Jaarverslag LCR 2016 - landelijkeclientenraad.nl · V. Congres 2016, Regionale...
Transcript of Jaarverslag LCR 2016 - landelijkeclientenraad.nl · V. Congres 2016, Regionale...
LCR/17-0029/GM/ER
Jaarverslag LCR 2016
Inhoudsopgave
1 Voorwoord
2 De Raad
3 De LCR van maand tot maand
4 (Wettelijke) overleggen
4.1 Ministerie van SZW
4.2 Ambtelijk overleg met het ministerie van SZW
4.3 VNG
4.4 UWV
4.5 SVB
4.6 Inspectie SZW
4.7 overige overleggen
5 Projecten
5.1 Beter benutten ervaringskennis
5.2 Beoordelen onderzoeksvoorstellen
6 VN-verdrag
7 Onafhankelijke cliëntondersteuning
8 Schuldhulpverlening
9 Cliëntenparticipatie in de arbeidsmarktregio
10 Congres LCR
11 Colofon
Bijlagen
I. Missie en visie LCR
II. Overzicht adviezen LCR
III. Deelname aan begeleidingscommissie, klankbordgroep en Raad van Advies
IV. Overzicht Publicaties LCR
V. Congres 2016, Regionale Cliëntenparticipatie
VI. Ab Harrewijn-rede 2016
VII. Cliënt in Beeld-prijs 2016
VIII. Overzicht leden en plaatsvervangend leden LCR
LCR/17-0029/GM/ER
1
1 Voorwoord
2016 zou het jaar van de stabilisatie worden. 2015 was immers het jaar van de transitie
van de drie decentralisaties (WMO, Jeugdzorg en Participatiewet) geweest en in 2016
gingen we daar de vruchten van plukken. Niet verrassend: het werd een tweede jaar van
transitie.
De Landelijke Cliëntenraad (LCR) volgde met name de uitvoering van de Participatiewet
op de voet. Dat stond natuurlijk als speerpunt in ons werkplan. Maar ook als dat niet het
geval was geweest, hadden we er toch veel aandacht aan besteed. De vele signalen die
we uit het land kregen, maakten dat onvermijdelijk.
Die signalen gingen over allerlei zaken die niet goed gingen.
De vele verplichtingen die in de Participatiewet staan voor mensen in de bijstand werden
door gemeenten zeer verschillend geïnterpreteerd.
De tegenprestatie, de plicht om mee te werken aan het vinden van betaald werk, de
plicht om de juiste informatie te verschaffen en nog meer verplichtingen, vroegen in onze
mailbox, via de telefoon en in de raadsvergaderingen nadrukkelijk aandacht.
Kwetsbare mensen kwamen bijvoorbeeld door boetes in de problemen, voelden zich door
een schrijnende bejegening miskend en zelfs gecriminaliseerd en kregen niet de
re-integratieondersteuning die ze nodig hadden.
Eén ding was voor ons in ieder geval duidelijk. De positie van cliënten is niet sterk
genoeg. In de contacten met de gemeente voelen individuele cliënten zich ondergeschikt
en kwetsbaar. Ze durven zich in een gesprek niet kritisch op te stellen, uit angst voor
boetes of stopzetten van de uitkering. De (re-integratie) trajecten zijn vaak bedacht door
(een ambtenaar van) de gemeente en verdienen niet de kwalificatie maatwerk, die
volgens de beleidsnota’s en de verordeningen toch van groot belang is.
Een vergissing of administratieve onhandigheid wordt aangemerkt als fraude en dan
volgen boetes. Om die positie te versterken hebben we in 2016 heel stevig gepleit voor
onafhankelijke cliëntondersteuning. Cliënten moeten het recht hebben om iemand naast
zich te hebben die ze ondersteunt bij allerlei zaken. Van het zoeken van de weg in de
vele en ingewikkelde regels tot het meegaan naar een gesprek met de gemeente.
Goede hulp en ondersteuning is zeker ook van belang als iemand een probleem heeft
met het betalen van rekeningen en het aflossen van schulden. De kwaliteit van de
schuldhulpverlening is op zijn zachtst gezegd wisselend en de LCR wil graag bijdragen
aan verbetering en professionalisering daarvan. Daar zijn we in 2016 mee begonnen en
daar gaan we in 2017 zeker mee door.
Ook voor de collectieve positie van cliënten (in cliëntenraden) hebben we in 2016 veel
aandacht gevraagd. Cliëntenparticipatie en -zeggenschap staat onder druk.
Het is kennelijk nog niet vanzelfsprekend dat een bestuurder het beleid beter maakt door
de mensen waar dat beleid over gaat om advies te vragen en gebruik te maken van hun
ervaringsdeskundigheid. Ook niet nadat staatssecretaris Klijnsma, die het erg met ons
eens was en is, en de voorzitter van de LCR hier gezamenlijk een brief naar de
gemeenten over stuurden. Er was en is dus werk aan de winkel.
Gelukkig leest u in dit jaarverslag ook nog over dingen die (erg) goed gingen. Wat mij
betreft staat de ratificatie van het VN-verdrag inzake rechten van mensen met een
handicap bovenaan die lijst. Tien jaar na ondertekening van het verdrag stemden de
Tweede Kamer en Eerste Kamer in met de Ratificatiewet. Dat daarmee een traject zou
worden afgesloten, bleek een hardnekkig misverstand. Er is nog heel veel te doen
voordat we in Nederland aan de bepalingen van het verdrag voldoen en dus is de
ratificatie nog maar het begin! Het mooie aan die constatering is, dat een belangrijke
opdracht voor 2017 dan ook meteen maar duidelijk is.
Gerrit van der Meer
Voorzitter Landelijke Cliëntenraad
2
2 De Raad
In 2016 is de Raad 6 keer bijeengeweest. Naast de vaste agendapunten; agenda,
besluitenlijst DB, in- en uitgaande post, actualiteiten ingebracht door de leden en
rapportage van activiteiten van de LCR is onder andere gediscussieerd over de volgende
onderwerpen:
Onafhankelijke cliëntondersteuning;
VN-verdrag;
Verdringing op de arbeidsmarkt;
15 cases van Cedris; Analyse beoordeling banenafspraak en Beschut werk;
ANW;
WGA 80-100;
De Rol van Sociale Ondernemingen;
Mensen met verward gedrag;
Beschut werken;
De bureaucratie van de banenafspraak/praktijkroute;
Armoede en schuldhulpverlening.
Vanzelfsprekend zijn ook de bestuurlijke en ambtelijke overleggen met UWV, SVB en het
ministerie van SZW in de raadsvergaderingen voorbereid (zie verder hoofdstuk 4).
Training
Op 2 november 2016 is een training voor de raad georganiseerd. In de ochtend
verzorgde Martin Schuurman een workshop over het VN-verdrag. Het middagprogramma
stond in het teken van samenwerking in de raad.
Werkgroepen
Ter voorbereiding van verschillende adviezen en activiteiten zijn diverse werkgroepen
binnen de LCR actief geweest. In werkgroepverband zijn de volgende adviezen
voorbereid:
Verschillende aspecten bij uitvoering WWZ;
Beschut werken;
SER-advies infrastructuur voor kwetsbare groepen;
ANW.
Daarnaast was de werkgroep congres actief met de voorbereidingen van het congres.
Dagelijks Bestuur (DB)
Ter bewaking van de voortgang van de werkzaamheden van de LCR en voorbereiding van
de LCR-vergaderingen hebben 6 DB-vergaderingen plaatsgevonden.
Deze vergaderingen vinden uiterlijk 14 dagen voorafgaand aan de raadsvergaderingen
plaats.
3
1. De LCR van maand tot maand
Januari
Thema cliënt in beeld prijs 2016 wordt bekendgemaakt:
‘De leefwereld op de overlegtafel’.
Februari
Bijeenkomst over het beter benutten van ervaringskennis bij cliëntenparticipatie.
Maart
Rapportage verschijnt over een onderzoek (LCR, Ieder(In) en LPGGZ) naar de
betrokkenheid van cliëntenraden bij de invoering van de Participatiewet.
Cliëntenparticipatie bij de werkbedrijven komt nauwelijks van de grond.
April
LCR congres 2016, thema ‘Regionale cliëntenparticipatie’.
Mei
Staatssecretaris Klijnsma opent de nieuwe website Routewijzer naar werk.
Een initiatief van Platform GGz en de LCR. De site helpt mensen met een psychische
handicap bij hun oriëntatie op werk.
Juni
Evaluatie Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening afgerond.
Conclusie; Schuldhulpverlening moet beter!
Juli
Voorontwerp Besluit breed moratorium, blij dat het er komt!
Augustus
Concept wetsvoorstel in verband met het verplicht stellen van beschut werken.
De LCR is verheugd dat mensen zelf een indicatie bij het UWV kunnen vragen.
De LCR adviseert om een vrijlatingsregeling bij de uitkering bij deeltijdwerk.
September
Noodkreet van cliëntenorganisaties maatschappelijk opvang.
De zorg en ondersteuning voor mensen met verward gedrag kan en moet beter.
Het gaat niet alleen om zorg! Ook cliëntenraden op het terrein van werk en inkomen
zijn aan zet.
Oktober Tijdelijk besluit experimenten Particpatiewet. De LCR vindt de experimenteerruimte
bij experimenten met de vrijlatingsregeling te beperkt.
November
Het onderzoek naar regionale cliëntenparticipatie is gestart.
December
E-magazine over re-integratie verschijnt;
LCR, Divosa, NVVK, Sociaal Werk Nederland en VNG gaan samenwerken in het
ondersteuningsprogramma schuldhulpverlening voor een betere uitvoering van de
schuldhulpverlening.
4
4 (Wettelijke) overleggen
4.1 Overleg met het ministerie van SZW
Op 21 juni 2016 vond het bestuurlijk overleg plaats.
Er is gesproken over:
Cliëntenparticipatie lokaal en regionaal
De zorgen van de LCR over lokale cliëntenparticipatie zijn toegenomen.
Staatssecretaris Klijnsma heeft het subsidieverzoek van de LCR goedgekeurd. Dit betreft
het inventariseren van de stand van zaken regionale cliëntenparticipatie, de
ondersteuningsbehoefte bij het organiseren van regionale cliëntenparticipatie en de
succes- en faalfactoren.
Cliëntondersteuning
In de Wmo is bepaald dat de gemeenten zorg moeten dragen voor onafhankelijke
cliëntondersteuning(OCO) om vanuit het belang van de burger informatie, advies en waar
nodig hulp bij aanvraag te bieden. Dit geldt ook voor vragen op het terrein van zorg,
werk, inkomen, wonen en onderwijs. Staatssecretaris Klijnsma onderkent dit belang maar hoe dit wordt vormgegeven is aan de gemeenten. Wel wil staatssecretaris Klijnsma hierover een alinea opnemen in de verzamelbrief, met de strekking dat het vanuit het brede sociaal domein van wezenlijk belang is dat mensen ondersteund worden op alle elementen. De staatssecretaris wil in de verzamelbrief gemeenten ook oproepen om op hun website aandacht te besteden aan cliëntondersteuning.
Banenafspraak
Rond de banenafspraak is de LCR nog steeds zeer bezorgd over de uitvoering. De LCR
hecht eraan betrokken te zijn bij de proeftuinen en maakt zich zorgen over verdringing.
Hoe wordt gemonitord of ongewenste verdringing plaatsvindt, zoals bij mensen met een
beperking die niet onder de Baangarantie vallen.
De staatssecretaris zegt dat het vooral van belang is dat de vakbeweging en cliëntenraden hier op lokaal niveau en in de regio op letten. Landelijk wordt dit soort problematiek meegenomen in de evaluaties. De staatssecretaris vindt het een goed idee om, als de resultaten van de drie pilots gezamenlijk helder zijn, deze ook aan de LCR voor te leggen.
