Jaarverslag LCR 2015 - Landelijke Cliëntenraad · 2016. 3. 17. · Mensen met lagere loonwaarde...
Transcript of Jaarverslag LCR 2015 - Landelijke Cliëntenraad · 2016. 3. 17. · Mensen met lagere loonwaarde...
Jaarverslag LCR 2015
Inhoudsopgave
1 Voorwoord 2
2 De Raad 3
3 De LCR van maand tot maand 4
4 Wettelijke overleggen 5
4.1 Ministerie van SZW
4.2 Ambtelijk overleg met het ministerie van SZW
4.3 VNG
4.4 UWV
4.5 SVB
4.6 Inspectie SZW
5 Contacten met de Pers 10
6 Cliëntenparticipatie in de arbeidsmarktregio 11
7 Banenafspraak 12
8 VN-verdrag steeds dichterbij 15
9 Volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikt 16
10 Congres LCR 18
11 Colofon 20
Bijlagen
I Missie en visie LCR 24
II Overzicht activiteiten 26
III Overzicht adviezen 36
IV Overzicht publicaties 38
V Verwarring en ontwarring: burger- en cliëntenparticipatie 40
(artikel in Sociaal Bestek)
VI Congres 2015 : ‘Van inhoud naar doen’ 44
VII Ab Harrewijn-rede 2015 50
VIII Cliënt in Beeld-prijs 2015 54
IX Overzicht leden en plaatsvervangend leden LCR 56
2
1 Voorwoord
We hebben er lang naar toegeleefd: 2015 was het eerste jaar van de Participatiewet en de twee
andere decentralisaties, de jeugdzorg en de WMO. 2015 werd dan ook aangemerkt als een
transitiejaar. Er moest heel veel worden veranderd bij gemeenten. In de praktijk bleek de
Participatiewet daarbij niet de eerste prioriteit, omdat de veranderingen in de jeugdzorg en de
WMO voor gemeenten veel ingrijpender bleken. Aan het eind van het jaar moesten we bij de
Landelijke Cliëntenraad (LCR) mede daarom concluderen, dat 2016 wel een tweede transitiejaar
zal worden.
We moesten het flauwe zinnetje ‘zie je nou wel’ in 2015 zorgvuldig vermijden. Veel van onze
voorspellingen kwamen uit, ook die over problemen voor uitkeringsgerechtigden en
werkzoekenden. De Fraudewet doorstond de toets van de rechter niet; er kwamen meer
mensen onder de armoedegrens; het aantal mensen in de schuldhulpverlening groeide; er
ontstonden grote verschillen in beleid én uitvoering van de Participatiewet tussen gemeenten,
waardoor in ieder geval de onduidelijkheid en onzekerheid toenam; het beschut werken kwam
nauwelijks van de grond; mensen die eerder in de Wajong kwamen (volledig arbeidsongeschikt,
maar niet duurzaam) vielen terug op de bijstand; de uitvoering van de banenafspraak was op
zijn best moeizaam. De onrust onder grote delen van onze achterban was en is groot. En de
genoemde voorbeelden zijn nog niet eens uitputtend.
Bij één voorspelling hadden we al een slag om de arm, en deze kwam ook niet uit: de ratificatie
van het VN-verdrag voor rechten van mensen met een handicap haalde de afrondende
parlementaire behandeling niet. Die werd doorgeschoven naar 2016.
Over de cliëntenparticipatie in de arbeidsmarktregio, bij het Werkbedrijf, hebben we ons nooit
aan voorspellingen gewaagd. Wel hebben we lang en vaak geroepen dat afspraken in de
arbeidsmarktregio pas goed zouden zijn, als cliënten daarover hun adviezen hadden kunnen
geven. Vele malen hebben we onze zorgen op dat punt geuit. Toch hebben we aan het eind van
het jaar helaas moeten concluderen dat de zorg terecht was. Maar heel weinig
arbeidsmarktregio’s hebben een goede structuur van cliëntenparticipatie en -zeggenschap.
Een heftig en intensief jaar ligt dus achter ons. Een rustig jaar hebben we trouwens nog nooit
gehad en zullen we ook nooit krijgen. En dat is op zich goed, want we zoeken helemaal geen
rustig bestaan.
De vele onderwerpen die de revue passeerden leidden tot heel goede en inhoudelijke debatten
in de raadsvergaderingen. Daarnaast voerden we oriënterende en meningvormende debatten
over bijvoorbeeld het basisinkomen. Verder over actuele onderwerpen als de
schuldenproblematiek, cliëntondersteuning, beschut werken en werken met behoud van
uitkering. En over interne aangelegenheden als het treffen van een regeling voor
presentiegelden, met de uitkomst dat we dat niet gaan doen. Stuk voor stuk stevige en
inhoudelijke debatten, soms met forse meningsverschillen, vaak met een grote mate van
overeenstemming. En altijd met een uitkomst waarmee we verder kunnen. En altijd met een
voorzitter die een groot liefhebber is van goede inhoudelijke debatten. Tenminste als ze
gevoerd worden vanuit het perspectief van de mensen waar het ons om gaat: de cliënten in de
sociale zekerheid. Dat was in 2015 altijd het geval.
Gerrit van der Meer
Voorzitter Landelijke Cliëntenraad
3
2 De Raad
In 2015 is de Raad 6 keer bijeengeweest. Naast de vaste agendapunten, agenda en
besluitenlijst DB, in- en uitgaande post, actualiteiten ingebracht door de leden, rapportage van
activiteiten van de LCR, is onder andere gediscussieerd over de volgende onderwerpen:
(monitoring) Participatiewet;
cliëntondersteuning;
loonwaardebepaling;
digitale overheid, basisinkomen;
beschutwerken;
3 maanden proeftijd banenafspraak;
de bureaucratie van de banenafspraak/praktijkroute;
armoede en schuldhulpverlening.
Vanzelfsprekend zijn ook de bestuurlijke en ambtelijke overleggen met UWV, SVB, VNG en het
ministerie van SZW in de raadsvergaderingen voorbereid (zie verder hoofdstuk 4).
Training
Door omstandigheden zijn de twee trainingen aan de raad niet doorgegaan.
Werkgroepen
Ter voorbereiding van verschillende adviezen en activiteiten zijn twee werkgroepen binnen de
LCR actief geweest. Dit betreft de werkgroep SUWI. Die de reactie van de LCR bij de evaluatie
SUWI heeft voorbereid en de werkgroep congres voor de voorbereiding van het congres.
Dagelijks Bestuur (DB)
Ter bewaking van de voortgang van de werkzaamheden van de LCR en voorbereiding van de
LCR vergaderingen hebben er 6 DB-vergaderingen plaatsgevonden.
Deze vergaderingen vinden uiterlijk 14 dagen voorafgaand aan de raadsvergaderingen plaats.
4
3 De LCR van maand tot maand Januari
De LCR is op zoek naar goede voorbeelden van het benutten van
ervaringsdeskundigheid bij beleidontwikkeling voor de Cliënt in Beeld-prijs 2015.
Februari
Rondetafelgesprek over VN-verdrag in de Tweede Kamer, de LCR pleit voor een stevig
plan van aanpak.
Maart
De LCR vraagt aandacht voor nieuwe doelgroepen in de Participatiewet, publicatie van
factsheet nieuwe doelgroepen.
April
LCR congres 2015: ‘Van inhoud naar doen’.
Mei
Een stap vooruit, werkprocessen banenafspraak worden vereenvoudigd. Waaronder: De
potentiële doelgroep kan zelf een aanvraag voor beoordeling doen. Dat was een advies
van de LCR.
Juni
Advies aan staatssecretaris Klijnsma over kwetsbare jongeren in de Participatiewet.
Schaf de 4-weken eis af.
Privacy is nog steeds niet veilig bij gebruik SUWI-net door gemeenten, de LCR in het
radioprogramma Argos over de beveiliging van Suwinet.
Juli
Verschijning herziene versie van de handreiking: Participatiewet voor Cliëntenraden,
‘Cliëntenraden denken en doen mee’.
Augustus
Enquête onder cliëntenraden; hoe is cliëntondersteuning in uw gemeente geregeld?
(Rapport Cliëntondersteuning bij gemeenten, zie website LCR).
September
Kostendelersnorm zorgt voor ernstige problemen, MO/GGZ-Overleg Amsterdam
presenteert Zwartboek;
Presentatie app: ‘Pak je kans nu’ die jongeren met een beperking helpt om werknemer
te zijn.
Oktober
Advies aan Staatssecretaris Klijnsma over jongeren die volledig maar niet duurzaam
arbeidsongeschikt zijn.
November
LCR-bijeenkomst ‘Mensen van de doelgroep banenafspraak aan het woord’.
December
Plenaire behandeling van ratificatie VN-verdrag in de Tweede Kamer.
5
4 Wettelijke overleggen
4.1 Overleg met het ministerie van SZW
Op 1 juli en 28 oktober 2015 vond er bestuurlijk overleg plaats. In beide overleggen stond de
Participatiewet centraal.
Op 1 juli is gesproken over:
Monitoring Participatiewet
Cliëntenraden worden niet bevraagd (schriftelijk en mondeling) in het kader van de monitoring
Participatiewet. Afgesproken is dat bij de volgende ronde in het kader van de monitoring
cliëntenraden wel zullen worden bevraagd.
Beoordeling doelgroep banenafspraak
Staatssecretaris Klijnsma ziet geen aanleiding voor een onafhankelijk onderzoek naar de
beoordelingscriteria en de wijze van beoordelen.
De LCR stipt aan dat LCR te weinig betrokken wordt bij het (bestuurlijk) overleg van De
Werkkamer met de staatssecretaris. De staatssecretaris wil nadenken over de mogelijkheid om
in relevante gevallen voor bijeenkomsten met stakeholders de voorzitter van de LCR te bellen.
Regionale cliëntenparticipatie bij het werkbedrijf
Er is gesproken over het belang van cliëntenparticipatie in de regio’s. De ervaringen van de LCR
zijn heel verschillend. Na de zomer de stand van zaken opmaken en een publiciteit moment,
een bijeenkomst met wethouders gebruiken om goede voorbeelden uit te venten en aandacht
te vragen voor het belang van de cliëntenparticipatie in de regio.
Betrokkenheid van cliëntenraden bij de invoering van de Participatiewet
De LCR heeft cliëntenraden bevraagd over hun betrokkenheid bij de implementatie van de
Participatiewet. Het baart de LCR zorgen dat er bij 13% van de cliëntenraden geen echte
cliënten (werk en inkomen) in de raad zitten. Ook dat slechts 61% van de gemeenten
cliëntenraden advies vragen over de verordening cliëntenparticipatie. Dit zegt iets over het
belang dat gemeenten aan cliëntenparticipatie hechten. De LCR krijgt moeilijk ingang bij de
VNG sinds de nieuwe gemeenteraadsverkiezingen. De staatssecretaris heeft toegezegd hierover
met de voorzitter van de Commissie werk en inkomen te bellen.
Mensen met lagere loonwaarde uitsluiten van ondersteuning naar werk
De LCR merkt op dat 24% van de gemeenten mensen met een loonwaarde van 40% of lager
uitsluiten voor ondersteuning naar werk. Volgens de LCR is deze werkwijze in strijd met de
Participatiewet. Het is nu te vroeg om een beeld te hebben van de aanpak die gemeenten
hebben. Er is een flink aantal monitor- en evaluatierapportages voorzien die wel tot een
afgewogen beeld gaan leiden. We komen hier de volgende keer op terug. De staatssecretaris
geeft aan dat zij met het veld in gesprek gaat over het organiseren van beschut werk. Daarbij
komt ook de relatie met dagbesteding aan de orde.
Pledge LCR in het kader van Mensenwerk
De LCR signaleert een aantal knelpunten. Mensen met een psychische beperking zullen maar
ten dele behoren tot de doelgroep van de baangarantie en het is niet duidelijk of de no-risk
polis landelijk geregeld gaat worden.
De staatssecretaris geeft aan dat onder de doelgroep ook mensen met een psychische
beperking vallen. De participatie van mensen met psychische beperkingen heeft de volle
aandacht van de staatssecretaris en haar collega staatssecretaris Van Rijn van VWS. Om die
reden zijn zij in 2013 het project “Bevordering participatie mensen met psychische
aandoeningen” gestart o.a. samen met de LCR.
Wat betreft de no-riskpolis, het wetsvoorstel harmonisering instrumenten Participatiewet dat op
23 april 2015 is ingediend bij de Tweede Kamer regelt op verzoek van partijen in De
Werkkamer een uniforme no-riskpolis via UWV voor de doelgroep van de banenafspraak.
6
Uitbreiding van de doelgroep is pas aan de orde als het quotum wordt geactiveerd.
Inspectierapport Suwinet, veilig omgaan met elkaars gegevens
De Inspectie SZW heeft in 2014 wederom onderzoek verricht naar het gebruik van gegevens
via Suwinet door gemeenten. De staatssecretaris is niet tevreden over het resultaat en dat wil
maatregelen treffen om de beveiliging van Suwinet bij gemeenten te verbeteren. Het is zeer
belangrijk dat gemeenten de persoonsgegevens van burgers waarborgen. Vanaf september
gaat de Inspectie alle gemeenten nogmaals af. En als zaken dan niet op orde zijn, kan escalatie
in de zin van gemeenten afsluiten van Suwinet tot de mogelijkheden horen. Afgesproken wordt
dat ambtelijk SZW in contact treedt met ambtelijk LCR om de potentiële risico’s door te nemen.
In de rondvraag werden vragen gesteld over evaluatie Wgs en onderzoek brutering bijstand
Evaluatie Wgs
De evaluatie Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is gestart. De LCR heeft begrepen dat er
een klankbordgroep bij dit onderzoek is/wordt gevormd. De staatssecretaris vindt het jammer
als de LCR geen deel uitmaakt van de klankbordgroep en vraagt ambtelijk dat alsnog te
regelen.
Onderzoek brutering bijstand
Weet de staatssecretaris dat de invalshoek van cliënten bij het onderzoek naar gevolgen
brutering bijstandsuitkering niet expliciet een vraagstelling is. Afgesproken wordt dat ambtelijk
SZW contact opneemt met LCR over de vraagstelling.
Op 28 oktober 2015 is gesproken over:
Cliëntenparticipatie op regionaal niveau.
Afgesproken wordt dat er in een gezamenlijke brief van de Voorzitter LCR en de
Staatssecretaris aandacht gevraagd wordt voor het belang van cliëntenparticipatie in de
arbeidsmarktregio’s.
Afgesproken wordt om volgend BO de stand van zaken opnieuw te inventariseren en te
bespreken.
Volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikt in het kader van de Wajong
De LCR vraagt aandacht voor de volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikten Wajong. Er
wordt toegezegd hieraan aandacht te besteden in de Verzamelbrief aan gemeenten. Bij nieuwe
instroom stelt LCR voor om een tussenfase te introduceren waarin ruimte is voor
herstelcoaching en verkennen van mogelijkheden voordat echt definitief wordt besloten tot
plaatsing in duurzaam arbeidsongeschikt. De staatssecretaris vindt het nu te vroeg om aan
wijzigingen te denken. Wel neemt ze dit onderwerp mee in haar overleg met UWV.
Ondergrens bij ondersteuning naar werk.
De LCR maakt zich nog steeds zorgen dat gemeenten vooral perspectiefvolle cliënten
begeleiden en ondersteunen naar werk. Mensen met een loonwaarde van 40/50% of minder
lijken uitgesloten te worden van ondersteuning naar werk omdat dat te duur zou zijn. Dit heeft
de aandacht van de staatssecretaris en een aantal acties worden daar al op ondernomen zoals
het extra geld voor beschut en de inzet van het aanjaagteam en de uitbreiding no-riskpolis voor
gemeenten. Ook wijst zij op de toekomstige belastingherziening (lage-inkomensvoordeel)
(LIV)) die verlichting kan bieden. De staatssecretaris vermeldt nog expliciet dat dagbesteding
wat haar betreft geen beschut werk is. De staatssecretaris zegt toe na te laten gaan of de
evaluatie van de P wet het beeld van LCR ondersteund. Verder vraagt zij de LCR om via de
cliëntenraden vooral de colleges van B&W erop aan te spreken.
Beoordelingen baangarantie, beschut werk en Wajong en invulling
banenafspraak.
Deze agendapunten zijn tegelijk besproken.
7
De eerste tussentijdse meting van de banenafspraak stemt hoopvol. De Werkkamer wordt
gevraagd de processen rond de beoordelingen en de plaatsingen nog eens goed bekijken. De
directe doorstroming van speciaal onderwijs naar het banenregister wordt waarschijnlijk wel
structureel geregeld. Op de vraag van de LCR of het invullen van beschut werk verplicht is
antwoordt de staatssecretaris dat het opstellen van een verordening verplicht is, maar dat men
daarin een streven van nul plaatsen kan opnemen. Dat is echter niet de intentie. De LCR zou
graag zien dat niet alleen naar procedures wordt gekeken, maar ook naar de criteria.
