Jaarverslag Ons Doel 2015

48
Ons Doel Jaarverslag 2015 Woningstichting

Transcript of Jaarverslag Ons Doel 2015

Page 1: Jaarverslag Ons Doel 2015

Ons Doel Jaarverslag

2015

Woningstichting

Page 2: Jaarverslag Ons Doel 2015

1. Jaarverslag 1

1.1Bestuursverslag 1

1.2Verslagraadvancommissarissen 4

1.3Organisatieenpersoneel 10

Organisatie 10

Personeel 10

VerslagvandeOndernemingsraad 11

1.4 Volkshuisvestingsverslag 13

Verhuurvanwoningen2015 13

Telefooneninternet 18

Leefbaarheid 19

Wonen&zorg 20

Bewonersparticipatie 21

Kwaliteitvanwoningen 22

Onderhoudin2015 23

Energiebesparingin2015 25

Financiëlecontinuïteit 26

2 Jaarrekening 36

Kengetallenoverdeafgelopen5jaar 36

Geconsolideerdebalansper31december2015 37

Geconsolideerdewinst-enverliesrekeningper31december2015 39

Geconsolideerdkasstroomoverzichtover2015 40

Toelichtingbehorendetotdegeconsolideerdejaarrekening2015 41

Grondslagenvoorwaarderingvanactivaenpassivaenderesultaatbepaling 41

Toelichtingopdegeconsolideerdebalans(x€1.000) 57

Nietindebalansopgenomenrechtenenverplichtingen 68

Toelichtingopdegeconsolideerdewinst-enverliesrekening(x€1.000) 70

Enkelvoudigebalansper31december2015 79

Enkelvoudigewinst-enverliesrekeningper31december2015 81

Toelichtingbehorendetotdeenkelvoudigejaarrekening2015 82

3. Overige gegevens 84

Controleverklaringvandeonafhankelijkeaccountant 86

Bijlage1:Verbindingen 88

InhoudsopgaveJaarverslag OnsDoel2015

1

1

1. Jaarverslag

1.1 Bestuursverslag Inleiding De laatste jaren was er sprake van hectiek. Wat dat betreft was 2015 een normaal jaar voor Ons Doel. De omgeving van de woningcorporaties, de sector zelf en Ons Doel zijn allemaal in beweging. Dat is genoegzaam bekend. Ons Doel heeft in 2015 het fundament gelegd waarop de nieuwe organisatie kan worden gebouwd. Het komende jaar zal leren of Ons Doel voldoende kracht heeft kunnen ontwikkelen om als een zelfstandige corporatie te kunnen blijven functioneren, wat de voorkeur heeft. Bepalend in dat besluit zijn:

• De financiële continuïteit. • De organisatorische slagkracht. • De toegevoegde waarde voor de volkshuisvesting in Leiden.

Het fundament dat in 2015 is gelegd kent de volgende onderdelen:

• Er is een nieuw Strategisch Voorraadbeleid opgesteld en onze koers bijgesteld: Ons Doel zet zich weer in voor alle doelgroepen van beleid en niet alleen voor starters en landers.

• Het verkoopprogramma, dat bijna alle eengezinswoningen betrof, is teruggebracht naar vijf verkopen per jaar en alleen op bepaalde plekken.

• Andere ambities zijn juist naar boven bijgesteld. Zo wil Ons Doel 100 woningen toevoegen tot 2020, een verbetering van de energieprestatie tot gemiddeld label-B en alle vrijkomende woningen worden passend toegewezen.

• Ons Doel wil zich extra inspannen voor kwetsbare groepen en in samenspraak met die organisaties naar maatwerkoplossingen zoeken.

• De huurverhoging zal in principe de komende jaren de inflatie plus 1% niet overstijgen. • De hele woningvoorraad is extern op technische kwaliteit beoordeeld door middel van

conditiemetingen. De conditie van de woningen is goed op peil. • Er heeft een reorganisatie plaatsgevonden waardoor de bedrijfskosten zullen dalen: een kleiner

MT en minder formatie in totaliteit. • Twee bouwprojecten waaraan al jaren aan gewerkt werd, zijn gestopt vanwege gebrek aan

perspectief op de start van de bouw en/of investeringen die te hoog waren. • De strategische samenwerking met zorg- en welzijnsinstelling Libertas Leiden, die in een

contract was vastgelegd, is afgebroken. Dat betekent niet dat de samenwerking is stopgezet, maar dat de exclusiviteit van deze samenwerking niet meer aan de orde is.

• Er is een nieuwe integriteitscode vastgesteld en gepubliceerd die in overeenstemming is met de governancecode die voor de sector geldt.

Met onze huurdersorganisatie, de HOOD, is afgesproken om tot een nieuwe samenwerkingsovereenkomst te komen. Het doel van de vernieuwing is de versterking en verhoging van de representativiteit van het bestuur van de HOOD. Daarnaast willen we met innovatieve vormen van participatie een bredere groep huurders interesseren om een actieve rol te spelen. Bijvoorbeeld door mee te denken over beleidsthema’s of door zelfbeheerprojecten in de eigen buurt.

Page 3: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel20152 3

2

Financiën De financiële continuïteit van Ons Doel is gewaarborgd. In de jaarrekening is te zien dat de kengetallen voldoen aan de door de sectorinstituten gestelde eisen. Ons Doel kreeg over het jaar 2015 een goede beoordeling van het Centraal Fonds Volkshuisvesting. En er is voldoende ruimte om borging van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw te krijgen om leningen aan te trekken voor nieuwbouw van sociale woningen. De bedrijfslasten van Ons Doel zijn hoger dan van vergelijkbare andere corporaties. De doorgevoerde reorganisatie maakt het verschil aanzienlijk kleiner. De komende jaren zal Ons Doel de kansen blijven benutten die zich voordoen om op de bedrijfskosten te besparen. Zonder daarbij opnieuw op een reorganisatie aan te sturen. Organisatie Ons Doel is gereorganiseerd. De afdelingen Wonen en Vastgoed&Ontwikkeling zijn samengevoegd tot de nieuwe afdeling Wonen. De manager Wonen, Erik Olijerhoek, heeft zijn functie in juni neergelegd. Co Vrouwe, de manager Vastgoed&Ontwikkeling, heeft Erik Olijerhoek tijdelijk vervangen en is eind 2015 met vroeg-pensioen gegaan. De managers van beide oude afdelingen zijn opgevolgd door een nieuwe manager, Suzanne Bouwman, die overgekomen is van Ymere. Het MT bestaat nu uit twee managers en de directeur-bestuurder, ondersteund door de bestuurssecretaris Miriam van Dijk. Vanaf 1 mei heb ik voor een periode van anderhalf jaar de rol van directeur-bestuurder overgenomen van Karin Rosielle, die op interim basis was aangesteld. Met de OR is intensief samengewerkt om tot uitvoering van de reorganisatie te komen. De OR heeft, na aanpassing van het plan op een aantal punten, positief geadviseerd. Na overleg met de hele organisatie heb ik als bestuurder een gedragen Sociaal Plan kunnen vaststellen. Inmiddels is een nieuwe OR aangetreden waarmee in co-creatie gewerkt is aan een nieuw pakket van secundaire arbeidsvoorwaarden dat op 1 februari 2016 van kracht is geworden. Het is zaak om de organisatie van taakgericht tot resultaatgericht om te vormen. Met medewerkers die vanuit hun resultaatverantwoordelijkheid werken aan verbetering. We hebben nieuwe daarbij behorende competenties met elkaar vastgesteld. De sturing daarop moet ons helpen om die resultaatgerichtheid te bereiken. Het Plan van Aanpak van de interim-bestuurder is kortom tot uitvoering gekomen en inmiddels samengevoegd met andere activiteiten tot het Jaarplan 2016. De belangrijkste punten uit het Plan van Aanpak waren: uitvoeren van het reorganisatieplan, opstellen van een nieuw strategisch voorraadbeleid, conditiemeting van de woningvoorraad en verbetering van het proces van niet-planmatig onderhoud. Opdracht van RvC aan de tijdelijke bestuurder De RvC heeft mij verzocht te onderzoeken of en onder welke voorwaarden Ons Doel als een zelfstandige woningcorporatie kan blijven bestaan. Helder is dat Ons Doel zelfstandig kan blijven als ze op een slimme manier met andere partijen, waar onder collega-corporaties, samenwerkt. Onder het mom van “samenwerken is het nieuwe fuseren” wil Ons Doel uitgroeien tot een netwerkorganisatie, die een herkenbaar eigen geluid inbrengt in de Leidse volkshuisvesting. Aan die samenwerking geven we nu vorm op uiteenlopende terreinen als automatisering en HRM, maar ook bij projectontwikkeling en onderhoud.

3

Tenslotte In 2015 heeft de vierjaarlijkse visitatie plaats gevonden, uitgevoerd door Pentascope. Ondanks dat het visitatierapport begin 2016 is gepubliceerd, kan hier verklapt worden dat onze stakeholders een positief beeld hebben van onze maatschappelijke prestaties. We ervaren dit als een stimulans om door te gaan op de weg die we nu hebben ingeslagen. En het is een mooi compliment voor de organisatie maar ook voor de collega’s waar we het afgelopen jaar afscheid van hebben genomen. Het ongetwijfeld wederom hectische jaar 2016 plaatsen we in het teken van opbouw en verbetering. Ik wil iedereen bedanken die zich heeft ingezet om Ons Doel weer de kracht te geven door te groeien naar wat we willen zijn: een oorspronkelijke corporatie. Mijn dank betreft de medewerkers, de OR, mijn voorgangster, onze huurdersorganisatie de HOOD, en ook onze Raad van Commissarissen. Ons Doel ontwikkelt zich tot een netwerkorganisatie, die bestaat uit onze “eigen” mensen en een aantal mensen en organisaties die zich verbonden weten en voelen aan Ons Doel en haar doelen. Deze organisatie is in ontwikkeling en groeit gestaag. Ook ons externe netwerk wil ik bedanken voor hun inzet en betrokkenheid. Christoffel Klap Directeur-bestuurder.

Ons Doel is een bijna 100-jarige woningcorporatie ontstaan op initiatief van de Christelijke Nationale Werkmansbond. Ons Doel is een van de weinige zelfstandige stedelijke corporaties met een omvang van 2.500 woningen. Waar staat Ons Doel voor? Visie Een maatschappelijk georiënteerde organisatie met een gezonde ondernemingszin en bedrijfsvoering draagt bij aan de kwaliteit van wonen en leven in de regio Leiden. Missie Ons Doel is er voor mensen uit aandachtgroepen van beleid die een steuntje in de rug nodig hebben bij het wonen. Huurders moeten zich thuis voelen in hun woning en buurt. Ons Doel schenkt extra aandacht aan kwetsbaren in de samenleving. Ons Doel wil gebruik maken van de eigen kracht van huurders.

Page 4: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel20154 5

4

1.2 Verslag raad van commissarissen 1. Inleiding Nadat 2014 in het teken stond van de bestuurscrisis was ook 2015 nog een bewogen jaar voor Ons Doel, vooral voor de eigen organisatie. Het afgelopen jaar stond in het teken van de overdracht van het Plan van Aanpak van de interim-bestuurder aan de nieuwe directeur-bestuurder. De nieuwe directeur-bestuurder is aangetrokken voor de contractduur van 1,5 jaar om het voorliggende Plan van Aanpak waar nodig nog nader uit te werken en het in zijn geheel te implementeren. De bedoeling is dat aan het eind van deze bestuurlijke periode van 1,5 jaar er alles aan gedaan is om de organisatie op het gewenste prestatieniveau te brengen. Vervolgens kan worden beoordeeld of de staat van de organisatie past bij de opgaven van Ons Doel als maatschappelijke onderneming in de Leidse volkshuisvesting. Ons Doel wil zich vooral richten op het voortzetten van de kleinschaligheid en de nabijheid voor onze huurders. Mocht het nodig zijn dan wil Ons Doel zich als een interessante volkshuisvestelijke partner kunnen presenteren aan andere partijen om met elkaar de samenwerking aan te gaan ter versterking van de ‘backoffice’. Zo kan Ons Doel als kleine organisatie toch bewerkstelligen dat de kwaliteit van het naar buiten presteren in balans blijft met de doelmatigheid van de ondersteunende diensten (een gezonde exploitatie). Eind 2015 ging bij de leden van de Raad van Commissarissen zelf de knop om! Het was niet langer crisis en daar diende de Raad zelf weer naar te gaan acteren met het uitoefenen van toezicht, dat past bij een woningcorporatie op weg naar duurzaam professioneel functioneren. 2. Governance Ons Doel Ons Doel werkt met maatschappelijk kapitaal in het semi-publieke domein. Aangezien Ons Doel geen aandeelhouders kent of openbare vergaderingen en evenmin beschikt over een democratisch gekozen hoogste orgaan, legt dit een bijzondere verantwoordelijkheid bij de Raad van Commissarissen van Ons Doel. Wij leven ons bij de invulling van Governance zodanig in, dat we als het ware bij het verantwoording nemen en verantwoording afleggen functioneren in ‘de openbaarheid’. De bestuurscrisis in 2014 heeft ons geleerd dat de maatschappelijke opgaven en het maatschappelijk presteren van de organisatie in balans horen te zijn. Toezien op een bestuurder met een professionele organisatie, die dienstbaar zijn aan de maatschappelijke opgaven in de Leidse volkshuisvesting. Bij dit maatschappelijk presteren van de organisatie geldt financiële continuïteit als de belangrijkste randvoorwaarde. In het verlengde daarvan zien wij erop toe dat door de corporatie het maatschappelijk kapitaal zo efficiënt en effectief mogelijk wordt ingezet. De raad richt zich daarbij naar de Leidse belangen in het algemeen en die van (huidige en toekomstige) huurders in het bijzonder. Over dat laatste vindt een paar maal per jaar overleg plaats tussen vertegenwoordigers van de huurdersorganisatie HOOD en de raad van commissarissen van Ons Doel. Invulling intern toezichtskader In het verslagjaar is op meerdere momenten stilgestaan bij het ‘volledig maken’ van een samenhangend toetsingskader en de vertaling daarvan naar de gebruikelijke oplegnotitie voor het verkrijgen van goedkeuring op de bestuursvoorstellen. Eind 2015 beschikte de Raad over de volgende kaders: Besturingskaders: Ondernemingsplan, Meerjareninvesteringsplan & Jaarplan, Prestatieafspraken gemeente, overzicht investeringsbeleid en een vernieuwd Strategische Voorraadbeleidsplan met nieuwe beleidskaders.

5

Beheersingskaders: Financiële kaders(meerjaren)begroting, Investeringsstatuut, Treasurystatuut, Risicobeheersingssysteem projecten, periodieke rapportages inzake het herziene integriteitsbeleid en het organisatie- en formatieplan. Zoals gebruikelijk houdt de Raad van Commissarissen toezicht op het functioneren van de statutaire bestuurder van Ons Doel. De raad adviseert daarnaast de statutaire bestuurder gevraagd en ongevraagd. Naast de benoeming (en eventuele schorsing of ontslag) van de directeur-bestuurder stelt de Raad de arbeidsvoorwaarden van de bestuurder vast. Met de heer Christoffel Klap is op basis van de WNT1 een contract afgesloten voor de bestuursperiode van 1,5 jaar. Om een vinger aan de pols te houden bij het uitvoeren van het Plan van Aanpak wordt met de directeur-bestuurder driemaandelijks de voortgang doorgesproken en geëvalueerd. Tevens rapporteert de directeur-bestuurder maandelijks op schrift over zijn vorderingen en ervaringen aan de Raad. De Raad van Commissarissen geeft de accountant opdracht voor de controle van de jaarstukken. Tevens keurt de Raad de opdrachtverlening voor de visitatie goed. Op basis van een selectieprocedure die met de bestuurder, medewerkers uit de organisatie en commissarissen is doorlopen, is gekozen voor het bureau Pentascope om deze visitatie in het laatste kwartaal van 2015 uit te voeren. De belangrijkste stakeholders van Ons Doel zijn hierbij betrokken. De resultaten van deze visitatie (periode 2011-2014) zijn januari 2016 beschikbaar gekomen. Daarmee voldoen we aan de verplichting uit de woningwet om ons een keer in de vier jaar te laten visiteren. De Raad van Commissarissen handelt op basis van de bevoegdheden die in de statuten en het RvC reglement zijn omschreven. In 2016 worden de statuten en reglementen herzien in het kader van de nieuwe woningwet. Dan wordt ook het werk van het tweetal commissies binnen de Raad daarop aangesloten. Het betreft de Auditcommissie en de Remuneratiecommissie. De Remuneratiecommissie doet voorstellen aan de Raad betreffende het te voeren bezoldigingsbeleid voor de bestuurder en de vergoeding van de leden van de Raad en zijn voorzitter. De remuneratiecommissie kan ook met signalen of voorstellen komen, die raken aan de integriteit van het opereren binnen Ons Doel. De Auditcommissie houdt het toezicht ten aanzien van de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen, waaronder het toezicht op de naleving van de relevante wet- en regelgeving en het toezicht op de werking van de gedragscodes. Deze commissie ziet tevens toe op de financiële informatieverschaffing; het bespreken van de jaarrekening en het accountantsverslag, het jaarverslag, de kwartaalrapportages, de begroting en het ter accordering voorleggen van deze documenten aan de Raad. Indien nodig brengt de Auditcommissie advies uit aan de Raad ten behoeve van het opstellen van de voordracht tot benoeming van de externe accountant. Invulling extern toezichtskader De vernieuwde Governancecode kent vijf principes, die vertaald worden in twee typen bepalingen: ‘pas toe’ en ‘pas toe of leg uit’. Op basis van deze principes en de bijbehorende bepalingen worden het Reglement van de Raad en het Bestuursreglement in het eerste kwartaal van 2016 op orde gebracht. In de tweede helft van 2015 zijn geen afwijkingen geconstateerd als het gaat om de toepassing van de Governancecode. 3. Concrete invulling toezicht De nieuwe bestuurder heeft in 2015 de beleidskeuzes, die in het Plan van Aanpak op hoofdlijnen waren vastgelegd, verder geconcretiseerd. In het nieuwe Strategisch Voorraadbeleid is dit verder uitgewerkt in maatschappelijke, operationele en financiële doelen van Ons Doel. Dit is goedgekeurd

Page 5: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel20156 7

6

door de Raad van Commissarissen. In 2016 worden deze doelen vertaald in een nieuw ondernemingsplan. De vastgestelde doelen zijn de uitkomst van een zorgvuldig en transparant proces waarbij Ons Doel de mening heeft betrokken van vele stakeholders, waaronder de huurderorganisatie De HOOD. De hernieuwde Woningwet is per 1 juli 2015 van kracht geworden. Met de Woningwet worden belangrijke hervormingen doorgevoerd die er op gericht zijn dat woningcorporaties hun rol kunnen voortzetten en zich hierbij richten op hun kerntaak: het huisvesten van de doelgroep. Daarnaast worden de risico’s van Ons Doel in de sociale huursector beperkt door verscherping van het intern toezicht. Het systeem van Ons Doel kent de volgende instrumenten:

• Het Jaarplan (als vervolg op de afronding van het Plan van Aanpak) waarover vanaf 2016 per kwartaal gerapporteerd zal worden;

• De planning- en control cyclus, die gestalte krijgt door begroting, kwartaalgewijze managementrapportages en jaarverslaglegging. In 2014 en 2015 is gewerkt aan een nadrukkelijkere koppeling tussen begroting en resultaat van benoemde activiteiten; dit nog steeds vanuit een doorkijk naar het meerjarenperspectief;

• Het identificeren van risico’s in de operationele processen en op grond daarvan het nemen van beheermaatregelen;

• Het Treasuryplan dat eerst was gericht op de projecten in ontwikkeling en nu van toepassing is op de gehele onderneming (gericht op inzicht in de totale financieringsbehoefte);

• Het strategisch voorraadbeleid waarin de economische, maatschappelijke en (verhuur)technische risico’s in de woningvoorraad worden onderkend;

• De integriteitscode en klokkenluidersregeling, die op de website van Ons Doel zijn te vinden; • De opzet van de administratieve organisatie met een beschrijving van de belangrijkste

processen en taken en bevoegdheden van medewerkers van Ons Doel; • Evaluatie gesprekken tussen de directeur-bestuurder en de Raad van Commissarissen en de

zelfevaluatie van de Raad • Visitatie van de onderneming; gestart in het najaar van 2015.

In de Woningwet staat dat corporaties de voorgenomen plannen en beleidskeuzes voor het volgende jaar voor 1 juli aan de gemeente en de huurdersorganisaties moet voorleggen. In 2015 (uitzonderingsjaar) hoorde dat uiterlijk voor 1 november van dat jaar. De bestuurder heeft aan deze verplichting voldaan. 4. Invulling van de werkgeversrol Goed werkgeverschap richting de bestuurder is een doorlopende taak van de Raad. De Raad dient deze taak zodanig uit te voeren, dat de corporatie over een goed functionerende bestuurder beschikt, de bestuurder zijn of haar competenties volledig ten dienste van de corporatie kan inzetten en de Raad op adequate wijze zijn toezichtrol volledig kan vervullen. Elke week is er kort overleg tussen de bestuurder en de voorzitter van de Raad over de lopende zaken. Voorts hebben zij samen met de bestuurssecretaris ter voorbereiding van de vergaderingen van de Raad van Commissarissen overleg over de agenda. Eens per drie maanden voeren de bestuurder en de voorzitter van de Raad van Commissarissen een voortgangsgesprek tegen de achtergrond van het Plan van Aanpak en het Organisatieplan (vanaf 2016 staan het Jaarplan en het Ondernemingsplan daarbij centraal). De vigerende wet- en regelgeving ten aanzien van de bezoldiging van de bestuurders is leidend voor het te voeren bezoldigingsbeleid. In 2014 gold de Wet Normering Topinkomens (WNT). Per 1 januari 2014 is conform de WNT, op basis van het aantal eenheden en de omvang van de gemeente, de bezoldigingsklasse “E” van toepassing voor Ons Doel met een bezoldigingsmaximum van € 130.600,-.

7

De Raad besluit over benoemingen, beoordelingen en beloningen, schorsing en ontslag van de statutair bestuurder. De Raad heeft op grond daarvan tot taak periodiek het functioneren van de directeur-bestuurder te beoordelen. De huidige bestuurder is op 1 mei 2015 in dienst getreden. Op basis van WNT1 Is het totaal vast inkomen bepaald op € 130.000,- bruto. Op 25 november 2015 heeft er een functioneringsgesprek plaatsgevonden tussen de directeur-bestuurder en de Raad van Commissarissen. In het contract met de directeur-bestuurder is opgenomen dat er elke 3 maanden een voortgangsgesprek gevoerd wordt. 5. Invulling van de adviesrol en klankbordfunctie Eén van de taken van de Raad van Commissarissen is de signaal- en klankbordfunctie voor de bestuurder. Voor de leden van de Raad van Commissarissen betekent dit, dat zij over de juiste kwaliteiten moeten beschikken om deze functies goed uit te kunnen oefenen zoals: inlevingsvermogen, het bewaren van de juiste afstand en overzicht kunnen hebben in de grote lijnen zonder hierbij de relevante details uit het oog te verliezen. De Raad van Commissarissen, individueel en als college, moet in staat zijn de bestuurder met gezag en respect te begeleiden en waar nodig een spiegel voor te houden. Met de huidige bestuurder verloopt dit naar tevredenheid. In de zelfevaluatie heeft de Raad nadrukkelijk gesproken over de juiste wijze van invulling geven aan deze adviesrol en klankbordfunctie. Daarbij is ook het accent gelegd op het onderhouden van de contacten met de OR en de HOOD. Om de klankbordfunctie daadwerkelijk vorm en inhoud te geven wordt tweemaal per jaar in klein comité overleg gevoerd met zowel de OR als de HOOD. 6. Huishouding RvC De Woningwet 2015 bepaalt dat minstens een derde van de Raad van Commissarissen moet bestaan uit huurderscommissarissen, die rechtstreeks zijn voorgedragen door huurders. De RvC van Ons Doel heeft twee huurderscommissarissen; Herman Michels en Ankie Verlaan. De laatstgenoemde is eind 2015 niet voor een verlenging van een nieuwe zittingsperiode in aanmerking gekomen. De huurderorganisatie HOOD sprak de voorkeur uit een andere huurderscommissaris benoemd te willen zien, die dichter bij hen zou staan en hen zou betrekken in het overleg. Inmiddels loopt er een procedure om te komen tot een nieuwe huurderscommissaris. De Raad werkt al heel wat jaren met profielschetsen voor de commissarissen, om te komen tot een diversiteit die past bij de opgaven van Ons Doel. Hierin is ook een aantal algemene functie-eisen opgenomen, waaraan alle leden van de Raad van Commissarissen dienen te voldoen. Daarnaast zijn per profiel de specifieke deskundigheden opgenomen, waarover het lid extra hoort te beschikken. Op deze manier is de RvC goed in staat om samen het brede spectrum van de woningcorporatie te kunnen overzien. De RvC is van mening dat de profielschets en de hierin opgenomen competenties, deskundigheden en ervaringen goed zijn uitgebalanceerd en mede zijn gebaseerd op de door de VTW opgestelde criteria voor goed intern toezicht. De herbenoeming van commissaris Annette Ottolini vindt plaats volgens het nieuwe stelsel van de Autoriteit Woningcorporaties. Voor haar herbenoeming is de fit&proper-test van de autoriteit woningcorporaties aan de orde. Als onderlegger voor deze aanvraag is een schema opgesteld met de beschrijving van alle commissarissen. Naar verwachting wordt deze herbenoeming in het eerste kwartaal van 2016 afgerond. De raad van commissarissen is viermaal bijeengekomen op een reguliere vergadering en houdt voorafgaand een kort intern vooroverleg. Bij de formele vergadering zijn vanuit de werkorganisatie de directeur-bestuurder en de bestuurssecretaris aanwezig, soms aangevuld met een van de managers. Vaste agendapunten op de reguliere vergaderingen zijn de ingekomen stukken, het verslag van de vorige bijeenkomst, de managementrapportage, besluitvorming en de voortgang beleidsontwikkeling.