Advies LCR over jongeren die volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikt zijn en visie
op de WGA 80-100
De LCR heeft op consistente en constructieve wijze oplossingen geformuleerd voor
Jonggehandicapten die volledig maar niet duurzaam zijn beoordeeld en de groep
WGA 80-100. De staatssecretaris heeft begrip voor de zorgen van de LCR. Het is belangrijk om deze groep goed in het vizier te houden. Een warme overdracht bij gemeenten van alle schoolverlaters is belangrijk en met name voor speciaal onderwijs en praktijkonderwijs. Ze hoopt dat de cliëntenraden hiervoor zowel in gemeenten als in de regio’s aandacht vragen. Individuele Plaatsing en Steun (IPS) voor mensen met NAH en LVB
De LCR constateert met tevredenheid dat het ministerie aandacht heeft voor IPS en er
zich voor in wil spannen om IPS onder de aandacht te brengen bij UWV en gemeenten.
Zijn de bewindslieden bereid om een voorstudie te doen naar de mogelijkheden om IPS
voor mensen met niet aangeboren hersenletsel (NAH) en licht verstandelijke beperking
(LVB). De staatssecretaris wil aanbevelen om in het Programma Vakkundig aan het werk te kijken of dit instrument zou kunnen helpen voor deze groepen.
5
Overleg VN-verdrag
Met de directie P&DV is de afspraak gemaakt dat met de LCR overlegd wordt of nieuw
beleid en wetgeving VN-verdrag proof is. De LCR heeft een lijst van onderwerpen
gestuurd.
4.2 Ambtelijk overleg met het ministerie van SZW en VWS
Verschillende ambtelijke overleggen over diverse onderwerpen hebben plaatsgevonden.
Daarbij werd gesproken over:
AG-Monitor, WIA en de mensen die met LKS werken, beschutwerk, VN-verdrag,
banenafspraak, Cedris casussen en de analyse van de LCR, webtool beslagvrije voet,
voorlichting beschut werk, regeling beschut werk, evaluatie Participatiewet.
Deelname werkconferentie Matching.
Met ministerie van VWS is gesproken over onafhankelijke cliëntondersteuning.
De LCR heeft een reactie gegeven op de Kennis documenten, Beschutwerk, Instrumenten
en financiering.
4.3 Overleg met VNG
Met de VNG heeft geen bestuurlijk overleg plaatsgevonden. De LCR heeft wel pogingen
gedaan om tot een afspraak te komen.
4.4 Overleg met UWV
Op 6 juli 2016 vond bestuurlijk overleg plaats met RvB UWV. In dit overleg is gesproken
over de volgende onderwerpen:
- Ontwikkelingen cliëntenparticipatie arbeidsmarktregio’s WIA-WGA 80-100%
(herbeoordelingen/re-integratie);
- Terugblik congres LCR;
- Reparatie dagloonbesluit.
Het overleg werd voorafgegaan door een overleg met de Centrale Cliëntenraad van UWV.
Dit overleg vond plaats op 11 april 2016. Vanuit de LCR werden de volgende
onderwerpen geagendeerd:
- Evaluatie vertegenwoordigers CC UWV in LCR;
- Voorbereiding overleg tussen UWV en CC UWV en LCR over inkoopkader re-integratie
UWV;
- Inkoopkader Jobcoaching UWV.
4.5 Overleg met SVB
25 januari 2016 vond bestuurlijk overleg plaats met de RvB SVB.
Op de agenda:
Presentatie update Stand van zaken PGB (door Coen van de Louw).
Korte terugblik, jaarovergang, actuele stand van zaken, voorruitblik, gevolgen
gebrekkige aanlevering van gegevens door gemeenten en stand van zaken
herindicatie en vraagpunten.
AOW-gerechtigde leeftijd verschuift sneller naar 67 jaar.
Het is belangrijk het aantal vragen bij te houden evenals waar de vragen over gaan.
Een goede beantwoording van telefonische vragen is cruciaal. De LCR wil graag weten
of en in hoeverre er sprake is van monitoring van vragen. De LCR ziet daarnaast
graag cijfermatige info over toegekende overbruggingsregeling (OBR) oude en nieuwe
regeling tegemoet.
Evaluatie samenwerking CR SVB en LCR
Het bestuurlijk overleg is voorafgegaan door een overleg met de CR SVB, dit vond op 16
november 2015 plaats. Er is gesproken over Imago meting SVB, Experiment ANW en
stand van zaken ICT.
6
4.6 Inspectie SZW
De LCR is bij één onderzoekrapportage, Begeleiding jongeren met een arbeidshandicap
door gemeente, om een bestuurlijke reactie gevraagd (zie bijlage II, overzicht
adviezen).
De LCR is verschillende keren door de inspectie geraadpleegd bij de voorbereiding van
onderzoeken, onder andere bij:
Doelgroep banenafspraak;
Toegang sociaal domein;
Participatiewet en doelgroep banenafspraak;
Overgang jeugd naar integrale benadering;
Realisatie extra banen;
Onderzoekaanpak LVB;
Inkomensondersteuning.
Ook werd met de inspectie gesproken naar aanleiding van bestuurlijke reactie jongeren
met een handicap.
Tot slot hebben we deelgenomen aan een drietal bijeenkomsten met de inspectie:
Expertmeeting LVB;
2 bijeenkomsten toezichtprogramma.
4.7 Overige overleggen en bijeenkomsten georganiseerd door de overheid
De voorzitter van de LCR is tafelvoorzitter geweest bij één van de bestuurlijke
bijeenkomsten in de regio over mensen met een psychische kwetsbaarheid en werk.
In het kader van het Monitoren van Voorbeeldprojecten arbeidstoeleiding van
mensen met grote afstand tot de arbeidsmarkt en gezondheidsproblemen heeft de LCR
eind februari deelgenomen aan een bijeenkomst ter voorbereiding van de presentatie van
de eindrapportage. In mei heeft de LCR deelgenomen aan de bijeenkomst over ‘Leren
van samenwerkingsprojecten Werk & Inkomen en GGZ’.
Verder heeft de LCR deelgenomen aan de ronde tafel bijeenkomst over
schuldhulpverlening en een bijeenkomst over de beslagvrije voet. De door het ministerie
van SZW georganiseerde bijeenkomst over de ANW is door de LCR bijgewoond.
Ook nam de LCR deel aan een expertmeeting over maatschappelijke democratie,
georganiseerd door de Raad voor het Openbaar Bestuur.
In het kader van e-Overheid is één van de belangrijke punten voor de LCR dat mensen
zonder ‘brievenbus’ wel een DigiD kunnen aanvragen. Ook is aandacht gevraagd voor het
feit dat als cliënten van UWV een bericht krijgen in Mijn Overheid zij opnieuw moeten
inloggen om van Mijn Overheid naar Mijn UWV te komen.
7
5 Projecten
5.1 Beter benutten ervaringskennis
Met subsidie van Stichting instituut gak biedt de LCR, in samenwerking met de VU en
Stimulansz, een training aan over het beter benutten van ervaringskennis.
Voor gemeenten en UWV is het van groot belang te weten welke ervaringen cliënten
hebben met hun beleid en dienstverlening.
Van cliëntenraden wordt verwacht dat zij die ervaringskennis verzamelen en inbrengen.
Maar hoe haal je ervaringen op en hoe breng je die goed in bij de gemeente of UWV?
Welke instrumenten kun je daarbij gebruiken?
In het project Beter benutten ervaringskennis wordt gewerkt in vier koppels, bestaande
uit een gemeenteambtenaar en lid van de cliëntenraad. Het betreft koppels van de
gemeenten Amsterdam, BMWE (Bedum, De Marne, Winsum en Eemsmond), Den Bosch
en Utrecht. Zij verdiepen zich gezamenlijk in wat de waarde is van ervaringskennis en
voeren een zelfgekozen project uit om de ervaringen ‘op te halen’ en ‘te vertalen naar
ervaringskennis en inbreng’ bij hun gemeente.
Zij gaan onder andere op zoek naar de ervaringen van dak- en thuislozen die een
uitkering aanvragen, naar mensen met een bijstandsuitkering die vrijwilligerswerk doen,
hoe mensen de weg vinden naar armoederegelingen en de ervaringen met de interactie
tussen cliënt en dienst. We gebruiken hun leerervaringen om andere cliëntenraden en
gemeenten instrumenten aan te reiken die hen kunnen helpen om de ervaringskennis
beter te benutten. Dit project is in het najaar 2016 gestart en wordt eind 2017 afgerond.
5.2 Beoordelen onderzoeksvoorstellen
ZonMw heeft de LCR gevraagd om bij het beoordelen van onderzoeksvoorstellen in het
kader van vakkundig aan het werk cliënten een beoordeling te laten verzorgen.
ZonMw heeft hier goede ervaringen mee door onderzoeken op het terrein van
(gezondheids)zorg. De LCR was enthousiast over deze vraag.
Op het congres van de LCR zijn flyers uitgedeeld om mensen te interesseren voor
deelname aan het cliëntenpanel. Het bleek dat niet alleen de LCR enthousiast was maar
ook de leden van cliëntenraden/bezoekers van ons congres.
In september hebben we vervolgens een training voor de panelleden georganiseerd en in
oktober hebben de deelnemers verdeeld in groepjes van drie projectideeën beoordeeld.
ZonMw was tevreden over de beoordelingen van het panel. Het heeft toegevoegde
waarde. We gaan dus door in 2017 met het beoordelen van de onderzoeksvoorstellen en
we gaan ook een cliëntenpanel leveren voor het programma werk(en) is gezond.
8
6 VN-verdrag geratificeerd
In 2016 werd het VN-verdrag inzake rechten van mensen met een handicap eindelijk
geratificeerd. Na een jarenlange strijd hiervoor stemden beide Kamers van het parlement
in met de Ratificatiewet die door Staatssecretaris Van Rijn was voorgesteld.
Met die ratificatie verplicht De Staat der Nederlanden zich om mensen met een beperking
dezelfde mogelijkheden en kansen te bieden die alle Nederlanders hebben, op alle
levensterreinen. Dat laatste leek bij de parlementaire behandeling nog lastig, want veel
debatten kwamen niet of nauwelijks verder dan de toegankelijkheid van gebouwen, het
openbaar vervoer en (in een enkel geval) websites. Samen met de Coalitie voor Inclusie
bracht de LCR de (kennelijk) wat minder voor de hand liggende thema’s in:
Het domein werk en inkomen en als onderdeel daarvan de toegankelijkheid van de
arbeidsmarkt;
De meespraak van mensen met een beperking (praat niet over maar met ons) en dus
het gebruikmaken van de ervaringsdeskundigheid van de mensen waar het over
gaat;
De verantwoordelijkheid van de Rijksoverheid om zelf met een concreet Plan van
Aanpak te komen en de uitvoering niet gemakkelijk over te laten aan lokale
overheden en marktpartijen;
De dienstverlening van de overheid zelf, digitaal en persoonlijk.
Dezelfde thema’s dus, die we in het jaarverslag van 2014 al noemden.
Het bleek onverminderd nodig. We bleven erop hameren, in gesprekken met
Kamerleden, tijdens congressen en conferenties. We hadden onze inbreng in twee
rondetafelgesprekken die door het College voor de Rechten van de Mens werden
georganiseerd. En natuurlijk bespraken we het VN-verdrag in de Bestuurlijke Overleggen
met de staatssecretaris van SZW en, door tussenkomst van de Coalitie van Inclusie en
enkele van onze eigen lid organisaties, met de staatssecretaris van VWS.
Publicitair roerde de LCR zich ook, vaak door aan te sluiten bij media-uitingen van onder
andere Ieder(in), ‘Wij Staan Op’, Landelijk Platform GGZ en andere leden van de Coalitie
voor Inclusie. Voor het tweede achtereenvolgende jaar besteedde de voorzitter in
meerdere columns aandacht aan het VN-verdrag.
Centraal in onze pleidooien stond en staat de Inclusieve Samenleving. Dat is immers ook
de kern van het VN-verdrag. In een inclusieve samenleving wordt niemand uitgesloten,
heeft iedereen dezelfde rechten en plichten, kan iedereen zonder belemmeringen gebruik
maken van de diensten van de overheid en heeft iedereen dezelfde mogelijkheden om
een volwaardig lid van de samenleving te zijn.