In de rondvraag vroeg de LCR aandacht voor:
De brief van de LCR over de herindeling van de Wajong in relatie tot dagbesteding en
herindicatie Wsw. De LCR wordt op de hoogte gebracht middels beantwoording van de
brief.
Het advies van de LCR over de groep WGA 80 -100% arbeidsongeschikt, maar waarbij
de duurzaamheid niet vaststaat. De LCR zou graag met het ministerie over dit advies
willen spreken. Er zal een ambtelijk overleg over dit advies worden geregeld.
Stand van zaken nadere specifieke regels WIA beoordeling van mensen die met LKS
werkten. Dit wetsvoorstel wordt te zijner tijd voor consultatie aan de LCR gestuurd.
4.2 Ambtelijk overleg met het ministerie van SZW
Er hebben verschillende ambtelijke overleggen over diverse onderwerpen plaatsgevonden. Er is
gesproken over de Routewijzer (voor mensen met een psychische kwetsbaarheid),
takenbestand bij beoordeling Wajong 2015, beoordeling baangarantie, projectvoorstel
ondersteuning cliëntenraden bij het inrichten van regionale cliëntenparticipatie, Tool beslagvrije
voet, evaluatie SUWI, Fraudewet, brutering bijstand, onrust onder Wsw’ers (voorbereiden van
antwoorden op vragen van Wsw’ers).
4.3 Overleg met VNG
Met de VNG heeft geen bestuurlijk overleg plaatsgevonden. Er heeft wel een ambtelijk overleg
plaatsgevonden. In januari vond ambtelijk overleg plaats. Op de agenda stond:
Privacy.
Regionale cliëntenparticipatie.
Lokale ontwikkeling van cliëntenparticipatie.
Fraudewet en vervolg (onder meer toegang schuldhulpverlening).
Eerste waarneming beleid Participatiewet: Beschut werken (wel/niet), loonwaarde 50%
als grens voor bieden ondersteuning naar werk, uniformering instrumenten.
Bestuurlijke verantwoordelijkheid WSW, naar aanleiding van de brief van de LCR en
rapport Nationale Ombudsman, ‘Oog voor mensen met een beperking’.
Cliëntondersteuning (we missen elke aandacht hiervoor vanuit veld werk en inkomen bij
gemeenten).
In september heeft opnieuw ambtelijk overleg plaats. In dit overleg is onder andere gesproken
over het belang van cliëntenparticipatie en het organiseren van een bestuurlijk overleg.
4.4 Overleg met UWV
Op 7 mei 2015 vond er een bestuurlijk overleg plaats met RvB UWV. In het overleg met de RvB
UWV is gesproken over de volgende onderwerpen:
Cliëntenparticipatie bij de regionale werkbedrijven
Knelpunten uitvoering werkvoorzieningen UWV
De LCR heeft verschillende signalen ontvangen over het moeizaam en traag verlopen
van de behandeling van de aanvraag werkvoorzieningen.
8
Interne jobcoaching. Er is vorig jaar met de LCR en CC UWV gesproken over de
toekomstige regelgeving voor interne jobcoach.
Gang van zaken aanvragen en toekennen registratie baangarantie
Fraudewet (herziening oude gevallen)
Het overleg met RvB UWV werd voorafgegaan door een overleg met de Centrale Cliëntenraad
van UWV. Dit overleg vond plaats op 13 april 2015. Op de agenda van het overleg met de
Centrale Cliëntenraad UWV stonden de volgende onderwerpen:
Cliëntenparticipatie bij de regionale werkbedrijven (voor de uitvoering van de
Participatiewet).
Knelpunten uitvoering werkvoorzieningen UWV.
Evaluatie van de CC UWV in de LCR. We kunnen constateren dat samenhang en
samenspel steeds beter wordt.
Vorig jaar is er samen met CC UWV opgetrokken rond het thema interne jobcoaching.
- De verkregen voorlichting over interne jobcoach is niet conform er nu in
uitvoeringsbesluiten is vastgelegd. Is hierover met de CC UWV gecommuniceerd?
- Verder is toegezegd dat CC UWV en LCR gezamenlijk zouden worden betrokken
bij evaluatie. Daarbij is vanuit cliëntenraden voorgesteld om een meldpunt in te
richten voor cliënten. Dit voorstel werd serieus in beraad genomen. Hoe staat het
er mee?
Hoe worden Wajongers geïnformeerd over de baangarantie? Wat doen cliëntenraden in
deze. Achterliggende vraag: Hoe bereiken we Wajongers?
Krijgen jullie signalen, over de door cliënten, ervaren knelpunten in de gewijzigde
ziektewet?
Gang van zaken aanvragen en toekennen Wajong 2015.
Gang van zaken aanvragen en toekennen registratie baangarantie.
Fraudewet (herziening oude gevallen).
Digitale vangnet, UWV gaat zich bezinnen op digitale communicatie.
4.5 Overleg met SVB
In november vond het overleg met de CR SVB plaats. Op de agenda stonden de volgende
punten:
PGB
- Terugblik PGB-problematiek en ICT
- Is er ervaring met deeltijd PGB?
De vraag heeft betrekking op een zorgverlener die naast zijn salaris ook vanuit de PGB een
vergoeding krijgt voor de zorg die hij of zij levert. Als de PGB te laat wordt uitbetaald komt
de zorgverlener in de problemen. De CR SVB is niet bekend met deze problematiek. In het
bestuurlijk overleg kan op deze vraag worden teruggekomen.
Jaarlijkse evaluatie van de samenwerking tussen LCR en CR SVB.
De samenwerking wordt wederzijds als positief en leerzaam ervaren.
Is de Cliëntenraad SVB betrokken bij de uitvoeringstoetsen van de SVB?
In tegenstelling tot de LCR is de CR SVB daar niet bij betrokken.
Hoe kijkt CR SVB aan tegen de ongelijke behandeling van AOW-gerechtigden?
AOW-gerechtigden met volledige AOW geen kostendelersnorm;
AOW-gerechtigden met onvolledig AOW aanvulling uit AIO met kostendelersnorm.
Het College voor de Rechten van de Mens heeft geoordeeld dat er geen sprake is van
ongelijkheid. De NOOM benadert nu de politiek met die vraag.
9
AOW-gerechtigde leeftijd verschuift sneller naar 67 jaar
Wat betekent dit voor cliënten in het kader van de overbruggingsregeling? Komen er bij
de SVB vragen binnen van cliënten? Zijn er signalen van problemen bij cliënten?
Met de RvB SVB is gesproken over:
update Stand van zaken PGB (door Coen van de Louw)
- Verder ingaan op de vraag over deeltijd PGB.
AOW-gerechtigde leeftijd verschuift sneller naar 67 jaar
Evaluatie samenwerking CR SVB/LCR
4.6 Inspectie SZW
De LCR is verschillende keren door de inspectie geraadpleegd. We zijn geraadpleegd in het
kader van de onderzoeken jongeren in WWB en WW en onderzoek cliëntbeleving. De LCR heeft
een feitencheck uitgevoerd bij de rapporten Jongeren in WWB en WW en het rapport
cliëntbelevingsonderzoek. bij deze rapporten is ook een bestuurlijke reactie gegeven.
10
5 Contacten met de pers
De Pers heeft de LCR regelmatig benaderd.
- Trouw heeft aandacht besteed aan de overgang van speciaal onderwijs naar werk:’Na
speciaal onderwijs aan het werk? Dat wordt knap lastig’.
- UWV-online bevroeg de voorzitter over de beoordeling baangarantie.
- De Volkskrant vroeg de LCR over versoepeling van de regels in de bijstand.
- Radio en BNR radio wilden de LCR vervolgens spreken over de tegenprestatie.
- Op ATV kwam de LCR aan het woord in het programma de stelling en ook dat ging over de
tegenprestatie.
- Binnenlands Bestuur bevroeg de LCR over de studieregeling in de Participatiewet.
- Onderzoekjournalisten van het radioprogramma Argos spraken met de LCR over de
beveiliging van Suwinet.
- Ook de effecten van de Fraudewet hadden de aandacht van de pers en ook daarvoor werd
de LCR benaderd door de schrijvende pers (NRC en AD) en Radio 1.
- In september werd de voorzitter geïnterviewd door Mug over werken met behoud van
uitkering.
- In Nieuwsuur werd aandacht besteed aan jonggehandicapten. In september (enorme
afname toekenning Wajong) en december (jongeren tussen wal en schip in de
Participatiewet, uitgezonden in 2016) is de voorzitter hierover geïnterviewd.
11
6 Cliëntenparticipatie in de arbeidsmarktregio
De LCR besteedt altijd veel aandacht aan de Cliëntenparticipatie en -zeggenschap. En in 2015
was dit wel heel duidelijk het geval. Omdat het moest.
Samen met Ieder(in) en Landelijk Platform GGz hielden we een enquête onder gemeentelijke
cliëntenraden, over de mate waarin zij betrokken waren bij de voorbereiding en de uitvoering
van de Participatiewet en de vorming van het Werkbedrijf in de arbeidsmarktregio. De
uitkomsten waren teleurstellend, vooral van de door gemeentelijke Cliëntenraden ingevulde
vragenlijst . Er bleek een wereld te winnen als het gaat om het betrekken van cliënten bij het
opstellen van nieuw beleid en nieuwe structuren en het serieus omgaan met de adviezen van
Cliëntenraden. (Rapportage over de betrokkenheid van cliëntenraden bij de implementatie van de Participatiewet in hun gemeente, zie website LCR).
Bij vele gelegenheden spitste de inbreng van de LCR zich toe op de cliëntenparticipatie en -
zeggenschap in de arbeidsmarktregio. Al in 2014 hadden we er voor gepleit cliëntenraden op
het terrein van werk en inkomen om advies te vragen bij de vorming van het werkbedrijf. Uit
de enquête bleek dat slechts in één vijfde van de arbeidsmarktregio’s de cliëntenraden bij dat
onderwerp waren betrokken. De werkbedrijven werden dus grotendeels opgezet onder het
motto: ‘Voor u, doch zonder u’.
Ook de inbreng en invloed van cliënten(raden) op het lokale/gemeentelijke niveau is nog lang
niet vanzelfsprekend. Dat was geen schokkende uitkomst van de enquête, want dat wisten we
al. Een sprekend voorbeeld: in een vijfde van alle gemeenten was geen advies van de
Cliëntenraad gevraagd en niet eens met hen overlegd over de verordening Cliëntenparticipatie
in de Participatiewet! Veel bestuurders en beleidsmakers bleken niet overtuigd - of waren even
vergeten - dat goed beleid niet te maken is, als er niet wordt geluisterd naar de mensen
waarvóór dat beleid wordt gemaakt. De inbreng en invloed van ervaringsdeskundigheid bleek
dus lang niet altijd vanzelfsprekend.
We maakten in 2015 vaak gebruik van de gelegenheid om de cliëntenparticipatie en -
zeggenschap, en ook de LCR zelf, over het voetlicht te brengen. We waren onder andere bij een
congres voor gemeenteraadsleden van de VNG, een congres over de ‘Sociale Dienst van de
Toekomst’ (waarin Cliëntenparticipatie dus wel vanzelfsprekend is), de ‘Sociale Top’ en bij een
aantal (regionale) bijeenkomsten waar we signalen ophaalden en advies gaven. Ook bij diverse
bestuurlijke overleggen, met de Staatssecretaris en de Raden van Bestuur van UWV en SVB,
plaatsten we de cliëntenparticipatie op de agenda, waarop we zonder uitzondering positieve en
constructieve reacties kregen. Tenslotte bereidden we het project: ‘Ontwikkelen
Cliëntenparticipatie op arbeidsmarktniveau’ voor, dat in 2016 wordt uitgevoerd.
In november 2015 was er een bijeenkomst met mensen uit de doelgroep banenafspraak, die we
hadden georganiseerd samen met Hans Spigt, de ‘aanjager’ voor 25.000 banen bij de overheid.
Ook een vertegenwoordiger van de ‘aanjager’ voor 100.000 banen bij de werkgevers was
aanwezig. Het werd zonder twijfel een hoogtepunt in 2015. De signalen van de aanwezigen
waren helder en erg leerzaam. De kracht zat in de persoonlijke verhalen. De abstracte
banenafspraak werd concreet en kwam voor iedereen herkenbaar dichtbij. Cliëntenparticipatie
en ervaringsdeskundigheid op zijn best.
12
7 Banenafspraak
2015 stond voor een deel in het teken van de banenafspraak. Het leverde veel discussie op.
Over de doelgroep, te smal ook mensen zonder beperking die het Wettelijk Minimumloon niet
kunnen verdienen, hebben het moeilijk op de arbeidsmarkt? Nee alleen mensen met een
beperking, maar wel ook zij die het wettelijk minimumloon wel kunnen verdienen. De
staatssecretaris bleef bij haar standpunt dat de doelgroep de allerzwakste op de arbeidsmarkt
moest zijn, mensen met een beperking die het wettelijk minimumloon niet kunnen verdienen.
Er werd wel een beetje opgeschoven er werd een nieuwe groep geïntroduceerd de quotum-
groep. Als er onvoldoende banen worden gerealiseerd in het kader van de banenafspraak dan
zal het quotum worden geactiveerd. En als er dan geteld moet worden of er voldoende mensen
met een beperking aan het werk zijn, dan tellen mensen met een beperking die alleen het
minimumloon kunnen verdienen met een werkvoorziening ook mee. Ook waren en zijn er
klachten over te strenge beoordelingen of iemand nu wel of niet tot de doelgroep behoort. De
LCR pleitte om de criteria en de methode van beoordeling tegen het licht te houden. De vraag
is worden er mensen onterecht niet toegelaten tot het zogenaamde doelgroepregister.
Er is ook veel onduidelijkheid bij mensen met een beperking en werkgevers. Beiden weten niet
of onvoldoende waar zij aan toe zijn. Beiden klagen over bureaucratie. Werkgevers klaagden
dat er geen mensen uit de doelgroep komen als zij een vacature melden. Mensen met een
handicap klaagden dat zij niet worden ondersteund bij het vinden en behouden van werk.
De LCR wilde het van de mensen zelf horen. Op 14 november 2015 organiseerden wij een
bijeenkomst in Utrecht met mensen die net wel of net niet tot de doelgroep van de
banenafspraak behoorden. Waar lopen zij tegenaan. Weten zij dat zij in een doelgroepregister
staan. Wat is hun droombaan en wat hebben zij nodig om dat te bereiken. Onder leiding van
Pieter Hilhorst gingen de deelnemers hierover met elkaar in gesprek. Als toehoorder waren
aanwezig: de landelijke aanjagers voor de banenafspraak voor de overheid (Hans Spigt) en
Annette Zomerdijk (rechterhand van Aart van der Gaag, aanjager van private sector).
De groep was divers samengesteld. Mensen die werken, mensen die als zelfstandige hun geld
verdienen of willen gaan verdienen, mensen die werk zoeken, mensen die weer werk zoeken.
Mensen met verschillende beperkingen, ouderen en jongeren, Wajongers, Wsw-geïndiceerden.
Een deel behoort tot de doelgroep van de banenafspraak, een aantal niet. Mensen die voor hun
ondersteuning terug moeten vallen op de gemeente of UWV.
Van vier deelnemers is een portret gefilmd, vier mensen die laten zien heel graag te willen
werken, weten wat ze kunnen en nodig hebben om te kunnen werken, maar nog tegen veel
muren aanlopen. We willen dat het hen lukt!
Belangrijkste opbrengsten: waar lopen mensen tegenaan, wat kan beter en wat gaat de LCR
daarmee doen?
Mensen hebben vragen, maar krijgen niet of onvoldoende antwoord van de
uitvoeringsinstellingen. Bijvoorbeeld over de gevolgen van werken (als zelfstandige) voor hun
uitkering als ze geld verdienen. Of over de ondersteuning die zij nodig hebben.
Op onze vraag aan de aanwezigen of zij wisten of zij tot de doelgroep van de banenafspraak
hoorden bleven allen het antwoord schuldig. Zij wisten het niet.
13
De LCR zal zich nog nadrukkelijker inzetten voor goede voorlichting aan cliënten. Zowel via
internet (de website van UWV, gemeenten, enz.) als in individuele gesprekken.
Het is noodzakelijk dat iedereen een individueel gesprek krijgt over zijn mogelijkheden, wat er
van hem of haar wordt verwacht en wat hij of zij van gemeenten of UWV kan verwachten.
