Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

52
Jaarverslag ’13 ’13 1 Jaarverslag Vrijwillige weidevogelbescherming in Noord-Brabant

description

 

Transcript of Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Page 1: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Jaarverslag ’13

’13

1

Jaarverslag

Vrijwillige weidevogelbescherming in Noord-Brabant

Page 2: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

2

Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van de Provincie Noord-Brabant en de Nationale Postcode Loterij

Deze pdf van het Weidevogel-

jaarverslag 2013 is interactief.

Op pagina 4 bij de inhouds-

opgave kunt u doorklikken naar

het desbetreffende hoofdstuk.

Wij wensen u veel leesplezier!!!

Page 3: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Gelukkig zitten we na het slechte weidevogel-seizoen van 2012 weer een beetje in de lift. Dit is dan ook de centrale boodschap van het voorliggend jaarverslag. Het verslag geeft ook antwoord op de vraag die we ons steeds vaker stellen: heeft weidevogelbescherming op het intensief gebruikte boerenland in Brabant nog wel zin? Ja, het heeft wel degelijk zin! Een uitkomstpercentage van bijna 80% was er nooit geweest zonder de beschermingsactiviteiten van 2.000 vrijwilligers en agrariërs. Hetzelfde geldt voor het aantal legsels dat ondanks de moeilijke omstandigheden en het slechte weer toch weer toenam.Daarom gaan we door. Door alle ervaringen van de weidevogelbescherming in de afgelopen 20 jaar weten we steeds beter welke beschermingsmaatregelen het beste resultaat opleveren. Door het samenbrengen van boeren en weidevogelbeschermers komen we beter te weten wat de knelpunten en de kansen zijn. De beloning is elk voorjaar weer die buitelende kievit in het boerenland. En ook het besef dat het met hulp van vrijwilligers en een goede financiële regeling toch mogelijk is een mooi en levend landschap te behouden.Daar werken we dan ook aan de komende jaren. Door het veranderende Europese landbouwbeleid (GLB) ontstaan er nieuwe mogelijkheden om boeren te benaderen voor goed landschapsbeheer. Dat gaat gebeuren via zogenaamde collectieven waarin agrarische natuurverenigingen een belang-rijke rol gaan spelen. Wij willen hier de vrijwilligers zo veel mogelijk bij betrekken. Zij zijn onze oren en ogen in het veld en het gaat ook over hún landschap. De huidige samenwerking in de vrijwillige weidvogelbescherming maakt duidelijk dat dit heel goed kan!

Jan Baan

Directeur Brabants Landschap

Voorwoord’13

Page 4: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

4

Klik op de paginacijfers en ga naar het

desbetreffende hoofdstuk

Inhoud

Inleiding

Coördinatie en ondersteuning

Omstandigheden seizoen

Omvang weidevogelbescherming

Resultaten

Resultaten per weidevogelgroep

Bijlagen

Page 5: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

’13

5

Bij de provinciale aftrap van het weidevogelseizoen op de jaaravond in februari 2013 voelde je de onzekerheid onder de weidevogelbeschermers. De resultaten van 2012 vielen namelijk zwaar tegen. Ruim 16% minder gevonden legsels… Als de aantallen ondanks de inspanningen van bijna 2.000 vrijwilligers en agrariërs nog altijd teruglopen, dwingt dat tot nadenken. Maar gelukkig; mensen met een passie kunnen wel tegen een stootje, zo ook de weidevogelbeschermers. Er gaat nog al eens wat mis. Een onoplettende loonwerker maakt een stuurfout, een groep kraaien grijpt hun kans of een enorme hoosbui zet een perceel vol legsels onder water. Gelukkig wegen de successen zwaarder dan de verliezen en is het beschermen van deze prachtige vogels meer dan de moeite waard.

In Brabant zijn we innovatief, juist door het veerkrachtige karakter van onze vrijwilligers. Wij zoeken samen met hen en ‘hun’ boeren naar nieuwe oplossingen en passen waar nodig de beschermingshandelingen aan. Die innovaties werpen hun vruchten af. De kaderteksten in dit jaarverslag laten die vooruitgang zien.

Uit het eerste hoofdstuk ‘Coördinatie en ondersteuning’ blijkt dat een stevig netwerk bestaande uit vrijwilligersgroepen, agrariërs, Provincie, gemeentes, waterschappen, veldmedewerkers en agrarische natuurverenigingen cruciaal is. Kennisuitwisseling vindt plaats op thema-avonden, excursies en soms gewoon aan de keukentafel. Alleen zó kunnen de beschikbare middelen efficiënt en effectief ingezet worden. Samenwerking kost misschien iets meer tijd, maar loont enorm.

In het tweede hoofdstuk ‘Omstandigheden seizoen’ staat beschreven dat er wederom records zijn gebroken. Het was de koudste lente in 40 jaar en bovendien was er een alarmerend tekort aan neerslag. Welk effect dit heeft gehad op de omstandigheden van de weidevogels, is in dit hoofdstuk terug te lezen.

Vervolgens is in het hoofdstuk ‘Omvang’ te lezen dat we 84 nieuwe vrijwilligers heb-ben verwelkomd en dat het aandeel kievitslegsels op grasland is toegenomen. Dat in 2013 de resultaten van de weidevogelbescherming goed te noemen zijn, is te lezen in het hoofdstuk ‘Resultaten’. De kievit krabbelde voorzichtig uit het dal en de kritische soorten doen het in de collectieve weidevogelgebieden steeds beter. Bovendien was de predatie niet eerder zo laag.

Toch heeft iedere weidevogelgroep haar eigen verhaal, dat jaarlijks wordt besproken op de coördinatorenavonden. In het laatste hoofdstuk worden daarom de resultaten per weidevogelgroep nader toegelicht. Het geheel geeft weer een compleet plaatje van het weidevogelseizoen 2013 en wie de moeite neemt om het door te lezen zal er een goed gevoel aan over houden!

Inleiding

Page 6: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

6

Organisatie Het is bijna 20 jaar gele-

den dat vanuit Landschaps-beheer Nederland de eerste serieuze stappen werden gezet om de weidevogel-bescherming professioneler te organiseren. Met vele partners in Brabant zijn

sindsdien grote sprongen gemaakt. De hedendaagse organisatie is uitgebreider, complexer, intensiever maar ook effectiever geworden. En dat laatste is van groot belang want het gezamenlijke doel – behoud van weidevogels – mogen we niet uit het oog verliezen.

In Brabant vormen ruim 700 vrijwillige weidevogel-beschermers, georganiseerd in 40 groepen, een essentiële schakel. Zij weten waar de vogels broeden, ze houden contact met hun boeren, registreren de gegevens en sluiten overeenkomsten af met deel-nemers aan proefprojecten. De algehele coördinatie van de weidevogelbescherming in Brabant is onder-gebracht bij het Coördinatiepunt Landschapsbeheer en wordt uitgevoerd door de coördinator soortenbescher-ming, Jochem Sloothaak. Het Coördinatiepunt onder-steunt, initieert en faciliteert de groepen, wat inhoudt

dat we nieuwe kansen oppakken en ervoor zorgen dat de beschermers de middelen krijgen om goed werk te doen. Die ondersteuning bestaat in eerste instantie uit het delen van kennis (cursus en opleiding) en beschik-baar stellen van materiaal (registratieboekjes en PDA’s met GPS). Gedurende het weidevogelseizoen worden de weidevogelgroepen in het veld begeleid en getraind door drie veldmedewerkers van het Coördinatiepunt. Marco Renes ondersteunt groepen in Oost-Brabant. Groepen in Midden-Brabant kunnen rekenen op vakkundige begeleiding van Anja Popelier en in West-Brabant wordt de kennis van Willem Veenhuizen en Arjen Stoop benut. Heeft u vragen over de weidevogel-bescherming in Brabant dat kunt u hun contact-gegevens vinden in bijlage 1 van dit jaarverslag.

Werving en opleiding In 2013 bood het programma Groen en Doen van

het Rijk de mogelijkheid om extra thema-avonden te organiseren voor weidevogelbeschermers. Samen met leden van Agrarische Natuurverenigingen (ANV’s) werd op 4 locaties een programma ‘Begrijp het Boeren-bedrijf’ aangeboden. Het doel was om de weidevogel-beschermers goed inzicht te geven in de agrarische bedrijfsvoering om zo over en weer meer begrip voor elkaar te krijgen.

Coördinatie en ondersteuning in 2013RUIM 700

VRIJWILLIGE

WEIDEVOGEL-

BESCHERMERS

VORMEN EEN

ESSENTIËLE

SCHAKEL

Page 7: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Jaarverslag ’13

7

Als tweede cursus werd aan nieuwe vrijwilligers in twee dagen de basiskennis en -techniek van weide-vogelbescherming uitgelegd. Deze cursus werd in 2013 gehouden in Made en Aarle-Rixtel. Een derde cursus ging in op alarmtellingen – het registeren van alarmerende grutto’s – en het inventariseren van kleine soorten. Deze cursus werd gegeven in Gilze en Schijndel.Op streekfestivals, braderieën, open dagen en tijdens de Weidevogelkijkweek lieten groepen hun werk zien door middel van een excursie, fotostand en ander promotiemateriaal. Deze acties leverden veel bekend-heid en nieuwe weidevogelbeschermers op.

MateriaalOm ervoor te zorgen dat ruim 700 beschermers hun

werk goed kunnen uitvoeren, is een hoop materiaal nodig. Dit materiaal wordt beschikbaar gesteld door het Coördinatiepunt en grotendeels gefinancierd door de Provincie Noord-Brabant. Voorafgaand aan het seizoen kunnen groepen zelf aangeven welk materiaal ze nodig hebben en in welke hoeveelheid. Het meeste wordt na afloop van de provinciale jaaravond uitge-reikt. Ook leent het Coördinatiepunt verschillende voorlichtings materialen uit zoals een fotostand, posters, brochures, opgezette vogels en kunsteieren.

Indicatie weidevogelbescherming 2013

wat aantal

oppervlak met weidevogelbescherming 14.000 ha

weidevogelgroepen 41

vrijwillige beschermers 740

meewerkende bedrijven 1.260

collectief beheer 3.300 ha

deelnemers collectief beheer 200

betrokken anv’s 6

overeenkomsten rustzones 37

speciale maatregelen voor kievit 19

cursusavonden 10

markeerstokken 10.000

rieten mandjes 1.500

verjaagstokken 400

veldgidsen 300

administratieboekjes 150

sleepslangbeschermers 75

gps-apparaten 20

nieuwsbrieven 8

provinciaal jaarverslag 2.000

coördinatorenexcursie 1

jaaravond 1

Page 8: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

8

Op het moment dat de weidevogels arriveren en op zoek zijn naar veilige nestelplaatsen begint het sei-zoen ook voor de boer. Ze komen daardoor in elkaars vaarwater terecht en daarom hebben we weide-vogelbeschermers nodig om nesten te markeren, te verplaatsen en met de boer te kijken naar bijvoorbeeld veilige rustzones. Week na week brengen de bescher-mers uren op de akkers en weilanden door om zoveel mogelijk weidevogels te beschermen tegen de machi-nes van de boer. “Waarom moet er uitgerekend nú geploegd worden?”, “Kan die boer niet een week later maaien?” of “Moet er nou echt tot in de sloot geploegd worden?” zijn vragen die regelmatig opkomen bij de be schermers tijdens hun werkzaamheden. Vragen die voor een belangrijk deel voortkomen uit onbekend-heid met het boerenbedrijf.

Begrijp het boerenbedrijf

Een subsidie in het kader van ‘Groen en Doen’ bood het Coördinatiepunt Landschapsbeheer de kans om enkele regionale avonden te organiseren om weidevogelbe-schermers hier meer inzicht in te geven. En wie kan zoiets beter vertellen dan de boer zelf?! Drie agrariërs werden bereid gevonden om hun verhaal te doen, elk op een van de regiobijeenkomsten. Gerard Noordman opende de reeks in Boekel, gevolgd door Bart Ketelaars in Vught en Meeuwis Millenaar te Made. Ieder met een geheel eigen benadering en andere accenten. Voor de aanwezige weidevogelbeschermers bleef het niet bij luisteren alleen. Zij waren vooraf in de gelegenheid ge-steld om brandende vragen in te dienen, die aan de des-betreffende agrariër werden voorgelegd. De combinatie van de presentatie en de beantwoording van de vragen bleek een verfrissende insteek voor de contactavonden.

Thema-avonden

Page 9: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Jaarverslag ’13

9

“HET BIORITME

VAN DE BOER EN

DE WEIDEVOGEL

ZIJN HETZELFDE”

We leerden veel over ‘de 1e snee’ gras en de span-nende weken die hieraan voorafgaan. Meeuwis Millenaar stal de show door zijn toehoorders zelf verschillende partijen in-gekuild gras te laten ruiken én er de bijbehorende

laboratoriumanalyses van te tonen. Temperatuur en neerslag zijn de belangrijkste factoren voor boeren om te starten met het (laten) maaien. Die beslissing is niet alleen onherroepelijk, maar bepaalt ook voor een aanzienlijk deel het financiële resultaat van een jaar. De beschikbaarheid van de loonwerker is een andere doorslaggevende factor. Loonwerkers beleven de drukste periode van het jaar; op alle plekken tegelijk wordt een beroep op hen gedaan. “Ze maaien 9 meter breed en zo hard als het lijden kan”, aldus Meeuwis Millenaar. Niet voor niets wordt deze periode door hem als ‘de zinderende weken’ betiteld. Net uitgere-kend als de boeren het enorm druk hebben met werkzaamheden op het land, worden de weidevogels volledig in beslag genomen door hun broedactiviteiten. Bart Ketelaars verwoordde het heel mooi: “Het bio-ritme van de boer en de weidevogel zijn hetzelfde”.

Meer dan ooit wordt het boerenbedrijf geconfron-teerd met noodzakelijk grote investeringen en krappe marges. Bovendien is er nieuwe EU-wetgeving op komst, die elke boer (in de portemonnee) zal raken.

Daarom was het achteraf gezien niet zo vreemd dat Gerard Noordman het publiek verraste met een pro-motiefilmpje van de Rabobank over de ontwikkelin-gen binnen het boerenbedrijf. Geen enkele boer kan alleen nog vanuit idealisme werken. De weilanden, de akkers, het vee, overal hangt een steeds verande-rend financieel plaatje aan. In dit spanningsveld is het fantastisch om te merken dat heel wat boeren, met de sprekers voorop, mee willen denken hoe weide-vogelbescherming en het boerenbedrijf het beste samen kunnen gaan!

Page 10: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

10

Contacten met groepenHet Coördinatiepunt houdt tijdens het broedsei-

zoen intensief contact met alle weidevogelgroepen. Dat is belangrijk, omdat zo problemen in het veld snel kunnen worden opgepakt. Ook het delen van positieve en minder goede ervaringen is zeer nuttig. Weide-vogelbescherming is altijd in ontwikkeling. Inzichten veranderen continu en die moeten worden door-vertaald naar het veld. Uitkomsten van onderzoeken vinden door het intensieve contact tussen de veld-medewerkers van het Coördinatiepunt hun weg naar de beschermers en agrariërs.. Dit gebeurt niet alleen via de persoonlijke weg ( mond-tot-mond), maar ook steeds meer via de digitale weg, waaronder digitale nieuwsbrieven, websites, e-mail en Twitter.

De uitvoering van proefprojecten valt of staat met de betrokkenheid van vrijwillige beschermers, maar ze

staan er niet alleen voor! Ook hier lopen veld-medewerkers van het Coördinatiepunt

letterlijk mee naar de boeren om

uitleg te geven over een rustzone of braakstrook. Een formule die werkt, want op die manier zijn al veel jonge weidevogels groot geworden.