Het jaar eindigde met heftige en hectische discussies over de Algemene Maatregel van
Bestuur die staatssecretaris Van Rijn nog vóór het Kersreces bij de Kamer wilde hebben,
nadat hij bij een eerdere poging van de Kamer de opdracht had gekregen om het concept
ingrijpend aan te passen. Veel te weinig ambitieus, was de korte samenvatting van de
kritiek, die veel Kamerleden van ons en anderen hadden overgenomen. Het streven ‘voor
het Kerstreces’ is inmiddels overigens gewijzigd in ‘voor het verkiezingsreces’. Zonder
moeizame discussies gaat het dus nog steeds niet.
De terugblik op 2016 houdt daarom meteen weer een opdracht voor 2017 in; we zullen
in het eerste jaar na de ratificatie scherp blijven letten op een goede en integrale
uitvoering van het VN-verdrag. Zeker op de fysieke toegankelijkheid maar vooral ook op
de thema’s waar we al twee jaar mee bezig zijn. Want die inclusieve samenleving, daar
werken we aan zolang het nodig is. En dat zal nog heel lang zijn.
9
7 Onafhankelijke Clientondersteuning
Onafhankelijke individuele cliëntondersteuning is een nieuwe vorm van steun voor alle
inwoners in Nederland die hulp willen bij het formuleren van hun hulpvraag in het
publieke domein. De LCR hecht zeer aan deze ondersteuning. Mensen die zich niet
(meer) goed weten te redden, er niet (meer) goed uitkomen in onze ingewikkelde
samenleving weten niet wat, bij wie en hoe zij ondersteuning kunnen vragen. Een
onafhankelijk cliëntondersteuner helpt hen daarbij vanuit één belang; die van de vrager.
Vandaar dat die ondersteuner ook echt onafhankelijk moet zijn. Een ander belangrijk
punt is dat goed geïnformeerde en geadviseerde mensen met een realistische en heldere
vraag zich melden bij de juiste publieke instantie Het leidt tot een meer gelijkwaardige
relatie tussen de vrager en de behandelaar van de aanvraag.
De functie van Onafhankelijke Clientondersteuning vindt zijn wettelijke basis is in de
Wmo. De doelgroep betreft alle burgers met vragen over en aan het publieke domein.
Letterlijk:
“Onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die
bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen
van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke
ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en
inkomen.”
De LCR heeft, samen met Ieder(in) en Landelijk Platform GGz en later uitgebreid met de
UnieKBO, gevolgd op welke wijze gemeenten invulling geven aan de Onafhankelijke
Clientondersteuning. Al in 2015 hebben we geïnventariseerd onder gemeentelijke raden
en –organisaties hoe het met die implementatie staat en in 2016 is hier een rapport van
uitgekomen; Rapport Clientondersteuning bij gemeenten. We hebben deelgenomen aan
een door de VNG georganiseerde bijeenkomst waar Movisie een rapport presenteerde
over de Onafhankelijke Clientondersteuning (Onafhankelijke cliëntondersteuning.
Een inventarisatie van verschijningsvormen in 29 gemeenten). Samen met onze eigen
geluiden uit de achterban constateerden we dat gemeenten:
- Mensen onvoldoende wijst op onafhankelijke cliëntondersteuning en ook vaak
onvindbaar is voor mensen;
- De onafhankelijkheid niet waarborgt;
- Zich veelal beperken tot zorg en dat werk en inkomen niet in beeld zijn;
- Zich vrijwel altijd beperken tot het gemeentelijke publieke domein en bijvoorbeeld
UWV of passend onderwijs geheel buiten beeld zijn.
Daarop besloten de samenwerkende organisaties een alarmbrief te schrijven aan de VNG.
Dit leidde tot een gesprek met een vertegenwoordiging van de VNG, de commissie
Gezondheid & Welzijn. In dat gesprek werd duidelijk dat de VNG erkent dat het beter
moet. En dat besloten is een Handreiking over Onafhankelijke Cliëntondersteuning te
schrijven. We hebben in een constructieve sfeer de conceptversie besproken en
tekstvoorstellen gedaan. Daarna zijn er door de VNG bijeenkomsten georganiseerd met
gemeenten over de Handreiking. Vervolgens is de Handreiking bijgesteld en hebben we
weer tekstsuggesties gegeven. Hoewel we het niet volledig eens zijn geworden, zijn we
wel van mening dat gemeenten met de Handreiking de goede richting op worden
gewezen.
De LCR heeft in Sociaal Bestek een artikel geschreven over Onafhankelijke
Cliëntondersteuning (decembernummer, zie bijlage IV). Hierin wordt duidelijk
geformuleerd wat Cliëntondersteuning daadwerkelijk is en wat het belang is voor de
vragers om die ondersteuning. Dit was gewenst omdat er veel misverstanden bestaan
wat onder cliëntondersteuning moet worden verstaan.
10
In het artikel wordt gemeenten ook geadviseerd hoe zij, rekening houdend met het
perspectief van de vragers naar onafhankelijke cliëntondersteuning, deze zouden kunnen
vormgeven.
Tot slot heeft de LCR de Onafhankelijke Cliëntondersteuning als item opgevoerd in de
evaluatie van de Participatiewet. Die evaluatie vindt plaats in 2017. We zijn benieuwd of
de Werk en Inkomenssector bij gemeenten zich inmiddels realiseert dat deze vorm van
ondersteuning ook van belang is voor hun cliënten. Ook zullen cliëntenraden
Participatiewet worden bevraagd of zij betrokken zijn bij de invulling van de
Onafhankelijke Clientondersteuning. Tot slot wordt cliënten gevraagd of zij gewezen zijn
op en ondersteuning hebben gevraagd aan een onafhankelijk cliëntondersteuner.
11
8 Schuldhulpverlening
2016 was het jaar van de evaluatie van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.
In de afgelopen jaren heeft de LCR herhaaldelijk aandacht gevraagd voor de uitvoering
en de kwaliteit van schuldhulpverlening. De eerste evaluatie is een moment om te zien
hoe het ervoor staat. De LCR was lid van de begeleidingscommissie bij het evaluatie-
onderzoek.
Helaas leverde de evaluatie op onderdelen geen goed beeld. Zo is het onduidelijk hoeveel
mensen er na de eerste vraag om hulp voordat er een aanbod is gedaan uitvallen, of
gemeenten (te) streng zijn bij de toelating tot schuldhulpverlening en of er werkelijk
sprake is van een brede toegang en wat de wet daaraan heeft bijgedragen.
Uit de evaluatie blijkt dat er nog veel te verbeteren is in de uitvoering van de
gemeentelijke schuldhulpverlening. De kwaliteit van beleid en uitvoering moet beter.
Dat wordt breed gedeeld.
Het kabinet stelt daarom de komende drie jaar in totaal 7,5 miljoen euro ter beschikking
om de uitvoering van de schuldhulpverlening te verbeteren en financieel te
ondersteunen.
De LCR heeft samen met Divosa, NVVK, Sociaal Werk Nederland en VNG de handschoen
opgepakt om gezamenlijk een project uit te voeren dat ertoe bijdraagt dat de kwaliteit en
de professionaliteit van de schuldhulpverlening structureel verbetert.
Eind december werd daartoe een gezamenlijk projectvoorstel voor het eerste deel van de
beschikbare middelen door het ministerie van SZW goedgekeurd.
Wordt vervolgd in 2017.
12
9 Cliëntenparticipatie in de arbeidsmarktregio
De LCR vindt het belangrijk dat er in de arbeidsmarktregio’s cliëntenparticipatie bij de
werkbedrijven is. Als er regionaal beslissingen voor en over cliënten worden genomen
dan mag cliëntenparticipatie in de regio niet ontbreken. Deze regionale
cliëntenparticipatie komt helaas land breed onvoldoende van de grond. Daarom heeft de
LCR met extra financiële middelen van het ministerie van SZW een onderzoek laten
uitvoeren om vast te stellen hoe de regionale cliëntenparticipatie wel van de grond kan
komen. Het onderzoek is uitgevoerd door ZINZIZ.
De drie kernvragen van het onderzoek waren:
1. Wat is feitelijke de stand van zaken in de 35 arbeidsmarktregio’s?
2. Wat zijn factoren die bevorderend of belemmerend zijn bij de ontwikkeling van
regionale cliëntenparticipatie?
3. Welke ondersteuningsvragen zijn er bij cliëntenraden (gemeenten en UWV)?
Uitkomsten van het onderzoek
In 24 van de 35 arbeidsmarktregio’s is de digitale enquête ingevuld,
In deze 24 arbeidsmarktregio’s hebben 12 regio’s aangegeven dat er sprake is van
regionale cliëntenparticipatie (RCP) in hun regio. De regio’s kijken echter heel
verschillend aan tegen wat RCP inhoudt en wanneer daaraan wordt voldaan.
Succes- en faalfactoren
Voor RCP überhaupt kan worden ingericht dient er bij betrokkenen eenduidigheid te zijn
over wat cliëntenparticipatie precies is. De definitie van cliëntenparticipatie loopt tussen
maar ook binnen de regio’s uiteen. Er zijn discussies gaande of cliëntenparticipatie gaat
over medezeggenschap op beleidsontwikkeling en/of op beleidsevaluatie (gericht op het
toetsen van de uitvoering), of zelfs over individuele belangenbehartiging.
En of, indien hier consensus over is bereikt, deze interpretatie van cliëntenparticipatie
ook werkt of zou moeten gelden op regionaal niveau. Waar inspraak op bijvoorbeeld
beleidsontwikkeling en advies over een verordening op gemeentelijk niveau
vanzelfsprekend kan zijn, ligt dit op regionaal niveau anders.
De regio’s zijn zoekende naar wat RCP in hun regio betekent en binnen welke kaders dit
georganiseerd kan en zou moeten worden. Er wordt benoemd dat de verwachtingen van
zowel de cliëntraden als de bestuurlijk verantwoordelijken niet helder zijn en dit maakt
het moeilijk om invulling te geven aan een passende en effectieve vorm van RCP.
Aanbevelingen
De invulling van RCP loopt sterk uiteen, geen regio heeft dit hetzelfde georganiseerd. Dit
betekent dat hun ondersteuningsvragen ook sterk van aard verschillen. De 2e
onderzoeksvraag, waarin de behoefte naar ondersteuning van de betrokken partijen is
gebracht, is daardoor niet eenduidig te beantwoorden. Een deel van de
ondersteuningsvragen zijn regio specifiek, maar sommige zijn op meerdere regio’s van
toepassing. De ondersteuningsvragen kunnen worden teruggebracht naar 5 categorieën.
1 Regionale kaart voor Cliëntenraden
Dit maakt het voor cliëntenraden (en centrumgemeente) makkelijker:
Om binnen de regio contact met elkaar op te nemen
Om netwerkmogelijkheden te benutten
Om uitwisseling van kennis en ervaring van cliëntenraden tussen regio’s te
bevorderen
2 Richtlijnen voor definitie en eigenaarschap van regionale cliëntenparticipatie
In de regio’s dienen de volgende vragen te worden beantwoord:
Wat is cliëntenparticipatie?
Welke thema’s worden regionaal besproken (rol en taken werkbedrijf, samenwerking
in de arbeidsmarktregio)
Welke regionale thema’s zijn belangrijk voor cliënten en daarmee voor RCP?
13
3 Fasering in het vormgeven van regionale cliëntenparticipatie
De regio’s (en vooral de cliëntenraden) zijn op zoek naar houvast en praktische
ondersteuning om RCP in een vorm of structuur te kunnen gieten die voor hen en de
regio passend is. Maar vragen zich ook af waar ze kunnen beginnen of waar ze
effectiviteit kunnen behalen (hun inbreng ertoe bijdraagt dat de cliënt er beter van
wordt). Regio’s missen grip op de regionale structuren en de optionele paden die ze met
elkaar kunnen bewandelen. Een goede lokale georganiseerde structuur is voorwaardelijk
voor inbedding van cliëntenparticipatie op (sub)regionaal niveau.
