijs. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroomvan middelen die economische voordelen in zicht bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroomvan middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Gebruik van schattingenDe opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijnop de toepassingen van grondslagen en gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld.Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in de toekomstige perioden waarvoor deherziening gevolgen heeft.
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi.
18-5-2015 7
Stichting Cello, jaarrekening 2014
Materiële vaste activaDe materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingstermijnen van materiële vaste activa zijngebaseerd op de verwachte gebruiksduur van het vast actief.De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de liniaire methode op bais van de economischelevensduur. Op bedrijfsterreinen en op vaste activa in ontwikkeling en vooruitbetalingen op materiële vast activa wordt nietafgeschreven. Voor de gehanteerde afschrijvingspercentages wordt verwezen naar de verloopoverzichten materiële vaste activa.
In de investeringen is een bedrag aan geactiveerde rente(bouwrente) opgenomen van € 995.330. De totale boekwaarde van de geactiveerde rente bedraagt ultimo boekjaar € 27 2.602.
Groot onderhoud:Periodiek groot onderhoud wordt volgens de componentenbenadering geactiveerd. Hierbij worden de totale uitgaven toegewezen aan desamenstellende delen.
Financiële vaste activaVerstrekte leningen en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode,verminderd met bijzondere waarderingsverliezen.
Vaste activa - bijzondere waardeverminderingenVaste activa met een lange levensduur worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandighedenzich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. De terugverdienmogelijkheid van activadie in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een afctief te vergelijken met de geschatte contante waarden van de toekomstigenettokasstromen die het actief naar verwachting zal genereren.
Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen, worden bijzonderewaardeverminderingen verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarden.
Cello heeft de contante waarde van de toekomstige kasstromen van haar zorgvastgoed benaderd op het niveau van de kasstroomgenererende eenheden, en vergeleken met de boekwaarde van het vastgoed en de overige met de bedrijfsvoering samenhangende activa per 31 december 2014.
De uitgangspunten die Cello hanteert bij de bepaling van de contante waarde van de toekomstige kasstromen zijn uitgewerkt in een position paper die de Raad van Bestuur van Cello heeft vastgesteld. Hierin komt onder meer aan bod welke uitgangspunten Cello hanteert als het gaat om de extramuralisering, het tempo, leegstand, vermogensvoet, toekomstige indexen en kortingspercentages wmo/jeugdwet. De voornaamste uitgangspunten zijn hieronder toegelicht:
Vervreemding van vaste activaVoor verkoop beschikbare activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde. Voor twee van deze, voor de verkoop beschikbare, activa is de verwachte opbrengstwaarde lager dan de boekwaarde. Deze verwachte opbrengstwaarde is ontleend aan taxaties door onafhankelijke externe taxateurs, uitgaande van verkoop in lege staat en kosten koper. Op grond hiervan is een waardevermindering van circa € 530.000 verwerkt.
VoorradenVoorraden zijn gewaardeerd tegen kostprijs onder aftrek van een voorziening voor incourantheid.De voorraden aanwezig binnen Cello zijn gering van omvang en derhalve gewaardeerd op € 1,00.
Financiële instrumentenFinanciële instrumenten omvatten vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overigete betalen posten. Cello heeft geen afgeleide financiële instrumenten in bezit (zoals renteswaps).
VorderingenVorderingen worden opgenomen voor de geamortiseerde kostprijs (nominale waarde). Een voorziening wordt getroffen op de vorderingenop grond van verwachte oninbaarheid. De voorziening is statisch bepaald.
Liquide middelenLiquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito's met een looptijd korter dan twaalf maanden.Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden.De liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
• De vergoeding voor kapitaallasten in de omzet prestatiebekostiging voor de WMO en Jeugdwet wordt in meerjarenperspectief afgebouwd overeenkomstig de verwachting van Cello. Cello gaat hierbij uit van de tarieven in de contracten 2015 en verwacht een afbouw van 15% voor 2016. • Een economische levensduur van de gebouwen van 30 jaar. Voor gebouwen waarvan een renovatie gepland is, wordt uitgegaan van een economische levensduur van 20 jaar na renovatie. • De uitgaande kasstromen in de bedrijfswaardeberekening betreffen uitgaven voor cyclisch onderhoud en algemeen beheer van het gebouw. Deze zijn gebaseerd op het huisvestingsplan en betreffen vaste bedragen per vierkante meter.• De uitgaande kasstromen worden jaarlijks geïndexeerd met 2%.• De inkomende kasstromen worden voor wat betreft de NHC jaarlijks geïndexeerd met 2,5% tot en met 2017 (garantieregeling VWS) en met 1,75% vanaf 2018.• Kasstromen worden contant gemaakt tegen een percentage van 4,5%.
18-5-2015 8
Stichting Cello, jaarrekening 2014
Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatumbestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang opbetrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen en verliezen af te wikkelen. De gehanteerde discontovoetis, net als voorgaand jaar, 4%.Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding alseen actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting.
Voorziening langdurig ziekenDe voorziening langdurig zieken is bepaald op basis van de verplichting die betrekking heeft op werknemers die langdurig ziek zijn.Van iedere werknemer kan in redelijkheid worden aangenomen dat deze te zijner tijd zal instromen in de WIA. De voorzieningwordt gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Voorziening sociale verplichtingenDe voorziening sociale verplichtingen is onder andere gericht op de kosten verbonden aan de te betalen schadeloosstellingen aanhet IZZ in het kader van de privatisering. Verder voorziet de voorziening in kosten van non-activiteitsregelingen en uitbetalingvan garantiesalarissen als gevolg van organisatie-ontwikkelingen. Deze garantiesalarissen zijn gebaseerd op een leeftijd (eindedienstverband) van 62,5 jaar. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Voorziening uitgestelde beloningenDe voorziening uitgestelde beloningen is gebaseerd op de in de toekomst te verwachten jubileumuitkeringen. Deblijfkans is hierbij ingeschat op basis van ervaringsgegevens. De voorziening is contant gemaakt tegen een percentage van 4% CW, waarbij rekening is gehouden met een verwachte salarisstijging van 1,5% per jaar en een vertrekkans.
Voorziening persoonlijk budget levensfase (PBL)De voorziening persoonlijk budget levensfase betreft een voorziening uit hoofde van een cao verplichting in het kader van deovergangsregeling 45+. Het persoonlijk budget levensfase kwalificeert als een beloning met opbouw van rechten. De voorzieningbetreft de contante waarde van de in de toekomst eenmalig uit te keren PBL-uren. De berekening is gebaseerd op de cao-bepalingen,blijfkans, leeftijd en resterende dienstjaren tot het bereiken van de 55-jarige leeftijd. De gehanteerde discontovoet bedraagt 4%.
SchuldenOnder de langlopende schulden worden de schulden opgenomen met een resterende looptijd van meer dan één jaar. De kortlopendeschulden hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar. De schulden worden opgenomen bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs.
18-5-2015 9
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling
AlgemeenHet resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtnemingvan de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen.De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande vanhistorische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord alsdeze gerealiseerd zijn.
Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijngeconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend.