Groepen organiseerden ook in 2013 weer zelf start-, evaluatie- en afsluitavonden. Hierbij was nagenoeg altijd een medewerker van het Coördinatiepunt aanwe-zig. Er werd een bijdrage geleverd aan het programma, vaak door middel van lezingen, een quiz, of het af-spelen van een interessante film.

Provinciale jaaravond Brabants Landschap hield op 27 februari 2013 in het

Provinciehuis te ’s-Hertogenbosch weer de provinciale jaaravond weidevogelbescherming. Hier vond de aftrap van het weidevogelseizoen plaatst. Tijdens deze avond werd door Jochem Sloothaak teruggeblikt op de resul-taten van het seizoen 2012 in zijn algemeenheid en spe-cifiek op de resultaten van het speciale kievitenproject. De rapportage van het eerste jaar werd overhandigd aan Yolande van der Meulen van de Provincie. Cees Witkamp

Page 11: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Jaarverslag ’13

11

vertelde over de patrijs. Tellingen en bescher-mingsmaatregelen zijn hard nodig om deze soort te redden. Een prachtige film van Mark Kapteijns gemaakt op Landgoed De Langakkers van Roel Winters werd getoond. Deze film geeft een mooi beeld hoe je met betrek-kelijk weinig grond veel kunt betekenen voor

de biodiversiteit in je eigen achtertuin. Het eerste exemplaar werd overhandigd aan Johan van den Hout, gedeputeerde Ecologie en Handhaving bij de Provincie Noord-Brabant. De gedeputeerde vervolgde zijn rol met de uitreiking van de oorkonde voor het ‘Initiatief van het jaar’ aan Loonbedrijf Gebroeders Van Erp uit Oss. De Gebroeders van Erp ontvingen bovendien ‘het Gouden Ei’; een cheque ter waarde van € 250,-. Samen met beheerder Theo van Mook, Waterschap Aa en Maas en eigenaar Brabant Water, is een prachtig plasdras-gebied aangelegd in slechts 3 maanden tijd. De resul-taten van hun bijdrage zijn duidelijk zichtbaar in het gebied. Vele vogelsoorten zijn er al te vinden en er komen mensen uit heel Europa naar het gebied toe om

de ontwikkelingen met eigen ogen te bekijken. Zo’n 350 be-schermers gingen na afloop zeer gemotiveerd en bepakt met nieuw beschermingsmateriaal naar huis! Op naar een goed beschermingsseizoen!

Coördinatorenexcursie Op 11 mei 2013 werd een excursie georganiseerd voor

de groepscoördinatoren. Helaas regende het een groot deel van de dag. Maar dat sloot goed aan bij het thema van de excursie: vernatting. Het programma bestond uit een ochtenddeel (vernattingsproef Waterschap Aa en Maas) en een middagdeel (plasdrasproject Marense Kooi). Bij de percelen waar de greppels zijn dicht gezet en volgepompt, gaf projectleider Brenda Arends van Waterschap Aa en Maas een toelichting over de samen-werking en de positieve effecten op weidevogels. Na een goede lunch in De Leeuwerik verzorgde beheer-der Theo van Mook een excursie langs de succesvolle plasdras percelen en gaf hij uitleg over de werking van de eendenkooi. De vernattingsproef (zie kadertekst) en de plasdraspercelen zijn goede voorbeeldprojecten voor andere Brabantse weidevogelgebieden. Aanwezigheid van water blijkt een essentieel onderdeel van een complete en effectieve bescherming!

AANWEZIGHEID

VAN WATER BLIJK T

EEN ESSENTIEEL

ONDERDEEL VAN

EEN COMPLETE EN

EFFECTIEVE

BESCHERMING!

Page 12: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

12

schaal agrarische percelen te vernatten. Het belang van een goede wateraan- en afvoer voor een goede produc-tie van maïs of gras mag niet in het geding komen en ook de landbouwpercelen van ‘de buren’ mogen geen hinder ondervinden. Kortom, een uitdagende klus!”, aldus projectleider Brenda Arends van het waterschap.

“Toch zijn in het gebied van de Beerse Overlaet twee enthousiaste agrariërs bereid gevonden met ons deze uitdaging aan te gaan en zijn er twee proefpercelen ingericht. De aanwezige greppelstructuur is opgehaald en vanuit aangrenzende watergangen is water in de greppels gepompt: het fenomeen ‘greppelplasdras’ was een feit!” En mèt resultaat. Binnen de kortste ke-ren scharrelden de kieviten, grutto’s en wulpen in het drassige land. De weidevogelbeschermers registreer-den 12 legsels verdeeld over 5 weidevogelsoorten op

Weidevogels, waaronder de grutto, hebben het moei-lijk in het intensieve agrarische landschap. De beschik-baarheid van voedsel is gering doordat in het voorjaar natte, drassige gebieden ontbreken. Juist in dit soort type grond is er voldoende voedsel voor de weide-vogels beschikbaar en bereikbaar. In 2013 hebben Waterschap Aa en Maas, Brabants Land-schap, ANV d’n Beerse Overlaet en lokale weidevogel-groepen uitvoering gegeven aan een unieke proef. Het doel: agrarische percelen vernatten ten behoeve van weidevogels.

“Met agrariërs in de Beerse Overlaet is contact geweest, waarbij voorlichting is gegeven over de ideeën rond vernatting. Hierbij zijn ook onze hydrologen ingescha-keld. Het karakter van het gebied – grote percelen en grote watergangen – maakte het lastig om op kleine

Greppels goed voor grutto’s

Page 13: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Jaarverslag ’13

13

“HET FENOMEEN

‘GREPPELPLAS-

DR AS’ WAS EEN

FEIT!”

beide proefpercelen. In het voorgaande jaar waren er in totaal 6 legsels aan-wezig. Ook foeragerende oudervogels met jongen hebben veel en lang ge-bruik gemaakt van het voedselaanbod rond de greppels. Dit alles is nauw-

lettend gevolgd door de weidevogelgroep Maasdonk. “In 2014 wordt de proef voortgezet en komt er een proefperceel bij. Om de proef ook een duurzaam karakter te geven, zijn pompen aangeschaft op zonne-panelen”, eindigt Arends.

Provincie Noord-Brabant is hoofdfinancierder van het project en investeert daar-mee in een vitaal, mooi en schoon Brabants platteland. Het project ‘Peilbeheer en weidevogels Beerse Over-laet’ maakt onderdeel uit van de herinrichting van het platteland, ook wel reconstructie genoemd. Op tal van plaatsen komen nieuwe natuurgebieden tot stand, krijgen rivieren de ruimte, blijven dorpen leefbaar en kan landbouw zich ontwikkelen op duurzame locaties. Samen dragen alle projecten bij aan een vitaal, mooi en schoon platteland voor alle inwoners en recreanten. Aan de uitvoering werken overheden, maatschap-pelijke organisaties en particulieren, onder regie van Provincie Noord-Brabant.

Page 14: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

0

20

-10-20-30-40-50-60

40

10

30

februari maart april mei juni

2009

2010

2011

2012

2013

Nee

rsla

gtek

ort

14

Nadat begin februari de temperatuur weer wat vaker boven het vriespunt kwam, leek het erop dat de zwaar-ste winterperiode (-18 ºC op 16 januari) voorbij was. Niets bleek minder waar. Net zoals in 2012 bracht ook 2013 ons verrassingen en records. De weidevogels en het beschermingswerk lieten lang op zich wachten.

Hoezo lente? Een week voordat de lente begon, sneeuwde het

langdurig in grote delen van Limburg, Noord-Brabant en Zeeland. Lokaal viel er ca. 15 cm sneeuw. De sneeuw bleef lang liggen, vanwege de extreem lage temperatu-ren. Het werd gemiddeld in maart 2,5 ºC, tegen het langjarig gemiddelde van 6,2 ºC. Ook april bleef zeer koud, uiteindelijk de koudste aprilmaand in 16 jaar. Toch steeg het kwik aan het eind van de maand ineens tot boven de 20 graden, maar de laatste nachtvorst beleefden we pas op 23 mei!! Van lente is eigenlijk nooit echt sprake geweest; het bleek de koudste lente van de afgelopen 40 jaar!

Waar blijft de regen?Dit moeten zowel mensen als dieren zich afge-

vraagd hebben. In januari en februari viel al veel minder neerslag dan gemiddeld, maar in maart zelfs 35 mm minder en in april 18 mm minder. Het lijkt iets structu-reels te worden, dat droge voorjaar (zie figuur 1).

Omstandigheden seizoen 2013

Figuur 1 ˘ Verschil in neerslag ten opzichte van het langjarig gemiddelde per maand in de afgelopen 5 jaar

De koude oosten-wind veroorzaakte op de akkers grote stof-wolken. Pas eind mei kwamen de eerste serieuze regenbuien. De weidevogels met de langere snavels hebben het lang zwaar gehad, door het harde bodem-oppervlak. Alleen in

gebieden waar vernattingsmaatregelen zijn genomen of op een andere manier water voorhanden was, heb-ben de grutto’s, wulpen en tureluurs het goed gedaan. Elders trokken ze weg naar betere oorden.

Weidevogels laterDe kievit is hét icoon van de weidevogels in Bra-

bant. Na het buitelen, volgt de paarvorming en na de proefkuiltjes de eileg. Een prachtig ritueel dat niet in één zin samen te vatten is. Het is een hele tour voordat een vrouwtje tot broeden komt, en daarna volgen nog eens 26 tot 28 dagen voordat de kuikens allemaal (meestal zijn het er vier) uit het ei kruipen. De omstan-digheden in het voorjaar van 2013 waren slecht voor de kieviten. Grote groepen vlogen in de maanden maart

GROTE GROEPEN

VLOGEN IN DE

MAANDEN MAART EN

APRIL PRECIES DE

VERKEERDE K ANT OP,

NAMELIJK NAAR HET

ZUIDEN

Page 15: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Jaarverslag ’13

20

18

16

14

12

10

8

6

4

2

0

Perc

enta

ge u

itgek

omen

legs

els

13 t/m 19

-03

20 t/m 26-0

3

27-03 t/

m 02-04

3 t/m 9-0

4

10 t/

m 16-0

4

17 t/m 23-0

4

24 t/m 30-0

4

1 t/m

7-05

8 t/m 14

-05

15 t/m 21-0

5

22 t/m 28-0

5

29-05 t/

m 04-06

5 t/m 11

-06

12 t/

m 18-0

6

19 t/

m 25-06

26-06 t/

m 2-07

3 t/m 9-0

7

2003-2012

2013

15

Figuur 2 ˘ Percentage uitgekomen kievitslegsels

en april precies de verkeerde kant op, namelijk naar het zuiden. Het bleef lang stil in het buitengebied, maar toen de temperatuur acceptabel werd, begonnen ze ‘en masse’ met de eileg. De uitkomstpiek van de kievitslegsels kwam in 2013 vrij plotseling en bijna 2 weken later dan gemiddeld (zie figuur 2). Meer dan de helft van alle legsels kwam in de periode van 24 april tot 15 mei uit. Zes uur na de vondst van het landelijk eerste kievitsei in Gelderland, vond Ad Rasenberg in Lage Zwaluwe het eerste Brabantse exemplaar op een extensief graslandperceel. Onze weidevogelcoördina-tor, Jochem Sloothaak, stelde de echtheid van het ei vast. Als eerste vinder kreeg Rasenberg een speciale metalen kievitspeld op z’n borst gespeld.

Trage grasgroei Ook de graslandbroeders (grutto, tureluur en wulp)

begonnen twee tot drie weken later aan het broed-seizoen dan normaal. De eerste gruttonesten komen normaal uit rond 20 april, maar in 2013 was dat pas begin mei. Van 10 tot 20 mei was er landelijk sprake van een unieke piek – maarliefst 66% – in de uitkomst van grutto-legsels. Ruim een week later werd in Brabant de eerste snee gras binnengehaald. Een spannende periode, waar-in de kuikens net wel of net niet groot genoeg waren om de maaimachines te ontvluchten. Er is veel werk verricht om ook de kuikens in deze fase te beschermen. Er zijn rustzones gespaard en er werden vele verjaagstokken geplaatst in percelen die gemaaid zouden worden.

Page 16: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

1100

1200

1300

1000

900

800

700

600

500

4002007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

vrijwilligers bedrijven

16

Figuur 3 ˘ Ontwikkeling aantal bedrijven en vrijwilligers in de periode 2007-2013

84 nieuwe vrijwilligers actiefIn Brabant hebben 39 weidevogelgroepen bescher-

mingsactiviteiten uitgevoerd. Allemaal leverden zij hun gegevens digitaal aan, waarvan 29 groepen de legsels ook op kaart invoerden. De groepen variëren qua grootte van 5 tot 51 vrijwilligers. De grootste groe-pen betreffen WVG Schijndel eo (51), WVG Altenatuur (49) en WWB Zuidoost-Brabant (42). Momenteel zijn 703 personen vrijwillig actief met weidevogelbescher-ming in onze provincie. Ten opzichte van 2012 zijn er 84 nieuwe vrijwilligers bij gekomen en hebben er zich 53 afgemeld. Eén groep is gestopt met haar activitei-ten. In het werkgebied van de Pailjaart uit Best en WWB Esbeek nestelden nauwelijks nog weidevogels en zijn er helaas veel leden vanwege gezondheidsredenen afgehaakt.

Omvang weidevogelbescherming

66 meer agrarische bedrijven werken mee Het totaal aantal agrarische bedrijven dat mede-

werking verleent aan de weidevogelbescherming is verder gestegen naar 1.336. Dit zijn er 66 meer dan in 2012. Het totale oppervlak waarop naar weidevogels wordt gekeken – en waar nodig bescherming wordt uitgevoerd – is ook licht gestegen naar 13.593 hectare. Per vrijwilliger komt dat neer op gemiddeld 1,9 bedrijf en een beschermd oppervlak van 19,3 hectare.

Geen kuiltjes en geen wormenOp de percelen waar aan weidevogelbescherming

wordt gedaan, werd in 2013 gemiddeld 43% gras, 36% maïs, 5% aardappelen, 3% bieten, 2% graan en 9% overige of onbekende gewassen geteeld. In die situatie is al jaren weinig veranderd.

Page 17: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Jaarverslag ’13

40

20

60

80

0

Perc

enta

ge k

ievi

tsle

gsel

s

2011 2012 2013

bouwland

grasland

17

Figuur 4 ˘ Gewassen op de percelen waar weidevogels broedden. Kievit broedt vooral op bouwland, terwijl kritische weidevogels meer van grasland houden.

Page 18: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

regenworm massa(potval + steekmonster)

0

aant

al k

ievi

tsne

sten

201

3

500 1000 1500 2000

0

2

4

6

8

10

12

BiF6

BiE5AaJ10

Mal9+MaA1

MaG7+

MaD4

MaH8+

MaC3+

MaB2+ AaK11+R2 Quadratic = 0,519

18

Wat wel flink veranderde is de perceelsvoorkeur van de kievit. In 2012 werd in Brabant 81% van de kievitslegsels gevonden op bouwlandpercelen, met name op maïs-land. In 2013 daalde dit percentage tot 73% en steeg het aandeel legsels op grasland van 14 naar 21%. Dit is een opvallende verandering die deels veroorzaakt wordt door het korte gras, dat door de voorjaarskou nog amper was gegroeid. Kieviten nestelen graag in open – steppeachtige – gebieden, waar ze goed overzicht hebben op predatoren. Een andere oorzaak waarom de kievit het korte grasland verkoos voor het

bouwland, kan met de droogte te maken hebben. Hierdoor worden de bouwlandpercelen veel minder geschikt als broedbiotoop. De bodem is voor de man-netjes te hard om proefkuiltjes te draaien. Voor de ‘opvettende’ vrouwtjes zitten de wormen te diep in de grond, waardoor ze moeilijk te pakken zijn. Hierdoor komen de vrouwtjes niet voldoende in broedconditie. Dat kieviten zich veel vaker vestigen op percelen met veel regenwormen wordt nog eens onderstreept in het afstudeeronderzoek van Reinoud Raaymakers van Larenstein (zie figuur 5).