4 Ordening in taakstelling en prioritering
Inzicht bieden in de taakstelling en thema’s die leidend zijn voor RCP. Wie is waar
verantwoordelijk voor? Wat is precies de regionale opdracht? Welke thema’s zijn
regionaal geagendeerd en horen thuis in RCP? Een manier om hier samen achter te
komen is door een ‘customer journey’, oftewel klantreis te doorlopen.
5 Regio specifieke ondersteuning – regionaal maatwerk
Sommige ondersteuningsvragen zijn regio specifiek en niet te vangen in een generieke
ondersteuningsmethode.
Organiseer een ‘aftrap’ als eerste stap in het ontwikkelen van RCP, nodig alle
cliëntenraden (met werk en inkomen in hun aandachtsgebied) en bestuurlijk
verantwoordelijken (regionaal Werkbedrijf: UWV, centrumgemeente & sociale partners)
uit en laat ze kennismaken met elkaar en de regio (de centrumgemeente kan dit
bijvoorbeeld initiëren). Maak inzichtelijk wat het regionaal Werkbedrijf doet, welke
regionale thema’s worden opgepakt en hoe er wordt samengewerkt in de regio.
Cliëntenraden kunnen zich op basis van deze informatie beraden of en hoe RCP
vormgegeven kan worden, gelet op de vormgeving van de regionale samenwerking en
het Regionale werkbedrijf.
Er is behoefte aan meer scholing over regionale structuren en thema’s, maar ook de
Participatiewet en de interpretatie en effecten daarvan
Kennisuitwisseling tussen regio’s.
14
10 Congres LCR 2016: Regionale Cliëntenparticipatie Het jaarlijks congres dit keer op 6 april 2016 stond in het teken van Regionale
Cliëntenparticipatie
Dit jaar was er geen traditioneel openingswoord van voorzitter Gerrit van der Meer.
Voorafgaand aan het congres hadden deelnemers aan het congres de mogelijkheid om
vragen in te sturen. De meest aansprekende vragen - die betrekking hadden op situaties
waarmee veel cliëntenraden te maken hebben - werden uitgekozen.
Wietze Luitjens (cliëntenraad Wwb Olst-Wijhe en afgevaardigde naar de cliëntenraad
Noordwest-Veluwe) vroeg hem of het niet eenvoudiger is om de jobcoach toe te kennen
aan de cliënt, zodat hij bij verandering van werkgever de jobcoach kan houden.
Van der Meer: 'Waar het om gaat is de positie van de cliënt. Die wil betaald werk en
heeft recht op ondersteuning. Als hij zijn jobcoach kan houden, kan die helpen een
andere werkplek te vinden. Hij kent de cliënt al waardoor hij beter de goede begeleiding
kan bieden. De cliënt hoeft dan niet steeds opnieuw uit te leggen waar hij begeleiding bij
nodig heeft: de reden om niet voor een interne jobcoach te zijn. De LCR vindt bovendien
dat cliënten zelf deze belangrijke begeleiding moeten kunnen kiezen.'
De volgende vertegenwoordiger was Piet Colpaart uit Goirle. Hij vroeg zich af waarom de
gemeente geen cliëntenraad wil hebben. Daar kon Van der Meer kort over zijn: het staat
in de wet en het moét. 'Daarbij is het noodzakelijk dat er cliënten in zitten die weten
waar ze over praten. Als je een school hebt met een medezeggenschapsraad waarin geen
ouders of leerlingen zitting hebben, dan pikt toch ook niemand dat?'
In de gemeente Goeree Overflakkee zijn ze ook al een jaar aan het bakkeleien over het
instellen van een brede raad. De vraag is steeds: wordt het aantal onderwerpen niet te
omvangrijk? 'Dat klopt', beaamt Van der Meer. 'Daarom zeggen we ook: organiseer je
met deelraden, zodat cliënten zich richten op zaken waarmee ze zich bezig willen én
moeten houden. Dan lukt het wel.'
De boodschap van de LCR: 'Zorg dat de ervaringskundigheid aan de overlegtafel zit. En
toets beleid van de ervaringsdeskundigheid'.
Ab Harrewijn-rede 'We staan erbij: over decentralisaties en mensenrechten' is de titel van de Ab Harrewijnrede 2016 van Gijsbert Vonk. Deze hoogleraar socialezekerheidsrecht aan de Rijksuniversiteit van Groningen vindt hij dat hij middenin de samenleving moet staan. Dat hij begrip heeft voor de problemen van de mensen die het aangaat, toont hij aan in zijn rede. Hij geeft drie anekdotes over drie situaties die op de een of andere manier een conflict blootleggen met sociale grondrechten. De volledige rede treft u aan in bijlage VII. Cliënt in Beeld-prijs Het plenaire ochtenddeel van het congres werd afgesloten met de uitreiking van de Cliënt in Beeld-prijs (het juryrapport treft u in separate bijlage aan). Voorzitter van de jury was Arjan Vliegenthart, wethouder in Amsterdam. Hij prees alle inzenders om hun inzet binnen de cliëntenparticipatie. Juryprijs De jury had unaniem besloten om de Cliënt in Beeld-prijs 2016 toe te kennen aan het FSU jongerenteam uit Friesland. De jury prees de originele aanpak van dit jeugdige team vooral omdat jongeren vaak moeilijk te bereiken zijn voor cliëntenraden. Het FSU Jongerenteam slaagt daar wel in door de inzet van social media en allerlei creatieve werkvormen zoals spellen. Op deze manier hebben zij goed zicht op de leefwereld van hun achterban. Publieksprijs De Publieksprijs is altijd een spannend onderdeel van het LCR-congres. Dit jaar was het extra spannend. Door een telfout dreigde de prijs naar de verkeerde genomineerde te gaan. Dát pikten de deelnemers niet en ze vroegen om een hertelling. Tijdens de kennissessies gebeurde dit en kwam de foute telling al snel aan het licht.
15
Zaanstad, die aanvankelijk de publieksprijs had gekregen, leverde die heel sportief weer in. Daarna kon Groot MO/GGZ overleg Amsterdam met het Zwartboek kostendelersnorm alsnog naar voren geroepen worden voor de overhandiging van de Publieksprijs. Iedereen was het erover eens: vergissen is menselijk. Voor Zaanstad is een troostprijs bepaald.
Dertien kennissessies
De ochtend werd afgesloten met kennissessies. De deelnemers konden kiezen uit 13
verschillende sessies:
1 Basisinkomen of een regelluwe bijstand?
2 Routewijzer naar werk voor de cliënt.
3 Evaluatietool: hoe evalueer ik de re-integratiedienstverlening.
4 Wat kan een cliëntenraad met het VN-verdrag bereiken?
5 Hoe kan de cliëntenraad de invulling van de banenafspraak beïnvloeden?
6 Kwetsbare leerlingen via netwerk naar werk.
7 Benutting ervaringskennis voor beter beleid.
8 Big Data, oplossing of juist gevaar voor burger.
9 Waardering van Loonwaardebepaling: Wajong en bijstand.
10 Ervaringsdeskundigheid bij armoede?
11 Wat wordt het nu met Beschut Werken?
12 Weet wat werkt bij re-integratie.
13 Is er cliëntondersteuning in uw gemeente?
Interactief discussiëren over regionale cliëntenparticipatie
In het middagdeel van het LCR-congres werd op een moderne manier gediscussieerd
over verschillende thema's die te maken hebben met regionale cliëntenparticipatie.
De grote zaal was voor deze gelegenheid omgebouwd tot een soort café met tafeltjes
waaraan plaats was voor vier personen.
Eerste vraag was: 'Wat is aan de orde bij de cliëntenvertegenwoordiging in de regio?'
Na twintig minuten gaven ze één woord door via een smartphone. Dit leverde een grote
woordwolk op waarin alle opmerkingen terecht kwamen.
Daarna werd her en der van tafel gewisseld en werd een tweede discussieronde ingelast.
Vraag was nu: 'Wat is er nodig?' Na twintig minuten kwam ook daar weer een Wordl uit.
De vijf meest genoemde woorden werden de thema's voor de bespreking in grotere
groepen van acht personen.
Afsluiting door Dominique Engers
Een sneldicht begeleid door een pianist, een mooie humorvolle terugblik.
16
11 Colofon De Landelijke Cliëntenraad (LCR) De LCR is een overlegorgaan waarin landelijke cliëntenorganisaties, vertegenwoordigers van gemeentelijke cliëntenraden en vertegenwoordigers van de centrale cliëntenraden van SVB en UWV zitting hebben. Samenstelling Landelijke Cliëntenraad Landelijke cliëntenorganisaties: Vakcentrale voor Professionals (VCP)/Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV); Netwerk voor mensen met een beperking of chronische ziekte (Ieder(in)) Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO); Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV, publieke sector); Vertegenwoordiger Organisaties van Minderheden (SMN/ IOT); Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV, marktsector); MIND. Vertegenwoordigers van de gemeentelijke cliëntenparticipatie: Cliëntenraden G4; Mobility; Vertegenwoordiger van dak- en thuislozen. Afgevaardigden van centrale cliëntenraden SVB en UWV: Centrale Cliëntenraad UWV (3 zetels); Cliëntenraad SVB (3 zetels). Onafhankelijk voorzitter: Gerrit van der Meer
17
Bijlagen
I. Missie en visie LCR
II. Overzicht adviezen LCR
III. Deelname aan begeleidingscommissie, klankbordgroep en Raad van Advies
IV. Overzicht Publicaties LCR
V. Congres 2016, Regionale Cliëntenparticipatie
VI. Ab Harrewijn-rede 2016
VII. Cliënt in Beeld-prijs 2016
VIII. Overzicht leden en plaatsvervangend leden LCR
18
19
Bijlage I Missie en visie LCR
Missie LCR Het versterken van de positie van de burger in de rol van cliënt. Het perspectief van de cliënt is voor ons leidend. Wij streven ernaar dat dit perspectief in het beleid van de overheid en de uitvoeringsorganisaties nadrukkelijk wordt meegenomen zodat de cliënt in staat wordt gesteld om zijn verantwoordelijkheid te nemen. Deze missie vertaalt zich in twee hoofdactiviteiten:
1. Collectieve belangenbehartiging richting overheidsbeleid, uitvoering en richting andere partijen in het speelveld van de sociale zekerheid;
2. Bevorderen cliëntenparticipatie (overzicht op vormgeving en realisatie van cliëntenparticipatie op zowel landelijk als decentraal niveau) en aanbevelingen doen over de gewenste vormgeving van cliëntenparticipatie).
Visie LCR 1. Als verzameling van belangenbehartigers in de sociale zekerheid doen wij als LCR ons
werk voor- en met cliëntenraden en cliëntenorganisaties; 2. De LCR weet wat er speelt op het terrein van wet- en regelgeving én in het veld en
bundelen de signalen over knelpunten daarin tot constructieve adviezen. Wij handelen proactief op actuele ontwikkelingen en wetgeving. Onze opvattingen kaarten we slagvaardig aan bij onze gesprekspartners. Output en behaalde resultaten worden breed gecommuniceerd;
3. De buitenwereld erkent de LCR als één van de deskundige vertegenwoordigers van burgers in de sociale zekerheid overlegorgaan. Wij zijn kritisch, constructief en oplossingsgericht en in de media hebben we een goede reputatie;
4. De samenwerking in de LCR is met respect voor elkaars meningen om als één geheel naar buiten te treden in het belang van de cliënt. Adequaat ondersteund door het bureau van de LCR wordt creatief, kritisch en in actieve werkgroepen gewerkt, op basis van een meerjarenbeleidsplan;
5. De LCR is representatief doordat raadsleden zorgen voor een goede dialoog met de achterban en de LCR streeft ernaar om een afspiegeling te zijn van de burgers die gebruik maken van de sociale zekerheid. We kennen een goede continuïteit van raadsleden;
6. Gesprekspartners kunnen inspirerende adviezen, zinvolle voorstellen met betrekking tot wetswijziging, voorstellen van wet, algemene maatregelen van bestuur, besluiten en uitvoeringsbesluiten, eigen initiatiefvoorstellen en adequaat overleg verwachten;
7. De LCR is een overlegorgaan binnen de sociale zekerheid, met een consistent verhaal. Mening en adviezen van de LCR doen ertoe en worden opgevolgd. Wij inspireren cliënten(raden) door de kwaliteit van ons werk.