OpbrengstenDe opbrengsten uit dienstverlening worden verantwoord naar rato van de verrichte prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten totaan de balansdatum en in verhouding tot in totaal te verrichten diensten (onder de voorwaarde dat het resultaat betrouwbaar kan wordengeschat, dit indien aan de volgende voorwaarde is voldaan: a. het bedrag kan op betrouwbare wijze worden bepaald; b. waarschijlijkeeconomische voordelen; c. de mate waarin de dienstverlening op balansdatum is verricht kan op betrouwbare wijze worden bepaald; end. gemaakte kosten en kosten die nog gemaakt moeten worden kunnen betouwbaar worden bepaald; als dat niet kan dan opbrengstenslechts verwerken tot het bedrag van de kosten van de dienstverlening).Bij de berekening van het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten is geen rekening gehouden met na-indexering.De met de opbrengsten samenhangende lasten worden toegerekend aan de periode waarin de baten zijn verantwoord.
Personele kostenLonen, salarissen, sociale lasten en pensioenlasten worden verwerkt in de resultatenrekening voorzover ze verschuldigd zijn aan werknemer,aan de fiscus voor wat betreft sociale lasten danwel aan het pensioenfonds voor wat betreft pensioenlasten.
PensioenenStichting Cello heeft voor haar werknemers een toegezegd-pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij Stichting Cello.De verplichtingen, welke voortvoeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfondsZorg en Welzijn. Stichting Cello betaalt hiervoor de premies waarvan de helft van de kosten voor de werkgever wordt gedragenen de helft door de werknemer.De pensioenrechten worden jaarlijks geindexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat.In 2014 dient het pensioenfonds een dekkingsgraad van ten minste 105% te hebben. Naar de stand van ultimo december 2014 isde dekkingsgraad van de pensioenfonds 102%. Het pensioenfonds voorziet geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extrastortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren. Cello heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullendebijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Cello heeft daarom alleende verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord.
Financiële baten en lastenDe financiële baten en lasten betreffen van derden ontvangen (te ontvangen) en aan derden betaalde (te betalen) interest.
OverheidssubsidiesOverheidssubsidies worden aanvankelijk in de balans opgenomen als vooruitontvangen baten zodra er redelijke zekerheid bestaat datzij zullen worden ontvangen en dat de groep zal voldoen aan de daaraan verbonden voorwaarden.Subsidies ter compensatie van door de groep gemaakt kosten worden systematisch als opbrengsten in de winst-en-verliesrekeningopgenomen in dezelfde periode als die waarin de kosten worden gemaakt.
5.1.4.4 Grondslagen van segmentering
In de jaarrekening wordt geen segmentatie van de resultatenrekening opgenomen omdat Stichting Cello geen onderscheid maakt in de aansturing van de verschillende activiteiten binnen de stichting.
5.1.4.5 Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode.Betalingen welke voortvloeien uit langlopende leningen worden voor het gedeelte dat betrekking heeft op de rente opgenomenonder de kasstroom uit operationele activiteiten en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als kasstroom uit financieringsactiviteiten.
5.1.4.6 Waarderingsgrondslagen WNTVoor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector (WNT) heeft de stichtingzich gehouden aan de Beleidsregel toepassing WNT en deze als normenkader bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerd.
18-5-2015 10
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
ACTIVA
1. Materiële vaste activa 31-12-2014 31-12-2013De specificatie is als volgt: € €
Bedrijfsgebouwen en terreinen 59.420.285 61.975.902 Machines en installaties 14.762.406 15.360.269 Andere vaste bedrijfsmiddelen ,technische en administratieve uitrusting 7.576.391 8.669.425 Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa 388.530 265.670 Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa 1.439.964 1.501.643
Totaal materiële vaste activa 83.587.576 87.772.909
Het verloop van de materiële vaste activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: 2014 2013€ €
Boekwaarde per 1 januari 87.772.909 89.353.591 Bij : investeringen 6.303.941 13.014.548 Af : afschrijvingen 6.638.940 6.599.569 Af: extra afschrijvingen als gevolg van schattingswijziging wordt niet door NZA vergoed 695.761 734.764 Af: bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 530.116 948.534 Af: terugname geheel afgeschreven activa - - Af: desinvesteringen 2.624.457 6.312.363
Boekwaarde per 31 december 83.587.576 87.772.909
Aanschafwaarde 125.660.732 125.233.534 Cumulatieve afschrijvingen 42.073.156 37.460.625
Toelichting:Voor een nadere specificatie van het verloop van de materiële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.6. In toelichting 5.1.7 zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten.De 'niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële vaste activa' betreffen objecten die niet (meer) in gebruik zijn en bestemd zijn voor de verkoop (locatie Haarendael en locatie Tempeliersweg).
18-5-2015 11
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
ACTIVA
Saldo per Dotatie Onttrekking Saldo per01-01-14 31-12-14
2. Financiële vaste activa € € € €
De specificatie is als volgt:
Rekening Courant SBBC 378.543 - 200.000 178.543 Bijdrage inventaris cliënten Cello 48.362 24.650 38.891 34.121 Totaal financiële vaste activa 426.905 24.650 238.891 212.664
3. Voorraden 31-12-2014 31-12-2013De specificatie is als volgt: € €
Voorraden 1 1
Totaal voorraden 1 1
Toelichting:Gezien de vrij geringe omvang van de voorraden en de beperkte invloed van de voorraadmutaties zijn de voorraden opgenomen tegen het symbolische bedrag van € 1,- -.
4. Vorderingen en overlopende activa 31-12-2014 31-12-2013De specificatie is als volgt: € €
Vorderingen op debiteuren 465.803 469.771 Vorderingen op debiteuren verbonden 705 36.232 Dubieuze debiteuren 50.000- 50.000-
416.508 456.003 Overige vorderingen 107.630 80.960 Overige vorderingen verbonden partijen - -
524.138 536.963
Vooruitbetaalde bedragen 838.807 831.137 Nog te ontvangen bedragen 751.017 608.547
1.589.824 1.439.684
Totaal vorderingen en overlopende activa 2.113.962 1.976.647
18-5-2015 12
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
ACTIVA
5. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en/of schulden uit hoofde van financieringsoverschot
Toelating Cello 2013 2014 Totaal€ € €
Saldo per 1 januariFinancieringstekort 2.765.886 - 2.765.886 Financieringsoverschot - - - Voorziening onzekere budgetposten - - - Sub-totaal 2.765.886 - 2.765.886
Financieringsverschil boekjaar - 706.073 706.073 Correcties voorgaande jaren 6.895- - 6.895- Betalingen/ontvangsten 2.758.991- - 2.758.991- Mutaties voorziening - - - Sub-totaal mutatie boekjaar 2.765.886- 706.073 2.059.813-
Saldo per 31 december Financieringstekort - 706.073 706.073 Financieringsoverschot - - - Voorziening onzekere budgetposten - - - Totaal - 706.073 706.073
Statium van vaststelling c a
a = interne berekeningb = overeenstemming met zorgkantoorc = definitieve vaststelling met Nza
Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 2014 2013€ €
Wettelijk budget aanvaardbare kosten 106.709.712 104.304.822 Af: ontvangen voorschotten 106.003.639 101.538.936 Af: overige ontvangsten - -
Totaal financieringsverschil 706.073 2.765.886
Vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging 2014 2013€ €
Vordering uit hoofde van financieringstekort 706.073 2.765.886
Totaal vordering uit hoofde van financieringstekort 706.073 2.765.886
2014 2013€ €
Schulden uit hoofde van bekostiging
Schulden uit hoofde van financieringsoverschot - -
Totaal schulden uit hoofde van bekostiging
Toelichting:De jaarlagen tot en met 2013 zijn geheel afgewikkeld. De nacalculatie AWBZ 2013 is in 2014 definitief vastgesteld door de NZa en geldelijk afgewikkeld. Op grond van de definitieve vaststelling 2013 is een nagekomen budgetcorrectie van € 6.895 verwerkt.