Figuur 5 ˘ Meer kievitsnesten op bouwland met veel regenwormen

Page 19: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Jaarverslag ’13

19

Page 20: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

nb57

nb56

nb55

nb54

nb52

nb51

nb50nb49

nb47

nb45

nb44

nb59

nb41 nb39

nb38

nb37

nb35

nb31

nb30nb29

nb27

nb26

nb25

nb24

nb23

nb58

nb20

nb18

nb17

nb16

nb15nb14

nb13

nb12

nb11

nb10

nb09

nb04

nb03

toename afname gelijk

20

Flinke toename aantal legselsHet aantal gevonden legsels is in 2013 flink toe-

genomen. Dit is voornamelijk veroorzaakt door meer broedende kieviten. Met 3.845 legsels werd er nog niet zo veel gevonden als in 2011, maar het maakt het zeer teleurstellende jaar van 2012 enigszins goed. Er werden 246 meer legsels dan vorig jaar uitgebroed met een totaal van 2.719 legsels. Vanaf 2008 schommelt het aantal gevonden legsels rond 0,3 per hectare.

Bij 18 groepen werd een toename van meer dan 10% geregistreerd in het aantal gevonden legsels. Bij 7

groepen liep het aantal helaas met meer dan 10% terug. Weidevogel-groep Stijbeemden zag met bijna een verdub-beling van het totaal, de grootste toename.

Resultaten seizoen 2013

VANAF 2008

SCHOMMELT

HET AANTAL

GEVONDEN

LEGSELS ROND

0,3 PER HECTARE

De afname in het aantal legsels is op de zand-gronden sterker dan op de kleigronden, wat overeenkomstig is met de landelijke cijfers.

Voor het tweede jaar op rij is een recordhoog uit-komstpercentage bereikt. Maar liefst 79,5% van alle gevonden legsels werd

succesvol uitgebroed. Dit werd vooral veroorzaakt doordat de boer later in het seizoen zijn land ging bewerken vanwege de kou en droogte. Maar ook het areaal aangepast beheer (uitstellen van maaien of inzaaien) is de afgelopen jaren flink toegenomen, waardoor meer weidevogels in alle rust hun eieren kunnen uitbroeden.

VOOR HET TWEEDE

JAAR OP RIJ IS EEN

RECORDHOOG

UITKOMSTPERCEN-

TAGE BEREIK T

Page 21: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Jaarverslag ’13

2.000

1.000

02009 2010 2011 2012 2013

Aant

al le

gsel

s

Uit Niet uit Onbekend

3.000

4.000

5.000

0,00

0,10

0,20

0,30

0,40

0,50

0,60

0,70

2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2012 20132011

Legs

el /

hect

are

21

Figuur 6 ˘ Ontwikkeling van het aantal uitgekomen legsels (groen), niet uitgekomen legsels (oranje) en met onbekende uitkomst (grijs) in de afgelopen 5 jaar

Figuur 7 ˘ Ontwikkeling dichtheid gevonden weidevogellegsels

Page 22: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

76,9% Kievit

7,0% Scholekster

4,8% Wulp

4,2% Grutto

1,1% Patrijs

0,9% Wilde eend

0,7% Meerkoet

0,6% Tureluur

0,6% Roodborsttapuit

0,5% Gele kwikstaart

0,5% Veldleeuwerik 76,9% Kievit

7,0% Scholekster

4,8% Wulp

4,2% Grutto

1,1% Patrijs

0,9% Wilde eend

0,7% Meerkoet

0,6% Tureluur

0,6% Roodborsttapuit

0,5% Gele kwikstaart

0,5% Veldleeuwerik

76,9% Kievit

7,0% Scholekster

4,8% Wulp

4,2% Grutto

1,1% Patrijs

0,9% Wilde eend

0,7% Meerkoet

0,6% Tureluur

0,6% Roodborsttapuit

0,5% Gele kwikstaart

0,5% Veldleeuwerik

22

Per weidevogel bekekenQua verdeling tussen de soorten weidevogels is er

nauwelijks iets veranderd ten opzichte van andere ja-ren. De meeste gevonden legsels waren van de kievit (77%), vervolgens van de scholekster (7%) en daarna volgen de typische grasbroeders (samen 9%). Ten opzichte van 2012 zie je in het aantal gevonden leg-sels van de patrijs wél een veranderding, namelijk een toename. Dit komt waarschijnlijk niet doordat er meer patrijzen zijn, maar doordat de nesten beter in beeld zijn gekomen door telrondes die uitgevoerd werden in het kader van het ‘Jaar van de Patrijs’. Het aantal legsels is met 1,1% zelfs hoger dan dat van de wilde eend (0,9%). In totaal werden er van 28 ver-schillende soorten weidevogellegsels gevonden en waar nodig beschermd. Van grauwe gans, kok-meeuw, nijlgans en zomertaling werden geen legsels meer gevonden. Dit wil niet zeggen dat ze nergens in Brabant gebroed hebben, maar er zijn er in de weide-vogelgebieden geen gevonden. Nieuw waren berg-eend (Maren-Kessel), bontbekplevier (Banwaard), een onbekende eendensoort (Nuland) en watersnip (Lage Vughtpolder).

Figuur 8 ˘ Verdeling gevonden legsels in Brabant per soort

De kievit is hét icoon van de weidevogelbe-scherming in Brabant. Er zijn zelfs weidevo-gelgroepen die zich volledig op deze bui-telaar hebben gespe-cialiseerd. Dat is ook nodig want de meest algemene weidevogel van Brabant heeft extra aandacht nodig. De

eieren worden massaal gelegd op akkers en juist op die percelen worden de meest ingrijpende bewerkingen uitgevoerd. Het aantal legsels loopt met 5% per jaar hard terug. Bescherming van kievitsnesten is alleen weggelegd voor vrijwilligers die goed observeren, goed contact houden met hun boeren en maatwerk leveren als bescherming nodig is. Als hulpmiddelen worden markeerstokken, mandjes, sleepslangbe-schermers en verjaagstokken ingezet. In 2013 werden in onze provincie speciale maatregelen genomen om het opgroeibiotoop van kievitskuikens te verbeteren. Uitgestelde bewerkingen, braakstroken en ingezaaide randen hebben een positief effect op het voedsel-aanbod. In het artikel ‘Een goed gevulde keuken voor het kuiken van de kievit’ verderop in dit jaarverslag kunt u hier meer over lezen.

Na de dramatische terugval in het aantal legsels en broedparen van 2012, kunnen de Brabantse weide-vogelbeschermers enigszins tevreden terug kijken naar 2013. Het aantal gevonden kievitlegsels steeg namelijk van 2.663 naar 2.956. Het uitkomstpercentage van deze legsels steeg naar een recordhoogte van 77,3%. Iets minder dan 4% van de legsels ging verloren door werkzaamheden. Dit is een fantastisch resultaat!

MINDER DAN

4% VAN DE

KIEVITSLEGSELS

GING VERLOREN

DOOR

WERKZAAMHEDEN

Page 23: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Jaarverslag ’13

2.000

3.000

4.000

5,000

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2012 20132011

Kievit

Aan

tal l

egse

ls

23

Het aantal legsels van de scholekster steeg met 17 naar een totaal van 270 legsels. Ook het uitkomst-percentage van deze laat-broedende vogel steeg naar 86%. Toch

gaat het niet goed met deze van oorsprong in de kust voorkomende vogel. Van alle scholeksters broedt mo-menteel 77% in het agrarisch land, 4% heeft een nest in de stad en 19% zit op de kwelders. ’sWinters trekken alle scholeksters naar de kust waar ze leven van schelp-dieren, bij voorkeur mosselen en kokkels en in tijden van schaarste van nonnetjes. Door de mossel- en

IN BR ABANT MÉÉR

SCHOL EKSTERS

kokkelvisserij zijn de droogvallende mosselbanken echter verdwenen en is ook het aantal kokkels enorm afgenomen. Inmiddels is de mosselvisserij op droog-vallende zandbanken grotendeels verboden. Herstel is echter onvoldoende en moeizaam. Dit komt onder andere door de Japanse oester een door de visserij geïntroduceerde exoot, die zich in over-mate op de herstellende mossel-banken nestelt. Bruno Ens van SOVON voorspelt dat zonder ingrijpende maatregelen de ‘Bonte Piet’ in 2020 als broed vogel zo goed als verdwenen is uit Nederland.

Figuur 9 ˘ Ontwikkeling legsels kievit

Page 24: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

24

In 2013 is er veel aandacht besteed aan de alarm-tellingen in de collectieve weidevogelgebieden. Maar wat houden deze tellingen in en waarom zijn ze zo belangrijk?

Met de alarmtellingen wordt niet naar de overleving per kuiken gekeken, maar per gezin. Een oudervogel blijft bij verstoring namelijk alarmeren tot het laatste jong is uitgevlogen. Niet alleen de overleving van de kuikens kan dan in kaart worden gebracht, maar ook waar de gezinnen zich in een gebied bevinden. Dit is belangrijke informatie om te kunnen sturen op het beheer. Wanneer meerdere legsels zich bevinden op een bepaald perceel kan, in overleg, het beheer door de agrariër worden aangepast om de overleving te

vergroten. Met andere woorden: alleen gesubsidieerd beheer waar vogels zitten! Ook kan aan de hand van de alarmtellingen gekeken worden of de gezinnen een bepaalde voorkeur hebben voor een beheerpakket.

De tellingen worden uitgevoerd van april tot en met juni. Minimaal twee keer wordt er per gebied een vaste route gelopen over de percelen. In de eerste ronde is een eenmalige telling van het aantal broedparen van grutto, wulp en tureluur uitgevoerd en in de tweede ronde van het aantal gezinnen. Tijdens deze tweede en soms derde ronde worden de aantallen alarmerende grutto’s, tureluurs en wulpen genoteerd op veldkaar-ten. Later wordt deze informatie verwerkt in de data-base van Landschapsbeheer Nederland.

Beter één alarmerende grutto in de lucht dan 10 op de grond…

Page 25: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Jaarverslag ’13

0

10

20

30

40

50

60

70

Lith & Maasdonk Land van Heusdenen Altena

Schijndelsche Heide Rielsche Heide Vughtse Gement Made-Drimmelen

Collectieve gebieden

Aan

talle

n

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

BTSw

aard

en

Legsels Gezinnen Voldoende Mogelijk voldoende BTS

25

Gecombineerd met de aantallen legsels kan vervolgens bepaald worden of het reproductiesucces, ofwel het Brutto Territoriaal Succes (BTS), voldoende is voor een stabiele populatie. Op deze manier toetsen we of het collectief weidevogelbeheer werkt.

Uit de gegevens van 2013 kwam naar voren dat in veel gebieden het reproductiesucces nog onvoldoende was (BTS onder de 50%). Vaak was het uitkomstpercentage van de eieren hoog, maar zorgde de hoge kuikensterfte voor het lage reproductiesucces. Wel bleek dat ruim 85% van de gezinnen op percelen met beheerpakketten zat. De tureluurs hadden hierbij een duidelijke voorkeur voor de ‘plasdras’-gebieden.

De grutto en wulp leken een voorkeur te hebben voor percelen met ‘uitgesteld maaien’ en met ‘kruidenrijk grasland’. Uit de gegevens bleek ook dat gezinnen de voorkeur hadden voor percelen die gemaaid waren vóór 15 juli en 1 augustus. Op de percelen die op deze laatste twee data gemaaid werden bleek een te hoog en dicht gewas te staan, dat ondoordringbaar is voor jonge weidevogels. Als broedlocatie werden juist de kruidenrijke graslandpercelen gemeden, wat te maken kan hebben met de lagere bemesting die daarop plaats vindt. De volledige rapportage is te vinden op: www.brabantslandschap.nl/actueel/nieuws/alarmtel-lingen

Page 26: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Aant

al le

gsel

s

Tureluur Wulp Grutto

02008 2009 2010 2012 20132011

50

100

150

200

250

26

Figuur 10 ˘ Aantal gevonden legsels van kritische soorten in de zes collectieve weide vogelgebieden

De grutto heeft in Brabant een zwaar seizoen achter de rug. Door de aanhoudende droogte werden vrij-wel alle percelen in het agrarisch land-schap ongeschikt om te foerageren. De wor-men trokken dieper weg in de bodem of verdwenen helemaal.

Bovendien was vooral op de kleigronden de bodem te hard voor de snavels van hongerige grutto’s. Afge-lopen jaar bewijst maar weer dat steltlopers vochtige graslandpercelen nodig hebben. Ze trokken weg uit de gebieden waar dit ontbrak, op zoek naar de regio’s waar wel vochtige graslanden aanwezig waren. Het aantal gruttolegsels liep terug naar 161, waarvan er slechts 38 buiten de collectieve weidevogelgebieden werden gevonden. Het enorme uitkomstpercentage in 2012 werd in 2013 niet overtroffen, desalniettemin werd dit jaar een geweldig resultaat geboekt van 86%. Dankzij alle inspanningen van vrijwilligers en boeren, kregen veel legsels de benodigde bescherming van rustzones en uitgestelde maaidata. De kuikens profi-teerden in de collectieve weidevogelgebieden boven-dien van greppelplasdras en kruidenrijke percelen.

De wulp deed het in 2013 goed. Al een aantal jaren ach-tereenvolgens lukt het deze jodelende heidevogel zich te handhaven in de agrarische graslanden. Er werden 183 legsels gevonden. Hiervan lag de helft in de collectieve weidevogelgebieden; beduidend minder dan bij de grutto. De wulp komt vooral voor in voormalige heide-ontginningen zoals de Jekschotse Heide bij Schijndel en de Rielsche Heide nabij Alphen, maar ook in de open rivierkleilandschappen zoals de Beerse Overlaet en het Land van Heusden en Altena. De uitkomst van de legsels steeg verder tot een acceptabele 75%. Bijna 17% van de legsels ging verloren door predatie.

De tureluur mag in Brabant voorzichtig een succesvogel genoemd worden. Het zijn geen grote aantallen die er gevonden worden, maar de toename van 6 legsels in 2008 naar 24 legsels in 2013 is verheugend. Deze weidevogel reageert positief op vernatting en kruidenrijke percelen

die laat gemaaid worden. Op een enkele uitzondering na werden de legsels gevonden in de gebieden met dit aangepaste beheer (Beerse Overlaet en Land van Heus-

AFGELOPEN JAAR

BEWIJST MAAR WEER

DAT STELTLOPERS

VOCHTIGE

GR ASLANDPERCELEN

NODIG HEBBEN

DE TURELUUR

MAG IN BR ABANT

VOORZICHTIG EEN

SUCCESVOGEL

GENOEMD

WORDEN

Page 27: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Jaarverslag ’13

27

den en Altena). Van de legsels waarvan de uitkomst kon worden vastgesteld, werden bovendien alle eieren uitgebroed. Dit biedt mooie perspectieven voor de komende jaren.