Page 6: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel20158 9

8

De RvC is van oordeel dat met de agenda, bijlagen en de planning- en controlcyclus van Ons Doel de vergaderingen goed functioneren en toereikende informatie gegenereerd wordt voor de toezichthoudende taak van de commissarissen. Leden van bestuur en RvC blijven hun kennis ontwikkelen door middel van trainingen en cursussen. Daarbij wordt onder andere aandacht besteed aan gewenst gedrag. De afgesproken Permanente Educatiesystematiek is hierop van toepassing. Er is afgelopen jaar afwisselend geïnvesteerd in InCompany bijeenkomsten en individuele PE-bijeenkomsten. De leden van de Raad houden hun PE-punten bij in het digitale overzicht van de VTW. Bij Ons Doel bedraagt de bezoldiging over 2015 voor een lid van de Raad € 4.571 en voor de voorzitter € 6.850,00 excl. BTW. De Raad van Commissarissen van Ons Doel onderschrijft de uitgangspunten die in de beroepsregel worden gehanteerd, waaronder de gepaste terughoudendheid die de Raad van Commissarissen bij een woningcorporatie dient te betrachten bij het vaststellen van de hoogte van zijn eigen bezoldiging. Soberheid en doelmatigheid zijn gepast vanwege de publieke taak van de corporatie. De maximale bezoldiging die de beroepsregeling hanteert ligt daarom duidelijk onder de maximale bezoldiging die op basis van de wettelijke bepalingen van de WNT2 (Wet Normering Topinkomens 2) wordt voorgeschreven. De Raad van Commissarissen van Ons Doel hecht aan een serieuze evaluatie van het eigen functioneren. Net als in 2014 heeft de raad in 2015 een externe partij ingeschakeld om de raad hierin te begeleiden. Onder leiding van Bart de Lange van de Governance University Advisory heeft de Raad op 29 juni 2015 de ‘eigen’ resultaten doorgesproken. Daarnaast is stilgestaan bij de vergaderdynamiek, de informatievoorziening, de profielen, de jaaragenda en het werken met commissies. Van deze bijeenkomst is een uitgebreid verslag gemaakt. Tijdens het afscheid van Ankie Verlaan op 17 december 2015 is in kleine formatie nog stilgestaan bij het functioneren in het tweede halfjaar. 7. Slotverklaring Het bestuur heeft het jaarverslag over 2015 opgesteld, met daarin opgenomen de jaarrekening. De accountant heeft de jaarrekening gecontroleerd en voorzien van een goedkeurende controleverklaring. De Raad van Commissarissen kan zich verenigen met het jaarverslag van het bestuur. De Raad van Commissarissen verleent het bestuur decharge voor het gevoerde beleid, en stelt de jaarrekening vast. De middelen van Ons Doel zijn uitsluitend in het belang van de volkshuisvesting besteed. Activiteiten hebben uitsluitend plaatsgevonden ten behoeve van de volkshuisvesting en de leefbaarheid, in overeenstemming met de statuten van de stichting. De wooneenheden liggen binnen het statutaire werkgebied. Op het gebied van beleggen en verbintenissen zijn geen risicovolle posities ingenomen. De RvC en zijn individuele leden verklaren integer en onafhankelijk te hebben gehandeld conform de hiertoe ondertekende integriteitsverklaring. Vooruitkijkend naar het jaar 2016 zien we de zon weer gaan schijnen bij Ons Doel. Mogelijk dienen zich zelfs kleine nieuwbouw projecten aan, waarmee Ons Doel weer een bijdrage kan leveren aan een kwalitatieve uitbreiding van de woningvoorraad in Leiden.

Personalia bestuurder Mevrouw K. Rosielle MBA, (1952) werkzaam bij ons Doel van 1 november 2014 tot 1 mei 2015 als interim directeur bestuurder, commissaris bij Kwintes en commissaris Ons Tweede Thuis. De heer C. Klap, (1958) werkzaam bij Ons Doel sinds 1 mei 2015 als directeur-bestuurder. Nevenfuncties; voorzitter van de Stichting Eiwerk, penningmeester van de Vereniging van Eigenaren De Vrolike Eik en penningmeester van Diversity Joy.

9

Samenstelling van de raad van commissarissen ultimo 2015 (personalia en relevante (neven)functies)

• De heer mr. J.P.A. (Joost) Spithoven (1958); benoemd in 2009 op voordracht van HOOD, in 2012 herbenoemd en aangetreden als voorzitter, in 2015 herbenoemd; verandermanager en organisatieadviseur, voorzitter Raad van Toezicht Stichting Kinderopvang Oegstgeest tot 1 april 2015.

• De heer drs. E.W.F. (Eduard) van Bockel MBA (1959); benoemd in 2010, herbenoemd in 2015, voorzitter van de auditcommissie; lid Raad van Bestuur stichting Zorgbalans (zorginstelling actief in Zuid Kennemerland en Zuid Holland-Noord); lid van de raad van toezicht van Stichting FWG.

• Mevrouw drs. J.W.A. (Ankie) Verlaan (1948); benoemd in 2012 op voordracht van HOOD, afgetreden eind 2015; directeur-eigenaar adviesbureau; onder meer voorzitter Amsterdams Federatie van Woningcorporaties en voorzitter wijkvereniging Meerburg Leiden.

• Mevrouw ir. A.M. (Annette) Ottolini (1958); benoemd in 2012, herbenoemd onder voorbehoud van positieve zienswijze autoriteit november 2015; bestuurder Waterleidingbedrijf Evides Rotterdam; lid Raad van Commissarissen Delfluent B.V., bestuurslid Stichting Water for Life, lid van de Ledenraad van de Rabobank Leiden – Katwijk en lid Raad van Commissarissen Spaarnelanden.

• De heer mr. H.C. (Herman) Michels (1951); benoemd in 2013 op voordracht van HOOD; adviseur jongerenhuisvesting Rotterdam; geen relevante nevenfuncties.

Rooster van aftreden 2018 de heer J. Spithoven (2009) 2016 de heer E. van Bockel (2010) 2015 mevrouw J.W.A. Verlaan (2012) 2018 mevrouw A.M. Ottolini (2012) 2016 de heer H. Michels (2013) De Raad heeft besloten de data van herbenoeming steeds te laten vallen aan het eind van het betreffende kalenderjaar. De benoeming is voor drie jaar en een raadslid kan maximaal twee keer herbenoemd worden. Het reglement van de RvC wordt in 2016 aangepast aan de voorschriften uit de nieuwe woningwet. Alle raadsleden zijn onafhankelijk volgens de criteria van artikel III.2.2 van de Governancecode. Er zijn geen belangenverstrengelingen geconstateerd. De afspraak binnen de Raad is dat mogelijke belangenverstrengelingen vooraf worden gemeld aan de voorzitter en daarna kunnen worden besproken in de Raad. Verklaring van de Raad van Commissarissen Op 17 mei 2016 besprak de Raad van Commissarissen het, door de bestuurder op 3 mei 2016 goedgekeurde, jaarverslag en de bijbehorende jaarrekening met de accountant. Ook stemde de Raad in met de uitgebrachte verklaring van Deloitte Accountants 17 mei 2061 over de jaarrekening.

De Raad van Commissarissen keurt het jaarverslag en de jaarrekening over 2015 op 17 mei 2016 goed en verleent decharge aan de bestuurder voor het gevoerde financiële beleid over 2015. J. Spithoven Voorzitter Raad van Commissarissen

Page 7: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201510 11

11

Het ziekteverzuim is sterk gedaald ten opzichte van 2014. Dit is te verklaren door het feit dat er minder ziekmeldingen waren. De gemiddelde ziekteduur is met 8 dagen gelijk aan die van 2014 (verlof n.a.v. zwangerschap is niet meegenomen in de cijfers).

Investeren in medewerkers Ons Doel vindt het belangrijk om medewerkers de mogelijkheid te bieden om hun kennis en vaardigheden te ontwikkelen. In 2015 zijn er vooral veel cursussen en workshops gevolgd in het kader van de nieuwe woningwet. In 2015 zijn onder andere de volgende individuele opleidingen/trainingen gevolgd:

• Intertraining, herhalingscursus voor bedrijfshulpverleners • IBIS planmatig onderhoud • SBI-training, cursus nieuwe OR-leden • Nestas, wijzigingen inkomensberekening • Woonbond, cursus nieuwe woningwaarderingsstelsel • NIB, Nationale Asbest Conferentie

Verder zijn er een aantal cursussen/presentaties bedrijfsbreed gevolgd, waaronder de volgende: • Finance Ideas, presentatie gevolgen nieuwe woningwet • NCCW, opfriscursus BQM • Techxx, cursus klantvenster

Medewerkers krijgen de ruimte om deel te nemen aan landelijke activiteiten en themadagen van Aedes. Daarnaast kunnen zij regelmatig deelnemen aan seminars, congressen en dergelijke. Zo versterken we de inhoudelijke kennis van de medewerkers. Verslag van de Ondernemingsraad Voor de ondernemingsraad kenmerkt 2015 zich als een jaar van wijzigingen en ingewikkelde adviezen. De bezetting van de OR is voor een groot deel gewijzigd in de tweede helft van het jaar. En de gestarte organisatiewijziging in 2014 bereikte zijn hoogtepunt met de bijbehorende besluiten. Aanstelling nieuwe directeur-bestuurder De OR is betrokken bij de aanstelling van de nieuwe directeur-bestuurder. De RvC heeft met ondersteuning van een extern bureau en Karin Rosielle de werving gedaan van een nieuwe kandidaat voor deze functie. Met de voorkeurs kandidaat heeft de OR een gesprek gevoerd en een advies uitgebracht. Karin Rosielle is als interim bestuurder aangebleven tot eind april. Christoffel Klap heeft per 1 mei de functie van directeur-bestuurder overgenomen. Adviezen OR organisatiewijziging Onder begeleiding van Karin Rosielle is de organisatieaanpassing verder opgepakt met een Plan van Aanpak organisatiewijziging. De OR heeft hier positief op geadviseerd. Hierna is er een organisatieplan opgesteld en een sociaal plan. De OR heeft hierbij als uitgangspunt aangehouden alleen akkoord te gaan met het organisatieplan als het sociaal plan door de vakbonden wordt ondertekend. Het door het bestuur voorgelegd sociaal plan werd echter niet door de vakbonden ondersteund. De OR en de bonden hebben der halve het sociaal plan niet ondertekend. Het plan is zogezegd eenzijdig vastgesteld door het bestuur. Omdat er vanuit het bedrijf verder geen bezwaren

Ziekteverzuim 2015 2014 2013Aantal ziekmeldingen 42 67 37Aantal medewerkers dat zich ziek meldde 19 23 20Ziekteverzuimpercentage in dagen 5,61% 7,99% 4,92%

10

1.3 Organisatie en personeel

Organisatie In 2015 is de reorganisatie volgens het Plan van Aanpak uitgevoerd. Het organogram van Ons Doel ziet er na deze veranderingen als volgt uit:

Personeel De organisatie in cijfers Bij Ons Doel werkten eind 2015 27 medewerkers. Dat is uitgedrukt in voltijds equivalenten 23,7 fte. In totaal beheert Ons Doel, inclusief de woningen en verzorgingshuizen van Ymere, Libertas Leiden en Boerhaave, ongeveer 3.300 verhuureenheden (vhe). Gemiddeld beheert Ons Doel per fulltime medewerker 139 verhuureenheden.

Als gevolg van de reorganisatie hebben heeft Ons Doel in 2015 afscheid genomen van vijf medewerkers. Verder zijn er in 2015 drie nieuwe collega’s aangenomen. In 2015 hebben we aan drie studenten een stageplaats geboden.

Directeur-bestuurder

Wonen

Klant en Wonen

Vastgoed

Bedrijfsvoering

Directiestaf

Leeftijdsgroepen2015 2014 2013 2015 2014 2013

18 - 30 jaar 1 1 1 4% 4% 4%31 - 40 jaar 6 9 9 22% 32% 32%41 - 50 jaar 8 7 7 30% 25% 25%51 - 60 jaar 9 9 9 33% 32% 32%61 - 65 jaar 3 2 2 11% 7% 7%

27 28 28 100% 100% 100%

PercentagesAantal medewerkers

Page 8: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201512 13

12

aangedragen werden tegen dit sociaal plan, heeft de OR advies afgegeven het organisatieplan uit te voeren met aanpassingen die in overleg in een addendum vastgelegd zijn. Bij alle uitgebrachte adviezen is de achterban steeds betrokken geweest en geraadpleegd. Samenstelling OR In 2015 is de OR begonnen in dezelfde samenstelling als in het voorgaande jaar:

• Felix Hogenbirk (voorzitter) • Cindy Bakker • Bonny de Pauw

Ten behoeve van het proces van organisatieaanpassing was in 2014 een ondersteunende OR-commissie opgericht. Deze commissie bestond in 2015 alleen nog uit Marcel van der Blom. Na het advies op de organisatieaanpassing is de commissie ontbonden. Cindy Bakker en Felix Hogenbirk hebben zich teruggetrokken uit de OR na het uitbrengen van het advies aan de bestuurder over de organisatieaanpassing. Vanaf medio juli was er tijdelijk geen volwaardige OR meer aanwezig. Na interne werving en akkoord van de achterban is begin oktober een nieuwe OR samengesteld. Deze bestaat uit:

• Vincent Bussing (voorzitter) • Bonny de Pauw • Corrie Keijzer • Brigitte Welman (aspirant-lid)

De nieuwe OR heeft zich direct bezig gehouden met de nieuwe secundaire arbeidsvoorwaarden, wegwijzer en de aanpassing van de integriteitscode. Begin 2016 zijn deze documenten vastgesteld. Communicatie Extern communiceerde Ons Doel via de gebruikelijke kanalen. Daarnaast is er in 2015 een keer een Thuis magazine verschenen. In 2016 wil Ons Doel een nieuw communicatiebeleid opstellen. Intern hebben we de gebruikelijke vijf personeelsbijeenkomsten per jaar omgezet naar lunchgesprekken. Iedere twee weken is er na afloop van de MT-vergadering een directe terugkoppeling tijdens het lunchgesprek. Daarnaast zijn deze gesprekken bedoeld om kennis uit te wisselen en elkaar te informeren over werkzaamheden en ontwikkelingen.

13

1.4 Volkshuisvestingsverslag

Verhuur van woningen 2015 Woonruimteverdeling De corporaties in de regio Holland Rijnland hebben in 2015 de vrijkomende woningen aangeboden via WoningNet, het regionale woonruimteverdeelsysteem. De toewijzing van de woningen gaat op basis van inschrijftijd (of urgentie). In de tabel is het totaal aantal verhuringen door Ons Doel aangegeven. Binnen het totaal aantal verhuringen via WoningNet zijn nog een aantal onderverdelingen gemaakt, zoals naar huishoudsamenstelling en leeftijd. Ook is het aandeel urgenten, dat op het geadverteerde aanbod heeft gereageerd, weergegeven.

Ons Doel verhuurt ook woningen voor derden. De woningen, die wij voor Ymere verhuren zijn meegenomen in de aantallen ‘verhuringen totaal’, omdat die allemaal via WoningNet gaan. Onder ‘verhuringen voor derden’ vallen de woningen van Libertas Leiden, die niet via WoningNet zijn verhuurd.

Gegevens verhuringen 2015 2014verhuringen totaal 195 163verhuringen voor derden 18 22verhuringen vrije sector 7 11verhuringen zorgwoningen 20 10verhuringen bijzondere doelgroepen 5 7verhuringen vergunninghouders 10 3hofje 3 0woningruil 2 0woongroep 1 2bedrijfsruimte/berging 0 1parkeerplaats/garage 14 3verhuringen via WoningNet 115 104

gemiddeld aantal reacties 147 123gemiddeld aantal aanbiedingen 6,3 5,2gemiddelde inschrijftijd (maanden) 86,4 102

percentage < € 710,68 met inkomen < € 34.678 98% 99%

aandeel 1 persoon huishoudens 67% 62%aandeel 2 persoon huishoudens 20% 21%aandeel 3 en 4 persoons huishoudens 11% onbekendaandeel 5 persoons huishoudens 2% onbekend

aandeel leeftijd < 31 40% 33%aandeel leeftijd >= 31 < 55 39% onbekendaandeel leeftijd >= 55 < 65 11% onbekendaandeel leeftijd >= 65 10% 11%

aandeel urgenten 21% 23%

Page 9: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201514 15

14

De ‘verhuurde zorgwoningen’ zijn woningen die niet via WoningNet verhuurd zijn en gekoppeld aan een zorgfunctie. Dit zijn de woningen in het complex De Parelvissers, de aanleunwoningen aan de Aaltje Noordewierlaan en de ADL (algemene dagelijkse levensverrichtingen)-woningen aan het Professorenpad.

Er zijn 11 parkeerplaatsen verhuurd in de parkeergarage in Het Gebouw, twee parkeerplaatsen in de binnenstad en één garage.

Taakstelling vergunninghouders 2015 De taakstelling huisvesting vergunninghouders was in 2015 van begin af aan al hoog. De gemeente Leiden had de opdracht 207 statushouders te huisvesten. Dit aantal is nog exclusief de achterstand van 24 personen, die de gemeente in 2014 opliep. De taakstelling voor Ons Doel was 23 statushouders huisvesten, waarvan 11 in de eerste helft en 12 in de tweede helft van 2015. Wij liepen op schema, in de eerste helft van 2015 hebben wij 10 statushouders gehuisvest. Dit was er één minder dan de taakstelling. In de tweede helft van 2015 is dit meer dan goedgemaakt door alsnog 14 personen te huisvesten.

De verdeling van het aantal statushouders per woning is als volgt:

Verhuurde zorgwoningen Aantal 2015Complex Parelvissers 14Complex Aaltje Noordewierlaan 5Complex Professorenpad (Fokus) 1

Verhuurde parkeerplaatsen Aantal 2015Parkeergarage Het Gebouw 11Parkeerplaats binnenstad 2Garage 1

Standstart 2015 2015-I 2015-II Totaal 2015-I 2015-II Totaal

Ons Doel 0 11 12 23 10 14 24Leiden -24 100 107 207 52 137 189

RealisatieTaakstelling

Datum Woningtype Aantal personen15-01-2015 3 kamer portiekflat 319-01-2015 2 kamer appartement 129-01-2015 1 kamer appartement 105-02-2015 2 kamer appartement 109-02-2015 4 kamer portiekflat 421-09-2015 4 kamer bovenwoning 624-09-2015 4 kamer maisonnette 505-10-2015 2 kamer appartement 116-11-2015 2 kamer benedenwoning 124-11-2015 2 kamer portiekflat 1Totaal aantal personen 24

15

Huurprijzenbeleid Het huurprijsbeleid bij vrijkomende woningen was in 2015 als volgt:

• De streefhuur is 78% van de maximaal toegestane huur voor woningen met een energielabel A tot en met C; de streefhuur is 75% voor woningen met energielabel D of lager. Uitzonderingen op deze regel zijn recent gebouwde of verworven woningen.

• Er worden, naast de 50 vrije sector woningen in Het Gebouw, geen woningen toegevoegd aan het niet-DAEB segment.

• Per 1 oktober 2015 is het woningwaarderingsstelsel aangepast. De WOZ-waarde is een onderdeel van het puntenstelsel geworden en de maximale huurprijzen zijn naar beneden bijgesteld. Naar aanleiding hiervan is besloten de streefhuur voor alle woningen aan te passen naar 80% van de maximaal toegestane huur. Hiermee ligt de gemiddelde streefhuur op hetzelfde niveau als voor de aanpassingen.

Inkomensafhankelijke huurverhoging per 1 juli 2015 De huurverhoging in 2015 is gebaseerd op een verhoging van inflatie (1,0%) plus een inkomensafhankelijke verhoging. Deze was voor de verschillende inkomensgroepen als volgt:

• Huishoudens met een inkomen tot € 34.229,- krijgen een totale huurverhoging van 2,5% (inflatie + 1,5%).

• Huishoudens met een inkomen tussen de € 34.229,- en € 43.786,- krijgen een totale huurverhoging van 3,0% (inflatie + 2,0%).

• Huishoudens met een inkomen boven € 43.786,- krijgen een totale huurverhoging van 5,0% (inflatie + 4,0%).

• Voor huurders met een inkomen lager dan € 43.786,- wordt de huur afgetopt op de liberalisatiegrens van € 710,68.

• Huurders van geliberaliseerde woningen (huurprijs boven de € 710,68) krijgen, onafhankelijk van hun inkomen, een totale huurverhoging van 2,5%.

• Voor overige verhuureenheden, zoals parkeerplaatsen en garages, wordt een inflatievolgend huurbeleid van 1,0% gevolgd. De huurverhoging voor bedrijfsruimten is contractueel vastgelegd.

In het geval dat het inkomen van huurders met een inkomensafhankelijke huurverhoging aantoonbaar was gedaald is de huurverhoging teruggedraaid naar 2,5% of 3,0%. Speciale regeling laagste inkomens Huurders die vanwege hun lage inkomen geen gemeentelijke belastingen hoeven te betalen én een huurprijs boven de aftoppingsgrens van de Huurtoeslag hebben, kunnen bezwaar maken tegen de huurverhoging. Zij komen in aanmerking voor een inflatievolgende huurverhoging van 1,0%. De aftoppingsgrenzen zijn als volgt:

• € 403,06 voor jongeren onder de 23 jaar. • € 576,87 voor één- en tweepersoonshuishoudens. • € 618,24 voor huishoudens die uit drie of meer personen bestaan.

Page 10: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201516 17

16

Huurprijzen in het woningbezit

* Dit betreft in totaal 41woningen waarvan de huurprijs bij de jaarlijkse huurverhoging boven de liberalisatiegrens is uitgekomen. In verband met nieuwe regelgeving vallen deze woningen echter niet in het niet-DAEB segment. Ons Doel heeft 50 etagewoningen met lift die commercieel verhuurd worden. Dat zijn de enige woningen die in het niet-DAEB segment vallen. 78% van de woningen van Ons Doel heeft een huurprijs onder de hoogste aftoppingsgrens van de huurtoeslag (€ 618) en is daarmee bereikbaar voor de laagste inkomens. Slechts 2% valt in de Niet- DAEB categorie (vrije sector). Verkoop Ons Doel verkocht eengezinswoningen die vrij kwamen door een huuropzegging. De woningen werden verkocht om bouwambities te kunnen realiseren. Per jaar gingen we uit van een verkoopaantal van 20 woningen. In 2015 heeft er van wege de verbreding van de doelgroep een heroverweging van de verkoopstrategie plaatsgevonden, hierbij is ook kritisch gekeken naar de omvang van de ‘verkoopvoorraad’. Het aantal verkopen per jaar is teruggebracht naar vijf verkopen per jaar. In de toekomst zal niet elke vrijkomende eengezinswoning verkocht worden (bij mutatie of interesse door de zittende huurder). Binnen onze complexen hebben wij woningen aangewezen die nog in aanmerking voor verkoop komen. Gedurende het jaar 2015 zijn er in totaal 10 woningen terug getrokken uit de verkoop door deze bijstelling van de verkoopstrategie. Huurders van Ons Doel konden in 2015 nog steeds met 10% korting een woning van Ons Doel kopen (90% van de getaxeerde waarde). In 2015 werden 7 woningen verkocht:

3 keer een mutatiewoning aan een huurder voor 90% van de taxatiewaarde. 4 keer een mutatiewoning op de vrije markt voor gemiddeld 104% van de taxatiewaarde.

Huurincasso In het najaar van 2015 is een start gemaakt met een actievere wijze van benaderen van de huurders met een betaalachterstand. Er wordt sindsdien in dezelfde maand dat de achterstand ontstaat actief contact gezocht om zodoende snel de huurder te kunnen begeleiden naar een oplossing. Dit gebeurt door het sturen van brieven, telefonisch contact of een huisbezoek. Dit alles om te voorkomen dat een achterstand aan de deurwaarder moet worden overgedragen. Vanuit het convenant ‘Voorkomen Huisuitzettingen bij Huurschuld’ werken we samen met de andere Leidse woningcorporaties, de gemeente Leiden, de Stadsbank, Team Stadsleven, de GGD en Kwadraad aan het terugdringen van huisuitzettingen.