Welke ondersteuning zij krijgen om aan het werk te komen. UWV en gemeenten moeten zorgen
voor mogelijkheden voor mensen om een persoonlijk antwoord te krijgen op een vraag over
hun persoonlijke situatie. Verder wil de LCR dat er goede onafhankelijke cliëntondersteuning
wordt aangeboden waar mensen ook met werk en inkomensvragen terecht kunnen. Gemeenten
zijn wettelijk verplicht op grond van de WMO om die ondersteuning te organiseren.
Mensen hebben behoefte aan ondersteuning, iemand die aan hun zijde staat bij het vinden van
werk. En een deel van hen ook als ze aan het werk zijn gegaan. Mensen geven aan dat zij
behoefte hebben aan ondersteuning van iemand die zij kunnen vertrouwen. Iemand om je
twijfels mee te delen, om dingen voor je te regelen als je dat niet zelf kunt, zaken
bespreekbaar te maken waar je dat niet zelf durft uit angst je werk of uitkering te verliezen.
Hoger opgeleiden zoeken iemand die meedenkt, ondersteunende coaching biedt. Anderen willen
een eigen jobcoach, in ieder geval een jobcoach die snapt wat voor gevolgen je beperking heeft
in je werk en die helpt oplossingen te vinden op het werk.
De LCR vindt dat mensen goede ondersteuning moeten krijgen die bij hen past. Mensen moeten
daar zelf ook iets over te zeggen hebben, omdat zij hun begeleider moeten kunnen vertrouwen.
De kwaliteit van die begeleider is van groot belang. De LCR is dan ook van mening dat
bedrijven niet mogen kiezen voor een Interne Jobcoach, maar de werknemers daar de keuze in
moeten krijgen.
Een aantal vindt dat de overheid in gebreke blijft door bijvoorbeeld de no-riskpolis aan een
selecte groep toe te kennen. De jobcoachregeling na drie jaar te willen stoppen. De kwaliteit
van de jobcoach schiet soms te kort. Eén van de deelnemers was opgezadeld met een jobcoach
waar hij vervolgens een half jaar geen contact mee heeft gehad.
Jan zet zijn ervaringsdeskundigheid in om mensen te helpen die aan het werk
willen. Hij geeft voorlichting en steunt mensen. Maar merkt dat dit niet voldoende
is. Werkgevers doen nu onvoldoende, maar ook die moeten geholpen worden. Zie
zijn filmportret op de website van de LCR.
Liza en haar werkgever worden al vijf jaar ondersteund door een jobcoach. Twee jaar
geleden was die ondersteuning bijna gestopt, omdat UWV vond dat zij zich na drie jaar
zelf wel konden redden. Omdat de werkgevers en Liza het daar heel erg mee oneens
waren, is de jobcoaching toch voortgezet. Zie haar filmportret op de website van de LCR.
Peter heeft zijn werk verloren en ontvangt WW. Bij hem is pas laat ontdekt dat hij een vorm
van autisme heeft. Hij kan zijn werk niet meer goed aan, hij heeft meer tijd nodig en heeft
soms moeite in de omgang met collega’s. Hij kan niet aan het werk komen, omdat
werkgevers loonkostensubsidie willen ter compensatie van zijn lagere tempo. En ze willen
dat de no-riskpolis voor hem geldt. Maar dat kan niet, omdat hij WW-gerechtigd is. Zie zijn
filmportret op de website van de LCR.
14
De LCR heeft aangedrongen en zal dat ook blijven doen op beter flankerend beleid.
De no-riskpolis is belangrijk voor werkgevers en kan drempels wegnemen. Het ontbreken van
de no-riskpolis, omdat de werkzoekende niet meetelt voor de banenafspraak is voor veel
mensen met een beperking een belemmering om aan het werk te komen. De LCR wil dat er
harmonisering komt van jobcoaching met een hoger niveau van de kwaliteit. Extra argument
hiervoor is dat effectief gebleken dienstverlening vaak door een jobcoach als spil wordt
geleverd. Gezien de ervaringen van de werkzoekende/werknemer en hun werkgever, hebben
beiden echt betere ondersteuning nodig van een jobcoach.
Ook moet worden nagedacht over de inzet van loonkostensubsidie (LKS). Alleen mensen die
onder de participatiewet vallen, komen hiervoor in aanmerking. Maar als iemand twee jaar geen
LKS heeft nodig gehad, dan wordt UWV verantwoordelijk voor de werkvoorzieningen. En wat nu
als iemand net als Peter op latere leeftijd terugvalt en (weer) LKS nodig heeft.
Een goede werkgever is heel belangrijk. Een werkgever die ruimte geeft om zo te functioneren
dat je het beste tot je recht komt. Die je de mogelijkheid biedt om veilig met hem te spreken
over je functioneren, Mensen hebben goede, maar ook slechte ervaringen met hun werkgever.
Zij krijgen niet altijd de ruimte om naar de eigen mogelijkheden te kunnen functioneren, die
Werkgevers hebben daar soms te weinig begrip voor. Maar er zijn ook goede voorbeelden. Ook
hier kan een goede jobcoach een belangrijke rol vervullen. Ook de omgang met collega’s is een
belangrijk punt van aandacht voor mensen met een beperking.
De LCR concludeert dat er nog een lange weg te gaan is voor de arbeidsmarkt voor
werknemers met een beperking inclusief is. We moeten daarbij ook bedenken dat nog altijd een
heel groot deel van de werkgevers geen mensen met ernstige beperkingen in dienst neemt. De
LCR zal aandringen op onderzoek waarmee beter inzicht wordt verkregen in de ervaringen van
werknemers met een beperking en hun werkgevers. Hoe mensen zelf hun werk beleven, hoe zij
de steun van hun werkgever ervaren, of zij vinden dat zij ook zelf voldoende mee kunnen
bepalen hoe hun werksituatie wordt ingevuld. En hoe werkgevers de steun bij het in dienst
nemen en houden van werknemers met een beperking ervaren.
De deelnemers waarderen de ondersteuning van de uitvoeringsorganen zeer wisselend. Ze
vinden de afstand tot de uitvoeringsorganisaties erg groot en ervaren weinig steun. Een aantal
krijgt niet eens ondersteuning, ook al vragen zij daarnaar. Anderen vinden de ondersteuning bij
andere, soms ingehuurde, organisaties wel.
De LCR zal nog meer nadruk leggen op goede ondersteuning. Hier ligt ook een belangrijke rol
voor alle cliëntenraden.
Lidya wil heel graag werken, maar het lukt telkens niet een werkgever ervan te
overtuigen dat zij haar werk goed kan doen. Dat komt omdat zij alleen goed kan
werken als zij de druk van het werk kan reguleren. Haar Werkgevers tot nu toe
hebben moeite dit te accepteren, en willen dat ze net als andere werknemers
werkt. Zie haar filmportret op de website van de LCR.
15
8 VN-verdrag steeds dichterbij
Het VN-verdrag stamt uit 2006 en het zag er naar uit dat dit verdrag in 2015 eindelijk door
Nederland geratificeerd zou worden. De LCR heeft op meerdere manieren bijgedragen aan het
proces om tot ratificering te komen. Met meer ambitie als de regering uitdroeg.
Bij de beïnvloeding van de politieke besluitvorming over het VN-verdrag heeft de LCR vooral de
nadruk gelegd op:
1. Het belang van het verdrag voor thema’s op het terrein van werk en inkomen. Over het
algemeen richt het debat zich op zorg, fysieke toegankelijkheid van vervoer en diensten
van ondernemingen.
2. De verantwoordelijkheid van het Rijk voor de ZBO’s, in het bijzonder UWV en SVB, en
gemeenten op het dossier van werk en inkomen. In hoeverre zal de Minister van SZW
hier de lijnen uitzetten en terug kunnen rapporteren over de verbeterde positie van
mensen met een beperking? Ook heeft de LCR duidelijkheid gevraagd over de
werkverdeling tussen het ministerie van SZW en VWS en daarmee de Tweede
Kamercommissies die over deze beleidsterreinen gaan.
3. De meespraak die in het VN-verdrag als uitgangspunt geldt (niet over maar met ons).
De LCR constateert dat gemeenten in afnemende mate structureel met
ervaringsdeskundigen spreken over beleid, zoals via cliëntenraden. De LCR heeft
voorgesteld de bepalingen over cliëntenparticipatie in de Participatiewet uit te breiden
met ‘in ieder geval mensen met een handicap’.
4. Een Plan van Aanpak dat planmatig met het wegwerken van discriminatie aan de slag
gaat, via de SMART-aanpak. Deze aanpak zet aan tot het stellen van concrete plannen
om voorafgestelde resultaten te bereiken. De regering wil het maken van plannen
overlaten aan de samenleving en volgen of dat naar tevredenheid gaat.
5. De dienstverlenging van de landelijke en gemeentelijke overheden zelf. Die zijn vaak
niet toegankelijk en niet op inclusie gericht. Zo stelt de verplichte zoekperiode bij de
bijstand te hoge eisen aan mensen met een licht verstandelijke beperking. En is de
rechtspositie van de cliënt in de Participatiewet veel te zwak als die om een benodigde
ondersteuning vraagt.
Deze boodschappen heeft de LCR afgegeven in het rondetafelgesprek in februari 2015 met de
Tweede Kamer en het bijbehorende positionpaper. Verder heeft de LCR de Tweede Kamer
suggesties gedaan voor vragen voor zowel de schriftelijke als mondelinge behandeling van de
ratificatie van het VN-verdrag. Ook de voorzitter van de LCR heeft in zijn columns met
regelmaat het belang van dit verdrag onder de aandacht gebracht.
De LCR heeft in het Bestuurlijk Overleg er bij de staatssecretaris op aangedrongen te ratificeren
en over de implementatie te overleggen met de LCR.
Naast politieke beïnvloeding heeft de LCR bijgedragen aan het gedachtegoed van het VN-
verdrag breder te verspreiden. Zo is er een factsheet voor cliëntenraden en gemeenten
gemaakt, is er voor UWV-medewerkers een workshop verzorgd op een innovatie en kennisdag,
georganiseerd door Sociaal Medische Zaken van UWV, heeft de LCR een leertafel over het VN-
verdrag aangeboden op het jaarlijkse LCR congres voor leden van cliëntenraden en is de LCR
actief in het netwerk van de Coalitie voor inclusie.
16
9 Volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikt
De LCR maakt zich zorgen over mensen die bij de beoordeling van hun arbeidsgeschiktheid
volledig arbeidsongeschikt worden bevonden, waarbij de duurzaamheid nog niet vaststaat. De
LCR vindt dat deze mensen aan hun lot worden overgelaten. Dit treft jonggehandicapten in het
kader van de beoordeling Wajong 2015 en mensen die een beoordeling in het kader van de
WIA krijgen.
Jonggehandicapten
De LCR vindt dat Nederland zeer kwetsbare jonggehandicapten zonder arbeidsvermogen,
waarbij niet zeker is of het ontbreken van arbeidsvermogen duurzaam is, in de kou laat staan.
Sinds 2015 worden deze jongeren verwezen naar de Participatiewet. De LCR adviseert om deze
groep een tijdelijke Wajong-uitkering 2015 toe te kennen, waarbij zij onder deskundige
begeleiding aan hun gezondheidsproblemen en arbeidsvermogen kunnen werken.
Mensen met WGA 80-100 volledig maar niet duurzaam
Mensen die volledig arbeidsongeschikt zijn, maar waarbij de duurzaamheid nog niet vaststaat
(WGA 80-100), moeten we niet in de steek laten. Zij dienen deskundige begeleiding te krijgen
om aan hun gezondheidsproblemen en arbeidsvermogen te kunnen werken.
Advies van de Landelijke Cliëntenraad
Volgen en begeleiden
De LCR vindt het noodzakelijk dat jonggehandicapten en mensen met een WGA 80-100 waarbij
nog niet duidelijk is of hun arbeidsongeschiktheid duurzaam is, worden gevolgd en begeleid.
We zien hier een taak voor UWV: die voert ook de beoordeling uit, is belast met het
verstrekken van de Wajong- of WGA-uitkering en beschikt over medisch-arbeidsdeskundige
kennis.
Maximale termijn van vijf jaar
De begeleiding van UWV neemt maximaal vijf jaar in beslag. We kiezen voor vijf jaar, omdat
dan duidelijk moet zijn geworden of het ontbreken van arbeidsvermogen duurzaam is. Het UWV
kan zich een beeld vormen op grond van de inzet die wordt gepleegd om het arbeidsvermogen
te vergroten.
Blijkt dat de jonggehandicapte gedurende die vijf jaar arbeidsvermogen hebben ontwikkeld, er
dan op gepaste wijze re-integratieondersteuning wordt ingezet (maatwerk). Het juiste
overdrachtmoment naar gemeente wordt met nadrukkelijke instemming van de cliënt bepaald.
Uitgangspunt: er moet zekerheid zijn dat de ingezette begeleiding wordt voortgezet.
Voor de arbeidsbeperkte met een WGA-uitkering geldt hetzelfde.
Blijkt gedurende die vijf jaar dat zijn/haar arbeidsgeschiktheid toeneemt, dan wordt op gepaste
wijze re-integratieondersteuning ingezet (maatwerk).
Na uiterlijk vijf jaar wordt bezien of het nog altijd ontbreekt aan arbeidsvermogen. Of de (WGA
80-100) een IVA-uitkering moet worden of de jongehandicapte recht heeft op een Wajong 2015
uitkering.
Als UWV en de cliënt op een eerder moment overtuigd zijn van een duurzaam ontbreken van
arbeidsvermogen, dan kan op een eerder moment worden besloten definitief Wajong 2015 of
IVA toe te kennen.
17
We kunnen nooit volledig uitsluiten dat arbeidsvermogen toch nog toeneemt na vijf jaar. Dit zal
een kleine groep betreffen die mogelijk in een klein baantje kan werken. De LCR vindt dat die
persoon moet kunnen werken vanuit de Wajong 2015 regeling of de IVA. Mocht de cliënt
vervolgens alsnog toegroeien naar een structureel groot arbeidsvermogen, dan kan UWV het
oordeel vellen dat de Wajong 2015 of de IVA vervalt.
18
10 Congres LCR 2015: ‘Van inhoud naar doen’
Het jaarlijks congres dit keer op 9 april 2015 stond in het teken van: ‘Van inhoud naar doen’.
Dagvoorzitter Marijke Roskam beet de spits af met een bespiegeling op de taken die
cliëntenraden er dit jaar bij hebben gekregen. En ze sprak haar respect uit voor al die mensen
die 'hun tanden stuk moeten bijten op die nieuwe dossiers' en beloofde een fijn congres vol met
informatie waar de deelnemers iets aan hebben.
Daarna introduceerde ze de LCR-voorzitter Gerrit van der Meer. Hij vertelde wat de
speerpunten zijn voor de LCR: 'We focussen ons dit jaar op het VN-verdrag inzake de rechten
van personen met een handicap. Dat is een belangrijk verdrag voor ons en voor iedereen die
een uitkering heeft, werk zoekt of werk wil behouden! Een ander speerpunt is samenwerking.'
Vanwege alle decentralisaties moeten we als cliëntenraden elkaar opzoeken. Het betekent dat
we moeten uitwisselen en van elkaar moeten leren. Ik heb een paar keer gehoord dat
cliëntenraden niet met elkaar samen willen werken. Dat kán echt niet. We moeten het met
elkaar doen! Er ligt zoveel op de bordjes van de cliëntenraden dat alle hulp van collega's
welkom is.
Met samenwerken bedoel ik overigens niet samengaan. Staatssecretaris Klijnsma heeft die
suggestie wel gedaan, maar wij zijn er nog altijd niet voor dat cliëntenraden in elkaar worden
geschoven. Dat zullen we straks ook tegen haar zeggen als ze komt. Dat wordt te breed en de
belangen van uitkeringsgerechtigden kunnen ondersneeuwen.
Mijn advies is dan ook: ‘zoek je eigen plek en pleit voor je eigen stem'.
Ab Harrewijn-rede
Het congres werd voortgezet met de Ab Harrewijn-rede. Dit jaar werd deze uitgesproken door
Albert Jan Kruiter, oprichter van het Instituut voor Publieke Waarden (IPW). Samen met
collega's realiseert hij oplossingen voor een betere en goedkopere publieke zaak.
In zijn Ab Harrewijn-rede legt hij een link tussen het werk van Ab Harrewijn en zijn werk: ‘laat
de regeltjes niet de boventoon voeren, maar kijk naar ménsen, kijk naar wat écht een oplossing
is’. De volledige rede treft u aan in bijlage VII.
