JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31...

60
JAARVERSLAG 2018

Transcript of JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31...

Page 1: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

JAARVERSLAG 2018

Page 2: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

JAARVERSLAG 2018

BESTUURSVERSLAG

VERSLAG VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN

JAARREKENING

Foto omslag: Dit jaar bestaat De Gemeenschap 99 jaar. Daarom fotografeerden wij het huisnummer 99

van de Lijsterbesstraat.

Page 3: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Inhoudsopgave

Bestuursverslag

1. Bericht van de Directeur-Bestuurder 9

2. De Gemeenschap 11 2.1 Ondernemingsvisie en Bedrijfsplan 11 2.2 Organisatie 12 2.3 Open en transparant 14 2.4 Samenkracht 16

3. Betaalbaarheid en beschikbaarheid voor de doelgroep 17 3.1 Woningvoorraad 17 3.2 Toevoegingen en onttrekkingen 17 3.3 Woningtoewijzing 19 3.4 Huurbeleid 23

4. Duurzaamheid en kwaliteit van de woningvoorraad 25 4.1 Kwaliteit 25 4.2 Vastgoedprojecten 26 4.3 Duurzaamheid 26

5. Wonen en Zorg 29 5.1 Leefbaarheid 29 5.2 Ouderenhuisvesting 30

6. Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32

7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene toelichting 33 7.2 Financiële continuïteit 34 7.3 Externe controle 37

8. Governance en risicobeheer 39

9. Kengetallen 43

Verslag van de Raad van Commissarissen

1. Over besturen en toezicht houden 47

2. Verslag vanuit de toezichthoudende rol 49 2.1 Toezicht op strategie 49 2.2 Toezicht op financiële en operationele prestaties 50 2.3 Toezicht op volkshuisvestelijke en maatschappelijke prestaties 51 2.4 Toezicht op stakeholdersdialoog 52 2.5 Toezicht op risicobeheersing 52 2.6 Opdrachtgeverschap externe auditor 52

3. Verslag vanuit werkgeversrol 53 3.1 Invulling werkgeversrol voor bestuur 53 3.2 Organisatiecultuur en integriteit 53

4. Verslag vanuit klankbordfunctie 55

5. Over de Raad van Commissarissen 57 5.1 Samenstelling Raad van Commissarissen 57 5.2 Functioneren 59 5.3 Bezoldiging 60 5.4 Vergaderingen, overleg 61

6. Tot slot 63 Bijlage 1: besluitenlijst Raad van Commissarissen 64

Jaarrekening

1. Balans 682. Winst- en verliesrekening 713. Kasstroomoverzicht 734. Waarderingsgrondslagen 755. Toelichting op de balans 856. Toelichting op de winst- en verliesrekening 1077. Overige gegevens 115

4

Page 4: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

7

Bestuursverslag 2018

Page 5: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Bestuursverslag 9

1Bericht van de Directeur-bestuurder

In dit jaarverslag leg ik verantwoording af over de belangrijkste ontwikkelingen in 2018. Het jaar­verslag bestaat uit drie delen: het Bestuursverslag, het verslag van de Raad van Commissarissen en de jaarrekening met de cijfermatige verantwoording.

Als ik terugblik op 2018 stel ik vast dat we volop in beweging waren. We hebben het tweede jaar van het Groot Onderhoud in de Spoorbuurt met succes afgerond. De 75 nieuwbouwappartementen in de wijk Batavia zijn nagenoeg klaar en verhuurd. We maakten plannen voor een opknapbeurt in Lankforst en zijn begonnen met het installeren van zonnepanelen op de daken van eengezins­woningen.

SamenMet de gemeente Nijmegen, onze samenwerkingspartners en collega­corporaties werken we samen aan grote thema’s zoals duurzaamheid. Bij het thema leefbaarheid betrekken we onze bewoners. We sloten letterlijk aan bij de leefwereld van onze bewoners en hebben hen in 2018 thuis bezocht. Samen met Bindkracht 10 spraken wij met hen over hun behoeften en wensen. Door de gesprekken leerden we hen beter kennen. We ontmoetten eenzame bewoners, mensen die in de war waren of niet goed voor zichzelf konden zorgen. Voor hen schakelden we de hulp in van (zorg)professionals.

We verhuren huizen, maar het gaat uiteindelijk om de mensen die er wonen. Samen zijn wij De Gemeenschap. In 2019 blijven wij met onze bewoners in gesprek.

DuurzaamheidDuurzaamheid was én blijft ons speerpunt. Het Groot Onderhoud in de Spoorbuurt, waar wij in 2017 mee zijn begonnen, is in 2019 klaar. Dan hebben we onze woningvoorraad naar gemiddeld energielabel B gebracht.

Een mooi resultaat dat gelijktijdig het begin markeert van alle overige initiatieven op het gebied van energetische duurzaamheid, zoals de transitie naar aardgasvrij. Samen met de gemeente en vele andere partijen bereiden wij deze transitie voor: een complexe opgave vanuit zowel technisch, financieel, communicatief en procesmatig oogpunt. Het is daarom goed dat de maatschappelijke organisaties en de gemeente Nijmegen samen het warmte­transitieplan hebben geschreven. In september 2019 keurde de gemeenteraad het plan goed. Zodra het Rijk het Klimaatakkoord omzet in wetgeving en financieringsmogelijkheden, kunnen we samen beginnen met het planmatig aard­gasvrij maken van de woningvoorraad.

In de nieuwe wijk Batavia bouwt De Gemeenschap 75 sociale huur appartementen.

Page 6: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Bestuursverslag 11

2De Gemeenschap

Woningbouwstichting De Gemeenschap is statutair gevestigd in Nijmegen en ziet deze gemeente als haar werkgebied. Als Toegelaten Instelling is De Gemeenschap uitsluitend werkzaam op het ge­bied van de Volkshuisvesting, zoals omschreven in artikel 45 van de woningwet. De Gemeenschap heeft geen verbindingen of dochterondernemingen.

2.1 Ondernemingsvisie en BedrijfsplanDe Gemeenschap werkt vanuit de Ondernemingsvisie 2015­2020 die de organisatie in 2014

samen met de medewerkers heeft opgesteld. In het verlengde van de ondernemingsvisie herijkt De Gemeenschap jaarlijks het bedrijfsplan. Eind 2018 leverden wij ons nieuwe plan ‘Voor een prettig, duur­zaam en betaalbaar Thuis in Nijmegen 2019­2020’ inclusief meerjarenbegroting voor 2019­2027 op.

In onze Ondernemingsvisie formuleren wij vanuit onze opvatting over onze rol in de wereld om ons heen, onze missie: Samen met onze partners zorgen voor een prettig, duurzaam en betaalbaar Thuis in Nijmegen. Bij het realiseren van deze missie, werken wij vanuit drie kernwaarden:

• vertrouwen• wederkerigheid• duurzaamheid

Om daadwerkelijk invulling te kunnen geven aan onze missie, hebben wij zes strategische doelstel­lingen geformuleerd:

• door middel van investeren in onze bestaande woningvoorraad het woongenot voor onze bewoners vergroten

• aantoonbaar, transparant en naar behoren presteren als maatschappelijk investeerder• vergroten van zelfbeheer door en zeggenschap voor onze bewoners• continu verbeteren van de maatschappelijke prestatie van De Gemeenschap• permanent ontwikkelen en optimaliseren van onze eigen organisatie• optimaal maatschappelijk resultaat gebaseerd op aanvaardbaar rendement en risico

Aan deze doelstellingen hebben wij Kritieke Succes Factoren (KSF) en Kritieke Prestatie Indicatoren (KPI’s) gekoppeld. In onze Tertiaal rapportages rapporteren wij over de scores die wij op de diverse KPI’s hebben behaald en hoe wij vorderen met de realisatie van onze missie en doelstellingen.

Deze missie, kernwaarden en doelstellingen zijn het vertrekpunt bij de strategische en beleidsmati­ge beslissingen die wij nemen. Ook het Portfoliobeleid (dat in 2016 is vastgesteld) is hierop geënt.

BetaalbaarheidOnze woningen zijn met name bedoeld voor mensen met een smalle beurs. Deze doelgroep kent bewoners die financieel kwetsbaar zijn. Zij kunnen te maken krijgen met armoede en schuldproble­matiek. De huurachterstanden die kunnen ontstaan zijn niet voor iedereen eenvoudig weg te wer­ken. Wij kiezen voor een sociale aanpak bij huurachterstanden en zetten in eerste aanleg niemand uit huis wanneer er sprake is van alleen een huurachterstand.

Al jaren is ons beleid gericht op signalering. Wij zoeken in een vroeg stadium persoonlijk contact met bewoners wanneer er sprake is van een betalingsachterstand. Wij bespreken de situatie en zoe­ken samen met de bewoner naar een passende oplossing. Deze persoonlijke benadering levert niet alleen betalingsregelingen op. Wij krijgen inzicht in wat er daadwerkelijk aan de hand is. Op deze manier kunnen we met onze samenwerkingspartners de ontstane huurachterstand herstellen.

Ook bij nieuwe bewoners zijn we alert. We bieden bij een intakegesprek direct hulp aan bij het op orde krijgen van de financiën. Dit past bij hoe wij zijn: sociaal en betrokken.

Een thuis in NijmegenWij bieden onze bewoners meer dan een dak boven hun hoofd. Wij geven hen een thuis in Nijmegen. Een plek waar zij prettig en comfortabel wonen. Alle medewerkers van De Gemeenschap werken hier dagelijks aan. Zonder hun inzet en enthousiasme was dat niet gelukt. Ik ben trots op de mooie resultaten en een compliment aan hen is op zijn plaats.

De toekomstHet jaar 2018 stond in het teken van een verkenning tot fusie met de collega­corporatie Standvast Wonen. Na het ondertekenen van de intentieovereenkomst is door velen hard gewerkt om de meer­waarde van een fusie te onderzoeken. In het najaar bleek dat er voldoende aanknopingspunten waren om de gemeenten waar de fusiecorporatie gaat werken te vragen om hun zienswijze. Ook vroegen we de beide huurdersorganisaties naar hun instemming en de Ondernemingsraden om een advies. Eind december 2018 bleek dat alle reacties positief waren. Begin 2019 is de minister van Binnenlandse zaken gevraagd haar akkoord te geven op de voorgenomen fusie. Het voornemen is dat de Gemeenschap en Standvast Wonen per 1 mei 2019 fuseren onder een nieuwe naam.

Wij wensen u veel leesplezier.

Paul van Roosmalen Directeur-Bestuurder

Nijmegen, mei 2019

10

Page 7: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Bestuursverslag 13

Organigram Woningbouwstichting De Gemeenschap 2018

De rechtspositie van de medewerkers die in dienst zijn van De Gemeenschap is verankerd in de CAO Woondiensten. Alle medewerkers die in dienst zijn van De Gemeenschap (inclusief de Direc­teur) nemen deel aan de collectieve pensioenregeling voor woningcorporaties (SPW).

Alle functies binnen de organisatie, met uitzondering van de Directeur­Bestuurder, zijn beschreven en ingedeeld volgens het Handboek functie­indeling woondiensten.

Raad van Toezicht

Personeels­vertegenwoordiging

Woondiensten Financiën & Bedrijfsdiensten

Directeur­Bestuurder

Technisch BeheerWonen

Vastgoed & Ontwikkeling

Duurzaamheid

Raad van Commissarissen

Personeels­vertegenwoordiging

PVT

Woondiensten Financiën & Bedrijfsdiensten

Planning & ControlAdministratieFacilitair & ICTOnderzoek & StrategieSecretariaatCommunicatieP&O / HRM

Directeur­Bestuurder

Technisch BeheerWonen

Vastgoed & Ontwikkeling

Duurzaamheid

Huurdersorganisatie HOG

Huurdersorganisatie HOG

2.2 OrganisatieDe Raad van Commissarissen van De Gemeenschap bestaat uit vijf leden. Voor de samen­

stelling en de werkzaamheden van de Raad van Commissarissen verwijzen wij naar het Verslag van de Raad van Commissarissen. In dit hoofdstuk leest u ook hoe wij invulling geven aan de vigerende Governance Code.

Het bestuurPer 1 mei 2013 wordt de stichting bestuurd door statutair Directeur, de heer drs. P.J.J. (Paul) van Roosmalen. De arbeidsovereenkomst van de heer Van Roosmalen is aangegaan voor de duur van 8 jaar, tot 1 mei 2021. De arbeidsovereenkomst is getekend op 19 november 2012. Hierop zijn de in artikel 2.3 van de Wet Normering Topinkomens (WNT) geldende regels van toepassing. Meer infor­matie hierover vindt u in het verslag van de Raad van Commissarissen.

De werkorganisatieDe Gemeenschap is 24 uur per dag telefonisch bereikbaar. Buiten kantoortijden wordt de telefoon voor ons opgenomen door een meldkamer. Op werkdagen is het kantoor geopend van 08.30 uur tot 16.30 uur of volgens afspraak.

Op 31 december 2018 heeft De Gemeenschap 21 medewerkers in dienst (2018: 20), waarvan er 15 een fulltime en 6 een parttime dienstverband hebben. Uitgedrukt in fulltime equivalenten (FTE) bestaat de totale formatie in 2018 uit 19,0 FTE (2017: 18,1 FTE). Onze organisatie is klein. Wanneer grote projecten vragen om meer personele capaciteit of wanneer noodzakelijke kennis in een spe­cifieke situatie ontbreekt, dan huren wij deze tijdelijk in.

Naast Paul van Roosmalen, Directeur­Bestuurder, bestaat het managementteam per 31 december 2018 uit:

• de heer J.H.R. (Koos) de Pijper, Manager Financiën & Bedrijfsdiensten• de heer D.C. (Dico) van Verseveld, Manager Vastgoed & Ontwikkeling

De afdeling Woondiensten wordt geleid door de Coördinator Wonen en de Coördinator Technisch Beheer.

1312

Page 8: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Bestuursverslag 15

Klanttevredenheid en Benchmark Wij onderscheiden ons door onze lokale verankering, ons Thuis in Nijmegen, en door een goed en persoonlijk contact met bewoners en woningzoekenden. In 2018 hebben wij meegedaan aan de benchmark van brancheorganisatie Aedes. Op het prestatieveld Huurdersoordeel scoorden we als volgt:

• Nieuwe huurders A (8,1)• Huurders met reparatieverzoek B (7,5)• Vertrokken huurders A (8,5)

We zijn trots op deze scores en blijven werken aan gewoon goede dienstverlening voor onze bewoners.

KlachtencommissieDe Gemeenschap doet er alles aan om klachten van bewoners zo veel mogelijk te voorkomen. Een goed functionerende interne klachtenprocedure zorgt ervoor dat wij vragen en eventuele klachten van bewoners snel en adequaat kunnen afhandelen. Desondanks kan het gebeuren dat bewoners ontevreden blijven en zij hun klacht buiten onze organisatie neer willen leggen. Zij kunnen hun klacht kenbaar maken aan de onafhankelijke Klachtencommissie Woningcorporaties.

In 2018 zijn er over De Gemeenschap geen klachten ingediend bij de Klachtencommissie Woning­corporaties.

HuurcommissieWanneer bewoners het niet eens zijn met de huurprijs of de samenstelling daarvan kunnen zij terecht bij de Huurcommissie. In 2018 zijn er geen bezwaarschriften binnengekomen bij de huurcommissie.

2.3 Open en transparantOpen en transparant zijn twee kernwoorden die bij De Gemeenschap passen. Wij staan

midden in de maatschappij en zijn er voor onze bewoners en woningzoekenden. Zij moeten weten wat wij doen en hoe wij dat doen. We zetten in op een duurzame relatie met onze medewerkers, bewoners en overige partners en kiezen voor de dialoog. Zo ontstaan ideeën en draagvlak.

Arbeidsomstandigheden en ziekteverzuimHandhaving en waar nodig verbetering van de arbeidsomstandigheden heeft voortdurend onze aandacht. De Gemeenschap heeft een medewerker die optreedt als Preventiemedewerker. Vier collega’s zijn opgeleid als Bedrijfshulpverlener­AED. Een AED is goed toegankelijk aanwezig op de begane grond van ons kantoorpand en De Gemeenschap neemt deel aan het AED Alert netwerk.

De Gemeenschap voldoet aan alle aspecten van de Arbeidsomstandigheden wet.

Onze bedrijfsarts is het aanspreekpunt voor de verplichtingen die wij als werkgever hebben vanuit de wet Verbetering Poortwachter. Conform wet­ en regelgeving Arbowetgeving heeft De Gemeenschap een overeenkomst afgesloten met een vertrouwenspersoon voor ‘ongewenste om­gangsvormen tijdens het werk’ en zijn er protocollen voor integer handelen en omgaan met onge­wenst gedrag.

Werknemers van De Gemeenschap hebben gezamenlijk een relatief laag ziekteverzuimpercentage voor kort verzuim. Vanwege de schaalgrootte van de organisatie heeft langdurige ziekteverzuim van collega’s direct invloed op de hoogte van het verzuimcijfer. We sloten 2018 af met een percen­tage van 3,8%.

DocumentenDe Gemeenschap beschikt over diverse documenten die beschrijven wat de gewenste arbeidsom­standigheden bij De Gemeenschap zijn en welke regels er zijn om deze omstandigheden te realise­ren. De volgende documenten zijn ook terug te vinden op onze website.

• Protocol ‘Omgaan met agressie, geweld en intimidatie’• Gedragscode voor het personeel• Interne meldregeling omgaan met vermoeden integriteitschending en misstanden

Personeelsoverleg Medewerkers van De Gemeenschap worden vertegenwoordigd door de PVT, de Personeelsverte­genwoordiging. De PVT heeft periodieke bijeenkomsten met en zonder de directie en met de Raad van Commissarissen. Daarnaast vinden regelmatig overlegmomenten plaats tussen medewerkers en directie.

1514

In Lankforst gingen we langs de deur om bewoners te vragen hoe het is om in de wijk te wonen.

Page 9: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Bestuursverslag 17

3Betaalbaarheid en beschikbaarheid voor de doelgroep

Onze kerntaak is het bouwen, verhuren en beheren van woningen in het DAEB segment (de sociale sector). Daarmee richten we ons op woningzoekenden die, om uiteenlopende redenen, niet geheel zelfstandig in woonruimte kunnen voorzien.

3.1 WoningvoorraadEind 2018 had De Gemeenschap 2.292 woningen in eigendom en beheer. Daarvan valt 95%

in het DAEB segment; woningen met een huurprijs tot maximaal € 710,68. Deze woningen verhuren wij aan mensen met een bruto inkomen tot € 36.798 (prijspeil 2018).

Met onze beperkte voorraad niet­DAEB woningen kunnen wij mensen huisvesten met een inkomen tot anderhalf keer modaal (€ 55.500 in 2018). De woningen in het niet­DAEB segment hebben een huurprijs die hoger ligt dan de liberalisatiegrens van € 710,68.

Naast woningen bezit De Gemeenschap ook nog 213 andersoortige verhuureenheden. Dit zijn ga­rages, bergingen, stallingen en parkeerplaatsen en enkele bedrijfsruimten.

3.2 Toevoegingen en onttrekkingen

Nieuwbouw In 2018 hebben wij de haalbaarheid van diverse nieuwbouwprojecten onderzocht.

SloopIn het verslagjaar hebben wij geen woningen gesloopt. Er zijn geen plannen om in de toekomst delen van het woningbezit van De Gemeenschap te slopen.

Verkoop DAEBDe Gemeenschap heeft geen actief verkoop beleid en geen verkoopportefeuille.

Afstoten niet-DAEBHet jaar 2018 hadden we 126 woningen in het niet­DAEB segment. Er zijn geen niet­DAEB woningen afgestoten.

2.4 SamenkrachtDe Gemeenschap is een kleine organisatie. We werken vanuit de overtuiging dat we meer

kunnen bereiken als we de krachten bundelen: samenkracht. Op alle terreinen moeten wij samen­kracht organiseren. Door de samenwerking aan te gaan met partners in de stad en daarbuiten kunnen wij de complexe uitdagingen, zoals leefbaarheid en duurzaamheid, het hoofd bieden. Met wie we samenwerken en hoe wij handelen, verschilt. De ene keer hebben we een initiërende rol, de andere keer treden we op als adviseur of volgen we onze partners.

Stage- en participatieplaatsenOp de arbeidsmarkt willen we niemand uitsluiten. We gaan ‘samen op weg naar werk’ en stellen regelmatig stageplaatsen en participatieplaatsen beschikbaar. Daarin werken we samen met Hoge­scholen, Universiteit en gemeente. Want wij vinden dat iedereen de kans moet krijgen om te leren en zichzelf te ontwikkelen. Waar mogelijk krijgen studenten bij ons de mogelijkheid werkervaring op te doen of onderzoek te doen.

Op strategisch niveau werken wij met diverse partners samen en zitten wij met verschillende partij­en om de tafel.

HuurdersOrganisatie De Gemeenschap (HOG)HOG vertegenwoordigt onze belangrijkste stakeholders. Wij waarderen het overleg dat wij met de HOG hebben. In 2018 hebben wij over uiteenlopende onderwerpen gesproken of advies gevraagd aan HOG. De HOG neemt deel aan het tripartite overleg over de prestatieafspraken die jaarlijks met de gemeente worden gemaakt.

Gemeente NijmegenDe Gemeente Nijmegen is één van onze belangrijkste partners. In 2018 voerden we het tripartite overleg over prestatieafspraken. Daarnaast stonden thema’s als de huisvesting van vergunninghou­ders, vastgoed­ en gebiedsontwikkeling centraal in de besprekingen.

G5De Gemeenschap vormde sinds 1999 een samenwerkingsverband met Woonstichting Vryleve, Woonstichting Gendt, Woonstichting Valburg en Stichting Woningcorporatie WoonGenoot. Het samenwerkingsverband ‘G5 samenwerkende woningcorporaties in Gelderland’ werkte op collegiale wijze samen op een aantal concrete onderdelen van de bedrijfsvoering. In 2018 is besloten de G5 per 31 december 2018 op te heffen vanwege de voorgenomen fusies van twee van de vijf deelne­mende corporaties.

PNWDe Gemeenschap is op stedelijk niveau aangesloten bij het Platform Nijmeegse Woningcorporaties (PNW). Alle Nijmeegse corporaties zijn hierbij aangesloten. De PNW corporaties voeren regelmatig overleg over het volkshuisvestelijke beleid van de gemeente Nijmegen en de eigen bijdragen die daartoe worden geleverd. Op bestuurlijk niveau overlegt PNW ook met de betrokken wethouders.

16

Page 10: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Bestuursverslag 19

LiberalisatieDe Gemeenschap heeft in haar Portefeuillebeleid en in het concept­Scheidingsvoorstel DAEB en niet­DAEB vastgelegd dat er binnen haar woningvoorraad geen liberalisatie van DAEB woningen plaatsvindt. Het onttrekken van woningen aan het DAEB segment om deze duurder te kunnen ver­huren, past niet bij onze visie en missie.

Van niet-DAEB naar DAEBIn 2018 hebben we van één woning de huurprijs verlaagd op basis van het woning­waarderings­systeem. Deze voormalige niet­DAEB woning valt nu in het DAEB segment.

Tijdelijke toevoegingenSinds oktober 2015 verhuurt De Gemeenschap 96 onzelfstandige eenheden aan vergunninghou­ders in complex Griftdijk Noord in Lent. Dit complex is alleen bedoeld voor Eritrese mannen tot 23 jaar. In een deel van het complex zijn 24 onzelfstandige woonruimtes bedoeld voor verhuur aan studenten. De Gemeenschap verhuurt dit complex tot 1 mei 2019.

In het eerste kwartaal van 2017 zijn wij begonnen met het beheren van woonruimte voor vergun­ninghouders in een deel van verzorgingshuis Nijevelt. Deze samenwerking loopt tot en met 30 september 2020.

Overzicht verhuureenheden en verloop in 2018

Datum DAEB Woningen Niet-DAEB woningen Woningen totaal Incl. overige VHE

01­01­2018 2.165 127 2.292 2.498

31­12­2018 2.166 126 2.292 2.505

Eind 2018 heeft De Gemeenschap in totaal 2.505 verhuureenheden in eigendom en beheer waarvan 2.292 woningen. Het aantal verhuureenheden is gestegen ten opzichte van 2017 omdat garages en woningen contractueel zijn losgekoppeld waardoor aparte verhuureenheden zijn ontstaan.

3Samenstelling van de totale woningvoorraad per 31-12-2018 (2.292 woningen)

3.3 WoningtoewijzingDe Gemeenschap verhuurt haar sociale huurwoningen volgens de relevante wet­ en regel­

geving zoals de Woningwet, de Regionale Huisvestingsverordening en de prestatieafspraken met de gemeente Nijmegen.

In het verslagjaar zijn 154 woningen gemuteerd. Dat is een mutatiegraad van 6,7%. De diagram op de volgende bladzijde toont de specificatie van de verhuringen naar woningtype.