18-5-2015 13
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
ACTIVA
6. Liquide middelen 31-12-2014 31-12-2013€ €
ABN/Amro - 15.038 ING bank 5.948.971 10.105 Rabobank 20.231.048 18.482.401 Kassen 34.990 48.373
Totaal liquide middelen 26.215.009 18.555.917
Toelichting:De banktegoeden staan ter vrije beschikking van Stichting Cello, met uitzondering van een bedrag van circa € 200.000 dat minimaal dient te worden aangehouden ter dekking van door Cello verstrekte bankgaranties aan derden. Deze bankgaranties zijn nader gespecificeerd onder de niet uit de balans blijkende verplichtingen in deze jaarrekening.
18-5-2015 14
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
PASSIVA
7. Eigen vermogen 31-12-2014 31-12-2013Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: € €
Kapitaal 140.341 140.341 Bestemmingsreserves 5.111.366 3.781.369 Bestemmingsfonds 24.986.077 21.931.327 Algemene en overige reserves 1.187.986 1.153.384
Totaal eigen vermogen 31.425.770 27.006.421
Kapitaal Saldo per Resultaat- Overige Saldo perHet verloop is als volgt weer te geven: 01-01-2014 bestemming mutaties 31-12-2014
€ € € €
Kapitaal 140.341 - - 140.341
Totaal kapitaal 140.341 - - 140.341
Bestemmingsreserves Saldo per Resultaat- Overige Saldo perHet verloop is als volgt weer te geven: 01-01-2014 bestemming mutaties 31-12-2014
€ € € €
Bestemmingsreserve inventarissen/vervoermiddelen 3.181.369 53.647 - 3.235.016 Bestemmingsreserve huisvesting - 1.809.200 1.809.200 Bestemmingsreserve intramurale-/extramurale productie 600.000 532.850- - 67.150 Totaal bestemmingsreserves 3.781.369 1.329.997 - 5.111.366
Bestemmingsfonds Saldo per Resultaat- Overige Saldo perHet verloop is als volgt weer te geven: 01-01-2014 bestemming mutaties 31-12-2014
€ € €Reserve aanvaardbare kosten 21.931.327 3.054.750 24.986.077
Totaal bestemmingsfonds 21.931.327 3.054.750 - 24.986.077
Algemene reserves Saldo per Resultaat- Overige Saldo perHet verloop is als volgt weer te geven: 01-01-2014 bestemming mutaties 31-12-2014
Algemene reserves 1.153.384 34.602 1.187.986
18-5-2015 15
Stichting Cello, jaarrekening 2014
Toelichting:Bestemmingsreserve Inventarissen/vervoermiddelen/computerapparatuurCello kent sinds 2003 een zogenaamd investeringsplafond ten behoeve van inventarissen. Het investeringsplafond is gelijk aan de norm zoals deze in de rekenstaten is opgenomen. Deze bedraagt voor 2014 € 1.886.815. Het verschil tuss en de norm en de werkelijkeuitgaven, wordt gemuteerd op deze bestemmingsreserve.
Bestemmingsreserve huisvesting: In de exploitatie wordt onderscheid gemaakt tussen Zorg en Huisvesting. Het exploitatieresultaat op huisvesting is het verschil tussen de opbrengsten uit Nhc/kapitaallasten extramurale zorgopbrengsten en de kosten, zoals rente,afschrijvingen en huur. Het in 2014 gerealiseerde positieve resultaat (€ 1.809.200) op huisvesting wordt bestemd voor de met toekomstige investeringen samenhangende kosten.
Bestemmingsreserve intramurale-/extramurale productieMet het zorgkantoor zijn in het verleden afspraken gemaakt over de financiering van extramurale overproductie .Voor door hetZorgkantoor niet vergoede overproductie 2014 (€ 53 2.850) wordt de bestemmingsreserve aangewend.
Algemene reserveDe algemene reserve bestaat uit voordelige exploitatieresultaten van niet-AWBZ gefinancierde activiteiten en saldi van depre awbz-periode. In 2014 is 3,0% rente toegevoegd aan de reserve.
8. Voorzieningen Saldo per Dotatie Onttrekking Saldo perHet verloop is als volgt weer te geven: 01-01-2014 31-12-2014
€ € € €
Voorziening langdurig zieken 539.227 409.311 189.893 758.645 Voorziening uitgestelde beloningen 856.332 88.733 125.693 819.372 Voorziening sociale verplichtingen 292.493 - 37.521 254.972 Voorziening persoonlijke levensfase budget 5.038.000 1.555.723 1.282.723 5.311.000
Totaal voorzieningen 6.726.052 2.053.767 1.635.830 7.143.989
31-12-2014€
Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 392.392 Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 6.751.597 Langlopend deel van de voorzieningen (> 5 jr.) 1.021.343
Voorziening langdurig ziekenIn deze voorziening zijn de te betalen WIA-suppleties en de doorbetalingsverplichting inzake langdurig zieken opgenomen waarvanwordt verwacht dat deze medewerkers niet zullen terugkeren in het arbeidsproces.In het kader van Wet Werk en Zekerheid(WWZ) is voor die langdurig zieken die in aamerking kunnen komen voor een transitievergoeding een bedrag van € 213.891 toegev oegd aan deze voorziening.
Voorziening uitgestelde beloningenDe voorziening uitgestelde beloningen is gebaseerd op de in de toekomst te verwachten jubileumuitkeringen. De blijfkans is hierbijingeschat op basis van ervaringsgegevens. De voorziening is contant gemaakt tegen een percentage van 4 %, waarbij rekening isgehouden met een verwachte salarisstijging van 1,5% per jaar.
Voorziening sociale verplichtingenDe voorziening sociale verplichtingen is onder andere gericht op de kosten verbonden aan de te betalen schadeloosstellingen aanhet IZZ in het kader van de privatisering van Groote Cingels en de toekomstige uitbetaling van garantiesalarissen als gevolg van verdere organisatieontwikkeling en het daarbij behorende sociaal plan. Deze garantiesalarissen zijn gebaseerd op eenpensioengerechtigde leeftijd van 62,5 jaar.
Voorziening persoonlijke levensfase budgetDe voorziening persoonlijke levensfase budget is in 2014 gevormd op basis van de nog niet opgenomen meer-uren ultimo 2014 en deeenmalige storting van 200 uur van de overgangsregeling van de medewerkers als ze 55 jaar worden.
18-5-2015 16
Stichting Cello, jaarrekening 2014
9. Langlopende schulden 31-12-2014 31-12-2013De specificatie is als volgt: € €
Schulden aan kredietinstellingen 58.065.548 61.836.031
Totaal langlopende schulden 58.065.548 61.836.031
Het verloop is als volgt weer te geven: 2014 2013€ €
Stand per 1 januari 61.836.031 15.606.514 Bij: nieuwe leningen - 50.000.000 Af: aflossingen komend boekjaar 3.770.483 3.770.483 Af: extra aflossingen - - Stand per 31 december 58.065.548 61.836.031
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moet worden beschouwd: 31-12-2014€
Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen 3.770.483 Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 54.295.065 Hiervan langlopend (> 5 jr.) 39.876.663
Toelichting:Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar bijlage overzicht langlopende leningen, onder 5.1.8.De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.