Opbouw woningbezit naar huurklasse eind 2015< 403 > 403 < 576 > 576 < 618 > 618 < 710 > 710

BG 106 241 20 30 3 * 397Etage 258 605 28 55 0 946Etage lift 4 222 92 86 50 454EGW 50 243 69 277 38 * 680

418 1.311 209 448 91 2.477

Page 11: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201518 19

17

De huurachterstand van huidige huurders is in 2015 voor het eerst sinds jaren onder de 1% gekomen. De doelstelling is om dit percentage gedurende 2016 verder te laten dalen. Uiteraard zal het behalen van deze doelstelling mede afhankelijk zijn van de economische ontwikkelingen in Nederland. Voor 2016 wordt een verdere verdieping van de incassowerkwijze uitgewerkt. Hierbij staat nog steeds centraal dat snel contact wordt gezocht om zodoende de achterstand te kunnen beperken. Daarbij wordt ook naar mogelijkheden gekeken om de huurders op een andere manier te benaderen die beter past bij deze tijd, zoals per email of sms en betaling per iDEAL mogelijk te maken. Telefoon en internet Reparatieservice Huurders melden reparatieverzoeken op een speciaal telefoonnummer. Die verzoeken worden aangenomen door een externe dienstverlener, Lekker Leven. In onderstaande tabel de telefoonopnames door Lekker Leven in 2015.

2015Aantal zaken overgedragen aan deurwaarder 61Aantal zaken met vonnis tot ontruiming 23Aantal ontruimingen 5

2015 2014Huurachterstand 197.556 203.284Aantal contracten 209 260% prol. jaarhuur 0,99% 1,06%

Reparatieverzoeken 2015 2014

Reguliere aanvragen nieuw 3.929 4.078Spoed aanvragen nieuw 43 90Aanvragen buiten kantoortijden 446 641Totaal nieuwe aanvragen 4.418 4.809Overgedragen aan Ons Doel 1.497 2.020Informatie gegeven 2.671 2.506Totaal gehonoreerde aanvragen 4.168 4.526Afgewezen aanvragen 250 283

Aantal telefoontjes binnen kantooruren 7.530 8.032Servicelevel telefonie 82% N.B.Uitval telefonie 5% N.B.

Aantal telefoontjes buiten kantooruren 700 1.119Servicelevel telefonie 82% N.B.Uitval telefonie 3% N.B.

Aantal mails 2.097 N.B.

18

Het servicelevel telefonie betreft het percentage inkomende telefoontjes welke binnen 20 seconden is beantwoord. De uitval telefonie betreft het percentage telefoontjes welke voor beantwoording is opgehangen.

Leefbaarheid Wijkbeheer Ons Doel had in 2015 drie wijkbeheerders, die ieder vanuit een vaste plek in de wijk hun werkzaamheden verrichten:

Leiden Noord Leiden Zuid Binnenstad

Buurtontmoetingsplekken/Buurtkamer In drie complexen hebben wij buurtontmoetingsplekken, die door huurders gebruikt worden voor ontmoeting en het organiseren van allerlei activiteiten. Ook andere wijkorganisaties maken gebruik van deze locaties. Met de ontmoetingsplekken wordt de leefbaarheid in onze complexen versterkt. De ontmoetingsplekken zijn te vinden in de complexen aan de Suriname-/Antillenstraat (SuenAn), Leiden Zuid-West (de BOP) en Nieuw Groenhoven (de Meelbox). Leefbaarheidsprojecten

Muurschildering Boshuizerkade/Willem Klooslaan: de onthulling vond plaats op 19 juni. De muurschildering kwam tot stand in samenwerking met Wijken voor Kunst en met bijdrages van diverse fondsen;

Buurttuin “Geef Tuinstadwijk hun tuinen terug”: huurders beheren deze buurttuin zelf; Herinrichting gangen De Parelvissers: dankzij bijdrages van verschillende fondsen zijn de

gangen verfraaid en is de bewegwijzering verduidelijkt; Wijkwens Professorenwijk-oost: samen met de gemeente en Libertas Leiden stimuleren we

bewoners eigen initiatieven te ontplooien voor de verbetering van de buurt en vermindering van de toenemende overlast.

Binnentuin Korte Langestraat: deze tuin is door huurders en cliënten van de Haardstee gezamenlijk opgeknapt en feestelijk opgeleverd op de Burendag van het Oranjefonds met een barbecue.

Muurschilderingen Liviuslaan: de entreehallen zijn op initiatief van de bewonerscommissie verfraaid met schilderijen geïnspireerd op het nabijgelegen Castellum Matilo.

Acties na de buurtschouwen 2014: brandgangen zijn opgeknapt, achterstallig onderhoud openbare ruimte is weggenomen en het zwerfvuil is afgenomen.

Overlast In 2015 zijn in ons registratiesysteem 229 nieuwe meldingen rond sociale klachten geregistreerd. Hierin zijn alleen de eerste contactmomenten opgenomen. Het kan zijn dat de klacht afgehandeld is met één telefonisch advies, maar ook dat het een intensief traject is geweest met gesprekken, brieven en procedures. Het landelijke beeld is dat, vanwege de toename in de scheiding van wonen en zorg, er meer overlastklachten zijn waar zorg cliënten bij betrokken zijn. Dit blijkt niet uit de onderstaande tabel, maar dit beeld is vertekend doordat het label ‘zorg’ alleen wordt meegegeven aan een melding als zorg het enige onderwerp is en door Ons Doel gemeld wordt bij het breed toeleidingsteam van de GGD.

Page 12: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201520 21

19

Er is in de tabel een stijging te zien bij drugsproblematiek. Dit heeft ook direct te maken met zorg, er is namelijk sprake van veel verslavingsproblematiek bij de huurders, die ambulante zorg ontvangen. Ook het aantal burenruzies is sterk gestegen. De oorzaak hiervan ligt mogelijk in het dicht op elkaar wonen van “bijzondere doelgroepen” en reguliere huurders. Er heerst veel onbegrip en mensen weten vaak niet hoe zij om moeten gaan met hun nieuwe buren wanneer die afwijkend gedrag vertonen.

Wonen & zorg In 2015 werd in het woningbezit van Ons Doel op verschillende manieren wonen met zorg gerealiseerd. Wonen met zorg voor bijzondere doelgroepen Ons Doel verhuurt structureel 14 woningen in Het Gebouw, 21 woningen in Nieuw Groenhoven en 18 woningen aan de Willem Klooslaan aan stichting de Haardstee. In alle complexen is vanuit een steunpunt 24 uur per dag zorg beschikbaar voor de cliënten. De verhuringen van de woningen aan de cliënten regelt de Haardstee zelf. Wonen met zorg voor ouderen Ons Doel verhuurt structureel 20 woningen in Het Gebouw en 40 woningen in De Parelvissers aan Libertas Leiden. In beide complexen is 24 uur per dag zorg beschikbaar voor de cliënten. Deze woningen vallen onder het intramurale zorg regime. Libertas Leiden regelt de verhuringen van de woningen aan cliënten zelf. Ons Doel verhuurt zelf nog 40 woningen in De Parelvissers en 29 woningen aan de Aaltje Noordewierlaan aan ouderen met een zorgindicatie. Deze huurders kunnen gebruik maken van de zorgfaciliteiten van Libertas Leiden.

Klacht 2015 2014 2013Agressie 2 5 5Bedreiging 7 6 2Bezwaarschift - 1 -Burenruzie 27 17 23Drugsproblematiek 12 9 6Geluidsoverlast 41 41 54Geen onderwerp 6 4 4Ongedierte 6 2 8Onrechtmatige bewoning 30 32 30Overig 9 18 13Rechtszaak - 3 1Schoonmaak 4 9 9Schotelantennes 3 - 5Stankoverlast 8 6 7Tuinonderhoud 14 11 19Vandalisme 3 7 2Vervuiling omgeving 28 13 37Vervuiling omgeving (verzamelen) 3 - -Zorg 26 31 28Totaal 229 215 253

20

Wonen met ADL-hulp In het complex Professorenpad verhuurt Ons Doel 15 ADL-woningen, waar het afnemen van zorg van Focus onlosmakelijk mee verbonden is. Focus heeft een zorgpunt van waaruit assistentie verleend wordt bij de algemene dagelijkse levensverrichtingen. De cliënt bepaalt de frequentie en het ritme van de contactmomenten en de werknemers van Focus zijn hiervoor 24 uur per dag beschikbaar. In 2015 werd er een woning verhuurd aan een nieuwe cliënt. Bij één woning is bekend dat de huurder structureel geen zorg afneemt van Focus.

Bijzondere doelgroepen In de Regio Holland Rijnland wordt intensief samengewerkt tussen de verschillende woningcorporaties wat betreft de huisvesting van de ‘bijzondere doelgroepen’. De afspraken over deze doelgroepen worden gemaakt in de Werkgroep Sociale Agenda, de WSA. Cliënten van zorginstellingen krijgen, via de zogeheten contingentregeling, voorrang op de reguliere woningzoekenden. Zij krijgen een woning aangeboden waarbij zij verplicht een drie partijenovereenkomst ondertekenen. Deze overeenkomst geldt voor de duur van ten minste twee jaar en regelt de begeleiding en ondersteuning door zorgpartijen. Daarna kan er in overleg tussen alle partijen besloten worden de overeenkomst voor te laten duren, of om te klappen naar een reguliere huurovereenkomst. In 2015 heeft Ons Doel vijf contingentwoningen verhuurd met een drie partijenovereenkomst. Hiervan zijn er twee verhuurd aan Stichting De Binnenvest, één aan Cardea/Werkhotel, één aan Exodus en één aan Rosa Manus. Dit is 3,4% van de nieuwe verhuringen.

Bewonersparticipatie Verslag van HOOD Ons Doel heeft de huurdersorganisatie HOOD intensief betrokken bij de beleidsveranderingen die in 2015 gestalte kregen. Op 6 januari consulteerde de interim-bestuurder Karin Rosielle de medewerkers van Ons Doel en ook de bestuurders van de HOOD over haar bevindingen en de beleidsveranderingen die daaruit zouden volgen. De HOOD-vertegenwoordigers vonden de bevindingen op verschillende punten overtrokken, maar hadden wel begrip voor de verschillende voorgestelde veranderingen. Op onze uitnodiging introduceerde Karin Rosielle haar Plan van Aanpak in de Algemene Ledenvergadering op 13 april. Ook daar zagen de leden van de HOOD veel positieve elementen in haar voorstellen, maar ook enkele negatieve kanten. Intussen uitte de HOOD zich zeer teleurgesteld over de huurverhoging per 1 juli 2015, waarbij Ons Doel bijna volledig gebruik maakte van de wettelijk toegestane ruimte. De teleurstelling betrof vooral het feit dat Ons Doel de inkomensafhankelijke huurverhoging ging toepassen, terwijl dat op grond van de meerjarenbegroting en nieuwe inzichten niet nodig was. Daarnaast werd het voorstel over inflatievolgend huurbeleid voor huurders met recht op huurtoeslag en een huurprijs boven de aftoppingsgrenzen niet overgenomen. Dit werd beperkt tot de groep die kon aantonen dat zij recht hadden op kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen. Na het aantreden van de nieuwe bestuurder, Christoffel Klap, werd de uitwerking van het Plan van Aanpak duidelijk. Een afvaardiging van het HOOD-bestuur werd geraadpleegd over het nieuwe Strategisch Voorraadbeleid en een andere afvaardiging, aangevuld met enkele huurders buiten het HOOD-bestuur, overlegde met Ons Doel over de huurverhogingen voor 2016. De beleidsvoornemens van de heer Klap werden ook besproken in het jaarlijkse overleg met de bewonerscommissies over de begroting op 16 juli. Op 15 oktober werd een speciale ledenraadpleging belegd over het nieuwe onderhouds-, huur- en verhuurbeleid, waarna op 26 oktober een uitgebreid advies werd uitgebracht.

Page 13: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201522 23

21

Onderwerpen daarin waren: het Strategisch Voorraadbeleid (waaronder verkoopbeleid, seniorenlabel, prijs en omvang van de woningvoorraad en energielabels) en verder: huurbeleid, passend toewijzen, huurdersonderhoud en serviceabonnement, servicekosten, glasschade en rioolontstopping. In zijn schriftelijke reactie op 5 november bleek de heer Klap een redelijk deel van de adviezen te hebben overgenomen. In het najaar werd het HOOD-bestuur betrokken bij de visitatie bij Ons Doel. Al in het begin van 2015 vroeg het HOOD-bestuur zich af, hoe er stelselmatig meer betrokkenheid van de achterban zou kunnen komen. Een bescheiden begin werd gemaakt met een ledenpanel dat via email discussieert over onderwerpen in het beleid van de corporatie. Ook begon het HOOD-bestuur met afzonderlijke bezoeken aan de bewonerscommissies. In 2016 zal samen met Ons Doel verder worden gezocht naar nieuwe vormen van bewonersparticipatie. Het HOOD-bestuur bleef op sterkte, met uitzondering van de functie penningmeester. Verwoede pogingen om een nieuwe penningmeester te vinden hadden geen succes. De boekhouding zal daarom in 2016 moeten worden uitbesteed aan een administratiekantoor. Ook het bezorgen van het HOOD-Nieuws en dergelijke moet na het stoppen van een vrijwilliger worden uitbesteed. Tevreden terugblikkend kon op 14 juni het 20-jarig bestaan van de HOOD worden gevierd met een feestelijke bijeenkomst voor leden in Het Gebouw. Bewonerscommissies Ons Doel heeft in juli en december 2015 een gezamenlijk overleg georganiseerd met alle bewonerscommissies en HOOD. In de bijeenkomst van juli zijn ideeën, wensen en suggesties geïnventariseerd voor mogelijke opname in de begroting van 2016. Dit geldt voor zowel technische zaken als sociaal beheer aangelegenheden. In de bijeenkomst van december is een toelichting gegeven op de onderhoudsbegroting 2016 en de begroting Sociaal Beheer 2016. Ons Doel heeft minimaal tweemaal per jaar overleg met zo’n 10 bewonerscommissies. Besproken worden uiteraard de onderwerpen die in het betreffende woningcomplex spelen. Een paar voorbeelden:

• het combineren van Wonen en Zorg in de Parelvissers; • opleveringsproblemen aan de Boshuizerkade; • vocht- en schimmelproblemen in de badkamers van Nieuw Groenhoven; • veiligheid van de parkeergarage in Het Gebouw; • de buurttuin in de Pioenhof e.o.

Kwaliteit van woningen Strategisch voorraadbeleid (SVB) In het Plan van Aanpak was de noodzaak van een nieuw integraal opgesteld Strategisch Voorraadbeleid al aangekondigd. In 2015 is met een brede interne werkgroep gewerkt aan de invulling hiervan. Een werkgroep van uit HOOD is tijdens het proces regelmatig betrokken bij de voortgang en de thema’s die aan de orde kwamen. In een aantal stappen is het SVB tot stand gekomen:

Vaststellen van beleidsuitgangspunten als uitwerking van het Plan van Aanpak Analyse van de woningmarkt

22

Analyse van de woningvoorraad van Ons Doel aan de hand van het economische, maatschappelijke en marktprofiel. De technische kwaliteit werd met behulp van de conditiemeting objectief gemeten.

Bespreking thema’s en bijzondere complexen Bepalen strategieën per complex

Op basis van deze analyses hebben we geconcludeerd dat de portefeuille van Ons Doel grotendeels voldoet aan de wensen van de doelgroep, qua betaalbaarheid zelfs bijzonder goed aansluit bij de behoefte en dat geen ingrijpende maatregelen nodig zijn. In 2016 wordt het SVB verder vertaald naar complexbeheerplannen.

Planontwikkelingen van vastgoedprojecten in 2015 In 2015 heeft Ons Doel besloten te stoppen met twee grote ontwikkelingen waar wij bij betrokken waren.

• Lorentzhof; Nadat eerder al door de andere betrokken partijen, Ipse de Bruggen en Libertas Leiden, andere keuzes gemaakt moesten worden bij de planontwikkeling op de locatie Lorentzhof. Ipse de Bruggen zag af van verdere ontwikkeling op de locatie en verkocht haar vastgoed. Libertas Leiden besloot tot renovatie van het bestaande zorgcentrum Lorentzhof. Wat leidde tot de ontbinding van de Samenwerkingsovereenkomst uit 2010. Moest Ons Doel in 2015 ook afzien van een actieve ontwikkelrol op deze locatie. • Robijnhof – wooncentrum Ons Doel heeft in 2014 onderzocht of het mogelijk zou zijn om het wooncentrum van Libertas te kopen, te saneren op asbest en vervolgens ingrijpend te renoveren. Begin 2015 bleek de financiële haalbaarheid van het plan in combinatie met de ernstige asbestverontreiniging en planologische onzekerheid reden om ons terug te trekken uit het renovatieplan voor Robijnhof wooncentrum.

Onderhoud in 2015 Planmatig onderhoud Begin 2015 werd het onderhoud tijdelijk ‘on hold’ gezet. In het kader van de herziening van het (onderhouds) beleid werden er alleen werkzaamheden uitgevoerd, die nodig waren om de veiligheid te kunnen garanderen of vanwege andere dringende redenen. De onderstaande werkzaamheden zijn wel in 2015 uitgevoerd:

• Planmatig vervangen van CV ketels. In verschillende complexen zijn oude CV ketels vervangen door nieuwe hoog rendement ketels. Ook werd, waar nodig, een nieuw rookgaskanaal aangelegd. Met deze werkzaamheden gaat Ons Doel door met haar ambitie om CO2-uitstoot te verminderen en de energielabels c.q. energie-index van woningen te verbeteren.

• Metalen balkonhekken van complex Surinemane/Antillenstraat vervangen. Uit onderzoek bleek dat de balkonhekken erg oud en inwendig aan het corroderen waren. Vervanging was uit veiligheidsoverwegingen en economische redenen de enige keuze. Alle balkonhekken zijn inmiddels vervangen door onderhoudsarme aluminium hekken.

Strategie aantal VHE's1. Afstoten 534. Exploitatie rendabel maken, behouden voor langere termijn 3718. Behouden en goed beheren, minimaal 20 jaar 2.101

Page 14: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201524 25

23

• Schilderwerk complex Beijerincklaan. Begin 2015 werden de werkzaamheden uit 2014 afgerond. Dit betrof het aanbrengen van een nieuwe vloercoating op de balkonvloeren en het schilderen van de portiekentrees, schuurdeuren en balkonplafonds.

• Renovatie kopgevels complex Parelvissers. De renovatie van de gevels betrof het aanbrengen van extra spouwankers en isolatiemateriaal en het reinigen, voegen en hydrofoberen van het metselwerk.

• Ons Doel is beheerder van Stichting het Schachtenhof aan de Middelstegracht. Het Schachtenhof heeft nog een unieke waterpomp en waterkelder. Mede dankzij een subsidie van de gemeente Leiden is de waterpomp gerestaureerd en in oorspronkelijke en functionerende staat hersteld. Dit project is in 2016 afgerond.

• Schilderwerk complex Aarstraat en complex Lammenschansweg. Hoewel deze projecten eerst ‘on hold’ waren gezet is uiteindelijk toch besloten om door uitvoeringstechnische- en budgettaire redenen te starten met deze werkzaamheden. Complex Aarstraat is in 2015 afgerond en complex Lammenschansweg wordt in de loop van 2016 afgerond.

Ons Doel heeft medio 2015 een conditiemeting volgens de NEN 2767 uit laten voeren op al het vastgoed. Deze meting is uitgevoerd door de firma Kontek. De resultaten waren positief en tevens een bevestiging van de beleidskeuzes uit voorgaande jaren. De gekozen onderhoudsaanpak heeft zich vertaald in een gemiddelde score van twee voor de conditiemeting (in de NEN 2767 wordt een conditiescore gehanteerd van 1 zeer goed tot 6 zeer slecht). De conditiemeting vormt het ijk- en startpunt voor een andere manier van begroten en onderhouden. Het onderhoud zal in de toekomst met name gericht zijn op resultaatgericht onderhoud gebaseerd op onder andere de NEN 2767. Niet-planmatig onderhoud Het ‘on hold’ zetten van het planmatig onderhoud heeft ook in het klachten- en mutatieonderhoud geleid tot een lagere realisatie dan de begroting. De onderhoudskosten De totale uitgaven voor onderhoud in 2015 zijn, door de beperkte uitvoering van werkzaamheden, lager dan begroot. Er is ongeveer € 2.000.000,- minder besteed dan begroot.

Mutatieonderhoud De herbezinning op het mutatieonderhoud heeft ertoe geleid dat de mutatiewoningen vanaf dat moment werden beoordeeld met als motto “schoon, heel en veilig”. Woningverbeteringen werden niet of incidenteel uitgevoerd, net als energetische maatregelen. Grotere werkzaamheden boven de € 500,- euro werden eerst ter goedkeuring aan het management voorgelegd. Kanttekening bij de mutatiekosten is dat Ons Doel de kosten voor het vervangen c.q. renoveren van keukenblokken, badkamers en toiletten bij mutatie registreert op mutatiekosten. Andere corporaties

Bedragen x € 1.000 Totale Totaal Saldorealisatie begroting

Mutatieonderhoud 519 660 141Storingsonderhoud 516 696 180Serviceonderhoud 0 14 14Brandschade 29 0 -29Planmatig onderhoud 1.384 3.114 1.730Totaal 2.448 4.483 2.036

24

kiezen ervoor dit op planmatig onderhoud te registreren. De kosten voor de gemiddelde mutatiewoning zijn hierdoor hoger dan gemiddeld. Ook zijn de kosten voor het verwijderen van asbest opgenomen in het mutatieonderhoud. In de complexen Boshuizerkade, Valeriusstraat, Suriname/Antillenstraat en Verdistraat zijn veel kosten gemaakt voor asbestsanering. Deze portiekwoningen en galerijflats dateren uit de jaren ’60, hier zijn asbesthoudende materialen zoals plafonds, riolering en colovinyl tegels toegepast. In complex Boshuizerkade zijn 15 mutaties geweest, met in totaal € 69.672 aan mutatiekosten. Bij drie mutatiewoningen was nog geen verwarmingsinstallatie aanwezig, waardoor er een complete cv hr-installatie moest worden geplaatst. Ook is er asbest gesaneerd in diverse woningen en moest een enkele douche gerenoveerd worden waar het tegelwerk van de muren kwam. In complex Suriname/Antillenstraat zijn ook 15 mutaties geweest, met in totaal een bedrag van € 95.217 aan kosten. Dit komt voornamelijk door een aantal slechte en verouderde woningen, die niet voldeden aan de maatstaf “schoon, heel en veilig”. Naast het saneren van asbesthoudende materialen, werden diverse doucheruimtes en keukens verbeterd. In complex Nieuw Groenhoven zijn acht mutaties geweest, met een totale kostenpost van € 40.850. Er zijn drie mutatiewoningen grootschalig aangepakt, waarbij het vervangen van de keukens, de badkamers en het verhelpen van de lekkageproblematiek een grote rol hebben gespeeld. Voor 2016 zijn er badkamerrenovaties opgenomen in de onderhoudsbegroting. De kosten in het mutatieonderhoud zijn als volgt te specificeren:

Energiebesparing in 2015 Ons Doel heeft enkele jaren geleden de ambitie gesteld om binnen vijf jaar haar bestaande bezit gemiddeld op energie label C te hebben. Ook dit jaar heeft weer een aanzienlijk aantal woningen een of meer labelsprongen gemaakt. In onderstaand schema maken we de vergelijking met de landelijke cijfers.

Het aantal labels D, E en F is afgenomen, de aantallen labels A, B en C zijn toegenomen. Dat is een mooie verbetering waarmee we eind 2015 op een gemiddelde energie index van 1,58 uitkomen. En ons

Mutatieonderhoud (in € 1) 2015Asbestsanering 107.253Overig mutatieonderhoud 449.872Af: Kosten bewoner 19.404Af: Geactiveerde kosten 19.567Totaal mutatieonderhoud 518.154

Verdeling energielabels in % Ons Doel 2015 Ons Doel 2014 Corporaties 2015 Corporaties 2014A 10,3 7,0 P.M. 6,0B 22,3 13,0 P.M. 18,0C 40,3 32,0 P.M. 32,6D 18,6 35,0 P.M. 23,1E 6,6 10,0 P.M. 11,9F 1,6 3,0 P.M. 6,1G 0,3 0,0 P.M. 2,3

100,0 100,0 P.M. 100,0

Page 15: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201526 27

25

woningbezit gemiddeld aan label C voldoet. In het SVB heeft Ons Doel een nieuwe ambitie voor duurzaamheid geformuleerd. In 2020 willen we ons woningbezit gemiddeld op label B (energie index 1.21-1.40) hebben. Een mooi voorbeeld van het effect van energiemaatregelen in een complex is De Parelvissers. Hier is de afgelopen jaren geïnvesteerd in nieuwe verwarmingsketels en zijn de kopgevels geïsoleerd. In de jaren 2010 t/m 2013 zaten we gemiddeld op 187.000 m3 gasverbruik per jaar. Na de renovatiewerkzaamheden is het verbruik verder gezakt naar 138.000 m3, een besparing van ruim 25 procent!