20
Bijlage II Overzicht adviezen LCR in 2016
Advies Resultaat
Min SZW
Staatssecretaris Klijnsma
n.a.v. rapport uitvoering van de WWB
voor jongeren (18-27 jaar)
Staatssecretaris zal via de verzamelbrief
SZW gemeenten op de hoogte stellen over
de mogelijkheid om (kwetsbare) jongeren
al gedurende de 4 weken termijn te
ondersteunen bij het zoeken naar werk of
een passende opleiding.
Staatssecretaris Klijnsma
Voortgang banenafspraak
Geen reactie ontvangen
15 cases van Cedris; Analyse beoordeling
banenafspraak en Beschut werk ambtelijk overleg
Staatssecretaris Klijnsma
Breed Moratorium
Geen reactie ontvangen
Staatssecretaris Klijnsma
Vereenvoudiging beslag vrijevoet
Geen reactie ontvangen
Een aantal van de voorstellen van de LCR
is verwerkt:
Een verzoek tot aanpassing
beslagvrijevoet in verband met
woonlasten kan met een termijn van 6
maanden worden verlengd en daarna kan
beroep op hardheidsclausule worden
gedaan.
De termijn voor beoordelen juistheid
berekening beslagvrije voet door cliënt
verlengd van 2 weken naar 4 weken.
Staatssecretaris Klijnsma
Wetsvoorstel wijziging P-wet in verband
verplichten beschut werk en invoeren
praktijkroute
Reactie ontvangen.
Advies LCR om niet gerealiseerde beschut
werk plekken op te nemen in de raming
van het volgende jaar wordt verwerkt in
de ministeriële regeling
In de WAO, Wajong en WIA wordt arbeid op grond van hoofdstuk 2 en 3 van de Wet sociale werkvoorziening niet gezien als passende arbeid in de zin van deze wetgeving. De LCR vindt dat dit ook moet gelden voor arbeid op grond van artikel 10b van de Participatiewet (beschutwerk).
De staatssecretaris neemt dit advies in overweging.
De LCR heeft gepleit voor goede voorlichting, dit is overgenomen en de LCR is betrokken het voorlichtingstraject.
Staatssecretaris Klijnsma
Vragen over één-meting
Geen reactie ontvangen
Staatssecretaris Klijnsma: experimenteer
artikel in de Participatiewet
Geen reactie ontvangen
21
Staatssecretaris Klijnsma en Van Rijn
Besluit toegankelijkheid
Er is breed gelobbyd door vele
organisaties van mensen met een
beperking en dat heeft geleid tot
verbetering van het besluit.
Staatssecretaris Klijnsma
Ontwerpbesluit tot aanpassing van het
Besluit advisering beschut werk i.v.m.
enkele wijzigingen in de werkwijze van
het UWV
Overleg
Minister Asscher
SER advies: Werk, van belang voor
iedereen.
Geen reactie ontvangen
Ambtelijk ministerie SZW
Reactie concept kabinetsreactie evaluatie
WGS
Uitnodiging bestuurlijk overleg over
evaluatie
Memo offerte onderzoek Cliëntenraden
P-wet
Overleg met onderzoekers over
vragenlijsten
Zorginstituut Nederland
Conceptrapport ‘Bevordering
arbeidsparticipatie van cliënten met een
psychische handicap’
Geen reactie ontvangen
SER
Advies op
Werk: Van belang voor iedereen
Geen reactie ontvangen
UWV
Inkoopkader Reactie ontvangen
Toelichting op het inkoopkader en een
overleg
Inspectie SZW
Begeleiding jongeren met een
arbeidshandicap door gemeenten
Brief opgenomen in rapportage; gesprek
met inspectie over onze zorgen.
VNG
Onafhankelijke Cliëntondersteuning Overleg en ontwikkeling van handreiking
voor gemeenten over onafhankelijke
cliëntondersteuning.
In handreiking is een belangrijk deel van
ons commentaar overgenomen.
Brieven Tweede Kamer
Commissie SZW Participatiewet
Commissie SZW Schriftelijke inbreng Fraudewet
Commissie BZK en V en J Schriftelijke Inbreng Wet Organisatie
hoogste bestuursrechtspraak
Commissie SZW WWZ
Commissie SZW SUWI
Commissie SZW Mensen met een arbeidshandicap aan het
woord
Commissie SZW Nabestaandenpensioen
Commissie SZW Armoede en schulden
Kamerlid mevrouw Karabulut Initiatief Wetsvoorstel verdringingstoets
Commissie SZW Participatiewet
22
Commissie SZW Armoede en schulden
Commissie SZW Vragen één-meting en banenafspraak
Tweede Kamer Rechtsbijstand
Commissie SZW Arbeidsmarktdiscriminatie
Commissie SZW Inbreng verslag Verzamelwet SZW
Commissie SZW Participatiewet
Commissie SZW Tijdelijk besluit experimenten
Participatiewet
Commissie SZW Verplichten beschut werk
Commissie SZW Begroting min SZW
Bij brieven aan de Tweede Kamer is niet goed te beoordelen wat het effect van de
inbreng van de LCR is.
23
Bijlage III
Deelname aan begeleidingscommissies, klankbordgroepen en Raden van Advies
Begeleidingscommissies en Klankbordgroepen
Begeleidingscommissie Participatiewet en klankbordgroepen deelonderzoeken
Werkgevers, cliënten en gemeenten
Begeleidingscommissie evaluatie Bezava door SEO
Werkgroep Mensenwerk, bevordering arbeidsparticipatie mensen met psychische
Klankbordgroep Pilots samenwerking GGz en Werk en Inkomen, onderzoek door
ZINZIZ
Klankbordgroep Meetellen inkoop van diensten voor banenafspraak, onderzoek door
Berenschot
Beoordeling aanvragen UWV-subsidie over Beoordeling loonwaardebepaling en
Begeleidingscommissie door Regioplan
Review plan en beoordeling van UWV-subsidie over Technologie en Inclusiviteit en
Begeleidingscommissie door Technopolis en SEOR
Review plan UWV-subsidie over Schulden en mensen met beperking
Begeleidingscommissie Matching, onderzoek door Regioplan
Begeleidingscommissie onderzoek Loonwaarde methodiek
Begeleidingscommissie evaluatie WGS
Klankbordgroep gebruikers e-Overheid
Begeleidingscommissie Brutering bijstand
Klankbordgroep Actal
Maatschappelijk panel Mijn Overheid en DigiD
ZonMw
Adviesraad programma Vakkundig aan het werk
Programmacommissie ZonMw Vakkundig aan het werk
Programma Commissie Werk(en) is gezond
Raad van Advies
Raad van Advies NvvA
Raad van Advies Blik op Werk
24
Bijlage IV Overzicht publicaties
Columns voorzitter LCR
21-12 Column LCR-voorzitter Gerrit van der Meer: Verwarring
22-11 Column LCR-voorzitter Gerrit van der Meer: Beschut in de praktijk
21-09 Column LCR-voorzitter Gerrit van der Meer: Prins(h)eerlijk
23-08 Column LCR-voorzitter Gerrit van der Meer: Genoeg om van te leven
08-07 Column LCR-voorzitter Gerrit van der Meer: Meedoen
20-05 Column LCR-voorzitter Gerrit van der Meer: Armoede
20-04 Column LCR-voorzitter Gerrit van der Meer: Zorgen
21-03 Column LCR-voorzitter Gerrit van der Meer: (On)rust
22-02 Column LCR-voorzitter Gerrit van der Meer: Praktijkroute
20-01 Column LCR-voorzitter Gerrit van der Meer: 'Wat kost dat'?
E-magazine
Thema: re-integratie
Artikelen in Sociaal Bestek
In 2016 hebben medewerkers van de LCR twee artikelen geschreven voor
Sociaal Bestek:
1. Maatwerk voor kwetsbare jongeren nodig (Else Roetering)
2. Onafhankelijke cliëntondersteuning hard nodig (Branko Hagen
25
Bijlage V Congres 2016 ‘Regionale Cliëntenparticipatie’
Programma congres Landelijke Cliëntenraad
donderdag 7 april 2016 – NBC Blokhoeve Nieuwegein
Thema: ‘Regionale Cliëntenparticipatie’
09.00-10.00 uur Ontvangst met koffie/thee 10.00-10.15 uur Welkom door
Marijke Roskam (dagvoorzitter)
Vragen aan Gerrit van der Meer (voorzitter LCR)
10.15-10.45 uur Ab Harrewijn-rede
10.45-11.30 uur Uitreiking Cliënt in Beeld-prijs
11.30- 11.45 uur Naar de subzalen
11.45-13.00 uur Kennissessies, inclusief koffie/thee
13.00-14.00 uur Lunch
14.00-16.00 uur Interactief middagprogramma, inclusief koffie/thee
16.00-16.30 uur Afsluiting door Dominique Engers
16.30-17.30 uur Borrel
13 Kennissessies
Tijdens het LCR-congres 2016 konden deelnemers kiezen uit dertien kennissessies. De
begeleiders van de kennissessie boden in elk geval informatie en gingen soms met de
deelnemers aan de slag. Deelnemers aan het congres konden hun keuze maken uit de
volgende kennissessies.
1 Basisinkomen of een regelluwe bijstand?
2 Routewijzer naar werk voor de cliënt.
3 Evaluatietool: hoe evalueer ik de re-integratiedienstverlening.
4 Wat kan een cliëntenraad met het VN-verdrag bereiken?
5 Hoe kan de cliëntenraad de invulling van de banenafspraak beïnvloeden?
6 Kwetsbare leerlingen via netwerk naar werk.
7 Benutting ervaringskennis voor beter beleid.
8 Big Data, oplossing of juist gevaar voor burger.
9 Waardering van Loonwaardebepaling: Wajong en bijstand.
10 Ervaringsdeskundigheid bij armoede?
11 Wat wordt het nu met Beschut Werken?
12 Weet wat werkt bij re-integratie.
13 Is er cliëntondersteuning in uw gemeente?
Omschrijving van de thema’s van de kennissessies:
1 Basisinkomen of een regelluwe bijstand?
In 2016 gaat een aantal gemeenten experimenteren met andere vormen van bijstand
waarbij minder regels het uitgangspunt zijn. Waarom willen de gemeenten hiermee
experimenteren en hoe zien die experimenten eruit? Zou UWV ook mee moeten doen
met de WW? Adviseert u positief als cliëntenraad over experimenten met een bijstand
waar andere of geen verplichtingen gelden? Waar moet een cliëntenraad op letten?
Begeleiding Martha Meerman
Martha Meerman is lector aan de Hogeschool van Amsterdam en doet onderzoek naar
participatie en duurzame oplossingen voor mensen die nu geen werk hebben. Zij is nauw
betrokken bij het Amsterdamse experiment.
26
2 Routewijzer naar werk voor de cliënt
Op verzoek van het Landelijk Platform en de LCR heeft het Verwey-Jonker Instituut een
routewijzer ontwikkeld voor cliënten van UWV en gemeenten. Deze routewijzer helpt
mensen die psychisch kwetsbaar zijn om zich beter te oriënteren op werk. Daarnaast zijn
zij zo in staat om goede ondersteuningsvragen te stellen aan UWV en gemeente. Helpt
de routewijzer de weg te vinden in het doolhof van wetten en dienstverlening? Is deze
routewijzer voor meer mensen geschikt (te maken)? Gaat uw cliëntenraad het gebruik
van de routewijzer aanbevelen bij UWV en gemeente? U krijgt de routewijzer te zien en
de meerwaarde wordt in deze sessie besproken.
Begeleiding Monique Stavenuiter en Margriet Paalvast
Monique Stavenuiter werkt bij het Verwey Jonker instituut. Margriet Paalvast is van het
Landelijk Platform Geestelijke Gezondheidszorg.