Waaraan gingen legsels verloren? Het beperken van de verliezen is hét belangrijkste

doel van de weidevogelbescherming. Dat 80% van alle legsels succesvol kon worden uitgebroed is het beschermingsdoel van 2013 meer dan gehaald. Een verlies van 20% is acceptabel te noemen. De goede resultaten zijn te danken aan de juiste beschermings-maatregelen, uitgestelde bewerkingen op landbouw-percelen en het goede speur- en markeerwerk van vrij-willigers. De medewerking van boeren en loonwerkers en de speciale beheerpakkettenhebben voor een belangrijk deel bijgedragen aan het succes.

Toch wordt er on-der vrijwilligers en boeren veel gedis-cussieerd over de verliezen, met pre-datie in het bijzon-der. Om twee rede-nen is die predatie de afgelopen jaren flink afgenomen. Ten eerste zijn in

de gebieden waar traditioneel een hoge predatiedruk was, de weidevogels langzamerhand volledig vertrok-ken. Trieste voorbeelden hiervan zijn Waalre, Heeze-Leende, Alphen-Chaam en Best. Door de intensivering van de landbouw verslechterde ook hier de kwaliteit van het landschap voor weidevogels, waardoor de hoge predatie de spreekwoordelijke emmer deed over-lopen. De afgelopen jaren lijkt het erop dat de meest geschikte weidevogelgebieden met een open karakter en voldoende natte plekken vanzelf ‘over’ blijven.

Een tweede reden voor het teruglopen van de pre-datie op legsels, is te danken aan de ‘Weidevogel-bescherming 2.0’. Deze nieuwe beschermingswijze is gebaseerd op ‘meer kijken’ en ‘minder lopen’. Wordt een legsel niet bedreigd door op handen zijnde bewer-kingen, dan hoeft het ook niet beschermd te worden. Wordt er toch al later gemaaid of ingezaaid, dan wor-den de nesten wel geregistreerd met GPS, maar worden ze verder met rust gelaten. Voor slimme predatoren zoals kraaien en vossen, maar ook rapers (!), is het daar-door moeilijker om de legsels te vinden. Desondanks verdwenen 320 legsels (9% van het totaal) in de maag van predatoren. Hiervan werd een 25% geroofd door vogels, voornamelijk kraai en meeuw. Er werden net zoveel eieren weggehaald door mensen (rapers) als door vossen, samen 15% van de gepredeerde legsels. Bij ruim de helft van de gepredeerde legsels bleef het onbekend welke soort hiervoor verantwoordelijk was.

MET EEN

UITKOMSTPERCENTAGE

VAN BIJNA 80% IS HET

BESCHERMINGSDOEL

VAN 2013 MEER DAN

GEHAALD

Page 28: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

0

2

4

6

8

12

16

20

10

14

18

2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2012 20132011

Perc

enta

ge v

an to

taal

(%)

gepredeerd verloren door werkzaamheden

28

Figuur 11 ˘ Ontwikkeling van het aandeel gepredeerde legsels en legsels, dat verloren ging door werkzaamheden

Door werkzaamheden gingen slechts 131 legsels verlo-ren (4% van het totaal).Helaas ging het in de meeste van deze gevallen om ‘miscommunicatie’. Door de hectiek op het boerenbedrijf en de drukte bij vrijwilligersgroe-pen in precies dezelfde periode, gaat er wel eens wat mis. Maar een verlies van slechts 4% laat zien dat er over de hele breedte goed wordt samengewerkt en gecom-municeerd. Nieuwe technieken, zoals GPS en email, worden hier dankbaar voor ingezet. Iedere Brabantse

weidevogelbeschermer verdient een grote pluim voor dit resultaat; we gaan met de tijd mee en het werkt!

Het aandeel legsels van 3,4% dat door de oudervogels verlaten werd, komt vooral door te veel verstoring of noodweer. Er blijft altijd een paar procent over waarvan het moeilijk is de reden te achterhalen. Tenslotte ging een paar procent van de legsels verloren door diverse bekende of onbekende oorzaken.

Page 29: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Jaarverslag ’13

Aanaarden 3%

Bemesten 19%

Gewas-bescherming

12%

Beweiden 1%

Maaien 9%

Ov. activiteiten 3%

Ploegen/eggen32%

Rollen/slepen

1%

Zaaien of poten 20%

29

Figuur 12 ˘ Verdeling beschermingshandelingen bij weidevogellegsels in 2013

Waarbij was nestbescherming nodig? Bescherming van legsels (maar ook van kuikens)

gebeurt om te voorkomen dat ze worden vernietigd bij agrarische werkzaamheden. Veel legsels worden tij-dens werkzaamheden beschermd door boeren en loonwerkers zelf. Door de hoge werkdruk en omdat niet iedere loonwerker er oog voor heeft, springen vrijwilligers bij om hen daarbij te helpen. Met markeer-stokken of GPS wordt aangegeven waar de legsels zich op het land bevinden. En, als de mogelijkheden zich voordoen, wordt een beheerovereenkomst afgesloten. De weidevogelbeschermers sluiten het contract af en het Coördinatiepunt Landschapsbeheer zorgt er verder voor dat alles administratief geregeld wordt. De boer krijgt zijn vergoeding, waardoor hij zijn bewerkingen kan uitstellen.

Door deze aanvullende maatregelen zijn minder beschermingshandelingen nodig. Toch kan op dui-zenden hectares maïsland niet méér gedaan worden dan legsels te verleggen of te markeren zodat de boer eromheen kan werken. Het aandeel legsels dat op deze manier beschermd is tegen ploegen of eggen is verre-weg het hoogste (32%). Dit aandeel is ook flink geste-gen ten opzichte van 2012 (25%). Het aandeel legsels dat beschermd is tegen bemesting daarentegen, is juist flink gedaald (van 29% in 2012 naar 19% in 2013).

Dit komt omdat er door de kou en de droogte erg lang is gewacht met het inzaaien van de maïs. Het bemes-ten gebeurde zodra dit wettelijk toegestaan was en de vorst uit de grond was (op bouwland vanaf 1 februari en op grasland vanaf 16 februari). In maart en zelfs begin april, waren de kieviten nog nauwelijks aan het broe-den, dus hoefde er amper beschermd te worden. Het ploegen gebeurt vaak kort voor het inzaaien en omdat het inzaaien later gebeurde, viel het ploegen wel sa-men met het broeden van kieviten en scholeksters. Het is daarom niet verrassend dat ook het aandeel bescher-mingshandelingen bij zaaien of poten is toegenomen (van 14% in 2012 naar 20% in 2013). De verdeling van alle beschermingshandelingen is te zien in figuur 12.

Page 30: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

30

EEN KUIKEN MOET

VANAF DE EERSTE DAG

IMMERS ZELF ZIJN

KOSTJE BIJ ELK AAR

ZOEKEN EN DAN MOET

HET ZO’N 4.000

PROOIEN PER ETMAAL

OPPIKKEN!

ZONDER ENIGE

VORM VAN

BESCHERMING

ZOU NOG GEEN 5%

VAN HET AANTAL

LEGSELS DE

BEWERKINGEN OP

ONZE AKKERS EN

GR ASLANDEN

OVERLEVEN

Een goedgevulde keuken voor het kuiken van de kievit

Dit voorjaar gaf het Coördinatiepunt Landschapsbeheer met subsidie van de Provincie Noord-Brabant uitvoe-ring aan een meerjarige proef ter bescherming van de kievit. Weidevogelbeschermers maakten afspraken met hun boeren en er werden maatregelen genomen op akkers, zoals het inzaaien van speciale akkerranden Reinout Raaijmakers, een bevlogen afstudeerder van Van Hall Larenstein, deed er onderzoek naar.

Jaarlijks worden in Bra-bant zo’n 4.000 legsels van de kievit opgespoord en beschermd door ruim 700 vrijwilligers in samenwerking met agra-riërs. Dat is een succes, want hierdoor komt bijna 75% van de kievitlegsels uit. Zonder enige vorm van bescherming zou nog geen 5% van het aantal legsels de bewerkingen op onze akkers en gras-landen overleven. Toch lijkt de kievit – ondanks

alle inspanningen – in een soort vrije val te zijn beland en is de populatie in onze provincie de afgelopen de-cennia gehalveerd. Dit is vreemd als je bedenkt dat veel eieren gewoon uitgebroed worden. Daar kan het dus niet aan liggen. Volgens ingewijden ligt het probleem bij de volgende fase; er worden te weinig kuikens vol-wassen kievitten.

Om de opgroei-omstandigheden van kievitskuikens te verbeteren moet er iets ge-daan worden aan de schuilgelegen-heid en het voed-selaanbod. Een kuiken moet vanaf de eerste dag immers zelf zijn kostje bij elkaar zoeken en dan moet het zo’n 4.000 prooien per etmaal oppikken! En dat lijkt niet te lukken. Er zijn waarschijn-lijk te weinig insecten en/of te weinig naar zijn smaak. Om voldoende voedsel te vinden moeten de kuikens

Page 31: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Jaarverslag ’13

31

biomassa en hoe langer agrarische bewerkingen op een perceel worden uitgesteld hoe meer de bovengrondse biomassa toeneemt.

Er is ook gekeken op basis waarvan kieviten hun broed-percelen uitkiezen. Uit de gegevens bleek dat kieviten niet gaan broeden op percelen waar veel bovengrond-se insecten aanwezig zijn, maar juist waar veel regen-wormen in de bodem zitten. Ook lijken ze percelen uit te kiezen die in 1900 nog drassig waren. Misschien dat daar tot op de dag van vandaag nog steeds een geschik-tere bodem aanwezig is.Randenbeheer op akkers is een zinvolle beheermaat-regel om het voedselaanbod voor kievitkuikens te verbeteren. Een keuze voor meerjarige randen heeft de voorkeur omdat die zorgen voor een goede overwinte-ring van veel insecten. Braakranden hebben daarbij het belangrijke voordeel dat er geen grondkerende bewer-kingen worden uitgevoerd, waardoor het bodemleven daar minder schade oploopt.

Het onderzoek heeft veel nieuwe inzichten opgeleverd over speciaal beheer voor de kievit. Maar, daarmee is de achteruitgang van deze prachtige voorjaarsbode nog niet gestopt. Brabants Landschap zal daarom doorgaan met onderzoek en hoopt dat andere provincies volgen.

DE AANWEZIGHEID

VAN EEN AKKERR AND

ZORGT VOOR EEN

VERDRIEVOUDIGING

VAN DE BIOMASSA

grote risico’s nemen waardoor kou, predatoren en uit-droging hun tol eisen bij de kleine kwetsbare vogels. Speciale akkerranden voor kieviten lijken hiervoor uit-komst te bieden. Sommige randen zijn gewoon stroken die braak liggen en andere randen worden ingezaaid met speciale mengsels van granen en kruiden. Reinoud Raaijmakers heeft als afstudeerproject gekeken naar de effecten van deze randen op het voedselaanbod.

In negen weken tijd zijn op 11 percelen op de Schijndelsche Heide met ruim 528 potvalvangsten en steekmonsters, meer dan 10.000 on-gewervelde bodem-dieren gevangen. Een gezamenlijk

gewicht van 546 gram! Op zich al een hele prestatie, maar er kwamen ook opvallende resultaten uit. 65% van de biomassa bestond uit loopkevers en 20% uit regenwormen en larven. Gebleken is dat de biomassa vooral toeneemt als de temperatuur stijgt en er vol-doende grondwater aanwezig is. De aanwezigheid van een akkerrand zorgt voor een verdrievoudiging van de

Page 32: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

32

Page 33: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Jaarverslag ’13

33

In dit hoofdstuk worden de resultaten van 40 weidevogelgroepen in Brabant kort toegelicht. Indien een groep tenminste 50 legsels van vier of meer soorten heeft gevonden, worden de resultaten met een tabel getoond. Verklaring van termen en afkortingen, zie schema hiernaast.

NB03 ˘ Weidevogelgroep de Kneuter: wulp terug van weggeweest Vorig jaar meldde coördinator van het eerste uur Piet van de Eijnde dat het absoluut niet goed was gegaan met de weidevogels in Cranendonk. Helaas zijn de resultaten voor 2013 vergelijkbaar met die van 2012. Er werden 32 legsels gevonden, waarvan 30 kievit-, 1 wulpen- en 1 scholeksterlegsel. Hiervan gingen 11 kievitlegsels en het scholeksterlegsel jammer genoeg verloren. Het merendeel werd gepredeerd, 2 legsels gingen verloren door werk-zaamheden, 2 werden verlaten en van 1 legsel was de verliesoorzaak onbekend. 60% van de legsels kwam uit. De legsels van 2 grutto’s die vorig jaar nog op de lijst prijkten werden dit jaar niet meer gevonden. Het goede nieuws is dat de wulp voor het eerst sinds 2010 weer in het gebied aanwezig was en haar legsel wist uit te broeden.

NB04 ˘ IVN De Groene Overlaat: meer kieviten, meer legsels uit Gelukkig was het in 2013 weer een stuk beter gesteld met het broedsucces van de kieviten in Cuijk. Het aantal gevonden legsels steeg van 32 naar 42, waarvan 85% uitkwam, een prachtig uitkomstresultaat. Met zoveel kievitkuikens die uit het ei zijn gekropen zou het goed zijn aandacht te besteden aan het verbeteren van het kuikenbiotoop in het gebied. Zo krijgen kuikens de kans om op te groeien en later zelf deel te nemen aan het reproductieproces. Ook van een veldleeuwerik werd een legsel gevonden, knap werk. Helaas ging dit piep-kleine legsel verloren door werkzaamheden. De groep heeft 21 vrijwilligers op de lijst staan, waarvan een het merendeel al meer dan 10 jaar actief is! Samen zoeken en beschermen zij de weidevogellegsels bij 27 bedrijven.

NB09 ˘ Natuurbeschermingsvereniging Altenatuur: nog steeds in de lift! Voor het vierde jaar op rij nam het aantal gevonden en beschermde legsels toe in het Land van Heusden en Altena. Ook het uitkomstpercentage was met ruim 85% onverminderd hoog. Heel bijzonder is dat de tureluurs in het gebied (dit jaar 6 legsels) al sinds 2008 een broedsucces van 100% hebben. In het gebied, minder doorsneden door wegen dan het gemiddelde zoekgebied in Brabant, profiteren de broedvogels van de zo noodzakelijke rust bij het broeden en grootbrengen van de jongen. Naast de inrichting van het gebied, dragen de activiteiten van de weidevogelgroep daar ook aanzienlijk toe bij. Zo kan in een deel van het gebied gebruik gemaakt worden van collectief weidevogelbeheer. In delen waar dat niet mogelijk is motiveert de groep boeren om een rustzone aan te leggen rond een legsel van een kritische soort. Bovendien hebben de vrijwilligers er een goede gewoonte van gemaakt niet de percelen op te gaan wanneer het niet noodzakelijk is om legsels ‘tot op het ei’ op te sporen. Om te trachten het biotoop voor kievitkuikens te verbeteren nam de groep op diverse locaties deel aan de pilot ‘maat-regelen voor de kievit’.In 2013 werd de toch al indrukwekkende lijst met gevonden soorten opnieuw uitgebreid met 3 nieuwe soorten. Een teken dat we hier te maken hebben met zeer bekwame vrijwilligers binnen de groep. Bijna alle zoekgroepen maken inmiddels gebruik van GPS-apparatuur om de legsellocaties vast te leggen. Dit komt de nauwkeurigheid ten goede en het scheelt veel invoerwerk dat met een groep van 49 vrijwilligers, 88 meewerkende agrarische bedrijven en ruim 300 gevonden legsels, een hele klus is.

