Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel...

56
ASSET MANAGEMENT Jaarverslag verantwoord beleggen 2017 BPF Slagers

Transcript of Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel...

Page 1: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

A S S E T M A N A G E M E N T

Jaarverslag verantwoord

beleggen 2017

BPF Slagers

Page 2: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 2

Het fonds wil een degelijk, duurzaam en betrouwbaar pensioenfonds zijn dat de financiële verplichtingen nu en in de toekomst waar kan maken. “Stichting De Samenwerking”, Pensioenfonds voor het Slagersbedrijf is hét pensioenfonds voor het slagersbedrijf. Het fonds streeft naar een goed pensioen tegen een zo stabiel mogelijke premie. Een goed en verantwoord beleggingsbeleid maakt dit mogelijk tegen een kostenefficiënte uitvoering. Het uitvoeren van de pensioenregeling geschiedt correct en maatschappelijk verantwoord. Het beleggingsbeleid sluit aan op de toekomstbestendigheid van het fonds, maar draagt tegelijkertijd bij aan een duurzame maatschappij. Daarnaast streeft het fonds naar een breed risicodraagvlak voor behoud van solidariteit en collectivi-teit. Het fonds wil zijn belanghebbenden actief betrekken bij de pensioenregeling. Transparantie en begrijpelijkheid staan hierbij voorop. Vertrouwen en deskun-digheid vormen de basis voor het handelen van het fonds.

Het fonds heeft eind 2016 zijn ESG-beleid opnieuw vastgesteld en de fiduciair manager gevraagd om hier uitvoering aan te geven. Hiertoe zijn verschil-lende activiteiten ondernomen in 2017, Hieronder is weergegeven op welke wijze invulling is gegeven aan het ESG-beleid.

INTEGRATIE

In de beleggingsprocessen van het fonds – met name bij de selectie en monitoring van vermogens-beheerders – wordt het effect van ESG factoren op de beleggingsrisico’s en het rendement expliciet meegewogen conform het gedefinieerde ESG beleid. Het fonds verwacht van haar vermogensbeheerders dat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel van het MVB-beleid van het fonds afwijkt en dat niet leidt tot te hoge risico’s.

UITSLUITING

Het uitsluitingsbeleid van het fonds voldoet aan de wettelijke verplichtingen en de aanvullende ESG-criteria van het fonds. Op grond van wettelijke bepalingen mag het fonds niet beleggen in onder-nemingen die zich bezighouden met de productie van clustermunitie. Daarnaast wil het fonds niet beleggen in ondernemingen die zich schuldig maken aan ernstige schendingen op het gebied van mensrechten, arbeidsomstandigheden, milieu en ethiek. Daarom is besloten om ondernemingen

met een ‘CCC rating’ conform de MSCI ESG Rating systematiek uit te sluiten. Daarnaast heeft het fonds de ambitie om ondernemingen met een lage rating (B of BB conform MSCI ESG).

De richtlijnen ten aanzien van de uitsluitingslijst en de MSCI ESG rating zullen gedurende 2017 worden geïmplementeerd in de beleggingen zodat het per eind 2017 is bereikt.

ACTIEF AANDEELHOUDERSCHAP

Via de vermogensbeheerders streeft het fonds naar een constructieve dialoog (‘engagement’) met de bedrijven waarin zij belegt op het gebied van milieu, maatschappij en goed ondernemingsbestuur. Het belangrijkste doel van deze dialoog is om een bij-drage te leveren aan de plicht en reputatie van het fonds als pensioenuitvoerder die zich specifiek inzet voor ESG. Mede met dit engagementbeleid geeft het fonds nadere invulling aan haar streven om verant-woord te beleggen. Per engagementtraject worden concrete doelen gesteld en een concreet tijdspad bepaald. Zo kan worden beoordeeld of doelen zijn gerealiseerd.

BETROKKEN AANDEELHOUDERSCHAP

In dit geval stelt het fonds een mandaat op waarin de beheerder optreedt als proactieve, betrokken lange-termijn aandeelhouder. De beheerder gaat

Introductie ESG jaarverslag

Page 3: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 3

met het management een continue dialoog aan over de strategie, operationele performance, kapitaal-allocatie en ESG. De beheerder vindt het belangrijk dat het management een heldere consistente lange-termijn strategie presenteert om waarde te creëren. De kapitaalallocatie en de compensatie van management zijn onderdeel hiervan. Ten aanzien van ESG richt de beheerder zich op de risico’s waar het bedrijf kwetsbaar is en beleid kan verbeteren.

Betrokken aandeelhouderschap is een vorm van verantwoord beleggen die goed kan passen bij het fonds. Daarom zal gedurende 2017 worden beke-ken of hier een nadere invulling aan zal worden gegeven.

IMPACT INVESTING

In het geval van impact investing wordt een beleid ontwikkeld waarbij specifiek wordt geïnvesteerd in thema’s en/of bedrijven die een oplossing bieden voor een specifiek duurzaamheidsvraagstuk. Het fonds heeft er voor gekozen om deze categorie geleidelijk op te bouwen, waarbij de de thema’s klimaatverandering en waterschaarste belangrijk zijn. De intentie is om invulling geven aan impact investing door te beleggen in een ‘Impact Pool’ met een omvang van in totaal € 50 mln. (2,5% van het totale vermogen). Deze impact pool zal op zijn beurt beleggen in verschillende impact fondsen die gespecialiseerd zijn in specifieke thema’s.

ONROEREND GOED

Binnen onroerend goed is de ambitie van Het fonds om panden energiezuinig te krijgen. Dit kan worden bereikt door het bouwen met milieubesparende maatregelen zoals zonne-energie, isolatie, zonne-panelen (voor warm water)en warm-koud opslag in de grond. Een andere mogelijk is verbeteringen aanbrengen binnen bestaande bouw om deze te verduurzamen.

Page 4: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 4

1 Voorwoord2 Jaaroverzicht3 Onze benadering van verantwoord beleggen4 Screening van uw beleggingen5 Inleiding bij onze thematische aanpak 6 Themapaper Klimaat 7 Themapaper Corruptie8 Themapaper Mensenrechten9 Themapaper Controversiële arbeidsomstandigheden10 Opkomende thema’s 11 Bijlage I: Uitsluitingslijst & Vermijdingslijst12 Bijlage II: Managerfactsheets

2

5

8

11

13

14

21

26

30

36

40

43

Inhoudsopgave

Page 5: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 5

Jaaroverzicht

ONT WIKKELINGEN IN DE MARKTMEER A ANDACHT VOOR SAMENWERKING IN NEDERL AND

Page 6: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 6

De internationaal geaccepteerde best practices voor verantwoord beleggen zijn continu in ontwikkeling. Tien jaar geleden begon verantwoord beleggen als een ‘nice to have’ maar inmiddels is het een ‘must have’ geworden en een standaard voor de meeste Nederlandse en Europese beleggers. Het begon allemaal met het simpelweg uitsluiten van onder-nemingen, maar inmiddels werkt de sector op een hoger niveau: er worden nu ook ESG-ratings toege-kend aan ondernemingen, de CO2-voetafdruk wordt gemeten en er wordt gekeken naar de tastbare uit-komsten van engagement- en integratie-activiteiten.

In 2016 zijn beleggers ESG-factoren nog zwaarder gaan meewegen bij beleggingsbeslissingen en heb-ben velen van hen de eerste stappen gezet op weg naar impactbeleggen. Kempen heeft haar werkwijze verder geoptimaliseerd en een begin gemaakt met impactbeleggen. Daarnaast gingen toezichthouders en beleidsmakers, waaronder de Europese Commis-sie, De Nederlandse Bank en de Franse overheid, in steeds meer gevallen verantwoord beleggen en betrokken aandeelhouderschap verplichtstellen voor institutionele beleggers.

Sinds de invoering van de Duurzame Ontwikkelings-doelen (Sustainable Development Goals, SDG’s) van de Verenigde Naties en het Akkoord van Parijs in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij uitsluitend wordt gekeken naar milieu- en sociale risico’s, naar een

‘do good’-benadering en erkenning van het feit dat verantwoord beleggen mogelijkheden kan opleve-ren voor verbeteringen op sociaal en milieugebied, naast het behalen van financieel rendement. Veel grote beleggers gaan steeds meer op zoek naar mogelijkheden om te beleggen in oplossingen voor de problemen waarmee de wereld vandaag de dag wordt geconfronteerd. Volgens het Global Impact Investing Network is de markt voor impactbeleggen verder gegroeid en beheren alleen de leden van dit GIIN-netwerk al naar schatting 114 miljard dollar aan impactbeleggingen. Grote pensioenfondsen en hun managers, zoals ABP/APG, PFZW/PGGM en PME/MN, hebben bovendien ambitieuze doelstellingen bekendgemaakt: zij willen in de periode tot 2020 miljarden beleggen in duurzame ontwikkeling.

Meer aandacht voor samen-werking in Nederland Binnen de Nederlandse financiële sector is de samenwerking op het gebied van ESG en impact-beleggen toegenomen. Zo zijn er verschillende sectorbrede initiatieven waarbij het bankwezen, de verzekeringssector en pensioenfondsen samen met de Nederlandse overheid, NGO’s, vakbonden en de sociale partners hebben gewerkt aan drie afzonderlijke ESG-overeenkomsten. De banken hebben in 2016 al een internationale MVO-over-eenkomst over mensenrechten ondertekend. De

Nederlandse Pensioenfederatie en het Nederlandse Verbond van Verzekeraars werken nog steeds aan een internationale ESG-overeenkomst voor de verzekerings- en pensioensector.

De Nederlandsche Bank heeft een Nederlands Platform voor Duurzame Financiering opgezet, met verschillende werkgroepen die zich bezighouden met klimaatrisico’s, Sustainable Development Goals en communicatie over duurzaamheid. Daarnaast hebben 18 Nederlandse banken, pensioenfond-sen en verzekeringsmaatschappijen een bijdrage geleverd aan de Sustainable Development Goals Investing (SDGI) Agenda. Via deze groep is een ge-meenschappelijke SDGI-agenda vastgesteld: ‘Buil-ding Highways to SDG Investing’. In dit rapport wordt een beroep gedaan op De Nederlandsche Bank en de overheid om nauw samen te werken om meer beleggingen in SDG’s door Nederlandse beleggers mogelijk te maken en te faciliteren. Van Lanschot Kempen steunt dit initiatief en is lid van de werk-groep SDG Impactmeting. De groep wil een beperkt aantal kernindicatoren ontwikkelen die institutionele beleggers kunnen helpen om hun impact en bijdrage aan SDG-beleggen te meten.

¹ Bron: Annual Impact Investor Survey 2017

Ontwikkelingen in de markt

VAN DO NO HARM NA AR DO GOOD

Page 7: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 7

VOORTZETTING ENGAGEMENT• Engagement met 20 externe vermogens-

beheerders over stemmen, engagement en uitsluiting is voortgezet.

• 2016 was het jaar waarin wij een dialoog zijn gestart en hebben voortgezet met 180 onder-nemingen: 75 ondernemingen waarmee wij een rechtstreekse dialoog hebben gevoerd en 105 ondernemingen waarmee wij samen met andere beleggers in gesprek zijn gegaan.

• Binnen onze engagementbenadering op het gebied van klimaat hebben wij het onderwerp steenkool geselecteerd als de belangrijkste prioriteit voor onze dialoog met ondernemingen die zich uitsluitend richten op de winning van steenkool en nutsbedrijven die afhankelijk zijn van steenkool.

• Wij ontwikkelen het proces om de CO2-uitstoot van de ondernemingen in onze interne portefeuilles te verminderen en hebben onze engagement met de ondernemingen met de hoogste CO2-uitstoot en de meest CO2-intensieve activiteiten voortgezet.

AANGEPAST STEMBELEID • Ons stembeleid is verder geoptimaliseerd en

online gepubliceerd.• Wij hebben gestemd tijdens 420 vergaderingen

van ondernemingen waarin wij beleggen. Tijdens 133 (32%) van deze vergaderingen hebben wij voor minstens één agendapunt een tegenstem uitgebracht of onze stem onthouden. Wij hebben een uitvoerige dialoog gevoerd met zes van onze externe fondsmanagers over best practices voor stemmen bij volmacht.

GERICHTE BIJDRAGE AAN BELANGRIJKE INITIATIEVEN • Wij zijn medeondertekenaars van de brief

van beleggers aan de G7- en G20-regeringen, waarin deze regeringen worden aange- spoord om achter het Akkoord van Parijs te blijven staan en te streven naar snelle implementatie hiervan.

• Wij hebben samen met andere Nederlandse en Zweedse beleggers een brief ondertekend waarmee wij beleggingen in de Sustainable Development Goals ondersteunen. Deze brief kreeg een eervolle vermelding bij de uitreiking van de Responsible Investor for Innovation & Leadership Award.

• Wij hebben het Dutch Sustainable Development Goals Investment (SDGI) initiatief ondersteund.

• In 2016 werd SHIFTTO.org, een online news-room, door Kempen geïntroduceerd. Op dit platform worden bijdragen gepubliceerd van ondernemingen, personen en organisaties die streven naar beleggen met een lange horizon.

ESG activiteiten2016

Page 8: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 8

Het fonds streeft ernaar om op verantwoorde wijze te beleggen. Daarom heeft het fonds een ESG-beleid vastgesteld en de fiduciair manager gevraagd om hier uitvoering aan te geven. Hieronder is weergegeven op welke wijze invulling is gegeven aan het ESG- beleid.

A. Integratie ESG binnen het beleggingsbeleid en de beleggingsprocessen

In de beleggingsprocessen van het fonds – met name bij de selectie en monitoring van vermogens-beheerders – wordt het effect van ESG factoren op de beleggingsrisico’s en het rendement expliciet meegewogen conform het gedefinieerde ESG beleid.

Het fonds verwacht van haar vermogensbeheerders dat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel van het MVB-beleid van het fonds afwijkt en dat niet leidt tot te hoge risico’s.

B. Uitsluiting

Het uitsluitingsbeleid van het fonds voldoet aan de wettelijke verplichtingen en de aanvullende ESG-criteria van het fonds. Op grond van wettelijke bepalingen mag het fonds niet beleggen in onderne-mingen die zich bezighouden met de productie van clustermunitie (dit verbod geldt niet voor deelnemin-gen in Beleggingsinstellingen, als de beleggingen van deze Beleggingsinstellingen voor minder dan 5% bestaan uit individuele ondernemingen die onder het verbod vallen). Daarnaast wil het fonds niet beleggen in ondernemingen die zich schuldig maken aan ernstige schendingen op het gebied van mens-rechten, arbeidsomstandigheden, milieu en ethiek. Deze zullen voor zover mogelijk worden uitgesloten. Het fonds past uitsluitingen toe, waarbij onderscheid is gemaakt tussen harde uitsluiting en ambitie tot uitsluiting (afhankelijk beschikbaarheid uitvoerings-vormen en kosten).

Voor beleggingen in aandelen en investment grade be-drijfsobligaties is het uitsluitingsbeleid van het als volgt:

HARDE UITSLUITING

• Op basis van wettelijke bepalingen;• Beleggingen in ondernemingen die opgenomen

zijn op de uitsluitingslijst;• Ondernemingen met een ESG rating van CCC

(vastgesteld door MSCI ESG Research).

Het fonds zal niet beleggen in ondernemingen [of beleggen via vermogensbeheerders en/of beheer-ders van Beleggingsinstellingen] die voldoen aan de bovenstaande criteria. Zodra KCM tijdens de kwartaalmonitoring constateert dat door vermo-gensbeheerders namens het fonds wordt belegd in ondernemingen [of belegd is via vermogensbeheer-ders en/of beheerders van Beleggingsinstellingen] die wel voldoen aan deze criteria, zal het fonds deze zo spoedig mogelijk verkopen. De richtlijnen ten aanzien van de uitsluitingslijst (in passief) en de MSCI ESG rating zullen gedurende 2017 worden geïmplementeerd in de beleggingen zodat het per eind 2017 is bereikt.

Onze benadering vanverantwoord beleggen voor

BPF Slagers

Page 9: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 9

AMBITIE TOT UITSLUITING

• Ondernemingen met een ESG rating van B (vastgesteld door MSCI ESG Research).

Het fonds zal beleggen in ondernemingen [of be-leggen via vermogensbeheerders en/of beheerders van Beleggingsinstellingen] die zo goed mogelijk aansluiten bij deze ambitie. Ieder kwartaal wordt inzichtelijk gemaakt in welke mate aan deze ambitie wordt voldaan. Jaarlijks zal worden beoordeeld of deze ambitie is bereikt en of deze moet worden bijgesteld.

C. Actief aandeelhouderschap

Via de vermogensbeheerders streeft het fonds naar een constructieve dialoog (‘engagement’) met de bedrijven waarin zij belegt op het gebied van milieu, maatschappij en goed ondernemingsbestuur. Het belangrijkste doel van deze dialoog is om een bij-drage te leveren aan de plicht en reputatie van het fonds als pensioenuitvoerder die zich specifiek inzet voor ESG. Mede met dit engagementbeleid geeft het fonds nadere invulling aan haar streven om verant-woord te beleggen. Per engagementtraject worden concrete doelen gesteld en een concreet tijdspad bepaald. Zo kan worden beoordeeld of doelen zijn gerealiseerd. Er vindt halfjaarlijks een evaluatie plaats naar de effectiviteit van de ondernomen activiteiten. Indien de voortgang onvoldoende is kan dit resulteren in uitsluiting.

D. Betrokken aandeelhouderschap

In dit geval stelt het fonds een mandaat op waarin de beheerder optreedt als proactieve, betrokken lange-termijn aandeelhouder. De beheerder gaat met het management een continue dialoog aan over de strategie, operationele performance, kapitaal-allocatie en ESG. De beheerder vindt het belangrijk dat het management een heldere consistente lange-termijn strategie presenteert om waarde te creëren. De kapitaalallocatie en de compensatie van management zijn onderdeel hiervan. Ten aanzien van ESG richt de beheerder zich op de risico’s waar het bedrijf kwetsbaar is en beleid kan verbeteren.

Betrokken aandeelhouderschap is een vorm van verantwoord beleggen die goed past bij het fonds. Daarom is besloten om hier in 2017 een invulling aan te geven.

E. Impact investing

In het geval van impact investing wordt een beleid ontwikkeld waarbij specifiek wordt geïnvesteerd in thema’s en/of bedrijven die een oplossing bieden voor een specifiek duurzaamheidsvraagstuk. Het fonds heeft er voor gekozen om deze categorie geleidelijk op te bouwen, waarbij de de thema’s klimaatverandering en waterschaarste belangrijk zijn. De intentie is om invulling geven aan impact investing door circa vier investeringen met een omvang van in totaal € 50 mln. (2,5% van het totale vermogen). Aandachtspunten zijn liquiditeit en afhankelijkheid van andere partners.

• Staatsobligaties Het fonds heeft geen ambitie tot uitsluiten van staatsobligaties. Wel heeft het fonds de ambitie om binnen de allocatie naar staatsobligaties te beleg-gen in groene (staats)obligaties. Uitgangspunt hierbij is dat de risico/rendementsverhouding minimaal ge-lijkwaardig moet zijn aan ‘reguliere’ staatsobligaties.

• Onroerend goed Binnen onroerend goed is de ambitie van het fonds om panden energiezuinig te krijgen. Dit kan worden bereikt door het bouwen met milieubesparende maatregelen zoals zonne-energie, isolatie, zonne-panelen (voor warm water)en warm-koud opslag in de grond. Een andere mogelijk is verbeteringen aanbrengen binnen bestaande bouw om deze te verduurzamen.