Financiële continuïteit Financieel beleid Ons Doel zet haar beleid en vermogen maximaal in om maatschappelijk te presteren voor de doelgroepen. Uiteraard binnen de (financiële) grenzen. Die zijn scherp geformuleerd. Dat heeft zich inmiddels in een reeks van jaren wel bewezen. De (financiële) ratio’s waren de afgelopen jaren al goed. Ook voor 2015 zijn de cijfers goed. Zelfs de bijgestelde koers met de getroffen maatregelen is nog steeds bemoedigend, en in financiële zin ruimschoots toekomstbestendig. De komende jaren blijven de ratio’s dan ook goed. Er is vlees op de botten. Ook voldoende om te investeren. Dat is dan ook essentieel. De geformuleerde volkshuisvestelijke ambities kunnen wij financieel aan. Huidige financiële kaders De ontwikkeling van de financiële continuïteit van Ons Doel wordt naast de kasstromen, mede aan de hand van financiële ratio’s bewaakt. De ratio’s en kengetallen, zoals opgenomen in dit jaarverslag en bepaald op basis van het meerjarenperspectief, geven zowel voor 2015 als ook binnen het meerjarenperspectief tot en met 2025 een waarde boven de intern gestelde normwaarden. De interne normwaarden van de ratio’s liggen een veilige marge boven de onder andere door het WSW gehanteerde ratio’s en normwaarden. Concreet vertaald naar een aantal leidende criteria komt dit neer op:

• Solvabiliteit op basis van bedrijfswaarde is hoger dan 25% (WSW 20%); • Loan to value op basis van marktwaarde is kleiner dan 50%; • Loan to value op basis van bedrijfswaarde is kleiner dan 75%; • Interest coverage ratio is minimaal 1,6 (WSW 1,4); • Debt service coverage ratio is minimaal 1,3 (WSW 1,0); • Positieve beoordelings- en oordeelbrieven van CFV(Aw) en WSW.

Naast de hierboven genoemde overkoepelende criteria, zijn nog een aantal andere criteria en kaders gedefinieerd. Dit hebben wij vastgelegd in ons ‘Financieel & Investeringsstatuut’, Treasurystatuut, Verbindingenstatuut en het Procuratie & Mandateringsreglement. Hiermee beogen wij op een transparante wijze een formeel kader te scheppen waarbinnen de financierings-, investerings- , exploitatie- en beleggingsactiviteiten van de organisatie dienen plaats te vinden. In de statuten zorgen de vier elementen ‘sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht houden’ in hun samenhang voor duidelijkheid en transparantie. In samenhang zijn ze richtinggevend en voorwaardelijk voor de operationele activiteiten. Deze documenten uit 2013 zullen in het kader van de aanpassing van de Woningwet in 2016 worden geactualiseerd. De resultaten 2015 De ingezette koers van de afgelopen jaren werpt zijn vruchten af. Door consequent te sturen op kasstromen, het temporiseren van het investerings- én onderhoudsprogramma, dragen deze acties direct bij aan resultaatverbetering. Door de afname van aangegane investeringen is de druk op de

26

verhouding tussen investeringskosten in relatie tot netto huuropbrengsten verminderd. Tegelijkertijd wordt ook de druk op voortzetting van het verkoopprogramma eveneens geneutraliseerd. Gevolg is dat er geen niet-financierbare c.q. onrendabele investeringen in nieuwbouw en of bestaande bouw hoeft te worden afgedekt. Immers, een van onze principes is dat opbrengsten uit verkoop alleen ingezet kunnen worden voor investeringen en niet bestemd zijn ter dekking van de bedrijfskosten. Dit laatste houdt dan expliciet in dat efficiëntieslagen in de bedrijfsprocessen nodig zijn om de netto besteding aan bedrijfskosten rond het niveau van de benchmark te krijgen. Vanaf medio 2015 wordt een (hernieuwd) organisatieplan ingezet om efficiëntieslagen te maken op personeels- en algemene overheadkosten, onderhoudslasten en arbeidsproductiviteit. Wij verwachten echter dat op termijn meer slagen nodig zullen zijn, omdat de totale sector volop in beweging is. Kortom: de interne norm is op termijn niet genoeg. De verschillen in casu veranderingen in het jaarresultaat ten opzichte van 2014, alsook het positief effect ten opzichte van de begroting 2015 wordt hierna weergegeven.

Geconsolideerd x € 1.000 Realisatie Realisatie Begroot Verschil Begroting -/-2014 2015 2015 realisatie realisatie

2014/2015 2015Huuropbrengsten 15.063 15.579 15.325 516 254Opbrengsten servicecontracten 679 773 863 94 -90Overheidsbijdragen 24 20 23 -4 -3Netto verkoopresultaat 2.223 1.201 2.464 -1.022 -1.263Ov. waardeveranderingen 0 0 0 0 0Geactiveerde productie 62 26 77 -36 -51Overige bedrijfsopbrengsten 441 605 258 164 347Totaal bedrijfsopbrengsten 18.492 18.203 19.010 -289 -807

Afschrijvingen M.V.A. 4.339 4.179 4.357 161 178Overige waardeveranderingen -12 57 2.297 -69 2.240Erfpacht 0 0 0 0 0Lonen en salarissen 1.561 1.640 1.527 -79 -113Sociale lasten 209 211 235 -2 24Pensioenlasten 282 258 296 25 38Onderhoudslasten 4.255 2.448 4.483 1.807 2.035Leefbaarheid 172 93 346 78 253Lasten servicecontracten 665 774 862 -109 88Overige bedrijfslasten 4.028 4.133 4.031 -105 -102Totaal bedrijfslasten 15.499 13.793 18.434 1.706 4.641

BEDRIJFSRESULTAAT 2.992 4.411 576 1.416 3.835

Gerealiseerde herwaardering 773 1.051 1.528 279 -477Niet-gerealiseerde waardeverand. -81 282 1.527 364 -1.245Rentebaten 52 104 148 52 -44Rentelasten -4.386 -2.264 -2.470 2.122 206Totaal financiële baten en lasten -3.643 -826 733 2.817 -1.559

Resultaat voor belastingen -651 3.584 1.309 4.233 2.275Belastingen 0 0 0 0 0

JAARRESULTAAT -651 3.584 1.309 4.233 2.275

Page 16: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201528 29

27

Toelichting op de verandering in jaarresultaat De belangrijkste uitschieters worden toegeschreven aan de effecten, die voortvloeien uit de koerswijziging en reorganisatie die wij begin 2015 hebben ingezet. Aan de inkomstenzijde zijn de verkoopopbrengsten uit het bestaand bezit ten opzichte van 2014 gedaald. In 2014 werden 17 woningen verkocht tegen 7 woningen in 2015. De gemiddelde netto verkoopopbrengst is gestegen van € 146.000 tot circa € 171.000 per eenheid. In 2015 is bewust een ‘rem’ gezet op het verkopen, doordat een tweetal investeringsprogramma’s niet werden doorgezet. Wij blijven vasthouden aan het matchingsprincipe tussen investeren en desinvesteren. De hogere huuropbrengsten waren voorzien en zijn een gevolg van het ingezette ‘inflatie+’ huurbeleid voor 2015, aangevuld met een inkomensafhankelijke huurverhoging. Ook de overige bedrijfsopbrengsten zijn beduidend hoger dan in 2014. Hoewel wij met het oog op de nieuwe Woningwet de dienstverlening aan derden vanaf 2015 gaan afbouwen, hebben wij desondanks een hogere omzet in 2015 gegenereerd door een eenmalige baat. Vanaf 2016 zal de omzet beduidend lager zijn. Aan de uitgavenzijde is de post lonen en salarissen per saldo € 79.000 hoger dan vorig jaar. Dit wordt veroorzaakt door incidentele regelingen in het kader van de doorgevoerde reorganisatie. Dit laatste geldt ook als verklaring voor de hogere post aan overige bedrijfslasten. Ten opzichte van 2014 zijn de meerkosten per saldo € 0,128 miljoen Vanaf 2016 zullen de kosten van beide posten structureel lager zijn. Door toepassing van een tijdelijke beleidswijziging ten aanzien van het onderhoud is deze post substantieel lager dan in 2014. Het effect door voorlopig te kiezen voor een sober uitvoeringspakket, dat afgestemd is met het klachten-, mutatie- en planmatig onderhoud op basis van schoon, heel, veilig en noodzakelijk, is een kostenreductie van € 1,8 miljoen gerealiseerd. De onderhoudsstrategie voor 2016 wordt nu meer in lijn gebracht met het strategisch voorraadbeleid. De lagere post aan rentelasten wordt veroorzaakt doordat in 2014 een reservering werd genomen als gevolg van een stelselwijziging voor de waardering van een embedded optie in een leningsovereenkomst. Deze boekhoudkundige reservering, die nooit tot een cashflow zal leiden, bedroeg ruim € 1,9 miljoen. Ultimo 2015 is de actuele waarde van de embedded optie nagenoeg gelijk aan de waarde ultimo 2014 waardoor geen aanvullende boekhoudkundige last is genomen. Begroting 2015 en realisatie Het jaarresultaat is ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2014 per saldo € 2,275 miljoen beter dan voorzien. De netto huuropbrengsten zijn € 0,277 miljoen hoger dan begroot. Hierin is de huurderving met circa € 0,1 miljoen lager dan verwacht. De verhuuractie om leegstaande parkeervoorzieningen bij andere doelgroepen te verhuren heeft effect gehad. De lagere opbrengsten van servicecontracten dient in verband te worden gebracht met de lagere lasten van de servicecontracten. Hierdoor is het effect neutraal. In de begroting 2015 was nog rekening gehouden met de investeringsprojecten Lorentzhof Nieuwbouw en Robijnhof Wooncentrum, met in totaal 151 eenheden. Voor de financiering van de onrendabele toppen hielden wij in de begroting rekening met 20 verkopen. Aangezien wij in 2015 hebben besloten dat de beide projecten geen doorgang konden vinden, is ook het verkoopprogramma aangepast. Uiteindelijk zijn 13 eenheden daarom niet in de verkoop gezet. Hierdoor is de netto verkoopopbrengst € 1,263 miljoen lager dan de begroting. Hiertegenover staat dat ook geen dotatie

28

aan de voorziening onrendabele toppen hoeft te worden genomen. De post overige waardeverandering is daardoor € 2,24 miljoen lager dan begroot. Eerder hebben wij aangegeven dat de onderhoudsprogramma’s (klachten-, mutatie- en planmatig onderhoud) in 2015 zijn aangepast aan het uitvoeringspakket schoon, heel, veilig en noodzakelijk. Ten opzichte van de begroting heeft dit een besparing opgeleverd van € 2,035 miljoen. De rentelasten zijn per saldo € 0,2 miljoen lager dan begroot. In 2015 zijn een tweetal leningen afgelost en niet opnieuw gefinancierd. Gezamenlijk zijn de boekhoudkundige posten gerealiseerde – en ongerealiseerde herwaardering € 1,72 miljoen lager dan begroot. Dit wordt onder meer verklaard doordat het voorgenomen pakket aan woningverbeteringen niet volledig is uitgevoerd. Daarnaast werd in de begroting rekening gehouden met een boekhoudkundige marktwaardestijging van de niet-Daeb panden. Deze waarde stijging heeft niet volledig plaatsgevonden. Zoals gezegd is het jaarresultaat ten opzichte van de begroting per saldo € 2,275 miljoen positief. Zonder rekening te houden met posten Verkopen, Afschrijvingen, Overige waardeveranderingen, Gerealiseerde waardeveranderingen en Niet-gerealiseerde waardeverschillen komt de hiermee gecorrigeerde exploitatie uit op € 5,1 miljoen positief. De gecorrigeerde exploitatie uit de begroting komt op € 2,4 miljoen positief. Het verschil is derhalve € 2,7 miljoen positief. Met ruim € 2,0 miljoen draagt het onderhoud hieraan bij. Meerjarenperspectief Ondanks dat Ons Doel tot vastgestelde grenzen haar middelen inzet voor de maatschappelijke prestatie, koersen wij vanuit het meerjarenperspectief af op een zodanige financiële positie dat de continuïteit gewaarborgd blijft. De marges in de volkshuisvesting zijn weliswaar smal, maar wij zijn in staat om externe bedreigingen te pareren en tegelijkertijd volkshuisvestelijk te investeren. Het gevolg daarvan is dat het accent op ons opereren in de markt niet hoeft te verschuiven. Blijvend kunnen wij ons richten op de door ons gedefinieerde kerntaak; het opereren voor groepen die niet direct voor zichzelf kunnen zorgen in het vervullen van hun woonbehoefte. Hiertoe behoort ook een huurbeleid dat gericht is op betaalbaarheid voor de doelgroep. Met het beschikbare investeringsbudget kunnen wij van betekenis zijn voor bijvoorbeeld kwetsbare doelgroepen met kleinschalige ontwikkelingen. Hoe dan ook zullen wij de komende vijf jaar 100 woningen toevoegen aan de sociale voorraad en het energielabel optrekken van gemiddeld C naar gemiddeld B. Zo gezegd; een stevige ambitie, die binnen de door ons vastgestelde grenzen haalbaar is. Dit kan doordat wij strikt vasthouden aan het speelveld (grenzen), zoals opgeslagen in ons ‘Financieel & Investeringsstatuut’. Onze activiteiten en de meerjarenprognose worden dan ook op deze financiële kaders afgestemd. Op basis van actuele gegevens analyseren en berekenen wij meerdere keren per jaar de mogelijke effecten en maatregelen van het beleid. De jongste en meest actuele prognose laat de volgende ontwikkeling op hoofdlijnen zien:

Page 17: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201530 31

29

Het vertrekpunt van voornoemde cijfers is de meerjarenbegroting 2016 en verder. Dit houdt in dat naast het inrekenen van de opbrengst van een zeer beperkt verkoopprogramma van 5 eenheden tot en met 2020, ook de ambities en volkshuisvestelijke prestaties volledig zijn ingerekend. Voor de gehanteerde parameters wordt verwezen naar pagina 56. Financiering Het waarborgen van de korte en lange termijn financieringspositie tegen acceptabele voorwaarden en binnen een aanvaardbaar risicoprofiel is vanuit het continuïteitvraagstuk voor Ons Doel essentieel. De uitgangspunten hieromtrent zijn vastgelegd in ons Treasurystatuut. De uitwerking daarvan vertalen wij jaarlijks in treasuryjaarplannen. Als gevolg hiervan maakt Ons Doel geen gebruik van (rente)derivaten, die kunnen leiden tot een margin call. Ons Doel maakt geen gebruik van instrumenten die indruisen tegen de toezicht belemmerende bepalingen. Het grootste deel van de door ons opgenomen leningen is geborgd door het WSW. In 2015 ontvingen wij van het WSW de uitslag van de herbeoordeling van de financiële positie op basis van de ingediende prognosecijfers. Op grond van het reglement van deelneming voldoet Ons Doel aan de eisen van kredietwaardigheid. Hiermee kan Ons Doel gebruik blijven maken van de borgingsfaciliteiten van het fonds. Ultimo 2015 bedraagt de huidige schuldrest € 62 miljoen tegen € 67 miljoen eind 2014. De portefeuille uitgesplitst naar restant looptijd van de leningen en naar renteklasse kent de volgende kenmerken:

1,01,52,02,53,03,54,04,55,05,5

2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025

Ontwikkeling ICR factor

Rentedekkingsgraad (ICR) Norm WSW Norm Ons Doel

0,50

1,00

1,50

2,00

2,50

3,002015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025

Ontwikkeling Debt Service Coverage Ratio

Debt Service Coverage Ratio Norm WSW Norm Ons Doel

20

30

40

50

60

70

802015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025

Ontwikkeling Loan to Value in %

Loan to Value Norm WSW

10,0

20,0

30,0

40,0

50,0

60,0

70,0

80,02015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025

Ontwikkeling solvabiliteit in %

Solvabiliteit Norm WSW Norm Ons Doel

30

Het renterisico voortvloeiend uit de huidige portefeuille ultimo 2015 bestaat uit eindaflossingen van leningen en renteaanpassingen. De renterisico’s ontwikkelen zich de komende jaren als volgt:

De opbouw en verloop van de basisrenteleningen wordt onderstaand weergegeven:

< 1,00 % < 2,00 % < 3,00 % < 4,00 % < 5,00 % < 6,00 % < 7,00 % < 10,00 % Totaal< 1,00 jaar 0 0 0 68 0 231 0 0 298< 2,00 jaar 0 0 0 0 0 717 0 0 717< 3,00 jaar 0 0 0 0 1.500 656 0 0 2.156< 4,00 jaar 0 0 0 0 0 0 0 0 0< 7,00 jaar 217 0 8.000 3.588 0 0 0 0 11.805< 10,00 jaar 0 0 9.000 0 0 0 0 0 9.000< 15,00 jaar 0 0 0 944 297 0 1.266 0 2.507< 20,00 jaar 0 0 0 0 0 5 0 0 5< 25,00 jaar 0 0 0 0 0 0 0 0 0< 50,00 jaar 0 0 5.000 23.278 6.959 0 0 0 35.237Totaal 217 0 22.000 27.877 8.756 1.609 1.266 0 61.726

Restant looptijd \ Rente%

Verloop huidige leningportefeuille (x 1.000) 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024schuld op 1-1 66.590 61.726 60.530 59.587 57.472 57.074 52.668 48.696 44.296 38.879nw. leningen 2015 0reguliere aflossingen -1.419 -1.196 -943 -615 -398 -406 -384 -400 -417 -435eindaflossingen -3.445 0 0 -1.500 0 -4.000 -3.588 -4.000 -5.000 -4.000schuld op 31-12 61.726 60.530 59.587 57.472 57.074 52.668 48.696 44.296 38.879 34.444

gewogen gem. rente% over gewogen schuld 3,43 3,40 3,37 3,35 3,47 3,53 3,50 3,62 3,75 3,90

Opbouw en verloop renterisico (x 1.000) 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024Totaal exposure 2.845 0 6.115 11.500 5.000 9.000 3.588 5.645 5.000 4.000Fixerend afgedekt 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

(grotendeels) Fixerend afgedekt 0 0 5.000 10.000 0 5.000 0 0 0 0Exposure niet afgedekt 2.845 0 1.115 1.500 5.000 4.000 3.588 5.645 5.000 4.000

Exposure niet afgedekt t.o.v. portefeille (%) 4,3 0,0 1,8 2,4 8,1 6,5 5,9 9,3 8,3 6,7

Risiconorm (%) 15,0 15,0 15,0 15,0 15,0 15,0 15,0 15,0 15,0 15,0beschikbare ruimte t.o.v. norm (%) 10,7 15,0 13,2 12,6 6,9 8,5 9,1 5,7 6,7 8,3

Intern WSW totaal 1e fixatie basisrente basis 2e periode basis vervolgperiode basisnr nr van tot coupon spread van tot coupon spread van tot coupon spread61 41851 5.000.000 27-feb-12 25-feb-14 3,880% 0,300% 25-feb-14 26-feb-18 3,880% 0,400% 26-feb-18 25-feb-60 3,880% pm62 41850 5.000.000 25-feb-10 25-feb-19 2,720% 0,000% 25-feb-19 25-feb-60 3,600% pm63 42523 2.600.000 7-jan-13 5-jan-16 3,075% 0,000% 5-jan-16 5-jan-17 3,075% 0,130% 5-jan-17 6-jan-59 3,075% pm64 42521 5.000.000 7-jan-13 5-jan-15 3,060% 0,000% 5-jan-15 6-jan-20 3,060% 0,350% 7-jan-20 7-jan-58 3,060% pm65 42525 5.000.000 7-jan-13 7-jan-14 3,035% 0,000% 7-jan-14 5-jan-18 3,035% 0,350% 5-jan-18 5-jan-57 3,035% pm66 42526 5.000.000 7-jan-13 5-jan-17 3,035% 0,450% 5-jan-17 5-jan-56 3,035% pm

27.600.000

Page 18: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201532 33

31

De realisaties ten opzichte van het treasuryjaarplan 2015 kunnen als volgt worden weergegeven:

Interne risicobeheersings- en controlesystemen Bij het onderdeel Governance, in paragraaf 1.2, is een uiteenzetting gegeven van de reikwijdte, toezichtskader en beheersingssyteem binnen Ons Doel. Vertrekpunt is onze strategie. Dit is de leidraad bij het bepalen en analyseren van relevante risico’s voor de organisatie. Het is van belang dat de organisatie (RvC, medewerkers, bestuur en management) voortdurend inzicht hebben in de risico’s en onzekerheden, deze vervolgens bediscussiëren, analyseren en op basis daarvan besluiten nemen. Onder (eind)verantwoordelijkheid van de directeur-bestuurder en het managementteam zijn de controlesystemen ingericht die een adequate beheersing van risico’s borgen. Binnen de organisatie worden de controlesystemen permanent onderhouden en periodiek geactualiseerd. Belangrijke aandachtsgebieden die, indien van toepassing, continue aandacht krijgen zijn: Financieel

Financiële continuïteit op basis van scenario-analyses (huur)Prijs- en renteontwikkelingen Ontwikkeling financiering en financierbaarheid Matchingprincipe verkoop bestaand bezit en investeringen

Operationeel Leegstand en huurachterstand Ontwikkeling verhuringen- en huurprijzen Ontwikkel- en afzetrisico’s van aankoop- en bouwprojecten Ontwikkeling van onderhoudskosten en kosten werkorganisatie Overheidsheffingen (verhuurder-, saneringsheffing en fiscaliteit)

Strategisch en Maatschappelijk Organisatierisico’s Samenwerkingen, Reputatieschade en Kwaliteitsmanagement Marktrisico’s Consequenties vanuit regelgeving en regionale afspraken

Belangrijke onderdelen om risico’s te beheersen binnen ons interne risicobeheersings- en controlesystemen zijn:

functiescheiding voor kritische processen zoals verhuur- en verkoop van bezit, lonen en salarissen, treasury en betalingstransacties

procesbeschrijvingen voor kritische primaire – en ondersteunende processen. bevoegdheden en hieraan gekoppelde budgetverantwoordelijkheid verankerd in een

procuratie- en mandateringsreglement

0,0

5,0

10,0

15,0

2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024

% renterisico(herfinanciering & renteaanpassing)

Treasury Jaarplan Realisatie

2,0

3,0

4,0

5,0

2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024

gewogen gem. rentepercentage(incl. raming spreadherziening

Treasury Jaarplan Realisatie

Page 19: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201534 35

32

een integriteitscode voor toezicht, bestuur, management en medewerkers AO/IC (maatregelen van interne controle) voor de belangrijke en risicovolle processen een portefeuillestrategie die periodiek wordt herijkt (2015) meerjaren onderhoudsplan en begroting gebaseerd op actuele inspectiegegevens en strategisch

voorraadbeleid (2015) jaarlijkse inspectie en beoordeling van één derde van ons bezit op basis van conditiescore per

bouwelement volgens de NEN 2767 methodiek (2015 volledig) financiële meerjarenprognose gebaseerd op de uitgangspunten van het WSW en de Autoriteit

woningcorporaties die de basis vormt voor de bedrijfswaarde kwartaalrapportages over de ontwikkeling van de strategische, financiële en operationele

risico’s. In de vorm early warning indicators / dashboard vindt de monitoring plaats. In deze rapportage zijn ook inbegrepen de resultaat- en liquiditeitsprognose, budgetbewaking en indien nodig de analyse van de (financiële) projectvoortgang en de projectrisico’s inbegrepen. De kwartaalrapportage wordt behandeld in de vergaderingen van het MT, Auditcommissie en de RvC

een jaarrekening die op consistente wijze met inachtneming van relevante wet- en regelgeving wordt opgesteld

goedkeuringsproces voor vastgoedinvesteringen door het MT en de RvC met beslisdocumenten ter definitieve goedkeuring, zoals verankerd in het financieel- & investeringsstatuut.

Goedkeurings- en monitoringsproces met betrekking tot verbindingen, zoals verankerd in het verbindingenstatuut.

treasurystatuut waarin onder meer is vastgelegd dat het aangaan van derivatentransacties niet is toegestaan en waarin duidelijke randvoorwaarden, bevoegdheden en procedures zijn vastgelegd voor het aangaan van verplichtingen

een verbijzonderde interne controle en ICT-tool ter ondersteuning van de inkomenstoetsing bij toewijzing van een woning, waardoor de foutkans bij toewijzing aanzienlijk is verkleind

periodieke herijking van de risicokaart (inventarisaties) met management, RvC en medewerkers participatie aan Aedes benchmark

Om de voorgenomen ondernemingsdoelstellingen te kunnen behalen is het niet uit te sluiten dat de organisatie blootgesteld wordt aan risico’s. Volledig uitsluiten van wezenlijke fouten, verliezen, fraude of overtreding van wetten en regelgeving kunnen wij dan ook niet. Wel leiden de genomen beheersingsmaatregelen er toe dat deze risico’s worden teruggebracht tot een acceptabel niveau. De interne beheersingssystemen zijn adequaat opgezet en hebben gedurende het verslagjaar effectief gewerkt en geven derhalve een redelijke mate van zekerheid dat de financiële verslaglegging betrouwbaar is, de organisatie heeft gehandeld in overeenstemming met de van toepassing zijnde wet- en regelgeving en de organisatie heeft voldoende inzicht in de mate waarin de operationele, volkshuisvestelijke en financiële doelstellingen zijn gerealiseerd.

33

De hoofdlijnen van de planning en control-cyclus van Ons Doel is in navolgend overzicht weergegeven.