Even ontspannen met Vincent Bijlo
Dat cabaretier Vincent Bijlo grappig is, weten de meeste mensen wel. Dit keer overtrof hij
zichzelf. 'Maatwerk’, ik ben altijd enorm voor maatwerk geweest. Toen ik 18 was moest ik naar
een blindenconsulent. Die had altijd goede adviezen, maar als je echt raad nodig had, wist hij
het antwoord niet. Zo wilde ik weten hoe ik een meisje moest versieren, maar dat wist hij niet.
Dat komt: ‘hij was zelf niet blind’.
Ook Vincent Bijlo had zich opgegeven voor vrijwilligerswerk: 'Uiteindelijk school ik nu gratis
gemeenteambtenaren bij om hen van hun vooroordelen af te helpen. Bij het eerste overleg
hadden ze een doventolk besteld, maar daar kwam ik pas later achter. Hij hield een scherp
pleidooi voor het opnemen van braille op allerlei verpakkingen om te voorkomen dat hij
inlegkruisjes met brie belegd of een vaatwastablet aanziet voor een Milky Way. En hij wil ook
weten dat hij dood gaat aan roken.
Cliënt in Beeld-prijs
Het ochtenddeel van het congres werd afgesloten met de uitreiking van de Cliënt in Beeld-prijs.
De jury van de Cliënt in Beeld-prijs onder leiding van Nicoly Vermeulen (Voorzitter Raad van
Bestuur Verzekeringsbank) besloot unaniem om de Cliënt in Beeld-prijs 2015 toe te kennen aan
19
de Cliëntenraden Wsw Venlo, Beesel en Bergen voor hun inzending 'Privacy Wsw'ers'. De
inzending viel op door het lef en de moed van de aanpak (een cliënt zelf durfde de noodklok te
luiden), het doorzettingsvermogen (ondanks duidelijke tekenen van communicatiestoornis toch
blijven doorgaan) Een lastige materie vanuit een frisse invalshoek benaderen en het grote
belang voor de kwetsbare doelgroep.
De publieksprijs
De deelnemers aan het LCR-congres waren het in overweldigende mate eens met de keuze van
de jury. Ook de publieksprijs ging dus naar de Cliëntenraden Wsw Venlo, Beesel en Bergen.
(Het jury-rapport 2015 treft u als separate bijlage bij het jaarverslag aan).
Keuze uit 17 Leertafels.
Na de lunch hadden de deelnemers keuze uit 17 leertafels:
Leertafel 01: Nabestaanden in de knel, wat kunnen cliëntenraden doen?
Leertafel 02: Jongeren met Licht Verstandelijke Beperkingen
Leertafel 03: De dialoog van Leeuwarden – ontmoeten en verbinden
Leertafel 04: Hoe betrek je jongeren bij cliëntenparticipatie?
Leertafel 05: Verplicht vrijwilligerswerk
Leertafel 06: Cliëntenparticipatie in de arbeidsmarktregio
Leertafel 07: Schuldhulpverlening
Leertafel 08: De positie van Wsw-gerechtigden
Leertafel 09: Werk en inkomen in wijkteams
Leertafel 10: VN-verdrag op het terrein van werk en inkomen
Leertafel 11: De FNV, samenwerkingspartner van cliëntenraden
Leertafel 12: Benut ervaringen cliënten bij ontwikkelen en uitvoeren beleid
Leertafel 13: Privacy
Leertafel 14: Samenwerken met ervaringsdeskundigen
Leertafel 15: Cliëntondersteuning
Leertafel 16: Van school naar werk
Leertafel 17: Kwaliteit en professionals
De staatssecretaris kwam langs
Staatssecretaris Klijnsma kwam tijdens het middagdeel langs en bezocht enkele leertafels
(schuldhulpverlening en jongeren met Licht Verstandelijke Beperkingen).
Na de leertafels vond een kort interview plaats met de staatssecretaris en de voorzitter van de
LCR.
Dagsluiting met Vincent Bijlo
Aan de hand van het opnoemen van de deelnemerslijst nam Vincent Bijlo nog even de dag
door. En tussendoor maakt hij vrolijke uitstapjes naar actuele onderwerpen.
Hij sloot af met een serieuze oproep om cliënten hun stem te laten horen in deze
decentralisatierace: 'Praat met elkaar en deel kennis'. In het middagdeel evalueerde hij de dag
op onnavolgbare wijze en sloot op die manier de dag passend af. De deelnemers?
Die waardeerden zijn optreden zeer!
20
11 Colofon
De Landelijke Cliëntenraad (LCR)
De LCR is een overlegorgaan waarin landelijke cliëntenorganisaties, vertegenwoordigers van
gemeentelijke cliëntenraden en vertegenwoordigers van de centrale cliëntenraden van SVB en
UWV zitting hebben.
Samenstelling Landelijke Cliëntenraad
Landelijke cliëntenorganisaties:
Vakcentrale voor Professionals (VCP)/Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV),
Ieder(in) vertegenwoordiger mensen met lichamelijke beperking/chronisch zieken,
Ieder(in) vertegenwoordiger mensen met een verstandelijke beperking,
Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO),
Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV, publieke sector),
Vertegenwoordiger Organisaties van Minderheden (SMN/ IOT),
Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV, markt sector),
Landelijk Platform GGz.
Vertegenwoordigers van de gemeentelijke cliëntenparticipatie:
Cliëntenraden G4,
Mobility,
Vertegenwoordiger van dak- en thuislozen.
Afgevaardigden van centrale cliëntenraden SVB en UWV:
Centrale Cliëntenraad UWV (3 zetels),
Cliëntenraad SVB (3 zetels).
Onafhankelijk voorzitter: Gerrit van der Meer
21
22
Bijlagen
I. Missie en visie LCR
II. Overzicht activiteiten LCR
III. Overzicht adviezen LCR
IV. Overzicht Publicaties LCR
V. Artikel in Sociaal Bestek
VI. Congres 2015: ‘Van inhoud naar doen’
VII. Ab Harrewijn-rede 2015
VIII. Cliënt in Beeld-prijs 2015
IX. Overzicht leden en plaatsvervangend leden LCR
23
24
Bijlage I Missie en visie LCR
Missie LCR
Het versterken van de positie van de burger in de rol van cliënt. Het perspectief van de cliënt is
voor ons leidend. Wij streven ernaar dat dit perspectief in het beleid van de overheid en de
uitvoeringsorganisaties nadrukkelijk wordt meegenomen zodat de cliënt in staat wordt gesteld
om zijn verantwoordelijkheid te nemen.
Deze missie vertaalt zich in twee hoofdactiviteiten:
1. Collectieve belangenbehartiging richting overheidsbeleid, uitvoering en richting
andere partijen in het speelveld van de sociale zekerheid;
2. Bevorderen cliëntenparticipatie (overzicht op vormgeving en realisatie van
cliëntenparticipatie op zowel landelijk als decentraal niveau) en aanbevelingen
doen over de gewenste vormgeving van cliëntenparticipatie).
Visie LCR
1. Als verzameling van belangenbehartigers in de sociale zekerheid doen wij als LCR ons werk
voor- en met cliëntenraden en cliëntenorganisaties;
2. De LCR weet wat er speelt op het terrein van wet- en regelgeving én in het veld en
bundelen de signalen over knelpunten daarin tot constructieve adviezen.
Wij handelen proactief op actuele ontwikkelingen en wetgeving. Onze opvattingen kaarten
we slagvaardig aan bij onze gesprekspartners. Output en behaalde resultaten worden breed
gecommuniceerd;
3. De buitenwereld erkent de LCR als één van de deskundige vertegenwoordigers van burgers
in de sociale zekerheid overlegorgaan. Wij zijn kritisch, constructief en oplossingsgericht en
in de media hebben we een goede reputatie;
4. De samenwerking in de LCR is met respect voor elkaars meningen om als één geheel naar
buiten te treden in het belang van de cliënt. Adequaat ondersteund door het bureau van de
LCR wordt creatief, kritisch en in actieve werkgroepen gewerkt, op basis van een
meerjarenbeleidsplan;
5. De LCR is representatief doordat raadsleden zorgen voor een goede dialoog met de
achterban en de LCR streeft ernaar om een afspiegeling te zijn van de burgers die gebruik
maken van de sociale zekerheid. We kennen een goede continuïteit van raadsleden;
6. Gesprekspartners kunnen inspirerende adviezen, zinvolle voorstellen met betrekking tot
wetswijziging, voorstellen van wet, algemene maatregelen van bestuur, besluiten en
uitvoeringsbesluiten, eigen initiatiefvoorstellen en adequaat overleg verwachten;
7. De LCR is een overlegorgaan binnen de sociale zekerheid, met een consistent verhaal.
Mening en adviezen van de LCR doen ertoe en worden opgevolgd. Wij inspireren
cliënten(raden) door de kwaliteit van ons werk.
25
26
Bijlage II Overzicht activiteiten LCR
Activiteit Actie deadline 1 Bijeenkomsten 1.1 Actieve bijdrage Meedenken Dialoog
Mensenrechten BH 6-jan Kennis en Innovatiecongres UWV BH/ER 30-jan Expertisemeeting
Cliëntondersteuning VNG BH 16-feb Den Uyl leergang GvdM 6-mrt NGSZ Zorg en de Burger ER 12-mrt MEE voorlichting over jongeren en
Participatiewet BH 26-mrt Rondetafelgesprek gemeenteraad
Rotterdam GvdM 1-apr
Deelname panel presentatie
Boeke Hilde Verweij-Jonker
instituut over WMO en Wajong BH 20 mei Congres cliëntenraden UWV GvdM 21 mei VNG congres voor raadslieden in
Den Bosch ER/EPO 5-sep Congres Vereniging Basisinkomen GvdM 20-sep Uitreiking app: Pak je kans nu’ GvdM 24-sep Voorbereiding bijeenkomst app:
‘Pak die kans nu’ BH 24-sep Hogeschool Rotterdam Lerende
sociale professionals
terugkoppeling van workshop
tegenprestatie
ER 1-okt
‘Topgesprek over werken met
behoud van uitkering
(Varsseveld)
GvdM 12-okt
Regionale conferentie over
werken met behoud van uitkering
(Hengelo ov)
20-nov
Inleiding over cliëntondersteuning
bij Participatieraad Haarlem
GvdM 1-dec
Deelname forum congres over
participatiewet
GvdM 10 dec.
Inleiding bij bijeenkomst
rekenkamers G4
ER 10 dec.
Bijeenkomst Participatiewet n.a.v.
ervaringsonderzoeken bij
Berenschot
BH 11 dec.
Muntendamsymposium GvdM 17-dec 1.2 Deelname UWV nieuwjaarsreceptie BH/GM 8-jan Congres E-overheid JH 14-jan Nieuwjaarsreceptie CNV jongeren BH 15-jan Mensenrechtendialoog ER 26-jan Cedris-lezing GvdM 30-jan Stakeholdersbijeenkomst
Participatiewet UWV ER/BH 4-feb ICTU digitale dienstverlening
vanuit ander perspectief ER 10-feb Webinar Werkbedrijven BH 12-feb
27
(Programmaraad) Congres Mensenwerk BH/JH 9-feb Informatie over beoordeling
Wajong ER/BH 25-feb Expertmeeting verschillen
regionale arbeidsparticipatie BH 26-feb Wetenschap in praktijk BH 24-feb SMZ/UWV eerste evaluatie
Participatiewet BH 2-mrt Hoorzitting werken met behoud
uitkering in Amsterdam ER 20-mrt ESB/UWV BH 30-mrt Nationaal diner debat over het
sociaal domein ER 13-apr Sociale Dienst van de Toekomst GvdM 13-apr Expertmeeting stop werken
zonder loon FNV ER 17-apr Vensterbijeenkomst veranderende
arbeidsmarkt GvdM 20-apr Divosa college reeks 7 en 23 april GvdM/ER/BH Sociaal Innovatienetwerk een
andere kijk op werk ER 12-mei Uitreiking AB Harrewijn-prijs ER 13-mei Afscheid Hennie Vermolen
(bestuurslid LPGGz) BH 21-mei Vereenvoudiging beslagvrije voet
(stakeholdersbijeenkomst
georganiseerd door min SZW) ER 19-mei Expertmeeting onderzoek
arbeidsparticipatie mensen met
psychische beperkingen (Trimbos) BH 20-mei Webinar banenafspraak BH 26-mei Arbeidsmarkt 2030 BH 27-mei Bijeenkomst ministerie VWS over
digitalisering in de zorg BH 4-jun Jaarcongres armoede en schulden GvdM 4-jun En nu meters maken GvdM 11-jun Afscheid symposium voorzitter
College Rechten van de Mens BH 12-jun Afscheidssymposium Gerrit Jan
Schep GvdM 18-jun 125 jaar Rijkstoezicht op arbeid GvdM 23-jun NGSZ bijeenkomst over re-
integratie GvdM/BH 24-jun Afscheid Tof Thissen BH 26-jun Symposium re-integratie mensen
met een beperking
JH 2 -juli
Expertmeeting Kennisprogramma
Versterking gemeentelijke
uitvoeringspraktijk BH 2 jul Workshop Verkenning
Kennisinfrastructuur Arbeid en
Zorg
BH 11-sept
AKC Brainstorm over begeleiding ER 7-okt 125 Rijkstoezicht op arbeid GvdM 7 okt Congres over sociaal impactbonds GvdM 8-okt
28
Bijeenkomst cliëntondersteuning
BEL-gemeenten
BH 14-okt
Mini conferentie SUWI ER 14-okt Presentatie en Voorkeur
Scenario’s Kennisinfrastructuur
Arbeid en Zorg
BH 16okt
Startbijeenkomst kennisprogr.