De criteria ten aanzien van vastgoed zijn:

• Outperformance van de peer group (ofwel hoger scoren dan het peer group gemiddelde

• Doelstelling groene portefeuille: Woningen: minimaal 95% label A of hoger

Winkels: minimaal 95% label A t/m C

Page 10: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 1 0

ONROEREND GOED

Binnen onroerend goed is de ambitie van het fonds om panden energiezuinig te krijgen. Dit kan worden bereikt door het bouwen met milieubesparende maatregelen zoals bijvoorbeeld zonne-energie, iso-latie, zonnepanelen (voor warm water)en warm-koud opslag in de grond. Een andere mogelijk is verbete-ringen aanbrengen binnen bestaande bouw om deze te verduurzamen.

Per jaareinde 2016 bestond de totale onroerend-goedportefeuille (op basis van boekwaarde) voor 86% uit groene labels (energielabel van C of hoger) aangemerkt dat het gedeelte van de portefeuille be-staande uit woningen dit zelfs 92% betreft. Toch ziet het fonds mogelijkheden om dit naar de toekomst te verbeteren.

Het fonds heeft ook in 2016 deelgenomen aan de Global Real Estate Sustainbility Benchmark (GRESB). Deze onafhankelijke partij meet wereldwijd het duurzaamheidsbeleid en de uitvoering daarvan voor onroerendgoed-portefeuilles. Dit geeft inzicht in hoe de individuele portefeuilles presteren ten opzichte van elkaar. In 2016 hebben 390 partijen in Europa deelgenomen aan deze meting, over 2016 heeft het fonds de status van ‘Green Star’ behaald. De porte-feuille bevond zich in het vierde kwintiel (op één na hoogste) en wordt daarmee door GRESB gewaar-deerd met vier van de vijf sterren. De onderliggende score is ten opzichte van 2015 fors verbeterd (69 versus 59).

Gedurende 2016 zijn concrete afspraken gemaakt met de beheerder om te portefeuille nog verder te verduurzamen, deze afspraken zijn dan ook vastge-legd in het Portefeuilleplan 2017. Zo zal de beheer-der bij iedere nieuwe acquisitie ook een duurza-me(re) variant voorleggen. Het fonds heeft derhalve nog meer concrete mogelijkheden om te sturen op duurzaamheid. Daarnaast zal de beheerder ook minimaal twee investeringsvoorstellen presenteren om bestaande objecten te verduurzamen.

Concrete afgesproken doelstellingen zijn:

• Outperformance van de peer group gemeten door GRESB (ofwel hoger scoren dan het peer group gemiddelde)

• In 2019 heeft 100% van de woningportefeuille een groen label. Minimaal 70% heeft een B-label of beter

Page 11: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 1 1

Screening van uw beleggingen

Op kwartaalbasis wordt een screening gedaan van uw beleggingen om een beeld te vormen van de ESG-karakteristieken en veranderingen hierin. De uitkomsten van de screening worden gebruikt om aan u te rapporteren, om de dialoog aan te gaan met portefeuille managers en om te bepalen of er mogelijk nieuwe engagement thema's voorkomen. De grafieken tonen een overzicht van de ESG pres-taties van de onderliggende ondernemingen in uw portefeuille. De grafieken geven een weergave van de bedrijven die binnen het universum vallen van MSCI ESG Research. De ESG-ratings in deze grafiek zijn alleen voor bedrijven van toepassing, dus aandelen en bedrijfsobligaties. Dit betekent dat o.a. geldmarktinstrumenten (zeer kortlopende leningen), hypotheken en staatsobligaties niet zijn opgenomen. De bovenste grafiek toont de MSCI ESG ratings van de onderliggende ondernemingen. De onderste gra-fiek laat zien welk percentage van de onderliggende ondernemingen voldoet aan de principes van de UN Global Compact .

ESG Rating De ESG is een vooruitblikkende beoordeling van ma-teriële kwesties. Bedrijven krijgen een ESG-rating op basis van een zevenpuntsschaal (‘AAA–CCC’) waar-bij een AAA rating zeer goed is en CCC zeer slecht. De ESG-ratings geven aan in hoeverre bedrijven aan ESG-gerelateerde risico's blootstaan en in hoeverre het management de capaciteit heeft om deze risico's te beperken. Van ondernemingen met een hoger ri-sicoprofiel wordt vereist dat zij over betere systemen beschikken om die risico's te beheren. De ESG rating is een relatieve score per sector, het is dus mogelijk dat een redelijk presterende onderneming in een duurzame sector een lagere rating krijgt dan een goed presterende onderneming in een vervuilende sector.

UN Global Compact Compliance Screen Deze screening geeft aan of een onderneming de principes van het UN Global Compact naleeft. De classificatiemogelijkheden zijn Fail, Watch List of Pass (leeft niet na; in de gaten houden; of leeft wel na).

PORTFOLIO SCREENING PER MANAGER

AAAAAABBBBBBCCC

Overall ESG Rating

3%

17%

8%

30%

21%

8%

13%

90%

PassWatch ListFail

UN Global Compact

9%

2%

89%

Bron

: MSC

I ESG

Res

earc

h, p

orte

feui

lle-g

egev

ens

per 3

1 mei

201

7

Page 12: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 1 2

ONDERNEMING ONDERNEMINGEN MET EEN UNGC 'FAIL' STATUS

ONDERNEMINGEN MET EEN UNGC 'CCC' ESG RATING

UITSLUITINGEN VERMIJDINGSLIJST BEDRIJVEN

CATEGORIE

Kempen Global High Dividend Fund 1 5 0 0 AandelenMontanaro European Smaller Comp.Fund 1 1 0 0 AandelenNatixis Harris Global Equity Fund EUR 0 2 0 0 AandelenNorthern Trust All Country Asia ex Japan* 4 58 4 6 AandelenNorthern Trust Europe RAFI Unit A EUR 8 4 0 0 AandelenNorthern Trust U.S. RAFI Unit A EUR 7 50 10 7 AandelenT.Rowe Price Asian ex-Japan Equity I 0 4 0 0 AandelenT.Rowe Price Em Markets Equity Fund I 1 6 0 1 AandelenVanguard Em Markets Stock Index Fund 13 71 3 10 AandelenVanguard European Stock IF Inst.Plus 8 3 0 0 AandelenVanguard Institutional Index Fund 4 25 7 4 AandeleniShares Eur IG Corp.Bond Index Fund A 69 63 4 3 BedrijfsobligatiesKempen (Lux) Euro Credit Fund I 11 11 0 0 BedrijfsobligatiesLazard Em. Markets Unrestricted Fund 1 2 0 2 Bedrijfsobligaties**SLI European Corporate Bond Fund Cl. D 16 28 0 0 Bedrijfsobligaties

Onderstaande tabel toont de managers in uw portefeuille en geeft een overzicht van het aantal ondernemingen dat op verschillende criteria negatief scoort.

UitsluitingenDe uitsluitingslijst bevat hoofdzakelijk ondernemingen die betrokken zijn bij de productie van controversiële wapens. Actief beheerde fondsen mogen niet beleggen in deze ondernemingen. Passief beheerde fondsen kunnen wel een (bescheiden) positie hebben in deze ondernemingen. Dit is afhankelijk van uw ESG beleid dat in het vorige hoofdstuk is omschreven.

Vermijdingslijst bedrijvenDe vermijdingslijst bevat ondernemingen die ESG criteria zoals de Global Compact hebben geschonden in combinatie met een lage ESG rating en niet open staan voor engagement. We streven er naar om niet te beleggen in deze ondernemingen, het verschilt echter per manager op welke wijze hier invulling aan wordt gegeven (uitsluiting of engagement).

* Het beleid van het Northern Trust All Country Asia ex Japan Fund is aangepast per eind mei 2017 conform de ‘custom ESG’ fondsen. Het aantal waarnemingen ten aanzien van uitsluitingen en Global Compact Fail zal dus sterk afnemen na de rapportagedatum.

** Dit betreft de bedrijfsobligaties die onderdeel zijn van de portefeuille binnen de categorie Emerging market Debt.

Page 13: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 1 3

Inleiding bij onze thematische aanpak

Veel multinationals lopen in hun bedrijfsvoe-ring tegen uitdagingen aan op het gebied van milieu, sociaal beleid en goed ondernemings-bestuur (ESG). Het is echter onmogelijk om een intensieve en constructieve dialoog te voeren met alle ondernemingen waarin Kempen en haar externe fondsmanagers beleggen. Daar-om kiezen wij voor een thematische aanpak en richten wij onze inspanningen op een aantal specifieke thema’s, sectoren en ondernemin-gen. De thema’s worden zorgvuldig gekozen op basis van de behoefte van onze klanten en de maatschappij, waarbij wij ook meewegen of wij invloed kunnen uitoefenen. Wij zijn ervan overtuigd dat een engagementproces met een duidelijke focus een grotere impact op de lan-getermijnbedrijfsvoering heeft. Onze thema’s worden ieder jaar herzien en geactualiseerd.

In 2016 legden wij in onze dialoog met ondernemingen de nadruk op onze kernthema’s klimaatverandering, mensenrech-ten, arbeidsomstandigheden en corruptie. Vooruitkijkend naar de tweede helft van 2017 en 2018 hebben wij in dit rapport ook een lijst opgenomen van opkomende thema’s die mogelijk ook een kernthema kunnen worden, zoals cyberveiligheid en gegevensbescher-ming, biodiversiteit, waterschaarste, dierproe-

ven, bio-industrie en het gebruik van antibiotica. In het hoofdstuk ‘Opkomende thema's noemen wij thema’s die wij in 2017 ook nader gaan verkennen, zoals de bijdrage van ondernemin-gen aan de Sustainable Development Goals (SDG’s), fiscale kwesties en diversiteit. Wij blijven de ontwikkelingen op deze gebieden volgen en voeren overleg met onze klanten om te zien of zij in de nabije toekomst nieuwe kernthema’s willen toevoegen.

Kempen gaat niet alleen een dialoog aan met afzonderlijke ondernemingen, externe fonds-managers en andere belanghebbenden. Wij blijven ook actief deelnemen aan collectieve engagementinitiatieven. Samen met andere financiële instellingen moedigen wij onderne-mingen aan om steeds duurzamer te presteren. Wij nemen deel aan collectieve engagemen-tinitiatieven om onze engagementactiviteiten meer impact te geven en doeltreffender te maken. Dit zijn initiatieven waarbij een groep beleggers gezamenlijk in dialoog gaat met een groep ondernemingen, een fondsmanager of een sector over schendingen van ESG-criteria. Deze initiatieven kunnen worden georgani-seerd via het PRI-platform of samen met een groep van beleggers die in hetzelfde thema geïnteresseerd zijn.

In dit rapport zijn in totaal vier thematische engagementpapers en vijf bedrijfsspecifieke engagement factsheets opgenomen. De engagement factsheets gaan over ondernemin-gen waarmee wij een directe dialoog gevoerd hebben.

CONTACT REAL ESTATE WATER HUMAN RIGHTS VIOLATION

CLIMATE CHANGE

SCREENINGCORRUPTIONCONTROVERSIALLABOR

CONDITIONS

CONTACT REAL ESTATE WATER HUMAN RIGHTS VIOLATION

CLIMATE CHANGE

SCREENINGCORRUPTIONCONTROVERSIALLABOR

CONDITIONS

CONTACT REAL ESTATE WATER HUMAN RIGHTS VIOLATION

CLIMATE CHANGE

SCREENINGCORRUPTIONCONTROVERSIALLABOR

CONDITIONS

CONTACT REAL ESTATE WATER HUMAN RIGHTS VIOLATION

CLIMATE CHANGE

SCREENINGCORRUPTIONCONTROVERSIALLABOR

CONDITIONS

KLIMAAT- VERANDERING

CORRUPTIE MENSENRECHTEN ARBEIDSOMSTAN-DIGHEDEN

Page 14: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 1 4

Themapaper Klimaat

CONTACT REAL ESTATE WATER HUMAN RIGHTS VIOLATION

CLIMATE CHANGE

SCREENINGCORRUPTIONCONTROVERSIALLABOR

CONDITIONS

Page 15: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 1 5

Page 16: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 1 6

CONTACT REAL ESTATE WATER HUMAN RIGHTS VIOLATION

CLIMATE CHANGE

SCREENINGCORRUPTIONCONTROVERSIALLABOR

CONDITIONS

Materialiteit van het themaKlimaatverandering kan worden gedefinieerd als een verandering in het klimaat die (i) direct of indirect wordt toegeschreven aan menselijke activiteiten, (ii) de samenstelling van de atmosfeer wijzigt en (iii) naast natuurlijke klimaatwisselingen wordt waargenomen gedurende vergelijkbare perioden (definitie uit het Raamverdrag van de VN inzake Klimaatverandering (UNFCCC, 1992)). De uitstoot van broeikasgassen als gevolg van menselijke activiteit vormt een belangrijke oorzaak van klimaatverandering, dit zien wij in steeds sterkere mate. De huidige CO2-uitstoot leidt wereldwijd onder meer tot een stijging van de gemiddelde lucht- en zeewatertemperatuur, met als gevolg dat sneeuw en ijs smelten. Hierdoor stijgt de zeespiegel wereldwijd, verzuren oceanen en veranderen lucht- en zeestromingen. Klimaatver-andering kan aanzienlijke gevolgen hebben voor natuurlijke en menselijke systemen en vormt daar- om een materieel risico voor de wereldeconomie.Landen, ondernemingen en beleggers onderkennen dat klimaatverandering een urgente en mogelijk on-omkeerbare bedreiging voor de menselijke samen-leving en de planeet vormt. Aan klimaatverandering kleven echter niet alleen risico’s, klimaatverandering biedt ook kansen: landen moeten aanpassingen doorvoeren in de richting van een CO2-arme econo-mie. Daarvoor zijn investeringen nodig en moet er samengewerkt worden door de publieke en private sector. Een belangrijke doelstelling van ons was om in 2016 meer inzicht te krijgen in de gevolgen van beleggingen in ondernemingen die duidelijk bijdra-

gen aan klimaatverandering. Wij willen dit in onze bedrijfsanalyses gaan meenemen. Deze doelstelling blijft ook in de nabije toekomst bovenaan onze prioriteitenlijst staan.

Maatregelen van overheden en toezichthouders op het gebied van klimaatverandering:• Het Klimaatakkoord tijdens de Klimaatconferen-

tie van Parijs (COP21) en verdere ontwikkelingen in 2016 tijdens de COP22 in Marrakesh.

• Het akkoord is momenteel door 194 landen ondertekend en door 145 partijen geratificeerd. Het Klimaatakkoord van Parijs roept de ratifice-rende partijen op om Nationaal Vastgestelde Bijdragen (NDC’s) op te stellen en zich tot het uiterste in te spannen om hun CO2-voetafdruk te verkleinen. Veel overheden vertalen de beloftes van Parijs al in wetgeving. Het Akkoord van Parijs vormt een nieuwe marsroute voor de wereldwijde klimaatinspanningen: alle landen van de wereld gaan de uitdaging samen aan.

• In 2016 is in Frankrijk de Energietransitiewet voor Groene Groei in werking getreden. Deze wet verplicht beursgenoteerde ondernemingen om informatie te verstrekken over hun CO2-uit-stoot en maakt het voor institutionele beleggers gemakkelijker om hierover te rapporteren. De wet heeft aanzienlijke gevolgen voor Franse investeerders. Naar verwachting zullen meer Europese overheden het Franse voor-beeld volgen;

• Overheden hebben zich wereldwijd niet alleen gericht op beperking van klimaatrisico’s, maar hebben ook de ontwikkelingen op het gebied

van duurzame energie en de overgang naar een CO2-arme economie ondersteund. In 2016 boekte de duurzame energiecapaciteit een recordtoename: op jaarbasis werd 161 gigawatt (GW) aan capaciteit toegevoegd. Ten opzichte van 2015 nam de wereldwijde capaciteit toe met bijna 9%. De wereld heeft de productie-capaciteit voor duurzame energie op jaarbasis opnieuw sterker uitgebreid dan (per saldo) de capaciteit voor alle fossiele brandstoffen bij elkaar. In 2016 betrof naar schatting bijna 62% van de netto uitbreiding van de wereldwijde energieproductiecapaciteit duurzame energie.²

Internationale organisaties en financiële instellingen:• Het klimaat speelt een prominente rol in de

Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties;

• Een groeiend aantal financiële instellingen wordt zich bewust van klimaatrisico’s en de kansen die klimaatverandering en energietran-sitie bieden. Daarom heeft de Financial Stability Board (FSB), een internationale financiële toezichthouder, medio 2016 een nieuwe taakgroep ingesteld: de Task Force on Clima-te-related Financial Disclosures (TCFD). Deze taakgroep doet aanbevelingen voor klimaat-gerelateerde rapportagestandaarden in alle aangesloten landen

² Bronnen: IRENA Renewable Capacity Statistics 2017 en Bloomberg New Energy Finance

Page 17: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 1 7

INTE RN ATION ALE VE RDR AGE N E N IN ITIATIE VE N

• Klimaatakkoord van Parijs (COP21), 2015

• Verklaring van Rio inzake Milieu en Ontwikkeling (het Raamverdrag van de VN inzake klimaatverandering (UNFCCC)), 1992

• Kyotoprotocol (inzake beperking van de CO2-uitstoot), 1997

• Amerikaanse Clean Air Act (inzake schone lucht), 1963/2009 (uitbreiding)

• Amerikaanse Recovery and Reinvestment Act (stimuleringspakket gericht op economisch herstel en meer investeringen), 2009

DIVE RSE IN ITIATIE VE N OP H ET GE B IE D VAN KLIM A AT VE R AN DE RIN G E N SCHON E E N E RGIE:

• Caring for Climate (UN Global Compact samen met UNEP en het secretariaat van de UNFCCC)

• US Clean Power Plan (EPA)

• Carbon Tracker

• Institutional Investors Group on Climate Change (IIGCC)

• Werkgroep van de Principles for Responsible Investment (PRI) voor klimaatlobby

• Climate Change Working Group (een initiatief van UNEP Finance)

• US-China Climate Change Working Group (2013)

• Task Force on Climate-related Financial Disclosures (TCFD)

Onze acties en resultatenActief lidmaatschap• Wij zijn actief lid van de Institutional Investors

Group on Climate Change (IIGCC).Dialoog over CO2-uitstoot• Evaluatie: wij hebben in onze investeringen

de sectoren met grote CO2-voetafdruk in kaart gebracht.

• Berekening: we ontwikkelen een framework om de carbon footprint van onze interne fondsen te berekenen en blijven deze monitoren.

• Engagement: in sectoren met een hoge CO2-uitstoot zijn wij met de meeste CO2-intensieve ondernemingen uit onze portefeuilles een dialoog aangegaan waarin de belangrijkste onderwerpen zijn: meting van de voetafdruk van de onderneming, beleidsontwikkeling en formulering van CO2-reductiedoelstellingen. Wij hebben ondernemingen benaderd in CO2-intensieve sectoren zoals nutsvoorzieningen, kunstmest, olie & gas en mijnbouw.

Stemgedrag• Wij hebben op de aandeelhoudersvergade-

ring (ava) overeenkomstig onze overtuigingen gestemd waar het de mate van informatiever-schaffing en het formuleren van klimaatdoel-stellingen betrof. Zo hebben wij bijvoorbeeld vóór het ‘Aiming for A’-voorstel gestemd bij de ava van Rio Tinto en vóór het ‘Follow This’-voor-stel bij de ava van Shell.

Methodologie meten van de absolute CO2-voetafdruk en de CO2-intensiteitVoor het meten van de CO2-voetafdruk maken wij gebruik van de volgende methodologie:

Absolute CO2-uitstoot: Scope 1 en 2. Gemeten in tonnen CO2.