3 Evaluatietool: hoe evalueer ik de re-integratieverlening?
Hoe beoordeelt mijn cliëntenraad de dienstverlening van gemeente of UWV?
Een cliëntenraad die weet hoe de re-integratieondersteuning aan cliënten verloopt, kan
beter hun belangen behartigen. Hoe doe je dat effectief? Het Verwey-Jonker Instituut
heeft een instrument ontwikkeld waarmee op een meer systematische manier duidelijk
wordt hoe de re-integratiedienstverlening aan mensen die psychisch kwetsbaar zijn,
verloopt. Cliëntenraden en cliëntenorganisaties kunnen hier veel baat bij hebben. Om
goed te kunnen evalueren hoe, is het zeer van belang samen te werken. Want de
cliëntenraad heeft ingang bij de gemeente en cliëntenorganisaties staat dichter bij de
doelgroep. Besproken wordt of deze evaluatietool ook is in te zetten voor andere
groepen? Begeleiders van de sessie bespreken hoe uw cliëntenraad met deze tool meer
resultaat kunt bereiken.
Begeleiding Inge Razenberg en een cliëntenraadslid
Inge Razenberg werkt bij het Verwey-Jonker Instituut. Samen met een lid van een
cliëntenraad geeft ze uitleg over de werking van het instrument.
4 Wat kan een cliëntenraad met het VN-verdrag bereiken?
Het VN-verdrag over de rechten van personen met een handicap wordt ook in Nederland
van kracht. Dat heeft gevolgen voor het uitvoeringsbeleid bij gemeenten, UWV en SVB.
Het is de bedoeling om gelijke behandeling van mensen met een handicap stapsgewijs
helemaal door te voeren. Cliëntenraden hebben hierin een belangrijke rol. Hoe kan de
cliëntenraad concreet ervoor zorgen dat mensen met een handicap gelijk worden
behandeld? Hoe kan de cliëntenraad voldoen aan de voorwaarde dat plannen mét en niet
óver mensen met een beperking worden gesproken? Het VN-Verdrag zelf geeft hiervoor
veel aanwijzingen en tips: deze komen aan bod in de kennissessie.
Begeleiding Martin Schuurman
Martin Schuurman heeft een eigen advies- en onderzoeksbureau Kalliope Consult.
5 Hoe kan de cliëntenraad de invulling van de banenafspraak beïnvloeden?
Er moeten 125.000 extra banen komen voor mensen met een beperking. Cliëntenraden
spelen hierbij een sleutelrol. Hoe kan een cliëntenraad van gemeente of UWV weten of
die afspraken worden gehaald? Hoe zit het met de uitvoering? Krijgen cliënten voldoende
goede ondersteuning bij het vinden en het behoud van werk? Zijn de instrumenten als
loonkostensubsidie en jobcoaching goed afgestemd in de regio? Is de kwaliteit goed? Hoe
kunt u weten of werkgevers wel goed worden begeleid? Leden van cliëntenraden bij de
gemeente en UWV delen goede strategieën om de belangen van mensen uit de doelgroep
banenafspraak goed te behartigen.
Begeleiding Else Roetering en Dick Schuur
Else Roetering is ambtelijk secretaris van de Landelijke Cliëntenraad (LCR).
Dick Schuur is aanjager van de Programmaraad.
27
6 Kwetsbare leerlingen via netwerk naar werk
Zonder netwerk gooi je de leerling over de schutting in de hoop dat hij wordt opgepakt!
Kwetsbare jongeren kunnen niet zelfstandig werk vinden na hun schooltijd. Meestal
volgen zij speciaal onderwijs, praktijkonderwijs of de entreeopleiding. Een goed
functionerend netwerk is van groot belang om te zorgen voor een goede overgang van
school naar werk. Dat is sinds 2015 een taak van de gemeente. Wat doet dat netwerk,
wat heeft die leerling en cliënt hieraan? Hoe weet een cliëntenraad of een netwerk goed
functioneert? En als leerlingen niet tevreden zijn over de gemeente, wat kunt u daarmee
doen? U krijgt een inkijkje in netwerkondersteuning. De rol van de cliëntenraad hierbij
wordt besproken.
Begeleiding Yannick Bleeker en Miranda Witvliet
Yannick Bleeker en Miranda Witvliet zijn van onderzoeksbureau Regioplan.
7 Benutting ervaringskennis voor beter beleid
De kern van cliëntenparticipatie is de inbreng van ervaringskennis. Maar hoe weet je wat
bij al die verschillende cliënten leeft? Hoe vertaal je die ervaringen naar beleidsniveau en
hoe breng je dat in het overleg om het beleid te beïnvloeden. Deze presentatie is erop
gericht om te ontdekken hoe cliëntenraad en gemeente of UWV samen meer kunnen
halen uit ervaringskennis.
Begeleiding Hans Bosselaar en Judith van der Veer
Hans Bosselaar en Judith van der Veer zijn onderzoekers aan de Vrije Universiteit (VU).
Zij zijn betrokken bij het traject ‘Leren van elkaar’ (samen met Stimulansz en de LCR).
8 Big Data, oplossing of juist gevaar voor burgers
Bedrijven verzamelen steeds meer gegevens van mensen. Hun doel is om een beter
beeld te krijgen van klanten en het gedrag van consumenten te analyseren. Het is een
bedrijf erom te doen om het aanbod beter af te stemmen op de gedragingen van de klant
óf de keuze van de klant te beïnvloeden. Welke kansen en bedreigingen ontstaan er als
de overheid (meer) Big Data verzamelt? Wat is Big Data eigenlijk? Welke voorbeelden
zijn er (al)? Hoe zou Big Data ingezet kunnen worden bij het uitvoeren van wet- en
regelgeving? Is dit allemaal wel gewenst?
Begeleiding Ronald Jongeneel
Ronald Jongeneel is IT-architect bij de SVB en werkt veel met data. Hij kent de voor- en
nadelen van Big Data.
9 Waardering van Loonwaardebepaling: Wajong en bijstand
Met de Participatiewet zijn er meer mogelijkheden gekomen om mensen met een
verminderde loonwaarde toch deel te laten nemen op de arbeidsmarkt. Wajongers
kennen al loondispensatie, maar voor mensen uit de bijstand kan nu ook met
Loonkostensubsidie langdurend aan het werk worden gegaan. Mooi, maar er wordt veel
geklaagd over regeltjes bij de bepaling van de loonwaarde. Zijn die regeltjes echt nodig?
Wat is eigenlijk het belang voor cliënten van een betrouwbare methodiek om de
loonwaarde te bepalen? Er wordt meer achtergrondinformatie gegeven over
loonwaardebepaling en besproken welke punten cliëntenraden van gemeenten en UWV in
kunnen brengen bij hun overlegpartners.
Begeleiding Jan Laurier
Jan Laurier is voorzitter van Blik op Werk. Blik op Werk toetst of de loonwaardemethoden
valide zijn.
10 Ervaringsdeskundigheid bij armoede?
Hoe kun je mensen met armoedeproblemen het beste ondersteunen? Hoe kan je
generatiearmoede doorbreken? Wie kan dat beter dan een ervaringsdeskundige? In
België is gebleken dat mensen met armoedeproblemen veel baat hebben bij begeleiding
door ervaringsdeskundigen. In enkele plaatsen in Nederland wordt hier ook al mee
gewerkt. Samen met gemeenten, maatschappelijke organisaties en werkgevers. Waarom
28
werkt deze aanpak? Is inbreng van ervaringsdeskundigheid een idee voor een
ongevraagd advies van uw cliëntenraad?
Begeleiding Famke ten Brinke en een ervaringsdeskundige in armoede en sociale
uitsluiting.
Famke ten Brinke is van Stichting Mens en Maatschappij en één van de
ervaringsdeskundigen uit Oost-Groningen die speciaal is opgeleid, laten zien hoe en
waarom de inzet van ervaringsdeskundigheid werkt.
11 Wat wordt het nu met Beschut Werken?
Op de meeste plekken in Nederland wordt Beschut Werken nog niet voortvarend
opgepakt. Reden voor staatsecretaris Klijnsma om extra middelen uit te trekken voor het
stimuleren van gemeenten om meer plaatsen voor Beschut Werken te creëren. Weet de
cliëntenraad hoeveel Beschut Werken-plekken de eigen gemeente invult? Voor wie zijn
die plekken volgens de gemeente bestemd? Wie beoordeelt op welke manier of iemand in
aanmerking komt voor Beschut Werken? Wat is de relatie met arbeidsmatige
dagbesteding? Aan de orde komen de onderwerpen: Wat is het cliëntperspectief bij
Beschut Werken? Welke kritische vragen moeten worden gesteld? Hoe kunnen de
belangen van cliënten het beste bij de gemeente worden ingebracht?
Begeleiding Frans Kuiper
Frans Kuiper werkt bij Stimulansz.
12 Weet wat werkt bij re-integratie
De ervaringen met re-integratie zijn niet altijd positief. Toch weten we uit onderzoek al
hoe re-integratie juist goede resultaten laat zien. Voor wie die resultaten gelden. Maken
UWV en uw gemeente gebruik van de kennis die er is? Wordt de re-integratiepraktijk van
uw gemeente en UWV onderzocht op effectiviteit? Welke belangrijke bouwstenen van
werkzame re-integratie zijn er bij Wajong van UWV en ‘nieuwe doelgroepen’ van
gemeenten? Wat kunt u als cliëntenraad doen om via onderzoek de belangen van uw
cliënten beter te behartigen? Weet u hoe belangrijk uw rol is om via kennis de kwaliteit
van de uitvoering te verbeteren?
Begeleiding Luuk Mallee
Luuk Mallee werkt bij onderzoeksbureau Regioplan en doet onder meer onderzoek naar
re-integratie.
13 Is er cliëntondersteuning in uw gemeente?
Mensen zijn soms de weg kwijtgeraakt in onze systemen: ik kan mijn huur niet meer
betalen, wie kan mij helpen? Ik ben te ziek om te werken, hoe kan ik voldoen aan de
eisen van mijn Ziektewetuitkering? Ik kan niet aan het werk komen, kan ik de gemeente
vragen werk voor mij zoeken? Om mensen de goede weg te wijzen moet elke gemeente
onafhankelijke cliëntondersteuning organiseren. Daar worden cliënten geholpen met
informatie, advies en begeleiding bij het aanvragen van ondersteuning. Gratis en op elk
terrein waarop dat nodig is: levens breed. Alleen het belang van de cliënt moet hierbij
centraal staan. In veel gemeenten is cliëntondersteuning nog onder de maat. Hoe is de
situatie in uw gemeente? Wat moet uw gemeente nog regelen? Hoe kunt u uw gemeente
beïnvloeden zodat uw achterban met werk- en inkomensvragen terecht kan bij de
cliëntondersteuning? Deelnemers krijgen in deze kennissessie praktische tips aangereikt.
Begeleiding Marijke Hempenius
Marijke Hempenius werkt bij Ieder(in) en richt zich daar onder meer op
cliëntondersteuning.
29
Bijlage VI Ab Harrewijn-rede 2016
Hoogleraar, Gijsbert Vonk
We staan erbij: over decentralisaties en mensenrechten
Inleiding
Het is eervol om hier te mogen spreken. Als hoogleraar socialezekerheidsrecht bedrijf ik
geen abstracte wiskunde. Het rechtsgebied staat midden in de samenleving en moet
worden beoefend met begrip voor de problemen van de mensen die het aangaat. Ab
Harrewijn toonde dit soort engagement. Als je dan door de cliëntenraden wordt
uitgenodigd om de jaarlijkse Ab Harrewijnrede uit te spreken, denk ik: dat heb je dan
alvast goed gedaan.