vakkundig aan het werk
BH/JH 11-nov
Werkconferentie toekomst sociaal
domein
GvdM/ER 18-nov
Stakeholders overleg UWV ER/BH 23-nov Rondetafel (min SZW) over
beslagvrije voet
ER 25-nov
Divosa najaarscongres GvdM 26-nov
Sociale Top GvdM/CtB 30-nov Bijeenkomst programmaraad BH 10 dec. Bijeenkomst van school naar werk BH 10 dec. Expertm. Cliëntondersteuning BH 17-dec 2 Bestuurlijke
Overleggen
CC UWV GvdM/ER/BH/raad 13-apr. RvB UWV GvdM/ER/BH/raad 7-mei Min SZW GvdM/ER/BH/raad 1-jul Min SZW GvdM/ER/BH/raad 28-okt CR SVB GvdM/ER/raad 9-nov. 3 Ambtelijke
overleggen
VNG BH/ER 20-jan Min SZW over project Routewijzer BH 26-jan Min SZW toelichting takenbestand
beoordeling Wajong BH/ER 25-feb Overleg/advies wijzigen
fraudewet JH/ER 19-mrt Min SZW beoordeling bangarantie ER/BH 31-mrt Min SZW (projectvoorstel en
reorganisatie SZW) ER 7-apr Min SZW voorbereiden bestuurlijk
overleg ER/BH 28-apr Presentatie Wwz ER/BH/Raad 10-mei I-SZW over wijzigingen
inkomsten ER/BH 12-mei Voorlichting UWV over nadere
afspraken rond beoordelingen BH 8-jun Ambtelijk overleg min SZW over
veiligheid SUWI-net ER 13-jul
Ambtelijk overleg VNG GvdM/ER 28-sept Min SZW, Elleke Davidse ER/BH 12-okt Tool beslagvrije voet ER/AB 30-okt Evaluatie SUWI ER 3-nov Brutering bijstand ER 9-dec 4 Overige
overleggen
Overleg met Verbond van
Verzekeraars BH/GM 13-jan Overleg met CEDRIS, VNG en
SBCM over positie Wsw’ers BH/GM 14-jan
29
Overleg Coalitie voor Inclusie BH 14-jan Diverse ambtenaren SZW in
kader van introductieprogramma
SZW ER 20-jan Overleg ID-vereniging Rotterdam GvdM/ER 21-jan Clip Stimulansz (Wilma Kuiper) ER/BH 26-jan BZK digitale overheid BH/JH 11-feb Project PG werkt samen ER 12-feb Ruimte voor Raden, afstemmen
monitoren BH/ER 25-feb Min SZW toelichting taken in
kader beoordeling Wajong ER/BH 25-feb Beroepsvereniging Klantmanagers ER 27-feb Afstemming inbreng ronde
tafelgesprek VN-verdrag BH 27-jan Kascontrole NGSZ ER 16-feb Hogeschool Rotterdam over
tegenprestatie BH/ER 17-feb Ieder(in) inrichting monitor P-wet ER 18-mrt BJN (interne jobcoach en
Jobcoach Wsw & klachtcommissie ER/BH 19-mrt Ruimte voor Raden BH/ER 31-mrt UWV Ronald Broeders en Harm
Raemakers Participatiewet ER/BH 2-apr SSZ advocaten ER/BH 14-apr Handicap en studie ER/BH 15-apr Marineke Scholtes onderzoek
bejegening ER/GvdM 15-apr Anja Eleveld (VU) onderzoek
Participatiewet ER/BH 28-apr
Divosa Kennisagenda
BH/ER/GvdM/vertw
CR gem 6-mei UWV schuldenproblematiek ER 13-mei KennisPlatform Jobcoaching BH 11-mei VU/Clip overleg project
cliëntenparticipatie BH/ER 19-mei Ruimte voor raden BH/ER 19-mei Meedenken met werkgroep
cliëntenparticipatie
arbeidsmarktregio Utrecht Oost BH 20-mei Meedenken met werkgroep
cliëntenparticipatie
arbeidsmarktregio Utrecht oost
BH 26-mei
Vervolg bespreking implementatie
herindeling Wajong
BH 26-mei
Afspraak met Hans Spigt BH/GvdM/ER 7-sep Overleg Ruimte voor Raden BH/ER 27-aug Overleg UWV over kennisagenda BH/ER 17-sep Jelle Klaas Mensenrechten BH/ER 15-okt Marijke Hempenius onafhankelijke
cliëntondersteuning
BH 20-okt
Pieter Hilhorst voorbereiding 14
november
ER/BH 23-okt
Ieder(in) herindeling wajong enz. ER 29-okt UWV (advies volledig maar niet
duurzaam)
ER/BH 29-okt
30
Hans Martin Don (lid EK) ER/BH 3-nov Incitamentum ER 3-nov Voorbereiding project
ervaringsdeskundigheid
BH 5-nov
Informatie/voorl over beoordeling
Wajong bij UWV
BH/ER/Raad 13-nov
Inteview met HBO-studente over
Participatiewet
(scriptieonderzoek)
ER/BH 17-nov
Alice Ode diversiteitpact ER/BH 26-nov 5 Raad van Advies NVvA GvdM 19-mei NVvA GvdM 24-nov Raad van Advies Blik op Werk JH 28-jan Raad van Advies Blik op Werk JH 22 -juli 6 Klankbordgroep/
Begeleidings-
commissies
Externe
werkgroepen
Begeleidingscommissie APE
onderzoek good practices
interventies psychische
beperkingen en werk BH 7-jan
Begeleidingscommissie Evaluatie
Participatiewet BH 8-jan
Begeleidingscommissie
Doorlichting en Evaluatie SUWI BH 15-jan
Begeleidingscommissie regionale
verschillen arbeidsparticipatie BH 2-feb
Klankbordgroep evaluatie P-wet
gemeenten BH 2-feb
Interview Pantheia in kader van
evaluatie en beleidsdoorlichting
SUWI BH/ER 10-mrt
Begeleid werken aanzet BH 9-mrt
College wachters validering
Loonwaardesystematiek BH 30-apr
Begeleidingscommissie
Doorlichting en Evaluatie SUWI BH 28-mei
Begeleidingscommissie
Doorlichting en Evaluatie SUWI ER 9-jul
Klankbordgroep evaluatie
Participatiewet BH 30-mrt
Kennisplatform KPJ BH 11-mei
Onderzoek APE werk en inkomen BH 17-jun
PG werkt samen klankbordgroep ER 30-apr
Werkgroep project mensenwerk
(afspraken werkkamer) ER 6-mei
Werkgroep project mensenwerk BH 6-mei BC Project Begeleid werker aan
zet BH 5-jun Projectgroep Begeleid werker aan
zet BH 8-jun
31
Overleg afspraken werkkamer
(werkgroep mensenwerk) BH 10-jun Bestuur stichting pak die kans BH 17-jun Onderzoek Arbeidstoeleiding
Regioplan BH 19-jun. Begeleidingscommissie evaluatie
ziektewet BH 23-jun. Steakholders bijeenkomst
evaluatie Wet Gemeentelijke
Schuldhulpverlening ER 25-jun. Werkgroep Psy BH 25-jun. Begeleidings cie brutering Wwb-
uitkering ER 8-jul. PG werkt samen ER 2-jul. College Validering Loonwaarde BH 26-aug Klankbordgroep evaluatie
Participatiewet BH 21-aug Evaluatie modernisering
Ziektewet BH 1-sep BC onderzoek Arbeidstoeleiding
Regioplan BH 4-sep Adviescommissie V akkundig aan
het werk BH 15-sep BC evaluatie Participatiewet BH 30-sep Werkgroep Mensenwerk ER 8-okt BC Evaluatie modernisering
Ziektewet BH 13-okt BC onderzoek Arbeidstoeleiding
Regioplan bh 16-okt Programmacommissie Vakkundig
aan het werk BH 29-okt College Validering loonwaarde BH 6-nov
BC Regioplan BH 10-nov Divosa BH 11-nov Evaluatie WGS ER 25-nov Werkgroep mensenwerk BH 8-dec Klankbordgroep E-overheid JH 9-dec
7 Adviezen 7.1 Inspectie SZW Bijeenkomst inzake advies
jongeren in WWB en WW BH 12-mrt Feitencheck jongeren in WWb en
WW BH/ER 1-apr Bestuurlijke reactie jongeren in
WWb en WW BH 10-apr Rapporten jongeren en de WWB
en WW - bestuurlijke reactie BH 14-apr Bijeenkomst risico analyse ER 23-apr Reactie op data
cliëntbelevingsonderzoek BH 24-jun Reactie cliëntonderzoek evaluatie
Participatiewet BH 28-aug 7.2 Ministerie SZW Onrust Wsw/voorbereiden BH/ER 3-mrt
32
Interview Klijnsma Beoordeling Baangarantie BH/ER 16-apr Loondoorbetaling bij ziekte BH 18-mei Uitvoering Wwb en jongeren BH 18-jun Herindeling Wajong ER/BH 25-aug Aandachtspunten evaluatie SUWI ER 1-sept Technische/redactionele reactie
op conceptrapport ‘Ervaringen
gemeenten met Participatiewet,
eerste meting’ van Centerdata.
ER/BH 4-sept
WGA 80-100 volledig maar niet
duurzaam
ER/BH 16-sept
Volledig maar niet duurzaam
arbeidsongeschikte jongeren
ER/BH 22-okt
Reactie bij monitoring
Participatiewet
ervaringsonderzoeken
BH 5-nov
Wet aanpak schijnconstructies ER 11-nov Bestrijding bureaucratie
Participatiewet vanuit cliënten
BH/ER 24-nov
7.3 Min BZK Interview over gevolgen digitale
dienstverlening LVB
BH/JH/CK 11 feb
Gesprek over cliëntenparticipatie ER/BH 21 sep 7.4 VNG Notitie regionale
cliëntenparticipatie
ER 26-jan
Gemeente 2020 ER/BH 26-mrt Aanbevelingen onrust Wsw ER/BH Maart 7.5 Tweede Kamer
Commissie SZW
Beleidsdoorlichting
arbeidsongeschiktheid BH 16-jan
AO Arbeidsmarktbeleid (11
februari) ER 4-feb
AO WWB-onderwerpen en
Participatiewet (26 februari) ER 19-feb
Overleg 'van wetenschap naar
werkvloer' BH 24-feb
Loondoorbetaling bij ziekte (12
maart) BH 5-mrt
Armoede en schulden (12 maart) ER 5-mrt
Verbetermaatregelen SUWInet ER 19-mrt
Aanpassing schattingbesluit WAO,
WAZ en Wajong ER 24-mrt
SUWI-onderwerpen ER 26-mrt
Gesprek met Perjan Moors (VVD)
over schuldhulpverlening GvdM?ER 2-apr
AO over arbeidsongeschiktheid en
beroepsziekten BH 18-mei
Voorstel Wijziging diverse wetten
om instrumenten voor
arbeidsgehandicapten te
uniformeren BH 19-mei
AO Fraudewet op 1 juli ER 30-jun
Ratificatie VN-verdrag inzake BH 6-jul
33
Mensen met een handicap
Procedure herindeling Wajong ER/BH 27 aug
Harmonisatie instrumenten
arbeidsdeelname mensen met
een beperking
ER 4-sept
Initiatiefnota activering uit
arbeidsongeschiktheid
BH/ER 16-sept
Beleidsdoorlichting WW ER 16-sept
Verzamelwet SZW ER 16-sept
AO Armoede en schulden ER 21-sept
VN-verdrag mensen met een
handicap
BH 30-sept
AO Arbeidsongeschiktheid ER 1-okt
Arbeidsmarktbeleid ER 2-okt
SUWI-onderwerpen ER 5-okt
Begroting SZW ER 7-okt
AO over de Participatiewet ER 26 okt
AO UWV onderwerpen ER 19-nov
Begroting SZW ER 26-nov
VN-verdrag BH 7-dec 7.6 Tweede Kamer
Commissie VWS
Positionpaper t.b.v.
rondetafelgesprek over VN-
verdrag mensen met een
handicap. BH 2-feb Rondetafel gesprek VN-verdrag GvdM 19-feb Ratificatie VN-verdrag inzake
mensen met een handicap BH Procedure herindeling Wajong ER/BH 27-aug VN-verdrag BH 7-dec Commissie
Veiligheid en
justitie
Begroting min Veiligheid en
justitie (opheffen centrale raad
van beroep)
ER 13-okt
7.7 Eerste Kamer Brief Quotum en baangarantie BH 16-mrt 7.8 Overige Inbreng mensrechten consultatie ER 6-jan Projectvoorstel ID vereniging
Rotterdam ER 16-mrt Advies coronel instituut
onderzoek begeleidingsbehoefte BH/ER 16-apr Advies aan Gak bij onderzoek
over waar blijven de Wajongers BH 16-apr UW: onderzoeksvoorstellen van
school naar werk ER april Advies meer jarenprogramma
College Rechten van de Mens
ER 24-apr
Vervolg beoordeling
onderzoekvoorstellen van school
naar werk BH 28-mei 8 Communicatie Artikel voor Sociaal Bestek over
cliëntenparticipatie BH Feb. Reactie aan BB over verschillen
studieregeling in P-wet ER Mrt. 9.1 Columns
voorzitter
34
Januari Gelukkig Nieuwjaar GvdM Jan Februari Vanzelfsprekend GvdM Feb Maart Samenwerken GvdM mrt April Toekomst GvdM april Mei Vluchtelingen GvdM mei Juni Tegenprestatie GvdM juni extra column Labbekakken GvdM juni Juli Cijfers GvdM juli Augustus Basisinkomen GvdM aug September Troonrede GvdM sept Oktober Topgesprek GvdM okt November Banenafspraak GvdM nov December Ervaringsdeskundigheid GvdM dec 9.2 E-magazine
thema re-
integratie
Vooroverleg BH/ER nov
9.3 Bijdrage
bladen/radio/TV
Interview Trouw Interview UWV online over
beoordeling baangarantie GvdM 22-apr Interview BB over studieregeling ER mrt Nieuwsuur over
jonggehandicapten in de
Participatiewet; enorme afname
toekenning Wajong. GvdM 30 juni VPRO Argos over veiligheid
Suwinet ER juni Contacten met NRC
(kostendelersnorm) ER 8-aug Contacten met NRC over fraude
opsporing gemeenten ER 8-aug Artikel NRC over opsporing
Fraude
ER 8 okt
Radio 1 op straat ER 30 okt. Volkskrant over tegenprestatie in
de bijstand
ER dec
Radio 1 dit is de dag over
tegenprestatie in de bijstand
ER dec
BNR over tegenprestatie in de
bijstand
GvdM dec
ATV de stelling over
tegenprestatie in de bijstand
ER dec
Opname Nieuwsuur (in 2016
uitgezonden) over jongeren
tussen wal en schip in de
Participatiewet
GvdM dec
10 Congres LCR congres van inhoud naar
doen
Allen 9-apr
10.1 Cliënt in Beeld-
prijs
Jury overleg BH/BB/GvdM 25-feb
11 LCR
bijeenkomsten
Mensen van de doelgroep GvdM/BH/BB/ER 14-nov
35
banenafspraak aan het woord 12 Organisatie LCR 12.1 Raadsvergadering 2 februari 16 maart 29 juni 3 september 26 oktober 17 december 12.2 DB-vergaderingen 19 januari 4 maart 17 juni 19 augustus 17 oktober 3 december 12.3 Werkgroepen LCR Beleidsdoorlichting SUWI ER/BH/GvdM/Raad 19-aug
Werkgroep congres BH/BB/Raad 21-mei,
28-sept 12.4 Overig
LCR +++ overleg ER/BH Jan/mrt/
Jun/aug/
okt
Voorbereiden jaarrekening 2014 ER 30-jan
Overleg met cliëntenraad MEE
(oriëntatie over lidmaatschap) GvdM/ER 11-feb
Evaluatiegesprek Platform GGz GvdM,ER/BH 11-mei
Indienen subsidieverzoek IGAK
Beter benutten
ervaringsdeskundigheid
ER 29 jul
Overleg met FNV sector
uitkeringsgerechtigden en FNV
lokaal over samenwerking en
afstemming
GvdM/ER/JH/
AM
12-nov
Voorbereiding jaarrekening 2015 ER 19-dec
36
Bijlage III Overzicht adviezen LCR in 2015
Adviezen
Inspectie SZW - Bijeenkomst inzake advies jongeren in WWB en WW
- Overleg/advies wijzigen fraudewet
- Feitencheck jongeren in WWb en WW
- Bestuurlijke reactie jongeren in WWb en WW
- Rapporten jongeren en de WWB en WW - bestuurlijke
reactie
- Bijeenkomst risico analyse
- Reactie op data cliëntbelevingsonderzoek
- Reactie cliëntonderzoek evaluatie Participatiewet
Ministerie SZW
- Onrust Wsw/voorbereiden interview Klijnsma
- Beoordeling Baangarantie
- Loondoorbetaling bij ziekte
- Uitvoering Wwb en jongeren
- Aandachtspunten evaluatie SUWI
- Technische/redactionele reactie op conceptrapport
‘Ervaringen gemeenten met Participatiewet, eerste
meting’ van Centerdata.
- WGA 80-100 volledig maar niet duurzaam
- Volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikte
jongeren
- Reactie bij monitoring Participatiewet
ervaringsonderzoeken
- Wet aanpak schijnconstructies
- Bestrijding bureaucratie Participatiewet vanuit cliënten
Ministerie SZW en Min VWS - Procedure herindeling Wajong
Min BZK
- Interview over gevolgen digitale dienstverlening LVB
- Gesprek over cliëntenparticipatie
VNG - Notitie regionale cliëntenparticipatie
- Gemeente 2020
- Aanbevelingen onrust Wsw
37
38
Bijlage IV Overzicht publicaties
13 Columns voorzitter LCR
De voorzitter schrijft maandelijks een column. Een uitspraak in de krant van de voorzitter van
VNO/NCW over bijstands- en uitkeringsgerechtigden kon de voorzitter niet ongemerkt laten
passeren. In een column, labbekakken, diende hij Hans de Boer van repliek.
1. Gelukkig Nieuwjaar
2. Vanzelfsprekend
3. Samenwerken
4. Toekomst
5. Vluchtelingen
6. Tegenprestatie
7. Labbekakken
8. Cijfers
9. Basisinkomen
10. Troonrede
11. Topgesprek
12. Banenafspraak
13. Ervaringsdeskundigheid
Handboek, kennisdocument en rapportages
- Herziening Handreiking, Participatiewet voor Cliëntenraden: ‘Cliëntenraden denken en doen
mee’.
- Kennisdocument, Is een cliëntenraad verplicht?
- Rapportage over de betrokkenheid van cliëntenraden bij de implementatie van de
Participatiewet in hun gemeente.
E-magazine
Officieel stond het E-magazine ‘Schuld’ op de rol voor 2014. Het was ook al een eind op dreef
maar het was net niet op tijd af. Dus kwam het E-magazine ‘Schuld’ begin 2015 uit. Datzelfde
geld voor het E-magazine ‘Re-integratie’ dat op de rol stond voor 2015. Ook daar geldt dat dit
Magazine net niet op tijd gereed was in 2015. Het zal binnenkort verschijnen.
39
40
Bijlage V Verwarring en ontwarring: burger- en cliëntenparticipatie
Door LCR geschreven artikel in Sociaal Bestek - Branko Hagen
De wetgever vindt cliëntenparticipatie van gebruikers in de zorg en in de sociale zekerheid
belangrijk. Cliënten vanzelfsprekend ook. Gemeenten stoeien met inbreng van alle burgers,
waardoor cliëntenparticipatie op de achtergrond dreigt te raken. Hoe onwenselijk is dat?
Tijd voor ontwarring en nieuwe vragen.