Eengezinswoning

Bovenwoning

Benedenwoning

Appartement

Bovenmaisonnette

Benedenmaisonnette

Onzelfstandige woonruimte

1918

Page 11: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Bestuursverslag 21

Woningtoewijzingen DAEB naar inkomenscategorie per 31-12-2018 (122 toewijzingen)

Woningtoewijzingen niet-DAEB naar inkomenscategorie per 31-12-2018 (23 toewijzingen)

DAEB Toewijzingen naar leeftijdscategorie per 31-12-2018 (122)

Doelgroep tot € 30.400

Doelgroep van € 30.400 tot € 36.798

Tot 1,5 keer modaal (€ 55.500)

Boven 1,5 keer modaal

18 tot 23 jaar

23 tot 54 jaar

55 jaar en ouder

Verhuringen naar woningtype per 31-12-2018 (154)

Bovenstaande verhuringen bestaan uit 131 mutaties in het DAEB segment en 23 in het niet­DAEB segment. De meeste mutaties komen voor in de categorie ‘appartement’ (54). Dit is deels te verklaren door de hoge mutatiegraad in appartementencomplexen als gevolg van de leeftijdssamenstelling van de bewoners en het feit dat een deel van de appartementen niet­DAEB eenheden zijn. In het niet­DAEB segment is de mutatiegraad in het algemeen hoger.

In de mutaties van 2018 komen eengezinswoningen (46) ook vaak voor. Verklaring hiervoor is dat 42% van de woningtypes van De Gemeenschap een eengezinswoning is.

Passend ToewijzenBij de verhuur van woningen wordt gekeken naar de hoogte van de huur en of deze past bij het inkomen en de huishoudgrootte van de nieuwe bewoners. De Gemeenschap is net als andere cor­poraties verplicht om tenminste 95% van de vrijkomende woningen passend toe te wijzen. In 2018 hebben wij 97% van de verhuurde woningen passend toegewezen.

Huishoudens van 1 of 2 personen die in 2018 een woning wilden huren onder de huurtoeslaggrens kwamen in 2018 in aanmerking voor een woning met een huurprijs tot € 597,30. Huishoudens van 3 of meer personen mochten een woning huren met een huurprijs van maximaal € 640,14.

Eengezinswoning

Bovenwoning

Benedenwoning

Appartement

Bovenmaisonnette

Benedenmaisonnette

Onzelfstandige woonruimte

2120

Page 12: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Bestuursverslag 23

3.4 HuurbeleidBij het vaststellen van het huurprijsbeleid denken we vanuit de visie en missie van De

Gemeenschap. Tegelijkertijd moeten we de financiële continuïteit van de organisatie scherp in het oog houden. Daarnaast zijn economische ontwikkelingen van invloed. De jaarlijkse huurverhoging wordt vastgesteld nadat wij de huurdersorganisatie De Gemeenschap (HOG) in de gelegenheid hebben gesteld hierover advies te geven. Het huurprijsbeleid van De Gemeenschap voldoet altijd aan de daarvoor bestaande wettelijke kaders en de prestatieafspraken met de gemeente Nijmegen.

Huurprijsbeleid De Gemeenschap voerde in 2018 een inflatievolgend huurbeleid (+ 1,4%) voor alle verhuureenheden. Omdat De Gemeenschap met het oog op de diversiteit in wijken geen tegenstander is van zoge­naamde scheefwoners, is er in 2018 geen inkomensafhankelijke huurverhoging doorgevoerd.

HuurachterstandenEind 2018 bedragen de huurachterstanden 0,92% van de bruto jaarhuur (2017: 0,85%).

Convenant vroegsignalering en eigen beleidDe Gemeenschap neemt deel aan het gemeentelijk Aanvalsplan Armoede en Schulden. Onderdeel hiervan is het vroegtijdig opsporen van mensen met betalingsproblemen en hen helpen. Gemeen­te en corporaties in Nijmegen werken samen met energieleveranciers en zorgverzekeraars.

De Gemeenschap hanteert bij huurachterstanden en vroegsignalering ook haar eigen beleid. Het uitgangspunt is om geen enkele bewoner uit huis te zetten. Bij een huurachterstand zoeken we in een vroeg stadium persoonlijk contact met de desbetreffende bewoner(s). In 2018 hebben wij één woning ontruimd vanwege een hoog opgelopen huurachterstand.

In 2018 verhuurden wij de meeste DAEB woningen (73%) aan personen in de leeftijdscategorie 23­55 jaar. Dat komt overeen met het beeld van voorgaande jaren. Aan jongeren van 18­23 jaar verhuurden we 7% van de vrijkomende woningen. In 2018 huurden woningzoekenden boven de 55 jaar 20% van de vrijkomende woningen.

Verhuur van DAEB woningen naar toewijzingsmodel of -categorie per 31-12-2018 (122 toewijzingen)

Bijzondere doelgroepenDe regionale huisvestingsverordening kent afspraken over toewijzing van woningen aan bijzondere doelgroepen. Deze woningen worden verhuurd op basis van toewijzing via de Werkgroep Bijzon­dere Bemiddeling (WBB). De doelgroepen die via de WBB worden gehuisvest zijn in voorgaande diagram terug te zien.

Standaard

Urgentie

Omklap

Interne bemiddeling

WBB instanties

Statushouders

Woningruil

Loting

Kamer/cooptatie

Indicatie levensloopgeschikt

Indicatie ROWO

Indicatie verzorgd wonen

2322

Page 13: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Bestuursverslag 25

4Duurzaamheid en kwaliteit van de woningvoorraad

4.1 KwaliteitWij zijn zuinig op onze woningen en houden de kwaliteit van onze woningen in stand door

te investeren in onze woningen. Dat doen we door het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden en door onze woningvoorraad te verduurzamen.

PortfoliobeleidIn ons portfoliobeleid beschrijven wij onze plannen voor het vastgoed van De Gemeenschap. Een werkgroep die bestaat uit werknemers van alle afdelingen heeft vanuit de Ondernemingsvisie van De Gemeenschap nagedacht over het gewenste beleid voor onze vastgoedportefeuille. Dit gebeur­de zowel op complex­ als op wijkniveau. Wij hebben een analyse van ontwikkelingen op diverse gebieden toegepast om een zo realistisch mogelijk toekomstbeeld te schetsen. De plannen die wij maken voor ons vastgoed komen voort uit de strategie die wij in ons portfoliobeleid hebben vast­gesteld. De wereld staat niet stil. Als ontwikkelingen en trends veranderen, passen wij onze strate­gie voor vastgoed aan.

Planmatig en niet-planmatig onderhoudWij voeren planmatig en niet­planmatig onderhoud (reparatie­, service­ en mutatieonderhoud) tij­dig uit. Hierdoor houden we de kwaliteit van onze woningen goed en kent De Gemeenschap geen structurele leegstand. Incidentele leegstand wordt voornamelijk veroorzaakt door (onderhouds)werkzaamheden bij mutatie of als gevolg van het niet accepteren van een aangeboden woning door woningzoekenden (frictiederving).

Begroting en realisatie kosten planmatig en niet-planmatig onderhoud 2018:

KPI Begroting/streven Realisatie

Totale kosten reparatie onderhoud 450 644

Totale kosten service onderhoud 75 49

Totale kosten mutatie onderhoud 344 413

Totale kosten planmatig onderhoud 3.420 4.188

Totaal 4.290 5.295

Bedragen x 1000

Bij het verlaten van een woning worden de meterstanden opgenomen. Dit gebeurt

tijdens de sleuteloverdracht.

Page 14: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Bestuursverslag 27

Onderstaande voorbeelden maken dit duidelijk:

Comfortabele en energiezuinige woningenIn 2018 hebben wij samen met onze onderhoudspartners flinke vorderingen gemaakt met het ver­duurzamen van onze woningvoorraad. In Hengstdal hebben wij 275 woningen en 1 bedrijfspand naar energielabel A of B gebracht. We realiseren dit door onze woningen te voorzien van dakisolatie, HR++ glas en spouwmuurisolatie. Ook kregen de woningen mechanische ventilatie. De woningen zijn comfortabeler geworden. Onze bewoners kregen geen huurverhoging als gevolg van deze isolerende maatregelen.

Circulair ingerichte modelwoningIn 2018 hebben wij onze modelwoning in de Spoorbuurt beschikbaar gesteld aan de gemeente Nijmegen. Vanuit het thema circulaire economie heeft Green Capital de woning ingericht met circu­laire producten en diensten. De inrichting van de woning moest inwoners van Nijmegen inspireren en informeren over duurzaamheid in een interieur.

Van het gas afSamen met KlokGroep deden wij een onderzoek hoe wij 100 woningen in Hengstdal (80 huurwo­ningen van De Gemeenschap en 20 particulier bezit) van het gas af krijgen.

4.2 Vastgoedprojecten

De SpoorbuurtIn maart 2017 zijn wij begonnen met de werkzaamheden groot onderhoud en verduurzaming van de 499 woningen en twee bedrijfsruimtes in de Spoorbuurt. De werkzaamheden duren tot en met 2019.

In 2018 zijn 163 woningen energiezuinig gemaakt en opgeknapt.

Het project Groot Onderhoud in de Spoorbuurt betreft ongeveer een kwart van de woningvoorraad van De Gemeenschap. Een dergelijk groot project betekent ook dat er grote (financiële) risico’s zijn. Omdat we deze risico’s zo veel mogelijk willen minimaliseren en tegelijkertijd zo veel mogelijk ge­bruik willen maken van de kennis en kunde van de aannemers hebben we gekozen voor een UAV­GC contract. Een UAV­GC contract beschrijft een duidelijk eisenpakket dat is geformuleerd aan de hand van eisen aan de functies, beheer, onderhoud en het gebruik. De uiteindelijke marktpartij is een combinatie van drie Nijmeegse ondernemers die samen VOF Combinatie Spoorbuurt vormen. Dit zijn:

• Klokgroep• Aannemingsbedrijf van Schaik• Hagemans Vastgoedonderhoud

LankforstIn Lankforst (Dukenburg) heeft De Gemeenschap 120 maisonnettes met een technische levensduur tot 2018. In 2016 zijn wij begonnen met (vastgoed­)strategie bepaling voor dit complex. In de loop van 2017 is dit project verder opgepakt om in 2018 tot een definitief scenario te komen. Via de soft­ware module Woonconnect (3D Model) kunnen we een groot aantal thema’s rondom groot onder­houd en verduurzaming inzichtelijk maken: voor ons en voor onze bewoners in Lankforst. Denk hierbij aan uitstraling van het gebouw en kleurkeuzes maar ook aan het inzichtelijk maken van de energierekening voor en na alle werkzaamheden.

4.3 DuurzaamheidDe afgelopen jaren heeft duurzaamheid een prominente plek gekregen in de prioriteiten

van de rijksoverheid, de gemeente Nijmegen en De Gemeenschap. Wij zijn ambitieus als het om duurzaamheid gaat: eind 2019 hebben al onze vooroorlogse woningen met het predicaat Beschermd Stadsgezicht het energielabel B of beter (nu nog F/G). En hier stopt het niet. In 2020 hebben al onze sociale huurwoningen gemiddeld energielabel B.

We doen het samenDuurzaamheid is een complex thema. Dit vraagt om samenwerking. Met onze onderhoudspartners bespreken we hoe we woningen kunnen verduurzamen tijdens technisch onderhoud. En bij het verduurzamen van woningen nemen we technisch onderhoud mee. Ook pakken we dit thema met collega­corporaties en gemeente Nijmegen op.

2726

Page 15: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Bestuursverslag 29

5Wonen en Zorg

Wij bieden een prettig thuis voor iedereen. Ook als er zorg nodig is. Bij zorg gaat niet alleen om fysieke zorg die mogelijk is in woningen van De Gemeenschap. Het gaat ook om zorg op het gebied van geestelijk welbevinden waaronder bijvoorbeeld begeleiding op diverse gebieden.

De Gemeenschap is actief op het terrein van Wonen en Zorg.

Sinds 2002 zijn we eigenaar van complex De Weijer. Woningzoekenden met een zorgindicatie krijgen voorrang bij huisvesting in dit complex. Hier kunnen bewoners gebruikmaken van de levering van zorg en diensten vanuit het Oud Burgeren Gasthuis.

We verhuren sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw (groeps­)woningen aan Regionale Instelling voor Begeleiding en Wonen Nijmegen & Rivierenland (RIBW). In 2007 hebben wij een woongebouw met vijftien kleine, zelfstandige appartementen en een wijksteunpunt opgeleverd voor cliënten van RIBW.

We onderzochten in 2018 de haalbaarheid van nieuwbouw voor mensen met behoefte aan wonen met begeleiding of zorg op diverse locaties in Nijmegen. Daarbij werken we samen met verschillen­de zorginstellingen.

Op het gebied van Wonen en Zorg werken we ook samen met diverse instanties die zich bezig­houden met (financiële) begeleiding, verslavingszorg en welzijn. We zitten ook met de politie en gemeente Nijmegen om tafel.

5.1 LeefbaarheidBewoners kunnen de leefbaarheid in een buurt maken of breken. Wij zetten in op een duur­

zame relatie met onze bewoners en willen onze bewoners leren kennen. Dit doen wij door kennis te maken met nieuwe bewoners en nauw contact te onderhouden met de bewoners die bij ons huren. Dat praat makkelijker, ook als de gesprekken over overlast, vervuiling of (sociale) veiligheid gaan. Wij voeren gesprekken bij bewoners thuis. Dit is een bewuste keuze omdat wij eventuele proble­men direct signaleren. Hier werpt de kleinschaligheid van De Gemeenschap zijn vruchten af. Door de combinatie van de menselijke maat als uitgangspunt en de schaalgrootte van onze corporatie staan de medewerkers dicht bij de bewoners. Zo kunnen wij problemen vroegtijdig aanpakken en oplossingen zoeken. In de meeste gevallen voorkomen we escalatie.

Wij investeren tijd en geld in leefbaarheid. Gemeenschappelijke ruimtes hebben onze aandacht, zowel in als om de complexen. Wanneer wij vandalisme of vervuiling van de woonomgeving zien, spreekt onze huismeester de bewoners hierop aan. De Gemeenschap laat reparaties uitvoeren en zorgt ervoor dat er wordt schoongemaakt. Wij zijn ook alert als het gaat om de groenvoorzieningen rondom de wooncomplexen van De Gemeenschap. Deze worden nauwkeurig onderhouden,

28Bewoonster Sara de Haas met haar kat Minni.

Page 16: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Bestuursverslag 31

schoongehouden en waar nodig verbeterd. Wij werken hierin samen met bewoners(­commissies) die een signalerende rol hebben.

In twee wijken is leefbaarheid (tijdelijk) een groter thema. Hieronder leest u wat wij doen in en voor de Spoorbuurt en Neerbosch­Oost.

De SpoorbuurtSinds enkele jaren organiseren bewoners in de Spoorbuurt een wijkfestival. Dit festival vindt plaats in september en heeft als doel buurtbewoners met elkaar in contact te brengen. Wij dragen dit soort initiatieven een warm hart toe. De Gemeenschap heeft zich de afgelopen jaren samen met professionele partners en bewoners ingezet om van het feest een succes te maken. Sinds onze samenwerking met gemeente, politie en Tandem Welzijn zijn er aanzienlijk minder meldingen van (jongeren­)overlast in de Spoorbuurt.

Neerbosch-Oost Het aanbod van woningen in de sociale huursector ligt in Neerbosch­Oost op 70%, er heerst armoede en eenzaamheid en de woningen zijn moeilijk te verduurzamen. In deze wijk bevindt zich 10% van onze woningvoorraad. De Gemeenschap vindt dat Neerbosch­Oost het waard is om aandacht te krijgen van de stad. Bij het toekomstbestendig maken van deze wijk werken wij samen met collega­corporaties en de gemeente Nijmegen. Daartoe is een toekomstagenda opgesteld die door gebiedsteam Neerbosch ­Oost en in bijeenkomsten met alle betrokken partijen in de wijk wordt uitgevoerd.

5.2 OuderenhuisvestingDe vergrijzing van de bevolking neemt toe en senioren blijven langer thuis wonen. Hier­

door ontstaat een grotere behoefte aan aangepaste woningen. Ook extramuralisering van zorg beïnvloedt deze vraag.

De vergrijzing zal de komende jaren ook in Nijmegen sterk doorzetten. Omdat ouderdom vaak leidt tot fysieke beperkingen, heeft vergrijzing gevolgen voor de vraag naar (aangepaste) woningen. De afschaf­fing van de lagere Zorgzwaartepakketten (ZZP’s) zorgt er bovendien voor dat de komende jaren meer ouderen en mensen met een beperking zelfstandig (blijven) wonen. Als gevolg van deze grote en ingrij­pende ontwikkelingen krijgt de opgave van het huisvesten van ouderen meer gewicht en urgentie.

De Gemeenschap bezit en beheert 243 woningen die oorspronkelijk bedoeld zijn voor senioren. Alhoewel het label ‘seniorenwoning’ vanaf 2015 niet meer wordt gebruikt, zijn de woningen bij uitstek geschikt voor personen die gelijkvloers willen of moeten wonen. De Gemeenschap bezit en beheert 95 flats met lift die goed toegankelijk zijn voor mensen die afhankelijk zijn van een rolstoel.

Mensen met een zorgvraag goed en zoveel mogelijk zelfstandig laten wonen in de eigen woonomge­ving, met een passend voorzieningenniveau in de wijk. Dat is de ambitie die de gemeente Nijmegen in de Woonvisie ‘Samen Werken aan Goed Wonen 2015 – 2020’ heeft geformuleerd. Corporaties worden steeds vaker aangesproken als het gaat om woningaanpassingen die het langer thuis wonen van (zorg­ en hulpbehoevende of ouder wordende) bewoners mogelijk moeten maken. De Gemeenschap is hier­over structureel in gesprek met de gemeente en andere corporaties. Samen onderzoeken wij hoe wij meer woningen kunnen aanpassen in de wijken waar wij huizen hebben (levensloopbestendig).

6Huurdersparticipatie

Goed en persoonlijk contact met onze bewoners vinden wij belangrijk. Onze bewoners denken op verschillende manieren en op verschillende momenten met ons mee.

6.1 Structurele huurdersparticipatieOnder structurele huurdersparticipatie vallen de overleggen met onze huurdersorganisatie

HOG en onze bewonerscommissies.

Huurdersorganisatie De Gemeenschap (HOG)De herziene woningwet geeft huurdersorganisaties meer invloed op besluitvorming over beheer en beleid van woningcorporaties. Huurdersorganisaties zijn gelijkwaardig partner bij het tripartite overleg met gemeente en corporaties over de redelijke bijdrage die corporaties moeten leveren aan het volkshuisvestelijke beleid van de gemeente.

Huurdersorganisatie De Gemeenschap (HOG) vormt ons centrale aanspreekpunt waar het gaat om het betrekken van bewoners bij beheer en beleid. We zijn blij met de bijdrage die HOG levert bij het tot stand komen van de prestatieafspraken die we gezamenlijk maken met de gemeente Nijmegen.

BewonerscommissiesIn 2018 hebben wij met alle actieve bewonerscommissies periodiek overleg gevoerd. Bewoners­commissies komen op voor de belangen van de huurders in hun eigen wooncomplex. Daarom gaat het in overleggen specifiek over onderwerpen die in het betreffende wooncomplex spelen. De Gemeenschap hecht veel waarde aan het overleg met de bewonerscommissies. Wij zijn servicege­richt bij het begeleiden van de bewonerscommissies.

In 2018 zijn er tien bewonerscommissies, zeven bewonerscommissies zijn actief, met drie voeren wij momenteel geen overleg. In 2018 hebben we met de actieve bewonerscommissies de volgende onderwerpen besproken:

• Uitvoering (planmatige)onderhoudswerkzaamheden• Uitvoering schoonmaakwerkzaamheden• Overlastklachten• Woonruimteverdeling• Relatie van bewonerscommissie tot de HOG• Beleid van De Gemeenschap• Schouw van het vastgoed en de openbare ruimte

30

Page 17: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Bestuursverslag 33

7Het financieel beheer en beleid

7.1 Algemene toelichting

Beleidsmatige beschouwing op de ontwikkeling van de marktwaardeHet jaar 2018 kenmerkt zich door een wederom sterk aangetrokken woningmarkt ten opzichte van 2017. Zowel in de koop­ als huurmarkt blijft een toenemende interesse bestaan. Voor de woning­portefeuille van De Gemeenschap heeft dit geleid tot een stijging van de marktwaarde. De totale marktwaarde van de woningportefeuille is gegroeid met 58 miljoen naar totaal € 294 miljoen. Dit betreft een waardegroei van 24%.

De positieve waardeontwikkeling is vooral het gevolg van een verder aangetrokken koopmarkt, waarin de toegenomen vraag en krapte resulteren in een leegwaarde groei per m2 van onze vast­goedportefeuille. De lage rentestand is hier mede een bepalende factor in.

De huurprijsontwikkeling van het sociale vastgoed heeft een neerwaartse invloed gehad op de waardeontwikkeling. Hoewel de ontwikkeling van de contracthuur positief is, blijft deze achter ten opzichte van 2017 door een gematigd huurbeleid en passend toewijzen. Hiermee geven wij invul­ling aan onze maatschappelijke taak op het gebied van betaalbaarheid.

Beleidsmatige beschouwing op de ontwikkeling van de beleidswaardeDe ontwikkeling van de beleidswaarde wordt deels beïnvloed door de ontwikkeling van de markt­waarde in verhuurde staat welke hiervoor is toegelicht, omdat de beleidswaarde de marktwaarde als vertrekpunt neemt.

Bij het opstellen van de jaarrekening maakt het bestuur diverse schattingen. Dit is inherent aan het toepassen van de geldende verslaggevingsstandaarden. In het bijzonder is dit van toepassing op de bepaling van de marktwaarde en de beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie. De waarde­bepaling van het vastgoed, terug te vinden in de marktwaarde en beleidswaarde, is geen exacte wetenschap en tevens betreft dit de grootste schattingspost waar het bestuur een inschatting over moet maken voor de jaarrekening.

De beleidswaarde is eerst gedurende 2018 ingevoerd, waarbij dit waardebegrip nog in ontwikkeling is. Overeenkomstig de regelgeving is geen vergelijkend cijfer ultimo 2017 bepaald, reden waarom in het overgangsjaar 2018 geen ontwikkeling in de beleidswaarde kan worden toegelicht.

Digitaal bewonerspanelWij stellen onze bewoners vragen over verschillende onderwerpen. Dit doen wij via een digitaal bewonerspanel. Iedere geïnteresseerde bewoner kan zich hiervoor inschrijven. Na inschrijving ontvangen zij een aantal keer per jaar een enquête over actuele onderwerpen. De antwoorden van onze bewoners nemen wij mee in beslissingen over beheer en beleid.

KlanttevredenheidKlantvriendelijkheid en klanttevredenheid vinden wij erg belangrijk. Jaarlijks meet een extern bu­reau de beleving van klanttevredenheid onder onze bewoners door middel van digitale enquête. De uitkomsten daarvan worden gebruikt voor de Aedes Benchmark die meet hoe wij scoren op klanttevredenheid in vergelijking met collega corporaties. Ook op deze manier leren wij waar onze verbeterpunten liggen.

6.2 Projectmatige huurdersparticipatieSommige projecten zijn zo ingrijpend dat wij bewoners al in een vroeg stadium betrekken

bij onze plannen. De projectmatige huurdersparticipatie stopt, nadat een project is afgerond.

De SpoorbuurtBewonersraadpleging en bewonersparticipatie is vanaf het begin van het Groot Onderhoud in de Spoorbuurt ons uitgangspunt geweest. Naarmate het Groot Onderhoud dichterbij kwam, verander­de ook de behoefte aan een andere vorm van samenwerking. Daarom werd in 2016 de bewoners­projectgroep Spoorbuurt opgericht. De bewonersprojectgroep denkt mee tijdens het hele Groot Onderhoudsproject en blijft actief gedurende de drie fases van het Groot Onderhoud.

32

Page 18: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Bestuursverslag 35

Verdere ontwikkeling van dit waardebegrip zal kunnen leiden tot aanpassingen in de beleidswaarde in komende perioden, onder meer samenhangend met:

• Aanpassing van de huurstijgingsparameter: bij bepaling van de beleidswaarde is de (bij mutatie van de woning te realiseren) markthuur aangepast naar de streefhuur. In de praktijk bepaalt De Gemeenschap bij mutatie de nieuwe huur mede rekening houdend met passend toewijzen en afspraken met de huurdersvereniging over huursomstijging. Dit betekent dat de ingere­kende streefhuur niet c.q. niet altijd direct bij mutatie wordt gerealiseerd, waarbij als ‘afslag’ de beste schatting is verwerkt.

• Bepaling van de toegepaste disconteringsvoet (doorexploiteerscenario), welke ultimo 2018 in de beleidswaardebepaling niet is aangepast ten opzichte van de marktwaardebepaling. Dit ondanks dat door de taxateur de disconteringsvoet als vrijheidsgraad is aangepast in de marktwaardebepaling en deze aanpassing niet per definitie ook van toepassing hoeft te zijn in de beleidswaarde, mede door het in de beleidswaarde inrekenen van een lagere huur (be­taalbaarheid) en hogere kwaliteit (onderhoud) waardoor een lager risicoprofiel kan worden verondersteld.

• Toepassing van nadere standaardisatie voor bepaling van onderhoudskosten versus investe­ringen en/of toerekening van niet direct vastgoed gerelateerde bedrijfslasten.

• Toepassing van nadere standaardisatie voor bepaling van beheerskosten.

7.2 Financiële continuïteitDe Gemeenschap heeft in haar Bedrijfsplan, inclusief de meerjarenbegroting, de plannen

verwerkt die zij vanuit haar strategische visie voornemens is de aankomende jaren uit te gaan voeren. De plannen hebben betrekking op onder andere groot onderhoud en verduurzaming van onze woningen en beschikbaarheid en betaalbaarheid van onze woningvoorraad door nieuwbouw­activiteiten en een inflatievolgend huurbeleid. Het thema Wonen & Zorg zal extra aandacht krijgen. Dit doen we door in samenwerking met de gemeente en zorgpartijen toe te werken naar woningen met zorgvoorzieningen in de wijk.