Resultaten per

weidevogelgroep% uit = uit : uit + niet uit * 100

P = predatie

B = beweiding

W = werkzaamheden

V = verlaten

Ov = overig

On = onbekend

Page 34: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

34

Groepscoördinator Len Bruining werd vanwege haar vele inspanningen voor (weide)vogels in het Land van Heusden en Altena zeer verdiend genomineerd als Ondernemende vrouw van Altena 2013.

Soort Totaal Bekend Uit Niet uit % uit Pred. Bew. Werk. Verl. Ov. Onb.

Bergeend 1 0 0 0 0.00 0 0 0 0 0 0

Bontbekplevier 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Graspieper 1 0 0 0 0.00 0 0 0 0 0 0

Grutto 31 26 23 3 88.46 0 0 3 0 0 0

Kievit 250 219 180 39 82.19 19 0 10 6 0 4

Kleine plevier 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Meerkoet 1 0 0 0 0.00 0 0 0 0 0 0

Patrijs 2 2 1 1 50.00 0 0 1 0 0 0

Scholekster 45 39 37 2 94.87 0 0 1 0 1 0

Tureluur 6 5 5 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Veldleeuwerik 1 0 0 0 0.00 0 0 0 0 0 0

Wilde eend 1 0 0 0 0.00 0 0 0 0 0 0

Wulp 25 19 19 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Totaal 366 312 267 45 85.58 19 0 15 6 1 4

NB10 ˘ Weidevogelgroep Gestel: meer legsels, soorten, maatregelen en kuikensNa enkele zware jaren voor de weidevogels en hun beschermers in het gebied Kloosterstraat ging het in 2013 gelukkig weer bergopwaarts, op elk gebied! Er werden enkele legsels meer gevonden, 39 in totaal, waaronder 33 kievit- en 4 scholeksterlegsels. Omdat het uitkomstpercentage 82% bedroeg kwamen meer dan 2 keer zo veel legsels uit als in 2012. Er werd door de groep veel aandacht besteed aan biotoopverbetering. Zo kreeg de grutto, die na jaren terug van weggeweest was, een rustzone rond het nest en werden op 3 percelen door enthousiaste boeren braakranden aangelegd voor kieviten. Er werden dan ook veel kuikens geteld. Het enige wulpenlegsel, dat na knap speurwerk werd gevonden, werd helaas door kraaien gepredeerd, nadat de agrariër de moeite had genomen om er omheen te maaien. Al met al een seizoen dat weer voorzichtig hoop geeft voor de toekomst!

NB11 ˘ Natuur- en Milieuvereniging Teteringen: werken vanaf de weg Ook de vrijwilligers uit Teteringen konden afgelopen seizoen gelukkig weer iets meer legsels noteren. Bleef de teller vorig jaar steken bij 12 kievitlegsels en 1 scholeksterlegsel, dit jaar konden legsels van 2 grutto’s, 16 kieviten, 1 meerkoet, 1 patrijs, 10 scholeksters en een wilde eend worden genoteerd. De watersnip die in het gebied een legsel uitbroedde gaf de lijst cachet! Omdat de groep niet voldoende contact kon maken met Staatsbosbeheer en niet kon achterhalen wie de pachters van de betreffende percelen waren, heeft zij de percelen niet betreden. Daarom zijn alleen díe legsels genoteerd waarvan vanaf de weg kon worden bepaald dat er broedsucces was. Dit bracht het genoteerde uitkomstpercentage op 100%. De groep legde veel waarnemingen vast onder de knop ‘gedragswaarneming’ in het legselbeheersysteem en er konden veel kleine soorten worden waargenomen.

NB12 ˘ Natuurwerkgroep gemeente Rucphen: wederom succesMede door het beschermingswerk van de vrijwilligers uit Rucphen kwam in hun beschermingsgebied een record-aantal van 56 legsels (80%) uit tijdens het afgelopen seizoen. Hierdoor waren er minder herhalingslegsels, met als positief gevolg een verlaging van het totaal aantal gevonden legsels. De groep is met 19 vrijwilligers al sinds 2004 stabiel. Het aantal meewerkende bedrijven nam in die tijd aanzienlijk toe: van 12 naar 22. Een jager die zich bij de

Page 35: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Jaarverslag ’13

35

groep heeft aangesloten heeft veel legsels kunnen beschermen. Ook werden 4 jonge kieviten uit een sloot gered. Kortom, weer een succesvol jaar!

Soort Totaal Bekend Uit Niet uit % uit Pred. Bew. Werk. Verl. Ov. Onb.

Kievit 63 61 49 12 80.33 4 0 1 7 0 0

Patrijs 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Scholekster 7 7 5 2 71.43 0 0 0 1 0 1

Wilde eend 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Totaal 72 70 56 14 80.00 4 0 1 8 0 1

NB13 ˘ WVG Schijndel en omgeving: kritische soorten succesvolHelaas brak het aantal door de actieve en ervaren Schijndelse weidevogelgroep gevonden legsels in 2013 een laagterecord. Hoewel toch een respectabel aantal van 198 legsels werd gevonden daalde het aantal bij nagenoeg alle soorten. Uitzonderingen hierop zijn juist de kritische soorten grutto en wulp, waarvan maar liefst 11 respec-tievelijk 7 legsels werden genoteerd, tegenover 6 respectievelijk 4 in 2012. Deze toename werd geheel genoteerd in de Schijndelse heide, een teken dat het collectief beheer dat daar wordt toegepast zijn vruchten begint af te werpen. De groep had het druk met het veiligstellen van de kuikens, omdat die toch regelmatig juist daar zaten waar gemaaid moest worden. Helaas is het verjagen niet altijd goed gelukt. Een wilde eend broedde haar eieren ondanks 2 maairondes rond het nest gewoon uit! Voor de 4 grutto’s die ten Noorden van Schijndel buiten het collectief beheergebied broedden werd een rustzone aangelegd. Omdat vanwege het risico op predatie de percelen niet meer werden betreden is het broedsucces hier onbekend. De gastlessen die de groep elk jaar geeft op een basisschool leverde een enthousiaste jonge vrijwilliger op. Het bouwen van een mobiele kijkhut met ondersteuning van het Oranjefonds, de deelname aan een open dag bij een aangesloten agrariër en de jaarlijkse BBQ met fietstocht voor boeren en vrijwilligers zijn slechts een paar van de activiteiten van deze ondernemende groep! Voor komend seizoen staat o.a. een cursus GPS-gebruik voor weidevogelbeschermers op het programma. Dit wordt mogelijk gemaakt door Groen en Doen, een programma van de Rijksoverheid.

Soort Totaal Bekend Uit Niet uit % uit Pred. Bew. Werk. Verl. Ov. Onb.

Fazant 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Gele kwikstaart 6 5 5 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Grutto 11 8 5 3 62.50 2 0 1 0 0 0

Kievit 141 141 104 37 73.76 20 1 7 8 0 1

Patrijs 12 11 11 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Roodb.tapuit 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Scholekster 13 13 10 3 76.92 3 0 0 0 0 0

Veldleeuwerik 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Wilde eend 5 5 5 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Wulp 7 7 5 2 71.43 1 0 1 0 0 0

Totaal 198 193 148 45 76.68 26 1 9 8 0 1

Page 36: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

36

NB14 ˘ Weidevogelgroep Laarbeek: goede contacten Na een daling van het aantal gevonden en uitgekomen legsels in 2012 ging het in Laarbeek in 2013 gelukkig weer goed. Er werden flink wat meer kievitlegsels beschermd en het totale uitkomstpercentage was onverminderd hoog (83%). Nieuw op de lijst is een gele kwikstaart, waarvan het nest vaak moeilijk te vinden is. De daling in het aantal gevonden legsels van grutto en wulp is opvallend, omdat er al een aantal jaren rustzones worden aan gelegd rond de legsels. “De langsnavels hadden het vanwege de uitgedroogde bodem moeilijk”, aldus de groep. Een van de agrariërs is zo enthousiast over de weidevogels op zijn land, dat hij een prachtige weidevogelpoel aan heeft laten leggen. Wie weet zal dit tijdens het komende seizoen effect hebben.

Soort Totaal Bekend Uit Niet uit % uit Pred. Bew. Werk. Verl. Ov. Onb.

Gele kwikstaart 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Grutto 7 7 7 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Kievit 205 205 171 34 83.41 3 0 4 7 0 20

Scholekster 20 20 16 4 80.00 1 0 0 3 0 0

Wilde eend 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Wulp 7 7 5 2 71.43 1 0 0 1 0 0

Totaal 241 241 201 40 83.40 5 0 4 11 0 20

NB15 ˘ Stichting Landschap Gemert – Bakel: veel legsels in andijvie Deze stabiele groep van 3 vrijwilligers vond dit jaar aanzienlijk meer legsels in haar gebied. Het totaal aantal steeg van 26 naar 45, 42 kievit- en 3 scholeksterlegsels. Slechts 5 kievitlegsels gingen verloren, 2 door predatie, 3 werden verlaten. Opvallend was dat het merendeel van de legsels werd gevonden op andijviepercelen. Met zoveel kuikens in het gebied zou het mooi zijn als er braakstroken kunnen worden aangelegd.

NB16 ˘ Vogel- en natuurwerkgroep Zundert: goede contacten Na een moeizaam seizoen in 2012 ging het in 2013 gelukkig weer beter met de weidevogels in Zundert. Er werden 21 kievitlegsels gevonden waarvan er 19 uitkwamen. Dit is mede te danken aan een agrariër, die zonder vergoeding zijn bewerkingen uitstelde tot bijna alle legsels uit waren gekomen. De maïs werd daardoor later gezaaid maar de opbrengst was toch goed. Ook het legsel van de laatste grutto in het gebied kwam uit. De groep heeft goede contacten met de boeren in het gebied en voor deze grutto bleef een riante rustzone staan. Met een uitkomst-percentage van ruim 90% een geslaagd seizoen.

NB17 ˘ Vogelwacht Paaldijk: dramatisch jaar Het uitkomstpercentage van 2012 was hoopgevend voor deze kundige groep, maar helaas werd die hoop in 2013 geen waarheid. Het eerste legsel werd pas in april gevonden en het aantal gevonden legsels daalde van 33 naar 23, 22 kieviten- en 1 scholeksterlegsel. Daarvan kwamen 12 legsels uit, 8 werden gepredeerd en 2 gingen verloren bij werkzaamheden. Het kwalitatief goede beschermingswerk van de groep levert al jaren matige resultaten op. De predatiedruk is fors, de bewerkingen zijn zeer intensief en er is onvoldoende dekking en voedsel voor de kuikens. De groep heeft daarom moeten besluiten in een zeer afgeslankte vorm door te gaan.

NB18 ˘ WBE Baarle-Nassau: herstelGelukkig ging het in het in de zoekgebieden van deze tweepersoonsgroep weer wat beter. In 2012 werden vanwege aanleg van de ecologische hoofdstructuur slechts 8 legsels gevonden. De vondst van 19 legsels in 2013 mag dan ook een succes worden genoemd. Van de 15 kievitlegsels kwamen er 11 uit, 4 gingen verloren door

Page 37: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Jaarverslag ’13

37

onbekende oorzaak. Ook de grutto’s waren er weer, met 2 legsels, die beiden uitkwamen. Van de 2 gevonden wulpenlegsels ging er helaas 1 verloren door predatie.

NB20 ˘ VWB Boekel – Venhorst: voortschrijdend succes De stijgende lijn die in 2010 is ingezet kon ook in 2013 worden doorgetrokken. Het aantal gevonden legsels steeg ook dit jaar: van 97 naar 114. Het uitkomstpercentage was voor alle soorten hoog: 92% totaal. Een fantastisch resultaat, dat ook te maken had met de late bewerkingen dit jaar. De groep heeft grote schoonmaak gehouden in haar administratie. De aantallen hectares en bedrijven werden teruggeschroefd, omdat er in sommige deel-gebieden niet meer wordt gebroed. Wat overblijft geeft een reëel beeld van de omvang van de groep: bij 29 bedrijven op 265 ha wordt door 29 vrijwilligers aan bescherming gedaan. De aanleg van een rondweg door een van de overblijvende goede gebieden dreigt roet in het eten te gooien, maar de aanleg is voorlopig uitgesteld. De groep hoopt dat van uitstel afstel komt zodat het broedgebied behouden blijft.

Soort Totaal Bekend Uit Niet uit % uit Pred. Bew. Werk. Verl. Ov. Onb.

Fazant 4 4 4 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Gele kwikstaart 3 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Kievit 79 63 60 3 95.24 1 0 1 1 0 0

Patrijs 9 7 5 2 71.43 0 0 2 0 0 0

Roodb.tapuit 6 3 3 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Scholekster 5 4 3 1 75.00 1 0 0 0 0 0

Slobeend 5 5 5 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Wulp 3 3 2 1 66.67 1 0 0 0 0 0

Totaal 114 90 83 7 92.22 3 0 3 1 0 0

NB23 ˘ VWB Lith: continuing successtory, maar pech voor kieviten Het nieuwe plasdrasgebied in het beschermingsgebied van de Lithse weidevogelgroep trok in 2012 al veel weide-vogels aan. Reikhalzend werd uitgekeken naar broedseizoen 2013 en de verwachtingen werden waargemaakt! Het aantal gevonden legsels steeg met ruim 30% en er werden legsels van 4 nieuwe soorten genoteerd: bergeend, kleine plevier, knobbelzwaan en rietgors. Het aantal legsels van kluten steeg van 2 naar 8. Ook de groei van het aantal tureluurbroedgevallen met meer dan 50% valt op. Kritische soorten kunnen hier beschermd worden d.m.v. collectief beheer, en op 5 plaatsen werden rustzones rond legsels aangelegd. De kieviten hadden minder geluk. In sommige periodes werd door de loonwerkers het groot materieel massaal uit de schuren gehaald, waardoor de groep alle zeilen bij moest zetten om de legsels veilig te stellen. Van 64 kievitlegsels is het resultaat onbekend, 29 gingen verloren door onbekende oorzaak. Niet verwonderlijk dat de groep op zoek is naar extra vrijwilligers. Met een krantenartikel waarin deze successtory wordt vermeld zal dat geen probleem zijn.

Page 38: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

38

Soort Totaal Bekend Uit Niet uit % uit Pred. Bew. Werk. Verl. Ov. Onb.

Bergeend 3 3 3 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Grutto 19 17 15 2 88.24 1 0 1 0 0 0

Kievit 177 113 78 35 69.03 0 0 4 2 0 29

Kleine plevier 3 3 3 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Kluut 8 8 8 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Knobbelzwaan 1 0 0 0 0.00 0 0 0 0 0 0

Rietgors 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Roodb.tapuit 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Scholekster 15 6 5 1 83.33 0 0 0 0 0 1

Tureluur 11 8 8 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Wulp 9 7 6 1 85.71 1 0 0 0 0 0

Totaal 248 167 128 39 76.65 2 0 5 2 0 30

NB24 & NB 58 ˘ Gebied Maasdonk: meer legsels, meer soorten, meer succes!De vrijwilligers in het gebied Maasdonk, waartoe ook de zoekgroep Geffen behoort, evenaren de successtory van hun buurgroep Lith. Mede door de biotoopverbeterende maatregelen die in het gebied getroffen zijn gaat het gelukkig weer steeds beter met de weidevogels in de Beerse Overlaat, waartoe deze zoekgebieden behoren. In Maasdonk werden in totaal 142 legsels gevonden, 37 meer dan in 2012 en verdeeld over maar liefst 14 soorten. Dat waren er in 2012 nog 6. Het uitkomstpercentage is met bijna 80% uitstekend, maar had nog hoger kunnen zijn als de tweebenige predator ‘mens’ de 12 kievitlegsels had laten liggen die nu zijn weggehaald! De groep maakt waar mogelijk gebruik van rustzones en ook collectief beheer is hier van toepassing. Om predatie te voorkomen worden de legsels niet onnodig opgezocht. Met zoveel extra vogels in het gebied zijn de 2 nieuwe vrijwilligers die zich tijdens het beschermingswerk in de polder aansloten bij de groep zeer welkom!