10. Kortlopende schulden en overlopende passiva 31-12-2014 31-12-2013De specificatie is als volgt: € €
Crediteuren 778.569 738.367 Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 3.770.483 3.770.483 Belastingen en sociale premies 3.170.602 2.589.199 Schulden terzake pensioenen 1.287.998 1.533.981 Nog te betalen salarissen 801.775 953.139 Vakantiegeld 2.440.003 2.654.095 Vakantiedagen 604.195 721.652
Overige schulden:Nog te betalen kosten 2.184.067 1.695.647 Nog te betalen verbonden kosten 6.376 527 Vooruitontvangen opbrengsten 197.388 266.301 Overige overlopende passiva 958.522 1.006.370
Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva 16.199.978 15.929.761
Toelichting:Door de Rababank 's-Hertogenbosch zijn de volgende kredietfaciliteiten verstrekt:- werkkapitaalkrediet van € 6 miljoen- revolverende investeringsfaciliteite van € 2 milj oenVoor deze kredietfaciliteit gelden de volgende zekerheden: negative pledge, positive pledge, Pari Passu clausule, Cross Default,Material Adverse Change clausule.
18-5-2015 17
Stichting Cello, jaarrekening 2014
11. Financiële instrumentenStichting Cello maakt in haar bedrijfsvoering gebruik van financiële instrumenten. Deze financiële instrumenten zijn op de balans opgenomen, zoals vorderingen, schulden, leningen en geldmiddelen. Stichting Cello maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten ('derivaten'). Voor een nadere toelichting op de financiële instrumenten van Cello wordt verwezen naar dewaarderingsgrondslagen in deze jaarrekening.
12. Niet uit de balans blijkende verplichtingenCello heeft een niet uit de balans blijkende latente verplichting van € 1.696.000,--. Dit betreft een o bligoverplichtingvoor Cello aan het WFZ. Het obligo, drie procent over de boekwaarde van geborgde leningen bij het WFZ wordt slechts ingeroepen in het uitzonderlijke geval het WFZ te weinig vermogen heeft. Het obligo wordt weer terugbetaald zodra het vermogenvan het WFZ weer op niveau is.
Locatie Haarendael is nog in bezit van Cello. Cello heeft de verplichting om de locatie bij de Gemeente Haaren aan te bieden ter koop, op grond van het recht dat de gemeente heeft gevestigd op basis van de Wet Voorkeursrecht Gemeente. De verwachte verkoopopbrengst zalmeer dan toereikend zijn om de resterende boekwaarde en projectmatige kosten te kunnen financieren.
Cello heeft lopende huurverplichtingen van € 4.865.0 72,-- op jaarbasis. Huurverplichting t/m 5 jaar (2015-2019) € 22.100.000,--Huurverplichting langer dan 5 jaar € 34.500.000,--
Cello heeft de bij de Rabobank de volgende garanties verstrekt aan derden:€ 195.581,10 t.b.v. F.J.G.M en F.N.M. en F.W.G.M en J.B.B. Groenewoud inzake huurovereenkomst kantoorgebouw in BusinessparkVught, de Ring 14, 5261 LM Vught.
€ 5.724,-- t.b.v. Stichting Woonlinie inzake huurov ereenkomst bedrijfsruimte Brede School de Waluwe.
18-5-2015 18
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.6 MUTATIEOVERZICHT MATERIËLE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZI
5.1.6.0 Mutatieoverzicht materiële vaste activaMateriële vaste
Andere vaste bedrijfsactiva inbedrijfsmiddelen, uitvoering en Niet aan het technische en vooruitbetalingen bedrijfsproces
Bedrijfsgebouwen Machines en administratieve op materiële vaste dienstbareen terreinen installaties uitrusting activa materiële activa Totaal
€ € € € € €
Stand per 1 januari 2014- aanschafwaarde 87.962.602 19.017.611 16.181.985 265.670 1.707.551 125.135.419 - cumulatieve afschrijvingen 25.986.700 3.657.342 7.512.560 - 205.908 37.362.510
Boekwaarde per 1 januari 2014 61.975.902 15.360.269 8.669.425 265.670 1.501.643 87.772.909
Mutaties in het boekjaar- investeringen 2.527.999 545.927 790.579 2.187.110 252.326 6.303.941 - afschrijvingen 3.619.402 1.107.468 1.883.613 - 28.457 6.638.940 - extra afschrijvingen 694.202 1.559 - - - 695.761 - extra afschrijving bijz.waardevermindering 227.523 17.045 - - 285.548 530.116
- terugname geheel afgeschreven activa. aanschafwaarde 1.936.982 68.071 635.743 - - 2.640.796 . cumulatieve afschrijvingen 1.936.982 68.071 635.743 - - 2.640.796
- desinvesteringen. aanschafwaarde 1.049.136 24.446 - 2.064.250 - 3.137.832 . cumulatieve afschrijvingen 506.647 6.728 - - - 513.375 per saldo 542.489 17.718 - 2.064.250 - 2.624.457
Mutaties in boekwaarde (per saldo)-2.555.617 -597.863 -1.093.034 122.860 -61.679 -4.185.333
Stand per 31 december 2014Aanschafwaarde 87.504.483 19.471.021 16.336.821 388.530 1.959.877 125.660.732 Cumulatieve afschrijvingen 28.084.198 4.708.615 8.760.430 - 519.913 42.073.156
Boekwaarde per 31 december 2014 59.420.285 14.762.406 7.576.391 388.530 1.439.964 83.587.576
Afschrijvingspercentage 0,0%,2%,2,5%,5% 5%,10% 10%,20% 0,00% 0,00%10%,
18-5-2015 19
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.6 MUTATIEOVERZICHT MATERIËLE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZI
5.1.6.1 WTZi - vergunningsplichtige materiële vaste activa Niet aan het bedrijfsproces
Grond Wegen en Permanente Socio- Verpleegsters- Verbouw- Installaties Woningen Bouwrente Onderhanden dienstbare Subtotaal tuinaanleg gebouwen woningen huisvesting ingen projecten materiële activa vergunning
€ € € € € € € € € € € €Stand per 1 januari 2014- aanschafwaarde 6.619.142 7.610.995 39.096.708 335.147 64.584 13.963.669 18.435.657 - 929.002 2.810 879.085 87.936.799 - cumulatieve afschrijvingen - 1.109.386 9.642.036 125.714 64.584 4.860.999 3.317.631 - 627.379 - 114.508 19.862.237
Boekwaarde per 1 januari 2014 6.619.142 6.501.609 29.454.672 209.433 - 9.102.670 15.118.026 - 301.623 2.810 764.577 68.074.562