Scope 1: De directe CO2-uitstoot als gevolg van eigen activiteiten. Dit is de meest recente gerappor-teerde of geraamde uitstoot van broeikasgassen op basis van bronnen die eigendom zijn van, of worden gecontroleerd door, de onderneming. Dit betreft vooral de directe verbranding van brandstoffen in bijvoorbeeld ovens of voertuigen.³

Scope 2: De indirecte uitstoot van CO2 veroorzaakt door de productie van ingekochte energie. Dit is de meest recente gerapporteerde of geraamde uitstoot van broeikasgassen door de onderneming die het gevolg is van de opwekking van door de onderneming ingekochte elektriciteit.³

³ Naarmate de gegevenskwaliteit beter wordt, zal het op een gegeven moment in de toekomst ook mogelijk zijn om Scope 3-gegevens te gaan gebruiken.

CONTACT REAL ESTATE WATER HUMAN RIGHTS VIOLATION

CLIMATE CHANGE

SCREENINGCORRUPTIONCONTROVERSIALLABOR

CONDITIONS

Page 18: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 1 8

Scope 3: Overige indirecte uitstoot van CO2. Dit is de uitstoot van broeikasgassen door de onderneming, inclusief indirecte uitstoot als gevolg van activiteiten zoals zakenreizen, distributie van producten door derden en gebruik van producten van een onderneming (bijvoorbeeld door klanten). Een voorbeeld van de Scope 3-uitstoot in de automobielindustrie is de CO2-voetafdruk van alle door de onderneming geproduceerde en door klanten gebruikte auto’s. Wij onderkennen dat de kwaliteit van de rapportage over Scope 3-emissies in veel gevallen nog relatief gering is.

CO2-intensiteit:

Onze doelstelling luidt om de CO2-voetafdruk van ondernemingen te blijven volgen en een dialoog aan te gaan met de zwaarste uitstoters in CO2-intensieve sectoren (zoals wordt toegelicht in het engagement-fact sheet over Yara International).

EngagementdoelenHet langverwachte rapport van de Task Force on Climate-related Financial Disclosures (TCFD) geeft richtlijnen hoe financiële marktpartijen klimaatgerelateerde risico’s kunnen beheren en toelichten. De bevindingen worden door de Europese Unie geëvalueerd en mogelijk opgenomen in het wettelijke EU-raamwerk. Wij verwachten dit raamwerk als basis te gaan gebruiken in onze sectorbrede dialoog met ondernemingen, om te kunnen aandringen op nog meer transparantie op het klimaatfront.

Daarnaast verwachten wij dat het onderwerp klimaatverandering binnen de diverse beleggingscategorieën geleidelijk meer aandacht krijgt. Wij streven ernaar om in al onze beleggingsproposities transparanter te zijn over de klimaatimpact van onze fondsen.

COLLEC TIE F E N GAGE M E NT

Kempen ondersteunt klimaatverandering-sinitiatieven in diverse sectoren. Klimaat-verandering is een complexe kwestie die beter aangepakt en beheerst kan worden als belanghebbenden samenwerken. Binnen de IIGCC-werkgroep ondersteunen wij de dia-loog met de staalsector. Binnen Materialen is dit een van de subsectoren met de hoogste CO2-uitstoot.

Daarnaast ondertekende Kempen een brief aan de G7-landen waarin overheden werden opgeroepen om in mei 2017 in Taormina (Italië) achter het Akkoord van Parijs te blijven staan. De brief onderstreept het belang van de implementatie van de klimaatplannen conform het Akkoord van Parijs, de afstemming van kli-maatgerelateerd beleid en klimaatsubsidies en de noodzaak om voor een breed rechtsgebied klimaatgerelateerde financiële rapportag-eraamwerken in te stellen (zoals het TCFD beoogt). De brief werd ondertekend door een groep institutionele langetermijnbeleggers die gezamenlijk 7 biljoen dollar beheren.

CONTACT REAL ESTATE WATER HUMAN RIGHTS VIOLATION

CLIMATE CHANGE

SCREENINGCORRUPTIONCONTROVERSIALLABOR

CONDITIONS

Intensiteit = (C02 – uitstoot Scope 1 + 2, 3 – jaars gemiddelde) van jaar X)

Omzet in jaar X

Page 19: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 1 9

BEWEEGREDENEN VOOR ENGAGEMENTBenchmarking wijst uit dat de CO2-intensiteit van de vastgoedportefeuille van Boardwalk aanzienlijk hoger is dan die van Canadese sectorgenoten. Hiervoor zijn meerdere verklaringen:• Het strenge klimaat in de gebieden waar de

woningcomplexen liggen (in de winter ligt de temperatuur hier ver onder nul);

• De relatief CO2-intensieve energiebronnen (onder meer steenkool) die Boardwalk voor zijn gebouwen gebruikt.

ENGAGEMENTDOELENOpties om gebouwen energie-efficiënter te maken zijn een betere isolatie of de inkoop van energie uit bronnen die minder CO2-intensief zijn.

Betere isolatie van gebouwen• De vereiste investeringen om het niveau en de

kwaliteit van de isolatie van huurpanden te verbeteren komen voor rekening van de verhuurder, terwijl de voordelen (lagere energierekening) ten goede komen aan de huurders. Een oplossing voor dit dilemma zou kunnen zijn dat de verhuurder en de huurders (met inbegrip van eventuele nieuwe huurders binnen de terugverdienperiode van de investeringen in isolatie) de verbeteringen samen financieren. Zo heeft ook de verhuurder baat bij een lager energieverbruik. Tot nu toe zijn huurders nauwelijks bereid geweest tot dergelijke innovatieve initiatieven, mede omdat die waarschijnlijk voor hen gepaard gaan met aanzienlijke overlast (lawaai, tijdelijke verhuizing tijdens isolatiewerkzaamheden).

• Kempen Capital Management blijf t er bij Boardwalk op aandringen om over dit onderwerp met huurders in discussie te gaan. Een optie is dat Boardwalk groene innovatie van zijn vastgoed opneemt in het algehele onderhoudsschema van zijn vastgoedportefeuille.

Wijziging van energiemix van gebouwen• Een andere mogelijkheid om de CO2-voetafdruk van

Boardwalk te verminderen, is dat de energie voor de gebouwen betrokken wordt uit andere bronnen. Dit leidt vermoedelijk wel tot hogere energiekosten.

• Als de Canadese regering nieuwe regelgeving invoert die REIT´s ertoe verplicht om schonere energie te gebruiken, is Boardwalk gedwongen over te stappen op andere, schonere energiebronnen. Om overheden tot actie aan te zetten, bundelt Kempen Capital Management veelal de krachten met andere beleggers. In augustus 2016 deden wij, samen met meer dan 120 andere beleggers, een dringende oproep aan de leiders van de G20 om het klimaatakkoord van Parijs dit jaar te ratif iceren. Meer informatie is online beschikbaar.

ENGAGEMENTRESULTATENNa intensieve besprekingen bleef het management bij zijn standpunt dat een betere isolatie van gebouwen of wijziging in de energiemix f inancieel niet rendabel zou zijn en dat de risico´s beperkt waren.

Per 1 januari 2017 is in de provincie Alberta een CO2-heffing van kracht geworden. Doel is de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Over alle CO2-uitstoot is een heffing verschuldigd van USD 20 per ton in 2017 en USD 30 per ton in 2018. De regering van Alberta heeft berekend dat hierdoor een gemiddeld tweepersoonshuishouden USD 124 per jaar meer kwijt is aan aardgas (Boardwalk betaalt de aardgaskosten voor huurders van zijn panden) en USD 134 per jaar aan brandstof. Door deze nieuwe heffing rapporteerde Boardwalk bij de presentatie van de cijfers over het vierde kwartaal een daling van het netto operationeel resultaat met 20%.

ONDERNEMINGBoardwalk REIT ( ´Boardwalk ´) is een Canadese vastgoed-maatschappij die appartementencomplexen in Canada ontwikkelt, bezit en exploiteert, met name in gebieden met een vrij streng klimaat zoals Calgary en Edmonton in de provincie Alberta, Canada.

ISSUEBoardwalk scoorde heel slecht op CO2-intensiteit: deze lag ruim twee keer de standaardafwijking boven het niveau van sectorgenoten.

FEITENBij vastgoed valt er nog veel te winnen op het vlak van energieverbruik en CO2-voetafdruk: volgens het IPCC is vastgoed verantwoordelijk voor 32% van het wereldwijde energieverbruik en 33% van de wereldwijde CO2-uitstoot.

MATERIALITEITNaast positieve milieu-effecten zijn er ook diverse economische redenen voor vastgoedondernemingen om hun CO2-prestatie te verbeteren.

• Een efficiënt energieverbruik verlaagt de directe exploitatie-kosten.

• Milieuvriendelijke gebouwen hebben een duidelijk concurrentie-voordeel. Dit betekent een hogere bezettings-graad en dus hogere huur-opbrengsten.

• De kans dat portefeuilles aan striktere milieu-voorschriften voldoen, is groter bij meer energie-efficiënte gebouwen. In de toekomst hoeft dan wellicht minder geïnvesteerd te worden om aan nieuwe regelgeving te voldoen.

MSCI ESG RESEARCHUN Global Compact: PassESG-rating: BBB

ENGAGEMENT FACTSHEET:

Een voorbeeld van engagementBoardwalk REIT

CONTACT REAL ESTATE WATER HUMAN RIGHTS VIOLATION

CLIMATE CHANGE

SCREENINGCORRUPTIONCONTROVERSIALLABOR

CONDITIONS

Page 20: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 2 0

BEWEEGREDENEN VOOR ENGAGEMENT De productie van meststoffen is een zeer CO2-intensief proces. De CO2-voetafdruk van de onderneming draagt aanzienlijk bij aan die van het fonds dat een belang in deze onderneming heeft. Om deze reden werd contact met de onderneming opgenomen, om te bekijken hoe klimaatrisico´s kunnen worden beperkt en kansen te benutten.

ENGAGEMENTRESULTATENKempen is in de winter van 2016 begonnen met het engagementproces met Yara International. In een reeks gesprekken werden de volgende mijlpalen besproken en gerealiseerd:• het CO2-beleid van Yara International en ambitieuze

doelen voor vermindering van de uitstoot (tegen 2010 als basisjaar);

• aanvullende projecten die kunnen bijdragen aan vermindering van de CO2-voetafdruk en ook economisch interessant kunnen zijn voor Yara (o.a. projecten voor de modernisering van fabrieken om de energiekosten te verlagen, met een terugverdienperiode van 1 tot 3 jaar;

• Yara behoort tot de koplopers in CO2-initiatieven binnen de sector;

• acquisitie van greentechbedrijven om de intern beschikbare technologie te verbeteren;

• de eigen methodiek van Yara om de totale CO2-voetafdruk van producenten van meststoffen te meten;

• initiatieven van Yara om boeren CO2-bewust te maken;

• vaststelling van nieuwe doelen voor vermindering en transparante verslaggeving daarover.

ENGAGEMENTDOELENToetsing en verbetering van de huidige omstandighedenKempen blijf t de inspanningen van Yara volgen. De belangrijkste doelstelling van ons klimaat-engagement is dat de onderneming realistische doelen stelt en de voortgang en de haalbaarheid bewaakt. Yara werkt al langere tijd met doelen en Kempen stimuleert het gebruik van nieuwe technologieën die Yara ontwikkelt. Technologieën voor de afvang van CO2 zijn ook potentieel interessant. Kempen blijf t in contact met de onderneming om de pijplijn van projecten en de initiatieven ter vermindering van de CO2-uitstoot te volgen.

TransparantieEen belangrijk doel qua vermindering van CO2-risico´s en benutting van kansen is transparantie. Yara is al behoorlijk transparant. De onderneming brengt verslag uit over de CO2-voetafdruk en laat dit door een externe partij verif iëren.

We blijven de onderneming stimuleren om de positie als voortrekker binnen de sector te verstevigen en met best practices in verslaggeving een voorbeeldfunctie te vervullen voor andere producenten van meststoffen.

ONDERNEMINGYara International is een Noorse producent van meststoffen.

ISSUEHoge CO2-voetafdruk van productieprocessen.

FEITENStikstofhoudende meststoffen zijn van essentieel belang voor een duurzame landbouw en de groeiende wereldbevolking. De productie, het transport en het gebruik door boeren zijn zeer CO2-intensief.De CO2-voetafdruk van de productie van meststoffen bestaat uit de volgende componenten:

• grondstoffen en energie;• productie;• transport;• teelt en oogst;• consumptie;• afvang.

In elke fase kunnen maatregelen worden genomen om de totale CO2-voetafdruk van mest- stoffen te verminderen.

MATERIALITEITOvertredingMilieustandaarden:UN Global Compact, principes 7 en 8

Betrokkenheid van de ondernemingDe onderneming is actief in een zeer CO2-intensieve sector.

RisicoNieuwe klimaatwet- en regelgeving

MSCI ESG RESEARCHUN Global Compact: PassESG Rating: BBB

ENGAGEMENT FACTSHEET:

Een voorbeeld van engagementYara International

CONTACT REAL ESTATE WATER HUMAN RIGHTS VIOLATION

CLIMATE CHANGE

SCREENINGCORRUPTIONCONTROVERSIALLABOR

CONDITIONS

Page 21: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 2 1

Themapaper Corruptie

CONTACT REAL ESTATE WATER HUMAN RIGHTS VIOLATION

CLIMATE CHANGE

SCREENINGCORRUPTIONCONTROVERSIALLABOR

CONDITIONS

Page 22: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 2 2

Page 23: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 2 3

Materialiteit van het themaCorruptie kan worden gedefinieerd als misbruik van toevertrouwde macht voor persoonlijk gewin. Corruptie betekent dat middelen onrechtmatig worden gebruikt, waardoor de kwaliteit van geleverde diensten en gebruikte materialen ernstig in het gedrang komt. Zowel het omkopen van een overheidsfunctionaris als het omkopen van een onderneming kan als corruptie worden gezien.

Corruptie vormt een schending van het VN-verdrag tegen corruptie, dat ook is opgenomen in principe 10 van de UN Global Compact. Hier staat: ‘Ondernemingen dienen alle vormen van corruptie, inclusief afpersing en omkoping, tegen te gaan.’ Corruptie wordt ook genoemd in richtlijn VII van de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen. Betrokkenheid bij corruptie kan voor ondernemingen aanmerkelijke financiële en reputatierisico’s opleveren. Grote corruptieschandalen kunnen tot omvangrijke verliezen lijden. Directe kosten zijn bijvoor-beeld boetes en dwangsommen. Maar er zijn ook indirecte kosten, zoals juridische kosten en nalevingskosten, blokkering van de toegang tot markten, minder mogelijkheden

voor transacties zoals aandelenemissies en kosten om de reputatie te herstellen. Verder kunnen ondernemingen die bij corruptie betrokken zijn op een zwarte lijst worden geplaatst door internationale organisaties zoals de Wereldbank, of door landen waarin deze ondernemingen werkzaam zijn. Daardoor komt er aan corruptie een nog hoger prijskaartje te hangen. Als ondernemingen de risico’s negeren en weigeren hun anti-corruptiesystemen te verbeteren, kunnen schendingen niet alleen een financieel risico vormen voor de onderneming zelf, maar ook voor belanghebbenden, zoals Kempen.

INTE RN ATION ALE VE RDR AGE N , WETGE VIN G E N IN ITIATIE VE N

• Het VN-verdrag tegen Corruptie, 2003

• Het OESO-Verdrag tegen Omkoping van Buitenlandse Ambtenaren bij Internationale Handelstransacties, 1997

• Het Inter-Amerikaans verdrag ter Bestrijding van Corruptie, 1996

• De Verdragen van de Raad van Europa inzake Corruptie, 1997-1999

• Het Verdrag van de Afrikaanse Unie inzake het Voorkomen en Bestrijden van Corruptie, 2003

• De Amerikaanse Dodd-Frank Act, 2012 (inzake rapportageplicht en transparantie)

• De Transparantierichtlijn van de EU, 2013

DIVE RSE IN ITIATIE VE N OP H ET GE B IE D VAN CORRUPTIE B ESTRIJDING E N TR ANSPAR ANTIE:

• CleanGovBiz Initiative (OESO-initiatief voor de bestrijding van corruptie door overheden)

• World Economic Forum’s Partnering Against Corruption Initiative (PACI)

• Extractive Industry Transparency Initiative, EITI (transparantie-initiatief voor de grondstoffenwinning)

• UN Global Compact Working group on the 10th Principle

• Anticorruption Working Group (G20)

CONTACT REAL ESTATE WATER HUMAN RIGHTS VIOLATION

CLIMATE CHANGE

SCREENINGCORRUPTIONCONTROVERSIALLABOR

CONDITIONS

Page 24: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 24

Acties en resultatenKempen heeft de afgelopen jaren een aantal ondernemingen op het onderwerp corruptie aangesproken. Ons engagement heeft ertoe geleid dat de anti-corruptiesystemen van deze ondernemingen aanzienlijk verbeterd zijn. Uit onderzoek is gebleken dat grote corruptieschandalen een katalysator kunnen vormen voor hervormingen. De hieruit voortvloeiende veranderingen kunnen een impuls geven aan anti-corruptieprogramma’s en de kans op toekomstige overtredingen beperken. Enkele van de meest strikte anti-corruptieprogramma’s zijn te vinden bij ondernemingen die eerder met behoorlijke strafvervolging geconfronteerd werden. Onze dialoog met ondernemingen over corruptie richt zich op aanscherping van beleid, programma’s en monitoringsystemen.

Engagementdoelen De meeste engagementdoelen voor dit thema richten zich op verbetering van anti-corruptiesystemen bij ondernemingen.

Transparantie

• Verstrek informatie over het anti-corruptie- programma en de uitvoering daarvan.

• Verstrek informatie over de externe borging van het anti-corruptieprogramma.

Beleidsontwikkeling

• Formuleer en publiceer een robuust anti-corruptiebeleid, waarmee de onderneming zich verplicht om de lokale wetgeving na te leven en een anti-omkoopbeleid in te voeren.

• Ontwerp gedetailleerd beleid voor bijdragen aan politieke partijen en liefdadigheidsorganisaties, smeergeld, giften en reiskosten.

• Neem een anonieme, extern beheerde klokkenluiders-hotline op voor klachten met betrekking tot het anti-corruptiebeleid.

Toetsing en verbetering van de huidige omstandigheden

• Voer het anti-corruptiebeleid concernbreed in.• Geef alle werknemers training over de

gedragscode en geef specifieke werknemers een anti-corruptietraining op maat. Toets werknemers op basis van examens en maak de resultaten openbaar.

• Communiceer het anti-corruptiebeleid en de uitvoering naar werknemers, zakelijke partners en andere belanghebbenden.

• Betaal schadevergoedingen, boetes en schikkingen.

Sectorinitiatieven

De onderneming moet toelichten of zij al dan niet betrokken is bij anti-corruptie-initiatieven (zoals de UN Global Compact) en wordt aangemoedigd om deel te nemen aan bestaande anti-corruptieprogramma’s.

CONTACT REAL ESTATE WATER HUMAN RIGHTS VIOLATION

CLIMATE CHANGE

SCREENINGCORRUPTIONCONTROVERSIALLABOR

CONDITIONS

Page 25: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 2 5

BEWEEGREDENEN VOOR ENGAGEMENTKempen heeft Eni voor engagement geselecteerd om de maatregelen te kunnen beoordelen die de onderneming neemt om corruptie in de bedrijfsvoering te beperken. Het doel van dit engagement is een constructieve dialoog te blijven voeren over de inzet binnen Eni om corruptie te bestrijden en een bijdrage te leveren aan de verbetering van het beleid, de programma’s en de resultaten van Eni op het gebied van de bestrijding van corruptie.

ENGAGEMENTDOELENHet engagement van Kempen is gericht op verbetering op meerdere terreinen: transparantie, beleidsontwikkeling, toetsing en maatregelen, en stroomlijning met initiatieven op sectorniveau.