Soort Totaal Bekend Uit Niet uit % uit Pred. Bew. Werk. Verl. Ov. Onb.

Eend onbekend 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Gele kwikstaart 1 0 0 0 0.00 0 0 0 0 0 0

Graspieper 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Grutto 17 11 11 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Kievit 79 62 44 18 70.97 15 0 1 1 0 1

Krakeend 1 0 0 0 0.00 0 0 0 0 0 0

Kwartel 2 0 0 0 0.00 0 0 0 0 0 0

Meerkoet 2 2 2 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Patrijs 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Scholekster 13 10 8 2 80.00 1 0 0 0 0 1

Tureluur 4 3 3 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Veldleeuwerik 4 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Waterhoen 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Wulp 15 12 11 1 90.91 0 0 0 0 0 1

Totaal 142 105 84 21 80 16 0 1 1 0 3

Page 39: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Jaarverslag ’13

39

NB25 ˘ Raamsdonk: visarend en eigenwijze boerenzwaluwenWaar in het verleden 4 zoekgroepen actief waren in het buitengebied van Raamsdonk en omgeving zijn nu alleen nog gegevens van de zoekgroep Overdiep aangeleverd. De vrijwilligers vonden 9 legsels, 7 van kieviten, 1 schol-ekster- en een wulpenlegsel. Het eerste ei werd een maand later gevonden dan normaal, maar het seizoen liep wel langer door. 6 kieviten en een wulp wisten het legsel uit te broeden. Heel bijzonder was de aanwezigheid van een visarend in het gebied. Voor de boerenzwaluwen zijn nestkastjes opgehangen, maar daar werd geen gebruik van gemaakt, de 25 paar luchtacrobaatjes verkozen onverwacht maar massaal een nieuw gebouwde stal.

NB26 ˘ WVG Ravenstein: gruttobolwerk! Met iets meer gevonden legsels en een iets lager uitkomstpercentage lijken de resultaten van de Ravensteinse beschermers ongeveer gelijk aan die van 2012: in totaal 105 legsels kwamen uit. Toch is er iets bijzonders aan de hand want de lijst toont maar liefst 15 gevonden gruttolegsels, 11 meer dan vorig jaar! Voor een deel kan dit ver-klaard worden doordat de lotgevallen nu ook in de percelen waar laat gemaaid wordt beter worden bijgehouden en er adequater administratie wordt gevoerd. Maar de biotoopverbeterende maatregelen die in het hele collectief beheergebied ‘de Beerse Overlaat’ genomen zijn zullen ook van invloed zijn. Ook bijzonder was de vondst van 3 patrijzenlegsels, die allen uitkwamen. Op 3 plaatsen in het gebied vond de groep agrariërs bereid om braak-stroken aan te leggen ten behoeve van de pilot ‘Maatregelen voor kievit op bouwland’. Dit zorgde voor voedsel en dekking voor de kievitkuikens in het gebied, zodat ook zij komend jaar hopelijk deel kunnen nemen aan het reproductieproces.

Soort Totaal Bekend Uit Niet uit % uit Pred. Bew. Werk. Verl. Ov. Onb.

Gele kwikstaart 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Grutto 15 15 13 2 86.67 1 0 1 0 0 0

Kievit 96 96 69 27 71.88 13 0 10 2 1 1

Patrijs 3 3 3 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Scholekster 13 13 13 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Wulp 9 9 6 3 66.67 1 0 2 0 0 0

Totaal 137 137 105 32 76.64 15 0 13 2 1 1

NB27 ˘ WBG Reusel - De Mierden: succesvol jaar voor actieve groepNa een flinke dip de afgelopen jaren ging het in 2013 gelukkig weer beter met de weidevogels in Reusel - De Mierden. Er kwamen in totaal bijna 100 legsels meer uit dan in 2012 en het uitkomstpercentage was met 87% een record! Ook het aantal gevonden gruttolegsels (9) was hoger dan ooit. De groep heeft dan ook alles uit de kast gehaald om de omstandigheden te verbeteren. Op 3 plaatsen werd deelgenomen aan de pilot ‘Maatregelen voor de kievit’ en werden bewerkingen uitgesteld en braakranden aangelegd. Ook werden door de groep maatregelen voor de patrijs genomen op grond die de gemeente ter beschikking stelde voor het aanleggen van braakranden en het inzaaien van graanranden met oude graanrassen. Dat er van de 223 gevonden kievitlegsels slechts 3 verloren gingen door bewerkingen geeft de goede samenwerking met de boeren weer. Het is jammer dat er niet veel beschermingshandelingen zijn genoteerd. De groep heeft een prachtige eigen website vol nieuws, mooie foto’s en interessante weetjes. Daarop is te zien dat ‘Weidevogelwerkgroep Reusel - De Mierden’ zich niet alleen op weide vogels richt, maar bijvoorbeeld ook op de boerenzwaluw, en o.a. poelen en wandelpaden onderhoudt!

Page 40: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

40

Soort Totaal Bekend Uit Niet uit % uit Pred. Bew. Werk. Verl. Ov. Onb.

Geelgors 5 5 5 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Grutto 9 9 7 2 77.78 0 0 2 0 0 0

Kievit 223 217 184 33 84.79 17 0 3 12 0 1

Kleine plevier 6 6 6 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Meerkoet 9 9 9 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Patrijs 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Roodb.tapuit 3 3 3 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Scholekster 17 17 16 1 94.12 0 0 0 0 0 1

Waterhoen 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Wilde eend 4 4 4 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Wulp 15 15 14 1 93.33 0 0 0 1 0 0

Totaal 293 287 250 37 87.11 17 0 5 13 0 2

NB29 ˘ WVG Rooi: meerijden op de trekkerHet aantal weidevogellegsels in het zoekgebied van de Rooise weidevogelgroep ligt al vele jaren rond de 80, een hele prestatie nu op veel plaatsen het broedsucces terugloopt. Het gebied ligt in collectief beheergebied ‘de Schijndelse heide’. Op 2 percelen werd deelgenomen aan de pilot ‘Maatregelen voor de kievit’, met uitgestelde bewerkingen en braakstroken. Het uitkomstpercentage was daar gelijk aan dat van de reguliere percelen, maar de kuikens maakten wel gebruik van de braakstroken om dekking te zoeken en te foerageren. Een vrijwilliger reed mee op de trekker tijdens werkzaamheden en kon zo maar liefst 20 kievitkuikens redden. Dit is een gevolg van de verbeterde contacten met loonwerkers waar de groep hard aan gewerkt heeft. Ook het feit dat de vrijwilligers dit jaar minder vaak de percelen op gingen droeg bij aan het hoge uitkomstpercentage van 87%. De lijst telt enkele gruttolegsels minder, maar die lagen dit jaar net over de grens, bij de buurgroep Schijndel. Een persbericht waarin de basiscursus weidevogelbescherming werd aangekondigd zorgde voor 3 nieuwe vrijwilligers.

Soort Totaal Bekend Uit Niet uit % uit Pred. Bew. Werk. Verl. Ov. Onb.

Grutto 3 3 3 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Kievit 69 65 57 8 87.69 1 0 0 7 0 0

Scholekster 4 4 3 1 75.00 0 0 0 1 0 0

Wulp 4 3 2 1 66.67 0 0 0 0 0 1

Totaal 80 75 65 10 86.67 1 0 0 8 0 1

NB30 ˘ WVG Sint Oedenrode: Fries bezoek en wulpentrioOok dit jaar nam het aantal gevonden legsels weer iets toe bij Weidevogelgroep Sint Oedenrode, naar 137 in totaal, waarvan 12 wulpenlegsels. De wulpen hadden bij 8 boeren maar liefst 10 ha. aan rustzones ter beschikking. Dit toont aan dat ook deze groep een goed contact met de agrariërs heeft. Heel bijzonder was het wulpenmannetje met 2 vrouwtjes, die samen 6 eieren uit wisten te broeden! De groep heeft veel moeite gedaan een agrariër waar 6 grutto’s broedden te bewegen mee te doen aan weidevogelbescherming, helaas tevergeefs. Hopelijk kan de begeleidingsgroep van het weidevogelconvenant komend seizoen hulp bieden. Op enkele percelen broedden

Page 41: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Jaarverslag ’13

41

volgens de groep erg veel Friese kieviten, die waarschijnlijk uitweken voor de kou in het Noorden. Hopelijk is het de Friezen zo goed bevallen dat ze komend seizoen terugkomen! Helaas gingen nogal wat legsels verloren: 22 door predatie, 5 werden verlaten en, ondanks de goede contacten binnen de groep, 18 door werkzaamheden. De groep probeert daarom de betrokkenheid van de loonwerkers te vergroten.

Soort Totaal Bekend Uit Niet uit % uit Pred. Bew. Werk. Verl. Ov. Onb.

Grutto 3 3 1 2 33.33 0 0 2 0 0 0

Kievit 114 114 75 39 65.79 19 0 15 5 0 0

Scholekster 8 8 6 2 75.00 2 0 0 0 0 0

Wulp 12 12 10 2 83.33 1 0 1 0 0 0

Totaal 137 137 92 45 67.15 22 0 18 5 0 0

NB31 ˘ Stijbeemden: veel nieuwe soortenEen en al goed nieuws van de groep die actief is in de Stijbeemden. De vorig jaar nog ernstige zieke coördinator Henk van Grinsven knapte gelukkig weer zo goed op dat hij weer actief is in het veld, en dat had effect! De lijst van gevonden legsels liegt er niet om. Het totaal aantal is met 112 stuks het beste sinds 5 jaar. Het aantal soorten overstijgt met 17 alle verwachtingen. Was bij de meeste groepen het merendeel van de legsels van kieviten, in de Stijbeemden behoorde ruim 75% van de legsels toe aan andere soorten, waaronder veldleeuwerik, patrijs en diverse eendensoorten. Natuurlijk is al dit succes niet toe te schrijven aan één man, ook de andere vrijwilligers hebben hun steentje bijgedragen en de biotoopverbeterende maatregelen die in het hele gebied ‘de Beerse Overlaat’ zijn genomen lijken hun vruchten af te werpen. Het uitkomstpercentage van 93% is een belofte voor de toekomst!

Soort Totaal Bekend Uit Niet uit % uit Pred. Bew. Werk. Verl. Ov. Onb.

Gele kwikstaart 7 7 7 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Graspieper 3 3 3 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Grutto 9 9 6 3 66.67 0 0 2 1 0 0

Kievit 27 27 22 5 81.48 1 0 0 1 0 3

Krakeend 6 6 6 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Kuifeend 5 5 5 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Kwartel 5 5 5 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Meerkoet 7 7 7 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Patrijs 4 4 4 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Rietgors 7 7 7 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Roodb.tapuit 4 4 4 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Scholekster 2 2 2 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Tureluur 2 2 2 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Veldleeuwerik 8 8 8 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Waterhoen 3 3 3 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Wilde eend 11 11 11 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Wulp 2 2 2 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Totaal 112 112 104 8 92.86 1 0 2 2 0 3

Page 42: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

42

NB32 ˘ Vliegbasis Gilze-Rijen: helikopters en veldleeuwerikenGelukkig is ook op de diverse luchtmachtbases in Brabant oog voor (weide)vogels, al is die aandacht uiteraard vooral gericht op de vliegveiligheid. Andries Pen zorgde er altijd voor dat er toch een beschermend karakter werd gegeven aan die aandacht. Helaas is hij vanaf 2014 niet meer werkzaam op de vliegbasis, maar hij heeft wel goede instructie gegeven aan zijn opvolgers. Op vliegbasis Gilze-Rijen zijn de volgende weidevogelbroedparen geïnven-tariseerd: 71 paar veldleeuweriken, 6 paar wulpen, 2 paar graspiepers, 2 paar kwartels, 1 paar gele kwikstaarten, 1 paar scholeksters, 1 kieviten- en 1 patrijzenpaar. Net als op de vliegbasis Eindhoven viel het aantal veldleeuweriken veel lager uit dan vorig jaar (125 paar), maar is toch nog altijd spectaculair te noemen. Het is te hopen dat de sterke daling een halt toegeroepen kan worden.

NB33 ˘ BCU Vliegbasis Eindhoven: vogels, vliegveiligheid en scholeksters op grote hoogte De vogelmannen op de luchtmachtbasis Eindhoven hebben interesse in ‘alles wat vliegt’ en zo krijgen behalve de vliegveiligheid ook de vogels op de basis de nodige aandacht. Samen met een unieke ligging en beheer heeft dit geleid tot een waar veldleeuwerikbolwerk. 2013 was een teleurstellend jaar voor de weidevogels en de broed-vogels van het verschraald grasland op de vliegbasis Eindhoven. Helaas moesten 2 legsels worden geschud i.v.m. de vliegveiligheid. Er werden 5 scholeksterlegsels genoteerd, waarvan één op een hangaar 35 meter hoog! De legsels kwamen allen uit, net als het legsel van een kleine plevier. Ook 10 roodborsttapuiten broedden op het terrein. De veldleeuweriken op de vliegbasis laten een flinke terugval zien, van 125 broedparen in 2012 naar 65 broedparen in 2013. Tijdens de inventarisatie eind mei werden 328 exemplaren geteld (normaal plm. 600), op ca. 25 ha. nog altijd behoorlijke dichtheden. Heel bijzonder was de velduil die regelmatig op de basis werd waargenomen tijdens het broedseizoen.

NB35 ˘ WBG Waalre: slaapstand? Met 20 kieviten en 15 wulpen in het zoekgebied begon broedseizoen 2013 veelbelovend in Waalre, waar het jaar daarvoor helaas geen enkel legsel uitkwam. Door de aanhoudende kou trokken nagenoeg alle vogels echter weer weg. Slechts 2 kieviten en 1 scholekster kwamen tot broeden, van 1 kievit zijn gelukkig wel jongen gezien. De andere legsels werden gepredeerd. De groep overweegt om ‘in de slaapstand’ te gaan, om weer onmiddellijk wakker te worden als er toch weer vogels actief worden in het gebied.

NB38 ˘ Vereniging voor Vogel- en Natuurbescherming Etten-Leur: daling gestopt!Gelukkig hebben de vrijwilligers in Etten-Leur het aantal broedgevallen in hun gebied niet nog verder zien dalen. Er werden 35 legsels gevonden, 31 van kieviten en 4 van scholeksters. Hiervan kwamen er in totaal 18 uit, 1 meer dan in 2012. Het uitkomstpercentage is met 56% echter nog erg laag, wat vaak voorkomt als er zo weinig paren bij elkaar broeden. Het is dan erg moeilijk voor de broedvogels om predatoren te weren uit het gebied. De groep was ook op een andere manier actief met beschermingswerk: er werd bezwaar aangetekend tegen de voorgenomen bouw van windmolens in het gebied. Helaas maar begrijpelijk daalt de motivatie onder de vrijwilligers nog steeds. Maar hopelijk lukt het de groep om de kleine aantallen weidevogels in Etten-Leur de bescherming te blijven geven die zij zo hard nodig hebben.