Om de continuïteit van de woningbouwstichting te blijven waarborgen, zullen al deze investeringen kritisch worden beoordeeld.

Voor de korte en langere termijn voldoet De Gemeenschap ruim voldoende aan de minimale eisen die gesteld zijn door de Aw / Il&T en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).

VennootschapsbelastingMet ingang van 2006 zijn corporaties verplicht over hun commerciële activiteiten vennootschaps­ belasting (VPB) te betalen. Brancheorganisatie Aedes en de Belastingdienst hebben indertijd overleg gevoerd over de interpretatie en toepassing van de vennootschapsbelastingplicht. Dit is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst (VSO) die februari 2008 is gepresenteerd. De Gemeenschap heeft besloten de VSO te ondertekenen. Door het kabinetsbesluit (november 2007), waardoor woning­corporaties per 1 januari 2008 werden verplicht om over alle activiteiten vennootschapsbelasting te betalen, besloot de Belastingdienst de VSO met alle woningcorporaties met ingang van 1 januari 2008 eenzijdig op te zeggen. De gevolgen van de invoering van de integrale vennootschaps­

belastingplicht zijn inmiddels bekend en vastgelegd in een tweede vaststellingsovereenkomst (VSO II), waarover in 2008 besluitvorming plaatsvond. Daarmee is nu duidelijkheid over de regels met betrekking tot de fiscale openingsbalans, alsmede de waarschijnlijkheid en hoogte van beschikbare fiscale winsten.

In de toelichting op de Jaarrekening 2018 bij het onderdeel Financiële Vaste Activa is een toelichting en specificatie gegeven op de fiscale positie en de latente belastingvordering.

JaarresultaatHet jaarresultaat 2018 (na belastingen) bedraagt € 51.355.671 en is in vergelijking met het herziene jaarresultaat van 2017 (€ 1.519.737) met ruim € 49,8 mln. toegenomen. Belangrijkste oorzaken van het jaarresultaat 2018 ten opzichte van 2017 is de waardeverandering van de vastgoedportefeuille (€ 51,0 mln. tegenover ­/­ €2,4 mln. vorig jaar).

SolvabiliteitDe kredietwaardigheid van een onderneming wordt gewoonlijk bepaald aan de hand van de solvabiliteit. Met behulp van dit kengetal kan worden vastgesteld in hoeverre een onderneming op termijn aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Solvabiliteit wordt veelal gedefinieerd als een percentage dat de verhouding van het eigen vermogen ten opzichte van het balanstotaal weergeeft. Het WSW hanteert beleidsmatig een minimum solvabiliteitspercentage van 20%. Ultimo 2018 bedraagt de solvabiliteit 75,7% (2017: 74,7%). In het Bedrijfsplan 2019 ­ 2020 was voor het jaar 2018 een solvabiliteit voorzien van 72,3%.

Dekkingsratio De loan­to­value en de dekkingsratio geeft de verhouding weer tussen de leningenportefeuille en de beleidswaarde, marktwaarde en de WOZ­waarde van het bezit van De Gemeenschap. Het geeft de financiële buffer weer indien de leningen moeten worden terugbetaald wanneer de Gemeenschap niet aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Het WSW vraagt deelnemers onderpand voor de te borgen leningen en kan maximaal borg staan voor een leningenportefeuille die een waarde heeft van ten hoogste 50% van de som van de WOZ­waarden van het totale ingezette onderpand.

De kengetallen voldoen aan de normen van het WSW. De dekkingsratio op basis van de marktwaarde voldoet aan de WSW norm van maximaal 70%. Dit geldt ook voor de dekkingsratio WOZ­waarde dat ruim onder de WSW grens van 50% ligt. De norm van de loan­to­value op basis van de beleidswaarde is nog niet bekend, deze moet nog worden vastgesteld.

Rentedekkingsgraad (ICR)Het WSW hanteert de Interest Coverage Ratio om vast te stellen in hoeverre een corporatie in staat is aan haar renteverplichtingen te voldoen. De ICR wordt gehanteerd als maatstaf voor de rentedek­kingsgraad. De formule (op basis van kasstromen) die het WSW daarbij hanteert is de operationele kasstromen te delen door de rentelasten. Een ICR lager dan 1,4 geeft het WSW een signaal dat een corporatie in een moeilijke periode al snel niet meer aan haar renteverplichtingen kan voldoen en dan ook onvoldoende geld beschikbaar heeft voor aflossingen. De ICR van De Gemeenschap bedraagt

3534

Page 19: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Bestuursverslag 37

ultimo 2018: 1,85 (2017: 2,71). Deze daling is te verklaren door een hoge aanslag te betalen ven­nootschapsbelasting die bestaat uit VPB van het afgelopen boekjaar en een fors voorschot voor het huidige boekjaar.

In het Bedrijfsplan 2019 – 2020 geeft de ICR een jaarlijks voortschrijdend beeld te zien tot een ICR van 2,8 ultimo 2020.

LiquiditeitDe mate waarin een onderneming in staat is aan de betalingsverplichtingen op korte termijn te voldoen, wordt bepaald aan de hand van het liquiditeitspercentage. De liquiditeit wordt vaak aan­gegeven door middel van de current ratio. Dit verhoudingsgetal wordt berekend door het totaal bedrag aan vlottende activa te delen door het totaal bedrag aan schulden op korte termijn.

Ultimo 2018 bedraagt de current ratio 0,3 (2017: 1,8). Deze daling wordt met name veroorzaakt door een opgenomen belastingschuld (VPB) voor 2017.

De Gemeenschap tracht de liquiditeitspositie waar mogelijk te optimaliseren. Daarvoor wordt pe­riodiek een geactualiseerde liquiditeitsprognose opgesteld voor minimaal vijftien maanden. Ter afdekking van eventuele tijdelijke liquiditeitstekorten is een kredietfaciliteit van € 0,5 miljoen bij de Rabobank overeengekomen. Van deze kredietfaciliteit is in 2018, evenals in voorgaande jaren, geen gebruik gemaakt.

RenterisicobeheerHet rentemanagement van De Gemeenschap is gebaseerd op de uitgangspunten van het Treasury Statuut en is primair gericht op het stabiliseren van de bedrijfsresultaten in de toekomst en op be­scherming van het eigen vermogen. De Gemeenschap streeft daarnaast naar minimalisering van de vermogenskosten.

FinancieringsbeleidVoortvloeiend uit de nieuwe Woningwet is door De Gemeenschap een Reglement Financieel Beleid & Beheer, het Investeringsstatuut en een Treasury statuut opgesteld. Voor al deze reglementen heeft de Raad van Commissarissen goedkeuring verleend in de vergadering van 14 december 2016.

Op 21 december 2016 heeft de Inspecteur ILT / Autoriteit Woningcorporaties goedkeuring verleend op het Reglement Financieel Beleid & Beheer van Woningbouwstichting de Gemeenschap.

Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en Inspectie Leefomgeving en Transport/Autori-teit woningcorporaties (ILT/Aw)Vanaf 2008 worden de corporatiegegevens opgevraagd ten behoeve van het Waarborgfonds Soci­ale Woningbouw (WSW), het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) voor de minister voor Wonen en Rijksdienst en de Autoriteit woningcorporaties (Aw), ondergebracht bij de Inspectie Leefbaarheid en Transport (ILT). Per 1 juli 2015 is het Centraal Fonds Volkshuisvesting opgeheven en is het financieel toezicht op de woningcorporaties overgeheveld naar de ILT/Aw.

Op grond van het Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (BTIV) beoordeelt het WSW jaar­lijks met een onderzoek de financieringsbehoefte van De Gemeenschap. Dit gebeurt aan de hand van de ingediende prognosegegevens over de periode van 2018 t/m 2020 zoals opgenomen in de dPi 2017. Op 10 september 2018 is door het WSW een Borgbaarheidsverklaring voor de jaren 2018­2020 afgegeven. Deze verklaring geeft aan dat De Gemeenschap binnen de ruimte van het borgingsplafond leningen kan aantrekken met borging van het WSW.

Jaarlijks vindt een integrale beoordeling plaats op basis van de ingediende dVi en dPi. Hierbij wordt de nadruk gelegd op de governance. De Aw stelt dat een goed werkende governance een belang­rijke waarborg biedt voor het goed functioneren van de corporatie.

De Autoriteit woningcorporaties heeft op 26 november 2018 een oordeel afgegeven over de staat­steunnorm en passendheidsnorm over het jaar 2017. Het oordeel over de passendheidsnorm is dat in 2017 95% of meer van de huishoudens met recht op huurtoeslag woningen heeft toegewezen met een huur onder de toen vigerende aftoppingsgrenzen. Hiermee voldoet De Gemeenschap aan de norm inzake passendheid. Het oordeel ten aanzien van de Staatsteunnorm, dat betrekking heeft op de juistheid en volledigheid van de woningtoewijzing gegevens, is dat De Gemeenschap voldoet aan de toewijzingseisen van de staatsteunregeling. Ook heeft De Gemeenschap in 2017 voldaan aan de bepalingen in het kader van de Huursombenadering.

Het WSW heeft voor het jaar 2018 een saneringsheffing opgelegd aan de corporaties. De aan De Gemeenschap opgelegde heffing bedroeg € 157.999.

Achtervang-overeenkomst gemeente Nijmegen/WSWHet WSW heeft met de gemeente Nijmegen op 30 januari 2003 een ongelimiteerde achtervang­over­eenkomst afgesloten. De achtervang houdt in dat het WSW voor alle toegelaten instellingen die werkzaam zijn binnen de gemeente Nijmegen verplichtingen mag aangaan. Deze achtervang­over­eenkomst kan zowel voor onderhandse leningen als voor leningen op de openbare kapitaalmarkt gelden.

Beleggingsbeleid/deelnemingenDe Gemeenschap gaat zorgvuldig en voorzichtig te werk bij het beleggen van de bij de corporatie beschikbare middelen. Op 31 december 2018 zijn er door De Gemeenschap geen geldmiddelen voor lange termijn elders belegd en is er geen sprake van deelneming in een ander bedrijf.

7.3 Externe controleDe controlewerkzaamheden over het boekjaar 2018 zijn conform opdracht door de Raad van

Commissarissen op 12 oktober 2018, uitgevoerd door MAZARS Accountants N.V. (kantoor Apeldoorn). De controleverklaring van de onafhankelijke accountant vindt u in de Jaarrekening 2018.

3736

Page 20: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Bestuursverslag 39Operatie Steenbreek: in de Spoorbuurt worden tegels vervangen door plantjes.

8Governance en Risicobeheer

De Gemeenschap onderschrijft de Governance Code Woningcorporaties 2015. In het hoofdstuk van de Raad van Commissarissen wordt uitgebreid beschreven hoe wij invulling geven aan de principes uit deze code.

De Gemeenschap opereert financieel volledig zelfstandig. Die zelfstandigheid betekent dat wij ook zelf verantwoordelijk zijn voor de manier waarop wij omgaan met het geld dat wij beheren. In deze paragraaf beschrijven wij de belangrijkste risico’s. Ook staan hier de beheersmaatregelen die wij hiervoor hebben getroffen.

Administratieve organisatie/interne controle risico’sHet gaat hierbij om risico’s van onbetrouwbare informatievoorziening als gevolg van een gebrekkig stelsel van administratieve organisatie en interne controle.

Beheersmaatregelen Administratieve organisatie/interne controle risico’s• voor alle medewerkers zijn functie­ en taakomschrijvingen opgesteld • de procuratie is vastgelegd• audits van processen worden uitgevoerd• beschrijvingen van bestaande procedures worden geactualiseerd indien nodig • er is een adequaat managementinformatiesysteem• er is een systeem voor de vastlegging van de interne controle• er is een integriteitscode/interne gedragscode• er is een procedure klokkenluiderregeling • er is een protocol ‘Omgaan met agressie’• er is een calamiteitenplan opgesteld.

Woningmarktrisico’sDe woningmarktrisico’s betreffen vooral de risico’s van structurele leegstand als gevolg van een woningvoorraad die onvoldoende op de vraag is afgestemd. Van oudsher is het woningbestand van De Gemeenschap gesitueerd op zeer gewilde locaties, met name in Nijmegen­Oost. Ook de complexen in andere delen van de stad staan op locaties die goed in de markt liggen. De verhuur­baarheid van het bezit van De Gemeenschap is goed. Er is geen sprake van structurele leegstand. De impact van het woningmarktrisico is dan ook laag.

Page 21: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Bestuursverslag 41

Beheersmaatregelen woningmarktrisico’s• een systeem om via aantallen woningzoekenden de verhuurbaarheid te bewaken• een analyse van de reacties bij woningmutaties (enquêtes bij vertrek)• monitoring van de gegevens over vraag en aanbod in de Stadsregio Arnhem­Nijmegen, in de

stad Nijmegen en binnen het eigen woningbezit. Deze gegevens zijn, via het management­informatiesysteem van woonruimteverdelingssysteem Entree, inzichtelijk

• een regionaal inzicht in de woningbehoefte op basis van documenten van de gemeente Nijmegen waaronder Woonvisie, het Woononderzoek dat de rijksoverheid iedere drie jaar laat uitvoeren en de lokale doorvertalingen daarvan.

Financiële risico’sWij vertalen al onze activiteiten en plannen voor de komende jaren in een Bedrijfsplan dat gelijk loopt met onze ondernemingsvisie (2015 – 2020). In het Bedrijfsplan, dat jaarlijks wordt geactua­liseerd, is de meerjarenbegroting opgenomen met een looptijd van tien jaar. Via interne manage­ment rapportages (Tertiaal rapportages) bewaken wij de realisatie. Dit doen we ook via de jaarlijkse verantwoordingsstukken.

De belangrijkste financiële risico’s zijn het niet kunnen waarborgen van de financiële continuïteit van de stichting, het financierings­ en het liquiditeitsrisico. Om deze risico’s voldoende te kunnen beheersen hebben wij onder meer de volgende maatregelen getroffen:

• het definiëren van een minimale solvabiliteitseis van 20% waarop het beleid wordt afgestemd en het waarborgen hiervan door te beschikken over een beleidsplan. Het beleidsplan is in 2014 vervangen door het Bedrijfsplan 2015 ­ 2020 ‘Voor een prettig, duurzaam en betaalbaar Thuis in Nijmegen’. Hierin wordt onder andere aangekondigd dat we vanaf 2015 zullen werken met een nieuwe cyclus voor Planning & Control

• om de minimaal gewenste solvabiliteit van 20% te garanderen neemt De Gemeenschap in de meerjarenbegroting voor ten minste 5 jaar volgend op het laatst afgesloten boekjaar streef­waarden en prestatie indicatoren op. Deze hebben betrekking op de in die jaren te verwachten financiële situatie en financiële risico’s. De minimale streefwaarden uit de meerjarenbegroting sluiten aan bij die van het WSW en de Aw.

• De geldende norm van het WSW voor de sector als geheel voor het renterisico is 15% van de restant hoofdsom van de leningen bij aanvang van een jaar. De norm van 15% geldt ook voor De Gemeenschap maar zij streeft naar een optimum van 10% per jaar

• het gebruik van rente­instrumenten met een open einde­karakter is niet toegestaan• er wordt gestreefd naar minimalisering van de aanwezige liquide middelen onder die voor­

waarde dat er geen liquiditeitsproblemen ontstaan• het voorzien in een meerjarenbegroting (10 jaar prognose)• het hanteren van een liquiditeitsprognose (15 maanden)• het hanteren van een Treasury Statuut (geactualiseerd in 2016) ten behoeve van alle treasury

activiteiten• het hanteren van een leningen vervalkalender• het bewaken en analyseren van de huurachterstanden, onder andere door middel van een

aanmaanprocedure en sociale aanpak huurachterstanden• het jaarlijks actualiseren van de verzekeringsportefeuille (opstal en bedrijfsactiviteiten)

Met de hiervoor genoemde maatregelen, handelen conform het Treasury statuut en het bespreken van de financiële risico’s in de Audit Commissie is De Gemeenschap in control en worden financiële risico’s tot een minimum beperkt. Het aantrekken van externe financiering valt binnen het bor­gingsplafond dat jaarlijks wordt vastgesteld door het WSW. De impact van financiële risico’s is laag.

Onderhoudsrisico’sHet gaat hierbij onder meer om het risico van hogere onderhoudslasten door onvoldoende inzicht in de kwaliteit van het woningbezit en/of de marktontwikkelingen. Ter beheersing van deze risico’s:

• werkt De Gemeenschap vanuit het vastgestelde portfoliobeleid waarbij de situatie van en in onze complexen en de toekomstige strategieën daarvoor zijn vastgelegd

• wordt jaarlijks de (meerjaren) onderhoudsbegroting opgesteld waarin alle te nemen maat­regelen voor het woningbezit zijn/worden verwerkt

• wordt de woningcartotheek van het woningbezit continu actueel gehouden• zijn voor alle woningen kwaliteitsnormen en een energielabel aanwezig• worden de reparatieverzoeken en het mutatieonderhoud periodiek geanalyseerd

Door het voortdurend goed in beeld hebben van de staat van het woningbezit (portfoliomanage­ment), het toepassen van een transparant aanbestedingsbeleid en resultaatgericht samenwerken met onze leveranciers beperken wij onze onderhoudsrisico’s tot een minimum en kunnen we stel­len dat de impact laag is.

Projectrisico’sGelet op de toenemende complexiteit bij projectontwikkeling worden de risico’s bij nieuwbouw­projecten groter. De resultaatontwikkeling wordt in belangrijke mate bepaald door de omvang van de onrendabele investeringen in nieuwbouw en woningverbetering. Deze risico’s worden door De Gemeenschap vooral beheerst door vóóraf uitgevoerde haalbaarheidsonderzoeken en het opstellen van voorcalculaties volgens de toetsingskaders uit het Investeringsstatuut. De projecten worden intern bewaakt aan de hand van de voortgangsrapportage van de bouwvergaderingen, een pro­jectadministratie en de tussentijdse verantwoording in de managementrapportage. We investeren veel tijd in de voorbereiding van de plannen. Hiermee voorkomen we tijdens de realisatie van het nieuwbouwproject zo veel mogelijk verrassingen.

De Gemeenschap beschikt over schriftelijk vastgelegd grondbeleid. Met deze maatregelen is de impact op de diverse projecten (groot onderhoud, duurzaamheid, nieuwbouw) laag.

Voor alle nieuwbouwprojecten geldt dat het IFEC principe wordt toegepast (intern geformaliseerd, extern gecommuniceerd) en beoordeeld op de uitgangspunten van het Investeringsstatuut. Intern geformaliseerd betekent: een nieuwbouwproject gaat daadwerkelijk concreet worden voor de woningbouwstichting, calculaties worden uitgewerkt, het te verwachten rendement op de inves­tering wordt uitgerekend inclusief een onrendabele top en alle mogelijke financiële risico’s zijn in kaart gebracht. Extern gecommuniceerd houdt in: een bouwvergunningaanvraag bij de gemeente, verwerking van het project in de financiële meerjarenbegroting, de communicatie met de stake­holders en uiteindelijk de vermelding van het project in de jaarstukken (niet uit de balans blijkende verplichtingen).

4140

Page 22: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Bestuursverslag 43

De Gemeenschap hanteert als bestendige gedragslijn dat het nemen en in de jaarrekening verwer­ken van een verwachte onrendabele top bij nieuwbouw­ en groot onderhoudsprojecten plaats­vindt in het jaar dat voor een project het IFEC principe is gerealiseerd.

Fiscale risico’sHierbij gaat het om de risico’s van het niet naleven van de regelgeving en de daaruit voortvloeien­de naheffingen en boetes. Gelet op het toenemende fiscale regime waar corporaties mee te maken krijgen, wordt in een vroeg stadium inzicht gegeven in de diverse fiscale aspecten. Om de fiscale risico’s voor De Gemeenschap te beperken wordt gebruik gemaakt van de expertise (fiscalisten) van EY Belastingadviseurs. De fiscale positie in de jaarrekening wordt getoetst door de controlerend accountant (MAZARS).

RisicomanagementUit het laatst verschenen visitatierapport (2018), opgesteld door Cognitum, blijkt dat De Gemeenschap redelijk tot goed in control is met een gemiddelde score van 7,2 op de diverse onderdelen. Door dit verder kracht bij te zetten, heeft het management team een opsomming gemaakt van de risico’s met de hoogste prioriteit. Deze liggen op het gebied van omvang organisatie versus de ambities op de di­verse terreinen, een heldere portfolio strategie van de eigen woningvoorraad, bredere aanpak risico­management en inbedding van PDCA cyclus en de duurzaamheidsprojecten. De genoemde risico’s worden periodiek gemonitord. Op de vastgestelde bedrijfsprocessen worden interne audits uitge­voerd. Dit maakt onderdeel uit van de jaarlijkse cyclus van Planning & Control van De Gemeenschap.

ConclusieResumerend kan worden gesteld dat De Gemeenschap zich bewust is van de mogelijke risico’s. Wij hebben in belangrijke mate reeds maatregelen getroffen om deze mogelijke risico’s te vermijden dan wel te beheersen. De risicoafweging en de verantwoording daarover vormen voor het manage­ment en de interne toezichthouders, vanuit transparantie en de good governance gedachte, een belangrijk onderdeel van de rapportage.

9

42

Kengetallen 2018 KENGETALLEN 2018 2017 2016 2015Gegevens vastgoedbezitVastgoed DAEB:

­ Woningen en woongebouwen • Zelfstandig 2.030 2.029 2.028 2.027

• Onzelfstandig 136 136 136 136

Totaal woningen en woongebouwen 2.166 2.165 2.164 2.163

­ Overige Vhe’s • Ateliers 5 5 5 6

• Garages 114 107 92 92

• Rijwielstallingen en bergingen 66 66 66 65

Totaal vastgoed DAEB 2.351 2.343 2.327 2.326 Vastgoed niet-DAEB:

­ Woningen en woongebouwen 126 127 128 165

­ Overige Vhe’s • Winkels en bedrijfsruimten 6 6 6 6

• Parkeerplaatsen 22 22 22 22

Totaal vastgoed niet­DAEB 154 155 156 193 Aantal Vhe’s einde boekjaar totaal 2.505 2.498 2.483 2.519 Veranderingen Vhe bezit:­ Aantal opgeleverd 0 0 0 18 ­ Aantal aangekocht 0 0 0 120 ­ Aantal in aanbouw 75 75 0 0 ­ Aantal verkocht 0 0 36 2 ­ Aantal in ontwikkeling 0 0 0 0 ­ Administratieve wijziging overige Vhe’s 7 15 0 1 Waarde woningbezit per Vhe­ Verzekerde waarde 137.772 133.907 76.843 79.674 ­ WOZ­waarde 134.467 131.486 130.282 125.669 ­ Marktwaarde 117.311 94.521 92.428 87.295 Het verhuren van woningen­ Mutatiegraad 7,4 8,9 10,1 9,6 ­ Acceptatiegraad 1,9 2,5 1,9 2,3 ­ Aantal mutaties 154 196 235 224 ­ Huurachterstand in % v/d jaarhuur 0,92% 0,85% 0,77% 0,77%­ Huurderving in % v/d jaarhuur 1,09% 0,47% 0,56% 0,56%­ Gemiddelde nettohuurprijs per maand (DAEB) 506 489 484 475 ­ Gemiddelde nettohuurverhoging per 1 juli 1,31% 0,28% 1,05% 1,80%Financiële kengetallenSolvabiliteit; norm Aw/WSW: max nog te bepalen 75,66 74,67 75,70 71,55 Rentedekkingsgraad (ICR); norm Aw/WSW: min 1,4 1,85 2,71 2,75 2,99 Dekkingsratio (WOZ­waarde); norm WSW: max 50% 20% 18% 17% 20%Dekkingsratio (Marktwaarde); norm WSW: max 70% 23% 24% 24% 28%Loan to value (Beleidswaarde); norm Aw/WSW: max nog te bepalen

52% n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Gemiddelde rentelast leningen 2,29% 2,69% 3,07% 3,03%Personeelsbezetting­ Directie / Vastgoed & Ontwikkeling 2,00 2,00 2,00 3,00 ­ Financiën & Bedrijfsdiensten 6,67 6,56 6,44 5,89 ­ Technisch Beheer 4,67 4,67 3,44 3,89 ­ Wonen 5,67 4,89 6,78 5,22 Totaal personeelsbezetting 19,00 18,11 18,67 18,00

Page 23: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

45

Verslag Raad van Commissarissen

‘Woningcorporaties staan voor het huisvesten van mensen met een bescheiden inkomen en voor kwetsbare groepen. De zorg voor een leefbare omgeving hoort daarbij.’ Aldus de Governancecode woningcorporaties 2015. Het helpen van mensen die moeilijk zelfstandig aan woonruimte kunnen komen, vormt de belangrijkste taak en missie van De Gemeenschap als woningbouwstichting en toegelaten instelling. De Gemeenschap is als maatschappelijke onderneming uitsluitend werkzaam in het belang van de volkshuisvesting. Daarbij staan klantgerichtheid en kwaliteit hoog in het vaandel.

Voorliggend bestuursverslag en jaarrekening bieden samen met het verslag van de Raad van Com­missarissen (RvC) een helder beeld van De Gemeenschap in het algemeen en het functioneren van de raad in het bijzonder. Daarnaast geeft het een indruk van hoe de RvC uitdrukking geeft aan de Governancecode. Jaarlijks publiceert De Gemeenschap haar jaarstukken integraal op de website. Hiermee zijn ook de profielschetsen van de leden van de RvC inzichtelijk voor belangstellenden.