Documenten Frequentie

Meerjarenplannen Ondernemingsplan 5-jaarlijksPrestatieafspraken 5-jaarlijksMeerjarenperspectief JaarlijksStrategisch voorraadbeheer 5-jaarlijksTreasurystatuut 3-jaarlijksInvesteringstatuut 3-jaarlijks

Jaarplanningen Begroting JaarlijksJaarplan Jaarlijks

Projectplanningen Investeringsmemo Per project

Rapportages Jaarverslag JaarlijksKwartaalrapportage Per kwartaalRapportage projectvoortgang Per kwartaal

Controles Administratieve organisatie Continu

Accountantscontrole Accountantsverslag JaarlijksAutoriteit woningcorporaties Beoordeling financiële continuiteit JaarlijksMinisterie Beoordeling volkshuisvestelijke prestatie JaarlijksVisitatie Beoordeling maatschappelijke prestatie 4-jaarlijksAedes Benchmark Bedrijfsvoering en kwaliteit Jaarlijks

Planning en control-cyclus Ons Doel

Planning

Control

Interne controles

Externe controles

Page 20: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201536 37

34

2 Jaarrekening Kengetallen over de afgelopen 5 jaar

2015 2014 2013 2012 2011Gegevens woningbezitAantal verhuureenheden in exploitatie: - woningen en woongebouwen 2.461 2.485 2.482 2.372 2.404 - meegeconsolideerde hofjes woningen 16 16 16 16 16 - overige verhuureenheden niet zijnde woningen 270 254 254 131 121

totaal in eigendom 2.747 2.755 2.752 2.519 2.541 - aantal woningen in beheer voor derden 549 551 542 542 542

totaal in exploitatie 3.296 3.306 3.294 3.061 3.083

Mutaties bezit in eigendom - aantal nieuwbouw opgeleverd 18 267 - aantal gesloopt -50 - aantal verkocht -7 -17 -35 -21 -5 - aantal samengevoegd/gesplitst -1 2 -1 - aantal afgezonderde onderruimtes bij woningen 1 - aantal aangekocht

totaal mutaties -8 3 233 -22 -55

Gemiddelde grondslag WOZ per woning x € 1.000 144,03 145,58 150,75 160,59 171,1

Aantal woningen naar huurklasse - laag 418 452 468 542 612 - overig 2.059 2.049 2.030 1.846 1.808

totaal incl. hofjes 2.477 2.501 2.498 2.388 2.420

Kwaliteit - aantal reparatieverzoeken per woning 0,84 1,15 1,04 1,03 1,10 - aantal gevallen mutatieonderhoud per woning 0,06 0,05 0,07 0,06 0,06 - kosten onderhoud per woning 979 1.663 1.328 2.254 2.143

Prijs-kwaliteitverhouding - gemiddelde aantal punten WWS 144 145 143 142 145 - gemiddelde netto-huurprijs / per woning 518 502 480 446 443

Verhuren van woningen - mutatiegraad 5,92 5,35 6,70 6,31 8,70 - huurachterstand in % jaarhuur 1,59 1,98 2,32 1,98 1,54 - huurderving in % jaarhuur 1,17 1,26 1,74 0,62 2,63

Financiële continuïteit - solvabiliteit eigen vermogen (%) 43,63 33,92 35,26 35,59 25,72 - liquiditeit 1,82 0,86 0,87 0,10 1,05 - rentabiliteit eigen vermogen 6,86 -1,74 15,10 3,38 -22,74 - rentabiliteit gemiddeld vreemd vermogen 3,23 5,90 3,50 3,07 3,19 - rentabiliteit gemiddeld totaal vermogen 5,09 3,28 8,24 3,30 -2,68

35

Geconsolideerde balans per 31 december 2015 In duizenden euro’s, na resultaatbestemming

ACTIVA31-12-2015 31-12-2014

VASTE ACTIVAImmateriële vaste activa 1

Computersoftware 33 46Immateriële vaste activa 33 46

Materiële vaste activaSociaal vastgoed in exploitatie 2.1 99.563 91.316Sociaal vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 2.2 184 184Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie 2.3 192 282Materiële vaste activa 99.939 91.782

Vastgoedbeleggingen 3Commercieel vastgoed in exploitatie 12.025 11.743Commercieel vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 0 0Vastgoedbeleggingen 12.025 11.743

Financiële vaste activa 4Te vorderen BWS-subsidies 0 28Overige vorderingen 237 321Financiële vaste activa 237 349

SOM DER VASTE ACTIVA 112.234 103.920

VLOTTENDE ACTIVAVorderingen

Huurdebiteuren 5.1 200 235Gemeenten 5.2 0 12Overige vorderingen 5.3 144 252Overlopende activa 5.4 317 284Vorderingen 661 783

Liquide middelen 6Liquide middelen 6.828 5.496Liquide middelen 6.828 5.496

SOM DER VLOTTENDE ACTIVA 7.489 6.279

TOTAAL ACTIVA 119.723 110.199

Page 21: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201538 39

36

Geconsolideerde balans per 31 december 2015

In duizenden euro’s, na resultaatbestemming

31-12-2015 31-12-2014VASTE PASSIVA

GroepsvermogenAandeel van de rechtspersoon in het groepsvermogen 7 52.238 37.380Groepsvermogen 52.238 37.380

Egalisatierekeningen 8BWS-subsidies 0 28PTT-zendmast 93 98Egalisatierekeningen 93 126

VoorzieningenVoorziening onrendabele investeringen 0 0Overige voorzieningen 0 0

Voorzieningen 0 0

Langlopende schuldenSchulden/leningen overheid 9.1 302 320Schulden/leningen kredietinstellingen 9.2 60.228 62.206Overige schulden 2.753 2.883Langlopende schulden 63.283 65.409

SOM DER VASTE PASSIVA 115.614 102.915

VLOTTENDE PASSIVA

Kortlopende schulden 10Schulden aan kredietinstellingen 1.196 4.064Schulden aan leveranciers 824 949

Belastingen en premies sociale verzekeringen 225 230Overige schulden 308 344Overlopende passiva 1.556 1.697Kortlopende schulden 4.109 7.284

SOM DER VLOTTENDE PASSIVA 4.109 7.284

TOTAAL PASSIVA 119.723 110.199

37

Geconsolideerde winst- en verliesrekening per 31 december 2015 In duizenden euro’s

31-12-2015 31-12-2014Bedrijfsopbrengsten

Huuropbrengsten 11.1 15.579 15.063Opbrengsten servicecontracten 11.2 773 679Overheidsbijdragen 11.3 20 24Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille 11.4 1.201 2.223Geactiveerde productie eigen bedrijf 11.5 26 62Overige bedrijfsopbrengsten 11.6 605 441Som der bedrijfsopbrengsten 18.204 18.492

BedrijfslastenAfschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille 12.1 4.179 4.339Overige waardeveranderingen van (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille 12.2 57 -12Erfpacht 0 0Lonen en salarissen 12.3 1.640 1.561Sociale lasten 211 209Pensioenlasten 258 282Onderhoudslasten 12.4 2.448 4.255Leefbaarheid 12.5 93 172Lasten servicecontracten 12.6 774 665Overige bedrijfslasten 12.7 4.133 4.030Som der bedrijfslasten 13.793 15.501

BEDRIJFSRESULTAAT 4.411 2.991

Gerealiseerde herwaardering vastgoedportefeuille 13.1 1.051 773Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille 13.2 282 -81

Rentebaten en soortgelijke opbrengsten 13.3 104 52Rentelasten en soortgelijke kosten 13.4 -2.264 -4.386Saldo financiële baten en lasten -827 -3.642

RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERINGVOOR BELASTINGEN 3.584 -651

Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsvoering 0 0

JAARRESULTAAT 3.584 -651

Page 22: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201540 41

38

Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2015 Volgens de indirecte methode. In duizenden euro’s

2015 2014

Bedrijfsresultaat 4.411 2.992Aanpassingen voor:Afschrijvingen 4.179 4.339Overige waardeveranderingen 57 -12Mut. egalisatierekeningen -33 -13Mut. voorzieningen 0 0Overige 239 467Veranderingen in werkkapitaal- mut. operationele vorderingen 123 713- mut. operationele schulden -307 -475

Kasstroom uit bedrijfsoperaties 8.669 8.011

Ontvangen interest 35 52Ontvangen dividenden 0 0Ontvangst wegens buitengewone baten 0 0Betaalde interest -2.359 -2.575Betaalde winstbelasting 0 0Betaald wegens buitengewone lasten 0 0

Kasstroom uit operationele activiteiten 6.345 5.487

Investeringen in immateriële vaste activa 0 -21Desinvesteringen in immateriële vaste activa 0 0Investeringen in materiële vaste activa -179 -914Desinvesteringen in materiële vaste activa 0 5Investeringen in vastgoedbeleggingen 0 0Desinvesteringen in vastgoedbeleggingen 0 0Investeringen in financiële vaste activa 30 9Desinvesteringen in financiële vaste activa 0 0

Kasstroom uit investeringsactiviteiten -149 -920

Mutatie rekening-courantschuld kredietinstellingen 0 0Ontvangsten uit langlopende schulden 0 0Aflossingen van langlopende schulden -4.864 -5.745Betaalde dividenden 0 0Mut. langlopende effecten 0 0

Kasstroom uit financieringsactiviteiten -4.864 -5.745

Mutatie geldmiddelen 1.332 -1.179

Liquide middelenSaldo per 01-01 5.496 6.675Saldo per 31-12 6.828 5.496Mutatie 1.332 -1.179

39

Toelichting behorende tot de geconsolideerde jaarrekening 2015 Toegelaten instelling Woningstichting Ons Doel, gevestigd te Leiden op Rijnsburgersingel 60, is een stichting met de status van toegelaten instelling conform artikel 70 eerste lid van de Woningwet. Het werkgebied van de toegelaten instelling betreft Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Valkenburg, Voorschoten en Zoeterwoude. Toegepaste standaarden Conform de in het Besluit Beheer Sociale-Huursector geformuleerde eisen voor toegelaten instellingen is de jaarrekening opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van Boek 2 Titel 9 van het Burgerlijk Wetboek behoudens enige uitzonderingen van specifieke aard. In de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving zijn in Richtlijn 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting bepalingen opgenomen die nadere interpretatie geven aan de in Titel 9 opgenomen voorschriften. In deze richtlijn zijn onder meer specifieke modellen voor de balans en winst- en verliesrekening opgenomen. Richtlijn 645 geeft uitsluitend regels voor sectorspecifieke aangelegenheden. Voor de overige zijn de algemeen geldende richtlijnen van toepassing. Verslaggevingsperiode Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode van een kalenderjaar. Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.

Grondslagen voor waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling Algemeen De geconsolideerde jaarrekening van Woningstichting Ons Doel is opgesteld volgens de bepalingen van het Besluit beheer sociale huursector (Bbsh). In dit besluit wordt voorgeschreven Titel 9 Boek 2 BW toe te passen, behoudens enkele uitzonderingen van specifieke aard. Tevens is deze geconsolideerde jaarrekening opgesteld volgens de door de Raad voor de Jaarverslaggeving uitgegeven Richtlijn 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva gewaardeerd volgens het kostprijsmodel. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.

Page 23: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201542 43

40

De volgende waarderingsgrondslagen zijn naar de mening van het management het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie en vereisen schattingen en veronderstellingen:

• Materiële vaste activa: Sociaal vastgoed in exploitatie, met name voor wat betreft de uitgangspunten en veronderstellingen ten aanzien van het bepalen van de bedrijfswaarde. De uitgangspunten van de bedrijfswaarde zijn gebaseerd op interne beleidsvoornemens. Deze beleidsvoornemens komen onder meer tot uitdrukking in het strategisch voorraadbeleid waarbij keuzes gemaakt worden ten aanzien van verhuur of verkoop, levensduur en kwaliteits- en huurniveaus.

• Bepaling van het moment van aangaan van de feitelijke verplichtingen inzake investeringen nieuwbouw, woningverbetering en herstructurering ten behoeve van het bepalen en treffen van een voorziening voor onrendabele investeringen. Voornoemde verplichtingen worden in de jaarrekening verwerkt op het moment dat deze kunnen worden gekwalificeerd als ‘intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd’. Hiervan is sprake wanneer uitingen door de toegelaten instelling zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige nieuwbouw-, woningverbetering of herstructureringsprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces (uitvoeringsbesluit) van de toegelaten instelling. De financiële impact van voornoemde feitelijke verplichtingen kunnen afwijken bij daadwerkelijke realisatie. De realisatie kan onder meer wijzigen als gevolg van wettelijke procedures, aanpassingen in voorgenomen bouwproductie en in prijsniveau van leveranciers.

• Aannames en veronderstellingen gehanteerd bij de bepaling van de belastingpositie (inclusief latente belastingpositie). Dit betreft met name de uitgangspunten en veronderstellingen met betrekking tot het onderscheid tussen onderhoudskosten en investeringen alsmede de voor de waardering van de belastingpositie gehanteerde prognose van toekomstige verwachte fiscale resultaten

Grondslagen voor consolidatie In de geconsolideerde jaarrekening van Woningstichting Ons Doel zijn de financiële gegevens verwerkt van de tot de groep behorende maatschappijen en andere rechtspersonen waarop een overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend of waarover de centrale leiding wordt gevoerd. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld met toepassing van de grondslagen voor de waardering en de resultaatbepaling van Woningstichting Ons Doel. De financiële gegevens van de groepsmaatschappijen en de andere in de consolidatie betrokken rechtspersonen en vennootschappen zijn volledig in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen onder eliminatie van de onderlinge verhoudingen en transacties. De resultaten van nieuw verworven groepsmaatschappijen en de andere in de consolidatie meegenomen rechtspersonen en vennootschappen worden geconsolideerd vanaf de overnamedatum. Op die datum worden de activa, voorzieningen en schulden gewaardeerd tegen de reële waarden. De resultaten van afgestoten deelnemingen worden in de consolidatie verwerkt tot het tijdstip waarop de groepsband wordt verbroken. De in de consolidatie begrepen rechtspersonen en vennootschappen zijn: Volledig geconsolideerd Ons Doel Holding (100%) Ons Doel Projecten (100%) Ons Doel Diensten (100%) Stichting Juffrouw Maashofje (100%) Stichting Het Schachtenhof (100%) Allen gezeteld in Leiden.

41

Ons Doel is bestuurder van de Stichting Juffrouw Maashofje en de Stichting Het Schachtenhof. De jaarrekeningen van beide stichtingen zijn omgerekend naar de waarderingsgrondslagen van Woningstichting Ons Doel. Stelselwijzigingen Woningstichting Ons Doel past vanaf boekjaar 2014 de wijzigingen in RJ 290 ‘Financiële instrumenten’ als gevolg van RJ-Uiting 2013-15 toe. Hierdoor worden, conform de beschreven grondslagen voor het afscheiden van derivaten, alle embedded derivaten die tegen kostprijs worden gewaardeerd en die voldoen aan de voorwaarden voor afscheiding van het basiscontract, voortaan afgescheiden van het basiscontract en afzonderlijk als een derivaat verwerkt. Tot en met boekjaar 2013 werden embedded derivaten die tegen kostprijs worden gewaardeerd, niet afgescheiden van het basiscontract. Als gevolg van deze stelselwijziging zijn embedded derivaten ultimo 2014 afzonderlijk verwerkt in de balans ter hoogte van € 2.883.464 credit, en is de waardering van de langlopende schulden € 0 lager. Het vermogen primo 2014 is hierdoor circa € 719.040 lager. De financiële lasten over 2014 zijn door de stelselwijziging circa € 1.889.382 hoger. Het resultaat na belastingen over 2014 is hierdoor circa € 1.889.382 lager. Het cumulatieve effect van de stelselwijziging is verwerkt in het beginvermogen per 1 januari 2014. Op grond van de in RJ 290 opgenomen overgangsbepalingen zijn de vergelijkende cijfers over 2013 niet op het nieuwe stelsel aangepast. De stelselwijziging zal naar verwachting ook effect hebben op de waardering van de embedded derivaten in de boekjaren na 2014. Vanwege de onzekerheid omtrent toekomstige marktontwikkelingen, is het niet mogelijk een cijfermatige indicatie van het effect op volgende boekjaren te geven.

Financiële instrumenten Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten (zoals vorderingen en schulden), als afgeleide financiële instrumenten (derivaten) verstaan. In de toelichting op de onderscheiden posten van de balans wordt de reële waarde van het betreffende instrument toegelicht als die afwijkt van de boekwaarde. Indien het financiële instrument niet in de balans is opgenomen wordt de informatie over de reële waarde gegeven in de toelichting op de ‘Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen’. Algemeen De toegelaten instelling maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de toegelaten instelling blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Het betreft financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen en interest derivaten om renterisico’s op toekomstige kasstromen af te dekken.

Eigen vermogen 1 januari 2014 voor stelselwijziging 41.478Stelselwijziging embedded -511Stelselwijziging geamortiseerde rente -208Eigen vermogen 1 januari na stelselwijziging 40.759Resultaat boekjaar voor stelselwijziging 1.239Aanpassingen resultaat stelselwijziging:

Geamortiseerde rente 2014 -59Mutatie rente embedded -1.830

-1.889Mutatie bedrijfswaarde sociaal vastgoed 2014 -2.729Eigen vermogen 31 december 2014 37.380

Page 24: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201544 45

42

Afgeleide financiële instrumenten (derivaten) Financiële derivaten worden bij eerste verwerking tegen reële waarde opgenomen en vervolgens per balansdatum tegen de reële waarde geherwaardeerd. De winst of het verlies uit de herwaardering naar reële waarde per balansdatum wordt onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Indien financiële derivaten echter voor hedge accounting in aanmerking komen en hedge accounting wordt toegepast is de verwerking van deze winst of verlies afhankelijk van de aard van de afdekking. Afscheiden embedded derivaten Embedded derivaten worden afgescheiden van het basiscontract en afzonderlijk in de jaarrekening verwerkt conform de hiervoor beschreven grondslagen voor derivaten, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

• Er bestaat geen nauw verband tussen de economische kenmerken en risico’s van het in het contract besloten derivaat en de economische kenmerken en risico’s van het basiscontract.

• Een afzonderlijk instrument met dezelfde voorwaarden als het in het contract besloten derivaat zou voldoen aan de definitie van een derivaat.

• Het samengestelde instrument wordt niet tegen reële waarde gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in het resultaat.

Liquiditeitsrisico De toegelaten instelling loopt liquiditeitsrisico inzake de onderpandverplichting inzake de renteswaps. Zie verder toelichting bij zekerheden onder de langlopende schulden. Kredietrisico De toegelaten instellingen loopt kredietrisico over de vorderingen. Het maximale kredietrisico inzake vorderingen bedraagt € 0,7 miljoen. De vorderingen van de toegelaten instelling uit hoofde van de huurdebiteuren zijn gespreid over een groot aantal huurders. Renterisico en kasstroomrisico De toegelaten instelling loopt renterisico over de rentedragende vorderingen en schulden. Voor vorderingen en schulden met variabele renteafspraken loopt de toegelaten instelling risico ten aanzien van de toekomstige kasstromen, met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt de toegelaten instelling risico’s over de marktwaarde. Zie voor een nadere toelichting inzake de renteherzieningsdata- en aflossingsdata, het tegenpartijrisico en de onderpandverplichtingen inzake rente-instrumenten de toelichting bij de langlopende schulden. Reële waarde De reële waarde van de in de balans verantwoorde financiële instrumenten zoals vorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan. De reële waarde van de schulden aan overheid en kredietinstellingen bedraagt ultimo 2015 € 64 miljoen en is daarbij gebaseerd op de kasstromen van de leningenportefeuille (exclusief interestderivaten) gebruikmakend van een disconteringsvoet afhankelijk van de duur van de betreffende lening (gebaseerd op actuele marktrente voor vergelijkbare leningen). De boekwaarde bedraagt ultimo 2015 € 62 miljoen. Valutarisico Woningstichting Ons Doel is alleen werkzaam in Nederland en loopt geen valutarisico.

Page 25: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201546 47

44

Sociaal vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs onder de huurtoeslaggrens, het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed. De huurtoeslaggrens is een algemeen huurprijsniveau dat jaarlijks per 1 juli door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt vastgesteld. Ultimo 2015 bedraagt deze grens € 710,68 (2014: € 699,48). Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerend goed dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijn-, onderwijs- en culturele instellingen en dienstverleners en tevens is vermeld op de bijlage zoals deze is opgenomen in de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen. Woningstichting Ons Doel kwalificeert het sociaal vastgoed als bedrijfsmiddel, aangezien Woningstichting Ons Doel een beleid heeft dat gericht is op het realiseren van de volkshuisvestelijke taken. Het volkshuisvestelijk beleid staat hierbij centraal. Sociaal vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd tegen de actuele waarde gebaseerd op de bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de geprognosticeerde kasstromen van de kasstroom genererende eenheid uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering. De indeling naar kasstroomgenererende eenheid is gedefinieerd op wijkniveau. Ons Doel kiest voor deze indeling van de kasstroomgenererende eenheden aangezien deze aansluit bij haar interne bedrijfsvoering en hierbij de basis vormt voor haar vastgoedsturing. De reële waarde wordt afhankelijk gesteld van de voorgenomen bestemming van de onderliggende complexen. De onroerende zaken kunnen voor langere of kortere termijn voor verhuur worden aangehouden. De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting van de directie weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn gedurende de resterende levensduur van het actief. De kasstromen zijn gebaseerd op de eind 2015 intern geformaliseerde meerjarenbegroting en bestrijken een periode van vijf jaar, behoudens de verwachte kosten van groot onderhoud, erfpacht en overige contracten met een werkingsduur van meer dan vijf jaar. De kosten van planmatig onderhoud worden gebaseerd op de in de meerjarenonderhoudsbegroting onderkende cycli per component. Voor latere jaren wordt uitgegaan van de verwachte gemiddelde groeivoeten voor inflatie, huurstijging en rente alsmede genormeerde lastenniveaus. Uitgaven na eerste verwerking (de zogeheten na-investeringen) die leiden tot een waardeverhoging van het actief, worden geactiveerd. Uitgaven die betrekking hebben op toekomstige herstructureringen, waarvan de feitelijke verplichtingen dan wel de in rechte afdwingbare verplichtingen zijn aangegaan, worden in de waardering betrokken. Herstructurering onderscheidt zich van renovatie door het verbeteren of vergroten van de oorspronkelijke capaciteit. Periodiek groot onderhoud wordt volgens de componentenbenadering geactiveerd. Hierbij worden de totale uitgaven toegewezen aan de samenstellende delen. De lasten van onderhoud, niet zijnde periodiek groot onderhoud, waaronder renovatie, onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief. De lasten van dergelijk onderhoud worden ten laste gebracht van het resultaat op het moment dat deze zich voordoen. Afschrijvingen worden berekend over de bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde is gesplitst naar de componenten grond en opstal. Over het aandeel van de grond wordt niet afgeschreven. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur per component en worden

43

Verstrekte leningen en overige vorderingen Verstrekte leningen en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Overige financiële verplichtingen Financiële verplichtingen die geen deel uitmaken van een handelsportefeuille worden tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd op basis van de effectieve-rentemethode. Afgeleide financiële instrumenten Afgeleide instrumenten worden gewaardeerd op kostprijs of lagere marktwaarde, tenzij ´hedge- accounting´ onder de kostprijs van het ´hedge-model´ wordt toegepast. Indien afgeleide instrumenten niet langer voldoen aan de voorwaarden voor ‘hedge accounting’, aflopen of worden verkocht of wanneer de onderneming niet langer kiest voor ´hedge accounting´ wordt ´hedge accounting´ beëindigd. Indien kostprijs ´hedge accounting´ wordt toegepast vindt eerste waardering plaats tegen reële waarde. Zolang het afgeleide instrument betrekking heeft op afdekking van het specifieke risico van toekomstige transactie die naar verwachting zal plaatsvinden, vindt geen herwaardering van dit instrument plaats. Zodra de verwachte toekomstige transactie leidt tot verantwoording in de winst-en-verliesrekening, wordt de met het afgeleide instrument samenhangende winst of het met het afgeleide instrument samenhangende verlies in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Indien de afgedekte positie van een verwachte toekomstige transactie leidt tot de opname in de balans van een niet-financieel actief past de onderneming de kostprijs van dit actief aan met de afdekkingsresultaten die nog niet in de winst-en-verliesrekening zijn verwerkt. Een verlies voor het percentage groter dan de omvang van het afgeleide instrument ten opzichte van de afgedekte positie wordt op basis van kostprijs of lagere marktwaarde direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Indien afgeleide instrumenten aflopen of worden verkocht, worden de afdekkingsrelaties beëindigd. De cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat tot dat moment nog niet in de winst-en-verliesrekening was verwerkt, wordt als overlopende post in de balans opgenomen totdat de afgedekte transacties plaatsvinden. Indien de transacties naar verwachting niet meer plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening. De onderneming documenteert de hedgerelaties in generieke hedgedocumentatie en toetst periodiek de effectiviteit van de hedgerelaties door vast te stellen dat geen sprake is van overhedges. Immateriële vaste activa Computersoftware Gekochte softwarelicenties worden gewaardeerd op het bedrag van de bestede kosten, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De jaarlijkse afschrijvingen bedragen een vast percentage van de bestede kosten, zoals nader in de toelichting op de balans is gespecificeerd. De economische levensduur en de afschrijvingsmethode worden aan het einde van elk boekjaar opnieuw beoordeeld. Uitgaven die worden gemaakt voor de productie van identificeerbare en unieke softwareproducten van Woningstichting Ons Doel worden geactiveerd. Dergelijke intern vervaardigde immateriële vaste activa worden geactiveerd indien het waarschijnlijk is dat er economische voordelen zullen worden behaald en de kosten betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. Uitgaven samenhangend met onderhoud van softwareprogramma’s en uitgaven van onderzoek worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Materiële vaste activa Sociaal vastgoed in exploitatie

Page 26: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201548 49

45

berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. De initiële herwaardering van het sociaal vastgoed in exploitatie naar actuele waarde is rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt in een herwaarderingsreserve. De hierop volgende jaarlijkse waardeveranderingen worden als volgt in de jaarrekening verwerkt: • Een waardevermeerdering van een complex onder het sociale vastgoed wordt in beginsel direct

ten gunste van de herwaarderingsreserve gebracht. Uitzondering betreft het geval wanneer voor een complex in het verleden een afwaardering ten laste van het resultaat is gebracht. In die situatie worden waardevermeerderingen van ditzelfde complex als positief resultaat in de winst- en-verliesrekening verwerkt, voor zover dit een terugname betreft van deze eerdere waardevermindering. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de terugneming nooit hoger is dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het complex zou zijn verantwoord.