De medezeggenschap van cliënten wordt in de sociale zekerheid en de zorg cliëntenparticipatie
genoemd. In de meeste gevallen is de vorm een cliëntenraad. Cliënten praten via die raad mee
over de voornemens, vaststelling en evaluatie van het beleid. Wettelijk is cliëntenparticipatie
vastgelegd in de Participatiewet, de Wsw1 en deels de Wmo (‘in ieder geval cliënten’).
Bovendien vindt staatssecretaris Klijnsma dat er ook overleg met cliënten moet komen in de
regionale arbeidsmarkt.
De decentralisatie geeft gemeenten een grote rol en daarom zijn de bepalingen over
cliëntenparticipatie in de Participatiewet en Wmo juist aangescherpt. De wetgever benadrukt
intussen op allerlei fronten het belang van gebruikersparticipatie. Zo krijgen studenten bij de
invoering van het leenstelsel zeggenschap over de begroting van hun onderwijsinstelling.
Gemeenten moeten ook met bewonerscommissies overleggen over het woonbeleid.
De Nationale Ombudsman die zich bij uitstek richt op de overheid en mensen, adviseert in haar
rapport ‘Wsw’ers uit beeld van gemeenten’ dat de gemeente voor een goed functionerende
tegenmacht moet zorgen. Die conclusie maakt meteen duidelijk dat cliëntenparticipatie van
Wsw’ers nodig blijft.
Toch is het niet zo dat overheidbreed het belang en de noodzaak van cliëntenparticipatie wordt
gezien. Minister Plasterk, verantwoordelijkheid voor bestuurlijke zaken en decentralisatie,
besteedt totaal geen aandacht aan de invulling van cliëntenparticipatie. Dat is vooral vreemd
omdat cliëntenparticipatie een bestuurlijk principe is dat in Nederland op brede schaal is
voorgeschreven en onderdeel is van ons systeem.
Waarom is cliëntenparticipatie dan zo noodzakelijk? En waarom kunnen gemeenten
bijvoorbeeld beter bestaande Wsw-raden handhaven en niet op laten gaan in andere raden
(zie factsheet Wsw-raden LCR2). Daarvoor is het nodig om naar de drie pijlers te kijken waarop
cliëntenparticipatie rust.
Meepraten: beslis niet over mensen, maar met de mensen (gebruikers) zelf over goed beleid en
goede uitvoering;
Ervaringskennis als kwaliteitsinstrument: maak gebruik van de ervaringsdeskundigheid van de
mensen die, als dagelijks gebruiker, weten wat er goed en niet goed gaat;
Vorming van tegenmacht: zorg ervoor dat de belangen van de gebruikers niet ondergeschikt
raken aan eigen (organisatie) belangen.
Moderne burger
De burgerparticipatie die de laatste jaren sterk opkomt, komt voort uit de wens van de
moderne burger die goed is opgeleid en op de één of andere manier vorm wil geven aan zijn
maatschappelijke betrokkenheid. Burgers adviseren gemeenten vanuit hun algemeen belang en
worden betrokken bij het ontwikkelen van nieuw beleid. De overheid probeert zo de kloof met
de burger kleiner te maken. In Nederland nemen burgers steeds vaker initiatieven. in de eigen
wijk, zoals de nieuwe bestemming van een leeg pand. Maar ook op andere vlakken, zoals
bijvoorbeeld bij de voedselbank. Bij voedselbanken komen cliënten (krijgen pakket). Soms zijn
zij ook vrijwilliger (reiken pakketten uit). Als burgers actief participeren, wat is dan de waarde
1 Cliëntenparticipatie in de Wsw betreft de huidige 100.000 Wsw’ers
2 Zie www.landelijkeclientenraad.nl bij Publicaties -> Handreikingen, werkboeken en factsheets
41
nog van de cliëntenparticipatie? Kunnen burgers ook prima naar voren brengen wat cliënten
willen en geven ze cliënten ook het woord? Dat kán soms. Het Rotterdamse Burgerpanel heeft
bij de raadpleging over tegenprestatie de mening van Wwb’ers apart gepresenteerd. Vaak zijn
cliëntenorganisaties echter niet te spreken over de wijze waarop adviezen óver hen worden
gegeven.
Afhankelijk
Er bestaat een fundamenteel verschil tussen burgers in het algemeen en cliënten. Cliënten
hebben de ervaring om afhankelijk te zijn van de overheid (en andere organisaties) voor
inkomen, zorg of ondersteuning. Zij adviseren en denken mee over het beleid dat hen direct
aangaat en raakt. Een vertaling van deze ervaringsdeskundigheid bij het beoordelen van beleid
en uitvoering maakt cliëntenparticipatie onmisbaar, maar dat zien niet alle gemeenten in. En
dat is eigenlijk gek. Als een supermarkt wil weten hoe het aanbod en de dienstverlening worden
beoordeeld en of het beter kan, dan worden niet alle burgers benaderd, maar de klánten van de
supermarkt. Toch leggen gemeenten de vraag over het functioneren van het vangnet net zo
gemakkelijk voor aan Wmo-adviesraden zonder cliënten. Maar kunnen die naar voren brengen
welk effect het heeft als hun kind wekenlang moet wachten op de juiste voorziening om weer
mee te kunnen doen? Kunnen zij helder uit de doeken doen wat de bejegening door
medewerkers van de gemeente met hen doet? Kunnen zij argumenten voor verbetering van
beleid of dienstverlening net zoveel kracht bij zetten?
Bij de Participatiewet: de eisen om een uitkering aan te vragen en te behouden of om
ondersteuning te krijgen, zijn heel scherp. Die ervaring hebben alleen cliënten en kunnen
anderen niet overbrengen aan de wethouder die op zijn beurt moet uitleggen waarom hij
bepaalde verplichtingen nodig vindt.
Zo gaat het ook over mensen met zorgvragen en zelfs mensen die klant zijn van
burgerinitiatieven als de voedselbanken. In de Ab Harrewijnrede 2014 schetste Martijn van der
Steen de toenemende ontwikkeling van burgerparticipatie en legde de vraag voor aan
cliëntenraden: ‘Gaat u ook burgerinitiatieven ontwikkelen of blijft u belangenbehartiger? Richt u
zich alleen op de gemeente of beoordeelt u ook de burgerinitiatieven vanuit het perspectief van
cliënten?’
Vangnet
De opkomst van burgerinitiatieven leidt ook tot de vraag: waar blijft de verantwoordelijkheid
van de overheid voor het waarborgen van het vangnet? Willen mensen die afhankelijk waren
van de overheid wel afhankelijk worden van hun burgerinitiatieven? Soms moeten zij
meewerken aan die initiatieven. Wat vinden zij daarvan? Ook hier is de rol van cliëntenraden
noodzakelijk. Immers, de vraag blijft of een aanbod (van wie dan ook) aansluit bij de vraag en
behoeften van de gebruikers (cliënten). Zelfs bij initiatieven die cliënten zelf runnen, is voor
een evenwichtig beleid cliëntenparticipatie nodig.
Welke rol?
Burgerinitiatieven en burgerpanels kunnen cliëntenparticipatie niet vervangen.
Burgerinitiatieven en burgerdemocratie vragen wel om een herbezinning bij cliëntenraden: wat
is onze rol en op wie richten wij ons naast de gemeente? Belangrijk is ook dat zij goed weten
wat er bij hun achterban speelt. Om ervoor te zorgen dat ze spreken namens hun cliënten. De
LCR reikt dit jaar hiervoor op zijn congres de Cliënt in Beeldprijs uit3.
Bij veel gemeenten is cliëntenparticipatie niet erg ‘hip’. Het versterken van lokale
cliëntenparticipatie wordt nauwelijks opgepakt. Gemeenten zijn vooral bezig met het
3 Zie www.landelijkeclientenraad.nl onder Congres
42
‘stroomlijnen’ van medezeggenschap. Is dat ‘slecht’ voor cliëntenparticipatie? Niet per se. Het
kan wel doelmatiger. Bovendien wordt ook naar overlappende belangen van de verschillende
cliëntenraden gekeken.
Het risico bestaat wel dat cliëntenparticipatie dan het onderspit delft. Nog belangrijker: dat de
directe lijn van cliënten met het gemeentelijk bestuur op de achtergrond raakt. Een ander risico
is dat het aantal vraagstukken toeneemt, onderwerpen ingewikkelder worden en agenda’s
raken zo vol dat de betrokkenheid van de deelnemers aan de raden afneemt.
Het onder ogen zien van deze risico’s betekent niet er geen samenhang kan worden gevonden
voor integrale adviezen vanuit het perspectief van cliënten. Initiatieven om medezeggenschap
anders te organiseren namens burgers vraagt vooral van die burgers om ook de positie van
cliënten in het oog te houden. Burgerraden en cliëntenraden kunnen elkaar over en weer niet
vervangen. Het is een veel betere weg dat zij met elkaar in gesprek gaan op voet van
gelijkwaardigheid.
Breder verkennen
De vraag welke functies cliëntenparticipatie heeft, wat de verhouding is tot burgerparticipatie
en op welke manier samenhang kan worden gevonden, vraagt om een bredere verkenning. Het
is van belang dat wetenschappers en denkers hieraan een bijdrage leveren. Waar kunnen
cliënten en burgers elkaar versterken zonder dat ze hun eigenheid verliezen? Wie behartigt de
belangen van cliënten bij nieuwe initiatieven? Hoe kunnen cliëntenraden de lokale democratie
versterken? De uitdaging ligt er. Wie neemt ‘m aan?
43
44
Bijlage VI Congres 2015: ‘Van inhoud naar doen’
Donderdag 9 april 2015 - De Meervaart Amsterdam
Thema: ‘Van inhoud naar doen’
Dagvoorzitter: Marijke Roskam
Dagindeling
09.30 uur Ontvangst
10.00 uur Opening: welkom door Marijke Roskam (dagvoorzitter)
Interview met Gerrit van der Meer (voorzitter LCR)
10.15 uur Ab Harrewijn-rede
10.45 uur Intermezzo door Vincent Bijlo
11.00 uur Pauze
11.30 uur Uitreiking Cliënt in Beeld-prijs
12.15 uur Lunch
13.15 uur Leertafels – sessie I
14.45 uur Pauze
15.15 uur Leertafels – sessie II
16.15 uur Interview met Voorzitter LCR en staatssecretaris Klijnsma
16.45 uur Afsluiting congres door Vincent Bijlo
Thema: ‘Van inhoud naar doen’
Dit jaar is er, om dit thema kracht bij te zetten, een breed aanbod 'leertafels' geweest. Aan
maar liefst 17 leertafels kregen deelnemers meer informatie over een onderwerp (eerste deel).
Daarnaast, en daar was het vooral om te doen, is iedereen in het tweede deel met die
informatie aan de slag gegaan: hoe kunnen cliëntenraden de zaken (anders) aanpakken?
Deelnemers leerden van elkaar of probeerden nieuwe oplossingen te bedenken.
De 17 leertafels
Leertafel 01: Nabestaanden in de knel, wat kunnen cliëntenraden doen?
Leertafel 02: Jongeren met Licht Verstandelijke Beperkingen
Leertafel 03: De dialoog van Leeuwarden – ontmoeten en verbinden
Leertafel 04: Hoe betrek je jongeren bij cliëntenparticipatie?
Leertafel 05: Verplicht vrijwilligerswerk
Leertafel 06: Cliëntenparticipatie in de arbeidsmarktregio
Leertafel 07: Schuldhulpverlening
Leertafel 08: De positie van Wsw-gerechtigden
Leertafel 09: Werk en inkomen in wijkteams
Leertafel 10: VN-verdrag op het terrein van werk en inkomen
Leertafel 11: De FNV, samenwerkingspartner van cliëntenraden
Leertafel 12: Benut ervaringen cliënten bij ontwikkelen en uitvoeren beleid
Leertafel 13: Privacy
Leertafel 14: Samenwerken met ervaringsdeskundigen
Leertafel 15: Cliëntondersteuning
Leertafel 16: Van school naar werk
Leertafel 17: Kwaliteit en professionals
45
Doen-punten
Bij elke leertafel is aan de orde gekomen wat cliëntenraden kunnen doen of bijdragen aan een
bepaald onderwerp. Hoe kunnen ze zaken (anders) aanpakken, welke aandachtspunten kunnen
ze voor zichzelf aanhouden. Al deze 'doen'-punten zijn bij elkaar gezet in één document.
Leertafel 01: Nabestaanden in de knel, wat kunnen cliëntenraden doen?
Inleider: Rienk Prins (lector Hogeschool Capabel)
Wat is er in onze sociale zekerheid geregeld voor nabestaanden als het gaat om hun inkomen
en begeleiding bij vinden of hervatting van werk? Aan deze leertafel was aandacht voor de
gevolgen van het overlijden van een partner, de problemen waar nabestaanden tegenaan lopen
en wat beschikbaar is aan psychische hulp, financiële hulp en ondersteuning naar werk. Ook de
aanpak van andere landen (bijvoorbeeld Nieuw-Zeeland) werd bekeken. In het tweede deel:
hoe kunnen alle cliëntenraden (van zowel gemeenten, UWV en SVB) de positie van
nabestaanden verbeteren?
Leertafel 02: Jongeren met Licht Verstandelijke Beperkingen
Inleider: Cora van Horssen (Kenniscentrum UWV)
Jongeren met een licht verstandelijke beperking (LVB) vallen als het gaat om werk en inkomen
sinds dit jaar onder de verantwoordelijkheid van gemeenten. Deze groep vraagt om speciale
aandacht. Zij lijken zich op het eerste gezicht wel te redden, maar kunnen zich door hun
beperking niet altijd staande houden. Het kenniscentrum van UWV presenteerde
onderzoeksresultaten over de mogelijkheden voor deze groep om aan het werk te komen en te
blijven. Met veel praktijkvoorbeelden. Voor succesvolle arbeidsparticipatie moet de gemeente
beleid maken gebaseerd op de brede ondersteuningsbehoefte van deze groep. In het tweede
deel: wat vinden de deelnemers dat cliëntenraden kunnen doen om jongeren met een licht
verstandelijke beperking goed te kunnen laten meedoen op onze arbeidsmarkt.
Leertafel 03: De dialoog van Leeuwarden – ontmoeten en verbinden
Inleiders: Nanne de Jong en Karin Sok (FSU en Movisie
Een presentatie over een originele en succesvolle manier van beïnvloeden. Belangenbehartigers
en hulpverleners hebben het initiatief genomen om andere manieren te vinden voor overleg,
door ontmoetingen tussen consulenten, cliënten en hun hulpverleners. Hieruit is gebleken dat
cliënten ook mee kunnen en willen denken over de verbetering van dienstverlening en dat
consulenten zich oprecht kunnen inleven maar ook gebonden zijn aan spelregels (wet- en
regelgeving) die zij niet hebben bedacht. Hoe kun je die relatie veranderen? Hoe sla je een
brug tussen de realiteit van de burger en het systeem (van de gemeente)? Dat is dé uitdaging
in het dialoog van Leeuwarden. Na de presentatie verkenden deelnemers gezamenlijk hoe zij
deze methode met de eigen (gemeentelijke, UWV- of SVB-) cliëntenraad kunnen toepassen.
Leertafel 04: Hoe betrek je jongeren bij cliëntenparticipatie?
Inleider: Carla Wierenga (FSU)
Cliëntenraden weten nog te weinig over de belevingswereld van jongeren. Hoe ervaren zij hun
werkloosheid of arbeidsongeschiktheid en hoe zijn zij te betrekken bij een cliëntenraad?
Jongeren voelen zich bijvoorbeeld niet aangesproken door de huidige vorm en werkwijze van
cliëntenraden. De vergadercultuur wordt als saai ervaren en schrikt jongeren af. Toch is het
mogelijk voor cliëntenraden om hen op te zoeken en met hen in gesprek te komen. Dat vraagt
wel een dynamischer aanpak: minder praten en meer netwerken, erop uitgaan. In het tweede
deel van de leertafel bespraken deelnemers hoe zij contact met jongeren kunnen leggen en hun
signalen duidelijk krijgen.
46
Leertafel 05: Verplicht vrijwilligerswerk
Inleider: Thomas Kampen (Universiteit van Amsterdam
Verplicht vrijwilligerswerk vergroot de afstand tot de arbeidsmarkt. Dat was één van de
conclusies van Thomas Kampen uit zijn promotieonderzoek (onder bijstandsgerechtigden) naar
verplicht vrijwilligerswerk. Hoe zit dit? In het eerste deel aan deze leertafel kregen deelnemers
hierover een kort college. In het tweede deel werd besproken waarom vrijwilligerswerk wél
zinvol is voor mensen in de bijstand. Is het ook geschikt voor mensen met andere uitkeringen?