Page 24: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Verslag Raad van Commissarissen 47

Over besturen en toezicht houden

Onze visie op toezichtDe RvC heeft tot taak toezicht te houden op het Bestuur en de algemene gang van zaken bij de wo­ningcorporatie. Zij staat tevens het Bestuur met raad terzijde. De RvC bewaakt de realisatie van de doelstellingen van de stichting, de uitvoering van de volkshuisvestelijke opgaven, de strategie, de risicobeheersing, de controlesystemen, de maatschappelijke/financiële verantwoording en de na­leving van wet­ en regelgeving. De taakomschrijving van de raad is terug te vinden in de Statuten van De Gemeenschap en in het Reglement Raad van Commissarissen.

ToetsingskaderDe woningwet en de Governancecode zijn voor de Raad van Commissarissen leidend voor hun toezichthoudende rol. Daarnaast vormen de (bedrijfs­)plannen die door De Gemeenschap worden opgesteld en door de raad worden goedgekeurd een concreet toetsingskader voor het functione­ren van de Directeur­Bestuurder. Door middel van managementrapportages wordt de raad iedere vier maanden geïnformeerd over de voortgang van de realisatie van de diverse strategische doel­stellingen. Via de Auditcommissie, waarin twee commissarissen plaats hebben, is direct zicht op het functioneren van cyclus van Planning & Control.

Naast deze harde controle mechanismen houdt de raad ook contact met de huurdersorganisatie (HOG) en de personeelsvertegenwoordiging (PVT) om zicht te houden op de gang van zaken bij De Gemeenschap.

Governancecode woningcorporaties De Governancecode Woningcorporaties is een gedragscode voor het houden van toezicht op cor­poraties, een set regels voor het Bestuur die voor alle corporaties in Nederland geldt. Deze helpt om ons scherp te houden op eerlijk en open functioneren van de organisatie en het afleggen van verantwoording daarover aan alle belanghebbenden van woningbouwstichting De Gemeenschap, waaronder bewoners, de gemeente en onze medewerkers.

De RvC is met het Bestuur van De Gemeenschap van mening dat de Governancecode bijdraagt aan versterking van het vertrouwen in een eerlijk, integer en transparant functioneren van de organisa­ties die in de sector Volkshuisvesting werkzaam zijn.

1

Page 25: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Verslag Raad van Commissarissen 49

Implementatie governance in 2018

• Pas toe of leg uit: In het verslagjaar 2018 is er geen sprake geweest van situaties waarin de raad is afgeweken van de regels uit de Governancecode. Daarom is er geen aanleiding om uit te leggen waarom bepalingen niet toegepast konden worden.

• Commissarissen en de Bestuurder hebben zich in 2018 ingezet om de verplichte PE (Perma­nente Educatie) punten te halen.

• In 2018 hebben we kennisgenomen van resultaten van de periodieke governance inspectie van de Autoriteit Wonen. De aandachtspunten die dat heeft opgeleverd heeft de RvC opge­pakt om de werkwijze verder te verbeteren.

• In 2018 heeft de RvC tevens kennisgenomen van het visitatierapport. Ook de daarin aange­geven aandachtspunten zijn door de RvC verwerkt en in een aantal extra sessies, met externe ondersteuning, is de deskundigheid betreffende toezichthouden vergroot en dit heeft er toe geleid dat we samen met het Bestuur een nieuwe visie op toezicht hebben ontwikkeld en vastgesteld.

• In 2018 is een commissaris herbenoemd nadat de Autoriteit Woningcorporaties (Aw) daar­voor een positieve zienswijze had gegeven na het doorlopen van de toets Geschiktheid en Betrouwbaarheid.

• Continu is aandacht voor mogelijke tegenstrijdigheid in belangen die kunnen ontstaan door (neven­)functies van leden van de RvC of de Bestuurder. Raad en Bestuur van De Gemeenschap zorgen ervoor dat dergelijke tegenstrijdigheden niet bestaan of ontstaan. In 2018 zijn er geen situaties geconstateerd die konden leiden tot de verstrengeling van belangen.

• Voor maximale transparantie worden alle relevante verslagen, plannen en reglementen van en voor De Gemeenschap en haar Raad van Commissarissen op de website gepubliceerd.

2Verslag vanuit de toezichthoudende rol

2.1 Toezicht op strategie De Raad van Commissarissen houdt onder meer toezicht op de strategie van De Gemeenschap.

Daarvoor gebruikt zij de Ondernemingsvisie 2015­2020 en het vigerende bedrijfsplan. Driemaal per jaar ontvangt de RvC de managementrapportage inclusief financiële verantwoording op basis waarvan de voortgang van de realisatie van strategische doelstellingen kan worden gemonitord. Daarnaast ontvangt de raad alle relevante documenten over actuele zaken van de Bestuurder, ex­terne accountant en andere partijen die betrokken zijn bij de organisatie.

De RvC is betrokken bij strategische beslissingen zoals huurprijsbeleid, investeren in vastgoed en afspraken met stakeholders. Actuele ontwikkelingen kunnen invloed hebben op de vastgestelde strategie. Wanneer het nuttig of nodig lijkt daarvan af te wijken, wordt in overleg met het Bestuur van De Gemeenschap bepaald wat de juiste beslissing is. Ook bij het nemen van besluiten over toekomstige projecten, op basis van de bestaande portfoliostrategie, wordt de RvC gekend in de beslissingen van de organisatie.

In 2018 is organisatie breed veel tijd gestoken in het verder nadenken over De Gemeenschap in de toekomst. Dat heeft er toe geleid dat de RvC in maart de intentieverklaring tot fusie tussen Standvast Wonen en De Gemeenschap mede heeft getekend. Een groot deel van de werkzaamheden van de RvC in 2018 was daaraan gerelateerd. Er is in diverse werkgroepen hard gewerkt om een goed beeld te krijgen van de meerwaarde en gevolgen van fusie. Daarvoor een compliment voor alle deelnemers waarbij we speciaal de inzet van de leden van de HOG, PVT en de fusieadviesgroep noemen. Eind 2018 leidde het verkennende traject tot goedkeuring van het bestuursbesluit om het voornemen tot fusie voor te leggen aan huurdersorganisaties, personeelsvertegenwoordiging en betrokken gemeenten. Ten tijden van het optellen van dit jaarverslag hebben we een positief besluit genomen ten aanzien van het voornemen tot fusie tussen Standvast Wonen en De Gemeenschap en is ook de Autoriteit woningcorporaties akkoord gegaan.

Toezicht op het proces van strategievorming De RvC is van mening dat De Gemeenschap de afgelopen jaren mooie stappen heeft gezet in de strategische visievorming van de organisatie. Strategie en het daaruit voortvloeiende portfolio­beleid is geen statisch geheel. Veranderende omstandigheden kunnen noodzaken om ook beoor­delingscriteria voor de strategie te verfijnen of opnieuw te toetsen. De raad heeft daar aandacht voor maar merkt ook op dat wet­ en regelgeving een duidelijke, zelfgekozen langetermijnstrategie in de weg staan. Dat is met name het geval bij de nadruk die De Gemeenschap wil leggen op nabij­heid en leefbaarheid.

48

Page 26: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Verslag Raad van Commissarissen 51

2.2 Toezicht op financiële en operationele prestaties De Raad van Commissarissen ontvangt driemaal per jaar de managementrapportage waarin

alle belangrijke volkshuisvestelijke parameters worden benoemd. In die rapportage is ook aandacht voor de financiële positie van De Gemeenschap. De raad krijgt hieruit relevante informatie voor het uitoefenen van haar toezichthoudende taken.

Auditcommissie De heer P.J.J. Lucassen is voorzitter van de Audit Commissie. Bij zijn benoeming tot lid van de RvC is de heer J.A.M. de Kruijf tevens benoemd tot lid van de Audit Commissie.

Het doel van de Audit Commissie is het adviseren en ondersteunen van de RvC in zijn functie van toezichthoudend orgaan. De Auditcommissie neemt geen besluiten maar adviseert de raad over specifieke aandachtspunten. Dat zijn onder meer de volgende:

• handelen volgens het Investerings­ en Treasurystatuut• beoordelen van interne controle­ en risicobeheersingssystemen• financiële informatieverschaffing door de woningcorporatie• de voorgeschreven financiële informatieverschaffing aan de accountants• beoordelen functioneren van de externe accountant• opvolging opmerkingen van de externe accountant• (her)financieringen volgens het Reglement Financieel Beleid en Beheer• opstellen van een intern control plan en kennisnemen van de bevindingen van interne audits

De Auditcommissie is in 2018 driemaal bijeengekomen. In deze vergaderingen zijn de volgende onderwerpen besproken:

• voorgang implementatie wijzigingen woningwet (statuten, reglementen, scheiding DAEB­niet­DAEB, toets geschiktheid & betrouwbaarheid collega leden van de raad)

• treasury activiteiten 2018• vaststellingsovereenkomst n.a.v. boekenonderzoek door belastingdienst• algemene Inkoopvoorwaarden• opdracht controle JR 2018 en controle aanpak MAZARS accountant• selectie fiscalist in G5 verband (EY) voor aangifte VPB 2017 e.v.• management­/voortgangsrapportages 2017 (ieder tertiaal)• vaststellen Jaarstukken 2017 (verslag en jaarrekening) en accountantsverslag• invulling vacature (Interim) Controller• voortgang nieuwbouwprojecten (Koningsdaal) en haalbaarheidsonderzoek andere mogelijke

nieuwbouwlocaties• bedrijfsplan 2018­2020 inclusief meerjarenbegroting 2018­2027• voortgang Marktwaarde en taxatie fase 1 Spoorbuurt o.b.v. full versie• WSW business risks review en borgingsplafond 2017• visitatie De Gemeenschap 2018• samenwerking Huurdersorganisatie De Gemeenschap• onderzoeksrapport financiële positie fusiepartners (Due Diligence rapport PWC)

ManagementletterOp 14 februari 2018 is de Managementletter 2017 van de accountant besproken. In deze brief worden enkele operationele aandachtspunten benoemd. Er is geen sprake van fundamentele risico’s. Er was voor de RvC dan ook geen aanleiding om maatregelen te nemen op basis van de Managementletter.

2.3 Toezicht op volkshuisvestelijke en maatschappelijke prestaties

Volkshuisvestelijke prioriteitenDe Gemeenschap is een gezonde corporatie en actief gericht op haar bewoners en de thema’s die voor hen belangrijk zijn. De raad onderkent dat de schaalgrootte van de corporatie risico’s met zich mee kan brengen voor de realisatie van de volkshuisvestelijke doelstellingen en de continuïteit van de organisatie.

De prioriteiten van de gemeente Nijmegen zijn gelijk aan de Rijksprioriteiten Volkshuisvesting en ook hetzelfde als de vier thema’s die De Gemeenschap in haar ondernemingsvisie van 2015 als leidend heeft beschreven. De prestatieafspraken die De Gemeenschap heeft gemaakt met de ge­meente Nijmegen weerspiegelen deze prioriteiten en voldoen daarmee ook aan de normen waar het gaat om toewijzing, huurontwikkeling en andere zaken die bewoners direct raken.

Volkshuisvestelijk verslag De Gemeenschap legt, bij het uitvoeren van haar kerntaak, de nadruk op het beheren van de wo­ningen in haar portefeuille en het toevoegen van het type woningen waaraan behoefte is. Daarbij wordt de betaalbaarheid van deze woningen niet uit het oog verloren. Bij woningtoewijzing werkt de organisatie volgens de regels van regionale huisvestingsverordening, de plaatselijke prestatie­afspraken en de wettelijke kaders. De transparantie wordt voor een groot deel al gerealiseerd door het gebruik van het regionale woonruimte verdeelsysteem en de vergadermomenten met stakehol­ders over toewijzing van bijzondere doelgroepen. In managementrapportages en in de jaarstukken maakt De Gemeenschap inzichtelijk hoe de toewijzing in het verslagjaar is verlopen.

Rol Huurdersorganisatie HuurdersOrganisatie De Gemeenschap is een jonge belangenvereniging die werkt aan haar ont­wikkeling. In 2018 is HOG op alle relevante punten betrokken bij het (volkshuisvestelijke) beleid van De Gemeenschap. De raad is blij met een betrokken huurdersvertegenwoordiging en heeft begrip voor de groei die zij nog moet doormaken. In 2018 heeft de RvC tweemaal een regulier overleg met HOG gehad en daarnaast is ook met de HOG overlegd over de voorgenomen fusie.

Klachtenbehandeling De raad is van mening dat de werknemers van De Gemeenschap zich in het dagelijkse contact met bewoners dienstverlenend opstellen. Dat leidt tot een laag aantal klachten. Enkele klachten zijn niet te voorkomen. De raad is tevreden over de wijze waarop De Gemeenschap met klachten omgaat.

Visitatie De vierjaarlijkse visitatie van De Gemeenschap is in augustus 2018 afgerond met de publicatie van het visitatierapport.

5150

Page 27: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Verslag Raad van Commissarissen 53

2.4 Toezicht op stakeholderdialoog De Gemeenschap is een corporatie die actief naar samenwerking zoekt om zo efficiënt mo­

gelijk te kunnen werken aan goede en betaalbare huisvesting voor haar doelgroep en de diverse zaken die daarbij belangrijk zijn. De dialoog met stakeholders (bewoners, HOG, gemeente, instan­ties) vindt dan ook continu en op diverse niveaus en thema’s plaats. De raad is van mening dat de organisatie zich op dit punt zeer open en beïnvloedbaar opstelt. De constante dialoog met stake­holders is voor de raad dermate inzichtelijk en openbaar dat de raad geen behoefte heeft aan extra toetsing van het Bestuur op dit punt. Door het uitgebreide netwerk en eerdere werkervaring van de afzonderlijke commissarissen is goed contact met diverse stakeholders in de gemeente Nijmegen waardoor de raad goed geïnformeerd blijft over de stand van zaken in de stad, met name op het gebied van volkshuisvesting.

Gezien de recente oprichting van de huurdersorganisatie moet de dialoog tussen HOG en RvC zich nog zetten. Er wordt gezocht naar de juiste toon en frequentie van het gesprek om een duurzame en transparante verstandhouding te kunnen realiseren. Er vindt tenminste éénmaal per jaar een gesprek plaats tussen HOG en RvC. Als het gaat om het gesprek met partners en belanghebbenden van De Gemeenschap stelt de raad stelt zich, net als de organisatie, open en beïnvloedbaar op.

2.5 Toezicht op risicobeheersing De organisatie informeert de Bestuurder en de RvC periodiek via managementrapportages.

Hierin staat ook het risicoregister vermeld. Dit register bevat de voornaamste risico’s voor de orga­nisatie en de beheersmaatregelen daarvoor. De raad is tevreden over het risicobesef van de orga­nisatie en de manier waarop omgegaan wordt met de beheersing van de benoemde risico’s en het voorkomen van het ontstaan van nieuwe risico’s.

In overleg met de Auditcommissie wordt een auditkalender opgesteld die door de interne controller wordt uitgevoerd. Dat gebeurt deels op basis van de Managementletter van de accountant. Hier­in worden de bevindingen van de Interim Controle vermeld. Daarbij ligt de nadruk op de Interne Beheersing en Administratieve Organisatie. Om optimale controle en een minimale foutmarge te garanderen, wordt de Managementletter gebruikt als instrument om, waar nodig, bij te sturen.

2.6 Opdrachtgeverschap externe auditor

Beoordeling functioneren accountant Jaarlijks beoordeelt de Auditcommissie of de huidige externe accountant in het afgelopen jaar naar tevredenheid van alle partijen heeft gefunctioneerd en hoe de samenwerking is verlopen. Dat ge­beurt ook in overleg met de betreffende accountant. Op basis van deze beoordeling adviseert de Auditcommissie de RvC over de benoeming van de accountant voor de controle van het volgende boekjaar.

Benoeming accountant Na een goede samenwerking bij de totstandkoming van de jaarrekening 2017 heeft de Auditcom­missie in november 2018 geadviseerd om accountantskantoor Mazars, kantoor Apeldoorn, de op­dracht te geven voor de controle van de Jaarrekening 2018. De RvC heeft die keuze overgenomen.

3Verslag vanuit werkgeversrol

3.1 Invulling werkgeversrol voor Bestuur

Topstructuur, profielen Bestuurder en benoeming De RvC is van mening dat de huidige Bestuurder veel kwaliteiten heeft waar De Gemeenschap van profiteert. Vanuit de werkgeversrol blijft de raad met de Bestuurder in gesprek over ambities en taakinvulling alsmede het functioneren van de organisatie als geheel.

Beoordelingskader en beoordeling Voor het evalueren van het functioneren van de Directeur­Bestuurder bestaat een vastgestelde pro­cedure. De voorzitter en vicevoorzitter van de RvC evalueren het functioneren in een bijeenkomst met de Directeur. Van die evaluatie wordt een verslag gemaakt dat wordt besproken en vastgesteld in de raadsvergadering zonder directie. De uitkomst van dit beraad wordt door de begeleidings­commissie met de Directeur­Bestuurder besproken.

Beloningskader en beloning De beloning van de Directeur­Bestuurder is conform de geldende regelgeving. Bij honorering van de Directeur­Bestuurder, die is opgenomen in de toelichting op de Jaarrekening 2018, is de over­gangsregeling WNT toegepast. De overeenkomst kent geen variabel deel van de beloning. Er zijn afspraken gemaakt over vergoeding bij tussentijds ontslag op initiatief van de stichting. In het belo­ningskader van de Directeur­Bestuurder is geen sprake van aandelen, leningen en/of garanties.

3.2 Organisatiecultuur en integriteit

Cultuur De raad heeft waardering voor hoe de huidige Bestuurder de medewerkers blijft stimuleren eigen verantwoordelijkheid te nemen. De voorgenomen fusie heeft op punten de werkdruk op de organi­satie verhoogd. De raad heeft uit zijn gesprekken met de organisatie en de Bestuurder vastgesteld dat er ondanks aandachtspunten die er voor de voorgenomen fusie zijn, binnen de organisatie voldoende draagvlak is ontstaan om met vertrouwen de toekomst tegemoet te zien. Daarnaast waardeert de raad de inspanningen van de organisatie om de continuïteit van de reguliere werk­processen te borgen.

De RvC vindt het belangrijk om oog te houden voor het menselijke kapitaal van De Gemeenschap. Wij zijn dan ook verheugd dat de werkpunten, die voortkwamen uit het medewerkerstevreden­heidsonderzoek nader zijn uitgewerkt.

52

Page 28: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Verslag Raad van Commissarissen 55

Integriteit De Gemeenschap beschikt over een Interne Gedragscode en een Klokkenluidersregeling. Beide documenten staan op de website van De Gemeenschap. De normen in beide codes worden niet expliciet getoetst. De Gemeenschap werkt vanuit vertrouwen en verwacht van al haar werknemers dat zij zich conform de gestelde normen gedragen. Wanneer zich incidenten voordoen wordt nave­nant gehandeld.

De organisatie heeft een vertrouwenspersoon aangesteld om werknemers bij te staan die, in ge­vallen zoals beschreven in de gedragscode en klokkenluidersregeling, behoefte hebben aan een gesprek met een onafhankelijk persoon. In het verslagjaar hebben zich geen situaties van tegen­strijdig belang voorgedaan.

4Verslag vanuit klankbordfunctie

De leden van de raad zijn betrokken bij de organisatie en staan daar waar nodig open voor het re­flecteren op strategische en operationele vraagstukken voor de organisatie. In 2018 heeft zich dat vooral geuit bij de aandacht voor de grote projecten Spoorbuurt, Koningsdaal en mogelijke nieuw­bouwprojecten.

54

Page 29: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Verslag Raad van Commissarissen 57

5Over de Raad van Commissarissen

5.1 Samenstelling Raad van Commissarissen

De Raad van Commissarissen is ultimo 31 december 2018 als volgt samengesteld:

De heer drs. ing. J.T.W.M. Nillesen (voorzitter, einde 2e termijn ultimo 2019, niet herbenoembaar) Functie: Gepensioneerd.Nevenfuncties: voorzitter Zelfregie Centrum Nijmegen, voorzitter Seniorenraad Nijmegen, gastdocent diverse lerarenopleidingen.Deskundigheid: HRM vraagstukken in organisaties, financiën en continuïteit van instellingen. Kennis van en ervaring met het lokale maatschappelijke en politieke speelveld. Kennis van het lokale doel­groepenbeleid.

De heer mr. F.J.W.M. Tas (vicevoorzitter, einde 2e termijn ultimo 2020, niet herbenoembaar)Functie: Zelfstandig jurist, o.a. verbonden aan Politieacademie en Stichting Driestroom. Nevenfuncties: Plaatsvervangend rechter Rechtbank Limburg, Voorzitter Stichting Special Olympics Nationale Spelen 2016.Deskundigheid: Uitgebreide kennis van het recht in het algemeen en van het algemene (Awb) en bijzondere bestuursrecht in het bijzonder. Kennis van relevante actoren en het politiek/bestuurlijke speelveld. Bekend met veiligheidsvraagstukken. Ervaring met gebiedsontwikkeling.

De heer drs. P.J.J. Lucassen (einde 2e termijn ultimo 2019, niet herbenoembaar)Functie: Wethouder Sociaal domein, onderwijs en cultuur (gemeente Gennep).Nevenfuncties: lid van het Algemeen Bestuur van het Gelders Genootschap.Deskundigheid: Ruime kennis van de lokale woningmarkt, ervaring met gebiedsontwikkeling. Ruime ervaring met vraagstukken van financiële continuïteit alsmede regels m.b.t. treasury en beleggingen.

De heer dr. J.A.M. de Kruijf (einde 2e termijn juli 2022, niet herbenoembaar)Functies: Universitair docent Bestuurskunde. Radboud Universiteit, Controller UWV. Nevenfuncties: Extern lid Rekenkamercommissie Enschede.Deskundigheid: De besturing van verzelfstandigde organisaties in het publieke domein en maat­schappelijk middenveld. Professionele kennis van Bestuurskunde en de aansturing van organisaties. Kennis van rechtspersonenrecht, contractrecht en hoofdlijnen bestuursrecht. Kennis van Statuten en reglementen via governance issues. Ervaring met strategisch investeren in vastgoed.

56Groot Onderhoud in De Spoorbuurt.

Page 30: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Verslag Raad van Commissarissen 59

Mevrouw M.B. Wierenga (einde 1e termijn juni 2021, herbenoembaar)Functies: Manager Vastgoed woningcorporatie Casade te Waalwijk (tot juni 2018).Nevenfuncties: auteur boek betreffende volkshuisvesting Suriname.Deskundigheid: Kennis van vastgoedstrategie, wet­ en regelgeving en de werkwijze van corporaties. Specifieke vakkennis van woningmarkt en het laten renderen van vastgoedportefeuilles, wonen en zorg en maatschappelijk vastgoed. Veel ervaring met project­ en gebiedsontwikkeling, risicobe­heersing en investeringsvraagstukken. Ervaring op het gebied van integriteitsbeleid, governance en het bedienen van de verschillende stakeholders. Bestuurlijke sensitiviteit ruim ontwikkeld.

Schema samenstelling & rooster van aftreden RVC

Naam toezichthouder: Aangetreden per:

Einde 1e termijn:

Datum her-benoeming (indien van toepassing)

Einde tweede termijn:

Datum van aftreden (verwacht)

Jan Nillesen (voorzitter, huurders­commissaris)

01­01­2012 31­12­2015 10­02­2016 31­12­2019 31­12­2019

Floris Tas (vicevoorzitter) 01­01­2013 31­12­2016 01­01­2017 31­12­2020 31­12­2020

Peter Lucassen(huurders­commissaris)

01­01­2012 31­12­2015 05­04­2016 31­12­2019 31­12­2019

Johan de Kruijf 01­07­2014 30­06­2018 01­07­2018 30­06­2022 30­06­2022

Mart Wierenga 06­06­2017 05­06­2021 Nog niet bekend

­ ­

BegeleidingscommissieHet reglement van de RvC schrijft voor dat de enkele leden van de raad een Begeleidingscommissie vormen. Voor De Gemeenschap wordt deze gevormd door de voorzitter en de vicevoorzitter van de RvC. De taak en werkwijze van de Begeleidingscommissie zijn vastgelegd en opgenomen in het reglement van de RvC. De Begeleidingscommissie heeft onder meer tot taak om namens de raad op te treden als werkgever voor de statutaire Directeur­Bestuurder en functioneert als zodanig ook als Remuneratiecommissie. Ook neemt deze commissie het voortouw bij het werven en selecteren van nieuwe leden van de raad.

De Bestuurder en de Begeleidingscommissie van de raad komen maandelijks bijeen. Zij bespreken de kwesties die voor De Gemeenschap en de sector Volkshuisvesting relevant zijn. In deze bijeen­komsten worden onder andere de agenda’s voor de vergaderingen van de RvC voorbereid.

Interne risicobeheersing en controlesystemenDe raad houdt toezicht op de werking van de interne risicobeheersings­ en controlesystemen, de fi­nanciële informatieverstrekking en de naleving van aanbevelingen en opmerkingen in de manage­mentletter van de externe accountant. De Gemeenschap beschikt over operationele en financiële risicobeheersingsprocedures en controlesystemen. De bevindingen uit de managementletters van de accountant zijn dusdanig dat er geen aanleiding is om de huidige beheersingssystemen door te lichten.

5ProfielschetsEen profielschets voor de werving van leden van de Raad van Commissarissen van Woningbouw­stichting De Gemeenschap is opgenomen als bijlage 2 bij dit hoofdstuk.