• Een waardevermindering van een complex onder het sociale vastgoed wordt in beginsel ten laste van het resultaat gebracht. Indien echter een herwaarderingsreserve voor dit complex gevormd is, wordt de waardevermindering direct ten laste van de herwaarderingsreserve gebracht tot het bedrag dat met betrekking tot het desbetreffende complex in de herwaarderingsreserve is opgenomen.

Bij de bedrijfswaardeberekening gelden de volgende uitgangspunten:

• De jaarlijkse huurverhoging is gebaseerd op de prijsinflatie achteraf. Voor 2016 van 0,70%, vanaf 2017 1,10% oplopend tot 1,69% in 2020, vervolgens 2,00% (voorgaand jaar voor 2016: 1,00% oplopend tot 1,76% in 2020 en verder 2,00%);

• Er is geen extra huurverhoging ingerekend bovenop de hierboven genoemde inflatie (voorgaand jaar 1,5% boven inflatie voor de jaren 2016 toe en met 2018).

• Alle woningen behorend tot het sociale vastgoed worden, indien van toepassing, bij mutatie afgetopt op de liberalisatiegrens.

• Een jaarlijkse huurderving van 1,46% (voorgaand jaar: 1,51%). • Een mutatiegraad van 6,07% (voorgaand jaar: 6,45 %) en huurharmonisatie tot 80% van de

maximaal redelijke huur (voorgaand jaar: 75% of 78%) ingerekend voor de periode 2016 tot en met 2020.

• Jaarlijkse stijgingen van de lasten is gebaseerd op een inschatting voor de verwachte stijgingen. Voor 2016 tot 2019 loopt deze geleidelijk van 1,60% naar 2,19% en vanaf 2020 met 2,50% (voorgaand jaar voor 2016 tot 2019 oplopend van 1,78% tot 2,58% en vanaf 2020: 3,00%).

• Genormeerde variabele lasten (OZB, verzekering en algemeen beheer) conform meerjarenbegroting.

• Klachten- en mutatie- en planmatig onderhoud conform reële begroting tot einde levensduur van de complexen; hierbij is rekening gehouden met de jaarlijkse stijging voor variabele lasten;

• Een disconteringsvoet van 5,00% (voorgaand jaar 5,25%) • De periode waarover contant gemaakt wordt loopt parallel met de verwachte economische

levensduur van de complexen (variërend van 15 tot 48 jaar) (voorgaand jaar: 15 tot 49 jaar). Sociaal vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie betreft complexen in aanbouw ten behoeve van toekomstige verhuurexploitatie. De complexen in aanbouw worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering onder aftrek van een bijzondere waardevermindering. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemde vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken, wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, wordt de

46

onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. Ingenomen grondposities worden onder deze post verwerkt tegen verkrijgingsprijs en bijkomende kosten. Rentetoerekening vindt eerst plaats nadat ontwikkelactiviteiten zijn gestart. Afschrijving vindt plaats na ingebruikneming van de complexen. Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd op basis van de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op terreinen wordt niet afgeschreven. De volgende levensduren worden hierbij gehanteerd: Installaties en Overige roerende zaken: 3 – 15 jaar. Vastgoedbeleggingen Een vastgoedbelegging is een onroerende goed (of een deel daarvan) die wordt aangehouden om huuropbrengsten of een waardestijging, of beide, te realiseren. De volgende onroerende goederen worden niet beschouwd als vastgoedbelegging:

• Onroerende zaken die worden aangehouden voor verkoop, als onderdeel van de gewone bedrijfsvoering;

• Onroerende zaken in aanbouw of in ontwikkeling ten behoeve van derden; • Onroerende zaken voor eigen gebruik.

Commercieel vastgoed in exploitatie Het commercieel vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs boven de huurtoeslaggrens, het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en het overige commercieel vastgoed. Het commercieel vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd op basis van actuele waarde. De actuele waarde wordt vastgesteld aan de hand van courante prijzen op een actieve markt voor gelijksoortige onroerende zaken op dezelfde locatie en in dezelfde staat. Winsten of verliezen, ontstaan door een wijziging in de actuele waarde van het commercieel vastgoed, worden verantwoord in de winst- en-verliesrekening over de periode waarin de wijziging zich voordoet, onder de categorie “Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille”. Daarnaast wordt ten laste van de resultaatbestemming, hetzij ten laste van de Overige reserves, een herwaarderingsreserve gevormd. De herwaarderingsreserve betreft het ongerealiseerde positieve verschil tussen de actuele waarde en de historische kostprijs. Commercieel vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie als vastgoedbelegging betreft complexen in aanbouw ten behoeve van toekomstige verhuurexploitatie als commercieel vastgoed. De complexen in aanbouw worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs en indien van toepassing verminderd met bijzondere waardeverminderingen. De verkrijgingsprijs bestaat uit materiaalkosten, toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering en toegerekende rente tijdens de bouw onder aftrek van een bijzondere waardevermindering uit hoofde van te dekken stichtingskosten.

Page 27: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201550 51

47

De bijzondere waardevermindering wordt bepaald door het verschil tussen de realiseerbare waarde (taxatiewaarde van het object of DCF van exploitatiekasstromen) en de stichtingskosten. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. Ingenomen grondposities worden onder deze post verwerkt tegen verkrijgingsprijs, bijkomende kosten en indien van toepassing verminderd met bijzondere waardeverminderingen. Rentetoerekening vindt eerst plaats nadat ontwikkelactiviteiten zijn gestart. Financiële vaste activa Te vorderen BWS-subsidies: De onder de financiële vaste activa opgenomen vordering uit hoofde van binnen het Besluit Woning gebonden Subsidies (BWS) toegezegde bedragen (contante waarde van de uitbetalingen) wordt jaarlijks verminderd met de door de budgethouders beschikbaar gestelde bedragen. De uitbetalingstermijn is afhankelijk gesteld van de disconteringsvoet en beloopt vanaf de vaststelling van de subsidie maximaal 30 jaar. Het kortlopende deel van deze post is opgenomen onder de vlottende activa. Overige vorderingen De overige financiële vaste activa worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. Deelnemingen Deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de nettovermogenswaarde. Bij de bepaling van de nettovermogenswaarde worden de waarderingsgrondslagen van de toegelaten instelling gehanteerd. Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Wanneer de toegelaten instelling garant staat voor de schulden van de betreffende deelneming wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening wordt primair ten laste van de vorderingen op deze deelneming gevormd en voor het overige onder de voorzieningen ter grootte van het aandeel in de door de deelneming geleden verliezen, dan wel voor de verwachte betalingen door de toegelaten instelling ten behoeve van deze deelneming. Deelnemingen waarin geen invloed van betekenis wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of duurzaam lagere bedrijfswaarde. De leningen aan niet-geconsolideerde deelnemingen worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderings-verliezen. De grondslagen voor overige financiële vaste activa zijn opgenomen onder het hoofd Financiële instrumenten. Dividenden worden verantwoord in de periode waarin zij betaalbaar worden gesteld. Rentebaten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost. Eventuele winsten of verliezen worden verantwoord onder financiële baten en lasten. Bijzondere waardeverminderingen Vaste activa met een lange levensduur dienen te worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. De terugverdienmogelijkheid van

48

activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de geschatte contante waarde van de toekomstige netto kasstromen die het actief naar verwachting zal genereren. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dat de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen, worden bijzondere waardeverminderingen verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Vorderingen De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor mogelijke verliezen als gevolg van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen. Liquide middelen De liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder de kortlopende schulden. De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Indien middelen niet ter vrije beschikking staan, dan wordt hiermee bij de waardering rekening gehouden. Voorzieningen Een voorziening wordt in de balans opgenomen, wanneer:

1. sprake is van een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in het verleden; en

2. een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van die verplichting; en 3. het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen

nodig is. Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd.” Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de woningcorporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de woningcorporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van de verplichting heeft plaatsgevonden. Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen en herstructureringen worden als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde van het complex waartoe de investeringen gaan behoren. Indien en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van het betreffende complex overtreffen, wordt voor deze meerdere een voorziening gevormd. Onder verwachte verliezen wordt in dit verband verstaan de netto contante waarde van alle investeringsuitgaven minus de aan deze investering toe te rekenen bedrijfswaarde of actuele waarde. Langlopende schulden De langlopende leningen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de

Page 28: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201552 53

49

waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag, rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt samen met de verschuldigde rentevergoeding zodanig bepaald dat de effectieve rente gedurende de looptijd van de schulden in de winst-en-verliesrekening wordt verwerkt. De aflossingsverplichting voor het komend jaar is opgenomen onder de kortlopende schulden. Kortlopende schulden De kortlopende schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde (indien deze lager is dan de verkrijgings-/vervaardigingsprijs) en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk kan zijn aan de nominale waarde.

Bedrijfsopbrengsten Huuropbrengsten De jaarlijkse huurverhoging is van overheidswege gebonden aan een maximum. Voor het verslagjaar 2015 bedroeg dit maximumpercentage 5,0%. De opbrengsten uit hoofde van huur worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van opeisbaarheid daar bij tussentijdse beëindiging van het huurcontract geen terugbetalingsverplichting geldt. Opbrengsten servicecontracten Opbrengsten servicecontracten betreffen overeengekomen bijdragen van huurders en worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van levering van de goederen en diensten. De bijdragen zijn voor de dekking van de te maken en gemaakte servicekosten. Verrekening op basis van daadwerkelijke bestedingen vindt jaarlijks plaats. Gemaakte servicekosten worden verantwoord onder de lasten servicecontracten. Overheidsbijdragen Overheidsbijdragen betreffen de vrijval uit de egalisatierekening rijksbijdragen en overige overheidsbijdragen. De overheidsbijdragen hebben betrekking op specifieke regelingen en worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van opeisbaarheid. Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille De post netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de gemaakte direct toerekenbare verkoopkosten en de boekwaarde met betrekking tot de verkochte huurwoningen. Opbrengsten van de verkochte huurwoningen worden verantwoord op het moment van juridische levering (passeren transportakte). Mogelijke verliezen op nieuwbouw koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn. Projectopbrengsten uit hoofde van de onderhanden projecten worden als opbrengsten verwerkt in de winst-en-verliesrekening naar rato van de verrichte prestaties op balansdatum. Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf De toe te rekenen interne directe kosten en rente in het kader van voorfinanciering ten behoeve van onroerende zaken in ontwikkeling worden hieronder verantwoord.

50

Overige bedrijfsopbrengsten Hieronder worden onder andere de inschrijfgelden van woningzoekenden, de opbrengsten van overige dienstverlening en incidentele opbrengsten verantwoord. Opbrengsten uit hoofde van verleende diensten worden in de winst-en-verliesrekening als opbrengsten opgenomen naar rato van het stadium van voltooiing van de transactie op verslagdatum. Het stadium van voltooiing wordt bepaald aan de hand van beoordelingen van de verrichte werkzaamheden. Bedrijfslasten Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille De afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille worden gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur. Afschrijving van het actief vindt plaats tot de restwaarde is bereikt. De afschrijvingen op sociaal vastgoed in exploitatie worden gebaseerd op de bedrijfswaarde. Binnen de afschrijving op het sociaal vastgoed in exploitatie worden componenten onderkend met een verschillende levensduur. Naast de grond (geen afschrijving) en de opstal worden installaties en inventaris onderkend. Van een afzonderlijke component is sprake indien deze component meer dan 10 procent uitmaakt van de waarde van het actief en/of indien de afschrijvingslast (als gevolg van een afwijkende levensduur van de component ten opzichte van de opstal) meer dan 10% afwijkt van de situatie dat geen component zou zijn onderkend. De afschrijvingstermijnen en gevolgde systematiek luiden als volgt:

Overige waardeveranderingen van (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille De overige waardeveranderingen worden gevormd door de waardevermindering die is ontstaan door gedurende het verslagjaar nieuw aangegane juridische en feitelijke verplichtingen met betrekking tot investeringen in nieuwbouw en herstructurering.

Immateriële vaste activa

Computersoftware lineair 5 jaar

Sociaal vastgoed in exploitatie:

Grond geen afschrijvingen 0 jaarCasco lineair 15 - 50 jaar

Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie:

Installaties lineair 5 - 10 jaarInventaris lineair 5 - 10 jaarVervoersmiddelen lineair 5 jaar

Over vastgoed in ontwikkeling voor de eigen exploitatie wordt niet afgeschreven

Page 29: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201554 55

51

Erfpacht Erfpacht wordt jaarlijks door de gemeente in rekening gebracht voor het gebruik van de grond onder de verhuureenheden. De eenmalig afgekochte meerjarige erfpachtcontracten maken deel uit van vervaardigingsprijs van het sociaal vastgoed in exploitatie en/of het commercieel vastgoed in exploitatie. Lonen, salarissen, pensioenlasten en sociale lasten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst-en-verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden door de werknemers. De pensioenen zijn verzekerd bij pensioenuitvoerder SPW (bedrijfstakpensioenfonds). De te betalen premie aan de pensioenuitvoerder wordt verwerkt als last in de winst-en-verliesrekening. Voor zover de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie nog niet is voldaan, wordt deze als verplichting op de balans opgenomen. Indien de reeds betaalde premiebedragen de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie overtreffen, wordt het meerdere opgenomen als een overlopend actief voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door de pensioenuitvoerder of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Jaarlijks wordt beoordeeld of, en zo ja welke verplichtingen naast de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie per balansdatum bestaan. Uit deze beoordeling vloeit voort dat geen voorziening dient te worden opgenomen. De dekkingsgraad van het betrokken bedrijfstakpensioenfonds bedraagt ultimo 2015 volgens opgave van het fonds 109%. Op basis van het uitvoeringsreglement heeft de groep bij een tekort in het fonds geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen anders dan door hogere toekomstige premies. Onderhoudslasten Onder onderhoudslasten worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Reeds aangegane verplichtingen waarvan de werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd op balansdatum worden verwerkt onder de niet in de balans opgenomen verplichtingen. Het klachten- en mutatieonderhoud wordt onderscheiden in kosten van derden en eigen dienst, alsmede de kosten van het materiaalverbruik. In de winst-en-verliesrekening zijn de kosten van de eigen dienst opgenomen bij de kostensoort salarissen en sociale lasten. Leefbaarheid Leefbaarheid omvat gemaakte kosten voor fysieke ingrepen die de leefbaarheid in buurten en wijken bevorderen. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Lasten servicecontracten De gemaakte servicekosten voor huurders worden verantwoord onder de lasten servicecontracten in het verslagjaar waarop de servicekosten betrekking hebben.

52

Overige bedrijfslasten De overige bedrijfslasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Gerealiseerde herwaardering vastgoedportefeuille De gerealiseerde herwaardering vastgoedportefeuille betreft de realisatie van de herwaardering door het gebruik maken van het complex. De realisatie door het gebruik van het complex is het verschil tussen de afschrijving gebaseerd op de geherwaardeerde boekwaarde van het complex en de afschrijving gebaseerd op de oorspronkelijke kostprijs van het complex. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille betreffen winsten of mogelijke verliezen, die ontstaan door een wijziging in de waarde van de vastgoedbeleggingen in het verslagjaar. Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, indien het een aanmerkelijke tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoop klaar te maken. De te activeren rente wordt berekend op basis van de verschuldigde rente over specifiek voor de vervaardiging opgenomen leningen en van de gewogen rentevoet van leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van het actief zijn toe te rekenen, in verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging. Belastingen Belastingen over de resultaten omvatten de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare winstbelastingen en latente belastingen. De belastingen worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen, behoudens voor zover deze betrekking hebben op posten die rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen, in welk geval de belasting in het eigen vermogen wordt verwerkt. De over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare belasting is de naar verwachting te betalen belasting over de belastbare winst over het boekjaar, rekening houdend met de fiscale faciliteiten en de vaststellingsovereenkomst (VSO), berekend aan de hand van belastingtarieven die zijn vastgesteld op verslagdatum, dan wel waartoe materieel al op verslagdatum is besloten, en eventuele correcties op de over voorgaande jaren verschuldigde belasting. Voor latente belastingen wordt een vordering dan wel een voorziening getroffen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen ten behoeve van de financiële verslaggeving en de fiscale boekwaarde van die posten. Er wordt uitsluitend een latente belastingvordering opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen zijn die voor de realisatie van het tijdelijke verschil dan wel compensabele verliezen kunnen worden aangewend. Latente belastingvorderingen worden per iedere verslagdatum herzien en verlaagd voor zover het niet langer waarschijnlijk is dat het daarmee samenhangende belastingvoordeel zal worden gerealiseerd. Latente belastingvorderingen zijn opgenomen onder de vlottende activa of onder de financiële vaste activa indien de verwachte looptijd langer is dan een jaar. De latente belastingverplichtingen zijn opgenomen onder de voorzieningen. De latenties worden gewaardeerd tegen nominale waarde dan wel contante waarde. Saldering van latenties vindt plaats indien en voor zover voldaan wordt aan de wettelijke bepalingen hieromtrent art BW 2.363 en RJ 115.305 (de corporatie is bevoegd tot salderen en heeft het stellige voornemen om te salderen en looptijd van vordering en schulden is nagenoeg gelijk, simultane afwikkeling).

Page 30: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201556 57

53

Resultaat deelnemingen Als resultaat van deelnemingen waarin invloed van betekenis wordt uitgeoefend op het zakelijke en financiële beleid, wordt opgenomen het aan de woningcorporatie toekomende aandeel in het resultaat van deze deelnemingen. Dit resultaat wordt bepaald op basis van de bij de Toegelaten Instelling geldende grondslagen voor waardering en resultaatbepaling. Bij deelnemingen waarin geen invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, wordt het dividend als resultaat aangemerkt. Verwerking hiervan vindt plaats onder de financiële baten en lasten. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij deze methode wordt het bedrijfsresultaat aangepast voor posten van de winst- en verliesrekening die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in het verslagjaar, mutaties in de posten van het werkkapitaal en posten van de winst- en verliesrekening waarvan de ontvangsten en uitgaven niet worden beschouwd als behorende tot de operationele activiteiten. De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit de liquide middelen. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, (des)investerings- en financieringsactiviteiten. De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn gesplitst in kasstromen met betrekking tot mutaties in de hoofdsom (opgenomen onder financieringsactiviteiten) en betaalde interest (opgenomen onder operationele activiteiten). Kasstromen uit financiële afgeleide instrumenten die worden verantwoord als kostprijshedges worden in dezelfde categorie ingedeeld als de kasstromen uit de afgedekte balansposten. Kasstromen uit financiële derivaten waarbij hedge accounting niet langer wordt toegepast, worden consistent met de aard van het instrument ingedeeld, vanaf de datum waarop de hedge accounting is beëindigd. Bepaling reële waarden Een aantal grondslagen en toelichtingen in de jaarrekening van de toegelaten instelling vereist de bepaling van de reële waarde van zowel financiële als niet-financiële activa en verplichtingen. Ten behoeve van waarderings- en informatieverschaffingsdoeleinden is de reële waarde op basis van de volgende methoden bepaald. Indien van toepassing wordt nadere informatie over de uitgangspunten voor de bepaling van de reële waarde vermeld bij het onderdeel van deze toelichting dat specifiek op het betreffende actief of de betreffende verplichting van toepassing is. Vorderingen onder vaste en vlottende activa De reële waarde van vorderingen is gelijk aan de contante waarde van de toekomstige kasstromen. Derivaten De reële waarde van renteruilcontracten is gebaseerd op de genoteerde marktprijs, indien voorhanden. Indien geen genoteerde marktprijs beschikbaar is, wordt de reële waarde bepaald door de verwachte kasstromen, gedisconteerd tegen actuele rentes waarin een opslag is opgenomen voor de relevante risico’s, contant te maken. Niet-afgeleide financiële verplichtingen De reële waarde van niet-afgeleide financiële verplichtingen wordt berekend op basis van de contante waarde van toekomstige aflossingen en rentebetalingen, gedisconteerd tegen de actuele rentevoet voor vergelijkbare leningen.

54

Toelichting op de geconsolideerde balans (x € 1.000) VASTE ACTIVA IMMATERIËLE VASTE ACTIVA 1 Computersoftware Een overzicht van de immateriële vaste activa is onderstaand opgenomen:

MATERIËLE VASTE ACTIVA 2.1 Sociaal vastgoed in exploitatie Een overzicht van het sociaal vastgoed in exploitatie op basis van de bedrijfswaarde is onderstaand opgenomen:

De activa zijn verzekerd tegen het risico van brand- en stormschade tegen herbouwwaarde. Jaarlijks wordt de waarde aangepast aan het indexcijfer voor nieuwbouwwoningen, zoals dit door het CBS wordt berekend. De roerende goederen ten dienste van de exploitatie zijn op basis van uitgebreide inboedel verzekerd. Het sociaal vastgoed in exploitatie is grotendeels gefinancierd met leningen onder borging van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Het WSW kan op eerste verzoek hypotheek vestigen op het ingezette onderpand. Voor deze borgstelling wordt door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw een obligo per lening gevraagd. Als gevolg hiervan zijn de onroerende en roerende zaken in exploitatie die met geborgde leningen zijn gefinancierd niet met hypothecaire zekerheden bezwaard. De ultimo boekjaar bestaande obligoverplichting is onder de “Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen” opgenomen. De taxatiewaarde voor de onroerende zaakbelasting van de totale vaste activa in de exploitatie bedraagt 365 miljoen peiljaar 2015 (2014: 368 miljoen).

Stand per 1 januari 2015: Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs 63 Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen -17Boekwaarde per 1 januari 2015 46

Mutaties 2015: Investeringen 0 Afschrijvingen -13Totaal mutaties 2015 -13

Stand per 31 december 2015: Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs 63 Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen -30Boekwaarde per 31 december 2015 33

Bedrijfswaarde Jaarrekening 2014 91.316Mutaties 2015: - investeringen 122 - desinvesteringen 1.280 - mutatie bedrijfswaarde 6.845Bedrijfswaarde per 31 december 2015 99.563

Page 31: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201558 59

55

Ten opzichte van voorgaand verslagjaar is de bedrijfswaarde met € 8,2 miljoen gemuteerd. Mutatie bedrijfswaarde De mutatie in de bedrijfswaarde laat zich als volgt verklaren:

Hieronder worden de grootste mutaties in de bedrijfswaarde kort toegelicht.

• Huuropbrengsten: In de bedrijfswaardeberekening 2014 was een extra huurverhoging van 1,5% boven de inflatie ingerekend voor de eerste vier jaar, in de huidige berekening is een inflatievolgend beleid ingerekend.

• Onderhoudslasten: Bij het planmatig onderhoud zijn, mede naar aanleiding van een conditiemeting, een aantal bezuinigingen doorgevoerd. Ook zijn in het niet-planmatig onderhoud, zoals klachten- en mutatieonderhoud, bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd.

• Overige baten en lasten: De stijging van de bedrijfswaarde wordt met name veroorzaakt door een daling van de personeelskosten (inkrimping van het aantal formatieplaatsen). Ook zijn er in

2015Bedrijfswaarde1 januari 91.31631 december 99.563Mutatie (inclusief afschrijving en waardestijging) 8.247

(a) Autonome ontwikkelingen -1.522

- vrijval kasstromen -6.960 - effect een jaar opschuiven 5.438 - nieuwe (des)investeringen binnen horizon 0

(b) Gevolgen van aanpassingen van beleidsparameters en uitgangspunten 4.064

- in de huurprijscomponent -10.028 - in de onderhoudslasten 4.214 - in de verhuurderheffing 0 - in de overige baten en lasten 8.365 - in de vermogenskostenvoet 3.140 - in de levensduur 0 - in de restwaarde-inschatting -107 - in de voorgenomen (des)investeringen -3.917 - in de inflatie 2.397 - in de waarderingsmethode 0

(c) Gevolgen van mutaties in het bezit 5.705 - aangekocht bezit 0 - nieuwbouw woningen 0 - verkocht bezit 1.280 - gesloopt bezit 0 - verbeteringen bestaand bezit -5 - overige mutaties bezit 4.430

56

de overige bedrijfskosten bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd. De stijging wordt nog iets getemperd door een daling van de opbrengsten, door de nieuwe woningwet is er rekening gehouden met minder opbrengsten voor het beheer van derden.

• Vermogenskostenvoet: Jaarlijks stelt WSW na overleg met de Autoriteit woningcorporaties volgens een vaste methodiek de algemene parameters vast voor de bedrijfswaarde. De disconteringsvoet voor het contant maken van kasstromen is voor 2015 verlaagd van 5,25% naar 5,00%.