Alleen moet ik nu wel die rede houden! Het thema van vandaag is decentralisaties en
mensenrechten. Zijn die mensenrechten bij de gemeenten in goede handen? Dat is de
centrale vraag. Ik ben bang dat het antwoord hierop niet zonder meer ‘ja’ is. Ik zal
betogen dat in ons systeem een cocktail tot stand is gekomen die afbreuk doet aan de
kwaliteit van de rechtspositie van mensen die afhankelijk zijn van zorg en bijstand. Dat
kan ertoe leiden dat de sociale grondrechten in gedrang komen. Maar we hoeven die
cocktail niet te drinken. We staan er zelf bij. Daarom ga ik in het tweede deel
van de rede met u bekijken wat de cliëntenraden kunnen doen om de lokale sociale
rechtsstaat op koers te houden.
Drie anekdotes
Voordat ik begin aan mijn hooggeleerde bespiegelingen eerst drie anekdotes. De eerste
gaat over Melissa. Melissa zit in de bijstand in Beilen, in de gemeente Midden-Drenthe.
Zij heeft geen gemakkelijk karakter. Als ze lastig is voor de anderen, dan is nog eens
twee keer zo moeilijk voor zichzelf. De gemeente heeft een werkgelegenheidsproject
getiteld “Beilen werkt”. Melissa wordt opgeroepen voor de aardbeienoogst. Al na drie
dagen werken, heeft ze bonje met de voorman. Als ze geen shagjes mag roken in de
open lucht, dan kan i stikken in zijn aardbeien. De sociale dienst roept haar op en al snel
maakt Melissa ruzie met de casemanager die haar een sanctie oplegt en haar opnieuw
oproept voor het werk op de fruitboerderij. Als Melissa zich weer moet melden bij de
casemanager, komt ze niet langer opdagen. De sociale dienst beëindigt de bijstand.
Melissa leeft nu al anderhalf jaar buiten de bijstand. De kerk, haar ex-partner en de
voedselbank houden haar op de been. De tweede anekdote gaat over Ricardo. Ricardo is
17 jaar en afkomstig uit Zaandam. Hij leeft met zijn moeder. Hij is niet onintelligent
maar heeft allerlei gedragsproblemen gehad op school, die hij dan ook niet heeft
afgemaakt. Als op zijn moeder op een gegeven moment thuiskomt met een nieuwe
vriend, verlaat Ricardo het huis. Hij belandt in Rotterdam, waar hij een tijdje op straat
leeft en snel verwaarloost. Op een koude dag in maart meldt hij zich
met zware griep bij de nachtopvang om in Rotterdam Zuid. Als hij bij de intake vertelt
dat hij uit Zaandam komt, wordt hem vriendelijk te kennen gegeven terug te gaan naar
zijn moeder. Die nacht slaapt Ricardo op straat.
Het derde verhaal speelt zich af in Dantumadeel, een armlastige gemeente in het
noorden van Friesland. Het stokoude echtpaar Vriezema leeft van de AOW en een
schamel pensioentje. Zij heeft zware reuma, hij een hartkwaal. Het echtpaar krijgt acht
uur per week huishoudelijke hulp. Maar dan treedt de Wmo 2015 in werking. De
gemeente verklaart de huishoudelijke hulp tot algemeen gebruikelijke voorziening en
schrijft alle inwoners een brief dat de hulp met onmiddellijk ingang wordt beëindigd. De
Vriezema’s moeten de hulp nu zelf betalen maar hebben het geld niet.
30
Zorgplichten en sociale grondrechten
Deze drie verhalen hebben gemeen dat ze op een of andere manier een conflict
blootleggen met sociale grondrechten.
Bij deze grondrechten gaat het om zaken als onderwijs, gezondheid en sociale zekerheid.
Deze projecten vragen om een inspanning van de overheid. Daarin onderscheiden sociale
grondrechten zich van de vrijheidsrechten, zoals het recht op vrije meningsuiting of het
recht op vrijheid van godsdienst, die juist zich juist verzetten tegen overheidsbemoeienis
met de vrije burger. Sociale grondrechten komen voor in onze grondwet en in
internationale verdragen, zoals onder meer het Europees Sociaal Handvest.
Juridisch zijn de sociale grondrechten altijd een beetje misdeeld gebleven. Dat komt
doordat ze moeilijk in te roepen zijn bij de rechter. Daarvoor zijn de normen te vaag en
richten ze zich te veel tot de politieke besluitvormer. De politiek kan op zijn beurt
evengoed van mening zijn taken over laten aan anderen, zoals particuliere instellingen
en de markt. Het is het eindresultaat dat telt.
Toch is het niet zo dat de sociale grondrechten zonder betekenis zijn. Dit blijkt
bijvoorbeeld al uit de tekst van art. 20 Grondwet dat betrekking heeft het recht op
sociale zekerheid. Het tweede lid zegt nog heel vaagjes dat de wet de aanspraken op
sociale zekerheid regelt. Dat kan van alles betekenen. Maar het derde lid is fermer als
het stelt dat alle Nederlanders hier te lande die niet in hun eigen middelen van bestaan
kunnen voorzien een recht op bijstand hebben van overheidswege. Van overheidswege is
niet van de kerk, de familie of de buren. Bijstand is een primaire overheidstaak. Dat is
het overigens al sinds de tweede helft van de 19e eeuw. Het is evenmin een en gunst
maar een recht: er is een bij wet te regelen recht op bijstand van overheidswege. Dat
erkennen op die wijze pas sinds de Algemene bijstandswet van Marga Klompé, uit
tweede helft van de jaren 60 van de vorige eeuw.
Internationale verdragscomités die waken over sociale grondrechten laten zo nu en dan
de tanden zien. Zo eist het Europees Comité voor sociale rechten dat mensen die in nood
verkeren in ieder geval een helpende hand moet worden uitgestoken, ook als voor hen
geen regulier recht op bijstand bestaat. Verder keert het comité zich tegen een
verslechtering van het voorzieningenniveau. Bezuinigingen mogen wel, maar dan moet je
wel laten zien welke groepen hierdoor het hardst worden getroffen en hoe hierbij de
meest kwetsbaren buiten de wind worden gehouden.
Kijken we nu naar de drie anekdotes dan rijzen er enkele vragen of het grondrechtelijk
gehalte van het handelen van de gemeenten. Had familie Vriezema niet moeten worden
ontzien bij de bezuiniging op de huishoudelijke hulp? Kon Ricardo wel worden
weggestuurd bij de nachtopvang. Mocht Melissa langdurig op deze wijze buiten de
bijstand worden gehouden?
Artikel 20 Grondwet
1. De bestaanszekerheid der bevolking en spreiding van welvaart zijn voorwerp van zorg
der overheid.
2. De wet stelt regels omtrent de aanspraken op sociale zekerheid.
3. Nederlanders hier te lande, die niet in het bestaan kunnen voorzien, hebben een bij de
wet te regelen recht op bijstand van overheidswege
Decentralisaties als bedreiging van sociale grondrechten
Dat de decentralisaties een bedreiging kunnen vormen voor sociale grondrechten heb ik
uitgewerkt in een drietal artikelen die zijn verschenen in het Nederlands Juristenblad
tussen 2012 en 2015: de eerste ging over de lokale verzorgingsstaat, de tweede over de
repressieve verzorgingsstaat en de derde over de kwetsbare verzorgingsstaat. Laat mij in
een paar woorden uitleggen waarop mijn observaties zijn gestoeld. De redenering komt
in drie stappen.
De eerste stap is die van de discretionariteit, een juridisch woord voor vrije
bevoegdheden. De gemeenten moeten efficiënter gaan werken en kunnen dat doen door
maatwerk te leveren, zo zegt de regering. Om maatwerk mogelijk te maken, moeten de
gemeenten niet gevangen worden gehouden in een netwerk van allerlei regeltjes. Er
moeten vrije bevoegdheden komen. Zo is bijvoorbeeld de langdurigheidstoeslag niet
langer een hard wettelijk recht. Hij is vervangen door de individuele inkomenstoeslag
waarbij van geval tot geval wordt bekeken of iemand ervoor in aanmerking komt. Op die
31
wijze wordt maatwerk mogelijk gemaakt, maar niet zonder dat hiervoor een prijs moet
worden betaald. Rechten kunnen minder eenvoudig worden afgedwongen. Ze zijn niet
langer hermetisch verankerd in de wet. Je moet maar afwachten waar de casemanager
mee komt. Bijstand is op die wijze weer wat meer een gunst geworden.
De tweede stap is die van disciplinering. Misbruik moet worden bestreden en fraude
bestraft. Verplichtingen voor uitkeringsgerechtigden worden opgeschroefd. De kleinste
verandering in de situatie moet onmiddellijk worden gemeld aan uitvoerders van de
sociale zekerheid en uitkeringsgerechtigden moeten alles doen om aan het werk te
komen: de juiste kleding dragen, verhuizen naar de andere kant van het land,
onbetaalde werkzaamheden verrichten. Het probleem is dat niet iedereen zich precies zo
gedraagt als men zich in Den Haag had voorgesteld. Als het niet goedschiks kan dan
maar kwaadschiks, redeneert men dan: controles, boetes en maatregelen. De
socialezekerheidswetten zijn ermee volgeschreven. Daarbij treedt een opmerkelijke
tegenstelling aan het licht: gaat het om de toekenning van uitkeringen en voorzieningen,
dan wordt de rechtsaanspraak verzwakt, maar gaat het om bestraffend handelen dan is
het recht tot aan de tanden bewapend. Dit laatste lijkt brengt mij tot de derde
stap van de degeneratie. De degeneratie van de rechtspositie van hulpbehoevenden wel
te verstaan, veroorzaakt door een disbalans tussen rechten en verplichtingen. Dit blijft
niet zonder gevolgen. Het zachte gesteente van de voorzieningen spoelt weg en de harde
rotsen van het handhavingsbeleid blijven fier overeind staan. De gemeente Rotterdam
geeft helemaal geen individuele inkomenstoeslag meer. Het is een aanmoedigingspremie
geworden voor jongeren zonder startkwalificatie om weer naar school te gaan.
Huishoudelijke hulp wordt wegbezuinigd, de dagbesteding teruggedrongen, de dakloze
doorverwezen naar de buren. Maar de molens van de handhavingsindustrie draaien
onverbiddelijk door.
Hoe valt het tij te keren?
Discretionariteit, disciplinering en degeneratie, dit zijn mijn eigen drie d’s van de
decentralisaties. Het is geen vrolijk vooruitzicht. Maar we staan er zelf bij. De giftige
cocktail kan worden geneutraliseerd als wij ons bewust zijn van het gevaar en bereid zijn
er wat aan te doen. Soms komt het tegengeluid rechtstreeks van de gemeente zelf. Er
zijn gemeenten die niet bereid zijn zich domweg voor de kar van de Haagse aspiraties te
laten spannen. Tilburg en Utrecht experimenteren met regelvrije zones in de bijstand, als
onderdeel van de verder afgelegen visie van een basisinkomen voor iedereen. Ook het
Amsterdamse college roert de trom. Nadat het zich als eerste uitsprak tegen het verplicht
stellen van de maatschappelijk nuttige tegenprestatie, heeft het nu ook initiatieven
ontplooid om oudere bijstandsgerechtigden die kansloos zijn op de arbeidsmarkt, vrij te
stellen van een sollicitatieplicht, of in ieder geval te ontheffen van het automatische
sanctiemechanisme.
Toch kunnen we er niet gerust op zijn dat de politiek dit soort zelfreinigend vermogen
aan de dag legt. Lokaal spelen dezelfde krachten als op het landelijke niveau: de
solidariteit wordt gedefinieerd als iets voor ons soort mensen, Henk en Ingrid en de
hardwerkende Nederlander. Die benadering voedt zich met zwarte schapen die juist van
die solidariteit moeten worden uitgezonderd: de schuldenaar, de fraudeur, de profiteurs,
de buitenlanders, de drop-outs, of met wat voor negatieve stereotyperingen deze
groepen ook worden geduid. Het zijn juist dit soort mensen die vaak in een kwetsbare
positie verkeren. Onafhankelijke rechtstatelijke instituties zijn voor hen sterkere
bondgenoten dan de politiek.