BenoemingIn 2018 is de procedure aanvraag zienswijze herbenoeming gevolgd ten behoeve van de herbenoe­ming van de heer De Kruijf. Na ontvangst van een positieve zienswijze van de Aw heeft de voorzitter van de RvC de herbenoeming van de heer De Kruijf per 1 juli 2018 bevestigd.

Stagiaires De RvC van De Gemeenschap heeft in 2018 geen stagiaires begeleid.

Conclusie samenstelling De raad is tevreden over de samenstelling en verdeling van kennis en expertise onder haar leden.

5.2 Functioneren

Integriteit en onafhankelijkheid Integer en onafhankelijk handelen is essentieel voor een RvC. De toetsing daarop begint al bij be­noeming van een nieuwe commissaris. De zelfreflectie in de raad en de prettige sfeer maakt het mogelijk dat leden elkaar kritisch kunnen bevragen over integriteit en onafhankelijkheid. Bij het aangaan van nieuwe posities of nevenactiviteiten wordt door de betrokken commissaris altijd ge­toetst, aan de Governancecode maar ook bij de overige leden van de RvC, of een nieuwe functie of activiteit mogelijk is.

Meldingsplicht De brede meldingsplicht van de RvC over het functioneren van de corporatie, haar Bestuurder en overige werknemers is bekend bij de commissarissen. Er heeft zich in 2018 echter geen situatie voorgedaan waarbij de meldingsplicht geëffectueerd diende te worden.

Informatievoorziening Het regelmatig deelnemen aan seminars en cursussen van de VTW wordt belangrijk geacht. De leden van de raad kunnen wat betreft bij­ en nascholing eigen keuzes maken.

Lidmaatschappen Alle leden van de raad zijn lid van de Vereniging Toezichthouders Woningcorporaties (VTW).

5958

Page 31: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Verslag Raad van Commissarissen 61

Zelfevaluatie De RvC waakt over de kwaliteit van het eigen functioneren. De raad is content over de wijze waarop hij als team vergadert en besluiten neemt. De raad functioneert in een sfeer van openheid en on­derling vertrouwen, waarbij ieders mening wordt gerespecteerd. De evaluatie van het eigen functi­oneren vindt plaats aan de hand van de verslagen van de vergaderingen, alsmede de conform het reglement van de raad opgestelde profielbeschrijving voor een (toekomstig) lid van de RvC van De Gemeenschap.

De RvC bespreekt ten minste één keer per jaar het eigen functioneren (in termen van effectiviteit) en dat van individuele leden van de RvC. Eens per twee jaar doet de RvC dat onder onafhankelijke, externe begeleiding.

Permanente educatie Voor een goede uitvoering van hun taak moeten interne toezichthouders zich blijven ontwikkelen. Toezichthouderschap is een vak, waarvoor toezichthouders zich regelmatig bijscholen om effectief te zijn en te blijven. Zowel in de praktijk van good governance als in de ontwikkelingen op het ge­bied van de volkshuisvesting in het algemeen en de volkshuisvestelijke opgave van hun corporatie in het bijzonder.

Toezichthouders van Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting zijn verplicht om in 2017 en 2018 een aantal van 5 Permanente Educatie punten per kalenderjaar te behalen. Afhankelijk van het moment van benoeming kan dit aantal navenant worden bijgesteld. Hieronder volgt een overzicht van de PE punten die door de afzonderlijke Commissarissen zijn behaald voor het verslagjaar 2018:

Naam Functie Behaald Verplichting

Jan Nillesen Voorzitter RvC (Huurderscommissaris) 6 5

Floris Tas Vicevoorzitter RvC 6 5

Peter Lucassen Lid RvC (Huurderscommissaris) 6 5

Johan de Kruijf Lid RvC 8 5

Mart Wierenga Lid RvC (vanaf 06­06­2018) 6 5

5.3 Bezoldiging Vanaf 1 mei 2015 geldt de VTW beroepsregel Bezoldiging Commissarissen voor alle leden

van de VTW. Deze beroepsregel is op 20 april 2015 door de ALV vastgesteld als een voor alle leden algemeen geldende en bindende beroepsregel conform art. 6 lid 1 van de statuten van de VTW. De maximale bezoldiging voor de voorzitter bedraagt € 10.500,­ per jaar excl. BTW en voor de overige raadsleden € 7.000,­ excl. BTW.

De Raad van Commissarissen van De Gemeenschap is in 2018 overeenkomstig deze regel bezoldigd.

5.4 Vergaderingen, overleg

Vergader- en besluitenschema In bijlage 1 vindt u het volledige overzicht van door de RvC genomen besluiten in 2018.

Overleg PersoneelsvertegenwoordigingDe RvC heeft tenminste twee maal per jaar (officieel) overleg met de personeelsvertegenwoordiging van De Gemeenschap. De raad waardeert het open gesprek met de PVT en ziet deze gesprekken als een goed moment om de temperatuur van de organisatie te meten. Wanneer bijzondere situaties ontstaan kan vanuit beide partijen het initiatief worden genomen om vaker contact te hebben. De raad hecht veel waarde aan het menselijk kapitaal waarover De Gemeenschap beschikt en vindt een goede dialoog met de PVT dan ook onontbeerlijk.

Overleg HuurderorganisatieTenminste éénmaal per jaar heeft de RvC overleg met de HOG (Huurdersorganisatie De Gemeenschap). Mocht één van beide partijen dat wensen, dan kan vaker overleg uiteraard plaatsvinden. In 2018 hebben RvC en HOG drie keer met elkaar gesproken.

Overleg overige stakeholders Overleg met andere stakeholders ligt primair bij de directie en de werkorganisatie. Mocht daar aan­leiding toe zijn, dan voert een afvaardiging van de RvC overleg met andere stakeholders.

De raad wordt via verslagen op de hoogte gehouden van zaken die binnen de corporatie spelen en over onderwerpen die de interesse hebben van de belangrijkste stakeholders van De Gemeenschap. De leden van de Raad van Commissarissen ontvangen naast de verslagen van de vergaderingen van het managementteam en de personeelsvertegenwoordiging ook afschriften van de vergade­ringen van de directie met wethouders en directies van instellingen die als belanghebbenden zijn gekwalificeerd. Waar nodig wordt er een direct overleg gevoerd met betrokkenen.

6160

Page 32: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Verslag Raad van Commissarissen 63

6Tot slot

Vooruitblik In 2019 zijn we weer gesteld voor een aantal belangrijke uitdagingen. De uitkomsten van de intentie­verklaring tot fusie met Standvast Wonen leiden tot een mogelijke fusieorganisatie. De implemen­tatie van het fusieproces zal veel aandacht vragen. De voortgang van het meerjarenproject in de Spoorbuurt, de oplevering van 75 woningen in Koningsdaal en nieuwbouwplannen die nog in de pijplijn zitten zullen om aandacht vragen. Met de Bestuurder maakt de raad zich zorgen over fiscale maatregelen van het Rijk en de ontwikkeling van de bouwkosten in 2018. Deze externe kostenont­wikkelingen kunnen de financiële spankracht van de corporatie ondermijnen en investeringsplannen onder druk zetten. Desondanks heeft de duurzaamheidsagenda inclusief de gevolgen daarvan voor onze huurders nadrukkelijke aandacht van de raad. Nadenken over een verder gasloos Nijmegen en de consequenties die dat voor De Gemeenschap en volkshuisvestelijke doelstellingen heeft, staan hoog op de agenda. Verder gaan we voortvarend aan de slag met het verder verbeteren van onze werkwijze in relatie tot onze opdracht.

Dankwoord Ondanks de beperkte schaalgrootte van De Gemeenschap weet de organisatie door haar mentaliteit en inzet toch veel te bereiken. De organisatie is positief bekend bij haar belangrijkste stakeholders en wordt beschouwd als prettige partner bij diverse samenwerkingen. De constante financiële sta­biliteit en betrouwbaarheid van de corporatie vormt een goede basis voor het houden van toezicht. De Raad van Commissarissen bedankt op deze plaats dan ook Bestuurder en medewerkers van De Gemeenschap voor hun inzet en enthousiasme bij het realiseren van de missie van de organisatie.

Slotverklaring De RvC constateert dat De Gemeenschap in het verslagjaar de beschikbare middelen aantoonbaar in het algemeen belang heeft besteed. De RvC keurt het Jaarverslag 2018, bestaande uit de Jaar­rekening 2018 en het Bestuursverslag 2018, goed. De raad verleent het Bestuur décharge voor het gevoerde beleid en de gepresenteerde jaarstukken 2018.

De heer drs. ing. J.T.W.M. Nillesen, voorzitterDe heer mr. F.J. W.M. Tas, vicevoorzitterDe heer drs. P.J.J. Lucassen, lidDe heer dr. J.A.M. de Kruijf, lidMevrouw M.B. Wierenga, lid

62

Page 33: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Verslag Raad van Commissarissen 65

Bijlage 1: besluitenlijst RvC 2018 zoals genoemd in hoofdstuk 1.10

DATUM INHOUD ACTIE

25­04­2018 Governance wordt een vast agendapunt voor RvC. VS

25­04­2018 De Directeur­Bestuurder en RvC besluiten tot ondertekening van de intentieovereen­komst fusie van De Gemeenschap met Standvast Wonen

GB

25­04­2018 De RvC bekrachtigt het voorgenomen besluit tot herbenoeming van de heer J.A.M. (Jo­han) de Kruijf voor een 2e termijn als lid van de RvC met ingang van 1 juli 2018.

GB

25­04­2018 De Directeur­Bestuurder gaat bieden op de locatie Blauwe Buut, Molukkenstraat te Nijme­gen, met het voorbehoud van goedkeuring door RvC vanwege de zorg of het past binnen het rendement (IRR) conform het Investeringsstatuut van De Gemeenschap. Deze zorg bestaat in het licht van de problematiek die is ontstaan door oplopende bouwkosten en de lage rente. RvC­lid mevrouw Wierenga wordt hierbij betrokken.

VS

13­06­2018 De RvC geeft goedkeuring aan het Jaarverslag 2017 en verleent het Bestuur décharge voor het gevoerde beleid en de gepresenteerde Jaarstukken 2017. De RvC verleend de Directeur – Bestuurder mandaat voor verzending van de dVi 2017 voor 1 juli a.s.

GB

19­09­2018 MAZARS controle jaarstukken 2018: de RVC gaat akkoord met aanpassing van de planning zodanig dat controle van de jaarstukken 2018 in de maand maart 2019 zal plaatsvinden.

GB

19­09­2018 De RvC geeft goedkeuring aan het besluit om de opdracht voor controle van de jaarstuk­ken 2018 uit te laten voeren door MAZARS Accountants kantoor Apeldoorn.

GB

19­09­2018 Investeringsstatuut WBS. De Gemeenschap: de RVC keurt de voorgestelde wijzigingen goed in het Investeringsstatuut en het opstellen van een separaat document met specifie­ke rendementseisen voor Nieuwbouw en Renovatie.

GB

21­11­2018 De RvC geeft goedkeuring aan het Bedrijfsplan 2019 – 2020 inclusief de Meerjarenbegro­ting 2019 – 2028.

GB

21­11­2018 De RvC zal het besluit met betrekking tot het Investeringsstatuut en de daarbij behorende rendementseisen voor 2019 aanhouden tot februari 2019.

VS

21­11­2018 De RvC heeft het besluit van de Directeur Bestuurder van 6 november jl. overgenomen en haar instemming uitgesproken om het fusieproces met Stichting Standvast Wonen voort te zetten.

VS

21­11­2018 Boardroom dynamics: de RvC stelt de notitie “Visie op toezicht en bestuur” vast. VS

VS: vastgesteld besluit GB: genomen besluit

6Bijlage 2: Profielschets lid van Raad van Commissarissen

Het helpen van mensen die moeilijk zelfstandig aan woonruimte kunnen komen, vormt de be­langrijkste taak en missie van De Gemeenschap als woningbouwstichting en Toegelaten Instelling. Woningbouwstichting De Gemeenschap is als private onderneming met een maatschappelijke opdracht uitsluitend werkzaam in het belang van de volkshuisvesting.

De Gemeenschap bezit 2.493 verhuureenheden. Wij zijn sinds 1920 stevig verankerd in de Nijmeegse samenleving en zorgen samen met onze partners voor een prettig, duurzaam en betaalbaar thuis in Nijmegen. Dit doen wij met een relatief kleine maar slagvaardige organisatie waarvoor klantge­richtheid en kwaliteit hoog in het vaandel staan.

De RvC bestaat uit vijf personen, waaronder een voorzitter. De raad heeft tot taak toezicht te houden op het Bestuur en de algemene gang van zaken van de woningcorporatie. Zij staat tevens het Bestuur met advies terzijde. De RvC bewaakt de realisatie van de doelstellingen van de stichting, de uitvoe­ring van de volkshuisvestelijke opgaven, de strategie, de risicobeheersing, de controlesystemen, de maatschappelijke/financiële verantwoording en de naleving van wet­ en regelgeving. De raad en het Bestuur van De Gemeenschap onderschrijven de Governancecode voor woningcorporaties die bijdraagt aan versterking van het vertrouwen in een eerlijk, integer en transparant functioneren van de organisaties die in de sector Volkshuisvesting werkzaam zijn.

Een lid van onze Raad van Commissarissen heeft bestuurlijke ervaring en een brede maatschap­pelijke betrokkenheid. Daarnaast zijn de leden onafhankelijk, onpartijdig en kunnen zij met enige distantie functioneren. Ieder lid beschikt over een ‘helikopterview’ gekoppeld aan analytisch vermo­gen. Enige kennis van en/of affiniteit met de volkshuisvesting en financiën zijn onontbeerlijk. Van onze commissarissen wordt verwacht dat zij zich inzetten voor de belangen van De Gemeenschap en daarbij tevens oog hebben voor de historie van de corporatie.

De nieuw te verwerven commissaris beschikt uiteraard over de wettelijke competenties die aan het lidmaatschap van een toezichthouder in de sector worden gesteld.

De raad moet, qua deskundigheid, ervaring en maatschappelijke achtergrond, bij voorkeur breed en evenwichtig zijn samengesteld.

6564

Page 34: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 2018

Jaarrekening 6767

Page 35: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 69

1Balans(Bedragen x € 1.000)

BALANS (vóór resultaatbestemming) 2018 2017

1. ACTIVA € €

A. VASTE ACTIVA

1. Vastgoedbeleggingen

1.1 DAEB vastgoed in exploitatie 265.022 209.539

1.2 Niet­DAEB vastgoed in exploitatie 28.842 26.523

1.3 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie

7.907 ­

Totaal vastgoedbeleggingen 301.771 236.061

2. Materiële vaste activa

2.1 Onroerende en roerende zaken t.d.v. de ex­ploitatie

1.856 1.972

Totaal materiële vaste activa 1.856 1.972

3. Financiële vaste activa

3.1 Latente belastingvordering(en) - -

Totaal financiële vaste activa - -

Som der vaste activa 303.627 238.034

B. VLOTTENDE ACTIVA

4. Vorderingen

4.1 Huurdebiteuren 138 126

4.2 Belastingen en premies sociale verzekeringen 734 ­

4.3 Overige vorderingen 879 1.146

4.4 Overlopende activa 206 235

Totaal vorderingen 1.957 1.508

5. Liquide Middelen

5.1 Liquide middelen 1.199 2.511

Totaal liquide midddelen 1.199 2.511

Som der vlottende activa 3.157 4.019

TOTAAL ACTIVA 306.784 242.052

2018 2017

2. PASSIVA € €

C. EIGEN VERMOGEN

6. Eigen vermogen

6.1 Herwaarderingsreserve 126.464 126.464

6.2 Wettelijke en statutaire reserves ­ ­

6.3 Overige reserves 54.288 54.288

6.4 Resultaat boekjaar 51.356 ­

Totaal eigen vermogen 232.108 180.752

D. VOORZIENINGEN

7.1 Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen

285 887

Totaal voorzieningen 285 887

E. LANGLOPENDE SCHULDEN

8.1 Schulden aan kredietinstellingen 67.417 57.697

8.2 Overige langlopende schulden 225 239

Totaal langlopende schulden 67.641 57.935

F. KORTLOPENDE SCHULDEN

9.1 Schulden aan leveranciers 2.844 841

9.2 Belasting en premies sociale verzekering 2.964 726

9.3 Overige kortlopende schulden 16 21

9.4 Overlopende passiva 926 889

Totaal kortlopende schulden 6.750 2.477

TOTAAL PASSIVA 306.784 242.052

68

Page 36: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 71

2Winst- en verliesrekening

(Bedragen x € 1.000)WINST- EN VERLIESREKENING functioneel model 2018 2017Nr. Omschrijving € €A.1 Huuropbrengsten 14.154 14.050 A.2 Opbrengsten service contracten 553 628 A.3 Lasten service contracten ­558 ­644 A.4 Lasten verhuur en beheeractiviteiten ­825 ­745 A.5 Lasten onderhoudsactiviteiten ­4.960 ­3.217 A.6 Overige directe operationele lasten exploitatie bezit ­3.532 ­3.094 Netto resultaat exploitatie vastgoedportefeuille 4.831 6.979

B.1 Verkoopopbrengst vastgoedportefeuille 237 ­ B.2 Toegerekende organisatiekosten ­ ­ B.3 Boekwaarde verkochte vastgoedportefeuille ­174 ­ Netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille 63 -

C.1 Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille 361 ­3.289 C.2 Niet­gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille 50.652 846 Waardeveranderingen vastgoedportefeuille 51.012 -2.443

D.1 Opbrengst overige activiteiten 96 77 D.2 Kosten overige activiteiten ­ ­130 Netto resultaat overige activiteiten 96 -53

E.1 Overige organisatiekosten -523 -488 E.2 Leefbaarheid -247 -179

F.1 Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten 9 1 F.2 Rentelasten en soortgelijke kosten ­1.603 ­1.618 Saldo financiële baten en lasten -1.594 -1.617

RESULTAAT VOOR BELASTINGEN 53.639 2.198

G.1 Belastingen ­2.284 ­679

RESULTAAT NA BELASTINGEN 51.356 1.520

70

Page 37: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 73

3Kasstroomoverzicht

(Bedragen x € 1.000)KASSTROOMOVERZICHT directe methode 2018 2017Nr. Omschrijving € €1. (A) OPERATIONELE ACTIVITEITEN

Ontvangsten:1.1 Huren1.1.1 Zelfstandige huurwoningen DAEB 12.663 12.338 1.1.2 Zelfstandige huurwoningen niet­DAEB 1.307 1.293 1.1.3 Onzelfstandige wooneenheden DAEB 264 296 1.1.4 Onzelfstandige wooneenheden niet­DAEB ­ ­ 1.1.5 Maatschappelijk onroerend goed ­ ­ 1.1.6 Bedrijfsmatig onroerend goed 37 34 1.1.7 Parkeervoorziening DAEB 77 70 1.1.8 Parkeervoorziening niet­DAEB 5 5 1.2 Vergoedingen (opbrengsten servicecontracten) 560 628 1.3 Overheidsontvangsten (subsidies) ­ ­ 1.4 Overige bedrijfsontvangsten 62 47 1.5 Renteontvangsten 1.5 a Renteontvangsten (exclusief interne lening) 1 9

Saldo ingaande kasstromen 14.974 14.719

Uitgaven:1.7 Personeelsuitgaven ­1.467 ­1.391 1.8 Onderhoudsuitgaven ­4.617 ­4.388 1.9 Overige bedrijfsuitgaven ­3.101 ­2.980 1.10 Renteuitgaven 1.10 a Renteuitgaven (exclusief interne lening) ­1.575 ­1.641 1.11 a Sectorspecifieke heffing onafhankelijk van resultaat ­ ­12 1.11 b Verhuurderheffing ­1.754 ­1.587 1.12 Leefbaarheid externe uitgaven niet investeringsgebonden ­105 ­36 1.13 Vennootschapsbelasting ­1.010 123

Saldo uitgaande kasstromen -13.629 -11.912 KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN 1.345 2.807

Page 38: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 75

Nr. Omschrijving 2018 20172. (B) (DES)INVESTERINGSACTIVITEITEN

MVA ingaande kasstroom A. DAEB en B. niet-DAEB activiteiten 2.1.A Verkoopontvangsten bestaande huur, woon­ en niet

woongelegenheden­ ­

Tussentelling ingaande kasstromen MVA -

MVA uitgaande kasstroom A. DAEB en B. niet-DAEB activiteiten 2.6.A Nieuwbouw huur, woon­ en niet­woongelegenheden ­6.771 ­329 2.7.A Woningverbetering woon­ en niet­woongelegenheden ­5.434 ­5.442 2.14.A Investeringen overig ­172 ­229

Tussentelling uitgaande kasstromen MVA ­12.377 ­5.999 2.16 Saldo in- en uitgaande kasstroom MVA -12.377 -5.999

FVA2.19 Saldo in­ en uitgaande kasstroom FVA ­ ­

KASSTROOM UIT (DES)INVESTERINGSACTIVITEITEN -12.377 -5.999

3. (C) FINANCIERINGSACTIVITEITENIngaand:

3.1.1 Nieuwe te borgen leningen 23.000 10.000 3.1.2 Nieuwe ongeborgde leningen DAEB­investeringen ­ ­ 3.1.3 Nieuwe ongeborgde leningen niet­DAEB­investeringen ­ ­

Uitgaand:3.2.1 Aflossing geborgde leningen ­13.280 ­7.332 3.2.2 Aflossing ongeborgde leningen DAEB­investeringen ­ ­ 3.2.3 Aflossing ongeborgde leningen niet­DAEB­investeringen ­ ­

KASSTROOM FINANCIERINGSACTIVITEITEN 9.720 2.668

4.1 TOTALE KASSTROOM -1.312 -525

Liquide middelen per 01­01 2.511 3.036Liquide middelen per 31­12 1.199 2.511Mutatie: ­1.312 ­525

4Waarderingsgrondslagen

4.1 Algemene toelichtingWoningbouwstichting De Gemeenschap is een stichting met de status van ‘toegelaten

instelling volkshuisvesting’. De statutaire vestigingsplaats is gemeente Nijmegen, de feitelijke vestigingsplaats is Nijmegen. De activiteiten bestaan voornamelijk uit de exploitatie en ontwikke­ling van vastgoed. Woningbouwstichting De Gemeenschap heeft specifieke toelating in de regio Arnhem Nijmegen en is werkzaam binnen het kader van de Woningwet en het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting. Woningbouwstichting De Gemeenschap is onder nummer 10016944 ingeschreven bij het handelsregister.

RegelgevingDe jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van het Besluit Toegelaten in­stellingen volkshuisvesting, de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctiona­rissen publieke en semipublieke sector (‘WNT’), Titel 9 Boek 2 BW, Hoofdstuk 645 van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving en de stellige uitspraken van de overige hoofdstukken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving.

Vergelijking met voorgaand jaarDe gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten op­zichte van het voorgaande jaar, met uitzondering van de toegepaste stelselwijzigingen (en schat­tings­wijzigingen) zoals hierna nader uiteengezet.

SchattingenBij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt de directeur – bestuurder van De Gemeenschap zich verschillende oordelen en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien dit voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaar­rekeningposten.

SchattingswijzigingSinds de jaarrekening van 2016 waardeert De Gemeenschap haar vastgoed in exploitatie tegen marktwaarde in verhuurde staat, bepaald volgens de uitgangspunten van het Handboek model­matig waarderen marktwaarde. Destijds is gekozen voor waardering volgens de basisversie. In de basisversie wordt de waardering van het vastgoed op portefeuilleniveau en de daaraan gerelateerde

74

Page 39: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 77

herwaarderingsreserve modelmatig bepaald. Bij deze waardering is geen taxateur betrokken. Als gevolg hiervan bestaat het risico dat de modelmatig bepaalde actuele waarde van het vastgoed afwijkt van de actuele waarde die met betrokkenheid van een taxateur tot stand zou zijn gekomen.

Om aan te sluiten bij de waarderingsmethode van fusiepartner Standvast Wonen met ingang van 1 mei, waardeert De Gemeenschap haar exploitatiebezit vanaf het verslagjaar 2018 volgens de full versie methodiek.

4.2 Grondslagen voor waardering van activa en passiva

DAEB vastgoed en niet-DAEB vastgoed in exploitatieBinnen het vastgoed in exploitatie worden de volgende typen vastgoed onderscheiden:

• Woongelegenheden (eengezinswoningen, meergezinswoningen, studenteneenheden en extramurale zorgeenheden);

• Bedrijfsmatig en Maatschappelijk onroerend goed (BOG / MOG);• Intramuraal zorgvastgoed.• Parkeergelegenheden (parkeerplaatsen en garages);

Het vastgoed in exploitatie wordt op objectniveau geclassificeerd naar DAEB en niet­DAEB vast­goed, rekening houdend met de criteria van de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen. DAEB vastgoed betreft conform deze criteria de woningen met een huurprijs per contractdatum tot aan de huurliberalisa­tie­grens en het maatschappelijk vastgoed. Maatschappelijk vastgoed is bedrijfs onroerend goed dat wordt verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg­, welzijn­, onderwijs­ en culturele instellingen en dienstverleners en tevens is vermeld op de bijlage zoals deze is opgeno­men in de EC­beschikking d.d. 15 december 2009. Niet­DAEB vastgoed omvat overeenkomstig de eerder genoemde criteria de woningen met een huurprijs per contractdatum boven de huurlibera­lisatiegrens en het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed).