• (Des)investeringen: De investeringen zijn nagenoeg gelijk gebleven aan 2014. Het verschil wordt veroorzaakt door de bijstelling van de aantallen te verkopen woningen. In 2014 werd nog gerekend met 20 verkopen per jaar (eerste 4 jaar), in de huidige berekening is gerekend met 5 verkopen per jaar (eerste 5 jaar).

• Inflatie: Naast de disconteringsvoet heeft WSW ook de inflatiecijfers voor de variabele lasten en de onderhoudslasten verlaagd van 3,0% naar 2,5%. Dit is verplicht voor jaar 6 en verder, voor de eerste vijf jaar mag de corporatie de inflatiecijfers aansluiten op het eigen beleid. WSW bepaald deze cijfers in overleg met Ortec Finance. Ons Doel gebruikt voor de eerste vijf jaar ook de cijfers van Ortec Finance.

In onderstaande tabel worden de belangrijkste parameters en gegevens met betrekking tot de verkopen weergegeven.

De parameters voor de eerste vijf jaar zijn overgenomen van Ortec Finance. Vanaf jaar zes wordt gerekend met de parameters die zijn vastgesteld door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw.

Component 2016 2017 2018 2019 2020 2021Huren 0,70% 1,10% 1,37% 1,56% 1,69% 2,00% - Aanvullende huurstijging 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%Onderhoud 1,60% 1,87% 2,06% 2,19% 2,50% 2,50%Bedrijfslasten 1,60% 1,87% 2,06% 2,19% 2,50% 2,50%Marktwaarde ontwikkelingverkopen 3,26% 2,95% 2,63% 2,32% 2,00% 2,00%

Jaar 2016 2017 2018 2019 2020 2021Aantal verkopen 5 5 5 5 5 0Opbrengstwaarde 787 756 782 810 827 0Oorspronkelijke boekwaarde -112 -56 -50 -50 -43 0

Page 32: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201560 61

57

2.2 Sociaal vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Een overzicht van het sociaal vastgoed in ontwikkeling is hieronder opgenomen:

Hieronder wordt een uitsplitsing per project gegeven:

In het boekjaar werd ten zake van sociaal vastgoed in ontwikkeling een bedrag van € 0,- aan bouwrente geactiveerd (2014: € 10.000,-). Het bedrag van € 184.000 onder ‘Vliegveld’ betreft een grondpositie op het voormalige Marinevliegkamp Valkenburg. Deze grond is gedeeltelijk in 2002 en gedeeltelijk in 2005 aangekocht.

Stand per 1 januari 2015: Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs 1.402 Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen -1.218

Boekwaarde per 1 januari 2015 184

Verantwoord onder: Sociaal vastgoed in ontwikkeling 184 Voorziening onrendabele investeringen 0

Mutaties 2015: Investeringen 57 Overige waardeverminderingen en terugnemingen daarvan -57 Overboekingen naar M.V.A. in exploitatie 0 Overboekingen naar exploitatielasten 0Totaal mutaties 2015 0

Stand per 31 december 2015: Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs 1.459 Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen -1.275

Boekwaarde per 31 december 2015 184

Verantwoord onder: Sociaal vastgoed in ontwikkeling 184 Voorziening onrendabele investeringen 0

Stand Investeringen Waardemutatie Overboeking Saldoper 01-01 2015 2015 naar M.V.A. per 31-12

Vliegveld 184 1 -1 0 184Lorentzhof 0 10 -10 0 0Robijnhof 0 46 -46 0 0Totaal 184 57 -57 0 184

Page 33: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201562 63

58

2.3 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Een overzicht van de onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie is onderstaand opgenomen:

VASTGOEDBELEGGINGEN 3 Commercieel vastgoed in exploitatie Een overzicht van het commercieel vastgoed in exploitatie is onderstaand opgenomen:

De bedrijfswaarde van het commercieel vastgoed in exploitatie bedraagt per 31.12.2014 € 12.842.037 (31.12.2014 € 11.407.253). De actuele waarde van het commercieel vastgoed in exploitatie is gebaseerd op de marktwaarde aan de actieve markt voor gelijksoortig vastgoed ontleende netto aanvangsrendementen per te onderscheiden segment van de commerciële vastgoedportefeuille en bedraagt € 12.025.228 (2014: € 11.742.845). Het commerciële vastgoed in exploitatie is niet bezwaard met hypothecaire zekerheden.

Stand per 1 januari 2015: Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs 1.110 Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen -828Boekwaarde per 1 januari 2015 282

Mutaties 2015: Investeringen 0 Desinvesteringen 0 Afschrijvingen -89Totaal mutaties 2015 -89

Stand per 31 december 2015: Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs 1.110 Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen -918Boekwaarde per 31 december 2015 192

Stand per 1 januari 2015: Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs 12.540 Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen -797Boekwaarde per 1 januari 2015 11.743

Mutaties 2015:Herwaardering marktwaarde 282Overboeking van commercieel vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 0Totaal mutaties 2015 282

Stand per 31 december 2015: Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs 12.540 Cumulatieve herwaarderingen -515Boekwaarde per 31 december 2015 12.025

59

Deze marktwaarde in verhuurde staat is gebaseerd op beschikbare marktgegevens met inachtneming van de relevante feiten en omstandigheden van de markt waarop Ons Doel actief is. De aannames aangaande de geprognosticeerde kasstromen zijn gebaseerd op de contactuele verplichtingen die rusten op het vastgoed. De overige (na de contractperiode in acht te nemen) aannames en uitgangspunten zijn gebaseerd op gegevens van de markt waarop Ons Doel actief is. De belangrijkste gehanteerde parameters bij de bepaling van de marktwaarde zijn de actuele huur- prijzen en een disconteringsvoet per te onderscheiden segment in de bandbreedte van 5% tot 10%. De methoden, relevante veronderstellingen die gehanteerd zijn bij het bepalen van de reële waarde van vastgoedbeleggingen zijn gebaseerd op het feit dat de prijs die bij aanbieding ten verkoop op de voor het onroerend goed meest geschikte wijze na de beste voorbereiding door de meest biedende gegadigde besteed zou zijn. De waardering is gebaseerd op een integrale waardering van alle eenheden door een onafhankelijke en ter zake kundige taxateur. Er zijn geen beperkingen met betrekking tot de aanwendbaarheid van vastgoedbeleggingen of de inbaarheid van opbrengsten. De integrale waardering zal jaarlijks worden uitgevoerd. FINANCIËLE VASTE ACTIVA 4 Financiële vaste activa De mutaties in de financiële vaste activa zijn in het navolgende schema samengevat:

VLOTTENDE ACTIVA 5 Vorderingen De mutaties in de vorderingen zijn in het navolgende schema samengevat: Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar.

Te vorderen BWS-subsidies

Embedded lening Overige Totaal

Boekwaarde per1 januari 2015 28 275 46 349

Mutaties 2015Toevoegingen 0 0 0 0Ontvangsten -8 0 -22 -30Toegevoegde rente 0 -62 0 -62Overige mutaties -20 0 0 -20Totaal mutaties -28 -62 -22 -112

Boekwaarde per31 december 2015 0 213 24 237

Page 34: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201564 65

60

De post voorziening dubieuze debiteuren is opgenomen ter dekking van openstaande vorderingen huurdebiteuren waarvan de inbaarheid onzeker is. De post huurdebiteuren bestaat uit vorderingen op zowel actieve als niet-actieve contracten. Voor beide categorieën zijn de vorderingen beoordeeld, voor het gedeelte waarvan niet zeker is dat deze nog geïnd gaan worden is de voorziening getroffen. 6 Liquide middelen

VASTE PASSIVA 7 Groepsvermogen

Het groepsvermogen bestaat uit een herwaarderingsreserve en een overige reserve. In onderstaande tabel is de opbouw van het groepsvermogen gegeven.

5.1 Huurdebiteuren 2015 2014Huurdebiteuren 250 263Af: voorziening wegens oninbaarheid 50 27

Boekwaarde per 31 december 200 235

5.2 Gemeenten 2015 2014Vordering op Gemeente Leiden 0 12Boekwaarde per 31 december 0 12

5.3 Overige vorderingen 2015 2014Overige debiteuren 144 252Boekwaarde per 31 december 144 252

5.4 Overlopende activa 2015 2014Overige overlopende activa 317 284Boekwaarde per 31 december 317 284

Direct opvraagbaar: 2015 2014Kas- en Banktegoeden 6.828 5.496

Totaal per 31 december 6.828 5.496

2015 2014Stand per 1 januari 37.380 41.478- mutatie sociaal vastgoed 11.274 -2.729- stelselwijziging embedded lening 0 -719- uit de resultaatverdeling over het boekjaar 3.584 -651Stand per 31 december 52.238 37.380

2015 2014Herwaarderingsreserve 37.660 26.104Overige reserves 14.578 11.276Totaal Groepsvermogen 52.238 37.380

61

8 Egalisatierekeningen

9 Langlopende schulden

Het gemiddelde rentepercentage van de leningenportefeuille, zonder het effect van rente-instrumenten, bedraagt 3,428% (2014: 3,521%). De rente van de vastrentende leningen is dan wel voor de gehele looptijd gefixeerd dan wel tot het renteherzieningsmoment. Het risico van deze leningen betreft:

• Op het moment van renteherziening indien deze hoger is dan de oude contractrente; • De herfinanciering van de tussentijdse en eindaflossingen van de lening in een nieuwe lening

met een hogere rente.

BWS-subsidie PTT-zendmast TotaalBoekwaarde per1 januari 2015 28 98 126

Vrijval ten gunstevan de exploitatie -28 -5 -33

Boekwaarde per31 december 2015 0 93 93

Leningen overheid 302Leningen kredietinstellingen 61.424Bij: aflossingsverplichting komend jaar 4.864Stand per 1 januari 2015 66.590

Mutaties in het boekjaar: Nieuw opgenomen leningen 0 Aflossingen 4.864Saldo mutaties -4.864

Leningen overheid en kredietinstellingen 61.726Af: aflossingsverplichting komend jaar 1.196Stand per 31 december 2015 60.530

Looptijd van:< 1 jaar 2981-5 jaar 7.091> 5 jaar 54.337

61.726

Leningen overheid en kredietinstellingenVastrentende leningen 34.126Basisrenteleningen 27.600Stand per 31 december 2015 61.726

Page 35: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201566 67

62

De basisrenteleningen hebben een rentetarief dat bestaat uit twee componenten, zijnde een basisrente en een liquiditeitsopslag. De basisrente geldt voor de volledige looptijd van de leningen. De liquiditeitsopslag geldt voor de overeengekomen periode. Voor één basisrentelening met een hoofdsom van € 5 miljoen is een vastrentende periode afgesproken zonder een liquiditeitsopslag. In de overeenkomst is opgenomen dat op moment van herziening van de liquiditeitsopslag de geldgever eenmalig het recht heeft de lening te beëindigen. Maakt de geldgever van dit recht geen gebruik dan wordt de lening gecontinueerd als basisrentelening met een basisrente en een liquiditeitsopslag. Als de geldgever hier wel gebruik van maakt, dan wordt de lening afgelost en eventueel geheel of gedeeltelijk geherfinancierd tegen een hogere rente, met een kortere of langere looptijd. Overige schulden Als gevolg van de stelselwijziging in 2014 wordt deze vastrentende periode gezien als een embedded derivaat en dient deze te worden afgescheiden van het basiscontract en afzonderlijk in de jaarrekening worden verwerkt als een derivaat.

Het bedrag van € 2,753 miljoen is opgebouwd uit twee componenten, namelijk:

• De reële waarde van de receiver swaption (vastrentende periode) ultimo 2014 • De mutatie van de reële waarde in 2015.

De reële waarde van de receiver swaption bedraagt ultimo 2014 op balansdatum € 2.883.464,- (negatief). Als gevolg van de licht gestegen rentecurve ultimo 2015 is de negatieve waarde van de swaption afgenomen tot een bedrag van € 2.752.967. Het verschil ten opzichte van de waardering ultimo 2014 wordt ten gunste van het renteresultaat 2015 gebracht, ofwel een bedrag van € 130.497,-. De resterende looptijd van het derivaat bedraagt 4 jaar. Renterisico bij herfinanciering Het rente- en looptijdenbeleid van Ons Doel is erop gericht jaarlijks niet meer dan 15% renterisico bij herfinanciering te lopen. Het WSW had in het verleden ook deze 15% als richtlijn waar elke corporatie aan moest voldoen. Zij hebben besloten dat zij deze richtlijn niet meer gebruiken als richtlijn waaraan elke individuele corporatie moet voldoen. WSW handhaaft wel de 15% als risicomaatstaf voor de maximum herfinanciering voor WSW op het collectief aan corporaties. Het renterisico (in % van de restant hoofdsom aan het begin van het jaar) wordt berekend als de som van:

• Het bedrag aan aflossingen van leningen in een jaar, vermeerderd met • De restant hoofdsom van rente typisch langlopende financiering die in een jaar een

renteaanpassing krijgen, én • De restant hoofdsom van rente typisch kortlopende financiering (zijnde variabel rentende

leningen) die in een jaar minimaal één renteaanpassing krijgen. Op basis van de leningenportefeuille ziet het renterisico er voor de komende 10 jaar als volgt uit:

2015 2014Embedded derivaat 2.753 2.883Totaal overige schulden 2.753 2.883

Verloop huidige leningportefeuille 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024Exposure niet afgedekt t.o.v. portefeille (%) 4,3 0,0 1,8 2,4 8,1 6,5 5,9 9,3 8,3 6,7Risiconorm (%) 15,0 15,0 15,0 15,0 15,0 15,0 15,0 15,0 15,0 15,0beschikbare ruimte t.o.v. norm (%) 10,7 15,0 13,2 12,6 6,9 8,5 9,1 5,7 6,7 8,3

63

Het renterisico voor de komende jaren bedraagt maximaal 9,3% in 2022. Hiermee blijft het risico onder het gestelde maximum van 15% per jaar. Tegenpartijrisico De partijen waarbij de leningen zijn afgesloten zijn de volgende instellingen:

Uit bovenstaande opstelling blijkt dat het tegenpartij risico is geconcentreerd bij BNG en NWB. De N.V. Bank Nederlandse Gemeenten is een bank van en voor overheden en instellingen van maatschappelijk belang. BNG is een structuurvennootschap. Aandeelhouders van de bank zijn uitsluitend overheden. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap. Nederlandse Waterschapsbank N.V. is een financiële dienstverlener voor de overheidssector. Alle aandelen van de bank zijn in handen van overheden. Het tegenpartijrisico is hiermee gemitigeerd. Looptijd De gewogen gemiddelde looptijd van de leningenportefeuille bedraagt ultimo 2014 26 jaar (2014: 25 jaar). Rentederivaten Ons Doel heeft, naast de eerdergenoemde basisrentelening, nog acht leningen waar sprake is van een embedded derivaat. Deze behoeven echter niet te worden afgescheiden van het basiscontract. Zekerheden Ons Doel is geen onderpandverplichtingen (een zogenaamde margin call-verplichting), dan wel andersoortig verplichtingen aangegaan en heeft geen zekerheden verstrekt. In 2015 is een niet gegarandeerde lening met een schuldrestant van € 0,8 miljoen ultimo 2014 afgelost. Alle resterende leningen zijn gemeentelijke leningen en leningen onder garantiestelling van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw.

Leningen overheid en kredietinstellingenN.V. Bank Nederlandse Gemeenten 23.106Nationale Waterschapsbank N.V. 36.600Overige 2.020

Stand per 31 december 2015 61.726

Page 36: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201568 69

64

VLOTTENDE PASSIVA 10 Kortlopende schulden

In 2015 is de beschikbaar gestelde kredietfaciliteit in rekening-courant door de ING Bank verlaagd van € 5,5 miljoen naar € 3,5 miljoen. De vrije borgingsruimte dient tenminste € 3,5 miljoen te bedragen. Ultimo 2015 zijn geen trekkingen ten laste van het krediet genomen.

Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Huurverplichtingen Het jaarlijks bedrag van met derden aangegane huurverplichtingen van onroerend goed (het kantoor van Ons Doel) bedraagt in 2015 € 147.000 per jaar inclusief servicekosten. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. Bankgarantie Ons Doel heeft per 31 december 2015 bankgaranties verstrekt voor een bedrag € 100.000 (31.12.2014: € 100.000). De garantie is verstrekt aan de verhuurder van het kantoorpand waar Ons Doel is gehuisvest. Obligo Waarborgfonds Sociale Woningbouw De obligo uit hoofde van geborgde leningen door de borgsteller bedraagt ultimo 2015 € 2,3 miljoen (2014: € 2,3 miljoen). De hoogte van het obligotarief is vastgesteld op 3,85% (2014: 3,85%) over het schuldrestant van de geborgde lening, met uitzondering van het leningtype variabele hoofdsom en voor collegiale financiering. Dit obligo is opeisbaar indien blijkt dat het totale risicovermogen van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw niet voldoende is om de aanspraken op het Waarborgfonds Sociale Woningbouw te dekken.

2015 2014Schulden aan kredietinstellingen 1.196 4.064Schulden aan leveranciers 824 949Belastingen en premies sociale verzekeringen 225 230Overige schulden 308 344Overlopende passiva 1.556 1.697Totaal kortlopende schulden 4.109 7.284

2015Nog niet opeisbare rente 1.220Vooruitontvangen huren 180Nog af rekenen stook-/servicekosten 128Facturen ontvangen in 2016 101Reorganisatiekosten 76Nog te ontvangen facturen 2015 133Overig 26

1.864

De 'Overige schulden' en 'Overlopende passiva' bestaan uit

65

Erfpacht gemeente Leiden Ons Doel is in bespreking met de gemeente Leiden inzake suppletieverzoek van de gemeente Leiden met betrekking tot de erfpacht van verkochte woningen in complex de Rodes en overige complexen. Het suppletiebedrag is ingehouden op de verkopen van de woning en totdat overeenstemming is bereikt gestort op een derden rekening. Bestemmingsreserve herstructurering Voortvloeiend uit de raamovereenkomst met de gemeente Leiden heeft Ons Doel een gelimiteerd trekkingsrecht op de overeenkomen herstructureringsfonds voor specifieke projecten in het kader van stedelijke vernieuwing. Garantstelling project Juigalpa Nicaragua Vijf woningcorporaties met bezit in Leiden staan ieder voor 1/5 deel garant voor een lening die loopt via het DIGH. Het garantiebedrag voor Ons Doel is gelijk aan de jaarlijkse annuïteit van € 8.475, en loopt tot het jaar 2021. De garantiestelling project Juigalpa valt ruim binnen de door de BBSH gestelde norm van 0,3 promille van het balanstotaal op basis van de waarderingsmethodiek van het Centraal Fonds van de Volkshuisvesting en voldoet aan de eisen die in MG 2006-04 en MG 2011-02 zijn gesteld. Nicaragua wordt met name genoemd in MG 2005-04. Vennootschapsbelasting Sinds 1 januari 2008 vallen de woningcorporaties integraal onder de vigerende belastingwetgeving. De specifieke invulling van de belastingplicht is voor woningcorporaties vastgelegd in de VSO 1 en VSO 2. VSO 2 heeft VSO 1 opgevolgd en had oorspronkelijk een looptijd tot en met 31 december 2012. Ons Doel heeft besloten om de VSO 2 (vooralsnog) tot en met 31 december 2014 toe te passen in het verlengde van het voorstel van de Belastingdienst om de VSO 2 voor de jaren 2013 en 2014 te verlengen. In onderstaande opstelling is uitgegaan van de huidige VSO 2 regelgeving, ook voor de periode na 31-12-2014, aangezien de VSO 2 ten tijde van het opstellen van de fiscale positie in de commerciële jaarrekening 2014 de vigerende regelgeving betreft. Vooralsnog is onvoldoende duidelijk wat de consequenties zijn van het aflopen van VSO 2 en de fiscale wetgeving na 31 december 2014. De VPB aanslag 2008 is ontvangen en door middel van het zogeheten metatoezicht met de Belastingdienst afgestemd. Deze aanslag bevat tevens de fiscale resultaten van 2006 en 2007. Het fiscale resultaat volgens de definitieve aanslagen 2008 tot en met 2013 bedraagt nihil door de toepassing van de herbestedingsreserve. Rekening houdend met de mogelijkheid het onroerend goed af te waarderen op basis van WOZ-waarden en/of de mogelijkheid een onderhoudsvoorziening te treffen, zal ultimo 2014 mogelijk een beperkt compensabel verlies resteren. Bij het opstellen van de aangifte vennootschapsbelasting 2012 is een definitieve keus gemaakt met betrekking tot de omvang van de afwaardering op basis van WOZ-waarden en de te verwachten fiscale resultaten. Indien het onroerend goed waarvan de WOZ-waarde meer dan 15% is gedaald, wordt afgewaardeerd. Op dit moment is de berekening dat de verrekenbare verliezen circa € 53 miljoen bedragen.

Page 37: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201570 71

66

Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening (x € 1.000) BEDRIJFSOPBRENGSTEN 11.1 Huuropbrengsten

11.2 Opbrengsten servicecontracten

11.3 Overheidsbijdragen

11.4 Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille

2015 2014Woningen en woongebouwen 15.212 14.760Onroerende zaken, niet zijnde woningen 552 491Af: huurderving wegens leegstand 119 184Af: huurderving wegens oninbaarheid 43 4Af: dotatie voorziening dubieuze debiteuren 23 0Totaal huuropbrengsten 15.579 15.063

De te ontvangen netto huur is gewijzigd als gevolg van:

de reguliere huurverhoging per 1 juli 2015 ad 1,0%; de inkomensafhankelijke huurverhoging per 1 juli 2015 van respectievelijk 1,5%, 2,0% en 4,0%; (effectiefe huurverhoging na aftopping liberalisatiegrens is 2,69% ) verkoop van 7 woningen; huurverhoging als gevolg van individuele woningverbeteringen; aanpassing van de netto huur bij mutaties tot een niveau van 75% van de maximaal redelijke huurprijs of 78% in de situatie van woningverbetering

2015 2014Overige goederen, leveringen en diensten 912 810Af: opbrengstenderving wegens leegstand 3 76Af: te verrekenen met huurders 136 55Totaal opbrengsten servicecontracten 773 679

2015 2014Vrijval egalisatierekening BWS-subsidie 8 9Overige rijksbijdragen 12 15Totaal overheidsbijdragen 20 24

2015 2014Opbrengst verkopen bestaand bezit 1.349 2.704Af: direct toerekenbare kosten 24 78Af: boekwaarde verkopen 124 403Totaal verkoopresultaat onroerende zaken bestaand bezit sociaal vastgoed in exploitatie 1.201 2.223

67

In 2015 werden 7 woningen verkocht (2014: 17 woningen). 11.5 Geactiveerde productie eigen bedrijf

11.6 Overige bedrijfsopbrengsten

De hoge overige opbrengsten worden met name veroorzaakt door de ontvangst van € 231.800 van de belastingdienst. Dit betreft de betaling van een verzoek tot teruggaaf btw algemene kosten 2013. Medio 2014 was dit verzoek ingediend en was opgebouwd uit € 77.825 aan btw op grond van het pro rata recht op aftrek en € 153.975 aan btw op bouwkosten van de vrij te verhuren parkeerplaatsen in het complex ‘Het Gebouw’. BEDRIJFSLASTEN 12.1 Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille

12.2 Overige waardeveranderingen van (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille

Geactiveerde productie m.b.t. nieuwbouw huurwoningen 2015 2014 Het Gebouw 0 12 Lorentzhof 10 17 Robijnhof 16 33Totaal geactiveerde productie eigen bedrijf 26 62

2015 2014Beheerdiensten 270 304Overige bedrijfsopbrengsten 335 137Totaal overige bedrijfsopbrengsten 605 441

2015 2014Computersoftware 13 8Sociaal vastgoed in exploitatie 4.077 4.228(On)roerende zaken ten dienste van de exploitatie 89 103Totaal afschrijvingen op (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille 4.179 4.339

2015 2014Materiële vaste activa 57 -12Vastgoedbeleggingen 0 0Totaal overige waardeveranderingen van (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille 57 -12

Page 38: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201572 73

68

12.3 Lonen, salarissen, sociale lasten en pensioenlasten

De medewerkers hebben een pensioenregeling die is ondergebracht bij SPW. Deze pensioenregeling betreft een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling. Indexatie (aanpassing met prijsstijging) van de toegekende aanspraken en rechten vindt uitsluitend plaats indien en voor zover de middelen van het pensioenfonds daartoe ruimte laten en het pensioenfonds daartoe heeft besloten. Indien de omstandigheden bij het pensioenfonds daar aanleiding toe geven kan het bestuur besluiten tot het korten van aanspraken. De pensioenregeling wordt volgens de Pensioenwet gekarakteriseerd als uitkeringsovereenkomst. Per 31 december bedroeg de geschatte dekkingsgraad van SPW 109%. Dit is ruim lager dan de vereiste dekkingsgraad van 125,7%. Het SPW heeft hierop een herstelplan ingediend bij De Nederlandsche Bank. Het herstel moet vooral komen uit het beleggingsrendement, er is dus voorlopig nog geen sprake van verlaging van pensioenen. Bestuurder en commissarissen De bezoldiging van de heer C. Klap over 2015, conform de regeling bezoldigingscomponent WNT, bedroeg in totaal € 86.667. De heer Noorlander kwalificeert zich als gewezen topfunctionaris.