Allereerst de rechter. Deze heeft de afgelopen jaren al heel veel hete kolen uit het vuur
van de lokale verzorgingsstaat moeten halen. Laten we zuinig zijn op de rechter, inclusief
de CRvB. De Ombudsman blaast een partijtje mee, getuige de belangrijke rapporten over
de onbarmhartige verzorgingsstaat, zoals ‘geen fraudeur en toch een boete’ over de
Fraudewet en ‘met voeten getreden’ over gerechtsdeurwaarders die nalaten de
beslagvrije voet te berekenen als ze overgaan tot beslagleggingen. Laat ons hopen dat
de interne strubbelingen binnen het instituut van de Nationale Ombudsman snel worden
opgelost. En zo niet, dan hebben we altijd nog de gemeentelijke ombudsmannen. Verder
noem ik de vrije pers, zowel op landelijk als op lokaal niveau. Volkskrant en NRC volgen
de decentralisaties kritisch op de voet. Mijn anekdote of Melissa uit Beilen is niet uit de
32
duim gezogen, maar geïnspireerd door een real life case die is ontmaskerd door RTV-
Drenthe.
De bijdrage van de cliëntenraden
Ook u levert al jarenlang een belangrijke bijdrage aan het kritisch volgen van de
uitvoering van de sociale zekerheid, zowel op landelijk als op lokaal niveau. Dat komt
soms in de vorm van goede samenwerking met het bestuur, soms in een meer
oppositionele rol. Zelf zou ik het toejuichen als de cliëntenraden zich uitdrukkelijker gaan
opstellen als hoeders van de sociale grondrechten. Een strategie die hierbij kan worden
gevolgd, is problemen niet alleen aan te dragen bij het lokale bestuur maar ook bij de
andere actoren die in de rechtsstaat actief zijn, zoals de rechter, de ombudsman en de
pers. Het immers - in mijn theorie – niet via het bestuur maar via deze instellingen dat
het serum kan worden aangeboord dat de cocktail van discretionariteit, disciplinering en
degeneratie helpt neutraliseren. Om de rechter in te schakelen kan de weg worden
bewandeld om zaken aan te dragen bij stichtingen die speciaal zijn opgericht voor het
voeren van gerechtelijke procedures over principiële juridische vragen. We kennen zo het
Clara Wichmaninstituut dat al jarenlang met succes opkomt voor vrouwenrechten
(www.clara-whichmann.nl). Tegenwoordig timmert het PILP (Public Intererst Litigation
Project) aan de weg voor het aankaarten van een divers scala
van mensenrechtenschendingen (www.PILPNJCM.nl) . Dit gebeurt onder auspiciën van
het Nederlands Juristencomité voor de mensenrechten (NJCM), in samenwerking met
diverse partijen, inclusief de commerciële advocatuur. Zo is er een actie die aandacht
vraagt voor de sneaky profilering door het Big-Brother-risico-indicatiesysteem van SZW,
waarbij allerlei bestanden aan elkaar worden gekoppeld om informatie los te krijgen over
individuen. Ook voert het PILP een proefprocedure over de toegang tot het
dovenonderwijs voor uitgeprocedeerde asielzoekers.
Zelf hebben wij in Groningen op initiatief van de jurist Henk van der Meij, onlangs een
stichting in het leven geroepen die zich specifiek gaat bezighouden met het aanjagen van
principiële procedures in de zorg, ook met het oog op het nieuwe VN Verdrag voor de
rechten van gehandicapten. Dit is de Stichting Rechtszekerheid Ondersteuning en Zorg
(www.SROZ.nl). Er is alvast een bescheiden bedrag in kas voor het begeleiden van
procedures.
Meld u met zaken. We hoeven niet te laten gebeuren dat decentralisaties negatief
uitwerken voor onze sociale grondrechten. We staan erbij en kunnen er wat aan doen.
Het mooiste zou zijn de cliëntenraden zelf partij zijn in een collectieve klachtenprocedure
over schendingen van sociale grondrechten. Stel een gemeente schiet zichtbaar tekort in
het formuleren van een armoedebeleid en niemand doet wat. De staatssecretaris zegt
typisch dat is een zaak van de gemeente niet van de landelijke politiek. De rechter zegt:
zo concreet kan ik de sociale grondrechten niet toetsten. In dergelijke situaties zou een
collectieve klachtenprocedure uitkomst kunnen bieden. Er is echter één probleem. We
kennen in Nederland geen collectief klachtenrecht voor schending van sociale
grondrechten. Onze college van de rechten van de mens is alleen bevoegd gemaakt voor
behandelen van individuele klachten over schending van art. 1 van de Grondwet, het
verbod op discriminatie. Wel is er een Europese collectieve klachtenprocedure over
schending van sociale grondrechten van Sociaal Handvest, maar daarvoor zijn de
cliëntenraden weer niet ontvankelijk.
Daarom sluit ik deze rede af met een oproep tot invoering van een nieuw collectief
klachtrecht voor sociale grondrechten. Als we de decentralisaties even serieus nemen als
de sociale grondrechten doen we er goed cliëntenraden klachtrecht te geven en dat te
beleggen bij het College voor de rechten van de mens.
Ik heb gezegd.
33
VII Cliënt in Beeld-prijs 2016
De Landelijke Cliëntenraad (LCR) reikt jaarlijks de Cliënt in Beeld-prijs uit aan een
Cliëntenraad/-organisatie of lid daarvan die een bijzondere bijdrage heeft geleverd aan
het bevorderen, verder vormgeven of verbeteren van cliëntenparticipatie.
Iedereen kan een cliëntenraad/-organisatie of lid daarvan voordragen die volgens
hem/haar voldoet aan het jaarlijks vastgestelde wisselende thema. De prijs wordt
uitgereikt op het jaarlijks congres van de Landelijke Cliëntenraad
Juryprijs
De jury wijst één van de genomineerde voordrachten aan als winnaar.
De winnaar ontvangt een bronzen beeld en een geldbedrag van € 2.500,-
Publieksprijs
Tijdens het congres worden filmpjes van alle genomineerden getoond.
De deelnemers aan het congres kiezen door stemming de winnaar van de publieksprijs.
De winnaar ontvangt een glasobject en een geldbedrag van € 2.500,-
Thema 2016
Het thema van de Cliënt in Beeld-prijs 2015 was: ‘De leefwereld op de overlegtafel’
Samenstelling jury
Voorzitter Arjan Vliegenthart Wethouder Werk en
Inkomen Amsterdam en
voorzitter VNG-commissie
Werk en Inkomen.
Lid Sandra van Laar Lid van de LCR namens de
dak- en thuislozen
extern lid Thomas Sanders WSW-cliëntenraad Venlo,
Beesel
en Bergen en winnaar
Cliënt in
Beeldprijs 2015
extern lid Elleke Davids Senior-beleidsmedewerker
ministerie van SZW en
contactpersoon voor de LCR
adviseur Gerrit van der Meer Voorzitter van de LCR
ambtelijk secretaris Branko Hagen Beleidsadviseur LCR
secretaris/auteur Yvette Bommeljé
Voordrachten
De LCR heeft tien voordrachten ontvangen voor de Cliënt in Beeld-prijs 2016.
Er werden cliëntenraden/-organisatie voorgedragen vanuit het hele land en vanuit
verschillende beleidsterreinen.
Overzicht van de voorgedragen kandidaten
Een overzicht van de voorgedragen kandidaten in willekeurige volgorde: 1. FSU Jongerenteam, Friesland - Voor jongeren, door jongeren
2. Cliëntenpanel Harderwijk - Armoede, geloof in eigen kracht
3. Cliëntenraad Regio Drechtsteden - Persoonlijke benadering
34
4. Groot MO/GGZ-overleg - Zwartboek kostendelersnorm
5. Centrale Cliëntenraad UWV - Beginspraak bij nieuwe beoordelingswijze
6. Adviesraad Werk en Inkomen Raalte - Samenwerking voor goed beeld ervaringen
cliënten
7. Cliëntenraad Deurne - Bijeenkomst Deurne
8. Cliëntenraad Sociale Zaken Hilversum/Weesp - leefervaringen bij de voedselbank op
tafel van de gemeente
9. Cliëntenraad Werk en Inkomen Veenendaal - bijeenkomst met de achterban als
spiegel
10. Participatieraad Wmo Zaanstad - De werkwijze Zaanstad met vertel- en verhaaldagen
Nominaties
Uit de tien voordrachten heeft de jury vier voordrachten genomineerd:
1. FSU Jongerenteam, Friesland - Voor jongeren, door jongeren
2. Groot MO/GGZ-overleg - Zwartboek kostendelersnorm
3. Cliëntenraad Werk en Inkomen Veenendaal - bijeenkomst met de achterban als
spiegel
4. Participatieraad Wmo Zaanstad - De werkwijze Zaanstad met vertel- en verhaaldagen
Winnaar Juryprijs
De jury heeft unaniem besloten om de Cliënt in Beeld-prijs 2016 toe te kennen aan:
FSU Jongerenteam, Friesland - Voor jongeren, door jongeren
De jury vindt dit initiatief bijzonder omdat jongeren moeilijk te mobiliseren zijn voor het
werken voor cliëntenraden. Zij zijn ook moeilijk te bereiken door cliëntenraden. FSU
Jongerenteam laat zien dat jongeren wel degelijk te motiveren zijn voor het
cliëntenraadswerk: zij zijn actief in hun eigen team en weten hun doelgroep te bereiken.
FSU Jongerenteam maakt ook duidelijk dat jongeren op een andere manier te werk gaan
en op een andere manier bereikt moeten worden dan op de gebruikelijke wijze. Zij
gebruiken social media, filmpjes en gaan erop af met actieve en activerende werkvormen
zoals het werken met spellen: methoden die passen bij hun generatie. En met succes,
want ze halen de informatie op over de leefwereld van werkzoekenden en jongeren met
een beperking. Informatie die nodig is om deze groep te ondersteunen en waarmee de
cliëntenraad vervolgens in gesprek kan gaan met de gemeente. De jury geeft een grote
pluim aan het FSU Jongerenteam en hoopt dat dit voorbeeld navolging krijgt in de rest
van het land.
Winnaar Publieksprijs
Tijdens het congres werden vier filmpjes van de genomineerde kandidaten getoond.
De aanwezigen kozen: Groot MO/GGZ-overleg Amsterdam: Zwartboek
kostendelersnorm.
Het juryrapport wordt als bijlage bij het jaarverslag gevoegd.
35
Bijlage VIII Overzicht leden en plaatsvervangend leden LCR
Organisatie/orgaan Lid Plaatsvervangend lid
Landelijke
Cliëntenorganisaties
Ieder(in) LG Jenny Laval Nienke van der Veen
Mind/LOC dhr. E. Paardekooper
Overman
mw. M. Paalvast
VCP/CNV dhr. B. de Bart mw. M. Morsink
CSO mw. A. Willemse-v.d. Ploeg Vacature
FNV (publieke sector) mw. A. Hoeflak mw. C. Ter Beek
FNV
(markt sector)
dhr. A. Maas dhr. R. Smits
Vertegenwoordiger
Organisaties van
minderheden
dhr. S. Bouddouft dhr. H. van Zuthem
Ieder(in) VG dhr. J. Barendrecht Dini Zeggelaar
Cliëntenraden UWV en
SVB
CC UWV mw. C van der Sel
CC UWV dhr. R. Duin dhr. E Trompert
CC UWV dhr. H. van Grieken mw. A van der Meijden
CR SVB mw. G.F.P. Baaij mw. A. van den Bosch
CR SVB dhr. F. Maij mw. S.J. Querido CR SVB dhr. H.P.G. van Roosebeek -
Vertegenwoordigers
Gemeentelijke
Cliëntenparticipatie
Cliëntenraden G4 dhr. H. van Zanten vacature
Mobility dhr. J. Sprenkels mw. W. Vincken
Vertegenwoordiger/ Dak- en
thuislozen
mw. S. van Laar vacature
Onafhankelijk voorzitter: dhr. G. van der Meer
Leden Dagelijks Bestuur
Voorzitter : dhr. G van der Meer
Vicevoorzitter/lid : mw. A. Hoeflak
Penningmeester/lid : dhr. E. Paardekooper Overman
Secretaris : mw. G. Baaij