NB39 ˘ WWB Zuidoost-Brabant: vergrijzingHoewel de inzet en ervaring van de vrijwilligers van een van de grootste groepen in Brabant Werkgroep Weide-vogelbescherming Zuidoost-Brabant er niet om liegt, is het aantal legsels enorm teruggelopen. Werden er in 2008 nog een kleine 1000 legsels genoteerd, in 2013 bleef de teller steken op 332. Nog steeds een respectabel aantal, maar de verhouding tussen het aantal legsels en de belopen hectares is in 5 jaar afgenomen van 1 legsel per 1,5 ha naar 1 legsel per 3,2 ha. Door het overlijden van een aantal vrijwilligers kon een deel van het gebied helaas niet worden bezocht, waardoor waarschijnlijk zo’n 80 legsels zijn gemist. Hoewel de predatiedruk in sommige deel-gebieden hoog was, zou het gemiddelde uitkomstpercentage over de afgelopen jaren genoeg moeten zijn om

Page 43: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Jaarverslag ’13

43

de populatie op peil te houden. Toch lopen de aantallen terug. Het probleem zit hem dus hoogstwaarschijnlijk in de kuikenfase. Door gebrek aan foerageer- en schuilgelegenheid worden lang niet voldoende kuikens vliegvlug. Hierdoor vergrijst de populatie. De groep noemt eenzijdigheid van de landbouw als hoofdoorzaak. Een ander probleem in 2013 was de aanhoudende kou. Aanvankelijk lieten zich grotere aantallen broedvogels zien in het gebied, maar de meeste vogels trokken weer weg. De lijst van gevonden legsels toont maar liefst 13 soorten, wat aantoont dat er erg goede zoekers onder de vrijwilligers zijn. Op 1 plaats kon een rustzone worden aangelegd voor een kritische soort. Hopelijk kan er, via diverse subsidieregelingen, in de toekomst verder gewerkt worden aan verbetering van het kuikenbiotoop, waardoor de vergrijzing van de eens zo mooie populatie weidevogels een halt kan worden toegeroepen. Ter verbreding richt de groep zich succesvol op de boerenzwaluwen in haar werkgebied.

Soort Totaal Bekend Uit Niet uit % uit Pred. Bew. Werk. Verl. Ov. Onb.

Fazant 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Geelgors 5 5 5 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Gele kwikstaart 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Grutto 5 5 5 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Kievit 275 273 198 75 72.53 41 0 20 7 0 7

Meerkoet 1 0 0 0 0.00 0 0 0 0 0 0

Patrijs 2 2 1 1 50.00 1 0 0 0 0 0

Roodb.tapuit 7 7 7 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Scholekster 19 19 15 4 78.95 4 0 0 0 0 0

Veldleeuwerik 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Waterhoen 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Wilde eend 4 4 3 1 75.00 0 0 0 1 0 0

Wulp 10 10 4 6 40.00 4 0 0 2 0 0

Totaal 332 329 242 87 73.56 50 0 20 10 0 7

NB41 ˘ Werkgroep Natuur en Milieu Hilvarenbeek: neergaande lijn omgebogen De kieviten kwamen aan in het broedgebied, maar gingen ook weer weg. Pas eind april werd een eerste legsel gevonden: een ramp leek zich te voltrekken in het beschermingsgebied van de vrijwilligers in Hilvarenbeek. Bijna alle vogels bleven weg… Tot in mei plots meer kieviten dan vorig jaar broedactiviteit vertoonden! De neergaande lijn van de afgelopen jaren is doorbroken. Met een totaal van 61 kievit- en 9 scholeksterlegsels werden 20 legsels meer dan vorig jaar gevonden. De groep, die probeert meer deelgebiedjes te bezoeken, meldt een ‘supersamen-werking’ met boeren in het gebied. Boeren verleggen de legsels zelf tijdens werkzaamheden. Er was in 2013 weinig predatie. Het uitkomstpercentage was met ruim 81% dan ook hoog, net zoals in andere jaren.

Soort Totaal Bekend Uit Niet uit % uit Pred. Bew. Werk. Verl. Ov. Onb.

Kievit 61 61 48 13 78.69 6 0 2 1 0 4

Scholekster 9 9 9 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Totaal 70 70 57 13 81.43 6 0 2 1 0 4

Page 44: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

44

NB44 ˘ WBG Sint Anthonis: eenmanszaak met uitbreidingsplannen Het aantal beschermde legsels in Sint Anthonis is in 2013 tot een minimum gedaald. Dat 4 van de 6 kievitlegsels werden gepredeerd is dan ook niet verwonderlijk. De enige scholekster in het gebied wist haar legsel gelukkig uit te broeden. Het aantal vrijwilligers daalde eveneens, waardoor een soort ‘eenmanszaak’ is ontstaan, die de komende jaren graag wil uitbreiden richting Mill / Wanrooij.

NB45 ˘ WVG De Duinboeren Cromvoirt: meer legsels, hoger uitkomstpercentageBij deze goed georganiseerde groep ging het voor het eerst sinds vele jaren weer goed met de weidevogels. Tussen 2006 en 2012 was het uitkomstpercentage steeds erg laag: 36 tot 57%. In 2013 kwam een recordaantal van 82 legsels uit, ruim 75% van de gevonden legsels, een prachtig resultaat! Dit kwam vooral door het veel lagere predatiecijfer. Werden er in 2012 nog 35 legsels verorberd door vooral kraaien, nu waren dat er 11. De groep zorgde ervoor om niet de akkers op te gaan bij koud of nat weer, om de vele kuikens die in het zoekgebied gezien werden niet te storen. Helaas gingen door een fikse communicatiefout een aantal gruttokuikens verloren bij het maaien. Een misser die indruk maakte op de betrokken boer, vrijwilligers en gebiedscoördinator, waardoor dit zich niet snel nogmaals kan herhalen. Sinds enkele jaren werkt de groep samen met de HAS Hogeschool. Studenten bestudeerden afgelopen jaar het foerageergedrag van weidevogels. Dit schooljaar doen 8 studenten onderzoek naar bodemleven in de Vughtse Gement. Ook onderzoekt de groep de relatie tussen gewastype en -hoogte en de vestiging van weidevogels. Het convenant dat geldt in het werkgebied wordt op dit moment vernieuwd, waarbij de gemeente Heusden zich beraadt op toetreding. Dit zou een waardevolle aanvulling zijn. De weidevogels in Drunen zouden hiermee dezelfde bescherming krijgen als de weidevogels in de aangrenzende Vughtse Gement.

Soort Totaal Bekend Uit Niet uit % uit Pred. Bew. Werk. Verl. Ov. Onb.

Grutto 3 2 1 1 50.00 0 0 0 0 0 1

Kievit 104 98 73 25 74.49 10 2 1 8 0 4

Kleine plevier 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Patrijs 1 0 0 0 0.00 0 0 0 0 0 0

Scholekster 7 7 7 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Wulp 3 1 0 1 0.00 1 0 0 0 0 0

Totaal 119 109 82 27 75.23 11 2 1 8 0 5

NB47 ˘ WBG Waalwijk: succesvol ondanks rapers? De vrijwilligers uit Waalwijk beleefden een druk beschermingsseizoen. Vanwege de kou werden akkers laat bewerkt en sommige legsels moesten in korte tijd meerdere keren, met behulp van mandjes, verlegd worden. Door alle drukte op de percelen begonnen sommige kieviten pas na de bewerkingen met broeden en in juli en augustus werden nog jonge kieviten en scholeksters gezien. Helaas verdwenen ruim 30 legsels, mogelijk door rapers. Omdat de groep in 2013 meer legsels van kritische soorten verwachtte werd een ‘grasgroep’ ingesteld, die helaas nauwelijks legsels vond. Wel werd een patrijzennest gevonden waarvan ook jongen zijn gezien. Al met al kan met 195 legsels waarvan gelukkig toch nog 71% uitkwam van een geslaagd beschermingsseizoen worden gesproken.

Page 45: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Jaarverslag ’13

45

Soort Totaal Bekend Uit Niet uit % uit Pred. Bew. Werk. Verl. Ov. Onb.

Canadese gans 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Grutto 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Kievit 176 175 123 52 70.29 33 0 6 4 0 9

Meerkoet 3 3 1 2 33.33 0 0 0 0 0 2

Patrijs 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Scholekster 12 12 9 3 75.00 2 0 0 0 0 1

Wulp 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Totaal 195 194 137 57 70.62 35 0 6 4 0 12

NB49 ˘ Alphen-Chaam-Gilze: beter seizoen ondanks eier- en kuikenroofDeze groep, onder de bezielende coördinatie van de zussen Maaike Riemslag en Annet Cleijsen, kon na een aantal jaren van terugloop gelukkig een stijging van het aantal uitgekomen legsels van maar liefst 22% noteren! Deze stijging komt vooral voor rekening van die soort die de laatste jaren juist aanzienlijk afnam: de kievit. Er wordt hier dan ook hard gewerkt aan verbetering van het broed- en kuikenbiotoop door middel van de door de groep zelf bedachte maatregelen: uitgestelde bewerkingen en braakranden voor kuikens. Des te schrijnender was het daarom dat een aantal lang bebroede legsels en zelfs kievitkuikens werden ontvreemd van juist díe percelen waar deze maatregelen werden genomen. De groep had het daar uiteraard moeilijk mee! Er is door de toezicht-houdende instanties gelukkig een onderzoek opgestart, zodat dit hopelijk komend seizoen niet meer voorkomt. Kritische soorten als grutto en wulp hadden het ook moeilijk, vanwege de droogte. Het aantal gevonden legsels van deze soorten was in 2013 aanzienlijk lager dan voorgaande jaren, maar dankzij de aangelegde rustzones was het uitkomstpercentage gelukkig hoog. Na een afwezigheid van 3 jaar is de vondst van 4 patrijzenlegsels, die allen uit kwamen, opvallend. Met een uitkomstpercentage van ruim 86% over alle gevonden legsels een resultaat dat weer hoop geeft voor de toekomst!

Soort Totaal Bekend Uit Niet uit % uit Pred. Bew. Werk. Verl. Ov. Onb.

Gele kwikstaart 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Graspieper 1 0 0 0 0.00 0 0 0 0 0 0

Grutto 10 6 6 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Kievit 174 156 132 24 84.62 13 0 2 8 0 1

Patrijs 4 4 4 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Scholekster 17 15 14 1 93.33 0 0 0 0 0 1

Tureluur 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Veldleeuwerik 1 0 0 0 0.00 0 0 0 0 0 0

Wilde eend 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Wulp 17 15 13 2 86.67 0 1 1 0 0 0

Totaal 227 199 172 27 86.43 13 1 3 8 0 2

Page 46: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

46

NB51 ˘ VWG Haaren: knappe samenwerkingGelukkig ging het ook in het werkgebied van de Haarense beschermers weer ietsje beter met de weidevogels. Daalde het aantal uitgekomen legsels in 2012 tot slechts 8, in 2013 kropen kuikens uit het ei in tenminste 1 grutto- en 10 kievitnesten. De 2 scholeksterlegsels werden helaas gepredeerd, net zoals 2 kievitlegsels. Legsels werden beschermd bij bemesten, ploegen, zaaien en gewasbescherming. Hierbij ging geen enkel legsel verloren. Een knappe samenwerking tussen de boeren en vrijwilligers binnen deze enthousiaste groep.

NB52 ˘ ANV Drimmelen: weer meer legsels en op zoek naar jonge vrijwilligersNadat de samenvoeging met de groep uit Made in 2012 voor een aanzienlijke toename van het aantal gevonden legsels zorgde voor de beschermingsgroep van de ANV Drimmelen, werd in 2013 opnieuw een record gebroken. Het totaal aantal legsels steeg van 60 naar 75, met een uitkomstpercentage van 81%: een mooi resultaat. Opvallend was dat veel kieviten, zoals bij wel meer groepen, geclusterd zaten op één perceel. Van nagenoeg alle gevonden legsels is het uitkomstresultaat bekend, een goede ontwikkeling. Vanwege de nieuwe technieken die het mogelijk maken het beschermingswerk nog verder te verbeteren is de groep naarstig op zoek naar jonge aanwas. Een enthousiast persbericht, waarin zowel melding wordt gemaakt van de geboekte successen als van de mogelijk-heid om met o.a. GPS-apparatuur aan de slag te gaan, zou kunnen zorgen voor aanmelding van enkele (jongere) vrijwilligers.

Soort Totaal Bekend Uit Niet uit % uit Pred. Bew. Werk. Verl. Ov. Onb.

Grutto 2 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Kievit 67 67 54 13 80.60 4 0 1 1 0 7

Krakeend 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Meerkoet 1 1 0 1 0.00 0 0 0 1 0 0

Scholekster 3 3 3 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Wilde eend 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Totaal 75 74 60 14 81.08 4 0 1 2 0 7

NB54 ˘ WVG Boerdonk: administrateur gezocht De vrijwilligers van weidevogelgroep Boerdonk beleefden een goed jaar. Hoe goed precies is niet helemaal duidelijk omdat er nogal wat misging met de administratie. Hierdoor kwamen wel erg grote aantallen kievit- en ook wulpen-legsels in het systeem terecht. Naar schatting zijn legsels van ongeveer 80 kieviten, 3 scholeksters en een behoorlijk aantal wulpen gevonden. In totaal gingen in elk geval niet meer dan 2 legsels verloren door werkzaamheden, wat een goed resultaat is van de beschermingswerkzaamheden. Een aantal kievitlegsels werd gepredeerd. Binnen de groep is behoefte aan toetreding van een nieuwe coördinator die goed overweg kan met de administratie rond het beschermingswerk. Waarschijnlijk gaat dat komend seizoen gebeuren.

NB55 ˘ Weidevogelgroep Deurne: broeden tussen de coniferenDe 14 vrijwilligers uit Deurne vonden in totaal 33 legsels, 5 minder dan in 2012. Met een prachtig uitkomstpercen-tage van 91% kwam slechts 1 legsel minder uit. Het merendeel betrof kieviten (31). De laatste grutto in het gebied kwam niet tot broeden. Wel werd een legsel van wilde eend en van een scholekster gevonden. Beide kwamen uit. Op een perceel dat was ontsmet werd al 2 jaar geen enkel legsel meer gevonden. Opvallend was dat 6 kievitlegsels tussen coniferen op een kwekerij werden gevonden. Ondanks de vele schoffel-activiteiten kwamen ze alle 6 uit.

Page 47: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Jaarverslag ’13

47

NB56 ˘ WVG Weimeren: langzaam maar zeker weer hogere aantallenGelukkig werden ook in 2013 weer iets meer legsels gevonden in Weimeren. Daaronder 24 kievitlegsels, waarvan er 19 uitkwamen, 4 gingen verloren door onbekende oorzaak. Van de 6 scholeksterlegsels kwamen er ten minste 3 uit. Nieuw was de vondst van het legsel van een kleine plevier. Het nestje kwam uit. Het aantal broedende grutto’s steeg gelukkig weer van 2 naar 4, waarvoor de groep 3 riante rustzones regelde. Daarin kwam 1 legsel met zekerheid uit, van de anderen kon dat niet worden vastgesteld zonder de grutto’s teveel te verstoren.

NB57 ˘ WVG Asten: spectaculaire groei!De 11 vrijwilligers in Asten, die bij 16 agrariërs op 320 ha aan bescherming doen, beleefden in 2013 een succesvol jaar. Het aantal gevonden legsels steeg van 30 naar maar liefst 53, waarvan 85% uitkwam. Dit kan voor een deel een gevolg zijn van het broedsucces van vorig jaar, toen 96% van de legsels uit kwam. De 2 grutto’s in het gebied wisten hun legsels uit te broeden, en hoewel de groep geen jongen heeft gezien, vertoonden de volwassen vogels duide-lijk jongen-indicerend gedrag. In een hoek waar ‘toevallig’ lang gras stond werden jonge grutto’s en wulpen aan-getroffen, wat aangeeft hoe belangrijk zulke lang-gras-percelen zijn. Opvallend was dat, net zoals bij veel andere groepen, er veel meer kieviten dan andere jaren op gras broedden.