2015 2014 Lonen en salarissen 1.640 1.561 Sociale lasten 211 209 Pensioenlasten 258 282Totaal lonen, salarissen, sociale lasten en pensioenlasten 2.109 2.052

Naam Christoffel Klap Ben Noorlander

Functie(s) Directeur-bestuurder Adviseur van de RvCDuur dienstverband in 2015 1/5 - 31/12 1/1 - 30/6Omvang dienstverband (in fte) 1,0 1,0Gewezen topfunctionaris nee ja(Fictieve) dienstbetrekking ja ja

Individueel WNT-maximum 87.663 64.763

BezoldigingBeloning 72.567 55.379Belastbare onkostenvergoeding 0 0Beloningen betaalbaar op termijn 14.100 10.538Totaal bezoldiging 86.667 65.917

Gegevens 2014Duur dienstverband in 2015 n.v.t. 1/1 - 31/12Omvang dienstverband (in fte) n.v.t. 1,0

Bezoldiging 2014Beloning 0 116.171Belastbare onkostenvergoeding 0 0Beloningen betaalbaar op termijn 0 24.362Totaal bezoldiging 0 140.533

Page 39: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201574 75

69

Onder de Wet Normering Topinkomens valt de (gewezen) bestuurder onder de bezoldigingsklasse E. De maximale bezoldiging in deze klasse bedraagt € 130.600. De bezoldiging van de heer Noorlander is hiermee hoger dan het naar rato toepasselijke WNT-maximum maar valt onder het overgangsrecht. In de overeenkomst van de heer Noorlander is ook een uitkering wegens beëindiging dienstverband overeengekomen. Ook deze uitkering is hoger dan het toepasselijke WNT-maximum en valt onder het overgangsrecht. De uitkering is als volgt opgebouwd:

In de periode van 1 januari tot en met 30 april 2015 heeft mevrouw Karin Rosielle de functie van interim directeur-bestuurder vervuld. In de periode van 1 mei tot en met 31 mei 2015 heeft zij de functie van adviseur van de Raad van Commissarissen vervuld. De totale bezoldiging in 2015 bedroeg € 88.000 exclusief btw. Hiervan is € 68.000 voor de periode dat zij de functie van directeur-bestuurder vervulde en € 20.000 als adviseur van de Raad van Commissarissen. Ons Doel kwalificeert de leden van de Raad van Commissarissen als ‘Toezichthoudende topfunctionarissen’. De totale bezoldiging in 2015 voor de leden van Raad van Commissarissen kan als volgt worden gespecificeerd:

B. NoorlanderFunctie(s) gedurende dienstverband Directeur-bestuurder

Adviseur van de RvCOmvang dienstverband (in fte) 1,0Echte of fictieve dienstbetrekking? ja

Individueel WNT-maximum ontslaguitkering 75.000

Jaar waarin dienstverband is beëindigd 2015Totaal overeengekomen uitkeringen wegens beëindiging dienstverband 110.319-/- Onverschuldigd betaald bedrag 0Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband 110.319Waarvan betaald in 2015 110.319

70

Voornoemde vergoedingen zijn inclusief reiskosten en exclusief BTW. Aan de leden van de Raad van Commissarissen of Bestuurder zijn geen persoonlijke leningen of garanties verstrekt. Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen is er een overige functionaris die in 2015 een bezoldiging boven het individuele WNT-maximum heeft ontvangen. In de CAO is overeengekomen dat een werknemer bij (gedeeltelijk) vrijwillige vervroegde uittreding eenmalig een uitkering van één maandsalaris ontvangt, hierdoor komt de totale bezoldiging boven het toepasselijke WNT-maximum.

E.W.F. vanJ.Spithoven A.Verlaan Bockel A. Ottolini H. Michels

Functie (s) Voorzitter Commissaris Commissaris Commissaris CommissarisDuur dienstverband 1/1 - 31/12 1/1 - 20/11 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12

Individueel WNT-maximum 19.590 11.593 13.060 13.060 13.060

BezoldigingBeloning 6.850 4.571 4.571 4.571 4.571Belastbare onkostenvergoeding 0 0 0 0 0Beloningen betaalbaar op termijn 0 0 0 0 0Totaal bezoldiging 6.850 4.571 4.571 4.571 4.571

Gegevens 2014Duur dienstverband in 2014 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12

Bezoldiging 2014 6.850 4.570 4.571 4.571 4.571

Naam C. VrouweFunctie Manager vastgoedDuur dienstverband in 2015 1/1 - 31/12Omvang dienstverband (in fte) 0,89

BezoldigingBeloning 104.708Belastbare onkostenvergoeding 0Beloningen betaalbaar op termijn 18.601Totaal bezoldiging 123.309Individueel WNT-maximum bezoldiging 116.234

Gegevens 2014Functie in 2014 Manager vastgoedDuur dienstverband in 2014 1/1 - 31/12Omvang dienstverband (in fte) 0,92

BezoldigingBeloning 99.540Belastbare onkostenvergoeding 0Beloningen betaalbaar op termijn 21.725Totaal bezoldiging 2014 121.265

Page 40: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201576 77

71

12.4 Onderhoudslasten

12.5 Leefbaarheid

12.6 Lasten servicecontracten

12.7 Overige bedrijfslasten

2015 2014Onderhoudsuitgaven (niet cyclisch) 1.064 1.640Onderhoudsuitgaven (cyclisch) 1.384 2.615Totaal onderhoudslasten 2.448 4.255

De onderhoudskosten zijn te verdelen in:2015 2014

Planmatig onderhoud 1.384 2.615Mutatie-onderhoud 519 720Klachtenonderhoud 545 920Totaal onderhoudslasten 2.448 4.255

2015 2014Leefbaarheid 93 172Totaal leefbaarheid 93 172

2015 2014Overige goederen, leveringen en diensten 774 665Totaal servicecontracten 774 665

Beheerskosten: 2015 2014Overige personeelskosten 148 113Huisvestingskosten 183 198Bestuurs- en toezichtskosten 44 36Subtotaal beheerskosten 375 347

HeffingenBelastingen 746 746Verzekeringen 72 67Saneringssteun 0 501Verhuurdersheffing 1.531 1.344Subtotaal heffingen 2.349 2.658

Overige bedrijfslastenAlgemene kosten 1.365 967Overige directe exploitatielasten 44 58Subtotaal overige bedrijfslasten 1.409 1.025

Totaal overige bedrijfslasten 4.133 4.030

72

FINANCIËLE BATEN EN LASTEN 13.1 Gerealiseerde herwaardering vastgoedportefeuille

13.2 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille

13.3 Rentebaten en soortgelijke opbrengsten

13.4 Rentelasten en soortgelijke kosten

Honoraria accountant De volgende honoraria van Deloitte Accountants en overige Deloitte-entiteiten zijn ten laste gebracht van de onderneming (en haar dochtermaatschappijen en andere maatschappijen die zij consolideert), één en ander bedoeld in artikel 2:382a BW.

2015 2014Realisatie herwaardering door afschrijving 1.051 773Gerealiseerde herwaardering vastgoedportefeuille 1.051 773

2015 2014Waardevermeerdering commercieel vastgoed in exploitatie 282 -81Totaal niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille 282 -81

2015 2014Rente materiële & financiële vaste activa - Rente opbrengsten activa in ontwikkeling 0 10 - Renteopbrengsten BWS-subsidies 0 3

Overige rentebaten 83 2Rentebaten rekening-courant en deposito’s 21 37Totaal rentebaten en soortgelijke opbrengsten 104 52

2015 2014Toegevoegde rente egalisatierekeningen - Overig 6 7

Rente langlopende schulden - Leningen overheid 13 14 - Leningen kredietinstellingen 2.245 2.476 - Embedded lening 0 1.889

Rente kortlopende schulden - Kredietinstellingen 0 0 - Overige schulden 0 0Totaal rentelasten en soortgelijke kosten 2.264 4.386

Page 41: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201578 79

73

Deloitte accountants BDO accountants Totaal accountants2015 2015 2015

Controle van de jaarrekening 70 70Controle jaarrekening 2014 28 28Andere controleopdrachten 0Fiscale adviesdiensten 19 19Andere niet controlediensten 13 13Totaal 2015 98 32 130

Deloitte accountants BDO accountants Totaal accountants2014 2014 2014

Controle van de jaarrekening 52 52Controle jaarrekening 2013 25 25Andere controleopdrachten 0Fiscale adviesdiensten 2 2Andere niet controlediensten 14 14Totaal 2014 77 16 93

74

Enkelvoudige balans per 31 december 2015 In duizenden euro’s, na resultaatbestemming

ACTIVA31-12-2015 31-12-2014

VASTE ACTIVAImmateriële vaste activa

Computersoftware 33 46Immateriële vaste activa 33 46

Materiële vaste activaSociaal vastgoed in exploitatie 99.364 91.033Sociaal vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 184 184Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie 192 282Materiële vaste activa 99.740 91.499

VastgoedbeleggingenCommercieel vastgoed in exploitatie 12.025 11.743Commercieel vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 0 0Vastgoedbeleggingen 12.025 11.743

Financiële vaste activa 14Deelnemingen -4 -2Vorderingen op deelnemingen 36 36Te vorderen BWS-subsidies 0 28Overige vorderingen 237 320Financiële vaste activa 269 382

SOM DER VASTE ACTIVA 112.067 103.670

VLOTTENDE ACTIVAVorderingen

Huurdebiteuren 200 238Gemeenten 0 12Overige vorderingen 118 254Overlopende activa 316 279Vorderingen 634 783

Liquide middelenLiquide middelen 6.373 5.053Liquide middelen 6.373 5.053

SOM DER VLOTTENDE ACTIVA 7.007 5.836

TOTAAL ACTIVA 119.074 109.506

Page 42: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201580 81

75

Enkelvoudige balans per 31 december 2015 In duizenden euro’s, na resultaatbestemming

PASSIVA 31-12-2015 31-12-2014

VASTE PASSIVA

Eigen vermogenEigen vermogen 15 51.589 36.713Eigen vermogen 51.589 36.713

EgalisatierekeningenBWS-subsidies 0 28PTT-zendmast 93 98Egalisatierekeningen 93 126

VoorzieningenVoorziening onrendabele investeringen 0 0Overige voorzieningen 0 0

Voorzieningen 0 0

Langlopende schuldenSchulden/leningen overheid 302 320Schulden/leningen kredietinstellingen 60.228 62.206Overige schulden 2.753 2.883Langlopende schulden 63.283 65.409

SOM DER VASTE PASSIVA 114.965 102.248

VLOTTENDE PASSIVA

Kortlopende schuldenSchulden aan kredietinstellingen 1.196 4.064Schulden aan leveranciers 823 924

Belastingen en premies sociale verzekeringen 225 230Overige schulden 308 344Overige schulden en overlopende passiva 1.557 1.696Kortlopende schulden 4.109 7.258

SOM DER VLOTTENDE PASSIVA 4.109 7.258

TOTAAL PASSIVA 119.074 109.506

76

Enkelvoudige winst- en verliesrekening per 31 december 2015 In duizenden euro’s

31-12-2015 31-12-2014Bedrijfsopbrengsten

Huuropbrengsten 15.494 14.987Opbrengsten servicecontracten 755 663Overheidsbijdragen 7 20Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille 1.201 2.223Geactiveerde productie eigen bedrijf 26 62Overige bedrijfsopbrengsten 605 441Som der bedrijfsopbrengsten 18.088 18.396

BedrijfslastenAfschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille 4.168 4.330Overige waardeveranderingen immateriële vaste activa en vastgoedportefeuille 57 -12Erfpacht 0 0Lonen en salarissen 1.640 1.561Sociale lasten 211 209Pensioenlasten 258 282Onderhoudslasten 2.425 4.186Leefbaarheid 93 172Lasten servicecontracten 756 651Overige bedrijfslasten 4.124 4.018Som der bedrijfslasten 13.732 15.397

BEDRIJFSRESULTAAT 4.356 2.999

Gerealiseerde herwaardering vastgoedportefeuille 1.047 769Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille 282 -81Rentebaten en soortgelijke opbrengsten 104 51Rentelasten en soortgelijke kosten -2.263 -4.387Financiële baten en lasten -830 -3.648

3.526 -649

Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsvoering 0 0Resultaat deelnemingen 16 -2 -2Mutatie reële waarde M.V.A. 0 0

RESULTAAT NA BELASTINGEN 3.524 -651

RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING VOOR BELASTINGEN

Page 43: Jaarverslag Ons Doel 2015

77

Toelichting behorende tot de enkelvoudige jaarrekening 2015 Algemeen De grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gelijk aan die voor de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening. Voor zover posten uit de enkelvoudige balans en enkelvoudige winst- en verliesrekening hierna niet nader zijn toegelicht, wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans en geconsolideerde winst- en verliesrekening. 14. Financiële vaste activa De mutaties in de financiële vaste activa zijn in het navolgende schema samengevat:

De deelneming betreft: Ons Doel Holding BV (100% Woningstichting Ons Doel) te Leiden 15 Eigen vermogen Het verloop van het eigen vermogen is als volgt:

Het verschil tussen het eigen vermogen en jaarresultaat volgens de enkelvoudige jaarrekening en het eigen vermogen en jaarresultaat volgens de geconsolideerde jaarrekening wordt als volgt verklaard:

Ons Doel is bestuurder van de Stichting Juffrouw Maashofje en de Stichting Het Schachtenhof.

1 januari 2015Boekwaarde 28 -2 36 275 45 382

MutatiesAflossingen -8 - - - -21 -29Aandeel in resultaat - -2 - - - -2Toevoegingen - - - - - -Overige mutaties -20 - - -62 - -82Totaal mutaties -28 -2 0 -62 -21 -113

31 december 2015Boekwaarde 0 -4 36 213 24 269

totaalTe vorderen BWS- subsidie

Deelne-mingen

Vorderingen op deelnemingen

OverigeEmbedded

lening

2015 2014Stand per 1 januari 36.713 40.837- mutatie sociaal vastgoed 11.352 -2.754- stelselwijziging embedded lening 0 -719- resultaatverdeling over het boekjaar 3.524 -651Stand per 31 december 51.589 36.713

2015 Mutaties 2014Woningstichting Ons Doel 51.589 14.876 36.713Stg.Juffr. Maashofje en Stg. Het Schachtenhof 649 -18 667

52.238 14.858 37.380

Jaarverslag OnsDoel201582 83

78

17 Resultaat deelnemingen

Werknemers Ultimo het jaar 2015 had de Woningstichting Ons Doel 27 werknemers in dienst, het gemiddelde aantal fte’s in 2015 was 24,9. In 2014 waren 28 werknemers in dienst, het gemiddelde aantal fte’s in 2014 was 25,2. Leiden, 17 mei 2016 C. Klap Directeur-Bestuurder Woningstichting Ons Doel mr. J.P.A. Spithoven Voorzitter raad van commissarissen drs. E.W.F. van Bockel MBA Commissaris ir. A.M. Ottolini Commissaris mr. H.C. Michels Commissaris

2015 2014Ons Doel Holding B.V. -2 -2

Page 44: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201584 85

79

3. Overige gegevens Statutaire bepaling inzake de resultaatbestemming In de statuten is geen artikel opgenomen betreffende de resultaatbestemming. De stichting heeft als doel uitsluitend werkzaam te zijn op het gebied van de volkshuisvesting. Voorstel tot resultaatbestemming Vooruitlopend op de goedkeuring van de jaarrekening door de Raad van Commissarissen wordt voorgesteld het resultaat over 2015 ad € 3.584.000 ten gunste te brengen van de Overige reserves. Dit voorstel is verwerkt in de balans per 31 december 2015. Controleverklaring van de onafhankelijke accountant De controleverklaring van de onafhankelijke accountant is op de volgende pagina opgenomen. Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen gebeurtenissen voortgedaan die nog van invloed kunnen zijn op de jaarrekening.

Page 45: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201586 87

81

80

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het Bestuur en de Raad van Commissarissen van Woningstichting Ons Doel Verklaring betreffende de jaarrekening

CONTROLEVERKLARING NOG INVOEGEN

80

Page 46: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201588 89

82

Financiële gegevens 2015 Vennootschap geplaatst kapitaal € 18.000,- Eigen vermogen inclusief resultaat verslagjaar € 15.187,- Resultaat verslagjaar € - 55,- Jaaromzet € 0 Belang in % 100 Nominale waarde belang, preferentie/prioriteit € 18.000,- Intrinsieke waarde € 15.187,- Overige participanten Geen Stichting Wijze en mate van bestuurlijke zeggenschap Woningstichting Ons Doel heeft als rechtspersoon indirect 100% zeggenschap Geldstromen Doorberekende kosten aan verbinding € 0,- Waarde verstrekte lening(en) € 0,- Beschikbaar gestelde bedrijfsmiddelen n.v.t. Inzet van personeel n.v.t. Afgegeven zekerheden t.b.v. de verbinding n.v.t. Maximale risico-exposure / aansprakelijkheid Aansprakelijkheid is verzekerd, max. verlies aandelenkapitaal ter waarde van 18.000 euro. Ons Doel Diensten BV. Algemene gegevens Naam van de verbinding Ons Doel Diensten BV. Rechtsvorm Besloten vennootschap Statutaire vestigingsplaats Leiden Statutaire doelstelling Verkrijgen, beheren, ontwikkelen, exploiteren en vervreemden registergoederen en vermogenswaarden in het algemeen en het verlenen en verrichten van diensten Oprichtingsdatum 19 maart 2008 Bestuurder Ons Doel Holding BV. Waardering Netto vermogenswaarde Kern-/nevenactiviteiten Beheren van registergoederen en verlenen van diensten Consolidatie binnen Ons Doel Holding BV. Financiële gegevens 2015 Vennootschap geplaatst kapitaal € 18.000,- Eigen vermogen inclusief resultaat verslagjaar € 15.218,- Resultaat verslagjaar € - 55,- Jaaromzet € 0 Belang in % 100 Nominale waarde belang, preferentie/prioriteit € 18.000,- Intrinsieke waarde € 15.218,- Overige participanten Geen

81

Bijlage 1: Verbindingen Ons Doel Holding BV. Algemene gegevens Naam van de verbinding Ons Doel Holding BV. Rechtsvorm Besloten vennootschap Statutaire vestigingsplaats Leiden Statutaire doelstelling Beheer- en financieringsactiviteiten en ` exploitatie registergoederen Oprichtingsdatum 19 maart 2008 Bestuurder Woningstichting Ons Doel Waardering Netto vermogenswaarde Kern-/nevenactiviteiten Houdster- en financieringsactiviteiten Consolidatie binnen Woningstichting Ons Doel Financiële gegevens 2015 Vennootschap geplaatst kapitaal € 18.000,- Eigen vermogen inclusief resultaat verslagjaar € 1.758,- Resultaat verslagjaar € - 2.136,- Jaaromzet € 0 Belang in % 100 Nominale waarde belang, preferentie/prioriteit € 18.000,- Intrinsieke waarde € 1.758,- Overige participanten Geen Stichting Wijze en mate van bestuurlijke zeggenschap Woningstichting Ons Doel heeft als rechtspersoon 100% zeggenschap Geldstromen Doorberekende kosten aan verbinding € 0,- Waarde verstrekte lening(en) € 36.000,- Beschikbaar gestelde bedrijfsmiddelen n.v.t. Inzet van personeel n.v.t. Ontvangen winstuitkeringen door Stichting € 0 Afgegeven zekerheden t.b.v. de verbinding n.v.t. Maximale risico-exposure / aansprakelijkheid Aansprakelijkheid is verzekerd, max. verlies aandelenkapitaal ter waarde van 18.000 euro. Ons Doel Projecten BV. Algemene gegevens Naam van de verbinding Ons Doel Projecten BV. Rechtsvorm Besloten vennootschap Statutaire vestigingsplaats Leiden Statutaire doelstelling Verkrijgen, beheren, ontwikkelen, exploiteren

en vervreemden registergoederen en vermogenswaarden in het algemeen

Oprichtingsdatum 19 maart 2008 Bestuurder Ons Doel Holding BV. Waardering Netto vermogenswaarde Kern-/nevenactiviteiten Ontwikkelen projecten Consolidatie binnen Ons Doel Holding BV.

Page 47: Jaarverslag Ons Doel 2015

Jaarverslag OnsDoel201590 91

84

Statutaire vestigingsplaats Leiden Statutaire doelstelling Beheer- en financieringsactiviteiten en

exploitatie registergoederen Oprichtingsdatum 00-00-1670 Bestuurder Woningstichting Ons Doel Waardering Netto vermogenswaarde Kern-/nevenactiviteiten Exploitatie Stichting Het Schachtenhof Consolidatie binnen Woningstichting Ons Doel Financiële gegevens 2015 Vennootschap geplaatst kapitaal € 0 Eigen vermogen inclusief resultaat verslagjaar € 146.282,- Resultaat verslagjaar € 31.312,- Jaaromzet € 75.569,- Belang in % 100 Nominale waarde belang, preferentie/prioriteit € 0 Intrinsieke waarde € 146.282,- Overige participanten Geen Stichting Wijze en mate van bestuurlijke zeggenschap Woningstichting Ons Doel heeft als rechtspersoon 100% bestuurlijke zeggenschap Geldstromen Doorberekende kosten aan verbinding € 0 Waarde verstrekte lening(en) € 0 Beschikbaar gestelde bedrijfsmiddelen Alle faciliteiten van de stichting, middels opslag op bedrijfskosten doorberekend Inzet van personeel Volgens vaste vergoeding Ontvangen winstuitkeringen door Stichting € 0 Afgegeven zekerheden t.b.v. de verbinding n.v.t. Maximale risico-exposure / aansprakelijkheid Aansprakelijkheid verzekerd

83

Stichting Wijze en mate van bestuurlijke zeggenschap Woningstichting Ons Doel heeft als rechtspersoon indirect 100% zeggenschap Geldstromen Doorberekende kosten aan verbinding € 0,- Waarde verstrekte lening(en) € 0 Beschikbaar gestelde bedrijfsmiddelen n.v.t. Inzet van personeel n.v.t. Afgegeven zekerheden t.b.v. de verbinding n.v.t. Maximale risico-exposure / aansprakelijkheid Aansprakelijkheid is verzekerd, max. verlies aandelenkapitaal ter waarde van 18.000 euro. Bestuurlijk: Stichting Juffrouw Maashofje Algemene gegevens Naam van de verbinding Stichting Juffrouw Maashofje. Rechtsvorm Stichting Statutaire vestigingsplaats Leiden Statutaire doelstelling Beheer- en financieringsactiviteiten en exploitatie registergoederen Oprichtingsdatum 07 mei 1975 Bestuurder Woningstichting Ons Doel Waardering Netto vermogenswaarde Kern-/nevenactiviteiten Exploitatie Stichting Juffrouw Maashofje Consolidatie binnen Woningstichting Ons Doel Financiële gegevens 2015 Vennootschap geplaatst kapitaal € 0 Eigen vermogen inclusief resultaat verslagjaar € 503.201,- Resultaat verslagjaar € 30.605,- Jaaromzet € 39.222,- Belang in % 100 Nominale waarde belang, preferentie/prioriteit € 0 Intrinsieke waarde € 503.201,- Overige participanten Geen Stichting Wijze en mate van bestuurlijke zeggenschap Woningstichting Ons Doel heeft als rechtspersoon 100% bestuurlijke zeggenschap Geldstromen Doorberekende kosten aan verbinding € 0 Waarde verstrekte lening(en) € 0 Beschikbaar gestelde bedrijfsmiddelen Alle faciliteiten van de stichting, door middel van opslag op bedrijfskosten doorberekend Inzet van personeel Volgens vaste vergoeding Ontvangen winstuitkeringen door Stichting € 0 Afgegeven zekerheden t.b.v. de verbinding n.v.t. Maximale risico-exposure / aansprakelijkheid Aansprakelijkheid verzekerd Stichting Het Schachtenhof Algemene gegevens Naam van de verbinding Stichting Het Schachtenhof. Rechtsvorm Stichting

Page 48: Jaarverslag Ons Doel 2015

In dit jaarverslag heeft u de muurschildering aan de Boshuizerkade tot stand zien komen; van het eindresultaat op de cover, tot de aller eerste schets op de pagina hiernaast. De muurschilde-ring kwam op een bijzondere manier tot stand:

DeWorkshopsmetjongeenouderebuurtbewo-nersenmedewerkersvanverschillendewoning-corporatiesleverdenmooieverhalenop;overopgroeienindewijkenaandeBoshuizerkade,overreligieenoverafkomst.Overhetleven.

ColourCastleverzameldedeverhalenenmengdezetoteengraffiticoncept.Methetveranderenvandewijkdoordejarenheen,groeidehetbesefdatdemixvanverschil-lendeculturenwaardevolisendewijkmooimaakt.Diegroeienlevendigheidstaancentraalindemuurschildering,diegeheelmetspuitbus-senisgemaakt.Dehuisjesindeboomhebbenallemaaleeneigenkleurenidentiteit.Hetisduidelijk:hierwordtgewerkt,gespeeld,geslapenengegeten.Hierwordtgeleefd.

Muurschildering Boshuizerkade

Met dank aan:•WoningstichtingOnsDoel•DeBuurtontmoetingsplek•ColourCastle.nl•Druckerfonds•Fonds1818•StichtingJeugd-enJongerenwerkHolland-Rijnland,locatieSouthpark

•LeidenOntmoet•DeLuifelbaan•WOZFonds•StichtingLeidsemaatschappijvanweldadigheid•HWSKatwijk•WijkenVoorKunstLeiden

Hetbegin;hetontwerpvoordemuurschilderingaandeBoshuizerkade.