En wat is eigenlijk het doel: mensen een bevredigend bestaan geven? De werkkansen
vergroten? En wat nou als mensen geen vrijwilligerswerk willen doen? Hoe kunnen
cliëntenraden de kennis uit dit onderzoek benutten?
Leertafel 06: Cliëntenparticipatie in de arbeidsmarktregio
Begeleiding: Hans Derksen en Hans Osterloh (voorzitter en secretaris cliëntenraad Het Plein)
Is cliëntenparticipatie in de arbeidsmarktregio een verplichting voor gemeenten? En hoe past de
UWV districtsraad hierin? Eerst een korte presentatie over de wetgeving en de afspraken in de
Werkkamer. Daarna deelden leden van cliëntenraden uit de arbeidsmarktregio Stedenvierkant
hun ervaring over het ontwikkelen van regionale cliëntenparticipatie. Zij hebben inmiddels een
positie verworven in het werkbedrijf en draaien mee in de beleidcyclus. In het tweede deel:
welke ervaringen hebben deelnemers eventueel al met het bouwen aan regionale
cliëntenparticipatie? Of hoe u dat kunt bereiken? Wat zijn goede vormen van samenwerken?
Leertafel 07: Schuldhulpverlening
Inleider: Marc Anderson (Hogeschool Utrecht)
Allereerst kwam de actuele kennis rond de schuldenproblematiek in Nederland aan bod, zoals
het onderzoek ‘Onoplosbare schulden’ van Nadja Jungmann. In het tweede deel: hoe kan de
cliëntenraad de schuldenproblematiek goed in kaart brengen en agenderen. Hoe kunnen
verbetervoorstellen effectief onder de aandacht worden gebracht? Gemeentelijke cliëntenraden
hebben de meeste invloed op de gemeentelijke schuldhulpverlening, maar andere cliëntenraden
(UWV en SVB) hebben ook een rol in de herkenning van schulden. Wat kunnen cliëntenraden
doen om de schuldenproblematiek goed op de kaart te zetten?
Leertafel 08: De positie van Wsw-gerechtigden
Inleiders: Anita Hütten en Wilma Vincken (Inclusieadviseur en eigenaar Wilma Vincken Advies)
De Nationale Ombudsman heeft een rapport uitgebracht (2014) over de positie van mensen
met een Wsw-indicatie omdat er veel signalen waren dat SW-werknemers klachten hebben over
bijvoorbeeld hun werkomstandigheden en de bejegening. Uit het onderzoek van de Nationale
Ombudsman is een aantal conclusies naar voren gekomen op basis waarvan de positie van de
Wsw-werknemers kan worden verbeterd. In deze leertafel kwam aanbod: de signalen van
SW-werknemers, het rapport van de Nationale Ombudsman en het belang van
cliëntenparticipatie Wsw. In het tweede deel: hoe kan cliëntenparticipatie voor Wsw aandacht
krijgen mét of zonder aparte Wsw-raad. Ook aandacht voor cliëntenparticipatie bij beschut
werk en bij plaatsing op de arbeidsmarkt van deze groep?
Leertafel 09: Werk en inkomen in wijkteams
Inleider: Marco Florijn (Seastarters en oud-wethouder werk, inkomen en zorg in Leeuwarden en
Rotterdam)
Wijkteams krijgen een zeer centrale rol in gemeenten. In het eerste deel van de leertafel werd
toegelicht waarom zo veel belang wordt gehecht aan wijkteams. Wat zijn beoogde voordelen
voor de gemeente? En wat voor inwoners en mensen die ondersteuning nodig hebben? Welke
invulling krijgt 'werk en inkomen' in het wijkteam? Wat kan het wijkteam betekenen voor
47
mensen met een andere uitkering dan de bijstand? In het tweede deel: welke gevolgen heeft
de invoering van wijkteams voor cliëntenraden (gemeentelijk en UWV)? Wat kunnen
cliëntenraden doen bij de ontwikkeling van wijkteams?
Leertafel 10: VN-verdrag op het domein werk en inkomen
Inleider: Martin Schuurman (Kalliope Consult)
Nederland gaat binnen afzienbare tijd het VN-verdrag inzake mensen met een handicap
definitief bekrachtigen. Wat betekent dit voor 'werk en inkomen'? Wat betekent dit voor de
overheden, ondernemingen, de uitvoeringsinstellingen UWV en SVB en gemeenten? En wat
betekent het verdrag voor mensen met een beperking? In het eerste deel, aan de hand van
concrete voorbeelden, hoe de bepalingen van het verdrag kunnen uitwerken op het beleid en de
uitvoering in de sociale zekerheid. In het tweede deel: wat kan een cliëntenraad doen om aan
de slag te gaan met het verdrag? Hoe kan een cliëntenraad beoordelen of het beleid en de
uitvoering van de gemeente, UWV of SVB voldoet aan het VN-verdrag?
Leertafel 11: De FNV, samenwerkingspartner van cliëntenraden
Inleider: Ruud Kuin (vice-voorzitter FNV)
In het eerste deel: wat zijn de speerpunten van de FNV en hoe geeft de FNV daar lokaal
invulling aan. In het tweede deel: hoe kunnen FNV Lokaal en (gemeentelijke) cliëntenraden
goed samenwerken om nog beter voor de belangen van mensen met een uitkering op te
komen?
Leertafel 12: Benut ervaringen cliënten bij ontwikkelen en uitvoeren beleid
Inleider: Hans Bosselaar (Vrije Universiteit)
Hoe kunnen ervaringen van cliënten optimaal doorklinken in het beleid en in de uitvoering
ervan? Er kwamen twee onderwerpen op tafel. Wat is ervaringsdeskundigheid? Om welke
ervaringen gaat het dan? En hoe kan ervaringsdeskundigheid het beste worden ingezet bij het
ontwikkelen en de uitvoering van beleid?
Praktijkvoorbeeld: In Peel en Maas worden burgers, cliënten en ervaringsdeskundigen
betrokken bij het mee ontwikkelen van (uitvoerings)beleid. Wat is de rol van de cliëntenraad
hierbij? Is dat een goede weg? Zijn er andere, betere manieren bekend of denkbaar? Aan het
einde van het gesprek werden leerdoelen geformuleerd voor de ontwikkeling van
cliëntenparticipatie en werden diverse methoden geschetst om deze doelen te realiseren.
Leertafel 13: Privacy
Inleider: Yvette Bommeljé (Y. Bommeljé advies)
Privacy is een belangrijk en zwaarwegend mensenrecht. De overheid moet de privacy van
burgers dan ook respecteren. Maar wat is privacy nou precies? Wat zijn de rechten van
mensen? Mogen UWV, SVB of de gemeente zomaar van alles vragen? Mag een hulpverlener in
een wijkteam uw gegevens bespreken met anderen? En wat geldt er voor het delen van
medische gegevens en het koppelen van allerlei bestanden? Een cliëntenraad heeft een
belangrijke functie bij de bescherming van de privacy van de achterban. Aan deze leertafel
kregen deelnemers uitleg over de betekenis van privacy en de rechten van cliënten. In het
tweede deel: op welke manier kan de cliëntenraad deze privacy beter beschermen? Hoe kan
gebrekkige privacy aan de orde worden gesteld? Hoe kunnen cliënten alerter worden gemaakt
op een eventuele schending van hun privacy?
Leertafel 14: Samenwerken met ervaringsdeskundigen
Inleiders: Nic Vos de Wael en Jacqueline Doeland (Landelijk Platform GGz en RCO De Rode
Hoofdzaak)
48
Het is belangrijk dat er een betere arbeidsparticipatie komt voor mensen met een psychische
aandoening. Hier zet het Landelijk Platform GGz zich, samen met andere cliëntorganisaties,
voor in via het Project Open voor Werk. Met onderdelen als: voorlichting bij gemeenten op
basis van ervaringsdeskundigheid en toetsing van gemeentelijk beleid op wat de doelgroep
belangrijk vindt. Aan deze leertafel kregen deelnemers eerst een presentatie van de
projectresultaten. Daarna kwamen vragen aan bod als: Welke (specifieke) ondersteuning
hebben mensen met een psychische aandoening nodig? Bieden gemeenten en re-
integratiebureaus hiervoor mogelijkheden? Welke ondersteuning past bij cliënten die niet
gemotiveerd of bemiddelbaar (lijken te) zijn? Welke rol kunnen cliëntenraden hierbij spelen?
Hoe kan goed worden samengewerkt met cliëntenorganisaties? Welke extra mogelijkheid biedt
de inzet van een ervaringsdeskundige?
Leertafel 15: Cliëntondersteuning
Inleiders: Marijke Hempenius en Nienke van der Veen, Ieder(in)
De decentralisatie van wetgeving heeft tot gevolg dat mensen minder duidelijke rechten
hebben. De gemeente moet elke burger gratis en onafhankelijke informatie, advies en
ondersteuning bij aanvraag van een voorziening geven. Dit geldt voor alle burgers en op alle
levensgebieden, dus ook voor werk en inkomensvragen. Dit is geregeld in de Wmo. In het
eerste deel wordt een uitleg gegeven over cliëntondersteuning in de wet en hoe gemeenten met
die taak omgaan. Doen ook Wajongers een beroep op de cliëntondersteuning? In het tweede
deel: hoe worden cliëntenraden betrokken bij het beleid van de gemeente? Is bij die advisering
samengewerkt met de Wmo-raad? En welke rol kunnen UWV-cliëntenraden hebben?
Leertafel 16: Van school naar werk
Inleider: Corian Messing (Nederlands Jeugd Instituut NJI)
Een deel van de leerlingen in het praktijkonderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs en aan de
onderkant van het mbo bevindt zich in een kwetsbare positie. Zonder ondersteuning kunnen zij
de overgang naar werk vaak zelf niet maken. Maar wat dan? Hoe kunnen deze jongeren nadat
zij van school komen doorstromen naar werk? Hoe kan de gemeente daarin ondersteuning
bieden? Wat doen scholen om deze leerlingen op hun werktoekomst voor te bereiden? Wat is
nodig om een goede overgang naar werk mogelijk te maken en wat is daarbij de rol van de
gemeente? In het tweede deel: hoe komen cliëntenraden erachter wat de scholen in de regio
doen bij arbeidstoeleiding en of de gemeente hierop aansluit? Welke punten zijn bij de
gemeenten in te brengen?
Leertafel 17: Kwaliteit en professionals
Inleider: Monique Klompé (project MMM en Nederlandse Vereniging van Arbeidsdeskundigen)
In toenemende mate wordt de kwaliteit van de dienstverlening in werk, inkomen en zorg
gekoppeld aan de kwaliteit van professionals. Dat doen zij afzonderlijk via beroepsverenigingen
maar ook samen, bijvoorbeeld via het project MMM (Mensen Met Mogelijkheden). In het eerste
deel van de leertafel werd inzicht gegeven hoe professionals invulling geven aan hun kwaliteit.
Hoe is die kwaliteit van die verschillende professionals nu geborgd? Wat is hierbij het belang
vanuit het perspectief van cliënten? Hoe bevorderen beroepsverenigingen dat zij in het belang
van de cliënt samenwerken? Hoe kunnen cliëntenraden de kwaliteit van dienstverlening
bevorderen via beroepsverenigingen? Hoe kunnen cliëntenraden beroepsbeoefenaren ook
aanspreken op de kwaliteit die beroepsverenigingen nastreven?
49
50
Bijlage VII Ab Harrewijn-rede 2015
Albert Jan Kruiter (Instituut voor Publieke Waarden)
Van Participatie naar Zelfbeschikking
(Deze tekst is opgesteld in het kader van de Ab Harrewijn-‐rede 2015)
Als je gevraagd wordt om de Ab Harrewijn-‐rede uit te spreken, maakt je dat direct
nieuwsgierig naar de persoon naar wie de rede is vernoemd. Zeker, als je zoals in mijn geval,
degene naar wie de rede vernoemd is, niet persoonlijk gekend hebt. Naast het onuitputtelijke
archief dat we internet noemen, zijn er genoeg mensen die Ab Harrewijn wel persoonlijk
gekend hebben. Die bronnen maakten dat ik niet alleen nieuwsgierig werd, maar het
uitspreken van de rede meer dan eervol, en een grote uitdaging vond.
‘Ab gaf alles weg’, hoorde ik mensen zeggen. En natuurlijk stond hij aan de wieg van de
cliëntenparticipatie in de SUWI-‐keten. Een SUWI-‐keten die het leven zag toen de
verzorgingsstaat (en de ketenbenadering) zijn toppunt beleefde. Een top-‐down
geconstrueerde samenwerking van partijen in de sociale zekerheid moest cliënten efficiënt
bedienen. En waar ‘top-‐down’ en ‘efficiëntie’ samenkomen, ligt hier ter lande bureaucratie
vaak op de loer. Juist daarom was het goed dat Ab Harrewijn pleitte voor menselijke invloed
op die keten. Voor een kwaliteitscheck door de mensen waarvoor die keten in het leven werd
geroepen. Voor cliëntenparticipatie. Maar het is snel gegaan. Sommigen weten zeker dat we
het hoogtepunt van de verzorgingsstaat achter de rug hebben. Het New Public Management
en het efficiency-‐denken lijken hun langste tijd gehad te hebben. De decentralisaties lijken
strikte top down sturing te vervangen.
Juist daarom zal ik mij in deze rede vooral afvragen wat ‘cliëntenparticipatie’ in een
gedecentraliseerde wereld betekent. Immers, sinds 1 januari zijn grote delen van de
verzorgingsstaat van de Rijksoverheid overgeheveld naar de gemeente. Hoewel sommigen dat
afdoen als een incident, en lijken te hopen op een recentralisatie (of restauratie, zo u wil) zijn
de decentralisaties eerder de vervolmaking van een dominante ontwikkeling dan het einde er
van. Immers, met de WMO en de WWB was de decentralisatietrend al stevig ingezet. Als we
nog verder terugkijken kunnen we de Nederlandse verzorgingsstaat opvatten als een
centraliserende organisatie. Naarmate we gezamenlijke problemen en oplossingen gingen
institutionaliseren, kreeg ‘Den Haag’ als voornaamste vertegenwoordiger van de Rijksoverheid
steeds meer te zeggen. Dat ging ten koste van de autonomie van gemeenten. Om het scherp
te stellen: feitelijk werden gemeenten steeds meer uitvoeringskantoren van de Rijksoverheid,
naarmate de verzorgingsstaat groeide. De Tweede Kamer bepaalde, ministeries werkten uit en
gemeenten voerden uit. En naarmate de centrale overheid de publieke zaak bestierde, trokken
‘wij burgers’ – om het prachtige ‘we the citizens’ maar eens te vertalen – ons terug op hun
eigen terrein. Zo ontspon zich een neerwaartse spiraal van een centraliserende en
bureaucratiserende overheid enerzijds en een individualiserende samenleving anderzijds.
Vanuit verzorgingsstatelijk perspectief leidde dat tot grote successen. Mensen kregen betere
zorg, meer sociale zekerheid, en de welvaart steeg. Vanuit ‘participatieperspectief’ kunnen we
minder opgetogen over die ontwikkeling zijn. Weliswaar nam de arbeidsparticipatie toe,
‘publieke participatie’ nam af. Dat culmineerde in de jaren ’90 niet alleen in een proces waarin
‘de klant’ ‘de burger’ verving, maar zelfs in een overheid die ‘burgers’ als ‘klanten’ ging
benaderen.
Daarmee werd de overheid niet zozeer een mechanisme om gezamenlijke problemen
gezamenlijk op te lossen, maar een efficiënt systeem om vragende klanten op maat te
bedienen. En dus kregen klantgeworden burgers ‘persoonsgebonden’ budgetten om hun eigen
zorg in te kopen. Dus richten gemeenten ‘gemeentewinkels’ in. Dus deden we collectief of de
51
overheid een bedrijf was dat toch vooral verondersteld mocht worden ons op onze wenken te
bedienen en ons eigen belang te behartigen. Dat overheden en burgers toch vooral over de
publieke zaak en publieke belangen gaan, en bedrijven en burgers over hun private zaak,
leek geen relevant onderscheid. Het land was af, en al wat restte was de overheid als
efficiënte customer service van de klant die de burger leek te vergeten.
En dus spraken we van cliënten-‐participatie in plaats van burger-‐participatie. Participatie
betekende dan ook vooral beleidsbeïnvloeding. En hoe zag dat beleid er uit? Ten eerste werd
beleid ‘top down’ en bedrijfsmatig ontwikkeld. Beleidsbeïnvloeding was vooral beïnvloeding
van de uitvoerende macht. Net zoals ondernemingsraden ondernemingen adviseerden en
medezeggenschapsraden publieke organisaties, adviseerden cliëntenraden
uitvoeringsinstellingen, in het geval van de inspanningen van Ab Harrewijn de organisaties uit
de SUWI-‐keten. Natuurlijk was dat een goed plan. Waar alleen politici en bureaucraten beleid
ontwikkelen, ontstaat de kans dat de systeemwereld de leefwereld gaat domineren. En dus is
het belangrijk dat mensen uit die leefwereld professionals uit de systeemwereld
kunnen beïnvloeden.