Eni is gevraagd om aan te tonen dat het anti-corruptiebeleid, inclusief training, concernbreed wordt ingevoerd.

ENGAGEMENTRESULTATENIn de afgelopen jaren hebben wij overleg met de onderneming gevoerd over corruptie. Sinds het begin van ons engagement eind 2014 heeft Eni een robuust anti-corruptiebeleid ingevoerd dat als ‘best-in-class’ in de sector wordt gezien. Eni heeft zich aangesloten bij belangrijke internationale initiatieven tegen corruptie, zoals de anti-corruptie taskforce van de UN Global Compact en de anti-corruptie werkgroep van de OESO. Transparency International heeft Eni uitgeroepen tot een van de meest transparante ondernemingen.

Eni heeft ons ook geïnformeerd over het implementatie-mechanisme voor de bestrijding van corruptie en de opleiding van medewerkers, over externe controles (aantal per jaar) en over het due diligence-proces bij externe partijen. Eni heeft daarnaast een groep van 150 interne controleurs. Volgens Eni zijn deze controleurs volledig onafhankelijk.

In 2016 werd Karina Litvack, het enige (niet-uitvoerende) bestuurslid met ervaring op het gebied van duur-zaamheid, geschorst als lid van het Controls and Risk Committee. Volgens berichten in de media liep er een onderzoek naar haar vanwege samenzwering tegen de CEO van Eni. Dit was opmerkelijk, want de CEO werd zelf niet geschorst toen er eerder een onderzoek naar hem werd ingesteld. Tijdens ons volgende contactmoment met Eni vroegen wij om opheldering en kregen wij te horen dat het Controls and Risk Committee bepaalt of een bestuurslid tegen wie een onderzoek loopt, zijn functie kan blijven uitoefenen. Om verstrengeling van belangen te vermijden, moest Litvack geschorst worden. Zij werd niet geschorst als bestuurslid en evenmin als lid van het Compensation and Sustainability Committee. Nadat de aanklacht tegen haar werd ingetrokken, hervatte zij haar werkzaamheden als lid van het Controls and Risk Committee.

Kempen is tevreden over de maatregelen die Eni heeft genomen, en blijf t de implementatie van het herziene beleid volgen om te kunnen beoordelen of de wijzigingen in het anti-corruptiebeleid het gewenste effect sorteren.

ONDERNEMINGEni S.p.A. houdt zich bezig met de exploratie en productie van olie en gas, de distributie van gas en de productie van chemicaliën.

ISSUEEni is in verband gebracht met talloze corruptie-gevallen.

FEITENIn Italië, Algerije en de VS verrichten de autoriteiten onderzoek naar vermeende corruptie bij Eni en haar dochterbedrijven Saipem en Agip.

MATERIALITEITOvertredingAnti-corruptiestandaarden: UN Global Compact, principe 10.

Betrokkenheid van de ondernemingEni is zowel direct als indirect via dochter-bedrijven betrokken geweest bij corruptiezaken.

RisicoBetrokkenheid bij corruptie levert ernstige reputatierisico’s op die de toekomstige bedrijfsvoering negatief kunnen beïnvloeden. De boetes kunnen ook materiële f inanciële gevolgen hebben.

MSCI ESG RESEARCHUN Global Compact: FailESG-rating: BBB

ENGAGEMENT FACTSHEET:

Een voorbeeld van engagementENI S.p.A

CONTACT REAL ESTATE WATER HUMAN RIGHTS VIOLATION

CLIMATE CHANGE

SCREENINGCORRUPTIONCONTROVERSIALLABOR

CONDITIONS

Page 26: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 2 6

Themapaper Mensenrechten

CONTACT REAL ESTATE WATER HUMAN RIGHTS VIOLATION

CLIMATE CHANGE

SCREENINGCORRUPTIONCONTROVERSIALLABOR

CONDITIONS

Page 27: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 2 7

Page 28: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 2 8

Materialiteit van het themaMensenrechten zijn de basisrechten van ieder individu. Mensenrechten moeten borgen dat ieder mens in menselijke waardigheid en op basis van gelijkwaardigheid kan leven, ongeacht nationaliteit, ras, afkomst enzovoort. Mensenrechten werden voor het eerst vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948). Deze verklaring vormt de basis voor internationale en nationale verdragen wetten en regelgeving. Speciaal VN-vertegenwoordiger John Ruggie presenteerde in 2008 het 'Protect, Respect and Remedy'-beleidskader voor de verhoudingen tussen bedrijven en mensenrechten. Dit beleidskader leidde tot de VN-Richtsnoeren voor het Bedrijfsleven en de Mensenrechten (UNGP), die in 2011 door de VN-Mensenrechtenraad werden bekrachtigd. De UNGP-principes vormen een gezaghebbende standaard voor de naleving van internationale mensenrechtenrichtlijnen door ondernemingen.

De UNGP-principes zijn opgenomen in het ESG beleid van Kempen en haar klanten. Mensenrechtenschendingen door ondernemingen kunnen leiden tot schendingen van de principes 1 en 2 van de UN Global Compact en druisen in tegen richtlijn IV van de OESO-richtlijnen. Mensenrechtenschendingen kunnen ernstige nadelige gevolgen hebben voor ondernemingen en hun stakeholders. Ze vormen ook een financieel en reputatierisico voor Kempen.

Onze acties en resultatenKempen heeft een dialoog gevoerd met ondernemingen in de sector grondstoffenwinning. Dit is altijd een sector geweest waar, gezien de mogelijke en feitelijke negatieve maatschappelijke en milieu-impact, het meest intensief overleg over het ESG-beleid werd gevoerd. In de grondstoffenwinning worden de rechten van de lokale bevolking niet altijd gerespecteerd: huizen en grond worden onteigend, zonder daadwerkelijke instemming of een passende compensatie. Daar waar de lokale gemeenschappen niet van de grondstofwinning profiteren, leiden deze activiteiten vaak tot maatschappelijke spanningen, corruptie en gewapende conflicten. In deze gevallen kunnen beveiligingspraktijken tot ernstige schendingen van de mensenrechten leiden.

Verandering van gedrag en aansturing is binnen grote multinationale ondernemingen een complex proces dat om een uitvoerige dialoog met belanghebbenden vraagt. Onze engagementinspanningen – ook via collectief engagement - hebben de afgelopen jaren diverse positieve resultaten opgeleverd.

Voorbeelden van succesverhalen:

• een beter mensenrechtenbeleid en toezicht daarop;

• een betere implementatie van mensenrechtenbeleid ten aanzien van de inheemse bevolking en de gezondheid en veiligheid van werknemers.

Voorgestelde engagementdoelen

ESG-kwesties zoals mensenrechtenschendingen spelen met name in de grondstoffenwinning een rol. Belangrijke onderwerpen voor ondernemingen in deze sector zijn met name: gezondheid en veiligheid, contacten met de lokale gemeenschap, corruptie, biodiversiteit, grondgebruik en de uitstoot van broeikasgassen en giftige stoffen. Hieronder worden enkele engagementonderwerpen beschreven.

Transparantie

• Informatie verschaffen over beleid. Rapporteren over impactstudies op het gebied van milieu- en mensenrechten. Wat de toelichting op het mensenrechtenbeleid betreft, worden ondernemingen aangemoedigd om conform het UNGP-rapportageraamwerk te rapporteren.

INTE RN ATION ALE VE RDR AGE N , WETGE VIN G E N IN ITIATIE VE N

• UN Guiding Principles Reporting Framework (rapportageraamwerk op basis van de richtlijnen van de VN)

• Corporate Human Rights Benchmark, CHRB (mensenrechtenbenchmark)

• Publish What You Pay, PWYP (inzake betalingstransparantie)

• Extractive Industry Transparency Initiative EITI (transparantie-initiatief voor de grondstofwinning)

• Voluntary Principles on Security and Human Rights (vrijwillige principes voor veiligheid en mensenrechten)

CONTACT REAL ESTATE WATER HUMAN RIGHTS VIOLATION

CLIMATE CHANGE

SCREENINGCORRUPTIONCONTROVERSIALLABOR

CONDITIONS

Page 29: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 2 9

Beleidsontwikkeling

• Beleid formuleren om mensenrechtenschen- dingen en milieuovertredingen bij toekom- stige activiteiten en specifieke projecten te voorkomen.

• Toetsing en verbetering van de huidige omstandigheden

• Verbetering van de communicatie met de lokale bevolking. Commitment afgeven om een duurzame dialoog met de lokale bevolking aan te gaan. Zij moeten als belanghebbenden beschouwd worden..

Sectorinitiatieven

• Ondernemingen worden aangemoedigd om zich aan te sluiten bij sectorinitiatieven. Naast door de overheid opgelegde regelgeving zijn er ook sectorinitiatieven om de prestaties van de sector Grondstofwinning op milieu- en mensenrechtengebied te verbeteren. Sommige initiatieven richten zich op de financiering van projecten in de grondstofwinning, andere meer op betalingstransparantie. In de bijlage worden de meest prominente initiatieven nader omschreven.

COLLEC TIE F E N GAGE M E NT: DE UN PRI WE RKGROE P VOOR VE RB ETE RING VAN DE M E NSE N RECHTE N IN DE GRON DSTOFFE NWIN N IN G

Eind 2015 trad Kempen toe tot de UN PRI Working Group on Human Rights in the Extractive Sector, een nieuwe werkgroep die zich richt op verbetering van de mensenrechten in de grondstoffenwinning. Samen met zo’n 20 beleggers gingen wij een dialoog aan met 48 ondernemingen uit de grondstoffenwinning om respect voor mensenrechten aan de orde te stellen. Daarbij gebruiken wij de UNGP als engagementraamwerk. Deze dialoog had als overkoepelende doelstelling om de invoering van UNGP aan te moedigen en de informatieverstrekking te verbeteren.

Medio 2017 had de werkgroep aanzienlijke vooruitgang geboekt: bij een aantal ondernemingen uit de sector was er sprake van concrete verbeteringen. In maart 2017 werd de Corporate Human Rights Benchmark (CHRB) geïntroduceerd en door de beleggerscoalitie ondersteund. De CHRB kwam met een analyse van 98 ondernemingen uit drie sectoren met een hoog risicoprofiel, waaronder de sector Grondstoffenwinning.

Het doel is om de database ieder jaar te laten groeien, zodat op termijn de 500 grootste beursgenoteerde ondernemingen gevolgd worden. Ongeveer eenderde van de ondernemingen rapporteerde of er herstelmaatregelen waren getroffen en in welke vorm. Vooraanstaande ondernemingen op dit gebied geven duidelijk inzicht in hun verbeterprocessen en zijn in staat om deze specifiek af te stemmen op de lokale context en het soort incident. Opleidingen

zijn bij veel ondernemingen een zwak punt. De meeste bedrijven bieden aan hun medewerkers slechts een basisopleiding over de gedragscode aan en vrijwel geen enkele onderneming rapporteert over de effectiviteit van de opleidingsactiviteiten. De beleggerscoalitie verwelkomt de opzet van de CHRB, ondersteunt dit initiatief en moedigt ondernemingen aan om de impact van hun beleid op de mensenrechten op basis van het UNGP Reporting Framework toe te lichten.

CONTACT REAL ESTATE WATER HUMAN RIGHTS VIOLATION

CLIMATE CHANGE

SCREENINGCORRUPTIONCONTROVERSIALLABOR

CONDITIONS

Page 30: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 3 0

Themapaper Controversiële

arbeidsomstandighedenCONTACT REAL ESTATE WATER HUMAN RIGHTS

VIOLATIONCLIMATE CHANGE

SCREENINGCORRUPTIONCONTROVERSIALLABOR

CONDITIONS

Page 31: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 3 1

COPY

RIGH

T AN

P/RE

UTER

S

Page 32: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 3 2

Materialiteit van het themaProductieve werkgelegenheid en fatsoenlijk werk zijn belangrijke onderdelen van een eerlijke globalisering en vermindering van armoede. De Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) heeft internationale normen opgesteld, de ILO-verdragen, die als gezaghebbende internationale arbeidsnormen worden beschouwd. In alle sectoren en landen kan er bij ondernemingen sprake zijn van arbeidsomstandigheden die strijdig zijn met deze normen: niet alleen in de eigen fabrieken, maar ook in de toeleveringsketen. Er zijn veel soorten controversiële arbeidsomstandigheden, uiteenlopend van kinderarbeid op niet-westerse productielocaties tot gezondheid- en veiligheidskwesties in mijnen.

Omstreden arbeidsnormen kunnen in strijd zijn met de principes 3-6 van de UN Global Compact en de ILO-verdragen. Daarnaast is richtlijn V van de OESO-richtlijnen van toepassing. Ondernemingen met omstreden arbeidsomstandigheden lopen diverse risico’s: juridische en regelgevingsrisico’s (denk aan boetes), reputatierisico’s (denk aan merkenschade) en operationele risico’s waaraan financiële consequenties kleven. Als ondernemingen deze problemen niet willen zien of niet weten aan te pakken, kan dit leiden tot financiële risico’s voor de desbetreffende onderneming en voor investeerders. Mochten deze risico’s zich daadwerkelijk voordoen, dan kan de onderneming in waarde dalen.

Onze acties en resultaten Kempen spreekt niet alleen voortdurend onderne-mingen aan op controversiële arbeidskwesties, maar ook fondsmanagers die deze ondernemingen in portefeuille hebben. Deze dialoog heeft bij individuele ondernemingen tot diverse verbeter- ingen in beleid en werkpraktijken geleid en tot een sectorbrede verbetering van het arbeidsbeleid.

• Diverse ondernemingen in de portefeuilles van Kempen en haar klanten zijn lid geworden van het Better Cotton Initiative. Het BCI streeft naar een gecertificeerd proces voor de productie van katoen volgens maatschappelijke en milieucriteria.

• Op basis van engagementaanbevelingen hebben ondernemingen de Fair Labour Association (FLA) opdracht gegeven om onafhankelijke onderzoeken in te stellen. De rapportage bevatte relevante punten voor verbetering van de werkomstandig- heden van medewerkers.

• Cacaoproducenten hebben systemen geïmplementeerd om kinderarbeid op cacao- plantages te monitoren. Daarnaast hebben zij een certificeringsprogramma opgezet om aan Key Performance Indicators (KPI) op het gebied van arbeidsrechten te voldoen.

INTE RN ATION ALE VE RDR AGE N , WETGE VIN G E N IN ITIATIE VE N

Rechtsmiddelen

De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) beschouwt acht van haar verdragen als ’fundamenteel’. Dit zijn fundamentele principes en rechten op het werk:

• ILO-Verdrag betreffende de vrijheid tot oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, 1948 (Verdrag nr. 87)

• ILO-Verdrag betreffende de toepassing van de beginselen van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen, 1949 (nr. 98)

• ILO-Verdrag betreffende gedwongen of verplichte arbeid, 1930 (nr. 29)

• ILO-Verdrag betreffende de afschaffing van gedwongen arbeid, 1957 (nr. 105)

• ILO-Verdrag betreffende de minimumleeftijd voor toelating tot het arbeidsproces, 1973 (nr. 138)

• ILO-Verdrag betreffende het verbod op en onmiddellijk actie voor de uitbanning van de ergste vormen van kinderarbeid, 1999 (nr. 182)

• ILO-Verdrag betreffende gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke arbeidskrachten voor arbeid van gelijke waarde, 1951 (nr. 100)

• ILO-Verdrag betreffende discriminatie in arbeid en beroep, 1958 (nr. 111)

Initiatieven voor betere werkomstandigheden

• ILO-IFC Better Work initiative (inzake arbeidsomstandigheden in de textielindustrie)

• Fair Labour Association (FLA) (inzake arbeidsomstandigheden in de textiel- en schoenenindustrie)

• SA8000-certificering (inzake eerlijke en fatsoenlijke werkomstandigheden)

• ICTI CARE-proces (ICP) (inzake arbeidsomstandigheden in de speelgoedindustrie)

• The Accord on Fire and Building Safety in Bangladesh (inzake brand- en bouwveiligheid in Bangladesh)

CONTACT REAL ESTATE WATER HUMAN RIGHTS VIOLATION

CLIMATE CHANGE

SCREENINGCORRUPTIONCONTROVERSIALLABOR

CONDITIONS

Page 33: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 3 3

• Ondernemingen hebben informatie verschaft over het mogelijke risico van moderne slavernij in hun sector en over maatregelen die zij nemen om niet bij dergelijke controversiële praktijken betrokken te raken.

EngagementdoelenWat de betrokkenheid bij controversiële arbeids- omstandigheden betreft, kan er verschil worden gemaakt tussen directe s en indirecte schending. Een onderneming die direct betrokken is, kan de situatie rechtstreeks beïnvloeden omdat het probleem zich voordoet op de eigen werkvloer. De meeste ondernemingen in onze portefeuille zijn echter indirect betrokken bij omstreden arbeids-kwesties in de toeleveringsketen. Als de schending indirect is, moet duidelijk worden gemaakt of de overtreding materieel is en of de onderneming in staat is om de situatie te beïnvloeden. Kempen screent ondernemingen in de portefeuille op controversiële arbeidsomstandigheden en richt haar engagementinspanningen met name op ondernemingen die betrokken zijn bij materiële en structurele kwesties waar deze onder- nemingen invloed op kunnen uitoefenen.

Onze engagementdoelen en aanbevelingen binnen deze thema-aanpak richten zich op de volgende aspecten:

Transparantie

• Wees transparant over de locatie van productiefaciliteiten en leveranciers.

• Maak details openbaar over de invoering van beleid, risicobeoordelingen, audit-resultaten en verbeterplannen; publiceer jaarlijks duurzaamheidsgegevens die kunnen worden vergeleken.

Beleidsontwikkeling

• Ontwikkel een formele aanpak om arbeids- normen bij alle ondernemingsactiviteiten hoog te houden.

• Stem het bedrijfsbeleid af op de ILO-verdragen en onderschrijf de acht kernverdragen.

• Vraag hetzelfde van leveranciers.

• Zorg voor een anoniem klokkenluidersysteem.

Toetsing en verbetering van huidige omstandigheden

• Zorg ervoor dat de verwachtingen op het gebied van de ondernemingsverantwoordelijk-heid ook verder in de toeleveringsketen bekend zijn (niet alleen bij de belangrijkste leveranciers).

• Bouw een eerlijke en betrouwbare relatie met leveranciers op.

• Controleer leveranciers proactief op naleving van internationaal vastgelegde arbeidsnormen en ga na of hun uitingen ook conform zijn.

Sectorinitiatieven

• De onderneming neemt deel aan bestaande duurzame (sector)initiatieven (zoals de UN Global Compact, het ICTI CARE-proces en de Fair Labour Association (FLA)). Indien de onderneming hier niet aan deelneemt, moet worden uitgelegd waarom de onderneming niet bij deze initiatieven betrokken is.

COLLEC TIE F E N GAGE M E NT: K IN DE R ARB E ID IN CONG OLESE M IJN E N Begin 2016 besloot Kempen toe te treden tot een collectief engagement-initiatief op het gebied van kinderarbeid in Congolese mijnen. Samen met een groep andere beleggers zijn wij in dialoog gegaan met 13 ondernemingen uit de consumentenelektronica- en auto-industrie. Via dit engagement uitten beleggers hun bezorgdheid over kinderarbeid in kobaltmijnen in de Democratische Republiek Congo ten behoeve van de consumentenelektronica- en auto-industrie. Ons collectief engagement leidde tot een duidelijk

commitment van enkele ondernemingen. Onze volgende doelstellingen hebben betrekking op traceerbaarheid, pijnpunten in de keten en een effectieve respons uit de toeleveringsketen en uit Congo. Kempen heeft onlangs een beleggersverklaring ondertekend die naar de Amerikaanse Securities and Exchange Commission (SEC) is gestuurd in het kader van de Dodd-Frank Wall Street Reform and Consumer Protection Act en de Conflict Minerals Rule van de SEC. Deze regelgeving moedigt verantwoord beheer en verantwoorde inkoop van grondstoffen uit de Democratische Republiek Congo aan.