Voor de toerekening van activa, verplichtingen, baten, lasten respectievelijk kasstromen aan deze DAEB­tak of niet­DAEB­tak is de volgende methodiek toegepast:

• Wanneer activa, verplichtingen, baten, lasten respectievelijk kasstromen volledig toezien op DAEB­ of niet­DAEB­activiteiten, zijn deze volledig aan de DAEB­tak respectievelijk niet­DAEB­tak toegerekend;

• Wanneer deze toezien op zowel DAEB­ als niet­DAEB activiteiten, zijn deze op basis van een verdeelsleutel toegerekend. Deze verdeelsleutel is gebaseerd op het aantal DAEB­woningen (2166) ten opzichte van het aantal niet­DAEB­woningen (126);

• Vorderingen, verplichtingen, baten, lasten respectievelijk kasstromen uit hoofde van ven­nootschapsbelasting worden tevens toegerekend aan de DAEB­ of niet­DAEB­tak op basis van het aandeel DAEB­woningen ten opzichte van het aandeel niet­DAEB­woningen. Latente belastingen voor compensabele verliezen worden opgenomen in de tak waar sprake is van compensabele verliezen. Latente posities uit hoofde van waarderingsverschillen tussen com­mercieel en fiscaal worden gealloceerd naar de DAEB­ of niet­DAEB­tak op basis van de rela­tieve verdeling van het aantal verhuureenheden.

Onroerende zaken in exploitatie worden op grond van artikel 35 lid 2 van de Woningwet na de eerste verwerking gewaardeerd tegen actuele waarde. Op grond van artikel 31 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 vindt de waardering plaats tegen de marktwaarde in verhuurde staat, die overeenkomstig  artikel 14 van de Regeling toegelaten instellingen volks­huisvesting 2015 plaatsvindt conform de methodiek die is opgenomen in bijlage 2 van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (‘Handboek modelmatig waarderen marktwaarde’). Woningbouwstichting De Gemeenschap heeft vanaf 2018 de full­ versie van het handboek gehan­teerd. Bij deze waardering is een externe, onafhankelijke taxateur betrokken.

Bij onderstaand complex heeft geen waardering plaatsgevonden:GriftdijkDe Griftdijk is in 2015 voor € 1,­ excl. BTW gekocht van Stichting Studentenhuisvesting Nijmegen (SSHN) en zal in 2019 ook weer voor dit bedrag worden verkocht aan de Gemeente Nijmegen. Het complex is derhalve op dit bedrag gewaardeerd.

ComplexindelingOm de marktwaardewaardering van het onroerend goed in exploitatie te bepalen, zijn alle ver­huureenheden opgedeeld in waarderingscomplexen. Een waarderingscomplex is een samenstel van verhuureenheden dat in principe bestaat uit vergelijkbare verhuureenheden voor wat betreft type vastgoed, bouwperiode en locatie, en dat als één geheel in verhuurde staat aan een derde partij kan worden verkocht. Alle verhuureenheden maken deel uit van een waarderingscomplex of zijn een afzonderlijk waarderingscomplex.

Doorexploiteer­ en uitpondscenarioDe marktwaarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de toekomstige kasstromen (DCF­methode). Voor woon­ en parkeergelegenheden met uitzondering van onzelfstandige studenten­eenheden wordt de marktwaarde bepaald op basis van het doorexploiteerscenario en het uitpond­scenario. De marktwaarde in verhuurde staat is de hoogste van de marktwaarde volgens het door exploiteer­ of uitpondscenario. Voor bedrijfsmatig en maatschappelijk vastgoed alsmede voor intra­muraal zorgvastgoed wordt de marktwaarde bepaald volgens het door exploiteerscenario.

Grondslagen voor de bepaling van de BeleidswaardeDe beleidswaarde sluit aan op het beleid van De Gemeenschap en beoogt inzicht te geven in de verdiencapaciteit van haar vastgoed in exploitatie, uitgaande van dit beleid. De grondslagen voor de beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie komen overeen met de grondslagen voor de be­paling van de marktwaarde, met uitzondering van:

1. Enkel uitgaan van het doorexploiteerscenario, derhalve geen rekening houden met een uit­pondscenario en geen rekening houden met voorgenomen verkopen van vastgoed in exploi­tatie.

2. Inrekening van de intern bepaalde streefhuur in plaats van de markthuur, vanaf het inge­schatte moment van (huurders)mutatie.

3. Inrekening van toekomstige onderhoudslasten, bepaald overeenkomstig het (onderhouds)beleid van de corporatie en het als onderdeel daarvan vastgestelde meerjaren onderhouds­programma voor het vastgoedbezit, in plaats van onderhoudsnormen in de markt.

4. Inrekening van toekomstige verhuur­ en beheerslasten in plaats van marktconforme lasten

7776

Page 40: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 79

ter zake. Hieronder worden verstaan de directe en indirecte kosten die rechtstreeks zijn te relateren aan de verhuur­ en beheeractiviteiten van de corporatie en zoals deze worden op­genomen onder het hoofd ‘lasten verhuur en beheeractiviteiten’ in de resultatenrekening.

Voor zover afwijkend van de voor de bepaling van de marktwaarde in verhuurde staat gehanteerde uitgangspunten, zijn de gehanteerde uitgangspunten voor de toekomstige exploitatie – zoals toe­gepast voor de bepaling van de beleidswaarde van de activa in exploitatie – afgeleid van de meer­jarenbegroting (ontwikkeling streefhuur, onderhoudslasten en de lasten van verhuur & beheer) en geënt op de wettelijke voorschriften opgenomen in RTiV artikel 151.

De Gemeenschap heeft hierbij uitgangspunten bepaald die mede van invloed zijn op de beleids­waarde. Wijzigingen van deze uitgangspunten zijn derhalve van invloed op deze waarde.

Toelichting bij activa in exploitatie Sensitiviteitsanalyse:Voor de bepaling van de beleidswaarde zijn de voornaamste uitgangspunten (gemiddeld per wo­ning teruggerekend) als volgt:

Uitgangspunt voor: 2018

Disconteringsvoet 6,06%

Streefhuur per maand € 591,00

Lasten onderhoud en beheer per jaar € 2.886,10

In onderstaande tabellen wordt aangegeven welk effect een positieve of negatieve aanpassing van deze uitgangspunten heeft op de beleidswaarde:

Effect op beleidswaarde: Mutatie t.o.v. uitgangspunt Effect op beleidswaarde

Disconteringsvoet 0,5% hoger € 10,5 miljoen lager (8,1%)

Streefhuur per maand € 25,00 hoger € 7,8 miljoen hoger (6,0%)

Lasten onderhoud en beheer per jaar € 100,00 hoger € 4,4 miljoen lager (3,4%)

De beleidswaarde is eerst gedurende 2018 ingevoerd, waarbij dit waardebegrip nog in ontwikkeling is. Verdere ontwikkeling van dit waardebegrip zal kunnen leiden tot aanpassingen in de beleids­waarde in komende perioden, zoals ook geduid in het bestuursverslag.

Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatieVastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen verkrijgings­ of vervaardigingsprijs.

Wanneer de marktwaarde van het vastgoed in ontwikkeling, bepaald op basis van dezelfde grond­slagen als voor het vastgoed in exploitatie (inclusief macro economische parameters), lager is dan de verkrijgings­ of vervaardigingsprijs, vindt afwaardering naar deze lagere waarde plaats. Deze afwaardering wordt in de winst­en­verliesrekening verantwoord onder ‘Overige waardeveranderin­gen vastgoedportefeuille’.

Onroerende en roerende zaken t.d.v. de exploitatieDeze activa zijn gewaardeerd tegen aanschafwaarde verminderd met de afschrijvingen en bepaald op basis van de verwachte economische levensduur. Op het bedrijfspand op de Curaçaoweg 1 te Nijmegen wordt afgeschreven tot de WOZ waarde.

Latente belastingvorderingenLatente belastingvorderingen worden verantwoord tegen de nominale waarde.

De actieve belastinglatentie heeft betrekking op tijdelijke verschillen tussen commerciële en fiscale waarderingen in de jaarrekening en op de aanwezige compensabele verliezen. Opname dient echter alleen plaats te vinden indien en voor zover de realisatie voorzienbaar is.

VorderingenDe vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaar­heid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen.

Liquide middelenDe liquide middelen bestaan uit kas en banktegoeden met een looptijd korter dan twaalf maanden. De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. De liquide middelen staan, voor zover niet anders vermeld, vrij ter beschikking van de stichting.

Eigen vermogenDe onder het eigen vermogen opgenomen herwaarderingsreserve wordt gevormd voor het positieve verschil tussen de marktwaarde en de boekwaarde op basis van verkrijgings­of verwaardigingsprijs van het vastgoed. Bij het bepalen van de boekwaarde op basis van verkrijgings­of verwaardigings­prijs is geen rekening gehouden met afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De her­waarderingsreserve wordt bepaald per waarderingscomplex.

Bij realisatie van de herwaarderingsreserve (bij verkoop van het vastgoed) wordt het gerealiseerde deel van de herwaarderingsreserve rechtstreeks overgeboekt naar de overige reserves.

Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen Een te verwachten onrendabele top op onroerende zaken in ontwikkeling wordt in mindering ge­bracht op de stichtingskosten van het project. Indien de onrendabele top groter is dan de bestede stichtingskosten is het saldo van het project verantwoord onder de post voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw. De voorziening wordt gevormd zodra het project intern geformaliseerd (go­ / no go besluit genomen) en extern gecommuniceerd is. Voorzieningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

7978

Page 41: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 81

Voorziening latente belastingverplichtingenVoor de in de toekomst te betalen belastingbedragen in verband met tijdelijke waarderingsverschil­len tussen de boekwaarde van activa en passiva volgens de jaarrekening en de fiscale boekwaarde wordt een voorziening getroffen. Op deze voorziening wordt de in de toekomst te verrekenen belastingbedragen uit hoofde van beschikbare voorwaartse verliesverrekening in mindering ge­bracht, voor zover het waarschijnlijk is dat de toekomstige fiscale winsten beschikbaar zullen zijn voor verrekening.

Langlopende schuldenOpgenomen leningen en schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs.

WaarborgsommenDe waarborgsommen betreffen de volgens huurovereenkomst van huurders ontvangen bedragen die dienen als eerste zekerheid voor voldoening van het bedrag dat bij beëindiging van de huur­overeenkomst door de huurder verschuldigd mocht zijn aan mutatiekosten en/of achterstallige huur. Over de uitstaande waarborgsommen wordt jaarlijks een rentevergoeding gereserveerd die bij het verlaten van de woning wordt uitbetaald. Vanaf 2015 wordt er bij nieuwe huurovereenkom­sten geen waarborgsom meer in rekening gebracht.

Kortlopende schuldenDe kortlopende schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde (indien deze lager is dan de verkrijgings­/vervaardigingsprijs) en vervolgens gewaardeerd tegen de ge­amortiseerde kostprijs, welke gelijk kan zijn aan de nominale waarde.

4.3 Grondslagen voor de resultaatbepaling

AlgemeenDe winst­en­verliesrekening is opgesteld volgens het functionele model. Het resultaat wordt bepaald als verschil tussen de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over het boekjaar. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd. Verzliezen worden in aan­merking genomen in het jaar waarin deze voorzienbaar zijn.

HuuropbrengstenHier worden de huuropbrengsten opgenomen die uit de exploitatie van het vastgoed worden ge­genereerd. Dit zijn zowel de huuropbrengsten uit de exploitatie van het DAEB vastgoed als het niet­DAEB vastgoed. De huren zijn onderworpen aan de overheidsvoorschriften, zoals de jaarlijkse huurverhoging, de huurverhoging bij woningverbetering en bij mutatie het toepassen van huurharmonisatie conform vigerend huurbeleid.

Opbrengsten service contractenDit betreft bedragen die huurders, naast de netto huur, verschuldigd zijn voor levering van water en elektra, het onderhouden van groenvoorzieningen, schoonmaakkosten van gemeenschappelijke ruimten en collectieve glasverzekering. De vergoeding is gebaseerd op de geraamde kosten en wordt voor een aantal componenten jaar­lijks met de huurders afgerekend op basis van de werkelijke kosten.

Lasten verhuur en beheeractiviteitenHier worden zowel de directe lasten voor de verhuur en beheeractiviteiten als de indirecte lasten via de kosten­ verdeelstaat verantwoord.

Lasten onderhoudsactiviteitenHieronder vallen alle kosten voor het jaarlijks terugkerend onderhoud en het planmatig onderhoud. Het jaarlijks terugkerend onderhoud wordt onderscheiden in de kosten van derden en de kosten van materiaalverbruik. De investeringen voor woningverbeteringen, waarvoor een kostendekkende huurprijs in rekening wordt gebracht, hebben betrekking op aanleg van CV ‘s met warmwatervoorziening, douches, het aanbrengen van een extra radiator op de douche, het plaatsen van voordeurroosters, plafondisola­tie en het na­isoleren van woningen bij mutatie.

Waardeveranderingen vastgoedportefeuilleAls overige waardeverminderingen van vaste activa worden aangemerkt extra waardeverminderingen van materiële vaste activa in exploitatie, dan wel verwachte verliezen als gevolg van onrendabele inves­teringen in nieuwbouw. Ook een eventuele terugname van waardeverminderingen uit voorgaande jaren worden hier verwerkt. Niet­gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille betreffen winsten of mogelijke ver­liezen, die ontstaan door een wijziging in de waarde van de vastgoedportefeuille in het verslagjaar.

Opbrengsten en kosten overige activiteitenHieronder is opgenomen de aan huurders doorberekende kosten voor administratie alsmede be­heer voor derden.

Lonen, salarissen en sociale lastenLonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst­en verliesrekening voor zover zij verschuldigd zijn aan werknemers. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden door de werknemers. De lonen, salarissen en sociale lasten worden deels aan andere activiteiten toegerekend.

8180

Page 42: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 83

PensioenlastenDe pensioenregeling is ondergebracht bij de Stichting Pensioenfonds Woningcorporaties (SPW) en is naar zijn aard een toegezegde pensioenregeling. De pensioenverplichtingen worden gewaar­deerd volgens de ‘verplichting aan de pensioenuitvoerder benadering’. In deze benadering wordt de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie als last in de winst­en­verliesrekening verantwoord. Woningbouwstichting De Gemeenschap heeft in het geval van een tekort bij het SPW geen ver­plichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen anders dan het voldoen van hogere toekomstige premies. De beleidsdekkingsgraad van het betrokken bedrijfstakpensioenfonds bedraagt ultimo 2018 volgens opgave van het fonds 115,9% (ultimo 2017: 113,4%).

AfschrijvingenDe afschrijvingen op materiële vaste activa ten dienste van de exploitatie worden gebaseerd op de verkrijgings­ of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur conform onderstaand overzicht:

• bedrijfspand 50 jaar / divers• kantoorinventaris 5 jaar• bedrijfswagens 5 jaar

Afschrijving van het actief vindt plaats tot de restwaarde is bereikt.

Binnen de afschrijving op het bedrijfspand worden componenten onderkend met een verschillende levensduur. Naast de grond (geen afschrijving) en de opstal worden installaties en inventaris onder­kend. Van een afzonderlijke component is sprake indien deze component meer dan 10 procent uit­maakt van de waarde van het actief en/of indien de afschrijvingslast (als gevolg van een afwijkende levensduur van de component ten opzichte van de opstal) meer dan 10% afwijkt van de situatie dat geen component zou zijn onderkend.

LeefbaarheidLeefbaarheid omvat gemaakte kosten voor fysieke ingrepen die de leefbaarheid in buurten en wijken bevorderen. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden.

Financiële baten en lastenDeze betreffen ontvangen en te ontvangen en betaalde en te betalen rente alsmede betalings­kortingen op belastingen. Rentebaten worden tijdsevenredig in de winst­en­verliesrekening verwerkt rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost, indien hun bedrag bepaalbaar is en hun ontvangst waarschijnlijk. Rentelasten worden toegerekend aan de opeenvolgende verslagperioden naar rato van de resterende hoofdsom. (Dis)agio en aflossingspremies worden als rentelast aan de opeenvolgende verslagperio­den toegerekend zodanig dat tezamen met de over de lening verschuldigde rentevergoeding de

5effectieve rente in de winst­en­verliesrekening wordt verwerkt en in de balans de amortisatiewaarde van de schuld. Periodieke rentelasten en soortgelijke lasten komen ten laste van het jaar waarover zij verschuldigd worden.

BelastingenDe belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst­ en verliesrekening, rekening houdend met de vrijgestelde winstbestandsdelen en na bijtelling van niet of beperkt aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met de mutaties in de latente belas­tingvorderingen en ­schulden.

Integrale vennootschapsbelastingMet ingang van 1 januari 2008 zijn woningcorporaties integraal belastingplichtig voor de Wet op de Vennootschapsbelasting. De regels voor woningcorporaties zijn uitgewerkt in een Vaststellings­over­eenkomst (VSO II). De waardering van latente belastingverplichtingen en latente belastingvorderingen is gebaseerd op de fiscale gevolgen van de per balansdatum voorgenomen wijze van realisatie of afwikkeling van de activa, voorzieningen, schulden of overlopende passiva. De voorgenomen wijze van realisatie of afwikkeling is gebaseerd op het strategisch voorraadbeleid. De horizon voor toetsing bedraagt een periode tussen de vijf tot maximaal tien jaren. Om deze reden zijn ten aanzien van de waarderingsverschillen uit hoofde van het bezit (o.a. ope­ningsbalans materiële vaste activa per 1 januari 2008) geen latenties in de jaarrekening verwerkt. De berekening van de latente belastingvorderingen en –verplichtingen geschiedt tegen de actuele belastingpercentages. Latente belastingvorderingen uit hoofde van verrekenbare verschillen en beschikbare voorwaartse verliescompensatie worden opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee verliezen kunnen worden gecompen­seerd en mogelijkheden tot verrekening kunnen worden benut.

4.4 Grondslagen voor het kasstroomoverzichtHet kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode.

8382

Page 43: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 85

5Toelichting op de balans

TOELICHTING OP DE BALANSVASTE ACTIVA1. Vastgoedbeleggingen 31-12-2018 31-12-2017

Deze post is als volgt samengesteld:1.1 DAEB vastgoed in exploitatie 265.022 209.539 1.2 Niet­DAEB vastgoed in exploitatie 28.842 26.523 1.3 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 7.907 ­ Totaal 301.771 236.061

Het verloop van deze posten in het boekjaar is als volgt:1.1 DAEB vastgoed in exploitatie 31-12-2018 31-12-2017Saldo per 1 januari :­ Aanschaffingswaarde 90.620 82.696 ­ Cumulatief waardeverschil met marktwaarde 118.919 121.711 Marktwaarde per 1 januari 209.539 204.406

Mutaties in het boekjaar:­ Investeringen bestaand vastgoed 7.177 1.500 ­ Aankoop vastgoed (*) 237 ­ ­ Overboeking vanuit in ontwikkeling ­ 6.227 ­ Desinvesteringen ­89 ­ ­ Herclassificatie ­ 197 ­ Onrendabele investeringen ­ ­2.032 ­ Aanpassingen marktwaarde 48.159 ­760 Saldo 55.484 5.132

Saldo per 31 december:­ Aanschaffingswaarde 97.945 90.620 ­ Cumulatief waardeverschil met marktwaarde 167.077 118.919 Marktwaarde per 31 december 265.022 209.539

(*) De aankoop van nieuw vastgoed betreft een herclassificatie van een niet­DAEB woning naar een

DAEB woning

8584

Page 44: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 87

1.2 Niet-DAEB vastgoed in exploitatie 31-12-2018 31-12-2017Saldo per 1 januari :­ Aanschaffingswaarde 24.452 24.622 ­ Cumulatief waardeverschil met marktwaarde 2.070 471 Marktwaarde per 1 januari 26.523 25.093

Mutaties in het boekjaar:­ Investeringen ­ ­ ­ Overboeking vanuit in ontwikkeling ­ 27 ­ Desinvesteringen ­174 ­ ­ Herclassificatie (*) ­ ­197 ­ Onrendabele investeringen ­ ­7 ­ Aanpassingen marktwaarde 2.493 1.606 Saldo 2.320 1.429

Saldo per 31 december :­ Aanschaffingswaarde 24.279 24.452 ­ Cumulatief waardeverschil met marktwaarde 4.564 2.070 Marktwaarde per 31 december 28.842 26.523

(*) De desinvestering betreft een herclassificatie van een niet­DAEB woning naar een DAEB woning

Totaal DAEB en niet-DAEB Vastgoed 293.864 236.061

Het DAEB en niet­DAEB vastgoed is gewaardeerd tegen marktwaarde in verhuurde staat op basis van het “Handboek modelmatig waarderen marktwaarde”. Hierbij is de full­versie van het handboek gehanteerd. In 2017 is grotendeels de basisversie gehanteerd. De parameters van het handboek zijn gebruikt met uitzondering van de volgende vrijheidsgraden:

Woongelegenheden

Vrijheidsgraad Toelichting

Markthuur(stijging) Toelichting taxateur: de taxateur acht een eigen inschatting beter passend bij de portefeuille van de opdrachtgever. Taxa­teur heeft op complexniveau referenties geraadpleegd, uit de NVM­database.

Exit yield Deze vrijheidsgraad is incidenteel toegepast. Toelichting taxa­teur: in enkele gevallen acht de taxateur een modelmatige eindwaardeberekening conform het Handboek niet realistisch. In die gevallen is de door taxateur vastgestelde exit yield als vrijheidsgraad gehanteerd.

Leegwaarde(stijging) Toelichting taxateur: de taxateur acht een eigen inschatting beter passend bij de portefeuille van de opdrachtgever. Taxa­teur heeft op complexniveau referenties geraadpleegd, uit de NVM­database.

Disconteringsvoet Toelichting taxateur: de taxateur acht een eigen inschatting beter passend bij de portefeuille van de opdrachtgever. De in­schatting van de disconteringsvoet door taxateur is vastgelegd in het dossier en op verzoek verkrijgbaar.

Mutatie­ en verkoopkans Toelichting taxateur: de taxateur acht een eigen inschatting beter passend bij de portefeuille van de opdrachtgever.

8786

Page 45: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 89

BOG/MOG/ZOG

Vrijheidsgraad Toelichting

Markthuur(stijging) Toelichting taxateur: de taxateur acht een eigen inschatting beter passend bij de portefeuille van de opdrachtgever. Taxa­teur heeft op complexniveau referenties geraadpleegd, uit de NVM­database.

Exit yield Taxateur acht een inschatting van de exit yield op basis het model van taxateur (waarbij ondermeer de aanwezige huur­potentie als uitgangspunt wordt gehanteerd) beter passend en tot meer marktconforme waarderingsuitkomsten leidend. Voorts is taxateur van mening dat de inschatting van het rendement per heden in hoge mate afhankelijk is van de res­tantduur van het huurcontract. Het netto aanvangsrendement (NAR) wordt hier dan ook ingeschat alsof er sprake is van een contract van 5+5 jaar. Achterliggende gedachte is dat een object in principe alleen zal worden verkocht in een dergelijke situatie. Deze inschatting is vastgelegd in het dossier en op verzoek verkrijgbaar.

Disconteringsvoet Toelichting taxateur: de taxateur acht een eigen inschatting beter passend bij de portefeuille van de opdrachtgever. De in­schatting van de disconteringsvoet door taxateur is vastgelegd in het dossier en op verzoek verkrijgbaar.

Onderhoud Toelichting taxateur: de taxateur acht een eigen inschatting op basis van de Vastgoed Taxatiewijzer 2018 beter passend bij de portefeuille van de opdrachtgever.

Parkeergelegenheden

Vrijheidsgraad Toelichting

Markthuur(stijging) Toelichting taxateur: de taxateur acht een eigen inschatting beter passend bij de portefeuille van de opdrachtgever. Taxa­teur heeft op complexniveau referenties geraadpleegd, uit de NVM­database.

Exit yield Toelichting taxateur: taxateur acht een modelmatige eind­waardeberekening conform het Handboek niet realistisch. Door taxateur vastgestelde exit yields zijn als vrijheidsgraad gebruikt.

Leegwaarde(stijging) Toelichting taxateur: de taxateur acht een eigen inschatting beter passend bij de portefeuille van de opdrachtgever. Taxa­teur heeft op complexniveau referenties geraadpleegd, uit de NVM­database.

Disconteringsvoet Toelichting taxateur: de taxateur acht een eigen inschatting beter passend bij de portefeuille van de opdrachtgever.

Onderhoud Toelichting taxateur: de taxateur acht een eigen inschatting beter passend bij de portefeuille van de opdrachtgever.

Mutatie­ en verkoopkans Toelichting taxateur: de taxateur acht een eigen inschatting beter passend bij de portefeuille van de opdrachtgever.