Maar de centraliserende verzorgingsstaat en de individualiserende en consumerende
samenleving werden te duur. Kosten in sociale zekerheid en zorg werden met het oog op de
toekomst onbeheersbaar. Gemeenten die kleinschalig maatwerk konden leveren, voor wie dat
nodig had, moesten soelaas bieden. Dus geen standaardiserende en bureaucratiserende regels
uit Den Haag meer, maar ruimte voor gemeenten om maatwerk te leveren. In de hoop dat
zorg en sociale zekerheid daardoor goedkoper en beter zouden worden. Zoals gezegd waren
de WMO en de WWB de voorlopers. Voorlopers die blijkbaar goed bleken te werken, want
naast een nieuwe WMO kwamen per 1 januari ook de Participatiewet en de jeugdzorg naar de
gemeenten. En dus staan gemeenten voor weinig anders aan de lat dan het lokaal vormgeven
van de verzorgingsstaat van de toekomst. Als we die uitdaging serieus nemen, moeten we
onderzoeken wat dat precies voor cliëntenparticipatie betekent. Immers, als de voortekenen
niet bedriegen, dan krijgen gemeenten meer ruimte om zelf te ontwikkelen. In andere
woorden: gemeenten zullen steeds minder een uitvoeringskantoor van het rijk worden, en
steeds meer een zelfstandige democratische entiteit die lokale voorkeuren en wensen omzet in
structurele oplossingen voor de hele lokale gemeenschap. Dat betekent enerzijds dat
gemeenten meer ruimte krijgen, anderzijds betekent het dat cliëntenraden met andere
plannen en ideeën zullen moeten komen om die ruimte in te vullen. Dat is een serieuze kans
om cliëntenparticipatie niet zozeer om beleid-‐ en uitvoeringsbeïnvloeding te laten draaien,
maar om zelfbeschikking. De eerste tekenen laten immers al zien dat gemeenten niet zozeer
beleid maken, maar de uitvoeringslogica voorop laten staan: wat werkt wel en wat werkt niet?
De Right To Challenge in de WMO mag daarvan een mooi voorbeeld heten. Gemeenten laten
burgers niet reageren op ontwikkelde plannen (zoals we participatie lang definieerden), maar
laten burgers zelf plannen maken. Natuurlijk is dat niet van vandaag op morgen standaard
praktijk. Beleidsmedewerkers, raadsleden, professionals, bestuurders, maar ook burgers zullen
daar aan moeten wennen.
Daarom is de vraag naar de inhoud en betekenis van cliëntenparticipatie in een
gedecentraliseerde wereld van belang. We zien immers gemeenten die burgers vragen om zelf
initiatief te nemen, die willen faciliteren, en burgers aan het roer willen zetten. Dat betekent
dat de gemeente in steeds mindere mate een instituut wordt dat beslissingen neemt en
uitvoert waartegen je in bezwaar kan gaan als je het er niet mee eens bent, of
waarin je in geformaliseerde sessies invloed op kan uitoefenen, maar een vertegenwoordiger
van medeburgers waar je plannen in kan dienen, die gehonoreerd kunnen worden.
52
Als we die trend volgen dan zal cliëntenparticipatie dus pro-‐actief in plaats van reactief
moeten worden. Het ontwerpen van nieuwe en betaalbare oplossingen, zal belangrijker
worden dan het reageren op plannen van beleidsmakers. Het gaat om weinig minder dan een
verschuiving van participatie (meedoen met de gemeente) naar zelfbeschikking (een
oplossing uitvoeren en de gemeente eventueel vragen mee te doen). Als we in 2025
terugkijken, dan hebben we denk ik een aantal schuivende panelen gezien:
Van grootschalig generiek beleid naar kleinschalig maatwerk
Gemeenten zullen kleinschalig op wijkniveau steeds meer maatwerk proberen te leveren.
Geen algemene regels en standaard oplossingen, maar kijken wat er per persoon, of per gezin
nodig is. Niet ‘Den Haag’ zal langer bepalen wie waar precies recht op heeft, maar gemeenten
zullen voorzieningen bieden, waar mensen een beroep op kunnen doen. Aan keukentafels en
in wijkteams zullen behoeften van mensen samen met professionals in kaart gebracht worden.
Iedereen krijgt een eigen plan. Voor mensen die veel hulp nodig hebben, en nu tegen veel
verschillende instellingen aanlopen, zal dat een voordeel zijn.
Van rechtmatigheid naar rechtvaardigheid
Dat betekent ook dat de nadruk op regels en rechten, op rechtmatigheid zal verschuiven
naar rechtvaardigheid. Per geval zal een oplossing gevonden worden die past. Niet de regel
of het recht zal centraal staan, maar de specifieke omstandigheid, problemen en
oplossingen die van toepassing zijn op iemand.
Van gelijkheid naar gelijkwaardigheid
Dat betekent ook dat er verschillen zullen ontstaan tussen de oplossingen die een gemeente
mensen biedt, en ook tussen gemeenten. Mensen zijn niet gelijk, maar gelijkwaardig. Net
zoals de grondwet stelt dat we in Nederland gelijke gevallen gelijk behandelen, zullen we
ongelijke gevallen behandelen naarmate ze verschillen. En juist die verschillen zullen
betekenisvoller worden dan de overeenkomsten.
Van efficiënt naar rendabel
Lang hebben we gedacht dat gestandaardiseerde uniforme voorzieningen efficiënt waren.
Maar ze leiden er ook toe dat sommigen net niet genoeg hulp krijgen, en anderen juist te
veel. De uitvoering mocht dan efficiënt zijn, de oplossingen waren niet altijd effectief. Ze
leverden te weinig persoonlijk dan wel maatschappelijk rendement. Denk aan mensen die
jarenlang in een uitkering zaten zonder perspectief. Denk aan mensen die jaren lang op een
huurwoning wachtten. Denk aan mensen waarvoor de standaard WMO-‐voorzieningen niet
voldeden. De oplossing met het grootste persoonlijke en maatschappelijke rendement zal in
de toekomst belangrijker worden dan de meest efficiënte oplossing.
Deze trends (maatwerk, rechtvaardigheid, rechtmatigheid en rendement) hebben
consequenties voor cliëntenparticipatie. Juist omdat standaardisatie en klassiek beleid zullen
verdwijnen, zal de uitvoering, het realiseren steeds belangrijker worden. We zullen wellicht
een decennium nodig hebben om daaraan te wennen. En juist daar kunnen cliëntenraden een
belangrijke rol spelen. Niet zozeer in het vormgeven of beïnvloeden van beleid, maar in het
bedenken en uitvoeren van maatwerkoplossingen. Immers, maatwerk gaat vooral werken als
de leden van cliëntenraden zelf regie kunnen voeren over hun eigen oplossing, zelf plannen
kunnen maken. Daar kan de cliëntenraad van de toekomst een belangrijke rol in spelen.
Door goede voorbeelden onder leden te delen. Door modelmaatwerkplannen te ontwikkelen.
53
Door leden rechtvaardige, gelijkwaardige en rendabele plannen te helpen ontwikkelen.
Dan staat niet zozeer de gemeente, of het beleid centraal, maar de leden en hun
plannen. Dat komt samen in de volgende trends die ik de komende tien jaar voor de
cliëntenraad zie ontwikkelen:
Van meedenken naar mee doen
Niet zozeer het meedenken met beleidsontwikkelaars, uitvoerders en gemeenteraden, maar
het meedoen met het ontwikkelen van plannen voor cliënten zal steeds belangrijker worden
voor cliëntenraden.
Van cliënt naar mens
Daarvoor is het nodig om leden niet meer te zien als cliënten van voorzieningen, maar als
mensen die een oplossing bedenken voor hun problemen en waar ze bovendien zelf de
regie over willen voeren.
Van participatie naar zelfbeschikking
Uiteindelijk zal participatie in de uitvoeringsinstellingen verschuiven naar het versterken en
verwezenlijken van zelfbeschikking van mensen. Dat kan in de vorm van het helpen
ontwikkelen van maatwerkplannen, maar ook in de vorm van het delen van kennis over hoe
zelfbeschikking te realiseren. Niet het beleid staat dan centraal, of de uitvoerende dienst,
maar mensen die zelf regie willen voeren.
Zover is het natuurlijk nog niet. Zoals ik hierboven al stelde: als we over tien jaar terug
kijken, zouden we deze ontwikkeling kunnen zien. We kunnen ook iets anders zien, over tien
jaar. Nog meer regels, nog meer bureaucratie, nog meer standaarden, nog meer controle,
nog meer centralisatie. Als we de positieve kanten van de Participatiewet, de nieuwe
jeugdwet en de nieuwe WMO niet omarmen, zal dat waarschijnlijk ook gebeuren. Als we de
kans op maatwerk aangrijpen om continu te wijzen op de verschillen die ontstaan, zal de
wetgever die verschillen wegwerken met wetgeving. Als we een gelijke in plaats van een
gelijkwaardige behandeling eisen, zullen we uiteindelijk met dezelfde oplossingen opgezadeld
worden. Als we efficiënte procedures willen, in plaats van rendabele oplossingen, zullen we
paradoxaal genoeg meer tijd in het gemeentehuis doorbrengen. Daarom pleit ik voor
zelfbeschikking als de volgende fase van de cliëntenparticipatie beweging. In de stofwolk die
we de decentralisaties noemen, zullen goede oplossingen van iedereen moeten komen, niet
alleen van de overheid. Als we daar niet in slagen, zal de recentralisatie ongetwijfeld volgen.
En dan verdelen we minder budget, centraal, over iedereen, met verschraling voor iedereen
tot gevolg. Dan zie ik liever maatwerk voor diegenen die het nodig hebben. Ik hoop dat u
zich daar, net als ik, voor wil inspannen. En in de hoop dat ik met dat pleidooi recht doe aan
de man naar wie deze rede genoemd is.
54
VIII Cliënt in Beeld-prijs 2015
De Landelijke Cliëntenraad (LCR) reikt jaarlijks de Cliënt in Beeld-prijs uit aan een
cliëntenraad of lid daarvan die een bijzondere bijdrage heeft geleverd aan het
bevorderen, verder vormgeven of verbeteren van cliëntenparticipatie.
Iedereen kan een cliëntenraad of lid van een cliëntenraad voordragen die volgens hem/haar
voldoet aan het jaarlijks vastgestelde thema. De prijs wordt uitgereikt op het jaarlijks congres
van de Landelijke Cliëntenraad
Juryprijs
De jury wijst één van de genomineerde voordrachten aan als winnaar.
De winnaar ontvangt een bronzen beeld en een geldbedrag van € 2.500,-
Publieksprijs
Tijdens het congres worden filmpjes van alle genomineerden getoond.
De deelnemers aan het congres kiezen door stemming de winnaar van de publieksprijs.
De winnaar ontvangt een glasobject en een geldbedrag van € 2.500,-
Thema 2015
Het thema van de Cliënt in Beeld-prijs 2015 was: ‘De cliëntervaring in beeld’.
Samenstelling jury
Voorzitter Nicoly Vermeulen Voorzitter Raad van Bestuur Sociale
Verzekeringsbank (SVB)
Extern lid Marthijn Laterveer Coördinator Zeggenschap in Zorg (LOC)
Lid Edo Paardekooper Overman Raadslid Landelijke Cliëntenraad namens
Landelijk Platform Geestelijke Gezondheidszorg
(LPGGZ)/LOC Zeggenschap in Zorg en lid werkgroep
congres
Adviseur Gerrit van der Meer Voorzitter Landelijke Cliëntenraad
Secretaris Branko Hagen Beleidsadviseur Landelijke Cliëntenraad
Secretaris Barbara Bosman Office manager Landelijke Cliëntenraad
Voordrachten
De LCR heeft 8 voordrachten ontvangen voor de Cliënt in Beeld-prijs 2015.
Er werden cliëntenraden/-organisatie voorgedragen vanuit het hele land en vanuit
verschillende beleidsterreinen.
Overzicht van de voorgedragen kandidaten
1. De Achterban, Den Haag – De Achterban als achterban
2. Cliëntenraden Wsw Venlo, Beelsel en Bergen – Privacy Wsw’ers
3. Cliëntenraad Participatie Deventer – Kwetsbare jongeren van school naar werk
4. UWV CR Groot Amsterdam – Ervaring cliënten Sociaal Medische Zaken
5. Cliëntenraad Deurne – Jongeren
6. Cliëntenraad Ametisthorst (HWW Zorg), Den Haag – organiseren themabijeenkomsten
7. Vereniging FSU, Leeuwarden – De Dialoog van Leeuwarden
8. Cliëntenraad Volksbond Amsterdam – Besluitvormingsmodel Cliëntenparticipatie.
55
Nominaties
Uit de acht voordrachten heeft de jury 4 voordrachten genomineerd.
1. De Achterban, Den Haag – De achtban als achterban
2. Cliëntenraden Wsw Venlo, Beelsel en Bergen – Privacy Wsw’ers
3. Vereniging FSU, Leeuwarden – De Dialoog van Leeuwarden
4. Cliëntenraad Volksbond Amsterdam – Besluitvormingsmodel Cliëntenparticipatie
Winnaar Juryprijs
De jury heeft unaniem besloten om de Cliënt in Beeld-prijs 2015 toe te kennen aan:
Cliëntenraden Wsw Venlo, Beesel en Bergen:Privacy Wsw’ers
De jury was daarbij vooral zeer te spreken over:
- Inspirerende voordracht;
- Lef en moed van de aanpak – een cliënt die zelf de noodklok durft te luiden;
- Doorzettingsvermogen, ondanks duidelijke tekenen van communicatiestoornis toch blijven
doorgaan;
- Betrekken van cliënten in het proces – een initiatief met en door cliënten;
- Een lastige materie vanuit een frisse invalshoek benaderen;
- Het grote belang voor deze kwetsbare doelgroep.
Het is daarbij aansprekend dat men de angstcultuur wist om te zetten in positieve actie. Het
laat zien wat met en door cliënten kan worden bereikt. Het eindresultaat is een confronterend,
belangwekkend en leerzaam rapport waarmee men organisaties een effectieve spiegel voor
kan houden.
Winnaar Publieksprijs
Tijdens het congres werden 4 filmpjes van de genomineerde kandidaten getoond. De
aanwezigen kozen net als de jury voor: Cliëntenraden Wsw Venlo, Beesel en Bergen:
Privacy Wsw’ers
Het jury rapport wordt als separate bijlage bij het jaarverslag gevoegd.
56
Bijlage IX Overzicht leden en plaatsvervangend leden LCR
Organisatie/orgaan Lid Plaatsvervangend lid
Landelijke
Cliëntenorganisaties
Ieder(in) LG dhr. Q. van Woerdekom vacature
Platform GGZ/LOC dhr. E. Paardekooper
Overman
mw. M. Paalvast
VCP/CNV dhr. B. de Bart mw. M. Morsink
CSO mw. A. Willemse-v.d. Ploeg vacature
FNV (publieke sector) mw. A. Hoeflak mw. C. Ter Beek
FNV
(markt sector)
dhr. A. Maas dhr. R. Smits
Vertegenwoordiger
Organisaties van
minderheden
dhr. S. Bouddouft dhr. H. van Zuthem
Ieder(in) VG dhr. J. Barendrecht vacature
Cliëntenraden UWV en
SVB
CC UWV mw. C van der Sel dhr. H. van Grieken
CC UWV dhr. R. Duin dhr. W. ten Haaf
CC UWV dhr. E Trompert mw. A van der Meijden
CR SVB mw. G.F.P. Baaij -
CR SVB dhr. F. Maij -
CR SVB dhr. H.P.G. van Roosebeek -
Vertegenwoordigers
Gemeentelijke
Cliëntenparticipatie
Cliëntenraden G4 dhr. H. van Zanten dhr. Q.E.M. de Pater
Mobility dhr. K. Knol mw. W. Vincken
Vertegenwoordiger/ Dak-
en thuislozen
mw. S. van Laar vacature
Onafhankelijk voorzitter : dhr. G. van der Meer
Leden Dagelijks Bestuur
Voorzitter : dhr. G van der Meer
Vice-voorzitter/lid : mw. A. Hoeflak
Penningmeester/lid : dhr. E. Paardekooper Overman
Secretaris : mw. G. Baaij