CONTACT REAL ESTATE WATER HUMAN RIGHTS VIOLATION

CLIMATE CHANGE

SCREENINGCORRUPTIONCONTROVERSIALLABOR

CONDITIONS

Page 34: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 3 4

BEWEEGREDENEN VOOR ENGAGEMENTSeverstal is een geïntegreerde staalproducent. De kwaliteit van de systemen voor gezondheid en veiligheid (arbo) is een punt van bijzondere aandacht, omdat de onderneming actief is in de zeer arbeidsintensieve staalsector.

ENGAGEMENTRESULTATENKempen is het engagementproces met Severstal in de winter van 2016 begonnen. Belangrijke gespreksonderwerpen waren de corporate governance (meerderheidsaandeelhouder) en arbopraktijken. In een reeks gesprekken werden de volgende mijlpalen gerealiseerd:• na de explosie in de Vorkutinskaya-mijn in 2013 heeft

Severstal een moderniseringsproces in gang gezet;• de Severnaya-mijn werd ook gemoderniseerd,

al kon dit het ongeval niet voorkomen;• de mijn werd direct na het ongeval verzegeld

en dit blijf t zo;• de onderneming gaat twee miljoen dollar aan

vergoedingen betalen aan de getroffen gezinnen;• Severstal heeft een begin gemaakt met de

implementatie van maatregelen als uitvloeisel van de explosies in 2016.

Naast dit engagement werkt Kempen ook samen met Severstal op het vlak klimaatrisico. Hierbij wordt het raamwerk van de Institutional Investors Group on Climate Change (IIGCC) gebruikt. Doel van dit engagement is Severstal te bewegen tot samenwerking bij de ontwikkeling van best practices voor CO2-

verslaggeving en de beperking van de CO2-risico’s binnen de staalsector. Dit wordt in 2017 het tweede doel van ons engagement.

ENGAGEMENTDOELENToetsing en verbetering van de huidige omstandighedenKempen blijf t de inspanningen van Severstal op arbogebied volgen, alsook het commitment tegenover de werk-nemers van de Severnaya-mijn en de Russische regering om het gasdetectiesysteem te verbeteren. Wij blijven de onderneming stimuleren om arbopraktijken in de sector vast te stellen en zo een voorbeeldfunctie voor andere Russische staalproducenten te vervullen.

TRANSPARANTIEEen belangrijk doel qua beperking van arborisico’s is volledige transparantie. Kempen zet de dialoog met Severstal voort om te waarborgen dat de maatregelen die voor de Severnaya-mijn zijn genomen, volledig openbaar worden gemaakt en worden gecommuniceerd binnen de staalsector.

ONDERNEMINGSeverstal is een Russische geïntegreerde producent van staal en staalgerelateerde producten.

ISSUEIn de kolenmijn Severnaya, eigendom van Vorkutaugol, een dochterbedrijf van Severstal, deed zich een reeks ontploffingen van methaangas voor. In februari 2016 kwamen hierbij 36 mensen om het leven. In maart 2016 kondigden de Russische autoriteiten aan dat het ongeval werd beschouwd als een natuurramp. De onderneming werd gevraagd om het detectiesysteem voor natuurlijk methaangas te verbeteren. Severstal ging hiertoe over in juli 2016.

FEITEN2013 – Explosie in Vorkutinskaya-mijn 2016 – Eerste contact van Kempen met SeverstalMaart 2016 – Explosie in Severnaya-mijn

Juli 2016 – Het steenkoolsegment van Severstal vervangt gasveiligheidssysteem in mijngangen na ongeval in Severnaya

MATERIALITEITOvertredingMensenrechtenstandaarden:UN Global Compact, principe 1Milieustandaarden: UN Global Compact, principes 7 en 8

Betrokkenheid van de ondernemingDe onderneming is actief in een sector waar gezondheid en veiligheid belangrijk zijn, zowel financieel als vanuit het perspectief van de bescherming van mensenrechten.

RisicoVerstoring door ongevallen en reputatierisico

MSCI ESG RESEARCHUN Global Compact: PassESG Rating: CCC

ENGAGEMENT FACTSHEET:

Een voorbeeld van engagementSeverstal

CONTACT REAL ESTATE WATER HUMAN RIGHTS VIOLATION

CLIMATE CHANGE

SCREENINGCORRUPTIONCONTROVERSIALLABOR

CONDITIONS

Page 35: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 3 5

BEWEEGREDENEN VOOR ENGAGEMENTFirst Resources staat niet op de uitsluitingslijst van Kempen, maar ESG is een belangrijk punt van aandacht. Producenten van palmolie staan bloot aan kritiek vanwege milieufactoren (ontbossing) en sociale aspecten (grondeigendom en arbeidsom-standigheden). In de afgelopen jaren is er veel gesproken over de vaststelling van normen voor de duurzame productie van palmolie. Dit beperkt de aanleg van nieuwe plantages en dus rechtstreeks de financiële perspectieven van zowel de totale palmoliesector als van First Resources. ESG- gerelateerde kwesties zijn steeds een belangrijk onderwerp van gesprek geweest in de dialoog die wij met deze onderneming voeren sinds wij in 2014 een positie hebben genomen in dit bedrijf.

ENGAGEMENTRESULTATENFirst Resources publiceerde in juli 2015 een duurzaamheidsbeleid, inclusief een duidelijk commitment om ontbossing te vermijden en te rapporteren over de implementatie van het beleid. De onderneming gaf aan dat de dialoog met aandeelhouders had bijgedragen aan het besluit om dit nieuwe beleid te formuleren.

De transparantie is duidelijk vergroot. First Resources heeft inmiddels drie voortgangsrappor-tages gepubliceerd over de implementatie van het beleid. Hierin kwamen openstaande kwesties, de geboekte vooruitgang en de routekaart op weg naar een duurzame palmolieproductie aan de orde. Niet alleen is de transparantie vergroot, er is ook goede vooruitgang geboekt bij de verwezenlijking van de doelstellingen. Twee lopende kwesties

konden in nauwe samenwerking met de RSPO (Roundtable on Sustainable Palm Oil) afgesloten worden. De onderneming is ook flink gestegen op de ranglijst die SPOTT (Sustainable Palm Oil Transparency Toolkit) elke twee jaar opstelt. First Resources staat nu op de 22ste plaats van 50 bedrijven.

Begin 2017 besloten wij onze positie te verkopen. Hiermee versterken wij het ESG-profiel van de portefeuille. Hoewel wij nog steeds in geloven dat engagement bijdraagt aan meer onderling begrip en kan leiden tot verbetering van beleid en gedrag, zijn we geleidelijk kritischer geworden over bepaalde sectoren waar ESG-risico’s structureler van aard zijn en slechts voor een deel door engagement beïnvloed kunnen worden.

ENGAGEMENTDOELENOns engagement in 2016 betrof de volgende onderwerpen: certif icering van plantages, lopende RSPO-kwesties en arbeidsomstandigheden. Ter illustratie verwijzen we naar het rapport dat Amnesty International in november 2016 publiceerde over arbeidsomstandigheden. Hoewel First Resources niet werd genoemd in dit rapport, namen we contact op met de onderneming om de in het rapport beschreven arbeidspraktijken te bespreken. First Resources was transparant en beantwoordde onze vragen. Dit voorbeeld toont echter ook aan dat ESG-risico’s voor ons een actueel onderwerp blijven in de dialoog met de onderneming en met onze aandeelhouders. Wij onderkennen dat wij deze kwesties slechts gedeeltelijk kunnen monitoren en beïnvloeden.

ENGAGEMENT FACTSHEET:

Een voorbeeld van engagementFirst Resources

ONDERNEMINGFirst Resources, beursgenoteerd in Singapore, bezit en exploiteert palmolie-plantages in Indonesië.

ISSUEFirst Resources staat op de Watch List van het UN Global Compact: er is kritiek op de palmolie- sector vanwege milieufactoren (ontbossing) en sociale aspecten (arbeidsomstandigheden en grondeigendom).

FEITENDe productie van palmolie heeft in een aantal gevallen geleid tot ernstige ontbossing en verdrijving van bedreigde diersoorten in tropische landen. Bosrijke gebieden met hoge CO2-opslaggraad (HCS), natuur-gebieden (HCV) en veengronden moeten niet in ontwikkeling gebracht worden. Indonesië produceert circa 50% van alle palmolie wereldwijd. First Resources heeft hier meer dan 190.000 ha aan palmolieplantages en heeft verklaard dat van de grondvoorraad van 110.000 ha 26% niet wordt ontwikkeld.Tegen de onderneming zijn klachten ingediend vanwege milieu- en sociale aspecten van de winning van palmolie.

MATERIALITEITOvertredingMilieustandaarden: UN Global Compact, principes 1, 7 en 8.

Betrokkenheid van de ondernemingDe onderneming is sinds 2008 lid van de Roundtable of Sustainable Palm Oil en rapporteert op zijn website over de vooruitgang op belangrijke punten die door belanghebbenden aan de orde worden gesteld, zoals ontbossing, branden en de ontwikkeling van HCS, HCV en veengebieden.

RisicoBiodiversiteit en klimaatverandering vormen een risicofactor voor bedrijven als First Resources indien nieuwe plantages niet volgens duurzame principes ontwikkeld worden.

MSCI ESG RESEARCHUN Global Compact: Watch ListESG-rating: niet beschikbaar

CONTACT REAL ESTATE WATER HUMAN RIGHTS VIOLATION

CLIMATE CHANGE

SCREENINGCORRUPTIONCONTROVERSIALLABOR

CONDITIONS

Page 36: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 3 6

Opkomende thema’s

Page 37: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 3 7

Het gebruik van Genetisch Gemodificeerde Organismen (GGO’s) levert altijd een verhit debat op. Voorstanders voeren aan dat GGO’s noodzakelijk zijn om de groeiende wereldbevolking te kunnen voeden. Tegenstanders waarschuwen voor mogelijke ernstige gevolgen voor natuur en biodiversiteit. Kempen belegt namens klanten in ondernemingen uit de chemie- en landbouwsector en doet daarom nader onderzoek naar dit onderwerp en het belang hiervan voor onze beleggers.

Om beter inzicht te krijgen in de voor- en nadelen, hebben wij onlangs een rond-etafelgesprek over GGO georganiseerd. Uitgenodigd was een milieuactivist van Greenpeace voor een debat met twee chemiespecialisten. Een van die specia-

listen werkt bij een financiële dienstverle-ner en richt zich op ondernemingen zoals Monsanto, Syngenta, BASF en Bayer. Er waren veel vragen: Wat is de algemene consensus over de gezondheidsaspecten bij GGO’s? Profiteren boeren op de lange termijn wel van het gebruik van gemodi-ficeerde zaden? Staat de biodiversiteit op het spel als boeren op GGO-zaden over- stappen? Maakt GGO’s inderdaad teelt van gewassen mogelijk in gebieden waar dat bijvoorbeeld door droogte moeilijk is? Wat is er voor internationale regelgeving op het gebied van GGO’s? Op dit moment zetten wij de verschil-lende visies en standpunten op het gebied van GGO’s nog op een rijtje. Wij streven dat dit uiteindelijk tot uitvoeriger ESG-beleid op het gebied van genetisch gemodificeerde organismen zal leiden.

Dierenwelzijn wordt een steeds belang-rijker onderwerp voor beleggers. Het speelt met name een rol in de sectoren landbouw, voedingsmiddelen, chemie en farmacie. Onderwerpen zoals de bio-in-dustrie en dierproeven treden hierbij het meest op de voorgrond. De meeste landen hebben specifieke regelgeving opgesteld die door bedrijven moet worden nageleefd. De inhoud daarvan en de controle op de handhaving varieert echter nogal. Zo zijn de regels op het gebied van dierenwelzijn en de controle daarop, relatief strikt in Europa. In andere regio’s, zoals Azië, gelden echter minder strikte normen.

Kempen heeft het onderwerp dieren-welzijn opgenomen in de screening en engagement. De basis voor de screening is de verdragslijst waarop diverse (inter-nationale) verdragen op het gebied van dierenwelzijn zijn opgenomen. Wij blijven met andere ondernemingen in ons uni-versum een dialoog voeren en moedigen striktere normen en meer openheid over dit belangrijke onderwerp aan.

Dierproeven Wij hebben een dialoog gevoerd met de Amerikaanse speciaalchemicaliën- producent Albemarle en met IFF, een Amerikaanse producent van smaak- en geurstoffen die gebruikt worden in voe-dingsmiddelen, dranken, huishoudelijke en verzorgingsproducten. Beide onderne-mingen hebben verklaard dat

zij aan onze criteria voldoen, maar gaven toe dat ze dit onvoldoende toelichten. Na een uitvoerige dialoog heeft Albemarle uiteindelijk een offici-ele verklaring over dierproeven op de website gezet. IFF staat ook open voor onze opmerkingen en suggesties en overweegt momenteel om het dierproe-venbeleid van de onderneming in het duurzaamheidsverslag op te nemen. Dierwelzijn Wij hebben in 2016 onze dialoog voort-gezet met de Frans-Italiaanse luxeli-festyleketen Moncler. Het voornaamste onderwerp was de inkoop van dons, na een documentaire waarin vogelmishan-deling in Italië aan de kaak werd gesteld. Wij hebben in het kader van onze engagement diverse gesprekken met de onderneming gevoerd. Moncler heeft de kwestie onderzocht en in een persbericht verklaard dat de onderneming hierbij niet betrokken was. Onze aanbeveling aan Moncler luidt om een duidelijk sourcingsdocument te publiceren waarin details over de controles in de toeleve-ringsketen zijn opgenomen. Uiteindelijk heeft de onderneming een protocol voor dierenwelzijn en traceerbaarheid opge-steld in de vorm van een goedgekeurd Down Integrity System and Traceability (DIST) Protocol waaraan alle leveranciers moeten voldoen.

Genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s)

Dierenwelzijn

Page 38: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 3 8

Antibiotica Biodiversiteit

Het is niet nieuw dat er in de (pluim)veeteelt intensief gebruikgemaakt wordt van antibiotica, maar inmiddels wordt dit als een mogelijk beleggingsrisico gezien. Antibiotica kan schadelijk zijn voor mensen en intensief gebruik leidt ertoe dat bepaalde ziektekiemen antibioticare-sistent worden.

Maatschappelijke belangenorganisaties (NGO’s) hebben veeteeltbedrijven regel-matig gevraagd om beleid in te voeren dat leidt tot afbouw van het gebruik van antibiotica bij vee (ter bevordering van de groei en ter voorkoming van ziektes). Bezorgde aandeelhouders hebben Sanderson Farms, een Amerikaans veeteeltbedrijf, onlangs gevraagd om het gebruik van antibiotica af te bouwen. In een aandeelhoudersmotie voerden zij op de Algemene Vergadering van Aandeel-houders aan dat andere vooraanstaande organisaties ook hun zorgen over dit onderwerp hadden geuit: de Amerikaan-se inspectie voor voeding- en genees-middelen (Food and Drug Administration,

FDA), het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA), de Wereldgezond-heidsorganisatie (WHO) en de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) van de Verenigde Naties (VN). Sanderson Farms voerde aan dat de onderneming alleen antibiotica gebruikt die door de FDA is goedgekeurd en dat het beleid erop is gericht om de minimaal noodzakelijke hoeveelheid antibiotica te gebruiken om een gezonde veestapel te houden. Voorts verklaarde de onderneming dat de mees-te antibiotica die door veeteeltbedrijven gebruikt worden, niet in geneesmiddelen voor mensen zitten. Onlangs heeft een ander initiatief het licht gezien, genaamd Farm Animal Investment Risk and Return (FAIRR). FAIRR wil de kenniskloof dichten en ervoor zorgen dat beleggers een beter begrip krijgen van de risico’s en mogelijkheden in de bio-industrie. Voorts wil FAIRR beleggers die deze kwesties in hun beleggingsproces willen meenemen ondersteunen. Er wordt nader onderzocht of dit thema relevant is voor onze de portefeuilles van onze klant.

Onze planeet kent een grote diver-siteit van en verscheidenheid aan levende organismen. De diversiteit is niet alleen groot binnen, maar ook tussen dier- en plantensoorten en ecosystemen. Biodiversiteit vormt het fundament van een breed scala aan zogenaamde ecosysteemdiensten. Die leveren een essentiële bijdrage aan ons welzijn en ondersteunen vitale productie- en consumptie- patronen. Verstorend gedrag van ondernemingen – zoals vervuiling, ontbossing en ontginning van na-tuurlijke hulpbronnen – kan negatief uitwerken op de biodiversiteit en kan materiële gevolgen hebben voor deze ondernemingen (denk aan de afname van de bijenpopulatie als gevolg van het gebruik van bestrij-dingsmiddelen, wat aanzienlijke gevolgen kan hebben voor de land-bouw). Kempen voert met een aantal ondernemingen een dialoog over biodiversiteit en zal over dit thema in gesprek blijven.

Wij voeren een dialoog met de Ameri-kaanse tabaksproducent Philip Morris gericht op betere marketingpraktij-ken, meer transparantie en meer toe-lichting op het biodiversiteitsbeleid. De dialoog wordt voortgezet.

Page 39: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 3 9

Cyberveiligheid & gegevensbescherming

Water

Het aantal cyberaanvallen op grote en kleine ondernemingen is toegenomen tot een niveau dat niemand had verwacht. Deze cyberaanvallen vormen een reëel en materieel risico voor ondernemingen, omdat hun vitale processen en

klantgegevens gevaar kunnen lopen. Kempen kijkt hoe dit risico van invloed is op beleggers en of bedrijven wel robuuste procedures invoeren om hun bedrijfsvoering te beschermen.

Waterschaarste is een direct gevolg van klimaatverandering en vormt niet alleen een duidelijke bedreiging voor de inheemse bevolking, maar in het algemeen ook een belemmering voor de economische groei. Veel sectoren

zijn in sterke mate afhankelijk van een ononderbroken aanvoer van schoon water. Wij verwachten dan ook dat water in 2018 een prominentere positie in ons klimaatthema gaat innemen.