Mutaties in het boekjaar- investeringen - 1.322.753 338.486 - - 378.093 545.927 - - 1.985.139 252.326 4.822.724 - afschrijvingen - 392.029 836.410 9.827 363 956.129 1.063.519 999 24.805 - 14.346 3.298.427 - extra afschrijvingen - 3.066 686.490 1.536- 363- 15.384- 1.559 999- 22.928 - 695.761 -extra afschrijving bijz.waardevermindering - 16.281 189.032 - 9.493 17.045 - - - 231.851
- terugname geheel afgeschreven activa. aanschafwaarde - 207.837 458.255 1.050 - 283.175 60.481 - 5.398- - 1.005.400 . cumulatieve afschrijvingen - 207.837 458.255 1.050 - 283.175 60.481 - 5.398- - 1.005.400
- desinvesteringen. aanschafwaarde 45.378 725 158.213 1.719 64.542 47.326 24.446 - 1.619 1.987.949 2.331.917 . cumulatieve afschrijvingen - 711 155.530 812 64.542 24.871 6.728 - 1.275 - 254.469 per saldo 45.378 14 2.683 907 - 22.455 17.718 - 344 1.987.949 - 2.077.448
- overboeking KSWV. aanschafwaarde - - - - - - - - - - - - . cumulatieve afschrijvingen - - - - - - - - - - - - per saldo - - - - - - - - - - - -
Mutaties in boekwaarde (per saldo) 45.378- 911.363 1.376.129- 9.198- - 594.600- 553.914- - 48.077- 2.810- 237.980 1.480.763-
Stand per 31 december 2014Aanschafwaarde 6.573.764 8.725.186 38.818.726 332.378 42 14.011.261 18.896.657 - 932.781 - 1.131.411 89.422.206 Cumulatieve afschrijvingen - 1.312.214 10.740.183 132.143 42 5.503.191 4.332.545 - 679.235 - 128.854 22.828.407
Boekwaarde per 31 december 2014 6.573.764 7.412.972 28.078.543 200.235 - 8.508.070 14.564.112 - 253.546 - 1.002.557 66.593.799
Afschrijvingspercentage 0,0% 5,0% 3,3%/2,5%/2,% 2,5% / 2,0% 2,5% 5%,10% 5%,10% 2,5% 2,5% 0,0%33,33%
18-5-2015 20
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.6 MUTATIEOVERZICHT MATERIËLE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZI
5.1.6.2 WTZi - meldingsplichtige materiële vaste activa Niet aan het bedrijfsproces
Instand- Onderhanden Sub- Trekkings- Onderhanden Sub- dienstbare Subtotaalhouding projecten totaal rechten projecten totaal materiële activa meldingen
€ € € € € € € €Stand per 1 januari 2014- aanschafwaarde 5.094.315 262.860 5.357.175 3.707.208 - 3.707.208 828.466 9.892.849 - cumulatieve afschrijvingen 3.258.787 - 3.258.787 1.112.162 - 1.112.162 91.400 4.462.349
Boekwaarde per 1 januari 2014 1.835.528 262.860 2.098.388 2.595.046 - 2.595.046 737.066 5.430.500
Mutaties in het boekjaar- investeringen 367.256 201.971 569.227 - - - 569.227 - afschrijvingen 444.590 - 444.590 185.360 - 185.360 14.111 644.061 - extra afschrijvingen - - - - - - - -extra afschrijving bijz.waardevermindering 2.834 - 2.834 - - - 285.548 288.382
- terugname geheel afgeschreven activa - . aanschafwaarde 789.559 - 789.559 - - - 789.559 . cumulatieve afschrijvingen 789.559 - 789.559 - - - 789.559
- desinvesteringen - . aanschafwaarde 58.009 76.301 134.310 - - - 134.310 . cumulatieve afschrijvingen 43.825 - 43.825 - - - 43.825 per saldo 14.184 76.301 90.485 - - - 0 90.485
- overboeking KSWV. aanschafwaarde - - - - - - - . cumulatieve afschrijvingen - - - - - - - per saldo - - - - - - 0 -
Mutaties in boekwaarde (per saldo) 94.352- 125.670 31.318 185.360- - 185.360- -299.659 453.701-
Stand per 31 december 2014Aanschafwaarde 4.614.003 388.530 5.002.533 3.707.208 - 3.707.208 828.466 9.538.207 Cumulatieve afschrijvingen 2.872.827 - 2.872.827 1.297.522 - 1.297.522 391.059 4.561.408
Boekwaarde per 31 december 2014 1.741.176 388.530 2.129.706 2.409.686 - 2.409.686 437.407 4.976.799
Afschrijvingspercentage 10,0% 0,0% 5,0% 0,0%
18-5-2015 21
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.6 MUTATIEOVERZICHT MATERIËLE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZI
5.1.6.3 WMG gefinancierde materiële vaste activa
Installaties Inventaris Vervoer- Automati- Onderhanden Subtotaal middelen sering projecten WTG
€ € € € € €
Stand per 1 januari 2014- aanschafwaarde 304.623 11.286.838 567.373 2.487.976 - 14.646.810 - cumulatieve afschrijvingen 147.649 4.620.916 315.631 1.667.931 - 6.752.127
Boekwaarde per 1 januari 2013 156.974 6.665.922 251.742 820.045 - 7.894.683
Mutaties in het boekjaar- investeringen - 664.667 11.294 67.631 - 743.592 - afschrijvingen 30.462 1.129.947 107.816 458.796 - 1.727.021 - extra afschrijvingen - - - - - -
- terugname geheel afgeschreven activa. aanschafwaarde - 360.788 38.644 236.311 - 635.743 . cumulatieve afschrijvingen - 360.788 38.644 236.311 - 635.743
- desinvesteringen. aanschafwaarde - - - - - - . cumulatieve afschrijvingen - - - - - - per saldo - - - - - -
- overboeking KSWV. aanschafwaarde - - - - - - . cumulatieve afschrijvingen - - - - - - per saldo - - - - - -
Mutaties in boekwaarde (per saldo) 30.462- 465.280- 96.522- 91.632- - 983.429-
Stand per 31 december 2014Aanschafwaarde 304.623 11.590.717 540.023 2.319.296 - 14.754.659 Cumulatieve afschrijvingen 178.111 5.390.075 384.803 1.890.416 - 7.843.405
Boekwaarde per 31 december 2013 126.512 6.200.642 155.220 428.880 - 6.911.254
Afschrijvingspercentage 10,0% 10,0% 20,0% 20,0% 0,0%
18-5-2015 22
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.6 MUTATIEOVERZICHT MATERIËLE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZI
5.1.6.4 Kleinschalige woonvoorzieningen
Grond Wegen en Permanente Verbouw- Installaties Instand- Inventaris Bouwrente Onderhanden Subtotaal Totaaltuinaanleg gebouwen ingen houding projecten niet WTZi/WTG materiële activa
€ € € € € € € € € € €Stand per 1 januari 2014- aanschafwaarde 172.754 153.272 2.999.834 4.367.931 277.331 2.785.492 1.839.798 62.549 - 12.658.961 125.135.419 - cumulatieve afschrijvingen 53.476 1.381.471 1.698.903 192.062 2.009.873 908.082 41.930 - 6.285.797 37.362.510
- - Boekwaarde per 1 januari 2014 172.754 99.796 1.618.363 2.669.028 85.269 775.619 931.716 20.619 - 6.373.164 87.772.909
Mutaties in het boekjaar- investeringen - - 2.597 18.450 - 100.364 46.987 - - 168.398 6.303.941 - afschrijvingen - 7.113 71.760 412.927 13.487 275.527 187.054 1.563 - 969.431 6.638.940 - extra afschrijvingen - - - - - - - - - - 695.761 -extra afschrijving bijz.waardevermindering - - - 9.883 - - - - - 9.883 530.116