Soort Totaal Bekend Uit Niet uit % uit Pred. Bew. Werk. Verl. Ov. Onb.

Grutto 2 2 2 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Kievit 46 46 39 7 84.78 1 0 2 1 1 2

Scholekster 1 1 1 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Wulp 4 4 3 1 75.00 1 0 0 0 0 0

Totaal 53 53 45 8 84.91 2 0 2 1 1 2

NB59 ˘ Summers Landschap: enthousiast aan de slagIn 2013 startte een nieuwe weidevogelbeschermingsgroep in Brabant: Weidevogelgroep Summers Landschap. De groep komt voort uit Stichting Summers Landschap, die zich inzet voor de instandhouding en verbetering van de natuur en het agrarisch cultuurlandschap in Someren en omgeving. Vol enthousiasme ging de groep met enkele vrijwilligers onder coördinatie van Cees van de Velden aan de slag. Zo’n 40 legsels van kieviten werden opgespoord. Helaas kwam door diverse oorzaken maar een klein percentage uit. Daarvan werden de jongen wel groot en dat is waar het allemaal om draait! De groep kon 2 braakstroken aan laten leggen, wat de kuiken-overleving zeker ten goede zal zijn gekomen. Het begin is gemaakt en de groep wil volgend jaar graag verder!

Page 48: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

48

Bijlage 1 ˘ Coördinatie en ondersteuning

Naam Functie Telefoon

Jochem Sloothaak Provinciaal coördinator Coördinatiepunt LB 06 308 539 96

Arjen Stoop Veldmedewerker Coördinatiepunt LB West 06 105 217 70

Karel Voets Veldmedewerker Coördinatiepunt LB Midden 06 523 188 37

Marco Renes Veldmedewerker Coördinatiepunt LB Oost 06 523 188 41

Willem Veenhuizen Veldbegeleiding West 06 106 904 77

Anja Popelier Veldbegeleiding Midden 06 105 909 68

Marco Renes Veldbegeleiding Oost 06 523 188 41

Bijlagen

Bijlage 2 ˘ Contactgegevens weidevogelgroepen

West-Brabant Groeps-nummer

Contactpersoon E-mail Telefoon Straat Postcode Plaats

NBV Altenatuur NB09 Len Bruining [email protected] 0416 39 23 73 Van Gendtstraat 14a 4271 AM Dussen

Natuur- en Milieuvereniging Teteringen

NB11 Gonnie Werner [email protected] 076 58 12 734 Kouterstraat 12 4847 EV Teteringen

Natuurwerkgroep Gemeente Rucphen

NB12 Jan Kiewit [email protected] 076 50 33 630 Moeskes 1 4871 AE Etten-Leur

Vogel- en Natuurwerkgroep Zundert

NB16 Marcel van Nijnatten [email protected] 076 59 75 260 W. Pastoorstraat 16 4881 BR Zundert

WBE Baarle-Nassau NB18 Geert Adams geen email 013 51 99 255 Bartelbaan 2a 5113 TB Ulicoten

WBG Raamsdonk NB25

- loopgroep Slagenland NB25 P. Kuijsters [email protected] 0162 51 30 10 Heemraadsingel 1 4944 VC Raamsdonk

- loopgroep Zomerdijk NB25 Jan van Haperen 0162 51 39 18 Julianalaan 63 4941 JB Raamsdonksveer

- loopgroep Overdiep NB25 Frans Van Der Wijst [email protected] 0162 45 66 10 A. Bloemaerthoek 6 4907 RD Oosterhout

IVN Etten-Leur NB38 Piet Westerhof [email protected] 0165 322624 Watergraaflaan 64 4731 WM Oudenbosch

WBG Waalwijk NB47 Harry Keijzer [email protected] 0416 33 51 56 Jan Steenstraat 30 5143 GR Waalwijk

WBG Waalwijk NB47 Henk Bergmans [email protected] 0416 33 88 56 Dr. Kuyperlaan 50 5142 TD Waalwijk

WVG Alphen - Chaam - Gilze NB49 Annet Cleijsen-Ansems [email protected] 0161 45 54 16 Groenvoort 5 5126 EH Gilze

WVG Alphen - Chaam - Gilze NB49 Maaike Riemslag [email protected] 0161 45 28 94 Langereit 13 5126 NG Gilze

ANV Drimmelen NB52 Niels Mureau [email protected] 0162 68 11 40 Scheerbiesstraat 6 4845 PL Wagenberg

WVG Weimeren (Westbrabantse VWG)

NB56 Evelien Eversdijk [email protected] 06 539 302 13 Agaatstraat 40 4817 HJ Breda

Midden-Brabant Groeps-nummer

Contactpersoon E-mail Telefoon Straat Postcode Plaats

Weidevogelgroep Gestel NB10 Toon van der Steen [email protected] 06 362 112 96 Zeterdonk 3 5275 AK Den Dungen

WVG Schijndel e.o. NB13 Wil Hettema [email protected] 073 547 67 11 Piet Heinstraat 20 5481 GR Schijndel

Vogelwacht Paaldijk NB17 Jac Seijkens [email protected] 040 206 19 24 Halvenne 24 5595 HG Leende

WBG Reusel – De Mierden NB27 Piet Peijs [email protected] 0497 64 33 17 Horselaar 10 5541 GB Reusel

WVG Rooi NB29 Wil Foolen [email protected] 0413 47 56 02 Heistraat 17a 5491 BA Sint-Oedenrode

WVG Rooi NB29 Miranda Bos [email protected] 0413 47 49 57 Laurier 14 5491 KR Sint-Oedenrode

WVG St. Oedenrode NB30 Bert de Koning [email protected] 0413 473093 Corridor 4a 5492 HB Sint-Oedenrode

Vliegbasis Eindhoven NB33 Martin Vink [email protected] 040 28 96 468 Postbus 90102-MPC87A 5600 RA Eindhoven

WBG Waalre NB35 Gerbrand Rinzema [email protected] 040 21 15 233 Hippocrateslaan 13 5644 DV Eindhoven

WWB Esbeek NB37 Frank Hafkemeijer [email protected] 013 51 69 436 Tuldensedijk 6 5085 NB Esbeek

WWB Zuidoost-Brabant NB39 Henk Lepelaars [email protected] 0497 51 29 95 Molenpad  14 5524 BD  Steensel

WNM Hilvarenbeek e.o. NB41 Rien van Hoesel [email protected] 013 50 52 328 Bloemenstraat 18 5081 CS Hilvarenbeek

WVG Duinboeren Cromvoirt NB45 Rini van den Boer [email protected] 073 65 69 414 Beatrixlaan 24 5261 VE Vught

WVB Haaren NB51 Tiny Vermeer [email protected] 0411 62 18 42 Hoge Raam 5 5268 KK Helvoirt

Page 49: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Jaarverslag ’13

49

Oost-Brabant Groeps-nummer

Contactpersoon E-mail Telefoon Straat Postcode Plaats

IVN Cranendonck (De Kneuter)

NB03 Piet van de Eijnde [email protected] 0495 59 32 42 Margrietstraat 10 6026 VE Maarheeze

IVN De Groene Overlaat NB04 Maarten Hermens [email protected] 0485 32 14 40 Molenstraat 33 5431 BW Cuijk

Stichting Laarbeeks Land-schap

NB14 Willy van de Ven [email protected] 0499 42 26 74 De Schop 30 5737 JM Lieshout

Stichting Landschap Bakel-Gemert

NB15 Paul Kweens [email protected] 0492 36 64 72 Macropediusplant-soen 24

5421 RW Gemert

VWB Boekel-Venhorst NB20 Harrie Tielemans [email protected] 0492 32 23 09 Berkhoek 2 5427 ES Boekel

WBG Gastel NB21 Toon Peerlings geen email 0495 49 46 92 Heikant 6 6028 RC Gastel

WVG Gewandeweg NB22 Henk van Grunsven [email protected] 0412 40 21 57 St. Willibrordus-straat 9

5351 ED Berghem

WVG Lith NB23 Clemens Theunisse [email protected] 0412 48 23 06 Molenweg 12 5396 NA Lithoijen

WVB Maasdonk NB24 Gerard Gerrits [email protected] 073 53 24 691 Elzendreef 28 5386 GF Geffen

WVG Ravenstein NB26 Pierre de Kleijn [email protected] 0486 41 39 67 St. Wilbertstraat 24 5371 KR Demen

WVG Ravenstein NB27 Willy Hendriks [email protected] 0486 41 15 37 Laagstraat 4 5371 LE Ravenstein

WVG Stijbeemden NB31 Henk van Grunsven [email protected] 0412 40 21 57 St. Willibrordus-straat 9

5351 ED Berghem

WBG St. Anthonis NB44 Hans Stiphout [email protected] 0485 38 28 95 Randweg 15 5845 CX St. Anthonis

WVG Boerdonk NB54 Huub van Hees [email protected] 0413 21 16 49 Oudestraat 15 5469 KE Keldonk

WVG Deurne (VWG De Kulert) NB55 Bert Joppe [email protected] 0493 31 57 00 Huispad 4 5756 AE Vlierden

WVG Asten NB57 Herman Winkelmolen [email protected] 0493 69 83 32 Vlinkert 67 5725 AJ Heusden

WVG Summers Landschap NB59 Cees van der Velden [email protected] 0495 663438 Beliënberkdijk 38 5712 SE Someren

Bijlage 3 ˘ Overzicht resultaten Brabant 2013

Soort Totaal Bekend Uit Niet uit % uit Pred. Bew. Werk. Verl. Ov. Onb.

Bergeend 4 3 3 0 100,00 0 0 0 0 0 0

Bontbekplevier 1 1 1 0 100,00 0 0 0 0 0 0

Canadese gans 1 1 1 0 100,00 0 0 0 0 0 0

Eend onbekend 1 1 1 0 100,00 0 0 0 0 0 0

Fazant 6 6 6 0 100,00 0 0 0 0 0 0

Geelgors 10 10 10 0 100,00 0 0 0 0 0 0

Gele kwikstaart 21 17 17 0 100,00 0 0 0 0 0 0

Graspieper 6 4 4 0 100,00 0 0 0 0 0 0

Grutto 161 136 117 19 86,03 5 0 12 1 0 1

Kievit 2956 2656 2053 603 77,30 270 3 109 103 2 116

Kleine karekiet 1 0 0 0 0,00 0 0 0 0 0 0

Kleine plevier 12 12 12 0 100,00 0 0 0 0 0 0

Kluut 8 8 8 0 100,00 0 0 0 0 0 0

Knobbelzwaan 1 0 0 0 0,00 0 0 0 0 0 0

Krakeend 8 7 7 0 100,00 0 0 0 0 0 0

Kuifeend 5 5 5 0 100,00 0 0 0 0 0 0

Kwartel 7 5 5 0 100,00 0 0 0 0 0 0

Meerkoet 25 23 20 3 86,96 0 0 0 1 0 2

Patrijs 42 38 34 4 89,47 1 0 3 0 0 0

Rietgors 8 8 8 0 100,00 0 0 0 0 0 0

Roodb.tapuit 22 19 19 0 100,00 0 0 0 0 0 0

Scholekster 270 238 204 34 85,71 19 0 1 5 1 8

Slobeend 5 5 5 0 100,00 0 0 0 0 0 0

Tureluur 24 19 19 0 100,00 0 0 0 0 0 0

Veldleeuwerik 18 12 11 1 91,67 0 0 1 0 0 0

Waterhoen 6 6 6 0 100,00 0 0 0 0 0 0

Watersnip 1 1 1 0 100,00 0 0 0 0 0 0

Wilde eend 33 32 31 1 96,88 0 0 0 1 0 0

Wulp 183 148 111 37 75,00 25 1 6 4 0 1

Totaal 3846 3421 2719 702 79.48 320 4 132 115 3 128

vervolg bijlage 2 ˘ Contactgegevens weidevogelgroepen

Page 50: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

50

Bijlage 4 ˘ Beschermingsactiviteit per soort 2013

Soort aan-aarden

bemesten gewas bescherming beweiden maaien overige activiteiten

ploegen/eggen rollen/slepen

zaaien/poten Totaal

Fazant 1 1

Gele kwikstaart 1 1

Grutto 8 1 3 18 1 4 35

Kievit 41 235 127 3 62 34 400 19 266 1187

Kleine plevier

Kwartel 2 2

Meerkoet 1 1 2

Patrijs

Scholekster 2 12 28 5 26 13 86

Tureluur 1 1 2

Veldleeuwerik 1 3 4

Watersnip 1 1

Wilde eend 1 1 3 5

Wulp 7 2 28 1 1 39

Totaal 43 263 158 9 119 40 433 21 279 1365

Bijlage 5 ˘ Uitkomstpercentage en verliesoorzaken per beschermingsactiviteit 2013

Totaal Bekend Uit Niet uit % uit Predatie Beweiding Werkzaamheden Verlaten Overig Onbekend

Bij aanaarden 52 48 28 20 58.33 2 0 4 9 0 5

Bij bemesten 347 338 275 63 81.36 22 3 15 8 1 14

Bij gewasbescherming 238 236 215 21 91.10 9 0 1 8 0 3

Bij beweiden 12 8 8 0 100.00 0 0 0 0 0 0

Bij maaien 133 115 95 20 82.61 8 0 11 1 0 0

Bij overige activiteiten 58 58 48 10 82.76 4 0 2 4 0 0

Bij ploegen/eggen 514 506 376 130 74.31 60 0 29 23 0 18

Bij rollen/slepen 39 37 31 6 83.78 1 0 0 1 0 4

Bij zaaien/poten 333 323 247 76 76.47 22 0 16 17 0 21

Totaal 1726 1669 1323 346 79.27 128 3 78 71 1 65

Page 51: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

Jaarverslag ’13

51

Bijlage 4 ˘ Beschermingsactiviteit per soort 2013

Soort aan-aarden

bemesten gewas bescherming beweiden maaien overige activiteiten

ploegen/eggen rollen/slepen

zaaien/poten Totaal

Fazant 1 1

Gele kwikstaart 1 1

Grutto 8 1 3 18 1 4 35

Kievit 41 235 127 3 62 34 400 19 266 1187

Kleine plevier

Kwartel 2 2

Meerkoet 1 1 2

Patrijs

Scholekster 2 12 28 5 26 13 86

Tureluur 1 1 2

Veldleeuwerik 1 3 4

Watersnip 1 1

Wilde eend 1 1 3 5

Wulp 7 2 28 1 1 39

Totaal 43 263 158 9 119 40 433 21 279 1365

ColofonSamenstelling en eindredactie:

Coördinatiepunt Landschapsbeheer

Tekst:

J. Sloothaak, A. Popelier, A. Kelderman

Foto’s:

M. Renes, J. Sloothaak

Vormgeving:

x-hoogte, Tilburg

Drukwerk:

Gianotten Printed Media

Uitgave:

Haaren, februari 2014

Stichting Het Noordbrabants Landschap

Coördinatiepunt Landschapsbeheer

Postbus 80, 5076 ZH Haaren

Algemeen: 0411-622775

Coördinatiepunt Landschapsbeheer:

0411-664010

[email protected]

www.brabantslandschap.nl

Page 52: Jaarverslag weidevogelbescherming Brabant 2013

52

A D R E S

Postbus 80, 5076 ZH Haaren

Telefoon: 0411 66 40 10

Website: www.brabantslandschap.nl

E-mail: [email protected]

B E Z O E K A D R E S

Kasteelboerderij van Nemelaer

Kasteellaan 4 in Haaren