Verloopstaat Marktwaarde 2017 - 2018 DAEB Niet-DAEB TotaalMarktwaarde 2017 203.145 26.502 229.648

VoorraadmutatiesOverige voorraadmutaties 85 ­ 85 Classificatiewijzigingen 174 ­174 ­ Subtotaal voorraadmutaties 258 -174 85

Mutatie objectgegevensContracthuur en leegstand 2.426 97 2.523 Maximaal redelijke huur 136 ­ 136 WOZ­waarde 2.480 764 3.244 Contractgegevens BOG/MOG/ZOG ­186 ­82 ­268 Subtotaal mutatie objectgegevens 4.855 779 5.634

Methodische wijzigingen handboek en softwareVersieverschil 139 8 146 Aftoppen markthuur 10 43 53 Overdrachtskosten eindwaarde ­1.554 ­37 ­1.591 Overige rekenmethodiek woningen ­5 ­ ­5 Subtotaal methodische wijzigingen hand-boek en software

-1.411 13 -1.397

Parameteraanpassingen als gevolg van validatie handboekMarkthuur na validatie 1.060 12 1.071 Instandhoudingsonderhoud na validatie ­296 ­23 ­319 Disconteringsvoet na validatie 5.521 223 5.743 Subtotaal parameteraanpassingen als gevolg van validatie handboek

6.284 212 6.496

Parameteraanpassingen als gevolg van marktontwikkelingenMacro­economische parameters 1.438 62 1.500 Mutatie­ en verkoopkans 8.979 ­1.199 7.780 Boveninflatoire huurverhoging 2.484 ­125 2.359 Markthuur 1.210 22 1.232 Markthuurstijging 5 1 6 Leegwaarde 12.159 1.651 13.810 Leegwaardestijging 2.319 491 2.811 Splitsings­ en verkoopkosten ­59 ­8 ­68 Instandhoudings­ en mutatieonderhoud ­4.382 ­136 ­4.517 Beheerkosten ­230 ­4 ­235 Belastingen en verzekeringen 599 10 609 Verhuurderheffing 1.172 ­ 1.172 Disconteringsvoet 26.144 753 26.897 Exit yield 52 ­9 43 Subtotaal parameteraanpassingen als gevolg van marktontwikkelingen

51.890 1.510 53.400

Marktwaarde 2018 265.022 28.842 293.864 Percentage marktwaarde 2018 t.o.v. 2017 130,46% 108,83% 127,96%

8988

Page 46: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 91

Toelichting op de grootste verschillen:Mutatie objectgegevens

• De gemiddelde contracthuur van woningen is gestegen van 527,09 in 2017 naar 538,94 in 2018 (+2,25%). Het aantal leegstaande woningen is gestegen van 8 in 2017 naar 12 in 2018 (+50,0%).

• De gemiddelde WOZ­waarde van woningen is gestegen van 150.771 in 2017 naar 154.606 in 2018 (+2,54%). Hierdoor stijgen de verkoopopbrengsten alsook de verhuurderheffing en de belasting en verzekeringen. Per saldo heeft dit een positief effect.

Methodische wijzigingen handboek en software• Volgens handboek 2018 wordt voor alle modellen een extra correctie gedaan in de eindwaarde

voor de overdrachtskosten. Dit heeft een negatief effect op de marktwaarde.

Parameteraanpassingen als gevolg van validatie handboek• De gemiddelde markthuur van de woningen is als gevolg van de validatie van het handboek

2017 gestegen van 757,11 naar 796,66 (+5,22%).• De gemiddelde disconteringsvoet van de woningen is als gevolg van de validatie van het

handboek 2017 gedaald van 7,45% naar 7,24% (­0,21%).

Parameteraanpassingen als gevolg van marktontwikkelingen• De macro­economische parameters (met name prijsinflatie) zijn in de 2018 hoger ingeschat

dan in 2017. Dit leidt ­ per saldo ­ tot een positief effect op de marktwaarde.• De gemiddelde mutatiegraad uitponden van woningen is gedaald van 6,89% in 2017 naar

6,7% in 2018 (­0,19%). Doordat de mutatiekans voor woningen met een hoge marktwaarde juist is gestegen heeft dit een positief effect op de waarde. De daling van de mutatiegraad vindt met name plaats in eenheden met een lage waardering.

• In het handboek van 2018 wordt ten opzichte van 2017 een structureel hogere, eeuwigdurende boveninflatoire huurverhoging voor zelfstandige woongelegenheden ingerekend.

• De gemiddelde markthuur van woningen is als gevolg van de marktontwikkelingen gestegen van 796,66 naar 892,31 (+12,01%). Voor het BOG bezit is de markthuur met gemiddeld 36% gedaald.

• De gemiddelde leegwaarde van woningen is gestegen van 166.191 in 2017 naar 185.847 in 2018 (+11,83%). In 2017 ging het hierbij om een basiswaardering. In 2018 zijn de leegwaar­des door de taxateur vastgesteld.

• De historische leegwaardestijging van woningen is gestegen van 10,0% in 2017 naar 16,5% in 2018 (+6,5%). De gemiddelde toekomstige leegwaardestijging van woningen is gestegen van 2,15% in 2017 naar 2,33% in 2018 (+0,18%).

• Het gemiddelde instandhoudingsonderhoud van woningen is als gevolg van de marktont­wikkelingen gestegen van 986,32 naar 1.041,55 (+5,6%).

• Ingerekende verhuurderheffing is gedaald als gevolg van lagere (voorgeschreven) percentages.• De gemiddelde disconteringsvoet van woningen is als gevolg van de marktontwikkelingen

gedaald van 7,24% naar 6,39% (­0,85%). In 2017 ging het hierbij om een basiswaardering. In 2018 is de disconteringsvoet door de taxateur vastgesteld.

De Beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie bedraagt € 130 miljoen.

1.3 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 31-12-2018 31-12-2017Saldo per 1 januari :­ Investeringen ­ 1.084­ Vrijval voorziening onrendabele investeringen ­ ­Boekwaarde per 1 januari : ­ 1.084

Mutaties in het boekjaar :­ Investeringen 8.060 5.534 ­ Afboeking onrendabele top ­ ­ ­ Vrijval voorziening onrendabele investeringen ­153 ­363 ­ Overboeking naar onroerende zaken in exploitatie ­ ­6.254

7.907 ­1.084

Saldo per 31 december­ Investeringen 8.060 363 ­ Vrijval voorziening onrendabele investeringen ­153 ­363 Boekwaarde per 31 december 7.907 -

VerzekeringDe onroerende zaken in exploitatie zijn per 31 december 2018 verzekerd op basis van uitgebreide gevarenverzekering. De verzekerde waarde wordt jaarlijks aangepast op basis van indexering en bedraagt ultimo 2018 € 345,1 mln.

Actuele waardeDe waarde van de woningen en woongebouwen en onroerende zaken niet zijnde woningen bedroeg volgens de aanslag onroerende zaakbelasting in 2018 € 336,8 mln. (waardepeildatum 1 januari 2017). In 2017 was dit € 328,5 mln. (waardepeildatum 1 januari 2016).

9190

Page 47: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 93

2. Materiële vaste activa 31-12-2018 31-12-2017Deze post is als volgt samengesteld:2.1 Onroerende en roerende zaken t.d.v. de exploitatie 1.856 1.972Totaal 1.856 1.972

Saldo per 1 januari :­ Aanschaffingswaarde 2.413 2.189 ­ Cumulatieve afschrijvingen ­440 ­354 Boekwaarde per 1 januari 1.972 1.834

Mutaties in het boekjaar:­ Investeringen 10 224 ­ Desinvesteringen ­131 ­ ­ Afschrijvingen desinvesteringen 131 ­ ­ Afschrijvingen ­127 ­86 Saldo ­117 138

Saldo per 31 december:­ Aanschaffingswaarde 2.292 2.413 ­ Cumulatieve afschrijvingen ­436 ­440 Boekwaarde per 31 december 1.856 1.972

Uitsplitsing van de boekwaarde­ Kantoor Curaçaoweg 1.672 1.702 ­ Automatisering 90 127 ­ Inventaris kantoor 83 126 ­ Vervoermiddelen 11 16 Saldo per 31 december 1.856 1.972

De onroerende zaken t.d.v. de exploitatie zijn per 31 december 2018 voor € 1,4 mln. verzekerd. De laatste wijziging van de verzekerde waarde heeft in 2018 plaatsgevonden.

Afschrijvingsmethode en termijnenVoor een toelichting op de afschrijvingsmethode en termijnen wordt verwezen naar de grondslagen voor balanswaardering en resultaatbepaling.

ZekerhedenGeen van deze activa zijn als zekerheid gesteld voor opgenomen geldleningen.

3. Financiële vaste activa 31-12-2018 31-12-2017Deze post is als volgt samengesteld:3.1 Latente belastingvordering(en) ­ ­Totaal - -

3.1 Latente belastingvordering(en) 31-12-2018 31-12-2017­ Belastinglatentie begin boekjaar ­ 401­ Mutatie ­ ­401Saldo per 31 december ­ ­

Acute vennootschapsbelastingDe acute vpb­positie voor het jaar 2018 is berekend op € 6.087. De fiscale positie is bepaald op basis van de geldende wet­ en regelgeving, alsmede de Vaststel­lingsovereenkomst (VSO II) voor woningcorporaties.

Actieve belastinglatentieDe latente belastingvordering zag op de volgende onderdelen:

Latentie in verband met compensabele verliezenDe actieve latentie voor de te verrekenen verliezen was gevormd op basis van de aanwezige com­pensabele verliezen. Ultimo 2017 zijn echter in de fiscale positie alle verliezen verrekend. Derhalve wordt ultimo 2017 geen latentie meer gevormd voor compensabele verliezen.

Latentie waardering leningenportefeuilleEr bestond een commercieel­fiscaal verschil in de waardering van de leningen. Ultimo 2017 is het waarderingsverschil van de leningenportefeuille nihil. Derhalve is vanaf 2017 geen latentie meer opgenomen met betrekking tot de leningenportefeuille.

Latentie inzake materiële vaste activa in exploitatieHet sociaal en commercieel vastgoed in exploitatie wordt fiscaal niet gewaardeerd op marktwaarde. Hierdoor ontstaat een verschil tussen de commercieel en fiscale waardering. Dit verschil in waarde­ring wordt gerealiseerd bij eventuele toekomstige verkopen. Op basis van het Bedrijfsplan 2018­2020 verwacht De Gemeenschap de komende 5 jaren geen woningen te verkopen. Voor het jaar 2017 is der­halve besloten om de latentie ten aanzien van de verkoopvijver (ultimo 2016 bedroeg deze € 25.770) geheel vrij te laten vallen ten laste van het resultaat 2017.

9392

Page 48: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 95

VLOTTENDE ACTIVA4. Vorderingen 31-12-2018 31-12-20174.1 Huurdebiteuren 138 126 4.2 Belastingen en premies sociale verzekeringen 734 ­ 4.3 Overige vorderingen 879 1.146 4.4 Overlopende activa 206 235 Totaal 1.957 1.508

De resterende looptijd van deze vorderingen bedraagt niet meer dan één jaar.

De specificatie is als volgt:

4.1 Huurdebiteuren 31-12-2018 31-12-2017 Huurachterstand zittende huurders 138 126 Af: voorziening dubieuze debiteuren ­ ­ Totaal huurdebiteuren per 31­12 138 126

De uitsplitsing naar tijdsduur en aantal huurders is als volgt: Aantal maanden huurachterstand

Aantal huurders 31-12-2018

Bedragen 31-12-2018

Aantal huurders 31-12-2017

Bedragen 31-12-2017

tot 1 maand 80 € 29 96 € 401 tot 2 maanden 30 € 24 26 € 232 tot 3 maanden 11 € 15 14 € 213 tot 4 maanden 8 € 18 3 € 84 maanden of meer 20 € 51 9 € 34Totaal 149 € 138 148 € 126

De huurachterstand uitgedrukt in een percentage van het totaal van de huren en vergoedingen bedraagt voor 2018: 0,92% (2017: 0,85%).

De huurachterstand ingedeeld naar wijze van invordering is als volgt:

31-12-2018 31-12-2017

Achteraf / te late betaling 46 51

Betalingsafspraken 58 47

In handen van deurwaarder 34 28

Totaal 138 126

In dit overzicht is nog geen rekening gehouden met de huurbedragen welke ultimo van het boek­jaar aan de deurwaarder zijn voldaan.

4.2 Belastingen en premies sociale verzekeringen 31-12-2018 31-12-2017 ­ Vennootschapsbelasting 2018 734 ­Totaal 734 ­

4.3 Overige vorderingen 31-12-2018 31-12-2017 ­ Doorberekende kosten vertrokken bewoners / WSNP 103 119 ­ Onderhoud voor rekening bewoners ­ 2 ­ Debiteuren vertrokken bewoners 51 90 ­ Te vorderen rente banken 0 0 ­ Uitkering schadeverzekering ­ 2 ­ OBG Brandveiligheid decl. ­ 28 ­ Te ontvangen subsidies 706 828 ­ Door te berekenen kosten overige woningcorporaties ­ 1 ­ Door te berekenen kosten Hengstdal gasloos 16 ­ ­ Gem Nijmegen, terug te vorderen leges ­ 74 ­ Overige vorderingen 4 3 Totaal 879 1.146

4.4 Overlopende activa 31-12-2018 31-12-2017 ­ Nog te ontvangen baten uit zonne­energie 143 170 ­ Nog te verrekenen bedragen Spijkerhofplein ­ 4 ­ Vooruitbetaalde kosten 38 19 ­ Nog te verantwoorden voorschot Huurdersorganisatie 6 24 ­ Nog te ontvangen bedragen wegens beheer derden 10 10 ­ Overige 10 8 Totaal 206 235

5. Liquide middelen 31-12-2018 31-12-2017 5.1 Direct opvraagbaar:­ Kas 1 1 ­ Rekening courant banken 238 200 ­ Spaarrekening banken 960 2.310 Totaal 1.199 2.511

Bovenstaande liquide middelen staan ter vrije beschikking.

VERMOGEN LANG6. Eigen vermogen 31-12-2018 31-12-2017Deze post is als volgt samengesteld:6.1 Herwaarderingsreserve 126.464 129.478 6.2 Wettelijke en statutaire reserves ­ ­ 6.3 Overige reserves 54.288 49.755 6.4 Resultaat boekjaar 51.356 1.520 Saldo per 31 december 232.108 180.752

9594

Page 49: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 97

Het verloop van deze posten in het boekjaar is als volgt:

6.1 Herwaarderingsreserve 31-12-2018 31-12-2017Saldo per 1 januari :­ Historische aanschafwaarde vastgoed in exploitatie 112.647 104.893 ­ Marktwaarde vastgoed in exploitatie 236.061 229.500 Waardeverschillen vastgoed in exploitatie: 123.414 124.607 ­ Af: negatieve waardeverschillen ­3.050 ­4.871 Herwaarderingsreserve 1 januari: 126.464 129.478

Realisatie positief waardeverschil bij verkoop naar Algemene reserve:­ Historische aanschafwaarde ­ ­­ Marktwaarde ­ ­Saldo ­ ­

Herwaarderingsreserve vóór verwerking resultaat 126.464 129.478

Overige mutaties in het boekjaar:­ Investeringen ­7.225 ­7.754 ­ Mutatie marktwaarde vhe’s nog in bezit 56.678 6.562 Saldo waardeverschillen 49.453 ­1.193 ­ Af: mutatie negatieve waardeverschillen ­825 1.821 Mutatie positieve waardeverschillen 50.279 ­3.014

Herwaarderingsreserve 31 december 176.743 126.464

6.3 Overige reserves 31-12-2018 31-12-2017Overige reserves 1 januari 54.288 49.755Resultaat boekjaar 51.356 1.520 Realisatie uit herwaarderingsreserve ­50.279 3.014 Overige reserves 31 december 55.365 54.288

6.4 Resultaat boekjaar 31-12-2018 31-12-2017De verdeling van dit resultaat is als volgt:­ Mutatie positieve waardeverschillen vastgoedportefeuille (HR) 50.279 ­3.014 ­ Mutatie negatieve waardeverschillen vastgoedportefeuille (AR) 299 1.821 ­ Overig resultaat (AR) 778 2.712 Totaal 51.356 1.520

Per 31 december 2018 is in totaal € 177 miljoen aan ongerealiseerde herwaarderingen in de overige reserves begrepen (2017: € 126 miljoen) uit hoofde van de waardering van het vastgoed in exploitatie tegen marktwaarde in verhuurde staat. De waardering van dit vastgoed is in overeenstemming met het Handboek modelmatig waarderen bepaald en is daarmee conform de in de Woningwet voor­geschreven waarderingsgrondslag en daaruit afgeleide ministeriële besluiten geldend ten tijde van het opmaken van de jaarverslaggeving.

De realisatie van deze ongerealiseerde herwaardering is sterk afhankelijk van het te voeren beleid van De Gemeenschap. De mogelijkheden voor de corporatie om vrijelijk door (complexgewijze)

verkoop of huurstijgingen de marktwaarde in verhuurde staat van het DAEB­bezit in exploitatie te realiseren zijn beperkt door wettelijke maatregelen en maatschappelijke ontwikkelingen zoals demografie en ontwikkeling van de behoefte aan sociale (DAEB) huurwoningen. Omdat de doel­stelling van de corporatie is om duurzaam te voorzien in passende huisvesting voor hen die daar niet zelf in kunnen voorzien, zal van het vastgoed in exploitatie slechts een beperkt deel vervreemd worden. Daarnaast zal bij mutatie van de woning slechts in uitzonderingssituaties de huur worden verhoogd tot de markthuur en zijn de werkelijke onderhouds­ en beheerslasten hoger dan ingerekend in de marktwaarde, voortvloeiend uit de beoogde kwaliteit­ en beheersituatie van de corporatie.

Dit betekent dat slechts een deel van de in de jaarrekening verantwoorde marktwaarde (en daar­mee van het eigen vermogen) in de toekomst zal worden gerealiseerd.

Het bestuur van De Gemeenschap heeft een inschatting gemaakt van het gedeelte van het eigen vermogen dat bij ongewijzigd beleid niet of eerst op zeer lange termijn realiseerbaar is. Deze schat­ting ligt in lijn met het verschil tussen de beleidswaarde van het DAEB bezit in exploitatie en de marktwaarde in verhuurde staat van dit bezit en bedraagt circa € 164 miljoen. Het verschil tussen de marktwaarde en de beleidswaarde ultimo 2018 bestaat uit de volgende onderdelen:

x € 1.000 x € 1.000

Marktwaarde verhuurde staat 293.864

Beschikbaarheid (doorexploiteren) ­50.658

Betaalbaarheid (huren) ­83.667

Kwaliteit (onderhoud) ­14.020

Beheer (beheerkosten) ­15.871

­164.215

Beleidswaarde 129.649

Dit impliceert dat circa 71% van het totale eigen vermogen niet of eerst op zeer lange termijn reali­seerbaar is. Gezien de volatiliteit van (met name) de beleidswaarde, is dit aan fluctuaties onderhevig.

Voorstel tot bestemming resultaat boekjaar 2018 De directeur­bestuurder stelt aan de vergadering van de Raad van Comissarissen voor het positieve resultaat over het boekjaar 2018 ten bedrage van € 51.355.672 als volgt te bestemmen:

• Het gerealiseerde resultaat over het boekjaar 2018 ad € 1.077.060, ten gunste van de overige reserves te brengen;

• Het niet­gerealiseerde resultaat ad € 50.278.612 (bestaande uit niet­gerealiseerde waardever­anderingen vastgoed in exploitatie) ten gunste van de herwaarderingsreserve te brengen.

Dit voorstel is in de jaarrekening verwerkt.

9796

Page 50: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 99

Effect stelselwijziging Het overstappen op de full­versie van de marktwaardewaardering heeft effect op het vermogen en resultaat. De marktwaarde volgens de full­versie resulteert in een extra stijging van € 30,7 mln (13%) ten opzichte van de marktwaarde 2017. In de balans komt dit tot uitdrukking in het Vastgoed in exploitatie en het Eigen vermogen (resultaat boekjaar). In het resultaat neemt de post waarde­veranderingen met dit bedrag toe. In onderstaand overzicht staan de verschillen in uitkomsten tussen de twee waarderingsmethodes weergegeven.

Bedragen x € 1.000

MW 2017 basisversie

MW 2018 basisversie

Groei t.o.v. MW 2017

MW 2018 full-versie

Groei t.o.v. MW 2017

Effect stelsel wijziging

DAEB 209.539 233.852 24.313 265.022 55.484 31.170 15%Niet­DAEB 26.523 29.274 2.751 28.842 2.320 ­432 ­2%Totaal 236.061 263.126 27.064 293.864 57.803 30.739 13%Groei t.o.v. 2017 11,5% 24,5%

7. Voorzieningen 31-12-2018 31-12-2017Deze post is als volgt samengesteld:7.1 Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen 285 887Totaal 285 887

7.1 Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringenVoorziening onrendabele top duurzaamheid Hengstdal ­ 449 Voorziening onrendabele top groot onderhoud Spoorbuurt 285 285 Voorziening onrendabele top nieuwbouwproject Koningsdaal ­ 153 Saldo per 31 december 285 887

8. Langlopende schulden8.1 Leningen gemeente/kredietinstellingen 67.417 57.697 8.2 Waarborgsommen 225 239 Totaal 67.641 57.935

8.1 Leningen gemeente/kredietinstellingenSaldo per 1 januari 57.697 54.971Mutaties in het boekjaar­ Nieuwe leningen 23.000 10.000 ­ Reguliere aflossingen ­13.280 ­7.274 Saldo mutaties 9.720 2.726

Saldo per 31 december 67.417 57.697

De gemiddelde rentevoet van de uitstaande leningen bedraagt ultimo 2018 circa 2,291% (2017: 2,697%). De leningen van de kredietinstellingen worden op basis van het annuïteitensysteem of ineens afge­lost (fixe­leningen).

Het aflossingsbestanddeel zal in 2019 circa € 3,3 mln. bedragen, waaronder de aflossing van 1 fixe­lening voor een bedrag van € 3,0 mln. Het schuldrestant van de leningen met een looptijd korter of gelijk aan 5 jaar bedraagt € 15,0 mln. (22%).

De marktwaarde van de leningportefeuille ultimo 2018 bedraagt € 76,1 mln. (2017: € 66,5 mln).

De gemiddelde restant looptijd van de leningenportefeuille is 23,7 jaar.

Van het bedrag aan leningen ultimo 2018 (€ 67,4 mln.) is 100% borging verstrekt door het WSW. Op basis van de financieringsbehoefte heeft het WSW het borgingsplafond voor 2018 vastgesteld op € 68,8 mln.

8.2 Waarborgsommen 31-12-2018 31-12-2017Het verloop van deze post is als volgt:Saldo per 1 januari 239 256

Mutaties in het boekjaar:­ Bij: Rente over waarborgsommen 0 0 ­ Bij: Nieuwe waarborgsommen ­ ­ ­ Af: Uitgekeerde waarborgsommen ­14 ­17 Saldo mutaties ­14 ­17

Saldo per 31 december 225 239

De waarborgsom per woning bedraagt € 140,­. Over de uitstaande waarborgsommen is de afgelo­pen jaren rente gereserveerd, voor het jaar 2018: 0,5% (2017: 0,5%). De waarborgsom inclusief rente wordt bij beëindiging van de huurovereenkomst met de huurder verrekend. Vanaf 2015 wordt er bij nieuwe huurcontracten geen waarborgsom meer in rekening gebracht.

VLOTTENDE PASSIVA9. Kortlopende schulden 31-12-2018 31-12-2017 9.1 Schulden aan leveranciers 2.844 841 9.2 Belastingen en premies sociale volksverzekeringen 2.964 726 9.3 Overige schulden 16 21 9.4 Overlopende passiva 926 889 Totaal 6.750 2.477

De resterende looptijd van deze schulden bedraagt niet meer dan één jaar.

9998

Page 51: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 101

De specificatie van deze posten is als volgt:

9.1 Schulden aan leveranciers 31-12-2018 31-12-2017 ­ Diverse crediteuren (subadministratie) 2.779 835 ­ Overige crediteuren 64 7 Totaal 2.844 841

9.2 Belastingen en premies sociale volksverzekeringen 31-12-2018 31-12-2017 ­ Te betalen vennootschapsbelasting 2017 2.277 277 ­ Te betalen Loonheffing 47 36 ­ Af te dragen BTW (verlegd) 620 392 ­ SPW pensioenpremies 20 20 Totaal 2.964 726

9.3 Overige schulden 31-12-2018 31-12-2017 ­ Waarborgsommen 4 9 ­ Personeelsvereniging 2 3 ­ Overig 10 9 Totaal 16 21

9.4 Overlopende passiva 31-12-2018 31-12-2017­ Niet vervallen rente leningen 726 700 ­ Vooruitontvangen huren 199 176 ­ Overige 2 13 Totaal 926 889

Niet uit de balans blijkende informatieObligoHet Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) heeft een groot deel van de langlopende geld­leningen gegarandeerd. Op grond van deze garantieovereenkomst is De Gemeenschap verplicht een obligo aan te houden van 3,85% (circa € 2,6 mln) van het schuldrestant waarvoor het WSW zich heeft borggesteld. Zolang het risicovermogen van het WSW voldoende is om eventuele betalings­verplichting van WSW­deelnemers over te nemen wordt geen beroep gedaan op deze obligover­plichting. Het WSW verwacht conform de actuele meerjarenliquiditeitsprognose voor de komende 5 jaar geen beroep te doen op deze obligoverplichting.

JubileaVoor eventuele uitkeringen in verband met jubilea is geen voorziening gevormd, omdat de omvang van deze verplichting niet betrouwbaar kan worden bepaald. Dit vanwege het beperkte aantal mede­werkers. Overigens gaat dit om een bedrag dat niet materieel is.

KredietfaciliteitOp de rekening­courant van de Rabobank met IBAN NL13 RABO 0137 8709 65 heeft Woningbouw­stichting De Gemeenschap een kredietfaciliteit van € 500.000,­,

Griftdijk-NoordVoor de periode van 1 oktober 2015 tot 1 mei 2019 worden maximaal 120 woonunits verhuurd aan statushouders met een verblijfsvergunning tot 23 jaar. De opstallen zijn voor € 1,21 (inclusief BTW)

gekocht van Stichting Studentenhuisvesting Nijmegen (SSHN) en worden op 1 mei 2019 voor het­zelfde bedrag terugverkocht aan de gemeente Nijmegen. Alle baten en lasten lopen via de exploi­tatie.