Page 40: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 4 0

BIJL AGE I :

Vermijdingslijst PER 31 MAART 2017

ONDERNEMING LAND BETROKKEN BIJ:

Acacia Mining Plc UK Mensenrechten schendingen

Barrick Gold CA Mensenrechten schendingen

Charoen Pokphand Foods Public Company Limited TH Arbeids-en mensenrechten schendingen

Chevron Corporation UK Milieuvervuiling

CoreCivic Inc (previous Corrections Corporation of America) VS Mensenrechten schendingen

Freeport-Mcmoran Inc. VS Milieuvervuiling en mensenrechten schendingen

Gmk Noril'skiy Nikel' Pao RU Milieuvervuiling

Grupo Mexico, S.A.B. De C.V. MX Arbeids-en mensenrechten schendingen

Jiangxi Copper Co., Ltd. CN Milieuvervuiling

Monsanto Company VS Milieuvervuiling

Odebrecht Finance BR Corruptie

Petrochina Company Limited CN Corruptie, en schendingen van mensenrechten, arbeidsrechten en milieustandaarden

Southern Copper Co. VS Schendingen van arbeidsrechten en milieustandaarden

The Geo Group, Inc. VS Mensenrechten schendingen

Tokyo Electric Power Company, Incorporated JP Milieuvervuiling

Vale S.A. BR Schendingen van mensenrechten, arbeidsrechten en milieustandaarden

Vedanta Limited IN Schendingen van mensenrechten, arbeidsrechten en milieustandaarden

Vedanta Resources Plc IN Schendingen van mensenrechten, arbeidsrechten en milieustandaarden

Wal-Mart De Mexico MX Corruptie

Wal-Mart Stores, Inc. VS Arbeids-en mensenrechten schendingen

Zijin Mining Group Co CN Mensenrechten schendingen, mileuvervuiling

Page 41: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 4 1

BIJL AGE I :

Uitsluitingslijst PER 31 MAART 2017

ONDERNEMING LAND SCHENDING VAN:

Aecom  VS  The Treaty on the Non-Proliferation of Nuclear Weapons (New York, 1968) 

Aeroteh SA  Roemenië Convention on Cluster Munitions (Dublin, 2008) 

Orbital ATK (previous Alliant Techsystems) VS  Convention on Cluster Munitions (Dublin, 2008) 

Mine Ban Treaty (Ottawa, 1997)

Aryt Industries  Israel  Convention on Cluster Munitions (Dublin, 2008) 

Ashot Ashkelon  Israel Convention on Cluster Munitions (Dublin, 2008) 

Blueprint Technologies VS Convention on Cluster Munitions (Dublin, 2008) 

Bechtel VS The Treaty on the Non-Proliferation of Nuclear Weapons (New York, 1968) 

Babcock & Wilcox  VS  The Treaty on the Non-Proliferation of Nuclear Weapons (New York, 1968) 

China Aerospace Science and Technology Corporation China Convention on Cluster Munitions (Dublin, 2008) 

China North Industries Group Corporation China Convention on Cluster Munitions (Dublin, 2008) 

China Spacesat Co., Ltd. China Convention on Cluster Munitions (Dublin, 2008) 

Fluor Corporation VS The Treaty on the Non-Proliferation of Nuclear Weapons (New York, 1968) 

General Dynamics Corp  VS  Convention on Cluster Munitions (Dublin, 2008) 

Hanwha Corp  Korea Convention on Cluster Munitions (Dublin, 2008) 

Mine Ban Treaty (Ottawa, 1997)

Honeywell International VS The Treaty on the Non-Proliferation of Nuclear Weapons (New York, 1968) 

Huntington Ingalls Industries VS The Treaty on the Non-Proliferation of Nuclear Weapons (New York, 1968) 

Israel Military Industries Israel  Convention on Cluster Munitions (Dublin, 2008) 

Page 42: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 42

ONDERNEMING LAND SCHENDING VAN:

Inner Mongolia North Heavy Industries  China Convention on Cluster Munitions (Dublin, 2008) 

Jacobs Engineering Group  VS  The Treaty on the Non-Proliferation of Nuclear Weapons (New York, 1968) 

Korea Aerospace Industries Korea Convention on Cluster Munitions (Dublin, 2008) 

Larsen and Toubro Ltd India Convention on Cluster Munitions (Dublin, 2008) 

Lockheed Martin Corp  VS  Convention on Cluster Munitions (Dublin, 2008) 

The Treaty on the Non-Proliferation of Nuclear Weapons (New York, 1968) 

Motovilikha Plants JSC Rusland Convention on Cluster Munitions (Dublin, 2008) 

Nabha Power Limited India Convention on Cluster Munitions (Dublin, 2008) 

Newport News Nuclear VS The Treaty on the Non-Proliferation of Nuclear Weapons (New York, 1968) 

North Huajin Chemical Industries Co., Ltd. China  Convention on Cluster Munitions (Dublin, 2008) 

North Navigation Control Technology Co., Ltd  China Convention on Cluster Munitions (Dublin, 2008) 

Poongsan Corp  Korea Convention on Cluster Munitions (Dublin, 2008) 

Raytheon  VS  Convention on Cluster Munitions (Dublin, 2008) 

Roketsan Roket Sanayi ve Ticaret Anonim Sirketi Turkije Convention on Cluster Munitions (Dublin, 2008) 

Serco Group    VK The Treaty on the Non-Proliferation of Nuclear Weapons (New York, 1968) 

Singapore Technologies Engineering  VS Convention on Cluster Munitions (Dublin, 2008) 

Mine Ban Treaty (Ottawa, 1997)

Textron  VS  Convention on Cluster Munitions (Dublin, 2008) 

Mine Ban Treaty (Ottawa, 1997)

The Boeing Company VS  Convention on Cluster Munitions (Dublin, 2008) 

The Treaty on the Non-Proliferation of Nuclear Weapons (New York, 1968) 

BIJL AGE I :

Uitsluitingslijst PER 31 MAART 2017

Page 43: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 4 3

Wij hebben in 2016 onze dialoog met externe fondsmanagers over ESG-kwesties voortgezet. Dit betrof niet alleen het ondertekenen van de PRI en het naleven van de uitsluitingslijst, we beoordeelden externe managers ook op hun beleid, proces en transparantie. Zo kijken wij of de fondsmanagers een specifiek beleid voor verantwoord beleggen hebben geformuleerd, of er duidelijke richtlijnen en doelstellingen zijn voor ESG-integratie, stemgedrag en engagement en of de manager deelneemt aan collectieve engagementprojecten. Voorts beoordelen wij fondsmanagers op transparantie en moedigen wij hen aan om te rapporteren over beleid en resultaten op het gebied van verantwoord beleggen. Engagement met fondsmanagers richt zich op de elementen waar ruimte voor ver- betering is. Daarnaast is de dialoog bedoeld om best practices te delen. Voor alle managers wordt een intern engagementlog bijgehouden en wordt een engagement fact sheet opgesteld voor rapportage richting klanten.

In 2016 hebben wij met twintig fondsmanagers engagementgesprekken gevoerd: over verantwoord beleggen, specifieke fondsbeleggingen, stemverslagen en engagement-cases.

Over het geheel genomen merkten wij dat onze externe fondsmanagers steeds transparanter worden over hun ESG-activiteiten. Binnen de gehele sector is meer aandacht voor actief aandeelhouderschap bij fondsmanagers met passieve beleggingsproducten. Wij werken aan deze ontwikkeling mee: wij voeren gesprekken met diverse beheerders van passieve beleggingsproducten over hun rol als betrokken aandeelhouder voor de lange termijn. Onze dialoog met fondsmanagers ging voorts over onderwerpen zoals de algemene engagementaanpak, het beleid voor stemmen bij volmacht en rapportagestandaarden.

In dit rapport zijn managerfactsheets opgenomen.

BIJL AGE I I :

Inleiding bij managerfactsheets

CONTACT REAL ESTATE WATER HUMAN RIGHTS VIOLATION

CLIMATE CHANGE

SCREENINGCORRUPTIONCONTROVERSIALLABOR

CONDITIONS

Page 44: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

\ 4 4

Overzicht factsheets

1. Kempen (Lux) Euro Credit Fund2. Kempen (Lux) Global High Dividend Fund3. Blackrock4. Harris Associates5. JP Morgan Asset Management6. Lazard Asset Management7. Montanaro8. Northern Trust9. Standard Life Investments10. T. Rowe Price11. Vanguard

Page 45: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

SAMENVATTING: BELEID, PROCES EN RAPPORTAGE VERANTWOORD BELEGGENKempen (Kempen Capital Management) is een vermogens-beheerder met een langetermijnhorizon. Wij zien het als onze taak ESG-criteria te beoordelen en in onze beleggings-strategieën in te bedden. Qua verantwoord beleggen voegen wij de daad bij het woord: via continue betrokkenheid stimuleren wij positieve verandering. Deze holistische aanpak komt tot uitdrukking in de integratie van materiële ESG-criteria in beleggingsmodellen, een actieve dialoog met portefeuilleondernemingen, toezichthouders en alle andere stakeholders en de uitoefening van stemrecht op aandeelhoudersvergaderingen.

Beleidsontwikkeling en –implementatie waren in 2016 vooral gericht op:• klimaatverandering;• stewardship en stemmen.

De bedrijfsobligatiefondsen van Kempen beleggen niet in ondernemingen die voorkomen op de uitsluitingslijst of Avoidance List van Kempen.

HET FONDSHet Kempen (Lux) Euro Credit Fund en het Kempen (Lux) Euro Credit Fund + richten zich op ondernemingen die op het gebied van ESG het zwakst presteren. Ondernemingen met een MSCI ESG-rating die gelijk is aan of lager dan B (op een schaal waar AAA de hoogste en CCC de laagste rating is), die de UN Global Compact niet naleven of waarvoor een alert is geplaatst in de Impact Monitor, worden aan een nadere analyse onderworpen. Onze sectorspecialist beoordeelt de materialiteit van de ESG-kwestie en de implicaties voor het kredietprofiel van de onderneming. Als een kwestie van materieel belang geacht wordt, gaan wij als eerste stap een dialoog aan. Indien de ESG-kwesties niet structureel blijken te zijn en de onderneming bereid is tot verbetering, passen wij onze beoordeling van de relatieve waarde aan. In ernstige gevallen en zonder uitzicht op verbetering wordt afgezien van beleggen in de betreffende onderneming. VERBETERPUNTENHet team streeft er continu naar het ESG-profiel van de portefeuille te verbeteren door een meer geavanceerde ESG-screening en regelmatige betrokkenheid.

BESPROKEN CONTROVERSIËLE BELEGGINGENIn de afgelopen jaren zijn we steeds in gesprek gebleven met de Italiaanse oliemaatschappij Eni. Corruptie was het belangrijkste onderwerp. Sinds het begin van onze engagement eind 2014 heeft Eni een robuust anti-corruptiebeleid ingevoerd, dat als ‘best-in-class’ in de sector wordt gezien. Eni heeft zich aangesloten bij belangrijke internationale initiatieven tegen corruptie, zoals de anti-corruptie taskforce van de UN Global Compact en de anti-corruptie werkgroep van de OESO. Transparency International heeft Eni uitgeroepen tot een van de meest transparante ondernemingen. In 2016 werd Karina Litvack, het enige (niet-uitvoerende) bestuurslid met ervaring op het gebied van duurzaamheid, geschorst als lid van het Controls and Risk Committee. Volgens berichten in de media liep er een onderzoek naar haar vanwege samenzwering tegen de CEO van Eni. Dit was opmerkelijk aangezien de CEO zelf niet werd geschorst toen er eerder een onderzoek naar hem werd ingesteld. Tijdens ons volgende contactmoment met Eni vroegen wij om opheldering en kregen te horen dat het Controls and Risk Committee bepaalt of een bestuurslid tegen wie een onderzoek loopt, zijn functie kan blijven uitoefenen. Om verstrengeling van belangen te vermijden, moest Litvack geschorst worden. Zij werd niet geschorst als bestuurslid en evenmin als lid van het Compensation and Sustainability Committee.

FONDSMANAGERKempen Capital Management

FONDSENKempen (Lux) Euro Credit Fund, Kempen (Lux) Euro Credit Fund Plus

ONDERTEKENAAR PRIJa, vanaf 2008

NALEVING UITSLUITINGSLIJST KEMPENJa

MEEST RECENTE CONTACT15 Mei 2017

SCREENING MSCI ESG RESEARCH: Kempen (Lux) Euro Credit Fund Plus

Deze grafieken dienen ter illustratie: de fondsmanager richt zich niet actief op portefeuilles met hoge ESG-ratings en/of positieve UNGC-screenings. Br

on: M

SCI E

SG R

esea

rch,

por

tefe

uille

-geg

even

s pe

r 31 m

aart

201

7

AAAAAABBBBBBCCC

3%6%

19%

24% 18%

21%

9%

Kempen Euro Credit Fund Plus - ESG RatingsKempen Euro Credit Fund Plus - ESG Ratings

4%9%

87%

PassWatch ListFail

Kempen Euro Credit Fund Plus - UN Global CompactKempen Euro Credit Fund Plus - UN Global Compact

ENGAGEMENT FACTSHEET:

€empen (Lux) Euro Credit

Fund

Page 46: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

SAMENVATTING: BELEID, PROCES EN RAPPORTAGE VERANTWOORD BELEGGENDe hoogdividendstrategieën wegen ESG-factoren in de verschillende fasen van het beleggingsproces. Voordat in een onderneming belegd wordt beoordelen de portefeuillemanagers (PM’s) de ESG-prestatie. In het geval van materiële ESG-kwesties kan worden besloten (a) de ESG-risico’s te kwantif iceren in het beleggingsmodel, (b) engagement te voeren met de onderneming of (c) belegging in de onderneming te mijden.

Zodra een onderneming aan de portefeuille is toegevoegd wordt deze op kwartaalbasis gemonitord. Als zich nieuwe kwesties voordoen of de ESG-prestatie verbetert of verslechtert, wordt veelal contact met de onderneming gezocht. Intensief contact over een bepaald onderwerp wordt engagement genoemd. Zo’n onderwerp heeft doorgaans een signif icant effect of is structureel van aard. We kijken ook naar de reactie: als een onderneming niet bereid is praktijken of beleid te verbeteren, wordt deze uitgesloten. In het geval van engagement gaan de PM en de afdeling Responsible Investment een continue dialoog aan met een specif iek doel. Zo wil het fonds zijn invloed als aandeelhouder gebruiken om positieve verandering te stimuleren.

Een belangrijk aspect in ons engagement is klimaatverandering en de risico’s en kansen die dit biedt. Ons engagement is vooral gericht op CO2-intensieve bedrijven en daarnaast op de steenkoolsector (en ook nutsbedrijven die afhankelijk zijn van steenkool als energiebron) omdat deze als een van de meest CO2-intensieve sectoren het kwetsbaarst is voor klimaatregelgeving.

VERBETERPUNTENDe lopende engagementcases worden in 2017 en 2018 voortgezet en er worden nieuwe thema’s bepaald. Klimaatverandering en vooral de rol van steenkool, wordt uitgediept en nieuwe engagementcases worden gestart.

BESPROKEN CONTROVERSIËLE BELEGGINGENIn de loop van 2016 zijn diverse engagementcases gestart (en voortgezet) binnen de hoofdthema’s van Kempen op het gebied van ESG. Enkele onderwerpen en doelen van ons engagement:• Op de jaarvergadering van Shell in mei 2017 stemden we voor

het voorstel om CO2-doelstellingen scope 1, 2 en 3 te bepalen.

• Het engagement met Rio Tinto over zijn CO2-voetafdruk is gecontinueerd (na onze steun op de vorige jaarvergadering voor het ‘Aiming for A’ besluit).

• De Noorse kunstmestfabrikant Yara International is aangesproken op de CO2-intensiteit van het productieproces. De belangrijkste discussiepunten waren de al geformuleerde doelen en de rapportage daarover, nieuwe doelen en sectorbrede initiatieven.

• Met de Russische staalproducent Severstal zijn we in gesprek gegaan over een ongeval in een van zijn gesloten kolenmijnen. De nadruk lag op verzegeling van de mijn, maatregelen voor werknemers en nieuw arbo- en anti-corruptiebeleid.

• Ons engagement met Philip Morris International hebben we breder getrokken. Zo is ´heat not burn´ (iQOs) toegevoegd aan de onderwerpen. Dit product dat wel verhit maar niet verbrandt, wordt gezien als een veelbelovende ontwikkeling in de tabaksindustrie, die de gezondheidsrisico´s van roken aanzienlijk kan verminderen.

• De Zuid-Koreaanse tabaksfabrikant KT&G is op de uitsluitingslijst geplaatst vanwege de consistent zwakke ESG-prestatie.

FONDSMANAGERKempen Capital Management

FONDSKempen (Lux) Global High Dividend Fund

ONDERTEKENAAR PRIJa, vanaf 2008

NALEVING UITSLUITINGSLIJST KEMPENJa

MEEST RECENTE CONTACT15 Mei 2017

SCREENING MSCI ESG RESEARCH: Kempen (Lux) Global High Dividend Fund

Deze grafieken dienen ter illustratie: de fondsmanager richt zich niet actief op portefeuilles met hoge ESG-ratings en/of positieve UNGC-screenings. Br

on: M

SCI E

SG R

esea

rch,

por

tefe

uille

-geg

even

s pe

r 31 m

aart

201

7

AAAAAABBBBBBCCC

6%8%

13%

20% 25%

21%

7%

Kempen Global High Dividend Fund - ESG RatingsKempen Global High Dividend Fund - ESG Ratings

1%

9%

90%

PassWatch ListFail

Kempen Global High Dividend Fund - UN Global CompactKempen Global High Dividend Fund - UN Global Compact

ENGAGEMENT FACTSHEET:

€empen (Lux) Global High

Dividend Fund

Page 47: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

SAMENVATTING: BELEID, PROCES EN RAPPORTAGE VERANTWOORD BELEGGENBlackRock kijkt vooral door de governance-lens naar ESG: bij een goede governance-structuur heeft een onderneming minder milieu- en maatschappelijke risico´s. De benadering van governance door BlackRock heeft een regionale focus, vanuit het besef dat ieder land zijn eigen cultuur en beleid heeft. Governance is dus contextafhankelijk.

De engagementagenda van BlackRock wordt bepaald door regelmatige regionale screenings om potentiële problemen te signaleren. Sinds 2015 maakt BlackRock voor deze screening gebruik van MSCI ESG Research. Nu het screeningproces goed is opgezet, heeft BlackRock het accent in zijn engagement verlegd van ad-hoc en reactief naar duurzaam en proactief. Op basis van de screenings stelt BlackRock een ESG-ranglijst op: bedrijven met de zwakste ESG-prestatie en de hoogste materialiteit van problemen komen met voorrang in aanmerking voor engagement. Een andere belangrijke factor is de impact die BlackRock denkt te kunnen uitoefenen via engagement.

MSCI ESG Research (inclusief CO2-gegevens) is geïntegreerd in Alladin (het systeem voor portefeuillebeheer dat de verschillende beleggingsteams gebruiken). Dit vormt een belangrijke stap op weg naar ESG-integratie, ook al zien portefeuillemanagers en analisten alleen de hoogste scores en wordt engagement nog steeds in hoofdzaak door het Investment Stewardship team geïnitieerd. De ongeveer 30 leden van dit team zijn werkzaam vanuit vier regionale kantoren en hebben drie kerntaken: uitoefening van het stemrecht, engagement op ondernemingsniveau (samen met de beleggingsteams die de helf t van de bijeenkomsten bijwonen) en engagement op marktniveau (deelname aan sectorbrede initiatieven zoals de recente consultatie over de herziening van de Nederlandse Corporate Governance Code). Blackrock signaleert veel belangstelling voor klimaatgerelateerde onderwerpen en heeft onlangs een notitie opgesteld over klimaatverandering en de gevolgen voor beleggingsportefeuilles.

BlackRock maakt geen onderscheid in strategieën naar fundamenteel actief, kwantitatief actief of indexgebonden. De onderliggende kracht van de beleggingen wordt volledig benut via uitoefening van het stemrecht en engagement. Deze benadering, en de positie van BlackRock als een van de grootste vermogensbeheerders wereldwijd, bieden schaalvoordeel.

Een interessant aspect van de passieve strategieën is dat BlackRock wel het stemrecht uitoefent, maar in principe uitgeleende aandelen niet terugvraagt. Op dit punt verschilt BlackRock van andere passieve fondsmanagers. Bij vermoedens van reputatierisico worden de aandelen wel teruggevraagd om het stemrecht uit te kunnen oefenen.

VERBETERPUNTENBlackRock stelt zich op het vlak van ESG nog steeds vrij reactief op, terwijl de onderneming, gezien de grote omvang en geavanceerde systemen, in staat zou moeten zijn om meer invloed uit te oefenen op bedrijven waarin wordt belegd. We signaleren echter verbetering en dankzij de systemen kan BlackRock klanten voorzien van rapportages waarmee zij het ESG-profiel van hun portefeuille kunnen evalueren. Door zijn commerciële instelling kan BlackRock ook inspelen op veranderende eisen en wensen van beleggers.

BESPROKEN CONTROVERSIËLE BELEGGINGENIn de afgelopen twaalf maanden zijn geen specif ieke beleggingen besproken met BlackRock.