- terugname geheel afgeschreven activa. aanschafwaarde - - - 96.751 7.590 105.753 - - - 210.094 2.640.796 . cumulatieve afschrijvingen - - - 96.751 7.590 105.753 - - - 210.094 2.640.796
- desinvesteringen - - . aanschafwaarde 113.141 22.039 485.564 40.142 - 10.719 - - - 671.605 3.137.832 . cumulatieve afschrijvingen - 17.081 164.702 23.185 - 10.113 - - - 215.081 513.375 per saldo 113.141 4.958 320.862 16.957 - 606 - - - 456.524 2.624.457
- overboeking KSWV. aanschafwaarde - - - - - - - - - - - . cumulatieve afschrijvingen - - - - - - - - - - - per saldo - - - - - - - - - - -
Mutaties in de boekwaarde 113.141- 12.071- 390.025- 421.317- 13.487- 175.769- 140.067- 1.563- - 1.267.440- 4.185.333-
Stand per 31 december 2014Aanschafwaarde 59.613 131.233 2.516.867 4.249.488 269.741 2.769.384 1.886.785 62.549 - 11.945.660 125.660.732 Cumulatieve afschrijvingen - 43.508 1.288.529 2.001.777 197.959 2.169.534 1.095.136 43.493 - 6.839.936 42.073.156
Boekwaarde per 31 december 2014 59.613 87.725 1.228.338 2.247.711 71.782 599.850 791.649 19.056 - 5.105.724 83.587.576
Afschrijvingspercentage 0,0% 5,0% 2% / 2,5% / 10% 5%,10% 5% / 10% 10,0% 10,0% 2,50% 0,0%
18-5-2015 23
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.7 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN EN GEREED GEKOMEN PROJECTEN
5.1.7.1 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten
Nominaal Aangepaste Jaar van Investerings- RenteNr. Briefnr. Datum Omschrijving WTZi-type t/m 2013 2014 gereed onderhanden bedrag Index goedkeuring oplevering bedrag Afschrijving 5%
€ € € € € € € € € €Vergunningsplichtige projecten:01578 EB-U-2699350 12-07-2006 Herstructurering terrein BR WTZi 2.810 1.985.139 1.987.949 - 22.059.539 - 22.059.539 2014 - - -
Overige projecten 2012 ,2013 en 2014 262.860 201.971 76.301 388.530 - - - 388.530 38.853 19.427
Totaal onderhanden projecten 265.670 2.187.110 2.064.250 388.530 22.059.539 - 22.059.539 388.530 38.853 19.427
5.1.7.2 Specificatie in het boekjaar gereed gekomen projecten
Projectgegevens InvesteringenNr. Briefnr. Datum Omschrijving Activapost WTZi WTG Overige Totaal Afschr. WTZi Rentekosten
€ € € € € €
Vergunningsplichtig 2.062.093 - - 2.062.093 103.105 5.155 Trekkingsrechten - - - - - - Instandhouding 2.157 - - 2.157 216 11 RKW - - - - -
- - - Totaal tijdens boekjaar gereed gekomen projecten 2.064.250 - - 2.064.250 103.320 5.166
Toekomstige lasten
Toekomstige lasten
Projectgegevens Investeringen t/m 2014
Goedkeuringen
18-5-2015 24
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.8 OVERZICHT LANGLOPENDE SCHULDEN ULTIMO 2014
Leninggever Datum Hoofdsom Totale Soort Werkelijke Restschuld Nieuwe Aflossing Restschuld Restschuld Resterende loop- Aflossings- Aflossing Gesteldelooptijd lening rente (%) 31-12-2013 leningen in 2014 in 2014 31-12-2014 over 5 jaar tijd in jr. eind 2014 wijze 2015 zekerheden
Stg. Pensioenfonds voor de gezondheid,Geestelijke en Maatschappelijke belangen 15-12-1989 4.537.802 40 onderh. 3,50 1.815.120 113.445 1.701.675 1.134.450 15 Lineair 113.445 Garantie Staat der Nederlanden
ING Bank 1-03-1987 2.268.901 30 onderh. 2,75 263.190 54.454 208.736 - 4 Lineair 54.454 Waarborgfonds Zorg
Bank Nederlandse Gemeenten 25-01-2002 512.999 20 onderh. 2,98 230.849 25.650 205.199 76.949 8 Lineair 25.650 Garantie Staat der Nederlanden
Stg. Pensioenfonds voor de gezondheid,Geestelijke en Maatschappelijke belangen 2-10-1989 9.075.604 40 onderh. 4,50 3.630.242 226.890 3.403.352 2.268.901 15 Lineair 226.890 Garantie Staat der Nederlanden
Bank Nederlandse Gemeenten 1-07-2003 7.334.223 20 onderh. 4,19 3.667.113 366.711 3.300.402 1.466.846 9 Lineair 366.711 Waarborgfonds Zorg
Rabobank 16-1-2008 6.000.000 10 onderh. 4,57 3.000.000 600.000 2.400.000 - 4 Lineair 600.000 Waarborgfonds Zorg
Rabobank 2-11-2009 5.000.000 10 onderh. 3,275 3.000.000 500.000 2.500.000 - 5 Lineair 500.000 Waarborgfonds Zorg
Rabobank 12-6-2013 13.000.000 20 onderh. 2,94 13.000.000 650.000 12.350.000 9.100.000 28 Lineair 650.000 Waarborgfonds Zorg- -
Rabobank 30-4-2013 22.000.000 30 onderh. 3,34 22.000.000 733.333 21.266.667 17.600.000 28 Lineair 733.333 Waarborgfonds Zorg
Rabobank 12-12-2013 15.000.000 30 onderh. 3,41 15.000.000 500.000 14.500.000 12.000.000 28 Lineair 500.000 Waarborgfonds Zorg
Totaal 84.729.529 65.606.514 - 3.770.483 61.836.031 43.647.146 3.770.483
Af:Aflossingsverplichtingen voor komend boekjaar zijn opgenomenonder kortlopende schulden: 3.770.483
58.065.548
18-5-2015 25
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING
BATEN
13. Toelichting opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties 2014 2013De specificatie is als volgt: € €
Wettelijk budget aanvaardbare kosten 106.702.816 104.304.690
Toelichting opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties:In 2014 is een nagekomen budgetcorrectie over 2013 van € 6.895,-- verwerkt.De toename van het budget 2014 is te danken aan extra toegekend budget in de herschikkingsronde in 2014 en indexeringvan de tarieven.
14. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties 2014 2013De specificatie is als volgt: € €
Zorgprestaties cliënten 98.602 134.346 Persoonsgebonden- en volgende budgetten 3.059.177 2.664.092 Overige zorgprestaties 1.507.863 2.686.852
Totaal niet-gebudgetteerde zorgprestaties 4.665.642 5.485.290
Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties:In 2013 zijn de incidentele posten bonusgelden, frictiegelden en intensiveringsmiddelen van invloed geweest op de hoogte van het bedrag. De overige zorgprestaties in 2014 zijn nagenoeg op hetzelfde niveau als 2013.