Verplichtingen met betrekking tot onderhoudMet Aannemingsbedrijf Van Schaik is een Service Level Agreement (SLA) overeengekomen voor een periode van 5 jaar (01­01­2015 tot en met 31­12­2019). Een vaste verplichting die hieruit voort­vloeit betreft een vergoeding voor de uitvoer van het Technisch Beheer van circa € 94.000 per jaar. Voor de overige werkzaamheden zijn vaste eenheidsprijzen afgesproken. Met Romijnders Service BV is een serviceovereenkomst gesloten voor het technisch beheer van instal­laties voor verwarming en ventilatie. Met deze overeenkomst is een bedrag gemoeid van € 175.394 per jaar. De looptijd is één jaar waarna deze stilzwijgend verlengd wordt met telkens een nieuwe periode van een jaar.

Aangegane verplichtingen projectenDe aangegane verplichtingen voor nieuwbouw­ en onderhoudsprojecten bedragen ultimo 2018 circa € 5,4 miljoen.

De projecten betreffen groot onderhoud in de wijk Spoorbuurt (4,3 miljoen) en nieuwbouw in Koningsdaal (1,1 miljoen).

Toelichting op de aard van niet-DAEB activiteitenDe Gemeenschap bezit de volgende niet­DAEB verhuureenheden:

Niet-DAEB activiteit Aantal vhe 2018 Aantal vhe 2017

Geliberaliseerde huurwoningen in exploitatie 126 127

Bedrijfs Onroerend Goed in exploitatie 6 6

Parkeergelegenheden 22 22

Totaal 154 155

Deze verhuureenheden worden in eigendom van de corporatie aangehouden omdat sprake is van complexen met gemengd bezit en vanwege gemaakte strategische keuzes voor diversiteit in de wijken.

101100

Page 52: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 103

DAEB/niet-DAEB gescheiden balans 2018

(Bedragen x € 1.000)

1. ACTIVA DAEB niet-DAEB Eliminaties Totaal

A. VASTE ACTIVA

1. Vastgoedbeleggingen

1.1 DAEB vastgoed in exploitatie 265.022 ­ 265.022

1.2 Niet­DAEB vastgoed in exploitatie ­ 28.842 28.842

1.3 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie

7.907 ­ 7.907

Totaal vastgoedbeleggingen 272.929 28.842 - 301.771

2. Materiele vaste activa

2.1 Onroerende en roerende zaken t.d.v. de ex­ploitatie

1.856 ­ 1.856

Totaal materiele vaste activa 1.856 - - 1.856

3. Financiële vaste activa

3.1 Deelnemingen in groepsmaatschappijen 20.350 ­ ­20.350 ­

3.2 Interne lening 7.670 ­ ­7.670 ­

Totaal financiële vaste activa 28.020 - -28.020 -

Som der vaste activa 302.805 28.842 -28.020 303.627

B. VLOTTENDE ACTIVA

4. Vorderingen

4.1 Huurdebiteuren 126 13 138

4.2 Belastingen en premies sociale verzekeringen 693 41 734

4.3 Overige vorderingen 858 21 879

4.4 Overlopende activa 204 2 206

Totaal vorderingen 1.881 76 - 1.957

5. Liquide Middelen

5.1 Liquide middelen 1.758 ­558 1.199

Totaal liquide midddelen 1.758 -558 - 1.199

Som der vlottende activa 3.639 -482 - 3.157

TOTAAL ACTIVA 306.444 28.360 -28.020 306.784

103102

2. PASSIVA DAEB niet-DAEB Eliminaties Totaal

C. EIGEN VERMOGEN

6. Eigen vermogen

6.1 Herwaarderingsreserve 126.464 5.068 ­5.068 126.464

6.2 Wettelijke en statutaire reserves ­ ­ ­

6.3 Overige reserves 54.288 11.957 ­11.957 54.288

6.4 Resultaat boekjaar 51.356 3.326 ­3.326 51.356

Totaal eigen vermogen 232.108 20.350 -20.350 232.108

D. VOORZIENINGEN

7.1 Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen

285 ­ 285

Totaal voorzieningen 285 - - 285

E. LANGLOPENDE SCHULDEN

8.1 Schulden/leningen kredietinstellingen 67.417 ­ 67.417

8.2 Overige langlopende schulden 219 6 225

8.3 Interne lening ­ 7.670 ­7.670 ­

Totaal langlopende schulden 67.635 7.676 -7.670 67.641

F. KORTLOPENDE SCHULDEN

9.1 Schulden aan leveranciers 2.648 195 2.844

9.2 Belasting en premies sociale verzekering 2.834 130 2.964

9.3 Overige kortlopende schulden 16 0 16

9.4 Overlopende passiva 918 9 926

Totaal kortlopende schulden 6.415 334 - 6.750

TOTAAL PASSIVA 306.444 28.360 -28.020 306.784

Page 53: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 105

DAEB/niet-DAEB gescheiden winst- en verliesrekening 2018

(Bedragen x € 1.000)

KASSTROOMOVERZICHT directe methode DAEB niet-DAEB Eliminaties Totaal

Nr. Omschrijving

1. (A) OPERATIONELE ACTIVITEITEN

Ontvangsten:

1.1 Huren 13.011 1.341 14.352

1.2 Vergoedingen (opbrengsten servicecontracten) 414 146 560

1.3 Overheidsontvangsten (subsidies) ­ ­ ­

1.4 Overige bedrijfsontvangsten 11 51 62

1.5 Renteontvangsten 204 ­ ­204 ­

1.5a Renteontvangsten (exclusief interne lening) 1 ­ 1

Saldo ingaande kasstromen 13.639 1.538 -204 14.974

Uitgaven:

1.7 Personeelsuitgaven ­1.416 ­52 ­1.467

1.8 Onderhoudsuitgaven ­4.454 ­163 ­4.617

1.9 Overige bedrijfsuitgaven ­2.992 ­109 ­3.101

1.10 Renteuitgaven ­ ­204 204 ­

1.10a Renteuitgaven (exclusief interne lening) ­1.575 ­ ­1.575

1.11a Sectorspecifieke heffing onafhankelijk van resultaat ­ ­ ­

1.11b Verhuurderheffing ­1.754 ­ ­1.754

1.12 Leefbaarheid externe uitgaven niet inversteringsgebonden ­105 ­ ­105

1.13 Vennootschapsbelasting ­954 ­56 ­1.010

Saldo uitgaande kasstromen -13.249 -584 204 -13.629

KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN 391 955 - 1.345

2. (B) (DES)INVESTERINGSACTIVITEITEN

MVA ingaande kasstroom A. DAEB en B. niet-DAEB activiteiten

2.1.A Verkoopontvangsten bestaande huur, woon­ en niet woon­gelegenheden

­ 237 ­237 ­

Tussentelling ingaande kasstromen MVA ­ 237

MVA uitgaande kasstroom A. DAEB en B. niet-DAEB activiteiten

2.6.A Nieuwbouw huur, woon­ en niet­woongelegenheden ­6.771 ­ ­6.771

2.7.A Woningverbetering woon­ en niet­woongelegenheden ­5.434 ­ ­5.434

2.9 Aankoop, woon­ en niet woongelegenheden ­237 ­ 237 ­

2.14.A Investeringen overig ­172 ­ ­172

Tussentelling uitgaande kasstromen MVA ­12.614 ­ 237 ­12.377

2.16 Saldo in- en uitgaande kasstroom MVA -12.614 237 237 -12.377

FVA

Ingaand

2.17 Ontvangen aflossing interne lening 1.185 ­ ­1.185 ­

2.19 Saldo in- en uitgaande kasstroom FVA 1.185 - -1.185 -

KASSTROOM UIT (DES)INVESTERINGSACTIVITEITEN -11.429 237 -948 -12.377

105104

(Bedragen x € 1.000)

WINST- EN VERLIESREKENING functioneel model DAEB niet-DAEB Eliminaties Totaal

Nr. Omschrijving

A.1 Huuropbrengsten 12.829 1.325 14.154

A.2 Opbrengsten service contracten 405 148 553

A.3 Lasten service contracten ­428 ­131 ­558

A.4 Lasten verhuur en beheeractiviteiten ­779 ­46 ­825

A.5 Lasten onderhoudsactiviteiten ­4.834 ­127 ­4.960

A.6 Overige directe operationele lasten exploitatie bezit ­3.379 ­153 ­3.532

Netto resultaat exploitatie vastgoedportefeuille 3.814 1.018 - 4.831

B.1 Verkoopopbrengst vastgoedportefeuille ­ 237 237

B.2 Toegerekende organisatiekosten ­ ­ ­

B.3 Boekwaarde verkochte vastgoedportefeuille ­ ­174 ­174

Netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille - 63 - 63

C.1 Overige waardeveranderingen vastgoed portefeuille 361 ­ 361

C.2 Niet­gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille 48.159 2.493 50.652

Waardeveranderingen vastgoedportefeuille 48.519 2.493 - 51.012

D.1 Opbrengst overige activiteiten 35 61 96

D.2 Kosten overige activiteiten ­ ­ ­

Netto resultaat overige activiteiten 35 61 - 96

E.1 Overige organisatiekosten -503 -21 -523

E.2 Leefbaarheid -247 - -247

F.1 Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten 212 0 ­204 9

F.2 Rentelasten en soortgelijke kosten ­1.603 ­204 204 ­1.603

Saldo financiële baten en lasten -1.391 -203 - -1.594

RESULTAAT VOOR BELASTINGEN 50.228 3.412 - 53.639

G.1 Belastingen ­2.198 ­86 ­2.284

G.2 Resultaat uit deelnemingen 3.326 ­ ­3.326 ­

RESULTAAT NA BELASTINGEN 51.356 3.326 -3.326 51.356

Page 54: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 107

Gebeurtenissen na balansdatumOp 5 maart 2019 heeft de minister van Binnenlandse zaken haar goedkeuring gegeven voor een fusie tussen Standvast Wonen en De Gemeenschap. De fusiedatum is 1 mei 2019.

3. (C) FINANCIERINGSACTIVITEITEN

Ingaand:

3.1.1 Nieuwe te borgen leningen 23.000 ­ 23.000

3.1.2 Nieuwe ongeborgde leningen DAEB­investeringen ­ ­ ­

3.1.3 Nieuwe ongeborgde leningen niet­DAEB­investeringen ­ ­ ­

Uitgaand:

3.2.1 Aflossing geborgde leningen ­13.280 ­ ­13.280

3.2.2 Aflossing ongeborgde leningen DAEB­investeringen ­ ­ ­

3.2.3 Aflossing ongeborgde leningen niet­DAEB­investeringen ­ ­

3.2.4 Aflossing interne lening ­ ­1.185 1.185 ­

KASSTROOM FINANCIERINGSACTIVITEITEN 9.720 -1.185 1.185 9.720

4.1 TOTALE KASSTROOM -1.318 7 237 -1.312

Liquide middelen per 01­01 3.076 ­565 ­ 2.511

Liquide middelen per 31­12 1.758 ­558 ­ 1.199

Mutatie: ­1.318 7 ­ ­1.312

6Toelichting op de winst- en verliesrekening

A. BEDRIJFSOPBRENGSTENA.1 Huuropbrengsten 2018 2017Te ontvangen nettohuur:­ woningen en woongebouwen 14.310 14.117 Af: Huurderving­ wegens frictie leegstand en mutatieonderhoud ­157 ­67 Saldo 14.154 14.050

De “te ontvangen nettohuur” is t.o.v. het vorig boekjaar gewijzigd als gevolg van:a. de huurverhogingen per 1 juli 2018: 1,318% (2017: 0,28%)b. huurverhogingen als gevolg van aangebrachte voorzieningen in 2018c. mutaties van 2017 die in 2018 voor het gehele jaar zijn opgenomen d. het toepassen van huurharmonisatie bij mutatiewoningen

De huurderving bedraagt 1,09% (2017: 0,47%) van de te ontvangen huur.

A.2 Opbrengsten Service contracten 2018 2017Te ontvangen vergoedingen servicecontracten (leverin­gen en diensten)

582 643

Af: Huurderving­ wegens frictie leegstand en mutatieonderhoud ­29 ­15 Saldo 553 628

De post vergoedingen betreft bedragen die huurders boven de “kale” huurprijs betalen voor leve­ringen en diensten. De vergoedingsderving in 2018 bedraagt 4,95% (2017: 2,26%) van de te ont­vangen vergoedingen.

A.3 Lasten Service contracten 2018 2017Lasten servicecontracten 558 644Totaal 558 644

106

Page 55: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 109

C.1 Overige waardeveranderingen vastgoed portefeuille

2018 2017

­ Onrendabele top investering duurzaamheid (DAEB) ­ ­449 ­ Onrendabele top groot onderhoud (DAEB) ­ ­285 ­ Onrendabele top nieuwbouw (DAEB) ­ ­516 ­ Onrendabele investeringen vastgoed in expl. DAEB 361 ­2.032 ­ Onrendabele investeringen vastgoed in expl. niet­DAEB ­ ­7 Totaal 361 -3.289

C.2 Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoed portefeuille

2018 2017

­ Waardeverandering vastgoed in exploitatie DAEB 48.159 ­760 ­ Waardeverandering vastgoed in exploitatie niet­DAEB 2.493 1.606 Totaal 50.652 846

D.1 Opbrengst overige activiteiten 96 77 D.2 Kosten overige activiteiten ­ ­130 Totaal Netto resultaat overige activiteiten 96 -53

E.1 Organisatiekosten:E.1.a PERSONEELSKOSTEN 2018 2017­ Salarissen 1.071 1.005 ­ Pensioenpremie 174 164 ­ Sociale lasten 176 153 ­ Ontvangen ziekengeld/subsidies ­ ­9 ­ Overige personeelskosten 145 162 ­ Dekkingsbijdrage personeelskosten ­300 ­246 Totaal Personeelskosten 1.266 1.229

Gedurende het verslagjaar 2018 had Wbs. De Gemeenschap gemiddeld 18,8 werknemers in dienst (2017: 17,8). Dit aantal is gebaseerd op het aantal full time equivalenten.

E.1.b AFSCHRIJVINGEN 2018 2017­ Onroerend goed 30 25 ­ Inventaris 54 27 ­ Automatisering 37 26 ­ Vervoermiddelen 6 7 Totaal Afschrijvingskosten 127 86

E.1.c HUISVESTINGSKOSTEN 2018 2017­ Onderhoud kantoor 10 31 ­ Gas, Water, Electra 5 13 ­ Schoonmaakkosten 23 22 ­ Belastingen, verzekeringen 11 10 ­ Overige huisvestingskosten 3 4 Totaal Huisvestingskosten 53 79

109108

Conform de geactualiseerde toelichting funcionele model van de Autoriteit Woningcorporaties zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van de jaarrekening van 2017:

• De heffingen/belastingen zijn gepresenteerd onder de post ‘Overige directe operationele lasten exploiatie bezit’.

In de jaarrekening van 2017 zijn deze posten verantwoord onder de ‘Lasten verhuur­ en be­heeractiviteiten’.

• Overige organisatiekosten zijn zoveel als mogelijk toegerekend aan de primaire activiteiten. In de jaarrekening van 2017 gebeurde dit slechts in beperkte mate.

De vergelijkende cijfers zijn hierop aangepast.

A.4 Lasten verhuur- en beheeractiviteiten 2018 2017­ Contributie landelijke federatie. 17 20 ­ Toegerekende personeelskosten 462 444 ­ Toegerekende huisvestingskosten 34 42 ­ Toegerekende kosten Raad van Commisarissen 17 17 ­ Toegerekende algemene kosten 294 222 Totaal 825 745

A.5 Lasten onderhoudsactiviteiten 2018 2017­ Kosten derden, groot materiaal verbruik 4.096 2.457 ­ Toegerekende personeelskosten 493 478 ­ Toegerekende huisvestingskosten 35 44 ­ Toegerekende kosten Raad van Commisarissen 17 17 ­ Toegerekende algemene kosten 319 222 Saldo 4.960 3.217

Specificatie kosten derden, groot materiaal verbruik­ Reparatie onderhoud 591 479 ­ Mutatie onderhoud 408 460 ­ Planmatig onderhoud 3.048 1.449 ­ Serviceonderhoud 48 69 Totaal 4.096 2.457

A.6 Overige directe operationele lasten exploitatie bezit 2018 2017­ OZB en overige belastingen 1.312 1.315 ­ Verzekeringen 56 72 ­ Verhuurderheffing 1.754 1.587 ­ Saneringsheffing 158 ­ ­ Overige sectorspecifieke hefffingen 19 12 ­ Overige lasten 233 108 Totaal 3.532 3.094

B.1 Verkoopopbrengst vastgoedportefeuille 237 ­B.2 Toegerekende organisatiekosten ­ ­B.3 Boekwaarde verkochte vastgoedportefeuille ­174 ­Netto resultaat verkocht vastgoedportefeuille 63 -

Page 56: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 111

E.1.d KOSTEN RAAD VAN COMMISSARISSEN 2018 2017­ Honorering en vergoedingen 47 43 ­ Representatiekosten RvC 4 1 ­ Symposia/opleidingen 5 5 ­ Overige kosten 2 8 Totaal kosten Raad van Commissarissen 58 56

E.1.e ALGEMENE KOSTEN 2018 2017­ Porti en bezorgkosten 8 8 ­ Communicatie & PR 30 29 ­ Telecommunicatiekosten 25 20 ­ Drukwerk / Kantoormaterialen 12 11 ­ Consumptieve uitgaven 9 6 ­ Abonnementen en contributies 3 4 ­ Externe controle (zie onderstaande toelichting) 80 75 ­ Juridische bijstand 4 2 ­ Advieskosten derden (incl. projecten) 105 86 ­ Automatiseringskosten 233 206 ­ Onderhoud inventaris/bedrijfsauto's 13 11 ­ Representatiekosten 9 7 ­ Huurdersorganisatie 22 7 ­ Kosten woonruimteverdeling 26 23 ­ Kosten PNW / G5 12 12 ­ Bankkosten 4 5 ­ Reorganisatiekosten 92 ­ ­ Overige Algemene Kosten 11 10 Totaal Algemene Kosten 699 523

Totaal organisatiekosten 2.203 1.973 Toegerekend aan bedrijfsactiviteiten:­ Personeelkosten ­955 ­921 ­ Huisvestingskosten ­69 ­86 ­ Raad van Commisarissen ­35 ­34 ­ Algemene kosten ­621 ­444 Totaal Overige organisatiekosten 523 488

E.1.e Kostenpost ‘Externe Controle’ toegelicht: De kosten van de accountants en hun netwerkorganisaties zijn:1. MAZARS controle jaarrekening 2016 incl. interim controle ­ 22 2. MAZARS controle jaarrekening 2017 incl. interim controle 28 23 3. MAZARS controle jaarrekening 2018 incl. interim controle 51 ­ 4. MAZARS controle marktwaarde 2018 1 ­ Totaal kosten Externe Controle Accountants 80 45

E.2 Leefbaarheid 2018 2017­ Toegerekende personeelskosten 143 118­ Overige kosten leefbaarheid 103 61Totaal leefbaarheid 247 179

F.1 Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten 2018 2017Financiële vaste activa­ Rente op te vorderen subsidie BWS ­ ­ ­ Rente van beleggingen op lange termijn ­ ­ Liquide middelen­ Rente op deposito’s 0 0 Vorderingen­ Rente op overige vorderingen 1 1 Overig­ Betalingskorting Belastingdienst 8 ­ Totaal Rentebaten 8 1

F.2 Rentelasten en soortgelijke kosten 2018 2017Langlopende schulden­ Rente leningen overheid 50 56 ­ Rente leningen kredietinstellingen 1.536 1.522 ­ Rente waarborgsommen 1 2 Kortlopende schulden­ Rente overige schulden 15 37 Totaal Rentelasten 1.603 1.618

G.1 Belastingen 2018 2017­ Vennootschapsbelasting boekjaar ­6 ­277 ­ Vennootschapsbelasting correcties voorgaande jaren ­2.277 ­ ­ Mutatie boekjaar latenties ­ ­401

-2.284 -679

De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst­ en verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voorzover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbe­standdelen en na bijtelling van niet­aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wij­zigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief.

Het tarief voor de vennootschapsbelasting bedraag 20% voor de eerste € 200.000. Daarboven be­draagt het tarief € 25%. Een afwijkende effectieve belastingdruk wordt veroorzaakt door het benutten van fiscale verlies­compensatie, de waardering van latenties en fiscaal vrijgestelde winstbestanddelen.

111110

Page 57: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 113

OVERIGE INFORMATIEVerantwoording Wet Normering Topinkomens (WNT)Per 1 januari 2013 is de Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) in werking getreden. De Bestuurder wordt op grond van de WNT gezien als topfuncti­onaris. In onderstaand overzicht zijn de gegevens ter zake van de bezoldiging van de Bestuurder (de heer P.J.J. van Roosmalen) weergegeven:

2018 2017

Aanvang en einde functievervulling 1/1 ­ 31/12 1/1 ­ 31/12

Omvang dienstverband (in fte) 1,0 1,0

Gewezen topfunctionaris? nee nee

(Fictieve) dienstbetrekking? ja ja

Individueel WNT­maximum (bezoldigingsklasse D) 118.000 114.000

Beloning 107.733 110.955

Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen 0 230

Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn 19.788 19.509

127.521 130.693

­/­ Onverschuldigd betaald bedrag ­ ­

Totaal bezoldiging 127.521 130.693

Verplichte motivering indien overschrijding PM PM

De heer P.J.J. van Roosmalen valt als Bestuurder in de overgangsregeling van de WNT in verband met overschrijding van deWNT­norm. Deze overgangsregeling verloopt per 1 januari 2018.

De WNT geeft ten aanzien van de bezoldiging van leden van de Raad van Commissarissen aan dat deze per 1 januari 2013 maximaal 10% (lid) en 15% (voorzitter) mag bedragen van de voor de orga­nisatie geldende maximale bezoldiging van de Bestuurder.

In onderstaand overzicht zijn de gegevens met betrekking tot de bezoldiging van de leden van de RvC weergegeven:

Naam J.T.W.M. Nillesen F.J.W.M. Tas

Functiegegevens Voorzitter RvC Vice­voorzitter RvC

Aanvang en einde functievervulling in 2018 1/1 ­ 31/12 1/1 ­ 31/12

Individueel WNT­maximum 17.700 11.800

Beloning (exclusief BTW) 10.500 7.000

Belastbare onkostenvergoedingen ­ ­

Beloningen betaalbaar op termijn ­ ­

10.500 7.000

­/­ Onverschuldigd betaald bedrag ­ ­

Totaal bezoldiging 10.500 7.000

Verplichte motivering indien overschrijding PM PM

Naam P.J.J. Lucassen J.A.M. de Kruijf M.B. Wierenga

Functiegegevens Lid RvC Lid RvC Lid RvC

Aanvang en einde functievervulling in 2018 1/1 ­ 31/12 1/1 ­ 31/12 1/1 ­ 31/12

Individueel WNT­maximum 11.800 11.800 11.800

Beloning (exclusief BTW) 7.000 7.000 7.000

Belastbare onkostenvergoedingen ­ ­ ­

Beloningen betaalbaar op termijn ­ ­ ­

7.000 7.000 7.000

­/­ Onverschuldigd betaald bedrag ­ ­ ­

Totaal bezoldiging 7.000 7.000 7.000

Verplichte motivering indien overschrijding PM PM PM

Indien de bezoldiging in 2014 hoger is dan de WNT aangeeft, is dit terug te voeren op de overgangs­regeling die de WNT kent. De benoeming heeft plaatsgevonden (ruim) voor de inwerkingtreding van de WNT.

De leden van de Raad van Commissarissen kunnen werkelijk gemaakte reis­ en onkosten declareren. De reiskosten per auto worden vergoed op basis van € 0,19 per kilometer of op basis van de gemaakte kosten voor openbaar vervoer.

113112

Page 58: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 115

Ondertekening van de jaarrekeningOpgesteld te Nijmegen, 30 april 2019

drs. P.J.J. van Roosmalen, directeur-bestuurder

Goedkeuring Raad van Commisarissen, d.d. 30 april 2019

drs. ing. J.T.W.M. Nillesen, voorzitter

mr. F.J.W.M. Tas, vice-voorzitter

drs. P.J.J. Lucassen, lid

dr. J.A.M. de Kruijf, lid

Mw. M.B. Wierenga, lid

7Overige gegevens

1. Controleverklaring van onafhankelijk accountant De controleverklaring van de onafhankelijk accountant is achteraan in deze jaarstukken opgenomen.

3. Statutaire regeling bestemming resultaat In de huidige statuten (23­02­2017) is geen bestemming van het resultaat opgenomen.

114

Page 59: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene
Page 60: JAARVERSLAG 2018 - Woonwaarts · Huurdersparticipatie 31 6.1 Structurele huurdersparticipatie 31 6.2 Projectmatige huurdersparticipatie 32 7. Financieel beheer en beleid 33 7.1 Algemene

Jaarrekening 119

ColofonHet Jaarverslag 2018 is een uitgave van Woningbouwstichting De Gemeenschap

ContactgegevensCuraçaoweg 1 6524 ST Nijmegen

Postbus 1017 6501 BB Nijmegen

024 ­ 381 78 00 [email protected] www.wbsg.nl

Aanvullende informatieOpgericht: 13 augustus 1920 Instellingsnummer BZK: L 1357 KvK Centraal Gelderland: 10016944

FotografieWoningbouwstichting De Gemeenschap

VormgevingSJALOT ontwerp, Nijmegen