FONDSMANAGERBlackRock

FONDSENBlackRock Euro Investment Grade Corporate Bond Index Fund; BlackRock BGIF Global Government Bond Index Fund

ONDERTEKENAAR PRIJa, sinds 2008

NALEVING UITSLUITINGSLIJST KEMPENNee

MEEST RECENTE CONTACT8 april 2017

SCREENING MSCI ESG RESEARCH: BlackRock Euro Investment Grade Corporate Bond Index Fund

Deze grafieken dienen ter illustratie: de fondsmanager richt zich niet actief op portefeuilles met hoge ESG-ratings en/of positieve UNGC-screenings. Br

on: M

SCI E

SG R

esea

rch,

por

tefe

uille

-geg

even

s pe

r 31 m

aart

201

6

ENGAGEMENT FACTSHEET:

Blackrock

AAAAAABBBBBBCCC

4%6%

13%

20%

21%

24%

12%

Blackrock Euro Investment Grade Corporate Bond Index Fund - ESG Ratings Blackrock Euro Investment Grade Corporate Bond Index Fund - ESG Ratings

4%12%

84%

PassWatch ListFail

Blackrock Euro Investment Grade Corporate Bond Index Fund - UN Global CompactBlackrock Euro Investment Grade Corporate Bond Index Fund - UN Global Compact

Page 48: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

SAMENVATTING: BELEID, PROCES EN RAPPORTAGE VERANTWOORD BELEGGENHarris is een fundamentele manager die op basis van gedegen due diligence voor de lange termijn in bedrijven belegt. Gedurende het fundamentele analyseproces tracht Harris een bedrijf even goed te leren kennen als voor de overname van de gehele onderneming nodig zou zijn. Daarbij komen alle (ook ESG-gerelateerde) aspecten aan bod. Harris heeft weinig omstreden namen in portefeuille (geen namen op de uitsluitingslijst, geen negatieve UNGC-screenings). Toch heeft de firma geen geformaliseerd beleid voor verantwoord beleggen. Als langdurige en vaak substantiële aandeelhouder kan Harris echter gewicht in de schaal leggen om de dialoog aan te gaan over al dan niet ESG-gerelateerde kwesties. Het kernprincipe van de beleggingsfilosofie is namelijk dat Harris vertrouwd is met de ins en outs van bedrijven waarin belegd wordt.

Harris is bezig best practices voor de formele integratie van verantwoord beleggen in het beleggingsproces te evalueren. In dit verband is bijvoorbeeld begin 2017 overleg gevoerd met het hoofd ESG van het CFA Institute en wordt de UNPRI implementatierichtlijn (februari 2017) bestudeerd. Verder is Harris in gesprek met externe dataproviders. Eind 2016 ontving Harris Associates een formele brief waarin eigenaar Natixis erop aandrong om de PRI te ondertekenen.

Harris beschikt over uitvoerige stemrichtlijnen die via ISS (een onafhankelijke proxy voting-dienstverlener) worden uitgevoerd. Harris stemt meestal conform de interne richtlijnen, tenzij het Proxy Voting Committee anders beslist.

Natixis Global Asset Management heeft clustermunitiebeleid ingevoerd voor de fondsfamilie Natixis International Funds (Lux) I (waar het genoemde fonds deel van uitmaakt). Volgens de toepasselijke regelgeving mag niet belegd worden in bedrijven die betrokken zijn bij de productie, inzet, ontwikkeling, distributie, verkoop, opslag of overdracht van clustermunitie. Voorts sluit Harris zelf ondernemingen uit die op niet behoorlijk gereguleerde markten opereren. Op deze lijst staan momenteel bijvoorbeeld Rusland en Venezuela. Dit is geen vaste lijst; het beleggingsteam kan hier wijzigingen in aanbrengen.

VERBETERPUNTENHarris is een betrokken aandeelhouder voor de lange termijn met weinig omstreden namen in portefeuille. De belangrijkste vooruitgang gedurende de verslagperiode was de ondertekening van de Japanse Stewardship Code. Verder heeft Natixis (eigenaar van Harris Associates) aangedrongen op ondertekening van de PRI. Dit laatste vormt, samen met de vaststelling van formeel ESG-beleid, de hoofdmoot van onze engagement, maar ook over andere onderwerpen, waaronder een abonnement bij een ESG-dataprovider, zetten we de dialoog voort.

BESPROKEN CONTROVERSIËLE BELEGGINGENRecent hebben we met Harris Associaties gesproken over het belang in General Motors (twee jaar na de terugroepactie vanwege een defect ontstekingsmechanisme heeft de onderneming de productveiligheid nog steeds niet op orde) en Grupo Televisa (zwakke governance-structuur, vermeende tendentieuze berichtgeving, wantrouwen van klanten, sterke banden met de heersende politieke partij in Mexico). Harris zou er goed aan doen om adequaat te reageren op de door MSCI aangekaarte zaken, ook al komt men op bepaalde punten tot een andere conclusie.

FONDSMANAGERHarris Associates

FONDSNatixis International Funds (Lux) I – Harris Associates Global Equity Fund

ONDERTEKENAAR PRINee

NALEVING UITSLUITINGSLIJST KEMPENJaNatixis Global Asset Management heeft clustermunitiebeleid ingevoerd voor de fonds- familie Natixis International Funds (Lux) I (waarvan het genoemde fonds deel uitmaakt).

MEEST RECENTE CONTACT6 maart 2017

SCREENING MSCI ESG RESEARCH: Harris Associates Global Equity Fund

ENGAGEMENT FACTSHEET:

Harris Associates

AAAAAABBBBBBCCC

7%6%

32%

12%

17%

11%

15%

Harris Associates Global Equity Fund - ESG Ratings Harris Associates Global Equity Fund - ESG Ratings

7%

93%

PassWatch ListFail

Harris Associates Global Equity Fund - UN Global CompactHarris Associates Global Equity Fund - UN Global Compact

Deze grafieken dienen ter illustratie: de fondsmanager richt zich niet actief op portefeuilles met hoge ESG-ratings en/of positieve UNGC-screenings. Br

on: M

SCI E

SG R

esea

rch,

por

tefe

uille

-geg

even

s pe

r 31 m

aart

201

7

Page 49: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

SAMENVATTING: BELEID, PROCES EN RAPPORTAGE VERANTWOORD BELEGGENJP Morgan (Asset Management) heeft de PRI ondertekend. Bij de integratie van ESG in het beleggingsproces van zijn aandelenfondsen gaat JP Morgan vrij proactief te werk. Recentelijk is ook een begin gemaakt met de verwerking van MSCI ESG-data in de vastrentende processen. JP Morgan heeft zijn ESG-beleid en het stembeleid op een reeks specif ieke punten openbaar gemaakt. Op de website staan ook allerlei rapporten over ESG-gerelateerde onderwerpen. Het stembeleid hebben wij niet in detail besproken omdat dit relevanter is voor aandelenbeleggingen.

In 2016 heeft JP Morgan een Sustainable Investment Leadership Team opgezet. Het commitment aan de PRI kan voor het Fixed Income Team worden samengevat in vier speerpunten: 1) opleiding van medewerkers, 2) deugdelijke governance, 3) robuuste technologische infrastructuur en 4) (maatwerk in) productaanbod. Voor de infrastructuur maakt JP Morgan gebruik van onderzoeksgegevens van MSCI ESG Research. Deze worden in de systemen voor analyse en portefeuillebeheer verwerkt. Eind 2016 werd een apart veld gecreëerd waarin analisten commentaar kunnen geven op de ESG-score van een onderneming. Daarnaast berekent JP Morgan de CO2-intensiteit voor zijn fondsen. Deze gegevens worden echter (nog) niet gerapporteerd omdat onduidelijk is in hoeverre gegevens van verschillende leveranciers vergelijkbaar zijn. JP Morgan is verder van mening dat CO2-gegevens voor geldmarktfondsen minder relevant zijn, omdat deze fondsen merendeels in f inanciële instellingen beleggen.

De feitelijke impact van de integratie van de ESG-gegevens van MSCI op de liquiditeitenportefeuilles lijkt relatief beperkt te zijn. Dit komt voor een deel door de structuur van het universum van geldmarktfondsen (sterke voorkeur voor f inanciële instellingen en kortlopende instrumenten) en de gevolgde beleggingsstrategie (gericht op vermogensbehoud en liquiditeit). JP Morgan sluit wel ondernemingen uit die betrokken zijn bij clustermunitie, maar niet per definitie ondernemingen die zich bezighouden met kernwapens.

VERBETERPUNTENWij stimuleren JP Morgan om het ESG-beleid uit te breiden tot het universum van geldmarktfondsen, ook al kunnen de specif ieke eigenschappen van dit universum de mogelijkheden beperken om ESG-criteria in de strategie toe te passen.

BESPROKEN CONTROVERSIËLE BELEGGINGENIn de zomer van 2016 had het JP Morgan Euro Liquidity Fund een positie in Honeywell, een onderneming die op onze uitsluitingslijst staat. JP Morgan begrijpt de juridische grond voor uitsluiting (clustermunitie), maar twijfelt over uitbreiding tot kernwapens omdat zij hierover geen moreel standpunt willen innemen. JP Morgan wil echter de uitsluitingslijst van Kempen naleven en heeft daarom besloten om Honeywell te verwijderen van de lijst van goedgekeurde fondsen.

FONDSMANAGERJP Morgan Asset Management

FONDSJP Morgan Euro Liquidity Fund

ONDERTEKENAAR PRIJa, vanaf 2007

NALEVING UITSLUITINGSLIJST KEMPENJa

MEEST RECENTE CONTACT31 maart 2017

SCREENING MSCI ESG RESEARCH: JP Morgan Euro Liquidity Fund

AAAAAABBBBBBCCC

63% 13%

24%

JP Morgan Euro Liquidity Fund - ESG RatingsJP Morgan Euro Liquidity Fund - ESG Ratings

100%

PassWatch ListFail

JP Morgan Euro Liquidity Fund - UN Global CompactJP Morgan Euro Liquidity Fund - UN Global Compact

ENGAGEMENT FACTSHEET:

JP Morgan Asset

Management

Deze grafieken dienen ter illustratie: de fondsmanager richt zich niet actief op portefeuilles met hoge ESG-ratings en/of positieve UNGC-screenings. Br

on: M

SCI E

SG R

esea

rch,

por

tefe

uille

-geg

even

s pe

r 31 m

aart

201

7

Page 50: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

SAMENVATTING: BELEID, PROCES EN RAPPORTAGE VERANTWOORD BELEGGENLazard heeft de PRI, de International Corporate Governance Network (ICGN), de UK Stewardship Code en de Japanse Stewardship Code ondertekend. Verder heeft Lazard zich aangesloten bij de International Accounting Standards Board die de standaarden voor verslaggeving en transparantie wil verbeteren. Lazard heeft zich gecommitteerd aan continue verbetering van de integratie van ESG in de beleggingsprocessen. Het ESG-beleid, dat richtlijnen voor engagement en stemgedrag bevat, is gepubliceerd. Als besloten wordt om tegen een bestuursvoorstel te stemmen, gaat Lazard een dialoog aan met de betreffende onderneming.

Lazard is aangesloten bij Trucost en MSCI ESG Research. Deze databases dragen bij aan een beter inzicht in de ESG-praktijken van ondernemingen en de risico’s daarvan voor bestaande en potentiële beleggingen. Het Global Risk Management team van Lazard stelt ieder kwartaal een rapport samen met de ESG-ratings voor een universum van meer dan 5.500 bedrijven. Dit rapport wordt verspreid onder beleggingsspecialisten in aandelen en vastrentende waarden. Bedrijven die op milieu of ondernemingsbestuur lager dan gemiddeld scoren, worden op de Watch List voor milieu en corporate governance geplaatst. Deze signaleringslijsten zijn een hulpmiddel om binnen het beleggingsuniversum bedrijven te traceren waar mogelijk ESG-problemen spelen. Beleggingsspecialisten onderzoeken vervolgens de redenen voor de lage rating en kunnen, indien relevant, ESG-kwesties aankaarten bij het management van deze bedrijven. Hun bevindingen worden intern schrif telijk vastgelegd. De beleggingsspecialisten kunnen ook ratings voor sociale en maatschappelijke verantwoordelijkheid en onderzoeksresultaten van MSCI ESG Research gebruiken. Lazard hanteert een eigen Watch List voor ondernemingen die slecht scoren op ESG.

Voor staatsobligaties maakt Lazard geen gebruik van de landenratings van MSCI ESG Research. Lazard kijkt naar de vier ESG-gerelateerde indicatoren van de Wereldbank, die in de totale waardering van landen zijn geïntegreerd. Het engagement met betrekking tot staatsobligaties wordt gestalte gegeven via regelmatige ontmoetingen met regeringsfunctionarissen.

Lazard heeft een database opgezet waarin alle bedrijfsbezoeken (meer dan 3.000 per jaar wereldwijd) worden vastgelegd. Naast een verslag van alle bijeenkomsten worden hierin ook

ESG-ratings opgenomen. Verder voert Lazard ESG-gerelateerd fundamenteel bottom-up onderzoek uit. In augustus 2016 publiceerde Lazard een rapport over vastrentende beleggingen in een CO2-bewuste wereld. De fondsmanager staat open voor dialoog en is bereid ESG-informatie met ons te delen.

VERBETERPUNTENWe raden Lazard aan de Watch List openbaar te maken. Verder stimuleren we Lazard om over engagementactiviteiten en stemgedrag te rapporteren.

BESPROKEN CONTROVERSIËLE BELEGGINGENVoor beleggingen in staatsobligaties hanteert Lazard niet de sanctielijst van de VN Veiligheidsraad of de EU maar de sanctielijst op basis van Amerikaanse wetgeving. Dit houdt in dat Noord-Korea, Soedan en Iran zijn uitgesloten van belegging. In praktijk hanteert Lazard hiermee wel dezelfde uitsluitingen en wordt dus voldaan aan de sanctiewetgeving voor EMD.

We hebben de beleggingen van Lazard in PEMEX (veiligheids-kwesties en governance), PDVSA (modernisering van infrastructuur om impact op het milieu te verminderen), 1MBD (governance) en IRSA (governance) ter discussie gesteld. Verder hebben we specif iek overleg met Lazard gevoerd over Vedanta Resources naar aanleiding van sociale en veiligheidskwesties.

FONDSMANAGERLazard Asset Management

FONDSLazard Emerging Market Debt Blend Fund

ONDERTEKENAAR PRIJa, vanaf 2015

NALEVING UITSLUITINGSLIJST KEMPENJa

MEEST RECENTE CONTACT1 maart 2017

SCREENING MSCI ESG RESEARCH: Lazard Emerging Market Debt Blend Fund

AAAAAABBBBBBCCC

3%

44%49%

4%

Lazard Emerging Market Debt Blend Fund - ESG RatingsLazard Emerging Market Debt Blend Fund - ESG Ratings

AAAAAABBBBBBCCCCompanies

5%4%

40% 45%

6%

Lazard - Government ESG RatingsLazard - Government ESG Ratings

ENGAGEMENT FACTSHEET:

LazardAsset

Management

Deze grafieken dienen ter illustratie: de fondsmanager richt zich niet actief op portefeuilles met hoge ESG-ratings en/of positieve UNGC-screenings. Br

on: M

SCI E

SG R

esea

rch,

por

tefe

uille

-geg

even

s pe

r 31 m

aart

201

7

Page 51: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

SAMENVATTING: BELEID, PROCES EN RAPPORTAGE VERANTWOORD BELEGGENIn 2009 ondertekende Montanaro de PRI, in 2010 de UK Stewardship Code en sinds 2015 neemt de firma deel aan het Carbon Disclosure Project (CDP). Montanaro ziet ESG als een inherent onderdeel van zijn fundamentele bottom-up beleggingsaanpak gericht op kwaliteitsaandelen. Ondanks de kleine organisatie van zo’n 30 personen heeft Montanaro een ESG commissie onder voorzitterschap van het hoofd klantrelaties. De overige leden zijn het hoofd research, het hoofd beleggingen, een productspecialist en een compliance/ESG-analist. De ESG-filosofie en het ESG-proces zijn vastgelegd beschreven in een eigen ESG-handboek.

Montanaro werkt niet met een formele uitsluitingslijst maar ziet wel af van beleggingen in ondernemingen die meer dan 25% van hun omzet halen uit uitgesloten activiteiten: controversiële wapens, tabak, kansspelen, pornografie, alcohol en woekerkredieten. Daarnaast houdt Montanaro drie andere activiteitengebieden nauwgezet in de gaten: fossiele brandstoffen kernenergie en voeding. Montanaro stemt op alle jaarvergaderingen en gewoonlijk conform de aanbeveling van het management (in 2014 in 4% van de gevallen een tegenstem). Direct contact met het management vormt een onderdeel van de beleggingsfilosofie: recentelijk werd overleg gevoerd met Prosegur en Orpea over arbeidsrechten. Bij Ashtead werd tegen het beloningspakket voor het management gestemd. Meer specif iek gold dit voor de (te lage) drempels en doelen en de gehanteerde methodiek voor benchmarking die tot marktbrede inflatie van de beloning leidt.

ESG is geïntegreerd in het beleggingsproces in de fase waarin een kwantitatieve score aan ondernemingen wordt toegekend. In deze stap worden ESG-overwegingen meegewogen. De ESG-checklist bestaat uit drie delen: ethiek (de activiteiten die niet meer dan 25% van de omzet mogen bedragen), corporate governance (beloning, kapitaalallocatie onafhankelijkheidbestuur enz.) en de performance op maatschappelijk en milieugebied (mensenrechten, arbeidspraktijken, omkoping en corruptie, milieu-impact, klimaatverandering en de toeleveringsketen).

Montanaro is zeer transparant en open in de discussie over ondernemingen waarin belegd wordt. De rapportage mag dan

niet zo “glossy” zijn als bij de grote beleggingshuizen, maar Montanaro onderhoudt vanuit zijn beleggingsfilosofie wel sterke banden met de bedrijven waarin belegd wordt. De fondsmanager wil graag input van Kempen of van andere relaties over specif ieke beleggingen ontvangen.

VERBETERPUNTENHet handboek en de integratie van ESG in het portefeuillebeheer zijn nog in ontwikkeling. Wij hebben Montanaro gestimuleerd om het ESG-handboek intern breder onder de aandacht te brengen en medewerkers bewuster te maken van de ESG-benadering.

BESPROKEN CONTROVERSIËLE BELEGGINGENOnder de 67 belangen in de portefeuille van Montanaro bevindt zich één bedrijf met een CCC-rating (volgens MSCI ESG Research): Prosegur. Montanaro is de dialoog met Prosegur aangegaan over de problemen tussen het bedrijf en vakbondsleden in Colombia en Paraguay. Door middel van deze dialoog probeert Montanaro te bemiddelen tussen beide partijen. De portefeuille omvat verder vier bedrijven met een B-rating (volgens MSCI ESG Research).

FONDSMANAGERMontanaro

FONDSMontanaro European Smaller Companies Fund

ONDERTEKENAAR PRIJa

NALEVING UITSLUITINGSLIJST KEMPENJa

MEEST RECENTE CONTACT13 oktober 2016

SCREENING MSCI ESG RESEARCH:

AAAAAABBBBBBCCC

6%

17%

27% 26%

18%

5%

1%

Montanaro - ESG RatingsMontanaro - ESG Ratings

1%

99%

PassWatch ListFail

Montanaro - UN Global CompactMontanaro - UN Global Compact

ENGAGEMENT FACTSHEET:

Montanaro

Deze grafieken dienen ter illustratie: de fondsmanager richt zich niet actief op portefeuilles met hoge ESG-ratings en/of positieve UNGC-screenings. Br

on: M

SCI E

SG R

esea

rch,

por

tefe

uille

-geg

even

s pe

r 31 m

aart

201

7

Page 52: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

SAMENVATTING: BELEID, PROCES EN RAPPORTAGE VERANTWOORD BELEGGENNorthern Trust (NT) kent geen algemeen uitsluitingsbeleid. Voor de ESG-fondsen wordt MSCI ESG Research gebruikt om de uitsluitingen te bepalen. Aandelen uit zowel ontwikkelde als opkomende markten worden gescreend op naleving van de UN Global Compact en betrokkenheid bij de tabaksindustrie en controversiële wapens. Aandelen uit opkomende markten worden extra gescreend op governance door ISS (Institutional Shareholder Services).In juni 2015 stelde NT een ESG Council in. De leden van deze raad zijn afkomstig uit verschillende teams: risico/compliance, ESG, vastrentend, aandelen, manager of managers en wealth management.