2014 2013€ €
15. Toelichting subsidiesDe specificatie is als volgt:
Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS (waaronder zorgopleidingen AVG-artsen) - 571Overige subsidies(waaronder VWS stagefonds) 551.418 438.069
551.418 438.640
Toelichting Subsidies:In 2014 heeft Cello een bedrag van ongeveer € 150.0 00 ontvangen van VWS voor "praktijkleren". Deze subsidie is in 2014 in de plaats gekomen van de Wet Vermindering Afdracht (WVA) onderwijs.
16. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten 2014 2013De specificatie is als volgt: € €
Overige dienstverlening 1.103.176 1.275.691 Overige opbrengsten 1.129.685 252.703
Totaal overige bedrijfsopbrengsten 2.232.861 1.528.394
Toelichting overige bedrijfsopbrengsten:In "overige opbrengsten" zijn de in 2014 behaalde winsten op de verkoop van panden geboekt voor een bedrag van € 776.000.
18-5-2015 26
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING
LASTEN
17. Personeelskosten 2014 2013De specificatie is als volgt: € €
Lonen en salarissen 59.244.957 58.147.439 Sociale lasten 9.887.292 8.860.114 Pensioenpremie 5.089.963 5.157.498 Andere personeelskosten 2.599.023 5.022.762
Sub-totaal 76.821.235 77.187.813 Personeel niet in loondienst 651.869 871.065
Totaal personeelskosten 77.473.104 78.058.878
Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden 1.547,2 1.640,9
Toelichting Personeelskosten: Lonen en salarissen:Door de jaren heen is een groot aantal plusuren opgebouwd en niet uitbetaald of opgenomen. In de jaarrekening 2014 zijndeze uren als last opgenomen onder brutosalarissen (€ 643.000,--). Sociale lasten:Het sociale lasten percentage is t.o.v. 2014 gestegen (2014 = 34,86% en in 2013 = 33,43%). Daarnaast heeft Cello in2013 een bedrag terugontvangen van de belastingdienst van € 360.000.Andere personeelskosten:De mutatie op de "voorziening budget levensfase" wordt geboekt op andere personeelskosten. In 2014 is een fors aantalPBL-uren uitbetaald, wat er toe heeft geleid dat de mutatie op de voorziening € 2.075.000 lager was da n in 2013.Ook zijn de opleidingskosten en de inhuur van externe docenten (opleidingscentrum) gedaald (€ 295.000) .
18. Afschrijvingen immateriële en materiële vaste activa 2014 2013De specificatie is als volgt: € €
Nacalculeerbare afschrijvingen:- materiële vaste activa 3.298.427 3.173.806
Overige afschrijvingen:- materiële vaste activa meldingen 644.061 679.959 - materiële vaste activa RKW gefinancierd 969.431 986.464 - materiële vaste activa wtg gefinancieerd 1.727.022 1.748.288 - materiële vaste activa extra 695.761 745.816
Totaal afschrijvingen 7.334.702 7.334.333
Toelichting afschrijvingen immateriële en materiële vaste activa:Vanaf 2011 zijn de afschrijvingspercentages binnen Cello herzien, met name de afschrijvingstermijnen op gebouwen zijn verkort van 40/50 naar 30 jaar.
18-5-2015 27
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING
LASTEN
Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - verloopoverzichten materiële vaste activa 2014€
Afschrijving WTZi - vergunningsplichtige materiële vaste activa 3.298.427 Afschrijving WTZi - meldingsplichtige materiële vaste activa 644.061 Afschrijving WTG gefinancierde materiële vaste activa 1.727.022 Afschrijving RKW gefinancierde materiële vaste activa 969.431 Afschrijving niet WTZi gefinancierde materiële vaste activa 695.761
Totaal afschrijvingen volgens mutatieoverzichten 7.334.702
Totaal afschrijvingen volgens resultatenrekening (exclusief dotatie/vrijval egalisatierekening afschrijving) 7.334.702
19. Bijzondere waardevermindering van vaste activa 2014 2013€ €
Bijzondere waardevermindering van:- materiële vaste activa 530.116 948.534
530.116 948.534
Toelichting bijzondere waardevermindering van vaste activa:In 2014 heeft Cello opnieuw de contante waarde van de toekomstige kasstromen van zorgvastgoed benaderd op hetniveau van de kasstroomgenererende eenheden en vergeleken met het vastgoed en de overige met de bedrijfsvoering samenhangende activa per 31 december 2014. Dit heeft geen impairment tot gevolg gehad. De bijzondere afwaardering in 2014heeft betrekking op het voor de verkoop bestemde vastgoed en buiten gebruik gestelde gebouwen.
20. Overige bedrijfskosten 2014 2013De specificatie is als volgt: € €
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 6.120.247 7.628.597 Algemene kosten 5.216.201 5.238.484 Patiënt- en bewonersgebonden kosten 2.266.749 2.340.408 Onderhoud en energiekosten 3.665.183 3.569.584 Huur en leasing 4.833.397 4.673.419 Doorberekende kapitaallasten 3.946- 3.388- Dotaties en vrijval voorzieningen 219.419 47.733 Overige bedrijfskosten - 356.140
Totaal bedrijfskosten 22.317.250 23.850.977
Toelichting Overige bedrijfskosten: Voedingsmiddelen en hotelmatige kostenOnder de post voedingsmiddelen en hotelmatige kosten zijn onder andere vervoerskosten opgenomen.In 2013 en begin 2014 zijn de vervoerskosten onderzocht en fors verlaagd. Dit heeft tot een kostenverlaging van € 1.200.000geleid.
18-5-2015 28
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING
LASTEN
21. Financiële baten en lasten 2014 2013De specificatie is als volgt: € €
Rentebaten 152.006- 3.760- Sub-totaal financiële baten 152.006- 3.760-
Rentelasten 2.230.222 2.314.643 Sub-totaal financiële lasten 2.230.222 2.314.643
Totaal financiële baten en lasten 2.078.216 2.310.883
Toelichting financiële baten en lasten: De rentebaten hebben betrekking op rente over gestalde overtollige liquiditeiten.
18-5-2015 29
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING
22 Bezoldiging bestuurders en toezichthouders
Welk bestuursmodel is van toepassing? Eindverantwoordelijke Raad van Bestuur met Raad van Toezicht
Wat is de samenstelling van het bestuur? Tweehoofdig met voorzitter
De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van de zorginstelling over het jaar 2014 is als
volgt:
A.J.H.A. van der Pol F.H.J.M. van Beers
1. Vanaf welke datum is de persoon als bestuurder
werkzaam in uw organisatie ? sinds 01-03-2012 sinds 15-8-2012
2. Maakt de persoon op dit moment nog steeds deel uit
van het bestuur ? ja ja
3. Zo nee: tot welke datum was de persoon als bestuurder
4. Is deze gewezen bestuurder sindsdien nog in dienst
werkzaam in uw organisatie ?