Stemgedrag. NT maakt gebruik van het platform van ISS voor stemmen bij volmacht. Het stemgedrag wordt ieder kwartaal door een speciale stemcommissie getoetst. Het stembeleid is te vinden op de website. De nadruk in het stembeleid ligt op bestuur en beloning maar maatschappelijke en milieufactoren worden ook in overweging genomen. Northern Trust oefent voor alle beleggingen het stemrecht bij volmacht via ISS uit. De stemrichtlijnen van NT zijn ingevoerd in het systeem van ISS. Eventuele controverses worden gemeld door ISS en besproken binnen het ESG-team van NT. Voor extra input heeft NT toegang tot het stemadvies van Hermes.

Engagement. Op de website staan onder stewardship diverse documenten, waaronder het beleid van NT, engagementrapporten van Hermes EOS en verslagen van stemgedrag. NT maakt gebruik van de engagementdiensten van Hermes EOS en heeft het programma voor engagement uitgebreid tot zijn (niet-ESG) marktkapitalisatiefondsen. De uitgangspunten van het beleid van Hermes zijn: focus op belangrijke beleggingen, afhankelijk van omvang van positie, ernst van schendingen en verwachte impact van engagement; geef blijk van toewijding maar ook weer niet te expliciet; zoek persoonlijk contact en voer het woord op AVA’s alleen als je het gevoel hebt dat je niet serieus wordt genomen in de dialoog; benader beleggingen vanuit een holistische visie en neem de zakelijke context in aanmerking. In de meeste gevallen draait het bij engagement om governance.

Recente ontwikkelingen. In september 2016 keurde Kempen de specif ieke ESG-fondsen van NT goed voor zover deze een fiscaal aantrekkelijke ESG-belegging vormen voor grote instellingen

(via Ierse CCF’s) en Nederlandse particuliere beleggers (via Nederlandse FGR’s). De specif ieke ESG-fondsen beleggen niet in fabrikanten van controversiële wapens, bedrijven die de UNGC-principes niet naleven, tabaksproducenten en ondernemingen in opkomende markten met een dubieuze governance-structuur. Daarnaast is Kempen de dialoog aangegaan om NT ertoe te bewegen dit uitsluitingsbeleid ook toe te passen voor het NT AC Asia ex Japan Index Fund.NT is bereid de dialoog met Kempen aan te gaan en onderwerpen met betrekking tot verantwoord beleggen te bespreken.

VERBETERPUNTENNT heeft aanzienlijke vooruitgang geboekt met de informatie-verschaffing over stemgedrag en engagement en gaat voor het NT AC Asia ex Japan Index Fund ESG-uitsluitingscriteria hanteren en het engagementproces toepassen. Kempen blijf t NT stimuleren om het ESG-beleid verder te institutionaliseren.

BESPROKEN CONTROVERSIËLE BELEGGINGENKempen heeft de specif ieke ESG-fondsen van NT goedgekeurd, de toepassing van het ESG-beleid op het NT AC Asia ex Japan Index Fund besproken en de mogelijkheden bekeken om ESG op te nemen in de strategie voor de fundamentele indexfondsen.

FONDSMANAGERNorthern Trust (NT)

FONDSENVeertien aandelenfondsen en twee vastrentende fondsen. Op basis van de ESG-criteria die zij bij de samenstelling van hun portefeuille toepassen, kunnen deze zestien fondsen worden onderverdeeld in vier groepen (zie volgende pagina).

ONDERTEKENAAR PRIJa

NALEVING UITSLUITINGSLIJST KEMPENNee (enkele puur passieve fondsen voldoen niet aan de uitsluitingslijst van Kempen)

MEEST RECENTE CONTACT3 april 2017

SCREENING MSCI ESG RESEARCH: NT All Country Asia ex Japan Equity Index Fund

AAAAAABBBBBBCCC

7%

24%

26%

19%

14%

10%

Northern Trust - ESG RatingsNorthern Trust - ESG Ratings

10%

90%

PassWatch ListFail

Northern Trust - UN Global CompactNorthern Trust - UN Global Compact

ENGAGEMENT FACTSHEET:

Northern Trust

Deze grafieken dienen ter illustratie: de fondsmanager richt zich niet actief op portefeuilles met hoge ESG-ratings en/of positieve UNGC-screenings. Br

on: M

SCI E

SG R

esea

rch,

por

tefe

uille

-geg

even

s pe

r 31 m

aart

201

7

Page 53: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

OVERZICHT VAN NT-FONDSEN OP KEMPEN-LIJST VAN GOEDGEKEURDE FONDSENIn de afgelopen jaren heeft NT samen met Kempen gewerkt aan maatwerk voor klanten van Kempen. Het huidige fondsenaanbod kan worden onderverdeeld in vier groepen. Hieronder gaan we nader in op deze groepen.

SPECIFIEKE ESG-FONDSENDeze fondsen passen de uitsluitingslijst en het engagementbeleid toe zoals vermeld op de vorige pagina. Deze groep fondsen omvat vier strategieën; het specif ieke ESG-beleid wordt uitgebreid tot een vijfde strategie. Tot deze groep behoren:• Northern Trust World Custom ESG Equity Index UCITS FGR

Feeder Fund• Northern Trust North America Custom ESG Equity Index CCF• Northern Trust North America Custom ESG Equity Index UCITS

FGR Feeder Fund• Northern Trust Europe Custom ESG Equity Index CCF• Northern Trust Europe Custom ESG Equity Index UCITS FGR

Feeder Fund• Northern Trust Emerging Markets Custom ESG Index Fund• Northern Trust Emerging Markets Custom ESG Index UCITS

FGR Fund• Northern Trust AC Asia ex Japan Equity Index Fund (zal

geïmplementeerd worden in 2017)

MARKTKAPITALISATIEFONDSEN ZONDER UITSLUITINGEN Deze fondsen hebben een marktkapitalisatiebenchmark en hanteren geen uitsluitingslijst. Zij volgen wel de engagementbenadering van Hermes EOS. Bij de vastgoedstrategieën zou toepassing van specif iek ESG-beleid op dit moment niet leiden tot uitsluitingen. Tot deze groep behoren:• Northern Trust Developed Real Estate Index Fund;• Northern Trust Developed Real Estate Index UCITS FGR Fund;• Northern Trust Europe (ex UK) Equity Index Fund.

STAATSOBLIGATIEFONDSENDeze fondsen beleggen in staatsobligaties van EMU-(kern)landen, zonder uitsluitingslijst en engagement. Tot deze groep behoren:• Northern Trust Euro Government Bond Index Fund;• Northern Trust High Quality Euro Government Bond Fund.

FUNDAMENTELE INDEXFONDSENDeze fondsen volgen RAFI-benchmarks met een neiging naar waarde en kennen geen uitsluitingslijst en engagementprogramma. Kempen heeft bekeken of het mogelijk is een uitsluitingslijst in te voeren. Toepassing hiervan op de factorindex zou het waardeaccent op niet te voorspellen wijze veranderen. Kempen heeft ook alternatieve indexen onderzocht. Dit zou echter leiden tot een andere positionering en/of aanzienlijke concentratie. Tot deze groep behoren:• Northern Trust Europe Fundamental Index Fund;• Northern Trust Europe Fundamental Index UCITS FGR

Feeder Fund;• Northern Trust U.S. Fundamental Index Fund

ENGAGEMENT FACTSHEET:

Northern Trust

FONDSMANAGERNorthern Trust (NT)

FONDSENVeertien aandelenfondsen en twee vastrentende fondsen. Op basis van de ESG-criteria die zij bij de samenstelling van hun portefeuille toepassen, kunnen deze zestien fondsen worden onderverdeeld in vier groepen (zie volgende pagina).

ONDERTEKENAAR PRIJa

NALEVING UITSLUITINGSLIJST KEMPENNee (enkele puur passieve fondsen voldoen niet aan de uitsluitingslijst van Kempen)

MEEST RECENTE CONTACT3 april 2017

SCREENING MSCI ESG RESEARCH: NT All Country Asia ex Japan Equity Index Fund

AAAAAABBBBBBCCC

7%

24%

26%

19%

14%

10%

Northern Trust - ESG RatingsNorthern Trust - ESG Ratings

10%

90%

PassWatch ListFail

Northern Trust - UN Global CompactNorthern Trust - UN Global Compact

ENGAGEMENT FACTSHEET:

Northern Trust

Deze grafieken dienen ter illustratie: de fondsmanager richt zich niet actief op portefeuilles met hoge ESG-ratings en/of positieve UNGC-screenings. Br

on: M

SCI E

SG R

esea

rch,

por

tefe

uille

-geg

even

s pe

r 31 m

aart

201

7

Page 54: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

SAMENVATTING: BELEID, PROCES EN RAPPORTAGE VERANTWOORD BELEGGENStandard Life Investments (SLI) is met zijn gestructureerde en grondige ESG-benadering een vooraanstaande speler in de sector. De belangrijkste overweging bij de initiatieven op het gebied van duurzaamheid is het fundamentele besef dat engagement leidt tot verbeteringen binnen de ondernemingen waarin wordt belegd.

Om te beoordelen hoe ondernemingen met ESG-kwesties omgaan, voert SLI grondig onderzoek uit. De analisten passen een sectorbenadering toe en stellen vast welke factoren de performance het sterkst beïnvloeden. In dit proces worden ook sectorstudies, regelgeving en de gevolgen van wetgeving betrokken. Op basis van deze bronnen en bedrijfsinformatie bepaalt SLI de positie op de ranglijst voor de sector. SLI gaat dieper dan de concurrentie om er zeker van te zijn dat de ondernemingen waarin belegd wordt, volledig doorgrond worden. Voor fondsen die beleggen in bedrijfsobligaties wordt de ESG-rating van SLI gebruikt in het beleggingsonderzoek, maar de uiteindelijke beleggingsbeslissingen worden genomen door de portefeuillemanagers.

SLI heeft een speciale website waar het stembeleid, de stemverslagen, de engagementverslagen en het jaaroverzicht ‘Governance & Stewardship’ te vinden zijn. Vergeleken met sectorgenoten verschaft SLI meer informatie. Voorts organiseert SLI ieder kwartaal webinars waar stakeholders niet alleen geïnformeerd worden over de vooruitgang die op engagementgebied geboekt is, maar ook over interessante stemresultaten en nieuwe onderzoeksbevindingen. SLI publiceert regelmatig ESG-themarapporten. Onlangs zijn het Governance & Stewardship Team en het Responsible Investment Team samengevoegd om de onderlinge samenwerking te versterken.

SLI is bereid om meer informatie te verschaffen over de ondernemingen waarin de portefeuille is belegd, en de gevolgde engagementstrategieën.

VERBETERPUNTENSLI streeft naar een betere integratie van ESG-gegevens in het beleggingsproces.

BESPROKEN CONTROVERSIËLE BELEGGINGENTijdens de meest recente gesprekken hebben we vooral aandacht besteed aan het overkoepelende beleid en de implementatie van ESG binnen SLI. Speciale onderwerpen die aan de orde kwamen waren beloning en milieu. Er is vooral gesproken over de risico’s en controverses rond de winning van kobalt in de Democratische Republiek Congo. SLI blijf t de ontwikkelingen nauwgezet volgen (mogelijke intrekking van artikel 1502 van de Dodd Frank Act en nieuwe Chinese richtlijnen voor kobaltwinning). FONDSMANAGER

Standard Life Investments (SLI)

FONDSSLI Euro Credit Fund

ONDERTEKENAAR PRIJa

NALEVING UITSLUITINGSLIJST KEMPENJa. De standaardfondsen van deze manager sluiten alleen

bedrijven uit die betrokken zijn bij de productie van clustermunitie en landmijnen. De SRI-fondsen beleggen bovendien niet in ondernemingen: 1) met een lage SRI-rating; 2) die niet door de UNGC-screening komen; of 3) die betrokken zijn bij de productie van andere dan bovengenoemde controversiële wapens.

MEEST RECENTE CONTACT8 april 2016.

SCREENING MSCI ESG RESEARCH: RBP Customized US Large Cap Equities Fund

AAAAAABBBBBBCCC

7%9%

21%

20%

17%

8%

7%

Standard Life Investments Euro Credit Fund - ESG Ratings Standard Life Investments Euro Credit Fund - ESG Ratings

4%11%

85%

PassWatch ListFail

Standard Life Investments Euro Credit Fund - UN Global CompactStandard Life Investments Euro Credit Fund - UN Global Compact

ENGAGEMENT FACTSHEET:

Standard Life

Investments

Deze grafieken dienen ter illustratie: de fondsmanager richt zich niet actief op portefeuilles met hoge ESG-ratings en/of positieve UNGC-screenings. Br

on: M

SCI E

SG R

esea

rch,

por

tefe

uille

-geg

even

s pe

r 31 m

aart

201

7

Page 55: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

SAMENVATTING: BELEID, PROCES EN RAPPORTAGE VERANTWOORD BELEGGENIn november 2014 ondertekende Vanguard de PRI. Deze beginselen sluiten aan bij de overtuigingen en fiduciaire taken van Vanguard, dat al lang ESG-factoren in aanmerking neemt bij de beoordeling van beleggingsrisico’s. Vanguard oefent het stemrecht uit en gaat rechtstreeks de dialoog aan met bedrijven over ESG-kwesties. Met het ondertekenen van de PRI heeft Vanguard een stap gezet richting het standaardiseren van de benadering van ESG. Vanguard onderzoekt of bedrijven waarin de fondsen beleggen direct betrokken zijn bij misdaden tegen de menselijkheid of ernstige schendingen van mensenrechten die reden zouden kunnen zijn om een dialoog aan te gaan of de belegging te verkopen. Vanguard onderkent dat sommige beleggers zich uitsluitend door sociale en persoonlijke overwegingen laten leiden. Voor deze categorie is er het Vanguard SRI European Stock Fund, dat niet belegt in aandelen die niet aan de SRI-criteria voldoen.Vanguard ziet het als zijn plicht tegenover beleggers dat zijn fondsen maximale langetermijnwaarde creëren. Daarom spreekt Vanguard bedrijven waarin is belegd aan op hun beleid inzake governance en beloning van bestuurders. Dit commitment komt het duidelijkst tot uiting in de uitoefening van het stemrecht op AVA´s. Een team van analisten evalueert onafhankelijk elk voorstel en stemt namens de fondsen in overeenstemming met hun stemrichtlijnen.Daarnaast zoekt Vanguard actief de dialoog. Dit maakt het mogelijk om kwesties aan te kaarten waarover niet gestemd hoeft te worden. Door een constructieve dialoog wil Vanguard bedrijven beter in staat stellen om duurzame waarde te creëren. Het corporate governance team kan besluiten uitgeleende stukken terug te vragen indien dit nodig is voor de stemming over belangrijke onderwerpen.Op 31 januari 2017 lanceerden 16 grote beleggers, onder wie Vanguard, de US Stewardship Code. Volgens de principes van deze code: 1. is het bestuur verantwoording verschuldigd aan

aandeelhouders; 2. zijn aandeelhouders stemgerechtigd in verhouding tot hun

economisch belang; 3. moet het bestuur zich, zowel reactief als proactief,

verplaatsen in de positie van aandeelhouders;

4. i s sterk, onafhankelijk leiderschap van het bestuur vereist;5. moet het bestuur structuren en praktijken waarborgen die de

effectiviteit vergroten; en6. moet het bestuur een beloningsstructuur vaststellen die in lijn

is met de langetermijnstrategie van de onderneming.

VERBETERPUNTENNa de ondertekening van de PRI in 2014 ging Vanguard aan de slag met de verdere verankering van ESG in de organisatie. Bij een grote speler als Vanguard is degelijkheid belangrijker dan snelheid. Wij zijn gecharmeerd van de pure benadering van Vanguard, maar zetten de dialoog voort over de integratie van milieu- en maatschappelijke aspecten in engagement, stemgedrag en beleggingsbeleid. De ondertekening van de US Stewardship Code illustreert dat Vanguard meer belang hecht aan een inhaalslag door achterblijvers dan aan het verhogen van de lat.

BESPROKEN CONTROVERSIËLE BELEGGINGENSpecifieke beleggingen zijn niet besproken, omdat de gesprekken tot nu toe plaatsvinden op beleidsniveau.

FONDSMANAGERThe Vanguard Group, Inc.

FONDSENElf aandelenfondsenVier vastrentende fondsen

ONDERTEKENAAR PRIJa

NALEVING UITSLUITINGSLIJST KEMPENNee. Het SRI-fonds voldoet aan de lijst van Kempen. Enkele andere passieve fondsen volgen een benchmark en beleggen wel in ondernemingen op de lijst van Kempen.

MEEST RECENTE CONTACTEr is regelmatig contact met Vanguard, voor het laatst op 14 maart 2017.SCREENING MSCI ESG RESEARCH: Vanguard US Investment Grade Index Fund

ENGAGEMENT FACTSHEET:

Vanguard

AAAAAABBBBBBCCC

7%14%

21%

23%

18%

12%5%

Vanguard US Investment Grade - ESG RatingsVanguard US Investment Grade - ESG Ratings

Deze grafieken dienen ter illustratie: de fondsmanager richt zich niet actief op portefeuilles met hoge ESG-ratings en/of positieve UNGC-screenings. Br

on: M

SCI E

SG R

esea

rch,

por

tefe

uille

-geg

even

s pe

r 31 m

aart

201

7

Page 56: Jaarverslag verantwoord eggebel n 2017 BPF Slagersdat zij een MVB-beleid hebben dat niet materieel ... in 2015, is er een verschuiving gaande van een ‘do no harm’-benadering, waarbij

DISCLAIMERDe informatie in dit rapport is uitsluitend opgesteld voor informatiedoeleinden. Hoewel de inhoud van dit rapport met de meeste zorg is samengesteld en gebaseerd is op betrouwbare informatiebronnen, wordt ten aanzien van de volledigheid of juistheid ervan, uitdrukkelijk of stilzwijgend, geen enkele aansprakelijkheid aanvaard, garantie of verklaring gegeven.

DIT JAARVERSLAG IS EEN UITGAVE VAN KEMPEN CAPITAL MANAGEMENTVoor meer informatie kunt u contact opnemen met

Narina MnatsakanianDirector Impact and Responsible Investment

Kempen Capital Managementto: Responsible Investment teamP.O Box 756661070 AR [email protected]

www.kempen.com

MEDEWERKERS Valeria Dinershteyn, Hanna Waltsgott, Narina Mnatsakanian, Henrike Beukema, Dieke Hameeteman, Charlotte Wilberts REDACTIE Anja Corbijn van Willenswaard, Stephanie Lewis ARTDIRECTION/ VORMGEVINGKesselsKramer VERTALINGWillemien Rijsdijk, Margriet Kroes, Michel Voeten Kempen Capital Management N.V. (Kempen) heeft een vergunning als beheerder van diverse ICBE’s and ABI’s en is bevoegd om beleggingsdiensten te verlenen en staat als zodanig onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten. De informatie in deze uitgave mag niet worden beschouwd als een aanbieding en biedt onvoldoende basis voor een beleggingsbeslissing.

Colofon