5. Wat is de aard van de (arbeids) overeenkomst? 1 1
6. Welke salarisregeling is toegepast ? 1 1
7. Wat is de deeltijdfactor ? (percentage) 111% 111%
8. Beloning (Incl. salaris,vakantiegeld,eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen)124.878 128.241
a. Waarvan: verkoop verlofuren 0 0
b. Waarvan: nabetalingen voorgaande jaren 0 0
9. Wat is de totale som van de eventuele vergoedingen in natura (o.a. huisvesting
auto (mede) voor privégebruik, laagrentende leningen, etc.)? 5.070 12.411
10. Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen 3.750 3.750
11. Werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies 9.485 9.485
12. Voorzieningen ten behoeve van beloning betaalbaar op termijn
(o.a. werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU, sabbatical, a
aanvulling sociale uitkering, arbeidsongeschiktheidsuitkering,) 13.682 14.315
13. Winstdeling en bonusbetalingen
14. Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband
15. Totaal bezoldiging(8 t/m 14, excl 8a en b) 156.865 168.202
Toelichting:
De bezoldiging van de leden van de raad van toezicht van de zorginstelling over het jaar 2014 is als volgt:
naam functie Bezoldiging
drs. J.Th.H.M. Blox voorzitter 11.391
M.F.F.M. van der Linden vice-voorzitter 9.493
G.P. van den Anker lid 7.594
drs. Y.J.M. ten Brummelhuis MSM lid 7.594
A.S.M. Deutekom MBA lid 7.594
M.M. Hanssen-Ruyten lid 7.594
Deze bedragen betreffen de bruto-bezoldiging exclusief BTW.
18-5-2015 30
Stichting Cello, jaarrekening 2014
23 Publicatie van informatie op grond van de WNT
A.J.H.A. van der Pol F.H.J.M. van Beers
1. Functonaris(functienaam) Lid Raad van BestuurVoorzitter Raad van
Bestuur2. In dienst vanaf (datum) 1-3-2012 15-8-20123. In dienst tot (datum) n.v.t. n.v.t.4. Deeltijdfactor (percentage) 111% 111%5. Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering, bijtelling
privégebruik auto en andere vaste toelagen) 129.948 140.652 6. Winstdelingen en bonusbetalingen - - 7. Totaal beloning (5 en 6) 129.948 140.652
8. Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel) 3.750 3.750 9. Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn (in €) 13.682 14.315 10 Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband (in €)
Totaal bezoldiging in kader van de WNT (7 tm. 10) 147.380 158.717
- - De bezoldiging van de leden van de raad van toezicht van de zorginstelling over het jaar 2014 is als volgt:
JTHM Blox MFFM van der Linden GP van den Anker YJM ten Brummelhuis ASM Deutekom MM Hanssen-Ruyten1. Vanaf welke datum was de toezichthouder voor 1-10-2007 1-1-2011 1-10-2007 1-1-2011 1-10-2007 1-1-2012
het eerst in de huidige functie van toezichthouder werkzaam binnen de organisatie?
2. Is de persoon in het veslagjaar voorzitter van de Raadvan Toezicht geweest. Ja
3. Nevenfuntie(s)4. Beloning (incl/salaris, vakantiegeld,eindejaarsuitkering en
andere vaste toelagen) 11.391 9.493 7.594 7.594 7.594 7.594 5. Wat is de totale som van de eventuele vergoedingen in natura (o.a. huisvesting
auto (mede) voor privégebruik, laagrentende leningen, etc.)?6. Vaste en variabele onkostenvergoedingen7. Werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies8. Voorzieningen ten behoeve van beloning betaalbaar op termijn
( o.a. werkgeversbijdrage pensioen,VUT,FPU, sabbatical, aanvulling socialeuitkering, arbeidsongeschiktheidsuitkering, etc.)
9. Winstdeling en bonusbetalingen10. Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband11. Totaal bezoldiging (4 /m 10) 11.391 9.493 7.594 7.594 7.594 7.594
Voor de nevenfuncties zie jaarverslag
18-5-2015 31
Stichting Cello, jaarrekening 2014
Binnen Cello zijn de leden van de Raad van Bestuur en de leden van de Raad van Toezicht 'topfunctionarissen' in de zin van de WNT. Hun bezoldigingsinformatie is hierboven opgenomen, gespecificeerd naar de eisen die de WNT daaraan stelt.
Opgemerkt wordt, dat het bruto-inkomen van de Raad van Bestuur volgens bovenstaande opstelling (punt 5) afwijkt van het bruto-inkomen dat is weergegeven in het model bezoldiging bestuurders (kopje 20, punt 8). Dit wordt veroorzaakt doordat de bijtelling voor het privégebruik van de lease-auto onder de WNT dient te worden meegenomen in de publicatie van het bruto-inkomen, terwijl dit in het model bezoldiging bestuurders separaat dient te worden weergegeven. Voor sociale lasten geldt dat deze niet gepubliceerd hoeven te worden onder de WNT,terwijl in het model bezoldiging bestuurders(kopje 20, punt 11) de werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies wel vermeld dient te worden.
In 2014 is door de Raad van Toezicht de klasse-indeling WNT vastgesteld. Voor Cello is klasse-indeling F van toepassing op basis van een totaalscore van 5 voor de functiezwaarte en de omzetcategorie (van 60 tot 150 miljoen). Bij klasse F behoort een bezoldigingsmaximum van € 170.578. Het honorarium van de heer Van der Linden in 2014 overschrijdt de bij zijn functie behorende norm van klasse F. Deze norm is € 8.528 zijnde 5% van het be zoldigingsmaximum voor een bestuurder behorend bij klasse F. Doordat de honorariumafspraken zijn gemaakt vóór de bekendmaking van de Regeling Bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg- en welzijnssector en in 2013 de bezoldiging van de heer Van der Linden niet boven de in 2013 geldende norm van € 228.599 viel, is het over¬gangsrecht van de WNT met ingang van 1 januari 2014 van toepassing
Voor een toelichting op de door Cello gehanteerde uitgangspunten in dit overzicht, wordt verwezen naar de waarderingsgrondslagen in deze jaarrekening.
18-5-2015 32
Stichting Cello, jaarrekening 2014
24 Honoraria van de accountantHieronder volgt een specificatie van de honoraria van de accountants en diens organisatie dieaan Cello in rekening gebracht zijn (bedragen inclusief BTW):
2014 2013
Controle van de Jaarrekening 40.747 39.749Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) 23.142 13.250Fiscale advisering - 3.004Niet-controlediensten - -
63.889 56.003
25 Transacties met verbonden partijen:Er hebben geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet zakelijke grondslag.
18-5-201533
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.1.10 ONDERTEKENING DOOR BESTUURDERS EN TOEZICHTHOUDERS
Ondertekening bestuurders
F.H.J.M. van Beers A.J.H.A. van der Pol
Ondertekening toezichthouders
drs. J.Th.H.M. Blox M.M. Hanssen-Ruyten
drs. R.R.A. van Zijl RA RO A.S.M. Deutekom MBA
drs. Y.J.M. ten Brummelhuis MSM M.F.F.M. van der Linden
18-5-2015 34
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.2 OVERIGE GEGEVENS
18-5-2015 35
Stichting Cello, jaarrekening 2014
5.2 OVERIGE GEGEVENS
5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekeningDe Raad van bestuur van Stichting Cello heeft de jaarrekening 2014 vastgesteld in de vergaderingvan 18 mei 2015.
De Raad van toezicht van de Stichting Cello heeft de jaarrekening 2014 goegekeurd in de vergaderingvan 19 mei 2015.
5.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming
5.2.3 Resultaatbestemming
Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in de resultatenrekening. Zie 5.1.2.
5.2.4 Gebeurtenissen na balansdatumEr zijn geen gebeurtenissen na balansdatum.
5.2.5 Controleverklaring
De controleverklaring is opgenomen op de volgende pagina.
18-5-2015 36